VERSLAG OVER DE DOORLICHTING VAN DE GEMEENTELIJKE BASISSCHOOL TE RETIE

Transcriptie

1 VERSLAG OVER DE DOORLICHTING VAN DE GEMEENTELIJKE BASISSCHOOL TE RETIE INSTELLINGSNUMMER 9472 Data van het doorlichtingsbezoek , , , Samenstelling van het doorlichtingsteam Michel MARYNISSEN Johan DE BLESER Cris HENS Dirk JANSSENS Veerle VAN RANSBEECK Inhoudsopgave 1 Administratieve gegevens Toelichting bij het verslag Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting? Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit? Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie? Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie? Hoe gaat het verder na de doorlichting? In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? De onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling Wiskunde in het lager onderwijs...11 DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 1/22

2 4.3 Muzische vorming in het lager onderwijs Het omgaan met diversiteit In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Respecteert de school de regelgeving? Samenvatting In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? Het omgaan met diversiteit De onderwijsleerpraktijk In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Advies betreffende de erkenning en aanbevelingen DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 2/22

3 1 Administratieve gegevens Instelling Gemeentelijke Basisschool Instellingsnummer 9472 Hoofdstructuur basisonderwijs Beleidsverantwoordelijke Guy MERMANS Adres Peperstraat RETIE Telefoonnummer Website Bestuur Gemeentebestuur van Retie Markt RETIE Scholengemeenschap De Toverkijker Peperstraat RETIE CLB Vrij CLB Kempen Hellekensstraat 2 A HERENTALS De instelling organiseert onderwijs in volgende vestigingsplaats(en): Schoolstraat RETIE Peperstraat RETIE DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 3/22

4 2 Toelichting bij het verslag 2.1 Wat onderzoekt de onderwijsinspectie tijdens een doorlichting? Elke doorlichting biedt een antwoord op twee onderzoeksvragen: 1. In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit, met bijzondere aandacht voor de aansturing en de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk? 2. In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs dat tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit (het OK) en respecteert ze de regelgeving? Om de twee onderzoeksvragen te beantwoorden, voert de onderwijsinspectie tijdens elke doorlichting vier onderzoeken uit: een onderzoek naar de kwaliteitsontwikkeling; een onderzoek naar de onderwijsleerpraktijk; een onderzoek naar één kwaliteitsgebied; een onderzoek naar het beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. 2.2 Hoe voert de onderwijsinspectie haar onderzoeken uit? De onderwijsinspectie gaat na of de school tegemoetkomt aan de kwaliteitsverwachtingen van het OK aan de hand van een relevante steekproef. De onderzoeken zijn steeds gebaseerd op een triangulatie van onderzoeksmethoden en bronnen (kwantitatieve en kwalitatieve data, documenten, observaties, gesprekken en gevalstudies). De onderwijsinspectie betrekt ook relevante stakeholders bij de onderzoeken. 2.3 Hoe beoordeelt de onderwijsinspectie? Het doorlichtingsteam situeert de kwaliteitsontwikkeling en de kwaliteit van de school aan de hand van ontwikkelingsschalen. Door met ontwikkelingsschalen te werken, wil de onderwijsinspectie het schoolteam stimuleren om de eigen kwaliteit te (blijven) ontwikkelen. De ontwikkelingsschalen zijn gebaseerd op het OK en bestaan telkens uit vier niveaus. Het verslag stelt de antwoorden op de onderzoeksvragen ook visueel voor. Beneden de verwachting Er zijn meerdere essentiële elementen die voor verbetering vatbaar zijn. Benadert de verwachting Er zijn, naast sterke punten, ook nog meerdere punten ter verbetering. Daardoor komt het geheel nog niet tegemoet aan de verwachting. Volgens de verwachting Er zijn veel sterke punten en geen belangrijke punten of gebieden ter verbetering. Het geheel komt tegemoet aan de verwachting. Overstijgt de verwachting Er zijn veel sterke punten, met inbegrip van significante voorbeelden van goede praktijk. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 4/22

