Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Grevelingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Grevelingen"

Transcriptie

1 Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Grevelingen Tweede Kamer, december 2013 De volgende habitattypen en soorten worden in dit document behandeld: Habitattypen: Soorten: H1310A (Zilte pionierbegroeiing met zeekraal) H1310B (Zilte pionierbegroeiing met zeevetmuur) H1330B (Schorren en zilte graslanden binnendijks) H2130B (Grijze duinen kalkarm) H2160 (Duindoornstruwelen) H2170 (Kruipwilgstruwelen) H2190B (Vochtige duinvalleien kalkrijk) A801 (bruine kiekendief) A137 (bontbekplevier) A138 (strandplevier) A193 (visdief) A130 (scholekster) A162 (tureluur) H1903 (groenknolorchis) De categorie indeling van N2000 gebied Grevelingen is Categorie 1a. Inhoudsopgave 1. Kwaliteitsborging 2. Inleiding (doel en probleemstelling) 3. Gebiedsanalyse per habitattype 4. Gebiedsgerichte uitwerking herstelstrategie en maatregelpakketten 5. Beoordeling relevantie en situatie flora en fauna 6. Synthese maatregelenpakket voor alle habitattypen in het gebied 7. Beoordeling effectiviteit 8. Monitoring 1

2 1. Kwaliteitsborging Hoe is de analyse tot stand gekomen? In dit document worden stikstofgevoelige habitattypen en soorten besproken met als doel behoud en kwaliteit te behalen ten aanzien van de mogelijke en in stikstofdepositie. Deze habitattypen, habitatsoorten en vogelrichtlijnsoorten zijn in het vastgestelde aanwijzingsbesluit van Grevelingen opgenomen met instandhoudingsdoelstellingen. Voor het opstellen van dit document is gebruik gemaakt van: Het definitieve aanwijzingsbesluit, PDN (Ministerie van EZ, 2013) PAS documenten (herstelstrategieën, AERIUS 1.6 etc.) (pas.natura2000.nl) Standaardrapportage uit AERIUS 1.6 Website synbiosys.alterra.nl Concept Natura 2000 beheerplan (versie april 2013) Ook de in dit document opgenomen kaarten zijn gebaseerd op Aerius 1.6 (GIS shapefiles). De analyse is uitgevoerd door J. Straathof en V. nssen, medewerkers van Dienst Landelijk Gebied. Voor de analyse is het protocol gevolgd zoals aangegeven op de website Programmatische Aanpak Stikstof ( Wie waren erbij betrokken? De volgende beheerders/ deskundigen zijn geraadpleegd; dhr. Platteeuw (RWS), dhr. Terlouw (SBB), dhr. Van Steenis (NM), mw. Van der Staaij (HZL), mw. Kuzee (Provincie Zeeland), dhr. Buth (HZL), mw. Maas (RWS). Welke problemen bent u tegengekomen (bv. Kennisleemten) en hoe gaat u daarmee om? Vegetatiekarteringen van relevante vegetatie associaties voor habitattypen met een (kalkrijke natte duinvalleien) waren voor ons niet (tijdig) beschikbaar. We proberen nog om ze voor eind november digitaal beschikbaar te krijgen als dat nog nodig is. Wel hebben we gebruik kunnen maken van een recente metingen van broedvogels (Sandvicensis 2013) en karteringen van kenmerkende plantensoorten (Sandvicensis 2012) waarvoor Grevelingen een belangrijk gebied is. Ook is informatie over het voorkomen van leefgebieden van soorten, gebaseerd op (zeer) globale en meestal mondelinge informatie en/of uit een enkele bron. Er zijn namelijk geen kaarten van de verspreiding van de leefgebieden beschikbaar. De onderbouwing van de voorgestelde herstelstrategieën voor soorten en leefgebieden van soorten, is daarom soms minimaal, maar naar verwachting wel accuraat. Er is bij het bepalen van de herstelstrategieën o.a. afgegaan op expert judgement. De bronnen van informatie die gebruikt zijn bij het bepalen van de herstelstrategieën staan vermeld in de tekst. Wat zijn de aandachtspunten voor monitoring?. 2

3 2. Inleiding (doel en probleemstelling) 2.1 Inleiding Het Natura 2000-gebied Grevelingen is op 4 juli 2013 definitief aangewezen door de Staatssecretaris van Economische Zaken. In onderhavig document wordt voor dit gebied een stikstofanalyse beschreven waaruit volgt welke habitattypen in het gebied en welke diersoorten last hebben van een verhoogde stikstofdepositie en welke oplossingen daarvoor worden voorgesteld. Figuur 1. Begrenzing N2000 gebied Grevelingen. Deze gebiedsanalyse vormt de ecologische en juridische onderbouwing op gebiedsniveau dat met de PAS de stikstofgevoelige N2000-doelstellingen (op termijn ) gerealiseerd kunnen worden en er ontwikkelingsruimte beschikbaar is voor economische activiteiten. De gebiedsanalyses zijn onderdeel van het PAS programma, waar algemene onderwerpen zoals depositieverloop in Nederland, uitleg rond herstelstrategieën, ontwikkelingsruimte, monitoring en bijsturing in beschreven zijn. Deze onderdelen worden daarmee niet in de gebiedsanalyses in algemene termen herhaald. De gebiedsanalyse wordt straks ook onderdeel van het beheerplan In het N2000 gebied Grevelingen zijn 7 stikstofgevoelige habitattypen aangewezen en 7 soorten waarvan het leefgebied stikstofgevoelig kan zijn, die zijn vermeld in tabel 1. Habitattypen en leefgebieden van soorten zijn stikstofgevoelig wanneer hun KDW lager is dan mol/ha/jr. Dat er habitatsoorten of vogelsoorten afhankelijk zijn van een stikstofgevoelig leefgebied is uitgewerkt in Bijlage 2 Stap 1. 3

4 Habitattypen H1310A H1310B H1330B Habitat- en Vogelrichtlijnsoorten (voor zover relevant) Habitatsoorten SVI landelijk Doel Opp.vl. H1903 Groenknolorchis - - = = Broedvogels A081 Bruine Kiekendief + = = A137 Bontbekplevier - = = A138 Strandplevier - - > > A193 Visdief - = = Niet-broedvogels Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal) Zilte pionierbegroeiingen (zeevetmuur) Schorren en zilte graslanden (binnendijks) KDW (mol N ha-1 jr-1) Stikstofgevoelig Stikstofgevoelig SVI landelijk A130 Scholekster - - = > A162 Tureluur - = = Doel Kwal SVI landelijk: Landelijke Staat van Instandhouding (-- zeer ongunstig; - matig ongunstig, + gunstig) = Behoudsdoelstelling > Verbeter- of uitbreidingsdoelstelling =(<) Behoud of vermindering ten gunste van doelstelling Tabel 1 Stikstofgevoelige habitattypen en soorten,. Doelstellingen zijn gebaseerd op het definitieve aanwijzingsbesluit. Voor bovengenoemde habitattypen en soorten is een nadere uitwerking gewenst, gelet op de realisering van de instandhoudingdoelen van de betreffende habitattypen in relatie met van de kritische depositiewaarden. Er wordt daartoe een systeem- en knelpuntenanalyse uitgewerkt. Op grond daarvan kunnen maatregelenpakketten worden samengesteld. Het eerste deel van de analyse betreft het op rij zetten van relevante gegevens en de interpretatie daarvan. Het tweede deel betreft de schets van oplossingsrichtingen en de uitwerking van maatregelpakketten in ruimte en tijd. Mirt verkenning Grevelingen: introductie gedempt getij In het definitieve aanwijzingsbesluit is over de toekomstige ontwikkelingen het volgende opgenomen: Het Grevelingenmeer heeft te kampen met een afnemend zuurstofgehalte. Als onderdeel van de MIRT verkenning Grevelingen 17 die op initiatief van rijksoverheden en regionale overheden wordt uitgevoerd, wordt onderzocht of het water in de Grevelingen weer gezond kan worden door gedempt getij te introduceren in het meer middels een aantal doorlaatopeningen in de Brouwersdam en eventueel de Grevelingendam. De uitkomsten van deze verkenning kan aanleiding zijn om instandhoudingsdoelen voor dit gebied te herzien. Deze verkenning richt zich op het herstellen van het zuurstofgehalte van het water, het opwekken van duurzame energie, het uitbreiden van het natuurareaal, het verbeteren van het aanbod van recreanten en toeristen en het herstel van de visserij. (EZ, 2013) In deze gebiedsanalyse zijn we uitgegaan van de situatie op dit moment. Bij de trends geven wij aan dat deze afhankelijk zijn van de toekomstige besluitvorming. Doel Opp = = = = = = H2130B Grijze duinen (kalkarm) = > H2160 Duindoornstruwelen = = H2170 Kruipwilgstruwelen = = H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) = = Doel Kwal 2.3 Definitie KDW 4

5 Met de term 'kritische depositiewaarde voor stikstof' (voortaan: KDW) wordt in dit rapport bedoeld: de grens waarboven het risico bestaat dat de kwaliteit van het habitat significant wordt aangetast als gevolg van de verzurende en/of vermestende invloed van atmosferische stikstofdepositie. Dit komt inhoudelijk overeen met de internationaal gangbare definitie: de kritische depositie is een kwantitatieve schatting van de blootstelling aan één of meer verontreinigende stoffen, waar beneden geen significante schadelijke effecten optreden aan gespecificeerde gevoelige elementen in het milieu, volgens de huidige stand van kennis (Nilsson en Grenfeldt, 1988). De KDW kan vergeleken worden met de huidige of toekomstige depositie om een beeld te krijgen van de knelpunten voor verzuring en vermesting. Voor het kunnen bepalen van (het risico op) verslechtering van habitats, bijvoorbeeld in vergunningprocedures, is het essentieel dat de KDW'n zijn vastgesteld als unieke waarden en niet in de vorm van bandbreedtes of onzekerheidsmarges. Deze unieke waarden moeten gezien worden als de meest waarschijnlijke waarde gezien de huidige stand van kennis. Wanneer de atmosferische depositie hoger is dan de KDW van het habitat bestaat er een duidelijk risico op een significant negatief effect, waardoor het instandhoudingsdoel voor een habitat (in termen van kwaliteit en oppervlakte) niet duurzaam kan worden gerealiseerd. Hoe hoger de van het kritische niveau en hoe langduriger die, hoe groter het risico op ongewenste effecten op de biodiversiteit. De veldsituatie moet uitsluitsel geven of er op een bepaalde locatie ook daadwerkelijk sprake is van ongewenste effecten van stikstofdepositie. 5

