R.T.G. Ruimte / Bestuur en Financiën

Transcriptie

1 R.T.G. Ruimte / Bestuur en Financiën OPENBAAR Korte aantekeningen van de bijeenkomst van 21 juni 2016 Aanvang: uur Aanwezig: Voorzitter: Dhr. A. Walter De leden: de heren Holtman, Navis, Bulsink, Meerdink (agendapunt 1), Assink, Mateman, Boerendonk (agendapunt 1), Wikkerink (agendapunt 2), Ter Maat (agendapunt 2) en de dames Massop (agendapunt 1) en Jansen (agendapunt 2). Namens het college: wethouder Kok, burgemeester Berghoef, de heren Van der Hoogte en Ikink. RTG-griffier: E.J.A.H. Smit 1. Voorstel tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Kraaienboom. Insprekers de heer Wensink. De schriftelijke bijdrage is aan deze korte aantekening gehecht. Inhoud van de zienswijze zoals in de nota is samengevat: a. Door het plan wordt de afstand van de dichtstbijzijnde te bouwen woning tot de erfgrens van het perceel van inspreker verkleind. In het oorspronkelijke plan was deze afstand 9 meter, volgens het ontwerpbestemmingsplan 3 meter. Gevraagd wordt deze afstand weer te vergroten tot ongeveer 9 meter. b. Ter informatie zijn opmerkingen geplaatst over de aan te leggen geluidswal. Reactie college. In het ontwerp is, waar het gaat over het bouwblok, de afstand minimaal 3 meter. N.a.v. de zienswijze hebben wij dit opgerekt naar 8 meter. Vragen aan de heer Wensink. Vraag: Heeft u de beantwoording van B&W op uw zienswijze gelezen? Vraag: De zienswijze bestaat uit 2 onderdelen. Hoe stelt u zich dat voor m.b.t. de geluidswal? Inspreker de heer M. Reesink. Hij geeft aan dat zijn betoog voor een groot deel Antwoord: In grote lijnen kan ik mij hierin wel vinden. Met het vorige bestemmingsplan is nog nooit iets mee gebeurt. Gaat het om die laatste meter? Nee, maar elke keer komt het iets dichter bij. Daarom heb ik die 9 meter gevraagd, omdat het ook zo was. Antwoord: Ik heb een opmerking gemaakt, allen ter informatie. Ik heb een gesprek gehad met de wethouder en de ambtenaar. Zij zien mij niet als belanghebbende betreffende de geluidswal. Als informatie heb ik aangegeven dat die wal 2 meter boven het asfalt van de weg komt. Dit betekent in de praktijk dat die wal dan 3,5 meter hoog wordt. Dit heb ik als vraag gesteld. Het antwoord was dat door nieuwe berekeningen de wal hier juist hoger moet worden. 1