5 Het ontwikkelingsniveau volgens de verwachting bevat de kwaliteitsverwachtingen uit het referentiekader voor onderwijskwaliteit (OK). Dit niveau betekent dus voluit: "Volgens de verwachting van het referentiekader voor onderwijskwaliteit". Het ontwikkelingsniveau overstijgt de verwachting bevat dezelfde kwaliteitsverwachtingen, maar op dat niveau verwacht de onderwijsinspectie ook een voorbeeld van goede praktijk. De criteria voor een voorbeeld van goede praktijk zijn: De praktijk overstijgt het gangbare. De praktijk heeft een positieve impact op de resultaten en effecten bij de kleuters/leerlingen. De praktijk is ingebed in de werking van de school of de werking van een deelteam. De praktijk is onderbouwd vanuit evaluaties of school specifieke noden of is gebaseerd op vernieuwde inzichten op het vlak van onderwijskwaliteit. De praktijk kan (na vertaalslag naar een andere context) andere scholen inspireren. 2.4 Welke adviezen formuleert de onderwijsinspectie? De onderwijsinspectie formuleert een advies aan de Vlaamse regering over de verdere erkenning van de school. Er zijn twee adviezen mogelijk. 1. Indien de school in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, formuleert het doorlichtingsteam een gunstig advies. Dit advies heeft twee varianten: 1.1. een gunstig advies zonder meer; 1.2. een gunstig advies met de verplichting om te werken aan de tekorten. 2. Indien de school niet in voldoende mate tegemoetkomt aan de erkenningsvoorwaarden, kan het doorlichtingsteam een ongunstig advies formuleren. Dit advies heeft twee varianten: 2.1. Een ongunstig advies met mogelijkheid om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt op voorwaarde dat het bestuur het engagement aangaat om zich bij het werken aan de tekorten extern te laten begeleiden. Indien het schoolbestuur gebruik maakt van het recht om te verzoeken dat de procedure tot intrekking van de erkenning niet opgestart wordt en zich extern laat begeleiden, volgt er een nieuwe doorlichting binnen een tijdspanne die de onderwijsinspectie bepaalt op basis van de ernst en de aard van de tekorten en die minimum 90 dagen bedraagt, behalve als de tekorten betrekking hebben op de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne Een ongunstig advies zonder mogelijkheid om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. Het schoolbestuur kan een beroep indienen tegen die onmogelijkheid. Binnen de 60 kalenderdagen na het indienen van het beroep, onderzoekt een nieuw en paritair samengesteld doorlichtingsteam de argumenten die het bestuur aangeeft om te rechtvaardigen dat er wél een mogelijkheid moest zijn om te verzoeken de procedure tot intrekking van de erkenning niet op te starten. 2.5 Hoe gaat het verder na de doorlichting? De school ontvangt het verslag enkele dagen na het einde van de doorlichting. Het schoolbeleid kan dan feitelijke onjuistheden melden die het doorlichtingsteam nog kan rechtzetten. Het advies en de inschalingen kunnen op dat moment echter niet meer worden gewijzigd. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 5/22

6 Uiterlijk binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van het doorlichtingsverslag kan het beleid of het bestuur van de school een bespreking van het verslag aanvragen bij de inspecteur-generaal. Die aanvraag wordt schriftelijk ingediend en gebeurt zoals aangegeven op de website van de onderwijsinspectie. De bespreking wordt zo spoedig mogelijk gepland en het bestuur van de school bepaalt zijn vertegenwoordiging. Het doel van dit bijkomende gesprek is verduidelijking over het verslag te krijgen. Voor meer informatie: raadpleeg en DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 6/22

