GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT
|
|
- Rosa Jonker
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT E.I. Bouma 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat de werkgever de kantonrechter verzoekt een (voorwaardelijk) ontbindingsverzoek gezamenlijk te behandelen met een kort geding, waarin door de werknemer loondoorbetaling en/of wedertewerkstelling wordt gevorderd, of omgekeerd. De ervaring leert, dat het per rechtbank verschilt hoe de kantonrechter op zo n verzoek beslist. Doordat dit vooraf niet duidelijk is, is het verloop van de procedure onvoorspelbaar. In dit artikel wordt onderzocht of de verschillende rechtbanken beleidsregels hanteren op dit punt en zo ja, of deze beleidsregels in overeenstemming zijn met de wet en jurisprudentie van de Hoge Raad. Tot slot zal een aanbeveling worden gedaan , Gevallen waarin een verzoek tot gezamenlijke behandeling wordt gedaan Het klassieke geval waarin om een gezamenlijke behandeling van een ontbindingsverzoek en kort geding wordt verzocht, is na een ontslag op staande voet. De op staande voet ontslagen werknemer vordert dan in kort geding loon en wedertewerkstelling, waarop de werkgever een voorwaardelijk verzoekschrift indient en de kantonrechter verzoekt deze procedure gezamenlijk met het kort geding te behandelen. Voor de werkgever heeft dit meestal als voordeel dat de mondelinge behandeling van het ontbindingsverzoek op een eerder tijdstip plaatsvindt dan gebruikelijk in een ontbindingsprocedure (uiterlijk in de vierde week na indiening van het verzoekschrift, art. 7:685 lid 6 BW). Hierdoor wordt de arbeidsovereenkomst mogelijk tegen een eerdere datum ontbonden en hoeft de werkgever dus minder lang loon door te betalen. De werkgever lift dan in feite mee op de voortvarendheid van de werknemer, waardoor de werknemer wordt benadeeld. Niet alleen omdat hij mogelijk minder lang recht houdt op loon, maar ook doordat hem een kortere termijn wordt gegund om zich te verweren tegen het ontbindingsverzoek. Bovendien wordt het kort geding in de praktijk vaak ondergesneeuwd door het ontbindingsverzoek waardoor de discussie ter zitting niet (alleen) meer gaat over de vraag of er grond bestaat voor toewijzing van de gevraagde voorzieningen, maar vooral over de vraag of voortzetting van het dienstverband tussen partijen nog wel zinvol is gelet op de verstoorde verhoudingen. Partijen worden dan in feite door de kantonrechter een regeling ingeduwd. De werknemer die nooit een regeling heeft beoogd, kan op deze manier dus slachtoffer worden van zijn eigen voortvarendheid. Het komt ook voor dat de op staande voet ontslagen werknemer zelf om een gezamenlijke behandeling verzoekt. Er is dan meestal sprake van een kort geding in reactie op een reeds ingediend voorwaardelijk verzoekschrift, waardoor de werknemer de rechter ervan probeert te overtuigen dat hij, al dan niet uit strategische overwegingen, bij de werkgever wil terugkeren. Door de gezamenlijke behandeling van zo n kort geding met een reeds ingediend ontbindingsverzoek, zal de werkgever niet snel worden benadeeld. Het verweer van de 1 Mevr. mr. E.I. Bouma is advocaat bij Lexence N.V. te Amsterdam. 1/7
2 werknemer tegen het ontslag op staande voet zal immers ook in de ontbindingsprocedure worden gevoerd. Een verzoek tot gezamenlijke behandeling komt echter niet alleen voor na een ontslag op staande voet. Zo is het ook denkbaar dat de werkgever een gezamenlijke behandeling verzoekt van een voorwaardelijk verzoekschrift met een door de werknemer aanhangig gemaakt kort geding na opzegging in strijd met een opzegverbod. Een gezamenlijke behandeling is voorts denkbaar in het geval waarin de werknemer in kort geding wedertewerkstelling vordert nadat hij op non-actief is gesteld of in kort geding loon vordert nadat de werkgever de loonbetaling heeft stopgezet dan wel opgeschort. Ook dat kan voor de werkgever aanleiding zijn een ontbindingsverzoek in te dienen. Wat bepaalt de wet? In het Procesreglement verzoekschriftprocedures rechtbanken sector kanton noch in het Procesreglement kort gedingen rechtbanken sector kanton is een richtlijn opgenomen met betrekking tot een verzoek tot gezamenlijke behandeling van een (voorwaardelijk) ontbindingsverzoek en een kort geding tot loondoorbetaling en/of wedertewerkstelling. Een richtlijn op dit punt is evenmin in de Aanbevelingen van de Kring van Kantonrechters te vinden. Er dient dan ook te worden teruggevallen op de algemene regels van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Een kort geding en ontbindingsverzoek tussen dezelfde partijen zijn in het algemeen