Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking op het verzoek zijn zienswijzen

Transcriptie

1 Brabantlaan 1 Postbus MC s-hertogenbosch Telefoon (073) Fax (073) IBAN NL86INGB Bereikbaarheid openbaar vervoer en fiets: Onderwerp Wet geluidhinder, plan "N629 fase 2 tussen Oosterhout en Dongen". 1. HET VERZOEK Op 14 april 2018 hebben wij van Provincie Noord-Brabant cluster P en V een verzoek ontvangen om vaststelling van hogere grenswaarden, krachtens artikel 83 en artikel 100a van de Wet geluidhinder. Aanleiding van het verzoek de aanleg van de nieuwe N629. Bij het tracé van de nieuwe N629 is voor een klein deel sprake van wijziging van de bestaande Ekelstraat Uw kenmerk - Contactpersoon B.G.J. (Boudewijn) Sonnenberg Telefoon (073) bsonnenberg@brabant.nl Bijlage(n) - 2. PROCEDURE Op de voorbereiding van dit besluit tot vaststelling van hogere grenswaarden is, op grond van artikel 110c Wet geluidhinder, het bepaalde in artikel 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Bekendmaking ontwerpbeschikking A. Ter inzage legging De ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken hebben gedurende zes weken, namelijk van 5 juni 2018 tot en met 17 juli 2018, ter inzage gelegen bij de gemeente Oosterhout en in het Provinciehuis van Noord-Brabant, Brabantlaan 1 te s-hertogenbosch. Zienswijzen B. Ingekomen zienswijzen Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking op het verzoek zijn zienswijzen De provincie Noord-Brabant is verkozen tot best bestuurde decentrale overheid Meer informatie op:

2 ingekomen, namelijk van: a. M. Huijben-Weterings, Hoogstraat te Oosteind; b. A.J.A. Raats en H.C. Raats van Beek, Ekelstraat te Oosteind; c. Linssen advocaten, namens A.J.M. Sips, Ekelstraat te Oosteind; d. A. van de Ven, Hoogstraat 92 Oosterhout. De zienswijzen zijn binnen de wettelijke termijn ingediend. Reclamanten kunnen als belanghebbend worden beschouwd. De zienswijzen kunnen in behandeling worden genomen. Deze behandeling is opgenomen in paragraaf TOETSINGSKADER In de Wet geluidhinder zijn normen opgenomen voor de toelaatbare geluidbelasting. De wet gaat daarbij uit van een voorkeursgrenswaarde en een ten hoogst toelaatbare geluidbelasting. Een geluidbelasting onder de voorkeursgrenswaarde is in het algemeen zonder meer toelaatbaar. De effecten van geluid worden dan aanvaardbaar geacht. Een geluidbelasting hoger dan de hoogst toelaatbare geluidbelasting is niet acceptabel. In het gebied tussen de voorkeursgrenswaarde en de ten hoogst toelaatbare geluidbelasting is de geluidbelasting alleen toelaatbaar na een afwegingsproces. Dit afwegingsproces heeft vorm gekregen in de zogenoemde procedure hogere grenswaarde voor geluid. In het Ontheffingenbeleid Wet geluidhinder van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 10 februari 1998 is bepaald dat er bij woningen waarvoor een hogere grenswaarde wordt afgegeven, tenminste een geluidluwe gevel of plek aanwezig moet blijven danwel moet worden gerealiseerd. Dit houdt in dat er tenminste één gevel of plek een maximale geluidbelasting mag ondervinden van ten hoogste 48 db. Indien er geen geluidluwe gevel aanwezig is, komt een geluidluwe plek in beeld. 4. AANLEG N629 In de voorliggende situatie waarvoor hogere waarden wordt gevraagd, is sprake van bestaande en geprojecteerde woningen in buitenstedelijk gebied langs een nieuwe weg. Ingevolge artikel 82 van de Wet geluidhinder geldt voor deze woningen als voorkeursgrenswaarde 48 db. Artikel 83, lid 3, sub b Wgh biedt de mogelijkheid voor deze woningen een ten hoogst toelaatbare geluidbelasting vast te stellen tot een waarde van maximaal 58 db in buitenstedelijk gebied. In de Wet geluidhinder (artikel 110a, lid 5) is als voorwaarde opgenomen dat Gedeputeerde Staten hogere waarden kunnen vast te stellen als het om 2/21

3 stedebouwkundige, landschappelijke, verkeerskundige of financiële redenen niet of niet voldoende mogelijk is om bij de woningen de voorkeursgrenswaarde te halen. Overwegingen 4.1 Algemeen Het verzoek betreft hogere waarden voor de aanleg van de N629 voor een vijftal bestaande woningen en drie geprojecteerde woningen. In artikel 110a, lid 5 van de Wet geluidhinder is vermeld dat hogere grenswaarden alleen kunnen worden vastgesteld indien toepassing van maatregelen, gericht op het terugdringen van de geluidbelasting ondoeltreffend zal zijn of overwegende bezwaren ontmoet van stedebouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard. Hierbij worden allereerst bronmaatregelen beoordeeld, vervolgens wordt gekeken naar overdrachtsmaatregelen en tot slot naar maatregelen bij de ontvanger. 4.2 Bronmaatregelen Deze maatregelen hebben tot doel om de bron van het geluid te verminderen, waarbij gedacht kan worden aan verkeersmaatregelen of het toepassen van een geluidreducerend wegdek. De geluidreducerende effecten van verschillende typen wegdek zijn in het wettelijk vastgesteld Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2012 opgenomen. Bij de planvorming voor de betrokken weg wordt uitgegaan van de toepassing van een geluidarm wegdek in de vorm van SMA-NL8 G+ over een lengte van meter op de nieuw aan te leggen N629 en de te wijzigen N629 (Ekelstraat) tussen de kruising met de Provincialeweg en het bedrijventerrein Everdenberg-Oost. Gelet op de functie van de nieuwe weg, achten wij het treffen van bronmaatregelen in de vorm van het beperken van de verkeersintensiteiten hier niet reëel. De nieuwe weg zal een noodzakelijke verkeers- en vervoersfunctie vervullen. Mitsdien ontmoeten verdergaande doeltreffende bronmaatregelen, gericht op het verminderen van de vanwege de N629 te verwachten geluidbelasting op de gevels van de betrokken woningen tot 48 db overwegende bezwaren van verkeerskundige aard. 4.3 Maatregelen in de overdracht Overdrachtsmaatregelen bestaan bijvoorbeeld uit een geluidsscherm of een wal. 3/21

