Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

Transcriptie

1 Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie 23 december 2004 Besluit van de Raad van het BIPT betreffende het voorstel tot referentie-interconnectieaanbod van Belgacom voor het jaar 2005 (kwantitatieve aspecten) 1

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding KOSTPRIJS VAN HET KAPITAAL VOORGESCHIEDENIS VAN DE WACC RESULTATEN VOOR DE WACC ANALYSE Wat betreft 14,00% als waarde Wat betreft 12,03% als waarde BEPALING VAN DE WACC Pricing for Belgacom Interconnect Services ALGEMENE OPMERKINGEN ACCESS TO AN ACCESS POINT TERMINATING ACCESS SERVICES AND COLLECTING ACCESS SERVICES CARRIER PRE-SELECT VALUE ADDED SERVICES NUMBERS TRANSIT SERVICES INTERCONNECT LINK SERVICE Customer-sited Interconnect Link In-Span Interconnect Link Belgacom-sited Interconnect Link Mid span interconnect link FEES RELATED TO THE INTRODUCTION OF NON GEOGRAPHIC NUMBERS OF THE OPERATOR IN BELGACOM SWITCHING EQUIPMENT FEES FOR BELGACOM HALF LINKS STAND ALONE STP SA-STP access Annual fee resulting from the interconnection to Belgacom local access points Bijlage 1 : Motiveringsdocument ter attentie van Belgacom

3 1. INLEIDING - Dit besluit legt de tarieven vast die in 2005 van toepassing zijn voor de interconnectiediensten van Belgacom. Hiertoe werden de onderliggende kosten van Belgacom onderzocht, in het licht van de verplichting die op deze operator rust om zijn interconnectietarieven af te stemmen op de kosten. o o o o o o Toegang tot een toegangspunt (ATAP) Terminering van oproepen Collecting van oproepen Transit Invoering van niet-geografische nummers in de schakelapparatuur van Belgacom Half links De tarieven van de andere diensten die deel uitmaken van BRIO zullen het voorwerp vormen van een later besluit van het BIPT in het eerste trimester van In afwachting van dit latere besluit, zullen de tarieven van die andere diensten 1 worden gehandhaafd op het niveau van BRIO voor Aangezien het referentieaanbod van Belgacom in principe van toepassing is voor een kalenderjaar en de verplichting tot kostenbasering het hele jaar door moet worden nageleefd, zullen de tarieven die door het Instituut zullen worden bepaald retroactief worden toegepast vanaf 1 januari De tarieven van de BRIO voor 2005 zullen worden bepaald op basis van de resultaten van het topdown kostenmodel dat de afgelopen jaren werd gebruikt en dat geactualiseerd werd met de meest recente gegevens. Als aanvulling op dit besluit, zal zo gauw mogelijk een actualisering van de beschrijving van het top-down kostenmodel worden gepubliceerd op de website van het BIPT. De terminerings- en collectingtarieven zijn niet het resultaat van een integratie van de top-down en de bottom-up modellen De Raad van het BIPT heeft geoordeeld dat het niet opportuun was om vanaf januari 2005 interconnectietarieven toe te passen die resulteren uit een verzoening, terwijl in het raam van de omzetting van het nieuwe reglementaire kader een herziening is gepland van de interconnectieverplichtingen voor Belgacom. 2 KOSTPRIJS VAN HET KAPITAAL 2.1 VOORGESCHIEDENIS VAN DE WACC Ter herinnering werd gedurende de afgelopen jaren de WACC van Belgacom als volgt vastgelegd: BRIO Terminering 2 Verschil BRIO ,46% BRIO ,77% +0,31% BRIO ,61% -0,16% BRIO ,88% +0,27% BRIO ,76% -2,12% Dezelfde WACC wordt gebruikt in het kader van de besluiten inzake BRIO, BRUO en BROBA. 1 Dit zijn met name alle tarieven die niet uitdrukkelijk worden goedgekeurd door dit besluit. 2 In 2001 en 2002 lag de WACC die werd aanvaard voor collecting enigszins hoger dan die welke aanvaard werd voor terminering. 3

