Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Regeringsstandpunt Eindrapport Landelijk Overleg Voetbalvandalisme Nr. 5 1 Samenstelling: Leden: Haas-Berger (PvdA), Stoffelen (PvdA), Kosto (PvdA), voorzitter. Roethof (PvdA), K. G. de Vries (PvdA), De Kwaadsteniet (CDA), Stemerdink (PvdA), Gualthérie van Weezel (CDA), Rempt-Halmmans de Jongh (VVD), Van der Burg (CDA), Schutte (GPV), Krajenbrink (CDA), Korthals (VVD), Wiebenga (VVD), Laning-Boersema (CDA), Dijkstal (VVD), Vermeend (PvdA), Kohnstamm (D66), Wolffensperger (D66), ondervoorzitter, Swildens-Rozendaal (PvdA), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Van de Camp (CDA) en Biesheuvel (CDA). Plv. leden: Ter Veld (PvdA), Jabaaij (PvdA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Lankhorst (PPR), Koetje (CDA), Van Traa (PvdA), Borgman (CDA), Hermans (VVD), De Hoop Scheffer (CDA), J. T. van den Berg (SGP), Vreugdenhil (CDA), De Grave (VVD), Te Veldhuis (VVD), Kraaijeveld-Wouters (CDA), Van Es (PSP), Alders (PvdA), Eisma (D66), Groenman (D66), Doelman-Pel (CDA), Van Muiden (CDA) en Leerling (RPF) ' Samenstelling: Leden: Stoffelen (PvdA), Van der Sanden (CDA), Rienks (PvdA), Hermans (VVD), Hennekam (CDA), voorzitter, Lauxtermann (VVD), Mateman (CDA), Niessen (PvdA), Van der Burg (CDA), Krajenbrink (CDA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Hummel (PvdA), Wiebenga (VVD), ondervoorzitter. Van der Heijden (CDA), Franssen (VVD), Kohnstamm (D66), De Cloe (PvdA), J. T. van den Berg (SGP), Wolffensperger (D66), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Koetje (CDA), Van Rijn-Vellekoop (PvdA) en Hageman (PvdA). Plv. leden: Van Es (PSP), Frissen (CDA), Alders (PvdA), Te Veldhuis (VVD), Hermes (CDA), Dijkstal (VVD), Van Amelsvoort (CDA), Lilipaly (PvdA), De Kwaadsteniet (CDA), Borgman (CDA), De Visser (PvdA), Schaefer (PvdA), Korthals (VVD), Tegelaar- Boonacker (VVD), Lankhorst (PPR), Nypels (D66), Castricum (PvdA), Leerling (RPF), Engwirda (D66), De Hoop Scheffer (CDA), Schutte (GPV). Van Otterloo (PvdA) en Buurmeijer (PvdA). VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 30 augustus 1988 De vaste commissies voor Justitie', Binnenlandse Zaken 2, Welzijn en Cultuur 3 en de Politie 4 hebben op 15 juni 1988 mondeling overleg gevoerd met de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie over de passenregeling en het integraal plan ter bestrijding van het voetbalvandalisme. Het overleg werd gevoerd aan de hand van de brieven van de minister van Binnenlandse Zaken dd. 9 en 13 juni 1988, welke als bijlage bij het verslag zijn gevoegd. De commissies brengen als volgt verslag uit van het gevoerde overleg. Vragen en opmerkingen uit de commissies De heer Frissen (C.D.A.) meende dat de veiligheid binnen de voetbalstadions inmiddels is verbeterd. Voetbalvandalisme doet zich echter ook buiten de stadions voor, voorafgaand en in het bijzonder na afloop van de wedstrijden. Dit vandalisme zou zich waarschijnlijk uitsluitend nog afspelen buiten de stadions als ook in Nederland de strikte maatregelen zouden worden doorgevoerd die nu in West-Duitsland bij de wedstrijden 3 Samenstelling: Leden: Keja (VVD), Van der Sanden (CDA), Worrell (PvdA), voorzitter, Beinema (CDA), ondervoorzitter, Kraaijeveld-Wouters (CDA), Hermans (VVD), Niessen (PvdA), De Pree (PvdA), Groenman (D66), Lankhorst (PPR), Oomen-Ruijten (CDA), Ter Veld (PvdA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Van der Heijden (CDA), Kamp (VVD), Dijkstal (VVD), Nuis (D66), De Cloe (PvdA), Lilipaly (PvdA), Frissen (CDA), Esselink (CDA), Koetje (CDA) en Vliegenthart (PvdA). Plv. leden: Ploeg (VVD), Laning-Boersema (CDA), Van Es (PSP), Tuinstra (CDA), Doelman-Pel (CDA), E. Terpstra (VVD), Van Otterloo (PvdA), Schaefer (PvdA), Eisma (D66), Van der Vlies (SGP), Krajenbrink (CDA), Verspaget (PvdA), Müller-van Ast (PvdA), Vriens-Auerbach (CDA), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Schutte (GPV), Wolffensperger (D66), Buurmeijer (PvdA), Jabaaij (PvdA), Gerritse (CDA), Hennekam (CDA), Leerling (RPF) en Hageman (PvdA) 4 Samenstelling: Leden: Haas-Berger (PvdA), Stoffelen (PvdA), Kosto (PvdA), Roethof (PvdA), voorzitter, K G. de Vries (PvdA), Van Leijenhorst (CDA), Gualthérie van Weezel (CDA), Hermans, (VVD), Van der Burg (CDA), ondervoorzitter, Van Es (PSP), De Visser (PvdA), Korthals (VVD), Hummel (PvdA), Wiebenga (VVD), Van der Heijden (CDA), Dijkstal (VVD), Kohnstamm (D66), Doelman Pel (CDA), De Hoop Scheffer (CDA), Biesheuvel (CDA), Hageman (PvdA) en Baas-Jansen (CDA). Plv. leden: Castricum (PvdA), Van Traa (PvdA), Rienks (PvdA), Swildens-Rozendaal (PvdA), Schutte (GPV), Smits (CDA), Frissen (CDA), Keja (VVD), Tegelaar-Boonacker (CDA), Lankhorst (PPR), Wallage (PvdA), Voorhoeve (VVD), Moor (PvdA), Te Veldhuis (VVD), Koetje (CDA), Leerling (RPF), Wolffensperger (D66), Janmaat Abee (CDA), Weijers (CDA), J. T. van den Berg (SGP), Alders (PvdA) en Hennekam (CDA). Tweede Kamer, vergaderjaar , 20326, nr. 5 1

2 om het Europese kampioenschap zijn genomen, vooral ten aanzien van het alcoholgebruik. Met het oog hierop meende de heer Frissen dat er een taak voor de overheid blijft, zeker als vandalisme na afloop van een wedstrijd ontaardt in criminaliteit. Hij had twijfels over de bereidheid bij de KNVB om snel tot maatregelen te komen. Zo wordt het specifieke supportersbeleid naar zijn smaak door de KNVB nog te zeer afhankelijk gesteld van financiële en commerciële aspecten. Ook betwijfelde hij of al per 1 augustus a.s. door de betaaldvoetbalorganisaties activiteitenplannen aan de KNVB zullen kunnen worden voorgelegd. Als op dat punt vertraging optreedt, heeft een evaluatie per 1 april 1989 waarschijnlijk ook weinig zin. In dit verband vroeg hij, welke rol de licentiecommissie kan spelen bij sancties ten aanzien van clubs die het voorgestane supportersbeleid in de praktijk niet effectueren. De televisie-spots van de afgelopen maanden waarin voorlichting is gegeven over het tegengaan van voetbalvandalisme, beoordeelde de heer Frissen positief. Daarnaast achtte hij een behoorlijke sociaal-maatschappelijke controle van belang voor het tegengaan van voetbalvandalisme. Ook een selectief verbod op alcoholgebruik had zijn instemming, in het bijzonder bij wedstrijden waar de risico's op vandalisme groot zijn. Hij zou graag zien dat wordt nagegaan of het mogelijk is om supporters die al voorafgaand aan de wedstrijd alcohol hebben gebruikt, de toegang tot het stadion te weigeren. Ten aanzien van de passenregeling stelde hij ten slotte vast dat deze in ieder geval niet bij de aanvang van het nieuwe voetbalseizoen in werking zal kunnen treden. Bovendien betwijfelt de KNVB of de nu voorziene ingangsdatum (1 oktober a.s.) gehaald zal kunnen worden. Daarnaast wilde de heer Frissen thans nog geen uitspraak doen over een eventuele tweede fase van de passenregeling. Op een aantal punten bestaat immers nog onzekerheid. Hij gaf er daarom de voorkeur aan de evaluatie van de eerste fase af te wachten. De heer Worrell (P.v.d.A.) stelde vast dat pas vijf maanden na het vorige mondeling overleg over voetbalvandalisme met de KNVB overleg is gepleegd, terwijl het de bedoeling was met ingang van het nieuwe voetbalseizoen 1988/1989 concrete maatregelen in te voeren. Hij had de indruk gekregen dat de vertraging vooral aan de KNVB moet worden geweten, ook al omdat de KNVB-vertegenwoordiger in het vervolgoverleg dat op 9 juni jl. zou plaatsvinden, eenvoudigweg niet is komen opdagen. Hij vroeg zich dan ook af, of er wel bereidheid bij de KNVB is om tot bestrijding van het voetbalvandalisme te komen. In dat verband wees hij ook op de slechte organisatie rond de kaartverkoop en het verstrekken van pasjes met het oog op het Europese kampioenschap in West-Duitsland. Overigens had hij begrepen dat in verband met dat kampioenschap ook enige Nederlandse politiefunctionarissen naar West-Duitsland zijn gereisd. Hoe is dat te rijmen met de beleidslijn van het kabinet om de inzet van politie bij voetbalwedstrijden tot het uiterste te beperken? De heer Worrell kon zich wel vinden in het ontwikkelde supportersbeleid. Heeft overigens de rijksoverheid nog enige zeggenschap als het met dat supportersbeleid binnen de KNVB en haar organen toch niet goed blijkt te lopen, in het bijzonder wat eventueel noodzakelijke sancties betreft? Dat de KNVB een koppeling legt tussen de eerste en de tweede fase van de passenregeling kon hij zich voorstellen. Hij achtte een fasering in dezen wel juist, omdat dan in de eerste fase enige ervaring kan worden opgedaan en vervolgens een evaluatie kan plaatsvinden, maar het leek hem niet logisch om het dan bij die eerste fase te laten. In dat geval immers geldt maar voor een deel van de supporters de verplichting om een pasje te tonen en blijft het dus in feite bij een half systeem. Voorts betwijfelde hij of het nog zal lukken om de eerste fase van de passenregeling in te laten gaan bij de aanvang van het nieuwe seizoen. Ook op dit punt Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 2

