It's up to you. Interventie. Samenvatting. Doelgroep

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "It's up to you. Interventie. Samenvatting. Doelgroep"

Transcriptie

1 Interventie It's up to you Samenvatting Doelgroep It's up to you is ontwikkeld voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs (VO) en richt zich binnen deze groep op de onderwijsniveaus VMBO, HAVO, Atheneum en Gymnasium. Doel Het hoofddoel van It's up to you is dat onderbouwleerlingen van het voortgezet onderwijs effectieve gedragingen gaan vertonen, waardoor ze als deelnemer van cyberpesten waargenomen cyberpest gebeurtenissen kunnen laten ophouden of verminderen. Hiervoor zullen een aantal zorgvuldig geformuleerde subdoelen gerealiseerd worden. Deze subdoelen beïnvloeden de determinanten van het gedrag, dat in het hoofddoel beschreven wordt, op een positieve manier (zie paragraaf 2.2). Aanpak It's up to you is een interactieve film die als discussiestarter wordt ingezet op middelbare scholen. Samen met de aansluitende discussie in de klas, dient de film als praktisch handvat voor docenten en als eerste stap in het tegengaan van cyberpesten. De interventie bestaat uit een drietal onderdelen:. Een interactieve film met 72 verschillende scenario's en 22 aparte eindes, afhankelijk van de door de kijker gemaakte keuzes tijdens het kijken van de film. Iedere leerling kruipt in de huid van de hoofdpersoon en beslist tijdens de film over zijn/haar acties in verschillende cyberpest-situaties. Leerlingen bekijken de film twee keer en worden uitgedaagd te experimenteren met hun keuzes.. Een klassikale discussie waarbij leerlingen onder begeleiding van hun docent met elkaar in discussie gaan over de film, de door hun gemaakte keuzes en de rol (invloed) die zij als individu en als klas/groep kunnen hebben in cyberpesten.. Het opstellen van groepsafspraken door de leerlingen zelf waarin zij aangeven wat volgens hun toelaatbaar gedrag is met betrekking tot hun online handelen. Materiaal Het materiaal voor de interventie is (gratis) online beschikbaar op en bestaat uit een docentenhandleiding, een bijlage, en de interactieve film die online gedistribueerd wordt. Onderbouwing It's up to you richt zich op jongeren en poogt hen inzicht te geven in hun rol als individu in cyberpesten, de rol van de groep (klas) in cyberpesten, en wat ze daaraan kunnen doen. Om dit gedrag te veranderen is goed gekeken in de literatuur naar de beschermende en risicofactoren. Deze factoren zijn vervolgens samen met de subdoelen gecombineerd, waardoor per factor inzichtelijk is wat er veranderd dient te worden. It's up to you maakt gebruik van verschillende in de literatuur genoemde potentieel werkzame elementen van bestaande pest-interventies en communicatiestrategieën:. Gebruik van audiovisueel materiaal. Inzet van Entertainment-Education. Vormen van rollenspel en experimenteren met oorzaak-gevolg relaties d.m.v. interactiviteit

2 . Voeren van een klassikale discussie. Opstellen van klas gebonden regels De verhaallijnen in de film richten zich specifiek op situaties die voorkomen in cyberpesten; zoals het gebruik van sociale media en het uploaden van kwetsend beeldmateriaal. Hierdoor wordt een herkenbare context gecreëerd waardoor de betrokkenheid van de leerlingen bij de personages en situaties in de film wordt vergroot. Onderzoek Ten behoeve van een procesevaluatie hebben 85 VO-docenten (intermediaire doelgroep) en 95 VO-leerlingen (doelgroep) een internetvragenlijst ingevuld. Hieruit blijkt dat docenten tevreden zijn over interventie en van mening zijn dat It's up to you een effectieve bijdrage levert in de strijd tegen cyberpesten (75%). Ook zijn ze positief over het gebruik en inzetbaarheid van de interventie. Het confronterende en realistische karakter van de film, samen met de praktische inzetbaarheid van de interventie zijn elementen die vaak terugkomen in de open antwoorden van docenten als motivatie op hun waardering. Een meerderheid onder de leerlingen geeft aan anders te zijn gaan denken over cyberpesten door de film (58%). 37% geeft aan anders te zijn gaan denken over het onderwerp door de discussie. Ook geven zij aan dat de situaties die in de film realistisch zijn (75%) en dat de interventie voor een afname in cyberpesten kan zorgen (44%). Erkenning Erkend door Deelcommissie jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering d.d Oordeel: Goed onderbouwd Toelichting: It's up to you is een overzichtelijke en compacte interventie. De film is goed doordacht en de werkzame elementen zijn goed ingebouwd. 1. Probleemomschrijving 1.1 Probleem Pesten is een algemeen bekend verschijnsel in onze maatschappij, dat voorkomt in alle leeftijdsgroepen en is vrijwel plaats onbepaald. Pesten is bewust, on-uitgelokt, langdurig psychisch of fysiek geweld van een individu of een groep gericht tegen een ander individu dat zich hier niet tegen kan verweren (van der Meer, 1993). Begin 2013 heeft staatssecretaris Dekker in samenwerking met de Kinderombudsman een plan gepresenteerd om pesten op scholen effectief aan te pakken. Ook de aanpak van cyberpesten wordt in dit plan genoemd, waarvoor de staatssecretaris praktische handvaten wil aanbieden aan docenten. Cyberpesten is een vorm van pesten dat veel overeenkomsten vertoont met het traditionele pesten. Bij cyberpesten wordt echter uitgegaan van pesten door middel van het gebruik van digitale communicatie middelen zoals telefoons en internet (Sociaal Cultureel Planbureau [SCP], 2011). Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het uitschelden en/of bedreigen via sociale media (Veenstra et al., 2012a). De belangrijke verschillen tussen cyberpesten en traditioneel pesten zijn:. Publiekelijk: Door de aard van het medium kunnen de gevolgen van cyberpesten langer zichtbaar blijven voor een groter publiek (SCP, 2011). Toegankelijkheid: Sociale media zijn eenvoudig in gebruik en breed toegankelijk. Anonimiteit: Door de toegankelijkheid van sociale media kan er gebruik worden gemaakt van een vorm van anonimiteit die bij offline pesten niet of in mindere mate speelt (SCP, 2011). Plaats en tijdsonafhankelijk: Cyberpesten kan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld pesten op het schoolplein, doorgaan in de persoonlijke levenssfeer thuis (SCP, 2011; Smith, 2009) 1.2 Spreiding Er is geen consistentie in de verschillende onderzoeken gedaan die een antwoord trachten te geven op de vraag hoe vaak cyberpesten in Nederland voorkomt. In 2011 concludeerde het Sociaal en Cultureel Planbureau in haar onderzoek naar cyberpesten dat jongeren van 9 tot en met 16 jaar (4%) herhaaldelijk online gepest worden (SCP, 2011). Een studie uitgevoerd door de Universiteit Amsterdam in 2011 concludeert dat 1 op de 5 Nederlandse jongeren (20%) wel eens te maken heeft gehad met online

3 pestgedrag (Valkenburg en Peter, 2011). Dat er geen consensus is over de spreiding van het probleem cyberpesten, wijdt Dehue (2013) aan de verschillende methodes over hoe het antisociaal gedrag (o.a. cyberpesten) wordt gemeten. Ook is er geen consensus over het verschil in sekse in cyberpesten: Sommige studies wijzen erop dat meer jongens worden gepest, andere wijzen meiden aan als meest voorkomend slachtoffer, en weer andere meten geen verschil (Smith et al, 2008; Ybarra en Mitchell, 2004; Raskauskas en Stolz, 2007). Daarnaast is herhaaldelijk onderzoek verricht naar de invloed van leeftijd op het risico om slachtoffer te worden van cyberpesten. In zijn meta-analyse van kwantitatief onderzoek naar cyberpesten concludeert Tokunaga (2010, p. 280) dat er geen consensus bestaat over de leeftijd waarop jongeren vooral slachtoffer worden van cyberpesten, echter lijkt aannemelijk dat jongeren tussen de 12 en 15 jaar een verhoogd risico lopen om slachtoffer te worden van cyberpesten (e.g. Slonje & Smith, 2008; Calvete, Orue, Estevez, Villardon & Padilla, 2010). Er bestaat geen consensus over de leeftijd van daders. Desalniettemin suggereren de meeste onderzoeken dat online pesters zich in grotere mate bevinden op de middelbare school dan op de basisschool en dat cyberpesten piekt rond de leeftijd van 14 a 15 jaar (e.g. Vandebosch et al., 2006; Williams & Guerra, 2007; Slonje & Smith, 2008). 1.3 Gevolgen Uit verschillende onderzoeken over pesten (Kaltiala-Heino, Rimpela, Rantanen, & Rimpela, 2000; Roland, 2002; Valkenburg, 2011) blijkt dat gepest worden gevoelens van eenzaamheid en depressie vergroot en bestaande psychische problemen verergert, waardoor schoolprestaties negatief kunnen worden beïnvloed. Bovendien hebben slachtoffers vaker last van psychosomatische klachten zoals hoofdpijn, slaapproblemen, buikpijn, bedplassen en vermoeidheid. Uit onderzoek waarbij specifiek is gekeken naar de gevolgen van cyberpesten blijkt dat de gevolgen hiervan veel gelijkenis vertonen met de gevolgen van traditioneel pesten. Zo blijkt dat cyberpesten tot psychische problemen kan leiden, zoals zelfbeschadiging, gewelddadig gedrag, stress en depressieve klachten (Valkenburg, 2011). Ook Dehue (2013) constateert op basis van de internationale literatuur dat er overtuigend bewijs is dat cyberpesten tot psychosomatische en psychosociale gezondheidsproblemen kan leiden. Onderzoek toont tevens aan dat verbale en psychologische vormen van pesten op de lange termijn meer negatieve effecten met zich mee kunnen brengen dan fysieke vormen van pesten (Reid, Monsen, & Rivers, 2004). De tussenkomst van digitale media heeft tot gevolg dat met cyberpesten een groter publiek kan worden bereikt; in potentie is een cyberpestactie zichtbaar voor de hele wereld. Onderzoek hiernaar laat zien dat op internet geplaatst belastend beeldmateriaal (foto's en filmpjes) meer negatieve gevolgen voor slachtoffers met zich mee lijkt te brengen dan bij traditioneel pesten (Slonje & Smit, 2008; Smith et al., 2006, 2008). De tijdsspanne van een cyberpestactie kan tevens groter zijn dan een offline pestactie doordat op internet geplaatste bestanden lastig te verwijderen zijn. 2. Beschrijving interventie 2.1 Doelgroep Uiteindelijke doelgroep De interventie poogt met name omstanders van cyberpesten te bereiken. De doelgroep bestaat uit onderbouwleerlingen van het voortgezet onderwijs, waarmee de interventie zich richt op de leeftijdsgroep van 12 tot 15 jaar. Binnen deze doelgroep kan de interventie worden ingezet op de onderwijsniveaus VMBO, HAVO, Atheneum en Gymnasium. Volgens het CBS is deze doelgroep leerlingen groot en verdeeld over ongeveer 650 scholen (CBS, 2012). Intermediaire doelgroep De primaire intermediaire doelgroep bestaat uit docenten werkzaam in het voortgezet onderwijs. De docent is de persoon die het gebruik van de interventie initieert en verantwoordelijk is voor de begeleiding tijdens de uitvoering van de interventie. In de selectie van de intermediaire doelgroep wordt uitgegaan van bevoegde docenten binnen het voortgezet onderwijs, met voorkeur docenten die intensief betrokken zijn bij het sociale leefklimaat in de klas, bijvoorbeeld mentoren.

