Monitoringsplan transportkabels

Transcriptie

1 AUTEUR Hans Scheefhals CLASSIFICATIE C1: Public Information VERSIE 2.0 STATUS Definitief PAGINA 1 van 17 Monitoringsplan transportkabels Net op zee Borssele

2 PAGINA 2 van 17 Voorwoord Werkplannen In het kader van de verleende Watervergunning voor Net op Zee Borssele dient er een aantal werkplannen te worden opgesteld en ingediend bij het Bevoegde Gezag, één daarvan is dit Monitoringsplan. De overige werkplannen genoemd in de verleende vergunning zijn reeds ingediend en goedgekeurd door het Bevoegde Gezag. Consultatie Voor het Monitoringsplan heeft, net als voor de andere werkplannen, een consultatie plaatsgevonden met de verschillende belanghebbenden. Gaat hierbij om de GNA, Havenbedrijf Antwerpen, North Sea Ports en de VNSC. Hoe consultatie heeft plaatsgevonden staat beschreven in sectie 3.2. De resultaten van deze consultatie zijn verwerkt in dit monitoringsplan. TenneT beseft dat ook een goede monitoring van de gronddekking op de exportkabels van belang is voor de verschillende belanghebbenden en ook voor TenneT zelf. Door het consulteren van belanghebbenden zal het draagvlak voor een snelle goedkeuring van het Monitoringsplan toenemen. Daarnaast is in het besluit van het politiek college van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie inzake de uitvoering van het project Net op Zee Borssele d.d. 27 maart 2017 afgesproken dat belanghebbenden vooraf geconsulteerd worden over de werkplannen. Monitoringsplan Dit Monitoringsplan beschrijft de wijze waarop TenneT de gronddekking op de export kabels voor de aansluiting van de Borssele Windparken Alpha en Beta in de gaten houdt (monitoren), en borgt daarmee dat aan de aan de voorwaarden die gesteld zijn in de Watervergunning RWS-2016/28137 wordt voldaan.

3 PAGINA 3 van 17 Inhoudsopgave Voorwoord 2 1. Achtergrond & Scope achtergrond Scope 4 2. De wijze van monitoren Definities en afkortingen Definities begraafdiepten Geofysische en hydrofysische Survey technieken ETRS referentie 7 3. Vergunningscriteria Voorschrift Politiek besluit Werkplan Kabels Net op Zee Borssele Vereiste gronddekking Toelichting signaleringssysteem Procesflow Mitigerende maatregelen 16

4 PAGINA 4 van Achtergrond & Scope 1.1 achtergrond De installatie bevindt zich ten westen van de kust van Walcheren in Nederland. De netaansluiting Borssele bestaat uit een 5 tal kabels. Als eerste worden 2x 220kV export kabels voor het platform Alpha geïnstalleerd, gevolgd door 2 x 220 kv voor Beta. Een 66kV connector kabel vormt de verbinding tussen beide platformen offshore. Deze kabels hebben een minimaal vereiste gronddekking over de gehele route. Deze gronddekking dient met een vastgestelde interval (RWS-2016/28137) te worden gecontroleerd en gerapporteerd. 1.2 Scope Dit Monitoringsplan beschrijft de wijze waarop TenneT de gronddekking op de export kabels voor de aansluiting van de Borssele Wind Parken Alpha en Beta in de gaten houdt en op welke wijze wordt gerapporteerd ten einde te voldoen aan voorwaarden die gesteld zijn in de Watervergunning RWS- 2016/28137.

