HYDROBIOLOGIE VAN DEGRENSMAAS Huidig funktioneren, potenties en bedreigingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HYDROBIOLOGIE VAN DEGRENSMAAS Huidig funktioneren, potenties en bedreigingen"

Transcriptie

1 HYDROBIOLOGIE VAN DEGRENSMAAS Huidig funktioneren, potenties en bedreigingen Deel 1 Overzicht van het Onderzoek en Konklusies Alexander Klink Hydrobiologisch Adviesburo Klink bv Wögeningen Rapporten en Mededelingen 15 (5 september 1985)

2 HYDROBIOLOGIE VAN DEGRENSMAAS Huidig funktioneren, potenties enbedreigingen Deel 1 Overzicht van het Onderzoek enkonklusies Alexander Klink Hydrobiologisch Advlesburo Klink bv, Wageningen Rapporten en Mededelingen 15 (5 september 1985)

3 INHOUDSOPGAVE DEEL 1 SAMENVATTIN6/SUMMARY 1 INLEIDING 2 D0ELSTELLIN6 VAN HET ONDERZOEK 1. Ishetbijzondere karakter van degrensmaas betreffende fysische faktoren. maar ookqua visfauna. eveneens terug tevinden inde makro-evertebraten? 3 2. Wat isdepotentievan degrensmaasalsoecosysteemvoor dezemakro-evertebraten, ervan uitgaande datde verontreinigingen direktgeloosdindegrensmaas, maarook afkomstigvan bovenstrooms gelegengebieden, sterk zullenafnemen? 3 3. Hoezaldefaunareagerenindienverdergaande vergraving zal plaatsvinden inhetzomerbed? 3 DE MAAS. EEN KORTE BESCHRIJVING 1. Hydrografie 4 2. Chemie 5 DE GRENSMAAS 1. Algemeen 8 2. Uitgevoerde werkzaamhedenaan het rivierbed 9 3. Chemie 10 ONDERZOEKSTRATEGIE 1. Inventarisatie van de makro-evertebraten indegrensmaas inventarisatie van de makro-evertebaten indewaal Inventarisatie van de makro-evertebraten indeloire Literatuuronderzoek naar de makro-evertebraten die vroeger indemaas zijnaangetroffen, alsmede inandere grote rivieren Palaeolimnologischonderzoek aanenigeafzettingenvande Grensmaas 12 METHODEN 1. Algemeen Methodenvan bemonstering Bemonsteringvan delevende makro-evertebraten Bemonsteringvan exuviae Bemonsteringvan rivierafzettingen metalsdoelhet verzamelen van faunarestenmethistorische waarde 17

4 RESULTATEN 1. Algemeen Resultatenvan habitat-bemonsteringenindegrensmaas endeloire Bemonsteringvan eenbodembestaande uit fijn (anorganisch materiaalvermengd metzand = (psammo)pelaal Bemonsteringvan eenbodembestaande uitzand, niet indestroomgeulgelegen =psammaal Bemonsteringvan eenbodembestaande uitzanden grind, gelegenindestroming = psammo-ako-rheaal Bemonsteringvan eenbodembestaande uitzanden grind, niet indestrominggelegen = psammo-akaal Bemonsteringvan stenen, gelegeninofnaastdestroomdraad resp. litho-rheaal of lithaal Bemonsteringvan exuviae (vervellingshuidjes) in de Grensmaas, Maas. Waalen Loire Overzicht van debemonsteringen Resultatenvan deexuviae-bemonsteringen ingrensmaas, Maas, Waalen Loire Resultatenvan bemonsteringen indelengterichtingvande Grensmaas Vergelijkingvan demaandelijkse bemonsteringen in de GrensmaasendeWaal Literatuuronderzoek naar de makro-evertebraten die vroeger indemaas zijn aangetroffen, alsmedeinandere grote rivieren Literatuuronderzoek naar dehistorische faunavan demaas Literatuuronderzoek naarde makro-evertebraten inandere grote rivieren Palaeolimnologischonderzoek aanenigeafzettingenvande Grensmaas 28 KONKLUSIES 1. Algemeen Ishetbijzonderekarakter van degrensmaas betreffende fysische faktoren, maarookqua visfauna, eveneens terug tevinden inde makro-evertebraten? Bemonsteringvan delevende makro-evertebraten Bemonsteringvan exuviae indegrensmaas Bemonsteringvan exuviae indewaal Bemonsteringvan rivierafzettingen Wat isdepotentievan degrensmaasalsoecosysteemvoor de makro-evertebraten, ervan uitgaandedatde verontreinigingen direkt geloosdindegrensmaas, maar ookafkomstigvan bovenstrooms gelegengebieden, sterk zullenafnemen? Hoe zal defaunareageren indienverdergaande ontgrindingen zullenwordenuitgevoerd in hetzomerbed? 31 DISKUSSIE 1. Algemeen Zijn zware metalen verantwoordelijk voor achteruitgang van defauna? Indienlozingenvan zware metalenopdemaas wordengesaneerd, wat voor hoeveelheden wordendannognageleverd door erosiemateriaal? 33

5 AANBEVELIN6EN VOOR VERDER ONDERZOEK 1. Algemeen Onderzoek naar de relatie tussen afvoer en fauna-samenstelling Literatuurstudie naar een biologisch verantwoorde norm voor de minimale afvoer van degrensmaas Literatuurstudie naar de effekten van ontgrindingen opde fauna van degrensmaas Literatuurstudie naar de veranderingen indechemische samenstelling van het water ende effekten hiervan opdefauna DeGrensmaas betrekken ineenchemische enbiologische routine bemonstering 35 LITERATUUR 36 AFBEELDIN6EN 1. Overzichtskaart van de haas van Eijsden tot Lith 4 2. Verandering van het daaswater in 1984 tenopzichte van de natuurlijke samenstelling 5 3. Verloop van het zinkgehalte inde lengterichting van demaas 6 4. Verandering van het NH^+gehalte indegrensmaasvan 1924 tot Verloop van gemiddelde schuifspanning (gemiddeld per 5 km) voor verschillende afvoeren 8 6. Vergelijking zinkgehalte haas en Loire Indeling naar habitat Aantal exuviae verzameld tijdens de maandelijkse bemonstering Aantal soorten makro-evertebraten verzameld opdezandbodem indehaas ende Loire Faunasamenstelling opstenen inde Loire endegrensmaas Verdeling van defauna over de habitats in Waal, Grensmaas, haas en Loire Verdeling van defauna over de habitats indegrensmaas. Bemonstering van exuviae in het lengteprofiel Relatie tussen loodgehalte en debiet ineijsden Percentage kopafwijkingen bij Chironomus-larven inde sedimentresten van degrensmaas en habitatbemonsteringen in degrensmaas endeijssel Relatie tussende afvoer ende geleidbaarheid 34 TABELLEN 1. Lozingsvergunningen DSh Monsteromvang bij verschillende onderzoekingen Aanwezigheid van karakteristieke organismen in enigeeuropese rivieren 27

6 SAMENVATTIN6 In de periode mei april 1985 is een hydrobiologisch onderzoek uitgevoerd aan de Grens-scheidende Maas. De Grensmaas, gelegen tussenborgnaren en haasbracht in Z. Limburg meteen lengte van 50 km. is zowel in Nederland als België het enige trajekt van de Maas. dat ongestuwd en onbevaarbaar is. De huidige en potentiële fauna van makro-evertebraten is onderzocht. Hierbij is de potentiële fauna vastgesteld middels palaeolimnologisch onderzoek. Tevens zijn de Waal en Loire bemonsterd ter vergelijking. De konklusies hebben betrekking op: - het huidige funktioneren van degrensmaas als oecosysteem - het potentiële funktioneren bij verregaande sanering van verontreinigingsbronnen in het stroomgebied - de mate waarin ontgrinding van het zomerbed van degrensmaas oecologisch verantwoord is. SUMMARY From May 1984 tili April the macro-invertebrates in a track of the River Meuse. "Grensmaas", have been investigated. The River Grensmaas has a length of 50 kms and forms the Dutch-Belgium border. This track is the only part of the River Meuse in Belgium as well as in the Netherlands with a free run-off. The bedmaterial consists of sand, covered by gravel and pebbles. As references, also the River Waal (Netherlands) and the River Loire (France) have been investigated. The former fauna of the Grensmaas has been established by palaeolimnological research. These results are compared with River Rhine sediment remains and with the present fauna in the River Loire. The conclusions concern the present functioning of the rivertrack asanaquatic ecosystem, as well as its potential ecological value with diminishing chemical input. Attention has also been given to the effects of dredging works in the riverbed.

7 INLEIDING In opdracht van Rijkswaterstaat Dir. Limburg is vanaf mei 1984 tot mei 1985 een hydrobiologisch onderzoek uitgevoerd aandegrens-scheidende-maas in Limburg. Het voor Uliggende rapport is opgesteld in twee delen. Het eerste gedeelte is het eigenlijke rapport met de voornaamste onderzoeksresultaten. Het tweede deel bevat tabellenendiagrammen die betrekking hebben op de makro-evertebraten zoals die zijn geanalyseerd op de diverse bernons ter ingslotca ties. In het eerste gedeelte is zoveel mogelijk getracht het vakjargon te vermijden ten behoeve van de leesbaarheid. Het tweede deel kan worden beschouwd als een gegevens-bestand dat als basis heeft gediend voor de tekst en afbeeldingen in het eerste deel. Een woord van dank ben ik verschuldigd aan Drs. M. Ponsen (Direktie Limburg) en Drs. 6. van Urk (RIZA) voor een waardevolle diskussie en Drs. A. Nol voor het op naam brengen van de, tijdens dit onderzoek aangetroffen, ééndagsvliegen (Ephenwroptara).

8 D0ELSTELLIN6 VANHET ONDERZOEK Het doel van dit onderzoek is, middels het analyseren van de levensgemeenschappen in de Grensmaas,antwoorden tegevenopdevolgendevragen. 1. Is het bijzondere karakter van de 6rensmaas betreffende fysische faktoren, maar ook qua visfauna, eveneens terug te vinden in de makro-evertebraten? (kleinere organismenzoals larven van ééndagsvliegen, kokerjuffers, vedermuggen, alsmede slakken,wormen, bloedzuigerse.d.) Dezeorganismen zijngekozenomdatze uitermategeschikt zijn voor hetbeoordelenvanaquatische oecosystemen. 2. Wat is de potentie van de 6r«nsmaas als oecosysteem voor deze makro evertebraten, ervan uitgaande dat de verontreinigingen direkt geloosd in de 6rensmaas, maar ook afkomstig van bovenstrooms gelegen gebieden, sterk zullen afnemen? 3. Hoe zal de fauna reageren indien verdergaande vergraving zal plaatsvinden in het zomerbed?

9 DE MAAS. EEN KORTE BESCHRIJVIN6 1. Hydrografie (naar van der Made, 1972) In het stroomgebied van de Maas met een oppervlakte van km 2, zijn drie verschillende delen te onderscheiden. Het meest bovenstroomse deel dat de Lotharingse Maas wordt genoemd is gelegen in Frankrijk op het Plateau de Langres. Dit plateau bestaat uit kalksediment met een grote waterdoorlatendheid.gezien echter het zeer smalle gedeelte van deze zuidelijke uitloper van het stroomgebied, draagt de neerslag aldaar weinig bij tot de totale waterafvoer van de Maas. Bij de plaats Troussey die 120 km vanaf de oorsprong van de Maas is gelegen, is de Maas onthoofd van haar zijrivier de Moesel, die thans bij Koblenz inde Rijn uitmondt. De aanwezigheid van granietrolstenen uit de Vogezen in hetoude Maasgrind van Zuid-Umburg getuigen hier nog van. aangezien de huidige Maas deze stenen nooit kan hebben aangevoerd (Pannekoek en van Straaten. 1982). Benedenstrooms deze plaats is de rivier bevaarbaar middels stuwen of laterale kanalen. Vanaf Charleville. waar de Maas reeds 400 km van haar bron is verwijderd, begint de Ardenner Maas. De rivier heeft zich hier diep ingesneden in de zich langzaam opheffende Ardennen. De geringe doorlatendheid van het Ardenner gesteente is verantwoordelijk voor de geringe bergingskapaciteit van demaas. waardoor een snelle afvoer plaatsvindt van het regenwater. Tot Namenbehoudt de Maas nog haar oorspronkelijke zuid-noord richting, buigt dan bij de samenvloeiing met de Sambre abrupt naar het oosten tot Luik om daar wederom naar het noorden te worden gedwongen door de hoge ligging van het hiervan ten oosten gelegen gebied.de Maas stroomt nu door de puinkegel van de Ardennen, die doorloopt tot Maasbracht. Ten noorden van Maasbracht neemt het verhang afvan 34 cm/ Afb. 1. Overzlchtskaart van da Maas van Eijsden kmnaar 10 cm/km. tot Lith (bron: Rijkswaterstaat. 1981)

10 Het bedmateriaal bestaat ook niet meer uit eenmengsel van zand en grind, maar is veel fijner van samenstelling. Bij Boxmeer buigt de Maas zich geleidelijk naar het westen en komt in de laagte van Midden-Nederland terecht. Inde vorige eeuw stroomde demaas bij Woudrichem als Andelse Maas inde Waal. In het begin van deze eeuw heeft mendeze verbinding verbroken door de Bergse Maas te graven, die zich naar het westen voortzet inde Amer entesamen met denieuwe Merwede uitmondt in het sedert 1970afgesloten Haringvlietbekken. 2. Chemie Op grond van 5 voorkomende hydrogeochemische eenheden in hetmaasbekken heeft Zuurdeeg (1980) de natuurlijke samenstelling bepaald van het Maas water. Vergelijken we hiermee de huidige concentraties van de belangrijkste anionen en het geleidingsvermogen (Afb. 2). te Aglmont (een meetstation gelegen bovenstrooms de samenvloeiing van de Maas en de sterk verontreinigde Sambre)en Eijsden (gelegen benedenstrooms het industrieconglomeraat Luik), dan zien we dat demaas bij Agimont slechts een weinigverhoogde concentratie vertoont in chloride- en sulfaatgehalte, terwijl bij Eijsdende Maas een chloride gehalte heeft van 3 maalde natuurlijke concentratie. Verandering van hetmaaswater ten opzichte van denatuurlijke samenstelling Geleidingsvermogen in ms/m Concentratie Sulfaatgehalte in mg/l Chloridegehalte in mg/l Agimont Agimont Eijsden Eijsden nat. akt. nat. akt. Plaats Afb. 2. Verandering van het Maaswater in 1984 ten opzichte van de natuurlijke samenstelling (bron: Zuurdeeg, 1980 en Rijkswaterstaat. 1985)

11 Betreffende degehaltenaan zware metalen inhetmaaswater te Agimontisslechts hetkopergehalte van 3 Mg/l in ongefiltreerd water boven de detektielimiet. Te Eijsden is dit gehalte opgelopen tot 11 Mg/I (RIWA, 1983). Inde zwevende stof echter is in Eijsdeneen kopergehalte gemeten tot 490 mg/kg (Rijkswaterstaat. 1981). Dit is de helft van de koper-concentratie in drfjfmest ennog juist onder de signaalwaarde voor saneringsonderzoek (500 mg/kg) die gehanteerd wordt door de Inspectie Milieuhygiëne. Ook de gehalten aan andere zware metalen zijn bij Eijsden sterk verhoogd in de waterfase. Vooral zink. dat te Agimontnietkonwordenaangetoond, is in hetongefiltreerde Maaswater te Eijsden aanwezig in 274 ug/l (RIWA. 1982).Het concentratieverloop van zink in de waterfase isin afb. 3 uitgezet tegen de afstand tot de oorspongvan demaas (RIWA en 1983). Inde zwevende stof bij Eijsden is de bovengenoemde signaalwaarde in 1976 met een faktor 3 overschreden (8800 mg/kg) (Rijkswaterstaat. 1981). In hetonderzoekvan KleijnenRang (1984) naar de gehaltenvan zware metalenindebodemvan het winterbed van de Maas ten noorden van Maastricht, blijkt dat er een relatie bestaat tussen de overstromingsfrequentie van het winterbed en degehalten aan zware metalen.hoevaker geïnundeerd hoehogerdezegehalten worden. ConcentratieZink Inde waterfase ppbzn 150 ongoflltreerd RMerkilometer Afb. 3. Verloop van het zinkgehalte in de lengterichting van de Maas (bron:riwa. 1982en 1983)

12 Naastzware metalenvormen ookminerale oliëneen probleem.tijdensenigebezoekenaandemaas bij Eijsden zijnaanzienlijkehoeveelhedenoliedrijvend ophetwater aangetroffen (o.a. Klink a ). De maximale concentraties,doorhetriwa (1983) gemeten, overschrijden zelfsdee6 A3I norm. haken we een vergelijking tussen het ammoniakgehalte in 1924 en 1984 (Afb. 4) dan is in de 6rensmaas ook hierin een sterke stijging opgetreden in de laatste 60 jaar. De lage concentraties in januarien februari 1964 zijnveroorzaakt dooreenextreemhogeafvoer. Ammoniakgehalte indegrensmaas 1924 (Redete, 1948) 1984 (Rijkswaterstaat, 1985) 0.8 T Extreem AmmoniakInmg N/l Afb. 4. Verandering van het NH 4 + gehalte in de 6rensnwas van 1924 tot 1984

13 DE GRENSMAAS 1. Algemeen Het gedeelte van demaas datde grens vormt tussenbelgië ennederland wordt de Grens-scheidende Maas of kortweg degrensmaasgenoemd. Gerekend vanaf Eijsden begint degrensmaas op rivier km 16benedenstrooms de stuw bij Borgharen en eindigt bij desamenvloeiing met hetjulianakanaal te Maasbracht (km 68). Dit riviertrajekt doorsnijdt de puinwaaier van de Ardennen, beginnend bij Luik en eindigend te Maasbracht. De bedding is opgebouwd uit een loskorrelig mengsel van zand en grind. Het materiaal is zoor heterogeenvan samenstelling ( mm) waardoor bij lage afvoeren een stabiele afpleisterlaag wordt gevormd die transport van bedmateriaal tegengaat. Echter bij hogere afvoeren wordt deze laag verstoord en kunnen grote hoeveelheden materiaal getransporteerd worden die de vorming van grindbanken tot gevolg hebben (Waterloopkundig Lab ). Het eigen karakter van hetheterogenebed van de Grensmaas komt goed tot uitdrukking in de schuif spanning die het water ondervindt bij diverse afvoeren, vergeleken met het benedenstroomse gedeelte van de rivier (Afb. 5). \ J Y', f' j, / VERKLARING ** / i* l! 1 ; ofvoar 3600 m/i afvoer 2000 rn% ar IOC Om 3 /s 1 '.! V \ 1 I 1 k i\ 'U! 1! 1 i i i,!, A/ 1 ' f ' - ' ^,-é, ^r_c -"" / -' ^\j \\ i /s. L ^ /ys J v-> z 70n O0 > -^ **... fr. k iloti«t r»r mg vfl" Ötf MoOS Afb. 5. Verloop van gemiddelde schuif spanning (gemiddeld per 5 km) voor verschillende afvoeren (bron: Waterloopkundig Lab )

14 Het verhang van de Grensmaas is met 34 cm/km veel hoger dan van de Maas beneden flaasbracht (6-10 cm/km) enook het Nederlandse gedeeltevan de Rijn heeft slechts een verhang tot 10 cm/km. De kombinatie van een hoge stroomsnelheid en grof bedmateriaal heeft ertoe geleid dat de Grensmaas volgens de traditionele riviertypologie is ingedeeld bij de "Barbeelzone ". Evenals de Oberrhein, met een verhang van 46 cm/km en een bed dat is afgepleisterd met stenen van vuist- tot hoofdgrootte, kwamen vroeger behalve Barbeel ook veel Sneep. Kopvoorn en Serpeling voor (Lauterborn, 1917 en Redeke, 1941). Bij de bestandsopnamen van 1983 door de Dir. Visserijen blijkt dat ook hede tendagedeze vissen nog indegrensmaas aanwezig zijn. 2. Uitgevoerde werkzaamheden «an het rivierbed In de eerste helft van de vorige eeuw waren in de Grensmaas talloze middelgrinden aanwezig. Dit zijn eilanden van grind, die veelal beplant werden met wilgen.de binnenbochten van de nog niet bekade rivier beplantte men met riet ter oeververdediging. In de tweede helft van de vorige eeuw heeft men gepoogd de Grensmaas bevaarbaar te maken middels uitdiepen en de aanleg van talloze strekdammen en kaden. Hierdoor zijn de middelgrinden verdwenen en door het ontbreken van een natuurlijke oeverzone zijn ook de rietvegetaties niet meer aangetroffen in de huidige rivier. Deze maatregelen hebben echter niet tot gevolg gehad dat de rivier voor langere perioden bevaarbaar kon wordengehouden (Rivierkaarten eerste uitgave, eerste en tweede herziening). Men heeft deze pogingen gestaakt in het begin van deze eeuw door te besluiten het Julianakanaal te graven. Dit kanaal, dat Borgharen verbindt met Maasbracht, heeft er enerzijds toe geleid dat Luik een gegarandeerde scheepvaartverbinding kreeg met Nederland en de Noordzee. Anderzijds is met het in gebruik nemen van hetjulianakanaal in 1929 degrensmaas gekonserveerd als het enige gedeelte van de gehele Maas dat niet gestuwd wordt en waarop geen scheepvaart wordt bedreven. Inde periode is opeen groot aantal plaatsen indegrensmaas grind gewonnen. Dit heeft naast erosie en verzakkingen geleid tot bodemdalingen met een maximale dieptevan ca. 2m. Ten behoeve van de scheepvaart is het gedeelte benedenstrooms km. 57 ontgraven tot een diepte van ca. 8 m, waarna het onbruikbare materiaal is teruggestort (Med. Rijkswaterstaat Dir. Limburg).Om oeverafsiag tegen te gaan heeft menop vele plaatsen in het noordelijke gedeeltevan degrensmaas de oevers bestort met Ardenner storts tenen. De ingrepen die zijn uitgevoerd in de vorige eeuw hebben tot gevolg gehad dat de natuurlijke oeverzones zijn verdwenen met de daarbij behorende vegetatie. Het bevaarbaar maken van de benedenloop van de Grensmaas heeft degrindbanken methun stroomversnellingen opgeruimd en van een snel stromende rivier eenlangzaam stromend kanaal gemaakt.