2 in de zienswijze staat. Voor een deel is hieraan tegemoet gekomen. Wat nog overblijft is dat de kavelgrens van de kavel achter onze woning nog steeds recht wordt getrokken. Hier zijn wij het niet mee eens. Wij hebben juist deze kavel gekocht omdat het achter vrij was met uitzondering van een heel klein stukje tuin. Zo klein dat er nauwelijks een bestemming voor gemaakt kon worden. Dit was voor ons een garantie dat er privacy zou zijn. Dit wordt nu recht getrokken en een beetje gemakkelijk overheen gestapt. Er lagen daar 3 goede kavels. De gemeente heeft gekozen om 1,5 kavel te verkopen. Dan blijft er 1,5 kavel over. Dit is een economische beslissing en moet je ook de gevolgen nemen. Je kunt nu 1,5 kavel verkopen en moet je niet proberen hier nu 2 kavels van te maken door er een stukje gemeentegrond bij te trekken. Wij willen dat die kavelgrens blijft zoals die was. Ook gelet op de afwatering. Hier wordt in de nota op ingegaan. In onze ogen onvoldoende. Er wordt gesteld dat er eisen worden gesteld aan infiltratie. Op dit moment moeten wij de gemeente regelmatig bellen omdat de watervoorziening niet goed werkt. De gemeente kunnen wij nu aanspreken op afwatering. Wat komt er van terecht als wij een burger hierop moeten aanspreken? Dit is voor ons geen garantie. Vragen aan de heer Reesink. Vraag: Gemeente maakt nu die drain schoon. Van waar die vaststelling dat dit weg zou gaan bij de gemeente? Vraag: Wat zou voor u een oplossing kunnen zijn om het waterprobleem op te lossen? Vragen aan het college. Vraag: In het rapport van het Waterschap is het wel goed gekeurd. Stel de buurman bestraat dit deel, verandert er dan wat? Vraag: Er komen nu 49 woningen? Vraag: Is het een oplossing om in die punt water op te vangen? Vraag: De heer Wensink geeft aan dat de geluidswal lager moet. Antwoord: Dit is meer een verantwoordingsvraag. Zelfs de gemeente is al niet instaat om regelmatig hun waterhuishouding op peil te houden. Laat staan dat de toekomstige achterbuurman dit wel netjes gaat doen. Wat moeten wij dan van een achterbuurman verwachten die hier geen verstand van heeft. Antwoord: Op dit moment is dit gewoon groen. Dit is de meest directe infiltratie. Met de bestaande situatie kan ik goed leven. Antwoord: Dit plan heeft geen effect op de waterhuishouding. Met alle planologische plannen die er in het plan zitten. Antwoord: Zeker is dat er 2 woningen onttrokken zijn aan dit plan. Op sommige plekken kunnen 2 kappers of vrijstaande woningen gebouwd worden. Dus wat het exacte aantal aan het eind zal zijn is niet te zeggen. Antwoord: Wat voorligt is het Bestemmingsplan Kraaienboom. Wij hebben een positieve zienswijze gekregen van het Waterschap. De oplossing voor het water zoals deze nu is, past binnen de beleidsuitgangspunten zoals wij die hebben vastgesteld. Antwoord: Op basis van de rapporten, op basis van het akoestisch onderzoek en op basis van alle maatregelen zoals die in het verleden zijn genomen hebben wij voor de totstandkoming van dit bestemmingsplan opnieuw onderzoek laten 2

3 Vraag: Is die 9 meter niet reëel? Vraag: Hoe staat het met de belangstelling voor de kavels? Vraag: Zijn de kavels 1 t/m 8 eigendom van de gemeente? Zijn door deze wijziging van het bestemmingsplan de kavelprijzen veranderd? Wat zijn de prijzen nu? Vraag: In hoeverre zou het bezwaarlijk zijn het stukje groen, groen zo te houden? Reactie van de heer Wensink. In de zienswijzenota is men mij tegemoet gekomen. Door van die 3 meter, 8 meter te maken. Hier kan ik mee leven. Als het zo moet, dan moet het en is het goed. uitvoeren. Dit onderzoek is dusdanig samengesteld dat wij er aan moeten voldoen dat de woning aan de Damstraat binnen de voorkeursgrenzen valt. Op basis daarvan is de hoogte en het soort bepaalt. Over de soort hebben wij gesprekken gehad. Daarvan respecteren wij de keuze zoals wij die in het verleden gemaakt hebben. Wij willen, op het moment dat wij de uitgifte ook gaan doen, in samenspraak met de koper overleggen hoe wij dit dan gaan doen. Het moet wel een bepaalde hoogte en dikte gaan hebben. In de uitwerking zoals deze nu is zal deze een fractie hoger worden dat deze nu is. Daarmee komen de woningen wel binnen de voorschriften. Antwoord: Wij hebben die 8 meter gelegd om eenduidigheid in het bestemmingsplan te krijgen. Voor de percelen die zuidelijker liggen is de grens vanaf de achtergevel 8 meter. Voor deze kavel is het een zijgrens maar voor de heer Wensink is het een achtergrens. Vandaar dat wij daar ook die 8 meter aangehouden hebben. Antwoord: 1 kavels is verkocht. Er zit nog één particuliere kavel in dit bestemmingsplan en er lopen diverse gesprekken. Er zijn nog geen andere opties uitgegeven. Antwoord: Van die 8 kavels is er 1 eigendom van een particulier. De andere kavels zijn gemeentelijk. U heeft in de Jaarrekening kunnen zien hoe de laatste exploitatie daarvan is. Inclusief de verkoopprijzen. 2 kavels zijn afgeboekt. Daar hebben wij het verlies al van genomen. Antwoord: Wij hebben geprobeerd om in deze wijziging van het bestemmingsplan het zo te maken dat het a. ruimtelijk goed inpasbaar is en b. de verkoopbaarheid van de kavels een positieve wending kan krijgen. Daarom hebben wij nu in bouwstroken een planning gemaakt en daar waar overhoeken zaten op deze manier bestemd. Dit laat onverlet dat op die hoek, mensen er nog steeds voor kunnen kiezen om hier een tuin te maken. Dat valt binnen de bestemming. De voorzitter concludeert dat er geen toezegging is gedaan en dat dit agendapunt als bespreekstuk naar de raadsvergadering kan. 3