4 2.2 RESULTATEN VOOR DE WACC 2005 Met het oog op het bepalen van de WACC 2005, werd overwogen om de premie voor het marktrisico vast te leggen op basis van ofwel een wiskundig ofwel een meetkundig gemiddelde. De toepassing van dezelfde methode als die welke werd gebruikt om de WACC 2004 te bepalen leidt tot een WACC 2005 van 14,00%, wat een stijging betekent met 3,24% ten opzichte van de 10,76% van In deze werkwijze wordt de premie voor het marktrisico berekend op basis van een klassiek wiskundig gemiddelde. Het gebruik van een wiskundig gemiddelde geeft echter aanleiding tot aanmerkelijke schommelingen in het eindresultaat van de WACC. Tegelijk heeft het BIPT dus de mogelijkheid onderzocht om de marktrisicopremie te berekenen op basis van een meetkundig gemiddelde, waardoor men stabielere resultaten krijgt tussen het ene jaar en het andere. Wanneer men het meetkundige gemiddelde gebruikt, bedraagt de WACC 12,03%. 2.3 ANALYSE Het Instituut is van oordeel dat waarden van 14,00% en 12,03% niet kunnen worden aanvaard, om de hierboven toegelichte redenen Wat betreft 14,00% als waarde - Het BIPT meent dat deze waarde een ongepaste breuk vormt met de waarden die de afgelopen jaren werden toegepast (zie punt 2 hierboven). - Het BIPT stelt vast dat schommelingen in het WACC tussen het ene jaar en het andere in de andere lidstaten van de Europese Unie erg beperkt zijn. In de andere lidstaten werd de afgelopen jaren geen enkele schommeling vastgesteld die vergelijkbaar is met wat een WACC van 14,00% (+3,24%) zou betekenen. De gemiddelde schommelingen die werden vastgesteld variëren tussen 0 en 1 % terwijl de grootste schommelingen +2,20% bedragen (in Frankrijk tussen 2000 en 2001) en +1,55% (in Oostenrijk tussen 2001 en 2002). - Het BIPT meent dat te grote schommelingen van de WACC tussen het ene jaar en het andere, via de doorberekening ervan in de groothandelstarieven van Belgacom, een negatieve impact hebben op de markt doordat het voor Belgacom, net als voor de alternatieve operatoren, moeilijk is om de tariefontwikkeling over verschillende jaren te voorspellen en plannen op middellange termijn op te maken Wat betreft 12,03% als waarde Het alternatief, dat erin bestaat de marktrisicopremie te berekenen met behulp van een meetkundig gemiddelde, is technisch gezien correct en beantwoordt aan het streven van de Raad om te sterke schommelingen van de WACC te voorkomen. Zonder het toepassen van deze methode in de toekomst uit te sluiten, heeft het BIPT toch beslist om dit alternatief niet op te nemen voor het BRIO voor Het Instituut is namelijk van oordeel dat dit een aanmerkelijke verandering zou betekenen ten aanzien van de methode die de afgelopen jaren werd toegepast en dat zo n verandering niet wenselijk is in het kader van het BRIO voor BEPALING VAN DE WACC 2005 Het Instituut meent enerzijds dat de WACC geen al te grote wijzigingen zou mogen ondergaan tussen het ene jaar en het andere (noch door een stijging, noch door een daling), om de hierboven beschreven nadelen 4

5 te voorkomen en anderzijds dat de WACC 2005 zou moeten worden vastgelegd in overeenstemming met de waarden die de afgelopen jaren werden toegepast voor de kostprijs van het kapitaal van Belgacom. Het idee van een prijsschaar (een jaarlijkse maximumontwikkeling van de WACC) van ±1 % werd de afgelopen jaren reeds geopperd als een middel om te sterke jaarlijkse schommelingen te voorkomen. Belgacom had negatief gereageerd op deze suggestie, hoewel het zijn interesse liet blijken voor een stabiele WACC. Rekening houdend met de ontwikkelingen in andere landen, is het BIPT niettemin van oordeel dat een jaarlijkse maximumschommeling van ±1% of ±1,5% te rechtvaardigen is. Toch moet rekening worden gehouden met de recente ontwikkelingen in België, met name met het besluit inzake BRIO voor 2004, waarvoor het BIPT besliste tot een daling van de WACC met zo n 2%. Omwille van de coherentie met de vermindering waartoe werd beslist in 2004, vindt het BIPT dat de stijging van de WACC in vergelijking met % moet bedragen. Rekening houdend met het voorgaande, wordt de WACC 2005 van Belgacom vastgelegd op 12,76%. Zoals de afgelopen jaren, is deze WACC van toepassing voor de referentieaanbiedingen BRIO, BRUO en BROBA. 3 PRICING FOR BELGACOM INTERCONNECT SERVICES Noot: De nummering van de volgende hoofdstukken in dit document vormt een logisch gevolg van het besluit van de Raad van 14 december 2004 over de kwalitatieve aspecten van het BRIO voor ALGEMENE OPMERKINGEN In het top-down kostenmodel BRIO 2005 werden de ONP-structuur en de routeringsfactoren verder verfijnd. De ONP-blokken Local Switch en Transit Switch zijn verder opgedeeld in een gedeelte charging, processing en trunk. Deze komen respectievelijk overeen met de volgende functies, die in afzonderlijke ONP-blokken werden ondergebracht: - Charging: de functie maakt het samenstellen van de Call Detail Records (CDRs) mogelijk, die nodig zijn voor het factureren van trafiek. - Processing: de functie is verantwoordelijk voor de routering van oproepen. De ONP-blok bevat onder meer de Switching Matrix. - Trunk: de functie is belast met de interconnectie van een switch met een andere. De ONP-blok bevat onder meer de Trunk-kaarten. Door deze verfijning is het mogelijk om een onderscheid te maken in de routeringsfactoren van verkeer dat een OIT-ATAP gebruikt en verkeer dat geen OIT-ATAP gebruikt. Het verschil manifesteert zich voornamelijk in de routeringsfactoren van de ONP-blokken Local Trunk, Transit Trunk, Local Charging en Transit Charging. In het BRIO voor 2004 werd voor de lokale interconnectietarieven reeds rekening gehouden met de vermoedelijke impact van de verfijning van de allocatiemethode voor de switching-kosten en dit door de uitkomst van het top-down model met 10% te verminderen. Vermoed werd immers dat een fijnere allocatie van de switching-kosten vooral op deze tarieven een grote invloed zou hebben. Uit de concrete uitwerking van de rechtzetting bleek inderdaad dat deze raming zeer dicht bij de werkelijkheid ligt. Het anticiperen op de impact op de lokale interconnectietarieven zorgde er concreet voor dat deze tarieven in het BRIO voor 2004 veel sterker daalden dan de tarieven op IAA- en EAA-niveau. Zoals uit de volgende alinea s zal blijken, is de daling van de lokale interconnectietarieven voor het BRIO voor 2005 echter beperkter dan voor het BRIO voor De oorzaak van deze asymmetrische daling staat echter los van de verfijning van de allocatie van de switching-kosten (cf. infra). 5

