Methodologie voor het beschrijven van speerpuntclusters in Vlaanderen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Methodologie voor het beschrijven van speerpuntclusters in Vlaanderen"

Transcriptie

1 Steunpunt Economie & Ondernemen Waaistraat 6/3550 B-3000 Leuven, Belgium Beleidsrapport STORE Methodologie voor het beschrijven van speerpuntclusters in Vlaanderen Daan Goutsmet a,b,*, Cathy Lecocq a,b,**, en Astrid Volckaert a,b,+ a Steunpunt Economie & Ondernemen b Vlaams Instituut voor Economie & Samenleving (VIVES), Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, KU Leuven * daan.goutsmet@kuleuven.be ** cathy.lecocq@kuleuven.be + astrid.volckaert@kuleuven.be 7 juni 2018 c STORE en KU Leuven (2018). De resultaten in dit rapport geven de mening van de auteurs weer en niet deze van de Vlaamse Overheid: de Vlaamse Gemeenschap/het Vlaams Gewest is niet aansprakelijk voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de in deze mededeling of bekendmaking opgenomen gegevens.

2 Samenvatting Het Steunpunt Economie & Ondernemen beschrijft, in opdracht van de Vlaamse Overheid, de Vlaamse speerpuntclusters: VIL (logistiek), Catalisti (chemie en kunststoffen), SIM (slimme materialen) en Flux50 (energie) en Flanders Food (agrovoeding). De methodologie die gehanteerd wordt om de speerpuntclusters te beschrijven en te situeren binnen hun strategisch domein, wordt beschreven in deze methodologische paper. De nadruk van deze eerste studie van de speerpuntclusters ligt op het economische draagvlak en de performantie van de clusters in Vlaanderen. We gebruiken hiervoor bedrijfsdata van bedrijven die hun hoofdzetel in Vlaanderen of Brussel hebben. Kennisinstellingen, beroepsorganisaties en buitenlandse bedrijven, niettegenstaande dat ze deel uitmaken van de cluster, worden niet in rekening genomen in de studie. In verder onderzoek zal ook gekeken worden naar de O&O&I activiteiten van de clusters. De clusters worden afgelijnd op basis van de bedrijven die in een bepaald jaar lid zijn van de cluster, dwz ondernemingen die het betreffende jaar lidgeld aan de clusterorganisatie betaald hebben. Voor de speerpuntcluster SIM worden ook bedrijven meegerekend die een programmabijdrage betaald hebben. Voor ondernemingen die tot een grotere ondernemingsgroep behoren, is het belangrijk om alle relevante ondernemingsnummers, dus alle ondernemingen (bv. productie vestigingen, O&O vestigingen) die actief zijn in de cluster, mee te nemen in de analyses. Het strategische domein betreft een beperkt aantal, core economische sectoren waarin de cluster actief is: de logistiek voor de speerpuntcluster VIL, de chemie en kunststoffen voor Catalisti, slimme materialen voor SIM, energie en bouw voor Flux50 en agrovoeding voor Flanders Food. Deze strategische domeinen van de speerpuntcluster vallen in grote lijnen overeen met de klassieke economische sectoren. We gebruiken daarom de NACE classificatie (NACE principal code, 2-cijfers sectoren, of meer verfijnd indien nodig) om de strategische domeinen af te lijnen. In tegenstelling tot de leden van de cluster, zijn de NACE sectoren die deel uitmaken van het strategisch domein van de cluster vast doorheen de tijd. Voor de omschrijving van de clusters en hun strategisch domein, maken we gebruik van de bedrijfsdatabank Bel-first van Bureau van Dijk. Deze databank bevat data van de jaarrekeningen van bedrijven in België. Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) i

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Aflijnen van de cluster en het strategisch domein Cluster Definitie van de cluster Bedrijven en ondernemingsnummers Strategisch domein Definitie van het strategisch domein Bedrijven en NACE principal code sectorclassificatie Koppelen met bedrijfseconomische data Bel-first databank Verificatie, aanvulling en validatie van de ledenlijsten Analyse Samenstelling van de cluster Sectorale verdeling Geografische spreiding Multinationaal karakter Grootte van de bedrijven Leeftijd van de bedrijven Economisch draagvlak van de cluster Tewerkstelling Toegevoegde waarde Productiviteit Kernindicatoren van de cluster Appendix Lijst met definities en afkortingen Overzicht van primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sectoren 31 Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) i

4 Lijst van figuren 1 Fictief voorbeeld van een bedrijf met meerdere ondernemingsnummers Top-down methodologie NACE principal code Flowchart van de te volgen methodologie, met focus op de data analyse Voorbeeldweergave van het aantal bedrijven per sector - algemeen 21 5 Voorbeeldweergave van het aantal bedrijven per sector - cluster specifiek Voorbeeldweergave van het aantal bedrijven per provincie Voorbeeldweergave van het multinationaal karakter van de cluster 24 8 Voorbeeldweergave van de grootte van de bedrijven Voorbeeldweergave van de grootte van de bedrijven per sector Voorbeeldweergave van de leeftijd van de bedrijven in de cluster Voorbeeld weergave van de tewerkstelling in de cluster Voorbeeldweergave van de toegevoegde waarde in de cluster Voorbeeldweergave van de kernindicatoren Lijst van tabellen 1 Drempels voor micro, kleine en middelgrote ondernemingen Primaire sector volgens NACE Rev. 2 2-cijfer sectoren Secundaire sector volgens NACE Rev. 2 2-cijfer sectoren Tertiaire sector volgens NACE Rev. 2 2-cijfer sectoren Quartaire sector volgens NACE Rev. 2 2-cijfer sectoren Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) ii

5 1 Inleiding Het Steunpunt Economie & Ondernemen beschrijft, in opdracht van de Vlaamse Overheid, de 5 speerpuntclusters. De speerpuntclusters VIL (logistiek), Catalisti (chemie en kunststoffen), SIM (slimme materialen) en Flux50 (energie) zijn van start gegaan op 1 januari 2017, een vijfde speerpuntcluster, Flanders Food (agrovoeding) vangt aan op 1 januari In een eerste fase werden de speerpuntclusters VIL en Catalisti in kaart gebracht en geplaatst binnen hun strategisch domein, zie STORE en STORE De gehanteerde methodologie werd zo veel mogelijk geharmoniseerd en zal nadien ook toegepast worden voor de studie van de andere speerpuntclusters. De methodologie wordt in detail beschreven in dit rapport. Het aflijnen van de speerpuntcluster en het strategisch domein is een eerste belangrijke stap voor de studie van de speerpuntclusters. Hoofdstuk 2 beschrijft wat we binnen de context van de speerpuntclusters in Vlaanderen verstaan onder cluster en strategisch domein en hoe deze concepten geoperationaliseerd worden in de studies van de speerpuntclusters. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de Bel-first database besproken die gebruikt wordt om de clusters en hun strategische domeinen in kaart te brengen. Bedrijfsdata van Bel-first worden via het ondernemingsnummer gekoppeld aan de leden van de cluster. Een belangrijke stap bij het in kaart brengen van de clusters is de verificatie van de bedrijven die lid zijn van de cluster. Veel bedrijven die actief zijn binnen de clusters zijn immers grote bedrijven die bestaan uit een ondernemingsgroep met meerdere, verbonden bedrijven. Bedrijven binnen deze groep betalen doorgaans slechts eenmaal lidgeld, terwijl meerdere bedrijven in de groep betrokken zijn in de cluster. Hoofdstuk 3 beschrijft welke stappen ondernomen zijn om de bedrijfsnummers van bedrijven die actief zijn in de clusters zo exhaustief mogelijk te identificeren. De aangepaste lijst van ondernemingsnummers moet vervolgens gevalideerd worden door de experten van de cluster die weten welke bedrijven betrokken zijn bij de cluster. Eens de lijst van leden gevalideerd is, wordt elke speerpuntcluster aan de hand van economische data uit de jaarrekening van bedrijven, beschreven in termen van kenmerken en het economisch draagvlak van de cluster. Daarnaast bereke- Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 1

6 nen we jaarlijks kernindicatoren op niveau van de cluster om de economische performantie van de cluster te kunnen opvolgen doorheen de tijd. Deze analyses en indicatoren worden beschreven in hoofdstuk 4 van deze methodologische paper. De nadruk van deze eerste studie van de speerpuntclusters ligt op het economische draagvlak en de performantie van de clusters in Vlaanderen. In latere studies zal ook gekeken worden naar de O&O&I activiteiten van de clusters. In wat volgt, worden de termen cluster en speerpuntcluster naast elkaar gebruikt. Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 2

7 2 Aflijnen van de cluster en het strategisch domein 2.1 Cluster Definitie van de cluster In het clusterbesluit van maart 2016 worden speerpuntclusters als volgt gedefinieerd: Speerpuntclusters zijn grootschalige en ambitieuze innovatieclusters met een lange-termijn visie die aansluiting vinden bij voor Vlaanderen strategische domeinen, op internationaal vlak een toonaangevende rol spelen, samenwerken in een triple helix met alle andere actoren, duidelijk betrokken zijn bij de strategische onderzoeksagenda van relevante onderzoeksgroepen in kennisinstellingen en kenniscentra, een centrale rol in het innovatiesysteem vervullen en een hefboom naar Europese middelen realiseren Binnen de speerpuntclusters groeperen triple helix actoren - overheid, grote internationaal actieve bedrijven en gespecialiseerde KMOs, en kennisinstellingen - zich rond een (voor Vlaanderen) belangrijk economisch waardenetwerk, met een duidelijke en ambitieuze lange-termijn agenda. Om de impact van het speerpuntclusterbeleid te maximaliseren, focust de overheid op een sterke resultaatsgerichtheid van de clusters. De nadruk van de studie van het Steunpunt Economie & Ondernemen ligt dan ook op het economische draagvlak en de performantie van de clusters in Vlaanderen. De analyses maken daartoe gebruik van economische data van bedrijven actief in België om de speerpuntclusters en hun onderliggend strategisch domein in kaart te brengen. Kennisinstellingen, beroepsorganisaties en buitenlandse bedrijven, niettegenstaande dat ze deel uitmaken van de cluster, worden niet in rekening genomen in de studie. Omdat heel wat bedrijven die actief zijn in Vlaanderen hun hoofdzetel in Brussel hebben, beperken we ons niet tot bedrijven met hoofdzetel in Vlaanderen maar nemen we ook alle bedrijven met hoofdzetel in Brussel mee in de analyses. Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 3

8 Een vaste en duidelijke definitie van welke bedrijven op een bepaald tijdstip tot de (speerpunt)cluster behoren is noodzakelijk om een onderscheid te kunnen maken tussen bedrijven die wel of niet tot de cluster behoren in een bepaald jaar en om de cluster te kunnen opvolgen doorheen de tijd. Om de speerpuntclusters in kaart te brengen bij aanvang van het clusterinitiatief op 1 januari 2017, werd in eerste instantie (eind 2016) vertrokken van de lijst van bedrijven die een intentieverklaring ondertekend hadden waarin ze zich engageren om actief aan de cluster deel te nemen. Hoewel deze lijst een belangrijk startpunt vormde om de clusters in kaart te brengen, bleek ze in de loop van 2017 toch niet volledig. Bij de meeste clusters hadden zich begin 2017 reeds nieuwe leden aangesloten bij de cluster. Daarnaast zijn er ook bedrijven die een intentieverklaring hebben getekend, maar midden 2017 geen lid zijn van de cluster. Vervolgens (voorjaar 2017) werd in samenspraak met het departement EWI en VLAIO besloten om de volgende definitie te hanteren voor het aflijnen van de clusters: De analyse van de speerpuntcluster gebeurt op basis van de bedrijven die officieel lid zijn van de speerpuntcluster - d.w.z. die het lidgeld voor het betreffende jaar aan de clusterorganisatie betaald hebben. Voor de speerpuntcluster SIM, worden ook de bedrijven die een programma bijdrage betalen, beschouwd als deel van de cluster. Deze programma bijdragen zijn immers ook indicatief voor de lange termijn betrokkenheid van bedrijven in de cluster. Bij het in kaart brengen van de clusters aan de hand van economisch indicatoren, bleek echter dat een belangrijk aandeel van de clusterleden binnen de speerpuntclusters grote bedrijven betreffen die bestaan uit een ondernemingsgroep met meerdere Belgische btw nummers. Bedrijven binnen deze groep betalen doorgaans slechts eenmaal lidgeld, terwijl meerdere bedrijven in de groep actief betrokken kunnen zijn in de cluster. Voor de ondernemingen die geen deel zijn van een grotere ondernemingsgroep, is het aflijnen van ondernemingen die tot de cluster behoren evident: elk bedrijf Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 4

9 dat lidgeld (programma bijdrage) betaald heeft, is lid van de cluster. Het ondernemingsnummer van het bedrijf komt overeen met het ondernemingsnummer in het facturatie systeem van de clusterorganisatie. Voor ondernemingen die tot een grotere ondernemingsgroep behoren met meerdere bedrijven actief in Vlaanderen, is het aflijnen van de bedrijven die lid zijn van de cluster minder eenvoudig. De reden is dat in sommige clusters, bedrijven die tot eenzelfde ondernemingsgroep behoren slechts eenmaal lidgeld betalen en dat de onderneming die het lidgeld betaalt, ook niet noodzakelijk het bedrijf is dat actief is in de cluster (productievestiging(en) of de O&O vestiging(en)), maar in een aantal gevallen het hoofdkwartier, het coördinatiecenter of de holdingstructuur van een ondernemingsgroep. In dit geval, moeten de relevante productie vestiging(en) of O&O vestiging(en) meegenomen worden in de analyse van de cluster, en niet het hoofdkwartier. Buitenlandse ondernemingsnummers worden buiten beschouwing gelaten voor de analyses. Voor de speerpuntcluster, bestuderen we immers het economische draagvlak van de cluster in Vlaanderen. Er wordt in het geval van buitenlandse leden van de cluster wel aan de clusterorganisatie gevraagd om een alternatief, Belgisch ondernemingsnummer aan te reiken indien de betreffende onderneming ook actief is in Vlaanderen. Dit behoort tot de manuele verificatie en expert validatie verder beschreven in hoofdstuk 3. De lijst van bedrijven die op deze manier gegeneerd wordt, zal dus ruimer zijn dan de lijst van bedrijven die lidgeld betaald hebben vermits ook verbonden ondernemingen worden opgenomen. Het is belangrijk dat de definitie en de methode om de clusterleden te identificeren, toelaat om duidelijk af te bakenen welke bedrijven actief zijn in een cluster in een bepaald jaar. Dit laat ook toe om in de volgende jaren op een eenduidige manier, nieuwe leden van de cluster te identificeren, alsook uittredende leden. In de tweede helft van 2017, vonden er individuele vergaderingen plaats met VLAIO en vertegenwoordigers van de respectievelijke speerpuntclusters waarbij elke cluster zich engageert om een finale ledenlijst te bezorgen aan STORE. Deze lijst bevat alle bedrijven (inclusief alle relevante ondernemingsnummers, zie 2.1.2) die actief deel uitmaken van de cluster op 1 januari Bedrijven die in de loop van 2017 aansloten, worden niet in rekening gebracht voor deze nulmeting Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 5

10 of omschrijving van de cluster bij aanvang van het clusterinitiatief. Een nieuwe ledenlijst, inclusief alle nieuwe leden, op basis van betaald lidgeld zal jaarlijks door de clusters aan STORE worden overgemaakt. Deze lijsten vormen de basis om de evolutie van de clusters (onder meer het aantal leden, tewerkstelling, toegevoegde waarden) doorheen de tijd te meten. Bemerk dat een aantal clusters onderscheid maken tussen verschillende type leden. Zo wordt binnen Catalisti het onderscheid gemaakt tussen projectleden en instapleden. De projectleden zijn actief in O&O en verwachten ook een directe return van hun activiteit binnen Catalisti. De instapleden zijn minder actief in de cluster, zijn over het algemeen ook kleine bedrijven, en betalen een kleinere bijdrage. In samenspraak met Catalisti werd besloten om de analyses met betrekking tot de samenstelling van de cluster te doen voor het totaal van de cluster (projectleden + instapleden) en voor de projectleden afzonderlijk. Voor het economisch draagvlak van de cluster (tewerkstelling, toegevoegde waarde, omzet) en de kernindicatoren, worden enkel de projectleden meegenomen. In de volgende sectie wordt wat meer uitleg gegeven over bedrijven en ondernemingsnumers Bedrijven en ondernemingsnummers Elke onderneming heeft een uniek ondernemingsnummer. Dit ondernemingsnummer, dat overeenkomt met het BTW nummer van bedrijven en kan worden opgezocht in de KBO databank, gebruiken we om bedrijven in de cluster te linken met bedrijfseconomische data van de Bel-First databank, zoals verder beschreven in hoofdstuk 3. De Bel-First databank bevat data van de jaarrekeningen die bedrijven neerleggen bij de NBB. Grote bedrijven hebben vaak een complexe structuur van moeder- en dochterbedrijven, en/of verschillende vestigingen. Zo kan een onderneming meerdere vestigingen hebben in Vlaanderen, Brussel en/of Wallonië (met unieke vestigingsnummers) die allemaal onder hetzelfde Belgisch ondernemingsnummer vallen. In dit geval hebben de economische data waarmee we werken betrekking op het geheel van alle vestigingen die onder dit ondernemingsnummer vallen. De (ongeconsolideerde) jaarrekening van bedrijven wordt immers neergelegd op Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 6

11 niveau van de onderneming, en niet op niveau van de individuele vestigingen. Bedrijven, multinationals in het bijzonder, kunnen echter ook verschillende dochterondernemingen hebben, met elk hun eigen ondernemingsnummer, al dan niet in meerdere landen. We spreken in dit geval van een ondernemingsgroep. Voor de analyse van de cluster wordt nagegaan welke Belgische ondernemingsnummers relevant zijn om de cluster in Vlaanderen in kaart te brengen. Dit zijn de ondernemingnummers van de ondernemingen die lid zijn van de cluster. Binnen eenzelfde ondernemingsgroep kunnen meerdere ondernemingen (met eigen ondernemingsnummer) in de analyse opgenomen worden, indien al deze ondernemingen actief zijn in de cluster. Bv. in het geval een ondernemingsgroep meerdere productiebedrijven heeft in Vlaanderen met elk een eigen, ondernemingsnummer. Dit wordt schematisch weergegeven in figuur 1. Om een zo correct en volledig mogelijk overzicht te hebben van de bedrijven die actief zijn in de cluster is het dus noodzakelijk om van de bedrijven die lid zijn van de cluster, en in het geval van de speerpuntcluster SIM ook van alle bedrijven die een programmabijdrage betaald hebben, alle relevante ondernemingsnummer(s) mee te nemen in de analyses. Figuur 1: Fictief voorbeeld van een bedrijf met meerdere ondernemingsnummers Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 7

12 2.2 Strategisch domein Definitie van het strategisch domein Naast het beschrijven van de cluster, wordt de cluster ook geplaatst binnen zijn strategisch domein. Stragische domeinen voor Vlaanderen (conceptnota clusterbeleid van juni 2015) zijn: domeinen waarin Vlaanderen niet alleen over wetenschappelijke en technologische excellentie, en een groot innovatie(doorbraak) potentieel beschikt, maar ook over een groot economisch potentieel en draagvlak. Er zijn verschillende manier om strategische domeinen in kaart te brengen, afhankelijk van de focus van het onderzoek. Als de nadruk ligt op wetenschappelijke en technologische performantie, dan kunnen strategische domeinen in kaart gebracht worden aan de hand van publicatie- (bibliometrie) en octrooi-indicatoren (technometrie). Dit is de expertise van ECOOM, het Expertisecentrum O&O Monitoring. Via concordantie tabellen kunnen technologie domeinen vervolgens gelinkt worden aan economische NACE sectoren. Voor deze studie ligt de nadruk echter op het economische potentieel en draagvlak van speerpuntclusters en willen we bijgevolg het strategisch domein van de cluster kunnen afbakenen in termen van economische activiteit. Het strategische domein van de speerpuntclusters betreft een beperkt aantal, core economische sectoren waarin de cluster actief is: de logistiek voor de speerpuntcluster VIL, de chemie en kunststoffen voor Catalisti, slimme materialen voor SIM, energie en bouw voor Flux50 en agrovoeding voor Flanders Food. Deze strategische domeinen van de speerpuntcluster vallen in grote lijnen overeen met de klassieke economische sectoren. We gebruiken daarom de NACE classificatie (2-cijfers sectoren, of meer verfijnd indien nodig) om de strategische domeinen af te lijnen. Zo omvat het strategisch domein van de speerpuntcluster Catalisti, de NACE sectoren 20 vervaardiging van chemische producten en 22.2 vervaardiging van producten van kunststof. Voor de speerpuntcluster VIL omvat het strategisch domein de NACE 2-cijfer sectoren van de NACE sectie H Vervoer en opslag. Voor een overzicht van de NACE sectorclassificatie, zie appendix. Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 8

13 Een alternatieve methode om een strategisch domein af te bakenen in termen van economische sectoren is het in kaart brengen van de producten die relevant zijn voor het strategisch domein, met name de producten die door de bedrijven in de cluster gefabriceerd en/of verhandeld worden. Deze producten kunnen worden gei dentificeerd aan de hand van de Harmonized System productcodes of HS codes. Deze HS-codering bevat enkel producten en geen diensten. De HS nomenclatuur is een onderdeel van de Combined Nomenclature (CN), wat de internationale standaard is voor het rapporteren van handel in goederen. De volledige lijst van HS-codes bevat meer dan producten, waarbij productcodes worden bepaald op basis van vorm, materiaal en functie. De HS classificatie is op een hirarchische manier opgebouwd in 21 afdelingen, die verder verfijnd worden tot 98 hoofdstukken en verder verfijnd worden tot op verschillende sub niveaus afhankelijk van product, tot op het niveau van de individuele producten, weergegeven door een 8-cijfer code. De HS product codes kunnen gelinkt worden met exportdata en met de NACE classificatie. De HS codes bestaan enkel voor producten en niet voor diensten. Bijgevolg kunnen ze enkel gebruikt worden voor het in kaart brengen van industri le activiteit, en geen dienstenactiviteit. In de studie van Catalisti wordt een lijst van relevante productcodes voor de chemie en kunststoffen opgesteld, gevalideerd door experten. Deze lijst laat toe om op niveau van het strategisch domein, export cijfers voor Vlaanderen te geven. Het aflijnen van het strategisch domein in termen van NACE sectoren heeft als voordeel dat deze sectoren kunnen gelinkt worden met andere databronnen, zoals de bedrijfsdata van Bel-first of regionale data van Eurostat voor analyses op niveau van Europese landen en regio s. Analoog als voor de analyses van de clusters, gebruiken we voor het in kaart brengen van het strategisch domein in Vlaanderen, alle bedrijven in Bel-first mee met hoofdzetel in Vlaanderen of Brussel. Het strategisch domein van een cluster kan bestaan uit industriële sectoren, dienstensectoren, of een combinatie van beide. Waneer we kijken naar de bedrijven die lid zijn van de cluster, stellen we enerzijds vast dat het aantal sectoren waarin deze bedrijven economisch actief zijn, veel ruimer is dan het strategisch domein van de cluster. Zo bestaat de cluster VIL naast bedrijven in sectoren vervoer en opslag, ook uit industriële bedrijven, groot- en detailhandels waarvoor logistieke activiteiten erg belangrijk zijn, alsook bedrijven die ondersteunende logistieke diensten verlenen. Anderzijds is het mogelijk dat een cluster een aantal NACE Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 9

14 sectoren tot zijn strategisch domein rekent, en dat geen enkel bedrijf van de cluster zijn hoofdactiviteit heeft in deze NACE sector. Het is, net als bij de clusters, belangrijk om het strategisch domein zo correct mogelijk af te lijnen. Het vastleggen van het strategisch domein van de cluster gebeurt dan ook op basis van de input van de speerpuntorganisatie. In tegenstelling tot de leden van de cluster, zijn de NACE sectoren die deel uitmaken van het strategisch domein van de cluster vast doorheen de jaren. In onderstaande sectie wordt meer uitleg gegeven over bedrijven en bijhorende NACE sectorclassificatie die we gebruiken in de analyses van de clusters. Er zijn binnen de Bel-first databank verschillende bronnen voor NACE classificatie van bedrijven beschikbaar. We gebruiken de NACE principal code omdat deze code aan elk bedrijf slechts een enkele (en geen multipele) NACE code toekent. Deze NACE code komt overeen met de hoofdactiviteit van het bedrijf Bedrijven en NACE principal code sectorclassificatie Om het economisch belang van het strategisch domein te meten, identificeren we eerst de NACE sectoren die relevant zijn voor het strategisch domein van de cluster. Vervolgens linken we deze NACE codes met alle bedrijven in de Bel-first databank die deze NACE sectoren als hoofdactiviteit hebben, zie hoofdstuk 3. De Bel-first data laat toe op die manier toe om volledige sectoren of strategische domeinen in Vlaanderen in kaart te brengen. De Bel-first databank maakt een onderscheid tussen de NACE code principal, primary codes en secundary codes. De analyses van de speerpuntclusters maken gebruik van deze NACE code principal. In tegenstelling tot de andere NACE codes in Bel-first, kent deze NACE principal code aan elk bedrijf slechts 1 (en geen multipele) economische classificatie code toe. De principal code komt overeen met de hoofdactiviteit van het bedrijf en wordt volgens onderstaande principes toegekend: - Indien een bedrijf 1 economische activiteit heeft, wordt deze weergegeven met de NACE principal code. Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 10

15 - Wanneer eenzelfde bedrijf actief is in 2 verschillende economische sectoren, dan zal de NACE principal code de activiteit beschrijven die meer dan 50% van de totale toegevoegde waarde vertegenwoordigt. - Wanneer 3 of meer NACE codes relevant zijn voor de economische activiteiten van het bedrijf, wordt de top-down methode gebruikt. De top-down methodologie wordt geïllustreerd in figuur 2. Om de principal code van een bedrijf vast te leggen, wordt eerst gekeken naar de economische sectie met het grootste aandeel toegevoegde waarde. Binnen deze sectie wordt gekeken naar de NACE 2-cijfer classificatie met het grootste aandeel toegevoegde waarde, vervolgens naar de NACE 3-cijfer classificatie enz,.... Bemerk dat de NACE principal code bekomen via deze methode niet altijd overeen hoeft te komen met de code op het NACE 4-cijfer niveau met de grootste toegevoegde waarde. De resulterende NACE 4-cijfer sector die toegekend wordt als principal code zal wel steeds tot de sectie behoren met de grootste toegevoegde waarde. Figuur 2: Top-down methodologie NACE principal code Bron: NACE Rev.2. Introductory guidelines Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 11

16 3 Koppelen met bedrijfseconomische data 3.1 Bel-first databank Voor de omschrijving van de clusters en hun strategisch domein, maken we gebruik van de bedrijfsdatabank Bel-first van Bureau van Dijk. De Bel-first databank bevat ondermeer data van de jaarrekening van bedrijven in België. We gebruiken bij voorkeur de disk versie van de Bel-first databank, eerder dan de online versie. De disk versie heeft als belangrijk voordeel dat de volledige populatie van Belgische bedrijven kan worden gedownload zonder enige beperkingen. De disk versie is een vaste databron zodat altijd bijkomende data van bedrijven kan opgevraagd worden en toegevoegd worden aan bestaande databases. De inhoud van de disk versie verandert immers niet. Elk jaar wordt er een nieuwe disk gecreëerd met nieuwe bedrijfsdata. De nieuwe disks worden door Bureau van Dijk bezorgd in het begin van het jaar (rond februari). Er zit dus steeds enige vertraging op de data. Zo bevat de disk van begin 2018 de jaarrekening die bedrijven in 2016 hebben neergelegd. Vermits de meeste bedrijven hun jaarrekening afsluiten op het einde van het kalenderjaar, betekent dit dat we begin 2018 via de Bel-first disk data hebben over de financiële cijfers van bedrijven op het eind van In tegenstelling tot disk versie, wordt de online versie van Bel-first op zeer regelmatige basis upgedate en bevat ze de meest recent beschikbare data van bedrijven. Zo is in het vierde kwartaal van 2017, voor de meeste bedrijven data voor 2016 beschikbaar via de online versie van Bel-first. Het nadeel van de online versie is dat slechts data van een beperkt aantal bedrijven tegelijkertijd kunnen afgehaald worden. Bovendien hebben we geen toegang om bepaald variabelen te downloaden zoals informatie over de aandeelhouderschapsstructuur en de dochterondernemingen van bedrijven. Deze informatie is wel belangrijk om al de ondernemingen binnen een ondernemingsgroep te identificeren en om te bepalen of een bedrijf een multinationale onderneming is. De Bel-first databank bevat algemene bedrijfsdata (oprichtingsjaar, adres, sector van activiteit, enzovoort) van het bedrijf op moment dat de Bel-first disc is samengesteld of van de laatste update van de disk in het geval van de online versie. Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 12

17 Daarnaast kunnen we in de Bel-first databank ook de financieel-economische data van bedrijven over de laatste 10 jaar (tewerkstelling, toegevoegde waarde,...) opzoeken. De financiële cijfers komen uit de jaarrekening die ondernemingen neerleggen bij de NBB en kunnen gelinkt worden aan de ledenlijst via het uniek ondernemingsnummer van bedrijven. Deze (ongeconsolideerde) bedrijfsgegevens hebben betrekking op het ondernemingsniveau, niet op de onderliggende vestigingen van bedrijven, zie Het gaat steeds om bedrijven met een ondernemings- of BTW nummer in België. De gegevens in de Bel-first databank over kennis- en onderzoeksinstellingen, beroepsorganisaties en andere organisaties die geen jaarrekening neerleggen bij de NBB, zijn vaak beperkt tot de algemene bedrijfsinformatie zoals adres, oprichtingsjaar en NACE classificatie. Aangezien de clusterrapporten tot doel hebben om de economische performantie van bedrijven in de clusters in kaart te brengen, worden deze organisaties echter niet opgenomen in de analyses. Daarnaast zijn er ook heel wat bedrijven en bedrijfsnummers in Bel-first waarvoor wel algemene bedrijfsdata beschikbaar zijn in de databank (bv. locatie, oprichtingsjaar), maar geen jaarcijfers. Het betreft onder meer bedrijven die recent zijn opgericht en nog geen jaarrekening hebben neergelegd (recente opgerichte bedrijven hebben vaak een verlengd boekjaar) en bedrijven die recent failliet gegaan zijn geen jaarrekening meer neerleggen. Het gaat ook om kleine bedrijven en eenmanszaken die wel een bedrijfsnummer hebben maar geen verplichting hebben om een jaarrekening neer te leggen, of bedrijven die geen jaarrekening neergelegd hebben. Daarnaast zijn er ook buitenlandse bedrijven die een Belgisch ondernemingsnummer hebben bv voor douane doeleinden, maar die geen economische activiteit of vestiging hebben in België en dus geen jaarrekening neerleggen. Van elk bedrijf in de cluster wordt nagegaan waarom er geen financiële data beschikbaar zijn in Bel-first door het consulteren van andere bronnen zoals de online KBO databank. Voor de volledigheid van de clusteranalyses worden bv bedrijven die recent zijn failliet gegaan, maar toch nog lid zijn van de cluster in het begin van het jaar, opgenomen in de beschrijvende analyses van de cluster maar niet bij het rapporteren van de economische indicatoren. Het voordeel van het gebruik van Bel-first data is dat het toegang geeft tot Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 13

18 uitgebreide data op niveau van individuele bedrijven. Dit laat toe om, vertrekkend van lijsten van bedrijven die lid zijn van de cluster, analyses te doen op niveau van de cluster. Omdat de Bel-first gegevensbank data bevat van al de bedrijven met rapporteringsplicht, is het ook mogelijk om op basis van deze data volledige sectoren of strategische domeinen in Vlaanderen in kaart te brengen. In een aantal gevallen, bv wanneer een bedrijf recent is overgenomen, zal het nodig zijn om ook oudere Bel-first disks te raadplegen. In het geval van een overname van een bedrijf, waarbij de bedrijfsnaam verandert, zal men immers de oude bedrijfsnaam enkel kunnen terugvinden in de historische Bel-first disk en niet in de meest recente disk. De O&O uitgaven van bedrijven worden niet gerapporteerd in de jaarrekening van bedrijven en zijn bijgevolg niet beschikbaar in Bel-first. In de komende jaren, gaan we de O&O&I activiteit van bedrijven in de cluster en het bredere strategisch domein in kaart te brengen op basis van andere databronnnen, zoals de CIS-enqułte en de O&O-vragenlijst van ECOOM, de O&O projecten / projectaanvragen van VLAIO. In de volgende sectie worden de verschillende stappen besproken die nodig zijn om tot een volledige lijst te komen van bedrijven (met bijhorende ondernemingsnummers) die actief zijn in de cluster. Het is belangrijk dat deze lijst correct en exhaustief is, om op een correcte en systematische manier de kernindicatoren in kaart te brengen. Bovendien is een volledige lijst ook belangrijk om in latere studies, data van O&O bevragingen en O&O samenwerkingsprojecten correct te kunnen linken met leden versus niet-leden van de cluster. 3.2 Verificatie, aanvulling en validatie van de ledenlijsten Voor het aflijnen van de cluster (leden met bijhorend ondernemingsnummer) vertrekken we van de inbreng van experten van de cluster. Nadien vinden er vergaderingen en/of mailcommunicatie plaats met de speerpuntclusters om de bekomen resultaten te verifiëren en de lijst van leden aan te vullen met bijkomende relevante ondernemingsnummers van bedrijven die ook actief zijn in de cluster en tot dezelfde ondernemingsgroep behoren als het betalend clusterlid. De finale lijst van bedrijven en de resultaten van de analyses worden ook steeds Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 14

19 door de clusters gevalideerd voor verdere verspreiding van de rapporten en kernindicatoren. Gegeven dat veel bedrijven in de cluster grote bedrijven zijn die deel zijn van een grotere ondernemingsgroep, en gegeven dat er binnen de strategische domeinen van de speerpuntclusters veel ondernemingsdynamiek is (overnames en acquisities, herstructureringen van grote ondernemingsgroepen), is het aflijnen van de bedrijven die actief zijn in de cluster een iteratieve oefening die de nodige aandacht vraagt. Dit is vooral het geval in het eerste, opstartjaar van de cluster. In de loop van jaar 2 van de cluster, alsook in de daaropvolgende jaren, zal een gelijkaardige verificatie oefening gebeuren. Deze zal echter minder omvangrijk zijn, vermits we dan kunnen starten van een eerste gevalideerde ledenlijst van bedrijven die bij aanvang van de speerpuntcluster lid zijn van de cluster. Het volledige proces van verificatie, aanvulling en validatie van de ledenlijsten kan opgedeeld worden in 3 stappen. Een eerste stap kan autonoom door het Steunpunt gebeuren en betreft het aflijnen van de clusterleden (selectie van bedrijven met hoofdzetel in Vlaanderen of Brussel uit de ledenlijst) en het corrigeren van fouten in de inputlijst. Stap 1 leidt tot een gevalideerde, minimalistische lijst van bedrijven die lidgeld betaald hebben aan de cluster. Een tweede stap houdt een aantal consistentie checks in op de verschillende aangeleverde data (vergelijking van ledenlijst met lijst van bedrijven die een intentieverklaring getekend hebben), en een aantal logische checks van de aangeleverde data met bedrijfsdata (NACE code, tewerkstelling) uit Bel-first. Deze stap leidt tot een aantal gerichte vragen naar de clusters voor verificatie en aanvulling van de ledenlijsten met relevante ondernemingsnummers. De derde stap is een meer exhaustieve stap, waarbij via Bel-first databank, gegevens over de ondernemingsstructuur (moederbedrijven, dochterbedrijven) binnen de ondernemingsgroep verzameld wordt. Aan de hand van deze oefening kan het volledig netwerk van verbonden bedrijven in kaart gebracht worden. De clusterorganisatie kan vervolgens in deze lijst aanduiden welke de bedrijven zijn die ook effectief actief betrokken zijn in de cluster. Deze laatste stap, die heel Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 15

20 wat meer data- en validatie inspanning vergt, leidt tot een gevalideerde lijst van bedrijven die actief zijn in de cluster die vollediger is dan de eerste lijst en dus beter aansluit bij de realiteit van de cluster. Hieronder worden de verschillende stappen nog een in detail besproken. In een eerste stap worden de leden van de cluster gekoppeld met bedrijfseconomische data uit Bel-first en geverifieerd volgens onderstaande figuur 3. Na de koppeling van ondernemingsnummers met de Bel-first data, worden de namen van bedrijven in de databank vergeleken met de namen van de clusterleden op de ledenlijst. Op deze manier worden fouten in ondernemingsnummers geïdentificeerd, maar ook recente overnames of herstructureringen binnen ondernemingsgroepen. De lijst van de clusterleden wordt vervolgens beperkt tot bedrijven actief in private sector, dus geen kennisinstellingen of beroepsverenigingen. Deze bedrijven moeten in België een jaarrekening neerleggen. Zowel voor de analyses van de clusters, als voor het strategisch domein in Vlaanderen, nemen we alle bedrijven mee waarvan de hoofdzetel in Vlaanderen of Brussel gelegen is. In een uitzonderlijk geval, wordt de cluster en het strategisch domein ook aangevuld met een Waals bedrijf dat actief lid is van de speerpuntcluster en wiens hoofdactiviteit zich tot de core sector van het strategisch domein behoort. Buitenlandse ondernemingen worden niet in de analyses opgenomen, tenzij ze ook een ondernemingsnummer hebben in België. Er wordt in stap 1 ook nagekeken waarom voor een aantal bedrijven geen bedrijfsdata beschikbaar zijn in Bel-first. Dit kan het geval zijn voor recent opgerichte bedrijven en bedrijven die niet langer actief zijn. Hiertoe worden andere databronnen zoals KBO geconsulteerd. Een tweede stap in het verificatie proces betreft de vergelijking van de ledenlijst op basis van betaalde lidgeldenmet met de initiële lijst van bedrijven die een intentieverklaring getekend hebben. Verschillen tussen de lijsten betreffen bedrijven die een intentieverklaring getekend hebben maar geen lidgeld betaald hebben en bedrijven die geen intentieverklaring getekend hebben maar zich toch in het begin van het jaar lid gemaakt hebben van de cluster. Verder zijn er een aantal grotere bedrijfsgroepen met meerdere ondernemingsnummers waarvan Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 16

21 het ondernemingsnummer op de lijst van intentieverklaringen verschilt van de lijst met betaald lidgeld. Voor deze bedrijven gaan we na met de cluster welke de relevante bedrijfsnummers zijn om mee op te nemen in de analyses. Daarnaast kan op basis van de bedrijfsdata uit Bel-first (NACE code, tewerkstelling) nagegaan worden of de relevante ondernemingsnummers van het bedrijf zijn opgenomen in de lijst van bedrijven die lidgeld betaald hebben aan de cluster. Dit is vooral belangrijk in het geval van grote bedrijfsgroepen met meerdere ondernemingsnummers. Soms gebeurt de betaling van het lidgeld immers via het coördinatiecenter of hoofdkantoor van een bedrijvengroep, terwijl het de onderneming(en) is/zijn waar de productie en/of O&O plaatsvindt, die betrokken is/zijn bij de cluster. We kunnen dit traceren door te kijken naar de NACE code van bedrijven en/of door de vergelijking van het aantal werknememers in Bel-first met de grootte classificatie van bedrijven op de ledenlijst. Sommige bedrijven op de ledenlijst vallen onder de NACE classificatie 70 (Activiteiten van hoofdkantoren; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer) of de NACE classificatie 64 (Financiële dienstverlening, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen). Het betreft vaak hoofdkantoren, coördinatiecentra of holdingstructuren van grote ondernemingsgroepen en zijn mogelijk niet de relevante ondernemingen binnen de ondernemingsgroep. Er wordt aan de cluster gevraagd om via eigen bronnen (bv. CRM databanken) na te gaan of ze over andere ondernemingsnummers van de ondernemingsgroep beschikken. We zijn in dit geval op zoek naar de ondernemingsnummers van industriële bedrijven, en/of O&O bedrijven binnen de ondernemingsgroep die wel actief betrokken zijn bij de cluster. In andere gevallen blijkt ook de grootte categorie van bedrijven op de ledenlijst niet overeen te stemmen met de tewerkstelling in Bel-first. Ook hier wordt er gekeken of er andere bedrijven binnen de ondernemingsgroep mee moeten opgenomen worden in de analyses. In een derde stap worden uit Bel-first op basis van de ledenlijst van de cluster, alle verbonden ondernemingen opgevraagd. Vermits heel wat bedrijven in de clusters deel zijn van grote ondernemingsgroepen, bekomen we op deze manier een zeer uitgebreide lijst van bedrijven die verbonden zijn (bv. via een gemeenschappelijk moederbedrijf, of via moeder-dochterrelatie). Niet alle bedrijven uit deze lijst zullen actief betrokken zijn in de cluster. Op basis van bijkomende data over deze bedrijven uit Bel-first zoals de NACE classificatie en tewerkstelling, kan het Steunpunt al een eerste selectie maken van bedrijven die mogelijk relevant zijn Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 17

22 voor de cluster. Om tot een volledige en gevalideerde lijst van bedrijven te komen die actief zijn in de cluster, moet de clusterorganisatie in deze lijst de bedrijven aanduiden die ook effectief betrokken zijn in het clustergebeuren. De finale ledenlijst wordt steeds besproken en gevalideerd door de clusterorganisatie. Omdat de ledenlijst ook zeer grote bedrijven bevat die eigenlijk maar voor een beperkt deel van hun activiteiten betrokken zijn in de cluster, kan in samenspraak met de cluster besloten worden om bepaalde bedrijven (of bepaalde NACE sectoren) slechts gedeeltelijk (voor een bepaald percentage) in rekening te brengen voor hun bijdrage aan de totale tewerkstelling en toegevoegde waarde van de cluster en/of het strategisch domein. Dit is het geval voor grote bedrijven die actief zijn in de cluster, maar waarvan de hoofdactiviteit niet tot de core van de cluster behoort. Dit gebeurt eveneens voor bepaalde NACE sectoren. Zo nemen we voor de speerpuntcluster SIM slechts 25% mee van de tewerkstelling en toegevoegde waarde van de sectoren textiel en chemie. Alle aanpassingen die gedaan worden naar aanleiding van de verificatie en validatie van de experten worden steeds duidelijk gecommuniceerd met de speerpuntcluster. Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 18

23 Figuur 3: Flowchart van de te volgen methodologie, met focus op de data analyse Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 19

24 4 Analyse De analyses van de clusters op basis van Bel-first data, bestaan uit 3 delen. In een eerste deel wordt de cluster beschreven in termen van sectorale verdeling, geografische spreiding, grootte en leeftijd van bedrijven actief in de cluster. Hiertoe worden de ondernemingsnummers van de bedrijven die lid zijn in de cluster, gekoppeld aan de Bel-first databank. Vervolgens worden op niveau van de cluster beschrijvende indicatoren berekend op basis van algemene bedrijfsdata (oprichtingsjaar, locatie, sector van activiteit,enzovoort). In een tweede deel wordt het economisch draagvlak van de clusters (tewerkstelling, toegevoegde waard en arbeidsproductiviteit) in kaart gebracht op basis van de meest recente financieel-economische data van bedrijven die lid zijn van de cluster. In een laatste deel worden de kernindicatoren van de cluster (aantal bedrijven, tewerkstelling, toegevoegde waarde en arbeidsproductiviteit) nog eens samengevat in een overzichtstabel. 4.1 Samenstelling van de cluster Voor alle speerpuntclusters worden dezelfde analyses uitgevoerd. In de samenstelling van de cluster, worden een aantal algemene karakteristieken van de cluster in kaart gebracht zoals de sectorale verdeling, de geografische spreiding, de grootte en de leeftijd van de bedrijven Sectorale verdeling Een eerste algemene beschrijving van de cluster bestaat erin het aantal bedrijven weer te geven die actief zijn in de primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector. Onder bedrijf verstaan we een onderneming met een uniek ondernemingsnummer. De classificatie gebeurt op basis van de NACE principal code. Figuur 4 geeft een voorbeeld van hoe voor elke cluster het aantal bedrijven per sector wordt weergegeven. Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 20

25 Figuur 4: Voorbeeldweergave van het aantal bedrijven per sector - algemeen 2% 33% 64% secundaire sector tertiaire sector quartaire sector Daarnaast wordt er per sector een clusterspecifieke opdeling in sectoren gemaakt. Er wordt gestreefd naar een classificatie in een 4-tal aparte groepen. Hierbij wordt de core sector van de cluster uitgelicht. Er worden ook verdere onderverdelingen gemaakt in de tertiaire sector, waarbij bv. de groothandel apart wordt weergegeven. Figuur 5 geeft een voorbeeld van hoe het aantal bedrijven per sector wordt weergegeven, rekening houdend met de clusterspecifieke compositie Geografische spreiding Aan de hand van het ondernemingsnummer kunnen we de locatie van de hoofdzetel van bedrijven nagaan. Er wordt een onderverdeling gemaakt op basis van de vijf Vlaamse provincies (West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg) en Brussel. Bedrijven met hoofdzetel in Wallonië worden in principe niet meegenomen in de analyses, tenzij op expliciete vraag van de cluster (wanneer het bedrijf een belangrijk bedrijf is in de core sector van de cluster)n. Voor elke regio wordt een onderverdeling gemaakt tussen industrie (secundaire sector) en diensten (tertiaire en quartaire sector). De meeste clusters bevatten geen bedrijven uit de primaire sector. Indien wel, worden deze bijkomend voorgesteld. Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 21

26 Figuur 5: Voorbeeldweergave van het aantal bedrijven per sector - cluster specifiek 27% 9% 16% 49% chemie en kunststoffen overige industrie grooth. in chem. producten overige diensten Figuur 6 geeft een voorbeeld van hoe de geografische spreiding op basis van de locatie van de hoofdzetels wordt weergegeven. Figuur 6: Voorbeeldweergave van het aantal bedrijven per provincie Aantal bedrijven in de cluster West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Antwerpen Vlaams-Brabant Limburg Brussel Industrie Diensten Op basis van RSZ gegevens kunnen bovenstaande geografische spreiding verder verfijnd worden en kan de tewerkstelling op vestigingsniveau in kaart gebracht worden. De RSZ data laat eveneens toe om de tewerkstelling per provincie weer Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 22

27 te geven Multinationaal karakter Om het multinationaal karakter van bedrijven na te gaan, gebruiken we Belfirst gegevens over de aandeelhouderstructuur van bedrijven. We maken het onderscheid tussen Belgische versus buitenlandse ondernemingen op basis van de nationaliteit van de de ultieme aandeelhouder van het bedrijf. De ultieme aandeelhouder of moeder van het bedrijf bevat steeds een meerderheid (meer dan 50%) van de aandelen van het bedrijf. Voor de Belgische ondernemingen maken we verder het onderscheid tussen binnenlandse en multinationale ondernemingen. De Belgische binnenlandse bedrijven hebben geen dochterondernemingen in het buitenland, de Belgische multinationale ondernemingen wel. Zowel de dochterondernemingen van een bedrijf als de dochterbedrijven van de Belgische meerderheidsaandeelhouder, worden in rekening gebracht voor het bepalen van het multinationale karakter van de Belgische ondernemingen. We onderscheiden drie types van ondernemingen in termen van internationaal karakter. Belgische binnenlandse bedrijven zijn Belgische bedrijven zonder buitenlandse dochterbedrijven. Belgische multinationals zijn Belgische ondernemingen met minstens 1 buitenlandse dochteronderneming. Buitenlandse multinationals zijn ondernemingen waarvan het moederbedrijf in het buitenland gevestigd is. Figuur 7 geeft een voorbeeld van hoe het multinationaal karakter van de bedrijven in de cluster wordt weergegeven. Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 23

28 Figuur 7: Voorbeeldweergave van het multinationaal karakter van de cluster 2% 15% 35% Belgisch binnenlands bedrijf Belgische multinational Buitenlandse multinational n.a. 49% Grootte van de bedrijven We hanteren de definitie van de Europese Commissie om de verschillende grootteklassen van ondernemingen af te bakenen op basis van tewerkstelling (uitgedrukt in voltijds equivalenten). Tabel 1 toont de drempels voor deze grootteklassen. De Europese Commissie houdt bij de afbakening van de verschillende grootteklassen eveneens rekening met de jaaromzet en het balanstotaal van de onderneming, alsook de zelfstandigheid van de onderneming. Voor bedrijven die tot een grotere groep behoort, moet voor de criteria ook rekening gehouden worden met personeel, balanstotaal en omzet van de hele groep. Op basis van de beschikbare data in Bel-first is het niet eenvoudig om dit voor de bedrijven na te gaan. De clusterraporten houden daarom enkel rekening met de tewerkstelling binnen de onderneming, en niet binnen de ondernemingsgroep. Voor de grote bedrijven (250 werknemers en meer) maken we ook een verder onderscheid tussen bedrijven met 250 tot 100 werknemers, bedrijven met 1000 tot 5000 werknemers, en bedrijven met 5000 of meer werknemers. Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 24

29 Sommige bedrijven stellen geen werknemers tewerk. Voor deze bedrijven wordt een aparte categorie bedrijfsgrootte gemaakt. De verschillende bedrijfsgroottes worden ook per sector weergegeven. Tabel 1: Drempels voor micro, kleine en middelgrote ondernemingen Bedrijfsgrootte micro klein middelgroot groot Tewerkstelling 9 werknemers 49 werknemers 249 werknemers 250 werknemers Figuren 8 en 9 geven een voorbeeld van hoe de bedrijfsgrootte in kaart wordt gebracht. Figuur 8: Voorbeeldweergave van de grootte van de bedrijven 20% 6% 14% 2% 22% geen werknemers 16% 22% micro (1-9) klein (10-49) middelgroot (50-249) groot ( ) groot ( ) N.B Leeftijd van de bedrijven De gegevensdatabank Bel-first bevat de datum van oprichting van elk bedrijf. Op basis hiervan wordt de leeftijd van het bedrijf op 1 januari 2017 berekend. Er wordt vervolgens een rapportering gemaakt per leeftijdscategorie van 10 jaar tot Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 25

30 Figuur 9: Voorbeeldweergave van de grootte van de bedrijven per sector Aantal bedrijven in de cluster materialen overige industrie groothandel support services Geen Klein Groot1000 NietBekend Micro Middelgroot Groot5000 de leeftijd van 70 jaar. Een laatste categorie bevat alle bedrijven van 70 jaar en ouder. Zoals bij de locatie van de hoofdzetel wordt hier ook een onderverdeling gemaakt tussen de industrie (secundaire sector) en de diensten (tertiaire en quartaire sector). Figuur weergegeven. 10 geeft een voorbeeld van hoe de leeftijd van de bedrijven wordt Figuur 10: Voorbeeldweergave van de leeftijd van de bedrijven in de cluster Aantal bedrijven in cluster en ouder Leeftijdsklasse van de bedrijven Industrie Diensten Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 26

31 4.2 Economisch draagvlak van de cluster Naast de algemene kenmerken van de cluster wordt er ook gekeken naar de economische indicatoren van de cluster. Deze zullen elk jaar herberekend worden om zo de evolutie van de cluster in kaart te brengen. De economische indicatoren zijn tewerkstelling, toegevoegde waarde en de productiviteit. Voor het weergeven van de economische indicatoren, wordt er enkel gewerkt met bedrijven waarvoor zowel de netto toegevoegde waarde als de tewerkstelling gerapporteerd zijn in Bel-first. Bedrijven zonder tewerkstelling of toegevoegde waarde cijfer worden niet meegenomen in de analyse. We rapporteren steeds de meest recente bedrijfsgegevens Tewerkstelling Voor de tewerkstelling wordt uitgegaan van de totale voltijdse equivalenten in de onderneming. De tewerkstelling wordt weergegeven voor de verschillende sectoren van de cluster. Figuur 11 geeft een voorbeeld van hoe de tewerkstelling binnen de cluster wordt weergegeven. Figuur 11: Voorbeeld weergave van de tewerkstelling in de cluster 10,000 9,000 8,000 Tewerkstelling 7,000 6,000 5,000 4,000 3,000 2,000 1,000 0 Chemie en kunststoffen Overige industrie Grooth. in chem. producten Overige diensten Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 27

32 4.2.2 Toegevoegde waarde De netto toegevoegde waarde, uitgedrukt in miljoen Euro, is een goede indicatie van het economisch belang van de cluster aangezien het rechtstreeks vergeleken kan worden met het totale Bruto Binnenlands Product (BBP). Analoog aan de representatie van de tewerkstelling wordt ook de toegevoegde waarde weergegeven voor de verschillende sectoren van de cluster. Figuur 12 geeft een voorbeeld van hoe de toegevoegde waarde binnen de cluster wordt weergegeven. Figuur 12: Voorbeeldweergave van de toegevoegde waarde in de cluster 3,000 Toegevoegde waarde (mln Euro) 2,500 2,000 1,500 1, Chemie en kunststoffen Overige industrie Grooth. in chem. producten Overige diensten Productiviteit In de rapporten van de speerpuntclusters berekenen we de arbeidsproductiviteit, uitgedrukt in 1000 euro per werknemer. Er worden twee maatstaven van productiviteit berekend: de gemiddelde bedrijfsproductiviteit (het gemiddelde van de productiviteit van elk bedrijf) en de totale clusterproductiviteit (waarbij we de totale toegevoegde waarde in de cluster delen door de totale tewerkstelling). Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 28

33 4.3 Kernindicatoren van de cluster De kernindicatoren (aantal bedrijven, tewerkstelling, toegevoegde waarde en arbeidsproductiviteit) op niveau van de cluster worden berekend op basis van de financiële cijfers van bedrijven die lid zijn van de cluster. Voor de kernindicatoren 2017, vertrekken we van de bedrijven die lid zijn van de cluster op 1 januari 2017 en we linken deze bedrijven met financiële data van Vermits voor veel bedrijven het boekjaar wordt afgesloten op 31 december, is dit de situatie van bedrijven net voor de aanvang van het nieuwe jaar. Figuur 13 geeft een voorbeeld van hoe de kernindicatoren van een cluster worden weergegeven. Figuur 13: Voorbeeldweergave van de kernindicatoren Steunpunt Economie & Ondernemen en KU Leuven (2018) 29

Speerpuntclusters in Vlaanderen Flux50

Speerpuntclusters in Vlaanderen Flux50 Steunpunt Economie & Ondernemen Waaistraat 6/3550 B-3000 Leuven, Belgium www.steunpunt-economie-ondernemen.be Beleidsrapport STORE 18-002 Speerpuntclusters in Vlaanderen Flux50 Daan Goutsmet a,b,+, Cathy

Nadere informatie

Speerpuntclusters in Vlaanderen SIM

Speerpuntclusters in Vlaanderen SIM Steunpunt Economie & Ondernemen Waaistraat 6/3550 B-3000 Leuven, Belgium www.steunpunt-economie-ondernemen.be Beleidsrapport STORE 18-001 Speerpuntclusters in Vlaanderen SIM Daan Goutsmet a,b,+, Cathy

Nadere informatie

Micro- en Nano-Elektronica in Vlaanderen:

Micro- en Nano-Elektronica in Vlaanderen: STEUNPUNT ONDERNEMEN EN REGIONALE ECONOMIE NAAMSESTRAAT 61 BUS 3550 BE-3000 LEUVEN TEL + 32 16 32 66 61 FAX + 32 16 37 35 11 store@kuleuven.be www.steunpuntore.be Beleidsrapport STORE-B-14-005 Micro- en

Nadere informatie

Speerpuntclusters in Vlaanderen Flanders FOOD

Speerpuntclusters in Vlaanderen Flanders FOOD Steunpunt Economie & Ondernemen Vlamingenstraat 83 B-3000 Leuven, België www.steunpunt-economie-ondernemen.be Beleidsrapport STORE 18-012 Speerpuntclusters in Vlaanderen Flanders FOOD Cathy Lecocq a,b,+

Nadere informatie

Speerpuntclusters in Vlaanderen Catalisti

Speerpuntclusters in Vlaanderen Catalisti Steunpunt Economie & Ondernemen Waaistraat 6/3550 B-3000 Leuven, Belgium www.steunpunt-economie-ondernemen.be Beleidsrapport STORE 17-003 Speerpuntclusters in Vlaanderen Catalisti Daan Goutsmet a,b,*,

Nadere informatie

Speerpuntclusters in Vlaanderen VIL

Speerpuntclusters in Vlaanderen VIL Steunpunt Economie & Ondernemen Waaistraat 6/3550 B-3000 Leuven, Belgium www.steunpunt-economie-ondernemen.be Beleidsrapport STORE 17-002 Speerpuntclusters in Vlaanderen VIL Daan Goutsmet a,b,+, Cathy

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

MARKTMACHT, PRODUCTIVITEIT EN ONDERNEMEN. STORE Workshop

MARKTMACHT, PRODUCTIVITEIT EN ONDERNEMEN. STORE Workshop MARKTMACHT, PRODUCTIVITEIT EN ONDERNEMEN STORE Workshop 2018 28.9.2018 STEUNPUNT ECONOMIE EN ONDERNEMEN Pijler A. Clusters Brengtde speerpuntclusters in kaart en creëert inzichten voor het clusterbeleid

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken Structurele ondernemingsstatistieken 1 Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2016 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele ondernemingsstatistieken beschrijven

Nadere informatie

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19

Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19 Barometer van de verenigingen en stichtingen 28/01/19 Verenigingen en stichtingen in België in cijfers (2013-2017) Structuur van het landschap van verenigingen en stichtingen Aantal Aantal met jaarrekeningen

Nadere informatie

Ondersteunende activiteiten in verband met de landbouw in Vlaanderen

Ondersteunende activiteiten in verband met de landbouw in Vlaanderen Steunpunt Economie & Ondernemen Vlamingenstraat 83/3550 B-3000 Leuven, Belgium www.steunpunt-economie-ondernemen.be Beleidsrapport STORE 18-004 Ondersteunende activiteiten in verband met de landbouw in

Nadere informatie

TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN IN WEST VLAANDEREN

TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN IN WEST VLAANDEREN Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen Koning Leopold III-laan 66, 8200 Brugge T 050 40 31 66 F 050 71 94 06 E info@pomwvl.be KBO nummer: 0881.702.779 _ www.pomwvl.be TEXTIEL EN KUNSTSTOFFEN

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2015 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse

Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse 9 mei 2018 Inhoud Context I. Methodologie en afbakening onderzoeksopzet FATS-methodologie/belangrijke concepten Uiteindelijk aantal

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

De economische activiteit van lead en middle firms in de Vlaamse dienstensector

De economische activiteit van lead en middle firms in de Vlaamse dienstensector Steunpunt Ondernemen & Regionale Economie STORE Naamsestraat 61/3550 www.steunpuntore.be B-3000 Leuven, Belgium ore@econ.kuleuven.be Beleidsrapport STORE-B-15-005 De economische activiteit van lead en

Nadere informatie

ADDENDUM bij het rapport. Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016

ADDENDUM bij het rapport. Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016 ADDEDUM bij het rapport Verpleegkundigen op de arbeidsmarkt, 2016 Resultaten van de PlanKAD Gegevenskoppeling FOD VVVL - Datawarehouse AM&SB - RIZIV een rapport van de Cel Planning van het Aanbod van de

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

SECTORFOTO 2012 LOKALE BESTUREN

SECTORFOTO 2012 LOKALE BESTUREN SECTORFOTO 2012 LOKALE BESTUREN Inleiding Sectoren spelen een belangrijke rol in het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. Via de sectorconvenants (protocollen tussen de Vlaamse Regering en sectoren) engageren de

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%.

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. STUDIE Faillissementen 1 december 2016 Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter

Nadere informatie

Analyse van de Vlaamse economie

Analyse van de Vlaamse economie Steunpunt Economie & Ondernemen Waaistraat 6/3550 B-3000 Leuven, Belgium www.steunpunt-economie-ondernemen.be Beleidsrapport STORE 17-014 Analyse van de Vlaamse economie Daan Goutsmet a,b,*, Cathy Lecocq

Nadere informatie

1.TYPOLOGIE VAN DE ONDERNEMINGEN NOMENCLATUUR VAN DE

1.TYPOLOGIE VAN DE ONDERNEMINGEN NOMENCLATUUR VAN DE 1.TYPOLOGIE VAN DE ONDERNEMINGEN NOMENCLATUUR VAN DE ECONOMISCHE ACTIVITEITEN - NACE De ondernemingen kunnen worden beschreven aan de hand van verschillende typologieën, die elk beantwoorden aan precieze

Nadere informatie

De economische activiteit van middle firms in Vlaanderen

De economische activiteit van middle firms in Vlaanderen Steunpunt Ondernemen & Regionale Economie STORE Naamsestraat 61/355 www.steunpuntore.be B-3 Leuven, Belgium ore@econ.kuleuven.be Beleidsrapport STORE-B-14-14 De economische activiteit van middle firms

Nadere informatie

4.4 INNOVATIE-INSPANNINGEN VAN DE VLAAMSE ONDERNEMINGEN: KERNRESULTATEN VAN DE EUROPESE INNOVATIEVRAGENLIJST VAN 2013

4.4 INNOVATIE-INSPANNINGEN VAN DE VLAAMSE ONDERNEMINGEN: KERNRESULTATEN VAN DE EUROPESE INNOVATIEVRAGENLIJST VAN 2013 51 4.4 INNOVATIE-INSPANNINGEN VAN DE VLAAMSE ONDERNEMINGEN: KERNRESULTATEN VAN DE EUROPESE INNOVATIEVRAGENLIJST VAN 2013 Door Petra Andries (KU Leuven en UGent), Julie Delanote (KU Leuven), Sarah Demeulemeester

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

NBB: Nationale Bank van België - Jaarrekeningen van de ondernemingen

NBB: Nationale Bank van België - Jaarrekeningen van de ondernemingen FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Administrative bron NBB: Nationale Bank van België - Jaarrekeningen van de ondernemingen Algemene informatie Volgens het Wetboek van Vennootschappen zijn de

Nadere informatie

Statistisch bedrijvenregister

Statistisch bedrijvenregister Administrative bron Statistisch bedrijvenregister Algemene informatie FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie - Domein Verwante administratieve bronnen Trefwoorden - Bijwerking van het document Periodiciteit

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017 ... Graydon studie Faillissementen November 2017 1 december 2017 [Typ hier] [Typ hier] [Typ hier] Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure

Nadere informatie

Regionale Verschillen in Loonkosten en Arbeidsproductiviteit. Jozef Konings & Luca Marcolin

Regionale Verschillen in Loonkosten en Arbeidsproductiviteit. Jozef Konings & Luca Marcolin Naamsestraat 61 bus 3550 B-3000 Leuven BELGIUM Tel. 032 16 326661 vives@kuleuven.be VIVES Briefings 2013 24 MEI Regionale Verschillen in Loonkosten en Arbeidsproductiviteit Jozef Konings & Luca Marcolin

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/212 ADVIES NR. 16/52 VAN 4 OKTOBER 2016 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS UIT HET

Nadere informatie

STUDIE. Faillissementen februari 2017

STUDIE. Faillissementen februari 2017 STUDIE Faillissementen februari 2017 01/03/2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De gegevens zijn

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

DynaMiek van de werkgelegenheid bij KMO s in Vlaanderen vanuit bedrijfsperspectief

DynaMiek van de werkgelegenheid bij KMO s in Vlaanderen vanuit bedrijfsperspectief Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra DynaMiek van de werkgelegenheid bij KMO s in Vlaanderen vanuit bedrijfsperspectief Ludo Struyven, Steven Bulté & Sem Vandekerckhove STORE Workshop - 5 juni

Nadere informatie

De Vlaamse voedingsindustrie

De Vlaamse voedingsindustrie De Vlaamse voedingsindustrie Cijfers 2013 Omzet* Voedingsindustrie Vlaanderen aan de top Voedingsindustrie Verwerkende industrie 39,2 mrd 193,8 mrd + 3,6% - 2,5 % % aandeel voedingsindustrie in verwerkende

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid SCSZG/18/128 BERAADSLAGING NR. 18/070 VAN 5 JUNI 2018 OVER DE MEDEDELING VAN NIET- GEPSEUDONIMISEERDE PERSOONSGEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

Administrative bron. Statistisch bedrijvenregister. Algemene informatie

Administrative bron. Statistisch bedrijvenregister. Algemene informatie Administrative bron Statistisch bedrijvenregister Algemene informatie Metadata De registers bruikbaar voor statistische doeleinden vormen een fundamenteel element van de informatiesystemen omtrent de ondernemingen

Nadere informatie

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Rapport Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Drie afbakeningen van het MKB Oscar Lemmers Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Er waren geen

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2014 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen September 2016 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat 61 bus

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2015 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen April 2017 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat 61 bus 3551-3000

Nadere informatie

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS 1 Flexi-jobs: Synthese Tabel 1: Aantal en aandeel flexi-arbeid -2016Q4- Aantal Aandeel Werkgevers 5 223 21,4% Arbeidsplaatsen tijdens kwartaal 1 16 831 9,4% Voltijdsequivalenten

Nadere informatie

STUDIE. Faillissementen januari 2017

STUDIE. Faillissementen januari 2017 STUDIE Faillissementen januari 2017 01/02/2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De gegevens zijn

Nadere informatie

De economische activiteit en het transformatieproces van lead firms in Vlaanderen sinds 2005

De economische activiteit en het transformatieproces van lead firms in Vlaanderen sinds 2005 Steunpunt Ondernemen & Regionale Economie STORE Naamsestraat 61/3550 www.steunpuntore.be B-3000 Leuven, Belgium ore@econ.kuleuven.be Beleidsrapport STORE-B-14-013 De economische activiteit en het transformatieproces

Nadere informatie

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse.

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Severine Appelmans Ondernemingen Samenvatting Aantal BTW-plichtige ondernemingen blijft stijgen (periode 2003-2013)

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/15/156 BERAADSLAGING NR. 15/056 VAN 1 SEPTEMBER 2015 INZAKE DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening Vlaamse Arbeidsrekening Raming van het aantal jobs & vestigingen met personeel Update 2016 www.steunpuntwerk.be/cijfers Wouter Vanderbiesen Katleen Pasgang April 2018 Methodologie Steunpunt Werk amsestraat

Nadere informatie

Administrative bron. NBB: Nationale Bank van België - Jaarrekeningen van de ondernemingen. Algemene informatie

Administrative bron. NBB: Nationale Bank van België - Jaarrekeningen van de ondernemingen. Algemene informatie Metadata Administrative bron NBB: Nationale Bank van België - Jaarrekeningen van de ondernemingen Algemene informatie Volgens het Wetboek van Vennootschappen zijn de zaakvoerders of de bestuurders van

Nadere informatie

Statistisch Product. Omzetindex in de industrie

Statistisch Product. Omzetindex in de industrie Statistisch Product Omzetindex in de industrie Metadata Het indexcijfer van de industriële omzet is bedoeld om de ontwikkeling van de markt voor goederen en diensten in de industrie te laten zien. Hiermee

Nadere informatie

DE AUDIOVISUELE SECTOR CIJFERS OPLEIDINGSINSPANNINGEN

DE AUDIOVISUELE SECTOR CIJFERS OPLEIDINGSINSPANNINGEN DE AUDIOVISUELE SECTOR CIJFERS 2013 OPLEIDINGSINSPANNINGEN INHOUDSOPGAVE I. INLEIDING... 2 II. SOCIALE BALANS... 3 III. ANALYSE VAN DE OPLEIDINGSINSPANNINGEN BINNEN HET PC 227... 5 1. REPRESENTATIVITEIT...

Nadere informatie

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Severine Appelmans Economie Samenvatting 14,75 miljard euro aan waardecreatie (BBP) BBP per inwoner net boven Vlaamse

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/002 BERAADSLAGING NR 09/002 VAN 13 JANUARI 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

STUDIE. Faillissementen. Maanden juli en augustus

STUDIE. Faillissementen. Maanden juli en augustus STUDIE Faillissementen Maanden juli en augustus 4 september 2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld.

Nadere informatie

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur 9 Studiebureaus A Algemeen overzicht van de sector 1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur Deze studie brengt die sectoren in kaart die werknemers tewerkstellen

Nadere informatie

Collectief ontslag in de periode van januari 2011 tot en met maart 2011

Collectief ontslag in de periode van januari 2011 tot en met maart 2011 Collectief ontslag in de periode van januari 211 tot en met maart 211 Terminologie In het kader van onder staande uiteenzetting, dient te worden begrepen onder: aankondiging collectief ontslag : aankondiging

Nadere informatie

VANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE

VANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE CREATIEVE INDUSTRIEËN IN VLAANDEREN VANDAAG MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE WAT? WAA 2 WAT ZIJN CREATIEVE INDUSTRIEËN? Het geheel van sectoren en activiteiten die een beroep doen op de input van

Nadere informatie

Collectief ontslag in de periode van januari 2011 tot en met juni 2011

Collectief ontslag in de periode van januari 2011 tot en met juni 2011 Collectief ontslag in de periode van januari 2011 tot en met juni 2011 Terminologie In het kader van onderstaande uiteenzetting, dient te worden begrepen onder: aankondiging collectief ontslag : aankondiging

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/11/043 ADVIES NR 10/23 VAN 5 OKTOBER 2010, GEWIJZIGD OP 5 APRIL 2011, BETREFFENDE HET MEEDELEN VAN ANONIEME

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste trimester 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste trimester 2018 Graydon studie Faillissementen Eerste trimester 2018 Publicatie: 3 april 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie

Nadere informatie

Statistisch Product. Afzetprijsindexen in de industrie

Statistisch Product. Afzetprijsindexen in de industrie Metadata Statistisch Product Afzetprijsindexen in de industrie De afzetprijzenindexen zijn conjunctuurindicatoren die de maandelijkse evolutie van de prijzen in de economische sectoren weerspiegelen. Ze

Nadere informatie

Statistisch Product. Vacatures

Statistisch Product. Vacatures Statistisch Product Vacatures Metadata Schatting van het aantal bezette arbeidsplaatsen en vacatures van ondernemingen volgens hun grootte (meer of minder dan 10 werknemers), hun NACEsector (B tot S) en

Nadere informatie

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek 1. Inleiding Het samenwerkingsakkoord van 15 juli 2014 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: juli 2018 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

Programma. AD Statistiek.

Programma. AD Statistiek. Programma Onthaal Inleiding Sessie 1: Een nieuwe methodologie voor een nieuwe census Sessie 2: De bescherming van de gegevens door swapping Koffiepauze Sessie 3: Demografie, huishoudens en familiekernen

Nadere informatie

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT 10 september 2014 INHOUDSOPGAVE 1. TECHNISCH RAPPORT...3 1.1. Universum en steekproef...

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. September. Graydon Studie Barometer Faillissementen 2018

... Graydon studie. Faillissementen. September. Graydon Studie Barometer Faillissementen 2018 Graydon studie Faillissementen September 2018 01 oktober 2018 Graydon Studie Barometer Faillissementen 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze

Nadere informatie

1algemeen overzicht deel van het anpcb

1algemeen overzicht deel van het anpcb 1algemeen overzicht deel van het anpcb inhoud Inhoudstafel Inhoudstafel udstafel Inleiding 9 Inleiding...9 Methodologisch 10 Methodologisch...10 Deel 1 Algemeen overzicht van het aantal ondernemingen en

Nadere informatie

Koppeling RSVZ-beroepencodes met de NACE-BEL-nomenclatuur

Koppeling RSVZ-beroepencodes met de NACE-BEL-nomenclatuur Koppeling RSVZ-beroepencodes met de NACE-BEL-nomenclatuur De laatste decennia dook meer en meer de vraag op om, omwille van de vergelijkbaarheid van de statistische gegevens, gebruik te maken van één enkele,

Nadere informatie

Fiche 3: tewerkstelling

Fiche 3: tewerkstelling ECONOMISCHE POSITIONERING VAN DE FARMACEUTISCHE INDUSTRIE Fiche 3: tewerkstelling In de sector werken meer dan 29.400 personen; het volume van de tewerkstelling stijgt met een constant ritme van 3,7 %,

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018 Graydon studie Faillissementen Oktober 2018 5 november 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE Bij het openen van het rapport worden de meest recente gegevens uit de databank gehaald. Inleiding In dit document worden de kansarmoede-indicatoren weergegeven

Nadere informatie

Het Nieuw Industrieel Beleid Clusters: de Vlaamse valleien

Het Nieuw Industrieel Beleid Clusters: de Vlaamse valleien Het Nieuw Industrieel Beleid Clusters: de Vlaamse valleien Beleidsgericht onderzoek aan STORE Prof dr. Joep Konings Joep.Konings@Kuleuven.be 1 Naar een nieuw industriebeleid (NIB)? Transformatie van de

Nadere informatie

Het fileprobleem in Vlaanderen en de impact op bedrijfsprestaties

Het fileprobleem in Vlaanderen en de impact op bedrijfsprestaties VIVES BRIEFING 2018/02 Het fileprobleem in Vlaanderen en de impact op bedrijfsprestaties Lieselot Baert & Jo Reynaerts KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, VIVES Steunpunt Economie &

Nadere informatie

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het totaal aantal jobs

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het totaal aantal jobs Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het totaal aantal jobs Update 2010 Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE Maart 2012 Methodologisch Rapport Steunpunt Werk en Sociale Economie Parkstraat 45 bus 5303 3000

Nadere informatie

Statistisch Product. Omzet en investeringen volgens de btw-aangiften (absolute cijfers)

Statistisch Product. Omzet en investeringen volgens de btw-aangiften (absolute cijfers) Metadata Statistisch Product Omzet en investeringen volgens de btwaangiften (absolute cijfers) De omzet omvat alle bedragen (exclusief BTW) die overeenkomen met de verkoop door de BTWplichtige van goederen

Nadere informatie

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer INBO.R.2012.16 INBO.R.2012.26 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO Geraardsbergen Gaverstraat 4 9500 Geraardsbergen T: +32 54 43 71 11 F: +32

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2014

Sectoranalyse Horeca 2014 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2014 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen Omzet en investeringen 2014 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca

Nadere informatie

De ruimtelijke spreiding van de tewerkstelling volgens de bestemmingszones in West-Vlaanderen

De ruimtelijke spreiding van de tewerkstelling volgens de bestemmingszones in West-Vlaanderen Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij West-Vlaanderen Koning Leopold III-laan 66, 8200 Brugge T 050 140 150 F 050 140 149 E info@pomwvl.be KBO-nummer: 0881.702.779 _ www.pomwvl.be De ruimtelijke spreiding

Nadere informatie

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur 4 Drukkerijen A Algemeen overzicht van de sector 1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur Deze studie brengt die sectoren in kaart die werknemers tewerkstellen

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste semester 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste semester 2018 Graydon studie Faillissementen Eerste semester 2018 2 juli 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld.

Nadere informatie

Via een antwoord op de volgende vraag wens ik een beter zicht te krijgen op de Vlaamse export naar de VS en Canada.

Via een antwoord op de volgende vraag wens ik een beter zicht te krijgen op de Vlaamse export naar de VS en Canada. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 338 van GÜLER TURAN datum: 8 juni 2016 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Export naar de

Nadere informatie

PRODCOM - INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave

PRODCOM - INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave 1. WAT IS PRODCOM?... 5 1.1. Ontstaan... 5 1.2. Inhoud... 5 1.3. Juridisch kader... 5 1.4. Welke ondernemingen moeten antwoorden?... 5 1.5. Welke producten?... 5 1.6. Timing...

Nadere informatie

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur 8 Consultancy A Algemeen overzicht van de sector 1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur Deze studie brengt die sectoren in kaart die werknemers tewerkstellen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/12/275 BERAADSLAGING NR. 12/074 VAN 4 SEPTEMBER 2012 INZAKE DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

nr. 241 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 13 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Waarborgregeling - Stand van zaken

nr. 241 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 13 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Waarborgregeling - Stand van zaken SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 241 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 13 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Waarborgregeling - Stand van zaken De Waarborgregeling

Nadere informatie

Statistisch Product. Omzet volgens de btw-aangiften (indexen)

Statistisch Product. Omzet volgens de btw-aangiften (indexen) Metadata Statistisch Product Omzet volgens de btwaangiften (indexen) De omzet omvat alle bedragen (exclusief BTW) die overeenkomen met de verkoop door de BTWplichtige van goederen en diensten aan derden

Nadere informatie

1. Hoeveel dienstenchequebedrijven telt Vlaanderen op dit moment? Graag ook cijfers voor de laatste vijf jaar, per maand en per provincie.

1. Hoeveel dienstenchequebedrijven telt Vlaanderen op dit moment? Graag ook cijfers voor de laatste vijf jaar, per maand en per provincie. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 326 van PETER VAN ROMPUY datum: 5 februari 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Dienstenchequebedrijven - Stand van zaken Door de zesde

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/14/044 BERAADSLAGING NR. 14/022 VAN 4 MAART 2014 INZAKE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE RIJKSDIENST

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Januari februari 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Januari februari 2018 Graydon studie Faillissementen Januari 2018 1 februari 2018 Graydon Studie Barometer Faillissementen 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. oktober 2017

... Graydon studie. Faillissementen. oktober 2017 Graydon studie Faillissementen oktober 2017 3 november 2017 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

Sectorfoto PSC

Sectorfoto PSC Sectorfoto 2009-2013 PSC 149.01 Elektriciens: Installatie en Distributie 2014 Vormelek vzw Marlylaan 15/8 b2 1120 Brussel Tel.: 02/476.16.76 Fax: 02/476.17.76 Geen enkel gedeelte van dit werk mag gereproduceerd

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 Inhoud Inleiding... 3 Methodologie... 3 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 5 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 6 Regionale Spreiding...

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/14/022 BERAADSLAGING NR 10/055 VAN 6 JULI 2010, GEWIJZIGD OP 4 FEBRUARI 2014, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

Hoeveel bedragen per provincie voor 2012 en 2013 de middelen die het IWT jaarlijks aan alle steunprogramma s besteedt?

Hoeveel bedragen per provincie voor 2012 en 2013 de middelen die het IWT jaarlijks aan alle steunprogramma s besteedt? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 111 van MARTINE TAELMAN datum: 12 november 2014 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Innovatie - Decentrale spreiding De algemene uitgavenbegroting

Nadere informatie

SECTORANALYSE DIGITALE ECONOMIE IN LIMBURG

SECTORANALYSE DIGITALE ECONOMIE IN LIMBURG SECTORANALYSE DIGITALE ECONOMIE IN MEI 2018 INHOUD blz 1. Definitie en bondig cijferoverzicht van de digitale economie 3 2. Vestigingen met personeel 4 3. Loontrekkende werkgelegenheid 7 4. Zelfstandigen

Nadere informatie

Reporting System CPA 2006

Reporting System CPA 2006 Reporting System CPA 2006 XML PROTOCOL (juni 2005) Versie 1.0 1/14 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Algemene principes... 3 2.1 Structuur content gedeelte... 3 2.2 CSSR admin parameters... 5 3. XML Schema...

Nadere informatie

DATA OVER DE BEDRIJVENDYNAMIEK. 2019, 1e kwartaal

DATA OVER DE BEDRIJVENDYNAMIEK. 2019, 1e kwartaal DATA OVER DE BEDRIJVENDYNAMIEK 2019, 1e kwartaal Colofon Door: KVK, Utrecht, april 2019 Business Intelligence Contact: Neem voor meer informatie contact op met persvoorlichting, 06 30 35 29 21 Alles uit

Nadere informatie

Vergrijzing in de. Waar is de nood aan vervanging het hoogst? Boie Neefs Arbeidsmarktcongres Steunpunt WSE 7 februari 2013

Vergrijzing in de. Waar is de nood aan vervanging het hoogst? Boie Neefs Arbeidsmarktcongres Steunpunt WSE 7 februari 2013 Vergrijzing in de sectoren. Waar is de nood aan vervanging het hoogst? Boie Neefs Arbeidsmarktcongres Steunpunt WSE 7 februari 2013 Vergrijzing in de sectoren. Waar is de nood aan vervanging het hoogst?

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur

1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur Het ANPCB in cijfers Sectorfiches 3 Uitgeverijen A Algemeen overzicht van de sector 1 Beschrijving van de activiteiten in de sector op basis van de Nace-Bel nomenclatuur Deze studie brengt die sectoren

Nadere informatie