Installatie- en gebruikershandleiding

Transcriptie

1 0.1 Web-ELAN 2.9 Installatie- en gebruikershandleiding Datum 29 februari 2016 Versie 1.3 ConceptKadaster.nlHoofd LG/MB/PPBDirectie Landregistratie en Geografie, afdeling Materiebeleid, sector Product- en procesbeheermateriebeleid PPBLandregistratie en Geografie

2 Versiehistorie Versie datum locatie omschrijving /08/14 Wijzigingen t.o.v. Web-ELAN versie 2.8 opgenomen /10/14 Par. 6.9 aangepast /01/15 Par. 2.4 aangepast v.w.b. het gebruikte certificaat voor retourberichten /02/16 Par. 2.5 aangepast v.w.b. de minimaal benodigde Java versie Versie februari / 44

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Zaken die u zelf dient te regelen Smartcard reader en smartcard of USB token Opgave als gebruiker Opgave van de gegevens van het te gebruiken certificaat Installeren van het root certificaat voor de 'getekende' applicatie en de retourberichten Installeren van Java software Algemene opmerkingen over gebruik pc's en internet Downloaden en installeren Web-ELAN Instellingen configereren instellingen Aanmelden nieuw certificaat Opties algemeen Werkvoorbereiding Gebruikershandleiding Web-ELAN Algemeen Controle op niet toegestane tekens in referentie en bestandsnaam Hoofdscherm Web-ELAN Verzoek Tot Inschrijving Stuk Algemeen Code A bij Splitsing, ondersplitsing of wijziging appartementsrechten Ondertekenen en versturen Werkvoorbereiding Algemeen Opslaan Inlezen Opruimen Wissen Nieuw Verzoek tot inschrijving Verbetering Verzoek Tot Intrekking Verzoek tot in depotname Probleemoplossing Starten van Web-ELAN Web-ELAN blijft een foutmelding geven dat er geen smartcardreader aanwezig is Versie februari / 44

4 6.3 Problemen met mailen Poort Relaying Aanpassen JVM parameter preferip4stack Retourberichten geven melding over handtekening Web-ELAN onthoudt mijn instellingen niet Installatie smartcard-reader op Microsoft Terminal Server en Citrix Presentation Server Uploaden van bestanden is erg traag Web-ELAN met 64 bits Windows 7 configuratie Vertraging bij plaatsen van de digitale handtekening Inhoud bestand pkcs11.config bij de certificaten van ESG, KPN en QuoVadis Certificaat van KPN Certificaat van QuoVadis Certificaat van ESG Web-ELAN nu ook met Java 64 bit op Windows 64 bit Wijzigen van de standaard PDF reader Adobe Reader Wijzigen van de standaard XML/GML reader Notepad Naast de nieuwste Java ook een oudere JRE actief Versie februari / 44

5 1 Inleiding Begin 2005 is de wijziging op de Kadasterwet die het mogelijk maakt stukken elektronisch aan te leveren doorgevoerd. Met ingang van september 2005 is voor u het systeem Web-ELAN operationeel. Daarmee kunt u na formele aanmelding bij het Kadaster elektronisch stukken aanleveren. Deze installatie- en gebruikershandleiding is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2 worden zaken, die u zelf dient te regelen, beknopt beschreven. In hoofdstuk 3 leggen we uit hoe u de Web-ELAN applicatie kunt downloaden. Hoofdstuk 4 gaat in op de instellingen waarmee u de applicatie gereed maakt voor gebruik. Hoofdstuk 5 bevat informatie bedoeld voor het dagelijks gebruik van de applicatie. Hoofdstuk 6 tenslotte gaat in op een aantal bekende problemen en de manier waarop u die wellicht kunt oplossen. 2 Zaken die u zelf dient te regelen 2.1 Smartcard reader en smartcard of USB token U dient te zorgen voor een smartcard reader en een geldige smart card met digitaal certificaat voor het ondertekenen van de stukken en berichten, inclusief de installatie van de daarbij behorende software en rootcertificaten. Het Kadaster eist het gebruik van gekwalificeerde certificaten. In plaats van een smartcard reader en een smartcard, is het ook mogelijk gebruik te maken van een USB Token. Op de website van Logius kunt u de leveranciers en de door hen gebruikte rootcertificaten vinden. Deze leveranciers geven persoonsgebonden (beroeps)certificaten uit. Voorbeelden van rootcertificaten zijn: - KPN Corporate Market CSP Organisatie CA - G2, of; - QuoVadis CSP - PKI Overheid CA - G2, of; - ESG Organisatie CA - G Opgave als gebruiker Indien u gebruik wilt maken van de dienst Electronisch aanleveren, dan dient u zich allereerst daarvoor aan te melden. Het Aanmeldingformulier daarvoor kunt u op onze site vinden. 2.3 Opgave van de gegevens van het te gebruiken certificaat Het Kadaster gebruikt een aantal gegevens uit het publieke deel van het certificaat voor controledoeleinden. Voordat een ondertekenaar een nieuw certificaat voor het aanbieden van stukken kan gebruiken, moeten die gegevens bij het Kadaster geregistreerd zijn. Hiervoor is een functie in Web-ELAN beschikbaar: Aanmelden certificaat. De functie wordt hierna in paragraaf beschreven. NB: Ter inschrijving aangeboden stukken die ondertekend zijn met een certificaat dat niet vooraf aangemeld is, worden afgekeurd. 2.4 Installeren van het root certificaat voor de 'getekende' applicatie en de retourberichten Web-ELAN is een zogenaamde 'getekende' applicatie. Dit betekent dat de applicatie is voorzien van een digitale handtekening. Aan de hand van deze digitale handtekening is de authenticiteit van de applicatie vast te stellen. Het Kadaster maakt voor deze handtekening gebruik van een software signing certificaat dat is uitgegeven door QuoVadis onder het CSP certificaat QuoVadis Code Signing CA G1. Als reactie op de berichten die u naar het Kadaster stuurt, ontvangt u retourberichten zoals bijvoorbeeld het bewijs van ontvangst (BVO) en het bewijs van inschrijving (BVI). Deze retourberichten zijn ook voorzien van een digitale handtekening, in dit geval uitgegeven door ESG onder het CSP certificaat ESG Organisatie CA - G2. Versie februari / 44

6 Mocht uw systeem deze digitale handtekeningen niet herkennen, dan ontvangt u mogelijk een beveiligingswaarschuwing. Neem in dat geval, net als bij andere gerelateerde ICT vragen, contact op met uw systeembeheerder of softwareleverancier. Het kan zijn dat u in dat geval een aanpassing in uw systeem moet doorvoeren. Uw systeembeheerder of softwareleverancier kan u hier verder mee helpen. Het is van belang dat u daarbij meldt dat het Kadaster gebruik maakt van digitale handtekeningen die zijn uitgegeven onder de CSP certificaten QuoVadis Code Signing CA G1 en ESG Organisatie CA - G2. Het certificaat van ESG Organisatie CA - G2 en de hiërarchisch bovenliggende certificaten van de Staat der Nederlanden, nodig om de keten van certificaten te kunnen controleren, kunt u raadplegen en/of downloaden op de website van Logius. Het certificaat van QuoVadis Code Signing CA G1 en het hiërarchisch bovenliggende certificaat, nodig om de keten van certificaten te kunnen controleren, kunt u raadplegen en/of downloaden op de website van QuoVadis. Tijdens het opstarten van Web-ELAN wordt gevraagd of u de handtekening van het Kadaster vertrouwt. Alleen wanneer u aangeeft deze handtekening te vertrouwen, start de applicatie op. NB: U bent verantwoordelijk voor het controleren van de digitale handtekeningen die het Kadaster op de applicatie en de retourberichten plaatst. 2.5 Installeren van Java software Voor een juiste werking van Web-ELAN is Java Web Start, onderdeel van Java software, nodig. Minimaal vereiste Java update per versie is: - Java 5 update 6 - Java 6 update 45 - Java 7 update 1 - Java 8 update 5 Het wordt aanbevolen om (indien mogelijk), altijd de meest actuele Java versie (en update) te installeren. De meest actuele versie van Java software is gratis te verkrijgen via oudere versies via Wij wijzen er u op dat u zelf zorg dient te dragen voor het updaten van deze Java software en voor het eventueel verwijderen van oude versies. Wij adviseren u uw systeembeheerder of software leverancier in te schakelen voor het downloaden, installeren en up-to-date houden van Java software Algemene opmerkingen over gebruik pc's en internet U bent zelf verantwoordelijk voor een adequate beveiliging van de pc's die worden gebruikt voor het elektronisch aanleveren, voor de keuze van de internet service provider alsmede voor storingen/uitval van het gehanteerde netwerk. 1 Het Kadaster kan nimmer aansprakelijk gehouden worden voor eventuele nadelige gevolgen voortvloeiend uit de installatie van de Java software van welke aard dan ook. Versie februari / 44

7 3 Downloaden en installeren Web-ELAN De Web-ELAN applicatie benadert u via Mijn Kadaster. Uw lokale beheerder van Mijn Kadaster kan u hiervoor autoriseren. Na autorisatie kunt u in Mijn Kadaster kiezen voor Stuk aanleveren, waarna de feitelijke applicatie wordt gedownload en de volgende schermen worden getoond: Het bestand wordt opgehaald. Tijdens het downloaden wordt aangegeven hoe lang dit ongeveer duurt. Na het downloaden van alle files start de applicatie. U krijgt de vraag of u de applicatie, waarvan de software is getekend met een certificaat van het Kadaster, vertrouwt. Versie februari / 44

8 Als u kiest voor Run wordt de applicatie geïnstalleerd. Let op: indien het root certificaat niet is geïnstalleerd (zoals is beschreven in hoofdstuk 2), dan volgt onderstaand scherm: Als u kiest voor Run start de applicatie. Als u Always trust content from this publisher aanvinkt, wordt deze vraag de volgende keer niet weer gesteld. Vervolgens volgen er een aantal schermen waarmee u uw instellingen kunt configureren. Versie februari / 44

9 4 Instellingen configereren Er zijn drie schermen opgenomen waarop u uw eigen gegevens en instellingen vast moet leggen. Deze schermen kunt u ook bereiken via de button 'Instellingen' linksonder. NB: Om daadwerkelijk stukken te kunnen aanleveren dient u aangemeld en toegelaten te zijn als elektronisch aanbieder van stukken. Daarnaast moeten aan het Kadaster een aantal publieke gegevens van het digitale certificaat dat u gaat gebruiken voor het ondertekenen van stukken en berichten doorgegeven worden. Zie voor de aanmeldprocedure de informatie op Voor het doorgeven van de certificaatgegevens is een functie beschikbaar die hieronder beschreven wordt instellingen Het eerste scherm betreft de instellingen en ziet er als volgt uit: Met de buttons Toevoegen adres, Wijzigen adres en Verwijder adres kunt een of meerdere adressen toevoegen, wijzigen of verwijderen. Indien voor het mailen autorisatie op uw mailserver nodig is dan moet u het betreffende vakje aanvinken en de gebruikersnaam opgeven. U kunt er voor kiezen het wachtwoord al of niet op te slaan. Als u kiest voor opslaan, dan wordt het wachtwoord versleuteld opgeslagen. Als u het wachtwoord liever niet opslaat, dan moet u dat wachtwoord bij elk bericht ingeven op het moment dat u dat bericht met Web-ELAN wilt versturen. Versie februari / 44

10 Na het invullen van de benodigde gegevens kunt u de verbinding testen. Kiest u daarvoor dan ontvangt u een met de titel WEB ELAN test bericht in uw mailbox. Als dit werkt, kunt u via OK de applicatie starten. Bij het opvoeren van een volgend adres worden de resterende gegevens van het reeds bekende adres overgenomen. Indien nodig kunnen deze aangepast worden. Voor Web-ELAN is geen specifieke mail-client nodig. Alle mail-clients kunnen worden gebruikt. NB: - Indien een of meerdere instellingen worden gewijzigd, adviseren wij u altijd een testbericht te versturen alvorens van de Web-ELAN applicatie gebruik te maken. - De berichten die met deze applicatie worden samengesteld, gebruiken als afzender een adres dat hier wordt ingevuld. Tijdens het samenstellen van een verzoek en voorafgaand aan de feitelijke verzending van het bericht, kunt u nog een ander adres kiezen. De gebruikte adressen moeten overeenkomen met de adressen die u vooraf hebt opgegeven bij het Kadaster, anders worden berichten niet geaccepteerd. Antwoordberichten van het Kadaster worden verzonden naar het adres dat voor de verzending is gebruikt. Alle instellingen die u opvoert horen bij een adres. Bij het opvoeren van een nieuw adres dient u dan ook de gegevens bij de overige schermen met instellingsgegevens aan te passen Aanmelden nieuw certificaat De stukken en berichten die met Web-ELAN worden verstuurd moeten ondertekend worden met een gekwalificeerde digitaal certificaat. Het Kadaster gebruikt een aantal gegevens uit het publieke deel van het certificaat voor controledoeleinden. Voordat een nieuw certificaat door een ondertekenaar gebruikt kan worden moeten eerst die gegevens aan het Kadaster zijn doorgegeven en in de Kadastersystemen zijn vastgelegd. Voor een efficiënte en eenvoudige mogelijkheid van doorgeven van deze gegevens is een functie beschikbaar. Die functie start u op met de knop Aanmelden certificaat op het scherm Instellingen. (Zie schermafdruk bij voorgaande paragraaf.) Er wordt u dan een scherm getoond met een toelichting en een standaard tekst die in een mail opgenomen gaat worden. Versie februari / 44

11 Na de keuze voor OK op dit scherm kunt u op de gebruikelijke wijze een digitale handtekening zetten met uw nieuwe certificaat en wordt automatisch een mail met de standaard tekst en de publieke gegevens van uw certificaat verzonden naar ons Web-ELAN team. Als het Web-ELAN team uw gegevens heeft vastgelegd dan krijgt u daarvan per mail een bevestiging en kunt u uw nieuwe certificaat voor het aanleveren van stukken gaan gebruiken. 4.2 Opties algemeen Indien u kiest voor tabblad Opties algemeen wordt onderstaand scherm getoond: Door de optie 'Afschrift voor eigen administratie' aan te vinken, ontvangt u een kopie van ieder bericht dat u naar het Kadaster stuurt. Door de optie 'Onthoud laatst gebruikte directory' aan te vinken, wordt bij het selecteren van een document de inhoud van de laatst geselecteerde directory getoond. Door de optie 'Bestandsnaam als referentie' aan te vinken, wordt de naam van het PDF bestand automatisch als referentie ingevuld. NB: De berichtkopie die u ontvangt als u de optie 'Afschrift voor eigen administratie' aangevinkt hebt, is geen bewijs dat dit bericht ook daadwerkelijk bij het Kadaster is aangekomen. Het is enkel en alleen bedoeld voor uw eigen administratie. 4.3 Werkvoorbereiding Met de optie Werkvoorbereiding kiest u er voor om, voorafgaand aan het ondertekenen en versturen van verzoeken, deze verzoeken alvast samen te stellen en op te slaan (zie voor een uitgebreide beschrijving van deze optie hoofdstuk 5.5). Versie februari / 44

12 Op het hier beschreven scherm geeft u aan waar u de samengestelde verzoeken wilt opslaan. Hierdoor is het mogelijk om een verzoek op een bepaalde PC samen te stellen, deze centraal op uw omgeving op te slaan en vervolgens vanaf een andere PC te ondertekenen en te verzenden. Indien u er voor kiest de standaard directory aan te houden, dan moet het betreffende vakje aangevinkt worden en worden de verzoeken opgeslagen op.web-elan in de home-directory van de betreffende gebruiker. NB: Na aanpassing van de opslag-directory kunnen verzoeken die al eerder samengesteld zijn en op de oude directory staan, niet meer verzonden worden! Versie februari / 44

13 5 Gebruikershandleiding Web-ELAN 5.1 Algemeen Sluit de applicatie na gebruik af. Bij het starten van de applicatie via de optie Stuk aanleveren op Mijn Kadaster wordt de door u gebruikte versie gecontroleerd en indien nodig bijgewerkt. Op deze manier werkt u altijd met de meest actuele versie van Web-ELAN. Voor het opstellen van de verschillende verzoeken is het niet nodig om een token of smartcard met reader voor de digitale handtekening aangesloten te hebben. Dit is pas bij ondertekening van het verzoek vereist. Aanwijzingen over het gebruik van de applicatie vindt u onder de Help-button linksonder op het scherm. 5.2 Controle op niet toegestane tekens in referentie en bestandsnaam Bepaalde tekens in referenties en bestandsnamen van een ter inschrijving of een ter in depotname aan te bieden stuk, geven problemen bij de verwerking van dat stuk. Daarom vindt in Web-ELAN een controle op referenties en bestandsnamen plaats. Als een bestandsnaam geselecteerd of een referentie ingegeven wordt, waarin een niet toegestaan diakritisch teken voorkomt, dan geeft het systeem een melding. In de melding wordt verwezen naar een overzicht van de toegestane karakters. U kunt dit overzicht inzien door in Web-ELAN op de button Help linksonder op het scherm te klikken. Het overzicht is ook opgenomen in de Technische handleiding elektronisch aanleveren. Deze kunt u op raadplegen. 5.3 Hoofdscherm Web-ELAN Wanneer alle voorbereidende activiteiten zijn uitgevoerd, wordt de Web-ELAN applicatie actief. Hieronder ziet u het hoofdscherm: Versie februari / 44

14 Afbeelding: Hoofdscherm Web-ELAN U kunt hier selecteren welk type verzoek u wilt indienen bij het Kadaster. Via de button Help krijgt u uitleg over de diverse typen verzoeken. Via de button Instellingen keert u terug naar het scherm waarop de instellingen worden geconfigureerd. Na selectie van een bepaald type verzoek kiest u voor Volgende. Het Verzoek Tot Inschrijving Stuk wordt beschreven in paragraaf 5.4 Het Verzoek Tot Inschrijving Verbetering wordt beschreven in paragraaf 5.6 Het Verzoek Tot Intrekking Stuk wordt beschreven in paragraaf 5.7 Het Verzoek Tot Indepotname wordt beschreven in paragraaf 5.8 Een verzoek wordt verstuurd in een bericht. Het is niet mogelijk meerdere verzoeken in één bericht te versturen. Versie februari / 44

15 5.4 Verzoek Tot Inschrijving Stuk Algemeen Afbeelding: Gegevens van de in te schrijven stukken Op dit scherm worden de gegevens van de in te schrijven stukken vermeld. Per verzoek kunnen maximaal 15 stukken ter inschrijving worden aangeboden. Bij adres kunt u het te gebruiken adres selecteren, waarna ook de bij dat adres gekozen instellingen actief worden. Bij 'Referentie' kunt u het kenmerk van het betreffende verzoek vermelden. Dit is een referentie voor het gehele bericht. In het Bewijs van Ontvangst van het verzoek wordt deze referentie vermeld. Met de button Kies stuk', kunt u de in te schrijven stukken selecteren. U komt op het volgende scherm: Versie februari / 44

16 Afbeelding: Nieuw stuk toevoegen Bij 'Register' selecteert u het register waarvoor het stuk bestemd is. Met de button Kies' bij Document, kunt u een in te schrijven stuk selecteren. Bij het veld Document kunnen alleen documenten in pdf formaat worden geselecteerd. Bij een Verzoek tot inschrijving in het kader van Ketenintegratie Inschrijving Kadaster (KIK) dient een bestand met de essentialia van het stuk toegevoegd te worden. Bij Essentialia kan alleen een bestand in xml formaat geselecteerd worden. Betreft het in te schrijven stuk geen KIK-stuk, dan hoeft u bij Essentialia geen bestand te selecteren. Indien bij de selectie van het pdf-document in dezelfde directory een bestand met dezelfde naam in XML-formaat voorkomt, dan wordt dat bestand automatisch opgenomen bij het veld Essentialia. Is dat niet het geval en u wilt wel een XML-bestand met essentialia aan het verzoek toevoegen, dan kunt u bij het veld Essentialia met behulp van de button Kies ook een bestand selecteren. NB: Wanneer u voor het document (PDF) en de essentialia (XML) verschillende namen hanteert, dient u eerst de PDF en daarna de XML selecteren. Indien u eerst de XML en daarna de PDF selecteert, dan wordt de XML verwijderd. Indien u onder 'Instellingen' de optie 'Onthoud laatst gebruikte directory' hebt aangevinkt, kijkt de applicatie in laatst gebruikte directory. In alle andere gevallen kijkt de applicatie in de directory Mijn documenten. Versie februari / 44

17 Afbeelding: Het selecteren van een PDF document NB: De bestanden die in Web-ELAN in een verzoek opgenomen worden, dienen niet vooraf met een digitale handtekening ondertekend te zijn. Ondertekening van de bestanden gebeurt in de applicatie zelf. Als u een digitaal ondertekend bestand selecteert dan wordt de volgende foutmelding getoond: Het document wat u geselecteerd heeft is beveiligd met een digitale handtekening. U kunt alleen ongetekende documenten selecteren. Bij 'Referentie' kunt u het kenmerk van het betreffende stuk vermelden. In de antwoordberichten van het Kadaster wordt deze referentie vermeld. Indien u bij de instellingen de optie 'Bestandsnaam als referentie' hebt opgegeven, dan wordt deze automatisch ingevuld. Tenslotte vragen wij u nog een code te selecteren voor het betreffende stuk. Afhankelijk van het gekozen register zijn de mogelijkheden: A- Appartementen (onder)splitsing, wijziging B-Beslag D-Doorhaling DA-Doorhaling automatisch, niet KIK H-Hypotheek M-Levering 1 perceel aan 1 of 2 verkrijgers O-Overig W-WKPB Door het selecteren van de juiste code draagt u bij aan een efficiënte verwerking van uw stukken. NB: De functionele afhandeling van de code A- Appartementen (onder)splitsing, wijziging wijkt enigszins af van wat hierna in deze paragraaf beschreven is. Zie daarvoor de volgende paragraaf. Versie februari / 44

18 De code DA-Doorhaling automatsich, niet KIK is alleen van toepassing indien u een akte instuurt die bedoeld en geschikt is voor automatische verwerking (niet zijnde KIK) van de daarin opgenomen doorhalingen van hypotheken en/of beslagen. Om voor het voor dit type stuk geldende lage tarief in aanmerking te komen, dient deze code, naast een geschikte akte, geselecteerd te zijn. Afbeelding: Voorbeeld van een gekozen stuk Wanneer u bij het stuk een bijlage wilt toevoegen, dient u de regel met het betreffende stuk te selecteren. Pas daarna kunt u de button Kies bijlage/bewijsstuk aanklikken.* Mocht u zich hebben vergist in het stuk dan kunt u d.m.v. de button "Verwijderen" het gekozen stuk verwijderen en dan weer met "Kies stuk" een nieuw document kiezen. Versie februari / 44

19 Afbeelding: Eerst het stuk selecteren * Let op dat u het juiste stuk selecteert wanneer u meerdere stukken hebt opgevoerd, Via de button 'Kies bijlage/bewijsstuk', komt u op het volgende scherm: Afbeelding: Toevoegen van bijlage of bewijsstuk Bij 'Soort' kunt u de soort bijlage of bewijsstuk selecteren. Met de button Kies' kunt u de in te schrijven bijlage selecteren. Indien onder 'Instellingen' de optie 'Onthoud laatst gebruikte directory' is aangevinkt kijkt de applicatie in laatst gebruikte directory, in alle andere gevallen kijkt de applicatie in de directory Mijn documenten. Alleen documenten in PDF formaat kunnen worden geselecteerd. Bij 'Referentie' kunt u het kenmerk van de betreffende bijlage vermelden. Versie februari / 44

20 Afbeelding: Keuzemogelijkheden soort bijlage of bewijsstuk Bij 'Soort' kunt u kiezen uit 4 opties: Digitale bijlage/bewijsstuk mede in te schrijven; Digitaal bewijsstuk ter overlegging; Depot bijlage/bewijsstuk mede in te schrijven; Depot bewijsstuk ter overlegging. Bij een keuze voor 'depot' dient de betreffende bijlage of bewijsstuk vooraf als depot-stuk bij het kadaster aangeboden te zijn. Wanneer u kiest voor toevoegen van een depot bijlage/bewijsstuk of depot bewijsstuk, dan wordt bij referentie standaard 'Depot' opgenomen. Bij 'Depotnr' vult u het depotnummer in wat u van het Kadaster hebt ontvangen. Afbeelding: Kiezen van een depot bijlage/bewijsstuk NB: Bij een akte van splitsing in appartementsrechten moet de splitsingstekening altijd mede ter inschrijving aangeboden worden. Bij zo n akte moet u dus altijd kiezen voor Depot bijlage/bewijsstuk mede in te schrijven. Wanneer u alle gegevens m.b.t bijlage/bewijsstuk hebt geselecteerd en/of ingevuld, klikt u op de button 'OK'. Versie februari / 44

21 Afbeelding: Depotstuk toegevoegd aan stuk Let op: u bent zelf verantwoordelijk voor een juiste selectie van bestanden. Gebruik daarom betekenisvolle bestandsnamen. Zeker bij het aanbieden van meerdere documenten is dit van belang. Met de button 'Volgende' gaat u naar het volgende scherm Code A bij Splitsing, ondersplitsing of wijziging appartementsrechten Bij een akte van (onder)splitsing of wijziging appartementsrechten moet een bijlage bij het te versturen stuk gevoegd worden. Meestal is dat een verwijzing naar een eerder in depot gegeven tekening of anders de tekening zelf als los pdf-bestand. In de praktijk blijkt die bijlage vaak vergeten te worden, waardoor het Kadaster het stuk niet kan accepteren en een attendering niet-inschrijving (ANI) moet versturen. Om te zorgen dat de bijlage niet vergeten wordt, kunt u uw verzoek tot inschrijving van een stuk met de code 'A - Appartementen (onder)splitsing, wijziging' pas afronden als een bijlage aan het verzoek is toegevoegd. Als met de muis het geselecteerde bestand voor het stuk geraakt wordt, dan wordt een pop-up getoond: 'Bij code A moet u een depotbijlage of bijlage in pdf bij het stuk voegen. Activeer met een muisklik het geselecteerde bestand van het stuk en voeg de bijlage toe. De knop Volgende is dan nog niet actief. Eerst moet een bijlage toegevoegd worden. Versie februari / 44

22 Afbeelding: Pop-up bij code A-Appartementen (onder)splitsing, wijziging' Als bijlage kan alleen gekozen worden voor 'Digitale bijlage/bewijsstuk mede in te schrijven' of 'Depot bijlage/bewijsstuk mede in te schrijven'. Afbeelding: Optionele bijlagen bij code A Versie februari / 44

23 In dit voorbeeld een keuze voor depot: Afbeelding: Depot bijlage bij code A De knop Volgende om bij het ondertekenen van de stukken te kunnen komen, is nu ook actief geworden. Na toevoegen van een van deze bijlagen is het overigens ook mogelijk om nog een andere bijlage of een bewijsstuk aan het stuk toe te voegen. Versie februari / 44

24 5.4.3 Ondertekenen en versturen Afbeelding: Ondertekenen van stukken Op dit scherm worden de bestanden getoond die u geselecteerd hebt. Een toegevoegde depot bijlage of bewijsstuk is een verwijzing naar het depotstuk en/of het bestand dat bij het Kadaster in depot staat en geen bestand dat meegestuurd en ondertekend moet worden, die worden op dit scherm dan ook niet getoond. Indien in een sessie nog geen stukken ondertekend zijn, wordt u er met een pop-up mededeling op geattendeerd dat voor het ondertekenen een smartcard of token aangesloten moet zijn. Als tijdens het ondertekenen blijkt dat u geen kaartlezer hebt geïnstalleerd of aangesloten dan wordt de volgende melding getoond: Afbeelding: Foutmelding kaartlezer niet aanwezig Versie februari / 44

25 In dit geval moet de applicatie opnieuw gestart worden. Mocht tijdens het ondertekenen blijken dat wel een kaartlezer geïnstalleerd en aangesloten is maar er geen kaart in de kaartlezer aanwezig is, dan kan de kaart alsnog ingestoken worden. Bij het ontbreken van alleen de kaart wordt de volgende melding getoond: Afbeelding: Foutmelding geen kaart in kaartlezer Het systeem hoeft in dit geval niet opnieuw gestart te worden. Met de button 'Bekijk' is het mogelijk de stukken te bekijken alvorens ze te versturen. Indien er sprake is van bijlagen dan kunnen die ook nog bekeken worden. Daarna kunt u de stukken (en de eventuele bijlagen) digitaal ondertekenen. Met de button Ondertekenen komt u op het volgende scherm: Afbeelding: Het plaatsen van de digitale handtekening U vult uw pincode in, waarna het document digitaal wordt ondertekend. De applicatie zorgt er nu voor dat de digitale handtekening over het stuk (en de eventuele bijlagen) wordt aangemaakt. Versie februari / 44

26 Met de button 'Volgende' komt u op het volgende scherm: Versie februari / 44

27 Afbeelding: Verzenden van het bericht Met behulp van dit scherm kunt u het bericht versturen naar het Kadaster. Op dit scherm kunt u alsnog voor een ander verzendend adres kiezen. In de keuzelijst worden de adressen getoond die u bij de instellingen hebt opgevoerd. Met de button Verstuur het bericht wordt, nadat de pincode opnieuw is ingegeven, het bericht ondertekend en verstuurd naar het Kadaster. Wanneer u bij de instellingen 'Afschrift voor eigen administratie' hebt aangevinkt, ontvangt u een kopie van uw bericht in uw mailbox. 5.5 Werkvoorbereiding Algemeen De buttons op het scherm Werkvoorbereiding bieden u de mogelijkheid om, voorafgaande aan de verzending, een of meerdere verzoeken samen te stellen. Bij de werkvoorbereiding hoeft u geen smartcard of token met digitale handtekening op de pc aangesloten te hebben. Bij de instellingen van deze applicatie kunt u er voor kiezen om de samengestelde verzoeken op een centrale plaats in uw kantooromgeving op te slaan. Opgeslagen verzoeken kunnen later opnieuw opgeroepen en verzonden worden. Indien de verzoeken centraal zijn opgeslagen, kan dat vanaf een willekeurige pc in uw kantooromgeving. Versie februari / 44

28 Daarnaast is het mogelijk een opgeslagen verzoek te wijzigen of te verwijderen. Een verzoek dat wordt opgeslagen krijgt als bestandsnaam het actieve adres met daarachter de door u ingegeven referentie. Die referentie dient uniek te zijn en mag geen ongeldige karakters. Komen er ongeldige karakters in de naam voor dan wordt onderstaande foutmelding getoond: Afbeelding: Melding m.b.t. referentie c.q. bestandsnaam Een opgeslagen verzoek wordt uit de werkvoorraad verwijderd als deze verzonden is. Bij de opgeslagen verzoeken vindt u dus alleen verzoeken die nog niet verzonden zijn Opslaan Met de button 'Opslaan' kunt u het door u opgestelde verzoek opslaan. De actie wordt met onderstaand scherm bevestigd: Afbeelding: Bevestigingsscherm opgeslagen verzoek Elk verzoek dat opgeslagen wordt dient een unieke referentie te krijgen. Slaat u een verzoek op met een nietunieke referentie dan wordt onderstaand scherm getoond: Afbeelding: Controlescherm overschrijven Indien het een eerder opgeslagen verzoek betreft dat door u aangepast wordt, kunt u dat bevestigen met behulp van de OK-button. Als u geen eerder opgeslagen verzoek wilt aanpassen dan kunt u kiezen voor de button Annuleren. U dient in dat geval de referentie van het onderhanden verzoek aan te passen. Aan de referentie van het opgeslagen verzoek wordt het actieve adres toegevoegd Inlezen Met de button 'Inlezen' kunt u een eerder opgeslagen verzoek ophalen. Op onderstaand scherm kunt het betreffende verzoek selecteren: Versie februari / 44

29 Afbeelding: selectiescherm in te lezen verzoek Het opgehaalde verzoek kan, eventueel aangepast, verzonden worden. NB: - De instellingen m.b.t. het adres worden automatisch aangepast aan het adres dat bij het in te lezen verzoek voorkomt. - Alleen verzoeken van actuele adressen worden getoond. Indien een adres verwijderd of aangepast is nadat een verzoek is opgeslagen, dan wordt dat opgeslagen verzoek niet meer getoond. U kunt dergelijke verzoeken met de hierna genoemde optie Opruimen nog wel verwijderen Opruimen Met de button 'Opruimen' kunt u een eerder opgeslagen verzoek verwijderen. Op onderstaand scherm kunt het betreffende verzoek selecteren: Afbeelding: selectiescherm op te ruimen verzoek Wissen Met de button 'Wissen' kunt u de ingevoerde gegevens op het scherm wissen en een nieuw verzoek van hetzelfde type opstellen. NB: De button 'Wissen' verwijderd niet een eerder opgeslagen verzoek Nieuw Met de button 'Nieuw' keert u terug naar het hoofdscherm waar u opnieuw voor een van de drie mogelijke verzoekstypen kunt kiezen. Als er gegevens op het scherm ingevuld staan op het moment dat u voor 'Nieuw' kiest dan wordt onderstaande melding getoond: Afbeelding: Attendering gegevensverlies Versie februari / 44

30 5.6 Verzoek tot inschrijving Verbetering Afbeelding: Gegevens van de in te schrijven verbetering Op dit scherm worden de gegevens van de in te schrijven verbetering vermeld. Bij 'Register' selecteert u het register waarvoor het stuk bestemd is. Bij 'Deel en Nummer' geeft u de identificatie op van het stuk waarvoor verbetering is verzocht. Met de button Kies stuk' kunt u de in te schrijven verbetering selecteren. Indien onder 'Instellingen' de optie 'Onthoud laatst gebruikte directory' is aangevinkt kijkt de applicatie in laatst gebruikte directory, in alle andere gevallen kijkt de applicatie in de directory Mijn documenten. Bij 'Referentie' kunt u het kenmerk van het betreffende stuk vermelden. In de antwoordberichten van het Kadaster wordt deze referentie vermeld. Een vestiging hoeft u alleen in te geven indien het te verbeteren stuk ingeschreven is vóór het ingaan van het landelijk openbaar register, welk stuk dan altijd een deel heeft dat kleiner dan is. Bij 'Vestiging' selecteert u uit de lijst de vestiging waar het stuk oorspronkelijk is ingeschreven. Versie februari / 44

31 Afbeelding: Gegevens van de in te schrijven verbetering NB: Het is niet altijd mogelijk om met dit verzoek een verbetering van een stuk, ingeschreven voor het jaar 2000, in te dienen. Het kan zijn dat het betreffende deel en nummer bij verwerking van het verzoek niet gevonden wordt waardoor het Verzoek tot inschrijving verbetering afgekeurd wordt. Indien u een stuk van vóór het jaar 2000 wilt verbeteren, dan kunt u dat stuk het best met een Verzoek tot inschrijving stuk indienen. In een Verzoek tot inschrijving verbetering kunt u één stuk ter verbetering opnemen. U dient dus per verbetering een verzoek aan te maken en te versturen. Indien een bijlage en/of bewijsstuk aan de verbetering toegevoegd moet worden, kunt u die m.b.v. de button Kies bijlage/bewijsstuk selecteren. Daarbij worden dezelfde schermen getoond als hiervoor beschreven bij het selecteren van een bijlage en/of bewijsstuk bij een Verzoek tot inschrijving stuk. Een toegevoegde bijlage/bewijsstuk verwijderen kan, nadat u de betreffende bijlage/bewijsstuk geselecteerd hebt, met behulp van de button Verwijderen. Alleen documenten in PDF formaat kunnen worden geselecteerd. Het scherm voor het selecteren van een document ziet er uit als hiervoor bij afbeelding Het selecteren van een PDF document. De werking van de buttons op het scherm bij 'Werkvoorbereiding' is in hoofdstuk 5.5 beschreven. Hierna volgen de hiervoor beschreven schermen waar achtereenvolgens de stukken en het bericht ondertekend en verzonden worden. Versie februari / 44

32 5.7 Verzoek Tot Intrekking Afbeelding: Gegevens van het in te trekken stuk Op dit scherm worden de gegevens van het in te trekken stuk vermeld. Bij 'Referentie' kunt u het kenmerk van het betreffende stuk vermelden. In de antwoordberichten van het Kadaster wordt deze referentie vermeld. Bij 'Register' selecteert u het register waarvoor het stuk ter inschrijving aangeboden is. Bij 'Deel en Nummer' geeft u de identificatie op van het stuk dat u wilt intrekken. Indien u een verbetering wilt intrekken, dient u deze optie aan te vinken. Een verzoek tot intrekking kan geen betrekking hebben op een stuk dat voor ingang van het landelijk openbaar register is ingegaan. Indien een deel ingegeven wordt dat lager dan is, wordt de volgende melding getoond: Versie februari / 44

33 Afbeelding: Controle op ingegeven deel van het in te trekken stuk De werking van de buttons op het scherm bij 'Werkvoorbereiding' is in hoofdstuk 5.5 beschreven. Met de button 'Volgende' komt u op het volgende scherm: Versie februari / 44

34 Afbeelding: Ondertekenen van stukken U kunt hier ook de inhoud van het bericht controleren. Dit technische bericht is in XML-vorm en bevat o.a. de door u op het voorgaande scherm ingevulde gegevens. Afbeelding: XML bericht van de intrekking Hierna volgen de hiervoor beschreven schermen voor ondertekenen en verzenden van het bericht. Versie februari / 44

35 5.8 Verzoek tot in depotname Voorafgaande aan de inschrijving van een stuk of verbetering kunt u bijlagen en/of bewijsstukken ter in depotname aanbieden. Later bij de aanbieding van het bijbehorende stuk kunt u naar het in depot gegeven stuk verwijzen. U kunt tekeningen t.b.v. een vaststelling complex-aanduiding bij (onder)splitsing in, wijziging van appartementsrechten, netwerktekeningen maar ook andere tekeningen, bijlagen en bewijsstukken in depot geven. Zie hiervoor de Depotregeling op Afbeelding: Verzoek tot in depotname Op dit scherm worden de gegevens van het in depot te geven stuk vermeld. Bij Kies soort depotstuk kiest u het soort stuk dat u in depot wilt geven. U kunt hier kiezen uit de soorten Appartementstekening, Controle doorhalingen, Netwerktekening, PB-gebied en Overig. Bij Document kunt u met de knop Kies het betreffende bestand selecteren. Het Begeleidend formulier dient u bij het betreffende veld te selecteren. De referenties worden automatisch gevuld indien u daarvoor bij Instellingen gekozen hebt. In alle andere gevallen moet u zelf een referentie invullen. Het depotstuk van het type PB-gebied is bedoeld voor aanbieders van stukken in het kader van de WKPB (Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen). Versie februari / 44

36 De depotstukken van de soorten Appartementstekening, Controle doorhalingen, Netwerktekening en Overig moeten in PDF formaat aangeleverd worden. Het formaat van een depotstuk van de soort PB-gebied kan alleen GML zijn. Een begeleidend formulier kan alleen in het formaat PDF aangeleverd worden. Als uw verzoek een aanvraag tot vaststeling complexaanduiding, een aanvraag controle doorhalingen of een vaststelling kadastrale aanduiding bij een netwerk betreft, moet u ook het betreffende aanvraagformulier invullen en als begeleidend formulier aan het verzoek toevoegen. Dit kan m.b.v. de button Selecteren. De betreffende formulieren vindt u op Bij een depotstuk type Overig kan een begeleidend formulier toegevoegd worden. Bij een depotstuk van type PBgebied kan geen begeleidend formulier toegevoegd worden. Het scherm voor het selecteren van een document ziet er uit als hiervoor bij afbeelding Het selecteren van een PDF document. Het document dat in depot gegeven wordt, dient uit één bestand van maximaal 10 MB te bestaan. In de applicatie is een controle opgenomen die een foutmelding geeft als een bestand en het begeleidende formulier samen meer dan 12 MB zijn. Indien u stukken in depot wilt geven die groter dan 10 MB zijn, dient u deze over meerdere bestanden en verzoeken te verdelen. Als u bij de Instellingen van Web-ELAN hebt aangegeven de bestandsnaam als referentie te willen gebruiken, worden de bestandsnamen van het geselecteerde document en het begeleidend formulier automatisch bij de referentie opgenomen. Als u bij Instellingen hebt opgegeven dat altijd de laatst gebruikte directory bewaard moet worden, dan komt u bij selecteren van het bestand direct in het laatst gebruikte directory terecht. De werking van de buttons op het scherm bij 'Werkvoorbereiding' is in paragraaf 5.5 beschreven. Hierna volgen de hiervoor beschreven schermen waar achtereenvolgens de stukken en bericht ondertekend moeten worden en waarna het bericht verzonden wordt. Versie februari / 44

37 6 Probleemoplossing Onderstaand tonen wij een aantal eerder geconstateerde problemen en vermelden we en hoe ze op te lossen zijn. Het is verstandig aanpassingen in overleg met uw software leverancier en/of ICT-afdeling uit te voeren. 6.1 Starten van Web-ELAN Bij het starten van Web-ELAN kan de volgende foutmelding verschijnen: De oplossing is om de 'cache' van Internet Explorer leeg te gooien. Doe dit als volgt: Kies voor Extra, Internetopties. Kies in het tabblad Algemeen voor het verwijderen van de 'tijdelijke internet bestanden'. 6.2 Web-ELAN blijft een foutmelding geven dat er geen smartcardreader aanwezig is Onderstaande punten zouden een oplossing kunnen zijn. - Controleer of de cardreader is aangesloten op de USB poort. De applicatie ondersteunt geen cardreaders die via de seriële poort zijn aangesloten. - Het probleem kan veroorzaakt worden doordat er tegelijkertijd een cardreader via de seriële poort is aangesloten. Door deze los te koppelen wordt het probleem verholpen. - Als de inhoud van het bestand pkcs11.config voor het gebruikte certificaat niet de juiste is, kan dit ook problemen geven. Paragraaf 6.10 gaat over dit bestand. Versie februari / 44

38 6.3 Problemen met mailen Poort 25 Er kunnen allerlei foutmeldingen optreden die problemen melden met het gebruik van poort 25. In feite betekent dit dat de applicatie of pc geen toestemming heeft om via poort 25 naar het internet te gaan. U kunt een ander poortnummer handmatig instellen in het XML formaat configuratiebestand .config (XML element web-elan-mail-port) onder de directory <USER_HOME>/.web-elan. Andere oplossingen variëren van instellingen in de firewall tot het toestaan van internet verkeer vanaf het ip-adres van de desbetreffende pc (laatstgenoemd geval doet zich vaak voor in Exchange omgevingen) Relaying Een andere veel voorkomende melding is: smtp send failed exception 550 relaying prohibited. Dit is op te lossen door relay toe te staan vanaf werkstations in het lokale netwerk. Raadpleeg hiervoor uw systeembeheerder Aanpassen JVM parameter preferip4stack De JVM parameter preferip4stack kunt u handmatig aanpassen in het XML formaat configuratiebestand .config (XML element web-elan-prefer-ipv4-stack) onder directory <USER_HOME>/.web-elan. Toegestane waarden zijn "false"of "true". Meer informatie over de preferip4stack settings kunt u vinden op Retourberichten geven melding over handtekening In Outlook of een ander mailprogramma kan een melding verschijnen als Er zijn problemen opgetreden met de handtekening. Klik op de button Handtekening voor details. Na het drukken op deze button volgt de melding De digitale handtekening bij dit bericht is ongeldig of niet betrouwbaar (zie onderstaande schermprint) Deze melding wordt veroorzaakt door het feit dat het root certificaat voor de retourberichten niet is geïnstalleerd; zie hoofdstuk 2.4 voor de installatie hiervan. 6.5 Web-ELAN onthoudt mijn instellingen niet Dit probleem doet zich voor als, na het opvoeren van de instellingen, niet tenminste eenmaal op 'OK' gedrukt is. Versie februari / 44

39 6.6 Installatie smartcard-reader op Microsoft Terminal Server en Citrix Presentation Server Hieronder een beschrijving van de installatie van de smartcard-reader op Microsoft Terminal Server (MTS) en Citrix Presentation Server (CPS). Voor de installatie dient de configuratie aan de volgende minimale eisen te voldoen: MTS: Client: Microsoft Windows XP Professional met SP2, RDP client versie Terminal server: Microsoft Terminal Server 2003 CPS: Client: Microsoft Windows XP Professional met SP2, Citrix Program Neighborhood versie Citrix: Citrix Presentation Server 4.0 op Microsoft Windows Server 2003 (SE) Voor zowel de MTS als de CPS omgeving kan dezelfde werkwijze gehanteerd worden: Installeer op het lokale werkstation de Omnikey driver voor de smartcard reader. Installeer op de Terminal Server/Citrix server de SafeSign software zo minimaal mogelijk door een aangepaste installatie te kiezen (zie afbeelding 1) Voor een juiste werking van Web-ELAN dient het systemroot pad op de server c:\windows te zijn. Afbeelding 1 Als er van MTS gebruikt gemaakt wordt, moet in de RDP client het vinkje voor Smart card gezet worden Versie februari / 44

40 (zie afbeelding 2). Voor CPS hoeft niets ingesteld te worden. Afbeelding 2 De Web-ELAN applicatie gebruikt voor opslaan van de configuratie en adressen het lokale profiel van de gebruiker. Wanneer er in de MTS of CPS omgeving gebruik gemaakt wordt van een mandatory profile, zullen de adressen na het uitloggen verloren gaan. Indien dit onwenselijk gevonden wordt dan is het aan uw systeembeheerder om een oplossing te configureren, bijvoorbeeld d.m.v. een roaming profile. NB: Digitaal ondertekenen van stukken en berichten in Web-ELAN is via Citrix thin clients niet mogelijk 6.7 Uploaden van bestanden is erg traag. Indien het erg lang duurt om bestanden in Web-ELAN op te halen dan kan de oorzaak zijn dat de windowsinstelling 'opportunistisch vergrendelen' of 'opportunistic locking' niet ingeschakeld is. Hoe u deze instelling kunt wijzigen, vindt u op Web-ELAN met 64 bits Windows 7 configuratie Web-ELAN kan ook draaien onder Windows 7/64 bits. In dat geval dient u, indien u voor het ondertekenen van de bestanden het programma SafeSign gebruikt, ervoor te zorgen dat u van dat programma de 64 bits versie of hoger hebt geïnstalleerd. Versie februari / 44

41 NB: De systeem bestanden worden geïnstalleerd onder C:\WINDOWS\systeem32. Dit is de directory die Web- ELAN verwacht. Indien u niet over de 64 bits versie maar over de 32 bits versie beschikt, komen de systeem bestanden onder C:\WINDOWS\SysWOW64. U moet in dat geval het bestand pkcs11.config aanpassen. Dit bestand staat In het mapje.web-elan in de home-directory van de gebruiker. De home-directory is meestal onder Documents and Settings/<Gebruiker-naam> te vinden. Dit configuratie bestand pkcs11.config verwijst naar de plaats waar het bestand aetpkss1.dll staat en bevat standaard tenminste de volgende inhoud: name=aetpkss1 library=c:/windows/system32/aetpkss1.dll slotlistindex=0 Indien uw Windows versie het bestand aetpkss1.dll in een andere directory heeft geplaatst, dient u het configuratie bestand pkcs11.config daarop aan te passen zodat wordt verwezen naar de correcte locatie. Kies Ja.De oude instellingen zijn nu uit de Windows Registry verwijderd. 6.9 Vertraging bij plaatsen van de digitale handtekening AET Europe heeft in juli 2014 een nieuwe versie van SafeSign beschikbaar gesteld, versie Bij oudere versies na versie kan i.c.m. Web-ELAN in een terminal-server omgeving sterke vertraging ontstaan bij het plaatsen van de digitale handtekening. Deze nieuwe versie zou daarvoor een oplossing kunnen zijn. SafeSign wordt gebruikt door ondertekenaars die gebruik maken van een certificaat dat is uitgegeven door KPN (voorheen Getronics) en door sommige ondertekenaars met een certificaat van QuoVadis. Voor het verkrijgen van de nieuwe versie verwijst AET Europe naar de leverancier van uw digitale certificaat (KPN of QuoVadis). Naar aanleiding van het de-installeren/verwijderen van Safesign versie (bijvoorbeeld in het kader van het overstappen naar de laatste versie ) heeft AET geconstateerd dat er problemen kunnen ontstaan op 64 bits machines. Hiervoor is door AET een aparte schoonmaaktool geschreven. Deze schoonmaaktool kunnen wij u toesturen. Stuur daarvoor een met dat verzoek naar het Web-ELAN team. Hieronder volgen de instructies waardoor Safesign correct zal gaan werken: Stap 1: De-installeer SafeSign versie en reboot de computer. NB: De reboot is zeer belangrijk en mag niet overgeslagen worden. Stap 2: Kopieer de tool naar de machine en run de tool "Clean_smartcard_registries_x64.exe" als administrator De tool start twee keer op voor twee verschillende zoek paden in de registry. In de menu balk worden deze paden getoond. Na het openen van de tool, drukt men op de "search" knop. Indien er schoonmaak acties nodig zijn, wordt er een "Delete all" knop actief. Druk vervolgens op de "Delete all" knop en bevestig met OK. Door opnieuw op de "search" knop te drukken wordt er gecheckt of de verwijdering succesvol was. Sluit vervolgens het venster (Het zoeken en verwijderen doet men dus 2x) Stap 3: Installeer SafeSign versie Versie februari / 44

42 Stap 4:: Merge het bestand "DisableSessionCheck.reg" in de registry. NB: Deze optie is belangrijk voor het merendeel van de gebruikers om de performance aanzienlijk te verbeteren in webbased-omgevingen. Als er na installatie bij het gebruik onverhoopt toch problemen zijn met ondertekenen van documenten, is het verstandig om eerst deze registry-setting uit te zetten. In de release documentatie van AET Europe is de volgende tekst opgenomen: A registry setting has been added to the SafeSign IC registry to improve performance of signing operations in complex infrastructures, by disabling the session check for each (intermediate) (web-based) signing request. The setting DisableSessionCheck is located in HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\[Wow6432Node\]A.E.T. Europe B.V.\SafeSign\2.0\ and can be enabled by setting its value to 1 (value 1 means feature is on, check is skipped; other values mean off, check is performed). Stap 5. Controleer of de "Certificate Propagation service" gestart is. Note: Voor server installaties is er de commandline optie "Clean_smartcard_registries_x64.exe -silent" (deze heeft ook administrator rechten nodig) 6.10 Inhoud bestand pkcs11.config bij de certificaten van ESG, KPN en QuoVadis Indien de inhoud van het bestand pkcs11.config voor het gebruikte certificaat niet de juiste is, kunt u bij het ondertekenen onderstaande melding krijgen. Om dit op te lossen dient op uw systeem afhankelijk van het gebruikte certificaat een van onderstaande aanpassingen doorgevoerd te worden. Het is verstandig de aanpassing in overleg met uw systeembeheerder uit te voeren Certificaat van KPN Aanpassing: In het mapje.web-elan in de home-directory van de gebruiker (%USER_HOME%/.web_elan) staat het bestand pkcs11.config (de home-directory is meestal onder Documents and Settings/<Gebruiker-naam> te vinden). Dit configuratie bestand pkcs11.config moet de volgende inhoud bevatten: name=aetpkss1 library=c:/windows/system32/aetpkss1.dll NB: Afhankelijk van de gebruikte versie van windows kan windows in bovengenoemd adres een andere waarde hebben. Indien uw Windows versie het bestand aetpkss1.dll in een andere directory heeft geplaatst, dient u het configuratie bestand pkcs11.config daarop aan te passen zodat wordt verwezen naar de correcte locatie. Versie februari / 44