BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet."

Transcriptie

1 Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer Betreft zaak: HOMIJ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet. I. Verloop van de procedure 1. De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) verricht onderzoek naar overtredingen van artikel 6 Mededingingswet (hierna: Mw), te weten: prijsafspraken, marktverdeling en informatie uitwisseling tussen bedrijven werkzaam in de installatiebranche in de periode vanaf 1 januari 1998 tot heden. Uit eerdere onderzoeksresultaten rees het vermoeden dat Homij Technische Installaties BV (hierna: Homij) betrokken was bij zodanige overtredingen. 2. Met het onderzoek belaste toezichthoudende ambtenaren van de NMa hebben in het kader van een bedrijfsbezoek bij Homij d.d. 2 juli 2003 op grond van artikel 5: 17 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) inzage gevorderd van bepaalde schriftelijke zakelijke gegevens en bescheiden, alsmede van digitale gegevens van diverse personen werkzaam bij de onderneming. 3. Homij heeft geen medewerking ex artikel 5:20 juncto 5:17 Awb aan de gevorderde inzage verleend. Bedoelde ambtenaren hebben vastgesteld dat aldus een overtreding is begaan als bedoeld in artikel 69, eerste lid, Mw. Overeenkomstig artikel 77, eerste lid, juncto artikel 69, eerste lid, Mw hebben zij daarvan op 18 september 2003 een rapport opgemaakt (hierna: het rapport), waarvan op 19 september 2003 een afschrift aan Homij is gezonden. 4. Bij brief van 6 oktober 2003 is Homij overeenkomstig het bepaalde in artikel 78, eerste lid, Mw de gelegenheid geboden haar zienswijze omtrent het rapport naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren te brengen. 1

2 5. Bij brief van 30 oktober 2003 heeft Homij schriftelijk haar zienswijze over het rapport naar voren gebracht. II. Feitelijke achtergrond 6. De feiten waarop dit besluit wordt gebaseerd, zijn weergegeven in het rapport en in het verslag van ambtshandelingen d.d. 8 juli Er bestaat geen verschil van mening over de relevante feiten, welke als volgt kunnen worden samengevat: - toezichthoudende ambtenaren van de NMa hebben op 2 juli 2003 vanaf 9.30 uur een bedrijfsbezoek gebracht aan het kantoor van Homij aan de Wattbaan 51 te Nieuwegein; - de toezichthoudende ambtenaren van de NMa hebben in afwachting van de komst van de heer [vertrouwelijk], directeur van Homij, zorggedragen voor het handhaven van de bestaande situatie; - een toezichthoudend ambtenaar van de NMa heeft de heer [vertrouwelijk] in aanwezigheid van zijn advocaat het doel van het onderzoek meegedeeld, namelijk onderzoek naar overtreding van artikel 6 Mw vanaf 1 januari 1998 tot heden met name de mogelijke betrokkenheid van Homij bij prijsafspraken, marktverdeling en informatie-uitwisseling in de installatiebranche; - een toezichthoudende ambtenaar van de NMa heeft meermalen inzage gevorderd van schriftelijke gegevens en bescheiden, alsmede van digitale gegevens van diverse personen werkzaam bij de onderneming waaronder de heer [vertrouwelijk] en zijn secretaresse; - de onderneming heeft alle medewerking aan het onderzoek geweigerd, de weigering na herhaalde vordering gehandhaafd en eerst inzage verleend na bevel van de sterke arm; - de advocaat van Homij heeft op 2 juli 2003 tijdens het bedrijfsbezoek de beweegredenen van Homij bij haar weigering mee te werken op schrift gesteld en aan een toezichthoudend ambtenaar van de NMa ter hand gesteld. Homij achtte de vordering onbevoegdelijk gegeven nu de inzagevordering onvoldoende was gespecificeerd en niet uit te sluiten viel dat de te kopiëren gegevens privé-gegevens zou bevatten. Voorts heeft Homij mede ter bewaring van alle rechten geweigerd aan de inzage-vordering gehoor te geven; - de advocaat van Homij heeft aangegeven op de hoogte te zijn van de door de NMa op 6 juni 2003 opgestelde Werkwijze met betrekking tot het inzien en kopiëren van 1 Zie dossierstuk 3594/3.O338 2