6 In het voorstel van Belgacom m.b.t. de BRIO2005-tarieven resulteerde de verfijning van de ONP-blokken in het opnieuw invoeren van een differentiëring tussen terminering en collecting. De kosten van de ONP-blok Transit Charging werden immers volledig toegekend aan de ATAP s, de kosten van de ONP-blok Local Charging daarentegen werden verrekend in de lokale en IAA-collectingtarieven per minuut. Het BIPT besliste daarom om de kosten van Charging, zowel Local Charging als Transit Charging, veroorzaakt door interconnectietrafiek, toe te kennen aan de ATAP-tarieven. Bijkomende uitleg omtrent de gevolgde werkwijze volgt in de beschrijving van het top-down model BRIO 2005 die op de website van het BIPT gepubliceerd zal worden ACCESS TO AN ACCESS POINT Opmerkingen van het BIPT en/of voortvloeiend uit de openbare consultatie Access to a Local Access Point 16.1.a. De sector vraagt naar de reden voor de stijging van de maandelijkse vergoeding met 12% per 2Mbit/s. Men stelt zich in het bijzonder de vraag of de technologie, die ongewijzigd is, zoveel duurder is geworden? Belgacom wordt verzocht de details van deze stijging mee te delen aan het Instituut in een formaat dat geschikt is om te worden geïntegreerd in het top-down kostenmodel b. Aangezien de supplementaire maandelijkse vergoeding per segment van interconnectieverkeer dat meer dan 20% vertegenwoordigt van het totale interconnectieverkeer van een lokale switch, is verdrievoudigd, wordt aan Belgacom gevraagd hiervoor een verklaring te verschaffen. Indien deze verklaring zoals vorig jaar betrekking heeft op de stijging van de investeringskosten voor de uitbreiding van de taxatiecapaciteit als gevolg van de vernieuwde switching-contracten voor de periode 2003 t.e.m. 2005, herinnert het BIPT eraan dat dat voldoende dient te worden bewezen aan de hand van een afschrift en toelichting van de relevante delen van de betreffende contracten. Belgacom wordt tevens verzocht toe te lichten waarom een uitbreiding van de taxatiecapaciteit absoluut noodzakelijk is aangezien OLO s hiervan niet zijn overtuigd c. Het onvoorspelbare karakter van de supplementaire maandelijkse vergoeding wordt als een belemmering beschouwd voor de concurrentie op het vlak van de lokale interconnectie: de vergoeding is namelijk afhankelijk van de totale IC-trafiek van alle operatoren en één operator kan niet controleren in welke mate de andere operatoren hun lokale interconnectie ontwikkelen. De sector zou, als deze vergoeding blijft voortbestaan, op de hoogte willen worden gesteld van de ontwikkeling van de volumes en van het aandeel van de OLO-trafiek gebaseerd op de forecasts zodat zij een indicatie zouden hebben van de waarschijnlijkheid van de overschrijding van de 20%-drempel. Access to an Area Access Point 16.1.d. De sector verzoekt op de hoogte te worden gesteld van de reden voor de prijsstijging van de maandelijkse vergoeding in vergelijking met vorig jaar. Het BIPT stelt vast dat deze prijsstijging 1,8% bedraagt en dat dit overeenstemt met de indexering van de prijzen die Belgacom aan het Instituut heeft meegedeeld. Het Instituut herinnert er echter aan dat de berekening van dit tarief deel uitmaakt van het top-down interconnectiemodel en bijgevolg bepaald zal worden zodra dit model is geactualiseerd. 6

7 Opmerkingen van Belgacom 16.1.a. M.b.t. tot deze prijsstijging heeft Belgacom aan het Instituut meegedeeld dat de verhoging van de lokale ATAP met 10% toz van een area ATAP voortvloeit uit een verschillende kostenstructuur tussen de verschillende types van switches (lokaal en CAE) b-c. Belgacom legt uit dat locale interconnectieverbindingen een hogere taxatiecapaciteit vereisen dan de verbindingen op het Belgacom-netwerk. Wanneer een LEX in gebruik wordt genomen, wordt die zo gedimensioneerd dat zij alleen voor het uitgaande verkeer taxatietickets kan genereren. Wanneer de LEX geopend wordt voor de locale interconnectie, moet die in staat zijn taxatietickets te genereren voor het uitgaande verkeer maar ook voor het interconnectieverkeer (zowel binnenkomend als uitgaand). Voor het geïnterconnecteerde verkeer zijn er dus soms twee tickets nodig voor dezelfde oproep. Hoe belangrijker het geïnterconnecteerde verkeer is, hoe hoger de vereiste taxatiecapaciteit wordt. Er komt dus een moment dat de taxatiecapaciteit moet worden opgetrokken. Deze uitbreiding wordt uitsluitend voor het geïnterconnecteerde verkeer (en niet voor het Belgacom-verkeer) noodzakelijk. Een dergelijke uitbreiding is niet noodzakelijk voor de CAE's, die beschikken over voldoende taxatiecapaciteit. De verhoging van de bijkomende rechten met 2 Mbit/s (van 6,33 tot 21,46) is het resultaat van de voorwaarden van de nieuwe switching-contracten bij Belgacom. Besluit van het BIPT en motivering Access to a Local Access Point 16.1.a. Het BIPT is van mening dat de toelichtingen van Belgacom omtrent de oorzaak van het verschil in kostenstructuur onvoldoende zijn om de exacte kostenoorzaak te kunnen beoordelen. Bovendien is het BIPT van mening dat de kosteninformatie, op basis waarvan de differentiëring wordt verantwoord, onvoldoende stabiel is om een invoering van een verschillend tarief voor LAP t.o.v. AAP te rechtvaardigen. Op basis van het bovengaande beslist het BIPT om de continuïteit met het verleden te behouden, namelijk het behoud van een uniform tarief voor LAP en AAP. De maandelijks terugkerende vergoeding voor de toegang tot een toegangspunt in het BRIO voor 2005 bedraagt 111,76. Dat vertegenwoordigt een daling van 10,9% t.o.v. het tarief in het BRIO voor 2004 (= 125,47). Dat bedrag is uit dezelfde componenten samengesteld als het tarief in het BRIO voor 2004 plus een component ter vergoeding van Local Charging (zie 16.0 Algemene Opmerkingen). Wat de installatievergoeding per 2 Mbit/s betreft, heeft een wijziging in de toewijzing van OPEX-kosten over de installatievergoeding en de maandelijkse vergoeding gezorgd voor een belangrijke stijging van deze kosten. In het BRIO voor 2005 bedraagt de installatievergoeding per 2 Mbit/s 465,70 (t.o.v. de 148,21 in het BRIO voor 2004). Gezien deze zeer belangrijke stijging, behoudt het Instituut zich het recht voor om bijkomende verificaties uit te voeren en om de tarieven met terugwerkende kracht te wijzigen indien dat noodzakelijk is. De stijging van de installation fee wordt echter ruimschoots gecompenseerd door de beperktere allocatie van OPEX aan de rental fee voor ATAP die mede tot een daling heeft geleid van 10,9% (zie hierboven) b-c. De oorzaak en verantwoording van de verdrievoudiging van de extra monthly rental fee wordt momenteel nog verder door het BIPT geanalyseerd. Access to an Area Access Point 16.1.d. Zoals hierboven gesteld komen de tarieven van AAP/ATAP overeen met de LAP/ATAP-tarieven. 7