3 had hij de indruk gekregen dat de KNVB niet bepaald voortvarend te werk gaat. Daarnaast informeerde hij nog naar de kosten van de tweede fase. Hij had daarvoor wel eens een bedrag van 20 min horen noemen, hetgeen hem veel te hoog leek. De heer Worrell vroeg verder of al gegevens bekend zijn van een onderzoek naar de mate waarin strafrechtelijke vervolging plaatsvindt. Kunnen de commissieleden daarnaast de beschikking krijgen over het in de pers genoemde Belgische onderzoek, waaruit zou blijken dat vooral groepen met extreemrechtse sympathieën profijt trachten te trekken van voetbalvandalisme? Ten slotte meende hij de conclusie te moeten trekken dat snel harde afspraken over een integraal beleid met de KNVB gemaakt zullen moeten worden. Is het de bedoeling om spoedig het nadere overleg te voeren dat aanvankelijk op 9 juni jl. zou worden gehouden? Snelheid is geboden omdat anders weer een vol jaar verloren gaat. Het lijkt immers niet goed mogelijk om halverwege het seizoen eenzijdig nadere voorwaarden te verbinden aan het gebruik van bij voorbeeld seizoenkaarten. De heer Dijkstal (V.V.D.) constateerde dat de vechtpartijen die gisteravond in Düsseldorf hebben plaatsgevonden, in feite niets meer met voetbal van doen hadden. Vooral Engelse en Westduitse supporters hebben vernielingen aangericht, terwijl er geen voetbalwedstrijd Engeland/West-Duitsland was. Er kan dan ook langzamerhand gesproken worden van pure criminaliteit rond voetbalwedstrijden. Hij toonde zich teleurgesteld door de zeer trage voortgang in de beleidsontwikkeling. Het lijkt erop dat de KNVB, de clubs en de stadiondirecties alleen maar op vertraging uit zijn. Pas onlangs heeft de KNVB duidelijk gemaakt dat met het supportersbeleid een aanvang zal worden gemaakt, maar al in 1985 is daar sterk voor gepleit. Voorts is er sinds het vorige mondeling overleg in december 1987 in feite nog niets gedaan aan het opzetten van een passenregeling. Waarschijnlijk zal zelfs de nu voorziene ingangsdatum van 1 oktober a.s. niet worden gehaald, zodat opnieuw een vol jaar verloren zal gaan. Overigens stemde de heer Dijkstal ermee in dat alleen voor de eerste fase een bijdrage van f door de rijksoverheid wordt uitgetrokken en dat de tweede fase geheel voor verantwoordelijkheid van de KNVB, de clubs en de stadiondirecties zelf komt. Dat controle op de passen, bij kaartverkoop en in de stadions, extra werk en problemen met zich brengt, achtte hij duidelijk. Dit zal echter geaccepteerd moeten worden, omdat er geen andere mogelijkheden zijn. In dit verband vroeg hij naar aanleiding van de stelling dat het bij de passenregeling gaat om een civielrechtelijke relatie tussen de bezoeker enerzijds en de clubs c.q. het stadion anderzijds, of ook een koppeling met het strafrecht is te leggen. Zo zou wellicht als voorwaarde voor het verkrijgen van een pas kunnen worden gesteld dat deze onmiddellijk komt te vervallen zodra de houder strafrechtelijke veroordeeld is. Ook in de toekomst zal sprake moeten zijn van enige politie-inzet, zo meende de heer Dijkstal. Dit zal dan echter uitsluitend buiten het stadion moeten plaatsvinden, met het oog op het handhaven van de openbare orde. Daarnaast pleitte hij voor het sneller ingrijpen door de politie als zich wanordelijkheden voordoen en voor het inzetten van meer aanhoudingseenheden. Hij vroeg ook of het indertijd aangekondigde mobiele gesloten tv-circuit al kan worden ingezet. Voors pleitte hij ervoor dat de bewindslieden zich na afloop van de wedstrijden in het kader van het Europees kampioenschap in West-Duitsland laten informeren over de gebeurtenissen en de wijze, waarop politie en justitie in dat land daartegen zijn opgetreden. Hij achtte het waarschijnlijk dat daar nuttige lessen uit getrokken kunnen worden. Ten slotte wees hij er nog op dat in het bijzonder gemeentebesturen clubs kunnen dwingen snel tot maatregelen te komen, door in de algemene Tweede Kamer, vergaderjaar , 20326, nr. 5 3

4 politieverordening voorwaarden te stellen aan het organiseren van voetbalwedstrijden. Ook de heer Eisma (D66) vroeg waarom pas vijf maanden na het vorige mondeling overleg over voetbalvandalisme een gesprek met de KNVB heeft plaatsgevonden. Voorts vroeg hij wanneer het aanvankelijk voor 9 juni jl. voorziene overleg nu feitelijk zal plaatsvinden. Hij was het er niet mee eens dat de bewindslieden geen enkele verantwoordelijkheid willen dragen voor de tweede fase van de passenregeling. Hij vreesde dat hierdoor die tweede fase niet meer van de grond zal komen, vooral met het oog op de hoge kosten ervan. Zeker nu de rijksoverheid wel participeert in de eerste fase, meende hij dat er sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de totstandkoming van een integrale passenregeling. Hij kon zich vinden in het supportersbeleid zoals dat nu voor ogen staat. Wel was hij benieuwd hoe eventuele sancties zullen uitvallen. Ten slotte herinnerde hij eraan dat indertijd bewust het meereizen van politiefunctionarissen met supporters, o.a. die van de FC Utrecht, is beëindigd. Hoe is dat te rijmen met het meereizen van Nederlandse politiefunctionarissen naar de wedstrijden in West-Duitsland? Antwoord van de bewindslieden van Binnenlandse Zaken en van Justitie De Ministervan Binnenlandse Zaken herinnerde eraan in het vorige mondeling overleg sterk te hebben benadrukt dat bestrijding van het voetbalvandalisme vooral een zaak van de betrokken organisaties zelf is, dus van KNVB, clubs en stadiondirecties. Vooral het ontwikkelen van een supportersbeleid is daarbij van belang, mede om de grote druk op de politie te verminderen en ook te voorkomen dat gemeentebesturen gebruik maken van hun bevoegdheden om het organiseren van voetbalwedstrijden aan stringentere voorwaarden te binden. De bewindsman beaamde dat het ontwikkelen van beleid tot bestrijding van voetbalvandalisme veel tijd blijkt te vragen, maar wees er wel op dat tussen het vorige mondeling overleg en de bijeenkomst op 24 mei jl. veel overleg op ambtelijk niveau heeft plaatsgevonden. Bovendien zijn nu met de KNVB harde afspraken gemaakt over een supportersbeleidsplan en daarop gebaseerde activiteitenplannen. De elementen die de activiteitenplannen in ieder geval moeten bevatten, zijn genoemd in de brief van de KNVB van 24 mei jl. De minister achtte dit waardevolle elementen. Hij had de indruk dat er sprake is van een goede aanpak langs verschillende lijnen, waarbij de clubs zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Het was ook zijn voornemen om de clubs zoveel mogelijk aan de verplichting te houden om concrete activiteitenplannen per 1 augustus a.s. in werking te laten treden. Voorts wilde hij vasthouden aan een evaluatie per 1 april Bij die evaluatie zal dan vanzelf blijken, of bepaalde data al dan niet zijn gehaald. Voorts is op 24 mei jl. afgesproken dat sancties zullen worden getroffen als clubs niet voldoen aan de verplichting om op korte termijn een activiteitenplan op te stellen en in werking te laten treden. Die sancties kunnen o.a. betrekking hebben op de licentie waarover elke club moet beschikken die in het betaald voetbal wil uitkomen. Aan het verstrekken van die licentie worden o.a. bepaalde veiligheidsvoorschriften verbonden en daaraan wordt nu een bepaling over het supportersbeleid toegevoegd. Na het maken van deze afspraken is door de bewindsman in het overleg op 24 mei jl. de bereidheid uitgesproken de rijksbijdrage van f voor de eerste fase van de passenregeling beschikbaar te stellen. Hij had begrepen dat het technisch zeer wel mogelijk is om deze eerste fase per 1 oktober a.s. te laten ingaan. Overigens ligt de verantwoordelijkheid voor het opzetten van een sluitend systeem geheel bij de KNVB. Voorts zal pas tot betaling van de rijksbijdrage worden overgegaan Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 4