6 3. Gebiedsanalyse 3.1 Inleiding De Grevelingen is een voormalige zeearm gelegen tussen Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland. Het is sinds de afsluiting door de Deltawerken het grootste zoutwatermeer van Europa en bevat een aantal eilanden waar uitgestrekte, soortenrijke duinvalleibegroeiingen en zilte pioniergemeenschappen voorkomen. Er komen ook uitgestrekte oeverlanden voor (onder meer de Slikken van Flakkee) met zilte begroeiingen, graslanden, ruigten, struwelen en bos. Mede dankzij de geïsoleerde ligging van de eilanden (de voormalige zandplaten Hompelvoet, Veermansplaat, Kleine Veermansplaat, Grote en Kleine Stampersplaat) vormt de Grevelingen een van de belangrijkste leefgebieden voor de noordse woelmuis in Zuidwest-Nederland. Om verzoeting tegen te gaan werd in 1978 de Brouwerssluis aangelegd. Deze wordt in de periode december-maart open gezet en maakt uitwisseling van visbestanden aan weerszijden mogelijk. Het meer is nu relatief arm aan nutriënten en algen en het water is helder. Sinds seizoen 1999/2000 staat de sluis vrijwel permanent open. De Grevelingen is van uitzonderlijk belang voor visetende watervogels. Het heldere water speelt hierin waarschijnlijk een rol. Voor fuut en middelste zaagbek is dit het belangrijkste overwinteringsgebied in Nederland. Ook voor kuifduiker, dodaars, lepelaar en kleine zilverreiger is het gebied van grote betekenis, terwijl geoorde futen zich in de nazomer verzamelen tot een groeiende ruiconcentratie met internationale aantrekkingskracht en een voor Nederland verder ongekende omvang. Ook voor de brilduiker, benthos/viseter, is de Grevelingen het belangrijkste overwinteringsgebied. Terwijl de kleinere en kustgebonden viseters recent sterk toenamen, is het belang van de Grevelingen voor fuut, aalscholver, middelste zaagbek en brilduiker rond 1999 verminderd, mogelijk in samenhang met het gewijzigde sluisbeheer. Een minder gunstige situatie kan ook ontstaan door het optreden van stratificatie in de diepere delen, die invloed kan hebben op de visstand. Stratificatie is gerelateerd aan beperkingen in doorstroming en peilvariatie. Behalve voor viseters is het gebied verder van belang voor enkele ganzen, eenden en steltlopers, met name brandgans en strandplevier. Voor steltlopers die in de noordtak van de Oosterschelde foerageren is het gebied tevens van belang als hoogwatervluchtplaats. Kanoeten, die wat hogere eisen stellen aan hoogwatervluchtplaatsen (buitendijkse, verstoringsvrije schorren en ondiepten) overtijen bijvoorbeeld bij Battenoord en Herkingen. Het is een zeer belangrijk broedgebied voor kustbroedvogels van zandplaten en schelpenstrandjes (kluut, bontbekplevier, strandplevier, grote stern, visdief en dwergstern). 3.2 Landschapsecologie Ligging en geografie De Grevelingen is een voormalige zeearm gelegen tussen Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland. Het is sinds de afsluiting door de Deltawerken het grootste zoutwatermeer van Europa met een totale oppervlakte van circa hectare. Tot 1964 was de Grevelingen onderdeel van het estuariene getijdengebied van de zuidwestelijke Delta. Het estuarium stond in verbinding met zout Noordzeewater via de monding en de oostelijke verbinding met de Oosterschelde; zoetwater vanuit de Rijn en Maas werd aangevoerd via de verbinding met het Krammer-Volkerak. Met de aanleg van de Deltawerken werd de Grevelingen afgesloten van de Noordzee, Grevelingen en het Krammer-Volkerak. In de huidige situatie is de Grevelingen een zoutwatermeer zonder getij met een beperkte peilfluctuatie. Dammen en sluizen In 1964 is de Grevelingendam aan de oostzijde van de Grevelingen aangelegd, waardoor de verbinding met Rijn en Maas verloren ging. In 1971 volgde de afsluiting van de monding naar de Noordzee met de aanleg van de Brouwersdam. Vanaf dat moment is de Grevelingen een afgesloten zoutwatermeer. Door de aanleg van de Brouwerssluis in 1978 staat de Grevelingen weer beperkt in verbinding met de Noordzee en vindt er periodieke verzilting plaats. Vanaf 1999/2000 staat deze sluis permanent open. In de Grevelingendam bevinden zich enkele doorlaatmiddelen: de Grevelingensluis, waardoor boten van en naar de Grevelingen kunnen varen, en de Flakkeese spuisluis, welke niet meer in gebruik is. 6

7 Bodem en geomorfologie Ten gevolge van de oorspronkelijke getijdenwerking zijn in de Grevelingen schorren, slikken (onder meer de Slikken van Flakkee) en platen ontstaan waar zilte begroeiingen, graslanden, ruigten, struwelen en bos tot ontwikkeling zijn gekomen. De Deltawerken hebben verandering gebracht in de aard van de bodem en de morfologische processen. Oorspronkelijk bestond de bodem alleen uit zand en klei. Maar door dijkversterkingen, vooroeverbestortingen en de verdedigingswerken die de laatste tientallen jaren zijn aangebracht rond de eilanden, bestaat de bodem nu voor een aanzienlijk deel uit harde substraten (stortstenen). Vanwege een vast peil treedt oeverafslag door golfaanvallen op. Om dit tegen te gaan is op veel plekken oeververdediging aangebracht. De gemiddelde waterdiepte is ongeveer 5 meter (over hectare) met een maximale diepte van circa 48 meter. Er is een geulenstelsel met aanliggende ondiepten aanwezig dat nog stamt uit de tijd dat de Grevelingen een estuarium was (voor de afsluiting in 1971). Waterkwantiteit De Grevelingen is een zoutwatermeer waarbij tot 2012 sprake was van een vast waterpeil van NAP -0,20 meter. Vanaf 1999 is de doorlaat in de Brouwersdam jaarrond geopend voor uitwisseling van zout water met de Noordzee ten bate van de waterkwaliteit en ecologie (o.a. vismigratie). Via de Brouwersluis wordt het peilbeheer gereguleerd. In 2012 is een peilbesluit genomen waarin is opgenomen dat vóór het broedseizoen het peil zo laag mogelijk is (rond NAP -0,26 meter) om maximaal geschikt broedareaal voor kustbroedvogels te creëren. Pas na het uitvliegen van de jongen wordt het peil weer opgezet, zodat in het najaar en de winter verzilting van de oevers kan plaatsvinden. Oeverbegroeiing wordt hiermee tegengegaan wat ten goede komt aan het genoemde broedgebied. Uit de omringende polders wordt zoet water via gemalen op het meer geloosd. Deze lozingen leveren geen substantiële bijdrage aan de waterstand (Natuur- en Recreatieschap de Grevelingen, 2006). Ecologische waterkwaliteit In het Natura 2000-beheerplan is aangegeven dat vooral de waterkwaliteit in relatie tot specifieke natuurwaarden van belang is. Het blijkt dat de algenlevensgemeenschap (fytoplankton) goed op orde is (RWS, 2013). De macrofaunakwaliteit en de vispopulaties zijn op orde. Er is in de zomerperiode echter sprake van een tegennatuurlijke zoet-zout gradiënt, met een negatief effect voor vismigratie (RWS, 2013). De kwaliteit van de overige waterflora is niet op orde. Dit wordt veroorzaakt door het sterk verminderde areaal zeegras. De waterkwaliteit voldoet aan zowel de eisen voor zwemwater als voor schelpdierwater (RWS, 2013). 3.3 Analyse op gradientniveau De Grevelingen is een groot zoutwatermeer met vele overgangen tussen habitattypen die van elkaar verschillen in zoutgehalte, vegetatie, hoogteligging ten opzichte van het waterpeil, bodemsoort en dynamiek. In een (semi-) natuurlijk systeem kunnen de volgende habitattypen naast elkaar liggen van nat naar droog: H1320 (slijkgrasvelden), H1310A (zilte pionierbegroeiingen met zeekraal) en H1330AB (schorren en zilte graslanden binnendijks). Hoger en droger gaat het richting duintypen (van pionier naar meer vastgelegde situatie): H2110 (embryonale duinen), H2120 (witte duinen) en H2190B (vochtige duinvalleien kalkrijk). Bijzonder aan de Grevelingen is dat er geen getij in het water aanwezig is, en er alleen een kunstmatig zomer- en winterpeil wordt aangehouden (waarbij in de winter zout water wordt ingelaten). Er is een gebrek aan water- gestuurde dynamiek wat ook zijn weerslag heeft op de duinvorming; er ontstaan minder snel nieuwe pioniersituaties van waaruit nieuwe duingebieden kunnen ontstaan. De inlaat van zout water en het verhoogde peil in de winter moet het doorschieten van de oevervegetatie voorkomen. Door belanghebbenden is besloten dat de aanwezige schorren en zilte graslanden in het gebied het meest overeenkomen met het binnendijkse subtype (H1330B) vanwege het gebrek aan dynamiek. 3.4 Stikstofdepositie 7