8 16.2 TERMINATING ACCESS SERVICES AND COLLECTING ACCESS SERVICES Opmerkingen van het BIPT en/of voortvloeiend uit de openbare consultatie 16.2.a De sector merkt op dat de stijging van de interconnectietarieven tegengesteld is aan de algemene trend van deze tarieven in andere landen b. De afschaffing van de gelijkschakeling van de terminerings- en collectingtarieven, die werd ingevoerd in het BRIO voor 2003, wekt kritiek op omdat de sector dit beschouwt als een poging om de concurrentie te belemmeren op de markt van de vaste telefonie. Een operator denkt echter dat gezien het totaal verschillende risicoprofiel tussen collecting en de terminering men een andere Beta dient vast te leggen bij de berekening van de WACC bij collecting in vergelijking met terminering. Daarnaast is de toewijzing van CPS-systeemkosten aan de collectingminuten strijdig met het principe van kostenbasering. Omdat het carrier-selectieverkeer het CPS-systeem niet nodig heeft kan deze trafiek niet bijdragen tot het dekken van de kosten ervan. Die kosten kunnen dus geen differentiëring verantwoorden tussen collecting en terminering. Een operator vindt dat de tariefontwikkeling (in het bijzonder de onderdelen klant-lex en LEX-AGE) nadelig is voor operatoren die zich willen interconnecteren op lokaal niveau. Bovendien creëert de stijging van de interconnectietarieven een dreiging van price squeeze d. De OLO s merken op dat de set-up voor oproepen naar spoeddiensten die niet worden geïdentificeerd met drie cijfers, een stijging ondergaat die de algemene verhoging van 1,8% overstijgt e. Een operator vraagt dat bijzondere aandacht zou worden besteed aan het efficiëntiecriterium, ook in het top-down model (aantal apparaten, benchmark van bepaalde ratio s, aantal voltijdse equivalenten en reëel noodzakelijke voertuigen) f. De toewijzing van de interventiekosten tussen interconnectie en lokaal aansluitnet (waaronder de DSL-diensten) zou moeten worden onderzocht en de kosten van SMS-diensten op vaste lijnen zouden uit de interconnectiekosten moeten worden verwijderd g. De kosten die specifiek zijn voor interconnectie moeten niet alleen worden toegewezen aan de BRIOdiensten maar ook aan alle andere spraakinterconnectiediensten die door Belgacom worden aangeboden of aangekocht. De toegepaste percentages zouden beter moeten worden gemotiveerd h. Om meer in lijn te zijn met de cost driver van de peak en off-peak interconnectietarieven, met name de trafiek, zou de peak/off-peak gradiënt moeten worden herzien. Het zou bovendien mogelijk moeten zijn om voor interconnectie meer tariefperiodes te bepalen dan voor de retailtarieven van Belgacom i. Zolang er geen definitieve integratie van de twee modellen heeft plaatsgevonden moeten de tarieven m.b.t. de interconnectie gebaseerd worden op de best current practices in Europa. Opmerkingen van Belgacom 16.2.a. Uit de beknopte toelichting die het Instituut reeds van Belgacom heeft ontvangen blijkt dat de motivatie voor de voorgestelde wijzigingen de volgende is : - Elke belangrijke variatie in de interconnectietarieven dient te worden vermeden gelet op het vage regelgevend kader en het feit dat het nieuwe regelgevend kader nog niet wordt toegepast. 8