5 als een dergelijk systeem deugdelijk is ingevoerd, hetgeen een normale subsidievoorwaarde is. Wat een mogelijke tweede fase van de passenregeling betreft, had de minister begrepen dat van de eerste fase al een belangrijk positief effect wordt verwacht. Hij meende dan ook dat pas nadat enige tijd ervaring met deze eerste fase is opgedaan, kan worden beoordeeld of een tweede fase noodzakelijk is. Ook op dit punt benadrukte hij nogmaals dat de passenregeling geheel een zaak van de KNVB en de andere betrokken voetbalorganisaties is, al is de rijksoverheid bereid over de problemen in dezen mee te denken en zo mogelijk oplossingen hiervoor aan te geven. De rijksbijdrage die voor de eerste fase beschikbaar is gesteld, is echter alleen een startsubsidie, bedoeld om de eerste fase van de grond te krijgen. Het is dan ook niet de bedoeling om voor de tweede fase eveneens tot een rijksbijdrage te komen. Het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV) functioneert naar tevredenheid. Ook in internationale contacten vindt informatie-uitwisseling plaats. Overigens wijzen de bij het CIV beschikbare gegevens uit dat het afgelopen halfjaar het voetbalvandalisme aanzienlijk is afgenomen. Het CIV zal binnenkort een schriftelijke evaluatie over deze periode uitbrengen, waarbij ook gelet zal worden op de vraag of er sprake is van een verschuiving van vandalisme naar buiten de stadions. De minister wees erop dat Nederlandse politiefunctionarissen niet zijn meegereisd met supporters naar West-Duitsland. Wel zijn twaalf politiefunctionarissen op verzoek van de Westduitse regering naar West-Duitsland gereisd om assistentie te verlenen aan de Westduitse politie bij de wedstrijden om het Europese kampioenschap. Het betreft hier dus geen supportersbegeleiding, maar de gebruikelijke bijstand aan de politie in een naburig land. Het Belgische onderzoek naar maatschappelijke en socio-psychologische achtergronden van voetbalvandalisme is zeer recent ten departemente ontvangen. Het gaat om een openbaar stuk en het kan dus aan de commissieleden worden verstrekt. Ten slotte wees de minister naar aanleiding van de vragen over het alcoholgebruik op de bepaling in de KNVB-reglementen, dat personen onder invloed van alcohol niet mogen worden toegelaten tot het stadion. De betreffende club zal zelf moeten zorgen voor naleving van deze regel en zal daartoe moeten beschikken over een capabel suppoostenteam in het stadion. Overigens vormt ook alcoholgebruik een onderwerp waaraan in het kader van het supportersbeleid aandacht wordt gegeven. De Minister van Justitie wees erop dat in januari jl. de werkgroep verbetering aanhouding voetbalvandalen is gevormd, onder voorzitterschap van het hoofd van de afdeling opsporing van de directie politie. Het Openbaar Ministerie, de gemeentelijke politiekorpsen, de spoorwegpolitie en de ME-opleidingsschool zijn erin vertegenwoordigd, terwijl daarnaast de secretaris van de centrale politiesurveillancecommissie en de veiligheidscoördinator van de KNVB in de werkgroep zitting hebben. Ze streeft ernaar bij de aanvang van het nieuwe voetbalseizoen een werkbaar concept voor een experimentele aanpak van een zo effectief mogelijke aanhoudingspraktijk gereed te hebben. Daarbij wordt nauw samengewerkt met de onder auspiciën van het ministerie van WVC werkende technische werkgroep experiment mobiel tv-circuit. Het is de bedoeling bij de aanvang van het nieuwe seizoen een mobiel tv-circuit beschikbaar te hebben. De in 1987 bij het CIV aangemelde zaken worden thans door het WODC nader onderzocht. Inmiddels is daarbij al gebleken dat door het Openbaar Ministerie consequent wordt gestreefd naar een strafrechtelijk vervolg op voetbalvandalisme. Van de ongeveer 1500 door de politie bij het CIV aangemelde zaken zijn er ruim 500 met een proces-verbaal doorgezonden naar het Openbaar Ministerie. Van circa 400 zaken is de stand bekend. Daarvan is 13% geseponeerd wegens gebrek aan bewijs, Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 5

6 terwijl slechts in 3% van de gevallen tot een beleidssepot is overgegaan, waarbij overigens in een aantal gevallen wel de voorwaarde van schadevergoeding is opgelegd. Gemiddeld wordt in 19% van de gevallen tot een beleidssepot gekomen, zodat inderdaad aan voetbalvandalisme veel vaker een strafrechtelijk vervolg wordt gegeven dan bij andere vormen van criminaliteit. Voorts is in 38% van de door de rechter afgedane zaken een stadionverbod opgelegd. Overigens benadrukte de minister dat de verwachtingen inzake de resultaten van een meer gerichte aanpak niet al te hoog gespannen moeten zijn. Bij voetbalvandalisme gaat het immers altijd om een massaal gebeuren, terwijl het strafrecht nu eenmaal individueel gericht is, hetgeen bij het aanpakken van een massaal verschijnsel meestal de nodige praktische problemen geeft. Vervolgens wees de bewindsman erop dat de passenregeling alleen kan berusten op een civielrechtelijke relatie tussen de instantie die een toegangsbewijs c.q. een pas verkoopt of verstrekt en degene die in het bezit wordt gesteld van een toegangsbewijs c.q. een pas. Daarbij is het voor de verstrekkende instantie mogelijk bepaalde voorwaarden te stellen, bij voorbeeld dat de pas komt te vervallen en moet worden ingeleverd als de houder zich schuldig maakt aan bepaalde misdragingen, ook als dat in de zin van het Wetboek van Strafrecht geen delicten betreft die voor strafvervolging in aanmerking zouden komen. Daartoe zal de verstrekkende instantie overigens in ieder geval als voorwaarde moeten stellen dat de pas haar eigendom blijft. Bij een dergelijk eigendomsvoorbehoud bestaat er geen bezwaar tegen teruggave aan de eigenaar, wanneer de politie de pas in bezit heeft gekregen. Daarnaast is het uiteraard mogelijk om een vervallen verklaarde pas te laten inhouden door een in het stadion controlerende suppoost, terwijl voorts mogelijkheden lijken te bestaan om in het pasje een chip in te bouwen die zodanig geprogrammeerd wordt dat bij een vervallen verklaarde pas een signaal wordt gegeven als bij de ingang van het stadion door een poortje wordt gelopen. Dergelijke technische mogelijkheden zouden, zo had de bewindsman begrepen, relatief goedkoop kunnen worden aangebracht. Hij beklemtoonde overigens dat de politie in dit geheel slechts een zeer beperkte rol kan spelen, omdat er sprake is van een civielrechtelijke relatie. Hij kon zich de wens van de KNVB inzake ondersteuning door politie en justitie bij het innemen van vervallen verklaarde passen wel voorstellen, maar de politie heeft nu eenmaal vrijwel nooit de bevoegdheid om daartoe over te gaan. Als de houder van een vervallen verklaarde pas weigert deze af te geven, zal de verstrekkende instantie bij de rechter een civielrechtelijke vordering moeten instellen en dus zelf actie moeten ondernemen. De politie kan alleen tot inname van passen overgaan ten behoeve van een strafrechtelijk onderzoek of ten behoeve van toekomstige verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer, maar die gevallen zullen zich in de praktijk zelden voordoen en zeker niet buiten een voetbalstadion. Vervolgens gaf de minister aan dat door de CRI en het CIV werkafspraken zijn gemaakt over de wijze, waarop met het oog op de Europese kampioenschappen desgevraagd informatie-uitwisseling kan plaatsvinden ten aanzien van bepaalde groepen supporters of personen met criminele antecedenten, mede als uitvloeisel van de afspraken in het kader van het Trevi-overleg. Daarnaast is sprake van goed overleg tussen de justitie in Noordrijnland-Westfalen en die in Nederland. Ook is sprake van een snelle overdracht van daarvoor in aanmerking komende zaken, waarbij Nederlandse politieambtenaren assistentie verlenen en informatie verstrekken aan Westduitse collega's, opdat in West-Duitsland opgemaakte processen-verbaal in Nederland direct bruikbaar zijn. Ten slotte wees de minister er in verband met de suggestie over de algemene politieverordeningen op, dat twee gemeenten nog steeds niet in hun verordening de model-bepaling van de VNG inzake alcoholgebruik bij voetbalwedstrijden hebben opgenomen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 6