8 In de Grevelingen vindt in een zeer beperkt gebied een lichte van de KDW plaats, namelijk in 0,1 % van het totale oppervlakte van stikstofgevoelige habitats. Alleen bij de vochtige duinvalleien vind deze plaats. Het betreft circa 15 ha van de 350 ha vochtige duinvalleien die voorkomen in de Grevelingen. Dit is circa 4 % van het oppervlakte vochtige duinvalleien. In tabel 2 zijn per habitattypen de KDW, oppervlakte, oppervlakte met mate van KDW weergegeven. Tabel 2. Kenmerken per habitattype. Lichte < 70-0 mol n/jr/ha % oppervlakte met lichte Habitatcode Habitattype KDW H1310A H1310B Zilte pionierbegroeiingen Oppervlakte totaal ha (zeekraal) , Zilte pionierbegroeiingen (zeevetmuur) 1500 Schorren en zilte graslanden 14,6 265, H1330B (binnendijks) ,3 0,0 0,1% 0,0% H2130B Grijze duinen (kalkarm) H2130C Grijze duinen ,0 nvt nvt nvt (heischraal) NIET AANGEWEZEN nvt H2160 Duindoornstruwelen , H2170 Kruipwilgstruwelen , H2190B Vochtige ,4 duinvalleien (kalkrijk) 15,0 0,2 4,3% 1,3% H9999 Onbekend 714* 86,2 86,2 86,2 100 % 100 % Totaal 1549,5 *. Habitattype H9999 komt op verschillende locaties in het gebied voor en heeft automatisch de laagst bekende KDW toegewezen gekregen, maar dit komt niet overeen de werkelijk voorkomende habitattypen of leefgebieden. Het oppervlak is 86 ha, dat is 5,6 % van het totale oppervlakte van de stikstofgevoelige habitats. Op basis van de verschildiagrammen uit de standaardrapportage uit AERIUS versie 1.6 blijkt in eerste instantie dat er voor enkele habitattypen van de KDW voorkomt in de jaren (zie verschildiagrammen figuren 2 en 3). Na GIS-analyses van de gegevens uit AERIUS 1.6 blijken de en in de verschildiagrammen te gaan om de volgende habitattypen en locaties: H2130C (Grijze duinen heischraal) voor vrijwel de totale aanwezige oppervlakte. Dit is een habitattype wat geen instandhoudingsdoelstelling heeft voor Grevelingen en daardoor is een herstelstrategie voor dit habitattype niet relevant. H2190B (Vochtige duinvalleien kalkrijk) voor minder dan 1% van de oppervlakte in 2013 en 0% in De vindt daarnaast gefragmenteerd over Grevelingen plaats op kleine oppervlaktes (zie figuren 2 en 3). H9999 (onbekend) voor de totale aanwezige oppervlakte. Dit habitattype komt op verschillende locaties in het gebied voor en heeft automatisch de laagst bekende KDW toegewezen gekregen, maar dit komt niet overeen de werkelijk voorkomende habitattypen of leefgebieden. Volgens de voortouwnemer RWS ligt er onder het gekarteerde H9999 geen zeer stikstofgevoelig habitattype. 8

9 Figuur 2. Verschildiagram tussen stikstofdepositie en de KDW per habitattype in relatie tot de oppervlakte van de habitattypen (jaartal 2013). Figuur 3. Verschildiagram tussen stikstofdepositie en de KDW per habitattype in relatie tot de oppervlakte van de habitattypen (jaartal 2031). 9

10 Figuur 4. Kaart van het N2000 gebied Grevelingen met lokaties van van de stikstofdepositie op de KDW s van habitattypen (jaartal 2013). Figuur 5. Kaart van het N2000 gebied Grevelingen met lokaties van van de stikstofdepositie op de KDW s van habitattypen (jaartal 2031). 10

11 Figuur 6. Kaart met onderscheid van depositie groter en kleiner dan 1400 mol/ha/jr (jaartal 2013). 11

12 Figuur 7. Kaart met onderscheid van depositie groter en kleiner dan 1400 mol/ha/jr (jaartal 2031). Conclusie stikstofdepositie: H2190B (Vochtige duinvalleien (kalkrijk)) is het enige habitattype met een relevante kleine van de KDW. In paragraaf 3.5 wordt middels een gebiedsanalyse de mogelijke gevolgen daarvan voor dit habitattype uitgewerkt. Mogelijk komen er in Grevelingen ook leefgebieden voor met een van de KDW. Er kunnen namelijk leefgebieden voorkomen met een KDW van 1400 mol/ha/jr die op verschillende locaties kunnen worden overschreden (zie figuren 6 en 7). Dit wordt in paragraaf 3.6 uitgewerkt middels het stappenplan analyse leefgebieden. 3.5 Gebiedsanalyse H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk). 3.5A Kwaliteitsanalyse H2190B Vochtige duinvalleien op standplaatsniveau De Grevelingen herbergt een relatief grote oppervlakte van het kalkminnende habitattype vochtige duinvalleien, kalkrijk (subtype B) in goed ontwikkelde vorm. Het betreft relatief jonge ecosystemen, naar verwachting zal op de langere duur onder het huidige beheer een verschuiving in de soortensamenstelling plaatsvinden van kalkindicerende soorten van vochtige duinvalleien, kalkrijk (subtype B) naar zuurindicerende soorten van vochtige duinvalleien, ontkalkt (subtype C) en mogelijk begroeiingen van habitattype H2130 grijze duinen en H2170 kruipwilgstruwelen. Uit karteringen van 2009 tot 2011 (Sandvicensis, november 2012) die zijn vergeleken met de vegetatiekartering in 2005, blijkt dat Vochtig duinvalleien in bijna elk deelgebied in Grevelingen toenemen in oppervlakte en/of kwaliteit. Dat komt mede doordat op veel plaatsen al aan extra beheer (maaien/ begrazen) wordt gedaan. Met de groenknolorchis die gebonden is aan dit habitattype gaat het relatief goed. De hydrologie is goed, eens in de 3 jaar is het al te nat om te kunnen maaien. 12

13 Voor de deelgebieden waar een stikstof is vastgesteld is de trend van de kenmerkende soorten van de vochtige duinvalleien (kalkrijk) weergegeven in tabel 3. (bron: Sandvicensis 2012). Tabel 3: Trend van het habitattype H2190 B Vochtige duinvalleien( kalkrijk) Deelgebied Trend Hompelvoet De oppervlakte laaggelegen nat schraal grasland is op de Hompelvoet beperkt in vergelijking met de Veermansplaat en Stampersplaat die lager en vlakker zijn. Er is een afname van zilte vegetaties waardoor soorten van vochtige duinvalleien kunnen toenemen. De meetsoorten Vochtige duinvallei bleven ten opzichte van 2005 over het algemeen gelijk of er was een lichte toename. Alleen bij Slanke gentiaan was er een grotere toename. Groenknolorchis was nieuw. Slikken van Flakkee Op de slikken zijn steeds meer soorten van het Vochtige duinvalleitype verschenen, die zich vervolgens sterk hebben uitgebreid. Grote vlaktes vol met Moeraswespenorchis, Parnassia, Herfstbitterling, Geelhartje en Sierlijke vetmuur zijn hier nu aanwezig. Vleeskleurige orchis breidt zich geleidelijk uit. Het graven van een nieuwe drinkput en gedeeltelijk verwijderen van struweelopslag heeft geleid tot meer begrazing in het uiterste zuiden van het gebied, wat het voorkomen van Vochtige duinvalleisoorten daar heeft bevorderd. Het noordwestelijk deel heeft een meer zandige bodem, waardoor hier massaal Duindoorn opsloeg en het gebied minder goed met begrazing open gehouden kon worden. Het aanvullend maaibeheer is juist hier hard nodig, want het is wel de locatie waar Groenknolorchis gevonden wordt. Grevelingendam Onbekend. Hier liggen geen grote oppervlaktes vochtige duinvallei met een hoge kwaliteit zoals in de andere deelgebieden. Veermansplaat De zoet-zout gradiënt verschuift snel naar de oever de laatste jaren ten faveure van typische soorten van kalkrijke vochtige duinvallei. Jonge stadia van het Knopbiesverbond komen hier razendsnel tot ontwikkeling en momenteel is het daar een weelde met Groenknolorchis. Op hoger gelegen delen neemt die soort echter af. De Veermansplaat is hèt bolwerk van de Groenknolorchis in de Grevelingen. Ook Armbloemige waterbies, Dwergbloem, Parnassia, Vleeskleurige orchis en Moeraswespenorchis zijn hier bijzonder goed vertegenwoordigd. Stampersplaat Op de Stampersplaat is het Knopbiesverbond in de meest complete vorm aanwezig. Met Knopbies dus! Buiten Knopbies en Bonte paardenstaart die een beperkte verspreiding hebben komen vrijwel alle andere soorten uit deze plantengemeenschap over de hele plaat voor. Armbloemige waterbies en Dwergbloem zijn er algemeen. Dat geldt ook voor de bij het verbond horende mossen en levermossen, zoals het kenmerkende levermos Vierkantsmos (Preissia quadrata) dat overal voorkomt. Verder ook zeldzaamheden als Kammos (Ctenidium molluscum) en Trilveen-viltsterrenmos (Rhizomnium speudopunctatum). Bijzonder is het voorkomen van Moeraskartelblad waarvan in 2000 de eerste plant werd gevonden en zich sindsdien behoorlijk heeft uitgebreid. In de vegetatie van Grevelingen is van de gekarteerde en gerapporteerde soorten aangeven of er sprake is van een toename ten opzichte van In tabel 4 is dit samengevat aan de hand van de lijst van typische soorten die volgens het profieldocument Vochtige duinvalleien onderdeel uit kunnen maken van H2190B. Niet alle typische soorten zijn gerapporteerd. Maar deze samenvatting bevestigd dat de Vochtige duinvalleien (kalkrijk) zich momenteel goed ontwikkelen. Tabel 4. Ontwikkeling typische soorten vochtige duinvalleien Kalkrijk. Typische soort Armbloemige waterbies > < Draadgentiaan Dwergbloem > > Hompelvoet Veermansplaat Stampersplaat Slikken van Flakkee zuid 13