9 - De tarieven zijn in lijn met het Europees gemiddelde. - Een verdere daling van de termineringstarieven zou een destructief effect hebben voor de waarde van de markt en de termineringsoperatoren onder druk zetten die momenteel hogere tarieven dan Belgacom toepassen. - De notie van kostenbasering dient verder te worden geanalyseerd aangezien het bestaan van verschillende kostenmodellen ertoe leidt dat het een variabel concept wordt. - De ontwikkelingen in de andere Europese landen, gecombineerd met de wens van de EC om naar een meer harmonisch reglementair kader te groeien, noopt tot voorzichtigheid. - Het jaar 2004 vormt een keerpunt op het vlak van de ontwikkeling van het verkeer : het retailverkeer daalt sneller dan dat het wholesaleverkeer toeneemt. Er doet zich bijgevolg een daling van het totale verkeer voor, wat leidt tot een stijging van de eenheidskosten b. Belgacom verdedigt de differentiëring tussen terminating en collecting met de volgende argumenten : - De investering in alternatieve netwerken dient te worden gestimuleerd aangezien dit de enige garantie is voor een duurzame concurrentie. - Op het vlak van de kosten geven de CS/CPS-oproepen aanleiding tot bijkomende kosten die niet gedekt zijn door de éénmalige BRIO-kosten van de dienst collecting. Besluit van het BIPT en motivering De onderstaande tabellen vatten de tarieven samen zoals die door het BIPT werden vastgesteld op basis van zijn top-down model voor interconnectie voor het BRIO voor In de eerste alinea s wordt allereerst het gemiddelde tarief per minuut gegeven en gepositioneerd ten opzichte van de tarieven in het BRIO voor Daarna wordt de opdeling van deze gemiddelde tarieven gegeven in een peak en off-peak tarief en een set-up- en duration-tarief. Deze opdeling is op dezelfde manier als de vorige jaren gemaakt; d.w.z. rekening houdende met dezelfde gradiënt peak/off-peak en rekening houdende met een set-upkostprijs die gelijk is aan 16% van de totale kosten van een gesprek van 3,2 minuten. Gemiddelde tarieven per minuut (in eurocent): Voor de tarieven op Intra Access Area en Extra Access Area level: Vergelijking van de resultaten van het BIPT-model met BRIO 2004 Resultaat van het BIPTmodel (BRIO 2005) Type verbinding BRIO 2004 Delta TERMINERING Intra Access Area 0,817 0,780-4,6% Extra Access Area 1,020 0,974-4,5% COLLECTING Intra Access Area 0,817 0,780-4,6% 9

10 Voor de tarieven op Local level: Vergelijking van de resultaten van het BIPT-model met BRIO 2004 Type verbinding BRIO 2004 Resultaat van het BIPTmodel (BRIO 2005) Delta TERMINERING Local 0,567 0,559-1,32% COLLECTING Local 0,567 0,559-1,32% De daling van de tarieven op Local-niveau is minder groot dan de daling van de tarieven op Access Area niveau. De oorzaak hiervan is een rechtzetting door Belgacom van een fout in de inputparameters zoals doorgegeven voor het top-down model BRIO 2004, welke een te beperkte allocatie van de transmissiekosten aan de lokale transmissienetwerklaag tot gevolg had. De correctie ervan resulteert in een minder sterke daling voor lokale tarieven t.o.v. IAA- en EAA-tarieven. Opdeling van de gemiddelde tarieven per minuut in een peak/off-peak component en in een set-up- /duration-component (in eurocent): Type verbinding TERMINERING Set-up Charge Peak Off-Peak In eurocent Duration charge (per min) Peak Off-Peak Local 0,349 0,183 0,573 0,301 Intra Access Area 0,487 0,256 0,799 0,419 Extra Access Area 0,608 0,319 0,998 0,524 COLLECTING Local 0,349 0,183 0,573 0,301 Intra Access Area 0,487 0,256 0,799 0,419 Het Instituut wil voor het overige de volgende elementen onder de aandacht brengen: - Op 13 december 2004 heeft het BIPT van Belgacom vernomen dat het een toewijzingsfout had gemaakt in de kosten van de operationele activiteiten voor switches. De laattijdige ontvangst van deze informatie betekende dat het BIPT deze niet meer kon verifiëren. Omdat deze toewijzingsfout een aanzienlijke impact heeft op de tarieven voor terminering en collecting, behoudt het Instituut zich het recht voor om de nodige controles uit te voeren en de tarieven retroactief aan te passen indien de nieuwe toewijzing die door Belgacom wordt voorgesteld incorrect zou blijken. - Wat de differentiëring tussen collecting en terminering betreft, wenst het BIPT niet af te wijken van zijn beslissing in het kader van de BRIO voor De gelijkschakeling tussen de terminerings- en collectingtarieven blijft dus behouden door de Local-Charging-kosten niet toe te kennen aan de ICtrafiek local en IAA-collecting, maar aan de kostprijs per ATAP. Dit is analoog aan de toekenning van de Transit-Charging-kosten aan ATAP. - Wat de benchmarking van ratio s betreft is het BIPT overtuigd van het nut ervan, maar gelet op het feit dat het BIPT niet beschikt over efficiëntiestudies met betrekking tot andere Europese bestaande operatoren en er voldoende tijd nodig is om de eventuele verschillen te vertalen in correctiefactoren voor efficiëntie en om de oplegging ervan grondig te motiveren, was het niet haalbaar dit in het kader van het BRIO voor 2005 op te starten. - Het BIPT heeft in zijn analyses een aantal alternatieve methodes overwogen om de peak/off-peak gradiënt te bepalen, maar besluit dat het niet opportuun is om de huidige peak/off-peak gradiënt aan te passen. 10

