Doorlichting 2.0. Inne De Sutter Coördinator PCDO

Transcriptie

1 en Doorlichting 2.0 Inne De Sutter Coördinator PCDO

2 Referentiekader Onderwijskwaliteit (ROK) Doorlichting 2.0 Proefdoorlichting PTI Eeklo van 27 november

3

4 Zet verwachtingen uit voor kwaliteit in het onderwijs waar we het allen eens over zijn Stimuleert scholen om ook een eigen weg uit te tekenen En om de goede praktijken te versterken Belangrijk = de samenhang zien tussen 4 rubrieken van het ROK

5 Noodzaak: door iedereen gedragen Stilstaan bij het eigen lesgeven en functioneren zichzelf in vraag stellen Positief vooruit denken Open staan voor vernieuwing Overtuigd zijn van het nut van kwaliteit èn de controle daarop Zichzelf bijsturen en samen eraan werken

6 Iedere school functioneert in een specifieke context die van belang is voor wat de school doet en welke keuzes ze maakt. zoals: administratieve, socio-economische kenmerken, kansarmoede, instroom van anderstaligen, infrastructuur, financiële middelen

7 kenmerken van de lerenden en van de ouders en de thuisomgeving kenmerken van het schoolteam didactische en inhoudelijke vakkennis, verwachtingen m.b.t. de lerende, attitudes en motivatie, opleidingsniveau, aantal jaren onderwijservaring kenmerken en samenstelling van het bestuur, professionaliteit

8 Het referentiekader onderwijskwaliteit bestaat uit vier rubrieken: resultaten en effecten ontwikkeling stimuleren kwaliteitsontwikkeling beleid

9 De school bereikt de minimaal gewenste output bij een zo groot mogelijke groep van lerenden. De minimaal gewenste output omvat het nastreven van de ontwikkelingsdoelen en het realiseren van de eindtermen, basiscompetenties en leerplandoelen. Dit hangt samen met het streven naar welbevinden en betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten. De algemene kwaliteitscultuur in de school en de kwaliteit van de pedagogische relatie tussen lerenden en teamleden vormen hierbij sleutelelementen.

10 De school streeft bij elke lerende naar zoveel mogelijk leerwinst. Het is belangrijk dat de school alles in het werk stelt om elke lerende zoveel mogelijk ontwikkelingskansen te bieden. Dit betekent toename van kennis en vaardigheden en de ontwikkeling van attitudes, competenties en talenten van lerenden.

11 Welbevinden staat voor de mate waarin iemand zich lichamelijk, mentaal en sociaal goed voelt. Betrokkenheid uit zich onder andere in de mate waarin iemand geconcentreerd en geïnteresseerd is en actief deelneemt. Welbevinden en betrokkenheid beïnvloeden het leren, de ontwikkeling en de vorming van de lerenden. Ze spelen eveneens een cruciale rol bij de teamleden in het realiseren van gewenste resultaten en effecten. Idem voor ouders. Welbevinden, betrokkenheid en tevredenheid vormen hefbomen voor kwaliteitsontwikkeling.

12 De school waarborgt de toegang tot onderwijs voor elke lerende. Scholen kunnen maar resultaten en effecten bereiken als lerenden participeren aan het onderwijsleerproces. De school volgt de deelname van alle lerenden aan het onderwijsgebeuren op en gaat die waar nodig stimuleren.

13 De school stimuleert de studievoortgang van elke lerende. Studievoortgang is het bereiken van de minimaal gewenste output binnen een vooropgesteld tijdspad. De school streeft ernaar dat zoveel mogelijk lerenden gekwalificeerd uitstromen, waarbij ze minimaal voldoen aan de vereisten van het gevalideerd doelenkader.

14 De school streeft naar effecten op langere termijn bij alle lerenden. De school beoogt bij alle lerenden persoonlijkheidsontwikkeling, deelname aan het vervolgonderwijs of de arbeidsmarkt en aan diverse facetten van de samenleving.

15 Doelgericht leren betekent dat de overdracht van het geleerde naar de buitenwereld wordt gestimuleerd. Het schoolteam werkt samen om de doelen in een samenhangend aanbod vast te leggen (horizontale samenhang=tussen vakken) (verticale samenhang=over leerjaren heen) Belangrijk! Doelen + criteria worden voortdurend uitgelegd aan de lerenden (feedback)

16

17 Kwaliteit aanbieden = de juiste dingen goed doen Wat in de klas gebeurt = lerenden tot zelfstandige en veerkrachtige mensen vormen De resultaten en effecten ervan moeten worden geëvalueerd en verder uitgebouwd Feedback naar de leerling op een constructieve manier Feedback naar zichzelf als leraar enquête

18 Centrale principes: -Methodologisch onderbouwd doorlichten -Controleren en stimuleren -Doorlichtingsfrequentie verhogen -Instellingen vertrouwen geven -Inhaken op de interne kwaliteitszorg -De lerende centraal stellen -Administratieve lasten beperken

19 Via ontwikkelingsschalen (zie verder) Gebaseerd op het ROK Gebaseerd op referentiekader voor CLBkwaliteit

20 Doel: Controle met het oog op erkenning Stimuleren van de goede werking in de scholen door:

21 Systeemonderzoek = de kwaliteitszorg en ontwikkeling, de kwaliteit van BVH Substantief onderzoek = onderwijsleerpraktijk op instellingsniveau en het aftoetsen van BVH (BHV= bewoonbaarheid, veiligheid, hygiëne)

22 Doorlichten om de 6 jaar Transparante procedures Terugkoppelen van de onderzoeken

23 Scholen vertrouwen geven Vertrekkende van 0 = school werkt kwaliteitsvol Geen opvolgdoorlichting of verbeterplan Vertrekken van interne kwaliteitszorg van de school

24 Onderzoeksvraag 1: In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit in de leerpraktijk? Onderzoeksvraag 2 : In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs volgens de verwachtingen van het ROK? De school geeft hiervoor zelf een thema aan waarbij de kwaliteit wordt bewezen.

25 Vijf weken voor de doorlichting: - contacten, weekplanning opstellen, info De doorlichtingsweek 1 e deel - gesprekken vakgroepen - observaties - documentenstudie - gesprek leerlingen, ouders, schoolteam - gesprek leraren over kwaliteit van het uitvoeringsniveau

26 De doorlichtingsweek 2 e deel: - reflectiegesprekken met de vakgroepen - reflectiegesprek met het schoolteam - reflectiegesprek met het beleidsteam - synthesegesprek met het beleidsteam over kwaliteitszorg.

27 Waarom? Scholen stimuleren om hun kwaliteit te blijven ontwikkelen Transparant onderzoek Objectieve en betrouwbare beoordeling Gestandaardiseerde manier van registreren

28 Hoe? 4 niveaus - Beneden de verwachting (paars) - Benadert de verwachting (oranje) - Volgens de verwachting (groen) - Overstijgt de verwachting (blauw) - Deze niveaus worden gebruikt voor de beoordeling, maar kunnen ook worden gebruikt voor een nietverplichte zelfinschatting. - Je vindt ze na goedkeuring, vanaf 1 jan op

29

30

31 In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? Advies betreffende de erkenning en aanbevelingen.

32

33 U1 = Afstemming op het gevalideerd doelenkader U2 = Intake, toelating en vrijstelling U3 = Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod U4 = Positieve en stimulerende leeromgeving U5 = Materiële leeromgeving en onderwijsorganisatie U6 = Feedback U7 = Begeleiding U8 = Evaluatie U9 = Samenwerking U10 = Leereffecten

34

35

36 Via de link kan je informatie over de proefdoorlichting vinden.

37 Men vertrekt vanuit schaal 3: voldoet Samenwerking is de boodschap: men bekijkt de totaliteit Wordt het onderwijs uitdagend aangeboden Variëren de doelen voor elke leerling Wordt de moeilijkheidsgraad geleidelijk opgebouwd Wordt er buiten leren, ook opgevoed Is er voldoende en bewezen feedback op het moment van het lesgeven Is er feedup en feedforward op het product, maar ook op het proces Zijn de criteria waarrond je feedback geeft, gekend en duidelijk? Wordt er per leerling geëvalueerd, talent gericht?

38 Is de visie van de school gekend en gedragen? Leerling staat centraal Probleem analyse actie opvolging. De evaluatie moet transparant zijn en betrouwbaar, naast het in acht nemen van de talenten en het oriënteren. Wat is in huis om de leerling als krachtig product af te leveren? Leraren moeten het leerplan realiseren en evalueren. Hoe?

39 Handelen leerkrachten naar de visie van de school? Hoe schat je de term participatie in, in de school? Hoe wordt vernieuwing gestimuleerd, expertise gedeeld met teamleden om zo de leerpraktijk te verbeteren? Hoe kunnen vernieuwende methodes rond evalueren doorgegeven worden zodat er aan wordt gewerkt? Interne evaluatie: enquête leerlingen bevraging ouders

40 Gebeurt er een leerplanstudie? Wat in de tweede graad wordt doorgegeven, moet in de hogere graden terugkeren en uitgediept worden, Dit moeten de leggers zijn voor de leerlingen, zodat ze zelf de verbanden kunnen leggen en dat dat een gewoonte wordt voor hen. Ouders: De ouders ontvangen een A4-formaat met daarop een aantal kwaliteitsgebieden en vervolgens bij elk kwaliteitsgebied een aantal stellingen. Krijgen alle leerlingen een individuele begeleiding? Wordt er gekeken naar de eigenheid van elk kind? Wat met leerstoornissen?

41 Ouderparticipatie in het PCDO? De manier van omgaan met de leerlingen gebeurt respectvol, ook omgekeerd. Ook positieve interactie. Als ze fout zijn wordt niet negatief geantwoord. Ook leerlingen onder elkaar tonen het nodige respect. Er wordt efficiënt gebruik gemaakt van de onderwijstijd. De didactische uitrusting is aanwezig en wordt efficiënt ingezet. Leerlingen worden bevraagd via stellingen.

42 Totaal niet afgestemd op het leerplan. op een gans schooljaar worden maar 5 oefeningen gemaakt. Op praktijkniveau onvoldoende voorbereid. De leerkracht heeft onvoldoende zicht op de beginsituatie van de leerlingen om er het onderwijsleerproces op af te stemmen. Het aanbod is onvoldoende samenhangend, betekenisvol, samenhangend en activerend. De leerkracht is vaak weg uit het lokaal en er worden veel te weinig oefeningen afgewerkt op een schooljaar. Er is slechts beperkt zicht op de emotionele noden en leerbehoeften van de leerling.

43 Er wordt weinig of geen gebruik gemaakt van de beschikbare uitrusting. De evaluatie waar een cijfer gegeven wordt, zonder meer, is niet voldoende. Voorbeeld: 7/10, waar zijn die drie punten verloren gegaan. Er dient een extra blad bijgevoegd te worden waarop de criteria staan. Dit zou moeten leiden tot dezelfde quotatie indien twee leerkrachten de opdracht zouden beoordelen. Er is een evaluatie enkel op het product. Procesevaluatie is weinig voorkomend. Ook zelfevaluatie is wenselijk. Hoeft niet altijd, maar is waardevol als ook de leerlingen hun eigen werk en elkaars evalueren.

44