4 Selectie van doelgroepen Cyberpesten vindt veelal plaats binnen de context van bestaande sociale (offline) verhoudingen, zoals op scholen en dan met name in klassen waarin groepen jongeren in een vaste sociale context met elkaar omgaan. Cyberpesters bevinden zich in grotere mate op de middelbare school dan op de basisschool en cyberpesten piekt rond de leeftijd van 14 à 15 jaar. Slachtoffers van deze vorm van pesten bevinden in een soortgelijke leeftijd, namelijk 12 tot 15 jaar. It's up to you richt zich op de onderbouw van het voortgezet onderwijs en tracht hiermee zowel een effectief interventie- als preventiemiddel te zijn door zich te focussen op de leeftijdsgroep waarin de kans het hoogst is dat jongeren slachtoffer en/of dader en/of omstanders worden van cyberpesten. Leerlingen worden in klasverband geselecteerd en nemen als klas deel aan de interventie. Belangrijk om op te merken is dat de intensiteit van de begeleiding tijdens de interventie varieert tussen de verschillende onderwijsniveaus. Over het algemeen behoeven leerlingen van een lager onderwijsniveau een intensievere begeleiding met een directere insteek dan leerlingen van een hoger onderwijsniveau. Dit wordt verder toegelicht in de docentenhandleiding (zie Hoofdstuk 4.1). 2.2 Doel Hoofddoel Het hoofddoel van It's up to you is dat onderbouwleerlingen van het voortgezet onderwijs direct na het doorlopen van de interventie (i.e., (1) het bekijken van de interactieve film; (2) het voeren van een groepsdiscussie; en (3) het opstellen van groepsafspraken) effectieve gedragingen (e.g., niet meedoen, opkomen voor het slachtoffer, hulp inschakelen) gaan vertonen waardoor ze als deelnemer (i.e. omstander, pester, slachtoffer) van cyberpesten waargenomen cyberpest gebeurtenissen kunnen laten ophouden of verminderen. Subdoelen Hiervoor zullen een aantal zorgvuldig geformuleerde subdoelen gerealiseerd worden. Deze subdoelen beïnvloeden de determinanten van het gedrag - dat in het hoofddoel beschreven wordt - op een positieve manier. Leerlingen: a. kennen verschillende rollen (slachtoffer, pester, dader, mee pestende-/aanmoedigende-/afzijdig houdende- /stoppende omstander) in een cyberpest gebeurtenis en weten welke invloed klassikaal- (omstanders) en eigen online gedrag, handelen op sociale media en deze rollen hebben in het stoppen of in stand houden van cyberpesten. b. weten welke online gedragingen als cyberpesten gezien kunnen worden. c. zijn bewust van het verschil tussen online en offline communiceren met elkaar (i.e., non-verbale communicatie en supervisie door ouders/leraren ontbreekt, anonimiteit). d. hebben een positieve attitude aan met betrekking tot het stoppen van cyberpesten wanneer ze hiervan getuige zijn. e. hebben een negatieve attitude aan ten opzichte van de pester-, mee pestende omstander-, aanmoedigende omstander- en afzijdig houdende omstanderrol. f. weten met welke-, hebben vertrouwen in-, en gebruiken strategieën waarmee ze cyberpesten kunnen stoppen of verminderen wanneer ze getuige zijn van een cyberpest gebeurtenis. g. voelen zich verantwoordelijk voor het stoppen van cyberpesten. h. hebben een positieve sociale norm (zowel individueel als in de klas) waarin staat dat cyberpesten niet cool is, en dat stoppen en/of afkeuren van cyberpesten wel cool is. i. hebben inzicht in dat het ongewenst publiceren van foto en videomateriaal strafbare vormen van cyberpesten zijn. Het doel voor de intermediaire doelgroep, de docenten, is om als effectieve discussieleider een klimaat te creëren in de klas waarin de werking van de interventie ten volste wordt benut en het hoofddoel van de interventie wordt gerealiseerd. Hierbij is het van belang dat docenten een niet-moraliserende rol innemen en zich vooral richten op het proces van de interventie. It's up to you richt zich als interventie primair op het bewustzijn van jongeren in dat ze als omstander van cyberpesten waargenomen cyberpest gebeurtenissen kunnen laten ophouden/verminderen, en poogt hen kennis te geven van effectieve gedragingen die daarbij kunnen helpen. It's up to you is door haar praktische en dynamische karakter geschikt om te worden geïntegreerd in een school-brede aanpak als opstap naar gedragsverandering. De docentenhandleiding beschrijft mogelijke vervolgacties voor docenten om na gebruik

5 van de interventie structureel het onderwerp te blijven aanpakken. De titel It's up to you heeft betrekking op zowel de bewustwording dat jij als leerling (en als klas) door jouw acties wel degelijk invloed kunt uitoefenen in cyberpesten, als het feit dat leerlingen in de film (en later in het dagelijks leven) zelf actief keuzes kunnen maken en het verhaal (en later daadwerkelijke cyberpest situaties) beïnvloeden. 2.3 Aanpak Opzet van de interventie It's up to you is een interventie ontwikkeld door stichting Reactif en wordt gratis aangeboden aan Nederlandse (middelbare) scholen. De interventie wordt klassikaal uitgevoerd door docenten binnen de onderbouw van het voortgezet onderwijs en verloopt volgens een vast patroon dat beschreven staat in de docentenhandleiding (zie Materialen). De duur van de interventie bedraagt zo'n 4 uur en 1 kwartier: 1 à 2 uur voorbereidingstijd, 2 uur voor de uitvoering en 15 minuten evaluatie. De interventie en benodigde materialen zijn online te benaderen via Figuur 1 (zie bijlage) geeft de opzet van de interventie visueel weer. Locatie en uitvoerders De interventie is online beschikbaar en wordt uitgevoerd in een lokaal met computers of laptops en een klaslokaal. De begeleiding tijdens de les is in handen van een VO docent, bij voorkeur een docent die goed op de hoogte is van het sociale klimaat van de klas, zoals de mentor docent. De docent begeleidt de les met behulp van de bijgeleverde docentenhandleiding (zie Materialen). Inhoud van de interventie It's up to you dient als praktisch handvat voor docenten in het voortgezet onderwijs (VO) en richt zich primair op het bewustzijn van jongeren in dat ze als omstander van cyberpesten waargenomen cyberpest gebeurtenissen kunnen laten ophouden/verminderen, en poogt hen kennis te geven van effectieve gedragingen die daarbij kunnen helpen. Zoals beschreven onder 'Opzet' bestaat de uitvoering van de interventie ruwweg uit drie hoofdonderdelen: de interactieve film twee keer bekijken, de klassikale discussie, en het opstellen van groepsafspraken. Daarnaast worden in de handleiding vervolgacties besproken die de docent na de interventie kan uitvoeren om een blijvend effect te bewerkstelligen.. In de onderbouw van VO scholen bekijken jongeren de film individueel. In de film worden ze geconfronteerd met een aantal (cyber)pest-situaties. Jongeren maken zelf de keuzes van de hoofdpersoon (door te klikken op de keuzes die zichtbaar worden tijdens de film), waardoor iedereen zijn eigen persoonlijke verhaal creëert en direct de gevolgen van zijn acties ervaart. De film bevat 72 scenario's en 22 verschillende eindes; door twee keer te kijken en worden jongeren uitgedaagd te experimenteren met verschillende keuzes en wordt de interactiviteit in de film beter benut.. De volgende drie situaties uit de interactieve film demonsteren hoe een aantal determinanten veranderd worden. In onderstaande situaties is Julia de hoofdpersoon (vrouwelijk). Indien de leerling bij aanvang van de film het mannelijke geslacht kiest, spelen vergelijkbare situaties zich af met een mannelijke hoofdpersoon. 1. Julia vertelt wat ze doet als ze van Chris een filmpje ontvangt waarin Daan (een klasgenootje) zichzelf in een melige bui heeft opgenomen. "Nou ik wilde er helemaal niks mee te maken dus ik heb dat filmpje verwijderd en heb het dan ook niet op YouTube gezet. De USB-stick zelf heb ik nooit gehad." Deze situatie beïnvloedt onder andere de determinanten bewustzijn en kennis van coping strategieën (subdoel 6). 2. Julia ontvangt een Tweet op haar telefoon waarin Chris het volgende zegt: >"@DaanScheurs Hey teringlijer met je tyfuskop! #nerd" Daan heeft ook een tweet geplaatst: >"@ChrisSoons Ga iemand anders lastig vallen..". Chris reageert: >"@DaanScheurs "Oeh stoer mannetje, jij moet eens terug op je plek gezet worden! Misschien gelijk maar een nieuwe bril ;)? #morgen". De deelnemer kan vervolgens kiezen wat hij/zij doet: a. Meedoen

6 b. Niets doen c. Er tegen in gaan Deze situatie beïnvloedt onder andere de determinant bewustzijn in dat jongeren altijd een keuze hebben wanneer ze getuige zijn van cyberpesten (subdoel 1, 2). 3. Julia zit in het politiebureau. Tegenover haar zit een politieagent die met haar praat over de voorgevallen cyberpest gebeurtenissen met betrekking tot Daan. Hij zegt het volgende met betrekking tot de strafbaarheid van cyberpesten: "De USB-stick is gestolen, en dat wist je. Jij hebt vervolgens het gestolen materiaal op internet gezet, dus je bent medeplichtig aan diefstal. En buiten dat, we hebben het ook nog over smaad, privacy schending en belediging. Dat zijn gewoon ernstige misdrijven." Deze situatie beïnvloedt onder andere de determinant kennis over wat cyberpesten strafbaar maakt en bewustzijn in dat cyberpesten strafbaar is (subdoel 9).. Vervolgens gaan de jongeren onder begeleiding van een docent met elkaar in discussie. Voorbeelden van discussievragen zijn: "Welke keuzes heb je gemaakt?", "Waarom?", en "Zijn deze realistisch?". Aangezien iedere jongere een andere versie van de film heeft gezien, zal de groepsdiscussie het onderwerp van verschillende kanten belichten. De docent zit in de rol van de facilitator, omdat jongeren met elkaar in discussie gaan in plaats van in discussie gaan met de docent. Door de verschillende scenario's die door de jongeren bekeken zijn bevordert dit de kennisoverdracht over het onderwerp en stelt het de jongeren in staat bewust te worden welke (omstanders)rol zijzelf kunnen en willen innemen in cyberpesten.. Aansluitend op de discussie stellen de jongeren samen groepsafspraken op met betrekking tot hun online handelen en wordt door de leerlingen de intentie uitgesproken om zich hieraan te houden, wat als eerste stap dient richting gedragsverandering. Aangezien de afspraken door de jongeren zelf worden opgesteld en niet van bovenaf worden opgelegd, kan de bereidheid om zich aan deze afspraken te houden groot zijn. Als afsluiting evalueert de docent samen met de leerlingen de les en bespreekt hoe de regels worden nageleefd.. Na de inzet van de interventie is het van belang dat de opgestelde groepsafspraken actief worden nageleefd. De docent dient de opgestelde regels structureel te behandelen, bijvoorbeeld door deze één keer per maand met de klas te bespreken en na te gaan of iedereen zich aan de regels houdt en nog achter de regels staat. Op deze manier zorgt de docent ervoor dat de leerlingen geconfronteerd blijven worden met hun eigen regels en wordt de kans op naleving hiervan vergroot. 2.4 Ontwikkelgeschiedenis Betrokkenheid doelgroep Tijdens zijn bachelor afstudeerproject voor de opleiding Communication & Multimedia Design heeft Nijhuis (2011) het prototype van It's up to you ontwikkeld, wat tot stand is gekomen na een literatuurstudie en kwalitatief onderzoek. Middels semigestructureerde interviews met professionals uit relevante vakgebieden zoals de communicatiewetenschappen, pedagogiek, gezondheidsvoorlichting en filmregie is input geleverd voor de realisatie van het prototype. Deze professionals zijn dicht bij de doelgroep betrokken, waardoor ze in staat waren om input te leveren over de cyberpest-cases die zijn uitgewerkt in It's up to you. Tijdens de doorontwikkeling en professionalisering van de interventie door stichting Reactif is de doelgroep (onderbouw leerlingen) en intermediaire doelgroep (docenten) extensief betrokken. Het prototype is getest in 25 klassen, waarbij leerlingen en docenten hun input hebben geleverd om de interventie zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te laten aansluiten. Betrokkenheid andere partijen De cyberpest-cases waarop It's up to you is gebaseerd, zijn afkomstig van (i) testimonia van middelbare scholieren uit de onderbouw, (ii) buitenlandse cases en (iii) input uit veelvoorkomende (cyber)pest cases bij de politie Zuid Limburg, stichting Mijn Kind Online, en stichting Pestweb. Op basis van deze input zijn 72 op waarheid gebaseerde scenario's uitgewerkt waarin zich een cyberpestsituatie ontwikkelt. Gelijktijdig zijn de cyberpest-cases gevalideerd en verder aangevuld door gesprekken met professionals van stichting Mijn Kind Online, GGD Zuid Limburg, Politie, de Open Universiteit faculteit psychologie, en stichting Pestweb. Met deze input is de eerste beta versie van It's up to you geproduceerd die wederom uitgebreid getest is op scholen

