Wijziging Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

Transcriptie

1 VW Wijziging Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer 13 december 2002/ Nr. HDJZ/S&W/ Hoofddirectie Juridische Zaken De Minister van Verkeer en Waterstaat, Gelet op artikel 42, eerste lid, en 43, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, en 46, vierde lid, van het Besluit personenvervoer 2000; Besluit: Artikel I De Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer 1 wordt als volgt gewijzigd: A Na artikel 27 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 27a Een sterabonnement met een geldigheidsduur van een jaar kan gedurende die periode worden omgewisseld voor een jaarabonnement met een hoger aantal sterwaarden. De centrumzone kan hierbij worden gewijzigd. B In artikel 44 wordt artikel 3.1, onderdelen a en b van de overeenkomst inzake de OV-studentenkaart, bedoeld in artikel 4.5., eerste lid, van de Regeling OV-Studentenkaart 2000 vervangen door: de artikelen 1.3 en 1.4 van de overeenkomst inzake de OV-studentenkaart, bedoeld in artikel 4.5, eerste lid, van de Regeling Studiefinanciering C Van bijlage 1 komen de onderdelen 1. Strippenkaarten en 6. OV-studentenkaart te luiden overeenkomstig bijlage 1 bij deze regeling. D Bijlage 2 wordt vervangen door bijlage 2 bij deze regeling. E In bijlage 4 wordt blad 37 West van vervangen door blad 37 West van , opgenomen in bijlage 3 bij deze regeling. F In bijlage 4 worden de in kolom A van onderstaande tabel genoemde bladen vervangen door de in kolom B genoemde bladen, welke laatstgenoemde bladen zijn opgenomen in bijlage 4 bij deze regeling. A 39 Oost van 39 Oost van West van 40 West van Oost van 45 Oost van Oost van 67 Oost van Artikel II Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003, met uitzondering van artikel I, onderdeel F, dat in werking treedt met ingang van 1 maart B Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen 3 en 4, die ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De Minister van Verkeer en Waterstaat, Roelf H. de Boer. 1 Stcrt. 2000, 245; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 28 oktober 2002 (Stcrt. 210). Bijlage 1, bedoeld in artikel I, onderdeel C, van de Regeling van 13 december 2002, nr. HDJZ/S&W/ tot wijziging van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer 1. Strippenkaarten a.2 strippenkaart Uit: Staatscourant 20 december 2002, nr.246 / pag. 69 1

2 b. 3 strippenkaart c. 8 strippenkaart en landelijke en stedelijke dagkaart d. 15 strippenkaart 1. voltarief Uit: Staatscourant 20 december 2002, nr.246 / pag. 69 2

3 2. Reductietarief Uit: Staatscourant 20 december 2002, nr.246 / pag. 69 3

4 e. 45 strippenkaart Uit: Staatscourant 20 december 2002, nr.246 / pag. 69 4

5 6. OV-studentenkaart Uit: Staatscourant 20 december 2002, nr.246 / pag. 69 5

6 Bijlage 2, bedoeld in artikel I, onderdeel D, van de Regeling van 13 december 2002, nr. HDJZ/S&W/ tot wijziging van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer Bijlage 2, behorende bij artikel 5, tweede lid, van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer Tarieven nationale vervoerbewijzen 1. Voor strippenkaarten gelden tarieven, als opgenomen in onderstaande tabel: Kaartsoort Vol tarief Reductietarief a. 2 strippen 1,60 - b. 3 strippen 2,40 - c. 8 strippen 6,40 - d. 15 strippen 6,20 3,90 e. 45 strippen 18,30-2. Het reductietarief, genoemd onder 1, is geldig voor kinderen, ouderen, voor houders van een OV-studentenkaart tijdens de periode waarin reizen met reductie is toegestaan, alsmede voor het vervoer van fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer Voor de landelijke dagkaart is een tarief verschuldigd van 12, Voor de stedelijke dagkaart is een tarief verschuldigd van 6, Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een week is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Kaartsoort Vol tarief Reductietarief a. 1 ster 9,30 5,90 b. 2 sterren 15,95 10,10 c. 3 sterren 23,80 15,10 d. 4 sterren - 19,80 e. 5 sterren - 24,75 f. 6 sterren - 29,70 g. netabon- - 34,90 nement 6. Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een maand zijn tarieven verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Kaartsoort Vol tarief Reductietarief a. 1 ster 30,75 19,50 b. 2 sterren 52,20 33,05 c. 3 sterren 77,60 49,15 d. 4 sterren 103,25 65,40 e. 5 sterren 128,60 81,45 f. 6 sterren 154,10 97,65 g. netabon- 182,75 115,80 nement 7. Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een jaar bedraagt het verschuldigde tarief tien maal het tarief dat verschuldigd is voor een abonnement met de geldigheidsduur van een maand. Indien het abonnement wordt omgewisseld als bedoeld in artikel 27a, is het prijsverschil voor de nog resterende maanden, minus de twee gratis maanden, verschuldigd. Een deel van de maand wordt hierbij als een volledige maand gerekend. Het prijsverschil wordt berekend op basis van de tarieven die golden op de ingangsdatum van het abonnement. 8. Het reductietarief voor de abonnementen geldt voor kinderen, jeugdigen, ouderen alsmede voor fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer Voor een combinatie-netabonnement met een geldigheidsduur van een dag is een tarief verschuldigd van 4, Voor combinatie-abonnementen met een geldigheidsduur van een maand is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Maandkaart a. 1 ster 21,50 b. 2 sterren 32,00 c. 3 sterren 43,50 d. netabonnement 55, Voor combinatie-abonnementen met een geldigheidsduur van een jaar zijn tarieven verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Jaarkaart a. 1 ster 227,00 b. 2 ster 341,00 c. 3 ster 454, Voor combinatie-netabonnementen met een geldigheidsduur van een jaar is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Stad/streekdeel OV-jaarkaart a. 1 persoon 433,50 b. 2 personen 496,50 c. 3 personen 518,00 d. 4 personen 531,00 e. 5 personen 541,50 f. 6 of meer personen 552,00 g. bedrijven 506, Voor de zomertoerpluskaart is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Zomertoerpluskaart a. 1 persoon 10,00 b. 2 personen 14, Voor de OV-studentenkaart is een tarief verschuldigd van 0, Voor de zomerzwerfkaart is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Zomerzwerfkaart a. voltarief 8,20 b. reductietarief 5, Het reductietarief voor de zomerzwerfkaart geldt voor kinderen, ouderen alsmede voor fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer Uit: Staatscourant 20 december 2002, nr.246 / pag. 69 6

7 Toelichting Deze wijziging van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer ziet op een zestal aanpassingen. Artikel I, onderdeel A (omwisseling jaarabonnement) Uit oogpunt van klantvriendelijkheid wordt de mogelijkheid geboden dat reizigers een jaarabonnement gedurende de geldigheidsperiode kunnen omwisselen voor een abonnement met een hogere sterwaarde. In onderdeel 7 van bijlage 2 wordt geregeld dat de reiziger in een dergelijk geval niet het prijsverschil gedurende de hele looptijd van het abonnement hoeft bij te betalen, maar slechts het prijsverschil voor de nog resterende maanden, minus de twee gratis maanden. Artikel I, onderdeel B (aanpassing OVstudentenkaart) De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft met ingang van 1 januari 2003 een nieuwe overeenkomst inzake de OV-studentenkaart gesloten. De reisvoorziening voor studenten op tijdstippen rond en in het weekend wordt verruimd. Het doel is het openbaar vervoer tijdens de spitsuren te ontlasten. Het gewijzigde artikel 43 verwijst nu naar de betreffende bepalingen in het nieuwe contract en naar de Regeling Studiefinanciering 2000, waarin het contract is geïmplementeerd. Artikel I, onderdeel C (nieuwe modellen strippenkaart) Het onderdeel 1. Strippenkaarten in bijlage 1 wordt vervangen omdat met ingang van 1 januari 2003 nieuwe modellen strippenkaarten op de markt worden gebracht, die zijn voorzien van een hologram. Dit is noodzakelijk omdat door middel van kleurenkopieën wordt geprobeerd om met strippenkaarten te frauderen. Met de nieuwe modellen wordt dit tegengegaan. Omdat er met ingang van 1 januari 2003 tevens nieuwe modellen OV-studentenkaarten zijn, wordt ook onderdeel 6. OV-studentenkaart in de bijlage vervangen. Artikel I, onderdeel D (nieuwe tarieven) Bijlage 2 bij de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer wordt vervangen door bijlage 2 bij deze regeling. Het betreft een verhoging van de stads- en streekvervoertarieven met ingang van 1 januari Over de vaststelling van de nieuwe tarieven is overleg gevoerd met de Tweede Kamer, vertegenwoordigers van de decentrale overheden met bevoegdheden op het terrein van het openbaar vervoer, de vervoerbedrijven en de consumentenorganisaties. Uitgangspunt bij de tariefstijging in de afgelopen jaren is geweest dat de kostenontwikkeling in de bedrijfstak wordt gevolgd om te voorkomen dat het voorzieningenniveau verder onder druk komt te staan. Gelet op de economische ontwikkelingen heb ik besloten een geringe extra tariefstijging door te voeren. De gemiddelde tariefstijging komt uit op 5,5%. Artikel I, onderdeel E (herstel zone Rozenburg) Ambtshalve wordt blad 37 West van in bijlage 4 van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer vervangen door blad 37 West van Het betreft het herstel van een kennelijke drukfout ten aanzien van de zonegrens van zone Rozenburg (5347), die op de Brielsebrug ligt en die sinds 1 september 1998 als zodanig in gebruik is. Voor de praktijk heeft deze aanpassing geen consequenties. Artikel I, onderdeel F (zonewijzingen Zeeland en Nijmegen) In dit onderdeel wordt op verzoek een tweetal zonewijzigingen doorgevoerd. De verzoeken zijn getoetst aan de criteria zoals opgenomen in artikel 10 van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer. Op verzoek van het dagelijks bestuur van het Knooppunt Arnhem-Nijmegen worden de bladen 39 Oost, 40 West en 45 Oost in bijlage 4 bij de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer met ingang van 1 maart 2003 vervangen door de bladen met gelijknamige aanduiding, opgenomen in bijlage 4 bij deze regeling. Het betreft een zonewijziging nabij Nijmegen, waarvoor de aanleiding is gelegen in de ontsluiting van het bedrijventerrein Bijsterhuizen met buslijn 052. In de oude situatie zou de buslijn drie zones moeten passeren. Omdat dit uit oogpunt van tarifering en duidelijkheid voor de reiziger onwenselijk is, wordt een nieuwe zonering vastgesteld waarin het bedrijventerrein Bijsterhuizen binnen één zone ligt. Op verzoek van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland wordt blad 67 Oost van vervangen in verband met het openstellen van de Westerscheldetunnel. Gezien het feit dat de totale lengte van de tunnel groter is dan de in artikel 10, vierde lid, genoemde gemiddelde zonegrootte, is het niet mogelijk dat het gehele tunneltraject één zone beslaat. Daarom wordt de zonering zodanig gewijzigd dat voor het tunneltraject een nieuwe zone 7653 wordt gevormd. Deze nieuwe zone grenst aan zone 7800 op de oever van de Westerschelde. De zonegrens aan de andere kant van de tunnel met zone 7745 komt enigszins in de tunnel te liggen. Het busstation Terneuzen zal als een overlapzone (voor zones 7653 en 7800) worden opgenomen. Het gevolg is dat de zone waarin de reiziger zich bevindt afhankelijk is van de reisrichting. Deze overlapzone wordt door de concessieverlener noodzakelijk geacht om de losse rit op het traject tussen de halten aan weerszijden van de tunnel (te weten busstation Terneuzen in Zeeuwsch-Vlaanderen en Tolplein Westerscheldetunnel in Zuid-Beveland) op maximaal vier zones uit te laten komen. In verband met het wegvallen van de bootverbinding is op dit traject nu fietsvervoer mogelijk, waarvan de tarifering gekoppeld is aan het aantal af te leggen zones. Het instellen van een overlapzone bij busstation Terneuzen betekent dat reizigers die in de richting van de Westerscheldetunnel reizen of daar vandaan komen zich bevinden in zone Reizigers die richting Terneuzen reizen of daar vandaan komen bevinden zich in zone Het Overlegorgaan Personenvervoer heeft ingestemd met de regeling. In het slotformulier van de regeling is bepaald dat de bijlagen 3 en 4 bij de regeling bekend worden gemaakt door terinzagelegging. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat is thans gevestigd aan de Plesmanweg 1-6 te Den Haag. Terinzagelegging vindt plaats in de bibliotheek. De Minister van Verkeer en Waterstaat, Roelf H. de Boer. Uit: Staatscourant 20 december 2002, nr.246 / pag. 69 7