14 Dwergvlas Groenknolorchis > > > Honingorchis Kleine knotszegge Knopbies - - > Moeraswespenorchis > > > > Noordse rus Parnassia = > > Rechte rus Slanke gentiaan > Teer guichelheil Vleeskleurige orchis = > > > Verklaring: > Toegenomen, < afgenomen, = gelijk, - niet aangetroffen. 3.5B Systeemanalyse H2190B Vochtige duinvalleien Dit habitattype komt onder verschillende fysisch geografische regio s voor. Door windwerking kunnen stuifkuilen uitstuiven tot op het grondwaterniveau waarna vochtige duinvalleien kunnen ontstaan. Hydrologie en de aanwezige zoetwaterbel is sturend en essentieel; belangrijk is een gradiënt van open water naar droog en hoog duin. Ook een aanvoer van basenrijk grondwater is van belang. Landelijke staat van instandhouding: Matig ongunstig Instandhoudingsdoelstelling: Behoud van omvang en kwaliteit. In Grevelingen komt dit habitattype vooral voor door de ontzilting van laaggelegen vochtige en zilte vegetaties. Kenmerkende soorten van vochtige duinvalleien nemen daardoor toe de laatste jaren. Om verder successie van dit habitattype naar struweel en ruigte door humusvorming te voorkomen, worden de natte duinvalleien beheerd door een combinatie van inscharing van vee en maaibeheer. In de Grevelingen wordt er vanaf eind juli tot in oktober gemaaid. Het gaat daarbij om het verwijderen van de jonge struweelopslag die niet door het vee is aangepakt. Door het aanvullend maaien van de jonge opslag blijft het gebied open en wordt het niet gemeden door het vee. Zonder maaien zouden grote delen zijn dichtgegroeid. Om spoorvorming te voorkomen zijn de tractoren voorzien van extra brede banden met een speciaal profiel en wordt er niet gemaaid wanneer de bodem erg drassig is. Langdurig natte weersomstandigheden kunnen er de oorzaak van zijn dat bepaalde gedeelten, met name op de Veermansplaat, in sommige jaren niet aan de beurt komen (Sandvicensis 2012). Het hierboven beschreven beheer past in de omschrijving zoals die in de herstelstrategie H2190B (2012) is gegeven van het Regulier beheer. Duinvalleien maken onderdeel uit van een lange successiereeks in de duinen. Vooral de vroege successiestadia kunnen zeer lang stand houden zonder beheer.in min of meer gefixeerde situaties kan maaien of begrazing de successie naar duinbos vertragen. Hetzelfde kan uiteraard ook worden bewerkstelligd door het kappen van bomen en struiken zodra die het lichtbehoeftige habitattype bedreigen. Veel duinvalleien worden in de begrazing van de rest van het duingebied meegenomen. Van oorsprong wordt echter op veel plekken geen specifiek beheer gevoerd ten behoeve van dit habitattype en vormt zij integraal onderdeel van min of meer natuurlijke duinsystemen. De begrazing door konijnen was van oorsprong vaak al voldoende. (Grootjans, 2012) Alleen zijn de duinvalleien hier geen onderdeel van een lange successiereeks in de duinen. Maar zijn ze ontstaan als gevolg van ontzilting van laaggelegen vochtige vegetaties. Uit de habitatkaarten blijkt dat duindoornstruwelen de vochtige duinvalleien omgeven, en mogelijk bedreigen. Maar de beheermaatregelen komen overeen, namelijk begrazen en aanvullend maaibeheer. 3.5C Knelpunten en oorzakenanalyse H2190B Vochtige duinvalleien Overschrijding van de KDW van dit habitattype vindt alleen in 2013 plaats op Hompelvoet, de Slikken van Flakkee, de Grevelingendam, de Veermansplaat en de Stampersplaat. De is op al deze lokaties zeer matig tot matig en zeer lokaal. Dit komt overeen met de verschildiagram waaruit blijkt dat het slechts kleine delen van het habitattype betreft. Aangezien de kwaliteit van het habitattype of al lokaties met een van de KDW daarnaast ook nog steeds toeneemt, is stikstof depositie op dit moment geen knelpunt voor dit habitattype op 14

15 Grevelingen. Voorwaarde daarbij is wel dat het huidige beheer van begrazing en maaien wordt voortgezet. Processen als geleidelijke humusvorming en ontkalking beïnvloeden de samenstelling van de schrale zoete vegetaties. In de Grevelingen is dit een langzaam verlopend proces, gezien het feit dat elementen uit de Knopbies-associatie nu al bijna 40 jaar aanwezig zijn en dankzij het beheer een zeer grote oppervlakte beslaan. Sommige soorten die nu nog ontbreken zullen zich misschien nog vestigen. Daarbij valt te denken aan Platte bies, Teer guichelheil, Dwergvlas, Vlozegge, Veldgentiaan en Draadgentiaan (Sandvicensis 2012). Soms schiet het beheer te kort doordat het maaiwerk vanwege natte omstandigheden lastig uit te voeren is en is het inscharen van vee problematisch doordat de dieren zich niet meer laten terugvangen. Dit speelt met name op de Veermansplaat en zou op termijn negatief kunnen uitpakken voor soorten die het moeten hebben van een korte schrale vegetatie. Een duidelijke bedreiging voor de kwetsbare en zeer zeldzame vegetaties vormen de toekomstplannen met betrekking tot het peilbeheer waarbij uitgegaan wordt van een getijslag van minimaal 50 cm. Buiten het feit dat grote delen waar zich nu soortenrijke zilte vegetaties en knopbiesvegetaties bevinden onder water zullen verdwijnen, zoals op de koppen van de Veermansplaat, oost- en westzijde van de Stampersplaat, zal er door opschuiving van de zilte zone maar heel weinig ruimte overblijven voor zoete schrale vegetaties (Dirkx 2010, Sandvicensis 2012). In tabel 5 zijn de lokaties opgesomd waar een van de KDW van dit habitattype plaats vindt. In het deelgebied Dwars in de weg waar een aanzienlijke oppervlakte aanwezig is (na Veermansplaat belangrijkste lokatie) vindt geen van de KDW plaats. Tabel 5. Deelgebieden met KDW van Vochtige duinvalleien (kalkrijk). Categoriën: Zeer matig (0-70 mol/ha/jr), Matig ( mol/ha/jr) Deelgebied Habitattype KDW (mol/ha/jr) Overschrijding KDW 2013 Overschrijding KDW 2031 Hompelvoet H2190B 1429 Lokaal zeer matig Afwezig Slikken van Flakkee H2190B 1429 Lokaal zeer matig Afwezig Grevelingendam H2190B 1429 Lokaal matig Afwezig Veermansplaat H2190B 1429 Lokaal zeer matig Afwezig Stampersplaat H2190B 1429 Zeer matig Afwezig 3.5D Leemten in kennis H2190B Vochtige duinvalleien Er zijn geen kennisleemten voor H2190B. Conclusie gebiedsanalyse habitattype H2190B: H2190B (Vochtige duinvalleien (kalkrijk)) is het enige habitattype met een van de KDW in Grevelingen. Deze vindt zeer lokaal plaats met slechts matige en van de KDW. De kwaliteit van dit habittattype neemt nog steeds toeneemt, waardoor stikstof depositie geen knelpunt vormt voor de instandhoudingsdoelstellingen van dit habitattype. In de toekomst kan het het instellen van een gedempt getij een knelpunt vormen voor het habitattype H2190B. Ook dient het huidige beheer te worden voortgezet. 15

16 3.6 Analyse leefgebieden van soorten 3.6A Gebiedsanalyse leefgebieden Een groot deel van de herstelstrategieën voor habitattypen zijn tevens bedoeld als herstelstrategie voor het leefgebied van soorten van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Waar de stikstofgevoelige leefgebieden van deze soorten (deels) niet samenvallen met habitattypen, zijn aanvullend 14 herstelstrategieën voor leefgebieden opgenomen. Bij deze analyse is gebruik gemaakt van het Stappenplan Leefgebieden Analyse en ook van de Bijlagen van Deel II, om te kunnen bepalen of een soort gebruikmaakt van een stikstofgevoelig leefgebied en welke strategieën dus van toepassing zijn. Om vast te stellen voor welke soorten een herstelstrategie nodig is, zijn de volgende vragen doorlopen: 1. Zijn er soorten in het gebied aangewezen die theoretisch gebruik kunnen maken van een stikstofgevoelig Leefgebied of Habitattype? 2. Zo ja, komen die Leefgebieden en Habitattypen ook binnen de begrenzing van het N2000 gebied voor? 3. Zo ja, worden A) deze Leefgebieden en Habitattypen door de soort gebruikt (of móeten ze gebruikt kunnen worden in de toekomst)? En B) wordt de KDW van die locaties overschreden? Als één van de vragen 2 of 3 A) en/of B) met <nee> is te beantwoorden is opname in de PAS niet nodig. Bij vraag 3 kunnen A) en B) ook in omgekeerde volgorde beantwoord worden. STAP 1 Soorten met N-gevoelig leefgebied? In Bijlage 2 is een overzichtstabel opgenomen van de soorten in de Grevelingen aanwezige soorten en of zij een N-gevoelig leefgebied hebben. Hiervoor is de tabel op de PAS-website geraadpleegd. De tabel geeft aan welke soorten een stikstofgevoelig leefgebied hebben en welke Habitattypen en aanvullend geformuleerde Leefgebieden daarmee geassocieerd zijn. Conclusie STAP 1: In potentie komen in het N2000-gebied Grevelingen de volgende soorten voor die afhankelijk zijn van stikstofgevoelige leefgebieden: Broed-vogels A081 A137 A138 A193 Habitatsoorten H1903 Niet-broed-vogels A130 A137 A162 Bruine Kiekendief Bontbekplevier Strandplevier Visdief Groenknolorchis Scholekster Bontbekplevier Tureluur STAP 2 Voorkomen Habitattypen en Leefgebieden? In Bijlage 2 is een overzichtstabel opgenomen welke HT en en LG en voor de vier soorten met N-gevoelig leefgebied mogelijk in Grevelingen relevant zouden kunnen zijn, en welke inderdaad daadwerkelijk in het gebied voorkomen. Tabel is gebaseerd op het soortenoverzicht op de PAS-website (Bijlagen van de Herstelstrategieën Deel II). Conclusie STAP 2: 16