7 onder zowel leerlingen als docenten en waarna wijzigingen zijn doorgevoerd. De interventie is gerealiseerd door middel van een aantal financieringsbronnen:? Stimuleringsregeling Mediawijzer.net? Subsidie van de provincie Limburg? Eigen middelen van stichting Reactif Buitenlandse interventie De interventie is in Nederland ontwikkeld en is gedeeltelijk gebaseerd op bevindingen van het 'Bullying Prevention Program' uit Noorwegen, ontwikkeld door Olweus in 1978 (Olweus, 1978). De interventie is gebaseerd op de zogenaamde participantenrol benadering (Salmivalli, 1999) dat pesten als een groepsproces beschouwt waarin omstanders diverse rollen hebben (assistent pester, meeloper, buitenstaander, verdediger van het slachtoffer) en waarbij deze omstanders ingezet kunnen worden om het pesten te stoppen. De interventie is bedoeld voor gebruik in een schoolklas, wat aansluit bij het schoolklasniveau interventiebeleid zoals gedefinieerd door Olweus (1995). 2.5 Vergelijkbare interventies In Nederland uitgevoerd Nederlandse professionals zoals docenten, hulpverleners en mediacoaches maken gebruik van een groot aantal interventies op het gebied van pesten. Daarentegen zijn er op het gebied van cyberpesten minder interventies beschikbaar: In de NJI's database worden op dit moment drie interventies gerelateerd aan cyberpesten, te weten 'Sta sterk training', 'Kanjertraining' en 'PRIMA'. De Sta sterk training focust op een jongere doelgroep dan It's up to you (leeftijd 8 tot 12). Daarnaast is het uitgangspunt verschillend omdat het de zowel weerbaarheid van slachtoffers tracht te vergroten evenals de kennis van ouders over kindomgang en pesten. Kanjertraining richt zich niet specifiek op (cyber)pesten en PRIMA richt zich ook op een jongere doelgroep en is zowel intensiever in toepassing als uitgebreider als It's up to you: It's up to you kan als les worden gezien, terwijl PRIMA een tweejaar durend schoolbreed programma is. Verder wordt in de database van het Centrum Gezond Leven (CGL) het pakket 'Cyberseks en cyberpesten' genoemd. Aangezien dit pakket nog niet beoordeeld is en het uitgangspunt dusdanig verschillend is (uitgangspunt is bewustwording van gevaren in relatie tot beide thema's), wordt die interventie hier niet verder uitgewerkt. Naast de gegevens uit de database komt de methode 'Cyberpesten, who cares?' vaak ter sprake als een interventie tegen cyberpesten. Deze methode is echter verouderd, wat wellicht de reden is dat er niet veel informatie vindbaar van is. Naast de interventies die zijn beschreven in de databases van het NJI en het CGL zijn twee andere interventies vergelijkbaar met It's up to you, namelijk 'KiVa' en 'Online pestkoppen stoppen'. KiVa, een van oorsprong Finse methode, wordt momenteel door de Rijks Universiteit Groningen (RUG) op effectiviteit onderzocht waaruit voorlopig blijkt dat pesten met de helft afneemt (Veenstra, 2013). Hoewel het uitgangspunt vergelijkbaar is met It's up to you, namelijk het richten op de rol van omstanders binnen (cyber)pesten om pesten te verminderen, is de interventie uitsluitend voor het basis onderwijs. KiVa is een uitgebreider programma dan It's up to you, zowel in investering van middelen als in scope. 'Online pestkoppen stoppen' biedt een online advies op maat aan jongeren na het invullen van een vragenlijst. Hoewel de leeftijdscategorie waar deze interventie vergelijkbaar is met It's up to you, verschilt het uitgangspunt; de methode zich richt op de slachtoffers van cyberpesten en heeft als doel slachtoffers beter te leren om te laten gaan met de negatieve gevolgen van cyberpesten. Overeenkomsten en verschillen De belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen It's up to you en de hierboven beschreven interventies zijn weergegeven in een tabel (zie bijlage). Toegevoegde waarde Ten opzichte van andere interventies tegen (cyber)pesten is It's up to you om de volgende redenen uniek: Interactiviteit De kijker bepaalt welke keuzes de hoofdpersoon maakt en ervaart direct de gevolgen van zijn acties. Dit geeft jongeren een platform om virtueel te experimenteren met verschillende (omstanders)rollen in een

8 pestsituatie. Aangezien de jongeren na het creëren van hun eigen verhaallijn allen hun 'eigen film' hebben gezien, kunnen ze het onderwerp in de klassikale discussie van verschillende invalshoeken belichten. Dit zorgt voor een grote interactie en kennisoverdracht. Niet moraliserend & van elkaar leren Door jongeren met elkaar in discussie te laten gaan en de docent te weerhouden van moraliserend gedrag, geeft It's up to you jongeren de kans om in discussie te gaan met leeftijdsgenoten, waarmee ze vaststellen wat zij als (on)gewenst online gedrag zien. Dit zorgt ervoor dat jongeren in grotere mate gecommitteerd zijn aan de afspraken die ze met elkaar opstellen en deze ten goede komen voor het sociale klimaat in de klas. Entertainment-Education It's up to you is geen traditionele voorlichtingsfilm, maar een spannende film waarin meerdere scenario's worden uitgelicht. Door in te spelen op het geslacht en interesses van de kijker en het geheel niet als voorlichtingsfilm maar als leuke interactieve ervaring neer te zetten, wordt de betrokkenheid bij de film vergroot en worden de onderwerpen en handelswijzen van de hoofdpersoon niet gemoraliseerd, maar als discussiepunten aangedragen. Praktische inzetbaarheid De interventie wordt uitgevoerd door docenten binnen het voortgezet onderwijs, zonder tussenkomst van andere professionals. Tevens worden zowel de interventie als de handleiding gratis online aangeboden via een website en kan de interventie op ieder gewenst moment worden ingezet. Deze factoren zorgen voor een praktisch en flexibel pakket wat tegemoet tracht te komen aan het planning- en inzetbaarheidsproces binnen scholen. 3. Onderbouwing 3.1 Oorzaken Risicofactoren slachtofferschap Een in de literatuur steeds terugkerende risicofactor voor slachtofferschap van cyberpesten is het internetgedrag van jongeren. De hoeveelheid tijd die jongeren aan internet besteden (Patchin & Hinduja, 2006) en de neiging tot compulsief internetgedrag (Vandebosch & van Cleemput, 2009; Veenstra, 2012), het gebruik van sociaal-communicatieve toepassingen (Ybarra, 2004; Juvonen & Gross, 2008) en het in bovengemiddeld grote mate verstrekken van persoonlijke informatie op internet verhogen het risico om slachtoffer te worden van cyberpesten (Walrave & Heirman, 2009; Veenstra, 2012). Cyberpesten vindt veelal plaats binnen de context van bestaande sociale (offline) verhoudingen. Een daarop aansluitende bevinding waarover consensus bestaat is dat sprake is van een sterke wisselwerking tussen traditioneel pesten en cyberpesten (Dehue, Bolam & Vollink, 2008; Hinduja & Patchin, 2009; Juvonen & Gross, 2008; Smith, e.a., 2008; Vandebosch & Cleemput, 2009; Veenstra, 2012; Ybarra & Mitchell, 2004). Offline pestgedrag biedt dus een indicatie voor slachtofferschap van online pesterijen en vice versa. Daarnaast lijkt ineffectieve coping (i.e., manier van omgaan met gebeurtenissen die stress veroorzaken) cyberpesten en ook traditioneel pesten in stand te houden (Craig, Pepler, & Blais, 2007; Hunter & Boyle, 2004; Kanetsuna, Smith, & Morita, 2006; Kristensen & Smith, 2003; Mahady Wilton, Craig, & Pepler, 2000; Perry, Hodges, Egan, Juvonen, & Graham, 2001; Skrzypiec, Slee, Murray-Harvey, & Pereira, 2011), en beïnvloedt het de effecten van cyberpesten op een negatieve manier (Völlink, Bolman, Dehue, & Jacobs, 2013). De factoren die coping voorspellen hebben dus (indirect) ook een rol in het voorspellen van cyberpesten. Ineffectieve coping wordt voorspeld door onder andere een predispositie voor ineffectieve coping, ontbreken van kennis van coping strategieën, slechte sociale vaardigheden, isolatie en ontbrekende sociale steun van peers en ouders. Effectieve coping wordt voorspeld door onder andere ICT vaardigheden, assertiviteit, weerbaarheid, (meta-)cognitieve vaardigheden, attitude, eigen effectiviteit en sociale invloed (Jacobs, Völlink, Dehue, & Lechner, 2014). Risicofactoren daderschap Het eigen internetgedrag is van invloed op de mate waarin jongeren bij cyberpesten betrokken zijn. Cyberpesters maken in grotere mate gebruik van internet dan de gemiddelde jongere (e.g. Smith et al., 2008; Aricak et al., 2008; Twyman, Saylor, Taylor & Comeaux, 2010; Walrave & Heirman, 2009) en gebruiken daarbij met name sociale applicaties, bijvoorbeeld om te chatten (Ybarra & Mitchell, 2004).