met elkaar verknocht. Dat geldt met name indien er sprake is van een ontslag op staande voet. Tussen beide zaken bestaat dan een zodanig nauwe samenhang, dat een beslissing in de ene zaak direct van invloed kan zijn op de beslissing in de andere zaak. Als het ontbindingsverzoek wordt toegewezen, dan zal een veroordeling tot wedertewerkstelling immers in de meeste gevallen geen effect sorteren. Door verknochte zaken te voegen of te verwijzen worden tegenstrijdige beslissingen voorkomen en bovendien de doelmatigheid van beide procedures vergroot, bijvoorbeeld doordat het bewijs in de ene zaak ook kan dienen als bewijs in de andere zaak. 2 De grondslag voor een besluit tot gezamenlijke behandeling moet dus worden gezocht in voeging of verwijzing wegens verknochtheid. Voeging ex art. 222 en 285 lid 2 Rv is echter niet mogelijk, omdat een kort geding en ontbindingsverzoek niet bij dezelfde rechter worden aangebracht. Een kort geding wordt immers door middel van een dagvaarding aanhangig gemaakt bij de (kantonrechter die optreedt als) voorzieningenrechter en een ontbindingsverzoek wordt als verzoekschrift ingediend bij de kantonrechter. Nu voeging niet mogelijk is, zal een besluit tot gezamenlijke behandeling moeten worden getoetst aan de voorwaarden voor verwijzing wegens verknochtheid ex art. 220 en 285 lid 1 Rv. Verwijzing kort geding naar ontbindingsprocedure De verwijzing van een kort geding naar een ontbindingsprocedure heeft als gevolg dat een dagvaardingsprocedure wordt verwezen naar een verzoekschriftprocedure. Op grond van art. 220 Rv kan de rechter een dagvaardingsprocedure echter alleen verwijzen naar een andere rechter, indien bij die andere rechter reeds een verknochte zaak aanhangig is gemaakt. Van belang is, dat een zaak aanhangig is vanaf de dag van dagvaarding (art. 125 Rv). Nu een verzoekschriftprocedure niet wordt ingeleid met een dagvaarding en dus niet aanhangig kan 2 Kamerstukken II 2000/01, , nr. 3, p /7
3 worden gemaakt, is het naar de letter van art. 220 Rv niet toegestaan een kort geding te verwijzen naar een ontbindingsprocedure. Verwijzing ontbindingsverzoek naar voorzieningenrechter Het omgekeerde, namelijk de verwijzing van een ontbindingsverzoek naar een kort geding, is wel mogelijk. Hoewel art. 285 lid 1 Rv bepaalt dat ook een verzoekschrift alleen kan worden verwezen naar een andere verzoekschriftprocedure, maakt de wet hierop een uitzondering voor een verzoekschrift ex art. 7:685 BW. In art. 7:685 lid 5 BW is namelijk bepaald dat de kantonrechter bij wie een ontbindingsverzoek is ingediend, deze wegens verknochtheid met een zaak die tussen dezelfde partijen reeds aanhangig is, kan verwijzen naar die andere rechter. Kortom, op grond van art. 7:685 lid 5 BW kan een ontbindingsverzoek worden verwezen naar een dagvaardingsprocedure, zoals een kort geding. De kantonrechter naar wie het ontbindingsverzoek is verwezen, zal de werknemer vervolgens moeten oproepen voor de mondelinge behandeling (art. 279 lid 1 Rv). Hoewel uit art. 276 Rv een minimale oproepingstermijn kan worden afgeleid, namelijk zo spoedig mogelijk en ten minste één week vóór de mondelinge behandeling, kan de kantonrechter op grond van dit artikel ook anders bepalen en dus een kortere oproepingstermijn hanteren. Hoor en wederhoor Ondanks dat de kantonrechter naar wie een verknochte verzoekschriftprocedure is verwezen niet gehouden is de werknemer tenminste één week vóór de mondelinge behandeling op te roepen, dient hij partijen wel voldoende gelegenheid te geven hun verweer behoorlijk voor te bereiden, aldus de Hoge Raad in het arrest Yilmaz/Jansen s Pluimveeslachterijen. 3 De casus was als volgt. Nadat de werknemer op staande voet was ontslagen, vorderde hij in rechte loondoorbetaling en wedertewerkstelling. Twee werkdagen vóór de zitting diende de werkgever een voorwaardelijk verzoekschrift in. Bij aanvang van de zitting deelde de rechter partijen mede dat beide procedures gezamenlijk werden behandeld. De werknemer mocht 20 minuten met zijn gemachtigde overleggen over het te voeren verweer tegen het ontbindingsverzoek, waarna de zitting werd voortgezet. Tegen de ontbinding ging de werknemer in hoger beroep wegens schending van het beginsel van hoor en wederhoor ex art. 19 Rv. In hoger beroep werd geoordeeld dat de werknemer niet-ontvankelijk was, omdat van enig verzuim van essentiële vormen niet zou zijn gebleken. Daarbij werd van belang geacht dat de werknemer met zijn gemachtigde heeft kunnen overleggen, hij over het verzoek was gehoord, de feiten en omstandigheden van beide procedures gelijk waren en het ontbindingsverzoek niet geheel