17 In de Grevelingen komen 5 soorten voor met N-gevoelig leefgebied. Van alle mogelijke Habitattypen en Leefgebieden waar deze soorten in voor kunnen komen, hebben we binnen de Grevelingen alleen de volgende combinaties: A137 Bontbekplevier in habitattype H2190B A137 Bontbekplevier in leefgebied LG08. A137 Bontbekplevier in habitattype H1330B A130 Scholekster in leefgebied LG08 A130 Scholekster in habitattype H2130B A130 Scholekster in leefgebied LG11 A130 Scholekster in habitattype H1330B A138 Strandplevier in LG08 A162 Tureluur in habitattype H2190B A162 Tureluur in habitattype H1330B A162 Tureluur in leefgebied LG08 A162 Tureluur in leefgebied LG11 A193 Visdief in habitattype H1330B H1903 Groenknolorchis in habitattype H2190B STAP 3 Worden de HT en LG en A) daadwerkelijk gebruikt en is er B) te hoge N-depositie? In Bijlage 2 is een overzichtstabel opgenomen van leefgebieden uit de conclusie van Stap 2. In deze tabel is aangegeven of de KDW van deze leefgebieden daadwerkelijk overschreden worden en hoe deze leefgebieden gebruikt worden. In Grevelingen komen 4 soorten voor die kunnen voorkomen in een habitattype of leefgebied waarvan de KDW in Grevelingen lokaal wordt overschreden. Het belang en effect van deze is voor alle soorten klein, zoals is te zien in onderstaand overzicht: Broedvogels Habitattypen en leefgebieden Met A081 Bruine kiekendief LG11, H2190B Klein A193 Visdief LG11 Klein Niet-broedvogels A130 Scholekster LG11 Klein A162 Tureluur LG11, H2190B Klein Habitatsoorten H1903 Groenknolorchis H2190B Belang/effect voor de soort van de N- Klein (zie 3.5) H2190B is op orde. De KDW van leefgebied 11 wordt mogelijk lokaal overschreden op enkele locaties waar geen habitattype is aangewezen. Dit hebben handmatige analyses in AERIUS 1.6 uitgewezen. Dat het belang van de van LG11 (Kamgrasweide en bloemrijk weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied) voor alle soorten klein is komt door drie oorzaken: 1. De matige van de KDW van dit leefgebied is niet relevant voor de voorkomende vogelrichtlijnsoorten. De mogelijke van de KDW van dit leefgebied is matig en zeer lokaal. Bovendien zijn andere aspecten zoals voedselbeschikbaarheid van groter belang dan een te hoge N-depositie. 2. Soorten kunnen andere habitattypen of leefgebieden prefereren en zien LG11 als niet als kernleefgebied in Grevelingen. De Visdief en Bruine kiekendief kunnen foeragerend voorkomen in LG11, maar het belang van dit habitattype voor deze soorten is klein, omdat de kernbiotopen binnen andere habitattypen en leefgebieden liggen. 3. Waar het belang van LG11 in het algemeen groot kan zijn, betekent dat nog niet dat het belang van de specifieke locatie waar de voorkomt groot is. Van LG11 wordt de KDW mogelijk lokaal overschreden en dit leefgebied kan voor de niet-broedvogels van groot belang zijn, maar de soorten hebben een flexibele biotoopvoorkeur en een grote biotoop beschikbaarheid in en rond Grevelingen. De relatief kleine snippers van leefgebied 11 met een van de KDW in Grevelingen, zijn daarom weer van relatief klein belang voor de soorten. 17

18 Conclusie STAP 3: In de Grevelingen hebben een lichte in een beperkt gebied. Voor de vogelsoorten zijn deze gebieden niet relevant. De groenknolorchis komt met name voor in het habitattype H2190B. Zoals uit paragraaf 3.5 blijkt ontwikkeld dit habitattype zich goed. Het is niet nodig om maatregelen te treffen voor de habitat- en vogelsoorten die afhankelijk zijn van een stikstofgevoelig leefgebied in de Grevelingen. Hierbij is er vanuit gegaan dat het huidig beheer wordt voortgezet. 3.6B Kwaliteitsanalyse leefgebieden De Grevelingen levert een belangrijke bijdrage aan de landelijke doelstelling van kustbroedvogels. Allereerst wordt met name ingegaan op de specifieke toestand van vogels in Grevelingen (zie Tabel 6) met een leefgebied met een van de KDW. De tabel laat per soort de doelstelling, de trend en de aantallen zien en op basis daarvan is een inschatting gemaakt of het huidige beheer voldoende is om de gewenste bijdrage aan het regiodoel te bereiken. De tabel is afkomstig uit het concept beheerplan voor Grevelingen. Tabel 6 Overzicht instandhoudingsdoelstellingen en huidige situatie vogels met een leefgebied waarvan de KDW wordt overschreden (bron: concept beheerplan) Soort Soort heeft Aantal '07-'112 Minimaal doelaantal Trend Relatieve bijdrage Knelpunt in gebied Stikstofgevoelig leefgebied conform PAS (1) (2) bijdrage Grevelingen aan regiodoelstelling (3) (4) Bruine kiekendief Visdief Scholekster Extern Tureluur Nee Legenda: (1) conform stappenplan leefgebieden analyse 2) Getelde aantallen kustbroedvogels binnen gebied in periode 2007 t/m Aantallen betreffen gemiddeld aantal paren 3) Trendaantallen voor periode 2002 t/m 2011 (gebiedsspecifiek)? onduidelijk - matige afname -- sterke afname 4) Relatieve bijdrage gebied - Minder dan 2% van de Nederlandse populatie % van de Nederlandse populatie Knelpunt in gebied: Instandhoudingsdoelstelling wordt reeds bereikt met huidig beheer Instandhoudingsdoelstelling wordt niet bereikt met voortzetting van huidig beheer Instandhoudingsdoelstelling wordt wel bereikt bij huidig beheer, maar mogelijk ontstaat er een knelpunt in een volgende beheerplanperiode De kwaliteit van de leefgebieden van de soorten waarvan de KDW wordt overschreden is als volgt: Leefgebied 11: Kamgrasweide & Bloemrijk weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied. Het is mogelijk dat leefgebied 11 voorkomt op de hogere en drogere delen van de kwelders waar geen habitattype is aangewezen. De kwaliteit van dit leefgebied voor bovenstaande soorten is onbekend doordat de locaties waar dit leefgebied mogelijk aanwezig is niet bekend zijn. 18

19 Het leefgebied 11 is afgeleid van de subtypen c en d van het natuurdoeltype 3.39 (Kamgrasweide & Bloemrijk weidevogelgrasland van het rivieren- en zeekleigebied; Bal et al. 2001). Dit type grasland komt vooral voor in het Rivieren- en Zeekleigebied, in mindere mate ook op de oeverlanden van de Afgesloten zeearmen. In de eerste twee regio's komt het voor op de relatief droge gronden; op de oeverlanden is het te vinden op de voormalige kwelders. Een rijke levensgemeenschap is vooral te verwachten als er binnen een gebied een afwisseling is tussen lage, vochtige en hoge, droge delen en tussen begroeiingen met een open structuur (waarbinnen de bodem beschadigd is), grazige begroeiingen en zoomachtige vegetaties. Het grote belang van dergelijke graslanden voor de fauna geldt in het bijzonder voor weidevogels, zowel in beweide als gehooide graslanden en zowel onder vochtige als drogere omstandigheden. Grote dichtheden aan weidevogels ontstaan alleen als er voldoende rust en ruimte is (dus vooral in open landschappen) en als er voldoende bereikbaar voedsel is om de jongen mee groot te brengen. H2190B: Vochtige duinvallein kalkrijk De vogelsoorten Bruine kiekendief en Tureluur maken gebruik van H2190B als broed- en fourageergebied. In paragraaf 3.5 vind een systeemanalyse van H2190B plaats, waarin valt af te leiden dit habitattype op dit moment geen knelpunt ondervindt van stikstofdepositie. De Groenknolorchis is een typische soort van habitattype H2190B, waarvan lokaal de KDW wordt overschreden. In paragraaf 3.5 wordt het voorkomen en belang van dit habitattype voor de groenknolorchis en andere typische soorten beschreven middels een gebiedsanalyse. De Groenknolorchis is een soort waarvoor Nederland een speciale verantwoordelijkheid heeft omdat ons land een flink aandeel in de populatie heeft. Van die Nederlandse populatie is een niet onbelangrijk deel in de Grevelingen te vinden, met name op de Veermansplaat. De soort treedt op in een scala van vegetatietypen die met elkaar gemeen hebben dat de bodem ter plaatse grotendeels ontzilt is, een hoge grondwaterstand heeft, een open vegetatie en kalkrijke kwel. Het gaat daarbij vooral om jonge stadia van het Knopbiesverbond met soorten als Kruipwilg, Parnassia, Moeraswespenorchis, Dwergzegge, Armbloemige waterbies, Dwergbloem, Sierlijke vetmuur, Geelhartje en Watermunt, terwijl er ook nog vertegenwoordigers uit brakke milieu s als Zilte rus, Zilte zegge, Melkkruid en zelfs Zeeweegbree en Dunstaart aanwezig kunnen zijn. De bedekking van de moslaag ligt boven de 50%. In het brakke milieu kunnen ruggetjes of kopjes die een klein zoetwaterlensje hebben een geschikte vestigingsplaats zijn. De aantallen zijn aan grote fluctuaties onderhevig. Met het voortschrijden van de successie zal Groenknolorchis wellicht weer afnemen (Sandvicensis, 2012).. 3.6C Knelpunten en oorzakenanalyse Leefgebieden N.V.T. (Uit de kwaliteitsanalyse blijkt dit niet van toepassing.) 3.6D Leemten in kennis Leefgebieden Het voorkomen van de leefgebied 11 is niet te specificeren aangezien er geen kartering van het voorkomen van dit leefgebied. Het voorkomen van leefgebied 11 in Grevelingen is gebaseerd op luchtfoto s en op een inschatting van leefgebieden binnen N2000 begrenzing waar habitattypen ontbreken. In de tabel is daarom aangegeven dat het mogelijk is dat soorten voorkomen in leefgebied 11, aangezien het in theorie mogelijk is dat dit leefgebied voorkomt. Voor een exacte bepaling zal ter plaatse gekeken moeten worden of LG11 ook voorkomt op die delen binnen de N2000-begrenzing vallen maar niet als habitattype zijn aangewezen. Het zal echter wel gaan om snippers van leefgebied 11, omdat de grootste delen binnen de N2000 begrenzing bestaat uit open water of is aangewezen als habitattype. Daarom wordt het belang van leefgebied 11 binnen Grevelingen ook niet als heel groot ingeschat. 19

20 4. Gebiedsgerichte uitwerking herstelstrategie en maatregelenpakketten Er is slechts in een gering gebied sprake van een lichte KDW van H2190B vochtige duinvalleien. De kwaliteit van dit habitattype is momenteel op orde, en voor de toekomst is het niet te verwachten dat de stikstofdepositie een achteruitgang veroorzaakt is het niet nodig om herstelmaatregelen uit te werken. Wel is het zo dat het huidig beheer bestaande uit begrazing en aanvullend maaien moet worden voortgezet. 5. Beoordeel relevantie en situatie flora/fauna 5.1 Interactie uitwerking gebiedsgerichte herstelstrategie N-gevoelige habitats met andere habitats en natuurwaarden De Deltawateren zijn van groot belang voor het voortbestaan van de noordse woelmuis in Nederland (zie Algemeen deel paragraaf 2.2). Mede dankzij de geïsoleerde ligging van de eilanden (de voormalige zandplaten Hompelvoet, Veermansplaat, Kleine Veermansplaat, Markenje, Grote en Kleine Stampersplaat en het kreekrestant Dijkwater) vormt de Grevelingen één van de belangrijkste leefgebieden voor de noordse woelmuis in Zuidwest Nederland. Door het continueren van het huidige beheer wordt de instandhoudingsdoelstelling voor de noordse woelmuis in de eerste beheerplanperiode niet bedreigd. 5.2 Interactie uitwerking gebiedsgerichte herstelstrategie N-gevoelige habitats met leefgebieden bijzondere flora en fauna. Duindoornstruwelen is ook een van de stikstofgevoelige habitattypen met een N 2000 instandhoudingsdoelstelling. Door het beheer wordt een verdere uitbreiding van duindoornstruwelen ten kosten van vochtige duinvalleien tegengegaan. Omdat duindoornstruwelen geen uitbreidingsdoelstelling hebben is dit geen probleem. 20

21 6. Synthese maatregelenpakket voor alle habitattypen in het gebied Het beheer van de eilanden in de Grevelingen bestaat uit een combinatie van begrazing, maaien en peilbeheer. In figuur 8 is er deelgebied aangegeven wat het huidig beheer is ten behoeve van welke habitattype. In bijlage 2 is in een overzicht aangegeven wat het huidig beheer is per jaar. De Punt: H2190B Vochtige duinvallei (kalkrijk) Maaibeheer Regulier beheer SBB Markenje Maaibeheer (zonder afvoeren), opzetten peil winter (3 wkn), voorjaar lager Regulier beheer SBB, Peilbeheer RWS Slikken van Flakkee Noord/Midden: H1310 Zilte pionierbegroeiingen, H1330 Schorren en zilte graslanden Bosreservaat Noord: geen beheer behoudens maaien paden. Midden: seizoensbeweiding met runderen, paden maaien. Oever: opzetten peil winter (3 wkn), voorjaar lager. Regulier beheer SBB, Peilbeheer RWS Hompelvoet: H1310 Zilte pionierbegroeiingen, H1330 Schorren en zilte graslanden, H2190B Vochtige duinvallei (kalkrijk) Begrazing (runderen seizoensbeweiding, paarden jaarrond), maaien kruipwilg Regulier beheer SBB Slikken van Flakkee Midden/Zuid: H2190B Vochtige duinvallei (kalkrijk) Midden: Seizoensbeweiding met runderen, paden maaien. Zuid: Maaien kruipwilg, arrond begrazing Heckrunderen en paarden. Regulier beheer SBB Kabbelaarsbank: H1330 Schorren en zilte graslanden Maaien op Kruipwilg, maaien paden. Oever: opzetten peil winter (3 wkn), voorjaar lager. Regulier beheer SBB, Peilbeheer RWS Brouwershaven: H1310 Zilte pionierbegroeiingen, H1330 Schorren en zilte graslanden beheer, Oever: opzetten peil winter (3 wkn), voorjaar lager. Buitendijks: peilbeheer RWS Dwars in de weg Begrazing (runderen seizoensbeweiding, paarden jaarrond), maaien kruipwilg Regulier beheer SBB Stampersplaat: H2190B Vochtige duinvallei (kalkrijk) Begrazing (runderen seizoensbeweiding, paarden jaarrond), maaien kruipwilg. Oever: opzetten peil winter (3 wkn), voorjaar lager Regulier beheer SBB, Peilbeheer RWS Slikken van Flakkee Midden/Zuid: H1310 Zilte pionierbegroeiingen, H1330 Schorren en zilte graslanden Zuid: Maaien kruipwilg, arrond begrazing Heckrunderen en paarden. Oever: opzetten peil winter (3 wkn), voorjaar lager. Regulier beheer SBB, Peilbeheer RWS Battenoord: H1310 Zilte pionierbegroeiingen, H1330 Schorren en zilte graslanden Oost: behoudens maaien hoge rand schor /pad, West: per aankomend broedseizoen worden (opnieuw) schapen ingeschaard na het broedseizoen. Oever: opzetten peil winter (3 wkn), voorjaar lager. Regulier beheer SBB, Peilbeheer RWS Veermansplaat: H1310B Zilte pionierbegroeiingen, H2190B Vochtige duinvallei (kalkrijk) Begrazing (runderen seizoensbeweiding, paarden jaarrond), maaien kruipwilg. Oever: opzetten peil winter (3 wkn), voorjaar lager Regulier beheer SBB, Peilbeheer RWS Slikken van Bommenede: H1310 Zilte pionierbegroeiingen, H1330 Schorren en zilte graslanden Maaien kruipwilg, seizoensbeweiding met runderen. Oever: opzetten peil winter (3 wkn), voorjaar lager Regulier beheer SBB, Peilbeheer RWS Dijkwater: H1310 Zilte pionierbegroeiingen, H2190B Vochtige duinvallei (kalkrijk) beheer, alleen sturing op peilbeheer Buitendijks: peilbeheer RWS Versie In tabel 5 is het beheer per jaar weergegeven voor de deelgebieden waar een KDW is. Tabel 7.Beheer per deelgebied tbv. Vochtige duinvalleien 21

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Bijlage C. Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Waddenzee Habitat H1110A H1140A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) Slik- en zandplaten, (getijdengebied) Behoud oppervlakte

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 In en in de ruimere omgeving van het plangebied zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen. Binnen het plangebied zijn geen ontwikkelingen voorzien in de Natura

Nadere informatie

Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Hollands Diep

Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Hollands Diep Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Hollands Diep Tweede Kamer, december 2013 De volgende habitattypen en soorten worden in dit document behandeld: Habitattypen: Er zijn geen stikstofgevoelige

Nadere informatie

Memo. Aanleiding De Cie. m.e.r. heeft kritiek op de Passende Beoordeling voor de Structuurvisie Veere. Het gaat om het aspect stikstofdepositie.

Memo. Aanleiding De Cie. m.e.r. heeft kritiek op de Passende Beoordeling voor de Structuurvisie Veere. Het gaat om het aspect stikstofdepositie. Memo datum 15 mei 2012 aan Tim Artz Oranjewoud van Christel Schellingen Oranjewoud kopie project Passende beoordeling Structuurvisie Veere projectnummer 247734 betreft Resultaten berekeningen stikstofdepositie

Nadere informatie

Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Haringvliet

Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Haringvliet Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Haringvliet Tweede Kamer, december 2013 De volgende habitattypen en soorten worden in dit document behandeld: Habitattypen: Er zijn geen stikstofgevoelige habitattypen

Nadere informatie

Hoofdzaken. Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog. Informatiebijeenkomst juni 2014. (handout)

Hoofdzaken. Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog. Informatiebijeenkomst juni 2014. (handout) Hoofdzaken Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog Informatiebijeenkomst juni 2014 (handout) Informatieavond Natura 2000 Schiermonnikoog Beheerplan Natura 2000 Schiermonnikoog 3 juni 2014 Programma van

Nadere informatie

Duinen en Lage Land Texel

Duinen en Lage Land Texel Gebiedsrapportage 2017 Natura 2000 gebied nr. 2 Duinen en Lage Land Texel innen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van het

Nadere informatie

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen. Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders

Nadere informatie

Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING

Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS) 19.30-20.00 uur Inloop 20.00-20.05 uur Opening door voorzitter Piet Dijkstra - Programma en doel van

Nadere informatie

Duinen Terschelling. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 4

Duinen Terschelling. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 4 Gebiedsrapportage 20 Natura 2000 gebied nr. 4 Duinen Terschelling Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van het stikstofdepositie

Nadere informatie

PAS periode 2015-2021. PAS Gebiedsanayse Voornes Duin

PAS periode 2015-2021. PAS Gebiedsanayse Voornes Duin PAS periode 2015-2021 PAS Gebiedsanayse Voornes Duin 1 Document PAS-gebiedsanalyse Herstelstrategieën voor Voornes Duin AERIUS Monitor 15 Versie september 2015 De volgende habitattypen worden in dit document

Nadere informatie

Zwin & Kievittepolder

Zwin & Kievittepolder Gebiedsrapportage 2017 Natura 2000 gebied nr. 123 Zwin & Kievittepolder Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van het

Nadere informatie

Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen

Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen Tom Ysebaert, Marijn Tangelder, John Janssen, Arno Nolte, Brenda Walles, Jeroen Wijsman Kennisdag Grevelingen en Volkerak, 14 juni 2018 Doel studie Het doel

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Grevelingen

Natura 2000 gebied Grevelingen Natura 2000 gebied 115 - Grevelingen CONCEPT GEBIEDENDOCUMENT Kenschets 115_gebiedendocument_Grevelingen_november 2007 Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn

Nadere informatie

Natura essentietabellen Leeswijzer

Natura essentietabellen Leeswijzer Natura 2000- essentietabellen Leeswijzer Ministerie van LNV, juni 2009 Inleiding In diverse Natura 2000-documenten staat informatie over Natura 2000-doelen die sturend is voor het opstellen van beheerplannen.

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Samenvatting aanvulling op Milieueffectrapport bij de Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Samenvatting aanvulling op Milieueffectrapport bij de Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer Ministerie van Infrastructuur en Milieu Samenvatting aanvulling op Milieueffectrapport bij de Rijksstructuurvisie Grevelingen en VolkerakZoommeer Samenvatting aanvulling op Milieueffectrapport bij de

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten BIJLAGE 5 Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten Hollands Diep Habitattypen SVI Landelijk Opp.vl. Kwal. H6430B Ruigten en zomen (harig - = = wilgenroosje)

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Natura 2000 Binnen het plangebied en in de omgeving daarvan zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen (zowel in Nederland als in Vlaanderen). Op grond van

Nadere informatie

Programma publieke avond 26 januari 2012

Programma publieke avond 26 januari 2012 Informatie avond Beheerplan Natura2000 Ameland 26 januari 2012 1.Piet op t Hof 2.Sies Krap DLG Natura 2000 26 januari 2012 Programma publieke avond 26 januari 2012 1. Opening,Piet Dijkstra (DLG) 2. Presentatie

Nadere informatie

Kennemerland-Zuid. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 88. PAS-bureau

Kennemerland-Zuid. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 88. PAS-bureau PAS-bureau Gebiedsrapportage 2016 Natura 2000 gebied nr. 88 Kennemerland-Zuid Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen

Nadere informatie

Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor de Waddenzee

Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor de Waddenzee Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor de Waddenzee Tweede Kamer, december 2013 Gebiedsanalyse Waddenzee TK 20131202.doc De volgende habitattypen en soorten worden in dit document behandeld: Habitattypen:

Nadere informatie

Programma. Beheerplan Elperstroomgebied

Programma. Beheerplan Elperstroomgebied Beheerplan Elperstroomgebied Alie Alserda Pietop t Hof Christina Schipper Rienko van der Schuur 1 Elperstroomgebied Natura 2000 14 mei 2013 Programma Inleiding Doelen Knelpunten Activiteiten Aanvullend

Nadere informatie

Stikstofdepositie en Natura 2000: een PASsend antwoord. Dick Bal (ministerie EZ / Natura 2000)

Stikstofdepositie en Natura 2000: een PASsend antwoord. Dick Bal (ministerie EZ / Natura 2000) Stikstofdepositie en Natura 2000: een PASsend antwoord Dick Bal (ministerie EZ / Natura 2000) Introductie Natura 2000 als kader voor de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) Europese wetgeving om soorten

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT:

Nadere informatie

Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden

Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden Eco-hydrologische aspecten van beheer op landschapsniveau; Duinvalleien op de Waddeneilanden Ab Grootjans, Rijksuniversiteit Groningen/ Radboud Universiteit Nijmegen E-mail; A.P.Grootjans@rug.nl Groenknolorchis

Nadere informatie

Duinen Ameland. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 5

Duinen Ameland. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 5 Gebiedsrapportage 2017 Natura 2000 gebied nr. 5 Duinen Ameland Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van het stikstofdepositie

Nadere informatie

Berekening Situatie 1 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen

Berekening Situatie 1 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U kan dit document en voor de onderbouwing van depositie onder de drempelwaarde (0.05 mol/ha/j) in het kader van

Nadere informatie

Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS)

Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS) Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS) 19.30-20.00 uur Inloop 20.00-20.05 uur Opening door voorzitter Piet Dijkstra - Programma en doel van de avond 20.05-20.20 uur Het wat en waarom

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL9803077 + NL2002017 Beschermd natuurmonument: - Beheerder:

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Markiezaat

Natura 2000 gebied Markiezaat Natura 2000 gebied 127 - Markiezaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Vogelrichtlijn Site code: NL3009015 Beschermd natuurmonument: Markiezaatsmeer

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003054 + NL9802058

Nadere informatie

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Wet natuurbescherming.

Nadere informatie

PAS-gebiedsanalyse Krammer- Volkerak (114)

PAS-gebiedsanalyse Krammer- Volkerak (114) 114 PAS-gebiedsanalyse PAS-gebiedsanalyse Krammer- Volkerak (114) Versie januari 2017 De volgende stikstofgevoelige habitattypen en soorten worden in dit document behandeld: Habitattypen: H1310A (Zilte

Nadere informatie

Document PAS-analyse Herstelstrategieën

Document PAS-analyse Herstelstrategieën Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Vlieland* 1 Auteurs : J. Meijer, ecoloog DLG, G. Vriens, medewerker gebiedsontwikkeling DLG, i.s.m. E.J. Lammerts, ecoloog SBB * Deze PAS-gebiedsanalyse voor

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie: Gemeente: Oppervlakte:

Nadere informatie

Natura 2000 & PAS. Natura 2000 implementatie in Nederland

Natura 2000 & PAS. Natura 2000 implementatie in Nederland Natura 2000 & PAS Natura 2000 implementatie in Nederland Natura 2000 in Nederland 13-6-2016 Dia 2 Natura 2000 in Zeeland 13-6-2016 Dia 3 Natura 2000 in Zeeland Beschermd natuurmonument 13-6-2016 Dia 4

Nadere informatie

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus DE Zwolle. Middelburg, 17 oktober 2017

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus DE Zwolle. Middelburg, 17 oktober 2017 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus 40225 8004 DE Zwolle Middelburg, 17 oktober 2017 Onderwerp: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Krammer-Volkerak

Nadere informatie

Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia en andere zoutminnende soorten (H1310) Verkorte naam: Zilte pionierbegroeiingen

Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia en andere zoutminnende soorten (H1310) Verkorte naam: Zilte pionierbegroeiingen Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia en andere zoutminnende soorten (H1310) Verkorte naam: Zilte pionierbegroeiingen 1. Status Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding

Nadere informatie

Programmatische Aanpak Stikstof: PAS

Programmatische Aanpak Stikstof: PAS Programmatische Aanpak Stikstof: PAS Toelichting voorlopig programma Presentatie technische briefing Vaste commissie voor LNV van de Tweede Kamer 30 september 2010 Waarom een Programmatische Aanpak Stikstof

Nadere informatie

De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en/of stikstofoxide (NOx).

De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en/of stikstofoxide (NOx). U heeft op grond van artikel 2.7 van de Regeling natuurbescherming een melding ingediend voor uw initiatief. Deze bevestiging van uw melding is voor uw eigen administratie en toont aan dat de melding is

Nadere informatie

Motivaties in het beheer van de duinen

Motivaties in het beheer van de duinen Motivaties in het beheer van de duinen Ter gelegenheid van het Lymesymposium 1 november 2013 Marianne Snabilie Manager Onderhoud en Administratie PWN Waterleidingbedrijf Afdeling Natuur en Recreatie Inhoud

Nadere informatie

Ontwikkeling van een intergetijdengebied in Hedwige- en Prosperpolder: nota impact stikstofdepositie werkverkeer op Natura gebieden

Ontwikkeling van een intergetijdengebied in Hedwige- en Prosperpolder: nota impact stikstofdepositie werkverkeer op Natura gebieden Ontwikkeling van een intergetijdengebied in Hedwige- en Prosperpolder: nota impact stikstofdepositie werkverkeer op Natura 2000- gebieden Opdrachthouders Voorstudies uitgevoerd in het kader van : INTERREG

Nadere informatie

PAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee?

PAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee? PAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee? Beheerdersdag 2015 Jan Willem van der Vegte, BIJ12 - PAS-bureau Leon van den Berg, Bosgroepen Programmatische Aanpak Stikstof

Nadere informatie

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Kees Koffijberg Sovon Vogelonderzoek Nederland 2 / 23 Boschplaat op reis, 30.05.2017 Vogels zijn belangrijke

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Getij Grevelingen 11 oktober Getij Grevelingen. Waarom herstel beperkt getij

Informatiebijeenkomst Getij Grevelingen 11 oktober Getij Grevelingen. Waarom herstel beperkt getij Getij Grevelingen Waarom herstel beperkt getij We willen in de Grevelingen de waterkwaliteit verbeteren door beperkt getij terug te brengen. Dat is goed nieuws voor de onderwaternatuur en geeft ook mogelijkheden

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL3004002 + NL4000056 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer 1 Programma Welkom door Douwe Hollenga, voorzitter van de stuurgroep - Wat is Natura 2000 - Waar staan we: wat is geweest en wat komt Toelichting

Nadere informatie

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen Hartelijk welkom Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen Programma Opening Opzet en doel van deze avond Even terug kijken Hoe staat het met de Programmatische Aanpak Stikstof Korte samenvatting

Nadere informatie

PAS-gebiedsanalyse Westerschelde en het Verdronken Land van Saeftinghe (122)

PAS-gebiedsanalyse Westerschelde en het Verdronken Land van Saeftinghe (122) 122 Westerschelde-Saeftinghe PAS-gebiedsanalyse PAS-gebiedsanalyse Westerschelde en het Verdronken Land van Saeftinghe (122) Versie september 2015 De volgende habitattypen en soorten worden in dit document

Nadere informatie

Manteling van Walcheren

Manteling van Walcheren Gebiedsrapportage 2017 Natura 2000 gebied nr. 117 Manteling van Walcheren Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van

Nadere informatie

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op artikel 3, eerste lid, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van

Nadere informatie

PAS periode 2015-2021. PAS Gebiedsanalyse Solleveld & Kapittelduinen

PAS periode 2015-2021. PAS Gebiedsanalyse Solleveld & Kapittelduinen PAS periode 2015-2021 PAS Gebiedsanalyse Solleveld & Kapittelduinen Werkdocument PAS-analyse Herstelmaatregelen voor Solleveld & Kapittelduinen Versie juni 2015 De volgende habitattypen en leefgebieden

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00454979 ODH-2017-00009473 - 2 FEB. 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899 02 E vergunningen@odh.nl

Nadere informatie

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK! Verstuivingen in de duinen Verstuivingen in de kustduinen zijn een belangrijk proces waardoor weer nieuwe duinen en duinvalleien kunnen ontstaan en

Nadere informatie

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een vergunningaanvraag in het kader van de Wet natuurbescherming.

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland

Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003057 + NL9802001 Beschermd natuurmonument: - Beheerder:

Nadere informatie

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Dit document bevat resultaten van een stikstofberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998. De resultaten

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid

Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid (Zie leeswijzer) Kenschets 088_gebiedendocument_Kennemerland-Zuid_november 2006 Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL1000012 Beschermd

Nadere informatie

PAS Gebiedsanalyse Voornes Duin PAS periode

PAS Gebiedsanalyse Voornes Duin PAS periode voo PAS Gebiedsanalyse Voornes Duin PAS periode 2015-2021 1 Document PAS-gebiedsanalyse Herstelstrategieën Voornes Duin AERIUS Monitor 16L Versie 15 december 2017 De volgende habitattypen worden in dit

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Betreft Risico inventarisatie ecologie voor percelen Brabantse Wal 1 Inleiding De Buisleidingenstraat N.V. onderzoekt op

Nadere informatie

10 Wettelijke toetsingskaders natuur

10 Wettelijke toetsingskaders natuur MER Windpark Bouwdokken 133 10 Wettelijke toetsingskaders natuur 10.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de effecten op de natuur, zoals beschreven in het voorgaande hoofdstuk, getoetst aan het beleid en

Nadere informatie

Stikstofdepositieonderzoek bestemmingsplan Duingeest te Monster

Stikstofdepositieonderzoek bestemmingsplan Duingeest te Monster Notitie Contactpersoon Elger Niemendal Datum 28 november 2016 Kenmerk N001-1241747ENX-los-V01-NL Stikstofdepositieonderzoek bestemmingsplan Duingeest te Monster 1 Inleiding In het kader van het bestemmingsplan

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Behandeld door Datum Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk Datum DGAN-NB/18203568 Contactpersoon Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

Gebiedswijzer De Bruuk

Gebiedswijzer De Bruuk Programmatische Aanpak Stikstof Gebiedswijzer De Bruuk Nederland heeft ruim 160 natuurgebieden aangewezen als Natura 2000-gebied. Samen met de andere landen van de Europese Unie werkt Nederland zo aan

Nadere informatie

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Holtingerveld

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Holtingerveld Hartelijk welkom Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Holtingerveld Programma Opening Opzet en doel van deze avond Even terug kijken Hoe staat het met de Programmatische Aanpak Stikstof Korte samenvatting

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen (Zie leeswijzer) Kenschets 116_gebiedendocument_Kop van Schouwen_november 2006 Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn Site code: NL1000017 Beschermd

Nadere informatie

PAS periode PAS Gebiedsanayse Voornes Duin

PAS periode PAS Gebiedsanayse Voornes Duin PAS periode 2015-2021 PAS Gebiedsanayse Voornes Duin 1 Document PAS-gebiedsanalyse Herstelstrategieën voor Voornes Duin Aerius Monitor 14.2.1 Versie juni 2015 De volgende habitattypen worden in dit document

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00534727 ODH-2018-00167728 1 ^ JAN. 2019 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

Biesbosch. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 112

Biesbosch. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 112 Gebiedsrapportage 2017 Natura 2000 gebied nr. 112 Biesbosch Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van het stikstofdepositie

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 85 Zwanenwater & Pettemerduinen

Natura 2000 gebied 85 Zwanenwater & Pettemerduinen Natura 2000 gebied 85 Zwanenwater & Pettemerduinen (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL3000016 + NL9910002 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming.

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming. Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming. Bijlage, Prioritair project Kenmerken Samenvatting emissies Depositieresultaten

Nadere informatie

Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63

Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63 Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63 Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63 Auteur P.J.H. van der Linden Opdrachtgever Projectnummer Ingen Buro Vijn 10.109 januari 2011 foto omslag het huidige

Nadere informatie

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN

LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN De AWD maakt onderdeel uit van Natura 2000, een netwerk van beschermde Europese natuurgebieden. Dankzij een LIFE+ subsidie kan Waternet het duin de komende jaren

Nadere informatie

paspoort Veerse meer

paspoort Veerse meer paspoort Veerse meer 2 Datum uitgifte: 23 januari 2013 De stuurgroep Zuidwestelijke Delta werkt toe naar besluiten over de Zuidwestelijke Delta waarin veiligheid, ecologie en economie zijn geborgd en elkaar

Nadere informatie

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110)

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110) TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110) STATUS Het gebied valt onder de volgende beschermingsregimes: N2000 gebied Oudeland van Strijen (Aanwijzingsbesluit is definitief) BESTAAND

Nadere informatie

Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen

Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen Veldwerkplaats, 16 juni2015 1 Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen Yuki Fujita & Camiel Aggenbach 2 Overzicht Wat zijn Grijze duinen? Atmosferische N-depositie en

Nadere informatie

Natura 2000 Ontwerpbeheerplan Deltawateren Grevelingen

Natura 2000 Ontwerpbeheerplan Deltawateren Grevelingen Natura 2000 Ontwerpbeheerplan Deltawateren 2015-2021 Grevelingen Datum 22 januari 2015 Status ontwerpbeheerplan Colofon Uitgegeven door Informatie Telefoon Uitgevoerd door In samenwerking met Kwaliteitsborging

Nadere informatie

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 19km, eerste lid, van de Nb-wet 1998.

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 19km, eerste lid, van de Nb-wet 1998. Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 19km, eerste lid, van de Nb-wet 1998., Kenmerken Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Verdere toelichting over

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 7 Noordzeekustzone

Natura 2000 gebied 7 Noordzeekustzone Natura 2000 gebied 7 Noordzeekustzone (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003062 + NL9802001 Beschermd

Nadere informatie

Weerribben. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 34

Weerribben. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 34 Gebiedsrapportage 2017 Natura 2000 gebied nr. 34 Weerribben Binnen het Programma Aanpak Stikstof staat het uitvoeren van de geplande bron- en herstelmaatregelen en het blijvend dalen van het stikstofdepositie

Nadere informatie

Pas gebiedsanalyse 070 Lingegebied & Diefdijk-Zuid. Datum 19 november 2015

Pas gebiedsanalyse 070 Lingegebied & Diefdijk-Zuid. Datum 19 november 2015 Pas gebiedsanalyse 070 Lingegebied & Diefdijk-Zuid Datum 19 november 2015 Colofon Projectleiding Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Contactpersoon RVO loket 088 0424242 Auteurs Dienst Landelijk Gebied

Nadere informatie

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998. De resultaten

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490424 ODH-2017-00073147 2 8 JULI 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

Koppel kuifeenden. Kuifeenden 42 Ecologie en natuurfuncties Het IJsselmeergebied is een uniek natuurgebied van (inter-)nationale betekenis. Het is een van de zee afgesloten, benedenstrooms gelegen, zoet laaglandmeer met een relatief

Nadere informatie

Natura 2000 Botshol. Fleur Smout. Indeling van de avond. Stand van zaken beheerplan Presentatie Natuurmonumenten Terugkoppeling en vragenronde

Natura 2000 Botshol. Fleur Smout. Indeling van de avond. Stand van zaken beheerplan Presentatie Natuurmonumenten Terugkoppeling en vragenronde Natura 2000 Botshol Fleur Smout 1 Indeling van de avond Stand van zaken beheerplan Presentatie Natuurmonumenten Terugkoppeling en vragenronde 2 provincie Utrecht 1 Natura 2000 Waarborgen biodiversiteit

Nadere informatie

Voortoets Natuurbeschermingswet Bestemmingsplan Bedrijventerreinen Sluis. Gemeente Sluis

Voortoets Natuurbeschermingswet Bestemmingsplan Bedrijventerreinen Sluis. Gemeente Sluis Voortoets Natuurbeschermingswet Bestemmingsplan Bedrijventerreinen Sluis Gemeente Sluis Voortoets Natuurbeschermingswet Bestemmingsplan Bedrijventerreinen Sluis Gemeente Sluis Rapportnummer: 211x06517.075751_1

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 6 Duinen Schiermonnikoog

Natura 2000 gebied 6 Duinen Schiermonnikoog Natura 2000 gebied 6 Duinen Schiermonnikoog (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003058 + NL9802001 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 101 Duinen Goeree & Kwade Hoek

Natura 2000 gebied 101 Duinen Goeree & Kwade Hoek Natura 2000 gebied 101 Duinen Goeree & Kwade Hoek (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Duinen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL9801079 + NL2000006 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

Natura 2000 Deltawateren

Natura 2000 Deltawateren Samenvatting juni 2015 Natura 2000 Deltawateren Ontwerpbeheerplan 2015-2021 Leeswijzer De Deltawateren, de grote wateren in het deltagebied van Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant, zijn onderdeel van

Nadere informatie

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Samenvatting van het beheerplan 2012-2017 een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het beheerplan is

Nadere informatie

Datum: 1 juli 2013 Van: Eric van der Aa en Evert Stellingwerf (Rho Adviseurs voor leefruimte)

Datum: 1 juli 2013 Van: Eric van der Aa en Evert Stellingwerf (Rho Adviseurs voor leefruimte) BUITENGEBIED FRANEKERADEEL AANVULLENDE INFORMATIE PASSENDE BEOORDELING Datum: 1 juli 2013 Van: Eric van der Aa en Evert Stellingwerf (Rho Adviseurs voor leefruimte) Aanleiding Voor de nieuwe bestemmingsplannen

Nadere informatie

memo Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst

memo Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst memo aan: van: Gemeente Overbetuwe SAB: Johan van der Burg, Nicol Hesselink-Lodewick datum: 21 mei 2013 betreft: Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst project: 80917.18

Nadere informatie

PAS-gebiedsanalyse Oosterschelde (118)

PAS-gebiedsanalyse Oosterschelde (118) 118 Oosterschelde PAS-gebiedsanalyse PAS-gebiedsanalyse Oosterschelde (118) Versie januari 2015 De volgende habitattypen en soorten worden in dit document behandeld: Habitattypen: H1310A (Zilte pionierbegroeiing)

Nadere informatie

NADERE EFFECTENANALYSE WADDENZEE EN NOORDZEEKUSTZONE II DEELRAPPORT EXTERNE WERKING

NADERE EFFECTENANALYSE WADDENZEE EN NOORDZEEKUSTZONE II DEELRAPPORT EXTERNE WERKING NADERE EFFECTENANALYSE WADDENZEE EN NOORDZEEKUSTZONE II DEELRAPPORT EXTERNE WERKING RWS WATERDIENST NOORD NEDERLAND NOORDZEE MINISTERIE VAN EL&I DRZ NOORD 21 maart 2011 075397777.B - Definitief D03011.009001.0300

Nadere informatie

Bestemmingsplannen en PAS

Bestemmingsplannen en PAS Bestemmingsplannen en PAS Dr. F.L.H. Vanweert PAGINA 0 Bestemmingsplannen en PAS 3 NOVEMBER 2015 Overzicht PAS; Natuurbeschermingswet en Bestemmingsplannen; PAS en Bestemmingsplannen; Voortoets en Passende

Nadere informatie

Durgerdam voortgang ontwerp

Durgerdam voortgang ontwerp Methode & resultaten Sectie Naam STBI STBU HT EA-10B Kinselmeer EA-11 Polder IJdoorn EA-12 Durgerdam EA-13 Durgerdam-West Sectie 10B: Kinselmeer Sectie 11:Polder IJdoorn Variant: Dijk buitenom (Dijk maximaal

Nadere informatie