Werkprogramma Waddenacademie juli 2014 juli 2019

Transcriptie

1 Werkprogramma Waddenacademie juli 2014 juli 2019 November 2013

2 Foto omslag: Jules Stoop

3 Inhoud 1. Inleiding Externe evaluatie Huidige stand van zaken Bestuurlijke inbedding van de Waddenacademie na 1 juli Uitgangspunten voor de taken en werkzaamheden Globale taken en activiteiten Tot slot 13 3

4 1. Inleiding De Waddenacademie is in 2008 opgericht als uitvloeisel van het in 2004 verschenen rapport Ruimte voor de Wadden van de Adviesgroep Waddenzeebeleid (Commissie Meijer). In dit rapport werd onder meer vastgesteld dat veel kennis over het waddengebied versnipperd aanwezig of slecht ontsloten is en daardoor niet direct beschikbaar of toepasbaar voor beleid en bestuur is. Ook stelde de commissie vast dat er te weinig coördinatie en integratie van kennis en onderzoek is en dat er onvoldoende afstemming is tussen de vraag naar kennis, het aanbod van kennis en de programmering van kennisontwikkeling. Tot slot stelde de Commissie Meijer vast dat er lacunes bestaan op het gebied van monitoring op ecologisch terrein en dat er gebrek is aan (gedeelde) kennis rond de samenhang tussen de Waddenzee als natuurgebied, de sociaaleconomische positie van de bewoners in het waddengebied en de belevingswaarde van de Waddenzee. Om al deze redenen pleitte de Commissie Meijer voor het instellen van een onafhankelijke Waddenacademie. Het toenmalige kabinet besloot om het advies van de Commissie Meijer over te nemen, wat in 2006 leidde tot de Wet op het Waddenfonds. De Wet op het Waddenfonds kent vier doelstellingen: het vergroten en versterken van de natuur- en landschapswaarden van het waddengebied; het verminderen of wegnemen van externe bedreigingen van de natuurlijke rijkdom van de Waddenzee; een duurzame economische ontwikkeling in het waddengebied dan wel gericht zijn op een substantiële transitie naar een duurzame energiehuishouding in het waddengebied en de direct aangrenzende gebieden (Groningen, Friesland en de Kop van Noord-Holland); het ontwikkelen van een duurzame kennishuishouding. Kort samengevat is het Waddenfonds in 2006 ingesteld om een duurzame en kwalitatieve impuls te geven aan de ecologische én economische ontwikkeling van het waddengebied. Het Waddenfonds had bij aanvang een bedrag van 800 miljoen euro beschikbaar, dat binnen een periode van 20 jaar wordt besteed. Tot 1 januari 2012 was het Rijk in de hoedanigheid van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu verantwoordelijk voor het Waddenfonds, vanaf januari 2012 zijn de provincies Noord-Holland, Groningen en Fryslân verantwoordelijk voor het Waddenfonds. In het in september 2011 ondertekende bestuursakkoord Decentralisatie Waddenfonds is expliciet vastgelegd dat de vier doelstellingen van het Waddenfonds ook na de decentralisatie onverkort van kracht blijven. De Waddenacademie is op 30 juli 2008 officieel opgericht op basis van het besluit van het Nederlandse Kabinet en als reflectie op de aanbevelingen van de Commissie Meijer. De Waddenacademie heeft drie taken: het identificeren van domeinoverstijgende kennisleemtes ten behoeve van de duurzame ontwikkeling van het waddengebied en het articuleren van voor het waddengebied relevante onderzoeksvragen (Agenderen); het bevorderen van een samenhangende onderzoeksprogrammering op regionaal, nationaal en internationaal niveau (Programmeren); het bevorderen van informatievoorziening en kennisuitwisseling in en tussen de kenniswereld, overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties (Informeren). Voor een uitputtend overzicht van wat de Waddenacademie in de afgelopen jaren heeft gedaan en bereikt, wordt verwezen naar de jaarverslagen en Het volgende kader noemt enkele aansprekende hoogtepunten. 4

5 Enkele hoogtepunten Waddenacademie Publiceren van de integrale kennisagenda Kennis voor een duurzame toekomst van de Wadden ; Versterken van de samenwerking tussen onderzoek en beleid in het waddengebied; Publiceren van twintig wetenschappelijke achtergrondrapporten en verkenningen; Organiseren van tien symposia; Publiceren van twee special issues van wetenschappelijke tijdschriften met wadden gerelateerd onderzoek; Opzetten van de International Research and Graduate School binnen UCF; Stimuleren van trilaterale onderzoeksprogrammering; Lanceren van een bilaterale Nederlands-Duitse onderzoekscall; 5