7 3 In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? Visie en strategisch beleid De school geeft in 7 duidelijke krachtlijnen haar visie op onderwijskwaliteit weer. Daarmee verduidelijkt ze wat ze met haar onderwijs wil bereiken, hoe ze de schoolwerking wil vormgeven en hoe ze de ontwikkeling van de kleuters/leerlingen wil stimuleren. Deze visie is afgestemd op de input en de context van de school en op de regelgeving. Ze is gedragen door de leraren, de ouders en de kinderen en vindt hierdoor breed en zichtbaar ingang in de schoolwerking en in de onderwijsleerpraktijk. De school stimuleert de gezamenlijke verantwoordelijkheid om haar visie te realiseren. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 7/22

8 Organisatiebeleid Onderwijskundig beleid Systematische evaluatie van de kwaliteit Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit Borgen en bijsturen De directeur en de beleidsondersteuner nodigen de leraren uit om in werkgroepen en deelteamvergaderingen ideeën uit te wisselen en zich te engageren in de besluitvorming. Het beleidsteam spreekt daarmee de verwachting uit dat participatie en dialoog belangrijk zijn. De school staat open voor externe vragen en speelt daar geregeld op in. Ze stimuleert reflectie en expertisedeling tussen de teamleden. De leraren krijgen geregeld kansen om met vernieuwingen in hun klaspraktijk te experimenteren. Voorbeelden daarvan zijn de vele werkvormen die de leraren uitproberen om het muzisch proces vlot in de vingers te krijgen in de lagere afdeling en de initiatieven om co-teaching te stimuleren in de kleuterafdeling. De school werkt samen met anderen om de onderwijsleerpraktijk en de schoolwerking te versterken. Ze communiceert frequent, transparant en doelgericht over haar werking met interne en externe belanghebbenden. De school ontwikkelt de kwaliteit van haar onderwijsleerpraktijk. Haar onderwijsvisie is daarvoor richtinggevend. De onderwijskundige begeleiding en aansturing bij onder andere vernieuwingsinitiatieven gebeuren vrij fragmentair en bereiken daardoor niet altijd de klasvloer. Hierdoor krijgen bijvoorbeeld coteaching in de kleuterafdeling en differentiatie in de wiskunde-activiteiten in de lagere afdeling leraarafhankelijk een meer of minder doeltreffende invulling. De sterk responsieve instelling van de leraren resulteert bovendien in een groot aantal vernieuwingsvoorstellen. In functie van een grondige en duurzame implementatie vormt het voor de school een uitdaging om uit die veelheid aan initiatieven doelgerichte keuzes te maken. De school evalueert systematisch verschillende aspecten van de schoolwerking. De kwaliteitszorgmatrix bevat een duidelijk overzicht van de gegevens die de school verzamelt om de onderwijskwaliteit in kaart te brengen. De school heeft daarbij ruime aandacht voor de evaluatie van de onderwijsleerpraktijk. De school besteedt bij haar evaluaties slechts gedeeltelijk aandacht aan de resultaten bij de leerlingen. Ze analyseert niet altijd alle beschikbare kwalitatieve en kwantitatieve bronnen, waardoor de betrouwbaarheid van de evaluaties in het gedrang komt. Illustratief hiervoor is de beperkte aandacht die de school besteedde aan een grondige analyse van de toetsresultaten als onderbouwing voor het verbetertraject van het spellingonderwijs. De school heeft zicht op haar sterke punten en werkpunten, maar dat zicht is onvolledig. Ze bewaart en verspreidt niet altijd wat goed is. Ze laat kansen liggen om haar werking vanuit (tussentijdse) evaluaties bij te stellen. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 8/22

9 4 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? 4.1 De onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader. De planning biedt garanties dat de verschillende leergebieden evenwichtig aanbod komen. Het aanbod is nagenoeg volledig en sluit globaal gezien aan bij de ontwikkeling van de kleuters. Visieontwikkeling door onder meer het inhoudelijk en gezamenlijk verkennen van de leerplannen kan bijdragen tot een nog doelbewuster aanbod. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraren stellen haalbare en uitdagende doelen voor de meeste kleuters. Recent zijn de leraren gestart met co-teaching per leeftijdsgroep. De leraren laten daarbij nog kansen liggen om binnen hun onderwijsorganisatie sterker in te spelen op de zelfsturing en zelfregulatie van de kleuters. Hierbij is het belangrijk om de graduele opbouw niet uit het oog te verliezen. Het thematisch aanbod in de verschillende leeftijdsgroepen is samenhangend en betekenisvol. Er zijn nog groeikansen om het aanbod rijker, uitdagender én op maat van alle kleuters te maken. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 9/22

10 Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positieve en stimulerende speelleeromgeving. De leraren motiveren de kleuters, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan vaak met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De leraren ondersteunen het spel van de kleuters in functie van hun ontwikkeling door mee te spelen. De doelgerichtheid hiervan kan nog aan kracht winnen. De leraren maken over het algemeen efficiënt gebruik van de beschikbare tijd. Routineactiviteiten zoals eet-, toilet-, en opruimmomenten geven soms aanleiding tot veel wachttijd bij de kleuters. Warme transitiemomenten tussen de school en het gezin en een grote aanspreekbaarheid van de leraren bevorderen het gewenningsproces van de kleuters. Materiële leeromgeving De materiële leeromgeving ondersteunt het nastreven van de doelen en stimuleert de ontwikkeling van de kleuters. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in. De leraren variëren het materiële aanbod in de hoeken in functie van het thema. Doelgerichte activiteiten aanbieden in de hoeken waar de kleuters zelfstandig aan de slag kunnen, kan het aanbod nog versterken. Feedback De leraren geven geregeld ontwikkelingsgerichte feedback, waarbij ze vertrekken vanuit de leerervaringen van de kleuters. De feedback is zowel op het product als op het proces gericht. De feedback is veelal duidelijk, constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. De waarde van feedback als een krachtige strategie om het onderwijsleerproces mee vorm te geven, was nog geen onderwerp van teamoverleg. Hierdoor vullen de leraren de wijze waarop ze de kleuters informeren over hun ontwikkeling veelal intuïtief in. Kleuter- en/of leerlingenevaluatie De evaluatie en de observaties zijn representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De leraren werkten recent een kindvolgsysteem uit gebaseerd op een selectie van kerndoelen en afgestemd op de verwachting van de volgende leeftijdsgroep. De evaluatie is transparant, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het onderwijsleerproces. Een kritische reflectie en eventuele bijsturing blijven aangewezen. Leereffecten Uit de onderwijsleerpraktijk en het kleuterwelbevinden blijkt dat het team voldoende inspanningen levert die daadwerkelijk bijdragen tot de ontwikkeling van de kleuters. Een diepgaandere inhoudelijke en pedagogische (aan)sturing en het formaliseren van een aantal overlegstructuren kunnen de kwaliteitsbewaking en de ontwikkeling in de kleuterafdeling versterken. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 10/22

11 4.2 Wiskunde in het lager onderwijs Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader en is nagenoeg volledig. Het is evenwichtig en afgestemd op het verwachte beheersingsniveau. De leraren gebruiken een recent onderwijsleerpakket. Dit gebruik leidt tot een structureel aanbod waarbij alle domeinen van doelen de verwachte aandacht krijgen. Leraren passen de vooropgestelde lesgang en het bijbehorend aanbod indien nodig geacht aan vanuit eigen inzichten en ervaring. Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraren benutten de beginsituatie van de groep leerlingen om haalbare en uitdagende doelen te stellen en om het onderwijsleerproces vorm te geven. Het aanbod is veelal samenhangend en betekenisvol en ondersteunt het leren. De mate waarin de leeractiviteiten gericht zijn op actieve deelname van leerlingen en kansen bieden tot initiatief en interactie verschilt van leraar tot leraar. In een aantal klassen kunnen de zelfregulatie en zelfsturing van de leerlingen nog meer benut worden om de brede basiszorg te versterken. De onderwijsorganisatie bevordert algemeen het bereiken van de doelen. Leer- en leefklimaat De meeste leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. Ze motiveren de leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen, gaan vaak met hen in interactie en houden rekening met hun inbreng. De leraren maken efficiënt gebruik van de lestijd. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 11/22

12 Materiële leeromgeving De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de doelen. De leraren zetten de beschikbare uitrusting efficiënt in. Ze beschikken over additionele leermiddelen bij het onderwijsleerpakket, aangepast aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Feedback De leraren geven geregeld ontwikkelingsgerichte feedback, waarbij de meesten vertrekken vanuit de doelen en de leerervaringen van de leerlingen. De feedback is vooral op het product en minder op het proces gericht. De feedback is veelal duidelijk, constructief en gedoseerd en vindt plaats in een klimaat van veiligheid en vertrouwen. De waarde van feedback als een krachtige strategie om het onderwijsleerproces mee vorm te geven, was nog geen onderwerp van teamoverleg. Hierdoor vullen de leraren de wijze waarop ze de leerlingen informeren over hun ontwikkeling veelal intuïtief in. Kleuter- en/of leerlingenevaluatie De evaluatie is representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het aanbod. De evaluatie is transparant, betrouwbaar, breed, afgestemd op de doelgroep en geïntegreerd in het onderwijsleerproces. De mate waarin de evaluatiegegevens de basis vormen voor het bijsturen van het didactisch handelen en voor het nemen van passende maatregelen verschilt van leraar tot leraar. De informatieve waarde van het rapport is voor wiskunde veeleer beperkt. Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk en het leerlingenwelbevinden tonen aan dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 12/22

13 4.3 Muzische vorming in het lager onderwijs Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Het aanbod spoort met het gevalideerd doelenkader, is vrij evenwichtig en veelal afgestemd op het verwachte beheersingsniveau. Het team maakte in het verleden kennis met het doelenkader en gebruikt een onderwijsleerpakket als inspiratiebron voor het bepalen van het onderwijsaanbod. Dit leidde tot een inventaris van de lessen per leerjaar. Deze inventaris bevat echter geen expliciete, graduele opbouw in moeilijkheidsgraad, geënt op het leerplan, waardoor een structurele competentieverhoging voor muzische vorming beperkt aandacht krijgt. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 13/22

