DOSSIER VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN PROJECT-MER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DOSSIER VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN PROJECT-MER"

Transcriptie

1 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 1 van 99 WINDENERGIEPROJECT Brugge A11 DOSSIER VERZOEK TOT ONTHEFFING VAN PROJECT-MER

2 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 2 van 99 WINDENERGIEPROJECT BRUGGE - A11 Gemotiveerd verzoek tot ontheffing van een project-mer Aanvrager : Ondernemingsnummer : Contactpersoon : Adres : W-Kracht NV BE Jeroen Lowette Stephan Deweerdt Kerkstraat 1, B-8210 Zedelgem (Loppem) Datum : 11/07/2018 Status : Classificatie : Definitief Gericht aan de MER - cel.

3 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 3 van 99 VOORWERP Deze nota behelst het gemotiveerd verzoek tot ontheffing van een project-mer voor de inplanting van 1 windturbine op het grondgebied van de Stad Brugge, langsheen de spoorlijn Brugge-Zeebrugge, in de nabijheid van de nieuw aangelegde autosnelweg A11. WETGEVEND KADER Zoals vermeld in het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid, (DABM) 4.3.2, 2 en 3, wordt middels dit dossier een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de rapportageverplichting ingediend bij de administratie. Voor zover het voorgenomen project niet valt onder de toepassing van de lijst van projecten die door de Vlaamse regering overeenkomstig artikel , 1, is vastgesteld, kan de administratie een project ontheffen van de verplichting tot het opstellen van een project-mer als ze oordeelt dat : 1. vroeger al een plan-mer werd goedgekeurd betreffende een plan of programma waarin een project met vergelijkbare effecten beoordeeld werd of een project-mer werd goedgekeurd betreffende een project waarvan het voorgenomen initiatief een herhaling, voortzetting of alternatief is, en een nieuw project-mer redelijkerwijze geen nieuwe of bijkomende gegevens over aanzienlijke milieueffecten kan bevatten; of 2. een toetsing aan de criteria van bijlage II uitwijst dat het voorgenomen project geen aanzienlijke gevolgen kan hebben voor het milieu en een project-mer redelijkerwijze geen nieuwe of bijkomende gegevens over aanzienlijke milieueffecten kan bevatten. Het verzoek dient ten minste de volgende elementen te bevatten : 1. een beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen project met inbegrip van de ruimtelijke situering ervan; de ruimtelijke situering bevat minstens een uittreksel van de ruimtelijke uitvoeringsplannen of de vigerende plannen van aanleg en van de topografische kaarten van de omgeving; 2. de verantwoording voor het verzoek en alle relevante gegevens ter staving ervan.

4 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 4 van 99 SAMENVATTING Deze nota bevat een analyse van de effecten op landschap, natuur, mens en milieu van de plaatsing van één windturbine met een nominaal vermogen van 2,3 MW, langsheen de spoorlijn Brugge-Zeebrugge, gelegen op het grondgebied van de Stad Brugge. De aan te vragen windturbine (WTNew) is gelegen in milieubelastend industriegebied, sluit aan op het reeds bestaande windpark (met 7 turbines, gebouwd in 2004 door Electrawinds) parallel met de Pathoekeweg, en ligt in de onmiddellijke nabijheid van de nieuwe autosnelweg A11. De voornaamste technische kenmerken van de voorgestelde turbines worden samengevat in Tabel 1. Tabel 1: Algemene technische kenmerken van de windturbine Kenmerk Nominaal vermogen Rotordiameter Ashoogte 2,3 MW 71m 85m Tiphoogte 120,5m Nominaal toerental Maximaal brongeluid (*) 20 tpm 103,5 db(a) (*) Maximaal brongeluid bij een windsnelheid van 8m/s In het industriegebied (waarin WTNew wordt voorzien) bevinden zich bovendien reeds zeven windturbines, die één lijn vormen waarop de hierbij voorgestelde windturbine rechtstreeks aansluiting vindt. Hierdoor wordt de windturbine zoveel mogelijk gebundeld in het landschap en wordt het potentieel van de zone maximaal ingevuld. De lijn die op die manier geaccentueerd wordt is trouwens volledig in harmonie met de lijn van het Boudewijnkanaal, waarlangs reeds in 2000 een eerste windturbineproject werd ontwikkeld, en dat intussen volledig werd vernieuwd. De inplanting van windturbines in deze omgeving voldoet aan het ruimtelijk principe van gedeconcentreerde bundeling. Door het concentreren van activiteiten (plaatsen van windturbines in een reeds geïndustrialiseerde omgeving) wordt de verdere versnippering tegengegaan en wordt ook de druk op het buitengebied vermeden. De windturbine wordt opgesteld in een zone die voldoet aan alle voorschriften met betrekking tot ruimtelijke ordening (decreten, uitvoeringsbesluiten en omzendbrieven). Bovendien sluit de inplanting van de turbine aan bij de aanwezige lijninfrastructuur, met name : - de spoorlijn Brugge-Zeebrugge - de spoorlijn Brugge-Knokke-Heist - het nieuwe tracé van de autosnelweg A11, dat het gebied doorkruist en waarvoor o.m. een brug werd aangelegd die ongeveer 13m boven het maaiveld uitstijgt.

5 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 5 van 99 - het Boudewijnkanaal (en het reeds bestaande windturbineproject aldaar) - de Pathoekeweg die het gelijknamige industrieterrein doorkruist - de afbakening van de bestaande bedrijvenzone, en de aanwezigheid aldaar van het reeds bestaande windturbinepark van Electrawinds, bestaande uit 7 inplantingen. De voorgestelde opstelling van de turbine is voorzien in milieubelastend industriegebied waar zeer weinig woningen voorkomen. De afstand tot het dichtst bij gelegen woongebied (ten oosten van de voorziene inplanting) bedraagt ruim 1 km. In deze nota wordt rekening gehouden met de sectorale milieuvoorwaarden voor windturbines die betrekking hebben op geluid, slagschaduw en veiligheid. Deze zullen in huidig document steeds als referentiekader worden toegepast. De geluidstudie die werd uitgevoerd toont aan dat de milieukwaliteitsnormen voor alle woningen worden gerespecteerd. De slagschaduwstudie die voor dit project werd uitgevoerd, wijst uit dat er slechts een beperkte cumulatieve impact zal zijn voor de nabijgelegen woningen en bedrijven. Het aantal uren slagschaduw blijft bij bijna alle woningen (ruim) onder de 8-urenrichtlijn. Voor slechts enkele woningen wordt een mogelijke, uiterst lichte overschrijding van de vooropgestelde norm verwacht. Hetzelfde geldt voor de bedrijfsgebouwen. Hiervoor zullen desgevallend de nodige maatregelen genomen worden. Het project voldoet hiermee aan de normen zoals vooropgesteld in de beslissing van Vlaamse Regering. De projectzone ligt niet binnen een CTR-zone, en er zijn volgens de beschikbare informatie geen belangrijke radars of straalpaden nabij. Ook recreatieve of kleinere luchthavens zijn op voldoende afstand gelegen. De windturbine blijft overal op voldoende afstand van openbare wegen en spoorwegen. Aangezien de afstand tot de naburige hoogspanningslijn meer dan 3,5 maal de rotordiameter bedraagt, zal advies van Elia vermoedelijk bevestigen dat er geen bezwaar is tegen de plaatsing van de turbines. De windturbine zal gecertificeerd zijn volgens de geldende IEC-normering of gelijkwaardig. Het windturbineproject werd getoetst aan de veiligheidsvoorwaarden opgesteld door SGS en voldoet aan alle voorwaarden zowel voor directe als indirecte risico s. Het onderhavige windturbineproject bestaat uit 1 inplanting, die samen met de projecten in de omgeving een groep 26 windturbines zal vormen. In de omgeving bevinden zich immers windturbineprojecten : - van 7 inplantingen langsheen de (Kleine) Pathoekeweg - van 11 inplantingen langsheen het Boudewijnkanaal - van 2 inplantingen op de site van Brugge B-Park - van 3 vergunde windturbines langsheen de Patentestraat (vergund)

6 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 6 van 99 - van 2 windturbines ter hoogte van de expresweg N31 (vergunningsaanvraag wordt nog ingediend) De gemiddelde jaarlijkse bruto energieproductie van de geplande windturbine wordt voorlopig geraamd op 5 GWh/jaar. Om een idee te krijgen van de hoeveelheid opgewekte stroom kan men stellen dat 5 GWh/j voldoende is om zo n huishoudens te voorzien in hun elektriciteitsverbruik.

7 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 7 van 99 INHOUDSOPGAVE Voorwerp 3 Wetgevend kader 3 Samenvatting 4 Inhoudsopgave 7 1 Inleiding Inleiding Identiteit van de indiener 10 2 Beschrijving van locatie en omgeving Locatie en omgeving Inplanting turbines Gewestplan Bijzonder Plan van Aanleg Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Windplan Vlaanderen Provinciaal Plan West-Vlaanderen Integratie van de geplande werken in de omgeving 21 3 Technische beschrijving van het project Technische gegevens van de turbines Algemene kenmerken Hoogte -Ashoogte en tiphoogte Brongeluid Sturing en regeling Veiligheid en certificering -Constructie, uitbating en onderhoud Parkproductie -Milieubesparing 25 4 Kritische afwegingen van de locatiekeuze Verenigbaarheid van de aanvraag met de wettelijke en ruimtelijke context Bundeling als fundamenteel uitgangsprincipe Grondgebruik Wonen Landbouw Industrie Recreatie Landschap 37

8 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 8 van Windturbines en landschap Algemene afwegingselementen Landschapsstudie Turbinetype Visualisatie Geluidsimpact Inleiding Berekening van het geluid Besluit Slagschaduw Algemeen Berekeningsmethode Berekening slagschaduwcontouren Algemeen Berekening slagschaduwcontouren 1 windturbine Berekening ss-contouren van de bestaande windturbineparken Berekening ss-contouren in combinatie met het geplande park Effectief te nemen preventieve project geïntegreerde maatregelen Interpretatie slagschaduwberekeningen Aanwezigheid van obstakels Relevantie van de receptoren Definitie van de receptoren Representativiteit van de aangeduide receptoren Reëel te verwachten slagschaduwhinder per receptor Maatregelen Slagschaduw op de omgeving Besluit Veiligheid Natuurtoets - Passende Beoordeling Watertoets Overstromingsgevoelige gebieden Waterlopen Infiltratiegevoelige bodems Grondwaterstromingsgevoelige gebieden Winterbedkaart Hellingenkaart Erosiegevoelige gebieden Conclusie van de watertoets Aftoetsing van de MER-plicht Luchtvaart Infrastructuur Openbare wegen Spoorweg Hoogspanning Radar Netkoppeling - Laadstation Data aansluiting 86

9 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 9 van Visualisatie & Fotosimulatie 88 7 Besluit 94 8 Referenties 98 Kwaliteitsinformatie 99 De bijlagen bevinden zich in een afzonderlijke bundel : Bijlage 1: Landschapsstudie Inplanting van een windturbine langs de A11 te Brugge (JVS ) Bijlage 2: Akoestische Onderzoek Windturbineproject Brugge A11-WTNew ( v3) Bijlage 3: Passende beoordeling Natuurtoets Inplanting van een windturbine - Brugge A11 (JVS ) Bijlage 4 : Veiligheidsstudie Windturbineproject Brugge A11 Impact op het groepsrisico (Projectnummer V1) Bijlage 5 : Veiligheidsstudie Impact windturbineproject op ondergrondse leidingen - Brugge A11 (Projectnummer V1.0),

10 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 10 van INLEIDING 1.1 INLEIDING Deze lokalisatienota bevat een analyse van de effecten op landschap, natuur, mens en milieu van de installatie van één windturbine met een maximaal vermogen van 2,3 MW, op het industrieterrein Pathoekeweg te Brugge. De bedoelde windturbine sluit aan op en maakt één visueel geheel uit met de zeven reeds operationele windturbines van Electrawinds, langsheen de spoorlijn Brugge-Zeebrugge en parallel met de Pathoekeweg. Het voorliggende project sluit aan bij zowel lijninfrastructuren (het Boudewijnkanaal, de Pathoekeweg, de verbindingsweg die het industrieterrein doorkruist en de spoorlijnen Brugge- Zeebrugge en Brugge-Knokke-Heist), als bij de industriezone zelf. De opstelling van de turbine houdt voldoende rekening van de sectorale milieuvoorwaarden, zoals vooropgesteld in het wijzigingsbesluit van titel I en titel II van het VLAREM, worden nageleefd. Alle elementen vermeld in het sjabloon van VWEA voor de opmaak van een lokalisatienota worden aangehaald en besproken in dit document. 1.2 IDENTITEIT VAN DE INDIENER Naam: W-Kracht NV Statuut: Naamloze Vennootschap Inschrijvingsnummer KBO : BE Adres: Kerkstraat 1, B-8210 Zedelgem (Loppem) Telefoon: en info@w-kracht.be

11 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 11 van BESCHRIJVING VAN LOCATIE EN OMGEVING 2.1 LOCATIE EN OMGEVING Het project situeert zich in het noorden van het industriegebied Pathoekeweg, op het grondgebied Brugge (Dudzele). Op onderstaande kaarten is de precieze locatie van de projectsite aangeduid. Figuur 1: Situering van het project op een topografische kaart (bron: NGI) Op de luchtfoto hieronder (Figuur 2) worden de omliggende projecten eveneens weergegeven : - De windturbine, aangeduid met het rode symbool, is de turbine, voorwerp van de huidige aanvraag (WTNew).

12 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 12 van 99 - De 7 windturbines aangeduid met het blauwe symbool, zijn de turbines ten westen van de Pathoekeweg die in 2005 door Electrawinds werden gebouwd, - De 2 windturbines aangeduid met het lichtblauwe symbool zijn de turbines van W-Kracht (Project Brugge B-Park), die recent operationeel zijn, - De 11 windturbines aangeduid met het gele symbool zijn de windturbines langsheen het Boudewijnkanaal. - De 3 windturbines in het noordwesten, aangeduid met het rode symbool zijn de drie windturbines langsheen de Patentestraat waarvoor rcent een vergunning bekomen werd door EDF Luminus. - De 2 windturbines in het zuidwesten, aangeduid met het rode symbool zijn de drie windturbines langsheen de Expresweg N31 waarvoor in de nabije toekomst een omgevingsvergunningsaanvraag zal ingediend worden door W-Kracht. Figuur 2: Situering van het project samen met de omliggende projecten op een luchtfoto (bron: Google Earth) De windturbine, voorwerp van de huidige nota, zoekt (visueel) aansluiting bij het eerstgenoemde project van Electrawinds.

13 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 13 van INPLANTING TURBINES De inplanting van de windturbine wordt voorzien op een braakliggend perceel. Het perceel is gelegen langs de Stationsweg, op het grondgebied van de Stad Brugge, kadastraal gekend als Afdeling 10, sectie N. Voor dit kadastraal perceel werd dan ook geen perceelnummer voorzien. Op het uittreksel uit het inplantingsplan in figuur 3 hieronder wordt de inplantingspositie van de windturbine op het betreffende perceel in detail weergegeven. Figuur 3 : Uittreksel inplantingsplan De Lambert-72 coördinaten van de positie van de windturbine (middelpunt van de mast) is gegeven in Tabel 3. Tabel 3: Lambert-72 coördinaten van de inplantingslocaties Turbine X[m] Y[m] WTNew De inplanting van de windturbine binnen de projectzone, wordt weergegeven op luchtfoto in Figuur 4.

14 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 14 van 99 Figuur 4 : Aanduiding van de inplanting van de turbine op een luchtfoto (Bron : Google Earth) De afstand tot de reeds bestaande inplantingen, van het project van Electrawinds, ten zuiden van WTNew, wordt weergegeven in volgende tabel : Tabel 4: Afstand tot de bestaande windturbines. Windturbine WTNew [afstand in m] WTGA 347 WTGB 635 WTGC 900 WTGD WTGE WTGF WTGG De turbine werd zo opgesteld dat ze mooi aansluit bij het bestaande project en aldus ook bij de bestaande grote infrastructuren, zoals de spoorlijnen, de Pathoekeweg, het Boudewijnkanaal en de autosnelweg A11.

15 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 15 van 99 Daarnaast werd ook getracht de afstand tot woonzones en de enkele individuele woningen te maximaliseren. Het resultaat is dat de afstand tot de dichtstbijzijnde woonzone (woongebied met landelijk karakter ten oosten) 975 m bedraagt. 2.3 GEWESTPLAN In Figuur 5 is het gewestplan van de omgeving van de projectzone en de inplanting van de turbine weergegeven. Figuur 5 : Aanduiding van de omgeving van windturbine op het gewestplan De turbine is ingeplant in een zone die in het Gewestplan is aangeduid als gebied voor milieubelastende industrie. De gebieden rondom de projectzone worden in het gewestplan als volgt aangeduid : Ten noorden van de projectsite bevindt zich een zone die in het Gewestplan is aangeduid als agrarisch gebied (code 0900, geel ingekleurd) en landschappelijk waardevol agrarisch gebied (code 0901, geel gearceerd). Ten noordoosten van de voorziene inplanting, op ongeveer 450m bevindt zich een natuurgebied (code 0701, groen ingekleurd). Dit natuurgebied sluit ruim 500m verder ten oosten, aan de overzijde van het Boudewijnkanaal, aan op een grote aaneensluitende zone die als industriegebied is ingekleurd (code 1000, paars ingekleurd). Op 975 m ten oosten van de voorziene windturbine bevindt zich een woongebied met landelijk karakter (code 0102, rood-wit gearceerd). Daarop aansluitend bevindt zich een landschappelijk waardevol agrarisch gebied (code 0901, geel gearceerd).

16 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 16 van 99 Ten zuiden van de projectsite bevindt zich de zone die ingekleurd is als industriegebied voor milieubelastende industrieën (code 1002, paars ingekleurd) die zich in zuidelijke richting onafgebroken uitstrekt over en afstand van ongeveer 5km. Op ongeveer 850m ten zuidwesten van WTNew bevindt zich een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut (code 0200, lichtblauw ingekleurd). Op ruim 1,5 km ten zuidwesten bevinden zich ten slotte enkele recreatiegebieden (code 0400 e.v., oker ingekleurd). Ten westen van de projectsite, is het ganse gebied over een afstand van ruim 2,5km onafgebroken ingekleurd als agrarisch gebied. Verder dan die 2,5 km wordt het gebied sporadisch onderbroken door relatief kleine, her en der verspreide woongebieden. De dichtst bij gelegen woonkern ten westen bevindt zich op 2,8 km (dorpskern Zuienkerke). 2.4 BIJZONDER PLAN VAN AANLEG In het betreffende gebied is geen BPA van toepassing. 2.5 RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN De voorziene inplanting is gelegen binnen het toepassingsgebied van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening Zeehavengebied Zeebrugge. De inplantingsplaats van WTNew is voorzien in een zone die in het grafisch plan 3 van het GRUP paars is ingekleurd en aangeduid is als Artikel 4. Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven op de niet-watergebonden terreinen. De stedenbouwkundige voorschriften voor deze zone bepalen het volgende : Het gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven Zeebrugge. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur. In dit gebied is de opwekking van energie toegelaten.

17 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 17 van 99 Figuur 6 : Aanduiding van WTNew en de omgeving van het windpark op het GRUP Afbakening Zeehavengebied Zeebrugge (combinatie van de grafische plannen 2 en 3 van het GRUP) De bestemmingen opgenomen in dit GRUP, die omwille van hun dichte nabijheid enige relevantie kunnen hebben voor de projectsite, worden hieronder verder toegelicht. Artikel Spoorinfrastructuur Dit gebied is bestemd voor spoorinfrastructuur en aanhorigheden. In dit gebied zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van die spoorinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische

18 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 18 van 99 verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, recreatienetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. Artikel 18. Reservatiegebied voor lijninfrastructuur. Dit gebied is bestemd voor de aanleg, het beheer en de exploitatie van wegeninfrastructuur, spoorinfrastructuur, ondergrondse pijpleidinginfrastructuur en aanhorigheden. Hier zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die wegeninfrastructuur, spoorinfrastructuur, ondergrondse pijpleidinginfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, jaagpaden, recreatienetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. Artikel 12. Natuurgebied. Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en bos. Recreatief medegebruik is een ondergeschikte functie. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de ontwikkeling, de instandhouding en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu, bos en van de landschapswaarden zijn toegelaten. Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur voor het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer; het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen. Bestaande openbare wegen en nutsleidingen kunnen verplaatst worden voor zover dat noodzakelijk is voor de kwaliteit van het leefmilieu, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijke milieu, de openbare veiligheid of de volksgezondheid.

19 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 19 van 99 Artikel 7. Gebied voor waterweginfrastructuur Dit gebied is bestemd voor waterweginfrastructuur en aanhorigheden. In dit gebied zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van de waterweginfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen, jaagpaden, recreatienetwerk en waterwegennetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten. Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden. Gronden die niet voor de inrichting of het functioneren van de waterweginfrastructuur gebruikt worden, worden op een kwaliteitsvolle manier geïntegreerd in de omgeving. Artikel 2.2. Gebied voor zeehaven- watergebonden bedrijven Het gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven Zeebrugge. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur. In dit gebied is de opwekking van energie toegelaten. 2.6 WINDPLAN VLAANDEREN Het Windplan Vlaanderen [4] is een beleidsondersteunende studie uitgevoerd door de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en de Organisatie voor Duurzame Energie (ODE). De studie werd afgerond in september 2000 en was gebaseerd op de toenmalige omzendbrief EME/ [2]. In de nieuwe omzendbrief EME/ RO/2006/02 [1] werden er enkele wijzigingen doorgevoerd waardoor het Windplan Vlaanderen als louter indicatief moet worden geïnterpreteerd. De verschillende bestemmingen van de gewestplannen werden onderverdeeld in vier verschillende klassen, elk met een eigen prioriteit wat betreft de toepassing van windenergie.

20 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 20 van 99 Klasse 0: gebieden die niet in aanmerking komen voor de toepassing van windenergie en dus worden uitgesloten (bvb. woongebieden, natuurgebieden), rode inkleuring ; Klasse 1: gebieden die zeker in aanmerking komen voor de toepassing van windenergie, met hoogste prioriteit (bvb. industriegebieden, gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut), groene inkleuring ; Klasse 2: gebieden die in aanmerking komen voor windenergie, maar waar toch eerder een beperking kan optreden (bvb. agrarische gebieden, recreatiegebieden), gele inkleuring ; Klasse 3: gebieden waar de toepassing van windenergie eventueel kan, mits een goede afweging ten opzichte van de andere,belangrijkere functies van het gebied (bvb. landschappelijk waardevolle agrarische gebieden); bijvoorbeeld: het moet mogelijk zijn om windturbines in landschappelijk waardevol agrarisch gebied te plaatsen, indien dit bijvoorbeeld grenst aan een industrieterrein of langs een autosnelweg ligt, oranje inkleuring ; Figuur 7 : De projectsite op de kaart van het Windplan Vlaanderen De windturbine ligt op de rand in een gebied dat groen ingekleurd is. Het is dus een gebied dat met hoogste prioriteit in aanmerking komt voor de toepassing van windenergie. Het Windplan Vlaanderen wordt hier gebruikt als een louter indicatief en ondersteunend element in de afweging.