7 Discussie in tweede termijn De heer Frissen (C.D.A.) bleef, ondanks de met de KNVB gemaakte afspraken, vrezen voor vertraging bij de invoering van het supportersbeleid. Voorts was hem nog niet goed duidelijk geworden hoe het zal gaan met eventuele sancties. Kunnen zowel de licentiecommissie als de veiligheidscommissie van de KNVB onafhankelijk opereren en zelfstandig tot sancties besluiten? In dit verband betwijfelde hij of een sanctie van de zijde van de rijksoverheid in de vorm van het laten vervallen van rijksbijdragen als niet tot invoering van het supportersbeleid zou worden gekomen, veel effect zal hebben. Hij had namelijk de indruk dat een aantal betaald voetbalorganisaties er weinig baat bij denkt te hebben om snel tot effectuering van het supportersbeleid te komen. De heer Worreil (P.v.d.A.) wees erop dat door de rijksoverheid in totaal ongeveer 5 min beschikbaar zal worden gesteld ten behoeve van het supportersbeleid, de passenregeling en andere veiligheidsmaatregelen. Hij had nog geen zekerheid dat met behulp van die bijdragen ook het gewenste resultaat zal worden bereikt. Hij drong er dan ook op aan dat de komende tijd de vinger aan de pols wordt gehouden en wordt nagegaan, of inderdaad zo nodig sancties worden getroffen en gehandhaafd. Hij bleef het ontkoppelen van de eerste en de tweede fase van de passenregeling niet logisch vinden. Een evaluatie van de eerste fase stond ook hij voor, maar hij achtte het niet juist om nu al te concluderen dat de tweede fase zeer waarschijnlijk niet nodig zal zijn. Bovendien zou daardoor het risico ontstaan dat ook de eerste fase niet meer van de grond zal komen. Overigens wilde ook hij nu nog geen uitspraak doen over de vraag, of voor de tweede fase eveneens tot een rijksbijdrage zou moeten worden gekomen. De heer Worreil vroeg vervolgens of de geschetste onderlinge assistentie en informatie-uitwisseling plaatsvinden in het kader van het verdrag van de Raad van Europa inzake voetbalvandalisme. In dat verband wees hij op kranteberichten van enige maanden geleden waaruit al duidelijk werd wat bepaalde groepen supporters (vooral afkomstig uit Engeland) van plan waren tijdens de wedstrijden om het Europese kampioenschap. Desondanks had hij de indruk dat hierop van te voren niet geheel adequaat is ingespeeld. Voorts wees hij nog eens op de wens van de KNVB en stadiondirecties om althans enige politie-inzet te hebben bij de stadions, o.a. bij de ingangen waar gecontroleerd zal moeten worden door de suppoosten. Hij had goed begrepen dat het hier gaat om een civielrechtelijke relatie waarbij de politie nauwelijks bevoegdheden heeft, maar een goede gang van zaken bij de controle door suppoosten wordt uiteraard wel bevorderd door het louter aanwezig zijn van enige politiemensen. Ten slotte vroeg hij de bewindslieden de Kamer op de hoogte te stellen van de conclusies die in het komende vervolgoverleg met de KNVB zullen worden getrokken. De heer Dijkstal (V.V.D.) steunde de opstelling van de bewindslieden inzake de passenregeling. Het gaat hier inderdaad primair om een verantwoordelijkheid van de KNVB en de andere betrokken voetbalorganisaties zelf. Voorts vroeg hij of opnamen welke zullen worden gemaakt met behulp van het mobiele tv-circuit, als bewijs bij de rechter kunnen dienen. In dit verband onderschreef hij de opmerking dat het aanpakken van een massaal verschijnsel als voetbalvandalisme met behulp van het sterk individueel gerichte strafrecht praktische problemen geeft. Juist met het oog hierop had hij gepleit voor een sneller ingrijpen door de politie als zich wanordelijkheden voordoen en voor het inzetten van meer aanhoudingseenheden. Daarnaast was hij het wel eens met het pleidooi van de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 7

8 heer Worrel voor enige fysieke aanwezigheid van politiemensen bij de ingangen van stadions waar door suppoosten wordt gecontroleerd. De heer Dijkstal vroeg de bewindslieden onderzoek te blijven verrichten naar de maatschappelijke oorzaken van het voetbalvandalisme, ook naar aanleiding van de recente gebeurtenissen in West-Duitsland. Ten slotte drong hij erop aan dat wordt gepoogd tot versnelling te komen van het voorbereiden en invoeren van concrete maatregelen, nu het nieuwe voetbalseizoen voor de deur staat. Ook de heer Eisma (D66) drong aan op een snelle invoering van maatregelen. Wat een eventuele tweede fase van de passenregeling betreft, bleef hij op het standpunt staan dat er sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Ook hij meende dat het nog te vroeg is om al financiële toezeggingen te doen voor de tweede fase, maar anderzijds achtte hij het ook niet juist om nu al definitief een bijdrage voor de tweede fase van de hand te wijzen. Hij vreesde dat in dat geval ook de eerste fase niet van de grond zal komen. De Minister van Binnenlandse Zaken lichtte naar aanleiding van de nadere vragen over eventuele sancties toe, dat de licentiecommissie bindend advies geeft aan het bestuur betaald voetbal. Deze commissie baseert zich mede op de bevindingen van de veiligheidscommissie ten aanzien van de veiligheidsaspecten, waarvan het supportersbeleid een wezenlijk onderdeel uitmaakt. Met de KNVB is op 24 mei jl. afgesproken dat sancties zullen worden getroffen als clubs niet voldoen aan de verplichting om tot een supportersbeleid te komen en de bewindsman wilde het aan de KNVB zelf overlaten om hiertoe zo nodig over te gaan. Het intrekken van rijksbijdragen zal, gezien de geringe omvang van die bijdragen, weinig effect hebben, maar wel is het voor gemeentebesturen mogelijk om effectief op te treden door steeds stringentere voorwaarden te stellen aan het organiseren van voetbalwedstrijden en eventueel in laatste instantie tot een verbod te komen. Bovendien is het mogelijk om voortaan af te zien van politiebijstand. Overigens herinnerde de bewindsman er nogmaals aan dat volgens gegevens van het CIV het afgelopen halfjaar het voetbalvandalisme aanzienlijk is afgenomen. Er is dan ook thans geen reden om tot concrete sancties te komen. De ontwikkeling zal echter nauwgezet worden gevolgd en zo nodig zal gebruik worden gemaakt van de ter beschikking staande sanctiemiddelen. Voorts wees hij er ter zake van de passenregeling op dat in het overleg op 24 mei jl. de KNVB invoering van de eerste fase wilde koppelen aan een toezegging over een rijksbijdrage voor de tweede fase. Die koppeling had hij afgewezen, omdat de passenregeling verder geheel voor verantwoordelijkheid van de KNVB en de andere betrokken voetbalorganisaties komt en niet kan worden gezien als een project waar KNVB en overheid gezamenlijk verantwoordelijkheid voor dragen. Hij voelde er dan ook niet voor om zelfs maar de mogelijkheid van een rijksbijdrage voor de tweede fase open te houden. De nu beschikbaar gestelde rijksbijdrage voor de eerste fase is alleen bedoeld als een startsubsidie om deze fase van de grond te krijgen. De minister merkte over de onderlinge bijstandverlening van politiekorpsen nog op, dat met het oog op de doorreis van Engelse supporters naar West-Duitsland een liaison-politiefunctionaris in Hoek van Holland is gestationeerd. Voorts zijn vijf Engelse politiefunctionarissen naar West- Duitsland gereisd voor assistentieverlening. Door het CIV zal de komende tijd informatie worden verzameld over de gebeurtenissen in West-Duitsland, waarna een en ander aan de Kamer zal worden gezonden. Ten slotte zei de bewindsman het geheel eens te zijn met de aandrang op tot een snelle invoering van concrete maatregelen te komen. Hij stelde zich voor de Kamer op de hoogte te houden van de voortgang in dezen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 8

9 De Minister van Justitie had met zijn uiteenzetting in eerste termijn over de beperkte rol van de politie bij de uitvoering van de passenregeling niet willen zeggen, dat er geen bereidheid meer bestaat tot enige fysieke aanwezigheid van politiemensen ter ondersteuning van de controle aan de ingangen van stadions. Het doel van de passenregeling is het zoveel mogelijk trachten te beheersen van supportersstromen bij de ingangen van stadions en het weren van potentiële vandalen. Daartoe dient de civielrechtelijke relatie tussen uitgevende instantie en pashouder in ieder geval zodanig te worden opgezet, dat de houder verplicht is de pas ter controle af te geven en in te leveren als de pas vervallen is verklaard. In de eerste plaats dient gekomen te worden tot een adequate controle bij de kaartverkoop en bij de ingangen van de stadions op de pas en de identiteit van de pashouder. De politie kan een ondersteunende rol spelen, maar primair ligt de verantwoordelijkheid voor een goede regeling van de civielrechtelijke relatie en een adequate controle bij de KNVB, de clubs en de stadiondirecties. Het is derhalve niet mogelijk om tegemoet te komen aan de wens van de KNVB om de politie een sleutelrol te geven in dit geheel. De bewindsman ging vervolgens in op de opmerkingen over een tweede fase van de passenregeling. Daarbij wees hij erop dat in het kader van de nota Samenleving en criminaliteit een bedrag van 45 min beschikbaar is gesteld voor ondersteuning van lokale experimenten op het vlak van criminaliteitspreventie, na toetsing van deze experimenten door de stuurgroep bestuurlijke preventie criminaliteit. Ook voor die experimenten wordt echter uitsluitend een startsubsidie van rijkswege verstrekt en kan geen aanspraak worden gemaakt op verdere subsidiëring. Daarnaast wees hij erop dat bepaalde bedrijfstakken, zoals banken en groepen winkeliers, eveneens hoge investeringen moeten doen ter voorkoming van criminaliteit, terwijl zij in het geheel geen beroep kunnen doen op de overheid om een bijdrage. De nu voor de eerste fase van de passenregeling beschikbaar gestelde rijksbijdrage is dan ook uitzonderlijk. In antwoord op een interruptie van de heer Eisma, waarin deze wees op de mogelijkheid dat het ministerie van WVC toch besluit een bescheiden bijdrage voor de tweede fase ter beschikking te stellen, nu het vanwege dit ministerie beschikbaar gestelde bedrag van f niet afkomstig is uit het bedrag in het kader van de nota Samenleving en criminaliteit, zei de minister nog dat hij zich tegen een bescheiden bijdrage vanwege dat ministerie niet zou verzetten. Hij wilde dit overlaten aan de verantwoordelijkheid van de minister en de staatssecretaris van WVC. Het verdrag inzake informatie-uitwisseling over voetbalvandalisme is nog slechts door een gering aantal leden van de Raad van Europa geratificeerd en biedt dus eigenlijk nog geen basis voor informatie-uitwisseling. Wel zijn al enige afspraken over informatie-uitwisseling en onderlinge politiebijstand gemaakt in het kader van het Trevi-overleg. De voorzitter van de vaste Commissie voor Justitie, Kosto De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Hennekam De voorzitter van de vaste commissie voor Welzijn en Cultuur, Worrell De voorzitter van de vaste commissie voor de Politie, Roethof De griffier van de vaste commissie voor Welzijn en Cultuur, Roovers Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 9