14 Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod De leraren stellen geregeld haalbare doelen voor de meeste leerlingen. De afstemming van het onderwijsleerproces op de beginsituatie van de leerlingen is voor verbetering vatbaar. De leraren laten nog kansen liggen om het aanbod samenhangend, betekenisvol, activerend en uitdagend te maken. Hoewel de onderwijsorganisatie het bereiken van de doelen bevordert, krijgen niet alle domeinen van muzische vorming een duidelijke plaats in het onderwijsaanbod. Enkele initiatieven waarbij één leraar een specifiek muzisch domein in meerdere leerjaren begeleidt, dragen bij tot een gelijkgerichtere didactische aanpak en tot een meer gestructureerde opbouw van het aanbod. Een meer expliciete studie van het leerplan biedt perspectieven om de visie op muzische vorming en de graduele opbouw van het aanbod structureel te versterken. Dit kan bijdragen tot de systematische ontwikkeling van muzische competenties bij de leerlingen. Leer- en leefklimaat De leraren creëren een positief en stimulerend leer- en leefklimaat. Ze richten zich in de lessen muzische vorming voornamelijk op positieve interactie en wederzijdse steun. De leraren motiveren de leerlingen, ondersteunen hen, waarderen hen en houden rekening met hun inbreng. De leraren maken efficiënt gebruik van de lestijd. Materiële leeromgeving De materiële leeromgeving ondersteunt het bereiken van de meeste doelen. De leraren zetten de beschikbare uitrusting veelal efficiënt in. De inventarisatie van de muzische leermiddelen en de vergelijking ervan met de minimale vereisten in het leerplan bieden perspectieven op de realisatie van een volledig(er) aanbod voor de verschillende domeinen. Feedback De leraren geven af en toe productgerichte feedback, die duidelijk, constructief, gedoseerd en motiverend is en die past binnen een klimaat van veiligheid en vertrouwen. Ze laten kansen liggen om de feedback ontwikkelingsgericht te formuleren en systematisch in te bedden in het onderwijsleerproces. De beperkte doelgerichtheid leidt meestal tot globale feedback die leerlingen weinig uitdaagt om hun muzische compententies bewust(er) verder te ontwikkelen. Kleuter- en/of leerlingenevaluatie De evaluatie is beperkt representatief voor het gevalideerd doelenkader en voor het te realiseren aanbod. De meeste leraren kiezen voor een globale reflectie op de gerealiseerde activiteit(en). De leraren laten kansen liggen om te komen tot een transparante, betrouwbare en brede evaluatie, die is afgestemd op de doelgroep. De ontwikkeling van een passende evaluatiepraktijk voor muzische vorming kan wezenlijk bijdragen tot een structurele opvolging van de ontwikkeling van de muzische competenties bij de leerlingen en tot de keuze voor verdere stappen in het didactische proces. De informatieve waarde van het rapport is voor muzische vorming op dit moment beperkt. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 14/22

15 Leereffecten De onderwijsleerpraktijk, de kwaliteitsbewaking van de onderwijsleerpraktijk en het leerlingenwelbevinden bieden gedeeltelijke garanties dat een zo groot mogelijke groep leerlingen de minimaal gewenste output bereikt. 4.4 Het omgaan met diversiteit Diversiteitscultuur Het schoolteam erkent de diversiteit op school en in de maatschappij als een normaal gegeven en speelt daar positief op in. De school organiseert daarvoor diverse activiteiten en projecten waarmee het de kleuters/leerlingen beweegt tot een positieve dialoog over Anders zijn. Het schoolteam begeleidt de kleuters/leerlingen tot non-discriminatie, tolerantie en dialoog en benut diversiteit om van elkaar te leren. Taalgericht onderwijs Het schoolteam heeft een globaal zicht op de talige competenties van de kleuters/leerlingen en stemt de onderwijsleerpraktijk daarop af. Het schoolteam heeft aandacht voor taalgericht onderwijs en stimuleert de taalverwerving bij de kleuters/leerlingen. Het schoolteam beschikt vanuit de vroegere onthaalklaswerking over voldoende competenties en leermiddelen om anderstaligen te begeleiden. Die kennis in het team ontsluiten en een talenbeleid uitwerken, kan de ondersteuning van de kleuters/leerlingen met een taalarmere achtergrond verder versterken. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 15/22

16 5 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Het bestuur is verantwoordelijk voor de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de gebouwen en lokalen. De onderwijsinspectie doet hierop een marginale controle. Aan de hand van de volgende selectie van processen gaat ze na of de school hiervoor een doeltreffend beleid ontwikkelt en voert: elektriciteit gebouwen en onderhoud producten met gevaarlijke eigenschappen Planning en uitvoering De school neemt systematisch maatregelen en plant systematisch acties gericht op het voorkomen of inperken van risico s en het voorkomen of beperken van schade. De school is ingebed in de gemeentelijke diensten. Acties worden opgenomen in het globaal preventieplan en het jaaractieplan van de gemeente, waarbij een apart luik voorzien is voor de school afgestemd op haar noden. De gemeente en de school voeren de geplande acties systematisch uit. Indien de uitvoering niet op korte termijn kan plaatsvinden, nemen ze doeltreffende compenserende maatregelen. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 16/22

17 Ondersteuning De gemeentelijke diensten ondersteunen de planning, de uitvoering en de evaluatie van de maatregelen en acties. Ze voorzien planmatig in financiële, materiële en personele middelen. Er is hierbij een goede samenwerking tussen de gemeentelijke diensten en de gemeenschappelijke interne preventiedienst van de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen (IOK). De manier waarop de school in samenwerking met de gemeente haar planning, evaluatie en uitvoering ondersteunt, is een voorbeeld van goede praktijk. Dit weerspiegelt zich eveneens in de kwaliteitsvolle schoolgebouwen die voldoen aan de hedendaagse verwachtingen. Systematische en betrouwbare evaluatie De school evalueert systematisch alle processen en bijhorende acties. Ze verzamelt gegevens om de kwaliteit van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne te evalueren en baseert zich hiervoor op diverse bronnen. Opmerkingen vanuit de wettelijke controles worden opgevolgd door de gemeentelijke diensten. De school betrekt relevante partners bij de evaluaties. Hierdoor zijn de evaluaties doorgaans betrouwbaar. De rondgang door de interne preventieadviseur gebeurt tweejaarlijks in plaats van jaarlijks. Door de regelmatige aanwezigheid van de preventieadviseur op school en de voortdurende aandacht van de school voor veiligheid en welzijn leidt dit niet tot onveilige situaties. Borgen en bijsturen De school heeft zicht op haar sterke punten en werkpunten. Ze bewaart en verspreidt wat kwaliteitsvol is. Ze ontwikkelt doelgerichte verbeteracties voor haar werkpunten. De betrokkenheid van de teamleden verhogen om een gedragen veiligheidscultuur verder te ontwikkelen, heeft nog groeimogelijkheden. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 17/22

18 6 Respecteert de school de regelgeving? Er werden geen inbreuken vastgesteld. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 18/22

19 7 Samenvatting Legenda = beneden de verwachting = benadert de verwachting = volgens de verwachting = overstijgt de verwachting 7.1 In welke mate ontwikkelt de school haar eigen kwaliteit? Visie en strategisch beleid Organisatiebeleid Onderwijskundig beleid Systematische evaluatie van de kwaliteit Betrouwbare evaluatie van de kwaliteit Borgen en bijsturen 7.2 In welke mate verstrekt de school kwaliteitsvol onderwijs? Het omgaan met diversiteit Diversiteitscultuur Taalgericht onderwijs DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 19/22

20 De onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling Wiskunde in het lager onderwijs Muzische vorming in het lager onderwijs De onderwijsleerpraktijk Afstemming van het aanbod op het gevalideerd doelenkader Leer- en ontwikkelingsgericht aanbod Leer- en leefklimaat Materiële leeromgeving Feedback Kleuter- en/of leerlingenevaluatie Leereffecten DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 20/22

21 7.3 In welke mate voert de school een doeltreffend beleid op het vlak van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne? Planning en uitvoering Ondersteuning Systematische en betrouwbare evaluatie Borgen en bijsturen DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 21/22

22 8 Advies betreffende de erkenning en aanbevelingen De onderwijsinspectie formuleert over de verdere erkenning van de school een GUNSTIG ADVIES. De onderwijsinspectie doet de volgende aanbevelingen met het oog op de verdere kwaliteitsontwikkeling van de school: De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk in de kleuterafdeling. De kwaliteit borgen van de onderwijsleerpraktijk voor wiskunde in het lager onderwijs. De kwaliteit borgen van het omgaan met diversiteit. De kwaliteit borgen van de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de kwaliteitsontwikkeling. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot de onderwijsleerpraktijk voor muzische vorming in het lager onderwijs. De ontwikkelkansen benutten met betrekking tot het leer- en ontwikkelingsgericht aanbod in het kleuter- en het lager onderwijs. DLOI2.0 - basisonderwijs Peperstraat RETIE 22/22