4 2. Raadsmededeling 62/2016 Factsheet Malle Babbel e.d. Inspreker de heer F. Wensink. De schriftelijke bijdrage is aan deze korte aantekeningen gehecht. Vragen aan de heer Wensink. Vraag: Is de factsheet compleet? Inspreker de heer Tuntler. De schriftelijke bijdrage is aan deze korte aantekeningen gehecht. Vragen aan de heer Tuntler. Vraag: Is de factsheet compleet? Inspreker de heer Nieman. De schriftelijke bijdrage is aan deze korte aantekeningen gehecht. Vragen aan de heer Nieman. Vraag: Is het feitenverslag compleet? Inspreekster mevrouw Tieman. De schriftelijke bijdrage is aan deze korte aantekeningen gehecht. Vragen aan mevrouw Tieman. Vraag: Is het feitenverslag compleet? Vragen aan het college:. Vraag: Iedereen zegt dat het dossier compleet is. Het dossier zou nog gecompleteerd moeten worden met de laatste brieven van mevrouw Tieman en met de inspraakverslagen. Vraag: Zijn in dit verslag notities en telefoontjes en aantekeningen van gesprekken met de politie ook opgenomen? Zo niet waarom niet? Vraag: Hoe is de afhandeling van de betalingsregeling? Vraag: In de brief van mevrouw Tieman staan op pag. 3 een aantal beweringen. Hoe ziet u dat? Vraag: Wij constateren met name in het betoog van de heer Wensink dat er toch nieuwe feiten worden aangevoerd. Hoe gaan wij dit wegen? Komt er nog een commentaar van het college daarop? Moeten wij zelf naar de mensen toegaan? Wij kunnen niet zo goed beoordelen wat wij met allerlei beschuldigingen moeten doen. Vraag: Zijn er nog zaken onder de rechter? Worden wij als raad daar verder nog over geïnformeerd? Of is het dossier nu gesloten? Antwoord: Deze is compleet. Antwoord: De telefoontjes en de notities van de politie ontbreken. Antwoord: Ja. Antwoord: Dit was compleet. Antwoord: De completering gaan wij doen. Antwoord: Het is niet gebruikelijk dat dagrapporten van de politie gebruikt worden voor dit soort verslagen. Ik weet niet precies hoe dit met de geheimhoudingsplicht zit. De dagrapporten worden niet ter hand gesteld. Als zij relevant zijn voor de gemeente Aalten worden deze wel gelezen. Spreker zal navragen hoe dit precies met de geheimhoudingsplicht zit. Antwoord: Er is een dwangsom opgelegd van ,-. Hiervan is ,- voldaan en de laatste moet voldaan zijn vóór 31 juli van dit jaar. Antwoord: Dit is de interpretatie van mevrouw Tieman. Ik herken mij daar niet in. Antwoord: De voorzitter merkt op dat het een ieder vrijstaat om naar de insprekers te gaan en van informatie te voorzien en te vragen hoe zij het hebben ervaren. De burgemeester: Betogers staan diametraal tegenover elkaar. Het is aan u om mij te beoordelen als portefeuillehouder. Dit is terecht al opgemerkt. Wij hebben niet zo sterk de behoefte om daar een sterke visie over te gaan zitten schrijven. De feiten speken voor zichzelf. Antwoord: Er loopt dus klaarblijkelijk nog een rechtszaak. Wij kennen geen rechtszaak. 4