10 BIJLAGE I MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de vaste Commissie voor Welzijn van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage, 9 juni 1988 In verband met het komende mondeling overleg over bovenvermeld onderwerp zend ik u hierbij het verslag dat ik liet maken van een gesprek dat de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en ik op 24 mei jongstleden hadden met een delegatie van de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond. Ik vertrouw erop hiermee genoegzaam aan uw verzoek om informatie over de resultaten van dit gesprek te hebben voldaan. De Minister van Binnenlandse Zaken, C. P. van Dijk Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 10

11 Kort verslag van een overleg van de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Justitie en de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur met een delegatie van de KNVB over voetbalvandalisme, gehouden op 24 mei 1988 in het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Aanwezig: de Minister van Binnenlandse Zaken, de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, mr. J. H. Grosheide, DG Politie en Vreemdelingenzaken (Justitie), mr. I. W. Opstelten, DG Openbare Orde en Veiligheid, (Binnenlandse Zaken), mr. Th. C. de Graaf, Voorzitter Projectgroep Voetbalvandalisme (Binnenlandse Zaken), mr. A. B. Vast, lid Projectgroep (Justitie), drs. R. de Vries, lid Projectgroep (WVC), A. A. van der Louw, voorzitter bestuur Sectie Betaald Voetbal KNVB, A. A. Couwenberg, vice-voorzitter Veiligheidscommissie KNVB, R. de Bakker, Veiligheidscoördinator KNVB. 1. De Minister van Binnenlandse Zaken heet de aanwezigen welkom. Hij verontschuldigt de Minister van Justitie, die wegens bezigheden elders niet aanwezig kan zijn en die hier vertegenwoordigd wordt door de heer Grosheide. Hij herinnert er aan dat dit gesprek moet worden gezien als een voortzetting van een overleg dat gehouden werd op 20 november 1987 naar aanleiding van het regeringsstandpunt over het eindrapport van het Landelijk Overleg Voetbalvandalisme. In dat gesprek werd geconcludeerd dat nader overleg zou dienen te worden gevoerd over de inspanningen van de KNVB en de betaald voetbalorganisaties (BVO's) ten aanzien van het supportersbeleid en over de invoering van een beperkte vorm van een passenregeling, waarbij tevens aan de orde zou moeten komen de eventuele financiële bijdrage van de zijde van de rijksoverheid en de handhaving van deze regeling. 2. Supportersbeleid De heer Van der Louw overhandigt een brief waarin het voorgenomen beleid van de KNVB inzake supportersactiviteitenplannen wordt uiteengezet. Kort samengevat komt dit op het volgende neer. De Veiligheidscommissie van de KNVB heeft het bestuur betaald voetbal geadviseerd om in de veiligheidsvoorschriften voor het seizoen een paragraaf op te nemen omtrent supportersbeleid. Deze paragraaf verplicht het bestuur van de BVO een supportersbeleid te voeren en hieromtrent een beleidsplan op te stellen. Uiterlijk 1 augustus 1988 stelt de BVO de KNVB van dit beleidsplan en van een concreet activiteitenplan op de hoogte. Uiterlijk 1 april 1989 overlegt de club ten behoeve van de licentieverlening voor een evaluatieverslag omtrent de resultaten van de plannen. Bij de toetsing van het beleidsplan/activiteitenplan wordt minimaal uitgegaan van een aantal elementen, waaronder: - gestructureerd overleg tussen supporters en club, - deelname van spelers, trainers, bestuursleden aan bijeenkomsten met en activiteiten voor supporters, - in samenwerking met anderen stimuleren van zelfregulering en begeleiding bij wedstrijden. - verkoop van toegangskaarten volgens procedures van het passenexperiment, - beschikbaar stellen van een supportershome, - uitgave van een supportersblad en verkoop van clubattributen, - in overleg met andere betrokkenen (afhankelijk van waarborgen van orde en veiligheid) organiseren van inter-supportersactiviteiten, - uitsluiting van activiteiten en wedstrijdbezoek na wangedrag/ strafbare feiten en verlening van medewerking aan de tenuitvoerlegging van alternatieve straffen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 11

12 Met de toepassing van licentiebepalingen is een onafhankelijke licentiecommissie belast, die bindende adviesbevoegdheid heeft ten aanzien van het opschorten of intrekken van licenties. Over de procedure van toetsing van het supportersbeleid van de clubs zal de licentiecommissie zich nog moeten uitspreken. Het ligt voor de hand dat de inhoudelijke toetsing van het supportersbeleid door de veiligheidscommissie van de KNVB zal geschieden. De invulling van de beleidsplannen is naar de mening van de KNVB onder meer afhankelijk van de lokale situatie. De KNVB acht het zeer zinvol indien de veiligheidscommissie bij haar toetsing het oordeel van het lokale openbare bestuur betrekt. De KNVB wijst tenslotte in de brief er op dat de BVO's met een risicogevende aanhang reeds langer op dit terrein actief zijn en het dus niet zo is dat er nog niets tot stand is gekomen. De heer Van der Louw geeft een toelichting op de brief en geeft aan dat supportersbeleid een zaak van de middellange termijn is. Op een vraag van de Staatssecretaris van WVC over de concrete resultaten tot dusverre, antwoordt de heer Van der Louw dat effectmeting zeer moeilijk is en daarom geen tastbare resultaten bekend zijn. Hij benadrukt dat naar de mening van de KNVB het supportersbeleid niet zaligmakend is. Hij meent dat de regering in het standpunt op het LOV-rapport hierover te hoge verwachtingen heeft uitgesproken. De heer Grosheide acht het zinvol bij de toetsing van de veiligheidscommissie van het te voeren en gevoerde supportersbeleid ook het oordeel van het lokale openbaar ministerie te betrekken. De heer Van der Louw stemt hier mee in. De Minister van Binnenlandse Zaken concludeert dat door de KNVB nu een supportersbeleid wordt ontwikkeld dat in hoofdlijnen tegemoet komt aan de wensen van de regering. Hij acht daarbij van groot belang dat de KNVB daarbij bereid is sancties tegen BVO's te treffen uiteraard met inachtneming van de binnen de KNVB geldende rechtsgangen. Dit onderwerp is naar zijn oordeel genoegzaam besproken. 3. Passenregeling De Minister van Binnenlandse Zaken brengt in herinnering dat reeds in het regeringsstandpunt over het LOV-rapport bekend is gemaakt dat hij en de Staatssecretaris van WVC onder de voorwaarde van de ontwikkeling van een supportersbeleid door de KNVB bereid zijn om in de ontwikkelingskosten voor de zogeheten eerste fase van een passenregeling bij te dragen. Het gaat daarbij uitdrukkelijk om een startsubsidie voor een beperkte vorm van een passensysteem, van toepassing op de risico-aanhang van 5 clubs. Nu naai het oordeel van hem en de staatssecretaris aan de genoemde voorwaarde wordt voldaan, kan de toezegging gestand worden gedaan. Een eerste begroting aangeleverd door de KNVB omvatte een bedrag aan incidentele kosten van f en een bedrag van f aan structurele kosten voor de zg. eerste fase. Binnenlandse Zaken en WVC zullen aan de incidentele kosten in totaal f bijdragen, volgens een verdeelsleutel van 1:1. Dit betekent dat Binnenlandse Zaken f ter beschikking zal stellen en WVC, nu dit reeds f heeft overgemaakt, nog f Een en ander onder de voorwaarde van een gedocumenteerde begroting. De heer Van der Louw signaleert twee problemen samenhangend met de mogelijke invoering van de zogeheten eerste fase van de passenregeling, nl. afspraken over het eventuele vervolg daarop (evaluatie en tweede fase) en de handhaving van het systeem. Over dit laatste punt merkt hij op dat een belangrijk knelpunt zou kunnen zijn het ontbreken van mogelijkheden om passen van supporters die zich misdragen daadwerkelijk af te nemen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 12