6 2. Externe evaluatie De Waddenacademie is conform de procedure die gebruikelijk is bij de uit publieke middelen gefinancierde onderzoeksinstituten, geëvalueerd. De evaluatie vond plaats in augustus 2013 door een door de KNAW ingestelde evaluatiecommissie. De commissie stond onder voorzitterschap van Margreeth de Boer, voormalig minister VROM en voormalig voorzitter van de Raad voor de Wadden. De andere leden waren prof.dr. Hans Renes, bijzonder hoogleraar Erfgoed van Stad en Land VU en prof.dr.ir. Pier Vellinga, hoogleraar Klimaatverandering Wageningen Universiteit. Het in september 2013 verschenen evaluatierapport is als bijlage bij dit werkprogramma bijgevoegd. De evaluatiecommissie concludeerde dat de Waddenacademie haar bestaansrecht heeft bewezen. De evaluatiecommissie stelde ook vast dat de Waddenacademie het vertrouwen en respect van veel partijen heeft verworven als onafhankelijke, integere en deskundige organisatie die een buitengewoon nuttige functie vervult waarin geen ander voorziet. De evaluatiecommissie stelde vast dat er zeker een toekomst voor de Waddenacademie is en dat het niet continueren van de Waddenacademie na 1 juli 2014 feitelijk neerkomt op kapitaalvernietiging. 3. Huidige stand van zaken De financiering van de Waddenacademie wordt voor 90% gefinancierd vanuit het Waddenfonds met 10% cofinanciering van de provincie Friesland. De huidige financieringstermijn loopt per 1 juli 2014 af. Per diezelfde datum beëindigt de KNAW vanwege een herpositionering van het institutenbeleid haar bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de Waddenacademie. Mede gelet op de positieve uitkomst van de externe evaluatie is in het bestuurlijk overleg van 1 november 2013 tussen het Dagelijks Bestuur van het Waddenfonds en het bestuur van de Waddenacademie afgesproken dat de Waddenacademie een werkprogramma juli 2014 juli 2019, voorzien van een meerjarenbegroting, opstelt. Het bestuur van het Waddenfonds heeft in het bestuurlijk overleg aangegeven vóór 1 januari 2014 een besluit te zullen nemen over dit voorstel voor de invulling van de taken en werkzaamheden van de Waddenacademie na 1 juli Bestuurlijke inbedding van de Waddenacademie na 1 juli 2014 De KNAW zal de bestuurlijke, personele en juridische binding met de Waddenacademie per 1 juli 2014 niet voortzetten. Om die reden en gegeven het feit dat de Waddenzee eind juni 2009 is uitgeroepen tot UNESCO Werelderfgoed, heeft de Waddenacademie zich bezonnen op de vraag welke bestuurlijke en organisatorische inbedding na 1 juli 2014 de meest aangewezene is. In eerste instantie zal de Waddenacademie verder gaan als onafhankelijke stichting, met een onafhankelijke Raad van Toezicht. Hiertoe zal de huidige Bestuurlijke Adviesraad enigszins worden gewijzigd, met een grotere rol voor het regionale beleid en beheer en voor het Waddenfonds. In hoeverre de Stichting Waddenacademie zich in de loop van de jaren zal ontwikkelen tot categorie 2 instituut, is onderwerp van trilateraal bestuurlijk overleg dat in de komende jaren zal worden opgestart. De KNAW zal verantwoordelijk blijven voor de onafhankelijke externe kwaliteitsbewaking van de Waddenacademie. Dit betekent in de praktijk dat de eerstkomende externe evaluatie door de KNAW van de Waddenacademie voor medio 2018 op het programma staat. 6

