Een Tekstevaluatieschema getest

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een Tekstevaluatieschema getest"

Transcriptie

1 Een Tekstevaluatieschema getest Onderzoek naar de hanteerbaarheid, bruikbaarheid, betrouwbaarheid en validiteit van het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler ( 2001) op het onderdeel Tekst en Beeld EPIDASA Project Jos van Baal Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der Letteren Communicatie en Informatiewetenschappen Begeleiders: Prof. Dr. C. J. M. Jansen en Prof. Dr. L. G. de Stadler Nijmegen, december

2 Voorwoord Dit onderzoek heb ik uitgevoerd in samenwerking met en onder begeleiding van prof. dr. C. J. M. Jansen en prof. dr. L.G. de Stadler in Nederland en Zuid-Afrika. Met dit onderzoek hoop ik een steentje bij te kunnen dragen aan het verbeteren van het Tekstevaluatieschema van Rodenburg en De Stadler ( 2001) voor het analyseren van Aidsvoorlichtingsteksten. Voor het uitvoeren van dit onderzoek heb ik de medewerking gekregen van een twintigtal tekstanalisten. Ik wil deze tekstanalisten langs deze weg dan ook hartelijk bedanken voor hun medewerking aan mijn onderzoek. Het voltooien van dit onderzoek en het schrijven van de daarbij behorende scriptie heeft letterlijk veel bloed, zweet en tranen gekost. Ik had mijn verblijf in Zuid-Afrika nooit willen missen maar als ik toen geweten had wat mij allemaal nog te wachten stond... Dat deze scriptie uiteindelijk nog afgerond is, is niet alleen een prestatie van mijzelf maar ook de prestatie van een aantal mensen in mijn omgeving. Ik wil allereerst de heer Jansen bedanken voor zijn sturing tijdens het schrijven van mijn scriptie. De passie voor voetbal delen we allebei, de passie voor het doen van onderzoek is bij u toch iets groter gebleken dan bij mij. Daarnaast wil ik ook de heer De Stadler bedanken voor zijn adviezen en zijn gastvrijheid in Zuid-Afrika. Uiteraard wil ik ook mijn ouders en mijn broer bedanken voor hun (financiële) steun. Het wordt nu echt tijd om maar eens te gaan werken. Tot slot wil ik mijn vriendin Mascha bedanken voor alle weekenden dat ze mij in alle rust aan mijn scriptie liet werken. Zij was het ook die mij de broodnodige schop onder mijn kont gaf waardoor het uiteindelijk toch nog af is gekomen. En nu maar eens kijken wat ik met al die vrije tijd ga doen... 2

3 Samenvatting De term Aids staat voor Acquired Immune Deficiency Syndrome, ofwel Verworven Immuun Deficiëntie Syndroom. Aids wordt veroorzaakt door een virus: Hiv. Hiv staat voor Humaan Immunodeficiëntie Virus, ook wel aids-virus genoemd ( Zuid-Afrika maakt deel uit van de Afrikaanse regio ten zuiden van de Sahara, waar eind 2000 maar liefst 25,3 miljoen van de wereldwijd in totaal 36,1 miljoen seropositieven leefden. Deze regio is daarmee de grootse Aids-haard ter wereld. Één van de oorzaken van de grote aantallen Hiv/Aids -gevallen in Zuid-Afrika is de gebrekkige kennis over Aids preventie. De Zuid-Afrikaanse Universiteiten van Pretoria, South Africa en Stellenbosch zijn een overeenkomst aangegaan met de Nederlandse Universiteiten van Tilburg, Nijmegen en Twente om de Hiv/Aids voorlichting door te lichten en te verbeteren. Dit alles gebeurt onder de titel EPIDASA 1 : Improving the effectiveness of public information documents on Hiv/Aids in South Africa. Dit onderzoek maakt deel uit van het EPIDASA project¹. In het kader van het EPIDASA project hebben Rodenburg & De Stadler (2001) een eerste versie van een Tekstevaluatieschema ontwikkeld. Dit Tekstevaluatieschema is bedoeld om aidsvoorlichtingsteksten grondig te kunnen analyseren. Rodenburg & De Stadler (2001) denken dat de omvang van hun schema een duidelijk probleem kan zijn. Zij vrezen dat een evaluator erg veel tijd nodig heeft om een tekst met behulp van hun schema te evalueren. Dit onderzoek heeft tot doel om de bruikbaarheid, hanteerbaarheid, betrouwbaarheid en validiteit van hun schema te achterhalen. Daarnaast wordt nagegaan hoe het schema eventueel kan worden aangepast. Binnen het huidige onderzoek is gewerkt met twee groepen tekstanalisten; een groep van tien Zuid-Afrikaanse tekstanalisten en een groep van tien Nederlandse tekstanalisten. Zij hebben allereerst het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & DeStadler (2001) toegepast op een Aids-voorlichtingsfolder. Daarna hebben zij door middel van een semi-gestructureerd interview aangegeven waar de knelpunten zaten in het instrument van Rodenburg & DeStadler (2001). Tevens hebben de tekstanalisten in een focus-groep discussie aangegeven hoe het instrument eventueel verbeterd kan worden. Uit dit onderzoek is gebleken dat de ¹ EPIDASA staat voor improving Effectiveness of Public Information Documents on AIDS in South Afric 3

4 betrouwbaarheid van het instrument van Rodenburg & De Stadler (2001) acceptabel is. De hanteerbaarheid en de bruikbaarheid van het schema bleek echter niet voldoende. De oorzaak van de gebrekkige hanteerbaarheid en bruikbaarheid lag grotendeels aan de gebrekkige layout van het schema. Naar aanleiding van de uitkomsten uit de semi-gestuctureerde interviews en de focus-groep discussie in Zuid-Afrika en in Nederland, is een voorstel gedaan voor een verbeterd Tekstevaluatieschem op het gebied van Tekst en Beeld. In dit onderzoek is ook gekeken naar de culturele verschillen tussen de twee landen. Volgens een onderzoek van Hofstede (Hofstede, 2001) onder IBM medewerkers ligt één van de grootste verschillen tussen Zuid-Afrika en Nederland op het gebied van individualisme en collectivisme. In het onderzoek van Murray-Johnson et al. (2001) werd onderzocht of culturele verschillen binnen de doelgroep van invloed zijn op de effectiviteit van teksten met fear appeals waarin getracht werd in te spelen op een collectivistische dan wel individualistische oriëntatie van de lezer, scoorden de proefpersonen uit de USA collectivistischer dan de proefpersonen uit Taiwan. Aangezien deze score in strijd was met de verwachtingen op basis van het werk van Hofstede (2001), stelt Murray-Johnson et al. (2001) dat er betere meetinstrumenten moeten worden gebruikt om individualisme en collectivisme te meten. Net zoals in het onderzoek van Jansen et al. (2004) is die suggestie in dit onderzoek ook opgevolgd. De culturele achtergrond van de tekstanalisten wordt in dit onderzoek gemeten door twee meetinstrumenten, te weten de 16 zogenaamde scenariovragen van Triandis et al. (1998) en de 32 stellingen van Singelis et al. (1995). Deze twee meetinstrumenten zijn ontwikkeld om een goed onderscheid te kunnen maken tussen de dimensies individualisme en collectivisme. In dit onderzoek is niet aangetoond dat de nationaliteit van de tekstanalisten een rol speelt bij het werken met het instrument van Rodenburg & De Stadler (2001). Slechts bij 2 van de 37 vragen werd een significant verband aangetoond tussen de afkomst van de tekstanalisten en het gegeven antwoord. Wel bleken de Zuid-Afrikaanse tekstanalisten gemiddeld langer (104 minuten) nodig te hebben dan de Nederlandse tekstanalisten (74 minuten) om de vragen uit het instrument te beantwoorden. In hoeverre dit verschil te maken heeft met cultuurverschillen tussen de Zuid-Afrikaanse tekstanalisten en de Nederlandse tekstanalisten is niet duidelijk. Van de twee meetinistrumenten die in dit onderzoek gebruikt zijn om culturele dimensies te meten, bleken alleen de dimensies Verticaal Individualisme en Verticaal Collectivisme van het instrument van Singelis et al. (1995) betrouwbaar genoeg om mee te werken. Tussen de Zuid-Afrikaanse en Nederlandse tekstanalisten werd echter alleen een significant verschil gevonden op de dimensie Verticaal Collectivisme. De Zuid-Afrikaanse tekstanalisten bleken 4

5 minder Verticaal Collectivistisch dan de Nederlandse tekstanalisten. Zoals Jansen et al. (2004) ook al opmerkten, is vervolgonderzoek nodig om preciezere meetinstrumenten te ontwikkelen voor het meten van culturele oriëntatie. In vervolgonderzoek zou tevens geanalyseerd kunnen worden of de verbeteringen aan het instrument daadwerkelijk hebben geleid tot een verbetering van de hanteerbaarheid en bruikbaarheid. 5