9 Volgens Williams & Guerra (2007) zijn jongeren die zich schuldig maken aan cyberpesten jongeren die pesten eerder goedkeuren (i.e., attitude) dan jongeren die niet als dader bij cyberpesten betrokken zijn. Een bevinding die daarop aansluit is dat cyberpesters over minder empathie beschikken dan jongeren die zich niet schuldig maken aan cyberpesten (Ang & Goh, 2010; Schultze-Krumbholz & Scheithauer, 2009). In het verlengde van voorgaande wordt gesuggereerd dat bepaalde karakteristieken van cyberspace leiden tot 'disinhibitie' (Hinduja & Patchin, 2009; Mason, 2008; Suler, 2004). Hinduja & Patchin (2009: 21) omschrijven disinhibitie als: 'to be freed from restraints on your behavior'. De kenmerken van cyberspace, zoals de gepercipieerde anonimiteit en het gebrek aan non-verbale signalen van diegene met wie wordt gecommuniceerd, heffen remmingen op het gedrag van jongeren in cyberspace op, waardoor negatief gedrag zoals cyberpesten kan worden verklaard. De studie van Veenstra (2012) bevestigt deze vooronderstelling: jongeren die zich schuldig maken aan cyberpesten voelen zich in grotere mate ongeremd in cyberspace dan jongeren die niet cyberpesten. Ook Heirman en Walrave (2008) bevestigen dit: jongeren zijn zich vaak niet bewust van welke gevolgen hun daden hebben, op een plek waarbij ze fysiek zijn afgesloten van het slachtoffer (i.e., het internet). Dit wordt ook wel het 'cockpit effect' genoemd. Verschillende studies hebben daarnaast aangetoond dat het online gedrag van jongeren die cyberpesten in kleinere mate in de gaten wordt gehouden dan het gedrag van jongeren die niet via internet pesten (Ybarra & Mitchell, 2004; Dehue et al., 2008, Vandebosch & Van Cleemput, 2009). Samenvattend: Het gebrek aan empathie, (de neiging tot) ongeremd gedrag in cyberspace, het 'cockpit effect' en het ontbreken van supervisie zijn factoren die helpen om cyberpesten te begrijpen. Tot slot blijkt dat, net als gepest worden in cyberspace, daderschap van cyberpesten niet op zichzelf staat. Jongeren die cyberpesten, maken zich vaker dan andere jongeren ook offline schuldig aan pestgedrag (Li, 2007; Raskauskas & Stoltz, 2007; Smith et al., 2008, Vandebosch & Van Cleemput, 2009; Veenstra, 2012). Daarnaast houden dader- en slachtofferschap verband met elkaar. Jongeren die online anderen pesten, worden zelf (offline) vaker gepest dan jongeren die niet betrokken zijn bij cyberpesten (Li, 2007; Vandebosch & Van Cleemput, 2009; Walrave & Heirman, 2009; Veenstra 2012). Rol van omstanders en de invloed op (cyber)pesten Traditioneel pesten In de literatuur worden drie rollen onderscheiden bij pestgedrag: slachtoffers, daders en omstanders. Omstanders zijn jongeren die niet rechtstreeks als dader of slachtoffer bij pesten betrokken zijn, maar wel getuige zijn van pestgedrag (Walrave, Demoulin, Heiman, & Van der Perre, 2009). Pesten is een sociaal proces, waarmee daders hun status bij leeftijdsgenoten proberen te verhogen. Door pestgedrag laten daders zien dat zij cool, sterk of populair zijn (Pellegrini, 2002; Salmivalli, & Peets, 2008). Omdat omstanders het publiek vormen voor de pesters, vervullen zij dus een belangrijke rol (Salmivalli, 2010). Er wordt onderscheid gemaakt tussen vier typen omstanders (Salmivalli, 2010, Craig & Pepler, 2003, in Vandenbosch e.a., 2006). Er zijn omstanders die de dader bijstaan door mee te pesten, er zijn omstanders die de dader aanmoedigen (bijvoorbeeld door om het pestgedrag te lachen), er zijn omstanders die zich afzijdig houden en er zijn jongeren die getuige worden van cyberpesten en het pestgedrag vervolgens (proberen te) stoppen. Wanneer een omstander de dader aanmoedigt maar ook als deze zich afzijdig houdt, wordt de omstander door het slachtoffer vaak als handlanger van de pester gezien. Uit onderzoek blijkt dat omstanders van traditioneel pesten eerder geneigd zijn om de pester bij te staan of om zich afzijdig te houden, dan dat zij proberen het pestgedrag te stoppen (Salmivalli, 1999, 2010). Cyberpesten Omdat geen sprake is van fysieke nabijheid tussen de dader, het slachtoffer en de omstander(s) is de vraag in hoeverre omstanders van cyberpesten een soortgelijke rol vervullen als getuigen van traditioneel pesten. Omstanders van cyberpesten kunnen een denigrerend filmpje over een slachtoffer van pestgedrag bijvoorbeeld pas te zien krijgen een week nadat het online is geplaatst. Daarbij is het voor online omstanders niet direct te zien wat de impact van het filmpje is op het slachtoffer. Doordat non-verbale aspecten in onderlinge communicatie ontbreken vinden jongeren het interpreteren van online uitingen lastig (Dehue et al., 2008; Kowalski & Limber, 2007; Smith et al., 2008). Enerzijds leidt dat ertoe dat een grappig bedoeld bericht soms wordt opgevat als moedwillig pestgedrag. Anderzijds kan opzettelijk pestgedrag in cyberspace worden geïnterpreteerd als grappig. Ook de mogelijkheid om anoniem te zijn op internet kan er toe leiden dat

10 omstanders van cyberpesten anders reageren dan omstanders van traditioneel pesten. Wellicht besluiten sommige omstanders, die dat offline niet zouden durven, om het pestgedrag aan te moedigen of om mee te pesten. Of andersom: wellicht durven omstanders online wel tegen de pester in actie te komen, terwijl ze dat offline niet zouden doen. Daarbij kan het lastig zijn om actie te ondernemen tegen een anonieme pester, omdat de omstander simpelweg niet weet wie de dader is. Uit onderzoek naar de rol van omstanders bij cyberpesten blijkt dat jongeren significant minder vaak getuige zijn van online pesterijen dan van traditioneel pestgedrag (Veenstra, 2012). Daarnaast blijkt uit diezelfde studie dat jongeren die getuige zijn van cyberpesten daarop anders reageren dan jongeren die getuige zijn van offline pesterijen. Als jongeren getuige worden van cyberpesten, houden zij zich vaker afzijdig dan omstanders bij traditioneel pesten; omstanders van offline pesten proberen eerder om het pestgedrag te stoppen. Mogelijk ondernemen omstanders geen actie tegen het pestgedrag, omdat zij zich onbewust zijn van strategieën om slachtoffers van cyberpesten bij te staan (Agatston, Kowalski, & Limber, 2007; Kowalski & Limber, 2007). Een andere reden voor omstanders van cyberpesten om daar niets tegen te doen is omdat zij het tegengaan van pesten niet zien als hun verantwoordelijkheid, of omdat het pestgedrag niet als erg genoeg wordt beschouwd om er iets aan te doen (Huang & Chou, 2010; Salmivalli, 2010). Dit laatste heeft betrekking op zowel de onwetendheid over de persoonlijke gevolgen voor slachtoffers als op de mogelijke misinterpretatie van de sociale norm, ofwel pluralistic ignorance. Pluralistic ignorance binnen de context van (cyber)pesten Plurialistic ignorance is een fenomeen in de literatuur dat de situatie beschrijft waarin personen houding en gedrag van peers als anders interpreteren dan dat van zichzelf, terwijl in de realiteit dit niet het geval is (Miller and McFarland, 1991). Binnen deze context worden de sociale normen en overtuigingen van een individu beïnvloed doordat bepaald gedrag dat niet (of juist wel) als sociaal acceptabel wordt gezien. Jongeren kunnen hierdoor excessief gedrag zien als de norm waaraan de jongere zelf zich dient te houden. In (cyber)pesten betekend dit dat jongeren acties zoals uitschelden, plagerijen en andere vormen van potentieel kwetsend gedrag zien als sociaal geaccepteerd waardoor de noodzaak om in te grijpen niet aanwezig is (Perkins, Craig, & Perkins, 2011). 3.2 Aan te pakken factoren Het hoofddoel van It's up to you is dat onderbouwleerlingen van het voortgezet onderwijs direct na het doorlopen van de interventie (i.e., (1) het bekijken van de interactieve film; (2) het voeren van een groepsdiscussie; en (3) het opstellen van groepsafspraken) effectieve gedragingen (e.g., niet meedoen, opkomen voor het slachtoffer, hulp inschakelen) gaan vertonen waardoor ze als omstander van cyberpesten waargenomen cyberpest gebeurtenissen kunnen laten ophouden/verminderen. Dit hoofddoel richt zich op de theorie dat cyberpesten voornamelijk als groep te verminderen is. De aan te pakken factoren zijn in tabel 2 (zie bijlage) per subdoel weergegeven. Bewustzijn en kennis Een risicofactor die bij alle cyberpest rollen (i.e., slachtoffer, dader, omstanders) een rol lijkt te spelen is bewustzijn (e.g., gevolgen gedrag, pluralistic ignorance, het 'cockpit effect', ontbreken non-verbale communicatie/supervisie). Jongeren vinden het interpreteren van online uitingen lastig, mede doordat nonverbale aspecten ontbreken in online communicatie (Dehue et al., 2008; Kowalski & Limber, 2007; Smith et al., 2008). Ze zijn zich daarom vaak niet bewust van welke gevolgen hun daden hebben op een plek waarbij ze fysiek zijn afgesloten van het slachtoffer (i.e., het internet) (Heirman & Walrave, 2012). Een grap kan dus door het slachtoffer als pesterij geïnterpreteerd worden, of een pesterij als grap. Ook ziet de pester niet welke invloed zijn grap of pesterij op het slachtoffer heeft. Daarnaast is er online weinig supervisie vanuit volwassenen (Perren et al., 2012), en wordt cyberpesten voorspeld door een negatief school klimaat, waarin de verwachtingen dat omstanders een slachtoffer zullen helpen laag zijn (Williams & Guerra, 2007). Tevens blijkt uit onderzoek dat jongeren geen of weinig kennis hebben en zich vaak niet bewust zijn van de legale aspecten van cyberpesten (Greenman, Smith, & Blumberg, 2012). Hoewel er nog geen expliciet wetsartikel bestaat ten aanzien van cyberpesten, kan er toch vaak sprake zijn van een wettelijk strafbaar feit zoals laster, belediging of smaad. Daders van cyberpesten kunnen een taakstraf en/of een geldboete krijgen. Als extra voorwaarde kan opgelegd worden dat de verdachte de incorrecte informatie van het internet moet verwijderen onder toeziend oog van de officier van justitie. Het is daarom belangrijk jongeren bewust te maken van hun eigen online gedrag, het online gedrag van anderen, de gevolgen daarvan, hun handelen op social media, wat ze als klas daaraan kunnen doen en wat legaal gezien wel/niet is toegestaan op het internet (subdoel 1, 2, 3, 10).