21 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 21 van PROVINCIAAL PLAN WEST-VLAANDEREN De deputatie van West-Vlaanderen publiceerde op 19 november 2009 een nieuwe visie in verband met de inplanting van windturbines [6]. Het betreft een ontwerpvisie, geschikt voor consultatie-en adviesronden. Een kort overzicht van de belangrijkste principes die de basis uitmaken van deze beleidsvisie werd beschreven in punt 3.4. hierboven. De projectzone uitdrukkelijk opgenomen is in de geselecteerde zoekzone Brugge-Noord. Volgens dit provinciaal plan komt het gebied dus uitdrukkelijk in aanmerking voor de toepassing van windenergie. 2.8 INTEGRATIE VAN DE GEPLANDE WERKEN IN DE OMGEVING De locatiekeuze voor windturbines en windturbineparken moet zowel in de stedelijke gebieden en de kernen als in de open ruimte passen binnen een samenhangende visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het betrokken gebied. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen [3] worden afwegingselementen vermeld op basis waarvan een toetsing van de locatie voor de windturbines of windturbineparken aan de visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling kan plaatsvinden: Het project sluit aan bij de schaal en de opbouw van het landschap; De omvang van het project tast de structuur en de essentiële functies van de randstedelijke gebieden of het buitengebied niet aan. Het ruimtelijk principe van gedeconcentreerde bundeling uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt algemeen voor de inplanting van windturbines verfijnd in het principe van de plaatsdeling (sitesharing). Door windturbines zo veel mogelijk te bundelen, moet het behoud van de nog resterende open ruimte in het sterk verstedelijkte Vlaanderen worden gegarandeerd. De absolute voorkeur gaat dan ook uit naar het realiseren van windenergieopwekking door middel van een clustering van windturbines. Aan het principe van sitesharing wordt in casu voldaan aangezien in de onmiddellijke omgeving reeds diverse windprojecten gerealiseerd zijn, waarvan één rechtstreeks aansluit op de voorgetelde inplanting. Bij de keuze van de inplantingslocatie werd maximaal rekening gehouden met de gestelde voorwaarden: De opstelling van de windturbine sluit, samen met de reeds aanwezige inplantingen, aan op het industriegebied, de spoorlijnen Brugge-Zeebrugge en Brugge-Knokke, het Boudewijnkanaal, en de nieuwe autosnelweg A11. De windturbine zal visueel aansluiten bij de windturbines van Electrawinds die reeds in 2005 werden opgericht ten westen van de Pathoekeweg. Samen met deze bijkomende inplanting wordt een aaneensluitende lijn van 8 windturbines gevormd. De bijkomende

22 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 22 van 99 inplanting, voorwerp van de huidige aanvraag, zet diezelfde lijn dan ook verder. Op de luchtfoto hieronder wordt een aaneensluitende lijn van 8 windturbines weergegeven. De 7 bestaande inplantingen van Electrawinds worden weergegeven in blauw symbool. WTNew (met rood symbool) is de turbine die het voorwerp uitmaakt van de huidige aanvraag. Figuur 2: Situering van het project samen met de omliggende projecten op een luchtfoto (bron: Google Earth)

23 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 23 van 99 De turbine wordt ingeplant in de industriezone waar zich het bestaande windpark van zeven windturbines bevindt en waarmee ze één visueel geheel zal vormen. Sinds de aanleg van de nieuwe autosnelweg A11, gelegen op een berm van ongeveer 13m hoog, is de projectzone dan ook visueel afgesloten van de omliggende gebieden. Men kan spreken van een maximale toepassing van het sitesharing principe doordat er vlakbij het hiervoor genoemde windpark aanwezig is, alsook het windturbineproject langs het Boudewijnkanaal waarvan de dichtstbij zijnde inplanting zich op ongeveer 650m bevindt. Zo wordt gekomen tot een minimale aantasting van de open ruimte en maximale benutting van de zone rond het Boudewijnkanaal en het industriegebied.

24 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 24 van TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET PROJECT 3.1 TECHNISCHE GEGEVENS VAN DE TURBINE De algemene technische kenmerken waaraan deze turbine zal voldoen, zijn in de volgende tabel opgenomen. Tabel 5: Algemene technische kenmerken van de windturbine Kenmerk Nominaal vermogen Rotordiameter Ashoogte 2,3 MW 71m 85m Tiphoogte 120,5m Nominaal toerental Maximaal brongeluid (*) 20 tpm 103,5 db(a) * Maximaal brongeluid bij een windsnelheid van 8m/s Algemene kenmerken Bij de keuze van het type windturbine dient men rekening te houden met een groot aantal zaken. De visuele beleving is een belangrijk deelaspect. Het betreft een type turbine met drie wieken en deze zal draaien bij een laag toerental. Traag draaiende turbines worden als statiger en minder storend ervaren dan de snel draaiende. De toren is van het volle type (buismast) en is in staal of beton uitgevoerd. De standaardkleur van de turbines is lichtgrijs (bv. RAL 7038) Hoogte -Ashoogte en tiphoogte Het projectgebied is windtechnisch een goede site voor de installatie van een windpark. Toch dient er rekening te worden gehouden met de industriële bebouwing in de omgeving, en met andere obstakels. Om obstakelverliezen te beperken, maar vooral ook om de dimensies van de windturbine te aligneren op de bestaande windturbines, werd een masthoogte van 85 m gekozen. Zo werd dus met de visuele harmonie rekening gehouden. De windturbines waarmee de hier voorgestelde turbine één visueel zal vormen zijn van hetzelfde type, met een gelijkaardige as- en tiphoogte.

25 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 25 van Brongeluid Het brongeluid van een windturbine is het totale geluidsniveau dat die produceert bij een bepaalde windsnelheid (gedefinieerd op 10 m boven het maaiveld), indien men fictief veronderstelt dat het afkomstig is van één punt op ashoogte. Hoe verder men van dit punt verwijderd is, hoe groter het oppervlak wordt waarover de geluidsdruk wordt verspreid en hoe lager het geluidsniveau er zal zijn. Tevens dient opgemerkt te worden dat het omgevingsgeluid varieert met de windsnelheid. Bij hogere windsnelheden neemt het omgevingsgeluid toe. Daarom wordt aangenomen dat een windsnelheid van circa 8 m/s een kritische windsnelheid is waarbij het geluid van een windturbine relatief hoog is en over het algemeen nog niet overstemd wordt door het omgevingsgeluid. Het brongeluid van de geselecteerde windturbine zal bij deze windsnelheid niet hoger zijn dan 103,5 db(a) Sturing en regeling Het windturbinetype dat in aanmerking wordt genomen, werkt volgens een variabele toerentalregeling. Bij lage windsnelheden werkt de turbine op een lager toerental, bij hoge windsnelheid op een hoger toerental, om aldus het rendement van de energieomzetting te verbeteren Veiligheid en certificering -Constructie, uitbating en onderhoud De windturbine zal voldoen aan hoge veiligheidseisen en zal dan ook gecertificeerd zijn volgens de geldende IEC-normen, door onafhankelijke keuringsinstellingen zoals DNV (Det Norske Veritas) of Germanischer Lloyd. Een windturbine die aan deze normen voldoet, is ontworpen voor een levensduur van ten minste 20 jaar. Er worden eisen gesteld aan materialen voor wat betreft de vermoeiing, corrosie, verbindingstechnieken, etc om deze levensduur te waarborgen. De veiligheidssystemen zijn zodanig ontworpen dat de windturbine onder alle weercondities veilig gebruikt kan worden. De werking van de veiligheidssystemen wordt periodiek gecontroleerd. Verder worden er eisen gesteld aan het elektrische systeem, arbeidsveiligheid en onderhoudsprocedures om de veiligheid van de windturbine gedurende haar levensduur te waarborgen. Het onderhoudsprogramma wordt vastgelegd in logboeken. Naast eigen controles wordt met de turbineleverancier of een gespecialiseerde onderhoudsfirma een langdurig onderhouds-en garantiecontract aangegaan, om een correcte naleving van het onderhoudsprogramma te waarborgen. 3.2 PARKPRODUCTIE -MILIEUBESPARING De gemiddelde jaarlijkse bruto energieproductie van het windpark zal op basis van preliminaire berekeningen ongeveer 5 GWh/j bedragen, voor een geïnstalleerd vermogen van 2,3 MW.

26 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 26 van 99 Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verkregen milieubesparing die hierdoor wordt gerealiseerd, in vergelijking met de brandstofmix van het Belgische niet-nucleaire productiepark. Tabel 6: Verkregen milieubesparing (indicatie) Milieubesparing Bruto jaarlijkse energieproductie [GWh/j] 5,0 Aantal huishoudens Vermindering CO2 [ton/j] Vermindering SO2 [ton/j] 12,3 Vermindering NOx [ton/j] 9,4 Vermindering stofdeeltjes [ton/j] 1,1 Besparing aardgas [x103nm³/j] 536 Besparing steenkool [ton/j] Besparing olie [ton olie-equivalent/j] 33 ( bron cijfers gasuitstoot: omzendbrief Vlaamse regering EME/ van juli 2000 )

27 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 27 van KRITISCHE AFWEGINGEN VAN DE LOCATIEKEUZE 4.1 VERENIGBAARHEID VAN DE AANVRAAG MET DE WETTELIJKE EN RUIMTELIJKE CONTEXT De bestemming van het perceel waarop deze aanvraag betrekking heeft, is op het gewestplan (zoals raadpleegbaar op aangeduid als Gebied voor milieubelastende industrieën (code 1002). In de voorliggende nota worden de mogelijke effecten van de inplanting van het windturbinepark geëvalueerd volgens de structuur van omzendbrief RO/2014/02 betreffende het afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines. De windturbine uit onderhavig project volgt de lijn van het Boudewijnkanaal, van de spoorlijn Brugge-Zeebrugge en van de Pathoekeweg. De eigenaar van het perceel waarop de windturbine gebouwd zal worden, werd betrokken bij het project. Dit is dezelfde eigenaar als deze van de percelen waarover wiekoverdraai kan ontstaan, en waarover of waaronder elektrische kabels of toegangswegen zullen lopen. Rekening houdende met de nieuwe sectorale voorwaarden van de Vlarem-trein (zie supra) wordt tegemoetgekomen aan de gestelde eisen op vlak van geluidshinder. Uit de slagschaduwstudie, die eveneens verder in detail besproken wordt, blijkt dat er een minimale impact op woningen en bedrijven in de omtrek van het project zal zijn. 4.2 BUNDELING ALS FUNDAMENTEEL UITGANGSPRINCIPE Het ruimtelijk principe van gedeconcentreerde bundeling uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt algemeen voor de inplanting van windturbines verfijnd in het principe van de plaatsdeling (sitesharing). Door windturbines zo veel mogelijk te bundelen, moet het behoud van de nog resterende open ruimte in het sterk verstedelijkte Vlaanderen worden gegarandeerd. Bij de keuze van de inplantingslocatie werd maximaal rekening gehouden met de gestelde voorwaarden : De turbine wordt aansluitend opgesteld op de windturbines die de lijn van het Boudewijnkanaal, de spoorweg Brugge-Zeebrugge en de Pathoekeweg volgen. De aangevraagde turbine vormt, samen met de 7 reeds bestaande turbines langs de Pathoekeweg één visueel geheel. Er zal bijgevolg een aaneensluitende lijn van 8 windturbines gevormd worden, die dezelfde lijninfrastructuren volgt. Men kan samenvatten dat het Boudewijnkanaal, de spoorlijn Brugge-Zeebrugge, de Pathoekeweg, samen met de nieuwe autosnelweg A11, het industrieterrein en de bestaande windturbines de belangrijkste infrastructuren in de omgeving zijn. Het geheel

28 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 28 van 99 van deze infrastructuren heeft ontegensprekelijk een determinerende impact op het landschap. Bovendien bevinden er zich 11 turbines aan het Boudewijnkanaal die dezelfde grote infrastructuurlijnen volgen, weliswaar parallel met hoger genoemd project, waarop het huidige project aansluit. Maximale toepassing van het sitesharing principe teneinde te komen tot een minimale aantasting van de open ruimte en maximale benutting van de zone tussen het Boudewijnkanaal en de spoorweg(en). De inplantingslocatie werd dus bewust gekozen als uitbreiding op de andere reeds vastgelegde locaties. 4.3 GRONDGEBRUIK Voor het plaatsen van windturbines is relatief weinig grondoppervlak nodig. De diameter van de fundering voor het geselecteerde turbinetype bedraagt maximaal 20 meter, of een oppervlakte van circa 315 m². De funderingssokkel bevindt zich op het niveau van het maaiveld. Het type en de diepte van de fundering is afhankelijk van de bodemgesteldheid en dient door bodemsonderingen te worden bepaald.

29 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 29 van 99

30 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 30 van 99

31 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 31 van 99 Figuur 8 : Foto's van de fundering van een windturbine

32 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 32 van 99 De locatie van de turbine moet tijdens de bouw en het onderhoud goed bereikbaar zijn. De toegang tot de turbine zal zoveel mogelijk gebeuren via de bestaande toegangswegen. De aanleg van een nieuwe verharde toegangsweg op het private terrein zal slechts over een zeer beperkte afstand noodzakelijk zijn. De aanleg van deze toegangsweg zal in elk geval uitgevoerd worden op een wijze die een zo beperkt mogelijke impact zal veroorzaken. Voor het volledige project wordt ongeveer 315m² gebruikt voor de fundering van de windturbine. Voor het transport van de onderdelen zijn lange vrachtwagens met een grote draaicirkel nodig. De toegangswegen zijn hierop voorzien. Desgevallend zal een extra verbreding van de Stationsweg moeten voorzien worden. Figuur 9 : De bocht in de aansluiting van de toegangsweg op de openbare weg Tijdens de oprichting kan het bijvoorbeeld noodzakelijk zijn bepaalde stapel-of rijzones tijdelijk heraan te leggen met rijplaten. Voor de opbouw van de windturbine wordt een werkplatform voorzien van ca 25 x 40 m, dat noodzakelijk is voor de opstelling van hijswerktuigen. Dit werkvlak dient niet in zijn geheel en/of permanent vrij te zijn, maar moet gedurende de levensduur in functie van onderhoudswerkzaamheden tijdelijk beschikbaar kunnen zijn. Hierna wordt een voorbeeld van een blijvende verharding weergegeven.

33 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 33 van 99 Figuur 10 : Voorbeeld van een permanent werkvlak en opbouwruimte voor de kraan (bron: Enercon) De toegang voor routineonderhoud wordt in overleg met de betrokken grondeigenaar bepaald, waarbij maximaal gebruik gemaakt wordt van reeds bestaande infrastructuur. Voor de toegang tot de windturbine zullen de bestaande toegangswegen over een beperkte lengte, mogelijk tijdelijk moeten worden aangepast met het oog op het verlenen van toegang tot de projectsite. De uitgegraven bodem zal worden verwerkt overeenkomstig de bepalingen inzake grondverzet zoals vervat in Hoofdstuk XIII van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming en hoofdstuk XIII van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming.

34 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 34 van 99 Indien de transformator voor de omvorming van de laagspanning naar middenspanning niet in de gondel kan worden geïntegreerd, wordt deze in een netstation onderaan in of naast de mast opgesteld. De windturbine wordt aangesloten op het openbaar elektriciteitsnetwerk via een ondergrondse middenspanningskabel, verbonden met een aansluitpunt. Tevens wordt er, indien nodig, een middenspanningscabine voorzien. De cabine is maximum 3x6m groot en zal alle stroomkabels en indien nodig ook een transformator bevatten. Een studie met betrekking tot de netaansluiting wordt uitgevoerd. De aanvrager neemt aan het einde van de levensduur van de turbine de kosten voor de ontmanteling van de windturbine en de rehabilitatie van de site op zich. 4.4 WONEN De mogelijke invloed van windturbine op het wooncomfort van omwonenden door geluid, slagschaduw, visuele aspecten en veiligheid werd onderzocht. Detailstudies van geluid en slagschaduw worden verder in deze nota toegelicht. Visuele aspecten worden besproken in het onderdeel landschap en worden door middel van visualisaties geïllustreerd. Bij het vastleggen van de inplantingsplaats van de windturbine werd de grootst mogelijke zorg aan de dag gelegd bij het maximaliseren van de afstand tot individuele woningen. Elke woning ligt op meer dan 187 m van een windturbine, zoals blijkt uit onderstaande afbeelding. Op Figuur 11 is te merken dat er slechts een zeer beperkt aantal individuele woningen gevestigd zijn in de projectzone. Dit vergroot uiteraard het potentieel van de site.

35 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 35 van 99 Figuur 11 : Windturbine Brugge A11, met inplantingspositie en aanduiding woningen De dichtstbij gelegen woningen (NSA07 en NSA08) bevinden zich ten (noord)oosten van WTNew op respectievelijk 187 en 228m. Deze woningen bevinden zich net ten zuiden van de berm van de nieuwe A11-autosnelweg. De andere woningen liggen op meer dan 250m van de windturbines verwijderd. De afstanden tussen de aangeduide woningen en het middelpunt van de mast van WTNew worden in onderstaande tabel weergegeven : Tabel 7 : Afstanden tot woningen Woning Afstand tot WTNew [m] NSA NSA NSA NSA NSA NSA NSA NSA NSA09 581

36 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 36 van 99 Voor de beschrijving van de locaties van de woningen, wordt verwezen naar straatnamen, die te zien zijn op een stratenplan van Google Maps (Figuur 12). Figuur 12 : Inplantingspositie met aanduiding woningen op een stratenplan (bron: Google Maps) Zoals gemeld in punt 2.3 hierboven bevindt het dichtstbij gelegen woongebied (met landelijk karakter) zich op 975 m ten oosten van de voorziene inplantingsplaats van WTNew. 4.5 LANDBOUW De werking van de machines zal de landbouwactiviteiten in de omgeving niet verstoren en geen invloed hebben op de kwaliteit van de gewassen die er worden geteeld. De totale oppervlakte die voor de fundering in beslag zal worden genomen bedraagt maximaal 315m². De oppervlakte van de toegangswegen, kraanplatform en fundering zal beperkt worden tot het strikte minimum om de uitbatingsmogelijkheden van de percelen zo weinig mogelijk te beïnvloeden. Daarom zullen de toegangswegen zoveel mogelijk op de perceelgrenzen aangelegd worden en maximaal in grasdallen uitgevoerd worden. 4.6 INDUSTRIE De projectsite bevindt zich in een industriegebied voor milieubelastende industrieën.

37 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 37 van 99 De werking van de machines zal de bedrijfsactiviteiten van deze ondernemingen niet verstoren en geen invloed hebben op de kwaliteit van de geleverde goederen en diensten. 4.7 RECREATIE In de onmiddellijke omgeving van de projectzone zijn er geen recreatiegebieden aanwezig. Het dichtstbijzijnde recreatiegebied ligt op zo n 1500 m ten zuidwesten van de turbine (Domein Polderwind - Zuienkerke). Een tweede gebied (gebied voor dagrecreatie) ligt ten zuidwesten en dit op ongeveer 4 km van de turbine (Sportcentrum Sint-Pietersplas, Blankenbergse Dijk 73, Sint- Pieters (Brugge)). 4.8 LANDSCHAP Windturbines en landschap Windturbines hebben een zekere visuele impact op het omgevende landschap. De grootte en soort van deze impact verschillen naargelang de aard van het landschap waar ze worden ingeplant. De zone waarin de windturbine wordt opgesteld, is een industriegebied (voor milieubelastende industrieën). Het landschap wordt daarenboven doorkruist door de autosnelweg A11, 3 spoorlijnen (Brugge-Zeebrugge, Brugge-Knokke-Heist en Zeebrugge-Knokke-Heist), het Boudewijnkanaal en de Pathoekeweg. Er zijn reeds enkele windturbineprojecten in de omgeving gerealiseerd. Zo staan er 11 turbines langs het Boudewijnkanaal parallel met dit project, en 7 turbines langs de Pathoekeweg, waarop het huidige project rechtstreeks aansluit. De dichtstbij belegen turbine van dit laatste project bevindt zich op ruim 340 m van de inplanting van WTNew. Op de site van B- Park bevinden zich tenslotte nog 2 recent gebouwde windturbines. In dergelijk landschap leek het wenselijk zoveel mogelijk te streven naar een regelmatig patroon in de posities van de windturbines. Bovendien zal met zulk patroon de projectzone zo optimaal mogelijk benut worden. Daarom werd gekozen om de turbine zodanig op te stellen dat ze optimaal aansluit bij de bestaande projecten. Er zijn enkele beleidsondersteunende middelen ter beschikking om de verschillende landschappelijke aspecten te toetsen. Deze worden uitgebreid besproken in de landschapsstudie die werd opgemaakt door de heer Jan Verstraeten, erkend deskundige Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie. Deze studie Inplanting van een windturbine langs de A11 te Brugge met dossiernummer JVS , werd opgenomen in bijlage nr. 1 bij de huidige nota Algemene afwegingselementen De omzendbrief [1] vermeldt als een algemene richtlijn voor het inpassen van windturbines in het landschap dat men zoveel mogelijk aansluiting dient te zoeken bij reeds bestaande grootschalige

38 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 38 van 99 (lijn)infrastructuren, grote verticale elementen en andere constructies die reeds een impact hebben op het landschap. Bij de keuze van de projectsite werd aansluiting gezocht bij het industriegebied, de autosnelweg A11, het Boudewijnkanaal, de spoorlijnen en de Pathoekeweg, die de belangrijkste as vormt doorheen het industrieterrein Landschapsstudie De omzendbrief vermeldt verder onder meer ook de landschapsatlas [7] als een eerste richtlijn om een projectzone te toetsen op interferentie met landschappelijk waardevolle elementen. Behalve de landschapsatlas met relictzones en ankerplaatsen, is ook het Beschermd Erfgoed erop aangeduid, waarin verschil wordt gemaakt tussen Beschermde landschappen, Beschermde stads-en dorpsgezichten en Beschermde monumenten. Bovendien worden ook stedelijke kernen en traditionele landschappen weergegeven, zodat de landschapsatlas een relatief compleet aftoetsingscriterium biedt. De kaarten hieronder tonen de landschapsatlas met weergave van de hiervoor vermelde lagen. - Traditionele landschappen (lichtgroen en lichtblauw ingekleurd) - Relictzones (donkergrijs ingekleurd) - Ankerplaatsen (groen omrand) - Beschermde landschappen (felgroen ingekleurd), beschermde stads- en dorpsgezichten (lichtblauw ingekleurd) en beschermde monumenten (bordeaux ingekleurd). Een beschrijving van alle relevante landschappelijke elementen wordt hier achterwege gelaten. Daar voor wordt verwezen naar de uitgebreide landschapsstudie die werd opgemaakt door de heer Jan Verstraeten, erkend deskundige Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie. Deze studie Inplanting van een windturbine langs de A11 te Brugge met dossiernummer JVS , werd opgenomen in bijlage nr. 1 bij de huidige nota. In de landschapsstudie komt de heer Jan Verstraeten tot de volgende conclusie : Het projectgebied maakt deel uit van het traditionele landschap De kustpolders. In de ruimere omgeving van de projectsite zijn nog restanten van het oorspronkelijke poldercomplex met sloten, hoge waterstand en microreliëf aanwezig. Op korte afstand zijn beschermde stads- en dorpsgezichten aanwezig. Het betreft de Hoeve Groot Ter Doest, Hoeve de Rozeblomme en Hoeve de Goudblomme. De huidige landschapsstructuur in de omgeving van de projectsite is reeds sterk gewijzigd t.o.v. het oorspronkelijke polderlandschap. De omgeving van het projectgebied wordt momenteel gestructureerd door een industrieel landschap (zuiden en oosten), een windturbinepark van 20 windturbines, spoorwegdijken, de A11 en een poldergebied. Sinds 2011 werd de spoorlijn Zeebrugge- Knokke in gebruik genomen, die dwars door de resterende polder loopt. Ook de A11 is ondertussen operationeel en voert door poldergebied. ( )

39 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 39 van 99 De inplanting van de windturbine zal geen significante invloed hebben op de structuur van het plaatselijke landschap en de landschappelijke relaties. Het ruimtegebruik is beperkt tot de fundering van de windturbine en een korte toegangsweg. De effecten op geomorfologische structuren zijn hierdoor zeer beperkt. De windturbine wordt niet in deze landschappelijke waardevolle zones (Ankerplaatsen, Relictzones) voorzien. De windturbine wordt in industriegebied voorzien. Het ruimtebeslag zal ca. 3 are bedragen en is dus vrij beperkt. Er wordt geen significant bijkomend verlies van landschappelijke erfgoedwaarde (polderlandschap) verwacht. De windturbine wordt op ruime afstand van het bouwkundig erfgoed (hoeven, schuur Groot Ter Doest) ingeplant. De windturbine zal geen rechtstreeks negatief effect hebben op deze erfgoedwaarden. De contextwaarde van de omgeving zal licht afnemen. Door de aanwezigheid van bestaande windturbineparken (20 WT s) zal het verlies aan contextwaarde sterk verminderen. Bovendien wordt de nieuwe windturbine in lijn geplaatst met een deel van de bestaande. Omdat de nieuwe windturbine in lijn wordt geplaatst met de bestaande, zullen de perceptieve kenmerken van het gebied niet sterk wijzigen. Vanuit Lissewege zal de nieuwe windturbine in lijn liggen met de bestaanden. Het zichtbaarheidseffect zal minimaal zijn. Vanuit Dudzele zal de nieuwe windturbine zichtbaar zijn doch ook geïntegreerd met de bestaande WT s voorkomen. De kanaaldijk en de hoge begroeiing op de kanaaldijk onttrekken de windturbines voor een groot deel aan het zicht. Het zichtbaarheidseffect vanuit Dudzele zal voor de nieuwe windturbine dan ook niet significant zijn Turbinetype De projectzone bevindt zich op zo'n 7 km van de kust, en men dient er rekening te houden met de industriële bebouwing in de omgeving. Uit windberekeningen is dan ook gebleken dat een ashoogte van minimum 85 meter wenselijk is om tot een rendabele exploitatie te kunnen komen. Bovendien werd deze ashoogte, alsook de wiekdiameter van 71m gerespecteerd, zodat deze windturbine gelijkaardige dimensies heeft de bestaande toestellen in de omgeving. De windturbine is van het traag draaiende type. Een laag toerental wordt als statiger en minder storend ervaren dan een hoog toerental. De standaardkleur van de turbine is lichtgrijs (bv. RAL 7038). Uit onderzoek is gebleken dat deze lichtgrijze kleur het minst opvalt bij de overheersende achtergrondlucht Visualisatie De ingreep op het landschap wordt op voorhand in beeld gebracht door middel van visualisaties, ter ondersteuning van de besluitvorming. De visualisaties die werden opgemaakt, worden later in deze nota besproken.

40 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 40 van GELUIDSIMPACT Inleiding In de sectorale milieuvoorwaarden voor windturbines, zoals die zijn bepaald in het wijzigingsbesluit van titel I en titel II van het VLAREM (door de Vlaamse Regering goedgekeurd op 23 december 2011, en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 21 maart 2012), wordt afgestapt van de vroeger geldende afstandsregels. De hinder door geluid van windturbines wordt vanaf nu enkel bepaald door middel van geluidsnormen. In de akoestische studie wordt het specifieke geluid bij elke woning in de omgeving van het project getoetst aan de hand van de geldende normen, zoals die weergegeven worden in de onderstaande tabel. Tabel 8: Milieukwaliteitsnormen voor het specifieke geluid in open lucht GEBIEDSBESTEMMING IN GEWESTPLAN RICHTWAARDE (bij woningen) IN db(a) IN OPEN LUCHT OVERDAG S AVONDS S NACHTS (7 tot 19 u) (19 tot 22 u) (22 tot 7 u) Gebieden voor verblijfsrecreatie Gebieden of delen van gebieden, uitgezonderd woongebieden of delen van woongebieden, gelegen op minder dan 500 m van industriegebieden Woongebieden of delen van woongebieden gelegen op minder dan 500 m van industriegebieden Gebieden of delen van gebieden, uitgezonderd woongebieden of delen van woongebieden, gelegen op minder dan 500 m van gebieden voor ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen, van dienstverleningsgebieden of van ontginningsgebieden Woongebieden of delen van woongebieden, gelegen op minder dan 500 m van gebieden voor ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen, van dienstverleningsgebieden of van ontginningsgebieden Woongebieden Industriegebieden, dienstverleningsgebieden, gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en ontginningsgebieden tijdens de ontginning Agrarische gebieden Recreatiegebieden uitgezonderd gebieden voor verblijfsrecreatie Alle andere gebieden, uitgezonderd: bufferzones, militaire domeinen en deze waarvoor in bijzondere besluiten richtwaarden worden vastgesteld Bufferzones

41 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 41 van 99 Gebieden of delen van gebieden op minder dan m gelegen van voor grindwinning bestemde ontginningsgebieden tijdens de ontginning De bepaling van het specifiek geluid dient volgens ISO-norm te gebeuren bij lichte meewindcondities en uitgaande van een geluidemissie bij 95% van het nominale vermogen. Het specifieke geluid dient te voldoen aan bovenstaande richtwaarden of aan het oorspronkelijke omgevingsgeluid in de nabijheid van de dichtstbijzijnde vreemde woning of het dichtstbijzijnde woongebied Berekening van het geluid De berekeningen gebeurden voor een type windturbine met een maximaal geluidvermogen niveau van 103,5 db(a), bij 95% van het nominaal vermogen en een masthoogte van 85 m. De berekeningen werden uitgevoerd met het rekenmodel Immi. De berekeningen werden uitgevoerd volgens de ISO norm. Er werd gerekend met worstcase parameters voor windrichting (standaard bij ISO ), luchtabsorptie en meteorologische coëfficiënt. Daarnaast werd voor de bodemabsorptie een factor 0.8 gehanteerd, omwille van de grote oppervlaktes wei- en akkerlanden in de omgeving van de projectzone. In de geluidsberekeningen werd geen rekening gehouden met het bestaande achtergrondgeluid. In werkelijkheid echter zal dit achtergrondgeluid vrij significant zijn o.m. door de aanwezigheid van de autosnelweg A11, de 3 spoorlijnen in de onmiddellijke omgeving van de projectsite, de verbindingswegen en de industriële activiteit op de omliggende bedrijfssites. De geluidsimmissieberekeningen werden uitgevoerd door, Cenydd Cox, Bert Dewinter en Corneel Delesie erkende milieudeskundigen in de discipline geluid en trillingen van SGS Belgium NV, Polderdijkweg 16, 2030 Antwerpen. De resultaten hiervan zijn weergeven in het akoestisch onderzoek Windturbineproject Brugge A11-WTNew, met rapportnummer v3, waarvan de uitgebreide versie zich in bijlage 2 bij de huidige nota bevindt Besluit In het akoestisch onderzoek Windturbineproject Brugge A11-WTNew, met rapportnummer v3, komt men tot het besluit dat de geluidsimpact van de voorgestelde turbine, ook gecumuleerd met de reeds bestaande windparken, mits het nemen van de juiste project geïntegreerde maatregelen, zal beantwoorden aan de vooropgestelde geluidsnormen, zowel tijdens de dag, de avond als de nacht. Er dient hierbij uitdrukkelijk vermeld dat alle voorgestelde maatregelen (bridage) integraal deel uitmaken van het project en dus als project geïntegreerd dienen te worden beschouwd. De vermelde mogelijke hinder is slechts het resultaat van een tussentijdse berekening om de

42 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 42 van 99 correcte instelling van de machines te bepalen. Hinder zal zich bijgevolg niet realiseren aangezien de genomen maatregelen integraal deel uitmaken van het project. [Om de gecumuleerde effecten te berekenen werd uitgegaan van de technische kenmerken van de reeds bestaande windturbines. Op basis hiervan werd de actuele situatie gesimuleerd. Hieruit kan besloten dat in geen van de beoordelingspunten momenteel de decretaal bepaalde geluidsnorm wordt bereikt. Bijgevolg zal elke toekomstige overschrijding, na de in werking stelling van WTNew, aan deze laatste windturbine te wijten zijn. Elke overschrijding die zich in de toekomst ter hoogte van de beoordelingspunten zou voordoen, zal dus geremedieerd dienen te worden door in te grijpen in de werking van deze laatste windturbine.]

43 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 43 van SLAGSCHADUW Algemeen De bewegende schaduw van draaiende wieken van een windturbine kan op bepaalde plaatsen en onder bepaalde weersomstandigheden een hinderlijk effect van wisselende lichtsterkte veroorzaken. Dit kan vooral hinderlijk zijn als deze slagschaduw over ramen valt en zich bijvoorbeeld over een werkplek beweegt waar gestudeerd of gelezen wordt. De mate van hinder wordt onder meer bepaald door het toerental van de draaiende rotor, door de blootstellingsduur en door de intensiteit van de wisselingen in lichtsterkte. Bij moderne windturbines wordt rechtstreekse reflectie van zonnestralen zo veel mogelijk uitgesloten door de keuze van de materialen (matte wieken, lichtgrijze kleur) Berekeningsmethode Slagschaduw van de windturbines wordt met behulp van het WindPRO-pakket berekend uitgaande van het gemiddeld aantal uren zonneschijn in België, de distributie van de windrichting en het aantal operationele uren van de turbine per windrichtingsector. Een slagschaduwreceptor wordt standaard gemodelleerd als een ruim bemeten raam met een breedte van 5 m en een hoogte van 2 m en 1m boven het maaiveld, wat steeds neerkomt op een overschatting van de reële situatie. De ramen worden in deze methode gemodelleerd als receptoren die licht ontvangen uit alle richtingen. Deze berekening moet men met andere woorden beschouwen als een worst-case scenario. De slagschaduw wordt berekend vanaf het moment dat de zon hoger staat dan een hoek van 3 ten opzichte van de horizon (het maaiveld). Er wordt ook vanuit gegaan dat zich geen obstakels bevinden tussen de turbine(s) en slagschaduwgevoelige objecten en er wordt gerekend met de klimatologische maandnormalen van het gemiddeld aantal uren zonneschijn, de gemiddelde windsnelheid en de overheersende windrichting. De slagschaduwgevoelige objecten worden aangegeven binnen een bepaalde zone rond de windturbine(s), met name de 4u-contour. Er werd geopteerd om de 4u-contour te hanteren als zone, omdat buiten deze contour de norm van 8 u nooit overschreden kan worden (de hoeveelheid slagschaduw varieert bij een bepaald object binnen een bepaalde marge) Berekening slagschaduwcontouren Algemeen Aangezien een maximum van 8 uur effectieve slagschaduw per jaar binnen in de bewoonde woning aanvaardbaar wordt geacht, is deze contour de belangrijkste. De 8-uren contour wordt in het rood weergegeven.

44 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 44 van 99 De impact van slagschaduw is afhankelijk van het type windturbine, met name de rotordiameter en masthoogte. De slagschaduwkaarten werden berekend met het te verwachten gemiddeld aantal schaduwuren per jaar, voor een type windturbine met een rotordiameter van 71 m en een tiphoogte van 120,5m. Elk van de hierna volgende slagschaduwberekeningen is gebaseerd op originele rapporten die met het WindPro software systeem werden opgesteld. Elk rapport bestaat uit de volgende onderdelen : Rapport met weergave van de resultaten van de uitgevoerde berekeningen Een slagschaduwkalender voor elk representatief slagschaduwgevoelig object binnen de contour van vier uur verwachte slagschaduw per jaar op grafiek, waarin de maximaal mogelijke slagschaduwduur veroorzaakt door elke windturbine wordt weergegeven. Een slagschaduwkalender per windturbine op grafiek, waarin de astronomisch maximaal mogelijke slagschaduwduur voor elk representatief slagschaduwgevoelig object binnen de contour van vier uur verwachte slagschaduw per jaar wordt weergegeven; Overzichtskaart met intekening van de slagschaduwisocontouren De originele rapporten kunnen desgewenst op eenvoudig verzoek afzonderlijk bekomen worden.

45 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 45 van Berekening slagschaduwcontouren 1 windturbine De slagschaduwcontouren worden weergegeven op een luchtfoto. Figuur 18 : slagschaduwisocontouren met 1 windturbine op een luchtfoto Op de luchtfoto werden alle (representatieve) woningen (met eventueel een of meerdere vensters) aangeduid waarvoor mogelijk een grotere waarde zou kunnen verwacht worden dan het maximaal aantal van 8 uren slagschaduw per jaar. Tegelijk werden een aantal representatieve bedrijfsgebouwen/magazijnen aangeduid binnen de onmiddellijke omgeving van de windturbine. Bij de berekende schaduwcontouren werd geen rekening gehouden met obstakels die het zicht belemmeren. Indien struikgewas, een haag of bomenrij of gelijk welk ander niet transparant obstakel het zicht op de windturbine beperkt, heeft dit uiteraard een sterk reducerend effect op de berekende slagschaduwtijden. In volgende tabel staat voor iedere woning en bedrijfsgebouw/magazijn, met weergave van de Lambertcoördinaten, het berekende aantal uren slagschaduw vermeld, alsook het maximale aantal uren slagschaduw per dag. Als uitgangspunt wordt een type windturbine genomen met een rotordiameter van 71m en een tiphoogte van 120,5m.

46 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 46 van 99 Tabel 9 : Kritieke zones voor slagschaduwhinder: Lambert-coördinaten, verwachte aantal uren slagschaduw per jaar en maximaal aantal uren slagschaduw per dag voor de nieuw in te planten windturbine. Symbool Woning Lambert X Lambert Y Schaduwuren/j Max. uren/d SR01 Woning :00 01:24 SR02 Woning :06 00:46 SR03 Woning :12 00:43 SR04 Woning :20 01:05 SR05 Woning :20 00:59 SR06 Woning :58 00:25 SR07 Woning :18 00:27 SR08 Woning :34 00:32 SR09 Woning :51 00:27 SR10 Woning :04 00:26 SR11 Woning :35 00:23 SR12 Woning :39 00:21 SR13 Woning :16 SR14 Woning :07 01:12 SR15 Bedrijfsgebouw :00 00:00 SR16 Bedrijfsgebouw :04 00:31 SR17 Bedrijfsgebouw :00 00:00 SR18 Bedrijfsgebouw :00 00:00 SR19 Woning :19 00:17 SR20 Woning :09 00:17 Door de vrij grote afstanden tot de (meeste) woningen (en bedrijfsgebouwen/magazijnen) en door het vrij beperkt aantal aanwezige woningen in de onmiddellijke nabijheid van de projectzone blijkt dat de theoretisch berekende hinder door slagschaduw vrij beperkt zal zijn. De 8- urenrichtlijn wordt bij vijf woningen (SR01, SR04, SR05, SR08 en SR14) overschreden. Bij deze woningen (en nog 2 andere woningen SR02 en SR03, alsook het bedrijfsgebouw SR16) is er eveneens een (minimale) overschrijding van de norm van maximum 30 minuten slagschaduw per dag. Aangezien deze berekening gebaseerd is op een maximaal mogelijk aantal uren slagschaduw, (en niet op het te verwachten aantal uren), zal een overschrijding van deze laatste norm zich in realiteit hoogstwaarschijnlijk niet, of uiterst zelden kunnen voordoen. Niettemin neemt W-Kracht, in geval van effectieve hinder voor de inwoners de nodige maatregelen om deze hinder onder de vooropgestelde norm te houden. Wat de in aanmerking genomen bedrijfsgebouwen/magazijnen betreft is wordt op geen enkel beoordelingspunt de norm van 30 uren slagschaduw op jaarbasis overschreden.

47 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 47 van Berekening slagschaduwcontouren van de bestaande windturbineparken De slagschaduwanalyse wordt hier overgedaan, rekening houdende met de effecten, van alle turbines (25) samen : de aansluitende turbines langs de Kleine Pathoekeweg (7 x Enercon E66), aangeduid in blauw symbool, het bestaande windpark langsheen het Boudewijnkanaal (11 x Enercon E70), aangeduid in geel symbool en de twee windturbines (2 x Enercon E70) nabij het winkelcomplex B-Park, aangeduid in lichtblauw symbool. Bovendien worden het vergunde windpark van EDF langs de Patentestraat (3 x Senvion MM92) en het aan te vragen windpark van W-Kracht langs de Expresweg N31 (2 x Enercon E82) mee in de berekening opgenomen. Figuur 19 : slagschaduwisocontouren van de 25 bestaande windturbines.

48 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 48 van 99 In volgende tabel wordt voor dezelfde representatieve woningen en bedrijfsgebouwen/magazijnen, met weergave van de Lambertcoördinaten, het berekende aantal uren slagschaduw weergegeven, veroorzaakt door de 7 windturbines (van het type Enercon E66), de 11 windturbines langs het Boudewijnkanaal (van het type Enercon E70), de 2 windturbines nabij B- Park (eveneens van het type Enercon E70), de 3 windturbines van EDF langs de Patentestraat (van het type Senvion MM92) en de 2 windturbines W-Kracht langs de Expresweg N31 (van het type Enercon E82). Tabel 10: Kritieke zones voor slagschaduwhinder: Lambert-coördinaten, verwachte aantal uren slagschaduw per jaar en maximaal aantal uren slagschaduw per dag voor alle (25) windturbines. Symbool Woning Lambert X Lambert Y Schaduwuren/j Max. uren/d SR01 Woning :31 00:30 SR02 Woning :14 00:21 SR03 Woning :12 00:21 SR04 Woning :57 00:58 SR05 Woning :14 00:56 SR06 Woning :44 00:37 SR07 Woning :21 00:27 SR08 Woning :18 00:37 SR09 Woning :57 00:41 SR10 Woning :28 00:32 SR11 Woning :59 00:22 SR12 Woning :23 00:27 SR13 Woning :54 00:18 SR14 Woning :41 01:06 SR15 Bedrijfsgebouw :39 01:14 SR16 Bedrijfsgebouw :55 00:23 SR17 Bedrijfsgebouw :36 02:18 SR18 Bedrijfsgebouw :36 01:37 SR19 Woning :36 00:59 SR20 Woning :04 00:47 Uit deze tabel blijkt dat in de actuele situatie een groot deel van de beschouwde woningen én bedrijfsgebouwen/magazijnen reeds slagschaduw ondervinden, afkomstig van de bestaande windturbines. Voor 7 van de woningen wordt de 8-urennorm in de huidige, bestaande configuratie reeds overschreden. Dit is eveneens het geval voor de 2 van de 4 in aanmerking genomen bedrijfsgebouwen/magazijnen waar de 30-urennorm overschreden wordt. Momenteel dienen bijgevolg door de betrokken exploitanten reeds de nodige preventieve maatregelen te worden genomen om de slagschaduw voor de woningen én de bedrijfsgebouwen onder de decretaal bepaalde grenzen te houden.

49 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 49 van Berekening slagschaduwcontouren van de geplande windturbine in combinatie met de bestaande windturbineparken De impact van slagschaduw van de nieuwe windturbine, samen met de bestaande langs de Kleine Pathoekeweg (7 x Enercon E66), langs het Boudewijnkanaal (11 x Enercon E70), en nabij het winkelcomplex B-Park (2 x Enercon E70), de vergunde turbines van EDF langs de Patentestraat (3 x Senvion MM92) en het aan te vragen windpark van W-Kracht langs de Expresweg N31 (2 x Enercon E82), wordt weergegeven in figuur 20 hieronder. Figuur 20 : slagschaduwisocontouren van de nieuw in te planten windturbine, samen met de 25 bestaande windturbines.

50 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 50 van 99 In volgende tabel wordt voor elke woning, met weergave van de Lambertcoördinaten, het berekende aantal uren slagschaduw weergegeven, veroorzaakt door de nieuw in te planten windturbine, samen met de 7 windturbines (van het type Enercon E66), de 11 windturbines langs het Boudewijnkanaal (van het type Enercon E70), de 2 windturbines nabij B-Park (eveneens van het type Enercon E70), de 3 windturbines van EDF langs de Patentestraat (van het type Senvion MM92) en de 2 windturbines W-Kracht langs de Expresweg N31 (van het type Enercon E82). Tabel 11: Kritieke zones voor slagschaduwhinder: Lambert-coördinaten, verwachte aantal uren slagschaduw per jaar en maximaal aantal uren slagschaduw per dag voor de nieuw in te planten windturbine, samen met de 25 windturbines. Symbool Woning Lambert X Lambert Y Schaduwuren/j Max. uren/d SR01 Woning :25 01:24 SR02 Woning :33 00:58 SR03 Woning :35 00:53 SR04 Woning :29 01:05 SR05 Woning :40 00:59 SR06 Woning :36 00:37 SR07 Woning :40 00:27 SR08 Woning :45 00:37 SR09 Woning :42 00:41 SR10 Woning :31 00:32 SR11 Woning :34 00:23 SR12 Woning :01 00:27 SR13 Woning :04 00:18 SR14 Woning :19 01:12 SR15 Bedrijfsgebouw :39 01:14 SR16 Bedrijfsgebouw :02 00:31 SR17 Bedrijfsgebouw :36 02:18 SR18 Bedrijfsgebouw :36 01:37 SR19 Woning :57 00:59 SR20 Woning :16 00:47 Uit deze tabel blijkt dat in toekomstige situatie voor een groot deel van de beschouwde woningen bijkomende slagschaduw kan verwacht worden. Voor 13 van de 16 woningen kan de 8-urennorm overschreden worden. Er dienen bijgevolg bijkomende preventieve, project geïntegreerde maatregelen te worden genomen om de slagschaduw voor de woningen steeds onder de decretaal bepaalde grenzen te houden. Wat de bedrijfsgebouwen betreft wordt vastgesteld dat nergens een (bijkomende) overschrijding wordt veroorzaakt.

51 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 51 van 99 Alle bijkomende maatregelen zullen door W-Kracht ten laste genomen worden, volgens de uitgangspunten, uiteengezet in punt hieronder. Er wordt hierbij uitdrukkelijk bevestigd dat de voorgestelde maatregelen (zie hierover meer in punt infra) integraal deel uitmaken van het project en dus als project geïntegreerd dienen te worden beschouwd. De vermelde mogelijke hinder is slechts het resultaat van een tussentijdse berekening om de correcte instelling van de machines te bepalen. Hinder zal zich bijgevolg niet realiseren aangezien de genomen maatregelen integraal deel uitmaken van het project Berekening van de effectief te nemen preventieve, project geïntegreerde maatregelen In kolom 5 van tabel 12 hieronder worden de resultaten uit tabel 11 hierboven (slagschaduwhinder van het volledige windturbinepark, inclusief de nieuw aangevraagde inplanting, voorwerp van de huidige nota) hernomen. In kolom 6 wordt de (actuele) hinder ingevolge slagschaduw berekend die veroorzaakt wordt door de 25 reeds bestaande/vergunde/aan te vragen windturbines (zoals weergegeven in tabel 10 hierboven). In de laatste kolom worden de reducties berekend waarvoor de exploitant van WTNew zal moeten instaan. Uit tabel 12 (kolom 6 - berekening enkel op basis van de reeds bestaande windturbines), blijkt dat voor het grootste deel van de aangeduide receptoren in de huidige situatie reeds enige slagschaduwhinder wordt vastgesteld. De slagschaduw op deze plaatsen zal dus deels te wijten zijn aan de bestaande inplantingen en dient reeds binnen de decretaal bepaalde normen gehouden te blijven. Alle hinder die daar bovenop, door de nieuw in te planten windturbine zal veroorzaakt worden, zal dus door W-Kracht door middel van de nodige preventieve, project geïntegreerde maatregelen moeten vermeden worden. De eventuele maatregelen die dienen getroffen te worden om de hinder van WTNew binnen de vooropgestelde normen te houden zullen dus enkel betrekking hebben op de berekende potentiële overschrijdingen, ofwel van de bestaande toestand inzake slagschaduw, als die reeds meer bedraagt dan 8u op jaarbasis, of meer dan 30 minuten per dag beloopt, ofwel van de norm, als de reeds aanwezige slagschaduw zich onder het niveau van de decretale normen bevindt. Tabel 12 : Kritieke zones voor slagschaduwhinder: Lambert-coördinaten, verwachte aantal uren slagschaduw per jaar voor de nieuw in te planten turbines, voor de reeds bestaande, en de reductie die zich opdringt als gevolg van deze gegevens. Symbool Woning/ Lambert X Lambert Y Schaduwuren/jaar Te reduceren Bedrijf 26 WT s 25 bestaande WT s op jaarbasis SR01 Woning :25 05:31 21:25 SR02 Woning :33 07:14 04:33 SR03 Woning :35 07:12 03:35 SR04 Woning :29 10:57 24:32 SR05 Woning :40 10:14 18:26

52 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 52 van 99 SR06 Woning :36 09:44 01:52 SR07 Woning :40 04:21 00:00 SR08 Woning :45 08:18 08:27 SR09 Woning :42 07:57 07:42 SR10 Woning :31 05:28 00:31 SR11 Woning :34 04:59 00:00 SR12 Woning :01 05:23 00:01 SR13 Woning :04 03:54 00:00 SR14 Woning :19 14:41 24:38 SR15 Bedrijfsgebouw :39 18:39 00:00 SR16 Bedrijfsgebouw :02 02:55 00:00 SR17 Bedrijfsgebouw :36 82:36 00:00 SR18 Bedrijfsgebouw :36 35:36 00:00 SR19 Woning :57 25:36 01:21 SR20 Woning :16 15:04 01:12 Aan de hand van deze resultaten kan vastgesteld worden dat de maatregelen die W-Kracht zal dienen te nemen om alle overschrijdingen ten gevolge van de aanwezigheid van WTNew op te vangen vrij beperkt zijn. In dit kader wordt dan ook nogmaals bevestigd dat, indien zich effectieve hinder voor de omwonenden (en de omliggende bedrijfsgebouwen) kan voordoen, W-Kracht de nodige preventieve, project geïntegreerde maatregelen zal nemen om deze hinder onder de vooropgestelde norm te houden. Deze maatregelen (zie hierover meer in punt infra) maken integraal deel uit van het project en dienen dus als project geïntegreerd te worden beschouwd. De vermelde mogelijke hinder is slechts het resultaat van een tussentijdse berekening om de correcte instelling van de machines te bepalen. Hinder zal zich bijgevolg niet realiseren aangezien de genomen maatregelen integraal deel uitmaken van het project. In tabel 13 wordt dezelfde oefening overgedaan m.b.t. de maximale slagschaduwhinder op dagbasis. In de laatste kolom worden de reducties weergegeven waarvoor de exploitant van WTNew zal moeten instaan. Tabel 13 : Kritieke zones voor slagschaduwhinder: Lambert-coördinaten, maximaal aantal minuten slagschaduw per dag voor de nieuw in te planten turbines, voor de reeds bestaande, en de reductie die zich opdringt als gevolg van deze gegevens. Symbool Woning/ Lambert X Lambert Y Max. schaduwuren/dag Max. te reduceren Bedrijf 26 WT s 25 bestaande WT s op dagbasis SR01 Woning :24 00:30 00:54

53 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 53 van 99 SR02 Woning :58 00:21 00:28 SR03 Woning :53 00:21 00:23 SR04 Woning :05 00:58 00:07 SR05 Woning :59 00:56 00:03 SR06 Woning :37 00:37 00:00 SR07 Woning :27 00:27 00:00 SR08 Woning :37 00:37 00:00 SR09 Woning :41 00:41 00:00 SR10 Woning :32 00:32 00:00 SR11 Woning :23 00:22 00:01 SR12 Woning :27 00:27 00:00 SR13 Woning :18 00:18 00:00 SR14 Woning :12 01:06 00:06 SR15 Bedrijfsgebouw :14 01:14 00:00 SR16 Bedrijfsgebouw :31 00:23 00:01 SR17 Bedrijfsgebouw :18 02:18 00:00 SR18 Bedrijfsgebouw :37 01:37 00:00 SR19 Woning :59 00:59 00:00 SR20 Woning :47 00:47 00:00 Ook hier kan vastgesteld worden dat de maatregelen die W-Kracht zal dienen te nemen om alle overschrijdingen ten gevolge van de aanwezigheid van WTNew op te vangen uiterst beperkt zijn. Er wordt nogmaals bevestigd dat, indien zich effectieve hinder voor de omwonenden (en de omliggende bedrijfsgebouwen) kan voordoen, W-Kracht de nodige preventieve, project geïntegreerde maatregelen zal nemen om deze hinder onder de vooropgestelde norm te houden. Er wordt nogmaals beklemtoond dat deze maatregelen (zie hierover meer in punt infra) integraal deel uitmaken van het project en dus als project geïntegreerd dienen beschouwd te worden. De vermelde mogelijke hinder is slechts het resultaat van een tussentijdse berekening om de correcte instelling van de machines te bepalen. Hinder zal zich bijgevolg niet realiseren aangezien de genomen maatregelen integraal deel uitmaken van het project Interpretatie slagschaduwberekeningen volledig windpark Aanwezigheid van obstakels Bij de hogervermelde berekeningen van de slagschaduw werd geen rekening gehouden met obstakels die het zicht belemmeren. Hoge en grote gebouwen, struikgewas, hagen of bomenrijen of gelijk welk ander niet transparant obstakel kunnen het zicht op de windturbine beperken en dus een sterk reducerend effect op de berekende slagschaduwtijden hebben.

54 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 54 van Relevantie van de receptoren Bij het aanduiden van de slagschaduwreceptoren bij de woningen, bedrijven en magazijnen werd echter niet nagegaan of er achter de vensters van de betrokken woningen en bedrijven ook mensen wonen of personeelsleden worden tewerkgesteld. Aldus werden enkele mogelijke plaatsen aangeduid als schaduwgevoelig, hoewel een aantal ervan geen effectieve hinder zullen veroorzaken, omdat er vaak schaduw afgeworpen wordt op vensters waarachter geen bewoning of (schaduwgevoelige) activiteiten plaatsvinden. In de mate dat achter de vensters van de betreffende woningen en bedrijven ook mensen wonen of personeelsleden worden tewerkgesteld voor wie de slagschaduw enige hinder kan berokkenen, zal W-Kracht minstens de eerste twee jaren een controlerapport opstellen waarin aangegeven wordt hoeveel effectieve slagschaduw elk relevant slagschaduwgevoelig object heeft getroffen en welke maatregelen er hiervoor eventueel genomen zijn. W-Kracht verbindt er zich bijgevolg toe de eventuele slagschaduwhinder nauw op te volgen en bij te sturen waar nodig Definitie van de receptoren Alle slagschaduwberekeningen werden uitgevoerd met WindPro, in de Green House Mode. Deze modus gaat ervan uit dat elke in aanmerking genomen slagschaduwreceptor licht ontvangt uit alle richtingen. Indien de berekening wordt gedaan met receptoren die enkel licht ontvangen (in een hoek van 90 ) vanuit de richting van windturbines ( Single Direction Mode ), zullen de bekomen resultaten grotendeels binnen de vooropgestelde normen blijven. Dergelijke aanname beantwoordt ongetwijfeld beter aan de reële situatie zoals ze zich na inplanting van de windturbines zal voordoen Representativiteit van de aangeduide receptoren Binnen (of net buiten) de zone van 4 uur slagschaduwcontouren werden 20 representatieve slagschaduwgevoelige objecten aangeduid waar, zonder de juiste instelling van de machine de grens van 4uur slagschaduw per jaar per slagschaduwgevoelig object zou kunnen bereikt worden. Door de cumulatie van de slagschaduw met de andere projecten blijkt de zone die na berekening van de cumulatieve effecten in aanmerking dient te worden genomen (en dus relevant wordt), uitgebreider te zijn geworden. Hier wordt nagegaan of in de zone die aan het gebied wordt toegevoegd, mogelijk slagschaduwgevoelige objecten aanwezig zijn die bijkomend dienen te worden gecontroleerd. In Figuur 21 hieronder wordt de zone aangeduid die als uitbreiding van de 4 uurslagschaduwcontouren dient beschouwd te worden, m.a.w. het slagschaduwgevoelig gebied dat wegens de toevoeging van de bijkomende windturbine aan de reeds bestaande slagschaduwzone dient te worden toegevoegd.

55 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 55 van 99 Door de nieuwe windturbine zal het in aanmerking te nemen gebied dus uitgebreid worden met de op de luchtfoto in groen aangeduide zone. Op de figuur hieronder wordt de zone aangeduid die als bijkomend gebied is ontstaan en tot waar de 4uur slagschaduwcontouren kunnen reiken. Binnen dit gebied bevinden zich geen woningen of andere gebouwen die initieel niet in de slagschaduwstudie werden opgenomen, maar waar de cumulatieve effecten toch zouden kunnen spelen. Figuur 21 : Aanduiding van de zone die na berekening van de cumulatieve effecten binnen de 4uur slagschaduwcontour valt Reëel te verwachten slagschaduwhinder per receptor Bij wijze van illustratie wordt voor de 10 (van de 20) beoordelingspunten waarvoor op basis van de informatie in tabel 12 hierboven, preventieve, project geïntegreerde maatregelen dienen genomen te worden (m.a.w. waarvoor een specifieke instelling van de software van de machine noodzakelijk is) de concrete situatie nader toegelicht. De bedoelde beoordelingspunten worden op de luchtfoto hieronder aangeduid. Voor alle andere receptoren worden de detailgegevens verstrekt in de originele rapporten die met behulp van het WindPro software systeem werden opgesteld en die steeds op eenvoudige vraag kunnen verstrekt worden.

56 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 56 van 99 Figuur 22 : Luchtfoto van de projectzone met aanduiding van de 10 meest gevoelige slagschaduwreceptoren. Op basis van de elementen, geschetst in de voorgaande punten, wordt hier de concrete situatie van een aantal beoordelingspunten (waarvoor het grootste aantal uren slagschaduw werd berekend) nader toegelicht. 1. SR01 : Stationsweg, 8380 Brugge (woning) Het gaat hier om een woning die zich bevindt op 187 m ten noordoosten van de voorziene inplantingsplaats van WTNew. SR01 : Foto 1 SR01 : Foto 2

57 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 57 van 99 Symbool Woning/ Schaduwuren/jaar Te reduceren uren/jaar Bedrijf Alle 26 WT s Bijdrage WTNew WTNew op jaarbasis SR01 Woning 29:25 23:54 21:25 Volgens de Greenhouse berekening bedraagt het theoretische totaal te verwachten uren slagschaduw (van alle windturbines samen) bijna 29,5 uur op jaarbasis. Het is windturbine WTNew die hoofdzakelijk voor deze slagschaduw verantwoordelijk zal zijn. De meest kritieke periodes voor slagschaduw zijn tussen 5 februari en eind maart, steeds tussen uur en uur. Zodra het zomeruur eind maart zijn intrede doet, zal dit een uurtje later zijn. Ook tussen 12 september en 2 november zal zich slagschaduw kunnen voordoen, tussen uur en uur. Als eind oktober het winteruur teug van kracht is, zal dit een uurtje vroeger zijn. De meeste ramen van deze woning geven uit in de richting van de tuin die aan de achterzijde van de woning gelegen is, en niet in de richting van de windturbine(s). De beleving van de slagschaduw in deze woning zal vermoedelijk dan ook minder intens zijn, dan deze theoretische cijfers aangeven. Uiteraard zullen de gepaste maatregelen genomen worden om de totale hinder voor deze woning te beperken tot maximaal 8 uur op jaarbasis, en ook de grens van maximaal 30 minuten per dag te respecteren. Het spreekt voor zich dat, voor de berekening van 8-urengrens, de (bijkomende) slagschaduw afkomstig van WTNew zal worden toegevoegd aan de reeds bestaande slagschaduw, veroorzaakt door de reeds aanwezige windturbines. 2. SR04 : Stationsweg, 8380 Brugge (woning) Het gaat hier om een woning die zich bevindt ten zuiden van Stationsweg, op 260 m ten westen van de voorziene inplantingsplaats van WTNew.

58 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 58 van 99 SR04 : Foto 1 SR04 : Foto 2 Symbool Woning/ Schaduwuren/jaar Te reduceren uren/jaar Bedrijf Alle 26 WT s Bijdrage WTNew WTNew op jaarbasis SR04 Woning 35:29 24:32 24:32 Volgens de Greenhouse berekening bedraagt het theoretische totaal te verwachten uren slagschaduw (van alle windturbines samen) ruim 35 uur op jaarbasis. Het is windturbine WTNew die voor 24,5 uur van deze 35 uur slagschaduw verantwoordelijk zal zijn. WTNew zal ter hoogte van deze woning slagschaduw kunnen veroorzaken tussen 3 april en 3 juni, en tussen 3 juli en 3 september, steeds tussen uur en uur. Tussen deze woning en windturbine(s) bevinden zich evenwel 2 spoorwegen en de brug (± 13 m hoog) van de autosnelweg A11, alsook heel wat beplanting. Deze elementen zullen ongetwijfeld een belangrijke invloed hebben op de beleving van de slagschaduw in de betreffende woning. Uiteraard zullen de gepaste, project geïntegreerde maatregelen genomen worden om de totale hinder voor deze woning te beperken tot maximaal 8 uur op jaarbasis, en ook de grens van maximaal 30 minuten per dag te respecteren. Het spreekt voor zich dat, voor de berekening van 8-uren-grens, de (bijkomende) slagschaduw afkomstig van WTNew zal worden toegevoegd aan de reeds bestaande slagschaduw, veroorzaakt door de reeds aanwezige windturbines.

59 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 59 van SR05 : Stationsweg, 8380 Brugge (woning) Het gaat hier eveneens om een woning die zich bevindt ten zuiden van Stationsweg, op 291 m ten westen van de voorziene inplantingsplaats van WTNew. SR05 : Foto 1 SR05 : Foto 2 Symbool Woning/ Schaduwuren/jaar Te reduceren uren/jaar Bedrijf Alle 26 WT s Bijdrage WTNew WTNew op jaarbasis SR05 Woning 28:40 18:26 18:26 Volgens de Greenhouse berekening bedraagt het theoretische totaal te verwachten uren slagschaduw (van alle windturbines samen) ruim 28,5 uur op jaarbasis. Het is windturbine WTNew die voor 18,5 uur van deze 28,5 uur slagschaduw verantwoordelijk zal zijn. WTNew zal ter hoogte van deze woning slagschaduw kunnen veroorzaken tussen 5 april en 25 mei, en tussen 15 juli en 3 september, steeds tussen uur en uur. Tussen deze woning en windturbine(s) bevinden zich evenwel 2 spoorwegen en de brug (± 13 m hoog) van de autosnelweg A11, alsook heel wat beplanting. Deze elementen zullen ongetwijfeld een belangrijke invloed hebben op de beleving van de slagschaduw in de betreffende woning. Uiteraard zullen de gepaste, project geïntegreerde maatregelen genomen worden om de totale hinder voor deze woning te beperken tot maximaal 8 uur op jaarbasis, en ook de grens van maximaal 30 minuten per dag te respecteren.

60 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 60 van 99 Het spreekt voor zich dat, voor de berekening van 8-uren-grens, de (bijkomende) slagschaduw afkomstig van WTNew zal worden toegevoegd aan de reeds bestaande slagschaduw, veroorzaakt door de reeds aanwezige windturbines. 4. SR08 : Zeelaan-Kruipuit, 8380 Brugge (woning) Het gaat hier eveneens om een woning die zich bevindt aan de overzijde van de Zeelaan (N31), op 567 m ten westen van de voorziene inplantingsplaats van WTNew. SR08 : Foto 1 SR08 : Foto 2 Symbool Woning/ Schaduwuren/jaar Te reduceren uren/jaar Bedrijf Alle 26 WT s Bijdrage WTNew WTNew op jaarbasis SR08 Woning 16:45 08:27 08:27 Volgens de Greenhouse berekening bedraagt het theoretische totaal te verwachten uren slagschaduw (van alle windturbines samen) 16,75 uur op jaarbasis. Het is windturbine WTNew die voor 8,5 uur hiervan verantwoordelijk zal zijn. WTNew zal ter hoogte van deze woning slagschaduw kunnen veroorzaken tussen 2 mei en 15 juni, en tussen 29 juni en 8 augustus, steeds tussen uur en uur. Tussen deze woning en windturbine(s) bevinden zich evenwel 2 spoorwegen, de brug (± 13 m hoog) van de autosnelweg A11, en de expresweg N31. Deze elementen zullen ongetwijfeld een belangrijke invloed hebben op de beleving van de slagschaduw in de betreffende woning.

61 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 61 van 99 Uiteraard zullen de gepaste, project geïntegreerde maatregelen genomen worden om de totale hinder voor deze woning te beperken tot maximaal 8 uur op jaarbasis, en ook de grens van maximaal 30 minuten per dag te respecteren. Het spreekt voor zich dat, voor de berekening van 8-uren-grens, de (bijkomende) slagschaduw afkomstig van WTNew zal worden toegevoegd aan de reeds bestaande slagschaduw, veroorzaakt door de reeds aanwezige windturbines. 5. SR09 : Zeelaan-Kruipuit, 8380 Brugge (woning) Het gaat hier eveneens om een woning die zich bevindt aan de overzijde van de Zeelaan (N31), op 695 m ten zuidwesten van de voorziene inplantingsplaats van WTNew. SR09 : Foto 1 SR09 : Foto 2 Symbool Woning/ Schaduwuren/jaar Te reduceren uren/jaar Bedrijf Alle 26 WT s Bijdrage WTNew WTNew op jaarbasis SR09 Woning 15:42 07:45 07:42 Volgens de Greenhouse berekening bedraagt het theoretische totaal te verwachten uren slagschaduw (van alle windturbines samen) 15,75 uur op jaarbasis. Het is windturbine WTNew die ongeveer voor de helft van deze slagschaduw verantwoordelijk zal zijn. WTNew zal ter hoogte van deze woning slagschaduw kunnen veroorzaken tussen 12 mei en 31 juli, steeds tussen uur en uur.

62 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 62 van 99 Tussen deze woning en windturbine(s) bevinden zich evenwel 2 spoorwegen, de brug (± 13 m hoog) van de autosnelweg A11, en de expresweg N31, alsook heel wat beplanting. Deze elementen zullen ongetwijfeld een belangrijke invloed hebben op de beleving van de slagschaduw in de betreffende woning. Uiteraard zullen de gepaste, project geïntegreerde maatregelen genomen worden om de totale hinder voor deze woning te beperken tot maximaal 8 uur op jaarbasis, en ook de grens van maximaal 30 minuten per dag te respecteren. Het spreekt voor zich dat, voor de berekening van 8-uren-grens, de (bijkomende) slagschaduw afkomstig van WTNew zal worden toegevoegd aan de reeds bestaande slagschaduw, veroorzaakt door de reeds aanwezige windturbines. 6. SR10 : Stationsweg, 8380 Brugge (woning) Het gaat hier eveneens om een woning die zich bevindt aan de overzijde van de Zeelaan (N31), eveneens op 695 m ten (zuid)westen van de voorziene inplantingsplaats van WTNew. SR10 : Foto 1 SR10 : Foto 2 Symbool Woning/ Schaduwuren/jaar Te reduceren uren/jaar Bedrijf Alle 26 WT s Bijdrage WTNew WTNew op jaarbasis SR10 Woning 08:31 03:03 00:31 Volgens de Greenhouse berekening bedraagt het theoretische totaal te verwachten uren slagschaduw (van alle windturbines samen) 8,5 uur op jaarbasis. WTNew zal voor 3 uur slagschaduw verantwoordelijk zijn.

63 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 63 van 99 WTNew zal ter hoogte van deze woning slagschaduw kunnen veroorzaken tussen 10 april en 30 april en tussen 10 augustus en 31 augustus, steeds tussen uur en uur. Hier wordt voor alle windturbines samen een absoluut minimale overschrijding van de 8-uren-norm voorzien van slechts 31 minuten op jaarbasis. Tussen deze woning en windturbine(s) bevinden zich bovendien 2 spoorwegen, de brug (± 13 m hoog) van de autosnelweg A11, en de expresweg N31. Deze elementen zullen ongetwijfeld een belangrijke invloed hebben op de beleving van de slagschaduw in de betreffende woning. Uiteraard zullen de gepaste, project geïntegreerde maatregelen genomen worden om de totale hinder voor deze woning te beperken tot maximaal 8 uur op jaarbasis, en ook de grens van maximaal 30 minuten per dag te respecteren. Het spreekt voor zich dat, voor de berekening van 8-uren-grens, de (bijkomende) slagschaduw afkomstig van WTNew zal worden toegevoegd aan de reeds bestaande slagschaduw, veroorzaakt door de reeds aanwezige windturbines. 7. SR12 : Stationsweg, 8380 Brugge (woning) Het gaat hier eveneens om een woning die zich bevindt aan de overzijde van de Zeelaan (N31), op 855 m ten (zuid)westen van de voorziene inplantingsplaats van WTNew. SR12 : Foto 1 SR12 : Foto 2

64 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 64 van 99 Symbool Woning/ Schaduwuren/jaar Te reduceren uren/jaar Bedrijf Alle 26 WT s Bijdrage WTNew WTNew op jaarbasis SR12 Woning 08:01 02:38 00:01 Volgens de Greenhouse berekening bedraagt het theoretische totaal te verwachten uren slagschaduw (van alle windturbines samen) 8 uur (en 1 minuut) op jaarbasis. Het is windturbine WTNew die voor ruim 2,5 uur van deze slagschaduw verantwoordelijk zal zijn. WTNew zal ter hoogte van deze woning slagschaduw kunnen veroorzaken tussen 28 april en 15 mei en tussen 28 juli en 15 augustus, steeds tussen uur en uur. Hier wordt voor alle windturbines samen een absoluut minimale overschrijding van de 8-uren-norm voorzien van slechts 1 minuut op jaarbasis. Tussen deze woning en windturbine(s) bevinden zich bovendien 3 spoorlijnen, de brug (± 13 m hoog) van de autosnelweg A11, en de expresweg N31. Deze elementen zullen ongetwijfeld een belangrijke invloed hebben op de beleving van de slagschaduw in de betreffende woning. Uiteraard zullen de gepaste, project geïntegreerde maatregelen genomen worden om de totale hinder voor deze woning te beperken tot maximaal 8 uur op jaarbasis, en ook de grens van maximaal 30 minuten per dag te respecteren. Het spreekt voor zich dat, voor de berekening van 8-uren-grens, de (bijkomende) slagschaduw afkomstig van WTNew zal worden toegevoegd aan de reeds bestaande slagschaduw, veroorzaakt door de reeds aanwezige windturbines. 8. SR14 : Pathoekeweg, 8000 Brugge (woning) Het gaat hier om een woning die zich bevindt op 228 m ten oosten van de voorziene inplantingsplaats van WTNew.

65 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 65 van 99 SR14 : Foto 1 SR14 : Foto 2 Symbool Woning/ Schaduwuren/jaar Te reduceren uren/jaar Bedrijf Alle 26 WT s Bijdrage WTNew WTNew op jaarbasis SR14 Woning 39:19 24:38 24:38 Volgens de Greenhouse berekening bedraagt het theoretische totaal te verwachten uren slagschaduw (van alle windturbines samen) ruim 39 uur op jaarbasis. Het is windturbine WTNew die hoofdzakelijk (24,75 uur) voor deze slagschaduw verantwoordelijk zal zijn. De meest kritieke periodes voor slagschaduw zijn tussen 26 maart en 15 mei, en tussen 25 juli en 15 september, steeds tussen uur en uur. Zolang het winteruur, eind maart, nog van kracht is, zal dit een uurtje vroeger zijn. Uiteraard zullen de gepaste maatregelen genomen worden om de totale hinder voor deze woning te beperken tot maximaal 8 uur op jaarbasis, en ook de grens van maximaal 30 minuten per dag te respecteren. Het spreekt voor zich dat, voor de berekening van 8-urengrens, de (bijkomende) slagschaduw afkomstig van WTNew zal worden toegevoegd aan de reeds bestaande slagschaduw, veroorzaakt door de reeds aanwezige windturbines. 9. SR19 : Ter Bollestraat, 8380 Brugge (woning) Het gaat hier om een woning die zich bevindt op m ten zuidoosten van de voorziene inplantingsplaats van WTNew.

66 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 66 van 99 SR19 : Foto 1 SR19 : Foto 2 Symbool Woning/ Schaduwuren/jaar Te reduceren uren/jaar Bedrijf Alle 26 WT s Bijdrage WTNew WTNew op jaarbasis SR19 Woning 26:57 01:21 01:21 Volgens de Greenhouse berekening bedraagt het theoretische totaal te verwachten uren slagschaduw (van alle windturbines samen) bijna 27 uur op jaarbasis. WTNew zal slechts voor een miniem deel (1 uur en 21 minuten op jaarbasis) van deze slagschaduw verantwoordelijk zal zijn. WTNew zal verantwoordelijk zijn voor mogelijke periodes van slagschaduw tussen 25 april en 7 mei, en tussen 1 augustus en 15 augustus, steeds tussen uur en uur. Gezien de ruime afstand tussen de windturbine en de woning zal de waargenomen slagschaduw vrij diffuus zijn. De verwachte periodes van slagschaduw bedragen overigens slechts 1 uur en 21 minuten op jaarbasis. Uiteraard zullen de gepaste maatregelen genomen worden om de totale hinder voor deze woning te beperken tot maximaal 8 uur op jaarbasis, en ook de grens van maximaal 30 minuten per dag te respecteren. Het spreekt voor zich dat, voor de berekening van 8-urengrens, de (bijkomende) slagschaduw afkomstig van WTNew zal worden toegevoegd aan de reeds bestaande slagschaduw, veroorzaakt door de reeds aanwezige windturbines.

67 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 67 van SR20 : Watergang, 8380 Brugge (woning) Het gaat hier om een woning die zich bevindt op m ten zuidoosten van de voorziene inplantingsplaats van WTNew. SR20 : Foto 1 SR20 : Foto 2 Symbool Woning/ Schaduwuren/jaar Te reduceren uren/jaar Bedrijf Alle 26 WT s Bijdrage WTNew WTNew op jaarbasis SR20 Woning 16:16 01:12 01:12 Volgens de Greenhouse berekening bedraagt het theoretische totaal te verwachten uren slagschaduw (van alle windturbines samen) bijna 16,25 uur op jaarbasis. Ook hier zal WTNew slechts voor een miniem deel (1 uur en 12 minuten op jaarbasis) van deze slagschaduw verantwoordelijk zal zijn. WTNew zal verantwoordelijk zijn voor mogelijke periodes van slagschaduw tussen 13 april en 27 april, en tussen 16 augustus en 31 augustus, steeds tussen uur en uur. Gezien de ruime afstand tussen de windturbine en de woning zal de waargenomen slagschaduw vrij diffuus zijn. De verwachte periodes van slagschaduw, veroorzaakt door WTNew, bedragen overigens slechts 1 uur en 12 minuten op jaarbasis. Uiteraard zullen de gepaste maatregelen genomen worden om de totale hinder voor deze woning te beperken tot maximaal 8 uur op jaarbasis, en ook de grens van maximaal 30 minuten per dag te respecteren. Het spreekt voor zich dat, voor de berekening van 8-uren-

68 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 68 van 99 grens, de (bijkomende) slagschaduw afkomstig van WTNew zal worden toegevoegd aan de reeds bestaande slagschaduw, veroorzaakt door de reeds aanwezige windturbines Maatregelen Om de overschrijdingen van de toegestane hinder op het vlak van slagschaduw weg te werken zal als volgt tewerk gegaan worden : Bepalen van de slagschaduwgevoelige objecten Binnen de slagschaduwcontour van 4 uur/jaar en 30 minuten/dag worden de relevante slagschaduwgevoelige objecten vastgelegd op basis van de slagschaduwstudie opgesteld op basis van WindPro-berekeningen Modellering van de werkelijke situatie De relevante slagschaduwgevoelige objecten worden gedetailleerd beschreven (exacte locatie, oriëntatie en grootte van de ramen en licht doorlatende vlakken). Bepaalde relevante slagschaduwgevoelige objecten kunnen volledig of deels afgeschermd worden door andere objecten zoals hagen, bomen of gebouwen. In het gedetailleerde simulatiemodel worden deze objecten eveneens in rekening genomen Opstellen van slagschaduwkalenders Per relevant slagschaduwgevoelig object wordt een gedetailleerde slagschaduwkalender opgesteld die per dag het maximum aantal minuten slagschaduw aangeeft zowel voor het volledige windturbinepark als voor elke afzonderlijke windturbine. Op basis hiervan wordt een grafiek opgemaakt Preventieve maatregelen Het is mogelijk om door middel van relatief eenvoudige ingrepen de hoeveelheid slagschaduw te beperken : - Het plaatsen van zonwering aan de zijde van de gebouwen waar gedurende langere periodes slaschaduw kan voorkomen. - Het plaatsen van coating op de ramen aan de zijde van de gebouwen waar gedurende langere periodes slagschaduw kan voorkomen. - Het aanleggen van beplanting rond de gebouwen die de hinder grotendeels kan wegnemen Technische maatregelen Elke windturbine beschikt over een lichtsensor en kan op basis van de hieruit bekomen informatie, én op basis van de berekende reducties op een vrij eenvoudige manier afgeregeld worden in functie van de mogelijke voorziene ogenblikken waarop slagschaduw kan veroorzaakt

69 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 69 van 99 worden. Op die manier zal de windturbine op de meest kritieke ogenblikken automatisch in de stilstand-modus geplaatst worden (in een vooraf bepaalde positie, die elke hinder voor de omgeving op die tijdstippen wegneemt). Vanaf 2015 is bovendien het nieuw ontwikkelde NorthTec systeem beschikbaar. Dit is een geavanceerd centraal shadow management systeem dat in 1 van de windturbines wordt geïnstalleerd. Het systeem bevat een zonnestraalsensor die op deze windturbine wordt gemonteerd. Verder wordt in het systeem de GPS positie van elk slagschaduwgevoelig object gedefinieerd met de afmetingen van de ramen en oriëntatie etc... evenals de positie van alle windturbines. Het systeem controleert dan continu op basis van datum en tijd welk slagschaduwgevoelig object op dat ogenblik hinder kan ondergaan en door welke windturbine dit wordt veroorzaakt. Indien er mogelijke hinder is, wordt dan de betreffende windturbine uitgeschakeld. Voordelen van dit systeem zijn: Er kan rekening gehouden worden met de Vlarem eisen van max 8 uur per jaar en max 30 min/dag. De voorafgaandelijke programmatie laat een optimale werking toe. Directe rapportering conform Vlarem eisen is mogelijk. Een centraal systeem volstaat voor een volledig windpark. Het systeem houdt rekening met de windrichting (en dus de positie van de wieken van elke windturbine). Met dit NorthTec systeem (2015) wordt het dus mogelijk om met 1 management systeem alle windturbines aan te sturen, en zo tot een geïntegreerd beheer te komen op vlak van slagschaduw, waardoor alle cumulatieve effecten automatisch kunnen opgevangen worden. Elke object ondergaat dan maximaal 8 uur (cumulatieve) slagschaduw en max 30 min/dag. Voor dit concrete project zal het centraal shadow management systeem NorthTec dat op WTNew zal geplaatst worden, continu op basis van datum en tijd controleren welk slagschaduwgevoelig object op welk ogenblik hinder kan ondergaan en door welke windturbine dit wordt veroorzaakt. Indien er mogelijke hinder kan zijn, veroorzaakt door WTNew wordt de windturbine uitgeschakeld, ook indien de cumulatieve hinder ter hoogte van dit beoordelingspunt de decretaal bepaalde norm op jaarbasis (nog) niet bereikt heeft. Enkel voor de eventuele slagschaduwgevoelige objecten waarvoor de impact van enige andere windturbine uitgesloten is, zal de uitschakeling van de windturbine slechts gebeuren zodra het aantal uren slagschaduw het niveau van de decretaal bepaalde norm bereikt heeft. In casu werden in de studie geen dergelijke beoordelingspunten weerhouden. Met dit systeem, en, op basis van de geschetste uitgangspunten is het dus mogelijk om alle cumulatieve effecten, veroorzaakt door WTNew automatisch en met zekerheid, preventief op te vangen.

70 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 70 van Slagschaduw op de omgeving Besluit Uit de slagschaduwstudie blijkt dat bij berekening van het cumulatieve effect van de nieuw te plaatsen turbine samen met de reeds bestaande turbines, de decretaal bepaalde norm voor slagschaduw bij enkele woningen theoretisch overschreden wordt. Mits het nemen van de juiste maatregelen (aangepaste zonnewering, coating op ramen), of het integreren van de juiste afstelling van de machines (stilstandregeling van de wieken) zal het aantal uren slagschaduw binnen de decretaal bepaalde normen blijven. De windturbine wordt in elk geval uitgerust met een automatische stilstandmodule. Er wordt hierbij nogmaals bevestigd dat de nodige preventieve maatregelen die W-Kracht dient te nemen, als project geïntegreerde maatregelen dienen te worden beschouwd om de hinder onder de vooropgestelde norm te houden. Deze maatregelen (zie hierover meer in het punt supra) maken integraal deel uit van het project en dienen dus als dusdanig te worden beschouwd. Als besluit kan men stellen dat de hinder door slagschaduw van de voorgestelde turbine, samen met de operationele turbines, mits juiste instellingen van de machine, in elk geval zal beantwoorden aan de decretaal vooropgestelde slagschaduwnormen.

71 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 71 van VEILIGHEID Algemene veiligheidsaspecten De geselecteerde turbine zal voldoende gecertificeerd zijn voor het windklimaat van de regio. De windturbine is door onafhankelijke keuringsinstellingen, zoals DNV (Det Norske Veritas) of Germanischer Lloyd, voldoende gecertificeerd voor het windklimaat in de projectzone. In de vooropgestelde normen worden eisen gesteld aan de materialen voor wat betreft vermoeiing, corrosie, verbindingstechnieken, etc om de levensduur te waarborgen. De veiligheidssystemen zijn zodanig ontworpen dat de windturbines onder alle weercondities veilig gebruikt kunnen worden. De werking van de veiligheidssystemen wordt periodiek gecontroleerd. Verder worden er eisen gesteld aan het elektrische systeem, arbeidsveiligheid en onderhoudsprocedures om de veiligheid van de windturbines gedurende hun levensduur te waarborgen. Het onderhoudsprogramma wordt vastgelegd in logboeken. Naast eigen controles wordt met de turbineleverancier of een gespecialiseerde onderhoudsfirma een langdurig onderhouds-en garantiecontract aangegaan, om een correcte naleving van het onderhoudsprogramma te waarborgen. De windturbines zullen uitgerust worden met een ijsdetectiesysteem en bliksembeveiliging. Het ijsdetectiesysteem dient ervoor te zorgen dat, bij ijsvorming tijdens het in bedrijf zijn van de turbines, de windturbines zullen stilgelegd worden. Vooraleer de windturbines terug opgestart worden dient ter plaatse gecontroleerd te worden of alle stukken ijs van de bladen verwijderd zijn Toetsing aan richtlijnen voor persoonsgebonden risico s Het risico dat windturbines kunnen opleveren voor hun omgeving wordt bepaald door een aantal mogelijke ongevalscenario s, waaronder structurele faling (mastbreuk), het naar beneden vallen van onderdelen (incl. ijs) en bladbreuk. Sinds december 2006 stelt de Vlaamse Overheid een richtlijn ter beschikking, waarin een methodologie beschreven wordt die toelaat deze ongevalscenario s kwantitatief te beoordelen, en te toetsen aan de gangbare veiligheidsvoorwaarden. Deze berekening gebeurt op basis van de karakteristieken de voorziene windturbine. In overeenstemming met deze richtlijn dienen de volgende persoonsgebonden directe en indirecte risico s beschouwd te worden: Directe risico s: het direct tot slachtoffers leiden door falen van de windturbine. Directe risico s ontstaan doordat een persoon rechtstreeks wordt getroffen door een onderdeel van een windturbine. Directe risico s kunnen opgedeeld worden in plaatsgebonden risico s en groepsrisico s:

72 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 72 van 99 o Het plaatsgebonden risico (PR) is de kans per jaar dat een persoon komt te overlijden door een ongeval binnen een inrichting, indien hij zich permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. o Groepsrisico is de kans dat in één keer een groep personen slachtoffer is van eenzelfde ongeval. Dit risico is afhankelijk van de aanwezige populatie bij de turbine op hetzelfde moment. De Vlaamse richtlijn schrijft voor dat indien binnen de effectafstand voor mastbreuk gebouwen of activiteiten zijn waar meer dan 10 personen tegelijk aanwezig zijn, het groepsrisico door een erkend VR-deskundige dient bepaald te worden in een kwantitatieve veiligheidsstudie. Indirecte risico s (domino-effecten): het indirect tot slachtoffers leiden door falen van de windturbine. Indirecte risico s ontstaan doordat een nabijgelegen object wordt getroffen dat op zijn beurt weer een risico voor de omgeving veroorzaakt. Met betrekking tot de indirecte risico s dient volgens de Vlaamse richtlijn enkel de impact van de windturbine op Seveso-plichtige activiteiten bestudeerd te worden Evaluatie directe risico's Direct, plaatsgebonden risico De geldende veiligheidscontouren voor de directe, plaatsgebonden risico s werden berekend voor het voorziene windturbinetype dat volgens de sitekarakteristieken in aanmerking werd genomen voor dit project. De bepalende factoren voor het directe plaatsgebonden risico zijn voornamelijk de combinatie van de masthoogte, de rotordiameter en het nominaal toerental. Tabel 14 : Risicocontouren voor plaatsgebonden directe risico s Kenmerken van de windturbine Maximale tiphoogte [m] 120,5 Maximale rotordiameter [m] 71 Nominaal toerental 20,0 Maximale risicocontouren Berekende contour [in m] Externe personen (10-05/jaar contour) [m] 40 Woonfunctie (10-06/jaar contour) [m] 170 Kwetsbare locaties (10-07/jaar contour) [m] 170 Binnen de grens van de inrichting dient het risico voor externe personen die permanent aanwezig zijn dus lager te zijn dan 10-5/jaar. De grootste risicocontour voor deze voorwaarde geeft hier een afstand van ongeveer 40 m. Gezien de turbine niet geëxploiteerd wordt door de eigenaars van de terreinen waarop ze gesitueerd zijn, overschrijdt de 10-5-contour steeds de grens van de inrichting (windturbine). Uit de Studie Windturbines en Veiligheid van SGS [8], uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Overheid, blijkt dat een overschrijding van de 10-5-contour aanvaardbaar geacht wordt, indien

73 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 73 van 99 een veiligheidsinformatieplan opgesteld wordt met de eigenaar van de terreinen tot waar de 10-5-contour reikt. Een dergelijk plan zal worden opgemaakt met de terreineigenaars van de percelen binnen deze veiligheidscontour. Tevens dient een afstand van 170 m gehouden te worden van gebieden met woonfunctie. In de eerder vermelde studie van SGS worden gebieden met woonfunctie omschreven als 1. woonzones zo aangeduid op het gewestplan of 2. groepen van minstens 5 bestaande [vergunde, zonevreemde] wooneenheden die een ruimtelijk aaneengesloten geheel vormen. Aan deze eis wordt hier voldaan: de turbines houden ruimschoots voldoende afstand van de eerste groepen van woningen / woonzones in de omgeving. Een derde risicocontour wordt bepaald door de eis van een risico van minder dan 10-7/jaar voor gebieden met kwetsbare locaties, bvb ziekenhuizen, scholen, etc. De worst case contour wordt hier bepaald op 170 m. Binnen deze straal liggen er geen kwetsbare gebieden. De directe, plaatsgebonden risico s voldoen aan de eisen gesteld door de omzendbrief [1] Direct groepsrisico Wat het groepsrisico betreft maakt de aanwezigheid van de nabijgelegen autosnelweg en spoorlijnen een kwantitatieve veiligheidsstudie door een veiligheidsdeskundige noodzakelijk. In bijlage 4 bij de huidige nota bevindt zich de uitgebreide veiligheidsstudie WINDTURBINEPROJECT TE BRUGGE A11 - IMPACT OP HET GROEPSRISICO (Projectnummer V1), die voor het project werd opgemaakt door Wouter De Clerck (SGS), Erkend VR-Deskundige van SGS Evaluatie indirecte risico s Met behulp van het KLIP-portaal werden plannen aangevraagd van ondergrondse leidingen. De plannen tonen dat er in de nabije omgeving van de projectsite (binnen een straal van ruim 100 m) geen leidingen aanwezig zijn. De dichtstbij gelegen ondergrondse installaties zijn leidingen van Fluxys, enerzijds met een diameter van 1200 mm (84 bar) en anderzijds met een diameter van 250 mm (14,7 bar) die op een afstand van respectievelijk ca. 340 meter en ca. 270 meter van de windturbine gelegen zijn. Wat het mogelijk risico voor deze ondergrondse leidingen betreft werd een kwantitatieve veiligheidsstudie uitgevoerd door een veiligheidsdeskundige. In bijlage 5 bij de huidige nota bevindt zich de uitgebreide veiligheidsstudie IMPACT WINDTURBINEPROJECT OP ONDERGRONDSE LEIDINGEN - BRUGGE A11 (Projectnummer V1.0), die voor het project werd opgemaakt door Wouter De Clerck (SGS), Erkend VR-Deskundige van SGS.

74 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 74 van 99 De indirecte risico s hebben ook betrekking op naburige Seveso-activiteiten. Een diepgaander onderzoek is alleen nodig als de windturbine op minder dan 170 m geplaatst wordt van Sevesoinstallaties. Het dichtstbijzijnde Seveso-bedrijf, toebehorend aan Umicore Speciality Materials Brugge, bevindt zich op ongeveer 600 m van de site en is zodus voldoende ver verwijderd. Ook de indirecte risico s voldoen aldus aan de voorwaarden van de studie Windturbines en Veiligheid [8] en van de omzendbrief [1].

75 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 75 van NATUURTOETS PASSENDE BEOORDELING Windturbines kunnen zowel op de fauna als op de flora een impact hebben. De voorgestelde locatie werd getoetst aan volgende beoordelingselementen: Natura richtlijnen: combinatie van de Europese Richtlijnen 92/43/EEG (Habitatrichtlijn) en 79/409/EEG (Vogelrichtlijn) VEN en IVON-gebieden: Vlaams Ecologisch Netwerk-gebieden (VEN) en Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk (IVON) Gebieden (bestaande uit natuurverwervingsgebieden (NVWG) en natuurverbindingsgebieden) Andere gebieden met ecologische waarde. Aangezien windturbines vooral een impact hebben op de vogelpopulatie, werd de site ook getoetst aan de Risicoatlas voor vogels en vleermuizen, een beleidsondersteunende atlas, opgesteld door het Instituut voor Natuurbehoud, waarin de voor vogels en vleermuizen meest gevoelige gebieden ten aanzien van de inplanting van windturbines zijn geïnventariseerd op basis van speciale beschermingsgebieden, zoals bijvoorbeeld vogelrichtlijngebieden, broed- en pleistergebieden en trekroutes. De invloeden van de windturbines op fauna en flora worden uitvoerig beschreven in de Passende Beoordeling Inplanting van een windturbine - Brugge A11 (JVS ), opgesteld door de heer Jan Verstraeten, Erkend Deskundige Fauna en Flora. In de passende beoordeling komt de heer Jan Verstraeten tot de volgende conclusie : De windturbine wordt ingepland buiten de afbakening van SBZ, waardoor er geen rechtstreeks verlies van habitat (ruimtebeslag) in de SBZ zal optreden. Hetzelfde is van toepassing voor het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). De voorziene inplantingsplaats van de windturbine bevindt zich buiten de afbakening van het VEN. De afstand van de windturbine tot de SBZ-H bedraagt ca. 500 m. De invloedssfeer van geluid, licht en menselijke aanwezigheid overlapt tijdens de aanlegfase niet met de SBZ-H. De tijdelijke effecten (ca. 3 maanden) van geluidsoverlast zijn zeer beperkt en worden als niet significant beschouwd. Wegens de grote afstand (ca. 1,2 km) zullen de effecten van geluid, licht en menselijke aanwezigheid geen significante invloeden hebben in de SBZ-V. De bronbemaling voor de aanleg van de fundering voor de windturbine zal geen grondwaterstandsdaling in de SBZ-H veroorzaken. De invloedssfeer beperkt zich tot enkele tientallen meter omdat de put relatief ondiep is en de aanwezige kleilaag een lage permeabiliteit heeft. Er zijn geen negatieve effecten te verwachten voor de Kamsalamander. Deze soort wordt niet gemeld voor de omgeving van het projectsite. De inplantingsplaats van de windturbine bevindt zich in een ruimere omgeving met ambachtelijke en industriële constructies. De openheid van het landschap wordt door de turbines wel aangetast,

76 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 76 van 99 doch niet betekenisvol. In de omgeving van de nieuwe inplantingsplaats zijn reeds meerdere windturbines aanwezig. De inplantingsplaats van de windturbine is op een te grote afstand gelegen (ca. 1,5 km) om een significante invloed te hebben op het broedvogelbestand in de SBZ-V. Op enige afstand van de inplantingsplaats bevindt zich een pleisterplaats van regionaal belang voor ganzen, eenden en steltlopers. De realisatie van de windturbine kan het aantal aanvaringen in de winterperiode vergroten. Het aantal aanvaringen wordt echter eerder gering ingeschat en zal geen significante effecten hebben op de plaatselijke populaties. De afstand van de windturbine tot belangrijke pleisterplaatsen (van nationaal en internationaal belang) in de SBZ-V zijn relatief groot en overstijgen de voorgestelde bufferafstanden voor windturbines. Wij nemen bijgevolg aan dat de windturbine geen significante verstoring op de pleisterende vogels zal veroorzaken. De traditionele foerageer en rustplekken (in SBZ-H en in Zeebrugge) liggen op grote afstand, waardoor overtrekkende vogels (ganzen, eenden, meeuwen) op grotere hoogte overtrekken. Aanvaringsslachtoffers zullen er altijd zijn, doch deze zullen minimaal zijn en geen significante invloed hebben op de aanwezige populaties. De Meervleermuis is een beschermde soort die laag over de oppervlakte van kanalen en meren vliegt. De lage vliegwijze van de soort voorkomt dat er veel slachtoffers door aanvaring met de windturbine zullen vallen. Onder de overige vleermuizen zijn vooral de Rosse vleermuis, Ruige dwergvleermuis, Tweekleurige vleermuis en Bosvleermuis belangrijk omdat deze op hogere hoogte kunnen vliegen. Deze soorten komen waarschijnlijk niet voor in de omgeving van de projectsite. Er worden bijgevolg geen negatieve effecten verwacht op deze vleermuissoorten. Dit wordt ook bevestigd door onderzoek in de nabij gelegen windmolenparken waar tijdens het vogelonderzoek geen slachtoffers werden aangetroffen. Het hoofddoel van de Europese richtlijnen is het behoud van de biologische diversiteit. Elke Lidstaat dient bijgevolg voorzorgsmaatregelen in acht te nemen om significante achteruitgang en verstoring in de speciale beschermingszones te vermijden. Activiteiten in habitat- en vogelrichtlijngebieden blijven echter mogelijk op voorwaarde dat het einddoel met name het waarborgen van de handhaving en het herstel van natuurlijke habitattypen en soorten van communautair belang, niet geschaad wordt. Samenvattend kunnen we dan ook stellen: Ten aanzien van de SBZ: De realisatie van één bijkomende windturbine zal geen significant negatieve effecten tot gevolg hebben voor de beschermde habitats en soorten van de SBZ. De bouw en de exploitatie van de windturbine zal geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de SBZ veroorzaken (conform Artikel 36bis van het natuurdecreet).

77 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 77 van 99 Ten aanzien van het VEN: De aanleg en exploitatie van de windturbine zal geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN toebrengen (Natuurdecreet Art. 26bis). Standstill- en voorzorgsprincipe De windturbine zal geen vermijdbare schade of vernietiging van waardevolle fauna en flora in de omgeving teweegbrengen. Het project wordt gerealiseerd in een industrieterrein op korte afstand van de A11. De artikels 14 en 16 van het Natuurdecreet zullen gerespecteerd worden. De volledige versie van dit rapport bevindt zich in bijlage nr. 4 bij de huidige nota (Projectnummer JVS ).

78 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 78 van WATERTOEST De watertoets geeft uitvoering aan de principes van de integratie van integraal waterbeleid bij de vergunningverlening. Telkens wanneer er een beslissing wordt genomen op andere beleidsterreinen van het Vlaamse Gewest en van de overige besturen, dient er op basis van dit artikel (de watertoets vormt een onderdeel van het decreet op het integraal waterbeheer) rekening gehouden te worden met het integrale waterbeleid. De betrokken overheid moet dan als het ware het dossier aan een watertoets onderwerpen vooraleer een beslissing te kunnen nemen. De overheden dienen bij het verlenen van een vergunning telkens te onderzoeken of de betrokken activiteit een schadelijk effect kan doen ontstaan dat vermijdbaar is. Het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering ( , BS ), regelt de methodiek voor de uitvoering van de watertoets. De richtlijnen voor de watertoets staan in relatie tot een aantal watertoetskaarten Overstromingsgevoelige gebieden In het kader van de watertoets is een recente kaart aangemaakt (2014) die de overstromingsgevoelige gebieden tot op perceelsniveau weergeeft voor het gehele Vlaams Gewest. De kaart bevat de effectief overstromingsgevoelige gebieden en de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden. De potentiële overstromingsgevoelige gebieden zijn samengesteld uit de van nature overstroombare gebieden (NOG, exclusief colluvia), de potentiële overstromingsgebieden (POG) en de mijnverzakkingsgebieden (MVG), doch die buiten de effectief overstromingsgevoelige gebieden vallen. Figuur 23: Overstromingsgevoelig gebied in de omgeving van het voorziene projectgebied (2017).

79 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 79 van 99 De windturbine situeert zich niet in overstromingsgebied, maar wel op een afstand van ongeveer 700m van het gebied dat gevoelig is voor overstromingen Waterlopen De Vlaamse Hydrografische Atlas, afgekort VHA, is een geografisch informatiesysteem rond het oppervlaktewater in Vlaanderen. Hij beschrijft de toestand van de waterlopen en de wijze waarop ze beheerd worden. Het plangebied behoort tot het deelbekken Outlandpolder Blankenberge en het bekken Bekken Brugse polders. Het gebied behoort tot de VHA-zone Lissewege Vaart (code 060). Figuur 24: VHA-waterlopen in de omgeving van het projectgebied De belangrijkste VHA-waterlopen in de omgeving van de voorziene inplantingsplaats voor de windturbine zijn: (1) Kanaal Bruggge Zeebrugge (VHA-code : 30); (2) Lisseweegsevaart (VHA-code : 32203); (3) Zijdelingse Vaart (Westkant) (VHA-code : 2411); Infiltratiegevoelige bodems De kaart met de infiltratiegevoelige bodems werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er relatief gemakkelijk hemelwater kan infiltreren naar de ondergrond. Infiltratie van hemelwater naar het grondwater is belangrijk omdat daardoor de oppervlakkige afstroming en dus ook de kans op wateroverlast afneemt.

80 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 80 van 99 De kaart met infiltratiegevoelige bodems geeft twee types gebieden aan: de gebieden met infiltratiegevoelige bodems en de gebieden met niet infiltratiegevoelige bodems. Uit de figuur blijkt dat de inplantingsplaats voor de windturbine niet voorzien is in infiltratiegevoelige bodems. Watertoets - Infiltratiegevoelige bodems Figuur 25: Infiltratiegevoelige gebieden in de omgeving van het projectgebied Grondwaterstromingsgevoelige gebieden De kaart met de gebieden die gevoelig zijn voor grondwaterstroming werd opgemaakt om te kunnen nagaan in welke gebieden er minder of meer aandacht moet uitgaan naar de effecten van ingrepen op de grondwaterstroming. Met grondwaterstroming wordt vooral de laterale beweging van grondwater doorheen de ondergrond en de toestroming door kwel bedoeld. Voor de watertoets, die onder meer van belang is voor het evalueren van geplande bouwwerken, gaat de aandacht in de eerste plaats uit naar de ondiepe grondwaterstroming. Deze stroming kan worden beïnvloed of verstoord door ondergrondse constructies. De ondergrond van het plangebied wordt door de watertoetskaart grondwatergevoelige bodems aangeduid als zeer gevoelig voor grondwaterstromingen. Het plangebied maakt deel uit van de brede zone langs de kust die als zeer gevoelig wordt getypeerd Winterbedkaart Doel van de winterbedkaart is het aanduiden van de gebieden waar veranderingen van bodemgebruik aanleiding kunnen geven tot een gewijzigd afvoergedrag in geval van overstroming van het gebied.

81 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 81 van 99 Omdat dergelijke veranderingen in peilen en stroomsnelheden maar relevant zijn voor relatief omvangrijke overstromingsgebieden, werd de winterbedkaart beperkt tot de gebieden die onderhevig zijn aan overstromingen vanuit de bevaarbare waterlopen. Binnen de omgeving van het projectgebied komt geen kartering voor van de winterbedkaart Hellingenkaart De hellingenkaart van Vlaanderen ten behoeve van de watertoets geeft de hellingsgraad weer voor het Vlaamse grondgebied. Deze kaart werd opgemaakt in functie van het determineren van steile of sterke hellingen, omdat deze hellingen aanleiding kunnen geven voor exces afvloeiend hemelwater, die de overstromingsgevoeligheid van een gebied kunnen beïnvloeden. De hellingenkaart toont aan dat in de omgeving van het plangebied zowel een spoorwegberm als de brug van de nieuw aangelegde autosnelweg A11 aanwezig zijn. Er wordt vanuit gegaan dat mogelijke problemen met de afvloeiing van hemelwater (minstens grotendeels) door de respectieve afwateringssystemen van de spoorweg en de autosnelweg werden opgevangen. Watertoets - Hellingenkaart Figuur 26: Hellingkaart

82 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 82 van Erosiegevoelige gebieden De erosiegevoeligheidskaart ten behoeve van de watertoets werd opgemaakt om de gevolgen van belangrijke wijzigingen in grondgebruik te kunnen inschatten. Dergelijke wijzigingen kunnen immers mogelijk aanleiding geven tot versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en tot de afspoeling van bodemdeeltjes. Ter hoogte van de inplantingsplaats voor de windturbine is een gebied dat gevoelig is voor erosie. Dit heeft te maken met de spoorwegberm en de brug van de nieuwe autosnelweg A11 in de omgeving van de projectsite. Er wordt vanuit gegaan dat de mogelijk versnelde afstroming van oppervlaktewater van hellingen en de afspoeling van bodemdeeltjes (minstens grotendeels) door de respectieve afwateringssystemen van de spoorweg en de autosnelweg werden opgevangen. Watertoets - Erosiegevoelige gebieden Figuur 27: Erosiegevoelige gebieden in de omgeving Conclusie van de watertoets De watertoets brengt voor het windturbineproject geen significante problemen met zich mee inzake potentiele wateroverlast. Door het vooropgestelde programma te realiseren wordt slechts een kleine oppervlakte verhard voor de aanleg van de fundering van de windturbine. Het water kan langs de zijkanten van de fundering via de bodem in het grondwater infiltreren.

83 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 83 van AFTOETSING VAN DE MER-PLICHT Het betreft een project van 1 windturbine met een vermogen van 2,3 MW, die deel zal uitmaken van een cluster met acht inplantingen. Worden de bestaande windturbines langs het Boudewijnkanaal (11 windturbines), aan B-Park (2 windturbines), langs de Patentestraat (3 windturbines) en langs de expresweg N31 (2 windtirbines) hieraan toegevoegd, zal het totale aantal windturbines stijgen van 25 (huidige situatie) naar 26 (toestand na realisatie van de bijkomende windturbine WTNew, voorwerp van de huidige lokalisatienota). In eerste fase moet bekeken worden of de aanvraag vigeert op de lijst van bijlage I van het project-mer besluit van 10 december Dit is niet het geval, dus het project is niet van rechtswege MER-plichtig. In tweede fase moet bekeken worden of het project staat op de lijst van bijlage II bij het project- MER besluit. Op deze lijst staan in rubriek 3 i) installaties voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie voor zover de activiteit betrekking heeft: (1) op 20 windturbines of meer, of (2) op 4 windturbines of meer, die een aanzienlijke invloed hebben of kunnen hebben op een bijzonder beschermd gebied. Het huidige project valt onder de hypothese (1). In combinatie hiermee valt het project ook onder toepassing van rubriek 13 b) van het MERbesluit van 2004 (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage) : Wijziging of uitbreiding van projecten van bijlage I, II of III, waarvoor reeds een vergunning is afgegeven, die zijn of worden uitgevoerd, wanneer die wijziging of uitbreiding aanleiding geeft tot een overschrijding van de in bijlage II genoemde drempelwaarden (niet in bijlage I of in rubriek 13. a) van bijlage II opgenomen wijziging of uitbreiding). Van deze overschrijding van de drempelwaarde is sprake ofwel als de drempelwaarde van bijlage II voor het eerst wordt overschreden door het samenvoegen van de reeds vergunde en de nog te vergunnen activiteiten (= project) ofwel als de verschillende uitbreidingen samen, sinds de laatst verleende ontheffing of goedgekeurd MER (voor zover deze bestaan), groter zijn dan de drempelwaarde van bijlage II. Hier dient evenwel rekening gehouden te worden met het feit dat de 2 laatstgenoemde windturbines, gelegen aan B-Park, voorwerp uitmaakten van een ontheffing tot opstellen van een MER op basis van de ontheffingsbeslissing van de Dienst Milieueffectrapportagebeheer van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid d.d. 12 december Deze ontheffingsbeslissing is gekend onder het dossiernummer PR2136 GK. Een afschrift van dit ontheffingsbesluit wordt als bijlage 5 aan de huidige. Hierdoor zal de windturbine, voorwerp van de huidige nota, bijgevolg het aantal operationele en vergunde windturbines in het projectgebied doen toenemen van 23 naar 24 (indien de 2 nog aan

84 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 84 van 99 te vragen windturbines langs de expresweg N31, worden meegerekend, zal dit een verhoging betekenen van 25 naar 26) LUCHTVAART In juni 2006 verscheen de circulaire CIR-GDF 03 CIRCULAIRE BEBAKENING HINDERNISSEN [9]. Deze circulaire bepaalt de toepassing en de procedure voor de adviesverlening met betrekking tot luchtvaart. Deze circulaire gaat uit van een indeling van het Belgisch grondgebied in verschillende categorieën. Voor elke categorie zijn er verschillende voorschriften van toepassing voor de objecten, o.m. met betrekking tot maximale bouwhoogte en bebakening van objecten. De projectzone ligt niet binnen een CTR-zone, en er zijn ook geen belangrijke radars of straalpaden nabij. Ook recreatieve of kleinere luchthavens zijn op voldoende afstand gelegen. De dichtstbijzijnde luchthaven is die van Oostende, gelegen op 22 km van de projectsite. Uit een eerder advies van de FOD Mobiliteit blijkt dat gevraagd wordt zowel dag- als nachtbebakening te voorzien INFRASTRUCTUUR Openbare wegen De windturbine draait niet met de wieken over openbare wegen. Er werd bovendien een voldoende grote bufferafstand tot snelwegen en gewestwegen gehouden Spoorweg De windturbine draait niet met de wieken over spoorwegen. De dichtstbij gelegen spoorweg (spoorlijn Brugge-Zeebrugge) ligt op ruim 100 m van de voorziene inplanting.

85 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 85 van Hoogspanning Er ligt geen bovengrondse hoogspanningslijn binnen een straal van 1,5 maal de rotordiameter van de windturbine (hier 106,5m). De afstand ligt bovendien boven 3,5 maal de rotordiameter (hier 248,5m). De kabels van de bovengrondse hoogspanningslijnen kunnen bijgevolg niet beïnvloed worden. De afstand blijft in elk geval binnen de normen die Elia vooropstelt zodat ook hier geen problemen kunnen verwacht worden. Wat de ondergrondse hoogspannings-, signalisatiekabels en optische vezels betreft wordt vastgesteld dat deze geen Seveso-producten bevatten en bijgevolg op het vlak van veiligheid ook geen enkele implicatie hebben voor het huidige project Radar Er bevinden zich geen radars in de nabijheid van de turbine.

86 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 86 van NETKOPPELING De windturbine wordt aangesloten op het elektriciteitsnetwerk via een ondergrondse middenspanningskabel. Hiertoe zal een netkoppelingsstudie uitgevoerd worden DATA AANSLUITING Om de windturbine permanent te kunnen opvolgen zal zij aangesloten worden op het telecomnet. Op deze wijze kan bij eventuele storing onmiddellijk worden ingegrepen.

87 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 87 van VISUALISATIE & FOTOSIMULATIE De ingreep op het landschap kan op voorhand in beeld gebracht worden door middel van visualisaties, ter ondersteuning van de besluitvorming. Er werden foto s genomen op enkele locaties rondom de projectsite. Enkel die locaties die voor het project relevant werden geacht, werden weerhouden om hiervan tevens een simulatie te maken met de nieuw in te planten windturbines. Op de volgende kaart zijn de locaties vanwaar de foto's voor de visualisaties genomen zijn, weergegeven. Figuur 28: Locaties vanwaar de foto s voor de simulaties van het project werden genomen In de onderstaande tabel zijn de exacte Lambert 72-coördinaten weergegeven van de cameraposities van waaruit de aangeduide visualisaties genomen zijn.

88 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 88 van 99 Tabel 15: Definitie van de opnamelocaties van de fotosimulaties X[m] Y[m] Richting van de foto [ ] Fotosimulatie Fotosimulatie Fotosimulatie Fotosimulatie Fotosimulatie Fotosimulatie Fotosimulatie Fotosimulatie Fotosimulatie Fotosimulatie

89 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 89 van 99 Figuur 29: Fotosimulatie 1 Figuur 30 : Fotosimulatie 2

90 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 90 van 99 Figuur 31 : Fotosimulatie 3 Figuur 32 : Fotosimulatie 4

91 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 91 van 99 Figuur 33 : Fotosimulatie 5 Figuur 34 : Fotosimulatie 6

92 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 92 van 99 Figuur 35 : Fotosimulatie 7 Figuur 36 : Fotosimulatie 8

93 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 93 van 99 Figuur 37 : Fotosimulatie 9 Figuur 37 : Fotosimulatie 10

94 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 94 van BESLUIT In de tabel hieronder wordt een overzicht gegeven van de gebieden (m.b.t. natuur en landschap) waarin of in de nabijheid waarvan het project ligt met aanduiding van relevante passages en kaarten in de nota.

95 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 95 van 99 Deze nota bevat een analyse van de effecten op landschap, natuur, mens en milieu van de plaatsing van een windturbine met een maximaal vermogen van 2,3 MW, langsheen de spoorlijn Brugge-Zeebrugge, gelegen op het grondgebied van de Stad Brugge. Het nieuw voorgestelde project sluit aan op de 20 windturbines die reeds in het gebied operationeel zijn en de 5 windturbines in de omgeving die vergund zijn/aangevraagd worden. Als besluit wordt hierbij een korte samenvatting gegeven van de mogelijke effecten van het project op de omgeving (die als niet aanzienlijk worden beschouwd). 1. Luchtverontreiniging ten gevolge van bedrijfs-, verkeers- of geuremissies Impact is niet aanzienlijk : noch de bouw, noch de werking van de windturbines veroorzaakt enige impact op het vlak van luchtverontreiniging. 2. Afvalwaterlozingen, met inbegrip van thermische verontreiniging Noch bij de bouw, noch bij de werking van windturbines wordt enige vorm van afvalwater geloosd, of enige andere vorm vaan verontreiniging door water veroorzaakt. 3. Verontreiniging van bodem en grondwater Noch bij de bouw, noch bij de werking van windturbines wordt verontreiniging van bodem of grondwater veroorzaakt. 4. Geluid en trillingen (bij de exploitatie) Een uitgebreide akoestische studie (met rapportnummer v3), opgesteld door de erkende geluidsdeskundigen van SGS (Cenydd Cox, Bert Dewinter en Corneel Delesie) bevindt zich in bijlage 2 bij de huidige nota. Hierin werd o.m. het cumulatief effect berekend van het aangevraagde project, samen met het aansluitende, bestaande windpark van 7 windturbines én het bestaande project van 11 inplantingen langs het Boudewijnkanaal én het project Brugge B-Park (met 2 inplantingen) toegelicht. Voor enkele woningen in de omgeving van het project wordt, zonder verdere afstelling van de windturbine voor de avond en nacht een lichte overschrijding van de geluidsnorm vastgesteld. Om op alle beoordelingspunten en te allen tijde binnen de vooropgestelde geluidsnormen te blijven werd een bridagevoorstel uitgewerkt. Mocht blijken dat er ondanks deze maatregel toch enige cumulatieve hinder zou waargenomen worden, zal W- Kracht instaan om alle nodige maatregelen te nemen om deze hinder binnen de decretaal bepaalde normen te houden. 5. Impact van licht en stralingen zal niet aanzienlijk zijn In hoofdstuk van de nota worden de effecten van slagschaduw op de omgeving uitvoerig besproken. Ook het cumulatieve effect van het aangevraagde project, samen met de bestaande windparken langs de Kleine Pathoekeweg en het Boudewijnkanaal en aan het winkelcomplex B-Park werd hier ten gronde onderzocht. W-Kracht heeft er zich toe verbonden om, in geval van effectieve hinder voor de omgeving, de nodige maatregelen (zowel preventief als technisch) te nemen, zodat de hinder binnen de decretaal bepaalde norm blijft. Hiertoe zal voor elk relevant slagschaduwgevoelig object

96 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 96 van 99 door de aanvrager minstens de eerste twee jaren een controlerapport opgesteld worden, met weergave van de effectieve slagschaduw én de genomen maatregel(en). 6. Mogelijke effecten van het project op mens, natuur of landschap zijn niet aanzienlijk 6.1. Toename in vervoersbewegingen en mogelijke andere effecten voor andere weggebruikers of omwonenden. Behoudens een zeer tijdelijke beweging tijdens de bouwwerkzaamheden (aanvoer materialen) zullen er zich geen vervoersbewegingen voordoen die enig effect kunnen hebben op andere weggebruikers of omwonenden Effecten op de gezondheid door de emissies of andere hinder in gebieden met kwetsbare functies In de ruime omgeving rond het aangevraagde project bevinden zich geen gebieden met kwetsbare functies. Scholen, ziekenhuizen, kinderdagverblijven, rust- en verzorgingstehuizen zijn minstens 1 of meerdere km van de projectzone verwijderd. Woongebieden en recreatiegebieden bevinden zich op een afstand van respectievelijk 975 m en 1,5 km van de projectsite. Hiervoor kan tevens verwezen worden naar de hoofdstukken 2.3 en 4.4 t.e.m. 4.7 en hoofdstuk 4.11 van de nota Effecten op het bestaande landschap of het onroerend erfgoed in de buurt van het projectgebied. Hierbij kan integraal verwezen worden naar de landschapsstudie, uitgevoerd door de heer Jan Verstraeten (Erkend deskundige landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie), die zich in bijlage 1 bij deze bevindt. De inplanting bevindt zich in een omgeving, die reeds door vele grote infrastructuren (diverse spoorwegen, waterweg en de nieuwe snelweg A11) gekenmerkt wordt, en waar reeds een groot aantal windturbines aanwezig zijn. Zowel de aard van deze landschappelijke of cultuurhistorische elementen, de afstand die ze verwijderd zijn van de voorgenomen inplantingen, als het door de vele nieuwe infrastructuren intussen sterk aangetaste karakter van de oorspronkelijke omgeving, staan ervoor garant dat de impact van deze bijkomende turbines op de omgeving minimaal zal zijn Effecten op voor de natuur waardevolle gebieden of volgens de biologische waarderingskaart waardevolle biotopen en/of faunistisch belangrijke gebieden. Motiveer waarom die effecten niet aanzienlijk zijn. Hierbij kan integraal verwezen worden naar de Passende beoordeling-natuurtoets Inplanting van een windturbine te Brugge-A11 (SGS-Project JVS ), opgesteld door de heer Jan Verstraeten, Erkend Deskundige fauna en flora. De studie bevindt zich in bijlage 3 bij de huidige nota.

97 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 97 van Cumulatie effecten met andere projecten? De cumulatieve effecten met de andere projecten zijn niet aanzienlijk. Zowel op het vlak van slagschaduw als op het vlak van mogelijke geluidshinder zullen effecten ontstaan op de omgeving die niet los kunnen gekoppeld worden van de reeds bestaande impact van de nu reeds aanwezige windparken waar het project op aansluit. Deze cumulatieve hinder met de bestaande windparken werd onderzocht en blijkt evenwel (zo goed als) onbestaande te zijn. De aanvrager heeft er zich evenwel uitdrukkelijk toe verbonden om voor de passende regeling te zullen instaan om deze hinder binnen de vastgestelde grenzen te houden indien bij de exploitatie van de vergunde windturbines mocht blijken dat er cumulatieve hinder zou zijn die de vooropgestelde normen overstijgt. Hiervoor wordt tevens verwezen naar het Akoestisch onderzoek Windturbineproject Brugge A11 - WTNew ( v3), in bijlage 2 bij de huidige nota en naar punt 4.10 van de nota (supra). Na aftoetsing en weging van alle mogelijke aspecten van de invloed van de voorgestelde windturbines op de omgeving, kunnen we besluiten dat de eventuele hinder van dit project op geen enkel vlak als aanzienlijk kan beschouwd worden en deze bovendien door de voorgestelde mitigerende maatregelen (i.v.m. slagschaduw en geluid) tot een absoluut strikt minimum herleid zal worden. De inplantingen werden regelmatig en conform alle geldende en bekende toetsingsnormen voorzien en de veiligheid in de omgeving wordt door deze windturbines niet significant beïnvloed.

98 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 98 van REFERENTIES [1] Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Omzendbrief RO/2014/02: Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines, Brussel, 25 april 2014 [2] Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Omzendbrief EME/ : Afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines, Belgisch Staatsblad, Brussel, 2000 [3] Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Belgisch Staatsblad, Brussel, 21 april 2004 [4] VUB & ODE-VLAANDEREN, Dewilde et al., Windplan Vlaanderen, 2001 [5] Sjabloon nota grootschalige turbines, VWEA, december 2009 [6] Ruimte voor windturbineprojecten in West-Vlaanderen, Goedgekeurd door de deputatie in zitting van 19 november 2009, ontwerpvisie, geschikt voor de consultatie -en adviesrondes, Dienst Ruimtelijke planning West-Vlaanderen, projectcoördinator Joachim D'Eigens [7] Gebruikte dataset opmaak landschapsatlas OC-GIS- Vlaanderen, Landschapsatlas, opgemaakt door het MVG, LIN, AROHM, Monumenten en Landschappen, 2001 [8] Eindrapport: Windturbines en Veiligheid, SGS, januari 2007 (te vinden op onder thema milieuvriendelijke energieproductie, windenergie [9] Federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal Luchtvaart, Omzendbrief CIR-GDF 03, Circulaire bebakening Hindernissen, Brussel, 2006

99 Windenergieproject Brugge A11 - Verzoek tot Ontheffing van Project-MER Pagina 99 van 99 KWALITEITSINFORMATIE Auteurs : Stephan Deweerdt Jeroen Lowette Verificatie en goedkeuring door : Stephan Deweerdt Jeroen Lowette 11/07/2018

100 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 Landschap Inplanting van een windturbine langs de A11 te Brugge Maart 2018 LuNa Lucht en Natuur bvba

101 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 Inplanting van een windturbine langs de A11 te Brugge Opdrachtgever : W-Kracht nv Kerkstraat Zedelgem - Loppem Dhr. Stephan Deweerdt Contactpersoon: Opdrachthouder: Dhr. Stephan Deweerdt LuNa Lucht en Natuur bvba Smeetsbergstraat AS Tel. 089/ jan.verstraeten@skynet.be Afwerking: 10/03/2018 O. ref. : JVS Auteur: Jan Verstraeten Erkend deskundige Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie LuNa Lucht en Natuur bvba

102 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 Inhoudstafel 1. Inleiding 4 2. Ingreep en projectgebied Project Projectgebied 5 3. Studiegebied 7 4. Methodologie 7 5. Beschrijving van de referentiesituatie Beschrijving van het landschap op macroniveau Historische evolutie Beschrijving van het landschap op meso- en microniveau Landschapstypologie Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten Landschappelijke relictzones Landschapsstructuur Landschapsbeeld Landschappelijke belevingskwaliteiten Ontwikkelingsscenario s Autonome ontwikkeling Gewestplan Beschrijving en beoordeling van de effecten Methodologie 18 Wijziging landschapsstructuur en relaties 18 Wijziging erfgoedwaarde 19 Wijziging perceptieve kenmerken Aanlegfase Exploitatiefase Structuur- en relatiewijzigingen Verlies erfgoedwaarde Wijzigingen van de perceptieve kenmerken Wijzigingen van belevingswaarde Besluit 25 LuNa Lucht en Natuur bvba

103 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 1. Inleiding W-Kracht heeft het voornemen om langs de A11 in het Industriegebied Pathoekeweg te Brugge een windturbine (WTNew) in te planten. De geplande windturbine situeert zich op korte afstand van een beschermde landschapszone. Om de landschappelijke effecten van deze windturbine op het omgevende landschap te kennen en te beoordelen gaf W-kracht NV opdracht om een landschapseffectenstudie uit te voeren. Ondergaande studie betreft een studie over de effecten van de windturbine op het omgevende landschap. Windturbines kunnen een invloed op het landschap uitoefenen: ze kunnen nieuwe kwaliteiten toevoegen, maar ook afbraak doen aan bestaande kwaliteiten. 2. Ingreep en projectgebied 2.1 Project W-Kracht heeft het voornemen om langs de A11 in het Industriegebied Pathoekeweg een windturbine in te planten. De geplande windturbine bevindt zich in de omgeving van een beschermde landschapszone. De geplande windturbine is van het type Enercon E70, en heeft volgende kenmerken: nominaal vermogen: 2,3 MW; rotordiameter: 71 meter: ashoogte: 85 m; tiphoogte: 120,5 m nominaal toerental: 20 tpm maximaal brongeluid: 103,5 db(a). Voor de plaatsing van de windturbine dient een fundering te worden gemaakt met een diameter van 18 m en een diepte van ca. 3,5 m. Het grondvlak van de windturbine heeft een diameter van 7 m. Voor onderhoud wordt een beperkte toegangsweg naar de windturbine voorzien. De bezoekfrequentie voor onderhoud bedraagt bij normale omstandigheden ongeveer 2x per jaar. Het voorziene project bestaat uit één windturbine die volgens het gewestplan wordt ingeplant in een industriegebied. Op korte afstand ten noorden van de inplantingsplaats bevindt zich de autosnelweg A11. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de verkregen milieubesparing die hierdoor wordt gerealiseerd, in vergelijking met de brandstofmix van het Belgische niet-nucleaire productiepark. LuNa Lucht en Natuur bvba

104 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 Tabel 1 aard Overzicht van de milieubesparingen door de realisatie van de windturbine. besparing bruto jaarlijkse energieproductie [GWh/j] 5,0 aantal huishoudens vermindering CO2 [ton/j] vermindering SO2 [ton/j] 12,3 vermindering NOx [ton/j] 9,4 vermindering stofdeeltjes [ton/j] 1,1 besparing aardgas [x10 3 Nm³/j] 536 besparing steenkool [ton/j] besparing olie [ton olie-equivalent/j] 33 (bron: omzendbrief Vlaamse regering EME/ van juli 2000) 2.2 Projectgebied De ligging van de windturbine op luchtfoto is weergegeven in Figuur 1. Figuur 1 Situering van de windturbine op luchtfoto LuNa Lucht en Natuur bvba

105 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 De voorziene windturbine is ten zuiden van de A11 gelokaliseerd. De Lambertcoördinaten zijn respectievelijk: windturbine Lambertcoördinaat x (m) Lambertcoördinaat y (m) WTNew De windturbine wordt voorzien op een perceel met gras en sluit aan bij het bestaande windmolenpark in het zuiden (20 windturbines). Figuur 2 Situering van de voorziene windturbine t.a.v. de reeds aanwezige windturbines. LuNa Lucht en Natuur bvba

106 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 3. Studiegebied Het studiegebied wordt afgebakend als een zone van circa 2 km rondom de projectsite, de inplantingsplaats van de windturbine. De potentiële maximale zichtbaarheidsgrens van een windmolenpark bedraagt km. Theoretisch kunnen binnen deze afstand effecten door wijzigingen in de visueel-ruimtelijke kenmerken, landschapsstructuren en landschapsbeleving worden omschreven. Voor de beschrijving van de referentiesituatie wordt het studiegebied afgebakend als een zone van ca m rond de projectsite. Voor de inpassing van het landschap in de traditionele Vlaamse landschappen zal een ruimere omgeving van het projectgebied in beschouwing worden genomen. 4. Methodologie Het landschap wordt beschreven op drie niveaus: macroniveau, mesoniveau en microniveau. Op macroniveau wordt het landschap gesitueerd in de landschappelijke hoofdstructuren van de ruime omgeving. Het landschap wordt hierbij in een ruimer kader geschetst, de hoofdkarakteristieken van het fysische systeem worden beschreven alsook de plaats van het studiegebied in de indeling van de traditionele landschappen (Antrop, 2002). Voor elk landschapstype zijn beleidswenselijkheden geformuleerd die als toetsingskader bij de effectbespreking kunnen gebruikt worden. De cultuur- en natuurhistorische evolutie van het landschap worden beschreven. Vervolgens wordt het landschap op mesoniveau (landschap in de omgeving van het projectgebied) beschreven. In dit hoofdstuk komen ook de landschappelijke relictzones in de omgeving van het projectgebied aan bod. De tot op vandaag aanwezige vlakvormige, lijnvormige en puntvormige landschappelijke relicten worden aangeduid en benoemd zoals vermeld in de landschapsatlas (2001). Op mesoniveau wordt ook een landschapstype uitgewerkt volgens de methode van Coeterier (1987). Coeterier deelt het landschap op in verschillende sublandschapstypen, zoals dorpslandschap, waterlandschap, agrarisch landschap, boslandschap en industrieel landschap. In derde instantie wordt het microlandschap besproken. Het microlandschap betreft het landschap ter hoogte van de projectsite zelf. Hiervoor wordt een landschapsbeschrijving gemaakt alsook visuele en landschappelijke belevingskwaliteiten aangeduid. 5. Beschrijving van de referentiesituatie 5.1 Beschrijving van het landschap op macroniveau Het projectgebied situeert zich ten noordoosten van Brugge, kort bij de deelgemeenten Dudzele en Lissewege. Het projectgebied en omgeving betreft een polderlandschap tussen het Boudewijnkanaal (oosten), de recente A11 en de spoorwegbocht Ter Doest. De onmiddellijke omgeving van het projectgebied is vrij dicht bebouwd, geïndustrialiseerd en versneden door wegen, spoorwegen en waterwegen. Het projectgebied wordt ontsloten via de Stationsweg (N348). LuNa Lucht en Natuur bvba

107 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 Volgens de indeling in traditionele landschappen van Vlaanderen (Antrop, 2002) maakt het studiegebied deel uit De kustpolders (120000) meer bepaald het Oostelijke Middelland (code ). De kenmerken van dit traditionele landschap zijn opgenomen in LuNa Lucht en Natuur bvba

108 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 Tabel 1. Tabel 2 Kenmerken en wenselijkheden van het traditioneel landschap Kustpolders De kustpolders centraal en oostelijk deel Visueel-landschappelijke kenmerken, begrenzing en versnippering van de Open Ruimte Structuurdragende matrix vlakke landbouwgebied met kleine, lage kerndorpen en verspreide alleenstaande bebouwing. Zichtbare open ruimten Wijdse panoramische zichtenin vele richtingen Skyline van de kust en Binnen-Vlaanderen meestal zichtbaar Impact bebouwing Bebouwing vormt geïsoleerde puntvormige elementen in de open ruimte Bebouwing kan langs de randen van wegen ruimtebegrenzende massa s vormen. Betekenis kleine landschapselementen Uitzonderlijke dominante beelddragers (torens, ) of repetitieve karakteristieke elementen (brugjes, sloten) Wenselijkheden mbt de Vlaamse Landschappen Structurele hoofdkenmerken Vlak open landschap met wijdse vergezichten met grote invloed van verticale elementen Bebouwde kustzones en hoger gelegen Binnen-Vlaanderen vormen dikwijls de skyline, verspreide bewoning en kleine kerndorpen Identiteitsbepalende elementen Landbouwland met grote percelen en ontbrekende of weinig dichte en meestal geknotte lineaire begroeiing, Smalle, kronkelende wegen en talrijke sloten Erfgoedwaarde Vlak open landschap, wijdse vergezichte, met grote invloed van vertikale elementen Verspreide bewoning en kleine kerndorpen Autonome ontwikkeling en problemen LuNa Lucht en Natuur bvba

109 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 Landbouwrationalisering die meer en meer niet grondgebonden wordt, toenemende residentiële en recreatieve druk uitgaande van de Kustzone en de stedelijke kernen Brugge en Oostende; Kadastrale Open Ruimte lokaal minder dan 80% (1989) met een afname tot 5% sedert 1981, sedertdien > 10% toename van de woningen Wenselijkheden voor toekomstige ontwikkeling Vrijwaren resterende open ruimten door het bundelen van de versnijdingen en het groeperen van nieuwbouw bij bestaande kernen Weren van niet grondgebonden landbouw (serreteelt) Bron: Antrop (2002) 5.2 Historische evolutie Afgezien van enkele schriftelijke gegevens uit de Romeinse tijd begint de eigenlijke geschiedenis van de kustvlakte in de achtste eeuw met enkele kleine nederzettingen te Aardenburg en de nabijheid van het huidige Zwin. In die tijd liepen er vanuit de zee getijdengeulen het binnenland (veengebied) binnen. Deze getijdengeulen stonden min of meer loodrecht op de kustlijn en zijn ontstaan door de werking van de zee en door verschillende storminvloeden. Ten noorden van Brugge liepen twee geulen. Eén hiervan mondde uit in de zee tussen Zeebrugge en Blankenberge, een tweede getijdengeul liep in de richting van het huidige Zwin (Knokke). De eerste collectieve nederzettingen dateren van de tiende eeuw. Om zich in de onveilige gebieden (gevaar overstromingen) te vestigen, wierpen de mensen ter bescherming defensieve dijken op die niet zeer hoog, maar wel soms vrij lang waren. Naarmate er meer dijken gerealiseerd werden, ontstonden er mee individuele nederzettingen op kunstmatige hoogten. Deze hoogten, schorren genoemd, ontstonden door kleiafzettingen op veeneilanden gelegen tussen de geulen en kreken, en werden alleen nog bij zeer hoge tij overstroomd. Op deze schorren werd aan schapenteelt gedaan. Door de aanleg van defensieve dijken door de mens werd land op de zee veroverd in de vorm van polders. Hierdoor ontstond een uitgebreid polderlandschap. Tot het midden van de twintigste eeuw onderging dit landschap slechts weinig veranderingen. De traditionele landschappen kende een trage en langdurige ontwikkeling, waardoor zowel ruimtelijk als ecologisch een harmonische integratie van de verschillende componenten van het landschap mogelijk waren. Het resultaat was dat ze niet alleen nauw overeenstemden met natuurlijke streken, maar ook een sterke eigen identiteit bezaten. Ze vormden unieke geografische streken en kregen dikwijls een eigen naam. De haven van Zeebrugge kwam tot stand op het einde van de 19 de eeuw. Er werden investeringen gedaan om de haven van Brugge te doen heropleven. Hiervoor werden er buiten de historische stadskern van Brugge nieuwe havendokken aangelegd die via het Boudewijnkanaal verbonden werden met de voorhaven. Na de tweede wereldoorlog deden zich ontwikkelingen voor met een sterk ingrijpend karakter op milieu en landschap. Door het landelijke karakter (zonder kuststreken en steden) waren in de naoorlogse periode en ook nu nog, landbouwactiviteiten en de economische ontwikkelingen binnen de landbouw zeer bepalend voor het grondgebruik en het karakter van het landschap. Daarnaast hebben andere activiteiten (industrie, havenontwikkeling, LuNa Lucht en Natuur bvba

110 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 huisvesting) een sterke visuele en milieu-hygiënische impact op dit relatief gave gebied gehad. 5.3 Beschrijving van het landschap op meso- en microniveau Landschapstypologie In de landschapstypologie worden de basiscomponenten van het landschap bestudeerd zoals bodem, reliëf, cultuurhistorisch bodemgebruik en nederzettingenpatroon. Het studiegebied is een gebied waarin nog restanten van het oorspronkelijke poldercomplex met sloten, hoge grondwaterstand en microreliëf voorkomen. Op deze percelen wordt overwegend landbouw bedreven. Op ca. 600 m van de voorziene inplantingsplaats bevindt zich het natuurreservaat Ter Doest met o.a. zilte graslanden. Deze zilte graslanden zijn ontstaan als gevolg van de doorsijpeling van zout water door de dijken van het Boudewijnkanaal. Ze liggen kort bij het Boudewijnkanaal en hebben een grote wetenschappelijke en ecologische waarde. Op korte afstand van het projectgebied ligt een uitgebreide industriezone (ten noordoosten) en een uitgestrekte industriezone voor milieubelastende industrieën (ten zuiden), waarin reeds 20 ( ) windturbines aanwezig zijn. In de omgeving van het projectgebied zijn twee dorpen gelegen namelijk Lissewege in het noorden en Dudzele in het oosten Beschermde monumenten, landschappen en dorpsgezichten Windturbine WTNew bevindt zich op ca. 400m van het beschermd landschap Hoeve Groot Ter Doest. Dit landschap werd bij KB nr van 23 september 1981 beschermd. In het studiegebied komen enkele monumenten en dorpsgezichten voor. Dorpsgezichten zijn een groepering van één of meer monumenten en/of onroerende goederen met omgevende bestanddelen zoals beplantingen, omheiningen, waterlopen, bruggen, wegen, straten en pleinen, die wegens haar artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde van algemeen belang is. In het gebied komen volgende beschermd stads of dorpsgezichten voor (Figuur 3). Beschermd stads- of dorpsgezicht Hoeve de Rozeblomme en omgeving Beschermd stads- of dorpsgezicht Hoeve de Goudblomme en omgeving LuNa Lucht en Natuur bvba

111 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 Figuur 3 Beschermde landschappen en dorpsgezichten. (1): Beschermd landschap Hoeve Groot Ter Doest (2): Beschermd monument en beschermd dorpsgezicht Hoeve de Rozeblomme en omgeving (3) Beschermd monument en beschermd dorpsgezicht Hoeve de Goudsblomme en omgeving Omgeving van hoeve de Rozeblomme Op ca. 600 m ten noordoosten van de projectzone bevindt zich het beschermde monument en het beschermde dorpsgezicht van de Hoeve de Rozeblomme en omgeving. Deze hoeve en omgeving werden bij KB nr van 13 januari 1978 beschermd als monument en dorpsgezicht. Hoeve de Goudblomme en omgeving Het beschermd monument en het beschermd dorpsgezicht van de Hoeve de Goudblomme en omgeving bevindt zich op ongeveer 250 m ten oosten van de projectsite. Deze hoeve (hoofdgebouw, bakhuis, schaapsstal, varkensstallen en wagenkot) en omgeving werden bij KB nr van 11 september 1981 beschermd als monument en dorpsgezicht. Deze hoeve is gelegen in een zone die in het Gewestplan ingekleurd is als industriegebied met milieubelastend karakter. LuNa Lucht en Natuur bvba

112 Landschapsstudie windturbine Brugge A Landschappelijke relictzones Ankerplaatsen In de omgeving van de inplantingsplaats voor de windturbine zijn twee landschappelijke ankerplaatsen aanwezig: Ankerplaats Groot Ter Doest (code A30068) Ankerplaats Polders Dudzele (code A30003) Figuur 4 Ligging van de geplande windturbine t.a.v. de landschappelijke ankerplaatsen (groene omkadering). Ankerplaats Groot Ter Doest De geplande windturbine bevindt zich op ca. 420 m ten zuiden van de Ankerplaats Groot Ter Doest en op ca. 1,3 km ten westen van de ankerplaats Polders Dudzele. De ankerplaats Groot Ter Doest omvat o.a. de hoeve, de bijgebouwen en de restanten van de vroegere abdij Ter Doest, alsook de omliggende landerijen (met graslanden en bomenrijen). In het oosten wordt de ankerplaats visueel begrensd door het talud van het Boudewijnkanaal en door de begeleidende bomenrij erlangs, die een buffer vormt tegen de industrie achter het kanaal. In het westen vormt een spoorwegtalud ook een visuele begrenzing van deze ankerplaats. De dunne bovenste afzettingen van klei en zavel zorgen dat lokaal ook oudere getijdeafzettingen aan de oppervlakte liggen. De natte bodemcondities van deze poldergronden en het historisch graslandgebruik brengen een rijke vochtminnende flora met zich mee. De gebouwen van het Groot Ter Doest en in het bijzonder de monumentale schuur, zijn belangrijk bouwkundig erfgoed. Deze bevinden zich op ruime afstand van de geplande windturbine. Het geheel van aaneengesloten graslanden met lokaal nog gave knotbomenrijen, en de LuNa Lucht en Natuur bvba

113 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 hoeve met monumentale schuur vormen een landschappelijk gaaf en herkenbaar geheel als elementen en structuren van de ontginningsgeschiedenis van deze polders. De knotbomen accentueren het geometrische grachten- en perceleringspatroon. Als opmerkingen en knelpunten voor deze landschappelijke ankerplaats worden vermeld dat deze ankerplaats gekneld is tussen de bebouwing van Lissewege in het noorden, de industriezone in het zuiden, het kanaal in het oosten en de spoorwegberm in het westen. Op die manier wordt het open karakter van het polderlandschap aangetast, maar vormt het dorp Lissewege een blikvanger omdat in noordelijke richting nog een doorkijk mogelijk is. Door het geïsoleerde karakter van de ankerplaats en de sterk bebouwde en versneden omgeving is de belevingswaarde van de ankerplaats minder groot. De spoorwegberm (hoogte 7m) van de spoorlijn Zeebrugge-Knokke doorsnijdt het gebied over nagenoeg de volledige breedte. Ankerplaats Polders Dudzele Op zo n 1,4 km ten oosten van de projectsite bevindt zich de ankerplaats Polders Dudzele. Deze ankerplaats (code A30003) omvat een hoeve en een schuur, en het aangrenzende gebied met grasland, bomenrijen en poelen. Deze ankerplaats is een relict van een Oudlandpolder met duidelijke differentiatie van geulen poelgronden met een zeer structuurrijk karakter. De poelgronden worden doorsneden met talrijke sloten en omvatten belangrijke en zeer waardevolle zoutminnende vegetaties. De bodemgesteldheid bepaalt nog in grote mate het bodemgebruik Het betreft hier een open landschap met verspreide bebouwing en omliggende bomen als enige visuele blikvanger. Er is weinig of geen perceelsrandbegroeiing aanwezig. Als opmerkingen en knelpunten wordt hierbij vermeld dat de recente uitbreidingen bij landbouwbedrijven vaak storend zijn voor het esthetische en visuele aspect van het landschap. De lintbebouwing van Dudzele verhindert het zicht op de open ruimte van deze polders. Schaalvergroting in de landbouw bedreigt het onregelmatig en kleinschalig perceleringspatroon van dit landschap Relictzones De windmolens worden gepland in de omgeving van twee landschappelijke relictzones: Relictzone Poldergebied omgeving Ter Doest (R30006) Relictzone Poldergebied Achterland Zeebrugge Relictozne 'Poldergebied Koolkerke-Dudzele' LuNa Lucht en Natuur bvba

114 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 Figuur 5 Ligging van de windturbine t.a.v. de landschappelijke relictzones (in grijs weergegeven). Relictzone Poldergebied omgeving Ter Doest WTNew bevindt zich op op ca. 400 m ten zuiden van de relictzone Poldergebied omgeving Ter Doest. De afbakening van deze relictzone komt in grote lijnen overeen met deze van de landschappelijke ankerplaats. De relictzone bestaat grotendeels uit grasland (weiland) en de loop van het Lisseweegs Vaartje. Het gebied is faunistisch en botanisch zeer waardevol en behoort grotendeels tot het omvangrijke uitveningslandschap dat zich ten noorden van Dudzele uitstrekte. De bescherming, het beheer van het graslandencomplex en het behoud van de natuurlijke loop van het Lisseweegs Vaartje zijn belangrijke aandachtspunten voor de relictzone. Relictzone Poldergebied Achterland Zeebrugge Op 1,5 km van de geplande windturbine bevindt zich de relictzone Poldergebied Achterland Zeebrugge. Deze relictzone bevindt zich in het uitgeveende polderlandschap ten noorden van Dudzele en bestaat overwegen uit weiland. Een groot deel van het gebied is echter reeds ingenomen door de haven van Zeebrugge. Deze relictzone wordt momenteel visueel verstoord door de aanwezigheid van de haven van Zeebrugge. Relictzone 'Poldergebied Koolkerke-Dudzele' Op ca. 1,3 km ten westen van de projectsite bevindt zich de relictzone Poldergebied Koolkerke-Dudzele. Deze relictzone bevindt zich in de overgang van duinengebied naar polders. Het polderlandschap omvat vele graslanden en kleine sloten. Het gebied is belangrijk voor avifauna. LuNa Lucht en Natuur bvba

115 Landschapsstudie windturbine Brugge A Landschapsstructuur De landschapsstructuur wordt bepaald door de ruimtelijke schikking van abiotische en biotische elementen en bestaat uit structurerende puntvormige, lijnvormige en vlakvormige elementen en structurerende volumes. Het landschap in de omgeving van het projectgebied bestaat uit volgende structurerende elementen: Industrieel landschap: ten zuiden en oosten van het projectgebied; Stedelijk landschap: woonzones Dudzele en Lissewege; Waterrijk landschap: Boudewijnkanaal; Polderlandschap: historische graslanden met grachten en microreliëf; Windturbines: in industriegebied ten zuiden van projectgebied (20 in totaal); Dijken van spoorwegen; Spoorwegbermen; Wegen: A11, Zeelaan (E403) en Stationsweg (N348) Landschapsbeeld Het landschapsbeeld drukt de visueel ruimtelijke aspecten uit. Hierbij zijn de beelddragers aspectbepalend. Er wordt een onderscheid gemaakt in ruimte, massa en schermen (al of niet transparant). De beelddragers van de massa zijn elementen die door hun verticale bouw zichtbeperkend zijn zoals opgaande bebouwing, masten, De belangrijkste beelddragers kunne opgesplitst worden in natuurlijke en kunstmatige beelddragers. Als beeldbepalende elementen kunnen worden genoemd: Massa-elementen Poldergraslanden Moeras en graslandvegetaties thv het natuurreservaat Ter Doest Industriële bebouwing. Als belangrijkste kunstmatige beelddragers kunnen worden genoemd: Puntelementen Lijnelementen Reeds aanwezige windturbines en andere masten Boudewijnkanaal spoorlijnen dijken wegen Landschappelijke belevingskwaliteiten De landschappelijke beleving wordt beschreven vanuit het gezichtspunt van de deskundige waarnemer. De landschappelijke belevingskwaliteiten van de omgeving zijn vrij hoog. Vanuit de dijk langs het Boudewijnkanaal heeft men een uitzicht op het gebied met natuurlijke entiteiten (Natuurreservaat Ter Doest) en polderlandschap. Daarnaast wordt het landschap ontsierd LuNa Lucht en Natuur bvba

116 Landschapsstudie windturbine Brugge A11 door een aantal antropogene elementen zoals het spoorwegennet, het wegennet en het industrieterrein. 6. Ontwikkelingsscenario s 6.1 Autonome ontwikkeling Het landschap heeft recent (sinds 2011) een belangrijke wijziging ondergaan door de aanleg van een bijkomende spoorwegberm met een hoogte van 7m. Deze nieuwe spoorlijn doorsnijdt het resterende poldergebied nagenoeg over de ganse breedte. De aanleg van de bijkomende spoorwegberm heeft het landschap ter plaatse sterk in waarde doen afnemen door verlies van historisch polderlandschap en verlies aan contextwaarde t.o.v. de oorspronkelijke omgeving. Ook de aanleg van de A11 heeft tot verlies van de landschappelijke waarde geleid. 6.2 Gewestplan De ligging van de inplantingsplaats voor de windturbine op het gewestplan (Brugge - Oostkust) is weergegeven op Figuur 6. Uit de figuur blijkt dat de geplande windturbine in industriegebied wordt voorzien. In de ruimere omgeving zijn nog volgende bestemmingen aanwezig: agrarisch gebied (westen); agrarisch gebied met landschappelijke waarde (noorden); ambachtelijke bedrijven en KMO (zuiden en oosten); natuurgebied (oosten). De windturbine bevindt zich in een zone die in het Gewestplan ingekleurd is als industriegebied met milieubelastend karakter. Figuur 6 Situering van de windturbine op het gewestplan LuNa Lucht en Natuur bvba

WINDENERGIEPROJECT Zulte - Leiekanaal

WINDENERGIEPROJECT Zulte - Leiekanaal WINDENERGIEPROJECT Zulte - Leiekanaal Wat en waar? - Windpark van 4 windturbines - Maximaal vermogen van 2.3 MW elk (9,2 MW) - Alle windturbines zijn gelegen op het grondgebied van de gemeente Zulte -

Nadere informatie

KORTE, NIET-TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN HET VOORWERP VAN DE AANVRAAG.

KORTE, NIET-TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN HET VOORWERP VAN DE AANVRAAG. KORTE, NIET-TECHNISCHE OMSCHRIJVING VAN HET VOORWERP VAN DE AANVRAAG. 1. ALGEMEEN Ten noorden van de E313, de autosnelweg Hasselt Antwerpen, ter hoogte van Herentals, wenst EDF-Luminus twee windturbines

Nadere informatie

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur

Nadere informatie

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Antwerpse Gordel en Klein-Brabant landbouw-, natuur- en bosgebieden Vallei van

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Waasland gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan Durmevallei Bijlage II: stedenbouwkundige

Nadere informatie

De wind in de zeilen voor Dilbeek

De wind in de zeilen voor Dilbeek De wind in de zeilen voor Dilbeek Op zoek naar geschikte locaties voor windturbines in Dilbeek aan de hand van het Windplan Vlaanderen en de Vlaamse Omzendbrief Windenergie Waarom windenergie? Op zoek

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Schelde-Dender gebieden van het geactualiseerd Sigmaplan Polder van Vlassenbroek, Grote

Nadere informatie

Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem

Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem In Gent 1 van 8 2 van 8 Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 Knoop Wondelgem de ontwerpers Griet De Mulder Peter David Gezien om

Nadere informatie

Openruimtegebieden Beneden-Nete

Openruimtegebieden Beneden-Nete ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur, regio Neteland Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Gevangenis Beveren. Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Gevangenis Beveren. Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gevangenis Beveren Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Beveren gewestelijk

Nadere informatie

Omzendbrief RO/2014/02: Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines

Omzendbrief RO/2014/02: Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines Omzendbrief RO/2014/02: Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 1 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding

Nadere informatie

Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen

Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen Provinciale ruimtelijke beleidsvisie Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen Goedgekeurd deputatie 24.04.2008 DOELSTELLING STAND VAN ZAKEN KADER Doel van de beleidsnota (1) Visie op grootschalige

Nadere informatie

Moervaartvallei fase 1

Moervaartvallei fase 1 VR 2017 1407 DOC.0688/5BIS Moervaartvallei fase 1 Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur Gebied 1 Bakels Broek / Galgenbeemd Art. 3 N Art. 1 Achtergrond: Gescande kadastrale plans - Toestand 01.01.01 - Bron KADSCAN (OC GIS Vlaanderen-AKRED) GEWESTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN Onderdelen

Nadere informatie

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Nadere informatie

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen 7 juni 2007 inhoud energie waarom windenergie voor- en nadelen van windenergie windaanbod vergunningen en regelgeving aspecten van belang: windplan Vlaanderen

Nadere informatie

Regiostelplaats Antwerpen-Oost

Regiostelplaats Antwerpen-Oost gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan de ontwerper James Van Casteren Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van

Nadere informatie

Verordenende stedenbouwkundige voorschriften

Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Artikel 1. Natuurgebied Artikel. 1.1 Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en bos.

Nadere informatie

Voorstelling windproject KORTEMARK 5 april 2017

Voorstelling windproject KORTEMARK 5 april 2017 Voorstelling windproject KORTEMARK 5 april 2017 WIE ZIJN WE WERKWIJZE HOE IDENTIFICEREN WIJ EEN MOGELIJK PROJECT? VOORSTELLING PROJECT Ruimtelijke inplanting Kenmerken turbines OMGEVINGSASPECTEN Wonen,

Nadere informatie

Sint-Niklaas - Lokeren

Sint-Niklaas - Lokeren Sint-Niklaas - Lokeren 1. Valleigebieden (KB 7/11/78) 0911 De agrarische gebieden met landschappelijke waarde die op kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven overdrukt zijn met de letter V hebben

Nadere informatie

Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol

Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf De

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 juni 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 juni 2016 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 juni 2016 Besluit A-punt GOEDGEKEURD Stadsontwikkeling / Vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

augustus 17 Handleiding windturbines II, 3i en III, 3i

augustus 17 Handleiding windturbines II, 3i en III, 3i GOP - Dienst Mer Datum: augustus 17 Datum wijziging: (wijzigingen zijn gemarkeerd) Onderwerp: Rubrieken: Handleiding windturbines II, 3i en III, 3i Inhoudsopgave 1. Doel... 2 2. Rubrieken... 2 3. Toepassingsgebied

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 2 MAART 1999. - Omzendbrief RO 99/01 over de advisering m.b.t. de verenigbaarheid van ' omlopen voor wedstrijden, test- en oefenritten met motorvoertuigen ' zoals

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Haspengouw-Voeren Natuur-, bos- en landbouwgebieden Jongenbos en vallei van de Mombeek

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 27 februari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 27 februari 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 27 februari 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever,

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 15 januari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 15 januari 2016 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 15 januari 2016 Besluit A-punt GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0524 van 5 augustus 2014 in de zaak 1213/0539/A/2/0507 In zake: de heer Marc ALLOING verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 6 december 2013

college van burgemeester en schepenen Zitting van 6 december 2013 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 6 december 2013 Besluit GOEDGEKEURD B-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Steenbakkerij Floren en Cie NV

Steenbakkerij Floren en Cie NV Steenbakkerij Floren en Cie NV gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften 1 van 6 2 van 6 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Steenbakkerij Floren en Cie NV de

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 5 februari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 5 februari 2016 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 5 februari 2016 Besluit B-punt GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Het project betreft het plaatsen van windturbines in het industrieterrein Skaldenpark

Het project betreft het plaatsen van windturbines in het industrieterrein Skaldenpark Pagina 5 van het Mer rapport Situering en korte schets van het project Het project betreft het plaatsen van windturbines in het industrieterrein Skaldenpark In Skaldenpark worden 8 windturbines ingeplant.

Nadere informatie

Juridische en ruimtelijke aspecten

Juridische en ruimtelijke aspecten Openbreken van de markt voor kleine en middelgrote windturbines Juridische en ruimtelijke aspecten JERTS-studie Sociaal Inzicht verwerven in de subjectieve visie over de inplanting van kleine en middelgrote

Nadere informatie

Brabantnet sneltram A12

Brabantnet sneltram A12 VR 2017 1702 DOC.0153/7 ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Brabantnet sneltram A12 1 0 ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Brabantnet - sneltram A12 de ontwerpers Veerle Van Hassel

Nadere informatie

1. BESCHRIJF DE RISICO'S OP ZWARE ONGEVALLEN OF RAMPEN, MET INBEGRIP VAN DE BRANDVEILIGHEID, TEN GEVOLGE VAN DEZE AANVRAAG.

1. BESCHRIJF DE RISICO'S OP ZWARE ONGEVALLEN OF RAMPEN, MET INBEGRIP VAN DE BRANDVEILIGHEID, TEN GEVOLGE VAN DEZE AANVRAAG. Addendum E7 Risico op zware ongevallen of rampen Voeg de gegevens als bijlage E7 bij het formulier. 1. BESCHRIJF DE RISICO'S OP ZWARE ONGEVALLEN OF RAMPEN, MET INBEGRIP VAN DE BRANDVEILIGHEID, TEN GEVOLGE

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 april 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 april 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 april 2015 Besluit GOEDGEKEURD B-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Windmolens (windenergie) Haaltert

Windmolens (windenergie) Haaltert Windmolens (windenergie) Haaltert Een kort informatief document van de verschillende criteria voor het implementeren van windmolens. Juni 2008 In een klein land als België is het belangrijk uit iedere

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015 Besluit GOEDGEKEURD A-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus VR 2018 1409 DOC.1020/5BIS Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Petroleum-Zuid: gevangenis en technische schoolcampus Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften Bijlage II Stedenbouwkundige

Nadere informatie

specifiek regionaal watergebonden bedrijventerrein

specifiek regionaal watergebonden bedrijventerrein Provincie Antwerpen Gemeente Herentals gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan specifiek regionaal watergebonden bedrijventerrein Heirenbroek te Herentals In uitvoering van de nadere uitwerking van het

Nadere informatie

Gebied voor stedelijke activiteiten

Gebied voor stedelijke activiteiten Provincie Antwerpen Stad Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gebied voor stedelijke activiteiten Kievit fase II te Antwerpen Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk

Nadere informatie

Oostende - Middenkust

Oostende - Middenkust Oostende - Middenkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 26/01/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven en oranje gekleurd en met

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie

Geluid. De norm: 47 db L den

Geluid. De norm: 47 db L den Geluid De norm: 47 db L den Elk windenergieproject moet voldoen aan de wettelijke norm: 47 db L den bij alle geluidsgevoelige objecten in de buurt. Dit is de maximaal toegestane gemiddelde jaarlijkse geluidsdruk

Nadere informatie

ASPIRAVI. Project Blankenberge

ASPIRAVI. Project Blankenberge ASPIRAVI Project Blankenberge Groei naar een duurzame samenleving Europese doelstelling tegen de opwarming van het klimaat : 20-20-20 tegen 2020 : 20% minder CO 2 uitstoot 20% minder energie verbruiken

Nadere informatie

Oostelijke Tangent Sint-Niklaas

Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Provincie Oost-Vlaanderen - Gemeenten Sint-Niklaas en Temse Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Bijlage II: : stedenbouwkundige voorschriften DEPARTEMENT RUIMTE

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines 4. Toetsingskader kleinschalige windturbines In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het toetsingskader. In het toetsingskader zijn de criteria opgenomen voor de plaatsing van een kleinschalige windturbine.

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Haspengouw-Voeren Natuur- en landbouwgebieden Vallei van de Herk en Mombeek van Alken

Nadere informatie

LAR- Zuid - Tracé- wijziging buurtwegen Toelichting. Menen / Kortrijk : Buurtwegen SRBT LAR- Zuid 1

LAR- Zuid - Tracé- wijziging buurtwegen Toelichting. Menen / Kortrijk : Buurtwegen SRBT LAR- Zuid 1 LAR- Zuid - Tracé- wijziging buurtwegen Toelichting Menen / Kortrijk : Buurtwegen SRBT LAR- Zuid 1 Situering : De projectzone opgenomen in voorliggend dossier is gelegen op de grens tussen de stad Kortrijk

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Ontwerpbesluit Zitting van 17 juni 2016 Stadsontwikkeling / Vergunningen

college van burgemeester en schepenen Ontwerpbesluit Zitting van 17 juni 2016 Stadsontwikkeling / Vergunningen college van burgemeester en schepenen Ontwerpbesluit Zitting van 17 juni 2016 B-punt Stadsontwikkeling / Vergunningen 62 2016_CBS_05279 Aanvraag stedenbouwkundige vergunning. Bijzondere procedure. Ongunstig

Nadere informatie

Overzicht van de avond

Overzicht van de avond Overzicht van de avond Welkom en tijdlijn (burgemeester) Procedure en visie van het gemeentebestuur (schepen) Advies aan de Vlaamse overheid (stedenbouwkundig ambtenaar) Stedenbouw (stedenbouwkundig ambtenaar)

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2013/0168 van 23 april 2013 in de zaak 1011/0080/A/3/0062 In zake: het college van burgemeester en schepenen van de gemeente WESTERLO, met administratieve

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Definitief Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk

Nadere informatie

ASPIRAVI. Project Brecht E19 uitbreiding

ASPIRAVI. Project Brecht E19 uitbreiding ASPIRAVI Project Brecht E19 uitbreiding Groei naar een duurzame samenleving Europese doelstelling tegen de opwarming van het klimaat : 20-20-20 tegen 2020 : 20% minder CO 2 uitstoot 20% minder energie

Nadere informatie

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 RUP Kanaalzone West Wielsbeke Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Welke plannen worden vervangen? Situering van het plangebied Hoger beleidskader

Nadere informatie

Tri-Eco, econologie in actie.

Tri-Eco, econologie in actie. Tri-Eco, econologie in actie. Energie infodag Land- en Tuinbouw: Jan Viroux (TriEco) Donderdag 27 januari 2009 Inleiding Wat is een windmolen? Bouw en werking. Principes en soorten. Stappenplan naar realisatie

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

Kortrijk. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77)

Kortrijk. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77) Kortrijk 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77) 1082 De gebieden die als "reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van

Nadere informatie

Leuven Noord. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan BIJLAGE 1: GRAFISCH PLAN BIJLAGE 2: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Leuven Noord. gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan BIJLAGE 1: GRAFISCH PLAN BIJLAGE 2: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Leuven Noord BIJLAGE 1: GRAFISCH PLAN BIJLAGE 2: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

Nadere informatie

Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017, ontvangen op 4/12/2017, met referentie gevraagde gegevens over. IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017, ontvangen op 4/12/2017, met referentie gevraagde gegevens over. IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED Willebroek, 11 december 2017 Iva-Innova Gemeente Willebroek Pastorijstraat 1 2830 Willebroek u/ref.mail: alex.vanbeersel@willebroek.be o/ref Volgnr.: 2017/763 Als gevolg aan uw aanvraag van 4/12/2017,

Nadere informatie

afbakening zeehavengebied Gent - fase 2

afbakening zeehavengebied Gent - fase 2 gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Gent - fase 2 Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Gent - fase 2

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t

Nadere informatie

ASPIRAVI. Project E403 Lichtervelde en Wingene

ASPIRAVI. Project E403 Lichtervelde en Wingene ASPIRAVI Project E403 Lichtervelde en Wingene Groei naar een duurzame samenleving Europese doelstelling tegen de opwarming van het klimaat : 20-20-20 tegen 2020 : 20% minder CO 2 uitstoot 20% minder energie

Nadere informatie

Oostelijke Tangent Sint-Niklaas

Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN Oostelijke Tangent Sint-Niklaas Pagina 2 van 9 Gewestelijk

Nadere informatie

Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning

Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning Oppervlaktedelfstoffenzone ALLUVIALE KLEI VAN SCHELDE- EN MAASBEKKEN & POLDERKLEI Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften

Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Kust-Polders-Westhoek In

Nadere informatie

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag:

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: 1 MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Voorliggend formulier is slechts een model dat aangepast kan worden aan de specifieke wensen en noden van de gemeente vak in te vullen door de aanvrager

Nadere informatie

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST EN KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST + KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu

Nadere informatie

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) Roeselare - Tielt 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) 0180 De gebieden die als "reservegebied voor woonwijken" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de gemeente of de vereniging van gemeenten

Nadere informatie

Juridische en ruimtelijke aspecten

Juridische en ruimtelijke aspecten Openbreken van de markt voor kleine en middelgrote windturbines Juridische en ruimtelijke aspecten Startpunt: In het verleden zijn er reeds verschillende vergunningsaanvragen van kleine en middelgrote

Nadere informatie

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) Oudenaarde 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77) 0912 De agrarische gebieden met landschappelijke waarde, die op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven overdrukt zijn met de letters V of B,

Nadere informatie

INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE DOSSIERNUMMER: N2018-00155 GEMEENTE: Lummen, Dienst Ruimtelijke Ordening, Gemeenteplein 13, 3560 Lummen. DATUM opmaak document: 16 maart 2018 Uw referentie: Lummen,

Nadere informatie

Windpark Greenport Venlo - deelgebied Trade Port Noord

Windpark Greenport Venlo - deelgebied Trade Port Noord Windpark Greenport Venlo - deelgebied Trade Port Noord Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Wijze van meten 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking Vlaamse Regering AMV/00024402/1001 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel II van het VLAREM ingediend door Temur Irfan voor een brandstofbevoorradingsstation

Nadere informatie

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002

...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/ /1002 ...1) Vlaarnse Regering ~ AMV/00062161/1002 Besluit van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, eerste zin, van

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 4 september 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 4 september 2015 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 4 september 2015 Besluit GOEDGEKEURD B-punten stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling De heer Bart De Wever,

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW. Gelet op Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel , 6 en ;

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW. Gelet op Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel , 6 en ; Ministerieel besluit houdende de gedeeltelijke goedkeuring van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Windlandschap Eeklo-Maldegem van de provincie Oost-Vlaanderen. DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING,

Nadere informatie

gebieden voor toeristischrecreatieve

gebieden voor toeristischrecreatieve Provincie Oost-Vlaanderen - Gemeente Sint-Gillis-Waas ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gebieden voor toeristischrecreatieve structuur Golfterrein Sint-Gillis-Waas bijlage II: stedenbouwkundige

Nadere informatie

A. Samenvatting van het dossier

A. Samenvatting van het dossier ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand Regionaal Bedrijf MAKRO te Antwerpen en Wijnegem A. Samenvatting van het dossier A.1. Situering

Nadere informatie

RUP RWZI SINAAI TE SINT-NIKLAAS stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp

RUP RWZI SINAAI TE SINT-NIKLAAS stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp RUP RWZI SINAAI TE SINT-NIKLAAS stedenbouwkundige voorschriften voorontwerp 2015 In zijn ontwerpversie gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad van... De secretaris, De voorzitter, Het College

Nadere informatie

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier MER-forum 10 juni 2004 Inleiding MER-forum 10 juni 2004 Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgeving (project-m.e.r.) Inhoud van de

Nadere informatie

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/10/2015

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/10/2015 1/3 AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/10/2015 STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING KLEINSCHALIGE WINDTURBINES Toelichting Het college besliste in zitting van 2 juli 2013 tot de opmaak

Nadere informatie

Kempische Kleiputten. Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 1 van 12

Kempische Kleiputten. Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. 1 van 12 Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kempische Kleiputten Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften 1 van 12 2 van 12 3 van 12 ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kempische

Nadere informatie

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES Planologisch attest Scheys beton N.V. 30/09/2015 Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachtnemer Plan-MER-screening Planologisch attest

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 14.11.2011 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 68251 VLAAMSE OVERHEID N. 2011 2948 [C 2011/35922] 14 OKTOBER 2011. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 RUP Hernieuwenburg Wielsbeke Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Situering van het plangebied Aanleiding aan te pakken ruimtelijke vraagstukken

Nadere informatie

gemeenteraad Besluit Onderwerp: Aanvraag stedenbouwkundige vergunning NR. 2017/ Kuhlmannlaan/Riemekaai - zaak van de wegen - Goedkeuring

gemeenteraad Besluit Onderwerp: Aanvraag stedenbouwkundige vergunning NR. 2017/ Kuhlmannlaan/Riemekaai - zaak van de wegen - Goedkeuring gemeenteraad Besluit OPSCHRIFT Vergadering van 25 september 2017 Besluit nummer: 2017_GR_00809 Onderwerp: Aanvraag stedenbouwkundige vergunning NR. 2017/07133 - Kuhlmannlaan/Riemekaai - zaak van de wegen

Nadere informatie

Uittreksel uit het vergunningenregister

Uittreksel uit het vergunningenregister datum 31 januari 2017 uw kenmerk JBesage33B ons kenmerk bijlage(n) / contactpersoon Christel Belpaeme infonot@oostende.be Uittreksel uit het vergunningenregister Voor zover ons bekend, is er 1 dossier

Nadere informatie

Afbakening zeehavengebied Gent Inrichting R4-oost en R4-west

Afbakening zeehavengebied Gent Inrichting R4-oost en R4-west gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Gent Inrichting R4-oost en R4-west Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap gewestelijk ruimtelijk

Nadere informatie

Bestaand regionaal bedrijf

Bestaand regionaal bedrijf gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand regionaal bedrijf Makro te Antwerpen Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

Titel Windenergie in Natuurnetwerk Brabant WP de Pals

Titel Windenergie in Natuurnetwerk Brabant WP de Pals Titel Windenergie in Natuurnetwerk Brabant WP de Pals Datum 16 november 2018 Auteur Steven Velthuijsen Inleiding In voorliggend memo wordt berekend hoe groot de compensatie-opgave is voor de aanleg van

Nadere informatie

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking Vlaamse Regering AMV/000157671/1000 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.17.2.1, 3, van titel II van het VLAREM ingediend door de bvba DTN Team, Bisschopslaan

Nadere informatie

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED 1 MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE Voorliggend formulier is een model dat aangepast kan worden aan de specifieke wensen en noden van de gemeente vak in te vullen door de aanvrager IDENTIFICATIE

Nadere informatie

stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften stedenbouwkundige voorschriften Algemene bepalingen...35 Artikel 1: Zone voor wonen en jeugdverblijf...38 Artikel 2: Recreatief parkgebied...42 Artikel 0: Algemene bepalingen 0.1. Ruimtelijke kwaliteit

Nadere informatie

Bestaand regionaal bedrijf

Bestaand regionaal bedrijf Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand regionaal bedrijf N.V. Wijckmans te Ham Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie