WET GELUIDHINDER Artikel 110a Kenmerk: Ontwerpbesluit

Transcriptie

1 WET GELUIDHINDER Artikel 110a Kenmerk: Ontwerpbesluit Onderwerp Beslissing van burgemeester en wethouders van Nuenen op de aanvraag om het vaststellen van een hogere geluidsgrenswaarde op grond van artikel 110a van de Wet geluidhinder ten behoeve van de bestemmingsplanprocedure voor het bestemmingsplan Bestemmingsplan Luistruik fase 2A. De aanvraag d.d. 26 april 2013 is ontvangen op 11 oktober Ontwerpbesluit Het betreft hier een ontwerpbesluit op de aanvraag om het vaststellen van een hogere geluidsgrenswaarde voor de bouw van circa 40 tot 50 grondgebonden woningen binnen het plangebied Luistruik fase 2A. Het betreft de realisatie van grondgebonden woningen waarvan voor 17 woningen de voorkeursgrenswaarden overschreden wordt. Beslissing Burgemeester en wethouders van Nuenen besluiten, gelet op de Wet geluidhinder (Wgh), het Besluit geluidhinder en de Algemene wet bestuursrecht: Vanwege de: Smits van Oyenlaan Waarneempunt (wnp) x y Aantal woningen waarop wnp betrekking heeft Rijks-driehoekscoördinaten Waarneemhoogte Geluidbelasting in db incl. aftrek art. 110g vóór maatregelen. Verzochte hogere waarden Geluidbelasting in db incl. aftrek art. 110g en na eventuele maatregelen woningen 4, , woningen 1, , , zijgevel wnpnt 5 7, woningen 1, , , zijgevel wnpnt 9 4, , woningen 1, , ,

2 zijgevel wnpnt woningen zijgevel wnpnt zijgevel wnpnt woningen zijgevel wnpnt zijgevel wnpnt woningen woningen woningen woningen woningen Zijgevel woning Vanwege de: Vincent van Goghlaan woningen 7, woningen 4, , woningen 1, , , woningen 1, , , Zijgevel woning 1, , ,

3 Voor de situering van de waarneempunten wordt verwezen naar het akoestisch onderzoek opgesteld door Adviesbureau van der Boom bv, Akoestisch rapport nr r3 versie 15 april 2013, d.d. 16 april 2013 en bijlage 1 behorende bij dit besluit. 1. dat de volgende gewaarmerkte stukken deel uitmaken van het besluit: - het aanvraagformulier d.d. 26 april 2013 en de daarbij behorende bijlage, ingekomen oktober Akoestisch rapport nr r3 versie 15 april 2013, d.d. 16 april 2013 van Adviesbureau van der Boom bv; - bijlage 1 behorende bij dit besluit. 2. aan dit besluit als voorwaarden te verbinden: - dat voor voldoende gevelisolatie zal worden gezorgd zodat een binnenniveau van 33 db gerealiseerd wordt (Bouwbesluit). Hierbij kan opgemerkt worden dat de toets aan het Bouwbesluit plaats moet vinden zonder het toepassen van de aftrek conform artikel 110g als bedoeld in de Wet geluidhinder; - dat voor alle woningen een geluidluwe zijde met een geluidbelasting van maximaal 48 db (incl. aftrek van 5 db art.110g Wgh) aanwezig is; - dat ter hoogte van rekenpunt 26 een tuinmuur van voldoende akoestische kwaliteit (minimaal 15 kg/m 2 ) gerealiseerd moet worden voordat de woning gebruikt kan worden. en dat voor de woningen met een geluidbelasting van meer dan 53 db (incl. aftrek artikel 110g): - de verblijfsruimten binnen de woning alsmede bij de woningen behorende buitenruimten in zoverre als mogelijk aan de geluidluwe zijde worden gesitueerd. - voor de woning op de begane grond als bedoeld in onderstaande bijlage, tenminste 1 buitenruimte moeten hebben die aan de geluidluwe zijde is gesitueerd. Nuenen, burgemeester en wethouders van Nuenen, de secretaris, de burgemeester, drs. P.T.O. van Laarhoven-Rovers M.J. Houben MBA 3

4 Inleiding Het gebied De Luistruik waar voorheen een sportcomplex aanwezig was wordt gefaseerd bebouwd. Op 29 april 2004 heeft de gemeenteraad besloten dat het door Rabo Vastgoed ingediende plan het meest in aanmerking komt voor uitwerking. Daartoe zijn de betrokken partijen op 7 februari 2006 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. Inmiddels is na het doorlopen van een artikel 19-procedure, op basis van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), het eerste gedeelte van het plan gerealiseerd. Met de afronding van de eerste fase wordt middels voorliggend bestemmingsplan beoogd om fase 2A in ontwikkeling te gaan brengen. Fase 2A betreft het gebied in de noordoosthoek van het oude sportpark. In dit gebied wordt beoogd om maximaal 40 tot 50 grondgebonden woningen te realiseren. Dit bestemmingsplan legt de juridisch-planologische basis om deze woningen te kunnen gaan bouwen, waardoor dit plan een ontwikkelingsgericht bestemmingsplan betreft dat enkel betrekking heeft op de ontwikkeling van het Luistruik Fase 2A. Onderzocht is of voor deze locatie een hogere geluidswaarde op grond van artikel 83 lid 1 Wgh jo. artikel 110a lid 1 en 3 Wgh kan worden vastgesteld. Procedure De voorbereiding van de beschikking heeft plaatsgevonden overeenkomstig het bepaalde in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 110c van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder. Het besluit tot het vaststellen van een hogere waarde wordt gecombineerd met de voorbereiding van de bestemmingswijziging. Coördinatie met de Wet ruimtelijke ordening Deze ontwerpbeschikking Wet geluidhinder en het bestemmingsplan Luistruik fase 2A worden gelijktijdig ter inzage gelegd. 4

5 Beoordelingskader In de Wet geluidhinder zijn grenswaarden opgenomen voor de geluidsbelasting van wegen railverkeer. De Wet geluidhinder maakt daarbij onderscheid in een voorkeurswaarde en een maximale waarde. Een geluidsbelasting lager dan of gelijk aan de voorkeurswaarde is zonder meer toelaatbaar. De effecten van geluid worden dan aanvaardbaar geacht. Een geluidsbelasting hoger dan de maximale waarde is ontoelaatbaar. De maximale ontheffingswaarde voor woningbouwlocatie binnen de bebouwde kom bedraagt 63 db. Een geluidsbelasting lager dan of gelijk aan de maximale waarde is alleen toelaatbaar na een afwegingsproces. Het afwegingsproces heeft vorm gekregen in de procedure Vaststelling hogere waarde voor geluid. Het vaststellen van een hogere waarde wordt getoetst aan de Wet geluidhinder en het voormalige provinciale ontheffingenbeleid (verder geluidbeleid ) hogere waardeprocedure ingevolge de Wet geluidhinder. Indien toepassing van maatregelen, gericht op het terugbrengen van de verwachte geluidsbelasting van de gevel van de betrokken woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen, onvoldoende doeltreffend zal zijn, danwel stuit op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeers- of vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard, is een hogere waarde mogelijk. Ook moet de geluidsbelasting op de gevels van de verblijfsruimten en de eventuele gecumuleerde geluidsbelasting worden beoordeeld. Beoordeling Uit het akoestisch onderzoek opgesteld Adviesbureau van der Boom bv, Akoestisch rapport nr r3 versie 15 april 2013, d.d. 16 april 2013 blijkt dat de geluidsbelasting op de te toetsen gevels van de appartementen maximaal ten hoogste 56 db bedraagt ten gevolge van het verkeer op de Smits van Oyenlaan en maximaal 54 db ten gevolge van de Vincent van Goghstraat. De overige wegen in de omgeving van het complex hebben geen zone en kunnen in het kader van de Wet geluidhinder buiten beschouwing gelaten worden. Nader onderzoek en een afweging van maatregelen zijn daarom alleen noodzakelijk vanwege het wegverkeer over de Vincent van Goghstraat en de Smits van Oyenlaan. Onderzoek naar de maatregelen 1. Hoofdcriteria Stedenbouwkundige overwegingen Een ontheffing kan worden verleend, wanneer kan worden aangetoond dat woningbouw ter plaatse dringend noodzakelijk is én dat de bebouwing niet anders gesitueerd kan worden. Het gaat dus om locatiespecifieke kenmerken. Met de bouw van deze ontwikkeling worden grondgebonden woningen mogelijk gemaakt. Deze opzet is passend binnen de stedenbouwkundige structuur van het hele plan waarvan Luistruik fase 2a deel van uit maakt. De gevelrooilijnen zijn op een enkele positie in de ontwerpfase nog enigszins gewijzigd (passende binnen de stedenbouwkundige structuur) zodat er een akoestisch optimaal klimaat ontstaat. Landschappelijke overwegingen Een ontheffing kan worden verleend, wanneer geluidreducerende voorzieningen bijvoorbeeld een doorsnijding van een waardevol open landschap zouden veroorzaken, grondwaterstromen zouden beïnvloeden of flora en fauna zouden belemmeren. In voorliggende situatie is dit echter niet aan de orde. 5

6 Verkeerskundige overwegingen Het verlagen van de intensiteiten en het aanpassen van de maximale snelheid zijn te beschouwen als verkeers- en vervoerskundige activiteiten. Het verlagen van de intensiteiten en/of het aanpassen van de snelheid is voor Vincent van Goghstraat en de Smits van Oyenlaan niet mogelijk vanwege de functie van deze weg. Beide wegen zijn hoofdontsluitingswegen. Een maatregel zoals het verminderen van de verkeersintensiteit op een weg kan tevens in een ander deel van de gemeente voor een verslechtering zorgen. Financiële overwegingen Bron- en overdrachtsmaatregelen brengen extra kosten met zich mee. Dit is niet altijd een argument om af te wijken van de voorkeursgrenswaarde. Wel moet er een afweging gemaakt worden tussen de kosten van de maatregelen en het effect van de maatregelen. Zo zal een geluidsscherm eerder financieel haalbaar zijn als er veel geluidsgevoelige gebouwen bij het plan betrokken zijn. Hetzelfde geldt ook voor geluidreducerende maatregelen bij de bron. Bij slechts weinig geluidsgevoelige gebouwen zal de maatregel minder snel doelmatig zijn en zullen de kosten van de gevelisolatie lager zijn dan de bron- en overdrachtsmaatregelen. - Bronmaatregelen Maatregelen aan de bron: stil asfalt De Smits van Oyenlaan is reeds voorzien van het geluidsreducerend type dunne deklaag B, dit is een asfalt type met een reductie van circa 4 db ten opzichte van het referentiewegdek. Deze maatregel kan daarom geen extra relevante bijdrage leveren aan het terugdringen van de geluidbelasting ten gevolge van de Smits van Oyenlaan. De Vincent van Goghstraat is voorzien van DAB op het deel van de weg waar 50 km/u mag worden gereden. Door het toepassen van een stil wegdek zou de geluidbelasting met ca. 4 db (dunne deklaag B) afnemen. Het vervangen van een wegdek is een taak van de wegbeheerder. Het wegdek van de Vincent van Goghstraat moet over een lengte van ca. 220 worden vervangen door een stil wegdek met een geluidreductie van ten minste 4 db. Uit akoestisch onderzoek, figuur 7 blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 db dan nog niet bereikt wordt nabij rekenpunt 59. De kosten van een dunne deklaag in de situatie van groot onderhoud bedragen ca. 26,-- /m2 (prijspeil 2005, bron: RWS: Advies dunne deklagen op niet-autosnelwegen (2007)). De kosten voor aanleg van een stil wegdek bedragen daarmee ca ,-- voor een weglengte van ca. 220 meter (bij een breedte van 6 meter) voor de Vincent van Goghstraat. Hierin zijn de meerkosten voor extra onderhoud niet meegenomen. Wellicht dat ook meerkosten ontstaan door de geringe weglengte die wordt vervangen. Uit praktische overweging wil de gemeente zeer terughoudend omgegaan met de aanleg van stil asfalt waar het gaat om korte weglengtes, omdat daarbij verschillende onderhoudsproblemen ontstaan (vooral op overgangen stil en gewoon asfalt). Gezien de kosten van stil asfalt en de problemen met onderhoud van stille wegdekken met een korte weglengte ligt deze oplossing voor het terugdringen van de geluidbelasting op de 1ste lijns bebouwing aan de Vincent van Goghstraat niet voor de hand, temeer daar de voorkeursgrenswaarde door deze maatregel niet wordt gehaald nabij rekenpunt 59. Deze maatregel kan dan ook als niet doelmatig beschouwd worden. - Overdrachtsmaatregelen Geluidschermen Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat een scherm met een hoogte van 7,5 meter en een lengte van 140 meter, gelegen tussen de 1ste lijns bebouwing en de busbaan van de Smits van Oyen- 6

7 laan de geluidbelasting met 6-10 db kan terugdringen. De voorkeursgrenswaarde wordt dan op alle rekenpunten bereikt. Voor de ligging van het scherm en de rekenresultaten wordt verwezen naar figuur 8 van het akoestisch onderzoek. Bij een lager scherm wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 db niet bereikt. De kosten van een dergelijk scherm bedragen ca ,-- bij een prijs van ca 300,-- per m2 (kale basisprijs volgens normkosten geluidschermen). Een scherm van 6 meter hoogte en een lengte van 90 meter tussen de 1ste lijns bebouwing en de Vincent van Goghstraat kan de geluidbelasting met 4-7 db terugdringen. De voorkeursgrenswaarde wordt dan op alle rekenpunten bereikt. Voor de ligging van het scherm en de rekenresultaten wordt verwezen naar figuur 9 van het akoestisch onderzoek. Bij een lager scherm wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 db niet bereikt. De kosten van een dergelijk scherm bedragen ca ,-- bij een prijs van ca. 300,-- per m 2 (kale basisprijs volgens normkosten geluidschermen). Deze maatregel kan dan ook als niet doelmatig beschouwd worden. Tenslotte is ook gerekend met een laag scherm tussen de Smits van Oyenlaan en het naastgelegen fietspad. Met een laag scherm met een hoogte van 1,5 meter en een lengte van 140 meter tussen de Smits van Oyenlaan en het naastgelegen fietspad wordt de voorkeursgrenswaarde niet bereikt. Voor de ligging van het scherm en de rekenresultaten wordt verwezen naar figuur 10 van het akoestisch onderzoek. Een dergelijke afscherming is daarmee niet effectief. De kosten van een het scherm bedragen ca ,-- bij een prijs van ca. 350,-- per m2 (kale basisprijs volgens normkosten geluidschermen). Deze maatregel kan dan ook als niet doelmatig beschouwd worden. Verder is, gelet op de gematigd stedelijke omgeving en de typologie van de nieuw te bouwen woningen, een afscherming van voorgestelde hoogte hier niet wenselijk. Daarnaast is het stedenbouwkundig plan geënt op een belangrijke cultuurhistorische zichtlijn van de oude begraafplaats naar de kerk in Nuenen, die door het plaatsen van een afscherming zal worden doorbroken. Lettende op het voorgaande is het vanuit stedenbouwkundig perspectief ongewenst om een afscherming te plaatsen. Gezien de hoge kosten van een effectieve afscherming zijn schermen langs de Smits van Oyenlaan en de Vincent van Goghstraat daarnaast financieel niet doelmatig. 2. Subcriteria Ontheffingscriterium Naast de beschouwde hoofdcriteria die als doel hebben de overschrijdingen zo klein mogelijk te houden, gelden er ook subcriteria waaraan het bouwplan dient te voldoen om voor ontheffing in aanmerking te komen. Voor wegverkeerslawaai in een binnenstedelijke situatie zijn deze als volgt: a. opname in een stads- of dorpsvernieuwingsplan; b. het door de gekozen situering of bouwvorm een doelmatige akoestische afscherming gaan vervullen voor andere woningen of voor andere geluidgevoelige gebouwen of geluidgevoelige objecten; c. ter plaatse noodzakelijk zijn om reden van grond- of bedrijfsgebondenheid; d. het ter plaatse situeren als vervanging van bestaande bebouwing; e. het door de gekozen situering opvullen van een open plaats tussen aanwezige bebouwing; In de onderhavige situatie wordt voldaan aan de subcriteria onder a en b. 7

8 3. Aanvullende criteria In het geluidbeleid van de Gemeente Nuenen is opgenomen dat bij een ontheffing één van de gevels geluidluw moet zijn en dat bij ontheffing van meer dan L den 53 db wegverkeerslawaai (incl. aftrek ex artikel 110g Wgh) het volgende een vereiste is: - Geluidsluwe buitenruimte/geluidsluwe gevel tenminste één van de tot de woning behorende buitenruimten een gecumuleerde geluidsbelasting moet hebben die niet hoger is dan L den 48 db (incl. aftrek ex artikel 110g Wgh); Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat nagenoeg alle woningen een gevel hebben die geluidsluw is en daarmee ook elke woning een geluidluwe gevel heeft. De woning nabij rekenpunt 26 vormt hier een uitzondering op (zie figuur 2, 4 en 6 van het akoestisch onderzoek). Om op rekenpunt 26 op de begane grond een geluidluwe gevel te creëren is het nodig gebleken een tuinmuur parallel aan de zijgevel te plaatsen met een lengte van 2,5 meter en een hoogte van 2,0 meter. In de planregels van het bestemmingsplan en op de verbeelding bij het bestemmingsplan is opgenomen dat de woning niet gerealiseerd mag worden voordat deze tuinmuur gerealiseerd is. - Indelingsvereisten verblijfsruimten in voldoende mate moet zijn verzekerd dat de verblijfsruimten niet aan de uitwendige scheidingsconstructie worden gelegen waar de hoogste geluidsbelasting optreedt, tenzij overwegingen van stedenbouw of volkshuisvesting zich daartegen verzetten. Hiermee wordt bedoeld dat de verblijfsruimten zoveel mogelijk (doch minimaal 1 ruimte) aan de geluidsluwe zijde zijn gelegen. De geluidbelasting op de achtergevel is zodanig dat de slaapkamers aan de geluidluwe zijde gesitueerd kunnen worden en daarmee wordt voldaan aan de indelingsvereisten. De ontwikkellocatie biedt daarom voldoende mogelijkheden om aan de aanvullende voorwaarden in de beleidsregel te kunnen voldoen. Conclusie Uit bovenstaande beoordeling van de hoofd- en subcriteria en de overige uitgangspunten zoals geformuleerd in de beleidsregel van de gemeente Nuenen kan geconcludeerd worden dat behalve de muur van 2,0 meter hoogte en 2,5 meter lengte nabij waarneempunt 26 geen aanvullende bronmaatregelen en overdrachtsmaatregelen mogelijk zijn en dat aan de subcriteria wordt voldaan. Omdat voldaan wordt aan de criteria van de wet geluidhinder en het ontheffingenbeleid verleend burgemeester en wethouders van de gemeente Nuenen op basis van de onderzoeksresultaten voor de ontwikkelinglocatie een ontheffing van de voorkeursgrenswaarde. Verder kan worden opgemerkt dat, omdat aanvullende maatregelen niet mogelijk zijn en een ontheffing van de voorkeursgrenswaarde noodzakelijk is, het ook vereist is dat de karakteristieke geluidwering van de gevel zodanig is dat een binnenniveau van 33 db gerealiseerd wordt. Voor de betreffende woonlocaties dient te worden voldaan aan de volgens het Bouwbesluit geldende minimale geluidsweringseis voor de uitwendige scheidingsconstructies van verblijfsgebieden c.q. -ruimten in woningen. In dat kader dient nader onderzoek plaats te vinden naar de toe te passen gevelmaterialen. Een dergelijk onderzoek zal bij de aanvraag voor omgevingsvergunning door gemeente Nuenen worden verlangd. 8

9 Indelingsvereisten verblijfsruimten In het geluidbeleid van de gemeente Nuenen is opgenomen dat een hogere waarde hoger dan 53 db (inclusief aftrek) wegverkeerslawaai alleen wordt vastgesteld indien voldoende verzekerd is dat de verblijfsruimten niet aan de uitwendige scheidingsconstructie worden gelegen waar de hoogste geluidsbelasting optreedt, tenzij overwegingen van stedenbouw of volkshuisvesting zich daartegen verzetten. Hiermee wordt bedoeld dat de verblijfsruimten zoveel mogelijk (doch minimaal 1 ruimte) aan de geluidsluwe danwel aan de minst geluidbelaste zijde gesitueerd is. Ter plaatse van de meest belaste zijde dienen geen verblijfsruimten te worden gesitueerd, tenzij overwegingen van stedenbouw of volkshuisvesting zich daartegen verzetten. De geluidsbelasting op de gevels van de woning bedraagt meer dan 53 db (inclusief aftrek). Daarmee dient aan deze voorwaarde te worden voldaan. Deze indelingsvereiste zal bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning door gemeente Nuenen worden verlangd. Geluidsluwe buitenruimte/geluidsluwe gevel De woningen waarvoor ontheffing wordt verleend, dienen een geluidluwe gevel te hebben. Deze vereisten zullen bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning door de gemeente Nuenen worden verlangd. In het geluidbeleid van de gemeente Nuenen is verder opgenomen dat voor het opleggen van een hogere waarde hoger dan 53 db (inclusief aftrek) tenminste één van de tot de woning behorende buitenruimten een gecumuleerde geluidsbelasting moet hebben die niet hoger is dan 48 db (inclusief aftrek). Zoals reeds eerder vermeld hebben nagenoeg alle woningen een geluidluwe gevel. Daar waar er in eerste aanleg geen sprake is van een geluidluwe gevel is een tuinmuur voorgeschreven middels regels in het bestemmingsplan en een aanduiding op de verbeelding van het bestemmingsplan. Overige wetten en regels Het vaststellen van deze hogere grenswaarden houdt niet in dat hiermee is voldaan aan de bepalingen die in andere wetten, verordeningen, etc. (zoals bijvoorbeeld Woningwet, Bouwverordening en bestemmingsplan) zijn gesteld dan wel op grond hiervan worden voorgeschreven. 9

10 Bijlage 1: Situering waarneempunten waar hogere waarde verleend wordt = Waarneempunten waar een hogere waarde verleend is 10

11 = Waarneempunten verdieping waar een hogere waarde verleend is 11