13 De Minister van Binnenlandse Zaken stelt dat het gaat om een privaatrechtelijke relatie tussen de club/knvb en de supporter, waar de overheid in beginsel buiten staat. Dit betekent dat de handhaving van de passenregeling, waaronder controle en eventuele invordering een zaak is van de voetbalwereld. Indien er sprake is van wanordelijkheden en/of strafbare feiten is er een taak voor de politie. De heer Van der Louw acht essentieel voor de werking van de passenregeling dat een zich misdragende supporter direct gedwongen kan worden om zijn pas af te geven resp. dat hem de pas kan worden ontnomen. Dit kan niet door intern personeel, bv. suppoosten, gebeuren. Bovendien meent de heer Van der Louw dat ook bij misdragingen buiten het stadion, bv. in een café voorafgaand aan de wedstrijd ergens in een binnenstad, de pas direct moet kunnen worden afgenomen. Dit kan alleen door de politie. Zijns inziens schuilt er een groot gevaar voor het realiteitsgehalte en de geloofwaardigheid van de passenregeling als hieraan niet tegemoet kan worden gekomen. De heren Grosheide en Vast geven een toelichting op de wettelijke mogelijkheden van politie en justitie om daadwerkelijk een pas van een supporter af te nemen. Het strafvorderlijk instrument van inbeslagneming is slechts in zeer beperkte mate toepasselijk, nu hiervoor vereist is dat het in beslag te nemen voorwerp in een direct verband moet staan met het begane strafbare feit. In sommige situaties kan wellicht binnen het stadion van dit instrument worden gebruik gemaakt, doch in het voorbeeld dat de heer Van der Louw noemde zeker niet. De heer Vast benadrukt dat de KNVB ook goede civielrechtelijke mogelijkheden heeft om supporters tot afgifte te verplichten. De heer De Graaf merkt op dat het daadwerkelijk innemen van passen wellicht een probleem blijft vormen, doch dat belangrijke winst kan worden geboekt met een goede en sluitende controle bij de toegang tot de stadions, in dier voege dat een supporter met een vervallen verklaarde pas het stadion niet kan betreden. Bovendien zal naar zijn verwachting van het bestaan van een passenregeling met gelimiteerde aantallen een belangrijke preventieve werking uitgaan. De heer De Bakker merkt op dat een sluitende controle een hoogwaardige automatisering zou betekenen, waarin thans echter in de begroting niet wordt voorzien. De Minister van Binnenlandse Zaken concludeert dat binnen de marges van dit overleg het onmogelijk is om op het punt van de handhaving van de passenregeling de vereiste duidelijkheid te verkrijgen. Hij stelt voor dat op ambtelijk niveau tussen KNVB en Binnenlandse Zaken/Justitie nog nader overleg wordt gevoerd. Van de zijde van de overheid zal daarbij worden nagegaan welke mogelijkheden politie en justitie bezitten binnen en buiten het stadion om de naleving en handhaving van de passenregeling te kunnen ondersteunen. De KNVB zou nog eens naar de civielrechtelijke vormgeving kunnen kijken. Hij gaat ervan uit dat hierover binnen een maand na dit gesprek duidelijkheid kan ontstaan. Uitgaande van de veronderstelling dat de uitkomsten geen beletsel vormen voor de invoering van de eerste fase en indachtig de eerdere mededeling van de KNVB dat de eerste fase ongeveer drie maanden voorbereidingstijd vergt, meent de minister van Binnenlandse Zaken dat het mogelijk moet zijn om begin oktober 1988 de beperkte passenregeling in te voeren. De heren Van der Louw en De Bakker beamen dit. De heer Van der Louw stelt in het kader hiervan dat voor de effectiviteit van de passenregeling ook van groot belang is goede informatievoorziening aan het lokaal bestuur opdat er een maximale mogelijkheid tot een coöperatieve houding bestaat. De heer Van der Louw vraagt voorts aandacht voor een ander knelpunt. De eerste fase van de passenregeling is in de ogen van de KNVB een experiment van beperkte opzet en duur. Nadien dient een evaluatie plaats te vinden om aan de hand van deze evaluatie te kunnen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 13

14 beslissen om de regeling uit te breiden naar alle risicowedstrijden in de eredivisie. De heer Van der Louw stelt geen harde garantie te kunnen geven dat de eerste fase wordt gestart indien van de zijde van de overheid geen financieel commitment bestaat voor een eventuele vervolgfase, zo de evaluatie daartoe aanleiding geeft. In zodanig geval zou de KNVB dan gedwongen zijn een zeer kostbaar project in de orde van grootte van 20 miljoen gulden alleen te dragen. De Minister van Binnenlandse Zaken merkt op dat de overheid nooit een verplichting van een tweede fase heeft opgelegd. Hij is van oordeel dat door de eerste fase een belangrijk gedeelte van de risicogroepen wordt bestreken en dat dit zeer wel afdoende kan zijn. De evaluatie zou dan ook kunnen opleveren dat met deze eerste fase zou kunnen worden volstaan. In ieder geval is er geen mogelijkheid om enige toezegging te doen over financiële ondersteuning van een eventuele tweede fase. De minister wijst er daarbij op dat ook de nu toegezegde incidentele bijdrage voor de eerste fase op zichzelf ter discussie kan worden gesteld, nu het beslist niet vanzelfsprekend is dat de overheid subsidieert in veiligheidsmaatregelen van particuliere organisaties. De heer Van der Louw zegt een en ander nog nader te zullen overwegen. 4. Europese Voetbalkampioenschappen 1988 De Staatssecretaris van WVC verzoekt de KNVB-delegatie een toelichting te geven op de maatregelen die genomen zijn in het kader van de veiligheid en de regulering van de kaartverkoop. De heren Van der Louw en De Bakker zetten het beleid van de KNVB uiteen, waarbij zij benadrukken dat de kaartverkoop in Nederland gereguleerd wordt aan de hand van de afspraken met Justitie ter zake van de civielrechtelijke uitsluiting (terbeschikkingstelling van gegevens) en de uitgifte op naam onder vermelding van paspoortnummer. Kaarten in Nederland uitgegeven zijn voorzien van een bijzondere opdruk. Problematisch is en blijft dat het mogelijk is om in West-Duitsland zonder reële beperking kaarten te kunnen kopen, ondanks herhaalde oproepen van de KNVB aan de UEFA en de Duitse organisatie. Naar verwachting zullen rond kaarten aan ongeveer Nederlandse supporters worden uitgegeven. 5. Sluiting De Minister van Binnenlandse Zaken heeft inmiddels de vergadering moeten verlaten wegens een andere afspraak. De Staatssecretaris van WVC concludeert dat op het punt van supportersbeleid voldoende duidelijkheid is geschapen. Tussen KNVB en de Interdepartementale Projectgroep Voetbalvandalisme zal nog nader worden overlegd over de handhaving van de passenregeling en voorts over andere gesprekspunten terzake van het beleid van overheid en voetbalwereld ter bestrijding van het voetbalvandalisme, waaronder het politieel/justitieel beleid. Hij sluit de vergadering. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 14

15 BIJLAGE II MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de vaste Commissie voor Welzijn van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage, 13 juni 1988 Ten vervolge op mijn brief van 9 juni jl. nummer EA87/290/U 19, bied ik u hierbij de brief van de heer A. van der Louw aan, die mij tijdens het overleg met een delegatie van de KNVB d.d. 24 mei 1988, door hem is aangeboden. In het u toegezonden kort verslag van dat overleg wordt van deze brief onder punt 2 melding gemaakt. In het verslag wordt onder punt 5 melding gemaakt van een nader overleg tussen de KNVB en de Interdepartementale Projectgroep Voetbalvandalisme over onder meer de handhaving van de passenregeling. Ik deel u mede, dat de projectgroep er niet in geslaagd is om op korte termijn bedoeld overleg te effectueren. Het geplande overleg heeft op 9 juni geen doorgang kunnen vinden door afwezigheid van de KNVB-vertegenwoordiging. Ik zend u hierbij tevens een afschrift van de brief van de voorzitter van de projectgroep d.d. 9 juni 1988 aan de voorzitter van de Sectie Betaald Voetbal KNVB. Ik deel de teleurstelling van de projectgroep dat het overleg met de KNVB nog niet heeft plaatsgevonden. De Minister van Binnenlandse Zaken, C. P. van Dijk Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 15

16 KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE VOETBALBOND Aan de Minister van Binnenlandse Zaken, de heer drs. C. P. van Dijk Zeist, 24 mei 1988 In aanvulling op onze brief van 5 februari 1988 kunnen wij u nadere mededelingen doen omtrent de procedures en activiteiten op het gebied van het supportersbeleid. Onze veiligheidscommissie (onder voorzitterschap van mr. W. J. Geertsema) heeft het bestuur betaald voetbal geadviseerd de paragraaf omtrent het supportersbeleid in de veiligheidsvoorschriften voor het seizoen (artikel 3.25) als volgt vast te stellen: «Het bestuur van de bvo bevordert het ontstaan en functioneren van een supportersvereniging, stelt hiervoor faciliteiten beschikbaar en stimuleert het contact tussen supporters, spelers en technische staf, met speciale aandacht voor jongeren. De bvo stelt een beleidsplan op met betrekking tot hun supportersbeleid en stelt de KNVB hiervan en van het concrete activiteitenplan uiterlijk op 1 augustus 1988 in kennis. In een dergelijk beleidsplan dient een klantgerichte benadering - met nadruk op jongeren - centraal te staan. In het beleidsplan moet per seizoen concreet worden aangegeven welke activiteiten er ten behoeve van supporters worden ontwikkeld, hoe de supporters bij de club worden betrokken en hoe ten behoeve van de voorbereiding van wedstrijden het overleg met de supporters wordt geregeld. Uiterlijk op 1 april 1989 overlegt de club ten behoeve van licentieverlening voor het seizoen 1989/1990 een evaluatieverslag omtrent de resultaten van het beleids/ activiteitenplan. Bij de toetsing van het beleids/activiteitenplan wordt minimaal uitgegaan van de volgende elementen: - gestructureerd overleg tussen supporters en club; - deelname van spelers, trainers, bestuursleden en anderen aan bijeenkomsten met en activiteiten voor de supporters; - in samenwerking met andere betrokkenen stimuleren van zelfregulering en begeleiding bij wedstrijden; - toegangskaartjes voor uitwedstrijden te verkopen volgens de procedures van het passenexperiment; - beschikbaar stellen van een supportershome; - uitgave van een supportersblad; - verkoop van clubattributen; - in overleg met andere betrokkenen (afhankelijk van waarborgen voor orde en veiligheid) organiseren van inter-supportersactiviteiten; - uitsluiting van activiteiten en wedstrijdbezoek na wangedrag/ strafbare feiten en medewerking aan de tenuitvoerlegging van alternatieve straffen.» Met de toepassing van de licentieprocedures is een onafhankelijke licentiecommissie belast onder voorzitterschap van drs. M. J. van Rooyen, voormalig voorzitter van het Budget Bewakings Instituut. De meeste leden van de commissie hebben ook zitting in het BBI gehad. De licentiecommissie heeft bindende adviesbevoegdheid ten aanzien van het opschorten of intrekken van een verleende licentie, het nemen van financiële maatregelen, het aanpassen van de begroting van een club en dergelijke. Over de definitieve vaststelling van de procedure met betrekking tot de toetsing van het door een betaald voetbalclub op te stellen supportersbeleid en de te ontwikkelen activiteiten, zal de licentiecommissie zich nog moeten uitspreken. Het voorstel van de veiligheidscommissie past in de gebruikelijke procedures, waarbij het voor de hand ligt om de inhoudelijke toetsing van supportersbeleid en activiteiten ook door deze commissie te laten Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 16