onverwachts kon zijn geweest. De Hoge Raad oordeelde daarentegen dat het beginsel van hoor en wederhoor wel was geschonden, omdat de werknemer niet was opgeroepen voor de mondelinge behandeling op een termijn die hem de gelegenheid zou hebben gegeven zijn verweer behoorlijk voor te bereiden en om eventueel een verweerschrift in te dienen. Volgens de Hoge Raad komt het er in de eerste plaats op aan of de werknemer, in het licht van de toepasselijke regels, voldoende gelegenheid heeft gehad om, na een behoorlijk voorbereid debat met zijn tegenpartij, de rechter van zijn gelijk te overtuigen. In de tweede plaats vielen de gewijzigde omstandigheden op grond waarvan de arbeidsovereenkomst was ontbonden slechts 3 HR 22 november 1996, NJ 1997, /7
4 gedeeltelijk samen met de feiten en omstandigheden die tot het ontslag op staande voet hadden geleid. Dat het ontbindingsverzoek niet geheel onverwachts kon zijn geweest voor de werknemer, was naar het oordeel van de Hoge Raad niet van belang. Uit het arrest Yilmaz/Jansen s Pluimveeslachterijen kan dus worden afgeleid, dat bij de beoordeling van een verzoek tot gezamenlijke behandeling moet worden betrokken of het beginsel van hoor en wederhoor door toewijzing van het verzoek in het gedrang zal komen. Het gaat er dan volgens de Hoge Raad om dat beide partijen gelijke kansen krijgen voor het aannemelijk maken van hun standpunt en daarbij gelijkwaardig worden behandeld. Dit beginsel is door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in het Dombo-arrest equality of arms genoemd, wat betekent dat partijen in een civiele procedure de gelegenheid moeten krijgen om hun zaak te presenteren - inclusief het bewijs - zonder dat daarbij de ene partij in een beduidend slechtere positie verkeert dan de andere partij. 4 Bij die beoordeling is volgens de Hoge Raad van belang dat (1) de werknemer tijdig wordt opgeroepen voor de mondelinge behandeling om zich behoorlijk te kunnen verweren tegen het ontbindingverzoek en (2) de feiten die aan beide procedures ten grondslag worden gelegd in voldoende mate met elkaar samenvallen. Over de vraag of een gezamenlijke behandeling van een ontbindingsverzoek en kort geding in strijd is met het beginsel van hoor en wederhoor zijn in de lagere jurisprudentie geen uitspraken gepubliceerd. Beleidsregels rechtbanken In het kader van dit artikel is bij alle rechtbanken het beleid opgevraagd omtrent een verzoek tot gezamenlijke behandeling van een door de werkgever ingediend (voorwaardelijk) ontbindingsverzoek en een kort geding, waarin door de werknemer loon en/of wedertewerkstelling wordt gevorderd. Hieruit blijkt dat de meeste rechtbanken geen vast beleid hanteren. De (samengevatte) schriftelijke reacties van de rechtbanken zijn in tabel 1 weergegeven. Allereerst valt op dat alleen de rechtbank Amsterdam en de rechtbank Noord-Nederland, locatie Heerenveen een duidelijk beleid hanteren ten aanzien van een verzoek tot gezamenlijke behandeling van een ontbindingsverzoek en kort geding. Het beleid van de rechtbank Amsterdam en de locatie Heerenveen is echter in strijd met de wet, omdat het op grond van art. 220 Rv niet is toegestaan een kort geding te verwijzen naar een ontbindingsprocedure. Het beleid van de rechtbank Amsterdam is daarnaast in strijd met de bedoeling van de wetgever, omdat het bij voorbaat onmogelijk is om een ontbindingsverzoek te verwijzen naar een kort geding, terwijl art. 7:685 lid 5 BW de kantonrechter die bevoegdheid wel geeft. De meeste rechtbanken die geen vast beleid hanteren, geven aan een verzoek tot gezamenlijke behandeling te beoordelen aan de hand van het beginsel van hoor en wederhoor. Die beoordeling vindt echter plaats op basis van open normen (zoals gegronde bezwaren en zwaarwegende redenen ) en vage termijnen (zoals te kort vóór de zitting of enkele dagen ). De rechtbanken die wel een duidelijkere termijn geven voor het doen van een verzoek tot gezamenlijk behandeling, verschillen weer van mening over wat die termijn zou moeten zijn. Zo geeft de rechtbank Oost-Brabant aan een verzoek tot gezamenlijke behandeling niet toe te wijzen indien dit verzoek één of twee dagen vóór de zitting wordt 4 EHRM 27 oktober 1993, NJ 1994, /7
5 gedaan, terwijl uit de reactie van de rechtbank Rotterdam kan worden afgeleid dat het verzoek zo n twee weken vóór de zitting moet zijn gedaan wil het worden toegewezen. Verder is het opmerkelijk dat de meeste rechtbanken bij de beoordeling aan de hand van het beginsel van hoor en wederhoor alleen aandacht lijken te besteden aan de vraag of de oproepingstermijn niet te kort is. Dit terwijl de Hoge Raad in het arrest Yilmaz/Jansen s Pluimveeslachterijen uitdrukkelijk heeft geoordeeld dat, naast de oproepingstermijn, ook van belang is dat de feiten van beide procedures in voldoende mate samenvallen. Dat die feiten samenvallen is niet altijd vanzelfsprekend, ook niet indien het een ontslag op staande voet betreft. In de praktijk wordt aan een voorwaardelijk ontbindingsverzoek immers doorgaans meer feiten ten grondslag gelegd, dan aan het ontslag op staande voet. Tot slot valt op dat de rechtbank Gelderland aangeeft het verzoek toe te wijzen indien voor de zitting voldoende tijd is gepland. Onduidelijk is dus of, en zo ja, in welke mate het beginsel van hoor en wederhoor en de belangen van partijen daarbij worden betrokken. Conclusie en aanbeveling Uit het onderzoek is gebleken dat veruit de meeste rechtbanken geen vast beleid hanteren ten aanzien van een verzoek tot gezamenlijke behandeling van een door de werkgever ingediend (voorwaardelijk) ontbindingsverzoek en een kort geding, waarin door de werknemer loondoorbetaling en/of wedertewerkstelling wordt gevorderd. Zo n verzoek wordt in het algemeen beoordeeld aan de hand van het beginsel van hoor en wederhoor en geschiedt op basis van open normen en vage termijnen. Daarbij wordt vooral gekeken naar de oproepingstermijn en niet zozeer naar de mate waarin de feiten van beide procedures samenvallen. Dat is in strijd met jurisprudentie van de Hoge Raad. Alleen de rechtbank Amsterdam en de locatie Heerenveen hanteren een vast en duidelijk beleid, maar dit beleid is in strijd met de wet. Het feit dat de meeste rechtbanken geen vast beleid hanteren is onwenselijk, omdat het voor partijen vooraf onduidelijk is hoe de procedure zal verlopen. Dit betekent dat indien een werknemer een gezamenlijke behandeling wil voorkomen, hij genoodzaakt is het kort geding aanhangig te maken bij de civiele kortgedingrechter (artikel 254 lid 1 en lid 4 Rv). Verwijzing van de ontbindingsprocedure is dan niet mogelijk, omdat de civiele rechter niet bevoegd is in arbeidszaken (artikel 93 sub d Rv). In dat geval is de werknemer wel een hoger griffierecht verschuldigd en zal de zaak worden behandeld door een rechter die mogelijk minder ervaren is op het gebied van arbeidsrecht. Verder is het onwenselijk dat de rechtbank Amsterdam en de locatie Heerenveen een beleid hanteren dat niet in overeenstemming is met de wet. Het verdient dan ook aanbeveling om in het Procesreglement verzoekschriftprocedures rechtbanken sector kanton een richtlijn op te nemen dat voor alle rechtbanken geldt, inhoudende dat een verzoek tot gezamenlijke behandeling van een (voorwaardelijk) ontbindingsverzoek en een reeds aanhangig gemaakt kort geding alleen wordt toegewezen indien dit verzoek ten minste één week vóór de zitting wordt gedaan, zodat de minimale oproepingtermijn ex artikel 276 Rv wordt gerespecteerd, en de feiten van beide procedures in voldoende mate samenvallen. Daarmee worden de belangen van beide partijen het beste behartigd. 5/7
6 Tabel 1 Rechtbank Noord-Nederland Het verzoek wordt toegewezen, tenzij de wederpartij daartegen gegronde bezwaren aanvoert en/of het verzoek te kort vóór de zitting wordt gedaan. Bij de locatie Heerenveen geldt in aanvulling daarop dat een kort geding alleen naar de ontbindingsprocedure wordt verwezen indien een dagvaardingstermijn van 7 dagen in acht wordt genomen. Rechtbank Midden-Nederland De kantonrechter toetst elk verzoek van geval tot geval aan het beginsel van hoor en wederhoor. Als de werknemer bezwaar maakt, geldt als leidraad het arrest Yilmaz/Jansen s Pluimveeslachterijen. Rechtbank Overijssel Indien het verzoekschrift enkele dagen vóór de zitting wordt ingediend, worden partijen gevraagd in te stemmen met de aanhouding van beide procedures. Indien partijen daar niet mee instemmen, dan vindt er geen gezamenlijke behandeling plaats. Rechtbank Gelderland Het verzoek wordt toegewezen, tenzij er voor de zitting niet genoeg tijd is ingepland om twee zaken te behandelen. Rechtbank Noord-Holland Op het verzoek wordt door de behandelend kantonrechter beslist, waarbij de belangen van partijen en de proceseconomie worden betrokken. Rechtbank Amsterdam Uitsluitend een verzoek tot gezamenlijke behandeling van een kort geding met een reeds ingediend ontbindingsverzoek wordt toegewezen, mits beide partijen daarmee instemmen. Rechtbank Den Haag Er wordt door de kantonrechter per geval beoordeeld of een gezamenlijke behandeling mogelijk is. Rechtbank Rotterdam Het verzoek wordt in beginsel toegewezen indien het ontbindingsverzoek zo n twee weken vóór de kort geding zitting wordt 6/7
7 ingediend en de werknemer geen bijzondere argumenten aan zijn bezwaar tegen een gezamenlijke behandeling ten grondslag legt. Rechtbank Zeeland-West-Brabant Het verzoek wordt toegewezen, mits partijen zich voldoende hebben kunnen voorbereiden in verband met het beginsel van hoor en wederhoor. Een alternatief is de aanhouding van beide zaken, indien de eiser in het kort geding daarmee instemt. Rechtbank Oost-Brabant Het verzoek wordt om proceseconomische redenen gezamenlijk behandeld, tenzij de wederpartij gegronde argumenten aan zijn bezwaar ten grondslag legt (bijvoorbeeld onvoldoende voorbereidingstijd doordat pas één of twee dagen vóór de zitting om een gezamenlijke behandeling wordt verzocht). Rechtbank Limburg Het verzoek wordt toegewezen, tenzij er voldoende zwaarwegende redenen zijn om dat niet te doen. Aan beide procedures liggen immers doorgaans dezelfde feiten ten grondslag. 7/7
AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken
AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire vergadering van het Landelijk overleg
Nadere informatieArbeidsrecht 2014. Juridische wegwijzer
Arbeidsrecht 2014 Juridische wegwijzer Inhoudsopgave 1 Inleiding Nederlandse arbeidsrechtspraak 1.1 De organisatie van de rechtspraak 1.2 De kantonrechter 1.3 De dagvaardingsprocedure 1.4 De verzoekschriftprocedure
Nadere informatieArbeidsrecht Actueel. Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet werk en zekerheid.
Jaargang 22 (2017) JANUARI nr. 279 Arbeidsrecht Actueel In deze uitgave: Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet WeRk en zekerheid Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid
Nadere informatieAanbeveling schikking en proceskosten Wwz
Aanbeveling schikking en proceskosten Wwz Aanbevelingen ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire
Nadere informatieAnalyse proceskansen. Geachte heer R
te Per e-mail Ministerie van Financiën uw ref. - inzake Analyse proceskansen 10 juli 2015 Geachte heer R 1 Inleiding 1.1 Vandaag, op 10 juli 2015, heeft de tweede aandeelhoudersvergadering van de N.V.
Nadere informatieBeëindiging van de arbeidsovereenkomst
Beëindiging van de arbeidsovereenkomst Het huidige arbeidsrecht Het arbeidsrecht kent een gesloten stelsel van ontslagrecht. Dit betekent dat een arbeidsovereenkomst alleen op de in de wet geregelde manieren
Nadere informatieDE KANTONRECHTER EN DE WWZ: SNEL, PRAKTISCH EN EFFECTIEF?
1 DE KANTONRECHTER EN DE WWZ: SNEL, PRAKTISCH EN EFFECTIEF? mr. P.J. Jansen, kantonrechter Rechtbank Noord-Holland mr. M.D. Ruizeveld, kantonrechter Rechtbank Amsterdam Wie was deze man? En deze dan? Rekkelijken
Nadere informatieONTSLAG. 1. Inleiding: een nieuw scenario? Mr. P.J. Jansen
ONTSLAG 59. Ontslag op staande voet en de Wet werk en zekerheid: is er nog plaats voor een kort geding, voorwaardelijke ontbinding, bewijslevering en een switch? Mr. P.J. Jansen De Wet werk en zekerheid
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:1678
ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieAANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON
INFO@CREDITASSIST.NL WWW.CIST.NL MODELAANZEGGINGEN DAGVAARDINGEN OF VERZOEKSCHRIFTEN VERSIE 01 APRIL 13 MR. RAMONA BATTA C.S. AANZEGGINGEN DAGVAARDING KANTON 1 GEDAAGDE gedaagde op die terechtzitting kan
Nadere informatieOntslagprocesrecht onder de WWZ. Willem Bouwens
Ontslagprocesrecht onder de WWZ Willem Bouwens Hoofdlijnen Redelijke grond ü Art. 669 lid 1: voor opzegging is redelijke grond vereist; ü Herplaatsing binnen redelijke termijn in andere passende functie,
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:1766
ECLI:NL:GHSHE:2016:1766 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:ghshe:2016:1766 Instantie Gerechtshof 'shertogenbosch Datum uitspraak 03052016 Datum publicatie 09052016 Zaaknummer
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2016:9102
ECLI:NL:RBNHO:2016:9102 Instantie Datum uitspraak 16-09-2016 Datum publicatie 08-11-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5223266 \ AO VERZ 16-222 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:6651
ECLI:NL:RBAMS:2016:6651 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-10-2016 Datum publicatie 18-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie EA VERZ 16-968/16-1002/16-1126/C104420
Nadere informatieSECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013
SECOND OPINION REGLEMENT Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg april 2013 1 INHOUDSOPGAVE Considerans... 3 I. Algemene bepalingen... 4 II. Het verzoek om een second opinion-procedure
Nadere informatieDagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?
Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Een dagvaarding is een inleidend processtuk. Hierin staat wat de eisende partij van de gedaagde partij verlangd. Een dagvaarding wordt doorgaans
Nadere informatie[NAAM KANTOOR] [UW NAAM] [UW ADRES] Rechtbank [NAAM RECHTBANK], locatie [LOCATIE RECHTBANK]. T.a.v. Sector kanton, afdeling Griffie [ADRES RECHTBANK]
Dit verzoekschrift is een onderdeel van arbeidsrecht.sdu.nl [NAAM KANTOOR] [UW NAAM] [UW ADRES] Met opmerkingen [Opm.1]: Let op: in het Procesreglement verzoekschriftprocedures rechtbanken, kantonzaken
Nadere informatievonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
ECLI:NL:RBROT:2016:996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 10-02-2016 Zaaknummer 4645281 VV EXPL 15-591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:4384
ECLI:NL:RBGEL:2013:4384 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 28-10-2013 Datum publicatie 08-11-2013 Zaaknummer 2277457 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2016:4991
ECLI:NL:RBNHO:2016:4991 Instantie Datum uitspraak 20-06-2016 Datum publicatie 04-07-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 4983481 / OA VERZ 16-101 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieAlumnidag 1 april 2016 Actualiteiten ontslagprocesrecht. Mr.dr. D.M.A. (Vivian) Bij de Vaate
Alumnidag 1 april 2016 Actualiteiten ontslagprocesrecht Mr.dr. D.M.A. (Vivian) Bij de Vaate Overzicht Hoofdlijnen WWZ-ontslag(proces)recht Mogelijke verzoeken werknemer na opzegging of tijdens/na ontbinding
Nadere informatieJAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure
JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure Aflevering 2011 afl. 5 College Kantonrechter Amsterdam
Nadere informatie2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.
beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:1643
ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding
Nadere informatieMemorie van Toelichting. Algemeen
Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:3565
ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieInleiding in het ontslagrecht
I Inleiding in het ontslagrecht Het Nederlandse ontslagrecht kent vier wijzen waarop een arbeidsovereenkomst kan eindigen. De eerste en meest voorkomende wijze van beëindiging is de beëindiging met wederzijds
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:4418
ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieHet pensioenontslag. ECLI:NL:RBUTR:2011:BU3431; Ktr. Delft, 23 april 2009, JAR 2009/116.
1 Het pensioenontslag Inleiding Het maken van onderscheid op grond van leeftijd bij arbeid is verboden. De hierop betrekking hebbende EG-Richtlijn 1 is in Nederland geïmplementeerd door de Wet gelijke
Nadere informatieWederindiensttredingsvoorwaarde Ontslagbesluit; zzp'er; stageovereenkomst
ECLI:NL:RBNNE:2013:6766 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer KG-2442504 - CV EXPL 13-8338-L Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:OGEAC:2017:86
ECLI:NL:OGEAC:2017:86 Instantie Datum uitspraak 04-07-2017 Datum publicatie 17-07-2017 Zaaknummer KG 82882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Civiel
Nadere informatieSAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.
103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst
Nadere informatieIn werking getreden op 1 april 2002. Laatstelijk gewijzigd met ingang van 1 april 2004.
Procesreglement alimentatieprocedure In werking getreden op 1 april 2002. Laatstelijk gewijzigd met ingang van 1 april 2004. 1. Algemeen 1.1. Van alle berichten aan de rechtbank dient tegelijkertijd een
Nadere informatieeen bad hair day? De Billijke vergoeding:
1. Toekenningsgronden voor de billijke vergoeding 2. Begroting billijke vergoeding na invoering WWZ 3. New-Hairstyle arrest 4. Lagere rechtspraak na New-Hairstyle 5. Conclusie De Billijke vergoeding: een
Nadere informatieafspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.
Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de
Nadere informatieKEI GOED.. Wat verandert er door KEI?
KEI GOED.. U heeft vast al gehoord van KEI. KEI staat voor: Kwaliteit En Innovatie Rechtspraak en heeft betrekking op het digitaal procederen. Digitaal procederen zal verplicht worden in civiele en bestuursrechtelijke
Nadere informatieLandelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K
Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,
Nadere informatieDe kantonrechter en de Wwz snel prak3sch en effec3ef? Ellen W. de Groot Dirk Jan Buijs
De kantonrechter en de Wwz snel prak3sch en effec3ef? Ellen W. de Groot Dirk Jan Buijs Verzoekschri9 ontbinding; wat zet u er in? (art. 7:671b BW) Redelijke grond(en) Herplaatsing niet mogelijk andere
Nadere informatieThema: Arbeidsrecht - nu - in de toekomst - in de praktijk
Thema: Arbeidsrecht - nu - in de toekomst - in de praktijk Mr. G.W. (Govert) Brouwer 15 januari 2013 1 Programma: I II III De procesgang in het O.O. De procesgang in het B.O. Wet normalisering rechtspositie
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BO4467
ECLI:NL:RBARN:2010:BO4467 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 01-11-2010 Datum publicatie 19-11-2010 Zaaknummer 710236 VV Expl. 10-8085 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351
ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieZaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691. beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in
Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691 beschikking RECHTBANK ROTTERDAM Sector kanton Locatie Rotterdam zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-2969 uitspraak: 21
Nadere informatieActualiteiten WWZ. Recente rechtspraak
Actualiteiten WWZ Recente rechtspraak Recente rechtspraak VERGOEDINGEN - Naast transitievergoeding en billijke vergoeding geen ruimte voor een aanvullende vergoeding. Als partijen een aanvullende vergoeding
Nadere informatie(c) Van Delft Advocaten N.V. 2015 1
1 Advocaten Mr Erik van Kregten LLM, - strafrecht (inclusief economisch strafrecht en BOPZ-zaken) Mr Wytze van Leuveren MA, - ondernemingsrecht, arbeidsrecht en faillissementsrecht Mr Anke Schellekens,
Nadere informatieKBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen
Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten
Nadere informatieVAAN Onder professoren
VAAN Onder professoren Prof. mr. A.I.M. (Toon) van Mierlo 5 oktober 2017 Agenda Tweeluik 1. Kwaliteit en Innovatie (KEI) in theorie en (naaste) praktijk 2. Capita bijzonder procesrecht ontslagzaken 1.
Nadere informatieBijlage 7 Regl. v.orde v.h. College van Beroep voor de Examens
Bijlage 7 Reglement van Orde van het College van Beroep voor de Examens Regeling ter uitvoering van het bepaalde in artikel 54 van de Structuurregeling van de Radboud Universiteit Nijmegen. HOOFDSTUK 1.
Nadere informatieDe gevolgen van de WWZ voor bedrijfsartsen
De gevolgen van de WWZ voor bedrijfsartsen D.J. Buijs BG dagen NVAB 18 juni 2015 Schema einde arbeidsovereenkomst Van rechtswege Dood werknemer (art. 7:674 BW) Bepaalde tijd (art. 7:667/668 BW) Beëindigingovereenkomst
Nadere informatieECLI:NL:RBZLY:2006:AY7374
ECLI:NL:RBZLY:2006:AY7374 Instantie Datum uitspraak 04-08-2006 Datum publicatie 04-09-2006 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 305189 HA 06-43 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieBijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg
Bijlage 1 Jurisprudentieonderzoek in het kader van de evaluatie Wet arbeid en zorg 1. Inleiding In deze notitie wordt de jurisprudentie over de Wet arbeid en zorg besproken. In deze per 1 december 2001
Nadere informatiehet College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees
106796 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking gegrond omdat de werkgever een onjuiste afvloeiingssystematiek hanteert; BVE in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:2373
ECLI:NL:RBAMS:2017:2373 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 14-04-2017 Zaaknummer 5757565 KK EXPL 17-203 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieVoegen in het strafproces
Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces april 2011 U bent slachtoffer geworden van een misdrijf of overtreding en u heeft daarbij schade geleden. Eén van de mogelijkheden om uw schade vergoed
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21, Gevolgd In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1717, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
ECLI:NL:HR:2017:571 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 31-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer 16/03870 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:21,
Nadere informatieDatum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T
Nadere informatieDe Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatie: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2014:6635
ECLI:NL:RBMNE:2014:6635 Instantie Datum uitspraak 23-04-2014 Datum publicatie 12-12-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 2898871 UE VERZ 14-187 k/4081 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding
Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 818 Wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en
Nadere informatie1. Procedure. 2. Feiten
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 18 d.d. 1 september 2008 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. P.A. Offers) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieRapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258
Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie
Nadere informatieinachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie.
Geschillenreglement VViN Artikel 1 - Definities In dit reglement gelden de volgende definities: 1. Eiser: de partij die een verzoek tot beslechting als bedoeld in lid 7 van dit artikel met inachtneming
Nadere informatiebeschikking :N NAAM VAN DE KONING RECHTBANK OEN HAAG Zittingsplaats "s-gravenhage tfh Zaaknr.: 4779035 RP VERZ 16-50054 Uitspraakdaturn.
:N NAAM VAN DE KONING beschikking RECHTBANK OEN HAAG Zittingsplaats "s-gravenhage tfh Zaaknr.: 4779035 RP VERZ 16-50054 Uitspraakdaturn. 5 april2016 Beschikking van de kantonrechter x!!!'!wi.. verzoekende
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2014:8414
ECLI:NL:RBNHO:2014:8414 Instantie Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 13-11-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 2896454 CV EXPL 14-830 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2014:12275
ECLI:NL:RBNHO:2014:12275 Instantie Datum uitspraak 24-09-2014 Datum publicatie 23-12-2014 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 3265760 VV EXPL 14-81 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatiehikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217
Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk
Nadere informatieSamenvatting masterclass Arbeidsrecht
Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Samenvatting masterclass Arbeidsrecht Auteur: Jack Damen en Gerrit Jan Mulder Personeel & Organisatie Avans +, dé specialist in het ontwikkelen van mensen en organisaties.
Nadere informatieAcademie voor de Rechtspraktijk Jurisprudentie WWZ. Eugenie Nunes 9 november 2015
Academie voor de Rechtspraktijk Jurisprudentie WWZ Eugenie Nunes 9 november 2015 Aanzegging Aanzegging einde / voortzetting tijdelijke arbeidsovereenkomst 6 maanden: > Kantonrechter Amsterdam 10 juni 2015
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:7110
ECLI:NL:RBLIM:2017:7110 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 21-07-2017 Datum publicatie 25-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 6089641/AZ/17-120 - 6007924/AZ/17-100
Nadere informatiede besloten vennootschap met beperkte aanprakelijkheid gevestigd te Hoofddorp, gedaagde partij, gemachtigde: mr. M.A.M. Lem.
IN NAAM DES Ko"r,,,,'G~ vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team kanton Leiden/Gouda Locatie Alphen aan den Rijn TJ Rolnr.: 1258331 \CV EXPL 13-762 Datum: 2juli 2013 Vonnis in de voorziening bij voorraad )( wonende
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:3619
ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01
Nadere informatieDe gevolgen van de WWZ voor bedrijfsartsen
De gevolgen van de WWZ voor bedrijfsartsen D.J. Buijs NVAB 12 oktober 2015 Schema einde arbeidsovereenkomst Van rechtswege Dood werknemer (art. 7:674 BW) Bepaalde tijd (art. 7:667/668 BW) Beëindigingovereenkomst
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-123 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. van Pelt, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-123 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M. van Pelt, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 augustus 2015 Ingesteld door : Consument Tegen
Nadere informatiezaaknummer / rolnummer: / HA ZA Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.
vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 320582 / HA ZA 08-3222 Vonnis van in de zaak van [Eiser], wonende te [woonplaats], eiser, advocaat mr. M.A. Koot, tegen [Gedaagde],
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:5109
ECLI:NL:RBOVE:2016:5109 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-11-2016 Datum publicatie 23-12-2016 Zaaknummer 5405642 VV EXPL 16-70 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieREGELING GESCHILLEN WSW-PERSONEEL DEN HAAG 2016 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,
HGR/2016.4 RIS295011 REGELING GESCHILLEN WSW-PERSONEEL DEN HAAG 2016 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gelet op: - de Wet sociale werkvoorziening; - artikel 2.5 van de CAO voor de sociale werkvoorziening.
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2016:10670
ECLI:NL:RBNHO:2016:10670 Instantie Datum uitspraak 12-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 5495640 / VV EXPL 16-224 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieOver ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?
Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch
Nadere informatieSCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG
SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2013:13257
ECLI:NL:RBNHO:2013:13257 Instantie Datum uitspraak 12-09-2013 Datum publicatie 27-01-2014 Zaaknummer 2225832 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland Civiel recht Eerste
Nadere informatieProcesreglement Project De Wijkrechter
Procesreglement Project De Wijkrechter Considerans Bijgaand treft u aan het Procesreglement dat geldt tijdens de pilot die de Rechtbank Den Haag (RDH) houdt met een procedure onder de naam 'De Wijkrechter'.
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:2889
ECLI:NL:GHDHA:2015:2889 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-10-2015 Datum publicatie 27-10-2015 Zaaknummer 200.169.276-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642
ECLI:NL:HR:2018:484 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 30-03-2018 Datum publicatie 30-03-2018 Zaaknummer 17/01642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:46
Nadere informatieDAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-287 d.d. 28 juli 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, drs. W. Dullemond en mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting
Nadere informatieBeoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2016:8196
ECLI:NL:RBNHO:2016:8196 Instantie Datum uitspraak 14-06-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 4970259 / AO VERZ 16-134 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieReglement Beroepscommissie IPMA-NL
Reglement Beroepscommissie IPMA-NL De Complaints and Appeals Committee examens (Beroepscommissie) behandelt beroepen die worden ingediend door personen die op Nederlands grondgebied deelnemen aan de IPMA
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:6026
ECLI:NL:RBLIM:2017:6026 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26-06-2017 Datum publicatie 29-06-2017 Zaaknummer 5909244/AZ/17-81 26062017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht
Nadere informatiehet door Consument digitaal ingediende klachtformulier; het verweerschrift van de Bank; de repliek van Consument; de dupliek van de Bank.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-534 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. A.M.T. Wigger, prof. mr. M.L. Hendrikse, leden en mr. D.W.Y. Sie, secretaris) Klacht ontvangen op
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2017:2145
ECLI:NL:CRVB:2017:2145 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 20-06-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/3245 AW Ambtenarenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2006:AX0491
ECLI:NL:RBASS:2006:AX0491 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-04-2006 Datum publicatie 09-05-2006 Zaaknummer 17636 \ VV EXPL 06-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2015:1277
ECLI:NL:RBLIM:2015:1277 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 17-02-2015 Datum publicatie 19-02-2015 Zaaknummer 3792692 CV EXPL 15-683 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Goederenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2016:1526
ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:rbobr:2016:1526 Instantie Rechtbank Oost Brabant Datum uitspraak 09 03 2016 Datum publicatie 04 04 2016 Zaaknummer
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812
ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812 Instantie Datum uitspraak 18-04-2013 Datum publicatie 26-04-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 582121 - CV EXPL 12-15165 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatie