TB Ramspol - Ens. Akoestisch onderzoek. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied. februari 2009 Definitief

Transcriptie

1 TB Ramspol - Ens Akoestisch onderzoek Rijkswaterstaat IJsselmeergebied februari 2009 Definitief

2 TB Ramspol - Ens Akoestisch onderzoek dossier : B registratienummer : MD-MK versie : 2 Rijkswaterstaat IJsselmeergebied februari 2009 Definitief Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van is gecertificeerd volgens ISO 9001.

3 INHOUD BLAD SAMENVATTING 3 1 INLEIDING 5 2 WETTELIJK KADER Algemeen Omvang geluidszones en stedelijk-/buitenstedelijk gebied Geluidsgevoelige bestemmingen Niet-geluidsgevoelige bestemmingen Reken- en Meetvoorschrift en Geluidsbelasting De plicht tot toetsing aan grenswaarden Nieuwe wegaanleg (art 87e Wet geluidhinder) Sanering Wijziging van een bestaande weg en aanpassing van een bestaande weg Aanpassing van een weg Cumulatie Correctie ex. artikel 110g Wet geluidhinder 19 3 UITGANGSPUNTEN De onderzochte situaties Gebruikte rekenmethoden Afbakening van het onderzoeksgebied Verkeersgegevens Snelheden van de voertuigen Verharding wegdek Afschermende voorzieningen Bronnen die mogelijk voor cumulatie van belang zijn Geluidsgevoelige bestemmingen Stiltegebieden Niet geluidsgevoelige bestemmingen Te onttrekken geluidsgevoelige bestemmingen en af te breken bebouwing Eerder vastgestelde hogere waarden Rekenpunten Afweging maatregelen bij aanpassing en nieuwe wegaanleg 24 4 LEESWIJZER VOOR DE HOOFDSTUKKEN 5, 6 EN RESULTATEN SANERINGSONDERZOEK 28 6 RESULTATEN NIEUWE WEGAANLEG N Schokkerringweg (N352) Resultaten cumulatie 32 7 RESULTATEN AANPASSINGSONDERZOEK Kamperweg (oude N50) Kamperweg ter hoogte van Ens Kamperweg ter hoogte van de Ramspolbrug 33 Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

4 7.2 Zwartemeerweg Frieseweg (N765) Baan Kamperzandweg 34 8 NATUURGEBIEDEN 35 9 COLOFON 36 BIJLAGEN 1 Verkeersgegevens 2009 en Rekenmodel en rekenmethoden 3 Resultaten 4 Afweging maatregelen per cluster 5 Vast te stellen hogere grenswaarden nieuwe aanleg Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

5 SAMENVATTING In dit rapport zijn de resultaten van het akoestisch onderzoek opgenomen ter voorbereiding van het Tracébesluit N50 Ramspol Ens. Het Tracébesluit omvat: aanleg N50 (2x2 rijstroken) wijziging N50 (Kamperweg) wijziging N352 (Schokkerringweg) wijziging N765 (Frieseweg) Op dit project is afdeling 2a van hoofdstuk VI van de Wet geluidhinder van toepassing. In dit rapport worden de resultaten van het akoestisch onderzoek naar aanpassingssituaties en nieuwe wegaanleg conform de Wet geluidhinder gepresenteerd. Aanvullend is onderzocht hoe de geluidsbelastingen van het stiltegebied zich ontwikkelt als gevolg van de wijziging aan de Kamperweg en de aanleg van de N50. Sanering In het rapport van het akoestisch onderzoek Trajectnota MER N50 Ramspol Ens met kenmerk V&I , rev. 2 d.d. juni 2004 is aangegeven dat er langs de N50 geen sprake is van saneringssituaties. In onderhavig onderzoek is er daarom geen onderzoek gedaan naar saneringssituaties. Aanpassing Uit het onderzoek is gebleken dat zonder aanvullende geluidsmaatregelen bij 21 woningen in de toekomstige situatie sprake zou zijn van een overschrijding van de geldende grenswaarde met (afgerond) 2 db of meer. De overschrijding doen zich voor ten gevolge van de wegaanpassing kruispunt Kamperweg- Baan. Door op de Baan over een lengte van 200 meter (vanaf ca. 50 meter van de rotonde) dunne deklaag 1 of een wegdekverharding met vergelijkbare akoestische eigenschappen toe te passen, is er geen sprake meer van een overschrijding van de grenswaarde. Er behoeft derhalve geen aanvullende onderzoek naar geluidbeperkende maatregelen te worden gedaan. In het Tracébesluit hoeven geen hogere grenswaarden vastgesteld te worden. Nieuwe aanleg N50 De Minister van V en W heeft in het standpunt voor het Tracébesluit besloten dat tweelaags ZOAB of een wegdekverharding met gelijke geluidreducerende eigenschappen - wordt aangelegd op de N50. In het Tracébesluit is deze verharding dan ook op de hoofdrijbanen opgenomen. Uit het akoestisch onderzoek is gebleken dat als gevolg van de aanleg van de N50 de voorkeursgrenswaarde bij één woning wordt overschreden. Volgens de Wet geluidhinder is bij deze bestemming sprake van nieuwe aanleg. Voor Schokkerringweg 43 moet in het Tracébesluit een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting worden vastgesteld. Hierna zal onderzocht moeten worden of hiervoor nog aanvullende gevelisolatie nodig is. Dit valt echter buiten het kader van het Tracébesluit en daarmee ook buiten dit akoestisch onderzoek. De hogere waarde is vermeld in de bijlagentabel 5.1. Verlegde Schokkerringweg De omlegging van de Schokkerringweg wordt in het kader van de Wet geluidhinder aangemerkt als nieuwe wegaanleg. Langs dit wegdeel wordt bij drie woningen (waaronder Schokkerringweg 43) de voorkeursgrenswaarde overschreden. Geluidbeperkende maatregelen zijn niet doelmatig en voor deze Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

6 woningen zal derhalve met het Tracébesluit hogere waarden worden vastgesteld. Hierna zal onderzocht moeten worden of hiervoor nog aanvullende gevelisolatie nodig is. Dit valt echter buiten het kader van het Tracébesluit en daarmee ook buiten dit akoestisch onderzoek. De hogere waarde is vermeld in de bijlagentabel 5.2. In het onderstaande overzicht zijn de aantallen hogere waarden per weg vermeld. Weg Aantal woningen met een hogere waarde N50 1 Kamperweg (N50) - Schokkerringweg 3 Frieseweg - Baan - Geluid in stiltegebieden In de Provinciale Milieuverordening is het gebied Zwarte Meer aangewezen als Milieubeschermingsgebied. Dit gebied ligt op ca. 1,5 kilometer ten oosten van de toekomstige Ramspolbrug. In de huidige situatie bedraagt de geluidbelasting 37 db(a) en in de toekomstige situatie bedraagt de geluidbelasting 32 db(a). Deze waarden zijn exclusief 2 db(a) aftrek art. 110g Wgh. De waarde ligt onder de toetswaarde uit de Provinciale Milieuverordening van 35 db(a). De afname van de geluidbelasting is een gevolg van het feit dat de weg verder van het gebied wordt aangelegd. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

7 1 INLEIDING Rijkswaterstaat IJsselmeergebied bereidt het Tracébesluit Ramspol Ens voor. In 2004 is de Trajectnota/MER met diverse alternatieven uitgebracht. Het destijds gekozen 2x1 verleggingsalternatief wordt in het Tracébesluit vanwege een andere zienswijze opgewaardeerd naar een wegvak met 2x2 rijstroken. Op de nieuw aan te leggen N50 zal conform het standpunt van de Minister van Verkeer en waterstaat en de Minister van VROM een wegdekverharding worden toegepast met de akoestische kwaliteit van minimaal tweelaags ZOAB. Door de aanleg van de N50 worden de volgende relevante kruisende wegen gewijzigd: N765 (Frieseweg); N352 (Schokkerringweg); N50 (Kamperweg) ter hoogte van de Schokkerringweg; N50 (Kamperweg) ter hoogte van de Ramspolbrug; Baan. In het Tracébesluit dient inzicht te worden gegeven in de te treffen geluidsbeperkende maatregelen en de vast te stellen hogere waarden voor de woningen en andere geluidsgevoelige objecten waarbij niet kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde. Teneinde dit inzicht te kunnen geven is een gedetailleerd akoestisch onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is nagegaan wat de consequenties zijn van de aanpassingen en de aanleg van de wegen voor de omliggende woningen en andere geluidsgevoelige objecten. Bovendien is nagegaan welke geluidsbeperkende maatregelen dienen te worden getroffen om te voldoen aan de geldende grenswaarden. Dit rapport vormt het verslag van het gehele onderzoek. In dit rapport wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op het wettelijk kader en in hoofdstuk 3 worden de situatie van en de uitgangspunten voor het onderzoek nader beschreven. In hoofdstuk 4 is een leeswijzer opgenomen voor de hoofdstukken 5, 6 en 7. De resultaten van het saneringsonderzoek worden vermeld in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 zijn de resultaten vermeld voor de aan te leggen N50 en Schokkerringweg. In hoofdstuk 7 worden de resultaten van de wegvakken waar sprake is van een wijziging beschreven. Tenslotte wordt in hoofdstuk 8 ingegaan op de effecten van het stiltegebied Zwarte Meer. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

8 2 WETTELIJK KADER 2.1 Algemeen De Wet geluidhinder biedt het wettelijk kader voor de toegestane geluidsbelasting vanwege een weg bij geluidsgevoelige bestemmingen, waaronder woningen. De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen aan de maximaal toegestane geluidsbelasting ten gevolge van de aanleg of wijziging van een weg. De Wgh maakt hierin onderscheid tussen aanleg, wijzigingen of verbredingen van een hoofdweg als bedoeld in artikel 2 van de Tracéwet en overige wijzigingen/verbredingen van wegen. Op grond van afdeling 2A van hoofdstuk VI van de Wgh moet een onderzoek ingesteld worden naar de toekomstige geluidsbelasting van de aan te leggen hoofdweg en Schokkerringweg. Bovendien moet onderzoek worden verricht naar de geluidsbelasting vóór de wijziging van de andere wegen en naar de toekomstige geluidsbelasting na wijziging van deze wegen. Voor deze wegen is ook de geluidsbelasting die werd ondervonden in 1986 van belang. Voor de nieuwe wegen is de alleen de toekomstige geluidsbelasting relevant. Het wettelijke Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006 (RMG2006) stelt de regels voor het bepalen van de geluidsbelastingen. Uitgangspunt voor het bepalen van de toekomstige geluidsbelasting is volgens het RMG2006 het zogenoemde maatgevende jaar. In beginsel is dit 10 jaar na realisatie van de plannen. Het kan echter zijn dat in geval van aanleg of wijziging van een weg sprake is van andere termijnen om tot een verantwoord akoestisch eindplaatje te komen. De toekomstige geluidsbelastingen zijn bepalend voor het treffen van eventuele geluidsmaatregelen. De Wet geluidhinder is slechts van toepassing voor zover het gaat om geluidsgevoelige bestemmingen binnen de geluidszone van de wegen. Binnen deze zones wordt de geluidsbelasting berekend. 2.2 Omvang geluidszones en stedelijk-/buitenstedelijk gebied In artikel 74 van de Wgh zijn de geluidszones gedefinieerd. De geluidszones zijn te beschouwen als aandachts- of onderzoeksgebieden, bijvoorbeeld bij nieuwe bouwplannen. Ze hebben niets te maken met de ligging van contouren of iets dergelijks. Zones zijn van rechtswege aanwezig. Dat wil zeggen dat er geen apart besluit nodig is om ze in te stellen. Op het moment dat het aantal rijstroken van de weg zodanig wordt gewijzigd dat daar een andere wettelijke zonebreedte bij hoort, is die nieuwe zonebreedte automatisch van kracht. De wettelijke breedte van de geluidszone wordt bepaald door het aantal rijstroken van de weg, en het binnen- of buitenstedelijke karakter van de omgeving langs de weg. In de volgende tabel zijn de wettelijke zonebreedten die de Wgh kent opgesomd. Tabel 2-1 Zonebreedten breedte van de geluidzone aantal rijstroken buitenstedelijk gebied stedelijk gebied 5 of meer 600 m 350 m 3 of m 350 m 1 of m 200 m Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

9 In artikel 1 van de Wgh zijn de definities opgenomen van stedelijk en buitenstedelijk gebied. Deze definities luiden: buitenstedelijk: het gebied buiten de bebouwde kom (bepaald door borden komgrens) en het gebied (binnen en buiten de bebouwde kom) binnen de zone van een autoweg of autosnelweg; stedelijk: het gebied binnen de bebouwde kom met uitzondering van de gebieden binnen de zone van een autoweg of autosnelweg. In het kader van het Tracébesluit wordt de nieuw aan te leggen N50 als autoweg ingericht bestaande uit 2x2 rijstroken. Tabel 2-2 Zonebreedten N50 Wegvak N50 buitenstedelijk gebied 400 m Ook voor de kruisende wegen is de zonebreedte bepaald. De zonebreedte van de kruisende wegen is in onderstaande tabel weergegeven. Tabel 2-3 Zonebreedten kruisende wegen Wegvak N765 (Frieseweg) N352 (Schokkerringweg) N50 Kamperweg Baan breedte van de geluidzone 250 m 250 m 250 m 200 m Wegen die geen zone hebben, en waarop de Wet geluidhinder dus niet van toepassing is, zijn: wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied; wegen waarvoor een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt. 2.3 Geluidsgevoelige bestemmingen De grenswaarden van de Wet geluidhinder gelden voor de geluidsgevoelige bestemmingen die liggen binnen de geluidszone van de weg. Wat geluidsgevoelige bestemmingen zijn, wordt bepaald in artikel 87b van de Wgh: woningen; basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs, instellingen voor hoger beroepsonderwijs, uitgezonderd gymnastieklokalen; ziekenhuizen, verpleeghuizen; andere gebouwen voor gezondheidszorg dan ziekenhuizen of verpleeghuizen; woonwagenstandplaatsen; terreinen bij andere gebouwen voor gezondheidszorg, voor zover daar zorg verleend wordt. Binnen de zone van de te wijzigen en aan te leggen wegen moeten de geluidsbelastingen van deze bestemmingen worden berekend en moet worden beoordeeld of deze aan de wettelijke normen voldoen. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

10 2.4 Niet-geluidsgevoelige bestemmingen Voor andere objecten dan geluidsgevoelige bestemmingen die liggen binnen de geluidszone, geldt geen wettelijke normering voor de toegestane geluidsbelasting. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft echter in een aantal uitspraken aangegeven, dat het akoestisch onderzoek ook inzicht moet geven in de geluidsbelasting bij deze niet-geluidsgevoelige bestemmingen. In het akoestisch onderzoek moet daarom worden nagegaan of deze bestemmingen aanwezig zijn. Als dit het geval is moet worden onderzocht in hoeverre de geluidssituatie ter plaatse door de wijziging of aanleg van de weg verslechtert, en of er sprake is van zodanige hinder ten gevolge van de wijziging of aanleg van de weg dat maatregelen nodig zijn. 2.5 Reken- en Meetvoorschrift en Geluidsbelasting Reken en meetvoorschrift In het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder (RMG2006) is bepaald hoe de geluidsbelastingen op woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen en terreinen bepaald moet worden. Daarbij gelden de volgende regels: de geluidsbelastingen voor 1986 moeten worden berekend aan de hand van het oude Reken- en Meetvoorschrift Verkeerslawaai 1981 (RMV1981); de geluidsbelastingen voor de overige te berekenen jaren moeten worden berekend volgens het (RMG2006); in het rapport moeten de te toetsen geluidsbelastingen als afgeronde waarden worden gepresenteerd. Verschillen tussen geluidsbelastingen moeten echter worden berekend uit niet-afgeronde waarden, en pas daarna afgerond worden. Bij het afronden van geluidsbelastingen of van verschillen tussen geluidsbelastingen wordt een waarde die precies op 0,5 eindigt afgerond naar het dichtstbijzijnde even getal. Zo wordt een verschilwaarde van 1,49 afgerond naar 1, en een verschilwaarde van 1,50 wordt afgerond naar 2. Een verschil van 2,50 wordt echter ook afgerond naar 2, het dichtstbijzijnde even getal. En een geluidsbelasting van bijvoorbeeld 58,51 db wordt afgerond naar 59 db, maar een geluidsbelasting van 58,50 db wordt afgerond naar 58 db, het dichtstbijzijnde even getal. Geluidsbelasting De geluidsbelasting wordt berekend als het gemiddelde van een geheel jaar. Overeenkomstig artikel 1 van de Wet geluidhinder wordt onder de L den -waarde verstaan het energetisch en naar de tijdsduur van de beoordelingsperiode gemiddelde van de volgende drie waarden: het equivalente geluidsniveau gedurende de dagperiode (van 7.00 uur tot uur) het equivalente geluidsniveau gedurende de avondperiode (van uur tot uur) vermeerderd met 5 db het equivalente geluidsniveau gedurende de nachtperiode (van uur tot 7.00 uur) vermeerderd met 10 db. Voor scholen en medische kleuterdagverblijven worden de geluidsniveaus in de avond- en/of nachtperiode buiten beschouwing gelaten voor zover betreffende gebouwen in deze (gehele) perioden niet als zodanig worden gebruikt (art. 1b, Wet geluidhinder). Het geluidsniveau in de dagperiode wordt altijd in de berekening meegenomen. De geluidbelasting voor 1986 wordt conform het RMG2006 berekend met het (oude) Reken- en Meetvoorschrift Verkeerslawaai 1981, en uitgedrukt in de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau met als eenheid db(a). Ook de etmaalwaarde wordt berekend als het gemiddelde van een geheel jaar. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

11 Overeenkomstig artikel 1 van de Wet geluidhinder wordt onder de etmaalwaarde verstaan de hoogste van de volgende twee waarden: het equivalente geluidsniveau gedurende de dagperiode (van 7.00 uur tot uur); het equivalente geluidsniveau gedurende de nachtperiode (van uur tot 7.00 uur) vermeerderd met 10 db(a). Op de berekende etmaalwaarde wordt overeenkomstig art. 110g van de Wet geluidhinder een correctie toegepast, zoals aangegeven in paragraaf De plicht tot toetsing aan grenswaarden In het kader van het Tracébesluit dient alleen een toetsing aan de grenswaarden plaats te vinden indien er sprake is van: nog niet afgehandelde saneringssituaties langs de bestaande wegen; "aanpassing van een weg" zoals gedefinieerd in artikel 87 lid 1 sub h. van de Wgh; nieuwe wegaanleg. Er is hier zowel sprake van het regime aanpassing van een weg en nieuwe wegaanleg. De Schokkerringweg verschuift voor een deel. Dit kan gezien worden als een aanpassing, mits er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: het nieuwe tracé in de directe nabijheid van de oorspronkelijke weg is gelegen, 50 meter verschuiving kan al een reden zijn om te moeten spreken van aanleg in plaats van reconstructie: de geluidsgevoelige bestemming niet tussen het oude en het nieuwe tracé komt te liggen; de bestaande weg wordt opgebroken (zodat het aantal wegen niet toeneemt). Per woning kan het regime anders zijn. Zo impliceert voorwaarde b dat voor de ene woning sprake kan zijn van aanpassing terwijl voor de andere woning aan dezelfde weg de regels voor nieuwe wegaanleg moeten worden toegepast. Dit wordt in de volgende figuur duidelijk gemaakt. Bij woning A sprake van reconstructie en bij woning B van nieuwe wegaanleg. In het volgende paragrafen wordt op deze regimes nader ingegaan. 2.7 Nieuwe wegaanleg (art 87e Wet geluidhinder) Bij de aanleg van een nieuwe weg wordt een voorkeursgrenswaarde gehanteerd van 48 db. Wanneer deze waarde wordt overschreden, zal moeten worden nagegaan welke maatregelen kunnen worden Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

12 getroffen om deze overschrijding terug te brengen. Deze maatregelen kunnen bestaan uit maatregelen aan de bron (c.q. het verkeer en de weg) en uit maatregelen in het overdrachtsgebied (geluidsschermen en -wallen, vergroten van de afstand tussen weg en woning). De doelmatigheid van deze maatregelen wordt op dezelfde manier bepaald als bij aanpassing van een weg. In paragraaf 3.15 wordt nader ingegaan op de wijze waarop bepaald wordt of een maatregel financieel-akoestisch doelmatig is. Naast het kostenaspect kunnen ten slotte nog bezwaren van verkeerskundige, stedenbouwkundige of landschappelijke aard bestaan tegen het realiseren van geluidsbeperkende maatregelen. Als het niet mogelijk of niet doelmatig is om de toekomstige geluidsbelasting van geluidsgevoelige bestemmingen terug te brengen tot de voorkeursgrenswaarde van 48 db, moet in het tracébesluit een hogere grenswaarde voor de maximaal toelaatbare toekomstige geluidsbelasting vastgesteld worden. Bepalen maatregelen en doelmatigheid daarvan Indien er sprake is van aanpassing in de zin van de Wgh moet onderzocht worden of er maatregelen getroffen kunnen worden om de toename van de geluidsbelasting tot aan het maatgevende jaar ongedaan te maken (bijvoorbeeld door het plaatsen van een geluidsscherm of het aanbrengen van geluidarm asfalt). In feite komt dit erop neer dat zodanige maatregelen bepaald moeten worden dat de geluidsbelasting 10 jaar na openstelling niet hoger zal zijn dan die in het jaar voordat met de wijziging werd begonnen of de eerder vastgestelde hogere grenswaarde als die lager is dan de geluidsbelasting in het jaar voordat met de wijziging werd begonnen. Hierbij is niet alleen van belang of het technisch mogelijk is om dergelijke maatregelen te treffen, ook het kostenaspect is van belang. Er wordt daarom ook beoordeeld of maatregelen als geluidsschermen niet te duur zouden worden. In paragraaf 3.15 wordt nader ingegaan op de wijze waarop bepaald wordt of een aanpassingsmaatregel (financieel-akoestisch) doelmatig is of niet. Naast het kostenaspect kunnen ten slotte nog bezwaren van verkeerskundige, stedenbouwkundige of landschappelijke aard bestaan tegen het realiseren van bepaalde geluidsmaatregelen. Als het niet mogelijk of niet doelmatig is om de toekomstige geluidsbelasting van geluidsgevoelige bestemmingen waar sprake is van aanpassing in de zin van de Wgh terug te brengen tot de geldende grenswaarde, moet in het tracébesluit een hogere grenswaarde voor de maximaal toelaatbare toekomstige geluidsbelasting vastgesteld worden. Vaststellen hogere grenswaarde (art. 87b, lid 4, art. 87e, lid 2 van de Wgh) Een hogere waarde dan de voorkeursgrenswaarde kan worden vastgesteld in gevallen waarin de toepassing van maatregelen (bron- en overdrachtsmaatregelen) onvoldoende doeltreffend is, of waarin deze maatregelen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard ontmoeten. Bij bezwaren van financiële aard moet er sprake zijn van bovenmatige kosten, alsmede het ontbreken van alternatieven. Maximale hogere grenswaarden In beginsel is de maximaal toelaatbare geluidsbelasting als gevolg van nieuwe wegaanleg in buitenstedelijk gebied, 58 db. Voor het stedelijk gebied is de maximaal toegestane geluidsbelasting 63 db. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

13 Tabel 2-4 Maximaal toelaatbare geluidsbelasting bij aanleg van een nieuwe weg buitenstedelijk gebied soort geluidsgevoelige bestemming maximale geluidsbelasting in db Buitenstedelijk stedelijk Woningen 58 (art 87e.2 Wgh) 63 (art 87e.3 Wgh) Scholen, Ziekenhuizen en Verpleeghuizen 58 (art 87e.6 Wgh) 63 (art 87e.6 Wgh) Andere gezondheidszorggebouwen 53 (art 87e.6 Wgh) 53 (art 87e.6 Wgh) Woonwagenstandplaatsen 53 (art 87e.7 Wgh) 53 (art 87e.7 Wgh) Terreinen bij andere gezondheidszorggebouwen 58 (art 87e.7 Wgh) 58 (art 87e.7 Wgh) Binnenwaarde Wanneer een hogere waarde vastgesteld wordt, moet Rijkswaterstaat op grond van art. 111a van de Wgh maatregelen treffen voor de geluidswering van de gevels om ervoor te zorgen dat de geluidsbelasting binnen de geluidsgevoelige ruimten van de betreffende gebouwen niet boven de maximaal toelaatbare waarde uitkomt. Deze grenswaarde bedraagt voor woningen 33 db. Voor de geluidsgevoelige binnenruimten van scholen, ziekenhuizen, verpleeghuizen en gebouwen voor andere gezondheidszorg geldt een binnengrenswaarde van 27 db of 33 db, afhankelijk van de aard van de geluidsgevoelige ruimte. In de volgende tabel zijn de verschillende grenswaarden vermeld. Tabel 2-5 Grenswaarden voor het binnenniveau bij nieuwe wegaanleg geluidsgevoelige bestemming geluidsgevoelige ruimte binnengrenswaarde woning scholen ziekenhuizen en verpleeghuizen gebouwen voor andere gezondheidszorg slaap-, woon- of eetkamer, alsmede keukens met een 33 db (art. 111a.1 Wgh) vloeroppervlakte van tenminste 11 m 2. leslokalen van basisscholen; theorielokalen van scholen voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het 28 db (art. 111a.3 Wgh) voortgezet onderwijs; theorielokalen van instellingen voor hoger beroepsonderwijs; theorievaklokalen van scholen voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs; 33 db (art. 111a.3 Wgh) theorievaklokalen van instellingen voor hoger beroepsonderwijs; onderzoeks- en behandelingsruimten 28 db (art. 111a.3 Wgh) ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- 33 db (art. 111a.3 Wgh) en conversatieruimten onderzoeks-, behandelings-, recreatie- en 28 db (art. 111a.3 Wgh) conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

14 2.8 Sanering In het rapport van het akoestisch onderzoek Trajectnota MER N50 Ramspol Ens met kenmerk V&I , rev. 2 d.d. juni 2004 is aangegeven, dat er langs de N50 en de kruisende wegen geen sprake is van sanering. Het akoestisch onderzoek Trajectnota MER N50 Ramspol Ens is opgesteld onder de Wet geluidhinder zoals deze gold vóór 1 januari In deze wet wordt een voorkeursgrenswaarde gehanteerd van 55 db(a) terwijl dit in de huidige wet 60 db(a) is. Derhalve is de conclusie niet anders onder de huidige Wet geluidhinder. Volledigheidshalve is wel het wettelijk kader voor sanering in onderhavig rapport opgenomen. Uit inventarisatie bij de gemeenten Kampen en Noordoostpolder blijkt dat er geen saneringswoningen zijn gelegen in deze gemeenten. Een saneringssituatie is volgens de Wet geluidhinder een woning of andere geluidsgevoelige bestemming waarvan de geluidsbelasting (als etmaalwaarde) in 1986 al hoger was dan 60 db(a) of een geluidgevoelige bestemming die als saneringssituatie bij de Minister van VROM is gemeld. Hiervoor moet per gemeente eenmalig een programma van maatregelen worden vastgesteld door de Minister van VROM. Als dit nog niet gebeurd is, moet de sanering alsnog in het tracébesluit worden meegenomen. Deze geluidgevoelige bestemmingen worden aangeduid met nog niet afgehandelde sanering. Als de sanering in het verleden al wel heeft plaatsgevonden, moet in het kader van de wijziging van de weg nog wel beoordeeld worden of er mogelijk sprake is van aanpassing (zie onder). Voor deze saneringssituaties moet ernaar gestreefd worden de toekomstige geluidsbelasting zoveel mogelijk te beperken tot 48 db (art. 87g, lid 1). In het rapport van het akoestisch onderzoek Trajectnota MER N50 Ramspol Ens met kenmerk V&I , rev. 2 d.d. juni 2004 is aangegeven, dat er langs de N50 en de kruisende wegen geen sprake is van nog niet afgehandelde sanering. Als er wel sprake zou zijn van niet afgehandelde saneringssituaties moeten in het akoestisch onderzoek voor deze bestemmingen maatregelen worden onderzocht die erop gericht zijn de geluidsbelasting zoveel mogelijk terug te brengen tot ten hoogste 48 db, bijvoorbeeld door het plaatsen van een geluidsscherm. Als dat niet doelmatig is, kan in het tracébesluit een hogere grenswaarde dan 48 db worden vastgesteld. In onderstaande tabel zijn de voorkeurs- en maximale grenswaarden voor een nog niet afgehandelde saneringssituatie opgenomen. Tabel 2-6 Grenswaarden in db in nog niet afgehandelde saneringssituaties Soort bestemming Voorkeursgrenswaarde Maximale grenswaarde Woning 48 (art. 87g.1 Wgh) 68 (soms hoger; art. 87g.3 en 87g.5 Wgh) School 48 (art. 87g.9 Wgh) 68 (art. 87g.9 Wgh) Ziekenhuis, verpleeghuis 48 (art. 87g.9 Wgh) 68 (art. 87g.9 Wgh) Andere gezondheidszorggebouwen 48 (art. 87g.9 Wgh) 58 (art. 87g.9 Wgh) Woonwagenstandplaats n.v.t.* n.v.t. * Terrein bij ander gezondheidszorggebouw n.v.t.* n.v.t. * * Woonwagenstandplaatsen en terreinen bij andere gezondheidszorggebouwen zijn wel geluidsgevoelige bestemmingen, maar zijn niet opgenomen in art. 87g van de Wgh. Voor woonwagenstandplaatsen en terreinen bij andere gezondheidszorggebouwen hoeft daarom geen saneringsonderzoek te worden gedaan. Wanneer voor deze bestemmingen een hogere waarde dan 48 db vastgesteld wordt, moet de gemeenteraad op grond van art. 111a van de Wgh voor de geluidswering van de gevels maatregelen Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

15 treffen om ervoor te zorgen dat de geluidsbelasting binnen de geluidsgevoelige ruimten van de betreffende gebouwen niet boven de maximaal toelaatbare waarde uitkomt. Deze waarde bedraagt voor woningen 43 db. Voor de geluidsgevoelige binnenruimten van scholen, ziekenhuizen, verpleeghuizen en gebouwen voor andere gezondheidszorg geldt een binnengrenswaarde van 38 db of 43 db, afhankelijk van de aard van de geluidsgevoelige ruimte. In de volgende tabel zijn de verschillende grenswaarden vermeld. Tabel 2-7 Grenswaarden voor het binnenniveau bij sanering geluidsgevoelige bestemming geluidsgevoelige ruimte binnengrenswaarde woningen slaap-, woon- of eetkamer, alsmede keukens met een vloeroppervlakte van tenminste 11 m db (art en art 111a.2 Wgh) leslokalen van basisscholen; theorielokalen van scholen voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs; 38 db (art. 111a.4 Wgh) scholen theorielokalen van instellingen voor hoger beroepsonderwijs theorievaklokalen van scholen voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs; 43 db (art. 111a.4 Wgh) theorievaklokalen van instellingen voor hoger beroepsonderwijs onderzoeks- en behandelingsruimten 38 db (art. 111a.4 Wgh) ziekenhuizen en verpleeghuizen ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten 43 db (art. 111a.4 Wgh) onderzoeks-, behandelings-, recreatie- en gebouwen voor andere conversatieruimten, alsmede woon- en gezondheidszorg slaapruimten 38 db (art. 111a.4 Wgh) Sanering overige infrastructuur binnen het tracé van de aan te leggen hoofdweg Het voorgaande is ook van toepassing op woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen binnen de zone van de aan te leggen hoofdweg, waarvan de geluidsbelasting in 1986 vanwege overige wegen of spoorwegen, althans voor zover deze binnen het tracé van de aan te leggen hoofdweg zijn gelegen, al hoger was dan 60 db(a) respectievelijk 65 db(a) (art. 87g, lid 1 en art. 87i, lid 1, van de Wgh). Als het hierbij om wegen gaat, geldt daarvoor dezelfde normstelling als hierboven uiteengezet is. Als het om spoorwegen gaat, geldt daarvoor de normstelling die in artikel 87i van de Wgh is opgenomen. Die is hier niet uitgebreid overgenomen, omdat nog niet afgehandelde saneringssituaties vanwege spoorwegen binnen het tracé van de te wijzigen hoofdweg slechts zelden voorkomen. De breedte van de geluidszone van een dergelijke weg of spoorweg is afhankelijk van respectievelijk het aantal rijstroken en het (spoor)traject. De lengte van de geluidszone wordt bepaald door het deel van de weg of spoorlijn dat binnen het tracé ligt. Dit is schematisch weergeven in de onderstaande figuur. 2.9 Wijziging van een bestaande weg en aanpassing van een bestaande weg Bij een verandering aan een bestaande weg die onder de Tracéwet valt, wordt in de Wgh onderscheid gemaakt in wijziging van een weg en aanpassing van een weg. Een wijziging van een weg is iedere Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

16 verandering die aan de weg plaatsvindt. Er is echter pas sprake van een aanpassing van een weg als wordt voldaan aan de definitie zoals opgenomen in artikel 87b lid 1 sub h van de Wgh: Bij een wijziging van een weg, dient alleen voor z.g. saneringsgevallen een toets aan de grenswaarden te worden uitgevoerd. In de volgende paragrafen wordt nader op deze begrippen ingegaan Aanpassing van een weg In artikel 87b lid 1 sub h van de Wgh is de volgende definitie van een aanpassing van een weg opgenomen: Een aanpassing met betrekking tot een aanwezige weg waarvan uit akoestisch onderzoek als bedoeld in artikel 87d blijkt dat ten gevolge van die aanpassing de berekende geluidsbelasting vanwege de weg in het toekomstig maatgevende jaar onder het treffen van maatregelen ten opzichte van de geluidsbelasting die op grond van deze afdeling en afdeling 2 van hoofdstuk VII als de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting geldt met 2 db of meer wordt verhoogd, voor zover de geluidsbelasting voor wijziging ten minste 48 db bedraagt. Dit is ook van toepassing op woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen binnen de zone van de aan te leggen hoofdweg, waarbij tevens sprake is van aanpassing ten gevolge van wijzigingen aan overige wegen of spoorwegen, althans voor zover deze wegen binnen het tracé van de aan te leggen hoofdweg zijn gelegen (art. 87f, lid 7 van de Wgh). Als het hierbij om te wijzigen wegen gaat, geldt daarvoor dezelfde normstelling als hierboven uiteengezet is. Als het om te wijzigen spoorwegen gaat, geldt daarvoor de normstelling die in artikel 87h van de Wgh is opgenomen. Die is hier niet uitgebreid overgenomen, omdat aanpassing vanwege wijzigingen aan spoorwegen binnen het tracé van de aan te leggen hoofdweg binnen het project niet voorkomt. De breedte van de geluidszone van een dergelijke weg is afhankelijk van respectievelijk het aantal rijstroken. De lengte van de geluidszone wordt bepaald door het deel van de weg dat binnen het tracé ligt. Dit is schematisch weergeven in de onderstaande figuur. Figuur 2-1 Onderzoeksgebied aanpassing overige infrastructuur binnen tracé aan te leggen hoofdweg zonegrens tracé van de te wijzigen Rijksweg overige (spoor)weg legenda trace van de te wijzigen rijksweg onderzoeksgebied aanpassing overige (spoor)weg woning binnen onderzoeksgebied woning buiten onderzoeksgebied zonegrens zonegrens Voor alle reeds afgehandelde saneringssituaties met een hogere waarde en alle niet-saneringssituaties binnen de geluidszone van de te wijzigen wegen moet onderzocht worden of er sprake is van aanpassing van die weg zoals dat is gedefinieerd in de Wgh. Er is sprake van aanpassing als aan de volgende twee voorwaarden voldaan wordt. Er moet sprake zijn van een fysieke wijziging op of aan de weg. Het gaat dan bijvoorbeeld om een wijziging van het profiel, de wegbreedte, de hoogteligging, het wegdek, het aantal rijstroken, de Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

17 aanleg van kruispunten, de aanleg van aansluitingen, op- en afritten, wijzigingen van de maximumsnelheid, en dergelijke. Een wijziging of verbreding van een bestaande weg die onder de Tracéwet valt, voldoet automatisch aan dit criterium. Ten gevolge van deze wijziging(en) en de verwachte groei van het verkeer in de eerste tien jaar na de wijziging(en) moet er sprake zijn van een toename van de geluidsbelasting met (afgerond) 2 db of meer. Om dit te kunnen bepalen moet dus eerst voor elke geluidsgevoelige bestemming de geldende grenswaarde worden bepaald. Vervolgens wordt bezien of deze grenswaarde in de toekomstige situatie, doorgaans het 10 e jaar na openstelling van de gewijzigde weg, afgerond met tenminste 2 db overschreden wordt. Bepalen grenswaarde Om de grenswaarde voor deze gevallen te kunnen bepalen, is het allereerst van belang om te weten of sprake is van een in het verleden vastgestelde hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting (in het vervolg van dit rapport kortweg hogere waarde genoemd). Als geen sprake is van een eerder vastgestelde hogere waarde, is de grenswaarde gelijk aan de heersende geluidbelasting (dat is de geluidsbelasting 1 jaar voor de wijziging van de weg). Hierbij geldt conform de Wet geluidhinder dat een geluidbelasting van 48 db of lager altijd is toegestaan. Als echter in het verleden vanwege de te wijzigen weg al eens een hogere waarde is vastgesteld die lager is dan de geluidbelasting in het jaar voor wijziging, dan geldt deze hogere waarde als grenswaarde. Zodoende is de geldende grenswaarde in dat geval de laagste waarde van: de geluidsbelasting één jaar voor de fysieke ingreep; een eventueel eerder vastgestelde hogere waarde, zo nodig omgerekend naar een L den -waarde in db (zie onder). Vervolgens wordt bezien of deze grenswaarde in de toekomstige situatie, het 10 e jaar na openstelling van de weg, en zonder dat geluidsmaatregelen worden getroffen met 2 db of meer overschreden wordt. Als dit het geval is dan is er volgens de Wet geluidhinder sprake van een aanpassing van een weg en moet het treffen van geluidsmaatregelen overwogen worden. Het doel daarbij is om de toekomstige geluidsbelasting zo veel mogelijk terug te brengen tot de grenswaarde. Daarbij wordt eerst gekeken naar maatregelen bij de bron (stiller wegdek) en vervolgens naar maatregelen in de overdracht (geluidsschermen of -wallen). Ook wordt, net als voor nog niet afgehandelde saneringssituaties, naar de doelmatigheid van de maatregelen gekeken. Omrekening eerder vastgestelde hogere waarden Als voor een woning of andere geluidsgevoelige bestemming in het verleden al eens een hogere waarde is vastgesteld, is dit doorgaans uitgedrukt in een etmaalwaarde in db(a). Vanwege de wijzigingen van de Wet geluidhinder moet deze dan eerst worden omgerekend tot een vergelijkbare waarde in db om hem volgens bovenstaande systematiek op de juiste manier te kunnen vergelijken met de geluidsbelasting in db in het jaar voorafgaand aan de wijziging van de weg. Alleen op die manier kan de geldende grenswaarde voor die bestemming op de juiste manier bepaald worden. Het omrekenen moet volgens het Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006 op de volgende wijze gebeuren: 1. Bepaal op basis van de situatie in het jaar voorafgaand aan de wijziging van de weg het verschil tussen L den en de etmaalwaarde (niet afgerond getal); Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

18 2. Corrigeer de hogere waarde in db(a) (geheel getal) op basis van het bij 1 gevonden verschil (niet afgerond getal) naar een hogere waarde in db (dit levert een niet afgerond getal op); 3. Indien het resultaat van 2 lager is dan 48 db, dan krijgt de omgerekende hogere waarde per definitie de waarde 48 db (ondergrens). In de volgende tabel zijn de grenswaarden voor het bepalen van het aanpassingseffect samengevat. Tabel 2-8 Grenswaarden bij aanpassing situatie niet eerder hogere waarde vastgesteld en heersende geluidsbelasting <=48 db niet eerder hogere waarde vastgesteld en heersende geluidsbelasting > 48 db eerder vastgestelde hogere waarde grenswaarde 48 db* heersende geluidsbelasting (= 1 jaar voor wijziging van de hoofdweg)* laagste van: heersende geluidsbelasting (= 1 jaar voor wijziging van de hoofdweg) met een minimum van 48 db eerder vastgestelde hogere waarde * Voor terreinen bij andere gezondheidszorggebouwen geldt dat een geluidsbelasting van 53 db altijd toelaatbaar is. Dat is dus de minimale grenswaarde voor deze geluidsgevoelige bestemmingen. Bepalen toename De toename van de geluidsbelasting wordt bepaald door de geluidsbelasting in het toekomstig maatgevende jaar (hiervoor wordt doorgaans 10 jaar na openstelling van de gewijzigde weg gehanteerd) te vergelijken met de grenswaarde zoals hiervoor bepaald. Als de toename onafgerond 1,50 db of meer bedraagt, is voor de betreffende geluidsgevoelige bestemming sprake van aanpassing volgens de Wgh. Of er sprake is van aanpassing in de zin van de Wet geluidhinder wordt dus per woning of andere geluidsgevoelige bestemming bepaald. Het kan dus zo zijn dat voor de ene woning wel sprake is van aanpassing en voor de andere woning niet. Bepalen maatregelen en doelmatigheid daarvan Indien er sprake is van aanpassing in de zin van de Wgh moet onderzocht worden of er maatregelen getroffen kunnen worden om de toename van de geluidsbelasting tot aan het maatgevende jaar ongedaan te maken (bijvoorbeeld door het plaatsen van een geluidsscherm of het aanbrengen van geluidarm asfalt). In feite komt dit erop neer dat zodanige maatregelen bepaald moeten worden dat de geluidsbelasting 10 jaar na openstelling niet hoger zal zijn dan die in het jaar voordat met de wijziging werd begonnen of de eerder vastgestelde hogere grenswaarde als die lager is dan de geluidsbelasting in het jaar voordat met de wijziging werd begonnen. Hierbij is niet alleen van belang of het technisch mogelijk is om dergelijke maatregelen te treffen, ook het kostenaspect is van belang. Er wordt daarom ook beoordeeld of maatregelen als geluidsschermen niet te duur zouden worden. In paragraaf 3.15 wordt nader ingegaan op de wijze waarop bepaald wordt of een aanpassingsmaatregel (financieel-akoestisch) doelmatig is of niet. Naast het kostenaspect kunnen ten slotte nog bezwaren van verkeerskundige, stedenbouwkundige of landschappelijke aard bestaan tegen het realiseren van bepaalde geluidsmaatregelen. Als het niet mogelijk of niet doelmatig is om de toekomstige geluidsbelasting van geluidsgevoelige bestemmingen waar sprake is van aanpassing in de zin van de Wgh terug te brengen tot de geldende grenswaarde, moet in het tracébesluit een hogere grenswaarde voor de maximaal toelaatbare toekomstige geluidsbelasting vastgesteld worden. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

19 Vaststellen hogere grenswaarde Een hogere waarde dan de geldende grenswaarde kan worden vastgesteld in gevallen waarin de toepassing van maatregelen (bron- en overdrachtsmaatregelen) onvoldoende doeltreffend is, of waarin deze maatregelen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard ontmoeten. Bij bezwaren van financiële aard moet er sprake zijn van bovenmatige kosten, alsmede het ontbreken van alternatieven. Maximale hogere grenswaarden In beginsel is de maximaal toegestane toename van de geluidsbelasting als gevolg van aanpassing van de weg 5 db, mits de maximaal toelaatbare geluidsbelasting niet wordt overschreden. De maximale hogere grenswaarden die vastgesteld kunnen worden zijn er mede afhankelijk van of de betreffende geluidsgevoelige bestemming een al afgehandelde saneringssituatie is of niet. Wanneer voor een geluidsgevoelige bestemming eerder een saneringswaarde is vastgesteld, zijn de maximaal vast te stellen grenswaarden hoger dan wanneer geen sprake is van een (reeds afgehandelde) saneringssituatie. De maximaal vast te stellen hogere grenswaarden zijn vermeld in de volgende tabellen. Voor geluidsgevoelige bestemmingen binnen de zone van een fysiek te wijzigen auto(snel)weg is voor de toepassing van deze tabel altijd sprake van buitenstedelijk gebied. Bij de N50 is sprake van een autoweg. In de volgende tabellen zijn de normen voor het stedelijk gebied en het buitenstedelijk gebied opgenomen. De Wgh kent voor stedelijk gebied een ruimere normstelling. Tabel 2-9 Maximaal toelaatbare geluidsbelasting bij aanpassing (buitenstedelijk gebied) soort geluidsgevoelige maximale geluidsbelasting in db situatie bestemming Woningen eerder hogere waarde vastgesteld op grond van art. 90 Wgh 68 (art 87g.4 Wgh) alle overige gevallen 58 (art 87f.4 Wgh) Scholen, Ziekenhuizen en eerder hogere waarde vastgesteld op grond van art. 90 Wgh 63 (art 87g.9 Wgh) Verpleeghuizen alle overige gevallen 58 (art 87f.8 Wgh) Andere eerder hogere waarde vastgesteld op grond van art. 90 Wgh 58 (art 87g.9 Wgh) gezondheidszorggebouwen alle overige gevallen 53 (art 87f.8 Wgh) Woonwagenstandplaatsen alle situaties 53 (art 87f.9b Wgh) Terreinen bij andere gezondheidszorggebouwen alle situaties 58 (art 87f.9b Wgh) Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

20 Tabel 2-10 Maximaal toelaatbare geluidsbelasting bij aanpassing (stedelijk gebied) soort geluidsgevoelige bestemming Situatie maximale geluidsbelasting in db Woningen eerder hogere waarde vastgesteld op grond van art. 90 Wgh 68 (art 87g.4 Wgh) alle overige gevallen 63 (art 87f.4 Wgh) Scholen, Ziekenhuizen en eerder hogere waarde vastgesteld op grond van art. 90 Wgh 68 (art 87g.9 Wgh) Verpleeghuizen alle overige gevallen 63 (art 87f.8 Wgh) Andere eerder hogere waarde vastgesteld op grond van art. 90 Wgh 58 (art 87g.9 Wgh) gezondheidszorggebouwen alle overige gevallen 53 (art 87f.8 Wgh) Woonwagenstandplaatsen alle situaties 53 (art 87f.9b Wgh) Terreinen bij andere gezondheidszorggebouwen alle situaties 58 (art 87f.9b Wgh) Binnenwaarde Wanneer een hogere waarde vastgesteld wordt, moet de gemeenteraad op grond van art. 111a van de Wgh maatregelen treffen voor de geluidswering van de gevels om ervoor te zorgen dat de geluidsbelasting binnen de geluidsgevoelige ruimten van de betreffende gebouwen niet boven de maximaal toelaatbare waarde uitkomt. Deze grenswaarde bedraagt voor woningen doorgaans 33 db. Wanneer voor de betreffende woning eerder een saneringswaarde is vastgesteld bedraagt de maximale binnenwaarde echter 43 db. Voor de geluidsgevoelige binnenruimten van scholen, ziekenhuizen, verpleeghuizen en gebouwen voor andere gezondheidszorg geldt een binnengrenswaarde van 28 db(a) of 33 db, afhankelijk van de aard van de geluidsgevoelige ruimte. In de volgende tabellen zijn de verschillende toepasselijke grenswaarden vermeld. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

21 Tabel 2-11 Grenswaarden voor het binnenniveau bij aanpassing geluidsgevoelige bestemming woning scholen ziekenhuizen en verpleeghuizen gebouwen voor andere gezondheidszorg geluidsgevoelige ruimte binnengrenswaarde als eerder een saneringswaarde is slaap-, woon- of eetkamer, alsmede keukens met vastgesteld: 43 db (art en een vloeroppervlakte van tenminste 11 m 2. art. 111a.2 Wgh); anders: 33 db (art. 111a.1 Wgh) leslokalen van basisscholen; theorielokalen van scholen voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het 28 db (art. 111a.3 Wgh) voortgezet onderwijs; theorielokalen van instellingen voor hoger beroepsonderwijs; theorievaklokalen van scholen voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs; 33 db (art. 111a.3 Wgh) theorievaklokalen van instellingen voor hoger beroepsonderwijs; onderzoeks- en behandelingsruimten 28 db (art. 111a.3 Wgh) ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede 33 db (art. 111a.3 Wgh) recreatie- en conversatieruimten onderzoeks-, behandelings-, recreatie- en conversatieruimten, alsmede woon- en 28 db (art. 111a.3 Bgw) slaapruimten 2.11 Cumulatie Bij het vaststellen van de geluidbelasting voor een woning of andere geluidsgevoelige bestemming wordt op grond van art. 110f van de Wet geluidhinder rekening gehouden met de cumulatie met de geluidbelasting van andere gezoneerde geluidsbronnen. Als de woning of andere geluidsgevoelige bestemming binnen de geluidszone van andere geluidsbronnen ligt, wordt inzicht geboden in de wijziging van de gecumuleerde geluidssituatie vanwege de gezamenlijke geluidsbronnen Correctie ex. artikel 110g Wet geluidhinder In artikel 110g van de Wet geluidhinder is geregeld dat de Minister van VROM kan bepalen dat in de berekening van de geluidsbelasting een correctie moet worden meegenomen omdat het verkeer in de toekomst, als gevolg van strengere eisen aan voertuigen en banden, stiller zal worden. Het onderhavige akoestisch onderzoek is gebaseerd op het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder Ingevolge artikel 3.6 van dit voorschrift bedraagt de aftrek bij wegen met een representatief te achten snelheid van 70 km/uur of meer, 2 db en bij wegen met een lagere snelheid 5 db. In 2009 geldt er op de Kamperweg, Schokkerringweg en Frieseweg een maximum snelheid van 80 km per uur. Op de Kamperweg ten noorden van de Schokkerringweg en ten zuiden van de Frieseweg geldt een maximum snelheid van 100 km per uur. Om die reden is op de berekende waarden een aftrek van 2 db toegepast. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

22 Op de berekende waarden van de nieuw aan te leggen N50 en de Schokkerringweg wordt voor het jaar 2023 een afrek van 2 db toegepast. Op de Kamperweg en de Frieseweg geldt een maximum snelheid van 60 km per uur. De toe te passen aftrek bedraagt derhalve 5 db. Conform het oude RMV1981 is bij de bepaling van saneringssituaties de te hanteren aftrek 5 db(a) voor alle wegen. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK

23 3 UITGANGSPUNTEN In dit hoofdstuk is aangegeven welke uitgangspunten de basis vormen voor het onderzoek. In dit hoofdstuk wordt vooral ingegaan op de aan te leggen en te wijzigen hoofdweg en de overige wegen. Gedetailleerde gegevens omtrent de modellering van de hoofdweg en eventuele andere van belang zijnde bronnen en de omgeving daarvan zijn opgenomen in bijlage De onderzochte situaties De geluidsberekeningen voor de te wijzigen hoofdweg zijn uitgevoerd voor de situaties genoemd in de volgende tabel. Tabel 3-1 Onderzochte situaties Jaar Doelstelling 1986 Is in het rapport van het akoestisch onderzoek Trajectnota MER N50 Ramspol Ens met kenmerk V&I , rev. 2 d.d. juni 2004 is aangegeven, dat er langs de kruisende wegen geen sprake is van sanering. In onderhavig onderzoek is daarom geen onderzoek gedaan naar saneringssituaties Eén jaar voor de wijziging van de weg, voor het bepalen van de grenswaarden 2023 Situatie 10 e jaar na openstelling van de wegen, zonder geluidsmaatregelen, voor het bepalen van de toename bij de te wijzigen wegdelen en voor het bepalen van de geluidbelastingen langs de nieuw aan te leggen wegdelen 2023 Toekomstige situatie met eventuele bronmaatregelen en/of schermvarianten, voor het bepalen van doelmatige geluidsmaatregelen 2023 Toekomstige situatie met geadviseerde geluidsmaatregelen 3.2 Gebruikte rekenmethoden De berekeningen zijn overeenkomstig het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 uitgevoerd. Hierin is voorgeschreven dat met alle factoren die van belang zijn rekening gehouden wordt, zoals samenstelling van het verkeer, wegdektype, afstandsreducties, reflecties, afschermingen, bodem- en luchtdemping, helling- en kruispuntcorrecties, hoogteligging van de weg, enz. Voor de berekeningen voor het jaar 1986 betekent dit dat deze worden uitgevoerd volgens Standaardrekenmethode 2 van het Reken- en Meetvoorschrift Verkeerslawaai Voor de overige situaties zijn de berekeningen uitgevoerd volgens Standaardrekenmethode 2 van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder In bijlage 2 zijn alle details van de modellering weergegeven. 3.3 Afbakening van het onderzoeksgebied Het onderzoeksgebied voor de N50 wordt begrensd door de kilometreringen en Het gebied loopt voorbij de begrenzing van de fysieke wijzigingen aan de weg nog door met ⅓ van de breedte van de geluidszone, zoals aangegeven in de volgende figuur, waarbij een logische begrenzing is aangehouden. Binnen dit gebied is ook onderzoek verricht naar de overige wegen binnen het tracé van de hoofdweg voor zover deze een wijziging ondergaan. Rijkswaterstaat IJsselmeergebied/TB Ramspol - Ens 20 februari 2009, versie 2 MD-MK