7 5. Uitgangspunten voor de taken en werkzaamheden De evaluatiecommissie was onder de indruk van wat de Waddenacademie in de afgelopen jaren heeft bereikt. Tegelijkertijd kwam ze met een aantal aanbevelingen, waarbij ze als eerste prioriteit noemde een steviger verankering van de Waddenacademie in de regio en het ontwikkelen van de sociale antennes om daar signalen op te pakken en daar ook wat mee te doen. Om de evaluatiecommissie te citeren: De kennisbehoefte moet ook gesignaleerd worden en doorgegeven aan onderzoekers, en wetenschappelijke kennis moet worden terugvertaald in bruikbare informatie, oftewel gevaloriseerd. De Waddenacademie neemt dit advies van de evaluatiecommissie ter harte en zal hier in haar werkzaamheden rekening mee houden. Daarnaast houdt de Waddenacademie uiteraard rekening met de wensen en verlangens die leven bij het Waddenfonds. In het bestuurlijk overleg op 1 november 2013 is door het bestuur van het Waddenfonds expliciet aan de Waddenacademie gevraagd om in de toekomst een rol te spelen bij de monitoring en evaluatie van de door het Waddenfonds gefinancierde projecten. Ook benadrukte het bestuur van het Waddenfonds op 1 november dat ze voor de Waddenacademie een belangrijke rol ziet weggelegd als het gaat om de monitoring van de ontwikkeling van de economische, ecologische en sociaal-culturele duurzaamheid in het waddengebied. Tenslotte onderstreepte het bestuur van het Waddenfonds de rol van de Waddenacademie bij het door middel van kennis bijdragen aan het beheer van het trilaterale waddengebied. Begin dit jaar heeft de Waddenacademie dit in gang gezet door het in samenwerking met het CWSS ontwikkelen van een science-policy matrix die gepresenteerd zal worden op de trilaterale ministersconferentie in februari 2014 in het Deense Tønder. In de science-policy matrix worden de meest urgente beleidsvragen direct gekoppeld aan de mate waarin adequate kennis voor handen is om deze beleidsvragen aan te pakken. 7

8 6. Globale activiteiten juli 2014 juli 2019 In het meerjaren-werkprogramma zijn de activiteiten opgenomen die de Waddenacademie voornemens is om in ieder geval in de komende jaren uit te voeren. De activiteiten spelen in op korte-, middellange- en lange-termijnontwikkelingen die voor het waddengebied relevant zijn. De activiteiten zijn uitgewerkt op basis van de drie kerntaken van de Waddenacademie die voortvloeien uit hoofddoelstelling 4 van het Waddenfonds, het realiseren van een duurzame kennishuishouding van het Waddengebied: Het identificeren van domeinoverstijgende kennisleemtes ten behoeve van de duurzame ontwikkeling van het waddengebied en het articuleren van voor het waddengebied relevante onderzoeksvragen (Agenderen); Het bevorderen van een samenhangende onderzoeksprogrammering op regionaal, nationaal en internationaal niveau (Programmeren); Het bevorderen van informatievoorziening en kennisuitwisseling in en tussen de kenniswereld, overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties (Informeren). Zoals hierboven gememoreerd zijn de aanbevelingen van de evaluatiecommissie en de wensen vanuit het bestuur van het Waddenfonds in dit globale activiteiten overzicht meegenomen. Conform de werkwijze in de afgelopen vijf jaar wordt dit globale overzicht uiteraard jaarlijks nader gespecificeerd in een gedetailleerd jaarprogramma. Activiteiten die zijn voorzien van een * worden specifiek ten behoeve van het Waddenfonds uitgevoerd. Globale activiteiten juli 2014 juli 2019 Kerntaak 1 Het identificeren van domeinoverstijgende kennisleemtes ten behoeve van de duurzame ontwikkeling van het waddengebied en het articuleren van voor het waddengebied relevante onderzoeksvragen (Agenderen); a. Het actualiseren van de kennisagenda In 2009 heeft de Waddenacademie de integrale kennisagenda Kennis voor een duurzame toekomst van de Wadden uitgebracht. De kennisagenda is samengesteld in een constructieve en intensieve dialoog met alle bij het waddengebied betrokken partijen. Vanaf 2013 is in een interactief proces met alle relevante betrokkenen gestart om te komen tot een actualisering van de kennisagenda. Een eerste uitkomst daarvan is de science-policy matrix die in februari 2014 is gepresenteerd. In 2015 moet dit uitmonden in een geactualiseerde, trilaterale, kennisagenda. b. Het (gevraagd en ongevraagd) uitbrengen van wetenschappelijke rapporten en verkenningen In de afgelopen jaren heeft de Waddenacademie ruim 20 wetenschappelijke rapporten en verkenningen uitgebracht. De onderwerpen varieerden van de slibhuishouding in het waddengebied via de economische waardering van de verschillende functies in het waddengebied tot de vraag wat nu eigenlijk onder duurzaamheid in het waddengebied moet worden verstaan. Vanaf 2014 zal de Waddenacademie jaarlijks ten minste twee wetenschappelijke rapporten of verkenningen uitbrengen over een bestuurlijk en wetenschappelijk relevant wadden gerelateerd onderwerp. 8

9 c. Het bewaken van de wetenschappelijke kwaliteitsborging van grootschalige (overheids) projecten In de afgelopen jaren heeft de Waddenacademie nadrukkelijk bijgedragen aan de procesmatige en inhoudelijke kwaliteitsbewaking van de totstandkoming van het Programma Rijke Waddenzee en het Deltaprogramma Wadden, wat heeft geleid tot meer coherentie en samenhang van en tussen beide programma s. Op dit moment heeft de Waddenacademie, op verzoek van de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij) en de Waddenvereniging, een onafhankelijke, internationale wetenschappelijke begeleidingscommissie ingesteld om de lange-termijn-bodemdalingstudie in het waddengebied te begeleiden. Deze begeleidingscommissie, die in 2015 zal rapporteren, zal in de komende jaren via een openbare werkwijze de effecten van de bodemdaling kritisch volgen. Voor de organisatie van deze begeleidingscommissie ontvangt de Waddenacademie een bedrag van in totaal euro voor de periode juli 2014 juli De Waddenacademie is recent ook gevraagd om de wetenschappelijke kwaliteitsborging te bewaken van het Integraal Management Plan (IMP) Eems-Dollard. De Waddenacademie is desgevraagd bereid om ook bij andere grootschalige (overheids)projecten de rol van onafhankelijke wetenschappelijke autoriteit voor het waddengebied op zich te nemen. Dit kan ook bijdragen aan een nauwere koppeling en een versterking van de samenhang met de projecten met een kenniscomponent die door het Waddenfonds worden gefinancierd. d. Het organiseren van congressen en workshops In de afgelopen jaren heeft de Waddenacademie verschillende malen inhoudelijk en financieel bijgedragen aan congressen en workshops die zich richten op het waddengebied. Onderwerpen varieerden van een internationaal congres over de ecologie van de Waddenzee via een workshop over koelwateronttrekking uit de Waddenzee tot een workshop over de ecologische aspecten van blue energy. Vanaf 2014 zal de Waddenacademie jaarlijks ten minste één beleidsgericht en een wetenschappelijk gericht congres of workshop organiseren. e. Het bevorderen van de ecologische en economische ontwikkeling van het Waddengebied Begin 2010 heeft de Waddenacademie een sociaaleconomische denktank ingesteld, die tot doel had om een bijdrage te leveren aan de realisatie van een duurzame economische toekomst van het waddengebied. Dit leidde in 2012 tot de publicatie Naar een duurzame sociaaleconomische ontwikkeling van de Wadden. Deze eerste denktank is inmiddels opgeheven. In 2014 zal een nieuwe denktank worden ingesteld. Directieleden van onder meer de NAM, Groningen Sea Ports en de Nederlandse Vissersbond hebben hun medewerking aan de denktank nieuwe stijl reeds toegezegd. De denktank zal een belangrijke rol spelen bij het signaleren van de kennisbehoefte inzake de sociaaleconomische en ruimtelijk-cultuurhistorische ontwikkeling van het Waddengebied, de vertaling daarvan in onderzoeksvragen, onderzoeksprogrammering en onderzoekfinanciering en bij de valorisatie van de beschikbare en nieuw gegenereerde kennis. f. Het stimuleren van (bijzondere) leerstoelen op het gebied van wadden gerelateerd onderzoek De Waddenacademie is er in de afgelopen jaren in geslaagd om twee (bijzonder) hoogleraren op het gebied van de geowetenschap bij twee Nederlandse universiteiten te (laten) benoemen. De Waddenacademie zal zich inspannen voor de instelling van meer bijzondere leerstoelen op het gebied van het waddenonderzoek in Nederland, Duitsland en Denemarken, waarbij de voorkeur uitgaat naar multidisciplinaire leerstoelen. 9

10 g. Het stimuleren van wadden gerelateerd promotieonderzoek De Waddenacademie heeft in 2012 vijf promotieplaatsen toegewezen gekregen in de eerste ronde van de International Research and Graduate School (IGRS) binnen het kader van de University Campus Fryslân (UCF). Hoewel de Waddenacademie voor zichzelf geen rol ziet weggelegd bij het zelf verwerven van promovendi binnen de IGRS, speelt ze wel een belangrijke rol waar het gaat om het stimuleren van promotieplaatsen die zich bezighouden met wadden gerelateerd onderzoek. De Waddenacademie zal dit beleid in de komende jaren voortzetten. Kerntaak 2 Het bevorderen van een samenhangende onderzoeksprogrammering op regionaal, nationaal en internationaal niveau (Programmeren) a. Het monitoren van de ontwikkeling van de economische, ecologische en sociaal-culturele duurzaamheid in het waddengebied* Vanuit het oogpunt van beleid en verantwoording van de besteding van publieke (onder andere Waddenfonds) en private middelen is het dringend gewenst dat er inzicht bestaat in de mate waarin investeringen in het waddengebied effectief en efficiënt bijdragen aan het realiseren van gestelde doelen op de korte en langere termijn en hoe de stip op de horizon kan worden geoperationaliseerd in goed meetbare concrete indicatoren. Dat inzicht is er op dit moment niet. De Waddenacademie vindt het tot haar verantwoordelijkheid behoren om ervoor zorg te dragen dat er op korte termijn een relatief eenvoudig instrument (denk aan een barometer ) beschikbaar komt die op inzichtelijke wijze aangeeft hoe het waddengebied zich economisch en ecologisch ontwikkelt in relatie tot de stip op de horizon. Met ingang van 2014 zal de Waddenacademie, in samenwerking met partijen als IMSA en Planbureau voor de Leefomgeving, jaarlijks in een openbare bijeenkomst een Waddenbarometer aan het bestuur van het Waddenfonds presenteren. b. Het monitoren en evalueren van de door het Waddenfonds gefinancierde projecten* De monitoring en evaluatie van de door het Waddenfonds gefinancierde projecten aan het realiseren van de lange-termijndoelstellingen van het Waddenfonds is op dit moment niet structureel geborgd. Alleen al gelet op de grote bedragen die met het Waddenfonds gemoeid zijn, is dit feitelijk onacceptabel. In de huidige situatie wordt alleen aandacht besteed aan de financieeladministratieve verantwoording. Met het bestuur van het Waddenfonds ziet de Waddenacademie een belangrijke rol voor zichzelf weggelegd als het gaat om de inhoudelijke monitoring en evaluatie van door het Waddenfonds gefinancierde projecten en de bijdrage die wordt geleverd aan het bereiken van de stip op de horizon. Het ontwikkelen van deze methodiek en het definiëren van meetbare indicatoren voor de stip op de horizon is ook relevant voor uit andere bronnen gefinancierde projecten die betrekking hebben op het waddengebied. Over de precieze wijze waarop deze monitoring en evaluatie het beste vorm kan worden gegeven, treedt de Waddenacademie in overleg met de door het Waddenfonds ingestelde Kwaliteitscommissie. Het is hierbij van belang om te komen tot een goede onderlinge taakverdeling, waarbij de Waddenacademie voor zichzelf een taak ziet weggelegd als het gaat om het eigenlijke verzamelen van gegevens en het evalueren daarvan in wetenschappelijke zin. Met ingang van 2014 zal de Waddenacademie jaarlijks de uitkomsten van deze wetenschappelijke monitoring en evaluatie overleggen aan de Kwaliteitscommissie, die deze kan gebruiken bij haar oordeel over de doeltreffendheid van het Waddenfonds. 10

11 c. Het adviseren over projecten die bij het Waddenfonds worden ingediend* In het bestuurlijk overleg op 1 november is onder meer afgesproken dat de Waddenacademie de rol die ze had bij het Waddenfonds oude stijl opnieuw op zich zal nemen. Dit betekent dat de procedure bij de indiening van projecten voor het Waddenfonds zodanig wordt aangepast dat wordt gewaarborgd dat met ingang van juli 2014 projecten met een kenniscomponent door de Waddenacademie van een advies worden voorzien door bestuursleden van de Waddenacademie of door haan ingeschakelde onafhankelijke inhoudsdeskundigen. Dit komt de kwaliteit van de gegenereerde kennis in de gehonoreerde Waddenfondsprojecten ten goede en vergroot daarmee indirect de bijdrage van de projecten aan het realiseren van alle vier doelstellingen van het Waddenfonds. d. Het door middel van kennis bijdragen aan het beheer van het trilaterale waddengebied Het duurzaam beheren van het UNESCO Werelderfgoed Waddenzee is een verantwoordelijkheid die alleen in trilateraal verband gerealiseerd kan worden. Om deze reden is de Waddenacademie actief bezig om, in nauw overleg met het Common Wadden Sea Secretariat (CWSS), te komen tot een trilaterale onderzoekagenda en bijbehorend uitvoeringsprogramma waarin trilaterale kennis en beheer nadrukkelijker dan voorheen aan elkaar zijn gekoppeld. CWSS en Waddenacademie hebben gezamenlijk een science-policy matrix opgesteld waarin wordt aangegeven in welke mate voor de meest relevante beleidsproblemen de benodigde kennis al of niet voorhanden is om adequaat beleid te kunnen voeren. Op deze wijze wordt inzichtelijk gemaakt hoe beleidsprioriteiten kunnen worden vertaald in onderzoeksprioriteiten. Tijdens het trilateraal bewindsliedenoverleg in februari 2014 in Denemarken wordt de science-policy matrix aan de trilaterale bewindslieden aangeboden. Met ingang van 2014 zal de Waddenacademie de matrix voorafgaand aan elke trilaterale ministersconferentie kritisch tegen het licht houden en zo nodig aanpassen. e. Het stimuleren van (bij voorkeur multidisciplinair en trilateraal) Waddenonderzoek De Waddenacademie is er in de afgelopen jaren in geslaagd om met relatief bescheiden middelen een grote bijdrage te leveren aan de versterking van het Waddenonderzoek. Concrete resultaten zijn hiervan onder meer: Het Waddenonderzoek binnen het Programma Zee- en Kustonderzoek van NWO (10 miljoen Euro); De Waddenfondsprojecten Metawad ( 2,9 miljoen Euro); WaLTER (4,4 miljoen Euro) en Zilte Teelt (2,5 miljoen Euro); Het uitschrijven van een bilaterale Nederlands-Duitse onderzoekscall (2 miljoen Euro); Vijf promotieplaatsen in het kader van de UCF (Universty Campus Fryslân) ( Euro); Het toekennen van het projectvoorstel Rebuilding the natural integrity of barrier islands van Prof.dr. P. Hoekstra binnen het NWO onderzoeksprogramma Building with Nature ( euro). De Waddenacademie zal zich inspannen om in nationale en internationale onderzoeksprogramma s het Waddenonderzoek te stimuleren. Hierbij kan worden gedacht aan programma s als Horizon 2020, het topsectorenbeleid (met name de topsector Water) en het NWO-programma Building With Nature. Om deze rol goed te kunnen vervullen, is seed money noodzakelijk. 11

12 Kerntaak 3 Het bevorderen van informatievoorziening en kennisuitwisseling in en tussen de kenniswereld, overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties (Informeren). a. Het organiseren van symposia Vanaf de start organiseert de Waddenacademie twee keer per jaar een symposium, waaraan zowel wetenschappers, beleidsmakers als vertegenwoordigers van beheer- en natuurorganisaties deelnemen. De symposia, die in uitgebreide vorm ook worden samengevat op de website van de Waddenacademie, mogen op veel belangstelling rekenen. Het symposium in juni 2014 wordt samen met Oerol op Terschelling gehouden en heeft als thema Sens of Place. Het symposium in december 2014 zal samen met NWO en de Duitse BMBF worden georganiseerd en staat in het teken van de gezamenlijke onderzoekscall die in 2010 op initiatief van de Waddenacademie door NWO en BMBF is uitgeschreven. Het symposium in juni 2015 zal samen met de Waddenvereniging worden georganiseerd en zal in het teken staan van 50 jaar Waddenvereniging. De inhoud van de symposia in de jaren daarna zal afhankelijk zijn van de actuele ontwikkelingen in het Waddengebied op dat moment. b. Het organiseren van de interactie tussen kunst en wetenschap De Waddenacademie en Oerol hebben tijdens Oerol 2010 een gezamenlijk symposium getiteld Beauty & Brains georganiseerd. Deze eerste bijeenkomst was de opmaat voor een jaarlijks treffen, waarin kunstenaars en wetenschappers die zich bezighouden met het waddengebied elkaar treffen en elkaar inspireren. Vanaf 2011 worden wetenschappelijke lezingen bij een aantal theatervoorstellingen verzorgd. Daarnaast participeert de Waddenacademie vanaf 2013 inhoudelijk en financieel in een daadwerkelijke voorstelling, waarbij een wetenschapper en een kunstenaar intensief samenwerken. Deze succesvolle samenwerking wordt voortgezet. Daarnaast zal de Waddenacademie de mogelijkheden onderzoeken om ook bij andere vooraanstaande nationale en trilaterale kunstmanifestaties meer aandacht te vragen voor Wadden gerelateerd onderzoek. c. Het verzorgen van opinieartikelen Sinds mei 2011 plaatst de Waddenacademie op uitnodiging van het Friesch Dagblad één keer per maand een opinieartikel in de krant. In het opinieartikel wordt steeds een actueel onderwerp vanuit het perspectief van de wetenschap nader belicht. De Waddenacademie bepaalt per maand het onderwerp en nodigt de auteur van het opinieartikel uit. Deze samenwerking met het Friesch Dagblad wordt gecontinueerd. d. Het ontsluiten van waddenkennis via websites De populaire website met 200 dagelijkse bezoekers, dreigde in 2011 vanwege overheidsbezuinigingen op de ondersteunende organisatie Interwad te sneuvelen. De Waddenacademie heeft in samenwerking met Tresoar ervoor zorg gedragen dat de website in de lucht is gebleven door de verantwoordelijkheid voor de website over te nemen. De Waddenacademie en Tresoar stellen hiervoor vanaf 2012 elk ook 0,5 fte beschikbaar. De Waddenacademie en Tresoar zetten de samenwerking ten aanzien van voort. Daarnaast hebben de Waddenacademie en Tresoar in 2013 het initiatief genomen om de bekendheid over de kennisinfrastructuur in Fryslân te vergroten door het bouwen van de website Kennis in Fryslân (KINF). Op de website van KINF, vanaf medio 2014 openbaar zal zijn, 12

13 worden onderzoeksinstituten, kennisinstellingen, bedrijven en overheden in Fryslân, die werken aan projecten waarbij het genereren en/of verspreiden van kennis een belangrijke plaats inneemt, gepresenteerd. De website zal in de loop van 2015 worden uitgebreid naar het volledige waddengebied. e. Het organiseren van een Wadden Lopen Van mei 2011 tot april 2013 organiseerde de Waddenacademie in het Filmhuis in Leeuwarden een lezingen/documentaire-reeks in samenwerking met Het Fries Museum, Film in Friesland en de Nationale UNESCO Commissie. Vanaf juli 2014 zal deze samenwerking resulteren in de reeks Wadden Lopen, met tenminste vier per jaar op de Waddeneilanden en de kuststreek een bijzonder optreden met lezing en film. f. Het vertalen van recente wetenschappelijke literatuur naar een breed publiek De Waddenacademie en de Waddenvereniging hebben in 2009 de afspraak gemaakt om recente wetenschappelijke literatuur over het waddengebied op een voor het brede publiek begrijpelijke wijze op beider websites samen te vatten. Vanaf september 2009 wordt er op de websites van beider organisatie elke week een nieuw stuk geplaatst. Deze succesvolle formule, waar sinds 2012 ook Ecomare aan meewerkt, wordt voortgezet. In 2014 zullen een aantal stukken ook worden gebundeld in een boekje. 7. Tot slot De instelling van de Waddenacademie in 2008 was niet onomstreden. Hoe anders is de positie van de Waddenacademie anno De externe evaluatie toont aan dat de Waddenacademie zich heeft weten te ontwikkelen tot een gezaghebbende kennisorganisatie, die door alle partijen in het waddengebied wordt erkend en gerespecteerd en waarvan het bestaan onomstreden is. Dankzij de samenwerking met de kennisinstellingen, overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties heeft de Waddenacademie in de afgelopen vijf jaar veel weten te bereiken. Het nu voorliggende werkprogramma laat zien dat de Waddenacademie zich in de komende jaren op de kenmerkende effectieve en efficiënte wijze zal blijven inzetten voor het verwerven van de noodzakelijke kennis en de monitoring gericht op een duurzame toekomst van het waddengebied vanuit het oogpunt van zowel, natuur, cultuur als economie. De ambities die uit het werkprogramma spreken kunnen uiteraard alleen gerealiseerd worden met een bijpassend budget. De meerjarenbegroting is conform afspraak daarom eveneens bijgevoegd. 13

14