11 - Uit de marktconsultatie blijkt dat sommige operatoren een verkeerde interpretatie maken van de ontwikkeling van het volume trafiek. Het is namelijk zo dat de toename in wholesaleverkeer kleiner is dan de afname in retailverkeer. Bovendien vult wholesaleverkeer het netwerk minder op dan retailverkeer. De afname in trafiekvolume compenseert hierdoor gedeeltelijk de impact van de afname van de kosten van Belgacom CARRIER PRE-SELECT Opmerkingen van het BIPT en/of voortvloeiend uit de openbare consultatie 16.3.a. Een operator vindt dat de eenmalige bijdrage voor de indienststelling van CPS ( ) overdreven is, en overeenkomt met 53 mandagen voor taken die beperkt zijn tot het creëren van een nieuwe rekening in het CPS-systeem, het tot stand brengen van inter-operator-communicatie en de opleiding van het Belgacomhelpdeskpersoneel voor de nieuwe code b. Operatoren zijn er van overtuigd dat de fees die door Belgacom aangerekend worden voor de activatie van simple of complex CPS veel hoger zijn dan de reële kost. - Wat de operationele CPS-kosten betreft, mag de kostprijs per activeren (of deactiveren) louter de operationele kosten van Belgacom dekken voor het activeren of deactiveren van CPS. Het proces van aanvraag tot activeren of deactiveren is volledig geautomatiseerd. De manuele interventie van Belgacommedewerkers is erg beperkt. - De Belgacom-tarieven liggen veel hoger dan de European best practices. - In 2004 was er een gevoelige verhoging van activeren of deactiveren van CPS zonder een aanmerkelijke impact op de operationele kosten van Belgacom. - De operatoren vragen dat het verschil in prijs tussen simple en complex installation afgeschaft wordt omdat er geen objectief element aanwezig is om dit prijsverschil te rechtvaardigen. Opmerkingen van Belgacom 16.3.a-b. De eenmalig verschuldigde rechten voor de indienststelling van CPS en de rechten die verschuldigd zijn voor het activeren van CPS (eenvoudige en complexe installaties) werden geïndexeerd met een percentage van 1,8 %. Besluit van het BIPT en motivering De tarieven van dit onderdeel zullen het voorwerp uitmaken van een later besluit van het BIPT. In afwachting van dit besluit moeten de tarieven van 2004 van toepassing blijven. Aangezien het referentieaanbod van Belgacom in principe van toepassing is voor een kalenderjaar en de verplichting tot kostenbasering het hele jaar door moet worden nageleefd, zullen de tarieven die door het Instituut zullen worden bepaald retroactief worden toegepast vanaf 1 januari VALUE ADDED SERVICES NUMBERS Opmerkingen van het BIPT en/of voortvloeiend uit de openbare consultatie 16.4.a. De sector begrijpt niet waarom de tarieven voor de toegangsdienst tot nummers van diensten met toegevoegde waarde die waren bepaald in het besluit van de Raad van het BIPT van 18 mei 2004, opnieuw verlaagd werden door Belgacom. De alternatieve operatoren merken bijvoorbeeld op dat de Belgacomretentie op Premium Rate Numbers (0900 IAA Peak) met 15% is verhoogd. 11

12 16.4.b. Verscheidene operatoren merken op dat de set-up verschillend is voor oproepen naar Split-charging-, Premium-rate-, Infokiosk- of Universal nummers (16.4.2), terwijl deze tot nu toe identiek was c. Diezelfde operatoren merken op dat de tarieven voor oproepen naar 0900-Premium-ratenummers ( ) en Infokiosknummers ( ) verschillend zijn, terwijl deze tot nu toe identiek waren. Opmerkingen van Belgacom 16.4.a. De voorgestelde prijswijzigingen zijn het gevolg van twee ingrepen van Belgacom ten opzichte van het besluit van de Raad van het BIPT van 18 mei 2004 : - De herinvoering van een risicopremie wegens het feit dat er geen ethische code van toepassing is. - Het niet compenseren van de extra marge die Belgacom zichzelf toekent voor de 078-nummers met een gelijkwaardige verhoging van de vergoeding van de OLO s voor de andere VAS-nummers. Besluit van het BIPT en motivering De tarieven van dit onderdeel zullen het voorwerp uitmaken van een later besluit van het BIPT. In afwachting van dit besluit moeten de tarieven van 2004 van toepassing blijven. Aangezien het referentieaanbod van Belgacom in principe van toepassing is voor een kalenderjaar en de verplichting tot kostenbasering het hele jaar door moet gerespecteerd worden, zullen de tarieven die door het Instituut zullen worden bepaald retroactief worden toegepast vanaf 1 januari TRANSIT SERVICES Opmerkingen van het BIPT en/of voortvloeiend uit de openbare consultatie 16.5.a Een operator verdenkt Belgacom ervan de prijs van de transit vast te leggen op basis van toenemende kosten, om zo zijn feitelijk monopolie op de interconnectiemarkt uit te breiden naar de transitmarkt. Het BIPT moet erop toezien dat de transitmarkt niet wordt gesubsidieerd. Nihil. Opmerkingen van Belgacom Besluit van het BIPT en motivering De verfijning van de ONP-structuur heeft tevens tot gevolg dat de transittarieven sterk dalen. Het werd immers mogelijk om in de transittarieven enkel de kosten van die delen van de switch te verrekenen die effectief bij transit gebruikt worden (bijv. processing) en andere die niet of minder gebruikt worden (bijv. trunk) uit de tarieven te verwijderen. Gemiddelde tarieven per minuut (in eurocent): Totaal transittarief BRIO 2005 BRIO2004 Delta Transit IAA 0,419 0,477-12,15% Transit EAA 0,613 0,680-9,82% Het transittarief in het BRIO voor 2005 is uit dezelfde elementen samengesteld als het transittarief in het BRIO voor