5 Vraag: Heeft u een permanente geluidsbegrenzer toegezegd? Vraag: De insprekers vragen ons wat in hun inspraakreacties. Wij zijn vrij om daar in de raad op te antwoorden of niet. Wat komt er precies in de raadsvergadering aan de orde? Als je kijkt naar het antwoord van het college op de brief van mevrouw Tieman dan staat daar een soort begin van een evaluatie in. Wij zouden ons kunnen voorstellen dat die brief aan de orde komt. Maar dan moeten wij dit wel weten van elkaar anders gaat iedereen op die 539 punten in. Wij zouden het wel op prijs stellen om die brief bv en de aanleiding daarvan als agendapunt te nemen. Het college doet hier een poging in tot een soort afsluiting. Antwoord: Wij hebben die mogelijkheden onderzocht. Deze zijn niet daadwerkelijk geïnstalleerd. Antwoord: De voorzitter stelt voor dat alle zaken die hier vanavond besproken zijn, in de gemeenteraad worden meegenomen. Wij stellen voor om in elk geval bij de voorbereidingen het finale antwoord van het college als leidraad te nemen. Zo zal de fractie van de Progressieve Partij het in ieder geval doen. Reactie van de heer Wensink. U heeft die getallen opgeschreven welke ik tijdens mijn betoog noemde. U heeft de taak deze de komende week te bestuderen want dit zijn de feiten zo als die er de afgelopen 4 jaar zijn geweest. Los van duizenden pagina s aan emoties en gekleurde documenten. 539 punten op papier is heel mooi maar ik zou willen weten wat daarachter ligt. Wat betekent ingekomen brief Deze heb ik voor u opgesteld. Deze overhandig ik zo aan de griffie met de vraag of zij dit willen verspreiden naar de RTG- leden en de fracties, zodat daar in ieder geval wat extra informatie over is. Reactie van de heer Tuntler. Wil één advies geven; raadsleden moeten vooral de feiten bestuderen. Feit is dat er van 6 april 2012 tot 4 september 2013 niets is gebeurt. Brunet-advocaten geeft aan in augustus 2014: er is nog niets veranderd; burgemeester wij willen graag dat u handhaaft. Deze ellende heeft tot eind 2015 geduurd. Daar heb je het bevoegde gezag voor. Daar heeft Brunet-advocaten de burgemeester ook op gewezen. Reactie van de heer Nieman. Benadrukt dat de wet leidend is in deze hele discussie. Bij overtreding van het geluid kan men wel vervelend doen maar daar kan ik niets aan doen. Als ik achter in mijn tuin op een zaterdagavond om uur het gebonk en geluid kan horen die onder het activiteitenbesluit valt, dan weet ik zeker dat de heer Wensink in overtreding is. Dan kan ik klagen. Ik heb het duidelijk uiteen gezet, het activiteitenbesluit en 5

6 de wettelijke bepalingen zijn hier bepalend. Het gaat er niet om of de heer Wensink het te streng vindt. Wij gaan daar niet over. Hij zal zich aan die wet moeten houden. Dat is een cruciaal punt. Reactie van mevrouw Tieman. De rechtszaak, waar het om gaat, is een civiele rechtszaak tegen de heer Wensink. Daarvan is misschien voor u van belang de twee producties die in dat dossier zitten op te vragen. 1. Dit is een brief die u kunt vinden in het archief van de gemeente. Een brief van een ambtenaar van de OdA gedateerd 21 november De ander is een getuigenverklaring d.d. 13 oktober Die kunt u bij mij opvragen desgewenst. U kunt dit ook bij de heer Wensink opvragen die ook beschikt over dit dossier van zijn advocaat. De voorzitter concludeert dat er geen toezegging is gedaan en dat dit agendapunt ter behandeling naar de raadsvergadering van 5 juli kan. 6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53 Aalten, 21 juni 2016 Na te hebben gelezen, - De APV 2013 en de huidige APV 2015, - De uitspraken van de rechtbanken, commissies, veel brieven en div. rapporten en het activiteitenbesluit horeca. kan ik niet anders concluderen dan dat de gemeente tekort is geschoten in haar toezicht en handhavingsbeleid. Hierdoor is de gezondheid van de omwonenden MB bewust in gevaar gebracht. Ook de veiligheid is in gevaar gebracht. Terwijl het bestuur er juist voor moet zorgen dat de veiligheid en de gezondheid van de burgers niet in gevaar komen. Ook de gezondheid van kleine groeperingen dient niet in gevaar te worden gebracht. Burgers in het centrum hebben ook recht op een comfortabele woonomgeving. Vaak hebben instanties moeten aangeven dat er maatwerk moet worden geleverd. Buurtgenoten hebben zich ernstig gestoord aan het feit dat één van de handhavers zich regelmatig ophield in en rond het café, terwijl de regels werden overtreden. Ik wil de raadsleden verzoeken de feiten nog eens goed te bestuderen en daaraan conclusies te verbinden. De burgemeester had de tools om beperkende maatregelen op te leggen: naast de reeds aan u ter beschikking gestelde stukken, verzoek ik u de APV te bestuderen: APV 2013: o.a. Hoofdstuk 1 en 2 - Artikel Artikel Artikel 1.6 en Artikel Afdeling 7 Artikel 2.24 e.v. - Afdeling 8 Artikel 2.27, 2.28, 2.29 en in het bijzonder o.a En ook onderdelen Afdeling 11 Hoofdstuk 6 APV 2015: o.a. Hoofdstuk 1 en 2 - Artikel Artikel Artikel 1.6 en Afdeling Afdeling 2.8 vanaf artikel 2.27 en in het bijzonder o.a En ook artikelen vallende onder Afdeling 2.11 Hoofdstuk 6 Alles gelezen hebbende kan ik niet anders concluderen dat de betreffende handhavers, eerst burgemeester Berghoef en later wethouder Luiten tijdens de periodes waarvoor zij de (eind) verantwoordelijkheid droegen aantoonbaar hebben gefaald.

54 Ik verzoek alle raadsleden in alle vrijheid dit standpunt over te nemen. Indien u dit, onverhoopt, niet zou willen doen, verzoek ik u exact aan te geven, wat de reden is. Het zou, naar mijn mening, ingaan tegen alle uitspraken en de regelgeving. Tijdpad In het kort wil ik graag iets aangeven over het tijdpad: - 6 april 2012 opening MB. - In 2012 zijn er gezondheidsklachten gemeld door de omwonenden (o.a. Lage Blik) - Op 19 augustus 2013 heb ik ook gezondheidsklachten gemeld. Pas op 30 augustus 2013 ontving ik een mail met de mededeling dat mijn vragen meerdere competenties betrof, waardoor dit de nodige tijd zou vergen om ze te beantwoorden. Ik zou spoedig op de hoogte worden gesteld, maar het antwoord is nooit gekomen. - Pas op 4 september 2013 is de last onder dwangsom opgelegd. Dit heeft dus 17 maanden op zich laten wachten. Deze eerste geluidsoverlastperiode gedurende 17 maanden mag je burgers niet aandoen! - In november 2013 informatieavond van de GGD over geluid en gezondheid voor de gemeente (niet voor omwonenden en andere inwoners van de gemeente). - Op 24 augustus 2014 en op 4 december 2014 geven, kort samengevat, Brunet advocaten aan dat de dwangsom niet helpt. Zij verzoeken de burgemeester de genoemde artikelen in de APV toe te passen. De burgemeester doet dit niet en haalt het evenredigheidsbeginsel aan in een eerdere brief op 28 oktober Dat kan een burgemeester wel aanhalen, maar er is alweer een jaar verstreken en de dwangsommen hebben niet geholpen. Daarom het verzoek van de advocaten aan het bevoegd gezag om te handhaven conform de mogelijkheden die de APV biedt! - Tot het laatste kwartaal 2015 blijven de klachten binnenstromen. - Het bevoegd gezag heeft de mogelijkheden die de APV biedt nog steeds niet toegepast. Er is niet gehandhaafd. Er zijn inmiddels 2 jaren verstreken na het opleggen van de dwangsom. - Het bevoegd gezag mag de burgers dit niet aandoen! J.H. Tuntler Geef De Bloemenvouwers a.u.b. het loon waar zij recht op hebben!

55

56

57

58 b. Uitgaande post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 3 V Brunei advocaten Aan de heer P.J.G. Poels 6501 BC NIJMEGEN Postbus AC Aalten ;:2;;;:z;ß,r ten.n AALTEN I 28 oktober 2014 Verzonden : zg Lim Zn Deoosnummeruitgaand : U Bijlage(n) : *ja  2 Uw brief van 1 26 augustus 2014 Referentienummer : / Uw kenmerk 1 PP/CO Beh. ambtenaar : P.H.T. lkink Telefoonnummer : (0543) Onden/verp 1 verzoek intrekking exploitatievergunning Geachte heer Poels, Op 25 augustus 2014 heb ik uw faxbericht ontvangen, waarin u mij, namens de heer en mevrouwde Bruijne-Tieman, wonende aan de Dijkstraat 2 in Aalten, verzoekt de exploitatievergunning van café Malle Babbel, Landstraat 2 te Aalten, in te trekken, Uw verzoek van 25 augustus 2014 heb ik tevens op 26 augustus 2014 per brief ontvangen. Middels faxbericht d.d. 21 oktober 2014 stelt u mij formeel in gebreke vanwege het achterwege blijven van een tijdige beslissing in deze, Tevens draagt u in dit laatste schrijven ter onderbouwing van uw verzoek extra argumenten aan. Thans de volgende reactie. Gelijktijdig met het verlenen van de Drank- en Horecavergunning heb ik op 29 maart 2012 aan café Malle Babbel, op grond van artikel 2.28 van de Algemene plaatselijke verordening (Apv), een vergunning verleend voor de exploitatie van een horecabedrijf aan de Landstraat 2 in Aalten, Het toetsingskader voor het al dan niet verlenen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf zoals genoemd in artikel 2.28 van de Apv, in combinatie met het bepaalde in artikel 1.8 van de Apv, is ruim geformuleerd. Zaken als de openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid en de bescherming van het milieu, worden door mij afgewogen. Een exploitatievergunning kan worden geweigerd, indien moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting, of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. Tevens moet de exploitatie van een horecabedrijf passen binnen de bepalingen van het geldende bestemmingsplan en dient het horecabedrijf, inclusief het terras, ondermeer te voldoen aan de eisen zoals die gesteld worden in het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer. Artikel 1.6 van de Apv geeft in dit kader aan dat het bestuursorgaan dat bevoegd is een vergunning te verlenen, deze vergunning geheel of gedeeltelijk kan intrekken, indien op grond van een verandering van de omstandigheden ot inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist of de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen. Dit betekent dat de exploitatievergunning op basis van de bepalingen in de Apv kan worden ingetrokken of worden gewijzigd, wanneer het risico bestaat dat de openbare orde en veiligheid wordt

59 b. Uitgaande post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 3 verstoord of het woon- en leefklimaat in de directe omgeving van het horecabedrijf op onaanvaardbare wijze wordt aangetast. De door u aangevoerde argumenten om tot intrekking van de exploitatievergunning over te gaan betreffen de ondervonden overlast als gevolg van het niet naleven van de vergunningvoorschriften tijdens de reguliere bedrijfsvoering van horeca-inrichting Malle Babbel. U stelt ln uw onderhavige schrijven dat uw cliënten (en andere omwonenden), als gevolg van het overtreden van de geluidsvoorschriften op grond van het Activiteitenbesluit door de onderhavige inrichting, reeds geruime tijd ernstige, ontoelaatbare hinder van deze horeca-inrichting ondervinden, waardoor de woon- en leefsituatie in de omgeving van deze inrichting op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beinvloed. Ten aanzien hiervan merk ik op dat de onderhavige inrichting voldoet aan de bepalingen van het vigerende bestemmingsplan. Echter, door het college van burgemeester en wethouders is inderdaad vastgesteld dat de aan het Activiteitbesluit verbonden geluidsvoorschriften zijn overtreden. Het bevoegd gezag gaat in de regel niet over tot intrekking van een rechtsgeldige vergunning dan nadat het de betrokkene de gelegenheid heeft geboden binnen een daartoe gestelde termijn zijn handelen alsnog in overeenstemming te brengen met de vergunning, onderscheidenlijk de voorschriften of algemene regels, na te leven, De vergunninghouder is, na vaststelling dat de voorschriften van het Activiteitenbesluitwerden overtreden, aangeschreven door het college op naleving van de geluidseisen. Op 4 september 2013 heeft het college de heer F. Wensink, uitbater van Café Malle Babbel, in verband met de bedrijfsactiviteiten van de onderhavige horeca-inrichting, een last onder dwangsom opgelegd, strekkende tot het naleven van artikel 2.17 van de geluidsvoorschriften, voortvloeiend uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. Tegen deze opgelegde last onder dwangsom staan geen rechtsmiddelen meer open. Het besluit van het college van 4 septem ber 2013 is daarmee onherroepelijk geworden, De last onder dwangsom is op grond van artikel 5:32b van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vastgesteld op ,-- per overtreding, met een maximum van ,--. inmiddels zijn drie dwangsommen ten bedrage van in totaal ,-- verbeurd. De bezwarenprocedure tegen het invorderingsbesluit gericht tot inning van de inmiddels verbeurde dwangsommen is inmiddels afgerond. De invordering is thans in handen van een gerechtsdeurwaarder gesteld. Bij uw schrijven dd, 21 oktober 2014 is door u het in opdracht van uw cliënten uitgevoerde akoestisch onderzoek van Akoestisch Buro Tideman dd. 15 oktober 2014 (productie 4) gevoegd, U verzoekt in uw schrijven d,d. 21 oktober 2014 ook de inhoud van dit akoestisch onderzoek, zeker ook in relatie tot het terras bij de onderhavige inrichting, te betrekken. Ten aanzien hiervan merk ik op dat ik de conclusie in het akoestische onderzoek van Akoestisch Buro Tldeman d.d. 15 oktober 2014 in hoofdstuk 3, onder Toetsingskader, deel. In het Activiteitenbesluit is in artikel 2.18 inderdaad opgenomen dat het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein, dat onderdeel is van de inrichting, buiten beschouwing wordt gelaten. Dat bekent dat stemgeluid van personen op een verwarmd of overdekt terrein wel meetelt, Café Malle Babbel beschikt gedeeltelijk over een verwarmd en een niet verwarmd (grootste deel) terras, Op meerdere momenten zijn er geluidsmetingen uitgevoerd door de ODA (Omgevingsdienst Achterhoek). De metingen en berekeningen zijn verricht aan de hand van de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999 Module B methode l. - Samen met u ben ik van mening dat, op grond van artikel 2.18 van het Activiteitenbesluit, het stemgeluid van bezoekers afkomstig van een niet verwarmd terras niet behoeft te worden betrokken bij de toetsing aan de geluidsnormen van het Activiteitenbesluit. Het terras maakt onlosmakelijk onderdeel uit van de onderhavige inrichting. Het betrekken van stemgeluid van bezoekers in de beoordeling van de geluidsnormen is erg moeilijk. Extra problematisch in deze is dat bij de beoordeling een vermenging optreedt van een verwarmd en een niet verwarmd terras. Concreet betekent dit dat wanneer er bezoekers zowel op het venivarmde als het niet ven/varmdeterras aanwezig zijn dit een representatieve meting feitelijk niet mogelijk maakt.

60 b. Uitgaande post Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 3 Uit het beginsel van rechtszekerheid vloeit voort dat het bevoegd gezag gehouden is een exploitant de exploitatiemogelijkheden te bieden waarvoor vergunning is verleend. Een vergunninghouder mag er namelijk op vertrouwen, onder overigens gelijkblijvende omstandigheden, dat hij de vergunning mag blijven gebruiken. Een vergunning, in casu een exploitatievergunning, kan slechts op zwaarwegende gronden worden ingetrokken, Slechts dan wanneer er sprake is van een wezenlijke wijziging van de omstandigheden dan wel overtreding van een wettelijk voorschrift of van een aan de beschikking verbonden voorschrift kan het bevoegd gezag het recht van vergunninghouder op het exploiteren van het horecabedrijf dan wel het terras beperken of verbieden. In geschil is niet of vergunninghouder de geluidsvoorschriften behorende bij het Activiteitenbesluital dan niet heeft overtreden, maar centrale vraag in deze is of overtreding van de geluidsvoorschriften een beperking of intrekking van de exploitatievergunning dan wel het niet meer toestaan van het exploiteren van het terras behorende bij de inrichting rechtvaardigt. ik heb als hoofddoelstelling dat onacceptabele overlast in relatie tot het onderhavige horecabedrijf moet worden gestaakt. Het intrekken van de exploitatievergunning is daarbij het ultimum remedium. Gelet op het evenredigheidsbeginsel is daarom in eerste instantie voor een voor vergunninghouder minder belastende maatregel, te weten het opleggen van een last onder dwangsom, gekozen om het doel te bereiken. Ik ben daarbij van mening dat een voldoende financiële prikkel van de dwangsom uitgaat om de overtreding te beëindigen. ik ga er zondermeer vanuit dat de geluidsvoorschrirten kunnen en zullen worden nageleefd. Dit betekent, nogmaals, dat ik er vooralsnog vanuit ga dat het inmiddels door het college ingezette handhavingstraject voor een afdoende preventieve werking zorgt. Mocht, nadat het gekozen handhavingstraject is doorlopen en het maximaal te verbeuren bedrag van ,-~ is bereikt, desondanks blijken dat er sprake is van herhaalde overtredingen, dan mag u erop vertrouwen dat van gemeentezljde een snelle bestuurlijke sanctie zal volgen, waarbij zelfs het intrekken van de exploitatieverg nnin in et kader van de openbare orde en veiligheid of om andere zwaarwegende redenen, niet' ui sl n. Hooga t d, e ster va de gemeente Aalten Bezwaar besluit burgemeester. Bent u het niet eens met dit besluit dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum bekendmaking van het besluit daartegen een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester van Aalten. Als datum van bekendmaking geldt de datum waarop het besluit is verzonden. Een bezwaarschrift dient ten minste aan de volgende voorwaarden te voldoen: De naam en het adres van de indiener worden vermeld Het bezwaarschrift wordt gedateerd Het bezwaarschrift vermeldt het besluit waartegen het bezwaar is gericht Het bezwaarschrift bevat de gronden waarop het bezwaar berust (de motivering). Het bezwaarschrift wordt ondertekend door de bezwaarmaker o Te late indiening of het niet motiveren van het bezwaarschrift kan leiden tot het niet ontvankelijk verklaren ervan. ls er sprake van een spoedeisend belang dan is het, zodra het bezwaarschriftbij de gemeente is ingediend, tevens mogelijk bij de Voorzieningenrechter een voorlopige voorziening aan te vragen, bijvoorbeeld de schorsing van het bestreden besluit, Het postadres van de Voorzieningenrechter is Rechtbank Gelderland, Sector Bestuursrecht, postbus 9630, 6800 EM Arnhem. Het bezoekadres is Walburgstraat 2-4, 6811 CD Arnhem.

61

62

63