5 PAGINA 5 van De wijze van monitoren Om vast te stellen wat de begraafdiepte -dan wel de dekking op de kabel- is, zullen metingen uitgevoerd worden. Deze metingen bestaan uit geofysische survey technieken welke uitgevoerd worden met hydrografische apparatuur. De resultaten van iedere meting zullen vergeleken worden met voorgaande resultaten en de basis vormen voor het vaststellen van de dekking op de kabels op dat moment. 2.1 Definities en afkortingen As built: De door het "installatie project" aangeleverde informatie die geldt als einde van de project fase en als start van de operatie fase. Deze bevat de relevante survey gegevens met betrekking tot begraafdiepte en dekking, welke voldoet aan de gestelde eisen in de vergunning. Operatie en Onderhoudsfase: De fase waarin de Borssele Alpha en Beta beschikbaar is voor bedrijfsvoering. Deze is gelijk aan de monitoringsfase. Monitoringsfase: Gedurende deze fase worden metingen verricht (surveys) die vaststellen wat de begraafdiepte / dekking op de kabels is. Monitoringsplan: Het generieke Monitoringsplan dat geldt voor Borssele Alpha en Beta. Monitoringsplan "naam - jaar n": Het jaar specifieke Monitoringsplan welke een verdieping is van het generieke Monitoringsplan. Bijvoorbeeld: Monitoringsplan Borssele Alpha en Beta Nul ("0") situatie: Plan van Aanpak (PvA): Project / Installatiefase De As Built gegevens worden als nulmeting voor de monitoringsfase gebruikt. Een Plan van Aanpak beschrijft de te nemen mitigerende maatregelen dan wel onderhoudsacties welke ertoe moeten leiden te voldoen aan de vergunningscriteria. Indien van toepassing is het PvA is onderdeel van het Monitoringsplan Borselle Alpha en Beta-jaar n-. De fase waarin de kabel wordt gelegd voordat deze naar de monitoringsfase wordt overgedragen.

6 PAGINA 6 van Definities begraafdiepten TenneT hanteert (voor Borssele) de volgende definities voor kabeldieptes: Vertaling naar de in dit document gebruikte woordkeuzes: - OSL: gemiddeld zeebedniveau - DL: begraafdiepte - DOB: (grond)dekking Figuur 1; standaard benamingen van een kabel trench. 2.3 Geofysische en hydrofysische Survey technieken TenneT heeft voor haar scope (note 1) van surveyactiviteiten een erkenningsregeling opgesteld. Hierbinnen zijn diverse partijen erkend voor het uitvoeren van een range aan survey activiteiten met diverse methodieken. Dit geeft de mogelijkheid om afhankelijk van de vraag direct een geschikte partij te contracteren. Voor de periodieke monitoring zal de scope gedefinieerd worden, b.v.; "Het vaststellen van de begraafdiepte van, en gronddekking op de kabels door middels van een onderwateropname.3", waarbij specifieke voorwaarden worden gesteld zoals; externe standaarden (b.v. IHO S44 order 1.) en interne standaarden (b.v. HSEQ (Health, Safety, Environment & Quality), standaardisatie, kwaliteit, rapportage en data). De uiteindelijke contractor is vrij in zijn keuze met welke techniek zij het gewenste resultaat behaald waarbij binnen in deze scope in ieder geval gebruik wordt gemaakt van een "onderwateropname". De begraafdiepte van, en dekking op de kabels zullen na installatie van de kabels worden vastgesteld en vastgelegd (as built meting "0" situatie)(note 2).Hiermee is het dan bekend wat de diepteligging/dekking is van de kabels ten opzichte van het dan onderzochte zeebed. TenneT zal op basis van de "0"-situatie het

7 PAGINA 7 van 17 zeebed niveau laten monitoren (survey's). Door de bathymetrie, en overige resultaten, van de opeenvolgende survey 's op elkaar te leggen; ontstaat er inzicht in de dekking op de kabel van dat moment, de ontwikkeling van deze dekking en kunnen trendanalyses worden uitgevoerd welke vergeleken kunnen worden met de initiële studies. 2.4 ETRS referentie TenneT ontvangt als oplevering van de project/installatiefase een concrete set documenten, ten opzichte van RTK(PPK)-GPS inclusief LAT2016 ETRS'89GRS80 separatiemodel, waarin de diepteligging van, en dekking op de kabel(s) is vastgesteld (as built "0"situatie). Het aanleveren aan RWS van deze as-built meting is het startpunt van de monitoringsfase. De referentie van alle data (kabel, zeebed) ten opzichte van ETRS89 UTM31 is een vastgesteld reductievlak. Dit geeft de mogelijkheid om de monitoringsurvey tijdens operatiefase tevens uit te voeren ten opzichte van ETRS89. Aangezien de werkelijke positie (x t.o.v LAT2016) van de kabel niet veranderd, zal de verandering van het zeebed leidend zijn voor de dekking / diepteligging. Dit geeft de mogelijkheid een minder complexe survey (techniek, tijdsduur en kosten) uit te voeren op de verandering van het zeebed en daaruit de ligging van de kabel(s), en dus de gronddekking, te berekenen. Het meten ten opzichte van de "0" situatie geeft een overzicht van de historische en huidige ligging en ruime analyse mogelijkheden voor het bepalen van de trends. Note (1): scope voor monitoring: Bathymetrie: Multi Beam Echosounder (MBE), Side Scan Sonar (SSS) Survey Survey corridor tijdens de SSS and MBE is 50 m, Note (2): Zowel bodemligging als kabelhoogte worden weergegeven t.o.v LAT. Vervolgens weergegeven t.o.v ETRS'89 GRS'80 (ArcGIS raster formaat en XYZ ASCII)

8 PAGINA 8 van Vergunningscriteria Binnen de RWS vergunning RWS-2016/28137 zijn diverse criteria gesteld waar TenneT aan zal voldoen. De wijze waarop zal in dit hoofdstuk op basis van de afzonderlijke criteria (voorschriften) worden beschreven. 3.1 Voorschrift 9 Deze vergunningsparagraaf beschrijft de monitoringscriteria Voorschrift 9 punt 1. "De vergunningshouder monitort halfjaarlijks de ligging van de kabels in het GNB gebied". TenneT zal gedurende jaar 1 van de monitoringsfase de halfjaarlijkse monitoring uitvoeren op basis van de startdatum van de monitoringsfase voor de Alpha kabels. In jaar 2 zal bepaald worden of een additionele survey wenselijk om daarmee de uitvoering van alle surveys (Alpha en Beta) synchroon te laten lopen. Uiteindelijk is TenneT voornemens alle surveys van haar assets in het voorjaar en najaar uit te voeren. Een planning van de het betreffende jaar (n) zal onderdeel uit maken van het jaarlijks op te stellen Monitoringsplan Borssele Alpha en Beta "jaar n". (lid 3) Voorschrift 9 punt 2. "De vergunninghouder monitort jaarlijks de ligging van de kabels in de Noordzee." TenneT zal 1 maal per jaar deze survey combineren met de survey in het GNB gebied. Hiermee reduceren we de effecten op de uitvoeringsrisico's en wordt efficiency bereikt in de gerateerde maatschappelijke kosten Voorschrift 9 punt 3. "De wijze van monitoren, bedoeld in lid 1 en 2, moet jaarlijks door vergunninghouder in een monitoringsplan worden vastgelegd. Dit monitoringsplan moet ter goedkeuring aan de waterbeheerder worden voorgelegd." TenneT streeft ernaar om al haar monitoringsplannen te standaardiseren. Daarmee verhoogt zij de herkenbaarheid voor het Bevoegd Gezag en zullen enkel de relevante aanpassingen voor het betreffende jaar een update krijgen. Het monitoringsplan zal ultimo in januari van het betreffende jaar worden opgeleverd en krijgt de referentie "Monitoringsplan Borssele Alpha en Beta jaar n" Voorschrift 9 punt 4. "Een onderdeel van het in lid 3 benoemde monitoringsplan is het maken van een onderwateropname waarbij de ligging van de kabel in het zeebed bepaald kan worden. Deze onderwateropname dient te voldoen aan richtlijn van de International Hydrografic Organization (IHO) S44 order 1." TenneT zal de vereiste voorwaarden voor de onderwateropname opnemen in haar standaarden Voorschrift 9 punt 5. "Indien geconstateerd wordt dat op de kabel(s) minder dekking aanwezig is dan bepaald in voorschrift 2, dan meldt de vergunninghouder dit binnen 1 week na constatering aan de waterbeheerder."

9 PAGINA 9 van 17 TenneT zal deze voorwaarde opnemen in haar proces (hoofdstuk 5 Processtap 5e.) zodat hieraan wordt voldaan Voorschrift 9 punt 6. "Vergunninghouder dient elke keer binnen 3 maanden na afloop van de monitoringswerkzaamheden een rapportage van de resultaten van de monitoring in bij de waterbeheerder." TenneT zal deze voorwaarde opnemen in haar proces (hoofdstuk 5 processtap 8) zodat hieraan wordt voldaan Voorschrift 9 punt 7. "Wanneer uit navolgende survey's blijkt dat de ligging van de kabels stabiel is en de dekking op de kabels ten minste in overeenstemming met voorschrift 2 blijft, kan de waterbeheerder op verzoek van de vergunninghouder besluiten de frequentie van de monitoring zoals bedoeld in lid 1 en 2 te verlagen." TenneT zal deze mogelijkheid opnemen in haar proces (hoofdstuk 5 processtap 6) aangezien dit kosten reducerend werkt. TenneT beseft terdege dat het hier een "verzoek" aan de vergunningverlener betreft en derhalve nog een goedkeuringsproces aan vast zit Voorschrift 12 As built tekeningen Dit voorschrift beschrijft de op te leveren as built tekeningen en documentatie na het gereed komen van de project/installatiefase. Deze As built gegevens gelden als "0" situatie voor de monitoringsfase. De rapportage van een survey tijdens monitoringsfase, conform voorschrift 9 punt 6, zal bestaan uit een set tekeningen en documentatie in lijn met dit voorschrift. "Binnen 6 maanden na het gereed komen van de aanleg van de platforms dan wel de kabels, moet de vergunninghouder digitaal as built gegevens aanleveren. - Aan de waterbeheer en de Dienst der Hydrografie-Bureau inwinning moeten de gegevens worden aangeleverd als ArcGis shapefile of in een File Geodatabase, beide in het coördinatenstelsel ETRS89 UTM zone Aan de waterbeheerder moet tevens een digitale set x, y, z gegevens van de kabels geleverd worden in Microsoft Excel-format." TenneT zal de shape files opleveren gebaseerd op standaard ESRI systemen. TenneT zal de x, y, z gegevens opleveren in Excel-format. Een draft document is als bijlage 1 toegevoegd.

10 PAGINA 10 van Politiek besluit Het besluit van het politiek college van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie inzake de uitvoering van het project Net op zee Borssele d.d. 27 maart 2017 beschrijft het volgende met betrekking tot het Monitoringsplan in de overwegingen: "Ter verdere borging van gronddekkingsnormen, gesteld in voorschrift 2 van de watervergunning, schrijft voorschrift 9 van de watervergunning voor dat TenneT, voor wat betreft het GNB-gebied halfjaarlijks en voor wat betreft de Noordzee jaarlijks, de ligging van de kabels monitort. De wijze van monitoring wordt vastgesteld in een monitoringsplan dat de goedkeuring behoeft van de waterbeheerder"; In artikel 5 het volgende: Nederland draagt er zorg voor dat TenneT:(i) voorafgaand aan het indienen van het werkplan, monitoringsplan en plan van aanpak als bedoeld in de voorschriften 4, 6 en 9 van de watervergunning bij de waterbeheerder, de VNSC en de Scheldehavens zo vroeg mogelijk consulteert, om de beschikbare kennis en expertise van het gebied optimaal te benutten bij het opstellen van de plannen, en (ii) bij het indienen van de plannen bij de waterbeheerder een verantwoording opstelt op welke wijze zij invulling heeft gegeven aan de consultatie. De consultatie met de verschillende partijen heeft plaatsgevonden. De eerste stap was het toezenden van de concept monitoringsplan aan verschillende partijen op 30 oktober Naar aanleiding van deze toezending: De GNA, 1 opmerking geplaatst (via mail), welke is verwerkt in het monitoringsplan. Havenbedrijf Antwerpen, overleg 11 december Gemaakte commentaren verwerkt. VNSC, overleg 14 november 2018, opmerkingen verwerkt in Monitoringsplan. North Sea Ports, overleg 14 november 2018, opmerkingen verwerkt in Monitoringsplan Naar aanleiding van de gesprekken en de gemaakte commentaren is het Monitoringsplan aangepast en als conceptversie nogmaals verstuurd aan alle partijen op 21 december Naar aanleiding is er nog een opmerking gekomen van Havenbedrijf Antwerpen welke is verwerkt in deze versie van het Monitoringsplan In de annex van het politiek besluit: "Akkoord van 27 februari 2017", is in punt 5 overeengekomen: Indien bij de monitoring van de kabeldekking vastgesteld wordt dat er meer erosie optreedt dan 1 m per monitoringsperiode, wordt de monitoringfrequentie opgedreven overeenkomstig de gerezen noodzaak, bijvoorbeeld van een half jaar naar drie maanden. TenneT heeft deze voorwaarde opgenomen in haar proces (hoofdstuk 5 processtap 4a.)

11 PAGINA 11 van Werkplan Kabels Net op Zee Borssele TenneT heeft in een eerder stadium een werkplan aan RWS overhandigd welke beschrijft hoe de installatiefase verloopt en welke uitgangspunten en activiteiten er voor beheer en onderhoud van toepassing zijn. Het betreft hier document: BSA-TTB Werkplan Kabels Net op Zee Borssele 4.0, welke is goedgekeurd door Rijkswaterstaat. Dit gehele werkplan is als input genomen voor dit monitoringsplan. Belangrijke referenties zijn: Deel 2 Beheer en Onderhoud, paragraaf 1.2; vereiste gronddekking en diepteligging en 3; Toelichting signaleringssysteem. 4.1 Vereiste gronddekking Ter verduidelijking is de tekst vanuit het genoemde werkplan, met betrekking tot dekking, opgenomen als tabel 1. Diepteligging, gronddekking, signaleringspeil. Locatie initiele dekking signaleringspeil interventiepeil minimum niveau Honte >3 m 3,10 m 3,05 m 3 m Spijkerplaat >5 m 5 m 3,5 m 3 m Rede van Vlissingen 6 m 4 m 3,5 m 3 m Overige gebieden Westerschelde 6 m 3,5 m 3,20m 3 m Noordzee tot -10mLAT 3 m of 6 m 1,5 m 1,20 m 1 m Noordzee (overig) >1 m 1,20 m 1 m Tabel 1; dekking 4.2 Toelichting signaleringssysteem Ter verduidelijking is hier de tekst vanuit het genoemde werkplan opgenomen. Deze is als input gebruikt voor de procesbeschrijving in hoofdstuk 5. "Voor de minimale diepteligging van de kabels wordt een signaleringssysteem met interventiepeil gehanteerd. Hierbij wordt een signaleringspeil en een interventiepeil onderscheiden, welke per gebied verschillen. Met het signaleringspeil wordt bedoeld: het peil waarop een signaal wordt aangegeven over de dekking met het oog op het te allen tijde waarborgen van de minimale gronddekking. Status groen Signaleringspeil niet bereikt. Wanneer uit navolgende surveys blijkt dat de ligging van de kabels stabiel is en het signaleringspeil niet bereikt wordt, kan verzoek gedaan worden aan waterbeheerder om frequentie van monitoring te verlagen. Status geel Signaleringspeil bereikt, maar binnen 2 monitoringsperioden van een half jaar wordt, op basis van de morfologische gegevens en de modellen, het interventiepeil niet bereikt. In dat geval wordt geen verdere actie uitgevoerd. Na het eerstvolgende monitoringsmoment wordt de status opnieuw bekeken. Status oranje Signaleringspeil bereikt; binnen 1 monitoringsperiode wordt, op basis van de morfologische gegevens en de modellen, het

12 PAGINA 12 van 17 interventiepeil niet bereikt, maar deze zal binnen 2 monitoringsperiodes naar verwachting worden bereikt. Na de eerstvolgende monitoringsperiode wordt gekeken of de status dient te worden doorgezet naar status rood. Status rood Binnen de eerstvolgende monitoringsperiode wordt, op basis van de morfologische gegevens en de modellen, het interventiepeil bereikt. Een uitvoeringsplan zal worden opgesteld en overleg met Rijkswaterstaat zal plaatsvinden. Eventuele voorbereidingen worden getroffen om alvorens de minimale gronddekking wordt bereikt de kabel te verdiepen en de gronddekking te verhogen, met als streven tot het signaleringspeil, teneinde vereiste gronddekking te handhaven. Indien om technische redenen het signaleringspeil niet bereikt kan worden, zal er na de verdieping minstens evenveel dekking moeten zijn als de dekking die bij het begin van de laatste monitoringsperiode aanwezig was."

13 PAGINA 13 van Procesflow De volgende procesflow geeft een overzicht van alle activiteiten en voorwaarden.

14 PAGINA 14 van 17

15 PAGINA 15 van 17 Surveyfrequentie (Voorschrift 9.1 & 9.2) 1. Vaststellen dekking op kabel / begraafdiepte Format Monitoringsplan 2. Opstellen -Monitoringsplan jaar n- (Voorschrift 9.3) Requirements Survey/rapportage (Voorschrift 9.4) 3. Uitvoeren Monitoringsurvey Surveyrapportage Melding aan waterbeheerder (direct na constatering <3 mnd) Requirements trend analyse 4. (Trend) Analyses Erosie Westerschelde > 1meter? ja 4a. Aanpassen monitorings frequentie (Politiek besluit annex punt 5) Signalerings systeem / peil 5. Controleren vereiste gronddekking. Dekking criteria (voorschrift 2) 5a. Dekking groen? ja Dekking stabiel? 6. Verzoek tot aanpassen monitorings frequentie (voorschrift 9.7) nee 5b. Dekking geel? nee 5c. Dekking oranje? nee 5d. Dekking Rood? ja 5e. dekking < dan voorschift 2? ja 7. Mitigerende maatregelen 8. Rapporteren naar waterbeheerder < 3mnd. (9.6) Melding aan waterbeheerder binnen 1 week! (9.5) Plan van Aanpak Monitoringsrapportage Figuur 2. Procesbeschrijving en Procesflow

16 PAGINA 16 van Mitigerende maatregelen Op basis van de surveyresultaten kan worden bepaald of mitigerende maatregelen een "Gepland" of "Urgent" karakter hebben. Gepland: Indien de dekking op de kabel een verwachte trend heeft en daarbij het interventiepeil voorspelbaar bereikt, zullen mitigerende maatregelen gepland en op basis van een Plan van Aanpak worden uitgevoerd. Daarbij kunnen we denken aan: - een herbegraving van het kabeldeel (b.v. Mass Flow Excavation), - het toevoegen van dekking (b.v zand storten. Een efficiënte manier is hier het combineren van "werk met werk" door gebiedseigen baggermateriaal vanuit onderhoud baggeren te hergebruiken.) Urgent: indien de dekking niet voorspelbaar het interventiepeil bereikt of zelfs de minimale waarde uit voorschrift 2 onderschrijdt, is er sprake van een urgente actie. Een storing aan de kabel wordt ook als urgente actie gezien. Als voorbereiding op de herstel actie zal een urgente maatregel plaatsvinden, hierbij kunnen we denken aan: - het tijdelijk plaatsen van boeien als markering van de locatie, - Het inzetten van guard vessel als bewaking van de risico locatie. De genoemde maatregelen zijn niet limitatief en zullen op basis van de beschikbaarheid op de markt maar ook zeker op basis van innovatie worden bepaald. Indien mitigerende maatregelen worden uitgevoerd die effect hebben op de "0"situatie zal op die plaatsen een nieuwe "0" situatie (x, y,z), worden bepaald door middel van een meting.

17 PAGINA 17 van 17 Bijlage 1: Format x, y, z rapportage BORSSELE KABEL - OFFSHORE ROUTE SURVEY 2020 Position in ED50 UTM31N Position in WGS84 Positions in ETRS89 Top of Cable Seabed at Top of Cable Average seabed Cable Depth Z {MSL} Z {MSL} -8m & +8m {MSL}Depth of LoweringDepth KP As-planned RPL Easting Northing Latitude Longitude Z of Burial Permit Burial Comments [km] [m] [m] [m] [m] [m] [m] [m] [m] on data gaps As-planned KP KP E N Lat Lon CT-Z Seabed Seabed-average DOL DOB Permit Burial Comment 0, , ,36 53;26; N 6;52; E DoB is de begraafdiepte. 1 ETRS89 is requested Gemiddelde zeebed 0, , ,00 Additionale 53;26; N coordinaten indien 6;52; E Als DoB =Doc 1 betekent niveau 0, , ,98 nodig 53;26; opnemen. N 6;52; E dit dat de kabelgeul 1 volledig is gevuld. Berekende Z waarde obv 0, , ,03 53;26; N 6;52; E waterdiepte -2,80-1,41-1,42 1,39 1,38 1 0,160 KP ,84 benaming confomr ,09 53;26; N 6;52; E -2,90-1,39-1,40 1,51 DEKKING 1,50 1 DoC is de op 0,170 as met ,87 interval ,15 53;26; N 6;52; E -3,12-1,38-1,37 de kabel 1,74 1,75 1 built 0,18010 meter , ,20 53;26; N 6;52; E -2,88-1,36-1,34 1,52 1,54 1 0, , ,26 53;26; N 6;52; E -2,93-1,34-1,34 1,59 1,59 1 0, , ,32 53;26; N 6;52; E -3,21-1,35-1,34 1,86 1,87 1 0, , ,38 53;26; N 6;52; E -3,36-1,37-1,33 1,99 2,03 1 0, , ,43 53;26; N 6;52; E -3,79-1,38-1,36 2,41 2,43 1 0, , ,49 53;26; N 6;52; E -3,55-1,39-1,37 2,16 2,18 1 0, , ,55 53;26; N 6;52; E -3,26-1,40-1,37 1,86 1,89 1 0, , ,58 53;26; N 6;52; E -2,61-1,41-1,40 1,20 1,21 1 0, , ,59 53;26; N 6;52; E -3,55-1,44-1,43 2,11 2,12 1 0, , ,59 53;26; N 6;52; E -4,06-1,48-1,48 2,58 2,58 1 0, , ,58 53;26; N 6;52; E -3,74-1,52-1,54 2,22 2,20 1 0, , ,60 53;26; N 6;52; E -4,00-1,63-1,64 2,37 2,36 1 0, , ,64 53;26; N 6;52; E -3,77-1,86-1,87 1,91 1,90 1 0, , ,68 53;26; N 6;52; E -3,77-2,19-2,18 1,58 1,59 1 0, , ,71 53;26; N 6;52; E -5,88-2,63-2,82 3,25 3,06 1 0, , ,72 53;26; N 6;52; E -3,82-3,83 1 0, , ,74 53;26; N 6;52; E -5,09-5,06 1 0, , ,81 53;26; N 6;52; E -6,27-6,25 1 0, , ,89 53;26; N 6;52; E -7,33-7,36 1 0, , ,98 53;26; N 6;52; E -8,39-8,35 1 0, , ,05 53;26; N 6;52; E -9,40-9,31 1 0, , ,15 53;26; N 6;52; E -10,54-10,46 1