3 digitale gegevens en bescheiden (hierna: de Werkwijze) 2 op het gebied van het digitale onderdeel van het onderzoek; - op vordering van de sterke arm heeft de onderneming medewerking aan het onderzoek verleend. III. Zienswijze Homij Onvolledigheid van het verslag van ambtshandelingen en rapport 7. Homij heeft bezwaar tegen het verslag van ambtshandelingen en het rapport voor zover daarin niet is opgenomen dat tijdens het bedrijfsbezoek de beweegredenen van de onderneming tot weigering om mee te werken, zoals bevestigd bij de in het verslag van ambtshandelingen en rapport als bijlage opgenomen brief van 2 juli 2003, ook mondeling zijn medegedeeld. Voorts stelt Homij dat het verslag van ambtshandelingen en rapport ten onrechte niet vermelden dat het onderzoek is uitgebreid tot mededirecteur [vertrouwelijk] en dat de wijze waarop het onderzoek feitelijk werd uitgevoerd niet volledig is weergegeven, nu het, aldus Homij, een doorzoeking betrof. Overschrijding bevoegdheden 8. Homij stelt dat de ingrijpendheid van het onderzoek in een redelijke verhouding moet staan tot het doel van het onderzoek en dat het onderzoek op de minst belastende wijze moet plaatsvinden (proportionaliteit, subsidiariteit). Dit leidt Homij af uit artikel 5:20, eerste lid, juncto 5:13 Awb. 9. Homij ontleent aan de wetsgeschiedenis van de Awb 3 de eis dat een toezichthouder aan de betrokkene de redenen mededeelt waarom hij van zijn bevoegdheid gebruik zal maken. Homij maakt uit het rapport (randnummer 14) op dat de NMa reeds eerder onderzoek had verricht en dat dat onderzoek kennelijk aanwijzingen had opgeleverd van door de NMa kennelijk als verdacht beschouwde, concrete gedragingen van Homij. Naar de mening van Homij moet juist in een dergelijke situatie het onderzoek op de desbetreffende gedragingen worden toegespitst en moet dit ook aan de betrokkenen kenbaar worden gemaakt, zodra medewerking wordt gevorderd. In het onderhavige geval is dat niet gebeurd, maar is in algemene zin inzage in gegevens gevorderd. Aan Homij is daarmee de mogelijkheid ontnomen om te bepalen of zij juridisch gezien verplicht was om medewerking te verlenen. Voor zover de NMa specificatie achterwege heeft gelaten uit vrees voor verduistering van bewijsmateriaal, betwist Homij dat daartoe enige aanleiding was. De NMa had, volgens Homij, feiten en omstandigheden moeten stellen waarop een dergelijke vrees gebaseerd was. 2 Vindplaats: 3 TK , nr. 3, p

4 10. Homij concludeert dat onder deze omstandigheden geen sprake is geweest van medewerking die redelijkerwijs kon worden gevorderd. 11. Een ander opvatting zou, zo stelt Homij, ertoe leiden dat NMa-ambtenaren bevoegd waren tot doorzoeking, hetgeen in de parlementaire geschiedenis is omschreven als informatie opsporen die nog niet bekend of geheel geïdentificeerd is 4. Nu de ambtenaren zich in casu niet hebben gericht op specifiek aangeduide informatie, is er, aldus Homij, sprake van een ongeoorloofde doorzoeking. 12. Homij betoogt verder dat het ontoereikend motiveren van het doel en de omvang van het onderzoek in strijd is met artikel 6 Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (hierna: EVRM). Het beginsel dat niemand kan worden verplicht om mee te werken aan zijn eigen veroordeling omvat, aldus Homij, blijkens uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) in de zaken Funke 5 en JB vs. Zwitserland 6, dat een verdachte niet kan worden gedwongen om mee te werken aan de verzameling van bewijs tegen zich zelf. Strijd met artikel 8 EVRM 13. Homij beroept zich tot slot op het recht op eerbiediging van haar bedrijfsruimte en stelt dat het onderzoek, zoals door de NMa uitgevoerd, de toets aan artikel 8, tweede lid, EVRM niet kan doorstaan. Homij stelt dat de doorzoeking niet bij wet is voorzien, en dat, indien wordt geoordeeld dat het onderzoek wel in overeenstemming is met de wet, de Nederlandse wetgeving onvoldoende waarborgen biedt om misbruik van de wettelijke bevoegdheden te voorkomen. Een bedrijfsbezoek is, volgens Homij, niet mogelijk zonder dat een rechter vooraf zijn goedkeuring heeft gegeven en zonder dat een (hulp)officier van justitie bij het bedrijfsbezoek aanwezig is. Homij beroept zich hiertoe onder andere op de arresten van het EHRM inzake Colas Est e.a. vs. Frankrijk (hierna: Colas Est) 7, Niemitz vs. Duitsland 8 en Funke 9. In de onderhavige zaak is, aldus Homij, derhalve sprake van strijd met artikel 8 EVRM en kon in redelijkheid geen medewerking worden gevorderd. 4 TK , 3, p. 8 5 EHRM 25 februari 1993, NJ 1993, EHRM 3 mei 2001, AB 2002/343 7 EHRM 16 april 2002, AB 2002, EHRM 16 december 1992, no. 72/1991/324/396 9 zie noot 4 4

5 IV. Wettelijk kader 14. Met het toezicht op de naleving van de Mededingingswet zijn conform artikel 50 Mw belast de door de d-g NMa bij besluit aangewezen ambtenaren van de NMa. Bij besluit van 2 januari 1998 heeft de d-g NMa uitvoering gegeven aan artikel 50, eerste lid, Mw De aangewezen toezichthoudende ambtenaren zijn tevens krachtens artikel 52, eerste lid, Mw belast met onderzoek. Voor het doen van onderzoek beschikken zij over de bevoegdheden, die in de Mededingingswet zijn toegekend in de artikelen 52 tot en met 55 Mw. Voorts volgt uit artikel 52, tweede lid, Mw dat zij tijdens het doen van onderzoek tevens beschikken over de bevoegdheden van toezicht, voor zover deze niet zijn beperkt in de artikelen 51 en 53 Mw. 16. De krachtens artikel 50, eerste lid, Mw aangewezen ambtenaren zijn toezichthouder als bedoeld in artikel 5:11 Awb. In afdeling 5.2 Awb wordt aan een toezichthouder een aantal bevoegdheden verleend ter uitoefening van het toezicht op de naleving van specifieke wetten. Op grond van artikel 5:13 Awb maakt een toezichthoudend ambtenaar slechts gebruik van zijn bevoegdheden voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. 17. Voor het toezicht op de naleving van de Mededingingswet zijn onder meer de artikelen 5:17 en 5:20 Awb van belang. Artikel 5:17 Awb bepaalt dat een toezichthouder bevoegd is om inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden en om van de gegevens en bescheiden kopieën te maken. Ingevolge artikel 5:20, eerste lid, Awb is een ieder verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. 18. Krachtens artikel 69, eerste lid, Mw kan de d-g NMa degene die in strijd handelt met artikel 5:20, eerste lid, Awb, een boete opleggen van ten hoogste EUR Ingevolge artikel 69, tweede lid, Mw legt de d-g NMa geen boete op indien de belanghebbende aannemelijk maakt dat hem van de overtreding geen verwijt kan worden gemaakt. 10 Besluit aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Mededingingswet, Staatscourant 1998, nr. 1. 5

6 V. Beoordeling Onvolledigheid van verslag van ambtshandelingen en rapport 20. De d-g NMa stelt vast dat, wat daar ook van zij, de feiten en omstandigheden die volgens Homij zouden ontbreken in het verslag van ambtshandelingen en het rapport niet aan de vaststelling van de overtreding van de medewerkingsplicht in de weg staan. Overschrijding bevoegdheden 21. De d-g NMa stelt voorop dat hij verantwoordelijk is voor de handhaving van de Mededingingswet. Indien aanwijzingen bestaan van overtreding van de Mededingingswet door een onderneming, kan de d-g NMa door middel van een bedrijfsbezoek onderzoek laten verrichten naar die vermeende overtreding. Bij een bedrijfsbezoek kunnen de toezichthoudende ambtenaren van de NMa gebruik maken van een aantal bevoegdheden die de Awb en Mw hen toekennen. Zo zijn zij bevoegd plaatsen te betreden (artikel 5:15 Awb) en inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden (artikel 5:17 Awb), zonodig met bijstand van de sterke arm (artikel 55 Mw). Een bedrijfsbezoek, in het kader van onderzoek als bedoeld in artikel Mw, wordt overwogen als er serieuze aanwijzingen bestaan voor een of meer overtredingen van de Mededingingswet. Indien tot een bedrijfsbezoek wordt besloten, gebeurt dat op basis van een zorgvuldig opgezet programma welke op het hoogste niveau binnen de NMa wordt gefiatteerd. 22. In casu beschikte de d-g NMa over aanwijzingen dat diverse grote installatiebedrijven, waaronder Homij, vermoedelijk ernstige overtredingen van de Mw hadden begaan, zodat bedrijfsbezoeken geïndiceerd waren. Het onderzoek was erop gericht vast te stellen dat de vermoede overtredingen al dan niet waren begaan. Het in randnummer 21 bedoelde programma met betrekking tot het voorbereiden van het bedrijfsbezoek is in deze zaak gevolgd. 23. De toezichthoudende ambtenaren van de NMa hebben bij aanvang van het onderzoek het doel van het onderzoek medegedeeld. Naar aanleiding van het betoog van Homij overweegt de d-g NMa dat noch in de Algemene wet bestuursrecht, noch in de Mededingingswet een grondslag kan worden gevonden voor de verplichting om bij een bedrijfsbezoek omtrent het doel van het onderzoek een verdergaande mededeling te doen dan dat het ging om handhaving van de Mededingingswet. Ook indien artikel 5:13 Awb ertoe zou nopen dat in een enkel geval wel een aanduiding van het doel wordt gegeven, dan kan daaruit nog niet worden afgeleid dat die aanduiding specifieker dient te zijn dan hetgeen in dit geval door de toezichthoudende ambtenaren van de NMa aan Homij is meegedeeld. Daarbij merkt de d-g NMa op dat onderzoeksbelangen zich in de regel zullen verzetten - en zich in dit geval ook hebben verzet - tegen een al te gedetailleerde aanduiding van het doel van het onderzoek. In 6

7 ieder geval zou de betrokken onderneming de gelegenheid worden geboden om belastend materiaal dat specifiek op het onderzoeksdoel betrekking heeft te verwijderen, dan wel gelegenheid worden geboden om natuurlijke personen of andere betrokken ondernemingen te waarschuwen. 24. De d-g NMa stelt verder vast dat het betoog van Homij gebaseerd is op de gedachte dat Homij het doel van het bedrijfsbezoek in detail dient te worden meegedeeld, teneinde haar in staat te stellen de rechtmatigheid van de vordering tot medewerking te beoordelen. De d-g NMa volgt dit betoog niet en merkt op dat de in artikel 5:13 Awb vermelde toets door de toezichthouder intern dient te worden uitgevoerd voordat tot gebruik van de bevoegdheden wordt overgegaan. Het is aan de rechter om zich in eventuele latere procedures over de rechtmatigheid van de toets uit te spreken. Voor een voorafgaande beoordeling door de onderneming ten aanzien waarvan de bevoegdheid zal worden uitgeoefend, kan noch in de Algemene wet bestuursrecht, noch in de Mededingingswet, noch ook in het EVRM een grondslag worden gevonden. 25. Homij betoogt verder dat de medewerkingsplicht in dit geval in strijd is met artikel 6 EVRM. Deze bepaling schrijft, voor zover hier van belang, voor dat een ieder bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging recht heeft op een eerlijke behandeling van zijn zaak. 26. Anders dan Homij lijkt te betogen, is de uitoefening van dwang, zoals in casu de inroeping van de sterke arm conform het bepaalde in artikel 55 Mw, bij de vordering tot inzage van gegevens op zichzelf niet onverenigbaar met artikel 6 EVRM. De ratio van die bepaling, alsmede van het zwijgrecht en het beginsel van "nemo tenetur" die daarin besloten liggen, is dat een ieder waartegen vervolging is ingesteld, wordt beschermd tegen overmatige overheidsdwang. In dat kader heeft het EHRM inzake Saunders vs. Verenigd Koninkrijk 11 geoordeeld dat artikel 6 EVRM zich niet verzet tegen het gebruik als bewijs van onder dwang door een verdachte afgegeven materiaal, zoals documenten, dat onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaat EHRM 17 december 1996, NJ 1997/ Zo oordeelde ook de Hoge Raad, HR 21 oktober 1997, NJ 1998/173. 7

8 27. Daargelaten of ten tijde van het bedrijfsbezoek reeds sprake was van vervolging als bedoeld in artikel 6 EVRM, stelt de d-g NMa vast dat sprake is geweest van een eerlijke behandeling in de zin van die bepaling. De onderhavige vordering tot inzage zag uitsluitend op gegevens en bescheiden in het kantoor van diverse personen, werkzaam bij Homij, waar het bedrijfsbezoek plaatsvond. De dwang die op Homij is uitgeoefend om mee te werken, bestond uit de waarschuwing dat bij niet-meewerken een rapport zou worden opgemaakt ter oplegging van een boete van maximaal EUR 4.500, terwijl niet ook al eerder een boete was opgelegd voor dezelfde overtreding. Bovendien is Homij niet gedwongen om actief bepaalde gegevens en bescheiden - ongeacht of deze bestonden - te selecteren en aan de NMa te overhandigen, dan wel om een verklaring af te leggen. Op al deze punten verschilde de dwang die op Homij tijdens het bedrijfsbezoek werd uitgeoefend van de omstandigheden die hebben geleid tot het door Homij genoemde arrest JB vs. Zwitserland 13, zodat in casu per saldo sprake was van wezenlijk minder dwang. Gelet op het bovenstaande is de d-g NMa van oordeel dat de dwang die op Homij is uitgeoefend zodanig was dat de grenzen waarbinnen gesproken kan worden van een eerlijke behandeling als bedoeld in artikel 6 EVRM niet zijn overschreden. 28. De d-g NMa stelt voorts vast dat in deze procedure uitsluitend het nemen van een besluit naar aanleiding van het uitgebrachte rapport niet meewerken aan de orde is (artikel 79 Mw). Argumenten van Homij die betrekking hebben op gedragingen van toezichthoudende ambtenaren van de NMa van na de vordering tot medewerking en de daaropvolgende weigering om aan die vordering te voldoen, doen niet af aan de overtreding van artikel 5:20 Awb. 29. Gezien het hiervoor in randnummer 28 opgemerkte, doet het argument van Homij dat tijdens het bedrijfsbezoek sprake zou zijn van een niet-geoorloofde doorzoeking, wat daar ook van zij, niet af aan de bevoegdheid van toezichthoudende ambtenaren van de NMa om medewerking te vorderen en aan de weigering van Homij om die medewerking te verlenen. Artikel 8 EVRM 30. De d-g NMa merkt allereerst op dat blijkens het arrest Colas Est een rechtspersoon niet in alle gevallen aan artikel 8 EVRM een recht op privacy kan ontlenen: volgens dit arrest kan dit 'onder bepaalde omstandigheden' het geval zijn. In dat kader wijst de d-g NMa er op dat het Franse onderzoek dat tot het arrest Colas Est heeft geleid, wat aantal bedrijven en reikwijdte van de uitgeoefende bevoegdheden betreft, veel verstrekkender was dan het onderzoek van de toezichthoudende ambtenaren van de NMa in de onderhavige zaak. Gezien de context van de toepasselijke nationale wetgeving in de zaak Colas Est en gezien de beperkte strekking van 13 Zie noot 6 8