17 verrichten. Het zal u duidelijk zijn, dat de rechtszekerheid welke clubs ter zake van besluiten omtrent licentieverlening toekomt, met zich mee brengt dat aan de betreffende procedures en de uiteindelijke besluitvorming hoge eisen van zorgvuldigheid worden gesteld. Dit sluit ook aan bij onze opvatting dat supportersbeleid een instrument voor de middellange termijn is. Wij zijn van mening dat het van groot belang is dat de clubs zelf en in nauwe samenwerking met de andere lokale partners in de bestrijding van het voetbalvandalisme, invulling geven aan op hun situatie toegesneden supportersbeleid. Dit betekent dat de activiteiten maatwerk zullen moeten zijn, waarbij de in de veiligheidsvoorschriften genoemde minimale elementen de fundamenten voor het clubbeleid zijn. Van belang is uiteraard ook in hoeverre en op welke wijze supporters van een club zich vandalistisch gedragen. Wij stellen ons voor dat het wellicht zeer zinvol zal kunnen zijn, indien de veiligheidscommissie bij haar toetsing het oordeel van het lokale openbare bestuur zou betrekken. Ten slotte achten wij het voor het goede begrip van belang er nogmaals op te wijzen dat de betaald voetbalclubs met een risicogevende aanhang reeds langer op dit gebied actief zijn. Het is dus nadrukkelijk niet zo dat er nog niets op het gebied van supportersbeleid tot stand is gebracht. Voor de duidelijkheid herhalen wij wel dat verschil in beeldvorming het gevolg kan zijn van te hoog gestemde verwachtingen over directe en aantoonbare resultaten. Een algemeen overzicht van de inspanningen die de clubs reeds in concreto leveren gaat hierbij. Hoogachtend, Koninklijke Nederlandsche Voetbalbond André van der Louw, voorzitter betaald voetbal Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 17

18 Bijlage Overzicht supportersactiviteiten seizoen o O 00 I f cht o re olie c c n a> < I B N.* o LU &2 i 0. 0) Q Q (J 3 < O 0! O ü <t U_ U_ L i - U - U - W O - C L > Rechtstreekse bestuurlijke betrokkenheid X X regelmatig overleg X X X X X X X X X X X besprekingen/bijeenkomsten X X X X X X X X X X X supportershome X X X 1 X X begeleidingsgroep X X X 1 deelname aan welzijnsexperiment (m.i.b. van deelfinanciering) X 1 in bouwstadium 2 ad hoc Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5 18

19 MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Sectie Betaald Voetbal KNVB, de heer A. van der Louw 's-gravenhage, 9 juni 1988 In het als positief ervaren gesprek tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de KNVB heeft de Minister van Binnenlandse Zaken met u afgesproken, dat op zeer korte termijn tussen de KNVB en de ambtelijke projectgroep Voetbalvandalisme overleg zal worden gevoerd over de knelpunten bij de invoering van de passenregeling. Het overleg was gepland voor 9 juni 1988, zijnde de enige datum op korte termijn waarop de veiligheidscoördinator, de heer R. de Bakker, aanwezig kon zijn. Ik deel u mee, dat de projectgroep buitengewoon teleurgesteld is, dat dit overleg niet heeft kunnen doorgaan, bij ontbreken van de heer De Bakker, die eerst liet weten 1 uur later te komen en vervolgens in het geheel niet kwam opdagen. Deze teleurstelling geldt des te meer nu de projectgroep enkele vertegenwoordigers van het openbaar ministerie, waaronder de officier van justitie uit Almelo, bij het gesprek had uitgenodigd. Ik hoop dat de KNVB het initiatief wil nemen om op korte termijn niettemin tot een zinvol gesprek te komen. De voorzitter van de Interdepartementale Projectgroep Voetbalvandalisme, mr. Th. C. de Graaf Tweede Kamer, vergaderjaar , 20326, nr. 5 19

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20326 Regeringsstandpunt Eindrapport Landelijk Overleg Voetbalvandalisme Nr. 4 ' Samenstelling: Leden: Haas-Berger (PvdA), Stoffelen (PvdA), Kosto

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 18039 Sportbeleid Nr.7 De vroegere stukken zijn gedrukt in de zitting 1982-1983 en in het vergaderjaar 1983-1984 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 18 386 Besluit afbreking zwangerschap Nr. 29 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 30 mei 1988 De vaste Commissie voor de Volksgezondheid 1 heeft onderstaande

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20 415 Dwang en drang en de hulpverlening aan verslaafden Nr. 3 1 Samenstelling: Leden: Nypels (D66), Haas-Berger (PvdA), voorzitter, Müller-van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 20 808 Inkomensbeleid 1989 Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 28 oktober 1988 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 Rijksbegroting voor het jaar 1987 19 700 Hoofdstuk VI Ministerie van Justitie Nr. 30 ' Samenstelling: Leden: Haas Berger (PvdA), Stoffelen (PvdA),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20436 Schijnerkenningen IMr. 3 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 31 augustus 1988 De vaste Commissie voor Justitie' heeft op 9 juni

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20400 Lasopleidingen Nr. 5 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 1 september 1988 De vaste commissie voor Onderwijs en Wetenschappen 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-21 800 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar Nr. 25 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 XIV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk XIV (Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22601 Nr. 8 ' Samenstelling: Leden: Stoffelen (PvdA), V. A. M. van der Burg (CDA), Vacature VVD, Schutte (GPV), Krajenbrink (CDA), Korthals (VVD),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20391 Buitenlandse militaire dienstplicht Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 17 december 1987 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20 547 Adoptie anders dan door een echtpaar Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 21 juli 1988 De vaste Commissie voor Justitie' heeft over de notitie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juli 2004 (23.07) (OR. en) 0369//04 REV PUBLIC LIMITE DROIPEN 24 NOTA van: het voormalige Ierse voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 19218 Het verworven immuun deficiëntie-syndroom (AIDS) Nr. 13 1 Samenstelling: Leden: Haas-Berger (PvdA), Stoffelen (PvdA), Kosto (PvdA) voorzitter.

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 15 637 Casinospelen Nr. 2 Het vroegere stuk is gedrukt in de zitting 1978-1979 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de heer Voorzitter

Nadere informatie

2 Vergaderjaar

2 Vergaderjaar T WEEDE K AMER DER STATEN-G ENERAAL 2 Vergaderjaar 2005-2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 18174 Verslavingsproblematiek in de inrichtingen en het gevangeniswezen 19938 Ontvluchting uit het penitentiair complex op 22 augustus 1986 Nr.

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 Rapport Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Dordrecht zijn verzoek om een voorwaardelijk sepot om te zetten in een onvoorwaardelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1983-1984 18326 De ontruimingen in de Molukse wijk te Capeile aan den IJssel Nr. 2 ' Samenstelling: Leden: Haas-Berger (PvdA), Stoffelen (PvdA), G. C. van

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 21 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 21 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres: Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl 157617-111785-VGP

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 19637 Vluchtelingenbeleid Nr. 78 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22601 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met de regeling van een procedure voor de voorbereiding en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG Doel van de beleidsregel preventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag. Met deze preventieve dwangsom wordt getracht het gedrag van overlastgevende personen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 20 706 Kunstmatige bevruchting en draagmoederschap Nr. 3 herdruk 3 1 Samenstelling: Leden: Haas-Berger (PvdA), Stoffelen (PvdA), Kosto (PvdA),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende straf

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 16 709 Sportbeoefening door gehandicapten Nr. 10 1 Samenstelling: Leden: Nypels (D66), Worrell (PvdA), Scherpenhuizen (VVD), Müller-van Ast (PvdA)

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtsbestel Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 20 202 32 68 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNA-verwantschapsonderzoek

Nadere informatie

VERGADERING HAMERRAAD d.d. 19 juni 2012 AGENDA NR. III / 4

VERGADERING HAMERRAAD d.d. 19 juni 2012 AGENDA NR. III / 4 VERGADERING HAMERRAAD d.d. 19 juni 2012 AGENDA NR. III / 4 VOORSTEL 1. tot vaststelling van de verordening voorziening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Gennep en intrekking van het raadsbesluit

Nadere informatie

Minister van Justitie. Naar aanleiding van uw verzoek bericht ik u als volgt.

Minister van Justitie. Naar aanleiding van uw verzoek bericht ik u als volgt. R e g i s t r a t i e k a m e r Minister van Justitie..'s-Gravenhage, 30 april 1999.. Onderwerp Wijziging van het Wetboek van Strafvordering Bij brief met bijlage van 9 maart 1999 (uw kenmerk: 750136/99/6)

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 08-03 Datum : 24 november 2008 Partijen : Stichting (zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de heer (naam), locatiemanager (locatie),

Nadere informatie

Uitspraaknr. 03.027. Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs. De klacht. Visie van partijen

Uitspraaknr. 03.027. Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs. De klacht. Visie van partijen Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs (mr. J.P.L.C. Dijkgraaf, mr. N. Gunes, J. Toes) Uitspraaknr. 03.027 Datum: 23 juni 2003 Onvoldoende structurele zorg

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 449 Nederlandse corporate governance code (Tabaksblat code) A Herdruk VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 november 2004 In de

Nadere informatie

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet.

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet. Werkafspraken tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (inspectie), de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Keuringsraad Openbare Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG) over de wijze van samenwerking

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301 Rapport Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301 2 Klacht Verzoeker klaagt er namens de Buurtvereniging Bieberglaan over dat de gemeente Breda niet of niet adequaat heeft gereageerd op door de buurtvereniging

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis van 19 oktober 2009 Kenmerk: 09/03 Het Scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr. A. Hammerstein, wonende te Arnhem, voorzitter, mr. R.P.D. Kievit, wonende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23258 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht alsmede nadere aanpassing van een aantal wetten aan de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1991-199 300 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk VIII (Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen) voor het jaar199

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

Retouradres Postbus 511, 2003PB Haarlem

Retouradres Postbus 511, 2003PB Haarlem Gemeente Retouradres Postbus 511, 2003PB Raadsfractie van de SP t.a.v. de heer F. Garretsen Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer E-mail Onderwerp 17 maart 2015 K. Roos 023-5114607 kroos@haarlem.nl

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105795 - Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO

SAMENVATTING. 105795 - Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO SAMENVATTING 105795 - Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO Een ouder klaagt erover dat de school haar onvoldoende heeft geïnformeerd over

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 28 286 Dierenwelzijn Nr. 251 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10909 22 juni 2011 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 15 juni 2011, nr. 5700090/11, houdende wijziging

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG. Partijen zullen hierna worden aangeduid als de stichting en de arts.

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG. Partijen zullen hierna worden aangeduid als de stichting en de arts. SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 08/30 Vonnis in de zaak van: De Stichting A., gevestigd te Z., eiseres in conventie, verweerster in reconventie, tegen: B., plastisch chirurg, wonende te Y., verweerder

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 april 2000 (17.04) (OR. en) 7316/00 LIMITE EUROPOL 4 NOTA van: Europol aan: de Groep Europol nr. vorig doc.: 5845/00 EUROPOL 1 + ADD 1 + ADD 2 + ADD 3 Betreft: Artikel

Nadere informatie

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit Protocol tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Nederlandse Zorgautoriteit inzake samenwerking en coördinatie op het gebied van beleid, regelgeving, toezicht & informatieverstrekking en andere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 367 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Nadere informatie

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Quint" te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR)

Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool De Quint te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad (MR) Uitspraaknr. G416 Datum: 17 november 1993 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de openbare basisschool "De Quint" te Alkmaar, nader aan te duiden als medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Bewerkersovereenkomst

Bewerkersovereenkomst Bewerkersovereenkomst Datum: 25-04-2015 Versie: 1.1 Status: Definitief Bewerkersovereenkomst Partijen De zorginstelling, gevestigd in Nederland, die met een overeenkomst heeft gesloten in verband met het

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari 2014. Rapportnummer: 2014/004

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari 2014. Rapportnummer: 2014/004 Rapport Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari 2014 Rapportnummer: 2014/004 2 De klacht Verzoekers klagen over de manier waarop de gemeente Wierden is omgegaan met hun

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 230 Besluit van 18 mei 2009, houdende wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap (vaststelling duur zwangerschap) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 21980 Justitiële jeugdbescherming Nr. 10 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 15 oktober 1992 De bijzondere Commissie voor het jeugdwelzijnsbeleid

Nadere informatie

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Klachtenregeling IGZ Artikel 1 1 Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop de inspectie zich in een bepaalde aangelegenheid jegens

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 32 450 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht

Nadere informatie

Uitspraaknr. G644-G645-G646. Datum: 8 november Soort geschil: Interpretatiegeschil

Uitspraaknr. G644-G645-G646. Datum: 8 november Soort geschil: Interpretatiegeschil Uitspraaknr. G644-G645-G646 Datum: 8 november 2000 Soort geschil: Interpretatiegeschil Partijen: De medezeggenschapsraad van de Zuukerschool voor openbaar basisonderwijs te Epe, de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen

Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen Regelingen en voorzieningen CODE 1.3.4.93 Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen bronnen Antwoord staatssecretaris SZW d.d. 27.4.2011 op Kamervragen, Vergaderjaar 2010-2011, 2354 Een aantal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 Rijksbegroting voor het jaar 1987 19 700 Hoofdstuk V Ministerie van Buitenlandse Zaken Nr. 28 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 20

Nadere informatie

REGELING MELDING ONREGELMATIGHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN

REGELING MELDING ONREGELMATIGHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN REGELING MELDING ONREGELMATIGHEDEN UNIVERSITEIT LEIDEN INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 4: Hoofdstuk 5: Algemene bepalingen Interne procedure De Commissie integriteit Universiteit

Nadere informatie

Richtlijn termijn stadionverbod Seizoen 2014/'15

Richtlijn termijn stadionverbod Seizoen 2014/'15 KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND BETAALD VOETBAL Richtlijn termijn stadionverbod Seizoen 2014/'15 knvb.nl Richtlijn termijn stadionverbod Seizoen 2014/ 15 I - TERMIJNEN Een ieder die door een betaaldvoetbalorganisatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 638 Mensenhandel Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:234

ECLI:NL:RBOVE:2017:234 ECLI:NL:RBOVE:2017:234 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 23-01-2017 Zaaknummer 17/39 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer Klaagschrift.

Nadere informatie

de Examencommissie PABO van de Academie voor Pedagogisch Onderwijs van Avans Hogeschool, locatie Breda, hierna te noemen: verweerster

de Examencommissie PABO van de Academie voor Pedagogisch Onderwijs van Avans Hogeschool, locatie Breda, hierna te noemen: verweerster COLLEGE van BEROEP voor de EXAMENS BEROEPSCHRIFT 2016-130 AVANS HOGESCHOOL Breda UITSPRAAK in de zaak van XXX wonende te xxx hierna te noemen: appellante tegen: de Examencommissie PABO van de Academie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 Rapport Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in haar brief aan verzoekster van 25 februari 2000 heeft

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 20301 2500 GH Den Haag Datum: 12 mei 2010 Ons kenmerk: B2.1.10/1796/RO Uw kenmerk: 5644863/10/6 Onderwerp:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 529 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg en Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, de Algemene Kinderbijslagwet en de Wet Landelijk Bureau Inning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 047 Goedkeuring van verdragen met het oog op het voornemen deze toe te passen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en van het voornemen tot opzegging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20026 Financieel beleid basisgezondheidsdiensten Nr. 2 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 15 december 1987 De vaste Commissie voor de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 24 557 Kansspelen Nr. 130 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport "Klagen bij de politie"

Ministerie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport Klagen bij de politie Ministerie van Binnenlandse Zaken ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Aanbieding rapport "Klagen bij de politie" Datum Aan 6 maart l998 De korpsbeheerders De korpschefs : Directie Politie : EA98/U600

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving Afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Bestuur Turfmarkt

Nadere informatie

ECGR/U200901131 Lbr. 09/081

ECGR/U200901131 Lbr. 09/081 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 Betreft Gemeentelijk optreden bij incidenten met honden naar aanleiding intrekking RAD uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U200901131

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083

Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 Rapport Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/083 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Gouda vanaf november 2002 onvoldoende heeft getracht om de

Nadere informatie

Een onderzoek naar een onduidelijke intrekkingsbrief van het Openbaar Ministerie.

Een onderzoek naar een onduidelijke intrekkingsbrief van het Openbaar Ministerie. Rapport Ingetrokken of niet? Een onderzoek naar een onduidelijke intrekkingsbrief van het Openbaar Ministerie. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie te Rotterdam,

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062 Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april 2012 Rapportnummer: 2012/062 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde politieambtenaar van het

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21452 Jeugdbeleid en Onderwijsbeleid Nr. 3 LIJSTVAN VRAGEN Vastgesteld 15 mei 1990 De bijzondere Commissie voor het jeugdwelzijnsbeleid 1 en de

Nadere informatie

rechtmatigheid POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20

rechtmatigheid POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Koninklijk Horeca Nederland DATUM 5 februari

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 VERORDENING over het recht van onderzoek. (raadsbesluit van 28 november 2002) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 november 2002

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r

R e g i s t r a t i e k a m e r R e g i s t r a t i e k a m e r..'s-gravenhage, 15 oktober 1998.. Onderwerp gegevensverstrekking door internet providers aan politie Op 28 augustus 1998 heeft er bij de Registratiekamer een bijeenkomst

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 190 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan

Nadere informatie

Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden

Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden Gemeente Haarlem Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden Verordening nr. Datum in werking 15 Paragraaf 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. bijstand: het ambtelijke

Nadere informatie