Bezoldigingsverordening gemeente Dronten 2014

Transcriptie

1 CVDR Officiële uitgave van Dronten. Nr. CVDR348103_1 30 januari 2018 Bezoldigingsverordening gemeente Dronten 2014 Het college van de gemeente Dronten; gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de CAR-UWO; gelet op de instemming van het Georganiseerd Overleg d.d. 13 november 2014; B E S L U I T: vast te stellen de Bezoldigingsverordening gemeente Dronten 2014 PARAGRAAF 1 BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. aanloopschaal: de salarisschaal die één schaal onder de feitelijke salarisschaal ligt waarin de betreffende functie is ingeschaald; b. ambtenaar: 1. medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1, lid 1 onder a van de CAR-UWO; 2. de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1, van de CAR UWO; c. betrekking: de betrekking, bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de CAR-UWO; d. bezoldiging: de bezoldiging, bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c van de CAR-UWO; e. functieschaal: de voor een functie geldende salarisschaal die op basis van eenfunctiewaardering is vastgesteld; f. functiewaardering: het op methodische wijze naar zwaarte rangordenen van functies,met als criterium de relatieve zwaarte van de functie; g. CAR-UWO: de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling: h. garantiesalaris: aanvulling op het salaris tot het niveau van het oude salaris, bijaanvaarding van een passende lagere functie; i. maximumsalaris: het hoogste bedrag binnen een salarisschaal; j. onregelmatige werktijden: werktijden, anders dan op maandag tot en met vrijdagtussen 8.00 en uur; k. overwerk: als bedoeld in artikel 1, sub c, van de Regeling werktijden gemeente Dronten 2014; l. salaris: het salaris, bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de CAR-UWO; m. schaal: de schaal, bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de CAR-UWO; n. volledige betrekking: de betrekking, bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van decar-uwo. Paragraaf 2. Salaris Artikel 2 Recht op salaris 1.Het recht op salaris vangt aan op de dag waarop de aanstelling van de ambtenaaringaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt hetsalaris aan op de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden. 2.In geval van ontslag eindigt het salaris met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat. 3.In geval van overlijden eindigt het salaris met ingang van de dag na het overlijdenvan de ambtenaar. 4.Het salaris wordt per maand uitbetaald op een door het college te bepalen dag,uiterlijk op de laatste dag van de maand. Artikel 3. Gebroken tijdsvak Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van eenmaand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door hetaantal kalenderdagen van die maand. Artikel 4. Deeltijd betrekking Het salaris van de ambtenaar met een deeltijd betrekking wordt vastgesteld op eenevenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking. Artikel 5. Salarisbedragen 1.De salarissen van ambtenaren, van wie het salaris niet bij wet is geregeld, wordenvastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage IIavan de CAR-UWO. 2.Als in de salarissen een wijziging wordt aangebracht met een algemeen karakter, danpast het college de in bijlage IIa, van de CAR-UWO genoemde bedragen aan. 1

2 3.De toepassing van bijlage IIa, van de CAR-UWO Dronten vindt plaats conformhetgeen is bepaald in artikel 3:1, lid drie tot en met vijf, van de CAR-UWO. 4.Het bedrag van het salaris van de ambtenaar wordt, met inachtneming van het indeze verordening bepaalde, vastgesteld door het college. Artikel 6. Inschaling 1.Bij aanstelling wordt de ambtenaar het salaris toegekend dat in de voor hemgeldende salarisschaal is vermeld achter periodiek 0. 2.Indien daarvoor aanleiding bestaan kan van het bepaalde in het vorige lid wordenafgeweken door het toekennen van een hoger salaris. 3.Wanneer de ambtenaar bij aanstelling niet aan de functie-eisen voldoet of er geenjuist beeld is van zijn wijze van functioneren, kan hij worden aangesteld in deaanloopschaal. 4.Bevordering van de aanloopschaal naar de bij de functie behorende salarisschaalvindt plaats op het moment dat aan de gestelde functie-eisen wordt voldaan, tebeoordelen uiterlijk 1 jaar na aanstelling. Artikel 7. Periodieke verhoging van het salaris 1.Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, blijkend uit de beoordelingen gebaseerd op de Regeling jaargesprekken gemeente Dronten, wordtbinnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd. 2.De periodieke verhoging geldt alleen voor de ambtenaar die het maximumsalaris vande salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal op de eerste dag van demaand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar. 3.Het tijdstip waarop een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegdals daar naar oordeel van het college aanleiding voor is. Artikel 8. Buiten beschouwing te laten periode 1. Het moment van de periodieke verhoging kan worden opgeschoven wanneer deambtenaar in de uitoefening is geschorst: a. bij wijze van disciplinaire straf, conform artikel 16:1:2, sub f, van de CAR-UWO b. op grond van het feit dat een strafrechtelijke vervolging wegens misdrijf tegenhem is ingesteld c. op grond van het feit dat hem door het college het voornemen tot bestraffingmet onvoorwaardelijk ontslag is te kennen gegeven d. op grond van het feit dat hem van de oplegging van onvoorwaardelijk ontslagmededeling is gedaan e. op grond van het feit dat hij zich in verzekerde bewaring bevindt. f. omdat het belang van de dienst de schorsing vorderde. 2. De periodieke verhoging wordt voor de duur van de schorsing opgeschort. 3. Als vaststaat dat de schorsing, bedoeld in lid 1, niet leidt of zal leiden tot een straf, teltde tijd voor deze schorsing alsnog mee voor de vaststelling van de voor deperiodieke verhoging geldende diensttijd. Artikel 9. Geen periodieke verhoging 1.Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert, blijkend uit een vastgesteldebeoordeling conform de Regeling jaargesprekken gemeente Dronten, kan de inartikel 8 bedoelde salarisverhoging achterwege worden gelaten. 2.Van een beslissing op grond van het vorige lid, wordt de ambtenaar zo spoedigmogelijk schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen. Deschriftelijke mededeling geschiedt in ieder geval voor de datum waarop anders desalarisverhoging zou ingaan. Artikel 10. Lagere vaststelling salaris Het college kan het salaris vaststellen op een lager bedrag dan waarop de ambtenaarvolgens deze verordening recht heeft, op grond van: 1.het weer terugplaatsen naar de oorspronkelijke functieschaal, na het tijdelijkuitoefenen van een functie met een hogere salarisschaal. 2.andere gewichtige omstandigheden. Artikel 11. Salaris bij bevordering naar een hogere schaal Indien de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerst volgendebedrag in die schaal. Het bedrag van de bevordering bedraagt minimaal 75 % van hetverschil tussen het bedrag van de huidige periodiek en de eerstvolgende periodiek in dieschaal. Indien de ambtenaar op het maximum van de schaal staat, is het bedrag van debevordering minimaal 75 % van het verschil tussen het bedrag van de huidige periodiek ende vorige periodiek. 2

3 Paragraaf 3. Instrumenten van flexibele beloning Artikel 12. Gratificatie 1.Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan hemeen gratificatie worden toegekend, conform artikel 15:1:28, van de CAR-UWO. 2.Aan een groep ambtenaren die een uitstekende collectieve prestatie heeft geleverd,kan een groepsgratificatie worden toegekend, conform artikel 15:1:28 CAR-UWO. 3.Het gratificatiebeleid is op dit artikel van toepassing. Artikel 13. Extra periodieke verhoging Aan een ambtenaar kan een extra periodieke verhoging worden verstrekt op grond van zeergoede en uitstekende vervulling van zijn betrekking, blijkend uit beoordelingen gebaseerd opde Regeling jaargesprekken gemeente Dronten. Het salarisbedrag na de extra periodieke verhoging mag niet uitgaan boven het maximumsalaris. Artikel 14. Toelage ambtenaren in salarisschalen 1 tot en met 4 1. Aan de ambtenaar aangesteld in salarisschaal 1 t/m 4 die voldoet aan de criteria alsgesteld in het tweede lid van dit artikel, wordt een toelage toegekend gelijk aan hetverschil van het maximum van de salarisschaal en de eerstvolgende periodiek van devolgende salarisschaal, waarbij het bedrag van de toelage minimaal 75 % is van hetverschil tussen het bedrag van de huidige periodiek en de vorige periodiek. 2. De ambtenaar bedoeld in het vorige lid heeft recht op deze toelage indien: a. hij de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt; b. er sprake is van goed functioneren, wat moet blijken uit de beoordelingen,gebaseerd op de regeling Jaargesprekken gemeente Dronten; c. hij minimaal in het maximum voor de hem geldende schaal is uitbetaald. 3. Deze toelage gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op de maand waarinaan de voorwaarden van lid 2 is voldaan. 4. Bij bevordering naar schaal 5 komt deze toelage te vervallen. Artikel 15. Arbeidsmarkttoelage 1.Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een toelage wordentoegekend. 2.De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een periode dat tevorenis vastgesteld, met een maximum van drie jaar. 3.Deze toelage eindigt op de in het tweede lid vastgestelde datum. Wanneer dearbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog bestaat, kan opnieuw eentoelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend. 4.De hoogte van de toelage als bedoeld bedraagt maximaal twee periodieken, waarbij bij de berekening van de eerste periodiek rekening moet worden gehouden metartikel 11. Artikel 16. Vaste toelage 1.Aan de ambtenaar die het maximum van de salarisschaal heeft bereikt, en die naaroordeel van het college blijk heeft gegeven van een langdurige bijzondere uitoefeningvan de functie, hetgeen moet blijken uit beoordeling gebaseerd op de regelingjaargesprekken gemeente Dronten, kan conform artikel 3:7:8, van de CAR-UWO een vaste toelage worden toegekend. 2.Deze toelage bedraagt maximaal het verschil tussen het maximum van de voor hemgeldende salarisschaal en het maximum, minus twee periodieken van de daaropvolgende salarisschaal. 3.Voor de ambtenaar die is aangesteld in salarisschaal 5 of lager bedraagt de toelagehet verschil tussen het maximum van de voor hem geldende salarisschaal en hetmaximum van de eerstvolgende salarisschaal. Artikel 17. Geen afbouwregeling Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 12 toten met 16 wordt geen afbouwregeling toegepast. Artikel 18. Nadere regels Het college kan nadere regels stellen over de toepassing en de hoogte van instrumenten vanflexibele beloning, als bedoeld de artikelen 12 tot en met 16. Paragraaf 4. Overige toelagen en vergoedingen Artikel 19. Waarnemingstoelage Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 vande CAR- UWO. 3

4 Artikel 20. Garantiesalaris Een garantiesalaris kan worden toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 9a:11 vande CAR- UWO. Artikel 21. Overwerkvergoeding 1. Dit artikel is enkel van toepassing op ambtenaren die vallen onder de bijzondere regeling in de 2. Aan de ambtenaar ingeschaald in schaal 10a of lager, wordt bij overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in de artikelen 3:2 en 3:2:1, van de CAR-UWO. Artikel 22. Toelage onregelmatige dienst 1. Dit artikel is enkel van toepassing op ambtenaren die vallen onder de bijzondere regeling in de 2. Aan de ambtenaar ingeschaald in schaal 10a of lager en die (vrij) regelmatig werkmoet verrichten op andere tijden dan op maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en uur wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3, van de CAR-UWO, tenzij voor deze uren een overwerkvergoeding geldt. 3. Deze toelage bedraagt per gewerkt uur op: a. maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen en 22.00uur: 20 %; b. zaterdag tussen 6.00 en uur: 40%; c. maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen en uur: 40% en op d. feestdagen als bedoeld in artikel 4:2:1, derde lid, van de CAR-UWO, 45 % van de bezoldiging per uur. 4. Voor de in lid 3a genoemde morgen- en avonduren, wordt de toelage pas toegekendals de werktijd is begonnen vóór 7.00 uur, respectievelijk is beëindigd na uur. Artikel 23. Buitendagvenstervergoeding 1. Dit artikel is enkel van toepassing op ambtenaren die vallen onder de standaard regeling in de 2. Aan de ambtenaar ingeschaald in schaal 10a of lager, wordt bij opgedragen werkzaamheden buiten het dagvenster een buitendagvenstervergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in de artikelen 3:8 van de CAR-UWO. Artikel 24. Garantieregeling bode-conciërge In afwijking van het bepaalde in deze verordening, behoudt de bode-conciërge, die vóór 1januari 2010 in dienst is getreden, de vaste onregelmatigheidstoelage van 15% van zijnsalaris per maand. Artikel 25. Toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst 1.Een ambtenaar die zich (vrij) regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden ombij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend. 2.Het Besluit wachtdienstregeling is op dit artikel van toepassing. Artikel 26. Inconveniëntentoelage 1. Aan de ambtenaar aan wie het verrichten van zware, onaangename of gevaarlijkearbeid wordt opgedragen, wordt naar evenredigheid van het aantal uren gedurendewelke deze arbeid per kalenderjaar is verricht een toelage toegekend. 2. Het college kan nader bepalen welke arbeidsomstandigheden als zwaar, onaangenaam of gevaarlijk aangemerkt kunnen worden en in welke mate. 3. De Regeling inconveniëntentoelage gemeente Dronten is op dit artikel vantoepassing. Artikel 27. Afbouwtoelage 1. Indien het salaris wordt verlaagd, omdat een toelage bedoeld in de artikelen 21, 22, 23, 24, 25 en 26 blijvend wordt verminderd, of beëindigd, zonder toedoen van deambtenaar, dan wordt door het college aan deze ambtenaar een afbouwtoelagetoegekend, mits: a. die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van het salaris; b. de ambtenaar deze toelage, direct voorafgaande aan het tijdstip van devermindering gedurende ten minste twee jaar heeft genoten, zonder wezenlijkonderbreking van twee aaneengesloten maanden of langer. 4

5 2. Is de in lid 1 bedoelde ambtenaar op het moment van de verlaging 60 jaar of ouder,dan wordt een blijvende toelage toegekend, mits de ambtenaar de toelage, bedoeldin de artikelen 21, 22, 23, 24, 25 en 26 direct voorafgaande aan de vermindering gedurendeten minste 10 jaar heeft genoten, zonder onderbreking van twee aaneengeslotenmaanden of langer. 3. De in het eerste lid bedoelde afbouwtoelage gaat over in een blijvende toelage, alsde ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt, mits de ambtenaar de toelage, bedoeldin de artikelen 21, 22, 23, 24, 25 en 26 direct voorafgaande aan de vermindering gedurende ten minste 10 jaar heeft genoten, zonder onderbreking van twee aaneengesloten maanden of langer. 4. Voor de afbouwpercentages wordt verwezen naar artikel 9a:11, van de CAR-UWO. Paragraaf 5. Overige bepalingen. Artikel 27 Onvoorziene situaties In gevallen waarin deze verordening niet of niet volledig voorziet, beslist de directie. Artikel 28. Hardheidsclausule Het college kan (artikelen van) deze verordening buiten toepassing laten of daarvanafwijken, voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Artikel 29. Overgangsbepalingen De medewerkers die regelmatig worden ingepland voor de milieustraat en die vóór devaststellingsdatum van deze verordening al een aanstelling hadden bij de gemeentedronten, blijven voor wat betreft het registreren en uitbetalen van overwerk recht houden opde afspraken zoals die waren gemaakt voor het moment van inwerkingtreding van dezenieuwe regeling. Artikel 30. Citeertitel en inwerkingtreding 1. Deze regeling kan worden aangehaald als de Bezoldigingsverordening gemeente Dronten 2014 en treedt in werking op de dag na die van bekendmaking en werkt met terugwerkende kracht tot 1 januari Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de Bezoldigingsverordening gemeente Dronten 2010 zoals vastgesteld op 26 juli Dronten, 16 december 2014 het college van Dronten, R.Kool mr. A.B.L. de Jonge secretaris voorzitter 5