9 het onderzoek van de NMa is geen sprake van een situatie waarin artikel 8, eerste lid, EVRM kan worden ingeroepen. 31. Bovendien, indien al zou moeten worden aangenomen dat zich in dit geval een inbreuk op artikel 8, eerste lid, EVRM, heeft voorgedaan, dan was deze gerechtvaardigd op grond van artikel 8, tweede lid, EVRM. In dat verband overweegt de d-g NMa dat, anders dan Homij stelt, de inmenging in de uitoefening van het recht op privacy bij wet is voorzien. Ingevolge artikel 5:17, eerste lid, Awb is een toezichthouder bevoegd inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden. Krachtens deze wettelijke bepaling waren de toezichthoudende ambtenaren van de NMa bevoegd inzage te vorderen in de zakelijke gegevens en bescheiden van Homij. Verder was de inmenging, naar het oordeel van de d-g NMa, noodzakelijk als bedoeld in artikel 8, tweede lid, EVRM. De beperking van het recht op privacy van Homij is evenredig aan het te beschermen legitieme belang het toezicht op de naleving van de Mededingingswet dat met de beperking wordt gediend. De toezichthoudende ambtenaren van de NMa hebben immers op evenredige wijze gebruik gemaakt van de bevoegdheden die hun ingevolge de Mededingingswet en de Algemene wet bestuursrecht toekomen. Voor het daadwerkelijk uitvoeren van toezicht op de naleving van de Mededingingswet kan het uit de aard der zaak noodzakelijk zijn inzage in een relatief groot aantal gegevens en bescheiden te vorderen. 14 Deze enkele omstandigheid kan de gebruikmaking van de bevoegdheid ingevolge artikel 5:17, eerste lid, Awb niet onrechtmatig maken. 32. Voorts overweegt de d-g NMa dat uit het arrest Colas Est volgt dat het totaal aan garanties beslissend is voor het antwoord op de vraag of sprake is van een gerechtvaardigde inmenging. Het bedrijfsbezoek dat de toezichthoudende ambtenaren van de NMa in onderhavige zaak hebben uitgevoerd, had een minder ingrijpend karakter en was met meer waarborgen omkleed dan het Franse onderzoek dat tot het arrest Colas Est heeft geleid. 15 De Nederlandse wetgeving voorziet immers met artikel 5:13 Awb in een duidelijke waarborg tegen misbruik van bevoegdheden door de toezichthouders. Van strijdigheid met artikel 8, tweede lid, EVRM is derhalve geen sprake. Aan de voorwaarden gesteld in deze bepaling wordt 14 Zoals het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in overweging 27 van het arrest Hoechst/Commissie van 21 september 1989, zaken 46/ 87 en 227/ 88, heeft geoordeeld ten aanzien van de bevoegdheid van de Europese Commissie ingevolge artikel 14 van Verordening 17/ 62: "[Het] recht van toegang zou zinloos zijn indien de personeelsleden van de Commissie zich ertoe zouden moeten beperken, de overlegging te vorderen van documenten of dossiers die zij vooraf nauwkeurig hebben kunnen identificeren. Het recht van toegang impliceert juist de mogelijkheid, allerhande informatie op te sporen die nog niet bekend of geheel geïdentificeerd is. Zonder deze mogelijkheid zou de Commissie niet in staat zijn, de voor haar verificatie noodzakelijke inlichtingen in te winnen, wanneer de betrokken ondernemingen hun medewerking weigeren of zich aldus gedragen dat verificatie belemmerd wordt." 15 Zie ook de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 18 juni 2003, zaak MEDED 01/621-RIP, AM 2003, 6. 9

10 voldaan 16. De NMa heeft het bedrijfsbezoek uitgevoerd zonder rechterlijke machtiging. Er is geen wettelijk vereiste (of procedure) die in een dergelijke machtiging voorziet. Anders dan Homij lijkt te veronderstellen verplicht deze bepaling dan ook niet tot een rechterlijke machtiging en tot de aanwezigheid van een (hulp)officier van justitie bij een bedrijfsbezoek. Een dergelijke verplichting valt ook niet af te leiden uit het arrest Colas Est. 33. Gezien het bovenstaande was het vorderen van inzage in gegevens en bescheiden bij wet voorzien en bovendien noodzakelijk als bedoeld in artikel 8, tweede lid, EVRM. Voor zover aan Homij op grond van artikel 8, eerste lid, EVRM een recht op privacy toekomt, was de inmenging daarin op grond van het tweede lid gerechtvaardigd. Conclusie 34. De aangewezen toezichthoudende ambtenaren hebben conform artikel 5:17 Awb van Homij gevorderd inzage te verlenen van zakelijke gegevens en bescheiden. Homij heeft dit meerdere malen geweigerd. Deze weigering van Homij is in strijd met de medewerkingsplicht van artikel 5:20, eerste lid, Awb juncto artikel 69, eerste lid, Mw. 35. De overtreding kan worden toegerekend aan Homij Technische Installaties BV. VI. Sanctiebevoegdheid 36. Ingevolge artikel 69, eerste lid, Mw, kan de d-g NMa degene, die jegens de in artikel 50, eerste lid, of artikel 52, eerste lid, Mw bedoelde ambtenaren in strijd handelt met artikel 5:20, eerste lid, Awb een boete opleggen van ten hoogste EUR Binnen dit wettelijke kader heeft de d-g NMa beoordelingsruimte, waarbij hij rekening dient te houden met algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het in artikel 3:4 Awb neergelegde beginsel van evenredigheid. 37. Voor de d-g NMa geldt als uitgangspunt dat de naleving van de medewerkingplicht van wezenlijk belang is voor de doeltreffendheid van de toepassing van de Mededingingswet en de controle op de naleving ervan. De d-g NMa heeft daarom gekozen voor een beleid waarbij in geval van overtreding van artikel 5:20, eerste lid, Awb in beginsel een boete 16 In een Kort Geding bij de voorzieningenrechter te Den Haag is de wijze waarop de NMa onderzoek verricht aan de orde geweest. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het onderzoek blijft binnen de grenzen van artikel 5:15 e.v. Awb. Vzngr Den Haag d.d. 9 april 2003, KG 03/341 en KG 03/342 10

11 van EUR wordt opgelegd aan degene aan wie de overtreding kan worden toegerekend, tenzij sprake is van verzachtende omstandigheden Nu er geen verzachtende omstandigheden zijn aangevoerd noch vastgesteld, acht de d-g NMa een boete van EUR passend. VII. Besluit De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit: legt aan Homij Technische Installaties BV, statutair gevestigd te Utrecht, een boete op van EUR (zegge: vierduizend vijfhonderd euro). Datum: 12 december 2003 De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit voor deze: w.g. Drs. R.J.P. Jansen Plv. directeur-generaal Tegen dit besluit kan degene wiens belang daarbij rechtstreeks is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking een bezwaarschrift indienen bij de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, Directie Juridische Dienst, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag. 17 Zoals ook door de d-g NMa aangegeven in het jaarverslag 2000 van de NMa (pagina 52, Zie onder meer de besluiten van de d-g NMa in zaak 2463 Texaco Nederland BV van 6 juli 2001, bevestigd door de Rechtbank Rotterdam d.d. 7 augustus 2003, zaak 02/259, in zaak 3075 Heijmans van 3 september 2002 en in zaak 3153 KWS Friesland Groningen van 16 december

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet. OPENBAAR Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3495-23 Betreft zaak: van Hattum en Blankevoort Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 5:20 Awb/ 69 Mw van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 5:20 Awb/ 69 Mw van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 5:20 Awb/ 69 Mw van de Mededingingswet. Nummer 3156/24 Betreft

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6719 / 37 Betreft zaak: [X] BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid van

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6678/30 Betreft zaak: [X] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid van

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6622/24 Betreft zaak: [X] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid van de Mededingingswet

Nadere informatie

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.

6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.

Nadere informatie

1. Op 2 juli 1999 heeft Nellen Seeds bij de NMa een klacht ingediend tegen de Nederlandse Vereniging voor Zaaizaad en Plantgoed (hierna: NVZP).

1. Op 2 juli 1999 heeft Nellen Seeds bij de NMa een klacht ingediend tegen de Nederlandse Vereniging voor Zaaizaad en Plantgoed (hierna: NVZP). BESLUIT Zaaknummer 1400/Nellen Seeds vs NVZP Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot niet ontvankelijkverklaring van het bezwaarschrift gericht tegen zijn besluit

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 20 augustus 2002 heeft de d-g NMa meegedeeld dat de klacht geen aanleiding geeft voor een nader onderzoek.

BESLUIT. 2. Bij brief van 20 augustus 2002 heeft de d-g NMa meegedeeld dat de klacht geen aanleiding geeft voor een nader onderzoek. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3067/15 Betreft zaak: Lourdes bedevaart. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijk verklaring van

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3758-32 Betreft zaak: Tariefstructuur Arbodiensten Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkheidsverklaring

Nadere informatie

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar Openbare versie Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6944/91 Betreft zaak: Zegelverbreking LHV Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2960/ 24 Betreft zaak: Abegg - CZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn

Nadere informatie

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd.

BESLUIT. 2. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan bovengenoemde ondernemingen een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4363-134 Betreft zaak: 4363 Dijkers & Pijl B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4528-59 Betreft zaak: 4528 / D.

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit Nummer 4468-52 Betreft zaak: 4468/ Joost Visser Aannemingsbedrijf B.V. en Visser en Kuyper Beheer B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. 1. Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. 1. Verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6492_1/199 Betreft zaak: De Tongelreep Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het besluit

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6386 / 66 Betreft zaak: Wob-verzoek Automark II Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De overtreding van Vialis is mede toegerekend aan Koninklijke Volker Wessels Stevin N.V. (hierna: KVWS).

BESLUIT. 3. De overtreding van Vialis is mede toegerekend aan Koninklijke Volker Wessels Stevin N.V. (hierna: KVWS). Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 5697_2 / 94 Betreft zaak: Vialis Traffic B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

BESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3444/12 Betreft zaak: 3444/ Halbertsma Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkverklaring van het

Nadere informatie

Pagina 1/6. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Pagina 1/6. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons kenmerk: ACM/DTVP/2016/203650_OV Zaaknummer: 16.0586.20 Datum: 24 juni 2016 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 12m, derde lid, jo. artikel 12m, eerste lid, van de Instellingswet

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op

Nadere informatie

BESLUIT. 1. Op 23 september 1998 heeft I.T. Holland een klacht ingediend tegen Microsoft B.V. (hierna: Microsoft).

BESLUIT. 1. Op 23 september 1998 heeft I.T. Holland een klacht ingediend tegen Microsoft B.V. (hierna: Microsoft). BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit d.d. 19

Nadere informatie

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons ACM/DTVP/2014/200507_OV kenmerk: Zaaknummer: 14.0136.20 Datum: 31 januari 2014 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in samenhang

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 76, tweede lid, van de Spoorwegwet. Nummer 200043 / 5.B603 Betreft

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_348/86 Betreft zaak: B&U-sector / Bosch Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3779-31 Betreft zaak: Van Winkel/KNGF Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen zijn besluit

Nadere informatie

Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om

Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om NOTENKRAKER Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om CBb 14 oktober 2011, nr. AWB 10/85 en 10/86 E.J. Daalder 1 Inleiding Uit het in, onder meer, artikel 6 EVRM neergelegde

Nadere informatie

Zaaknummer 1583/Van den Berg vs gemeente Apeldoorn

Zaaknummer 1583/Van den Berg vs gemeente Apeldoorn BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om toepassing van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1583/Van

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2157-66 Betreft zaak: VNI Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van de Vereniging van Nederlandse

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6109/867 Betreft zaak: Caraat Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen het besluit van de

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: 10826 Kenmerk: 12517 / 01.038.932 Openbaar gemaakt onder kenmerk Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure OPENBAAR Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3309 / 347 Betreft zaak: NIP, LVE, NVVP Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot gegrondverklaring van de

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar tegen het besluit van 23 juli 2007 (als bedoeld in artikel 79, eerste

Nadere informatie

Werkwijze AFM inzien en kopiëren van digitale gegevens

Werkwijze AFM inzien en kopiëren van digitale gegevens Werkwijze AFM inzien en kopiëren van digitale gegevens Begripsomschrijvingen Digitale gegevens: gegevens waarover de onderneming in elektronische vorm beschikt of kan beschikken. Functionaris verschoningsrecht:

Nadere informatie

Bestuurlijke handhaving door de AP Toezicht op de naleving

Bestuurlijke handhaving door de AP Toezicht op de naleving Jaarcongres Vereniging PrivacyRecht, 28 september 2018 Bestuurlijke handhaving door de AP Toezicht op de naleving Quirine Tjeenk Willink General Counsel Inhoud Toezicht op de naleving Handhaving onder

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 5698/242 Betreft zaak: Groen Maastricht (Aanvulling) Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 62

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 31 oktober 2003, kenmerk , is gemotiveerd uiteengezet om welke redenen het dossier in zaak 3257 wordt gesloten.

BESLUIT. 2. Bij brief van 31 oktober 2003, kenmerk , is gemotiveerd uiteengezet om welke redenen het dossier in zaak 3257 wordt gesloten. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3824-16 Betreft zaak: Zaak 3824 / GfK Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen zijn beslissing

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 17 december 2001 is TDN verzocht informatie te geven naar aanleiding van de klacht.

BESLUIT. 2. Bij brief van 17 december 2001 is TDN verzocht informatie te geven naar aanleiding van de klacht. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 2751/ 27 Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar tegen zijn besluit van 7

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen de beslissing van 23 oktober 2003.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen de beslissing van 23 oktober 2003. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 1675-60 Betreft zaak: Werkgroep Behoud van een Volwaardig Ziekenhuis Velp Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

2. Op 10 oktober 2005 heeft Speko bij faxbericht haar schriftelijke zienswijze ingediend.

2. Op 10 oktober 2005 heeft Speko bij faxbericht haar schriftelijke zienswijze ingediend. Ons kenmerk: OPTA/IPB/2006/200371 Zaaknummer: JBOE05003 Datum: Besluit op het bezwaarschrift van Speko B.V. van 5 januari 2006, gericht tegen het besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2893/43 Betreft zaak: Bureau Bestuursjuridische Advisering B.V. vs. Centraal Beheer Achmea en Houthoff Buruma Advocaten Besluit van de directeur-generaal

Nadere informatie

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. Zaaknummer 741/Overeenkomst

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Verloop procedure en feitelijke achtergrond

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Verloop procedure en feitelijke achtergrond Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4040-31 Betreft zaak: Klacht Van der Brugge tegen Raden voor Rechtsbijstand en NOvA Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De d-g NMa heeft wegens de hiervoor genoemde overtreding aan Van Oord Holding een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 4620/147 Betreft zaak: Besluit op bezwaar - Martens en Van Oord Aannemingsbedrijf B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

3. Tegen het besluit werd op 10 oktober 2006 een bezwaarschrift ingediend. 2

3. Tegen het besluit werd op 10 oktober 2006 een bezwaarschrift ingediend. 2 Advies in de zaak 4802, Cegelec B.V. Prismanummer: Subcommissie van de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet bestaande uit: prof. mr J.H. Jans (voorzitter), dr J.F. Appeldoorn (secretaris) en

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3802-59 Betreft zaak: Waldeck (verzoek intrekking VLOD) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot niet ontvankelijk

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ACM Werkwijze voor onderzoek in digitale gegevens 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ACM Werkwijze voor onderzoek in digitale gegevens 2014 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3993 11 februari 2014 ACM Werkwijze voor onderzoek in digitale gegevens 2014 Autoriteit Consument en Markt, Gelet op de

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2844-23 Betreft zaak: Huub Kemper Makelaardij/Esto Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 24055/2010018942 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake Wob besluit naar aanleiding van verzoek om openbaarmaking door de VARA Het Commissariaat voor de Media, gezien het

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding

BESLUIT. Zaaknummer Betreft zaak: AKO ONLINE vs. KVB. I. II. Inleiding BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. Voorgeschiedenis

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. Voorgeschiedenis Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 7487 / 32 Betreft zaak: Zaaknr.:7487 / Herzieningsverzoek Hendriks I Voorgeschiedenis 1. Op 19 oktober 2001 heeft de heer Hendriks, namens Stichting Vill

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 1528/899 Betreft zaak: Wegener - [leidinggevende D] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit is door de heer Zwaga tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 6 januari 2009.

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit is door de heer Zwaga tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 6 januari 2009. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6566 / 13 Betreft zaak: Zaak 6566 - Wob-verzoek Zwaga Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006.

BESLUIT. 4. Tegen het bestreden besluit heeft M.E. Steneker (hierna: bezwaarmaker) tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 3 augustus 2006. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_277/44 Betreft zaak: B&U-sector / Bouwbedrijf Steneker Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht

Nadere informatie

ACM Werkwijze voor onderzoek in digitale gegevens 2014

ACM Werkwijze voor onderzoek in digitale gegevens 2014 ACM Werkwijze voor onderzoek in digitale gegevens 2014 Autoriteit Consument en Markt; Gelet op de artikelen 5:17 en 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht, artikelen 51 en 89 van de Mededingingswet, artikel

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: OB/001 Kenmerk: 00.061.063 Openbaarmaking onder kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van de besluiten

Nadere informatie

BESLUIT. 6. Op 14 oktober 2004 heeft ten kantore van de NMa een hoorzitting plaatsgevonden. Hierop hebben Move en Stemra zich laten vertegenwoordigen.

BESLUIT. 6. Op 14 oktober 2004 heeft ten kantore van de NMa een hoorzitting plaatsgevonden. Hierop hebben Move en Stemra zich laten vertegenwoordigen. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3720-31 Betreft zaak: Mosselman-Stemra Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen zijn besluit

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Klachtenprotocol Kinderopvang De 5

Klachtenprotocol Kinderopvang De 5 Klachtenprotocol Kinderopvang De 5 Versie 10-11-2016 2 Klachtenprotocol Kinderopvang De 5 Inhoudsopgave Toepassingsgebied 3 Begripsbepaling 3 Doelstelling van de klachtenregeling 2 Samenstelling, benoeming

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4567-41 Betreft zaak: 4567 / Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Het verloop van de procedure

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Het verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2260-108 Betreft zaak: Vereniging Vrije Vogel vs. KLM Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van Vereniging

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1318

ECLI:NL:RVS:2017:1318 ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 103259_1/14 Betreft zaak: 103259_1 (102770) Codewijzigingsvoorstel kwaliteit dienstverlening Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit 1 als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit 1 als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_716-27 Betreft zaak: B&U Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit 1 als bedoeld in artikel 62 van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector Masterclass Toezicht op en in de financiële sector ALGEMEEN KADER BESTUURSRECHT PROFMR LODEWIJK ROGIER 19 MAART 2019 1 BESTUURSRECHT 2 BESTUURLIJKE HANDHAVING 3 BESTUURSRECHTELIJK HANDHAVINGSKADER 4 TOEZICHT

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Kansspelautoriteit OPENBAAR Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: 399 Kenmerk: 00.080.086 Openbaarmaking onder kenmerk: 00.082. 721 Besluit tot openbaarmaking Besluit

Nadere informatie

Uitspraak /1/A3

Uitspraak /1/A3 Uitspraak 201707842/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 22 augustus 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Boete ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2782

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3801-75 Betreft zaak: Waldeck (VLOD) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijk verklaring van het

Nadere informatie

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per laten weten af te willen zien van de hoorzitting.

4. Op 23 september 2014 heeft u schriftelijk en per  laten weten af te willen zien van de hoorzitting. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2014/205722_OV Zaaknummer: 14.0492.51.1.01 Datum: Beslissing op bezwaar van de Autoriteit Consument en Markt inzake het bezwaarschrift van de heer [VERTROUWELIJK] van 22 juli 2014,

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6684/27 Betreft zaak: Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrond

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Op 25 maart 2002 heeft Politheek tegen het bestreden besluit een bezwaarschrift ingediend.

BESLUIT. 3. Op 25 maart 2002 heeft Politheek tegen het bestreden besluit een bezwaarschrift ingediend. Nederlandse mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2855-26 Betreft zaak: Politheek Explorer Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar

Nadere informatie

5. RBN biedt een Voip-applicatie genaamd RingCredible aan. Met deze applicatie kunnen eindgebruikers bellen over het internet.

5. RBN biedt een Voip-applicatie genaamd RingCredible aan. Met deze applicatie kunnen eindgebruikers bellen over het internet. Ons kenmerk: ACM/DJZ/2015/201646_OV Zaaknummer: 14.0875.31.1.01 Datum: 7 april 2015 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op het bezwaar van RBN B.V. gericht tegen zijn besluit van 18 december 2014,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07000557 200606955/1. Datum uitspraak: 21 maart 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma A., gevestigd te Honselersdijk, appellante, tegen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001324 200608064/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, appellant, tegen

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van de last onder dwangsom aan BankGiro

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3073/40 Betreft zaak: RashondenFederatie Nederland vs. de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van de lasten onder dwangsom aan de

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen: LJN: AT7485, Raad van State, 200405147/1 (Printbare versie) Datum uitspraak: 15-06-2005 Datum publicatie: 15-06-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van de last onder dwangsom aan Lotto

Nadere informatie

Besluit tot goedkeuring concentratie

Besluit tot goedkeuring concentratie Besluit tot goedkeuring concentratie Besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit als bedoeld in artikel 49c van de Wet marktordening gezondheidszorg. Betreft: Holding Apotheek Grave B.V. BENU Apotheek Dubbeldam

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUITEN: vast te stellen Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 27534/2012010168 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake de Stichting Publieke Media instelling Eijsden- Margraten tegen afwijzing van het handhavingsverzoek jegens Stichting

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC. TOEZICHT EN/OF OPSPORING Jan Willem van Veenendaal MEC. Rechtshandhavingsystemen Onderwerpen: Iets over Bestuursrechtelijke bevoegdheden De sfeerovergang Iets over Strafrechtelijke bevoegdheden Toezicht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT ALGEMENE WET BESTUURSRECHT Besluitvorming Toezicht Sancties Rechtsgebied bestuursrecht oktober 2011 Rechtsgebied bestuursrecht Verhoudingen tussen bestuursorgaan/belanghebbende - stelt het bestuur is staat

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie