HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Transcriptie

1 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN 1 BESLUIT VERLENGING AFGELEIDE VERGUNNING Op 27 juni 2014 is van: Certis Europe B.V. Postbus BD MAARSSEN een aanvraag verlenging afgeleide vergunning van een gewasbeschermingsmiddel ontvangen voor het middel op basis van de werkzame stof metam-natrium. Monam HET COLLEGE BESLUIT tot verlenging van de vergunning van bovenstaand middel. Alle bijlagen vormen een onlosmakelijk onderdeel van dit besluit. Voor nadere gegevens over deze vergunning wordt verwezen naar de bijlagen: - Bijlage I voor details van de aanvraag en vergunning. - Bijlage II voor de etikettering. - Bijlage III voor wettelijk gebruik. 1.1 Samenstelling, vorm en verpakking De vergunning geldt uitsluitend voor het middel in de samenstelling, vorm en de verpakking als waarvoor de vergunning is verleend. 1.2 Gebruik Het middel mag slechts worden gebruikt met inachtneming van hetgeen in bijlage III bij dit besluit is voorgeschreven. 1.3 Classificatie en etikettering Mede gelet op de onder wettelijke grondslag vermelde wetsartikelen, dienen alle volgende aanduidingen en vermeldingen op de verpakking te worden vermeld: - De aanduidingen, letterlijk en zonder enige aanvulling, zoals vermeld onder verpakkingsinformatie in bijlage I bij dit besluit. 1

2 - Het toelatingsnummer met een cirkel met daarin de aanduiding van de W-codering zoals vermeld onder vergunningsinformatie in bijlage I bij dit besluit. - De etikettering zoals opgenomen in bijlage II bij dit besluit. - Het wettelijk gebruiksvoorschrift, letterlijk en zonder enige aanvulling, zoals opgenomen in bijlage III bij dit besluit. - Overige bij wettelijk voorschrift voorgeschreven aanduidingen en vermeldingen. 1.4 Aflever- en opgebruiktermijn (respijtperiode) Bij deze verlenging wordt een nieuw Wettelijk Gebruiksvoorschrift (WG) vastgesteld met volgnummer W.15 om de vergunning in lijn te brengen met de toelatingsvoorwaarden zoals vastgesteld bij de herregistratie van de moedertoelating Nemasol. Ten opzichte van het WG volgnummer W.14 wordt het gebruik van het middel beperkt tot de onbedekte teelten van pootaardappel, aardbei (vermeerdering), bloembollen en bloemknollen, boomkwekerijgewassen en vaste planten. Het gebruik wordt verder beperkt door een nieuwe restrictie tot het gebruik buiten grondwaterbeschermingsgebieden en doordat afdekken van behandelde percelen met TIF (Totally Impermeable Film) folie gedurende minimaal 42 dagen wordt voorgeschreven, in plaats van afdekken met VIF (Virtually Impermeable Film) folie gedurende minimaal 14 dagen op W.14. Door de nieuwe beperkingen zijn respijttermijnen van toepassing voor het WG volgnummer W.14. Aanvrager verzoekt om 6 maanden aflevertermijn en 3 maanden opgebruiktermijn om bestaande voorraden van het middel op te kunnen gebruiken. Incidenteel gebruik start in het aanstaande voorjaar, maar de belangrijkste (op)gebruiksperiode is het najaar Er liggen risico s ten grondslag aan de beperkingen van het gebruik. Deze liggen niet op het gebied van veiligheid van omstanders en omwonenden. Hiervoor is het afdekken met VIF folie gedurende 14 dagen voldoende en dus is er voor dit aspect geen risico van opgebruik volgens het WG W.14. Afdekken met TIF folie gedurende 42 dagen is noodzakelijk om doorvergiftiging van vogels en zoogdieren te voorkomen. De huidige maatregel van afdekken gedurende 14 dagen met VIF zal dit risico al enige mate beperken. Gebruik in grondwaterbeschermingsgebieden is niet langer toegestaan omwille van een extra veiligheidsfactor voor het risico op uitspoeling. De beperking van het gebruik tot alleen de teelt van uitgangsmateriaal en vermeerderingsteelten beperkt het potentiële gebruik. Door de hoge kosten van toepassing wordt het middel nu al vrijwel uitsluitend ten behoeve van deze hoog renderende teelten met hoge fytosanitaire standaard gebruikt en alleen indien de teler geen andere opties heeft om tot een voldoende zekere bestrijding van vooral nematoden te komen. Dit overwegende worden de maximale aflevertermijn van 6 maanden en daarop aansluitend een beperkte opgebruiktermijn van 3 maanden vastgesteld voor verpakkingen met WG volgnummer W.14. Het nieuwe gebruiksvoorschrift en de nieuwe etikettering dienen bij de eerstvolgende aanmaak op de verpakking te worden aangebracht. De te hanteren W-coderingen en aflever- en opgebruiktermijnen voor oude verpakkingen vastgesteld volgens het Besluit Beleidsregel Respijttermijnen voor Gewasbeschermingsmiddelen (Staatscourant 31 augustus 2016) staan vermeld onder toelatingsinformatie in bijlage I. 2 WETTELIJKE GRONDSLAG Besluit Artikel 45 en artikel 80 van de Verordening (EG) Nr. 1107/2009. Classificatie en etikettering Artikel 31 en artikel 65 van de Verordening (EG) 1107/ BEOORDELING 2

3 Een afgeleide vergunning is een vergunning voor een middel dat op grond van een ander toelatingsbesluit in dezelfde samenstelling onder een andere handelsnaam voor een zelfde doeleinde is toegelaten. Het middel Monam is een afgeleide vergunning van het middel Nemasol (9635 N). Bij besluit van 31 januari 2019 is de toelating van Nemasol geherregistreerd en verlengd tot 30 juni Op grond hiervan kan ook de vergunning van Monam worden verlengd, waarbij de vergunning in lijn gebracht wordt met de toelatingsvoorwaarden zoals vastgesteld bij de herregistratie van Nemasol. Voor meer details wordt verwezen naar het Collegebesluit op de herregistratie van Nemasol van 31 januari De afgeleide vergunning van het middel Monam wordt verlengd tot 30 juni 2023 voor de in bijlage III genoemde toepassingsgebieden. Bezwaarmogelijkheid Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 4 van Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 8030, 6710 AA, EDE. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld. Ede, 31 januari 2019 Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, voor deze: de plaatsvervangend secretaris, dr. I.T.M. Becks-Vermeer 3

4 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I DETAILS VAN DE AANVRAAG EN VERGUNNING 1 Aanvraaginformatie Aanvraagnummer: VAG Type aanvraag: aanvraag verlenging afgeleide toelating van een gewasbeschermingsmiddel Middelnaam: Monam Formele registratiedatum: * 16 juli 2014 * Datum waarop zowel de aanvraag is ontvangen als de aanvraagkosten zijn voldaan. 2 Stofinformatie Werkzame stof metam-natrium Gehalte 510 G/L 3 Vergunningsinformatie Toelatingsnummer: Expiratiedatum: 30 juni 2023 Afgeleide of parallel: Afgeleide vergunning Biocide, gewasbeschermingsmiddel of Gewasbeschermingsmiddel toevoegingsstof: Gebruikers: Professioneel W-coderingen en aflever- en opgebruiktermijnen: W-codering professioneel gebruik: W.15 Vorige w-codering professioneel gebruik: W.14 Aflevertermijn professioneel gebruik: 31 juli 2019 Opgebruiktermijn professioneel gebruik: 31 oktober Verpakkingsinformatie Aard van het preparaat: Met water mengbaar concentraat 1

5 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE II Etikettering van het middel Monam Professioneel gebruik De identiteit van alle stoffen in het mengsel die bijdragen tot de indeling van het mengsel: metam-natrium Pictogram Signaalwoord Gevarenaanduidingen Voorzorgsmaatregelen GHS05 GHS07 GHS08 GHS09 Gevaar H290 Kan bijtend zijn voor metalen. H302 Schadelijk bij inslikken. H314 Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsel. H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken. H332 Schadelijk bij inademing. H351 Verdacht van het veroorzaken van kanker. H361d Wordt ervan verdacht het ongeboren kind te schaden. H373 Kan schade aan organen <of alle betrokken organen vermelden indien bekend> veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling. H410 Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. P102 Buiten het bereik van kinderen houden. P201 Alvorens te gebruiken de speciale aanwijzingen raadplegen. P260 Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen. P263 Bij zwangerschap of borstvoeding aanraking vermijden. P270 Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. P272 Verontreinigde werkkleding mag de werkruimte niet verlaten. P273 Voorkom lozing in het milieu. P280 Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. P301 + P330 + P331 NA INSLIKKEN: de mond spoelen - GEEN braken opwekken. P303 + P361 + P353 BIJ CONTACT MET DE HUID (of het haar): verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken. Huid met water afspoelen/afdouchen. P304 + P340 NA INADEMING: de persoon in de frisse lucht brengen en ervoor zorgen dat deze gemakkelijk kan ademen. P305 + P351 + P338 BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk. Blijven spoelen. P308 + P311 Na (mogelijke) blootstelling: een ANTIGIFCENTRUM/arts/... raadplegen. P363 Verontreinigde kleding wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. P391 Gelekte/gemorste stof opruimen. P501 Inhoud/verpakking afvoeren naar... SP 1 Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt. 1

6 Aanvullende EUH031 Vormt giftig gas in contact met zuren. etiketelementen EUH401 Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. Kinderveilige sluiting verplicht n.v.t. Voelbare gevaarsaanduiding verplicht n.v.t. 2

7 HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE III WG van het middel Monam Wettelijk Gebruiksvoorschrift W.15 Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als bodemfumigant door middel van een grondbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.0, Ctgb juni 2011) onder de vermelde toepassingsvoorwaarden Toepassingsgebied Te bestrijden organisme Dosering (middel) per toepassing Pootaardappelen cysteaaltjes 1, wortelknobbelaaltjes L/ha Aardbei bodemschimmels, wortelknobbelaaltjes 2, stengelaaltjes 3, 300 L/ha (onbedekte vermeerderingsteelt) vrijlevende wortelaaltjes 4, wortellesieaaltjes 5 Bloembol- en bloemknolgewassen bodemschimmels, wortelknobbelaaltjes 2, stengelaaltjes L/ha (onbedekte teelt) Boomkwekerijgewassen bodemschimmels, wortelknobbelaaltjes 2, stengelaaltjes L/ha (onbedekte teelt) Vaste plantenteelt (onbedekte teelt) bodemschimmels, wortelknobbelaaltjes 2, stengelaaltjes L/ha 1 aardappelcysteaaltjes (Globodera rostochiensis, G. pallida) 2 wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne spp.) 3 stengelaaltjes (Ditylenchus dipsaci) 4 vrijlevende wortelaaltjes (Trichodoridae) 5 wortellesieaaltjes (Pratylenchus penetrans) Toepassingsvoorwaarden Het middel onverdund toepassen. Middelen op basis van metam-natrium mogen slechts eenmaal in een periode van 5 jaren op hetzelfde perceel of perceelgedeelte worden toegepast. Bij de hierboven in de tabel genoemde toepassingen is gebruik slechts toegestaan in de periode van 1 april tot en met 30 september. 3

8 Er mag een maximale oppervlakte van 5 hectare behandeld worden. Een bufferzone van ten minste 30 meter moet toegepast worden tot de kadastrale grens van woningen en overige verblijfsplaatsen waar mensen langere tijd verblijven, zoals scholen, winkels, bedrijven en kantoren. Om omstanders, omwonenden, vogels, zoogdieren en aquatische organismen te beschermen, moet de bodem direct na toepassing worden afgedekt met gasdichte folie van het type TIF (Totally Impermeable Film) gedurende een periode van tenminste 42 dagen. Bij het gereedmaken van de toedieningsapparatuur, het verhelpen van storingen en het inwendig schoonmaken van de apparatuur een volgelaatsmasker dragen met A2-filter, bij voorkeur voorzien van een aanblaaseenheid. Het filter tijdig maar niet later dan 1 maand na ingebruikname vervangen. Indien het filter als gevolg van een calamiteit aan hoge concentraties van het middel in de lucht heeft blootgestaan, deze dan direct vervangen. Tijdens alle werkzaamheden ten behoeve van de grondontsmetting en het uitvoeren van de eerste grondbewerking na grondontsmetting waarbij huidcontact met het middel kan optreden, doelmatige huidbeschermende kleding, handschoenen met lange schachten en rubberen laarzen dragen. Verontreinigde kledingstukken onmiddellijk uittrekken. Handschoenen buiten de cabine opbergen. Handschoenen en laarzen die in contact zijn geweest met het middel altijd direct met veel water wassen. Het middel alleen toepassen met daartoe bestemde injectieapparatuur. De injectieapparatuur moet voorzien zijn van lekvrije doppen, b.v. roestvrijstalen antidrup-doppen of een systeem t.b.v. onderzoeksdoeleinden dat het nadruppen van de spuitdoppen voorkomt door middel van het met perslucht doorblazen van vloeistofleidingen voor het lichten van de scharen (bijv. systeem Hartenhof ). De apparatuur laden met een lekvrij systeem (onder- of overdrukpomp). Bij het begin van een werkgang dienen eerst de injectiedoppen in de grond geplaatst te worden; pas daarna mag de afgifte worden ingeschakeld. Het middel doorwerken tot een diepte van tenminste 20 cm. De afgifte dient tenminste 1 meter voordat de injectiedoppen uit de grond worden gelicht, gestopt te worden. Om het grondwater te beschermen mag dit middel niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden. Voer voor planten of zaaien altijd een tuinkerstest uit om vast te stellen of het middel uit de bodem is verdwenen. 4