11 De theorie van gepland gedrag Indien het bewustzijn van jongeren toegenomen is zullen andere factoren belangrijk worden in het mogelijk maken van gedragsverandering. Een model dat deze factoren goed in kaart brengt is de theorie van gepland gedrag (Icek Ajzen, 1991). Dit model stelt dat gedrag beïnvloed wordt door drie factoren: de attitude ten aanzien van het gedrag; de subjectieve norm; en de waargenomen controle over gedrag. Eerdere onderzoeken tonen aan dat deze factoren inderdaad een rol blijken te spelen in het voorspellen van daderschap van cyberpesten (Heirman & Walrave, 2012; Pabian & Vandebosch, 2014) en het voorspellen van hulp gedrag van omstanders (Desmet et al., 2012). Attitude Het hebben van een positieve attitude die pesten goedkeurt is geassocieerd met verbaal en fysiek pesten, cyberpesten en negatief omstander gedrag (Williams & Guerra, 2007). Pestgedrag stopt inderdaad veelal wanneer omstanders opkomen voor slachtoffers (Hawkins, Pepler & Craig, 2001; Macklem, 2003). In schoolklassen waarbinnen door jongeren afkeurend op pesten wordt gereageerd wordt dan ook minder vaak gepest dan in schoolklassen waar geen klimaat tegen pesten heerst (Kärnä, Salmivalli, Poskiparta, & Voeten, 2008). Afkeurende reacties van omstanders en het bijstaan van slachtoffers kunnen dus bijdragen aan het reduceren van offline pesten (Salmivalli, 2010). De sterke wisselwerking tussen traditioneel pesten en cyberpesten en het feit dat jongeren aangeven voornamelijk te worden gepest door anderen die zij ook offline kennen (Veenstra, 2012) doet vermoeden dat omstanders ook een bijdrage kunnen leveren aan het tegengaan van cyberpesten. Wellicht een van de meest bekende interventieprogramma's tegen cyberpesten is KiVa (zie ook paragraaf 2.5). Uitgangspunt van deze interventie is eveneens dat omstanders de sleutel zijn tot het terugdringen van pestgedrag (Huitsing & Veenstra, 2012). In dat kader wordt omstanders geleerd om overduidelijk tegen (cyber)pesten te zijn (i.e., attitude) en worden strategieën aangereikt om tegen pestvormen op te treden. Het is daarom belangrijk dat jongeren een positieve attitude krijgen ten opzichte van het stoppen van cyberpesten en het helpen van slachtoffers, en een negatieve attitude krijgen ten opzichte van pesten en negatief omstander gedrag (subdoel 4, 5, 9). Subjectieve/sociale norm Bij cyberpesten ontbreken vaak de fysieke en sociale cues, waardoor pesters de reacties van hun slachtoffers en de gevolgen daarvan niet direct zien (Dehue, Bolman, Völlink, & Pouwelse, 2012; Heirman & Walrave, 2012; Kowalski & Limber, 2007; Smith et al., 2008). Het ontbreken van deze cues zorgt voor agressief en impulsief gedrag dat tegen de heersende norm ingaat (Kiesler, Siegel, & McGuire, 1984). In de literatuur wordt daarnaast veelvuldig geconcludeerd dat pluralistic ignorance effectief kan worden aangepakt met zogenaamde Social Norms Approach interventies; interventies die streven de misperceptie van de sociale norm te corrigeren (Berkowitz, 2005). Onderzoek hiernaar in de context van pesten toont aan dat dergelijke interventies een positief effect hebben op de intentie van leerlingen om op te treden tegen pesten en cyberpesten (Perkins, Craig, & Perkins, 2011; Willard, 2011). Ook hier geldt dat in schoolklassen waarbinnen door jongeren afkeurend op pesten wordt gereageerd dan ook minder vaak gepest wordt dan in schoolklassen waar geen klimaat tegen pesten heerst (Kärnä, Salmivalli, Poskiparta, & Voeten, 2008). Afkeurende reacties van omstanders en het bijstaan van slachtoffers kunnen dus bijdragen aan het reduceren van offline pesten (Salmivalli, 2010). Het is daarom belangrijk om binnen een klas een positieve subjectieve vorm te creëren waarin staat dat het belangrijk is om als klas iets tegen het cyberpesten te doen (subdoel 1, 8, 9). Eigen-effectiviteit/waargenomen controle over gedrag Uit onderzoek blijkt dat jongeren die normaal gezien niet pesten dit wel doen via het internet (Kowalski, Limber, & Agatston, 2008), omdat ze denken dat ze anoniem zijn en dus niet bang zijn voor straf. Grenzen die offline aanwezig zijn (i.e., tijd en plaats), zijn online vaak niet aanwezig (Kowalski & Limber, 2007). Dit zorgt ervoor dat jongeren denken dat cyberpesten gemakkelijk uit te voeren is (i.e., waargenomen controle over gedrag). Onderzoek toont inderdaad aan dat de intentie om te cyberpesten samenhangt met de waargenomen controle over gedrag (Heirman & Walrave, 2012), en dat zowel slachtoffers als pester/slachtoffers lage eigeneffectiviteit (i.e., vertrouwen in eigen kunnen) hebben met betrekking tot het stoppen van cyberpesten (Andreou, 2004). Ook voor omstanders gaat dit op: ook al weten omstanders hoe ze moeten ingrijpen, als ze geen vertrouwen in hun eigen kunnen hebben dan zullen ze minder snel ingrijpen (Stueve et al., 2006; Tsang, Hui, & Law, 2011). Het is daarom belangrijk dat jongeren er vertrouwen in hebben en verwachten dat ze kunnen ingrijpen wanneer ze getuige zijn van een cyberpest gebeurtenis (subdoel 7). Empathie

12 Eerder onderzoek toont aan dat empathie een belangrijke voorspeller is in het verlenen van sociale steun (Trobst, Collins, & Embree, 1994). Cyberpesten wordt op zijn beurt weer voorspeld door de verwachting dat omstanders (e.g., klasgenoten) niet zullen helpen (i.e., sociale steun) in een cyberpest situatie (Williams & Guerra, 2007). Diverse studies tonen tevens aan dat sociale steun van omstanders de psychosociale problemen - die verband houden met slachtofferschap van (cyber)pesten - verminderen (o.a. Hodges, Boivin, Vitaro, & Bukowski, 1999; Matsunaga, 2011). Ook speelt empathie een rol in het voorspellen van (in)effectief coping gedrag (Jacobs et al., 2014), en beschikken cyberpesters over minder empathie dan jongeren die zich niet schuldig maken aan cyberpesten (Ang & Goh, 2010; Schultze-Krumbholz & Scheithauer, 2009). Empathie lijkt dus een belangrijke rol te spelen in cyberpesten, het verlenen van sociale steun en coping. Het is daarom belangrijk dat de empathie van jongeren voor het slachtoffer verhoogd wordt, zodat er meer sociale steun zal plaatsvinden (subdoel 6). Coping strategieën Uit onderzoek blijkt dat ineffectieve coping (cyber)pesten in stand te houdt (Craig et al., 2007; Hunter & Boyle, 2004; Kanetsuna et al., 2006; Kristensen & Smith, 2003; Mahady Wilton et al., 2000; Perry et al., 2001; Skrzypiec et al., 2011). Daarnaast beïnvloedt ineffectieve coping de effecten van cyberpesten op een negatieve manier (Völlink et al., 2013). Slachtoffers zouden omstanders moeten inschakelen, omdat een kwart van cyberpesten gebeurt in de aanwezigheid van getuigen (Mishna, Cook, Saini, Wu, & MacFadden, 2010). Daarnaast moeten ze zoeken naar sociale steun (Tokunaga, 2010). Ook blijkt dat omstanders van cyberpesten niet weten hoe ze effectief kunnen ingrijpen wanneer ze getuige zijn van wreed online gedrag (Agatston, Kowalski, & Limber, 2007). Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat jongeren daarom meer kennis nodig hebben, en moeten leren hoe ze reactief (e.g., verwijderen, blokkeren, negeren van berichten), preventief (e.g., toegenomen bewustwording, veiligheid, wat kan wel en wat kan niet) en effectief (e.g., emotie regulatie, assertiviteit, hulp inschakelen, sociale steun) kunnen reageren op (het waarnemen van) cyberpesten (Ang & Goh, 2010; Barlinska, Szuster, & Winiewski, 2013; Patchin & Hinduja, 2011; Tenenbaum, Varjas, Meyers, & Parris, 2011) (subdoel 7). 3.3 Verantwoording It's up to you poogt jongeren effectieve gedragingen (e.g., niet meedoen, opkomen voor het slachtoffer, hulp inschakelen) aan te leren waardoor ze als omstander van cyberpesten waargenomen cyberpest gebeurtenissen kunnen laten ophouden of verminderen. Met name het bewustzijn en kennis over verschillende rollen in cyberpesten, de invloed van die rollen, en de invloed van het individu en de klas in het stoppen dan wel door laten gaan van cyberpesten wordt vergroot. Daarnaast poogt It's up to you attitudes, eigeneffectiviteit en waargenomen controle over gedrag ten opzichte van (ingrijpen in) cyberpesten te verbeteren, jongeren effectieve strategieën aan te leren en worden de heersende normen in een klas aangepakt. It's up to you pakt dat als volgt aan (zie tabel 2 in de bijlage). De effectiviteit van interventies tegen traditioneel pesten is herhaaldelijk onderzocht. Naast evaluatiestudies die zich specifiek richten op één interventie, zijn inmiddels ook verscheidene meta analyses uitgevoerd (e.g., Ttofi & Farrington, 2009; Farrington & Ttofi, 2010). Aangezien er een sterke wisselwerking bestaat tussen traditioneel pesten en cyberpesten, worden effectieve bestanddelen uit bestaande interventies tegen traditioneel pesten, voor zover relevant, ook gerelateerd aan It's up to you. Uit KiVa wordt bijvoorbeeld de aanname overgenomen dat de rol van de groep (omstanders) van belang is bij het reduceren van cyberpesten (Salmivalli, Kärnä, & Poskiparta, 2011), en uit Noncadiamointrappola! (Menesini, Nocentini & Palladino, 2012) de aanname dat leeftijdsgenoten van elkaar leren en elkaar beïnvloeden. In dat kader is geprobeerd om jongeren elkaar te leren afkeurend te reageren op (cyber)pesten en slachtoffers van (cyber)pesten bij te staan. Daarnaast maakt It's up to you gebruikt van een film. De meta analyse van Farrington & Ttofi (2010) toont aan dat de inzet van film (video) bijdraagt aan bewustwording- en het tegengaan van slachtofferschap van traditioneel pesten. Het gebruik van film is een vorm van observationeel leren, een effectieve strategie waarbij het leren van kennis en vaardigheden wordt gestimuleerd doormiddel van het kijken naar voorbeelden (Van Gog & Rummel, 2010). De film bestaat uit 72 scenario's waarin verschillende invalshoeken en rollen binnen cyberpesten door de kijker worden ervaren. Daarnaast heeft het gebruik van film als voordeel dat gebruik gemaakt kan worden van Entertainment- Education. Deze benadering heeft als doel informatie op een reële manier te integreren in het product waardoor er bij de kijker een reden tot discussie ontstaat (Bouman, 2002). In de film worden leerlingen actief uitgedaagd zelf de keuzes van de hoofdpersoon te bepalen om zo het verloop van het verhaal te beïnvloeden. Het gebruik van deze strategie kan hierdoor bijdragen aan een inhoudelijk goede en gestructureerde klassikale discussie. Tevens maken jongeren aan het einde van de discussie impliciete en expliciete afspraken

It s up to you, een interactieve film tegen cyberpesten Interventienummer: It s up to you. Een interactieve film tegen cyberpesten

It s up to you, een interactieve film tegen cyberpesten Interventienummer: It s up to you. Een interactieve film tegen cyberpesten It s up to you Een interactieve film tegen cyberpesten www.itsuptoyou.nu Werkblad beschrijving interventie Voor meer informatie en contact www.reactif.nl www.nji.nl/jeugdinterventies centrumgezondleven@rivm.nl

Nadere informatie

Online Pestkoppenstoppen; een online advies op maat voor slachtoffers cyberpesten Niels Jacobs

Online Pestkoppenstoppen; een online advies op maat voor slachtoffers cyberpesten Niels Jacobs Online Pestkoppenstoppen; een online advies op maat voor slachtoffers cyberpesten Niels Jacobs Studiedag Bits of Help 27 februari 2014 Antwerpen Cyberpesten Online pesten Digitaal pesten Hoe zouden jullie

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

Pestprotocol. Anna van Rijn College

Pestprotocol. Anna van Rijn College Pestprotocol Anna van Rijn College Versie 31-1-2017 Definitie: Pesten is een stelselmatige vorm van agressie waarbij één of meer personen proberen een andere persoon fysiek, verbaal of psychologisch schade

Nadere informatie

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol)

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol) ANTI PEST PROTOCOL Er gelden drie uitgangspunten: n 1. Wij gaan met respect met elkaar om. 2. Wij pesten niet. 3. Wij accepteren niet dat er gepest wordt. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om? Pesten

Nadere informatie

Cyberpesten in Olst-Wijhe Nederlandse samenvatting van het onderzoek naar cyberpesten onder 12 tot 18 jarigen in de gemeente Olst-Wijhe

Cyberpesten in Olst-Wijhe Nederlandse samenvatting van het onderzoek naar cyberpesten onder 12 tot 18 jarigen in de gemeente Olst-Wijhe Cyberpesten in Olst-Wijhe Nederlandse samenvatting van het onderzoek naar cyberpesten onder 12 tot 18 jarigen in de gemeente Olst-Wijhe Beste lezer Voor u ligt een onderzoeksverslag naar cyberpesten onder

Nadere informatie

Het KiVa antipestprogramma: samen pesten tegengaan op een speelse manier

Het KiVa antipestprogramma: samen pesten tegengaan op een speelse manier Het KiVa antipestprogramma: samen pesten tegengaan op een speelse manier Beau Oldenburg en Rozemarijn van der Ploeg Vakgroep sociologie, Rijksuniversiteit Groningen Het Finse antipestprogramma KiVa is

Nadere informatie

PESTPROTOCOL DE BOOG. Koudenhovenseweg Zuid 202 5641 AC Eindhoven T: 040-2811760 E: deboog@skpo.nl

PESTPROTOCOL DE BOOG. Koudenhovenseweg Zuid 202 5641 AC Eindhoven T: 040-2811760 E: deboog@skpo.nl PESTPROTOCOL DE BOOG Pestprotocol De Boog Dit pestprotocol heeft als doel voor De Boog: Alle kinderen moeten zich op school veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels

Nadere informatie

PESTPROTOCOL. Fellenoord

PESTPROTOCOL. Fellenoord PESTPROTOCOL Fellenoord Pestprotocol Fellenoord Verantwoording: Alle kinderen moeten zich op school veilig kunnen voelen, waardoor zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar

Nadere informatie

3 november 2014. Onderzoek: Pesten

3 november 2014. Onderzoek: Pesten 3 november 2014 Onderzoek: Pesten 1 Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 30.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag

Nadere informatie

HET ANTI-PEST-BELEID VAN ONZE SCHOOL

HET ANTI-PEST-BELEID VAN ONZE SCHOOL Stationsstraat 81 3370 Boutersem 016/73 34 29 www.godenotelaar.be email: directie.nobro@gmail.com bs.boutersem@gmail.com HET ANTI-PEST-BELEID VAN ONZE SCHOOL 1. Het standpunt van de school: Pesten is geen

Nadere informatie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Pestprotocol Floris Radewijnszschool. Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en

Nadere informatie

Anti Pest protocol Almere College Dronten 2014-2016

Anti Pest protocol Almere College Dronten 2014-2016 Anti Pest protocol Almere College Dronten 2014-2016 1 Inhoudsopgave: 1. Kernwaarden Almere College Dronten 3 2. Pesten wat is dat? 4 3. Signalen bij pesten 5 4. Het vijf sporen beleid van het Almere College

Nadere informatie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen

Nadere informatie

Anti-pestbeleid OBS De Schakel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Anti-pestbeleid OBS De Schakel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Anti-pestbeleid OBS De Schakel Dit ANTI-PESTBELEID heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken

Nadere informatie

Pesten. Ouderavond Basisschool Brakkenstein Prof. dr. Ron Scholte (Radboud Universiteit Nijmegen, Praktikon)

Pesten. Ouderavond Basisschool Brakkenstein Prof. dr. Ron Scholte (Radboud Universiteit Nijmegen, Praktikon) Pesten Ouderavond Basisschool Brakkenstein 25-10-2018 Prof. dr. Ron Scholte (Radboud Universiteit Nijmegen, Praktikon) 1 Pesten en gepest worden Thema s: - definitie, prevalentie, en betrokkenheid - effecten

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Pesten in het voortgezet onderwijs

Pesten in het voortgezet onderwijs Pesten in het voortgezet onderwijs Aandacht voor Pesten Week tegen pesten: 22-26 september 2014 Het thema is Horen, Zien en Speak Up! Zie onderstaande link. week tegen pesten Wat is nu eigenlijk pesten?

Nadere informatie

Dit PESTPROTOCOL heeft als doel:

Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen

Nadere informatie

Onderzoek Wel eens gepest?

Onderzoek Wel eens gepest? Onderzoek Wel eens gepest? 5 februari 2013 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 31 januari tot 05 februari 2013, deden 817 jongeren mee uit het 1V Jongerenpanel die aangeven op de

Nadere informatie

HELP, IK WORD GEPEST, WAT NU????

HELP, IK WORD GEPEST, WAT NU???? HELP, IK WORD GEPEST, WAT NU???? In het kort Als je gepest wordt ga dan naar je mentor. Als je het moeilijk vindt je mentor in vertrouwen te nemen, ga dan naar je favoriete docent, juniormentor of de vertrouwenspersoon

Nadere informatie

PESTPROTOCOL DE SCHELP

PESTPROTOCOL DE SCHELP PESTPROTOCOL DE SCHELP Pestprotocol De Schelp Dit pestprotocol heeft als doel voor de De Schelp: Alle kinderen moeten zich op school veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door

Nadere informatie

Aanpak pesten. Een definitie van pesten. De pesters. Signalen van een pestkop

Aanpak pesten. Een definitie van pesten. De pesters. Signalen van een pestkop Aanpak pesten Pesten of treiteren is antisociaal gedrag waarbij het slachtoffer herhaaldelijk en langdurig negatieve handelingen van materiële, fysieke of psychische aard moet ondergaan door één of meerdere

Nadere informatie

Pestprotocol CBS De Oase - Twello

Pestprotocol CBS De Oase - Twello 2013 Pestprotocol CBS De Oase - Twello Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 1. Het doel van het pestprotocol...3 2. Voorwaarden voor de aanpak...4 3. De Vijfsporenaanpak...5 4. Consequenties...6 5. Contact...7

Nadere informatie

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS WWW.PESTWEB.NL DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS Kinderen en jongeren willen je hulp, als je maar (niet)... Wat kinderen zeggen over pesten Kinderen gaan over het algemeen het liefst met hun probleem naar hun

Nadere informatie

1 Voorwoord. Beste ouders. Beste leerlingen

1 Voorwoord. Beste ouders. Beste leerlingen 1 Voorwoord Beste ouders Beste leerlingen Dit is het antipestplan van WICO campus Sint-Jozef. Het draaiboek pesten is geschreven voor de leerlingen, ouders en medewerkers van de school. Het geeft het beleid

Nadere informatie

Voorkomen van en begeleiding bij pestproblemen door de Jeugdgezondheidszorg. Minne Fekkes

Voorkomen van en begeleiding bij pestproblemen door de Jeugdgezondheidszorg. Minne Fekkes Voorkomen van en begeleiding bij pestproblemen door de Jeugdgezondheidszorg Pesten Pesten en JGZ Pesten recente ontwikkelingen. Pesten - groepsproces, verschillende rollen Wat zijn de gevolgen van pesten?

Nadere informatie

1 Probleemschets. Pesten. Factsheet. Inleiding

1 Probleemschets. Pesten. Factsheet. Inleiding Pesten Factsheet Inleiding Pesten is een groot probleem. Het heeft gevolgen voor zowel de gepeste als de pester en de leerprestaties en veilige sfeer op school. De schattingen van het aantal kinderen dat

Nadere informatie

Pestprotocol. De Triangel

Pestprotocol. De Triangel Pestprotocol De Triangel 1 Inleiding Pesten is een groot probleem, dat op alle scholen voorkomt. Ook op de Triangel krijgen we te maken met pestsituaties. In dit protocol staat beschreven wat wij doen

Nadere informatie

Anti-pestprotocol. Anti-pestprotocol. Maritieme Academie Harlingen

Anti-pestprotocol. Anti-pestprotocol. Maritieme Academie Harlingen Inleiding De baseert de pedagogische aanpak op de principes van de Verbindende school. Vanuit de principes van herstelrecht is de verbindende school ontwikkeld, waar gewerkt wordt vanuit de visie dat iedereen

Nadere informatie

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol.

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol. PESTPROTOCOL Doel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen,

Nadere informatie

Omdat wij veiligheid en respect voor elkaar zo belangrijk vinden

Omdat wij veiligheid en respect voor elkaar zo belangrijk vinden Omdat wij veiligheid en respect voor elkaar zo belangrijk vinden 1. Wij gaan heel zorgvuldig met elkaar om Alle geledingen binnen de school worden geacht respectvol met elkaar om te gaan. Als team hebben

Nadere informatie

ALS PESTEN DE KOP OPSTEEKT.

ALS PESTEN DE KOP OPSTEEKT. TOOLKIT PESTEN ALS PESTEN DE KOP OPSTEEKT. Om het mikpunt van pesterijen te worden, hoef je niets bijzonders te doen. Het is ook niet altijd zichtbaar voor anderen omdat het zo vaak stiekem gebeurt. Pesten

Nadere informatie

Pesten is nooit gezond en los je op in de groep. Twitter: @KivaSchool. Routeschema. Oorsprong KiVa. Waarom KiVa zo goed is. Doelstellingen van KiVa

Pesten is nooit gezond en los je op in de groep. Twitter: @KivaSchool. Routeschema. Oorsprong KiVa. Waarom KiVa zo goed is. Doelstellingen van KiVa Routeschema Pesten is nooit gezond en los je op in de groep Twitter: @KivaSchool 3. Onderdelen van KiVa 4. Pesten signaleren 1 2 KiVa?! KiVa is een programma om pesten te voorkomen en terug te dringen

Nadere informatie

A Pilot Study of the App Rethink on the Cyberbullying behaviour and Awareness of Secondary School Students

A Pilot Study of the App Rethink on the Cyberbullying behaviour and Awareness of Secondary School Students A Pilot Study of the App Rethink on the Cyberbullying behaviour and Awareness of Secondary School Students Sietse van der Goot 6 December 2017 Student FHML Thesis gezondheidswetenschappen Cyberpesten:

Nadere informatie

Pesten. Christa van Diepen, Sociaal verpleegkundige JGZ

Pesten. Christa van Diepen, Sociaal verpleegkundige JGZ Pesten Christa van Diepen, Sociaal verpleegkundige JGZ Verschil pesten en plagen Plagen: over en weer Pesten: Systematisch Macht onmacht Steeds dezelfde slachtoffer Moeite met verdedigen Lichamelijk

Nadere informatie

*Ook met het programma Paint van Windows kunnen foto s bewerkt worden

*Ook met het programma Paint van Windows kunnen foto s bewerkt worden Lesbrief Online pesten Leerjaar 1-Profiel1,2,3 Tijd: 50 55 minuten Voorbereiding: op http://mediawijsheid.nl/onlinepesten staan allerlei filmpjes, informatie en artikelen over online pesten, bruikbaar

Nadere informatie

ANTI-PESTPROTOCOL. Onderwerp Anti-pestprotocol Aan Alle medewerkers Van Directie Datum Pagina 0 van 5

ANTI-PESTPROTOCOL. Onderwerp Anti-pestprotocol Aan Alle medewerkers Van Directie Datum Pagina 0 van 5 ANTI-PESTPROTOCOL Onderwerp Anti-pestprotocol Aan Alle medewerkers Van Directie Datum 01-03-2017 0 van 5 INHOUDSOPGAVE 1. VOORWOORD... 2 2. ANTI-PESTPROTOCOL... 3 2.1. Pesten op school... 3 2.2. Algemene

Nadere informatie

Pestprotocol PCBS Willem van Oranje

Pestprotocol PCBS Willem van Oranje Pestprotocol PCBS Willem van Oranje Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en

Nadere informatie

Docentenhandleiding It s up to you

Docentenhandleiding It s up to you Docentenhandleiding It s up to you Inhoudsopgave 1 Handleiding in vogelvlucht... 1 1.1 Quick facts... 1 1.2 Lesonderdelen... 1 2 Gedetailleerde handleiding... 2 2.1 Doel en achtergrondinformatie... 2 Doel

Nadere informatie

ANTI-PESTPROTOCOL ISW IRENESTRAAT

ANTI-PESTPROTOCOL ISW IRENESTRAAT ANTI-PESTPROTOCOL ISW IRENESTRAAT POELDIJK, 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Pesten 2.1 Wat is pesten? 2.2 Hoe wordt er gepest? 2.3 De gepeste leerling 2.4 De pester 2.5 De meelopers en andere leerlingen 2.6

Nadere informatie

Deel 1 - Achtergrondinformatie over pesten 11. 1 Pesten, plagen en ruzie 13. Definities 13 Pesten in soorten en maten 18

Deel 1 - Achtergrondinformatie over pesten 11. 1 Pesten, plagen en ruzie 13. Definities 13 Pesten in soorten en maten 18 Inhoud Deel 1 - Achtergrondinformatie over pesten 11 1 Pesten, plagen en ruzie 13 Definities 13 Pesten in soorten en maten 18 2 De pester, het slachtoffer en de andere betrokkenen 22 De pester 23 Het slachtoffer

Nadere informatie

DE NO BLAME-METHODE VOORAF

DE NO BLAME-METHODE VOORAF DE NO BLAME-METHODE VOORAF Omdat mijn school probeert te werken met de No Blame-Methode heb ik deze hier in kaart gebracht. Het is een manier om met kinderen in gesprek te gaan en zo ook de waarheid te

Nadere informatie

Anti-pestbeleid KW-school

Anti-pestbeleid KW-school Anti-pestbeleid KW-school Uitgangspunt: Wij willen een school zijn, waar kinderen samen spelen, samen leren, samenwerken en waar ieder kind zich veilig voelt. Dat betekent dat pestgedrag bij ons op school

Nadere informatie

Pestprotocol BS de Kersenboom

Pestprotocol BS de Kersenboom Pestprotocol BS de Kersenboom Doel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen

Nadere informatie

Pestprotocol. Antoniusschool

Pestprotocol. Antoniusschool Pestprotocol Antoniusschool 1 Inhoudsopgave Voorwoord Pestprotocol Antoniusschool... 2 Hoofdstuk 1 Pesten op school... 3 Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:... 3 De regels van het gedragsprotocol

Nadere informatie

Op De Schuthoek weten we hoe het hoort, daar doet niemand iets wat een ander stoort.

Op De Schuthoek weten we hoe het hoort, daar doet niemand iets wat een ander stoort. Pestprotocol Pestprotocol o.b.s. De Schuthoek Ieder kind heeft liefde en begrip nodig voor de volledige en harmonische ontplooiing van zijn persoonlijkheid. Beginsel 6 van de Universele Verklaring van

Nadere informatie

Onderzoek Aanpak tegen pesten

Onderzoek Aanpak tegen pesten Onderzoek Aanpak tegen pesten 18 april 2013 Over het onderzoek Aan het onderzoek deden 18.363 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek vond plaats van 16 april 2013 tot en met 18 april 2013.

Nadere informatie

Ik wil het niet Ik moet het zeggen Maar tegen wie? Ik ga niet naar school Ik durf het niet Ik ben wel ziek Laat het stoppen Alsjeblieft

Ik wil het niet Ik moet het zeggen Maar tegen wie? Ik ga niet naar school Ik durf het niet Ik ben wel ziek Laat het stoppen Alsjeblieft Ik wil het niet Ik moet het zeggen Maar tegen wie? Ik ga niet naar school Ik durf het niet Ik ben wel ziek Laat het stoppen Alsjeblieft Kristel, groep 8 Werkvorm Waarom wordt er gepest? Redenen? Waarom

Nadere informatie

PESTPROTOCOL OBS DE DUIZENDPOOT

PESTPROTOCOL OBS DE DUIZENDPOOT PESTPROTOCOL OBS DE DUIZENDPOOT Vooraf In dit pestprotocol staat welke maatregelen de school neemt om pesten te voorkomen (preventie) en pesten aan te pakken. Het geeft aan dat OBS De Duizendpoot het bestrijden

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Pestprotocol de Esdoorn

Pestprotocol de Esdoorn Pestprotocol de Esdoorn Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen November 2009 Door regels en

Nadere informatie

Bijlage 1 INTERNETPROTOCOL

Bijlage 1 INTERNETPROTOCOL Anti-pestbeleid Alle kinderen hebben er recht op zich in hun basisschoolperiode veilig te voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. We vinden het belangrijk dat kinderen vertrouwen hebben in

Nadere informatie

1 Handleiding in vogelvlucht... 1. 1.1 Quick facts... 1 1.2 Lesonderdelen... 1. 2 Gedetailleerde handleiding... 2

1 Handleiding in vogelvlucht... 1. 1.1 Quick facts... 1 1.2 Lesonderdelen... 1. 2 Gedetailleerde handleiding... 2 Docentenhandleiding Inhoudsopgave 1 Handleiding in vogelvlucht... 1 1.1 Quick facts... 1 1.2 Lesonderdelen... 1 2 Gedetailleerde handleiding... 2 2.1 Doel en achtergrondinformatie... 2 Doel van It s up

Nadere informatie

Protocol Digitaal pesten

Protocol Digitaal pesten Protocol Digitaal pesten 2 1 Inleiding 1.1 Doelstelling 3 1.2 Beleid 3 1.3 Voorwaarden beleid 3 2. Achtergrondinformatie 2.1 Wat is digitaal pesten? 3 2.2 Waarom is digitaal pesten zo erg? 3 2.3 Signalen,

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Pesten

Richtlijn JGZ-richtlijn Pesten Richtlijn JGZ-richtlijn Pesten Onderbouwing Uitgangsvraag Welke (evidencebased) instrumenten, methoden en programma s voor collectieve preventie van pesten zijn geschikt voor gebruik door de JGZ en haar

Nadere informatie

De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt gepest.

De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt gepest. PESTPROTOCOL Pesten komt helaas op iedere school voor> Het is een probleem dat we onder ogen zien en op onze school serieus aanpakken. De manier waarop dat gebeurt, wordt beschreven in dit protocol. Het

Nadere informatie

Pestprotocol Aventus

Pestprotocol Aventus Pestprotocol Aventus Document historie Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verschillende revisies en bespreekmomenten van dit document. Documentnummer Aan Van M&I.14.111 CvB Dienst M&I: Sandra

Nadere informatie

Pestprotocol. Montessori Lyceum Groningen

Pestprotocol. Montessori Lyceum Groningen Pestprotocol Montessori Lyceum Groningen Inhoudsopgave Algemeen... 3 De vijfsporenaanpak... 3 Visie van de school over pesten en verantwoordelijkheid... 4 Preventieve (les)activiteiten... 4 Stappenplan...

Nadere informatie

Bijlage 2: protocol pesten. Plagen of pesten?

Bijlage 2: protocol pesten. Plagen of pesten? Bijlage 2: protocol pesten Plagen of pesten? We plagen allemaal wel eens of we worden geplaagd. Plagerijen zijn niet kwaad bedoeld. Plager en geplaagde zijn aan elkaar gewaagd; ze houden elkaar over en

Nadere informatie

Inhoud. Feiten over pesten en conflicten in het leven van een kind Rol van de school Wat kan de leraar doen? Problemen vóór zijn Pestvrije school

Inhoud. Feiten over pesten en conflicten in het leven van een kind Rol van de school Wat kan de leraar doen? Problemen vóór zijn Pestvrije school 17 april Nieuwegein Inhoud Feiten over pesten en conflicten in het leven van een kind Rol van de school Wat kan de leraar doen? Problemen vóór zijn Pestvrije school Geen grapjes over pesten 16-4-2012 2

Nadere informatie

>>> Dag tegen het Pesten 19-04-12 >>> Codename Future - Tel. 070-3024770 - Fax. 070-3644934 www.codenamefuture.nl 1

>>> Dag tegen het Pesten 19-04-12 >>> Codename Future - Tel. 070-3024770 - Fax. 070-3644934 www.codenamefuture.nl 1 >>> Codename Future - Tel. 070-3024770 - Fax. 070-3644934 www.codenamefuture.nl 1 Inhoudsopgave Colofon 3 Dag tegen het pesten 4 Highlights 4 Pesten gebeurt in mijn klas het meest met 5 Welke uitspraak

Nadere informatie

OSG HENGELO. pestprotocol

OSG HENGELO. pestprotocol OSG HENGELO pestprotocol pestprotocol Intentieverklaring Het antipestprotocol is een officieel document opgesteld door het bevoegd gezag. Met deze intentieverklaring neemt de school duidelijk stelling

Nadere informatie

Waar het in het tegengaan van pesten uiteindelijk allemaal omdraait, is het veranderen van de houding van de leerlingen.

Waar het in het tegengaan van pesten uiteindelijk allemaal omdraait, is het veranderen van de houding van de leerlingen. Bijlage 9 Pestprotocol Pesten is niet een probleem dat zich gemakkelijk laat oplossen. Pesten speelt zich vaak in het verborgene af en dat alleen al maakt het moeilijk om er greep op te krijgen. Als school

Nadere informatie

Bij pesten zijn er altijd 5 partijen: de pester, het slachtoffer, de grote zwijgende groep, de leerkrachten en de ouders.