13 Opdeling van de gemiddelde tarieven per minuut in een peak/off-peak component en in een set-up/duration-component (in eurocent): in eurocent Transit IAA Transit EAA Set-up Set-up Gradient peak 0,262 0,383 Gradient off-peak 0,137 0,201 Duration Duration Gradient peak 0,429 0,628 Gradient off-peak 0,225 0,330 De opdeling van het gemiddelde tarief per minuut voor de transitdiensten is gemaakt op basis van dezelfde hypotheses als bij de opdeling van de terminerings- en collectingtarieven INTERCONNECT LINK SERVICE Customer-sited Interconnect Link Opmerkingen van het BIPT en/of voortvloeiend uit de openbare consultatie a. De markt wenst de redenen te begrijpen voor de stijging van de IC-tarieven b. Een operator merkt op dat Belgacom voorstelt om de tarieven van de andere modaliteiten substantieel te doen dalen, maar dat het tarief voor Interconnected AP s located in same telephone zone <=8 slechts minimaal daalt t.o.v. het gepubliceerde BRIO 2004 en substantieel stijgt t.o.v. hetgeen door het BIPT op 13 mei 2004 is vastgesteld. Deze operator vreest dat Belgacom een selectieve daling toepast op de producten, met de nadruk op de producten die niet door de alternatieve operatoren worden afgenomen c. Een operator merkt op dat Belgacom de <8 of >8 -regel niet correct toepast. Belgacom telt alleen het aantal customer-sited OIT-circuits binnen een IC-link, zonder rekening te houden met het aantal customer-sited BIT s die deel uitmaken van dezelfde IC-link tussen twee toegangspunten. Overeenkomstig het principe van de kostenbasering, zou het correcter zijn om rekening te houden met het totale aantal customer-sited circuits d Een operator stelt voor om de methode te wijzigen die wordt gevolgd voor het bepalen van de prijzen van IC-links. De methode die in het besluit van de Raad van 13 mei 2004 wordt beschreven zou moeten worden vervangen door de volgende: - Bepaal de Opex- en Capex-kostprijs van een IC-link-Subscription via ONP-bloc-IC-links. - Splits de kosten tussen Belgacom-sited en Customer-sited, gebaseerd op percentages die van netwerkkosten komen. - Splits de kosten voor OIT-IC-links. Het voorstel komt neer op het verwisselen van de tweede en de derde stap in de huidige methode, om rekening te houden met het feit dat het voornaamste verschil in kosten zit tussen Belgacom-sited en Customer-sited, die niet uit dezelfde elementen bestaan. Bovendien zou de verdeling tussen Belgacom-sited en Customer-sited moeten zijn gebaseerd op de inventaris en niet op de netwerkkosten. 13

14 e. De prijs voor customer-sited IC-links zou het onderliggende verschil in transmissietechnologie moeten weerspiegelen tussen een IC-link die geleverd wordt op PDH en een IC-link die geleverd wordt op SDH. Dit onderscheid is noodzakelijk om te garanderen dat de operatoren die investeren in BCS (Belgacom Cosmopolitan Solutions, SDH-infrastructuur van Belgacom) om hun POP s te verbinden met het Belgacomnetwerk, een return halen uit hun investering. Opmerkingen van Belgacom a. Op grond van de informatie die werd ontvangen van Belgacom kan het Instituut meedelen dat de tarieven overeenstemmen met de tarieven van het BRIO voor 2004 met toevoeging van de managements- en ANS-ABC-kosten. Besluit van het BIPT en motivering a De tarieven van dit onderdeel zullen het voorwerp uitmaken van een later besluit van het BIPT. In afwachting van dit besluit moeten de tarieven van 2004 van toepassing blijven. Aangezien het referentieaanbod van Belgacom in principe van toepassing is voor een kalenderjaar en de verplichting tot kostenbasering het hele jaar door moet worden nageleefd, zullen de tarieven die door het Instituut zullen worden bepaald retroactief worden toegepast vanaf 1 januari e. Het BIPT herinnert eraan dat de huidige prijs van de IC-links een gemiddelde prijs is, rekening houdende met de verschillende technologieën die worden toegepast. Bijgevolg zou een differentiëring per technologie kunnen leiden tot een prijsverhoging voor de verbindingen die van bepaalde technologieën gebruikmaken. Daarom is het Instituut er niet van overtuigd dat een dergelijke differentiëring in het voordeel is van alle operatoren In-Span Interconnect Link Over dit deel is geen enkele opmerking gemaakt. Het BIPT heeft hieraan geen commentaar toe te voegen Belgacom-sited Interconnect Link Over dit deel is geen enkele opmerking gemaakt. Het BIPT heeft hieraan geen commentaar toe te voegen Mid span interconnect link Over dit deel is geen enkele opmerking gemaakt. Het BIPT heeft hieraan geen commentaar toe te voegen FEES RELATED TO THE INTRODUCTION OF NON GEOGRAPHIC NUMBERS OF THE OPERATOR IN BELGACOM SWITCHING EQUIPMENT Nihil. Nihil. Opmerkingen van het BIPT en/of voortvloeiend uit de openbare consultatie Opmerkingen van Belgacom Ontwerpbesluit van het BIPT en motivering Per type van interventie (one-time charges), worden de volgende prijzen van toepassing (prijzen in euro): 14

15 Adaptation of a Local Exchange 57,45 Adaptation of an Local AGE 114,91 Adaptation of an Area AGE 143,63 Intervention on an IN Platform 43,09 Additional charge per order 517,07 Eenmalige kostprijs voor de aanpassing van een Local of Area AGE om de routering van oproepen te wijzigen (prijzen in euro): Local AGE 114,91 Are AGE 143,63 Additional charge per order 517,07 De Hourly Manpower Costs (HMC) voor Belgacom-personeel is net zoals vorig jaar afgeleid uit het topdown model voor interconnectie. De respectieve uurlonen per niveau zijn bovendien verenigbaar met die welke in de uitwerking van de BRUO- en BROBA-tarieven werden toegepast. De stijging met 4,6% van deze tarieven wordt grotendeels verklaard door een aanpassing van de methode voor het bepalen van de HMC. Bij de herziening van de methode voor de HMC BRIO 2004 werd immers vastgesteld dat een aantal relevante overheadkosten niet in rekening werden genomen. Dit werd rechtgezet voor het BRIO voor FEES FOR BELGACOM HALF LINKS Opmerkingen van het BIPT en/of voortvloeiend uit de openbare consultatie Verschillende operatoren stellen zich vragen bij de redenen voor de verhoging van de prijzen voor half links binnen eenzelfde zone. De alternatieve operatoren vragen dat het BIPT de kostenbasering van deze tarieven zou verifiëren, rekening houdende met het feit dat Belgacom geen analoge prijsverhoging voorstelt voor de Customer-sited half links, en dat geen enkele verhoging in het vooruitzicht is gesteld voor de 2 Mbit/s en de 34Mbit/s half links en evenmin voor de equivalente retailhuurlijnen b Een operator meent dat de prijs van de half links zouden moeten worden herzien om een oplossing te bieden voor de bestaande situatie van een price squeeze ten opzichte van de retailprijzen voor huurlijnen, rekening houdende met de kortingsprogramma s die door Belgacom worden toegepast. Een price-squeezetest zou rekening moeten houden met de opgetelde maximumkortingen die worden toegekend op huurlijnen, met inbegrip van promotionele aanbiedingen. Daarnaast zouden de vereiste aanpassingen retroactief moeten worden toegepast voor In de toekomst zou een specifiek kostenmodel moeten worden ontwikkeld om de prijs van de half links te bepalen c. Het BIPT zou moeten heronderzoeken of de administratieve kosten voor de migratie van huurlijnen naar een half link niet meer bedragen dan wat strikt noodzakelijk is om de opgelopen kosten te dekken. Opmerkingen van Belgacom 16.8.a. De voor 2005 voorgestelde tarieven beantwoorden aan de BRIO 2004 tarieven behalve dat, in de vergelijkende analyse met de prijs van digitale huurlijnen, Belgacom met gemiddelde en niet met maximumkortingen heeft gerekend. Ontwerpbesluit van het BIPT en motivering 16.8.a. Het BIPT verwerpt de wijzigingen die door Belgacom worden aangebracht aan de tarieven voor de half links. De tarieven voor de half links 2005 moeten worden vastgelegd in overeenstemming met de 15

16 bepalingen van het besluit van de Raad van 16 december 2003, waarin men een volledige motivering vindt van de correcties die door het BIPT worden opgelegd. In dit besluit acht het BIPT het in het bijzonder noodzakelijk om rekening te houden met de maximumkortingen (op volume en duur) die aan de retailklanten worden toegestaan, en niet langer met een gemiddeld percentage van de korting. Er moet immers vanuit worden gegaan dat de alternatieve operatoren door half links te kopen een concurrentieel aanbod moeten kunnen doen, ook aan de klanten die bij Belgacom maximumkortingen genieten. In overeenstemming met het voorgaande worden de tarieven verworpen die vermeld staan in het voorstel van BRIO voor 2005 en moeten deze worden vervangen door de tarieven die in 2004 van kracht waren b. Het Instituut behoudt zich het recht voor om op een later tijdstip wijzigingen aan te brengen aan de tarifering van de half links, rekening houdende met de volgende elementen: - Aangezien een ontwerpaanbeveling van de Commissie (document COCOM04-45, Draft Commission Recommendation on the provision of leased lines in the European Union Part 2 - Pricing aspects of wholesale leased line part circuits) momenteel wordt voorbereid, zal het de taak zijn van het Instituut om de gevolgen van dit document te analyseren voor de tarieven die door Belgacom worden gehanteerd. - Er is vastgesteld dat andere soorten kortingen dan die welke zijn beoogd in het besluit van 16 december 2003, door Belgacom worden toegepast op de retailhuurlijnen, in het bijzonder in de vorm van promotionele aanbiedingen met een variabele duur. Deze promotieacties kunnen het resultaat beïnvloeden van de vergelijkende analyse die door het BIPT wordt uitgevoerd om zeker te zijn van de haalbaarheid van de tarieven voor half links. Er werd aan Belgacom informatie gevraagd over de kortingen en promoties die in 2004 werden toegepast en die voor 2005 worden gepland, evenals over de manier waarop de verschillende kortingen en promotieaanbiedingen onderling te combineren zijn (mogelijkheid tot cumuleren of niet met de kortingen voor volume, duur, BCS en forecast) c. De administratiekosten die Belgacom kan opleggen bij migratie van een huurlijn naar een half link werden bepaald door de besluiten van de Raad van het BIPT van 22 augustus 2003 en 2 december Het Instituut acht de ontvangen informatie ontoereikend om een herziening van deze beslissingen te verantwoorden STAND ALONE STP SA-STP access Over dit deel is geen enkele opmerking gemaakt. Het BIPT heeft hieraan geen commentaar toe te voegen Annual fee resulting from the interconnection to Belgacom local access points Over dit deel is geen enkele opmerking gemaakt. Het BIPT heeft hieraan geen commentaar toe te voegen. M. Van Bellinghen Lid van de Raad G. Denef Lid van de Raad C. Rutten Lid van de Raad E. Van Heesvelde Voorzitter van de Raad 16

17 BIJLAGE 1 : MOTIVERINGSDOCUMENT TER ATTENTIE VAN BELGACOM (VERTROUWELIJK) 17