4 Voor de financiële afweging van bron- en overdrachtsmaatregelen bij de aanleg van een weg, zijn in de Wet geluidhinder geen toetsbedragen voorgeschreven. Dit is wel het geval in de Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder. Met ingang van 1 januari 2010 is de "Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder" van kracht. Deze regeling is bedoeld voor de beoordeling van de financiële doelmatigheid van geluidbeperkende maatregelen bij wegverkeerslawaai en spoorweglawaai. Onder geluidbeperkende maatregelen wordt in de regeling verstaan: bronmaatregelen, overdrachtsmaatregelen en (bij sanering in uitzonderlijke omstandigheden) onttrekking van een woning aan de bestemming. De Regeling introduceert een nieuw doelmatigheidscriterium en maakt het mogelijk dit criterium toe te passen. Toepassing is verplicht bij: aanleg of aanpassing van een hoofdweg of hoofdspoorweg in de zin van artikel 2 van de Tracéwet als bedoeld in hoofdstuk VI, afdeling 2A of hoofdstuk VII, afdeling 2 van de Wet geluidhinder; sanering op grond van hoofdstuk VI, afdeling 3 van de Wet geluidhinder en afdeling 3.1 en afdeling 4.3 van het Besluit geluidhinder. Deze twee gevallen zijn bij de aanleg van de N629 niet van toepassing. Het doelmatigheidscriterium kan vrijwillig toegepast worden. Om toch te komen tot een toetsing hebben wij aansluiting gezocht bij de Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder. In die regeling wordt getoetst door middel van een systeem van reductie- en maatregelenpunten. Er wordt gekeken naar een binnen het puntensysteem zo optimaal mogelijke maatregel om te bereiken dat de woningen waar mogelijk geen hogere gevelbelasting dan de voorkeursgrenswaarde ontvangen. Om bij de woningen, waarvoor nog hogere grenswaarden aan de orde zijn, te voldoen aan de voorkeursgrenswaarde, zijn afschermingen nodig. Aangezien het aantal reductiepunten ruimschoots lager is dan het aantal maatregelpunten voor deze afschermingen, worden deze overdrachtsmaatregelen als nietdoelmatig bestempeld (d.w.z. niet-kosteneffectief, zie paragraaf van het akoestisch rapport). Daarom komen deze woningen in aanmerking voor vaststelling van hogere geluidsgrenswaarden. De kosten van de maatregelen alsmede de daarmee te bereiken geluidreductie heeft bij ons tot de conclusie geleid dat aanvullende maatregelen in de overdracht voor de betreffende woningen uit het oogpunt van kosteneffectiviteit als niet doelmatig moeten worden beschouwd. Om die redenen zijn de genoemde overdrachtsmaatregelen in casu niet toepasbaar. Mitsdien ontmoeten verdergaande doeltreffende maatregelen in de overdracht, gericht op het verminderen van de vanwege de N629 te verwachten 4/21

5 geluidbelasting op de gevels van de betrokken woningen tot 48 db overwegende bezwaren van financiële aard. 4.4 Maatregelen bij de ontvanger Dergelijke maatregelen betreffen onder andere het isoleren van de gevel, zodat in de woning het geluidsniveau voldoet aan de normen van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder. Voor de woningen waarvoor een hogere grenswaarde wordt verleend, zijn mogelijk geluidwerende maatregelen nodig aan de gevels/dak om te kunnen voldoen aan de binnenwaarden. Ingevolge artikel 111, lid 2, van de Wet geluidhinder dient er voor zorg te worden gedragen dat de geluidbelasting vanwege de betrokken wegen in de woningen bij gesloten ramen niet meer bedraagt dan 33 db. 5 RECONSTRUCTIE N629 In de situatie waarvoor ontheffing wordt gevraagd is sprake van een bestaande woning Provincialeweg 29 in buitenstedelijk gebied langs een bestaande te reconstrueren weg. Op grond van artikel 100, lid 1 van de Wet geluidhinder geldt voor bestaande woningen vanwege een te reconstrueren weg een voorkeurgrenswaarde van 48 db. Op grond van lid 2 geldt dat indien voor een betrokken woning eerder een hogere waarde dan 48 db is vastgesteld, als voorkeurgrenswaarde de laagste van de volgende twee waarden geldt: de heersende waarde of de eerder vastgestelde waarde. Indien nooit eerder een hogere grenswaarde is vastgesteld en de heersende geluidsbelasting is hoger dan 48 db, dan geldt op basis van lid 3 de heersende geluidsbelasting als de voorkeursgrenswaarde. Is de heersende waarde lager dan de voorkeursgrenswaarde dan geld 48 db als voorkeursgrenswaarde. Binnen de, op basis van artikel 74 van de Wet geluidhinder geldende zone langs het te reconstrueren weggedeelte zijn een aantal woningen gelegen. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de te hanteren voorkeursgrenswaarde per woning waarbij de gevelbelasting, gelegen binnen de wettelijke zone (aandachtsgebied), groter of gelijk is aan 48 db. Waarneempu nt/ adres Waarnee m- Hoogte m Heersend e Waarde db Voorkeursgrenswaar de db 5/21

6 Provincialeweg 29 4, Onder bepaalde voorwaarden kunnen wij op grond van artikel 100a een hogere waarde dan de voorkeursgrenswaarde vaststellen. Deze verhoging mag maximaal 5 db bedragen ten opzichte van de geldende voorkeursgrenswaarde. In een tweetal specifieke gevallen, genoemd in artikel 100a, lid 1, onder a, ten eerste en tweede, is een verhoging van meer dan 5 db mogelijk. Op basis van artikel 100a, lid 1, onder b, en lid 2 gelden, afhankelijk van de situatie, voor woningen maximaal vast te stellen grenswaarden variërend van 58 tot 68 db. In de Wet geluidhinder (artikel 110a, lid 5) is als voorwaarde opgenomen dat Gedeputeerde Staten hogere waarden kunnen vast te stellen als het om stedenbouwkundige, landschappelijke, verkeerskundige of financiële redenen niet of niet voldoende mogelijk is om bij de woningen de voorkeursgrenswaarde te halen. OVERWEGINGEN 5.1 Algemeen In artikel 110a, lid 5 van de Wet geluidhinder is vermeld dat hogere grenswaarden alleen kunnen worden vastgesteld indien toepassing van maatregelen, gericht op het terugdringen van de geluidbelasting ondoeltreffend zal zijn of overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard. Hierbij worden allereerst bronmaatregelen beoordeeld, vervolgens wordt gekeken naar overdrachtsmaatregelen en tot slot naar maatregelen bij de ontvanger. In dit geval is er voor de woning Provincialeweg 29 sprake van een situatie als bedoeld in artikel 100a, lid 1, onder b van de Wet geluidhinder en geldt een maximale grenswaarde van 68 db. De verzochte hogere waarden overschrijden de geldende maximale grenswaarden niet. Waarneempu nt/ adres Waarnee m- Hoogte m Heersend e Waarde db Toename db 2030 Provincialeweg 29 4, Bronmaatregelen 6/21

7 Deze maatregelen hebben tot doel om de bron van het geluid te verminderen, waarbij gedacht kan worden aan verkeersmaatregelen of het toepassen van een geluidreducerend wegdek. De geluidreducerende effecten van verschillende typen wegdek zijn in het wettelijk vastgesteld Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2012 opgenomen. Bij de planvorming voor de betrokken weg wordt uitgegaan van de toepassing van een geluidarm wegdek in de vorm van SMA-NL8 G+ over een lengte van meter op de nieuw aan te leggen N629 en de te wijzigen N629 (Ekelstraat) tussen de kruising met de Provincialeweg en het bedrijventerrein Everdenberg-Oost. Gelet op de functie van de weg, achten wij het treffen van bronmaatregelen in de vorm van het beperken van de verkeersintensiteiten hier niet reëel. De weg zal een noodzakelijke verkeers- en vervoersfunctie vervullen. Mitsdien ontmoeten verdergaande doeltreffende bronmaatregelen, gericht op het verminderen van de vanwege de N629 te verwachten geluidbelasting op de gevels van de betrokken woning Provincialeweg 29 tot 48 db overwegende bezwaren van verkeerskundige aard. 5.3 Maatregelen in de overdracht Overdrachtsmaatregelen kunnen een geluidsscherm of een wal zijn. Met deze maatregelen zijn uiteraard kosten gemoeid. Voor de financiële afweging van maatregelen in de overdracht bij de reconstructie van een weg, zijn in de Wet geluidhinder geen toetsbedragen voorgeschreven. Om toch te komen tot een toetsbedrag hebben wij aansluiting gezocht bij de Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder. In die regeling wordt getoetst door middel van een puntensysteem. Er wordt gekeken naar een binnen het puntensysteem zo optimaal mogelijke afscherming om te bereiken dat de woningen waar mogelijk geen hogere gevelbelasting dan de voorkeursgrenswaarde ontvangen. Om bij de woning Provincialeweg 29, waarvoor nog hogere grenswaarden aan de orde is, te voldoen aan de voorkeursgrenswaarde, zijn afschermingen nodig. Aangezien het aantal reductiepunten ruimschoots lager is dan het aantal maatregelpunten voor deze afschermingen, worden deze overdrachtsmaatregelen als niet-doelmatig bestempeld (d.w.z. nietkosteneffectief, zie paragraaf van het akoestisch rapport). Daarom komt deze woning in aanmerking voor vaststelling van hogere geluidsgrenswaarden. Mitsdien stuiten overdrachtsmaatregelen, gericht op het verminderen van de vanwege de N629 te verwachten geluidbelasting op de gevels van de 7/21

8 betrokken woningen tot de geldende voorkeursgrenswaarde op overwegende bezwaren van financiële aard. 5.4 Maatregelen bij de ontvanger Dergelijke maatregelen betreffen onder andere het isoleren van de gevel, zodat in de woning het geluidsniveau voldoet aan de normen van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder. Voor de woningen waarvoor een hogere grenswaarde wordt verleend, zijn mogelijk geluidwerende maatregelen nodig aan de gevels/dak om te kunnen voldoen aan de binnenwaarden. Ingevolge artikel 111, lid 2, van de Wet geluidhinder dient er voor zorg te worden gedragen dat de geluidbelasting vanwege de betrokken wegen in de woningen bij gesloten ramen niet meer bedraagt dan 33 db. 6 Ontheffingenbeleid Wet geluidhinder van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d. 10 februari 1998 In ons Ontheffingenbeleid Wet geluidhinder d.d. 10 februari 1998 is opgenomen dat wij in geval van aanleg of reconstructie van een weg, steeds vragen om een geluidluwe gevel of een geluidluwe plek veilig te stellen. Hiervan is sprake indien de (gecumuleerde) geluidbelasting ter plaatse maximaal 48 db bedraagt. Wij streven bij de betrokken woningen dus naar een situatie waarbij de woningen ten minste een gevel of plek hebben waarop het geluidniveau lager dan of gelijk is aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder Voor de N629 vast te stellen hogere waarden, is getoetst aan voornoemd beleid. Bij alle woningen wordt voldaan aan de aanwezigheid van een geluidluwe gevel. 7. CUMULATIE De Wet geluidhinder (artikel 110 lid f) verplicht ons rekening te houden met cumulatieve effecten. Daar waar sprake is van meerdere lawaaibronnen wordt uitgegaan van het reken- en meetvoorschrift. Wanneer sprake is van meerdere lawaaibronnen geldt in principe dat de gecumuleerde waarde de maximale ontheffingswaarde niet mag overschrijden. Indien daaraan wordt voldaan dan zijn wij van mening dat er sprake is van een aanvaardbaar woonklimaat. De beoordeling van het verzoek leidt ons tot de conclusie dat voor de woningen Ekelstraat 1, 8 (61 db, 59 db) en de Provincialeweg 29 (61 db)de cumulatieve 8/21

9 gevelbelasting de maximale ontheffingswaarde overschrijdt. In deze situatie achten wij dit acceptabel aangezien er voor de drie panden een geluidluwe gevel/plek wordt gehandhaafd c.q gerealiseerd. Tevens dient in het onderzoek naar de noodzakelijke gevelmaatregelen rekening te worden gehouden met de gecumuleerde waarde om aan het wettelijk binnenniveau te voldoen. daar waar sprake is van wegverkeerslawaai de gecumuleerde waarde de maximale ontheffingswaarde niet zal overschrijden. 8. Reactie op de ingekomen zienswijzen De ingediende zienswijzen worden samengevat weergegeven. Dit betekent niet dat die onderdelen van zienswijzen die niet expliciet worden genoemd, niet in de beoordeling zijn betrokken. De zienswijzen zijn in het geheel beoordeeld. Samenvatting en reactie op de ingekomen zienswijzen a. M. Huijben-Weterings Hoogstraat 59 te Oosteind; 1. De N629 moet aangepakt worden om de doorstroming en leefbaarheid van de omwonenden te verbeteren. Dit betreft een afweging die in het kader van het Provinciaal inpassingsplan en de Milieueffectrapportage is gemaakt. 2. Uit kostenoverwegingen is besloten om de geluidsnormen naar boven bij te stellen. Voor de financiële afweging van maatregelen in de overdracht bij aanleg van een nieuwe weg, wordt in de Wet geluidhinder uitgegaan van het zogenaamde doelmatigheidscriterium dat hier eerder is beschreven. Om bij de 9 woningen, waarvoor hogere grenswaarden aan de orde zijn, te voldoen aan de voorkeursgrenswaarde, zijn afschermingen nodig. Aangezien het aantal reductiepunten ruimschoots lager is dan het aantal maatregelpunten voor deze afschermingen, worden deze overdrachtsmaatregel als niet-doelmatig bestempeld (d.w.z. niet-kosteneffectief). De kosten van de maatregelen alsmede de daarmee te bereiken geluidreductie heeft bij ons tot de conclusie geleid dat aanvullende maatregelen in de overdracht voor de betreffende woningen uit het oogpunt van kosteneffectiviteit als niet doelmatig moeten worden beschouwd. Om die redenen zijn de genoemde overdrachtsmaatregelen in casu niet toepasbaar. 9/21

10 In hoofdstuk 4 van het akoestisch onderzoek is dit nader onderbouwd. 3. Onlangs is mijn woning opgeknapt en geisoleerd. Kan ik de kosten die al gemaakt zijn om mijn huis te isoleren alsnog vergoed krijgen? Reeds getroffen maatregelen worden niet vergoed. 4. In de informatiebijeenkomst is gezegd dat de geluidoverlast van de huidige N629 net zo hoog zou zijn als van de toekomstige N629. Dit lijkt mij onwaarschijnlijk. Kunt u daarom nu een nul-meting ter plaatse doen? Zodat deze waarden later afgezet kunnen worden tegen de waarden van de nieuwe N629. Bij een akoestisch onderzoek geldt dat de geluidbelasting bepaald moet worden op basis van het wettelijk voorgeschreven Reken- en meetvoorschrift geluid. De keuze voor meten of rekenen is daarin in principe vrijgelaten voor het bevoegd gezag. In het algemeen wordt meten, in tegenstelling tot rekenmethodes, echter weinig toegepast. Onze voorkeur heeft het ook om uit te gaan van berekeningen en niet van metingen. De redenen daarvoor zijn als volgt: 1. De geluidsmaatregelen worden bepaald op basis van de geluidbelasting 10 jaar na reconstructie van de weg. Het is niet mogelijk om toekomstige geluidbelastingen te meten. 2. De wetgeving schrijft voor dat de geluidbelasting betrekking heeft op een jaargemiddeld verkeersbeeld; gemiddeld moeten worden over een etmaal waarbij voor de avond en de nacht een straftoeslag moet worden meegenomen. Er zijn veel metingen nodig om een goed beeld te krijgen van de geluidbelasting, dit is kostbaar. 3. Stoorgeluiden van andere bronnen zoals, andere wegen, brommers, wind of vogels moeten worden uitgesloten bij het bepalen van de geluidbelasting met metingen. De berekeningen in het akoestisch onderzoek dat betrekking heeft op onder andere uw situatie, zijn uitgevoerd conform het wettelijk voorgeschreven Reken- en meetvoorschrift geluid. Wij zijn van mening dat met deze berekeningen een beter beeld van de huidige en toekomstige akoestische situatie wordt weergegeven dan met metingen. Gelet op het voorgaande kunnen wij uw verzoek niet honoreren. 10/21

11 5. Wat gebeurd er als de nu gestelde normen nog verder worden overschreden? Indien aangetoond is dat de vastgestelde hogere waarden worden overschreden zullen er maatregelen te worden getroffen om de overschrijding weg te nemen. 6. In de informatiebijeenkomst is uitgelegd dat de Normen gemeten moeten worden in het huis met de ramen en deuren helemaal dicht. Wat zijn de geluidswaarden als ik een raam open zet of gezellig in de tuin wil zitten? Voor de bepaling van het wettelijk binnennivo wordt er uitgegaan van gesloten ramen. In hoofstuk 6 van deze beschikking wordt omschreven wat de geluidswaarden in de tuin zijn. 7. Graag verneem ik op welke wijze de provincie de belangen afweegt van de diverse overlast aspecten en de economische belangen. In het betrokken bestemmingsplan zijn deze aspecten overwogen en onderbouwd. 8. Ik zou graag spoedig een afspraak maken om een nulmeting te laten doen, zodat dit nog voor fase 1 kan gebeuren. Zie onder punt 4. Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd conform het wettelijk vastgestelde reken- en meetvoorschrift. Daarbij moet de toekomstige situatie van de weg worden onderzocht. Verkeerintensiteiten van alle betrokken wegen dienen daarbij geprognotiseerd tot tien jaar na openstelling van de nieuwe weg (2030). Aangezien het een toekomstige situatie betreft, kunnen metingen niet worden uitgevoerd. b. A.J.A. Raats en H.C. Raats van Beek, Ekelstraat 8 te Oosteind; 1. De nieuwe weg zou een verbetering moeten zijn voor zowel de doorstroming als de leefbaarheid van de omwonende. 11/21

12 Deze aspecten zijn overwogen en onderbouwd in het betrokken bestemmingsplan en bijbehorende MER. 2. Financien zijn de enige genoemde redenen om niet aan de geluidsnormen te kunnen voldoen. Het akoestisch onderzoek is conform de wettelijke regeling uitgevoerd. Hierin zijn alle relevante aspecten betrokken, zoals toekomstige verkeersintensiteiten, windrichting, bodemdemping, reflecties en dergelijke. Vervolgens zijn de akoestische uitkomsten getoetst aan de Wet geluidhinder. Binnen de gestelde normen en voorwaarden zijn de hogere waarden vastgesteld. 3. Door de nieuwe wegligging ten opzichte van ons perceel, veranderd de plaats van de geluidsbron, zo zal er op meerdere gevels een hogere geluidbelasting komen ten opzichte van de huidige situatie. Er blijft geluid aan de voorkant en nu komt er geluid aan de zij- en achtertuin bij. In het onderzoek d.d. 29 januari 2018 met betrekking tot de geluidluwe plek bij woningen met een hogere waarde, is deze situatie onderzocht. De resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven in bijlage 3 van dit onderzoek. Hieruit blijkt dat de geluidbelasting in de toekomstige situatie lager zal zijn als in de huidige situatie. 4. We verwachten dat door de toenemende verkeersintensiteit het perceel rondom dag en nacht geluidhinder ondervindt van de nieuw aan te leggen N629, waarbij naast de intensiteit, nu ook de toegestane db s omhoog gaan. Het akoestisch onderzoek is conform de wettelijke regeling uitgevoerd. Hierin zijn alle relevante aspecten betrokken, zoals toekomstige verkeersintensiteiten, windrichting, bodemdemping, reflecties en dergelijke. Vervolgens zijn de akoestische uitkomsten getoetst aan de Wet geluidhinder. Binnen de gestelde normen en voorwaarden zijn de hogere waarden vastgesteld. 5. De achtertuin is juist een plek om te genieten van de rust. Door de toenemende geluidbelasting zal ons woongenot ernstig aangetast worden. We zouden graag in de tuin zoals deze nu gesitueerd is de geluidluwe plek veilig stellen. 12/21

13 De systhematiek van de Wet geluidhinder gaat uit van het beschermen van geluidgevoelige bebouwing. Buitenruimten krijgen in deze situatie geen bescherming op grond van de Wet geluidhinder. Echter, het beleid van de provincie is dat bij de woningen waarvoor een hogere waarde wordt afgegeven als gevolg van de reconstructie van een weg, bij die woning een geluidluwe gevel danwel plek met een geluidbelasting van maximaal de voorkeursgrenswaarde van 48 db wordt gehandhaafd danwel gerealiseerd. Wij hebben het verzoek getoetst aan ons beleid. Dit is in onze beschikking o.a. opgenomen onder paragraaf 6 van deze beschikking. 6. De geluidsnormen worden gemeten in huis met alle ramen en deuren dicht. Betekent dit dat u hiermee al indirect aangeeft dat in de tuin zitten niet meer aangenaam zal zijn? Voor het bepalen van de gevelisolatie worden de normen gehanteerd zoals die zijn opgenomen inartikel 111b, lid 2, van de Wet geluidhinder en dus gelden voor het binnenivo van de woning. Voor het buiten zitten in de tuin geldt het gestelde onder punt 6. van de beschikking. 7. De enige compensatie die wordt geboden is het vergoeden van de isolatie van de woning. Is het ook mogelijk om ter hoogte van ons perceel andere geluidswerende maatregelen te nemen om o.a. de leefbaarheid in de tuin te verhogen? Het akoestisch effect van een afscherming is het grootst als deze zo dicht mogelijk bij de bron wordt gerealiseerd. Het realiseren van een afschermende voorziening op het grondgebied van Ekelstraat 8, zoals reclamant voorstelt, houdt in dat deze verder van de bron wordt gerealiseerd. Om hetzelfde reducerende effect te kunnen bereiken dient dan de dimensionering van deze afschermende voorziening veel groter en duurder te zijn, hetgeen nog ondoelmatiger zal zijn. 8. Wat gebeurt er als de 53 db nog verder wordt overschreden? Krijgen we dan ook een brief of worden er dan aanvullende maatregelen genomen? Indien aangetoond is dat de vastgestelde hogere waarden worden overschreden zullen er maatregelen te worden getroffen om de overschrijding weg te nemen. 13/21

14 8. Graag willen wij een afspraak maken dat na realisatie en in gebruikname van de nieuwe N629 een geluidmeting aan huis wordt gedaan om de nieuwe geluidbelasting te meten. Bij een akoestisch onderzoek geldt dat de geluidbelasting bepaald moet worden op basis van het wettelijk voorgeschreven Reken- en meetvoorschrift geluid. De keuze voor meten of rekenen is daarin in principe vrijgelaten voor het bevoegd gezag. In het algemeen wordt meten, in tegenstelling tot rekenmethodes, echter weinig toegepast. Onze voorkeur heeft het ook om uit te gaan van berekeningen en niet van metingen. De redenen daarvoor zijn als volgt: 1. De geluidsmaatregelen worden bepaald op basis van de geluidbelasting 10 jaar na reconstructie van de weg. Het is niet mogelijk om toekomstige geluidbelastingen te meten. 2. De wetgeving schrijft voor dat de geluidbelasting betrekking heeft op een jaargemiddeld verkeersbeeld; gemiddeld moeten worden over een etmaal waarbij voor de avond en de nacht een straftoeslag moet worden meegenomen. Er zijn veel metingen nodig om een goed beeld te krijgen van de geluidbelasting, dit is kostbaar. 3. Stoorgeluiden van andere bronnen zoals, andere wegen, brommers, wind of vogels moeten worden uitgesloten bij het bepalen van de geluidbelasting met metingen. De berekeningen in het akoestisch onderzoek dat betrekking heeft op onder andere uw situatie, zijn uitgevoerd conform het wettelijk voorgeschreven Reken- en meetvoorschrift geluid. Wij zijn van mening dat met deze berekeningen een beter beeld van de huidige en toekomstige akoestische situatie wordt weergegeven dan met metingen. Gelet op het voorgaande kunnen wij uw verzoek niet honoreren. c. Linssen advocaten, namens A.J.M. Sips, Ekelstraat te Oosteind 1. Cliënt kan zich niet verenigen met het standpunt dat dient te worden geconcludeerd dat er geen verdergaande doeltreffende akoestische bronmaatregelen, gericht op het verminderen van de vanwege de N629 te verwachten geluidbelasting op de gevels van de betrokken woningen tot 48 db, mogelijk zijn. Uit het ontwerpbesluit volgt dat verdergaande doeltreffende bronmaatregelen overwegende 14/21

15 bezwaren van verkeerskundige aard ontmoeten. Op geen enkele wijze wordt echter onderbouwd waarom er overwegende bezwaren van verkeerskundige aard bestaan. Het is voor cliënt dan ook niet duidelijk om welke verkeerskundige redenen het niet mogelijk is om bij de woning van cliënt de voorkeursgrenswaarde te halen. De verkeerskundige maatregelen betreffen het verlagen van de verkeersintensiteiten en/of het verlagen van de rijsnelheid voor de N629. De weg is mede ontworpen om het verkeer op de oude N629/Ekelstraat te verminderen. Verlaging van de verkeersintensiteiten op de nieuwe N629 is dan ook niet vanzelfsprekend. De wegen in Nederland zijn verdeeld in verschillende categorieën. Naar gelang de verkeersfunctie zijn dat stroom -, gebiedsontsluitings- en erftoegangswegen. Respectievelijk geldt als maximum snelheid 130/100 km/uur, 80 km/uur buiten de bebouwde kom en 50 (soms 70) km/uur binnen de bebouwde kom. Bij het bepalen van een maximumsnelheid op een wegvak wordt er naar gestreefd dat de snelheid zo geloofwaardig mogelijk is voor de betreffende situatie en omgeving. Het is voor het verkeer duidelijker en veiliger als in vergelijkbare situaties dezelfde snelheden gelden. De N282 ligt buiten de bebouwde kom en ook de omgeving van de weg geeft het beeld van buiten de bebouwde kom. Daarmee is 80 km/uur een geloofwaardige maximumsnelheid op deze weg. Voor de verkeersafwikkeling maakt 80 of 70 km/uur niet een dergelijk groot verschil, maar wel in de geloofwaardigheid van de geldende maximumsnelheid. 2. Uit het ontwerpbesluit kan echter de financiële doelmatigheid van de overdrachtsmaatregelen niet worden afgeleid, omdat de werkelijke kosten van de aanleg en onderhoud van de maatregelen niet is afgewogen tegen de geluidreductiedie de maatregelen kunnen realiseren. In verband hiermee is onvoldoende aangetoond dat overdrachtsmaatregelen onvoldoende doeltreffend zijn. In dit geval is immers geen kosten - baten afweging gemaakt. Voor een goede afweging is het noodzakelijk dat de kosten van maatregelen inzichtelijk worden gemaakt. Daarbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat van een groot initiatief, zoals in casu aan de orde, meer kosten in relatie tot de kosten van het project voor het treffen van maatregelen verlangd kunnen worden. Het enkel 15/21

16 uitgaan van reductiepunten is daarvoor echter onvoldoende. In dit geval had een afweging gemaakt moeten worden tussen het financieel belang versus het belang van cliënt bij een goed woon- en leefklimaat. Voor de financiële afweging van bron- en overdrachtsmaatregelen bij de aanleg van een weg, zijn in de Wet geluidhinder geen toetsbedragen voorgeschreven. Dit is wel het geval in de Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder. De Regeling doelmatigheid geluidmaatregelen Wet geluidhinder. In die regeling wordt getoetst door middel van een systeem van reductie- en maatregelenpunten. Deze punten zijn een rekeneenheid waarin het budget voor het treffen van geluidbeperkende maatregelen is uitgedrukt. 3. Uit het ontwerpbesluit volgt echter geen toezegging dat alle noodzakelijke voorzieningen getroffen zullen worden en, indien bekend, in algemene termen de wijze waarop deze voorzieningen uitgevoerd moeten worden. Cliënt zou echter graag zien dat er een intentieverklaring aan het besluit wordt gevoegd met de toezegging dat indien benodigd alle noodzakelijke voorzieningen getroffen zullen worden. Bij het aanvraagformulier behorende bij het verzoek is een verklaring als bedoeld in artikel 5.4, lid 1, sub d Besluit geluidhinder als bijlage gevoegd. Daarin is het volgende opgenomen; Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant verklaren, met het nemen van het besluit tot vaststellen van hogere waarden wegverkeerslawaai ingevolge de Wet geluidhinder, dat: - Zij financieel garant staan voor het treffen van de noodzakelijke maatregelen in verband met isolatie van de betreffende woningen; - Zij financieel garant staan voor het treffen van de noodzakelijke maatregelen voor het realiseren van een geluidluwe gevel of geluidluwe plek, aan of bij betreffende woningen. d. A. van de Ven, Hoogstraat 92 Oosterhout. 1. Wij verwachten van de provincie dat ook zij zich aan de voorschriften houdt en dus maatregelen neemt waarbij de garantie gegeven wordt aan de omwonenden om de 16/21

17 voorkeursgrenswaarde van 48 db geluid te waarborgen. Ondanks dat de hoogst toelaatlaatbare grenswaarde maximaal 58 db is. Wij gaan hierbij uit van het feit dat het hier een landelijke omgeving betreft en men zich er van bewust moet zijn dat landelijk wonen ook betekent dan men de bewoners de nodige rust kan bezorgen. Na het aanbrengen van het stille wegdek SMA-NL8 G+ blijft de geluidbelasting bij deze woningen beperkt tot maximaal 56 db Vervolgens is op grond van het doelmatigheidscriterium (DMC) geconstateerd dat afschermende maatregelen hier financieel niet doelmatig zijn. Op basis hiervan bestaat dan de mogelijkheid een hogere waarde te verlenen tot maximaal 58 db in een buitenstedelijke situatie.(artikel 83 lid 3 sub b Wet geluidhinder). 2. De provincie is niet van plan om meer maatregelen te nemen dan noodzakelijk waarbij het gebruik van zogenaamd stil asfalt de enige maatregel is om richting de voorkeurswaarde van 48 db te komen. Deze waarden komen uit theoretische berekeningen en kunnen nietgaranderen dat deze ook daadwerkelijk gehaald gaan worden in de situatie als de N629 aangelegd is. Omdat, volgens de provincie, het aantal bewoners dat getroffen wordt te klein en meer kosten niet in verhouding staan, is men niet van plan om meer maatregelen te nemen. Uiteraard is dit voor ons als bewoners onacceptabel. Voor de financiële afweging van maatregelen in de overdracht bij aanleg van een nieuwe weg, wordt in de Wet geluidhinder uitgegaan van het zogenaamde doelmatigheidscriterium dat hier eerder is beschreven. Om bij de 9 woningen, waarvoor hogere grenswaarden aan de orde zijn, te voldoen aan de voorkeursgrenswaarde, zijn afschermingen nodig. Aangezien het aantal reductiepunten ruimschoots lager is dan het aantal maatregelpunten voor deze afschermingen, worden deze overdrachtsmaatregel als niet-doelmatig bestempeld (d.w.z. niet-kosteneffectief). De kosten van de maatregelen alsmede de daarmee te bereiken geluidreductie heeft bij ons tot de conclusie geleid dat aanvullende maatregelen in de overdracht voor de betreffende woningen uit het oogpunt van kosteneffectiviteit als niet doelmatig moeten worden beschouwd. Om die redenen zijn de genoemde overdrachtsmaatregelen in casu niet toepasbaar. In hoofdstuk 4 van het akoestisch onderzoek is dit nader onderbouwd. 3. Daarbij komt dat de voorkeursgrenswaarden binnen in huis gemeten dienen te worden met alle ramen gesloten 17/21

18 en de bewoners dus geen rust meer hebben als wij on onze tuinen willen verblijven. Voor het bepalen van de gevelisolatie worden de normen gehanteerd zoals die zijn opgenomen inartikel 111b, lid 2, van de Wet geluidhinder en dus gelden voor het binnenivo van de woning. Voor het buiten zitten in de tuin geldt het gestelde onder punt 6. van de beschikking. 4. Het minste wat de provincie kan aanbieden is om actuele metingen te doen als de N629 aangelegd is en op die manier aantonen dat de geluidswaarden daadwerkelijk de waarden hebben zoals in het hierboven genoemde rapport vanwege de volgende factoren: a. er zal harder worden gereden dan 80km/u omdat het een 2x2-baans weg is. Op vele provinciale wegen is dit reeds het geval; b. de wind veelal uit het zuidwesten komt, precies onze kant op; c. wij ook met onze ramen open moeten kunnen slapen, zonder dat de weg daar overlast voor zorgt. a. Handhaving van de wettelijke snelheid betreft een aangelegenheid van de politie. b. Het akoestisch onderzoek is conform de wettelijke regeling uitgevoerd. Hierin zijn alle relevante aspecten betrokken, zoals toekomstige verkeersintensiteiten, windrichting, bodemdemping, reflecties en dergelijke. Vervolgens zijn de akoestische uitkomsten getoetst aan de Wet geluidhinder. Binnen de gestelde normen en voorwaarden zijn de hogere waarden vastgesteld. c. Aangezien er een hogere waarde wordt gevraagd, dient ingevolge artikel 111b, lid 2, van de Wet geluidhinder er voor zorg te worden gedragen dat de geluidbelasting vanwege de betrokken wegen in de woningen bij gesloten ramen niet meer bedraagt dan 33 db. Dit onderzoek vindt plaats na vaststelling van de hogere geluidgrenswaarden. Tevens verwijzen wij hier naar het gestelde onder punt 6 van deze beschikking m.b.t. de luwe gevel. 5. Wij willen als bewoners voorstellen om een lage geluidswal aan de oostzijde van de N629 aan te brengen als aangegeven op 24 mei Deze kan op eenvoudige wijze worden aangebracht uit grond die weggehaald wordt voor de aanleg van de weg. Deze wal kan tevens de landelijke uitstraling bewerkstelligen die zo kenmerkend is voor dit buitengebied. 18/21

19 Deze aspecten hebben mede betrekking op de procedure met betrekking tot het PIP. De ontheffingsprocedure gaat uit van de aanvraag zoals deze is ingediend. Verder verwijzen we naar het gestelde onder punt 1 van deze zienswijze. 8. CONCLUSIE Het voorgaande geeft ons aanleiding om het verzoek in te willigen. Voor de woningen waarvoor hogere grenswaarden worden afgegeven, geldt het volgende. Maatregelen aan de bron en in de overdracht om de geluidbelasting tot de voorkeursgrenswaarde terug te dringen zijn onvoldoende doeltreffend dan wel ontmoeten overwegend bezwaren van verkeerskundige en financiële aard. Mitsdien zijn wij van mening dat voldaan wordt aan het gestelde in artikel 110a, lid 5 van de Wet geluidhinder. Conform ons ontheffingenbeleid Wet geluidhinder zal, bij de woningen waarvoor een hogere grenswaarde wordt afgegeven, worden voldaan aan het criterium van de aanwezigheid van een geluidluwe gevel of plek. Hierbij merken wij op, dat met het vaststellen van deze hogere waarden, geen uitspraak wordt gedaan over het (ontwerp-)plan. 19/21

20 GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-BRABANT: gelet op de Wet geluidhinder, het Besluit geluidhinder, de Algemene wet bestuursrecht en de notitie "Ontheffingenbeleid Wet geluidhinder"; BESLUITEN: 1. als hogere grenswaarden voor woningen ten behoeve van het plan N629, vast te stellen de waarden van maximaal: Aanleg N629 Waarneempunt adres Waarneemhoogte verzochte hogere waarde Kadastrale gegevens Gemeente sectie en nummer 057-NW Ekelstraat NW Ekelstraat NW Ekelstraat ZW Hoogstraat ZW Hoogstraat Woonwerkkavel 1 02 Woonwerkkavel 2 03 Woonwerkkavel 3 4,5 56 OTH01V1124 4,5 52 OTH01V363 7,5 53 OTH01V1124 7,5 50 OTH01V694 4,5 49 OTH01V730 7,5 51 7,5 51 7, /21

21 Wijziging N629 Waarneempunt adres Waarneemhoogte verzochte hogere waarde Kadastrale gegevens Gemeente sectie en nummer 005-W Provincialeweg 29 4,5 51 OTH01V afschrift van dit besluit te zenden aan: - het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Cluster Projecten en Vastgoed, t.a.v. dhr. K. van Driel, Postbus 90151, 5200 MC 's-hertogenbosch; - het college van burgemeester en wethouders van Oosterhout - de bewoners van de panden waarvoor een hogere waarde wordt vastgesteld. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, namens deze, N. Wester, programmamanager Milieu en Gezondheid 21/21