6 Inhoudsopgave 1. Inleiding Aids Aids problematiek in Zuid-Afrika Gevolgen Demografische gevolgen Economische gevolgen Oorzaken Kwalitatief onderzoek Tekst en Beeld Culturele achtergrond Probleemstelling Begripsoperationaliseringen Methode Materiaal Opdracht aan de tekstanalisten Tekstanalisten Meetinstrumenten Procedure Verwerking van de antwoorden van de tekstanalisten Resultaten Betrouwbaarheid Validiteit Hanteerbaarheid Bruikbaarheid Nationaliteit Verbeteringen Tekstevaluatieschema Rodenburg& De Stadler (2001) 46 6

7 4. Conclusie en discussie Conclusie Discussie Aanbevelingen 52 Voorstel voor een mogelijk Evaluatieschema op het gebied van Tekst en Beeld 54 Bibliografie 57 Bijlagen 61 7

8 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aids De term Aids staat voor Acquired Immune Deficiency Syndrome, ofwel Verworven Immuun Deficiëntie Syndroom. Aids wordt veroorzaakt door een virus: Hiv. Hiv staat voor Humaan Immunodeficiëntie Virus, ook wel aids-virus genoemd ( Het afweersysteem van de mens houdt normaal gesproken infecties tegen. Hiv breekt het afweersysteem af waardoor het lichaam vatbaar wordt voor allerlei infecties en bepaalde vormen van kanker, waartegen het anders wèl bestand zou zijn. Aids is het eerst herkend in de Verenigde Staten, in Een bepaald type longontsteking dat normaal alleen voorkomt bij mensen met een verzwakte afweer, kwam ineens opvallend vaak voor bij jonge (homoseksuele) mannen, die vóór die tijd volkomen gezond waren. Ook werden in deze groep plotseling veel gevallen ontdekt van een bepaald soort huidkanker (Kaposi sarcoom). Deze zeldzame kanker kwam tot dat moment eigenlijk alleen bij oudere mannen voor. Het bleek om een nieuwe ziekte te gaan. De ziekte kreeg de naam Aids. (www. Aidsfonds.nl). Op 5 juni 1981 publiceerde de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention een artikel over een nieuwe ziekte die voorkwam bij homoseksuele mannen. Dit artikel was de voorbode van de aidsepidemie zoals we die nu kennen en die het ergste is in Afrika Aids problematiek in Zuid-Afrika Zuid-Afrika maakt deel uit van de Afrikaanse regio ten zuiden van de Sahara, waar eind 2000 maar liefst 25,3 miljoen van de wereldwijd in totaal 36,1 miljoen seropositieven leefden. Deze regio is daarmee de grootse Aids-haard ter wereld. Het Zuidafrikaanse Medical Research Counsil heeft een schatting gemaakt van het percentage sterfgevallen onder volwassenen (15-49 jaar) dat kan worden toegeschreven aan Aids of aan Aids-gerelateerde ziekten. Daaruit blijkt dat het percentage Aids-doden onder volwassenen sterk is gegroeid, van negen procent in de jaren tot zo n 40 procent in Dat komt neer op een groei van 444 procent binnen vijf jaar tijd. Op grond van de schatting dat het aantal sterfgevallen als gevolg van Aids in Zuid-Afrika in 2000 tussen de 230 en 290 duizend zou belopen, wordt een groei tot 400 à 500 duizend in 2004 en tot 700 à 850 duizend in 2008 verwacht ( 8

9 1.2 Gevolgen Demografische gevolgen Volgens de prognoses zal Zuid-Afrika in 2015 ongeveer 49,4 miljoen inwoners tellen. Zonder Aids zouden dit er naar schatting 60,9 miljoen zijn geweest. Hiv/Aids zal weliswaar niet leiden tot een negatieve bevolkingsgroei, maar de gevolgen voor de omvang en groei van de bevolking zullen aanzienlijk zijn. De ziekte heeft vooral z n uitwerking op de levensverwachting en de vruchtbaarheid. De levensverwachting is in Zuid-Afrika al gedaald van rond de 63 jaar in 1996 tot ongeveer 55 jaar in 1999 en zal naar verwachting verder dalen tot onder de 45 jaar in 2008 (Van Aardt et al, 1999) Economische gevolgen De Aids-epidemie heeft grote gevolgen voor het economische leven van individuele Zuid- Afrikanen alsmede voor de nationale economie van het land. De gevolgen zijn voelbaar op het vlak van vraag en aanbod van arbeid, de beschikbaarheid van geschoolde arbeidskrachten, de gezondheidszorg, huishoudens, productie en productiviteit. Aangezien Aids (nog) niet te genezen is, is het dus van het grootste belang dat de overdracht van het Hiv-virus zoveel mogelijk voorkomen wordt. 1.3 Oorzaken Één van de oorzaken van de grote aantallen Hiv/Aids -gevallen in Zuid-Afrika is de gebrekkige kennis over Aids preventie. Uit onderzoek in 1998 bleek dat ongeveer 20 procent van de mensen van mening was dat een goed dieet voldoende was om Aids te voorkomen; 24 procent dacht dat het Aids-virus voorkomen kon worden door openbare toiletten te mijden en 38 procent was van mening dat het voorkomen van muggenbeten bescherming bood tegen Hiv-infectie. Hieruit blijkt dat voor de preventie van Hiv/Aids goed voorlichtingsmateriaal van groot belang is. In Zuid-Afrika houden meer dan 600 verschillende instanties zich bezig met het ontwikkelen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal. Swanepoel (2003) schrijft dat de ruim 600 organisaties die los van de regering campagnes zijn begonnen tegen Aids wel enige successen hebben behaald, maar over het algemeen zijn de resultaten beneden verwachting. 9

10 Een cruciaal probleem hierbij is het feit dat er nauwelijks systematische en wetenschappelijk verantwoorde pogingen zijn gedaan om de effecten van de huidige campagnes en programma s te evalueren (Kelly 2000; 2001). Er is nauwelijks wetenschappelijk onderzoek verricht dat zich heeft gericht op de vraag wat voor effecten de preventiecampagnes hebben gehad op de Zuid Afrikaanse bevolking. De afwezigheid van literatuur over de evaluatie van campagne materiaal (zoals brochures, pamfletten, posters, advertenties etc.) duidt op een verontachtzaming van dit zeer belangrijke onderdeel van de communicatie strategie achter de campagnes (Kelly 2000; 2001). Juist in een land als Zuid- Afrika, waar zowel de overheidsals de private organisaties over beperkte middelen beschikken, is het van groot belang dat men die beperkte middelen effectief inzet. Daarom is het zo belangrijk dat de effectiviteit van het bestaande Hiv/Aids voorlichtingsmateriaal op een wetenschappelijke wijze wordt onderzocht. Swanepoel (2003) schrijft dat er tot op dit moment slechts op beperkte schaal onderzoeken gedaan zijn naar de evaluatie van het bestaande Hiv/Aids voorlichtingsmateriaal. Bij geen van deze onderzoeken is echter ingegaan op de vraag of de Hiv-Aids voorlichtingsteksten die in voorlichtingscampagnes worden gebruikt, wel effectief zijn. Hierbij gaat het meer specifiek om de onderwerpen van de teksten, voor welke doelgroep(en) de tekst bestemd is, wat voor soort voorlichtingsactiviteiten er plaats vonden, met welke doelstelling de voorlichtingsteksten zijn geschreven, onder welke omstandigheden de voorlichtingsteksten geschreven zijn en waarom (of waarom niet). Het belang van effectieve voorlichting om het Hiv/Aids probleem in Zuid-Afrika te bestrijden wordt benadrukt door het feit dat er geen medicijn bestaat ter genezing van het Hiv-virus. Wel zijn er tegenwoordig Aids remmers te verkrijgen die de ontwikkeling van Hiv tegenhouden. De Zuid-Afrikaanse regering van president Thabo Mbeki twijfelde echter lang aan de werkzaamheid van deze Aidsremmers. Dezelfde president Mbeki weigerde tot voor kort toe te geven dat Hiv zou leiden tot Aids. Inmiddels lijkt de regering van Mbeki gezwicht voor de massale roep om goedkope geneesmiddelen en is er een programma opgesteld dat moet zorgen dat in 2008 een miljoen Aids-patiënten de beschikking hebben over Aidsremmers. Dit lijkt een stap in de goede richting, maar zolang er geen echte medische oplossing is, blijft goede voorlichting een belangrijk wapen om de verdere verspreiding van het Hiv-virus tegen te gaan. 10

11 In deze context zijn de Zuid-Afrikaanse Universiteiten van Pretoria, South Africa en Stellenbosch een overeenkomst aangegaan met de Nederlandse Universiteiten van Tilburg, Nijmegen en Twente om de Hiv/Aids voorlichting door te lichten en te verbeteren. Dit alles gebeurt onder de titel EPIDASA¹: Improving the effectiveness of public information documents on Hiv/Aids in South Africa. Dit onderzoek maakt deel uit van het EPIDASA project¹. In het kader van het EPIDASA project hebben Rodenburg& De Stadler (2001) een eerste versie van een Tekstevaluatieschema ontwikkeld. Dit Tekstevaluatieschema is bedoeld om aidsvoorlichtingsteksten grondig te kunnen analyseren. Op basis daarvan zouden aanbevelingen gedaan kunnen worden over de effectiviteit en de kwaliteit van aidsvoorlichtingsteksten. Het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001) is een voorbeeld van een tekstgerichte methode om de kwaliteit van teksten te evalueren. Schriver (1998) onderscheidt tekstgerichte methodes, expertgerichte methodes en lezersgerichte methodes. Dat onderscheid is gebaseerd op degene die informatie ter verbetering van de concepttekst aandraagt. Tekstgerichte methodes zijn erop gericht om een persoon (of soms een computer) een tekst te laten beoordelen op de aanwezigheid van een aantal tekstkenmerken. Voorbeelden van tekstgerichte evaluatiemethodes zijn leesbaarheidsformules, computer-gestuurde stijl-analyse programma s en checklists. Lezersgerichte methodes zijn erop gericht om feedback te krijgen van een representatief deel van de doelgroep. Voorbeelden hiervan zijn surveys, plus-min methode en user edits. Expertgerichte methodes worden uitgevoerd door personen met een grote kennis van tekstanalyse. Voorbeelden hiervan zijn focus-groups, peer reviews, editorial reviews en external reviews gehouden met behulp van experts. ¹ EPIDASA staat voor improving Effectiveness of Public Information Documents on AIDS in South Africa 11

12 Schriver (1989) geeft de voorkeur aan lezersgerichte methodes boven tekstgerichte methodes, omdat de eerste betere informatie geven over de reacties van lezers en over de globale aspecten van de kwaliteit van teksten. Het belang van lezersgerichte methodes moet echter niet worden overschat. Lentz en Pander Maat (1992) schrijven in dit verband dat lezers over het algemeen niet in staat zijn om alle tekortkomingen van een tekst op te sporen. De gemiddelde lezer komt metalinguïstisch te kort om een hoge kwaliteit van feedback te geven. Dit betekent dat ze niet het vermogen hebben om op een abstracte manier over taal na te denken. Dit onderzoek betreft een combinatie van een tekstgerichte en een expertgerichte methode van tekstevaluatie. De tekstanalisten die mee hebben gewerkt aan dit onderzoek, kregen eerst een gedeelte van de vragenlijst van Rodenburg & De Stadler (2001) en hebben deze geanalyseerd met behulp van een Hiv/Aids voorlichtingsbrochure. Daarna volgden interviews en focus-groep discussies. Zoals al eerder gezegd, hebben Rodenburg & De Stadler (2001) een eerste versie van een Tekstevaluatieschema ontwikkeld. Er is nog geen empirisch onderzoek gedaan naar de bruikbaarheid van hun schema. Rodenburg & De Stadler (2001) denken dat de omvang van hun schema een probleem kan zijn. Zij vrezen dat een evaluator erg veel tijd nodig heeft om een tekst met behulp van hun schema te evalueren. Wat de werkelijke tijdsduur bij het werken met het schema is, en wat de mening is van de uiteindelijke gebruikers over het instrument, is echter niet duidelijk. Dit onderzoek heeft tot doel om daar enig inzicht in te krijgen. Daarnaast wordt nagegaan hoe het schema moet worden aangepast om er een bruikbaar instrument van te maken. Het achterhalen van de meningen van de deelnemende tekstanalisten over het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001) gebeurt door middel van halfopen interviews en focus-groep discussies. Deze onderzoeksmethoden passen het beste binnen een kwalitatieve manier van dataverzameling. 1.4 Kwalitatief onderzoek Dit onderzoek betreft een kwalitatieve analyse van het onderdeel Tekst en Beeld uit het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001). Het complete Tekstevaluatieschema bevat tien verschillende onderdelen en is zo omvattend dat het niet haalbaar is om binnen dit onderzoek de mening te achterhalen van de uiteindelijke gebruikers over alle onderdelen van het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001). Dit onderzoek betreft een zogenaamd kwalitatief onderzoek dat is uitgevoerd met behulp van 12

13 twintig tekstanalisten die problemen in het instrument van Rodenburg & De Stadler (2001) hebben opgespoord. Baarda et al. (2000, pp. 283) omschrijven kwalitatief onderzoek als: onderzoek waarbij je overwegend gebruik maakt van gegevens van kwalitatieve aard (beschrijvend) en dat als doel heeft onderzoeksproblemen in of van situaties, gebeurtenissen en personen te beschrijven en te interpreteren. Er wordt onderzoek gedaan naar de aard, waarde en eigenschappen van de verschijnselen. Dit gebeurt door een ongestructureerde manier van dataverzameling, bijvoorbeeld door middel van een vragenlijst met open vragen en een semi-gestructureerd interview. Baarda et al. (2000) noemen kwalitatief onderzoek verder uitermate geschikt als het een gevoelig onderwerp betreft en wanneer het doel is om de beleving of betekenisverlening van de betrokkenen te achterhalen. Hiermee wordt bedoeld de manier waarop de betrokkene zelf, persoonlijk aankijkt tegen de dingen en die dingen ervaart. Het doel van dit onderzoek is om de meningen van mogelijke gebruikers over het schema te achterhalen en uiteindelijk het schema zo aan te passen dat een bruikbaar instrument ontstaat. Binnen dit onderzoek is gebruik gemaakt van een vragenlijst met open vragen en zijn er tevens semi-gestructureerde interviews afgenomen. Door deze manier van dataverzameling kan dit onderzoek worden beschouwd als een kwalitatief onderzoek. 1.5 Tekst en Beeld De evaluatie van tekst in combinatie met beelden is bijzonder gecompliceerd. Beelden kunnen heel veelzeggend zijn, maar kunnen de plank ook volledig misslaan. Smelik (1999) schrijft dat in de meeste gevallen de aandacht van de lezer uitgaat naar de afbeelding in plaats van naar de tekst. Daartoe behoort ook de eventuele tekst binnen een afbeelding. Hierbij valt te denken aan de stripwolkjes in een stripverhaal. Daarnaast worden ook de kop of ondertitel van een tekst bij de eerste oogopslag meegenomen. Hierdoor wordt de aanvankelijke indruk van het totaalbeeld getoetst en wordt de eerste betekenis aangevuld met andere betekenissen (Smelik,1999). Deze voorbeelden geven het belang weer van een zorgvuldig gebruik van beelden in voorlichtingsteksten. Dit geldt met name bij aidsteksten omdat Aids voor veel mensen nog steeds een gevoelig onderwerp is. Zuid-Afrika is een land waar in vergelijking met Nederland veel waarde wordt gehecht aan traditie en religie. Zo voelt meer dan driekwart van de Zuid- Afrikanen zich verbonden met het Christendom ( Bepaalde afbeeldingen zijn wellicht in Zuid-Afrikaanse aidsvoorlichtingsteksten te expliciet en aanstootgevend voor bepaalde bevolkingsgroepen of voor bepaalde leeftijdsgroepen. 13

14 Binnen dit onderzoek is daarom gewerkt met twee groepen tekstanalisten, te weten een groep Zuid-Afrikaanse tekstanalisten en een groep Nederlandse tekstanalisten. Het doel is om na te gaan of de tekstanalisten met een verschillende culturele achtergrond verschillende antwoorden geven tijdens het werken met de vragenlijst, tijdens het interview en de focusgroep discussie. 1.6 Culturele achtergrond Veel HIV/Aids-voorlichtingsbrochures zijn gericht op één cultuur. Hofstede (1991) omschrijft cultuur als een vorm van collectieve mentale programmering. Hij is één van de meest geciteerde auteurs op het gebied van cultuur. Hofstede (1991) verbindt de volgende definitie aan cultuur: de collectieve mentale programmering die de leden van één groep of categorie mensen onderscheidt van die andere (Hofstede, 1991, pp.16). Met mentale programmering worden de patronen van denken, voelen en potentieel handelen bedoeld die in de loop van iemands leven zijn aangeleerd. De definitie van Hofstede (1991) wordt visueel weergegeven in Figuur 1. In dit diagram, het zogenaamde Ui-diagram, worden verschillende begrippen genoemd, te weten symbolen, helden, rituelen en waarden. Symbolen zijn waarden, gebaren, afbeeldingen of voorwerpen met een betekenis die alleen wordt begrepen door de leden van de cultuur. Helden zijn personen die, dood of levend, echt of fictief met eigenschappen die in een cultuur hoog in aanzien staan. Rituelen zijn collectieve activiteiten die binnen een cultuur als sociaal essentieel worden beschouwd. Deze begrippen vormen ieder een laag, waardoor het idee van een ui ontstaat, waarvan alle lagen één voor één afgepeld kunnen worden. Tot slot zijn er binnen het Ui-diagram zogenaamde waarden. Waarden zijn een collectieve neiging om een bepaald gedrag van zaken te verkiezen boven andere (Hofstede, 1991). Figuur 1: Het Ui-diagram van Hofstede 14