15 10 3. Chemie Naast de ontoelaatbare belasting die de Maas heeft te verduren vanuit België zijn ook innederland nogeen aantal bedrijven die een bedreiging voor de waterkwaliteit kunnen vormen (RIWA. I960). Van deze bedrijven kunnende keramische industrie ende kleurstoffabrieken in Maastricht een (nog verdere) verhoging van het lood- en zinkgehalte inde Grensmaas tot gevolg hebben (Kleijn enrang, 1984). Voor degrensmaas zelf is dedsmde grootste bron van verontreiniging. Dit bedrijf loost via het riviertje de Ur bij Urmondop degrensmaas. In 1984 is door het Waterschap Zuiveringschap Limburg onder andere een lozings-vergunning afgegeven voor: Stof Kg/dag CZV N02+N03-N NH3-N Totaal P Vanadium 60 Tabel 1. Lozingsvergunningen DSM 1984 (bron: Waterschap Zuiveringschap Limburg. 1984) In januari en februari 1984 zijn hierop 16 overschrijdingen gekonstateerd. In de maanden maart t/m juni zijn de lozingen onder de vergunningslimiet gebleven. Voorts wordt vooral op de plateau's bemest met mest afkomstig uit Noord en Midden-Limburg. Tevens wordt ook wel zuiveringslib aangewend. Hierbij worden, naast eutrofiérende stoffen, ook zware metalen direkt of indirekt toegevoegd aande Grensmaas.

16 11 ONDERZOEKSTRATEGIE Omde drie vragen van de doelstelling te beantwoorden (1.bijzondere karakter; 2. potentie; 3. ontgrindlngen) zijn een aantal verschillende bronnen van onderzoek benut waarvan hieronder een opsommingmetdespecifiekegegevensdiehieraanontleend zijn. 1. Inventarisatie van de makro-evertebraten in de 6rensmaas Dezebrongeeftinformatieover dematewaarindegrensmaasfunktioneertalsoecosysteem. 2. Inventarisatie van de makro-evertebraun in dewaal Hierbijkomtinformatie vrij over hetverschil tusseneenongestuwde rivier meteenbed,bestaand uitgoedgesorteerd grofzand,waaropscheepvaart plaatsvindt (Waal)ende Grensmaas, een rivier met eengegradeerdbed,ongestuwdenzonderscheepvaart. 3. Inventarisatie van de makro-evertebraten in de Loire De Loire is een rivier meteen bed. bestaand uit grof zand, grind en kiezels.ter plaatsevande bemonsteringen isde rivier nietgestuwdenonbevaarbaar. Hetverhangbedraagt 40cm/km (Grensmaas 34 cm/km). Inventarisatie van deloire geeft derhalve informatie over demakro-evertebraten ineen overeenkomstig oecosysteemals de Grensmaas.Eenverschil is echter,datde Loire veel minderzwaar verontreinigd is dandegrensmaas (Houthon encoste, 1984en Afb. 6). waardoor het mogelijk wordt depotentiesvandegrensmaasinteschatten bijafnemendeverontreiniging. Maasen Loire Zinkgehalte inppb 250 T 200 Zink ongeflltreerd inppb Afb. 6. Vergelijking zinkgehalte Maas en Loire (bron:rijkswaterstaat en Servicede l'eau. Neuilly-sur-Seine)

17 12 4. Literatuuronderzoek naar de makro-evertebraten die vroeger in de haas zijn aangetroffen, alsmede in andere grote rivieren Hoewelmeninde vorige eeuwenbegin dezeeeuw slechts zeer incidenteel verzamelde, kantoch eniginzichtworden verkregen inde diversiteit van weleer endaarmeeindepotentievandegrensmaas. Daarnaastzal dehuidige faunavan enige andere grote rivieren onskunneninformeren over deinvloed vanchemische aantasting. 5. Palaeolimnologisch onderzoek aan enige afzettingen van de Grensmaas Pas zeer recent is duidelijk geworden dat makro-evertebraten, die in rivieren hebbengeleefd, restennalaten in hetsediment (Klink, 1983).Deze resten zijnopnaam tebrengenenafhankelijk van de vraagstelling kunnen afzettingen worden bemonsterd van hoge ouderdom (bv. pleistoceen). maarook kunnenmeer recente lagen (bv. vorige eeuw)wordengeanalyseerd.geziendedoelstellingen zijn in dit onderzoek twee afzettingen bemonsterd waarvan, middels rivierkaarten, de ouderdom kan worden bepaald op ca. 150 jaar en 100 jaar. Tevens is hierbij als vergelijking een zeer recente afzetting bemonsterd, waarvan bekendis dat deze is neergelegd in februari 1984 bij eenextreem hoge afvoer. Nog duidelijker dan mogelijk ismetliteratuuronderzoek kanmetdezemethodedevroegere faunaworden geïnventariseerd enwordenvergeleken metdehuidige fauna.hierdoor wordt heteveneens mogelijkde potentiesvandegrensmaas vast testellenvoor demakro-evertebraten. In het navolgende zullen de verschillende deelonderzoeken worden besproken met de daaruit volgendekonklusies.

18 13 METHODEN 1. Algemeen Bij het inventariseren van een oecosysteem moet de bemonstering zodanig worden uitgevoerd dat eenzo volledig mogelijk beeld ontstaat van de makro-evertebraten in dat oecosysteem. Een oecosysteem is opgebouwd uit een aantal biotische en een aantal abiotische komponenten.de abiotische komponenten zijn het bedmateriaal en de afvoerkarakteristieken. Het bedmateriaal vormt de ondergrond voor haar bewoners, waaronder de makro-evertebraten. Uit een groot aantal onderzoekingen blijkt dat de korrelgrootte van het bedmateriaal bepaalt welke soorten aanwezig zijn (o.a. Braukmann. 1984). liet andere woorden, een steen wordt door andere soorten bewoond dan een zandbodem. Van de afvoerkarakteristieken is de stroomsnelheid de belangrijkste komponent. Deze bepaalt, bij een gegeven type bedmateriaal, of stroommimende dan wel stroommijdende soorten het bedmateriaal bewonen.een steen in de stroming zal derhalve andere bewoners hebbendan een steendie buitende stroomdraad is gelegenen uiteindelijk bedekt zal worden door fijner materiaal. De kombinatie van het bedmateriaal en de stroomsnelheid is de habitat. Een habitat (Choriotope s. Braukmann. 1984) kan worden opgevat als een plaats in het oecosysteem die bewoond wordt door een vaste kombinatie van soorten. Bij de inventarisatie van een oecosysteem zal slechts dan een volledig beeld ontstaan indien alle aanwezige habitats zijn bemonsterd. In navolging van Klink en Moller Pillot (1982) enbraukmann (1984) zijn ineen rivier als degrensmaas devolgende habitats te onderscheiden: 1. Fijn organisch en anorganisch materiaal - (Psammolpelaal 2. Zand = Psammaal 3. Grind - Akaal 4. Stenen = Lithaal Indiendeze habitats in de stroming gelegen zijn wordt rheaal (^stroming) toegevoegd. Bij de monsterneming is het niet altijd mogelijk een habitat zuiver te bemonsteren. Indien bijvoorbeeld een bodemmonster wordt genomen, bestaande uit een mengsel van zand en grind in de stroming, dan is een kombinatie van twee habitats bemonsterd, nl. het Psammorheaal en het Akorheaal. In dit onderzoek is dan sprakevan het Psammo-akorheaal. In het geval dat bovenstaand bedmateriaal is bemonsterd buiten de stromingdan spreken wevan Psammo-akaal.

19 14 Ter illustratie onderstaandeafbeelding (Afb. 7) uit Braukmann (1984) diedehabitats (Choriotope) beschrijft ineenbeekmetslechtsautochtoon materiaal. Aufsicht Querprofil Ranunculus Prall I 1 JH& 1m Gleithang OSteine, faustgrof) -20cm o» kleine Steine, Kies Kies, Sand Sand Detritus, Ton, anstehend Strömungsrich tung 1: Makrolithal :(flache, ca.handgrossesteine :Fliessgeschw.: 70-90cm/s im Stromstrich) 3: Mesolithal :(Steine, mm 4: Akal :(Kies, mm 5: Psammal :(Sand/Feinkies, mm 6 :Pelal :(Feindetritus/Sand/Schluff 8 :Phytal :(Ranunculuspeltatus-Polster A : Argillal :(anstehenderton Afb. 7. Indeling naar habitat (bron:braukmann. 1984) : cm/s) : cm/s) : cm/s) : 0-5 cm/s) : ca. 60 cm/s, kurzoberhalb) : cm/s am Prallhang) 2. Methoden van bemonstering Bij het inventariseren van de makro-evertebraten in de Grensmaas zijn drie essentieel verschillende methodentoegepast Bemonstering van de levende makro-evertebraten Zoals bovenstaande indeling reeds aangeeft zijn, waar mogelijk, alle verschillende habitats bemonsterd.de stenen inenbuitende stroming zijnbemonsterddoorze af teborstelen.inhetgevalvan autochtoonmaasgrind met eendiameter van ca. 10 cm zijn 15stenen inbehandelinggenomen (ca. 15 dm ).In het gevalvanardenner stortsteen metveelaleendiameter tussen 15en 20cm zijn 10 stenen afgeborsteld (ca.50 dm 3 ).

20 15 In de Maas varieerde het aantal organismen tussen 15 ind./monster in Borgharen en 2254 ind./monster te Ophoven. Kwantitatieve richtlijnen zijn voor deze bemonstering niet te geven, te meer daar demate van ruwheid van een steeneen belangrijke rol speelt bij het beschikbaar oppervlak (Erman en Erman. 1984). De manden met stenen die door het RIWA en PWN in de Maas worden aangewend als kunstmatig substraat bevatten 20 stenen met een totale inhoud van ca. 8 dm 3. Hiervan lijkt het aantal verzamelde individuen bevredigend (enige duizenden) ( PWN-WBB in prep). Het fijne (anorganische materiaal, alsmede zand en grind zijn met eenschepnet (langs de oevers) of met eensleepbak (achter een bemonsteringsvaartuig) bemonsterd. Deze wijze van bemonsteren verschaft specifieke informatie over een klein gedeelte van het rivierbed. Bekend is dat makro-evertebraten veelal geklonterd (contagious) verdeeld zijn in een oecosysteemdoordat de eieren in pakketten worden afgezet (Elliot, 1977). Ookkan het aantal individuen per oppervlakte-eenheid sterk afhangen van de aard van de dominante organismen. Zo werden bijvoorbeeld opdebodem bij Borgharen indvm 2 aangetroffen. Inde Loire bij Orléans waren dit slechts indvm. In het eerste geval betrof heteen populatie zeer kleine wormen. Inde Loire werd een soortenrijke populatie ééndagsvliegen en muggelarven aangetroffen. In verscheidene binnen- en buitenlandse onderzoekingen kiest iedere onderzoeker zijn eigen monsteromvang. zoals het onderstaande tabel laat zien: Onderzoek oppervlakte in cm 2 Brundin, Reiss, Tolkamp, Braukmann, Drake Tabel 2. Monsteromvang bij verschillende onderzoekingen In dit onderzoek is minimaal een oppervlakte bemonsterdvan cm 2. Vande monsters die vaak vele duizenden individuen bevatten zijn alle individuen gezien, waarna een steekproef is genomen waarbij als maat 300 Chironomidae isaangehouden.

21 Bemonstering van exuviae Exuviae (enkelvoud zowel als meervoud) betekent vervellingshuidje(s). De eigenschap die zezo bruikbaar maakt voor onderzoek is het drijfvermogen. inde stroomdraad kaneenvoudig een driftnet wordengehangenwaarmee naverloop van enige tijd vele duizendenhuidjes kunnenwordenverzameld. Indiende stroomdraadnietkanwordenbenaderd ishetookmogelijkdeze huidjes,diesoms indikkelagen naardeoever wordengedreven, meteenschepnet teverzamelen. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een driftnet met een opening van 1 m diameter en een maaswijdtevan Imm met in depuntvan het neteenzeef met eenmaaswijdtevan 0.5 mm. Dit net is gedurende 1 uur in de stroomdraad gehangen.het werkzame oppervlak van het net (onder water) bedraagt 0,58 m 2, hetgeen bij de heersende stroomsnelheden van ca. 0,5-2 m/sec.(schatting) een gezeefdvolume inhoudtvan m. Omtrentdeomvang vaneenrepresentatiefmonster wordt doorwilsonenmcgill (1979)eenaantal van 200 exuviae gehanteerd. Van de in de haas verzamelde monsters zijn 300 Chironomidae geanalyseerd, alsmede alle overige exuviae. Slechts in de wintermaanden bevatten de monsters te weinigexuviae om ditaantalinanalysetenemen,zoals blijkt uitafbeelding 8. GrensmaasStein Exuviae-bemonstering met driftnet tm Aantal jxuviae 9000 i niet gemonsterd 1 u Afb. 8. Aantal exuviae verzameld tijdens de maandelijkse bemonstering Het zal een ieder duidelijk zijn dat deze wijze van bemonsteren niet gericht is op het specifiek inventariseren van habitats,maar dientomeen overzicht te krijgenvandemakro-evertebraten (waar hetinsekten betreft) die alle aanwezige habitats bewonen.tevens is dezemethode ergbruikbaarvoor het vaststellen vanseizoensvariaties indefauna. Voormeer informatieover deze,in 1982inNederland geïntroduceerde methode wordtverwezennaarklinkenholler Pillot (1982)enLangton(1984).

22 Bemonstering van rivierafzettingen met als doel het verzamelen van faunaresten met historische waarde Opgrond van het onderzoek naar zware metalen in het winterbed van demaas ten noordenvan Maastricht (Kleijn en Rang. 1984) hebben Dr. C.Schouten. Drs.M. Rang (Geografisch Inst.Utrecht). Drs.M.Ponsen (namens de opdrachtgever) endeauteur op een profiel bemonsterd dat is ontslotendoor degeul ter plaatsevan desamenvloeiing metdegrensmaas bij km 22 (Kleijn en Rang, fig. 14.5). De datering is geschiedop grondvan oude rivierkaarten (periode ). Ter vergelijking is eenafzetting bemonsterd die is neergelegd (Rang. pers.med.) tijdens deextreemhoge afvoer infebruari Nog duidelijker dan mogelijk ismetliteratuuronderzoek naaroudeinventarisaties vandegrensmaas kan met deze methode ondubbelzinnig de historische fauna van het stroomgebied de rivier worden vastgelegd.voorde verwerking vandemonsters wordtverwezennaarklink (1983).

23 RESULTATEN 1. Algemeen Deresultaten staan onverkort weergegeven in deel 2. Bij deonderhavige besprekingzullen slechts deanalysesvandeze resultaten worden gegeven. Hierbij wordt denadruk gelegdopdegroothedendie het Funktionärenvande verschillende oecosystemenhetbestomschrijven. 2. Resultaten van habitat-bemonsteringen in de 6rensmaas en de Loire Deel 2p. 3 t/m Bemonstering van een bodem bestaande uit fijn (anorganisch materiaal vermengd met wat zand = (psammo)pelaal Deel 2p. 2 t/m 5 Dezehabitat is slechts aangetroffen indehaas bij Borgharenbovenstroomsdestuw en bijophoven inhetgedeeltevandegrensmaas dattenbehoevevandegrindwinningisuitgediept.inhet nietverdiepte deelvandegrensmaas zijn geenplaatsenaangetroffen met stroomsnelheden waarbij fijn materiaal tot bezinkingkankomen. Zowel het monster bij Borgharen als bij Ophoven geeft een faunabeeld overeenkomstig met de habitat. Respektievelijk 10075en 868 vandefauna is aangepastaanbewoningvan dit fijne subsiraat. Bij monsters vanvergelijkbare omvang blijkt debodem bij Borgharen slechts Ataxa (lees soorten) te bevatten, terwijl de vergelijkbare bodem bij Ophoven een 12-tal taxa oplevert. Het verschil wordt veroorzaakt door deaanwezigheidvanchironomidae bij Ophoven.Dezetaxa zijn beslist nietgevoelig voor verontreiniging, zodat hun afwezigheid in het monster van Borgharen wijst op ernstige verontreiniging van deze habitat. Deconcentraties van zware metalen in het slib zijn erg hoog inde meetperiode (Rijkswaterstaat, 1981) Bemonstering van een bodem bestaande uit zand, niet in de stroomgeul gelegen = psammaal Deel 2p. 6 t/m 13 Deze habitat is niet aangetroffen in de Grensmaas, hetgeen een gevolg is van het heterogene bedmateriaal (Waterloopkundig Lab., 1981).Dezandbodems zijn vermengd met eengrote hoeveelheid grind,vaak bedektdooreen afpieisterlaagvan stenen. IndeMaas zelf is dezehabitat bemonsterd bij Eijsdenen Niftrik. IndeLoire is dehabitatgevonden bijorléans. De fauna, die bij Eijsden uit het zand is verzameld, is een vervangingsfauna die normaal in modderbodems wordtaangetroffen.

24 19 Aantal soorten makro-evertebraten,verzameld opdezandbodem IndeMaasende Loire Aantal soorten MaasEijsden flaas Niftrik Lokatie Loire Orléans Afb. 9. Aantal soorten makro-evertebraten verzameld op de zandbodem in de Maas en de Loire Evenals bij Borgharen is de verontreiniging hiervoor verantwoordelijk. De oorspronkelijke fauna is niet bij machte zich te handhaven en wordt vervangen door een aantal minder gevoelige fauna-elementen. Het monster bij Niftrik (Klink en Moller Pillot, 1982) laat reeds enig herstel zien van zand-bewonende fauna. Driekwart van de organismen kan echter nog gezien worden als een vervangingsfauna. In dit monster van zeer geringe omvang zijn 13 taxa verzameld, het dubbele van het veel grotere monster bij Eijsden. In de Loire is ten zuiden van Orléans dezelfde habitat bemonsterd, met als resultaat 42 taxa. Slechts 44Ä van defauna-elementen is aangepast aaneen zandbodem. Vandeoverige organismen is een groot gedeelte niet gebonden aan één enkele habitat (eurytoop). Er kan in geengeval gesproken worden van een vervangingsfauna, aangezien het merendeel vandeze organismen beslist niet ongevoelig is voor verontreiniging (Afb. 9).

25 Bemonstering van een bodem bestaande uit zand en grind, gelegen in de stroming = psammo-ako-rheaai Deel 2 p. 14 t/m 19 Deze habitat treft men aan op de randen van de stroomdraad. Voor stenen is de ligging te hoog, zodat slechts zanden grind aanwezig zijn. De habitat zal bij lage afvoeren droog staan. Zowel in de Loire als in degrensmaas is deze habitat bemonsterd en inbeidegevallen gelegen aande rand van een middelzand. In de Loire zijn talloze van deze middelzanden aanwezig.ook in de Grensmaas lagen in de vorige eeuw veel middelzanden. Sedert de normalisatie vanaf I860 zijn ze allemaal verdwenen. Het enige middelzand in de huidige Grensmaas is gelegen ter hoogte van Stein op km Dit middelzand moet vrij recent zijn ontstaan middels eendoorbraak vandehoge oever wal. aangezienop de rivierkaart van 1940 (2 e herziening) hiervan noggeen spoor te bekennen is. Tijdens de bemonstering bij Stein zijn 14 taxa verzameld.evenals bij de bemonstering van het psammaal bij Eijsden (sub 2.2 p ) is geen enkel individu karakteristiek voor een zandbodem.door de bijmenging van grind worden weliswaar soorten geïntroduceerd die op stenen leven, echter 62% van de fauna is karakteristiek voor een modderbodem. Bij toenemende organische belasting vindt meer opeenhoping plaats van dit organisch materiaal, waardoor de zuurstofhuishouding in de bodem minder stabiel wordt en de gevoelige, zandminnende fauna wordt vervangen door organismen (met name Oligochaeta = wormen) die nog bij zeer lage (^-concentraties kunnen funktioneren. De overeenkomstige habitat in de Loire heeft geresulteerd in een 23-tal taxa. Dit aantal is slechts 50S meer dan dat van het monster bij Stein. De invulling van de habitat is echter totaal verschillend. Van de aangetroffen organismen is 91S aangepast aaneenzandbodem envan de fauna behorende bij het (psammo)pe)aal zijn geen vertegenwoordigers gevonden. In de afzonderlijke diergroepen zijn eveneens aanzienlijke verschuivingen waarneembaar. Zijn in de Loire ééndagsvliegen (Ephemeroptera) en waterwantsen (Heteroptera) in redelijke mate vertegenwoordigd, in de Grensmaas ontbreken zij volledig. Omgekeerd wordt de habitat in de 6rensmaas gedomineerd door wormen die eenhoge mate van chemische tolerantie bezitten.dezegroep ontbreekt inhet Loire-monster volledig Bemonstering van een bodem bestaande uit zand en grind, niet in de stroming gelegen = psammo-akaal Deel 2 p. 20 t/m 23 Is in 2.3.een habitat aande orde gekomendie gelegen is aanderanden vanhoger gelegen delen, hier zullen de hogere delen zelf worden besproken.opdezelfde monsterlokaties in degrensmaas ende Loire is een opdrogende geul op fauna onderzocht. Het middelzand bij Stein (km 33.5) in de Grensmaas is bij hoogwater afgesneden vande oevers. Bij lager water wordt de geul aande oostzijde van het middelzand steeds kleiner om tenslotte volledig droog te vallen.

26 21 De bemonstering is uitgevoerd toen er in de geui geen water meer stroomde maar nog wel een laagje water bevatte van enige centimeters. De maand na deze bemonstering (augustus) zou de geul droog staan, terwijl er in september weer volop water doorheen stroomde. Ten tijde van de bemonstering waren het zanden grind bedekt met een goudkleurige dekenvan afgestorven draadwieren. Dit wijst er enerzijds op datdegeul reeds vóór de bemonstering heeft drooggestaan. Anderzijds worden deze pakketten van draadwieren door de auteur vaak aangetroffen in stromende wateren met een duidelijke organische belasting, zich onder meer manifesterend in een gereduceerde bodem (rottingslucht). Het monster bevat 17 taxa.ook hier nemende wormen een belangrijke plaats in.opde voet gevolgd door de muggelarven (Chironomidae). In dit monster van de Grensmaas zijn slechts twee individuen aangetroffen die karakteristiek zijn voor eenzandbodem. De opdrogende geul in de Loire bij Mardie was, in tegenstelling tot het Nederlandse equivalent, bedekt met huisjes van Chironomidae.Ook hier stroomde het water niet meer ende geul bevatte nog slechts 1 tot 2 cm water. Naast de bovengenoemde huisjes kwamen massaal waterwantsen van het geslacht Micronecta voor. In Nederland is over deze organismen weinig bekend in rivieren (Nieser, pers. med.). In de Donau komen ze evenals in de Loire in grote hoeveelheden voor in de oeverzone (Russev. 1966). Van de verzamelde organismen in de Loire monsters is 97%van de individuen karakteristiek voor eenzandbodem Bemonstering van stenen, gelegen in of naast de stroomdraad resp. litho-rheaal of lithaal Deel 2 p. 25 t/m 41 Zoals in het voorafgaande reeds een aantal malen ter sprake kwam, bestaat het bed van de Grensmaas behalve uit zand en grind eveneens uit stenen tot een diameter van ca. 10 cm. Vaak zijn de stenen afgeplat. In het uitgediepte deel van de Grensmaas, ten noorden van km 57, maar ook op een groot aantal andere plaatsen, zijn Ardenner stortstenen aangebracht ter oeververdediging. Dit zijn blokken met zeer wisselende afmetingen.de bemonsterde stenenhebbeneen diameter van cm. In juni 1984 zijn stenen bemonsterd opdevolgende plaatsen (Deel 2 p. 25 t/m 35): Borgharen (km 15,7) Stein (km 33.5) Grevenbicht (km 43.7) fllikhoven (km 47,5) Ophoven (km 58,3)

27 22 Destenen in debedding bij Borgharen tot Grevenbicht zijn hoofdzakelijk vannatuurlijke herkomst en gelegen in de stroomgeul (litho-rheaal ). Bij lllikhoven en Ophoven zijn langs de oevers slechts stortstenen aangetroffen.deze zijn inzulke getaleaangebracht datvanstroming nabij deoeversgeen sprakemeer isuithaal ). Op de monsterpunten tussen Borgharen en Grevenbicht zijn 15 keien afgeborsteid. terwijl benedenstrooms 10stortstenen zijnonderzochtmeteenvergelijkbaar totaal oppervlakalsde 15keien. Bij Borgharen zijn slechts 5 taxa aangetroffen. Bij Stein was dit aantal bijna verdrievoudigd (14 taxa). Bij Grevenbicht zijn 16 taxa gevonden.deze drie monsterpunten behoren tot hetlitho-rheaal en zijn derhalve onderling vergelijkbaar. Het faunabeeld komt overeen met de habitat in de zin dat organismen, die aangepast zijn aan bewoning van stenen in de stroming, een zeer hoog percentage vertegenwoordigenvande totale fauna. Hetgeringeaantal taxa teborgharen laatnietsaanduidelijkheid te wensen over. Ook de stortstenen bij lllikhoven en Ophoven zijn onderling vergelijkbaar. In de monsters zijn resp. 14 en 20 taxaaangetroffen.een inhetooglopend verschil tussenstenenvan beide plaatsen is de aanwezigheid van sponzen (Porifora ) op de stenen bij Ophoven, een teken van verbetering. In vergelijking tot de bovenstrooms gelegen monsterpunten neemt (konform de verwachting) het aantal stroomminnende organismen af ten gunste van slakken (Gastropoda ). Dit is vooralgoed tezienindeel 2p. 34. IndeLoire zijn naastde natuurlijke stenen (kiezels)ook stortstenen (bouwafval) bemonsterdqôa! 2p. 37 t/m 41). Bij Orléans zijn 5 vandezebaksteen agglomeratenafgeborsteid,met als resultaat 37 taxa. TeMardie zijn 15kiezels bemonsterd.dezekiezels zijn platter dandegenedie indegrensmaas zijn aangetroffen en kleiner vaninhoud.evenalsindegrensmaasvormendeze kiezelseen afpleisterlaag ophetonderliggende grindenzand.op deze 15kiezels zijn 23 taxaaangetroffen.het verschil tussen de twee monsters is dat de grotere keien, een veel hoger percentage grotere organismen huisvest (ééndagsvliegen of Ephemeroptera en kokerjuffers of Trichoptera ). Dekiezels herbergeneen, voor Nederlandse begrippen,ongewoonhoogaantal kriebelmuglarven (Simulidae ).Dezediergroepwasinde vorige eeuw een "gewoone"veschijning in denederlandse rivieren (van der Wulp, 1877). IndeRijnen MaasisdeOdagmia-popverzameld bij Stein (Deel 2p. 26)hetenigeexemplaar vandezefamilie dattn hetrecenterivieronderzoek innederlandisaangetroffen (Klink en Holler Pillot, 1982). Makenweeen vergelijking tussenderesultatenvandegrensmaas endeloire (Afb. 10enDeel 2 p. 35,39 en 41) dan blijkt dat naastdesimulidae ookdetrichoptera enephemeroptera (bijna) volledig uit dedenederlandse rivierfauna zijn verdwenen. Dit geldt niet alleen voor demaas (Klinken Möller Pillot, 1982enKlink. 1983).IndeGrensmaas zijn53 taxaverzameldopstenen (5 monsters).in de Loirebedraagt ditaantal71 (bij slechts 2monsters).

28 Faunasarnenstellingop stenen in Loire engrensmaas 90 T Percentage 50 aantal 40 1 Epherneroptera il Trichoptera M Simulidae ü Chtronomidae 0 Overige B Aantal soorter Orléans Ophoven Lokatie Afb. 10. Faunasamenstelling op stenen in de Loire en de Grensmaas Loire 3. Bemonstering van exuviae (verveilingshuidjes) in de Grensmaas. Maas. Waal en Deel 2p. 42 t/m Overzicht van de bemonsteringen Rivier Lokatie Km Datum Grensmaas Grensmaas Grensmaas Grensmaas Grensmaas Grensmaas Grensmaas Grensmaas Maas Maas Waal Loire Loire Stein Urmond Stein Stein Borgharen Voulwames lilikhoven Maaseik Hastière (België) Eijsden Ochten Mardie Orléans , ,5 58, t/m en t/m

29 Resultaten van da exuviae-bemonsteringen in Gransmaas. Maas. Waal an Loire Dee! 2. p. 42 t/m 94 In afb.! 1 is een vergelijking gemaakt tussen het voorkomen van exuviae en de habitat die de bijbehorende organismen bewonen. Evenals bij de bemonsteringen van de habitats zelf (resultaten sub 2 p. 18 t/m 22) blijkt ook bij het analyseren van de exuviae dat vooral de fauna die gebonden is aaneen zandbodem nauwelijks meer vertegenwoordigd is inde Nederlandse rivieren. Exuviae-bemonsteringen: Verdeling vandefauna diede diverse habitats bewoont WaalOchten Grensmaas Stein Maas Fr. grens toire Orléans Stenen Modder Zand Habitat Alle Afb. 11. Vardeling van da fauna over da habitats in Waal, Gransmaas. Maas an Loire (bron: dit onderzoek en Klink, I984 a ) Debodemsvan degrensmaas enwaal worden niet meer bewoond door de oorspronkelijke Fauna,die bestaat uit ééndagsvliegen en muggelarven. Deze fauna is vervangen door wormen (die geen exuviae achterlaten) met nog slechts sporadisch enige tolerante muggelarven Resultaten van bemonsteringen in de lengterichting van de 6rensmaas In juli 1984 zijn in de lengterichting van de Grensmaas exuviae verzameld te Borgharen (km 15.7). Voulwames (km 22,8), Stein (km 33,5), lllikhoven (km 47,5) en Maaseik (km 58,4) (Deel 2 p. 59 t/m 70). Vanaf km 57 is de rivier verdiept ten behoeve van de grindwinning.de verdeling van de fauna over de diverse habitats (Afb. 12) laat zien dat de fauna,aangepast aanbewoning van stenen in het verdiepte gedeelte, grotendeels vervangen is door organismen die in alle habitats worden aangetroffen. In hoeverre het een kwestie is van tijd of kwaliteit dat de nieuwe bedding een bijbehorende fauna gaat ontwikkelen (psammaal ) is een vraag die met dit onderzoek niet kan worden beantwoord.

30 25 Exuviae-bemonsteringen in de lengterichting van degrensmaas (uitgediept vanaf km 57) M m m D Km 15,7 Km 22.8 Km 33,5 Km 47.5 Km 58,4 \ MtfBliïTl tl 11 BBB ' Stenen Modder Zand Habitat Aile Afb. 12. Verdeling van de fauna over de habitats in de 6rensmaas. Bemonstering van exuviae in het. lengteprofiel 3.4. Vergelijking van de maandelijkse bemonsteringen in de Grensmaas en de Waal De Waal is een rivier met een zandbodem waarin kribben zijn aangelegd. Ook hier wordt de eigenlijke bodem niet door degeëigende insekten-fauna bewoond. Het psammaal is slechts door 7X van de organismen verklaard.de kribben met de daarop levende fauna van stenen in en buiten de stroming = litho(rheaal) zijn hede ten dage verantwoordelijk voor 76%van de insekten-fauna. Naast deze overeenkomsten tussenwaal engrensmaas bestaat er een verschil in abundantie vande aangetroffen soorten (Deel 2 p en p. 92,93). In de Grensmaas blijken andere soorten te domineren dan in de Waal. Met name de vertegenwoordigers van het geslacht Rheotanytarsus, dominant in de Waal, zijn nauwelijks aanwezig in de Grensmaas. Op grond van de preferentie voor het lithorheaal zouden deze soorten zeker een vooraanstaande rol moeten vervullen in de Grensmaas. Doelgerichte experimenten met deze organismen kunnen aantonen of de vervuiling in de Grensmaas hiervoor verantwoordelijk is.

31 26 4. Literatuuronderzoek naar de makro-evertebraten die vroeger in de Maas zijn aangetroffen, alsmede in andere grote rivieren Deel 2p. 95 t/m Literatuuronderzoek naar de historische fauna van de Haas De enige bronnen van literatuur waarover kan worden beschikt, zijn de soortenlijsten vanenige grotere insektendiealsvolwassenexemplaren zijnverzameld indeomgevingvande Grensmaas. De rivierbewonende larven van ééndagsvliegen (Ephemeroptera ) die in de vorige eeuw inde Grensmaas zijn aangetroffen (Albarda. 1889) zijn.opeenenkele tolerante soort na.verdwenen (Deel 2 p. 95).De soortendiekarakteristiek zijnvoor rivierenalsde Grensmaas zijn: Ephoron virgo Ephemera spp. Potamanthus luteus Heptagenia sulphurea De steenvliegen (Plecoptera ) behoren wellicht tot de meest gevoelige groep van insekten met aquatischlevendelarven.geijskes (1940)merkt opdatvelekarakteristieke steenvliegenal inhetbegin vandezeeeuw zijnverdwenen uit de grote Nederlandse rivieren (Deel 2p. 96). Van de waterwantsen (Heteroptera ) is Aphelocheirus aestivalis een karakteristieke bewonervansteneninhet rivierbed. Vande kevers (Coleoptera ).die inhetverledendegrensmaashebbenbewoond (Everts. 1898).is de familieelmidae eenindikator voor nietgenormaliseerde rivierenzonder zware chemischebelasting (Deel 2.p. 97). Uitde lijstvan kokerjuffers (Trichoptera )dievorigeeeuwen begindezeeeuwinde buurtvande Grensmaas zijnaangetroffen (Fischer. 1934;Deel 2p. 98) zijn de karakteristiekesoorten: Psychomyia pusilla Cheumatopsyche lepida 4.2. Literatuuronderzoek naar de makro-evertebraten in andere grote rivieren In tabel 3 is eenoverzicht gemaakt van het voorkomen vande acht in 4.1 genoemde taxa ineen aantal Europese rivieren. Hieruit blijkt dal een aantal Franse rivieren, waaronder de Loire, nogeen levensgemeenschap bezitten die thuishoort in grote rivieren. De Nederlandse rivieren zijn echter ontdaanvanhun karakteristiekefauna-elementen. IndeMaas ter hoogte vandefranse grens zijn nogenige vandezetaxa aangetroffen tijdenseen oriënterende exuviae-bemonstering (Klink, 1984 a ). Bij een volledige bemonstering zal het aantal toenemen. Indien de Grensmaas schoner wordt bestaat de mogelijkheid dat deze organismen vanuit Zuid-Belgiëkunnen remigreren.

32 27 NEDERLAND Maas Maas Rijn Rijn BELGIË/FRANKRIJK Maas 1984 DUITSLAND Moesel 1963 Rijn 1918 GROOTBRITTANIE River Wye FRANKRIJK Loire Rhône Saône Saulx SPANJE Llobregat BULGARIJE Donau TSJECHOSLOWAKIJE Donau 1964 RUSLAND Wolga 1979 E vir E spp P lut H sul A aes Elmid Clep Ppus BRON o.a. Albarda o.a. Lauterborn Klink e.a. Klink Mauch o.a. Lauter born Brooker e.a. Mouthon e.a. Cellot CEMA6REF Wasson e.a. Prat o.a. Russev Brtek s.a. Mordukhai Tabel 3. Aanwezigheid van karakteristieke organismen in enige Europese rivieren

van Maas en Rijn? De biologische Kwaliteitsbeoordel ing EXUVIAE Alexander Klink Hydrobiologisch Advlesburo Kllnk bv Wageningen

van Maas en Rijn? De biologische Kwaliteitsbeoordel ing EXUVIAE Alexander Klink Hydrobiologisch Advlesburo Kllnk bv Wageningen EXUVIAE De biologische Kwaliteitsbeoordel ing van Maas en Rijn? Alexander Klink Hydrobiologisch Advlesburo Kllnk bv Wageningen Rapporten en Mededelingen f 7 (S september lgss) 1 lnhoudsopgave 1. lnleldlng

Nadere informatie

Waar komt het water vandaan

Waar komt het water vandaan Waar komt het water vandaan Veiligheidssituatie van Nederland Staat van de Delta Waar komt het rivierwater vandaan Inleiding Het water in Nederland komt voor het grootste deel uit de rivieren de Rijn en

Nadere informatie

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN 96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN Grondboor en Hamer, jrg. 43, no. 5/6, p. 225-227, 3 fig., november 1989 AFZETTINGEN VAN RIJN EN MAAS IN LIMBURG W.M. Felder* In de loop van het Mioceen, 10 tot 7 miljoenn

Nadere informatie

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Maascollege Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Inhoud presentatie kararkteristiek stroomgebied waar komt het water vandaan hoogwater en lage afvoer hoogwaterbescherming De Maas MAAS RIJN

Nadere informatie

1) Bijsluiter betrekkingslijnen 2013_2014 geldigheidsbereik 1 november oktober 2014

1) Bijsluiter betrekkingslijnen 2013_2014 geldigheidsbereik 1 november oktober 2014 1) Bijsluiter betrekkingslijnen 2013_2014 geldigheidsbereik 1 november 2013-31 oktober 2014 Document 1 van 4 1) "Bijsluiter betrekkingslijnen 2013_2014" 2) "Betrekkingslijnen Maas versie 2013_2014" 3)

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Het groeiende beek concept

Het groeiende beek concept Het groeiende beek concept Een ontwikkelingsstrategie voor de Wilderbeek Aanleiding In juni 07 is de Wilderbeek verlegd ten behoeve van de aanleg van de A73. De Wilderbeek kent over het traject langs de

Nadere informatie

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water Samen werken aan waterkwaliteit Voor schoon, voldoende en veilig water D D Maatregelenkaart KRW E E N Z D E Leeuwarden Groningen E E W A IJSSELMEER Z Alkmaar KETELMEER ZWARTE WATER MARKER MEER NOORDZEEKANAAL

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

Ecologische doelstelling

Ecologische doelstelling Nevengeulen langs de grote rivieren Leren van de praktijk Margriet Schoor Oost Nederland Platform beek- en rivierherstel Vreugderijkerwaard, oktober 2009 14 december 2011 Waarom nevengeulen? Hoofdgeul

Nadere informatie

Onderzoek waterkwaliteit en waterzuivering

Onderzoek waterkwaliteit en waterzuivering Onderzoek waterkwaliteit en Onderzoek waterkwaliteit en waterzuivering Met behulp van kiezel, grof en fijn zand, actieve kool en wat watten werd het natuurlijk zuiveringssysteem van de bodem nagebootst.

Nadere informatie

Neerslag-afvoermodellering. met SOBEK-RR

Neerslag-afvoermodellering. met SOBEK-RR Neerslag-afvoermodellering met SOBEK-RR Boekrecensie: 'Van regen tot Maas' 'Grensoverschrijdend waterbeheer in droge en natte tijden' Auteur: Marcel de Wit Uitgeverij Veen Magazines, Diemen, 2008 ISBN

Nadere informatie

Life at the edge: benthic invertebrates in high altitude Andean streams. Dhr. R.A. Loayza-Muro

Life at the edge: benthic invertebrates in high altitude Andean streams. Dhr. R.A. Loayza-Muro Life at the edge: benthic invertebrates in high altitude Andean streams. Dhr. R.A. Loayza-Muro Samenvatting Gebergtes bedekken ongeveer 27% van het aardoppervlak en bevatten gletsjers en zoetwatervoorraden

Nadere informatie

Bodemverontreiniging en grondwaterbeheerssysteem Chemours, Baanhoekweg Dordrecht.

Bodemverontreiniging en grondwaterbeheerssysteem Chemours, Baanhoekweg Dordrecht. Memo Dossier Zaaknummer 200433 Kenmerk D-16-1539473 Datum 17 maart 2016 Onderwerp Bodemverontreiniging en grondwaterbeheerssysteem Chemours, Baanhoekweg Dordrecht. Inleiding In deze memo wordt uitleg gegeven

Nadere informatie

Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna

Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inhoud Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inleiding Proef 1. Algemene bepalingen. Proef 2. Bepaling waterkwaliteit met behulp van kleine waterdieren (makrofauna). Verzameltabel voor alle resultaten.

Nadere informatie

Vismonitoring in grote rivieren

Vismonitoring in grote rivieren Optrekmogelijkheden en habitatgebruik van de rivierprik in Nederland Vismonitoring in grote rivieren Erwin Winter & Ben Griffioen Erwin Winter Nederlands Instituut voor Visserijonderzoek IMARES, Wageningen

Nadere informatie

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 08:00 locale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 08:00 locale tijd. Kleurcode GEEL 18-03-2019 Uitgegeven om: 08:00 locale tijd Waterbericht Maas Hoogwaterbericht nummer H5 Kleurcode GEEL Huidige (gemeten) afvoer St. Pieter 1242m3/s 18-03, 07:30 uur Verwachte afvoer St. Pieter 1050 m3/s

Nadere informatie

Ordening data en ecologische kengetallen Project 377 HAK Stand van zaken 30 januari 2012 In opdracht van Rijkswaterstaat Oost Nederland

Ordening data en ecologische kengetallen Project 377 HAK Stand van zaken 30 januari 2012 In opdracht van Rijkswaterstaat Oost Nederland Ordening data en ecologische kengetallen Project 377 HA Stand van zaken 30 januari 2012 In opdracht van Rijkswaterstaat Oost Nederland Dataset Boven-Rijn, Waal, IJssel, Neder-Rijn, Lek, Maas en winterbed

Nadere informatie

AK HF SE 2 'Wonen in NL' hoofdstuk 1

AK HF SE 2 'Wonen in NL' hoofdstuk 1 Balgstuw Opblaasbare dam in de rivier. Bij Kampen bedoeld om te voorkomen dat water van het IJsselmeer de IJssel in wordt gestuwd door de wind. Als dit wel gebeurd kan dat leiden tot hoge waterstanden

Nadere informatie

KEURING KUNSTGRASVELDEN. Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag.

KEURING KUNSTGRASVELDEN. Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag. KEURING KUNSTGRASVELDEN Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag. eindrapport Opdrachtgever / Client RecyBEM B.V. t.a.v. de heer drs. C. van Oostenrijk Postbus 418 2260 AK LEIDSCHENDAM

Nadere informatie

DE MAAS (in Belgie)

DE MAAS (in Belgie) DE MAAS (in Belgie) Hier geldt het Scheepvaartreglement Gemeenschappelijke Maas https://www.binnenvaartkennis.nl/wp-content/uploads/2018/12/scheepvaartreglement-gemeenschappelijke-maas.pdf In Nederland

Nadere informatie

Ecologische monitoring; standaardisatie?

Ecologische monitoring; standaardisatie? Ecologische monitoring; standaardisatie? Auteur: H.E. Keizer-Vlek Methode zou moeten afhangen van het doel Maar data worden vaak voor meerdere doeleinden gebruikt: vaststellen ecologische toestand detecteren

Nadere informatie

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 10:00 locale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 10:00 locale tijd. Kleurcode GEEL 19-03-2019 Uitgegeven om: 10:00 locale tijd Waterbericht Maas Hoogwaterbericht nummer H7 Kleurcode GEEL Huidige (gemeten) afvoer St. Pieter 922 m3/s 19-03, 09:00 uur Verwachte afvoer St. Pieter 810 m3/s

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 10:00 locale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 10:00 locale tijd. Kleurcode GEEL 20-03-2019 Uitgegeven om: 10:00 locale tijd Waterbericht Maas Hoogwaterbericht nummer H8 Kleurcode GEEL Huidige (gemeten) afvoer St. Pieter 804 m3/s 20-03, 09:10 uur Verwachte afvoer St. Pieter 690 m3/s

Nadere informatie

Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur?

Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur? Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur? Ralf Verdonschot 26 juni 2014 ralf.verdonschot@wur.nl Inhoud 1. Wat maakt de levensgemeenschap van brakke wateren waardevol? 2.

Nadere informatie

Stroomgebieden van het Waterschap Roer en Overmaas

Stroomgebieden van het Waterschap Roer en Overmaas 2 /' >.»< ; :?""''? ( ; *r Stroomgebieden van het Waterschap Roer en Overmaas BIBLIOTHEEK H. Kleijer Rapport 224 -L. *Z &V DLO-Staring Centrum, Wageningen, 1993 CENTRALE LANDBOUWCATALOGUS 0000 0521 8546

Nadere informatie

BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Fris viswater

BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Fris viswater BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Fris viswater x www.dlwbiologie.wordpress.com Oriëntatiefase Het voorkomen van organismen in het oppervlaktewater heeft een directe relatie met de kwaliteit van water. Elk ecosysteem

Nadere informatie

Erfafspoeling en groene zuivering

Erfafspoeling en groene zuivering Erfafspoeling en groene zuivering Meten, onderzoeken en praktische oplossingen René Gerritsen Medewerker Toezicht & Handhaving Inhoud presentatie Korte inleiding groene zuivering Wat is een groene zuivering?

Nadere informatie

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 10:00 locale tijd. Kleurcode GROEN

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 10:00 locale tijd. Kleurcode GROEN 21-03-2019 Uitgegeven om: 10:00 locale tijd Waterbericht Maas Hoogwaterbericht nummer H9 Kleurcode GROEN Huidige (gemeten) afvoer St. Pieter 710 m3/s 21-03, 09:10 uur Verwachte afvoer St. Pieter 610 m3/s

Nadere informatie

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : September 2007.

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : September 2007. Drema Waterbehandeling BV Daltonstraat 16 3316 GD Dordrecht The Netherlands Tel: 0031 78 618 40 11 Fax:0031 78 618 77 80 www.drema.nl Onderzoek blauwalgen De Gouden Ham Rapportage : September 2007. Ten

Nadere informatie

Drift van macrofauna in de Rijn

Drift van macrofauna in de Rijn Driftnet in de Nederrijn bij Wageningen 19 januari 2015 Alexander Klink Hydrobiologisch Adviesburo Klink rapporten en mededelingen nr. 142 december 2016 (HAK Project 513) In opdracht van het Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Slib van Afbraakprodukt tot Grondstof en van Voedingsstof tot Brandstof. Piet Hoekstra Geowetenschappen Waddenacademie

Slib van Afbraakprodukt tot Grondstof en van Voedingsstof tot Brandstof. Piet Hoekstra Geowetenschappen Waddenacademie MUDWELL Slib van Afbraakprodukt tot Grondstof en van Voedingsstof tot Brandstof Piet Hoekstra Geowetenschappen Waddenacademie Oerol College 19 juni 2019 - Aanvang 13.30 u. MUDWELL - Teresa van Dongen Leeuwarden,

Nadere informatie

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 08:00 locale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 08:00 locale tijd. Kleurcode GEEL 17-03-2019 Uitgegeven om: 08:00 locale tijd Waterbericht Maas Hoogwaterbericht nummer H3 Kleurcode GEEL Huidige (gemeten) afvoer St. Pieter 1540 m3/s 17-03, 07:30 uur Verwachte afvoer St. Pieter 1350 m3/s

Nadere informatie

Het verzoek om bijzondere waarnemingen is verstuurd aan de waterschappen zoals weergegeven in tabel 1. Waterschap Reactie Waarnemingen

Het verzoek om bijzondere waarnemingen is verstuurd aan de waterschappen zoals weergegeven in tabel 1. Waterschap Reactie Waarnemingen agendapunt 6 ENW-T-11-13 Aan: ENW-Techniek Van: H. van Hemert - STOWA Betreft: Waarnemingen Hoogwater2011 Datum: 11 maart 2011 Projectnummer: 474.020 Kenmerk: 20110xxx Situatie Naar aanleiding van enkele

Nadere informatie

Ui tgraven wel 1 en bij Andel st S

Ui tgraven wel 1 en bij Andel st S Ui tgraven wel 1 en bij Andel st S-80.053 J.A. Bei jersbergen Juli 1980 Inhoud 1. Inleiding 2. Verkenni ng 3. Het uitgraven 4. Het opvullen - Blz. 1 1 1 3 Bij 1 agen 1. Situatieschets 2. Dwarsprof i el

Nadere informatie

4.7 Exoten. Bram bij de Vaate, RIZA en Erwin Winter, RIVO

4.7 Exoten. Bram bij de Vaate, RIZA en Erwin Winter, RIVO .7 Bram bij de Vaate, RIZA (b.bdvaate@riza.rws.minvenw.nl) en Erwin Winter, RIVO (erwin.winter@wur.nl) Een aanzienlijk deel van de macrofauna op harde substraten bestaat uit exoten. Dat kan problemen opleveren

Nadere informatie

Jan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse

Jan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse Beekdalbreed hermeanderen Technieken om dood hout in te brengen Jan de Brouwer, Piet Verdonschot en Anna Besse Jan.debrouwer@wur.nl Piet.verdonschot@wur.nl nl Anna.besse@wur.nl team zoetwaterecologie Piet

Nadere informatie

Weerstand tegen strorning in de Gorai rivier

Weerstand tegen strorning in de Gorai rivier Weerstand tegen strorning in de Gorai rivier Samenvatting In deze studie wordt de weerstand tegen strorning in de Gorai rivier onderzocht. Als basis voor deze studie zijn veldmetingen gebruikt die gedaan

Nadere informatie

Helder water door quaggamossel

Helder water door quaggamossel Helder water door quaggamossel Kansen en risico s Een nieuwe mosselsoort, de quaggamossel, heeft zich in een deel van de Rijnlandse wateren kunnen vestigen. De mossel filtert algen en zwevend stof uit

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Chemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad

Chemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad Chemisch wateronderzoek 1 water leeft 2 Abio Chemisch wateronderzoek 2 Chemisch wateronderzoek 3 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren

Nadere informatie

Effekten van kunstmatige afvoerfluktuaties op de drift van makro-evertebraten in la Moyenne Meuse (Lotharingse Maas)

Effekten van kunstmatige afvoerfluktuaties op de drift van makro-evertebraten in la Moyenne Meuse (Lotharingse Maas) Effekten van kunstmatige afvoerfluktuaties op de drift van makro-evertebraten in la Moyenne Meuse (Lotharingse Maas) Alexander Klink en Bram bij de Vaate Hydrobiologisch Adviesburo Klink bv Wageningen

Nadere informatie

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 20:00 locale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 20:00 locale tijd. Kleurcode GEEL 17-03-2019 Uitgegeven om: 20:00 locale tijd Waterbericht Maas Hoogwaterbericht nummer H4 Kleurcode GEEL Huidige (gemeten) afvoer St. Pieter 1322 m3/s 17-03, 19:30 uur Verwachte afvoer St. Pieter 1220 m3/s

Nadere informatie

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN ANTWOORDEN LAGE WATERSTAND IN DE RIJN Inleiding In de winter kende de Rijn een hoge waterstand door de relatief hoge temperaturen in noordwest Europa. In de zomer van 2018 was relatief warm en er viel

Nadere informatie

N76, Zwartberg, gemeente Genk

N76, Zwartberg, gemeente Genk Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in maart een archeologienota

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu M.E.R.-BEOORDELINGSNOTITIE STROOMLI]N MAAS, FASE 3, TRANCHE $ Deelgebied Lithse Ham Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum

Nadere informatie

4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO

4.5 Riviervis. Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO 4.5 Erwin Winter en Joep de Leeuw, RIVO (erwin.winter@wur.nl) De toestand van veel riviervissen is verbeterd sinds het dieptepunt in de jaren zeventig, maar de visstand is nog ver verwijderd van de situatie

Nadere informatie

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen

Nadere informatie

Ecologische effecten van droogte en afvoerpieken in beken

Ecologische effecten van droogte en afvoerpieken in beken Ecologische effecten van droogte en afvoerpieken in beken Ralf Verdonschot 9 mei 2019 Wageningen Environmental Research, Wageningen UR ralf.verdonschot@wur.nl Introductie Klimaatverandering: toename weersextremen

Nadere informatie

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 20:00 locale tijd. Kleurcode GEEL

Waterbericht Maas. Hoogwaterbericht nummer H Uitgegeven om: 20:00 locale tijd. Kleurcode GEEL 16-03-2019 Uitgegeven om: 20:00 locale tijd Waterbericht Maas Hoogwaterbericht nummer H2 Kleurcode GEEL Huidige (gemeten) afvoer St. Pieter 1615 m3/s 16-03, 19:30 uur Verwachte afvoer St. Pieter 1460 m3/s

Nadere informatie

Overstromingen en wateroverlast

Overstromingen en wateroverlast Atlasparagraaf Overstromingen en wateroverlast 1/6 In deze atlasparagraaf herhaal je de stof van Overstromingen en wateroverlast. Je gaat extra oefenen met het waarderen van verschijnselen (vraag 4 en

Nadere informatie

Hoe is verbetering van het systeem mogelijk?

Hoe is verbetering van het systeem mogelijk? Hoe is verbetering van het systeem mogelijk? Z.B. Wang, J.C. Winterwerp, D.S. van Maren, A.P. Oost Deltares & Technische Universiteit Delft 18 Juni 2013 Inhoud Het probleem Sediment huishouding Voortplanting

Nadere informatie

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van

Nadere informatie

HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE:

HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE: HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE: (ON)VERZOENBAAR? Is een verdere scheldeverdieping mogelijk, gewenst, noodzakelijk? Jean Jacques Peters Raadgevend Ingenieur Leader Port of Antwerp International Expert Team Jean

Nadere informatie

djksdienst voor de ijsselmeerpolders

djksdienst voor de ijsselmeerpolders ,-- L,.a-.* mlnlsterle van verkeer en waterstaat ".Is djksdienst voor de ijsselmeerpolders 8161..10T i.-etu R1JKYDlt:t3 i V

Nadere informatie

Visie op de Twellose Beek

Visie op de Twellose Beek Visie op de Twellose Beek Verantwoording Colofon Titel Visie op de Twellose Beek Opdrachtgever Waterschap Veluwe Projectleider Theo van der Horn Auteur(s) Annemieke Helder-Feijen Annemarijne van Nieuwenhuijzen

Nadere informatie

De Noordzee HET ONTSTAAN

De Noordzee HET ONTSTAAN De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met

Nadere informatie

Thema 3 Waterland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. De Rijn. Rivierenland. Onder de loep. Begrippen. bron. gemengde rivier.

Thema 3 Waterland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. De Rijn. Rivierenland. Onder de loep. Begrippen. bron. gemengde rivier. Meander Samenvatting groep 7 Thema 3 Waterland Samenvatting De Rijn De Rijn begint als een klein stroompje in de Zwitserse Alpen. Dan wordt het een snelstromende bergrivier; er komt steeds meer smeltwater

Nadere informatie

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1. 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.

Nadere informatie

Watertoets voor de ontwikkeling van verblijfsrecreatie aan de Fazantenweg te Dongen

Watertoets voor de ontwikkeling van verblijfsrecreatie aan de Fazantenweg te Dongen Watertoets voor de ontwikkeling van verblijfsrecreatie aan de Fazantenweg te Dongen Datum: 3 februari / 15 juli 2016 Opdrachtgever: Auteur: Pukkemuk Vaartweg 192a 5106 NG Dongen ir. S.A.H. Gloudemans Optifield

Nadere informatie

Toepassing klimatologische data binnen de water sector National consultation on Climate Services September 8 th 2015

Toepassing klimatologische data binnen de water sector National consultation on Climate Services September 8 th 2015 Toepassing klimatologische data binnen de water sector National consultation on Climate Services September 8 th 2015 M.A.Amatali, M.Sc. (Hydrology) Hoofd Waterloopkundige Dienst Belang van deze presentatie

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk. Examen HAVO 2013 tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-16.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk. Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Ralf Verdonschot Wageningen Environmental Research, Wageningen UR

Ralf Verdonschot Wageningen Environmental Research, Wageningen UR Sloten Ralf Verdonschot Wageningen Environmental Research, Wageningen UR ralf.verdonschot@wur.nl Sloten in Nederland Watgetallen... 300.000 kilometer sloot = 8x de omtrekvan de aarde 400-1000 meter sloot

Nadere informatie

Presentatie van Alexander Klink op 15 december 2015 in Lelystad. In opdracht van Rijkswaterstaat

Presentatie van Alexander Klink op 15 december 2015 in Lelystad. In opdracht van Rijkswaterstaat Presentatie van Alexander Klink op 15 december 2015 in Lelystad In opdracht van Rijkswaterstaat Inhoud: Beelden van bomen in Nederlandse rivieren KRW en knelpunten Kolonisatie van de bomen Conclusies en

Nadere informatie

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober 2010. : Ir. L.J.A.M.

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober 2010. : Ir. L.J.A.M. Landgoed De Hattert Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas Datum : 1 oktober 2010 Auteur Opdrachtgever : Ir. L.J.A.M. van Nierop : P. van Kempen VOORWOORD In opdracht van de heer

Nadere informatie

Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten

Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten Nevengeulen als kraamkamer voor vis Onderzoeksresultaten 2000-2010 Martijn Schiphouwer (i.p.v. Jan Kranenbarg) Vreugderijkerwaard, 18-10-2012 Opbouw presentatie 1. ON-onderzoek 2009: nevengeulen & uiterwaardwateren

Nadere informatie

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : Augustus 2007.

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : Augustus 2007. Drema Waterbehandeling BV Daltonstraat 16 3316 GD Dordrecht The Netherlands Tel: 0031 78 618 40 11 Fax:0031 78 618 77 80 www.drema.nl Onderzoek blauwalgen De Gouden Ham Rapportage : Augustus 2007. Ten

Nadere informatie

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN LESBRIEF LAGE WATERSTAND IN DE RIJN Inleiding In de winter kende de Rijn een hoge waterstand door de relatief hoge temperaturen in noordwest Europa. In de zomer van 2018 was relatief warm en er viel weinig

Nadere informatie

Aquiferkaarten van Nederland

Aquiferkaarten van Nederland Aquiferkaarten van Nederland Inleiding Met behulp van de zelf ontwikkelde kd-lineaal (zie het hoofdstuk over doorlatenheden op deze website) is aan de hand van een 3-tal boorbeschrijvingen een viertal

Nadere informatie

Toelichting op technische aspecten en omrekeningen en correcties van milieukwaliteitsnormen voor bodem en water.

Toelichting op technische aspecten en omrekeningen en correcties van milieukwaliteitsnormen voor bodem en water. Toelichting op technische aspecten en omrekeningen en correcties van milieukwaliteitsnormen voor bodem en water. Normen voor metalen Bij de afleiding van de normen voor metalen is rekening gehouden met

Nadere informatie

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling........................................................................................ H. Mulder, RIKZ, juni

Nadere informatie

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd. partner in bouwputadvies en grondwatertechniek 1/5 Project : HT140056 Park Waterrijk Hekelingen Datum : 1 September 2014 Betreft : Nota waterhuishouding Opsteller : M. (Marco) Zieverink, MSc Documentstatus

Nadere informatie

Herinrichting Boven Slinge. Eerste inzichten na een jaar meten. Inleiding

Herinrichting Boven Slinge. Eerste inzichten na een jaar meten. Inleiding Herinrichting Boven Slinge Eerste inzichten na een jaar meten Inleiding Aanleiding De Boven Slinge is een bijzondere beek, niet alleen voor de Achterhoek, maar zelfs op landelijke schaal. Er zijn in ons

Nadere informatie

VUIL VERZAMELD? LAAT HET OPHALEN! BEL GRATIS DE VUILWATER WACHT: Een schone Maas voor iedereen. Richtlijn Zwerfvuil Rijkswaterstaat Limburg

VUIL VERZAMELD? LAAT HET OPHALEN! BEL GRATIS DE VUILWATER WACHT: Een schone Maas voor iedereen. Richtlijn Zwerfvuil Rijkswaterstaat Limburg VUIL VERZAMELD? LAAT HET OPHALEN! BEL GRATIS DE VUILWATER WACHT: 0800-0341 Een schone Maas voor iedereen Richtlijn Zwerfvuil Rijkswaterstaat Limburg Elk jaar treedt de Maas in het winterseizoen buiten

Nadere informatie

=287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s

=287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s =287(/$1'(karakterisering dorpskern voor bodemkwaliteitszone s Stap 2. Stap 2.1 en 2.2 Gebruikshistorie en ontwikkeling wijken Kenmerken gebieds indeling versie 01-06-2002 Toelichting bouwperiode tot 1945

Nadere informatie

Waterbodemonderzoek (1)

Waterbodemonderzoek (1) Waterbodemonderzoek (1) Schutssluis Sluissloot Inspectie civieltechnisch gedeelte sluis. In opdracht van de gemeente Zaanstad heeft Witteveen+Bos, Raadgevend ingenieurs b.v. te Deventer een indicatief

Nadere informatie

Roestig land. De Wijstgronden

Roestig land. De Wijstgronden Roestig land De Wijstgronden Verslag van de lezing en excursie van Professor R. T. van Balen en Nico Ettema voor de Werkgroep Geologie en Landschap. Bedafse Bergen, Uden. 10.00-1600 uur. Een mooie herfstdag.

Nadere informatie

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling archeologiebeleid 2 Regeling beregening & drainage Bestemmingsplan buitengebied Deventer

Uitvoeringsregeling archeologiebeleid 2 Regeling beregening & drainage Bestemmingsplan buitengebied Deventer 78 Augustus 2014 Uitvoeringsregeling archeologiebeleid 2 Regeling beregening & drainage Bestemmingsplan buitengebied Deventer Auteur: Bart Vermeulen COLOFON 2014, Gemeente Deventer, Deventer. Auteur: Bart

Nadere informatie

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Rijkswaterstaat beheert de grote rivieren in Nederland. Het stuwensemble Nederrijn en Lek speelt hierin een

Nadere informatie

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 Memo Aan Port of Rotterdam, T.a.v. de heer P. Zivojnovic, Postbus 6622, 3002 AP ROTTERDAM Datum Van Johan Valstar, Annemieke Marsman Aantal pagina's 5 Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 E-mail johan.valstar

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N

Nadere informatie

Modern ecologisch rivierbeheer Meelezer bij een presentatie gehouden op 5 december 2013 bij Rijkswaterstaat in Wolfheze

Modern ecologisch rivierbeheer Meelezer bij een presentatie gehouden op 5 december 2013 bij Rijkswaterstaat in Wolfheze Modern ecologisch rivierbeheer Meelezer bij een presentatie gehouden op 5 december 2013 bij Rijkswaterstaat in Wolfheze Het Groot haft, Palingenia longicauda is in Nederland in het begin vn de 20 e eeuw

Nadere informatie

Gemeente Amsterdam T.a.v. H. de Vries Team Leefomgeving, Ruimte & Duurzaamheid. Weesperplein XA Amsterdam

Gemeente Amsterdam T.a.v. H. de Vries Team Leefomgeving, Ruimte & Duurzaamheid. Weesperplein XA Amsterdam Gemeente Amsterdam T.a.v. H. de Vries Team Leefomgeving, Ruimte & Duurzaamheid. Weesperplein 8 1018 XA Amsterdam Prohold BV Amorijstraat 12 6815 GJ Arnhem Tel: 06 27 166 502 gjvanprooijen@telfort.nl Betreft:

Nadere informatie

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 2 mei 2011 Nummer 2011-04 Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening. Afgelopen

Nadere informatie

Help! Het water komt!

Help! Het water komt! Help! Het water komt! Hoog water in Europa Toename aantal overstromingen in Europa De Moldau bedreigt het historische centrum van Praag Wat is er aan de hand? december 1993 Steeds vaker treden Europese

Nadere informatie

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer.

Steekkaart. Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. INVENTARIS GRONDVERSCHUIVINGEN Steekkaart Meer uitleg over de structuur en inhoud van de steekkaarten, vindt u in de leeswijzer. De gegevens in dit rapport en in de steekkaarten worden enkel meegedeeld

Nadere informatie

Sander de Haas en Cedrick Gijsbertsen sanderdehaas@samsamwater.com cedrickgijsbertsen@samsamwater.com

Sander de Haas en Cedrick Gijsbertsen sanderdehaas@samsamwater.com cedrickgijsbertsen@samsamwater.com Aan Weebale Foundation Datum 3 oktober 2010 Project Watervoorziening Banda, Oeganda Referentie 56-1 Opgesteld Email Onderwerp Sander de Haas en Cedrick Gijsbertsen sanderdehaas@samsamwater.com cedrickgijsbertsen@samsamwater.com

Nadere informatie

Werfix BVBA. Drenotube drainage: beschrijving systeem

Werfix BVBA. Drenotube drainage: beschrijving systeem Drenotube drainage: beschrijving systeem DRENOTUBE is een geocomposiet (samenstelling van verschillende materialen) ter vervanging van de klassieke Franse drainage. Ze bestaat uit 4 elementen. 1. Een golvende

Nadere informatie

Tussen Rijn en Lek Dl.27 3 Acht«rdi k ^/ riartd^k A = brug a = schip f " paalwerk B = grafstenen b = goot g - grindweg C = bedding c =

Tussen Rijn en Lek Dl.27 3 Acht«rdi k ^/ riartd^k A = brug a = schip f  paalwerk B = grafstenen b = goot g - grindweg C = bedding c = Tussen Rijn en Lek 1993 3. - Dl.27 3 Oude rivierlopen rond het Fort te Vechten. Henk Berendsen en Simon Wynia* Oud onderzoek In de jaren 1867-1870 werden op de Houtense vlakte bij Vechten ingrijpendebouwwerkzaamheden

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde oud programma havo I

Eindexamen aardrijkskunde oud programma havo I Aanwijzingen voor de kandidaat Bij een aantal vragen in dit examen is een cursieve regel achter de eigenlijke vraagzin opgenomen. In deze cursieve regel staat precies vermeld welke antwoordelementen in

Nadere informatie

Wijzigingsvoorstel (RfC) op Aquo-lex Wijzigen diverse definities

Wijzigingsvoorstel (RfC) op Aquo-lex Wijzigen diverse definities Wijzigingsvoorstel (RfC) op Aquo-lex Wijzigen diverse definities Auteur: IDsW> Kenmerk: W 0908-0026> Documentbeheer Wijzigingshistorie Datum Versie Auteur Wijziging 18 aug 2009 0.9 Hinne Reitsma Initieel

Nadere informatie

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst LANDSCHAPSANALYSE 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland 27 september 2013 Academie van Bouwkunst Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii Onderwerpen 1. Rivierenlandschap 2. Zandlandschap 3. Krijt-

Nadere informatie

Het rivierklei-landschap

Het rivierklei-landschap Het rivierklei-landschap Kaart rivierlandschap in Het huidige rivierengebied omvat de stroomgebieden van de Maas en de Rijn. De Rijn vertakt vrijwel direct na binnenkomst in ons land bij Lobith in een

Nadere informatie

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING notitie Witteveen+Bos van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl onderwerp project opdrachtgever projectcode referentie opgemaakt

Nadere informatie