Bij pesten zijn er altijd 5 partijen: de pester, het slachtoffer, de grote zwijgende groep, de leerkrachten en de ouders. Versie nov. 2012 Pestprotocol. Inclusief regels en afspraken binnen de school. Wat is pesten? Pesten betekent iemand op een gemene manier lastig vallen: bewust iemand kwetsen of kleineren. Het gebeurt

Nadere informatie

Gedrag- en pestprotocol Pater Eymardschool Stevensbeek

Gedrag- en pestprotocol Pater Eymardschool Stevensbeek Gedrag- en pestprotocol Pater Eymardschool Stevensbeek 1 Inhoudsopgave: Doelstelling van het gedrag- en pestprotocol. Pesten op school Signalen van pesterijen Hoe gaan wij op de Pater Eymardschool met

Nadere informatie

Protocol gedrag. Recht op veiligheid Iedere leerling heeft recht zich veilig te voelen in de klas en in de school.

Protocol gedrag. Recht op veiligheid Iedere leerling heeft recht zich veilig te voelen in de klas en in de school. Protocol gedrag Een goede school heeft geen pestprojecten nodig, of anders gezegd: doet dagelijks een pestproject, mits zij zich er steeds van bewust blijft welke processen in de groepsvorming een belangrijke

Nadere informatie

OBS De Vogels Jac.P. Thijsselaan 69 2341 PM Oegstgeest. PESTPROTOCOL De Vogels

OBS De Vogels Jac.P. Thijsselaan 69 2341 PM Oegstgeest. PESTPROTOCOL De Vogels OBS De Vogels Jac.P. Thijsselaan 69 2341 PM Oegstgeest PESTPROTOCOL De Vogels We willen graag dat alle kinderen op De Vogels zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen

Nadere informatie

I N H O U D S O P G A V E

I N H O U D S O P G A V E Pestprotocol Pagina: 2 I N H O U D S O P G A V E 1. Pesten... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Signalering... 3 1.3 Preventie... 4 1.3.1 Mentorlessen... 4 1.3.2 Blijvende aandacht... 4 1.3.3 De rol van de ouderraad...

Nadere informatie

De Cues Filtered Out Theorie

De Cues Filtered Out Theorie De Cues Filtered Out Theorie Sommige mensen zien Computer mediated communication als een mindere vorm van communicatie, ook volgens de Cues Filtered Out theorie ontbreekt er veel aan deze communicatievorm.

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

Anti-Protocol Edudelta College Barendrecht

Anti-Protocol Edudelta College Barendrecht Anti-Protocol Edudelta College Barendrecht Versie 0.2 2 Documentinformatie Versiegeschiedenis Versie* Datum Status ** Samenvatting van de aanpassing 0.1 31 okt. 2016 Concept Eerste opzet o.b.v. pestprotocol

Nadere informatie

Pestprotocol Prakticon

Pestprotocol Prakticon Pestprotocol Prakticon Pesten op school Hoe ga je er mee om? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken.

Nadere informatie

Pestprotocol SBO De Lings

Pestprotocol SBO De Lings Pestprotocol SBO De Lings Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun Lings-periode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen en het gevoel hebben dat ook zij

Nadere informatie

PESTPROTOCOL AUGUSTINIANUM

PESTPROTOCOL AUGUSTINIANUM PESTPROTOCOL AUGUSTINIANUM PESTPROTOCOL AUGUSTINIANUM INHOUD Inhoud pagina 1 Inleiding pagina 2 Wat is pesten? De visie van school pagina 3 De preventieve aanpak op school pagina 4 - mentorles - gastles

Nadere informatie

PESTPROTOCOL. Zaanlands Lyceum

PESTPROTOCOL. Zaanlands Lyceum PESTPROTOCOL Zaanlands Lyceum Zaandam, 2013 Inhoud 1. Inleiding 2. Pesten 2.1 Wat is pesten? 2.2 Hoe wordt er gepest? 2.3 De gepeste leerling 2.4 De pester 2.5 De meelopers en andere leerlingen 2.6 Het

Nadere informatie

methode doel doelgroep Begeleiding Rapportage van de commissie voor het Min. (OCW) PRIMA (Proef- Implementatie Antipestbeleid) preventief

methode doel doelgroep Begeleiding Rapportage van de commissie voor het Min. (OCW) PRIMA (Proef- Implementatie Antipestbeleid) preventief methode doel doelgroep Begeleiding Rapportage van de commissie voor het Min. (OCW) PRIMA (Proef- Implementatie Antipestbeleid) preventief KiVaantipestprogramma preventief met curatief onderdeel Taakspel

Nadere informatie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Pestprotocol Floris Radewijnszschool. Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en

Nadere informatie

Pestprotocol Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Pestprotocol Pesten: definitie en voorbeelden Plagen: Pesten: Voorbeelden van specifiek pestgedrag:

Pestprotocol Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Pestprotocol Pesten: definitie en voorbeelden Plagen: Pesten: Voorbeelden van specifiek pestgedrag: Pestprotocol Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het onderzoek in dit proefschrift gaat over hoe slachtoffers van pesters zelf cyberpester worden. Cyberpesten is pesten dat online plaatsvindt, bijvoorbeeld via de computer of

Nadere informatie

Samen goed voor elkaar!

Samen goed voor elkaar! Samen goed voor elkaar! Omgangsprotocol Sint Maartenschool Pesten op school Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus

Nadere informatie

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5.

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5. Het kinderprotocol Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5. Slot 1. Het kinderprotocol: Op de Flamingoschool vinden we het erg

Nadere informatie

Onderzoek Geweldsfilmpjes

Onderzoek Geweldsfilmpjes Onderzoek Geweldsfilmpjes 21 april 2015 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 14 april tot en met 20 april 2015, deden 1.165 jongeren mee. De uitslag is na weging representatief voor

Nadere informatie

Anti-pestprotocol. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:

Anti-pestprotocol. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: Anti-pestprotocol Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Wij vinden dit ontzettend vervelend, want ieder kind dat gepest wordt is er één teveel. Het is een probleem dat wij onder ogen zien

Nadere informatie

Achtergrond informatie:

Achtergrond informatie: Pestprotocol Inleiding Voor u ligt het pestprotocol van de Koningin Wilhelminaschool. Met behulp van dit protocol willen wij het pestgedrag binnen de school voorkomen en indien nodig aanpakken. In onze

Nadere informatie

Anti- Pestprotocol. Bijlage 4 van het Sociaal Veiligheidsplan

Anti- Pestprotocol. Bijlage 4 van het Sociaal Veiligheidsplan Anti- Pestprotocol Bijlage 4 van het Sociaal Veiligheidsplan 1. Doel van het anti-pestprotocol Alle kinderen moeten zich op onze school veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels

Nadere informatie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Het doel van het pestprotocol is: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen

Nadere informatie

P E S T P R O T O C O L

P E S T P R O T O C O L P E S T P R O T O C O L 1. VOORAF Het doel van dit Pestprotocol: Alle leerlingen horen zich in hun schoolperiode veilig te voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door afspraken te maken kunnen

Nadere informatie

Training Omgaan met Agressie en Geweld

Training Omgaan met Agressie en Geweld Training Omgaan met Agressie en Geweld 2011 Inleiding In veel beroepen worden werknemers geconfronteerd met grensoverschrijdend gedrag, waaronder agressie. Agressie wordt door medewerkers over het algemeen

Nadere informatie

Draaiboek voor een ouderavond over pesten in het voortgezet onderwijs

Draaiboek voor een ouderavond over pesten in het voortgezet onderwijs Draaiboek voor een ouderavond over pesten in het voortgezet onderwijs 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 Pesten in het voortgezet onderwijs... 3 2. Organisatie van de ouderavond... 4 2.1 Wat is een goed

Nadere informatie

Anti-pest protocol Clusius College Amsterdam

Anti-pest protocol Clusius College Amsterdam Anti-pest protocol Clusius College Amsterdam Anti pest coördinatoren Mw. L. Admiraal Dhr. H. de Koningh Inhoud Voorwoord 2 Doel 2 Voor wie 2 Wat verstaan we onder pesten 2 Wat verstaan we onder plagen

Nadere informatie

PESTPROTOCOL. Chr. Basisschool Oostergeest. Brinnummer: Laan van Oostergeest GA Warmond

PESTPROTOCOL. Chr. Basisschool Oostergeest. Brinnummer: Laan van Oostergeest GA Warmond 1 PESTPROTOCOL Chr. Basisschool Oostergeest Brinnummer: Laan van Oostergeest 2 2361 GA Warmond 071-3011480 www.oostergeest.net 2 Protocol PESTEN OP SCHOOL Pesten is een wezenlijk en groot probleem. Pestgedrag

Nadere informatie

Pestprotocol Basisschool de Horizon, Te Heerlen

Pestprotocol Basisschool de Horizon, Te Heerlen Pestprotocol Basisschool de Horizon, Te Heerlen Opgemaakt op 26-1-2017 Door: Gedragsspecialisten, Sanne Habets en Carla Vanderheijden Inhoud - Het belang van een anti pest protocol. - Uitgangspunten van

Nadere informatie

Samen maken we er TEKST EN BEELD: MARTIN VAN DEN BOGAERDT

Samen maken we er TEKST EN BEELD: MARTIN VAN DEN BOGAERDT Samen maken we er TEKST EN BEELD: MARTIN VAN DEN BOGAERDT Wij zitten op een fijne school, roepen deze leerlingen van openbare basisschool De Mei in Wormerveer. Op deze school werken ze met de methode KiVa,

Nadere informatie

Cyberpesten en de aanpak op schoolniveau

Cyberpesten en de aanpak op schoolniveau Cyberpesten en de aanpak op schoolniveau Gie Deboutte Leefsleutels UCLL Voorzitter Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten Wat kenmerkt de Leefsleutels-aanpak? Invalshoek Vorming voor scholen van het lager

Nadere informatie

Beleid maken is één, invoeren is..

Beleid maken is één, invoeren is.. Beleid maken is één, invoeren is.. BEGINSITUATIE Start schooljaar 2012-2013 -> (anti-)pestprotocol moet worden herzien Samenwerking met orthopedagoog -> eerste stap, definitie opstellen van pesten: Pesten

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Pesten en plagen. 3 Aanpak van de school. 3.1 Preventieve maatregelen

1 Inleiding. 2 Pesten en plagen. 3 Aanpak van de school. 3.1 Preventieve maatregelen 1 Inleiding Pesten is een veelvoorkomend gedrag bij kinderen. Omdat wij het belangrijk vinden dat iedereen zich goed voelt op onze school, willen we het pesten preventief en concreet aanpakken. Daarom

Nadere informatie

Pestprotocol Christelijk Gymnasium Utrecht Versie 15 oktober 2014

Pestprotocol Christelijk Gymnasium Utrecht Versie 15 oktober 2014 Pestprotocol Christelijk Gymnasium Utrecht Versie 15 oktober 2014 Het pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordiging van de school en de ouders waarin is vastgelegd dat we pestgedrag op school

Nadere informatie

Infobrochure Anti-pestbeleid

Infobrochure Anti-pestbeleid Infobrochure Anti-pestbeleid 2 Beste ouder, Zoals u wellicht weet, besteden wij op school aandacht aan het zich goed voelen binnen de groep. Samen met de kinderen trachten wij een veilige omgeving te creëren

Nadere informatie