Actuele opdracht leesvaardigheid Gamen en school februari bk

Transcriptie

1 Actuele opdracht leesvaardigheid Gamen en school februari bk Opdracht 1 Je mening over gamen. a Game jij graag? b Wat leer je van gamen? c Welke nadelen heeft gamen? Opdracht 2 Lees tekst 1 verkennend. a De titel geeft meteen het onderwerp aan. Wat is het onderwerp? b Als je naar de titel kijkt, weet je ook meteen wat voor een soort tekst dit is. Leg dit uit. c Wat voor informatie krijg je over de schrijver van tekst 1? d Lees de laatste alinea. Waarom zou de schrijver over dit onderwerp schrijven? Tekst 1 Gameverslaving, dat is pas funest I 5 II III IV V 20 Vanaf 1 januari mogen tieners jonger dan 18 geen alcohol en tabak meer kopen. De gezondheidsschade van deze verslavende middelen is maatschappelijk niet meer acceptabel. Een andere verslaving die vooral tieners treft, wordt echter grotendeels genegeerd. Misschien zijn de kosten van deze verslaving wel groter dan die van roken en drinken, toch doen we niets aan gameverslaving van jongeren. De kosten van computergames moeten niet worden onderschat. Vooral jongens besteden uren en uren per dag aan heftige games. De gezichten staan de volgende dag bleek in de schoolbanken. Onderwijs kan deze leerlingen maar matig boeien. Ze zitten de dag uit om weer te mogen gamen. Eigenlijk kan niets hen meer boeien in de echte wereld. De virtuele wereld is interessanter. In hun game racen ze in auto's, knallen ze tegenstanders neer, vliegen ze van wereld naar wereld en zetten ze de mooiste bouwwerken neer. Hiermee vergeleken is de dagelijkse tocht naar en de martelgang in de school saaie offline-tijd. De tijd die de gamers aan school besteden, is minimaal, of niet-bestaand. De tijd dat deze jongens buiten zijn, is beperkt. De gevechten die ouders thuis leveren om de kinderen van de computer te krijgen, zijn heftig. Sommige ouders hebben het opgegeven en staan toe dat hun 'computerjunks' liegen en bedriegen om aan hun computertijd te komen. 'Heus, ze hoeven niets voor school te doen.' 'Het huiswerk is allang af.' 'Die onvoldoende telt niet mee.' Op de meeste computergames staan adviesleeftijden. Veel spellen hebben een adviesleeftijd van 18+. Deze adviesleeftijden worden echter grotendeels genegeerd. Ik hoor van leerlingen in de brugklas dat ze dergelijke spellen

2 VI VII 36 VIII IX X XI urenlang mogen spelen van hun ouders. De beroemde martelscène uit GTAV waarin een tand uitgetrokken moet worden en een been gebroken moet worden met een moersleutel, is voor hen vooral 'lachen'. Het zal allemaal wel. Ik maak me niet zozeer zorgen over de heftigheid van de scènes, als wel over de tijd die de spellen van de spelers vragen. De verslaving schaadt schoolcarrières. Blijven zitten kost de samenleving meteen zo'n euro. Zoveel kost een leerling per jaar. Een jaar verliezen kost de leerling zelf een jaarinkomen. Wanneer de gamer een niveau zakt, worden de maatschappelijke kosten gemiddeld hoger. Schooluitval is natuurlijk helemaal funest voor de samenleving. De Nederlandse sport wordt overigens ook getroffen. Het voetballen op pleintjes en grasveldjes gebeurt minder dan vroeger en hiermee daalt het niveau van menige voetbalclub. Het zou mij niet verbazen wanneer de maatschappelijke kosten van gameverslaving die van roken of drinken evenaren of zelfs overstijgen. In de schoolbanken zijn drank of tabak zelden een reden voor uitval. Gamen is een belangrijkere factor bij mislukking, schat ik zo in. Toch doen we niets aan de gameverslaving van tieners. Een enkele website geeft wat advies. Er zijn wat onlinetestjes. Ouders moeten dit probleem verder zelf maar oplossen. Bij drank en tabak heeft de overheid besloten dat ouders wel moeten worden geholpen. Wat mij betreft gaan we met gameverslaving volgend jaar dezelfde weg. Verbied winkeliers allereerst om 18+-spelen aan tieners te verkopen. Tijdbegrenzers in verslavende onlinespellen lijken mij ook een goed idee. Spelers die twee uur non-stop spelen, moeten een uur offline. Lijkt mij niet overdreven. Help ouders verder door goede voorlichting. Wijs hen op de gevaren van gameverslaving. Hiermee helpen we de leerlingen, vooral jongens, om te werken aan hun toekomst. De echte wereld is belangrijker dan de virtuele. Ik zie in mijn klassen helaas dagelijks de leerlingen die hun onlineleven bovenaan hebben staan. Bron: naar de Volkskrant, 7 januari 2014 Ferry Haan, docent economie Opdracht 3 Lees alinea I en II nauwkeurig. a Noteer de zin uit alinea I waarin de mening van de schrijver staat. b In regel 3 staan twee belangrijke signaalwoorden. Welke zijn dat en welk verband geven ze aan? c Welke omschrijving vind je in alinea I voor genegeerd (r. 4)? d Wat blijkt uit het woord Misschien (r. 4)? e Schrijf de mening van de schrijver in eigen woorden op. f Om wat voor soort kosten gaat het in alinea II?

3 Opdracht 4 Lees alinea III, IV en V nauwkeurig. a Welk bezwaar van gamen wordt in alinea III en IV beschreven? b Welk bezwaar staat er in alinea V? c In r. 11 staat: Eigenlijk kan niets hen meer boeien in de echte wereld. Legt de schrijver in de rest van de alinea deze zin goed uit? d Hoe weet de schrijver dat deze adviesleeftijden grotendeels genegeerd worden (r )? e Over wat voor soort games heeft de schrijver het vooral? Opdracht 5 Lees alinea VI, VII en VIII nauwkeurig. a Welk signaalwoord zie je in alinea VII? b Wie worden door gamen getroffen (r. 35)? c In alinea VIII herhaalt de schrijver zijn mening. Noteer twee woordgroepen waaruit blijkt dat hij niet helemaal zeker is van zijn mening. Opdracht 6 Lees alinea IX, X en XI nauwkeurig. a Alinea IX begint met Toch. Wat geeft dit signaalwoord aan? Leg je antwoord uit met gegevens uit VIII en IX. b Welke drie voorstellen doet de schrijver om het probleem op te lossen? c Wat is de hoofdgedachte van tekst 1? Kies uit: A Veel jongens zijn zo gameverslaafd dat de overheid hun ouders moet helpen. B De gameverslaving van jongens is funest voor hun schoolcarrière. C Door hun gameverslaving daalt het niveau van veel voetbalclubs. d Welke van de drie mogelijkheden geeft de opbouw van tekst 3 correct weer? Kies uit A, B of C. A B C inleiding I I, II I, II, III kern II t/m IX III t/m VIII IV t/m X slot X, XI IX t/m XI XI Opdracht 7 Je mening over tekst 1. Omcirkel het cijfer van je keuze. a De schrijver is een deskundige op het gebied van gameverslaving. b Door de voorstellen van de schrijver worden de problemen met gamende jongens opgelost. c De schrijver heeft me overtuigd dat gamen een groot probleem is. Opdracht 8 Lees tekst 2 verkennend. a Als je naar de titel en de bron kijkt, kun je meteen vaststellen wat voor soort tekst dit is. Leg dit uit. b Welke tekstvorm heeft tekst 2? c Voorspel of tekst 2 uit twee of drie delen bestaat. Leg je antwoord uit.

4 Tekst 2 Aantal gameverslaafde jongeren in klinieken is sterk toegenomen I II 5 10 III Amsterdam. Het aantal gameverslaafden dat wordt opgenomen in klinieken is de afgelopen twee jaar met 66 procent gestegen. Ook zijn de verslaafden jonger en is hun verslaving verhevigd. In 2011 behandelden de klinieken nog 256 gameverslaafden, vorig jaar waren dat er 426. Dit meldt de NOS op basis van cijfers van acht klinieken waaronder Jellinek en Yes We Can Clinics. De behandelde gamers zijn nu soms tien, twaalf jaar, terwijl de gemiddelde leeftijd eerst nog rond de vijftien lag. De jongeren zijn steeds extremer bezig met hun obsessie," zegt directeur Jan Willem Poot van Yes We Can Clinics tegen de NOS. Het aantal uren dat ze gamen, neemt toe, soms wel 18 uur per etmaal. Volgens het bevolkingsonderzoek Nemesis zijn in Nederland mensen verslaafd aan gamen. Dat aantal zou toenemen door de grotere, en minder controleerbare beschikbaarheid via smart phones en tablets. Het probleem is volgens hulpverleners onderschat. Zij pleiten voor meer voorlichting. Bron: NRC Handelsblad, 17 februari 2014 Opdracht 9 Lees tekst 2 nauwkeurig. a Wat is de functie van alinea I? Kies uit: A De schrijver vertelt waarom hij de tekst heeft geschreven. B De schrijver geeft zijn mening. C De schrijver geeft een samenvatting. b Hoe is de schrijver aan zijn gegevens gekomen? c In r. 2 staat dat de verslaafden jonger zijn geworden. Waar legt de schrijver dit uit? d Uit In r. 3 staat dat de verslaving is verhevigd. Waar legt de schrijver dit uit? e Controleer je antwoord op opdracht 8c. Opdracht 10 Tekst 1 en 2. Omcirkel het cijfer van je keuze. a Tekst 2 is betrouwbaarder dan tekst 1. b De gegevens uit tekst 2 maken tekst 1 belangrijker. c De cijfers over gameverslaving maken me aan het schrikken. Opdracht 11 Bekijk een stukje van een interview met Jeroen Jansz. a Waaruit blijkt dat Jeroen Jansz een deskundige is? A Uit wat hij zegt blijkt dat hij veel weet over het onderwerp. B Hij werkt aan een universiteit.

5 C Antwoord A en B zijn juist. b De vraag of games in het onderwijs een toegevoegde waarde kunnen hebben, vind ik echt heel erg belangrijk, zegt Jeroen Jansz. Waarom is die vraag belangrijk? Kies uit: A Games verhogen het leerresultaat. B Met games sluit je beter aan op thuis. C Leerstof maak je je zo vanzelf eigen. c Geldt die toegevoegde waarde voor alle leerlingen? Kies uit: A Ja, voor alle leerlingen. B Nee, voor een deel van de leerlingen. C Nee, voor weinig leerlingen. d Waarom is het goed om games in het onderwijs te gebruiken? A Leerlingen kennen de games goed. B Leerlingen hebben veel tijd en energie over om te gamen. C Leerlingen willen graag gamen. e Als je games in het onderwijs gebruikt, wordt de rol van de docent A belangrijker B even belangrijk C minder belangrijk Opdracht 12 Werk samen in een groepje van drie of vier leerlingen. a Kies één van de stellingen. 1 Games zijn gevaarlijk. 2 Van games leer je veel. 3 Gamers zijn suffe jongens. 4 Gamen is een deel van het leven. b Maak met elkaar een poster: zet de stelling bovenaan en verdeel het blad onder de stelling in tweeën. c Zet rechts waarom je het met de stelling eens bent. d Zet links waarom je het niet met de stelling eens bent. Opdracht 13 Bekijk alle posters. a Zet bij elke poster je naam onder de argumenten waar jij het mee eens bent. b Over welke stellingen zijn jullie het (bijna) met zijn allen eens? c Over welke stellingen hebben jullie heel verschillende meningen?