15 Culturele achtergrond tekstanalisten Volgens het onderzoek van Hofstede (Hofstede, 1991) ligt één van de grootste verschillen tussen Zuid-Afrikaanse medewerkers van IBM en Nederlandse medewerkers van IBM op het gebied van individualisme en collectivisme. Volgens Hofstede (Hofstede, 1991) staat Individualisme voor een samenleving waarin de onderlinge banden tussen individuen los zijn: iedereen wordt geacht uitsluitend voor zichzelf te zorgen of voor zijn of haar naaste familie. Collectivisme staat volgens Hofstede (Hofstede, 1991) voor een samenleving waarin mensen vanaf hun geboorte opgenomen zijn in sterke, hechte groepen die hun levenslang bescherming bieden in ruil voor onvoorwaardelijke loyaliteit. Uit het onderzoek van Hofstede (1991) bleek dat Nederlanders (80) hoger op de door hem ontwikkelde Individualisme- index scoorden dan Zuid-Afrikanen (65). Nederlanders zijn dus volgens die index individualistischer dan Zuid-Afrikanen. Bij het ontwikkelen en uitvoeren van campagnes voor Hiv/Aids voorlichting moet daar, zo lijkt het, rekening mee gehouden worden. Zo is een voor de hand liggende conclusie dat er in een Zuid-Afrikaanse folder bijvoorbeeld beter ingespeeld kan worden op de gevolgen voor de familie wanneer een familielid wordt besmet met Hiv dan wanneer er wordt ingespeeld op de gevolgen voor het individu. Er zijn echter belangrijke kanttekeningen te maken bij het onderzoek van Hofstede (1991). Allereerst baseert hij zijn conclusies op gegevens die hij 35 jaar geleden heeft verzameld in een survey-onderzoek onder IBM medewerkers. Jansen (1999) merkt op dat er in het onderzoek van Hofstede (1991) sprake is van een representativiteitsprobleem. Het is maar de vraag of medewerkers van IBM in de onderzochte landen een goede afspiegeling vormen van een complete bevolkingsgroep. Voorts schrijft Jansen (1999) dat Hofstede (1991) voorbij gaat aan de grote cultuurverschillen die er in veel landen te constateren zijn tussen groepen van verschillende etnische afkomst, die één en dezelfde nationaliteit bezitten. Dit geldt ook voor Zuid-Afrika, dat Hofstede (1991) behandelt als een land met één cultuur terwijl het in werkelijkheid een land is met een grote diversiteit aan bevolkingsgroepen en culturen. Het onderzoek van Jansen et al. (2004) onder Zuid-Afrikaanse, Nederlandse en Spaanse studenten naar het effect van Fear Appeals in Hiv/Aids voorlichting suggereert dat er binnen Zuid- Afrikaanse groepen wel degelijk cultuurverschillen zijn. Jansen et al. (2004) hebben de Zuid- Afrikaanse deelnemers onderverdeeld in blanken, kleurlingen en zwarten. Van de Zuid- Afrikaanse deelnemers scoorden de groep zwarte Zuid-Afrikanen het meest collectivistisch en scoorden de groep blanke en de groep gekleurde Zuid-Afrikanen het meest individualistisch. Een kanttekening die hierbij gemaakt moet worden is dat de verschillende meetinstrumenten 15

16 om cultuurvariabelen te meten een twijfelachtige validiteit of een lage betrouwbaarheid hadden. Jansen et al. (2004) stellen dan ook vervolgonderzoek voor naar verdere ontwikkeling van betrouwbare en valide metingen voor culturele oriëntatie. Horizontaal en Verticaal Individualisme en Collectivisme In een onderzoek van Murray- Johnson et al. (2001) waarin onderzocht werd of culturele verschillen binnen de doelgroep van invloed zijn op de effectiviteit van teksten met Fear Appeals waarin getracht werd in te spelen op een collectivistische dan wel individualistische oriëntatie van de lezer, bleek dat de proefpersonen uit de USA collectivistischer scoorden dan de proefpersonen uit Taiwan. Aangezien deze score in strijd was met de verwachtingen van Murray- Johnson et al. (2001) op basis van het werk van Hofstede (1991), volgens wie de USA veel hoger (91) scoort op de individualisme-index dan Taiwan (17), stelt Murray- Johnson et al. (2001) dat er betere meetinstrumenten moeten worden gebruikt om individualisme en collectivisme te meten. Volgens Murray-Johnson et al. (2001) is de vragenlijst van Triandis et al. (1998) in dit kader een goede optie. Jansen et al. (2004) hebben die suggestie opgevolgd en de16 zogenaamde scenariovragen van Triandis et al. (1998), die Horizontaal en Verticaal Individualisme en Collectivisme meten, toegevoegd. Daarnaast hebben Jansen et al. (2004) nog een meetinstrument gebruikt om Horizontaal en Verticaal Individualisme en Collectivisme te meten. Het betreft 32 stellingen van Singelis et al. (1995). In het onderzoek van Jansen et al. (2004) bleek de betrouwbaarheid van het instrument van Triandis et al. (1998) erg laag te zijn. De 32 stellingen van Singelis et al. (1995) bleken betrouwbaarder, maar de uitkomsten waren niet zoals verwacht. In het onderzoek van Jansen et al. (2004) onder Nederlandse, Spaanse en Zuid-Afrikaanse studenten bleken de Spaanse deelnemers het meest collectivistisch te zijn, gevolgd door de Nederlandse deelnemers en de Zuid-Afrikaanse deelnemers bleken het minst collectivistisch te zijn. Deze score is niet in overeenstemming met de individualisme-collectivisme index van Hofstede (1991). Op die index scoort Nederland (plaats 4/5) het meest individualistisch, gevolgd door Zuid-Afrika (plaats 16) en daarna Spanje (plaats 20) dat het minst individualistisch scoort. Daarnaast hebben Jansen et al. (2004) in hun onderzoek de groep Zuid-Afrikaanse deelnemers nog onderverdeeld in blanken, kleurlingen en zwarten. Van de groep Zuid-Afrikaanse deelnemers werd verwacht dat de blanke deelnemers het meest individualistisch zouden scoren, gevolgd door de kleurlingen. Van de zwarte deelnemers werd verwacht dat zij het meest collectivistisch zouden scoren. Uit het onderzoek van Jansen et al. (2004) bleek echter dat de drie verschillende groepen niet significant van elkaar verschilden. 16

17 In het huidige onderzoek zijn, net als in Jansen et al. (2004), de 16 scenariovragen van Triandis et al. (1998) en de 32 stellingen van Singelis et al. (1995) gebruikt voor het meten van Horizontaal en Verticaal Individualisme en Collectivisme. Een verdere uitleg over de twee meetinstrumenten is te vinden in

18 1.7 Probleemstelling De centrale onderzoeksvraag in dit onderzoek luidt: In hoeverre voldoet het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler ( 2001), en dan in het bijzonder de afdeling Tekst en Beeld, aan de eisen van hanteerbaarheid, bruikbaarheid, betrouwbaarheid, validiteit wanneer dat schema wordt toegepast op voorlichtingsteksten over Hiv/Aids door analisten met een verschillende culturele achtergrond? De deelvragen in dit onderzoek luiden: 1 Hoe betrouwbaar is het schema op het gebied van tekst en beeld? In hoeverre komen de verschillende beoordelaars tot vergelijkbare oordelen op het gebied van tekst en beeld? 2 Hoe valide is het tekstevaluatieschema op het gebied van tekst en beeld? Wat is de inhoudsvaliditeit van het tekstevaluatieschema op het gebied van tekst en beeld? Wat is de constructvaliditeit van het tekstevaluatieschema op het gebied van tekst en beeld? 3 Hoe hanteerbaar is het schema op het gebied van tekst en beeld? Hoeveel tijd kost het gebruik van het schema? Waar liggen de knelpunten bij het gebruik van het schema? 4 Hoe bruikbaar is het schema op het gebied van tekst en beeld? Leveren de antwoorden van de tekstanalisten resultaten op die kunnen leiden tot concrete verbeteringen van de beoordeelde tekst? 5 In hoeverre speelt de nationaliteit van de tekstanalisten een rol bij het werken met het schema, tijdens het interview en de focus-groep discussie? In hoeverre verschillen de scores van Zuid-Afrikaanse en Nederlandse tekstanalisten op de dimensie horizontaal en verticaal individualisme en collectivisme? 18

19 In hoeverre spelen verschillen in de scores op deze dimensies een rol in het werken met het schema? 19

20 1.8 Begripsoperationaliseringen Betrouwbaarheid: Baarda en De Goede (1995) omschrijven betrouwbaarheid als: de mate waarin een meting onafhankelijk is van toeval. In dit onderzoek wordt nagegaan in hoeverre de antwoorden van de tekstanalisten op de vragen uit het instrument van Rodenburg & De Stadler (2001) met elkaar overeen komen. Validiteit: Het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001) moet meten wat de onderzoeker daadwerkelijk wil meten: de kwaliteit van de Hiv/Aids voorlichtingsfolder op het gebied van tekst en beeld (Steehouder& Jansen, 1997, pp.243,). Inhoudsvaliditeit: Van inhoudsvaliditeit is sprake als alle aspecten van een begrip goed zijn gemeten (Korzilius, 2000). In dit onderzoek gaat het erom dat alle aspecten die behoren bij tekstkwaliteit gemeten zijn. Meten de vragen uit het instrument van Rodenburg & De Stadler (2001) op het gebied van Tekst en Beeld daadwerkelijk alle relevante aspecten van het begrip tekstkwaliteit? Construct validiteit: Constructvaliditeit kenmerkt Swanborn (1987, pp ) als een validiteit die bekijkt wat een score op een item precies betekent. De constructvaliditeit in dit onderzoek kan worden bepaald door te controleren of het theoretisch concept tekstkwaliteit in het schema van Rodenburg & De Stadler goed is geoperationaliseerd. Dat betekent dat het theoretisch concept tekstkwaliteit moet worden geanalyseerd en dat vervolgens moet worden bepaald of dat concept wordt gemeten als het onderdeel Tekst en Beeld van het instrument wordt gebruikt. Hanteerbaarheid: 20

21 Een tekstevaluatieschema is alleen hanteerbaar als het niet teveel tijd kost en de resultaten snel beschikbaar zijn. Ook de kosten moeten redelijk blijven. Het aantal proefpersonen en de kosten voor het uitvoeren van het onderzoek moeten in een zinnige verhouding staan tot de kosten van het project als geheel (Steehouder& Jansen, 1997). Tijdens het toepassen van het instrument van Rodenburg & De Stadler (2001) op de Hiv/ Aids voorlichtingsfolder wordt de tekstanalisten daarom gevraagd bij te houden hoe lang zij doen over het werken met het instrument. Bruikbaarheid: Bij tekstevaluatie die gericht is op mogelijke problemen in de tekst moet op basis van de resultaten een nieuwe versie van de tekst gemaakt kunnen worden. De resultaten moeten dus te vertalen zijn in aanwijzingen voor de revisie. Het is niet voldoende om te weten dat er problemen zijn, maar er moet ook duidelijk worden wat die problemen precies zijn, waardoor ze veroorzaakt worden en hoe ze eventueel voorkomen kunnen worden. Ook moet duidelijk zijn hoe ernstig de problemen zijn; bij de revisie kunnen dan prioriteiten gesteld worden (Steehouder & Jansen, 1997). In dit onderzoek wordt de bruikbaarheid van het instrument van Rodenburg & De Stadler (2001) beoordeeld door de tekstanalisten. Zij passen het instrument toe op een Hiv/ Aids voorlichtingsfolder. Naar aanleiding van het werken met het instrument van Rodenburg & De Stadler (2001) moeten de tekstanalisten een oordeel kunnen geven over de kwaliteit van de folder om het Tekstevaluatieschema een bruikbaar instrument te laten zijn. Cultuur: In de literatuur zijn veel definities te vinden van het begrip cultuur. Koeleman (1997, pp. 61) omschrijft cultuur als: de gemeenschappelijke waarden en normen van een groep mensen en hun daaruitvloeiende manieren van doen. Vossenstein (2003, pp. 27) omschrijft cultuur als: een samenhangend geheel van meer of minder bewuste denkbeelden en technieken dat een groep mensen over langere tijd dient als richtlijn en instrument om te leven en overleven. In dit onderzoek hanteer ik echter de veelgebruikte omschrijving van Hofstede (1991). Hij omschrijft cultuur als de collectieve mentale programmering die de leden van één groep of categorie mensen onderscheidt van die van andere (Hofstede, 1991). Met mentale programmering worden de patronen van denken, voelen en potentieel handelen bedoeld die in de loop van iemands leven zijn aangeleerd. Zoals al eerder vermeld in 1.5 zijn er kanttekeningen te plaatsen bij het feit dat Hofstede (1991) Zuid-Afrika behandelt als één land 21

22 met één cultuur. Het onderzoek van Jansen et.al. (2004) suggereert dat er binnen Zuid- Afrikaanse groepen wel degelijk cultuurverschillen zijn. Net als in Jansen et al. (2004) wordt in dit onderzoek de culturele achtergrond van de tekstanalisten gemeten door twee meetinstrumenten, te weten de 16 zogenaamde scenariovragen van Triandis et al. (1998) en de 32 stellingen van Singelis et al. (1995). Deze twee meetinstrumenten zijn in het onderzoek van Jansen et.al. (2004) ook gebruikt om Horizontaal en Verticaal Individualisme en Collectivisme te meten. Volgens Singelis et al. (1995) wordt door het toevoegen van Horizontale en Verticale dimensies in Individualisme en Collectivisme een beter beeld verkregen van de manier waarop individuen en samenlevingen ongelijkheid tussen mensen waarnemen en accepteren. De methode van Singelis et al. (1995) en de methode van Triandis et al. (1998) zijn bedoeld om de onderzoeker in staat te stellen om een goed onderscheid te kunnen maken tussen de dimensies individualisme en collectivisme. Voor een beschrijving van de twee meetinstrumenten, zie

23 Hoofdstuk 2 Methode 2. 1 Materiaal Folder Om na te kijken of het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001) aan de eisen van hanteerbaarheid, bruikbaarheid, betrouwbaarheid en validiteit voldoet, moet het in de praktijk getest worden. In dit onderzoek is ervoor gekozen om een aantal tekstanalisten met een verschillende culturele achtergrond een Hiv/Aids- voorlichtingsfolder te laten analyseren met behulp van het Tekstevaluatieschema, en zo inzicht te krijgen in de waarde van dit instrument in de praktijk. De folder die door de tekstanalisten is gebruikt is de folder AIDS in our community. Deze folder is onderdeel van de zogenaamde Soul City campagne. In Zuid-Afrika zijn er ruim zeshonderd organisaties die los van de regering campagnes zijn begonnen tegen Aids en Soul City is er daar één van. Soul City is een gezondheidsorganisatie die eind jaren negentig is opgericht door een aantal artsen en maatschappelijk werkers om de Hiv/Aids problematiek aan te pakken. Soul City is in enkele jaren uitgegroeid tot één van de grootste organisaties op Hiv/Aids voorlichtingsgebied en behelst naast een serie voorlichtingsfolders ook een gelijknamige radio en tv-serie. De radio-en televisieserie hebben tot doel om een grote groep mensen te bereiken en ze bewust te maken van de gevaren van onveilige seks. De voorlichtingsfolders dienen ter ondersteuning van de radio- en televisieserie. De radio- en televisieserie van Soul City wordt in bijna alle Sub-Sahara-landen van het Afrikaanse continent uitgezonden en vormt in de townships van Zuid-Afrika een breed omarmd symbool van hoop (Bouman, 2004). De folder AIDS in our community die in dit onderzoek is gebruikt is een kleurenfolder en telt zo n 34 pagina s. De folder is afkomstig van een campagne uit 1996 en werd gebruikt ter ondersteuning van de gelijknamige tv-serie. De folder AIDS in our community was destijds in vijf talen te verkrijgen, te weten: Zulu, Xhosa, Sotho, Afrikaans en Engels. Op dit moment is de folder alleen nog maar in het Engels te verkrijgen. Binnen dit onderzoek is gewerkt met de Engelse en Afrikaanse versie van de folder. De Zuid-Afrikaanse tekstanalisten hebben in dit onderzoek gewerkt met de Afrikaanse versie van de folder. De Afrikaanstalige versie was getiteld VIGS in ons gemeenskap. De 23

24 Nederlandse tekstanalisten hebben gewerkt met de Engelstalige versie van de folder, getiteld AIDS in our community. De Afrikaanse folder VIGS in ons gemeenskap en de Engelse folder AIDS in our community zijn qua inhoud identiek. Onderdeel Tekstevaluatieschema Ieder onderdeel uit het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001) is opgebouwd uit verschillende items. De vragen uit het onderdeel Tekst en Beeld bestaan (meestal) uit twee delen: een analysevraag (aangeduid met de letter A) en een evaluatievraag (aangeduid met de letter E). Soms is de E-vraag weggelaten omdat het voor zich spreekt op basis van het antwoord op de analysevraag ( de vraag aangeduid met de letter A). Een voorbeeldvraag uit het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001): 36A Worden er verschillende typen afbeeldingen gebruikt? 36 E Indien dat het geval is, ziet u dit dan als een probleem? Indien dit niet het geval is, is het geslaagd? Waarom/waarom niet? Het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001) bevat de onderstaande onderdelen: 1 Bron 2 Doelgroep 3 Inhoud 4 Doel van de tekst 5 Waarde-appèl 6 Overredingsmechanismen 7 Taalgebruik en Stijl 8 Tekststructuur 9 Tekst en beeld 10 Lay-out Gezien de omvang van het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001) is, zoals al eerder gezegd, besloten om de tekstanalisten in dit onderzoek de folder alleen op het onderdeel Tekst en Beeld te laten testen. Het onderdeel Tekst en Beeld van de vragenlijst bevat 37 vragen, opgedeeld in 5 categorieën. De eerste 13 vragen zijn open vragen. Deze vragen gaan allemaal in op mogelijke problemen die kunnen ontstaan bij het gebruik van beelden in Aidsteksten. Bij de vragen 14 t/m 18 dient één antwoordmogelijkheid gekozen te 24

25 worden. Deze vragen gaan over de verhouding tussen beelden en tekst in de folder. Bij de vragen 19 t/m 26 dienen één of meerdere antwoorden gegeven te worden Deze vragen gaan over de verschillende functies die de afbeeldingen kunnen hebben. Bij de vragen 27 t/m 31 kunnen wederom één of meerdere antwoorden gegeven worden en bij dit onderdeel gaat het om de interactie tussen tekst en beeld. De vragen 32 t/m 37 zijn open vragen en gaan over combinaties van beelden. Als het ene beeld een andere functie of stijl heeft of van een verschillend type is dan het andere beeld, kan dit voor een te groot contrast zorgen. Dit contrast kan als negatief ervaren worden door de doelgroep. Bij alle 37 vragen dient een motivatie gegeven te worden. Dit staat in de vragenlijst steeds vermeld als E vraag. Deze E vraag staat altijd direct onder de vraag waarop deze betrekking heeft. 2.2 Opdracht aan de tekstanalisten De Zuid-Afrikaanse tekstanalisten kregen de Afrikaanse folder VIGS in ons gemeenskap en de Afrikaanse versie van het instrument van Rodenburg & De Stadler (2001) mee naar huis. De Nederlandse tekstanalisten kregen de Engelse folder Aids in our Community en de Nederlandstalige versie van het instrument van Rodenburg & De Stadler (2001) mee naar huis. De opdracht was om over de folder, de vragen te beantwoorden uit het instrument van Rodenburg & De Stadler (2001). De tekstanalisten moesten bijhouden hoeveel tijd ze hiermee kwijt waren. Voor deze opdracht kregen ze ongeveer een week de tijd. Na het werken met het instrument volgde een individueel interview om mogelijke problemen met het werken met het instrument te inventariseren. Nadat alle individuele interviews waren gehouden, volgde een focus-groep discussie waar mogelijke verbeteringen in het schema van Rodenburg & De Stadler (2001) besproken werden. 2.3 Tekstanalisten Het ging er bij dit onderzoek om dat de tekstanalisten problemen zouden opsporen in het onderdeel Tekst en Beeld van het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001). Als een test tot doel heeft problemen op te sporen, is het belangrijkste criterium: hoeveel procent van de echte problemen komt aan het licht bij welk aantal proefpersonen? Oftewel: hoeveel tekstanalisten zijn er nodig voor dit onderzoek? Op grond van de beschikbare literatuur (Steehouder & Jansen,1997) mag worden aangenomen dat bij een enigszins 25

26 homogene groep tekstanalisten een aantal van vijf tot tien tekstanalisten voldoende is om 80 tot 90 procent van de mogelijke problemen in het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001) op het spoor te komen (Steehouder et al.,1997). De twee groepen tekstanalisten in dit onderzoek zijn homogeen te noemen. Dat wil zeggen, het betrof hier allemaal hoog opgeleide (blanke) vrouwen met een goede kennis van tekstevaluatie verkregen door studie of werk. In totaal namen aan dit onderzoek 20 tekstanalisten deel, 10 tekstanalisten in Zuid-Afrika en 10 tekstanalisten in Nederland, variërend in leeftijd tussen 21 en 53 jaar. Alle tekstanalisten hadden een redelijke kennis omtrent tekstevaluatie. Alle tekstanalisten hadden door werk of studie ervaring opgedaan met tekstevaluatie. De Zuid-Afrikaanse tekstanalisten waren iets meer bekend met het Tekstevaluatieschema dan de Nederlandse tekstanalisten. In Nederland hadden alleen de deelnemende studenten wel eens met het Tekstevaluatieschema gewerkt terwijl in Zuid-Afrika een aantal deelnemende universiteitsmedewerkers regelmatig met het schema had gewerkt. In de onderstaande tabel wordt de voorkennis van de tekstanalisten met het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001) weergegeven. Voorkennis * Afkomst Tabel 1: voorkennis van het Tekstevaluatieschema Afkomst Totaal Zuid-Afrika Nederland Voorkennis nooit mee Tekstevalatieschema gewerkt wel eens mee gewerkt regelmatig mee gewerkt Totaal

27 Zuid-Afrika De tekstanalisten in Zuid-Afrika beheersten zowel het Afrikaans als het Engels. Zij gebruikten liever de Afrikaanstalige versie dan de Engelse versie van de folder, zodat zij hebben gewerkt met de Afrikaanse folder VIGS in ons gemeenskap. Tevens hebben zij de Afrikaantalige versie van het onderdeel Tekst en Beeld van het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001) gekregen. Alle tekstanalisten in Zuid-Afrika waren op de één of andere manier verbonden aan het Taalsentrum van de Universiteit van Stellenbosch. Deze groep tekstanalisten bestond uit vijf studenten en vijf medewerkers Zij zijn allen benaderd door prof dr. De Stadler, hoofd van het Taalsentrum, om mee te werken aan dit onderzoek. Hiervoor kregen zij geen vergoeding. Nederland Er is geprobeerd om de Nederlandse groep tekstanalisten zo veel mogelijk overeen te laten komen met de Zuid-Afrikaanse groep tekstanalisten. Daartoe is met behulp van prof. dr. Jansen een lijst samengesteld van personen die benaderd konden worden. Er is steeds gekeken naar welke Zuid-Afrikaanse tekstanalist is gebruikt in dit onderzoek en vervolgens is daar een Nederlandse proefpersoon aan gekoppeld die qua leeftijd en ervaring met tekstanalyse enigszins overeen kwam. Alle Nederlandse proefpersonen waren studenten of docenten Bedrijfscommunicatie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De Nederlandse groep tekstanalisten bestond uit vijf studenten en vijf medewerkers. Voor hun medewerking aan dit onderzoek kregen de tekstanalisten geen vergoeding. Zij beheersten allen het Engels en hebben gewerkt met de Engelse folder AIDS in our community en de Nederlandse vertaling van het onderdeel Tekst en Beeld van het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001). De folders zijn qua inhoud en afbeeldingen identiek. De leeftijden van de tekstanalisten in Zuid-Afrika en Nederland waren als volgt verdeeld: leeftijd Totaal jaar jaar jaar jaar Afkomst Zuid-Afrika Nederland Totaal Tabel 2: leeftijd van de tekstanalisten naar nationaliteit 27

28 2.4 Meetinstrumenten In dit onderzoek is gebruik gemaakt van vier meetinstrumenten: een semi-gestructureerd interview, focus-group discussie, de 16 zogenaamde scenariovragen van Triandis et al. (1998) en de 32 stellingen van Singelis et al. (1995). Semi-gestructureerd interview Met semi-gestructureerde interviews werd geprobeerd mogelijke problemen bij het werken met het onderdeel Tekst en Beeld van het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001) te achterhalen. Bij semi-gestructureerde interviews wordt gewerkt met een vragenlijst zonder antwoordcategorieën. Bij een semi-gestructureerd interview worden een aantal vragen doorlopen, maar bij iedere vraag kan de onderzoeker besluiten om er dieper op in te gaan en door te vragen. Het voordeel van individuele interviews is dat er per tekstanalist een grote hoeveelheid commentaar wordt verkregen. Het nadeel is dat het afnemen van individuele interviews een tijdrovend karwei is (De Jong & Schellens 1997). Focus-groep discussie Een focus-groep discussie is een groepsgesprek met vijf tot acht personen. (De Jong & Schellens 1997). Een focus-groep discussie is zinvol als het onderwerp niet te persoonlijk is en wanneer de mensen niet dagelijks nadenken over een onderwerp. Een focus-groep discussie heeft het voordeel dat meerdere mensen bij elkaar, soms vanuit verschillende disciplines, diverse invalshoeken van een probleem kunnen laten zien. (Reijnders, 2000). Het belangrijkste voordeel van een groepsdiscussie ten opzichte van individuele gesprekken is dat de proefpersonen op elkaar kunnen reageren en elkaar kunnen stimuleren tot het geven van reacties of toelichtingen daarop. De sfeer is vaak meer ontspannen dan tijdens een individueel gesprek, waardoor er meer los kan komen (Vroom, 1994). Een nadeel van een focus-groep discussie of groepsgesprek kan zijn dat de resultaten van ervan door de groepsverhoudingen en groepsprocessen vertekend worden. Hier ligt een belangrijke taak voor de gespreksleider. Volgens De Jong & Schellens (1997) is een groepsgesprek een grofmaziger probleemopsporingsmethode dan een individueel interview. In dit onderzoek is gekozen om eerst een individueel interview te houden met de tekstanalisten om alle mogelijke problemen 28

29 met het werken met het instrument van Rodenburg & De Stadler (2001) op te sporen. Vervolgens had de focus-groep discussie tot doel om te komen tot mogelijke oplossingen voor de problemen in de vragenlijst van het onderdeel Tekst en Beeld uit het Tekstevaluatieschema van Rodenburg & De Stadler (2001). In dit onderzoek is een focus-groep discussie gehouden met de tekstanalisten in Zuid-Afrika en er is een focus-group discussie gehouden met de tekstanalisten in Nederland. De agenda zoals die is gebruikt tijdens de beide focus-groep discussies zag er als volgt uit: 1. Welkom heten 2. Introductie + doel van de discussie 3. Lay-out van het schema 4. Problemen plus mogelijke oplossingen in het schema (per onderdeel) 5. Vragen die weggelaten kunnen worden 6. Vragen die toegevoegd kunnen worden 7. Bruikbaarheid van het schema (is het een evaluatieschema?) 8. Afsluiting De uitkomst van de beide focus-groep discussies is terug te vinden in het hoofdstuk met de resultaten. De volledige weergave van de beide focus-groep discussies is te vinden in bijlage 9 en 10. Stellingen van Singelis et al. (1995) De stellingen van Singelis et al. (1995) vormen een meetinstrument voor het meten van Horizontaal en Verticaal Individualisme en Collectivisme, dat gebruikt is door Miguel Clemente Pablo Espinosa e.a. voor Spaanstalige landen naar aanleiding van Singelis et al. (1995). Volgens Singelis et al. (1995) levert het toevoegen van Horizontale en Verticale dimensies in Individualisme en Collectivisme een beter beeld op van de manier waarop individuen en samenlevingen ongelijkheid tussen mensen waarnemen en accepteren. Deze nieuwe methode stelt de onderzoeker in staat om een beter onderscheid te kunnen maken tussen de culturele dimensies collectivisme en individualisme. 29

Werkstuk Maatschappijleer Aids

Werkstuk Maatschappijleer Aids Werkstuk Maatschappijleer Aids Werkstuk door een scholier 1699 woorden 21 oktober 2004 6,4 81 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Ik hou mijn werkstuk over aids. Aids is een afkorting voor van

Nadere informatie

Het tekstevaluatieschema onder de loep genomen

Het tekstevaluatieschema onder de loep genomen E. Bouwmans Het tekstevaluatieschema onder de loep genomen Onderzoek naar de meningen van Nederlandse en Zuid-Afrikaanse tekstexperts over de betrouwbaarheid, validiteit, hanteerbaarheid en bruikbaarheid

Nadere informatie

Naar een nieuw concept van Gezondheid

Naar een nieuw concept van Gezondheid Kwaliteitsinstituut 7 mei 2013 Naar een nieuw concept van Gezondheid Daniëlle Branje MSc. & Machteld Huber, arts Louis Bolk Instituut, Driebergen www.louisbolk.nl Louis Bolk Instituut Sinds 1976 Onderzoek

Nadere informatie

VWXGHQWHQLQ=XLG$IULND

VWXGHQWHQLQ=XLG$IULND 6WLMORIJHHQVWLMO" 2QGHU]RHNQDDUKHWHIIHFWYDQHHQIXQN\VWLMOYHUJHOHNHQPHWHHQQLHWIXQN\VWLMO LQHHQ+,9$LGVYRRUOLFKWLQJWHNVWYRRUEODQNHHQNOHXUOLQJ$IULNDDQVVSUHNHQGH VWXGHQWHQLQ=XLG$IULND Maar as jy net dying is

Nadere informatie

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60)

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Auteurs: T. Batink, G. Jansen & H.R.A. De Mey. 1. Introductie De Flexibiliteits Index Test (FIT-60) is een zelfrapportage-vragenlijst

Nadere informatie

5,4. Werkstuk door een scholier 2094 woorden 30 juni keer beoordeeld. Inhoudsopgave:

5,4. Werkstuk door een scholier 2094 woorden 30 juni keer beoordeeld. Inhoudsopgave: Werkstuk door een scholier 2094 woorden 30 juni 2003 5,4 28 keer beoordeeld Vak ANW Inhoudsopgave: - Procesverslag - Wat de hoofd- en deelvragen zijn - Inleiding - Beantwoording van hoofdvraag - Beantwoording

Nadere informatie

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen Inhoud Inleiding 7 1 Diversiteit in jouw leven 13 1.1 Identiteit 13 1.2 Sociale identiteit 15 1.3 Sociale deelidentiteiten 17 1.4 Multiculturele persoonlijkheden 20 1.5 Aspecten van persoonlijkheden 24

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Stijl of geen stijl?

Stijl of geen stijl? Stijl of geen stijl? Onderzoek naar het effect van een funky stijl vergeleken met een niet-funky stijl in een HIV/Aids-voorlichtingtekst voor blanke en kleurling Afrikaans sprekende studenten in Zuid-Afrika

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen?

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Beter Oud Worden in Amsterdam - 31 maart 2015 Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Dr. Machteld Huber, arts, senior-onderzoeker Louis Bolk Instituut, Driebergen www.louisbolk.nl

Nadere informatie

De ideale buurtsamenstelling. Samenvatting onderzoeksrapport mei 2016

De ideale buurtsamenstelling. Samenvatting onderzoeksrapport mei 2016 De ideale buurtsamenstelling Samenvatting onderzoeksrapport mei 2016 Deze publicatie is uitgegeven door BPD, afdeling Marktonderzoek. Contactpersoon: Bob Guldemond, Marktonderzoeker, tel. 088-712 2110,

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen

Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen Onderzoek Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen Onderzoek in opdracht van Pensioenkijker.nl Projectleider Kennisgroep : Vivianne Collee : Content Unit Financiën Datum : 09-11-010 Copyright:

Nadere informatie

Onderzoek naar de informatiehuishouding. Twee vragenlijsten vergeleken

Onderzoek naar de informatiehuishouding. Twee vragenlijsten vergeleken Onderzoek naar de informatiehuishouding Twee vragenlijsten vergeleken Wat zijn de verschillen tussen een informatie audit vragenlijst en een e-discovery checklist en maak je een keuze of kunnen ze elkaar

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

DE INVLOED VAN GELUK, PECH, BIED- EN SPEELTECHNIEK OP DE SCORE BIJ BRIDGE

DE INVLOED VAN GELUK, PECH, BIED- EN SPEELTECHNIEK OP DE SCORE BIJ BRIDGE DE INVLOED VAN GELUK, PECH, BIED- EN SPEELTECHNIEK OP DE SCORE BIJ BRIDGE Versiedatum: 30-8-2008 Jan Blaas Blz. 1 van 7 Versiedatum: 30-8-08 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 Hoe groot is de invloed van pech

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Amber Van Geit Opleiding:

Nadere informatie

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers Master-thesis over de werkwijze van de docent kunsteducatie in het VMBO en VWO Tirza Sibelo Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen Richting: Sociologie

Nadere informatie

Zwarte Piet en Witte Klaas

Zwarte Piet en Witte Klaas Zwarte Piet en Witte Klaas Onderzoek naar beeldvorming in de sinterklaastraditie Bianca Berends Kunst en Cultuurwetenschappen Vrije Opleiding Voorwoord Dit is een scriptie over een, volgens velen, oer-

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap

Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap Augustus 2015 Het meeste wetenschappelijk onderzoek wordt betaald door de overheid uit publieke middelen. De gevolgen van wetenschappelijke kennis voor de samenleving

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Doorbraak in onderzoek naar ME

Doorbraak in onderzoek naar ME Doorbraak in onderzoek naar ME Gezaghebbende Amerikaanse overheidsinstanties hebben opnieuw bij MEpatiënten een virus aangetroffen. Al eerder berichtte EenVandaag over de ontdekking van het XMRV-virus

Nadere informatie

Project AIDS-preventie en zorg in samenwerking met 8 UNI-vakbonden van Zuid-Afrika

Project AIDS-preventie en zorg in samenwerking met 8 UNI-vakbonden van Zuid-Afrika Project AIDS-preventie en zorg in samenwerking met 8 UNI-vakbonden van Zuid-Afrika Aidsvirus Een HIV-besmetting verzwakt geleidelijk het immuunsysteem zodat je sneller vatbaar bent voor opportunistische

Nadere informatie

Besmetting met HIV Inleiding Wat is HIV Wat is AIDS

Besmetting met HIV Inleiding Wat is HIV Wat is AIDS Besmetting met HIV Inleiding Door een ongeluk, waarbij u mogelijk in contact bent gekomen met het bloed van iemand met HIV of AIDS, loopt u kans om met HIV besmet te raken. Juist bij een ongeluk gaat alles

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Volledig op mij van toepassing. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Daar ben ik mij volledig van bewust

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Volledig op mij van toepassing. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Daar ben ik mij volledig van bewust CONTACT MAKEN drs. A.M. Lautenbach 1 SITUATIE Twee mensen ontmoeten elkaar. Bijna direct is er al een ondefinieerbare verbondenheid, een magisch gevoel van vertrouwen en écht contact. Gedachten en gevoelens

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek?

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? NHG wetenschapsdag 2010 Caroline Terwee Kenniscentrum Meetinstrumenten VUmc Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU medisch centrum Inhoud 1. Presentatie 2. Kritisch

Nadere informatie

Testen op HIV, ja of nee?

Testen op HIV, ja of nee? Afdeling Verloskunde, locatie AZU Testen op HIV, ja of nee? Informatie voor zwangere vrouwen Wat is HIV, wat is aids en wat zijn de gevolgen tijdens de zwangerschap. HIV is het virus dat de ziekte aids

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed

Nadere informatie

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Een speciale uitdaging voor het huisartsenteam en het steunnetwerk Dr. Jany Rademakers, NIVEL Drs. Jeanny

Nadere informatie

VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST

VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST VOORBEELDRAPPORT MARKETING EN SALES POTENTIEEL TEST Respondent: J. de Vries ( voorbeeld) E- mailadres: jdevries@example.com Geslacht: Man Leef tijd: 32 Opleiding sniveau: HBO Verg elijking sg roep: Normg

Nadere informatie

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9

Auteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9 Woord vooraf Het Basisboek Methoden en Technieken biedt je een handleiding voor het opzetten en uitvoeren van empirisch kwantitatief onderzoek. Je stelt door waarneming vast wat zich in de werkelijkheid

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit 1 2 Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN

Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN Management summary Schuttelaar & Partners 001-01.ppt december 00 Marieke Gaus Context en doel van het onderzoek Doel onderzoek Het onderzoek wordt uitgevoerd

Nadere informatie

Hiv en stigmatisering in Nederland

Hiv en stigmatisering in Nederland Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Hiv en stigmatisering in Nederland

Nadere informatie

stimuleert ondernemerschap BRochure STEVE

stimuleert ondernemerschap BRochure STEVE BRochure STEVE 2015/2016 DreamStorm presenteert STEVE het introductie programma ondernemend leren Steve is een individueel lesprogramma voor studenten in het Middelbaar Beroeps Onderwijs. In 12 lesuren

Nadere informatie

Samenvatting. Nieuwe ontwikkelingen in de palliatieve zorg: kwaliteitsindicatoren en het palliatieve zorgcontinuüm.

Samenvatting. Nieuwe ontwikkelingen in de palliatieve zorg: kwaliteitsindicatoren en het palliatieve zorgcontinuüm. Samenvatting Nieuwe ontwikkelingen in de palliatieve zorg: kwaliteitsindicatoren en het palliatieve zorgcontinuüm Samenvatting 173 Vanaf halverwege de jaren '90 is palliatieve zorg door de Nederlandse

Nadere informatie

Situatie 1 Denkt u dat er een communicatie probleem bestaat? Dan voer ik analyses binnen de dimensie communicatie.

Situatie 1 Denkt u dat er een communicatie probleem bestaat? Dan voer ik analyses binnen de dimensie communicatie. Voorbeeld Verzuimonderzoeksrapport (beknopt) Indeling 1. Theoretische achtergrond 2. Werkwijze 3. Analyses 4. Conclusies en aanbevelingen 1. De theoretische achtergrond wordt specifiek voor uw organisatie

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Jaarlijks doen vele jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking In Nederland een beroep op de hulpverlening. Een aanmerkelijk aantal van hen krijgt deze hulp van een LVG-instituut.

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden.

28-10-2015. Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Docent: Marcel Gelsing Je kunt deze presentatie na afloop van de les downloaden. Ga naar: www.gelsing.info Kies voor de map Eindopdrachten Download: Integrale eindopdracht Fase 1.pdf Les 1: fase 1 en 2

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden Het immuun systeem Het immuun systeem is erg complex en vele celtypes dragen bij aan de bescherming tegen virussen en bacteriën. Voor het begrip van dit proefschrift zijn vooral de T cellen van belang.

Nadere informatie

De dienstverlening van SURFnet Onderzoek onder aangesloten instellingen. - Eindrapportage -

De dienstverlening van SURFnet Onderzoek onder aangesloten instellingen. - Eindrapportage - De dienstverlening van Onderzoek onder aangesloten instellingen - Eindrapportage - 09-09-2009 Inhoud Inleiding 3 Managementsamenvatting 4 Onderzoeksopzet 5 Resultaten 6 Tevredenheid 6 Gebruik en waardering

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival 1 (12) Onderzoek Inwonerspanel: Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 26 maart kregen de panelleden van 18 jaar en ouder (1.155 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst over

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Thematische behoeftepeiling Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Inleiding In de komende jaren ontwikkelt de VSOP toerustende activiteiten voor patiëntenorganisaties

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 2013-2014

SECTORWERKSTUK 2013-2014 SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,

Nadere informatie

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Cretien van Campen m.m.v. Maaike

Nadere informatie

Uit het resultaat van mijn test kwamen voornamelijk de doener en beslisser naar voren.

Uit het resultaat van mijn test kwamen voornamelijk de doener en beslisser naar voren. Metawerk Fedor. Semester 1a Opdracht 1. Ik heb voor opdracht 1 de leerstijlentest van Kolb gemaakt. Deze test heeft als doel om te kijken op wat voor manier je het beste informatie kunt opnemen en verwerken.

Nadere informatie

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Onderzoek door mr. J.M. Blanco Fernández en prof. mr. M. van Olffen (Van der Heijden Instituut, Radboud Universiteit Nijmegen) in opdracht van het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek

Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek Hogeschool van Amsterdam Naam: Lauri Linn Konter Studentnr: 500642432 Klas: Lv12-2E2 Jaar: 2012-2013 Docent: M. Hoekstra Inhoudsopgave Inleiding Blz: 3 Verpleegprobleem

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van

Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van de Hogeschool Rotterdam. Mijn presentatie is opgebouwd

Nadere informatie

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Het Groninger Stadspanel over LGBT Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering

Nadere informatie

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument

Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument Meer Merkbeleving door Merkextensies Een onderzoek naar de invloed van merkextensies op de merkbeleving van de consument - Marieke van Westerlaak 2007 - 1. Inleiding Libelle Idee, Libelle Balans, Libelle

Nadere informatie

ET s in het beroepsonderwijs Samen uit, samen thuis?

ET s in het beroepsonderwijs Samen uit, samen thuis? ET s in het beroepsonderwijs Samen uit, samen thuis? Iwan Wopereis (OU) Susan McKenney (OU/UT) Marco Mazereeuw (NHL) THE EXTENDED TEAM ORD 2013 - Brussel 1 Inhoud Introductie Methode Resultaten Discussie

Nadere informatie

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren Het forum AOS docentonderzoek Rapporteren en presenteren Wanneer is je onderzoek geslaagd? Evalueren en beoordelen Oefening 4 (pagina 316 of 321) Rapporteren en presenteren Verspreiding van resultaten

Nadere informatie

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé

CREATIEF VERMOGEN. Andrea Jetten, Hester Stubbé CREATIEF VERMOGEN Andrea Jetten, Hester Stubbé OPDRACHT Creativitief vermogen meetbaar maken zodat de ontwikkeling ervan gestimuleerd kan worden bij leerlingen. 21st century skills Het uitgangspunt is

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale

Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Antwoordsleutel vraag 2 t/m 9 IOF al la carte Pediatric Balance Scale Hieronder staan de antwoorden beschreven voor de vragen die jullie beantwoord hebben tijdens de IOF bijeenkomst. Mochten jullie naar

Nadere informatie

Management Summary. Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator

Management Summary. Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator Management Summary Evaluatie onderzoek naar Peer Review voor de MfN-registermediator Uitgevoerd door onderzoekers van het Montaigne Centrum voor Rechtspleging en Conflictoplossing van de Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid De gebruikers 1200 gezondheidsbevorderaars, voorlichters en preventiewerkers, werkzaam bij: GGD

Nadere informatie

OCAI. veelgestelde vragen

OCAI. veelgestelde vragen OCAI veelgestelde vragen OCAI, veelgestelde vragen OCAI online Vrouwenlaan 106 8017 HS Zwolle 038-2301503 www.ocai-online.nl OCAI online, september 2008 3 [ Over de uitslag Hoe kan het dat mijn collega

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan:

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan: NEDERLANDS, TENZIJ Onderzoek Vakgroep Marktkunde en Marktonderzoek RUG In dit onderzoek zijn de volgende vragen geformuleerd: Welke factoren zijn op dit moment van invloed op de beslissing of Nederlandse

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek

Rapportage cliëntervaringsonderzoek Rapportage cliëntervaringsonderzoek Versie 2.0.0 Drs. J.J. Laninga december 2017 www.triqs.nl Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Leeswijzer... 4 Methode... 5 Uitkomsten meting... 6 Samenvatting...

Nadere informatie

Handleiding voor het Beoordelingsgesprek

Handleiding voor het Beoordelingsgesprek Handleiding voor het Beoordelingsgesprek Inhoud Pagina 1. Inleiding 3 2. Doel en achtergrond van het beoordelingsgesprek 3 3. De beoordelingsprocedure Stap 1: het voorlopig invullen van het Ontwikkelingsformulier

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Individuele game analyse. The Great Flu. Door Vincent van der Velde

Individuele game analyse. The Great Flu. Door Vincent van der Velde Individuele game analyse The Great Flu Door Vincent van der Velde Inhoudsopgave INTRODUCTIE 3 INLEIDING GAME 4 STELLING & INHOUD GAME 6 AFRONDING 8 Introductie Voor de opdracht was het de bedoeling om

Nadere informatie

Helder zicht: meet het verandervermogen van uw organisatie

Helder zicht: meet het verandervermogen van uw organisatie Helder zicht: meet het verandervermogen van uw organisatie Zou het niet heerlijk zijn als: veranderingen soepeler verlopen, medewerkers er minder weerstand tegen hebben, projecten eerder klaar zijn en

Nadere informatie

Engelse taal bachelor psychologie UvT

Engelse taal bachelor psychologie UvT Engelse taal bachelor psychologie UvT Aanleiding Enkele studenten hebben hun teleurstelling uitgesproken over Engelstalige tentamens, zoals Inleiding Psychologie van Arbeid en Economie en Cultuurpsychologie.

Nadere informatie

Cynisme over de politiek

Cynisme over de politiek Cynisme over de politiek Een profiel van ontevreden burgers Dr. Pieter van Wijnen Waar mensen samenleven, zijn verschillende wensen en belangen. Een democratische samenleving heeft als doel dat politici

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Persoonlijkheidstesten

Persoonlijkheidstesten Persoonlijkheidstesten De gratis korte persoonlijkheid test De eerste test die ik heb gemaakt is een gratis test. Deze test bestaat uit één vraag waar wordt gevraagd een van de negen figuren te kiezen.

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie