Powerdrive F300 The Flow Drive

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Powerdrive F300 The Flow Drive"

Transcriptie

1 Handleiding The Flow Drive Frequentieregelaar voor de proces industrie met geïntegreerde PLC en veiligheidsfuncties.

2 Versie 4, Januari 28, Handleiding versie 4 Pagina 2 van 98

3 Nidec Industrial Automation - Sliedrecht Control Techniques en Leroy-Somer zijn sinds februari 27 onderdeel van Nidec Japan. Beide spelers zijn al decennia op de markt actief. Leroy-Somer heeft een rijke historie in elektromotoren, motorreductoren en generatoren en is opgericht in 99. Control Techniques is sinds 973 op de markt en heeft veel technische noviteiten geïntroduceerd op het gebied van gelijkstroomregelaars, frequentieregelaars en servoregelaars. Nidec is wereldleider in de productie van elektromotoren, generatoren en regelaars. Meer dan 6 miljard elektromotoren in de vermogensrange van 3 watt tot 75 Megawatt worden jaarlijks ingezet in tal van toepassingen. Van diskdrives, autospiegels en wasmachines tot aan Megawatt motoren in ondermeer de staalindustrie, olie en gas en hybride voortstuwing van schepen. Met meer dan. medewerkers binnen 3 bedrijven verdeeld over 4 landen biedt Nidec innovatieve en vooruitstrevende producten, diensten en industriële oplossingen Wie wij zijn Ambitie In Sliedrecht hebben we de ambitie om als Nidec de beste en grootste elektrische aandrijfleverancier van Nederland te worden. Dat doen we met een fantastisch team gedreven mensen, elk met zijn of haar expertise in het vak elektrische aandrijftechniek. Een zeer uitgebreide productenrange van motoren, generatoren en regelaars helpt ons om samen met de klant de beste oplossing voor zijn applicatie samen te stellen. Kwaliteitsproducten die zich kenmerken door veelzijdigheid, nauwkeurige regelprincipes en herkenbare bediening die consequent in de verschillende vermogens series zijn doorgevoerd. Team De kern van ons bedrijf is het team in Sliedrecht, dat u altijd goedlachs te woord staat, oplossingen bedenkt en uitdagingen in innovatie niet uit de weg gaat. Met een goede voorraad in zowel regelaars als motoren bedienen we de markt snel en Just In Time. Een eigen reparatie afdeling zorgt voor een adequate analyse en gedegen oplossing of reparatie. Onze engineers ontwerpen en realiseren complete projecten, van omschrijving tot schemapakket, het bouwen van de panelen en het schrijven van software. Een team service engineers staat paraat om te ondersteunen op locatie. We zijn 24 uur per dag 7 dagen per week bereikbaar. Onze sales engineers binnen en buiten adviseren en zorgen voor de beste aandrijfoplossing en onze back office zorgt voor al het nodige regelwerk op de achtergrond All for dreams Wij zijn trots op ons team en de oplossingen die wij bieden in de markt van elektrische aandrijftechniek. We wekken elektriciteit op met generatoren. We sturen motoren aan met frequentieregelaars, gelijkstroomregelaars en servoregelaars. We leveren de motoren in diverse energieklassen en speciale ontwikkelingen, van precieze servomotor tot enkele Megawatt. We ontwikkelen, schrijven software en engineeren. Met ons team en onze producten gaan wij samen met u Van droom naar resultaat. Control Techniques B.V. Leroy-Somer B.V. Kubus 55, 3364 DG Sliedrecht Postbus 3, 336 AH Sliedrecht Tel info.nl@mail.nidec.com Handleiding versie 4 Pagina 3 van 98

4 Inhoudsopgave Algemene informatie: Over deze handleiding.. 6 Uitpakken. 7 Typenummer regelprincipe en motor types Motorvermogen.. 9 Powerdrive productoverzicht en specificaties.... Hoofdstroomaansluitingen en Powerdrive data. Powerdrive bouwgrootte 3. 3,, 4.. 4,, 5. 5,, ,, 7. 7,, 8. 8,, 9(E). 9,, E... 2,, E. 22 Powermodules Stand Alone. 23 Powermodules Parallel. 24 Powerdrive DFS 26 Specificaties en accessoires: Ingangs- en uitgangssmoorspoelen Afdichtingstule Hijsbeugel 33 Motagebeugels voor vlakke montage.. 33 Affinity / SP montage adaptor.. 33 DC bus verbindingsrail Doorbouwen koellichaam.. 33 Voedingsspecificaties Maximum motorkabellengte EMC richtlijnen en aansluitadvies Intern en extern EMC filter.. 39 Remweerstand 42 Extern uitgangsfilter 49 Vermogensreductie bij hogere schakelfrequenties.. 5 Opties 52 Controle aansluitingen: Controle aansluitingen.. 54 RS485 communicatie. 57 Safe Torque Off. 58 Bediening van het toetsenbord: Menustructuur 6 Instructies via het toetsenbord.. 6 Omschakelen werkingsprincipe 62 Kennismaken met het toetsenbord en programmeren. 63 Afneembaar toetsenbord met real time clock. 64 Activeren en opslaan van parameters 66 Persoonlijke code.. 66 Specifieke functies: Hand Auto omschakelen 67 Opstarten en inregelen: Opstarten en inregelen 68 Menu... 7 Diversen: RS 485 communicatiepoorten.. 78 Remote-KI-HOA-Keypad-RTC met real time clock Remote IP66 keypad 79 SmartCard parameter copieermodule 8 On-board PLC. 84 Beschikbare software. 86, Handleiding versie 4 Pagina 4 van 98

5 Inhoudsopgave Uitgebreide Menu : Frequentie wenswaarde selectie menu s : Minimum en maximum frequentie Dode band instellingen Keuze Hand-Auto functionaliteit Fire mode Menu 2: Integrator, S-vormige integrator Deceleratiegedrag bij regeneratieve energie Menu 3: Frequentie detectieniveaus Menu 4: Stroom en koppelniveaus Thermische bewaking van de motor Overlast niveau s en overlast afhandeling Onderlast bewaking Menu 5: Motormap Autotune keuzes Boost instellingen Ventilator karakteristiek (energy saving) Schakelfrequentie Slipcompensatie Thermisch management Menu 6: Sequencer.... Start- stopfuncties en stopmethode Gedrag bij spanningsuitval Vliegende start (spin start) Stopconditie en anti-condensverwarming Run time clock en Real time clock Machine onderhoud en energiemeter Remchopper werkpunt bij gekoppelde DC bus Automatische slaap wakker functie Stand-by conditie (herstartvergrendeling) Low Voltage AC of DC voeding Menu 7: Analoge in- en uitgangen Menu 8: Digitale in- en uitgangen Menu 9: Interne logicablokken Motorpotentiometer Timers Interne osciloscoop Menu : Statusbits, storingsregister en resetcircuit Beveiliging van de remweerstand Menu : Seriële communicatie instellingen... 4 hardware- en softwaredata SmartCard instellingen On-board PLC instellingen Status display Menu 2: Programmeerbare niveau detecties Bewerkingsblokken Menu 4: PID regelaar Menu 5, 6 en 7: Optiemodule Menu 8, 9 en 2: Applicatiemenu s Menu 22: Menu samenstelling.. 58 RFC-A mode: RFC-A mode.. 6 RFC-A menu. 6 RFC-A menu 2 t/m Optiemodules: SI-I/O module. 7 SI-PROFIBUS module. 8 SI-PROFINET module. 8 SI-Ethernet module. 82 SI-DeviceNet module. 83 SI-CANopen module. 84 Diagnose, Diagnose en alarm. 85 alarm en trips: Trip code s 87 Diversen: Service, ondersteuning en training. 92 Leroy-Somer: Motoren en reductoren overzicht. 24, Handleiding versie 4 Pagina 5 van 98

6 Over deze handleiding Deze Nederlandstalige handleiding is bedoeld om het gebruik van de verder te vergemakkelijken. Gebruik dit hulpmiddel alleen nadat u kennis hebt genomen van de inhoud van de met het product meegeleverde fabrieksdocumentatie. De veiligheidsinformatie en aansprakelijkheidsvoorwaarden, zoals in de fabriekshandleiding vermeld, zijn op dit product van toepassing. Deze handleiding is bedoeld om de nodige hulp en assistentie te verlenen en zo de lezer de mogelijkheid te bieden de primaire functies van de Unidrive M7 te laten uitvoeren. Het is op logische wijze opgesteld voor zowel de nieuwe als de meer ervaren lezer. Met het stap voor stap doornemen van de handleiding wordt de lezer door alle fases geleid die nodig zijn voor de het installeren en inregelen van de Unidrive M7. Veiligheidsinformatie Regelbare aandrijvingen en bijbehorende optiemodules kunnen gevaarlijk zijn als deze niet correct geïnstalleerd, onderhouden en bediend worden. Toeziende personen en degenen die de regelaar en/of een externe optiemodule elektrisch bedienen of onderhouden, dienen voldoende gekwalificeerd en competent te zijn om deze taken uit te voeren. Tevens dient men in de gelegenheid gesteld te worden deze handleiding te bestuderen en zonodig over de inhoud van gedachte te kunnen wisselen. De aanwezige voltages in de en bijbehorende optiemodules kunnen een elektrische schok veroorzaken die dodelijk kan zijn. De Safe Torque Off functie onderbreekt niet de op de klemmen van de aanwezig zijnde gevaarlijke spanningen. Voor aanvang van werkzaamheden moet de spanningsverzorging naar de minimaal 2 minuten onderbroken zijn. De installatie-instructies moeten opgevolgd worden. In geval van vragen of twijfel moet er contact opgenomen worden met leverancier van dit product. Het is de verantwoording van de eigenaar of gebruiker om zeker te stellen dat de installatie van de en bijbehorende optiemodules en de manier waarop ze bediend en onderhouden worden in overeenstemming is met de wetten en regelgeving van het land van bestemming van het product. Aan het bedienen van uitsluitend de start en stop controleklemmen kan geen zekerheid ontleend worden met betrekking tot het voorkomen van letsel. Als een gevaarlijke situatie kan ontstaan door het onverwacht in bedrijf komen van de regelaar, moet een afdoende vergrendeling geïnstalleerd worden. Strekking van deze handleiding Deze handleiding behandelt de frequentieregelaar in combinatie met een draaistroom inductiemotor en een permanent magneetmotor. Inzet van toepassingsafhankelijke zaken aan de motorzijde zoals, koelventilator, temperatuurbewaking, overtoeren-bewaking, etc. zijn te allen tijde ter beoordeling van de gebruiker. Algemene informatie De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor consequenties die voortkomen uit nalatigheid, niet correcte installatie, wijziging van de parameters van de regelaar of uit een niet correcte combinatie van de regelaar en de motor. De inhoud van deze handleiding wordt als correct beschouwd op het moment van drukken. In geval van een wijziging in de bedrijfsvoering of voortgaande ontwikkelingen en verbeteringen behoudt de fabrikant zich het recht voor de specificaties van het product of de werking van het product, dan wel de inhoud van deze handleiding te wijzigen zonder berichtgeving. Beschikbare documentatie en software Nederlands- en Engelstalige documentatie en software zijn beschikbaar via: Control Techniques trip en infomatie App Voor uw smartphone is de Diagnostic Tool App ter beschikking. Via deze App is de uitgebreide trip-informatie, aansluitschema s en documentatie beschikbaar voor alle Control Techniques drive types. Online trainingsfaciliteiten (E-learning) Neem voor online trainingen en presentaties of een bezoek van onze training- en demobus contact op met Saskia of Yvette van de afdeling Sales Support te Sliedrecht. ( ), Handleiding versie 4 Pagina 6 van 98

7 Uitpakken De onderstaande artikelen zijn in de verpakking met de meegeleverd. Bouwgrootte 3 t/m 8 Bouwgrootte 9 t/m, Handleiding versie 4 Pagina 7 van 98

8 Typenummer en typeplaat, Handleiding versie 4 Pagina 8 van 98

9 Regelprincipe en motor types Mode Regelprincipe Kenmerken Motor type Open Loop RFC-A Open loop mode Open loop vector mode Gefixeerde Volt/Hertz Kwadratische Volt/Hertz Flux Vector regeling Constante Volt/Hertz aansturing met slipcompensatie. Door constante magnetisatie hoge koppelprestaties over het hele frequentiegebied. Ten behoeve van multi motor toepassingen. Energy Saving bij centrifugaalpompen en ventilatoren. Closed Loop Flux Vector regeling op basis van een virtuele encoder. Zeer stabiel en nauwkeurig toerental bij een hoog beschikbaar motorkoppel. Draaistroom inductiemotor zonder encoder op de motor Draaistroom inductiemotor zonder encoder op de motor RFC-S RFC-S mode Aansturing van een permanentmagneetmotoren op basis van een virtuele encoder. Permanentmagneetmotor zonder encoder op de motor Permanentmagneetmotoren kenmerken zich door een enorm hoog rendement. Motorvermogen Motorvermogen Het motorvermogen is op twee vermogens gebaseerd. "Normal Duty" met een beschikbare overbelasting van %. Specifiek voor toepassingen zonder dynamische belasting, zoals centrifugaalpompen en ventilatoren. "Heavy Duty" met een beschikbare overbelasting in Open Loop van 65% en 2% in RFC mode. Specifiek voor toepassingen met hoog aanloop- of losbreekkoppel en werktuigen met een grote massa. Powerdrive F3 3 x 4V 54 3 Heavy Normal Motorvermogen kw 5 Motorstroom A 27 3 De maximum instelbare overbelasting is zeer afhankelijk van de motorgegevens, met name de Cosφ is hierin zeer bepalend. Overdimensioneren van de Powerdrive t.o.v. de motor zal de instelbare overbelasting nog verder vergroten. De beschikbare overbelastingstijd is afhankelijk van de mate van overbelasting waardoor de motor altijd optimaal beveiligd zal zijn. Zie ook de beschrijving van de thermische bewaking van de motor op pagina. Zware belasting "Heavy Duty" Hoog overbelastbaar Normale belasting "Normal Duty" Laag overbelastbaar, Handleiding versie 4 Pagina 9 van 98

10 Productoverzicht A 9E E E Bouwgrootte 3 Powerdrive 3 x 4V 2V F V Heavy Norm. Heavy Norm Heavy Norm. Heavy Norm. Heavy Norm Heavy Norm. 575V Motorvermogen kw,75,,,5,5 2,2 2,2 3, 3, 4, 4, 5,5 69V Motorstroom A 2,5 3,4 3, 4,5 4,5 6,2 6,2 7,7 7,8,4, 2,3 Bouwgrootte 4 Powerdrive 3 x 4V 2V F V Heavy Normal Heavy Normal 575V Motorvermogen kw 5,5 7,5 7,5 69V Motorstroom A 5, 8,5 7,2 24, Bouwgrootte 5 Powerdrive 3 x 4V 2V F V Heavy Normal 575V Motorvermogen kw 5 69V Motorstroom A 27 3 Bouwgrootte 6 Powerdrive 3 x 4V 2V F V Heavy Normal Heavy Normal Heavy Normal 575V Motorvermogen kw 5 8,5 8, V Motorstroom A Bouwgrootte 7 Powerdrive 3 x 4V 2V F V Heavy Normal Heavy Normal Heavy Normal 575V Motorvermogen kw V Motorstroom A Bouwgrootte 8 Powerdrive 3 x 4V 2V F V Heavy Normal Heavy Normal 575V Motorvermogen kw V Motorstroom A , Handleiding versie 4 Pagina van 98

11 Productoverzicht 9A* 9E** INL Bouwgrootte 9 Powerdrive 3 x 4V 2V F V Heavy Normal Heavy Normal 575V Motorvermogen kw V Motorstroom A 8 2 (2) Bouwgrootte 9 Powerdrive F (2) 3 x 69V (2) Heavy Normal Heavy Normal Motorvermogen kw 9 32 Motorstroom A INL E** Bouwgrootte Powerdrive 3 x 4V 2V F V Heavy Normal Heavy Normal 575V Motorvermogen kw V Motorstroom A (2) 36 Bouwgrootte Powerdrive F3 3 x 69V Heavy Normal Heavy Normal Motorvermogen kw Motorstroom A INL E** Bouwgrootte Powerdrive 3 x 4V 2V F V Heavy Normal Heavy Normal Heavy Normal 575V Motorvermogen kw V Motorstroom A (2) Bouwgrootte Powerdrive F (2) (2) 3 x 69V (2) Heavy Normal Heavy Normal Heavy Normal Motorvermogen kw otorstroom A (2) (2) (2) (2) * De A versie Powerdrives kunnen direct met driefasen AC gevoed worden. ** Bij de E versie is de interne netsmoorspeol verwijderd en de drive is daardoor korter en lichter. Een externe netsmoorspoel is nu noodzakelijk. Functioneel zijn de A en E versie gelijk aan elkaar. (2) Nominale uitgangsstroom bij en schakelfrequentie van 2kHz., Handleiding versie 4 Pagina van 98

12 Specificaties Regelmethode: Modulatiemethode: Voedingsspanning: Open loop:. Constante V/Hz aansturing met slipcompensatie. Vector mode:. Constante magnetisatie hoge koppelprestaties bij lage frequenties. Gefixeerde V/Hz:... Ten behoeve van Multi motor toepassingen. Kwadratische V/Hz... Ten behoeve van ventilatoren en centrifugaalpompen. RFC-A mode:. Flux vector mode zonder encoder op de motor. RFC-S mode:. Permanent magneetmotoren zonder encoder op de motor. Pulsbreedte modulatie. Fabrieksinstelling Vector pauze modulatie Ter voorkoming van resonantie bij lage frequenties. Blokgolf overmodulatie. Hogere uitgangsspanning bij lange motorkabels. is leverbaar in de volgende voedingsspanningen. - 3 fase 2 tot 24 Volt ± % (bouwgrootte 3 t/m ) - 3 fase 38 tot 48 Volt ± % (bouwgrootte 3 t/m ) - 3 fase 5 tot 575 Volt ± % (bouwgrootte 5 t/m ) - 3 fase 5 tot 69 Volt ± % (bouwgrootte 7 t/m ) Voedingsfrequentie: 5 6Hz. ±% Motortype: - Drie fasen inductiemotor met eigen koelventilator zonder feedback encoder - Drie fasen permanent magneetmotor zonder feedback encoder Motorvermogen: Normal Duty: Hoog continuvermogen bij een lage overbelastbaarheid van %. Heavy Duty: Gereduceerd continuvermogen bij een hoge overbelastbaarheid van 5%. Overbelastbaarheid: Normal duty: % gedurende 65 sec. Heavy duty: 5% gedurende 6 sec. Overbelastingsdetectie: Overbelasting van de motor wordt door de gedetecteerd aan de hand van de geprogrammeerde motorgegevens. Het thermisch model van de is in Open Loop en RFC-A mode gebaseerd op zelf ventilerende inductiemotoren en functioneert als een bimetaalrelais in de motorleiding. Beschermingsgraad: - Paneelmontage IP2. (NEMA ) - Doorbouwmontage IP65 (bouwgrootte 3 t/m 8), IP55 (bouwgrootte 9 t/m) (NEMA 2). Printplaat coating: Alle printplaten zijn voorzien van een beschermende coating. Koeling v.d. Powerdrive: Interne luchtkoeling d.m.v. ventilatoren met regelbaar toerental en aangestuurd vanuit het thermisch management van de Powerdrive. Alle ventilatoren worden gevoed vanuit de interne 24V van de Powerdrive. Omgevingstemperatuur: Alle bouwgrootten, -2 C tot 5 C. Boven 4 C bij gereduceerde uitgangsstroom. Opslagtemperatuur: Luchtvochtigheid: Opstellingshoogte: Uitgangsfrequentie: Uitgangsspanning: Schakelfrequenties: EMC filter: Transiëntbeveiliging: Starts per uur: Safe Torque Off: -4 tot 5 C langdurig. 7 C kortstondig. 95% niet condenserend bij 4 C. Tijdens opslag: 93%, bij 4 C, gedurende 4 dagen. Alle bouwgroottes, nominaal belastbaar tot m boven zeeniveau. Boven m, % reductie van de uitgangsstroom per m, tot een maximum van 3m Hz. tot AC voedingsspanning. Bij alle bouwgrootten selecteerbaar: 2, 3, 4, 6, 8, 2 en 6kHz. Intern uitschakelbaar EMC filter. Uitschakelbare transiëntbeveiliging tussen de AC voedingsklemmen en aarde. Elektronisch:. ongelimiteerd Voedingsspanning:.. 3 min. interval met een maximum van 2 per uur. De Safe Torque Off ingang klem 29 heeft de volgende specificaties. Verificatie door TÜV Rheinland. EN ISO 3849-: PL e categorie 4 EN : SIL 3, Handleiding versie 4 Pagina 2 van 98

13 Algemeen Rem Voeding Motor Bouwgrootte 3A 3 x 4V Beschikbare voedingsspanningen V 4V 575V 69V Heavy Norm. Heavy Norm. Heavy Norm. Heavy Norm. Heavy Norm. Heavy Norm. Motorvermogen bij 4 V kw,75,,,5,5 2,2 2,2 3, 3, 4, 4, 5,5 Nominale uitgangsstroom A 2,5 3,4 3, 4,5 4,5 6,2 6,2 7,7 7,8,4, 2,3 Maximum uitgangsstroom % Max. uitgangsstroom RFC # % Aderdiameter motorzijdig * mm²,5,5,5,5,5,5 Voeding 3 x 38-48V ±% 5-6Hz. ±% Nominale ingangsstroom A 3,4 5 4,5 6 5,5 8 8, 9 2,5 4 Netzijdige zekering** gg/gl A Aderdiameter netzijdig * mm²,5,5,5,5,5,5,5,5,5,5,5 2,5 Piek remvermogen kw 8,2 2,2 Continu remvermogen kw,,5 2,2 3, 4, 5,5 Minimale remweerstand *** Ω 74 5 Totale verliezen bij 3 khz W Verliezen voorzijde W Maximium 5W Bescherming IP2 en IP65 (doorbouw) Tussenkring capaciteit µf Tussenkring smoorspoel µh n.v.t DC bus laadweerstand Ω 2 Aandraaikoppel hoofdstroom Nm Connector,8Nm overige 2,5 Nm Gewicht kg 4, 4,5 * Aderdiameter in schakelpaneel op basis van vinyl aderisolatie in een draadgoot bij 35 C omgevingstemperatuur. ** Raadpleeg tevens hoofdstuk Voedingspecificaties. *** Laagst toelaatbare weerstandswaarde voor de Powerdrive. # Maximum uitgangsstroom bij RFC-A en RFC-S mode Hoofdstroomaansluitingen Optionele remweerstand EMC filter BR DC -DC DC busbar L L2 L3 U V W 382 AC voeding M Inductiemotor Inwendig ontwerp DC Optionele remweerstand BR Maten in mm 67 L L2 L3 Inductiemotor U V W M -DC, Handleiding versie 4 Pagina 3 van 98

14 Algemeen Rem Voeding Motor Bouwgrootte 4A 3 x 4V Beschikbare voedingsspanningen V 4V 575V 69V Heavy Normal Heavy Normal Motorvermogen bij 4 V kw 5,5 7,5 7,5 Nominale uitgangsstroom A 5, 8,5 7,2 24, Maximale uitgangsstroom % 5 5 Maximale uitgangsstroom RFC # % 2 2 Aderdiameter motorzijdig* mm² 2,5 2,5 2,5 4 Voeding V ± % Hz. Nominale ingangsstroom A Netzijdige zekering ** gg/gl A Aderdiameter netzijdig * mm² 2,5 2,5 2,5 4 Piek remvermogen kw 8 Continu remvermogen kw 7,5 Minimale remweerstand *** Ω 34 Verliezen bij 3 khz schakelfreq. W Verliezen voorzijde bij doorbouw W Maximium 75W Bescherming IP2 en IP65 (doorbouw) Tussenkring capaciteit µf 66 Tussenkring smoorspoel µh 33 DC bus laadweerstand Ω 3 Aandraaikoppel hoofdstroom Nm Connector,8Nm overige 2,5 Nm Gewicht kg 6,5 * Aderdiameter in schakelpaneel op basis van vinyl aderisolatie in een draadgoot bij 35 C omgevingstemp. ** Raadpleeg tevens hoofdstuk Voedingspecificaties. *** Laagst toelaatbare weerstandswaarde voor de Powerdrive. # Maximum uitgangsstroom bij RFC-A en RFC-S mode Hoofdstroomaansluitingen Optionele remweerstand E MC BR DC -DC DC busbar L L2 L3 U V W 39 AC voeding M Inductiemotor 67 Inwendig ontwerp DC Optionele remweerstand BR Maten in mm L L2 L3 E MC Inductiemotor U V W M -DC, Handleiding versie 4 Pagina 4 van 98

15 Algemeen Rem Voeding Motor Bouwgrootte 5A 3 x 4V Beschikbare voedingsspanningen V 4V 575V 69V Heavy Normal Motorvermogen bij 4 V kw 5 Nominale uitgangsstroom A 27 3 Maximale uitgangsstroom % 5 Maximale uitgangsstroom RFC # % 2 Aderdiameter motorzijdig* mm² 6 6 Voeding 3 x 38-48V ±% (45-66Hz) Nominale ingangsstroom A 23,4 26 Netzijdige zekering ** gg/gl A 32 4 Aderdiameter netzijdig mm² 4 6 Piek remvermogen kw 28 Continu remvermogen kw 5 Minimale remweerstand *** Ω 22 Totale verliezen bij 3 khz. W Verliezen voorzijde bij doorbouw W Maximium W Bescherming IP2 en IP65 (doorbouw) Tussenkring capaciteit µf 78 Tussenkring smoorspoel µh DC bus laadweerstand Ω 3 Aandraaikoppel hoofdstroom Nm 2,5Nm Gewicht kg 7,4 *Aderdiameter in schakelpaneel op basis van vinyl aderisolatie in een draadgoot bij 35 C omgevingstemp. ** Raadpleeg tevens hoofdstuk Voedingspecificaties. *** Laagst toelaatbare weerstandswaarde voor de Powerdrive. # Maximum uitgangsstroom bij RFC-A en RFC-S mode Hoofdstroomaansluitingen Pos. Optionele remweerstand Pos.2 DC -DC BR BR DC -DC _ DC busbar _ E MC Linker zijde Rechter (display) zijde L L2 L3 U V W 39 M AC voeding Inductiemotor 67 Inwendig ontwerp DC Optionele remweerstand BR Maten in mm L L2 L3 EMC Inductiemotor U V W M -DC, Handleiding versie 4 Pagina 5 van 98

16 Algemeen Rem Voeding Motor Bouwgrootte 6A 3 x 4V Beschikbare voedingsspanningen V 4V 575V 69V Heavy Normal Heavy Normal Heavy Normal Motorvermogen bij 4 V kw 5 8,5 8, Nominale uitgangsstroom A Maximale uitgangsstroom % Maximale stroom RFC mode # % Aderdiameter motorzijdig* mm² Voeding 3 x 38-48V ±% 5-6Hz. ±% Nominale ingangsstroom A Netzijdige zekering** gg/gl A Aderdiameter netzijdig * mm² Piek remvermogen kw 3 Continu remvermogen kw 8, Minimale remweerstand *** Ω 2 Totale verliezen bij 3 khz. W Verliezen voorzijde bij doorbouw W Maximium W Bescherming IP2 en IP65 (doorbouw) Tussenkring capaciteit µf 5 Tussenkring smoorspoel µh 644 DC bus laadweerstand Ω 33 Aandraaikoppel aansluitbouten Nm 6 tot 8 Gewicht kg 4 *Aderdiameter in schakelpaneel op basis van vinyl aderisolatie in een draadgoot bij 35 C omgevingstemp. ** Raadpleeg tevens hoofdstuk Voedingspecificaties. *** Laagst toelaatbare weerstandswaarde voor de Powerdrive. # Maximum uitgangsstroom bij RFC-A en RFC-S mode Hoofdstroomaansluitingen Optionele remweerstand _ -DC DC BR DC busbar _ E MC Linker zijde Rechter zijde (display) L L2 L3 U V W 389 AC voeding M Inductiemotor Inwendig ontwerp DC Optionele remweerstand BR Maten in mm 96 L L2 L3 EM C Inductiemotor U V W M -DC, Handleiding versie 4 Pagina 6 van 98

17 Algemeen Rem Voeding Motor Bouwgrootte 7A 3 x 4V Beschikbare voedingsspanningen V 4V 575V 69V Heavy Normal Heavy Normal Heavy Normal Motorvermogen bij 4 V kw Nominale uitgangsstroom A Maximale uitgangsstroom % Maximale stroom RFC mode # % Aderdiameter motorzijdig* mm² ** 35** 35** Voeding 3 x 38-48V ±% 5-6Hz. ±% Nominale ingangsstroom A Netzijdige zekering*** gg/gl A 8 25 Aderdiameter netzijdig* mm² ** 35** 35** Piek remvermogen kw Continu remvermogen kw Minimale remweerstand *** Ω 9 7 Totale verliezen bij 3 khz. W Verliezen voorzijde bij doorbouw W Maximium 24W Tussenkring capaciteit µf 234 Tussenkring smoorspoel µh 423 Aandraaikoppel aansluitbouten Nm 2 tot 4 Gewicht kg 28 * Aderdiameter in schakelpaneel op basis van vinyl aderisolatie in een draadgoot bij 35 C omgevingstemperatuur. ** Raadpleeg tevens hoofdstuk Voedingspecificaties. *** Laagst toelaatbare weerstandswaarde voor de Powerdrive. # Maximum uitgangsstroom bij RFC-A en RFC-S mode. AC voeding AC zekeringen Hoofdstroomaansluitingen L L2 L3 DC -DC MOV EMC Linker zijde Rechter zijde (display) 557 U V W DC BR M Inductiemotor Optionele remweerstand Maten in mm 92 Inwendig ontwerp DC BR Optionele remweerstand L L2 L3 EMC U V W Inductiemotor M MOV -DC, Handleiding versie 4 Pagina 7 van 98

18 Algemeen Rem Voeding Motor Bouwgrootte 8A 3 x 4V Beschikbare voedingsspanningen V 4V 575V 69V Heavy Normal Heavy Normal Motorvermogen bij 4 V kw Nominale uitgangsstroom A Maximale uitgangsstroom % 5 5 Maximale stroom RFC mode # % Aderdiameter motorzijdig* mm² Voeding 3 x 38-48V ±% 5-6Hz. ±% Nominale ingangsstroom A Netzijdige zekering** gr A 6 2 Aderdiameter netzijdig * mm² Piek remvermogen kw 35 Continu remvermogen kw 75 9 Minimale remweerstand *** Ω 4,5 Totale verliezen bij 3 khz. W Verliezen voorzijde bij doorbouw W Maximium 347W Tussenkring capaciteit µf 35 AC smoorspoel intern µh 7 Aandraaikoppel aansluitbouten Nm 5 tot 2 Gewicht kg 52 * Aderdiameter in schakelpaneel op basis van vinyl aderisolatie in de vrije lucht bij 35 C omgevingstemperatuur. ** Raadpleeg tevens hoofdstuk Voedingspecificaties. *** Laagst toelaatbare weerstandswaarde voor de Powerdrive. # Maximum uitgangsstroom bij RFC-A en RFC-S mode. AC voeding 3 29 Hoofdstroomaansluitingen L L2 L3 AC zekeringen DC -DC MOV EMC Linker zijde Rechter zijde (display) U V W DC BR 83 M Inductiemotor Optionele remweerstand Inwendig ontwerp DC DC Optionele remweerstand BR Maten in mm L L2 L3 EMC Inductiemotor U V W M MOV, Handleiding versie 4 Pagina 8 van 98 -DC

19 Algemeen Voeding Motor Bouwgrootte 9A 3 x 4V Beschikbare voedingsspanningen V 4V 575V 69V Heavy Normal Heavy Normal Motorvermogen bij 4 V kw 9 32 Nominale uitgangsstroom (3kHz.) A (2kHz) A Maximale uitgangsstroom % 5 5 Maximale stroom RFC mode # % Aderdiameter motorzijdig* mm² Voeding 3 x 38-48V ±% 5-6Hz. ±% Nominale ingangsstroom A Netzijdige zekering** gr A Aderdiameter netzijdig * mm² Totale verliezen bij 3 khz. W Verliezen voorzijde bij doorbouw W Maximium 48W Tussenkring capaciteit uf 546 AC smoorspoel intern µh 82 Aandraaikoppel aansluitbouten Nm 5 tot 2 Gewicht kg 66,5 * Aderdiameter in schakelpaneel op basis van vinyl aderisolatie in de vrije lucht bij 35 C omgevingstemperatuur. ** Raadpleeg tevens hoofdstuk Voedingspecificaties. # Maximum uitgangsstroom bij RFC-A en RFC-S mode. AC voeding L L2 L3 Hoofdstroomaansluitingen DC MOV E MC Linker zijde Rechter zijde (display) U V W DC 8 M Inductiemotor Inwendig ontwerp DC DC 3 29 L L2 L3 EMC Inductiemotor U V W M Maten in mm MOV -DC, Handleiding versie 4 Pagina 9 van 98

20 Algemeen Voeding Motor Bouwgrootte 9E 3 x 4V Beschikbare voedingsspanningen V 4V 575V 69V Heavy Normal Heavy Normal Motorvermogen bij 4 V kw 9 32 Nominale uitgangsstroom (3kHz.) A (2kHz) A Maximale uitgangsstroom % 5 5 Maximale stroom RFC mode # % Aderdiameter motorzijdig* mm² Voeding 3 x 38-48V ±% 5-6Hz. ±% Nominale ingangsstroom A Netzijdige zekering** gr A Aderdiameter netzijdig * mm² Totale verliezen bij 3 khz. W Verliezen voorzijde bij doorbouw W Maximium 48W Tussenkring capaciteit uf 546 AC smoorspoel extern INL4 Aandraaikoppel aansluitbouten Nm 5 tot 2 Gewicht kg 46 * Aderdiameter in schakelpaneel op basis van vinyl aderisolatie in de vrije lucht bij 35 C omgevingstemperatuur. ** Raadpleeg tevens hoofdstuk Voedingspecificaties. # Maximum uitgangsstroom bij RFC-A en RFC-S mode. AC voeding AC smoorspoel AC zekeringen AC smoorspoel 99 Hoofdstroomaansluitingen L L2 L3 MOV Linker zijde Rechter zijde (display) U V W DC 69 M Inductiemotor DC Inwendig ontwerp L L2 L3 AC Smoorspoel L L2 L3 Inductiemotor U V W M Maten in mm M OV, Handleiding versie 4 Pagina 2 van 98

21 Algemeen Voeding Motor Bouwgrootte E 3 x 4V Beschikbare voedingsspanningen V 4V 575V 69V Heavy Normal Heavy Normal Motorvermogen bij 4 V kw Nominale uitgangsstroom (3kHz.) A (2kHz) A 32 Maximale uitgangsstroom % 5 5 Maximale stroom RFC mode # % Aderdiameter motorzijdig* mm² Voeding** 3 x 38-48V ±% 5-6Hz. ±% Nominale ingangsstroom A Netzijdige zekering** gr A Aderdiameter netzijdig * mm² 2 2 x 7 2 x 7 2 x 95 Totale verliezen bij 3 khz. W Verliezen voorzijde bij doorbouw W Maximium 48W Tussenkring capaciteit uf 72 AC smoorspoel extern INL42 Aandraaikoppel aansluitbouten Nm 5 tot 2 Gewicht kg 46 * Aderdiameter in schakelpaneel op basis van vinyl aderisolatie in de vrije lucht bij 35 C omgevingstemperatuur. ** Raadpleeg tevens hoofdstuk Voedingspecificaties. # Maximum uitgangsstroom bij RFC-A en RFC-S mode. AC smoorspoel AC voeding AC zekeringen 99 AC smoorspoel Hoofdstroomaansluitingen L L2 L3 MOV Linker zijde Rechter zijde (display) U V W 69 DC M Inductiemotor DC Inwendig ontwerp 3 Maten in mm 288 L L2 L3 AC Smoorspoel L L2 L3 Inductiemotor U V W M M OV, Handleiding versie 4 Pagina 2 van 98

22 Algemeen Voeding Motor 3 x 4V Beschikbare voedingsspanningen V 4V 575V 69V Heavy Normal Heavy Normal Heavy Normal Motorvermogen bij 4 V kw Nominale uitgangsstroom (3kHz.) A (2kHz) A Maximale uitgangsstroom % Maximale stroom RFC mode # % Aderdiameter motorzijdig* mm² Voeding** 3 x 38-48V ±% 5-6Hz. ±% Nominale ingangsstroom A Netzijdige zekering** gr A Aderdiameter netzijdig * Bouwgrootte E mm² Totale verliezen bij 3 khz. W Verliezen voorzijde bij doorbouw W Maximium 48W Tussenkring capaciteit uf AC smoorspoel extern INL42 INL43 Aandraaikoppel aansluitbouten Nm 5 tot 2 Gewicht kg 63 * Aderdiameter in schakelpaneel op basis van vinyl aderisolatie in de vrije lucht bij 35 C omgevingstemperatuur. ** Raadpleeg tevens hoofdstuk Voedingspecificaties. # Maximum uitgangsstroom bij RFC-A en RFC-S mode. AC smoorspoel AC voeding 99 AC zekeringen AC smoorspoel Hoofdstroomaansluitingen L L2 L3 L L2 L3 MOV Linker zijde Rechter zijde (display) 242 U V W DC BR M Inductiemotor Optionele remweerstand Inwendig ontwerp DC BR Optionele remweerstand 3 Maten in mm 32 L L2 L3 INL ingangssmoorspoel L L2 L3 Inductiemotor U V W M MOV, Handleiding versie 4 Pagina 22 van 98

23 Powermodules Stand Alone Maximaal 2 powermodules van bouwgrootte 9/ en powermodules van bouwgrootte, van gelijk type, kunnen worden samengevoegd tot één grote, waarbij er sprake is van één master module en maximaal negentien (negen) follower modules. Bij toepassing van meervoudige powermodules moet een reductie op de uitgangsstroom van 5% worden aangehouden. * De genoemde motorvermogens zijn indicatief omdat deze zeer afhankelijk zijn van motorspanning, pooltal en cos. φ, verificatie van nominale motorstroom is dan ook beslist noodzakelijk. De powermodules zijn standaard uitgerust met een remtransistor. Bij regeneratieve energie zal elke powermodule met een remweerstand uitgerust moeten worden. De follower modules zijn uitgerust met een interface unit en een verbindingskabel waarmee de modules aan elkaar gekoppeld kunnen worden. De aansluitwijze van deze kabels is op de volgende pagina weergegeven. Netzijdig moeten de powermodules individueel afgezekerd worden overeenkomstig de gegevens op de voorgaande pagina s. Motorzijdig moeten alle powermodules voorzien worden van een uitgangssmoorspoel die allen van hetzelfde type moeten zijn. In verband met de eenvoud in de schakelkast en aansluittechnische werkzaamheden is het ten zeerste aan te bevelen om het aantal motorkabels af te stemmen op het aantal toegepaste powermodules. De motorkabels kunnen dan direct op de uitgangssmoorspoelen worden aangesloten en de kabels zullen vervolgens in de motorklemmenkast samengevoegd worden. 4V Power Modules bij nominale belasting (zonder 5% reductie i.v.m. parallel schakelen) (2) = 2kHz. Bouw- Type Heavy duty Normal duty Smoorspoel grootte Power Module kw* A kw* A Input Output 9 M-94 2 E B 9 2 (2) 22 INL 4 OTL 4 M E B 224 (2) (2) INL 4 OTL 42 M-4 27 E B INL 42 OTL 43 M-4 32 E B 6 32 (2) 2 36 INL 42 OTL 44 M E B INL 43 OTL 45 M-4 47 E B (2) (2) INL 43 OTL 45 M E B (2) (2) INL 43 OTL 46 69V Power Modules bij nominale belasting (zonder 5% reductie i.v.m. parallel schakelen) (2) = 2kHz. Bouw- Type Heavy duty Normal duty Smoorspoel grootte Power Module kw* A kw* A Input output 9 M 96 4 E B INL 6 OTL 6 M 96 3 E B INL 62 OTL 62 M 6 5 E B INL 62 OTL 63 M 6 78 E B INL 62 OTL 64 M 6 2 E B INL 63 OTL 65 M E B (2) (2) INL 63 OTL 65 M E B (2) (2) INL 63 OTL 66 INL INL OTL OTL 9E E E Inwendig ontwerp DC BR Optionele remweerstand Alle technische data is gelijk aan de enkelvoudige modules zoals weergegeven op pagina 2 t/m 22 L L2 L3 INL ingangssmoorspoel L L2 L3 U V W OTL uitgangssmoorspoel U V W M OV, Handleiding versie 4 Pagina 23 van 98

24 Powermodules Parallel Powermodule configuratie opgebouwd uit een master module en twee follower modules. Powermodule configuratie opgebouwd uit een separaat opgestelde master module en drie follower modules. Indiv iduele z ek eringen INL INL INL INL INL INL Ingangss moors poelen Controleunit OTL OTL OTL OTL OTL OTL Master-Follower kabel (2mm) Optionele remweers tanden Uitgangss moors poelen L L2 L3 Optioneel RFI filter INL INL INL L L2 L3 L L2 L3 L L2 L3 Powermodule Powermodule Powermodule DC DC DC DB DB DB L L2 L3 L L2 L3 L L2 L3 OTL OTL OTL M Aantal motorkabels In verband met de eenvoud in de schakelkast en aansluittechnische werkzaamheden is het ten zeerste aan te bevelen om het aantal motorkabels af te stemmen op het aantal toegepaste powermodules. De motorkabels kunnen dan direct op de uitgangssmoorspoelen aangesloten worden en de kabels zullen vervolgens in de motorklemmenkast samengevoegd worden, waarbij de ster of driehoek doorverbinding strips beslist gehandhaafd blijven. Type en lengte van de motorkabels moet per module exact gelijk zijn i.v.m. een goede stroomverdeling per module Doorkoppeling Master-Follower kabel. Aan de onderzijde van de master controle unit en de follower modules moeten de, met de follower module meegeleverde kabels, op nevenstaande wijze worden aangesloten. De maximale afstand tussen de powermodules onderling mag maximaal 8mm bedragen. 8mm Master Follower Follower X, Handleiding versie 4 Pagina 24 van 98

25 Powermodules Parallel Uitgangsstroom bij parallel geschakelde modules. In onderstaande twee tabellen zijn de uitgangsstromen weergegeven bij 2, 3 en 4 parallel geschakelde modules. De 5% reductie op de uitgangsstroom i.v.m. parallel schakelen is in deze tabellen reeds verwerkt. * De genoemde motorvermogens zijn indicatief omdat deze zeer afhankelijk zijn van motorspanning, pooltal en cos. φ, verificatie van nominale motorstroom is dan ook beslist noodzakelijk. 4V Power Modules parallel geschakeld met 5% reductie i.v.m. parallel schakelen. 2kHz. - 4 C Bouw- Grootte (4V) Type M- 2 modules 3 modules 4 modules Heavy duty Normal duty Heavy duty Normal duty Heavy duty Normal duty kw* A kw* A kw* A kw* A kw* A kw* A E B E B E B E B E B E B E B V Power Modules parallel geschakeld met 5% reductie i.v.m. parallel schakelen. 3kHz. - 4 C Bouw- Grootte (4V) Type M- 2 modules 3 modules 4 modules Heavy duty Normal duty Heavy duty Normal duty Heavy duty Normal duty kw* A kw* A kw* A kw* A kw* A kw* A E B E B E B E B E B E B E B V Power Modules parallel geschakeld met 5% reductie i.v.m. parallel schakelen. 2kHz. - 4 C Bouw- Type 2 modules 3 modules 4 modules Grootte M- Heavy duty Normal duty Heavy duty Normal duty Heavy duty Normal duty (69V) kw* A kw* A kw* A kw* A kw* A kw* A E B E B E B E B E B E B E B V Power Modules parallel geschakeld met 5% reductie i.v.m. parallel schakelen. 3kHz. - 4 C Bouw- Type 2 modules 3 modules 4 modules Grootte M- Heavy duty Normal duty Heavy duty Normal duty Heavy duty Normal duty (69V) kw* A kw* A kw* A kw* A kw* A kw* A E B E B E B E B E B E B E B , Handleiding versie 4 Pagina 25 van 98

26 Powerdrive DFS DFS in 4V uitvoering bij 3kHz. - 4 C. * - Indicatief (2) - 2 khz. Type Power module Heavy Duty Normal duty kw* A kw* A DFS--4-F3 F A DFS-2-4-F3 F A DFS-3-4-F3 F A (2) DFS-4-4-F3 F A (2) (2) (2) (2) DFS-5-4-F3 M-4 27 E DFS-6-4-F3 M-4 32 E (2) 32 (2) DFS-7-4-F3 M E DFS-8-4-F3 M-4 47 E DFS-9-4-F3 M E (2) (2) 25 (2) (2) 487 (2) (2) e c DFS in 69V uitvoering bij 3kHz. - 4 C. * - Indicatief (2) - 2 khz. Type Power module Heavy Duty Normal duty kw* A kw* A DFS--69-F3 F A DFS-2-69-F3 F A DFS-3-69-F3 F A DFS-4-69-F3 F A DFS-5-69-F3 M-6 5 E DFS-6-69-F3 M-6 78 E DFS-7-69-F3 M-6 2 E DFS-8-69-F3 M E (2) DFS-9-69-F3 M E (2) 238 (2) (2) 25 (2) (2) 275 (2) (2) a b d Frame 8 Frame 9 Frame en INL in in in F3 brak e F3 F3 brak e out out out Afmetingen IP23 IP44 IP54 (mm) a - breedte 4 b - diepte c - hoogte 2 d - sokkel of 2 e - dak AC in (opt.) AC in AC in (opt.) M M M, Handleiding versie 4 Pagina 26 van 98

27 Powerdrive DFS2 en 3 DFS2 Afmetingen IP23 IP44 IP54 (mm) a - breedte 2 b - diepte c - hoogte 2 d - sokkel of 2 e - dak DFS2 e DFS2 in 4V uitvoering bij 3kHz. - 4 C. Type Power modules Heavy Duty Normal duty kw* A kw* A DFS2--4-F3 M-4 27 E DFS2-2-4-F3 M-4 32 E (2) 68 (2) DFS2-3-4-F3 M E DFS2-4-4-F3 M-4 47 E DFS2-5-4-F3 M E (2) (2) * - Indicatief (2) - 2 khz. 5 (2) (2) 925 (2) (2) a b c d * - Indicatief DFS2 in 69V uitvoering bij 3kHz. - 4 C. (2) - 2 khz. Type Power modules Heavy Duty Normal duty kw* A kw* A DFS2--69-F3 M-6 5 E DFS F3 M-6 78 E DFS F3 M-6 2 E DFS F3 M E (2) DFS F3 M E (2) 452 (2) (2) 49 (2) (2) 523 (2) (2) AC in INL in F3 out OTL INL in F3 out OTL M DFS3 Afmetingen IP23 IP44 IP54 (mm) a - breedte 6 b - diepte c - hoogte 2 d - sokkel of 2 e - dak DFS3 e c DFS3 in 4V uitvoering bij 3kHz. - 4 C. Type Power modules Heavy Duty Normal duty kw* A kw* A DFS3--4-F3 M E DFS3-2-4-F3 M-4 47 E DFS3-3-4-F3 M E 64 7 (2) (2) * - Indicatief (2) - 2 khz. 75 (2) 7 78 (2) 388 (2) (2) a d * - Indicatief (2) - 2 khz. Type Power modules Heavy Duty Normal duty kw* A kw* A DFS3--69-F3 M-6 2 E DFS F3 M E DFS3 in 69V uitvoering bij 3kHz. - 4 C. 63 (2) DFS F3 M E 56 7 (2) 678 (2) (2) 73 (2) 67 8 (2) 784 (2) (2) AC in INL in F3 out OTL INL INL in in F3 F3 out out OTL OTL M, Handleiding versie 4 Pagina 27 van 98

28 Powerdrive DFS4 en 6 DFS4 DFS4 e INL INL INL INL in F3 in F3 in F3 in F3 c out out out out OTL OTL OTL OTL AC in M d * - Indicatief (2) - 2 khz. TYpe Power modules Heavy Duty Normal duty kw* A kw* A DFS4--4-F3 M E DFS4-2-4-F3 M-4 47 E DFS4 in 4V uitvoering bij 3kHz. - 4 C. 85 DFS4-3-4-F3 M E (2) 585 (2) (2) (2) 85 (2) (2) * - Indicatief (2) - 2 khz. Type Power module Heavy Duty Normal duty kw* A kw* A DFS4--69-F3 M E (2) (2) (2) (2) DFS F3 M E (2) (2) (2) (2) DFS4 in 69V uitvoering bij 3kHz. - 4 C. a Afmetingen IP23 IP44 IP54 (mm) a - breedte 24 b - diepte c - hoogte 2 d - sokkel of 2 e - dak DFS6 DFS6 e INL INL in F3 out 6 Modules in F3 out c OTL OTL AC in M d DFS6 in 4V uitvoering bij 3kHz. - 4 C. Type Power modules Heavy Duty Normal duty kw* A kw* A DFS6--4-F3 M E DFS6-2-4-F3 M E (2) (2) 4 56 (2) (2) * - Indicatief (2) - 2 khz. Type Power modules Heavy Duty Normal duty kw* A kw* A DFS6--69-F3 M-6 2 E DFS F3 M E DFS6 in 69V uitvoering bij 3kHz. - 4 C. 267 DFS F3 M E 2 4 (2) 356 (2) (2) * - Indicatief (2) - 2 khz. 46 (2) (2) 567 (2) (2) a Afmetingen IP23 IP44 IP54 (mm) a - breedte 32 b - diepte c - hoogte 2 d - sokkel of 2 e - dak , Handleiding versie 4 Pagina 28 van 98

29 Powerdrive DFS8 en DFS8 DFS8 e INL INL in F3 8 Modules in F3 c out out OTL OTL AC in M d a DFS8 in 69V uitvoering bij 3kHz. - 4 C. * - Indicatief (2) - 2 khz. Type Power modules Heavy Duty Normal duty kw* A kw* A DFS8--69-F3 M E (2) (2) (2) (2) DFS F3 M E (2) (2) (2) (2) Afmetingen IP23 IP44 IP54 (mm) a - breedte 4 b - diepte c - hoogte 2 d - sokkel of 2 e - dak DFS DFS e INL in F3 Modules INL in F3 c out out OTL OTL AC in M d a DFS in 69V uitvoering bij 3kHz. - 4 C. * - Indicatief (2) - 2 khz. Type Power modules Heavy Duty Normal duty kw* A kw* A DFS--69-F3 M E (2) (2) (2) (2) DFS-2-69-F3 M E (2) (2) (2) (2) Afmetingen IP23 IP44 IP54 (mm) a - breedte 48 b - diepte c - hoogte 2 d - sokkel of 2 e - dak , Handleiding versie 4 Pagina 29 van 98

30 Powerdrive DFS opties Powerdrive DFS kan geleverd worden met de onderstaande standaard opties maar kan ook in onze paneelbouw in Sliedrecht klantspecifiek aangepast worden. Optie Omschrijving IP44 Aanzuigroosters voorzien van filtermatten 2 IP54 - Aanzuigroosters voorzien vanfiltermatten. - Dak voorzien van een uitlaatrooster. - Koellichamen doorgebouwd door de achterwand. 3 IP55 Aangebouwde watergekoelde warmtewisselaar 4 Toerental geregelde dakfan Dakfan geregeld afhankelijk van de kasttemperatuur 5 Sokkel 2mm Standaard sokkel is mm 6 8 deurscharnieren 7 Cilindersloten met sleutel 8 24V back-up voeding Aansluiting voor een extern aan te bieden 24V back-up voeding is uitbedraad naar de klemmenstrook. 9 Uitschakelspoel Hoofdschakelaar voorzien van een 23/24V uitschakelspoel. Nulspanningspoel Hoofdschakelaar voorzien van een 23/24V nulspanningspoel. Leveren kwh meter met bijbehorende stroomtrafo s (zie punt ) Keuze : Conventionele kwh-meter. Keuze 2: 485 communicatie. Keuze 3: Veldbuscommunicatie 2 Bedraden van kwh meter Plaatsen en bedraden van geleverde of toegeleverde kwh meter en bijbehorende stroomtrafo s. 3 Veldbus aansluiting Veldbus aansluiting naar busmodule in Uni-M en/of kwh meter. 4 Hulpcontacten hoofdschakelaar Leveren en bedraden van twee hulpcontacten op de hoofdschakelaar. 5 EMC kabelklemmen Per powermodule twee klemmen van twee diameters, totaal 4 stuks. 6 Drive only DFS met INL maar zonder hoofdschakelaar, zekeringen en 23V trafo. (23V t.b.v. ventilatoren is separaat aan te bieden) IP54 IP55 In de IP54 uitvoering steekt het koellichaam van de Powerdrive, inclusief de koelventilator, door de achterwand van het paneel waardoor bijna alle verlieswarmte buiten het paneel wordt afgestaan. Het verliesvermogen in het paneel is nu zeer sterk gereduceerd waardoor de krachtige dakventilator is vervangen door een kleinere deurventilator. De uittredende lucht gaat nu via een uitlaatrooster op het dak. In de IP55 uitvoering is de DFS uitgerust met een water gekoelde warmtewisselaar met een breedte van 3mm. Maximum motorvermogen van de DFS is 28kW. Neem voor verdere informatie contact op met uw leverancier., Handleiding versie 4 Pagina 3 van 98

31 Powerdrive DFS Vollast verliesvermogen Powerdrive DFS in 4V uitvoering. Type Heavy Duty Normal duty kw* A Verlies (W) kw* A Verlies (W) DFS--4-F DFS-2-4-F DFS-3-4-F DFS-4-4-F DFS-5-4-F DFS-6-4-F DFS-7-4-F DFS-8-4-F DFS-9-4-F DFS2--4-F DFS2-2-4-F DFS2-3-4-F DFS2-4-4-F DFS2-5-4-F DFS3--4-F DFS3-2-4-F DFS3-3-4-F DFS4--4-F DFS4-2-4-F DFS4-3-4-F DFS6--4-F DFS6-2-4-F Vollast verliesvermogen Powerdrive DFS in 69V uitvoering. Type Heavy Duty Normal duty kw* A Verlies (W) kw* A Verlies (W) DFS--69-F DFS-2-69-F DFS-3-69-F DFS-4-69-F DFS-5-69-F DFS-6-69-F DFS-7-69-F DFS-8-69-F DFS-9-69-F DFS2--69-F DFS F DFS F DFS F DFS F DFS3--69-F DFS F DFS F DFS4--69-F DFS F DFS6--69-F DFS F DFS F DFS8--69-F DFS F DFS--69-F DFS-2-69-F , Handleiding versie 4 Pagina 3 van 98

32 Smoorspoelen AC netsmoorspoelen bouwgrootte 9E t/m E Bouwgrootte 9E t/m E moeten voorzien worden van een driefasen AC netsmoorspoel. De selectie van de smoorspoel is afhankelijk van de ingangsstroom van de Powerdrive en mag afgestemd worden op de actuele motor die op de Powerdrive is aangesloten. INL4 INL42 INL6 INL62 INL43 INL63 C B B B A C A C A Type Part nr. Amp. µh A (mm) B (mm) C (mm) Gat (mm) kg Verl. (W) PTC INL , Nee INL , Nee INL Ja INL , Nee INL , Nee INL Ja Uitgangssmoorspoelen bouwgrootte 9E t/m E Bouwgrootte 9E t/m E moeten indien parallel geschakeld voorzien worden van een uitgangssmoorspoel. De selectie van de smoorspoel is afhankelijk van de uitgangsstroom van de Powerdrive en mag afgestemd worden op de actuele motor die op de Powerdrive is aangesloten. OTL4 t/m OTL44 OTL6 t/m OTL64 OTL47 C C B A B A Type Part nr. Amp. µh A (mm) B (mm) C (mm) Gat (mm) kg Verl. (W) PTC OTL ,5 2 3 Nee OTL , Nee OTL , Nee OTL , Nee OTL , OTL , Ja OTL , Nee OTL , Nee OTL ,5 2 6 Nee OTL ,5 2 7 Nee OTL , OTL , , Handleiding versie 4 Pagina 32 van 98

33 Diversen inbouwtechnisch Minimale onderlinge afstand tussen Powerdrives Bouwgrootte 4 C (mm) 5 C (mm) t/m 6 Afdichtingstule (bouwgrootte 7 t/m ). De kunststof wartelplaten aan de onder- en bovenzijde van de Powerdrive kunnen worden voorzien van een rubber tule die de openingen in de wartelplaat volledig aanrakingsveilig en stofdicht maken. De stofdichtheid is met name zinvol voor de wartelplaat aan de bovenzijde. Set van 8 stuks. Bouwgr. Type Part nr. 7 Enkel Enkel Dubbel A 9E Dubbel E E Enkel Dubbel Hijsbeugel (bouwgrootte 9 t/m ). Bouwgroote 9 t/m kunnen tijdens de bouw van het schakelpaneel voorzien worden van een hijsbeugel die bevestigd wordt op de AC voedingsbouten aan de bovenzijde van de Powerdrive. Montagebeugels voor vlakke montage bouwgrootte 3 t/m 5 kan daar waar de inbouwdiepte een probleem is vlak tegen de montageplaat gemonteerd worden, een set van twee 9 montagebeugels is hiervoor beschikbaar. Bouwgr. Part nr. 9A E E E Bouwgr. Part nr Affinity / SP montage adaptor Indien een Affinity of Uni-SP vervangen moet worden door een zijn montage adaptors beschikbaar i.v.m. afwijkende montage. Powerdrive bouwgrootte Affinity / SP bouwgrootte Adaptor Part nr. Powerdrive bouwgrootte Affinity / SP bouwgrootte Adaptor Part nr. 3 n.v.t DC bus verbindingsrail De verbindingsrail koppelt de drive die fysiek links is opgesteld. (zie illustratie). Bouwgrootte 6 is hoger en rail nr. compenseert dit hoogteverschil. De verbindingsrailen zijn geïsoleerd en aanrakingsveilig en worden geleverd per set van twee rails inclusief benodigde bevestigingsschroeven. Elk DC bus systeem zal afzonderlijk samengesteld moeten worden, een applicatie notitie is beschikbaar. DC bus verbindingsrail Bouwgrootte Max DC (A) Part nr Size 6 naar size 3 t/m , Handleiding versie 4 Pagina 33 van x 4V M M M M M

34 Doorbouwen van het koellichaam. Door het koellichaam door te bouwen is het verliesvermogen in het schakelpaneel enorm gereduceerd en kunnen de ventilatievoorzieningen kleiner of mogelijk geheel weggelaten worden. Het totaal maximaal verliesvermogen en het verliesvermogen van de voorzijde staan in onderstaande tabel weergegeven. Dit is het maximaal haalbare continu verliesvermogen per bouwgrootte. Bij bouwgrootte 3 t/m 8 is bij doorbouw IP65 haalbaar en bij bouwgrootte 9 t/m is IP55 haalbaar. * Bouwgrootte 3 t/m 5 heeft standaard een IP2 koellichaam en indien IP65 gewenst is moeten twee ventilatieopeningen in het koellichaam afgedicht worden met twee meegeleverde rubber doppen. De benodigde doorbouw montage kit is niet standaard met de Powerdrive-F3 meegeleverd, de partnummers zijn hieronder weergegeven. Doorbouw koellichaam Bouw- Kit IP waarde Maximum verlies Maximum verlies grootte Partnummer koellichaam totaal (W) voorzijde (W) 3A IP 2/65* A IP 2/65* A IP 2/65* 324 6A IP A IP A IP A IP E IP E IP E IP Voedingsspecificaties AC en DC spanningsniveaus. Indien de voedingsspanning buiten het nominale gebied komt zal door de Powerdrive afhankelijk van het panningsniveau actie ondernomen worden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de AC voedingsspaning en de DC tussenkringspanning. De DC spanning is gelijk aan de AC spanning x. Tijdens het regenereren van de aandrijving kan de DC spanning oplopen tot boven het gelijkgerichte AC niveau. Nominale AC voeding 2-24V 38-48V 5-575V 5-69V AC of DC DC AC DC AC DC AC DC AC DC = AC x,4 Over Voltage Instant over Volts trip Over Voltage >5sec Pré level over Volts trip Remweerstand actief Zie #6.73 & #6.74 Deceleratie verlengen Zie #2.8 Maximum AC spanning Nominaal % Minimum AC spanning Nominaal - % Ride through niveau Zie #6.3 & #6.48 Onderspanning reset Onderspanning trip Display actief Display dooft , Handleiding versie 4 Pagina 34 van 98

35 Voedingsspanning: 3 x Volt ± % Maximale voedingsspanning onbalans tussen de fasen: 3% In deze handleiding wordt uitsluitend de 4 Volt versie van de behandeld. Voedingsfrequentie: 45 66Hz. Voedingsspecificaties Type voedend net: Powerdrive-F3 mag op elk type voedingsnet aangesloten worden zoals: TN-S, TN-C-S, TT en IT, met aarding op elk potentiaal, zoals geaard sterpunt, geaarde ster en geaarde driehoek. Bij een niet geaard voedingsnet (IT) moet het interne EMC filter van de Powerdrive-F3 verwijderd worden. Beveiliging tegen transiënten: De is beschermd tegen voedingsspanning transiënten overeenkomstig IEC categorie 3. Bij een voedend net waar het risico van transiënten categorie 3 te boven gaat, is het noodzakelijk aanvullende maatregelen te treffen. Kortsluitvermogen in relatie tot de toe te passen netzijdige zekering: De waarde en karakteristiek van de voedende zekeringen staan vermeld in de specificaties van de types voorin dit handboek. Als de beschikbare kortsluitstroom op de voedingsklemmen van de bekend is, is het absoluut zinvol een controleberekening te maken. In de uitkomst van deze berekening moet zeker gesteld zijn dat bij een volledige kortsluiting de voedingszekeringen binnen 5 ms aanspreken. Netsmoorspoelen: Toepassen van een netsmoorspoel met een Uk van ca. 2% kan nodig zijn om een van de volgende redenen: - Fasespanning onbalans > 3% - Fasehoek onbalans > 2% - Zware commutatie inbreuken op het voedende net als gevolg van de aanwezigheid van grote thyristorregelaars. - Aanwezigheid van cos. φ verbeteringsapparatuur in de nabijheid van de. - Abrupte voedingsspanning fluctuaties als gevolg van het starten en stoppen van grote verbruikers. Al deze situaties kunnen leiden tot extreme piekstromen aan de ingang van de en kunnen interne schade veroorzaken. Bouwgrootte 3 (34 34 t/m 34 77) hebben geen enkele interne inductie en indien de voeding zwaarder is als 75 kva is het toepassen van een netsmoorspoel noodzakelijk. Overige bouwgroottes t/m bg.9a is de intern al voorzien van smoorspoelen en zal het toepassen van extra smoorspoelen alleen in zeer extreme voedingsspanning situaties noodzakelijk zijn. Bouwgrootte 9E t/m E hebben geen interne smoorspoel waardoor externe netsmoorspoelen noodzakelijk zijn. Beschikbare netsmoorspoelen Netsmoorspoel Amp mh A B C kg Model KDD , ,8,8/N/6V/6A/2UK, ,8,8/N/6V/A/2UK 6, ,6, N/6V/6A/2UK 22, ,, N/6V/22A/2UK 3, ,2,2 N/6V/3A/2UK 4, ,,3 N/6V/4A/2UK 52, ,,3 N/6V/52A/2UK 65, ,,3 N/6V/65A/2UK 9, ,5,5 N/6V/9A/2UK, ,5 N/6V/A/2UK 34, , N/6V/34A/2UK 6, , N/6V/6A/2UK 8, , N/6V/8A/2UK 25, , N/6V/25A/2UK 3, , N/6V/3A/2UK 35, , N/6V/35A/2UK, Handleiding versie 4 Pagina 35 van 98

36 Maximale motorkabellengte De capaciteit van de motorkabel geeft een extra stroombelasting voor een frequentieregelaar met mogelijk Over- Load of Over-Current trips tot gevolg. Onderstaande tabel geeft de maximale kabellengte weer per type bij een voedingsspanning van 4VAC. Indien meerdere motorkabels parallel aan een zijn aangesloten, mag de som van de motorkabellengtes niet vergeleken worden met de waarde uit deze tabel. Als vuistregel kan in dit geval de dubbele lengte van de tabel- waarde aangehouden worden. Voorbeeld: Twee motoren parallel met resp. 25 en 2 meter motorkabel, totaal 45 meter. Onderstaande tabel raadplegen overeenkomstig 9 meter. Onderstaande tabel gaat uit van een normale afgeschermde kabel waar tussen de aders en het scherm een isolatielaag aanwezig is. Bij kabels waar het scherm direct om de aders aangebracht is hebben een hogere capaciteit en moet de halve lengte uit de tabel aangehouden worden. Raadpleeg altijd de NEN- met betrekking tot de maximaal toelaatbare spanningsval over de motorkabel en de daaruit voortvloeiende aderdiameter selectie. Maximale motorkabellengte bij een voedingspanning van 4VAC. Smoorspoel Type kw 2 khz 3 khz 4 khz 6 khz 8 khz 2 khz 6 khz 34-34,75 /, , /, ,5 / 2, ,2 / 3, , / 4, , / 5, ,5 / 7, ,5 / 54-3 / / 8, ,5 / / / / / / / / / / / / / /28 * Lengte in meters Uitgangssmoorspoel: Indien de tabelwaarde overschreden is kan een smoorspoel tussen Powerdrive en motor worden toegepast. Onderstaande smoorspoelen zijn beschikbaar. Amp mh A B C kg Model KDD , ,8,2 M/6V/5A/4,4mH/5Hz 2, ,2,3 M/6V/A/2,mH/5Hz 2, , M/6V/2A/,mH/5Hz 25, ,5 M/6V/25A/,88mH/5Hz 4, ,5 M/6V/4A/,55mH/5Hz 46, ,2 M/6V/46A/,48mH/5Hz 6, ,5 M/6V/6A/,37mH/5Hz 74, ,5 M/6V/74A/,3mH/5Hz Let op: de maximale uitgangsfrequentie voor deze spoelen is 5 Hz., Handleiding versie 4 Pagina 36 van 98

37 EMC richtlijnen Intern EMC filter: De voldoet met zijn interne EMC filter, zonder aanvulling van een extern netfilter, aan de EN68-3 norm. Deze norm is van toepassing als een installatie wordt aangesloten op een industrieel net dat geen verbinding heeft met huishoudelijke netten. Met de EN68-3 norm kan een schakelpaneel CE gemarkeerd worden onder de EMC richtlijn. Per bouwgrootte van de kunnen de EMC specificaties enigszins variëren, een volledig EMC specificatieblad is verkrijgbaar via uw leverancier. Bij het toepassen van de EN68-3 norm is het belangrijk dat u zich realiseert dat hogere elektromagnetische straling aanwezig is en er dus een risico bestaat dat storingen op meer gevoelige apparatuur in de omgeving ontstaan. Bij de toepassing van de EN68-3 norm is het van belang dat in een schakelpaneel voorbereidingen zijn getroffen om alsnog ontstorende maatregelen te kunnen nemen als dit nodig blijkt, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van een EMC netfilter. In veel gevallen zijn de kosten voor filters en dergelijke te rechtvaardigen om risico's te minimaliseren. Nidec Industrial Automation adviseert de volledige EMC-maatregelen toe te passen, zeker als bekend is dat gevoelige apparatuur zoals capacitieve benaderingsschakelaars, thermokoppels, datalinks etc. onderdeel van de installatie vormen of in de omgeving van de installatie is toegepast. Los van bovenstaande adviezen en richtlijnen zullen te allen tijde de wetten van het land van bestemming prevaleren. Externe EMC netfilters: Indien strikte conformiteit met de EN6-6-4 norm noodzakelijk is zullen de individuele regelaars met een EMC netfilter uitgerust moeten worden en de installatietechnische maatregelen zoals op pagina 38 zijn weergegeven moeten worden opgevolgd. Extern centraal EMC netfilter: Het is meerdere malen aangetoond dat conformiteit met de EN6-6-4 norm mogelijk is op basis een centraal EMC netfilter dat meerdere regelaars voedt die gezamenlijk op een blanke gegalvaniseerde montageplaat gemonteerd zijn. Of conformiteit volledig behaald wordt is afhankelijk van de manier waarop met name de bedrading tussen centraal filter en de frequentieregelaars wordt aangelegd. Een bijkomend voordeel kan zijn dat het centrale filter geselecteerd kan worden op basis van de daadwerkelijke totale netbelasting. Individuele EMC netfilters. Centraal EMC netfilter EMC filter EMC filter EMC filter EMC filter, Handleiding versie 4 Pagina 37 van 98

38 EMC aansluitadvies AC voeding L L2 L3 E Bedrading naar remweerstand getwist en gescheiden van gevoelige bedrading en apparatuur. Indien weerstand buiten de kast geplaatst afgeschermde kabel toepassen Vermogensdissipatie van de remweerstand beveiligen met temperatuurschakelaar. Route van de voedende fasen tot aan het EMC filter bij voorkeur gescheiden van gevoelige bedrading en apparatuur. Aarde direct vanaf de centrale aardrail DC BR Optionele remweerstand plaatsen in overeenstemming met de warmteontwikkeling zonodig buiten de kast. EMC filter indien conformiteit met de EN6-6-4 norm noodzakelijk is. L L2 L3 Line EMC filter Load L L2 L3 E Gevoelige bedrading en apparatuur dienen op een minimale afstand van 3 cm van de Powerdrive en alle hier weergegeven bedrading en bekabeling te worden geplaatst. Optioneel EMC filter bij voorkeur geplaatst direct naast of achter de Powerdrive L-L2-L3 U-V-W Verbinding tussen EMC filter en Powerdrive zo kort mogelijk en gescheiden van overige bedrading Scherm van de motorkabel d.m.v. een tyrap aan de meegeleverde aardbeugel verbinden. Afgeschermde motorkabel zo veel mogelijk gescheiden van gevoelige bedrading. Bij voorkeur de afgeschermde kabel direct doorvoeren naar de Powerdrive en niet via de klemmenstrook. Scherm van de motorkabel d.m.v. een blank metalen schermklem (of gelijkwaardeig) met de montageplaat verbinden. Afstand tot de klemmenstrook zo kort mogelijk. U V W E Klemmenstrook in schakelkast Klemmenstrook Indien een werkschakelaar in de motorleiding dient te worden opgenomen dan scherm en aarde op hierboven weergegeven wijze verwerken Aarde en scherm beiden met het motorframe verbinden Indien de motor is opgesteld op schokdempers of swingrubbers dan het motorframe verbinden met het dichtstbijzijnde punt van de staalconstructie Motorframe ter plaatse met aarde verbinden, Handleiding versie 4 Pagina 38 van 98

39 Intern EMC filter Intern EMC filter. De voldoet aan de EN68-3 norm op basis van een intern EMC filter wat is geplaatst tussen de positieve zijde van de DC tussenkring en aarde. Deze filters veroorzaken bij 4V voedingsspanning de volgende lekstroom naar aarde. Bouwgrootte 3 t/m 5 = 28mA en bouwgrootte 6 t/m = 56mA. Deze lekstroom is proportioneel met de voedingsspanning en frequentie. Bij een verwijderd EMC filter is de lekstroom < ma. L L2 L3 Inwendig ontwerp M OV DC EM C Intern EMC filter U V W Het kan om de volgende redenen wenselijk of noodzakelijk zijn om de interne filters uit te schakelen. De lekstroom naar aarde is niet wenselijk. De Powerdrive is aangesloten op een IT (zwevend) net, zoals scheepsnetten. -DC Uitschakelen van het interne EMC filter. In onderstaande illustraties is weergegeven hoe per bouwgrootte de interne EMC filters uitgeschakeld kunnen worden. ATTENTIE! Deze handelingen mogen uitsluitend in spanningsloze toestand plaatsvinden. Bouwgrootte 3. Bij bouwgrootte 3 moet het interne filter volledig verwijderd worden. Het blauwe EMC filter kan bereikt worden door het display te verwijderen en daarna de achtergelegen kap naar voren te schuiven. Na eerst de twee bevestigingsschroeven van het filter los te draaien kan daarna het blauwe filter verwijderd worden. EMC filter Bg. 3 Bouwgrootte 4 en 5. Bij deze bouwgroottes moet een schroef verwijderd worden die zich bevindt achter het afneembare beschermkapje links bovenin de Powerdrive. Deze schroef moet in zijn geheel verwijderd worden. EMC schroef Bg. 4 & 5 Bouwgrootte 6. Bij deze bouwgrootte moet een schroef verwijderd worden die zich bevindt achter het afneembare beschermkap links bovenin de Powerdrive. Deze schroef moet in zijn geheel verwijderd worden EMC schroef Bg. 6 Bouwgrootte 7, 8 en 9A Bij deze bouwgrootte moet een schroef verwijderd worden die zich bevindt achter het afneembare beschermkap links bovenin de Powerdrive. Deze schroef bevindt zich rechts naast de M aarde aansluiting en moet in zijn geheel verwijderd worden. EMC schroef Bg. 7, 8 en 9A Bouwgrootte 9E, E en E. Bij deze bouwgroottes is het niet mogelijk het interne EMC filter uit te schakelen., Handleiding versie 4 Pagina 39 van 98

40 Externe EMC filters Bouwgrootte 3 t/m 6 kunnen worden voorzien van externe EMC filters waarbij naar keuze de Powerdrive bovenop of naast het filter gemonterrd kan worden. Externe EMC filters bouwgrootte 3 t/m 6. 48V 5/6Hz. - 4 C maten in mm Type Amp. Bg. A B C D E H W X Y kg ma Watt M5 5,5 2,, M6 6,5 4,, M6 6,5 5,5 8, M6 6,5 6,7,2 54 Bouwgrootte 7 en 8 kunnen worden voorzien van externe EMC filters die boven de Powerdrive kunnen worden gemonteerd. Externe EMC filters bouwgrootte 7 en 8. 48V 5/6Hz. - 4 C maten in mm Type Amp. Bg. A B C D F H W V Z kg ma Watt M 6,5 6, M 6,5 9,6 8,7 42, Handleiding versie 4 Pagina 4 van 98

41 Externe EMC filters Externe EMC filters bouwgrootte 9 t/m. 48V 5/6Hz. - 4 C maten in mm Type Amp. Bg. kg ma Watt A E-E E 4,7 6,7 44, Handleiding versie 4 Pagina 4 van 98

42 Wanneer een remweerstand toepassen: Tijdens de deceleratie van een draaistroommotor en zijn last, wordt een gedeelte van de opgeslagen kinetische energie door de motor omgezet naar elektrische energie en teruggevoerd naar de frequentieregelaar. Indien een grote massatraagheid in korte tijd decelereerd, is de geleverde energie te veel om door de condensatoren in de DC tussenkring geabsorbeerd te worden. Hierbij zal het voltage in de tussenkring toenemen en dit kan resulteren in een Overvolts trip. Deze regeneratieve energie kan gedissipeerd worden in remweerstanden die aangestuurd worden door een remcircuit. Dit circuit meet de tussenkringspanning om vast te stellen wanneer de interne remtransistor in werking moet treden. Remweerstand Optionele externe remweerstand L N L L2 L3 Interne remtransistor U V W M DC tussenkring Bepaling van het vermogen van de remweerstand: Het vermogen van de remweerstand wordt berekend aan de hand van de energie die geabsorbeerd moet worden, de verhouding waarin de energie teruggeleverd wordt en de tijd tussen de remacties. Kinetische energie van de motor en de aangedreven machine is: Q =,5 * J * ω ² Bij een roterend object. Q =,5 * m * V ² Bij een lineair bewegend object. Q = energie in Joules ω = radialen per seconde (2.π.n) n = motorsnelheid in rpm V = snelheid in m/sec J = totale massatraagheid (kgm ²) van de motor en aangedreven machine, gemeten aan de motoras. m = massa van het object in kg. Uit bovenstaande blijkt dat de energie proportioneel is met het kwadraat van de (hoek)snelheid en dat de meeste energie zich daardoor concentreert bij hogere snelheden. Aangezien er heel veel variabelen zijn die het vermogen van de remweerstand bepalen, is het niet mogelijk hiervoor een eenheidsberekening af te geven. Neem indien noodzakelijk contact op met uw leverancier. Constructie van de remweerstand: Weerstanden die bedoeld zijn voor remdoeleinden dienen een thermische schokbelasting aan te kunnen. Speciaal daarvoor ontworpen weerstanden worden aanbevolen. Indien een weerstand overbelast wordt, kan door de hitte van de weerstand een brandgevaarlijke situatie ontstaan, het is daarom ook ten zeerste te adviseren een remweerstand uit te rusten met een temperatuurschakelaar die bij het aanspreken bij voorkeur de voedende magneetschakelaar van de Powerdrive-F3 afschakelt. Waarde van de remweerstand: De weerstandswaarde in Ohms is bepalend voor het remkoppel dat de motor kan bewerkstelligen. Deze waarde is voor elk type Powerdrive verschillend. Raadpleeg voor de juiste weerstandswaarde de specificatie van de afzonderlijke Powerdrive bouwgrootten voorin deze handleiding of de tabel op de volgende pagina. De optimale weerstandswaarde is de waarde waarbij 5% remkoppel behaald kan worden door de motor. De minimale weerstandswaarde wordt bepaald door de remtransistor in de Powerdrive, een te kleine weerstandswaarde zal resulteren in een OI.Brake trip. Het heeft de voorkeur te streven naar de optimale weerstandswaarde om koppelfluctuaties tijdens het remmen te voorkomen. Beveiliging van de remweerstand: Gebruik de clixon (temp. schakelaar) van de weerstand om bij voorkeur de voeding van de Powerdrive uit te schakelen. Bij compactweerstanden type DBR en DBR2 kan bij een extreme overbelasting de clixon te laat schakelen en is het aan te bevelen het interne rekenmodel van de Powerdrive te gebruiken, zie volgende pagina s en de beschrijving van #.3, #.3 en #.6 in menu in deze handleiding. Programmering van de Powerdrive-F3: Bij toepassing van een remweerstand moet parameter #.28 op Fast geprogrammeerd worden., Handleiding versie 4 Pagina 42 van 98

43 Remweerstand Waarde van de remweerstand per Powerdrive type. In onderstaande tabel zijn de remweerstandwaardes per Powerdrive-F3 in 4V uitvoering weergegeven. Bg. P motor (kw) F3 Type 5% () (Ω) Min. (2) (Ω) 3,75 /, , /, ,5 / 2, ,2 / / / 5, ,5 / 7, ,5 / / / 8, ,5 / / Bg. P motor (kw) F3 Type 5% () (Ω) Min. (2) (Ω) 7 3 / , / / / ,4 4,5 75 / ,4 9 9 / (3) / / (3) 6 / / (3) 2 / / () Weerstandwaarde om 5% remkoppel te bewerkstelligen, gebaseerd op het heavy-duty motorvermogen. (2) Laagst toelaatbare weerstandwaarde voor de. (3) Bouwgroote 9 t/m zijn in stand-alone uitvoering niet uitgerust met een remtransistor Selectie van de remweerstand. De remweerstand zal een weerstandwaarde moeten hebben die tussen het 5% niveau en het minimum niveau ligt (zie bovenstaande tabel). Het vermogen van de weerstand is volledig afhankelijk van de toepassing, raadpleeg hiertoe de voorgaande pagina. Uiteraard kan ook een weerstandnetwerk gecreëerd worden waarbij de weerstand vervangingswaarde voldoet aan de juiste waarde. Om een goede belasingverdeling tussen de weerstanden in een weerstandnetwerk te garanderen is het beslist noodzakelijk dat alle weerstanden van hetzelfde type zijn. Beschikbare remweerstanden. Type: DBR intern Vermogen: 5W Weerstand: 74Ω en 37Ω Omgeving: IP54 bij 4 C Classificatie: CE en UL Deze weertanden kunnen geplaatst worden in het koellichaam van de Powerdrive bouwgrootte 3 t/m 5. Type: DBR Vermogen: W Weerstand: 2Ω t/m 27Ω Omgeving: IP54 bij 4 C Classificatie: CE en UL Inclusief: Clixon Type: DBR2 Vermogen: 3W en 5W Weerstand: 2Ω t/m 27Ω Omgeving: IP54 bij 4 C Classificatie: CE en UL Inclusief: Clixon Type: DBR3 Vermogen: t/m 6kW Weerstand: 2Ω t/m Ω Omgeving: IP2 bij 25 C Classificatie: CE en UL Inclusief: Clixon Type: MD Vermogen: 4,2kW t/m 33kW Weerstand: Te specificeren Omgeving: IP2 (IP23 optie) Inclusief: Clixon, Handleiding versie 4 Pagina 43 van 98

44 Beschikbare remweerstanden Compact remweerstanden type DBR intern. Vermogen: 5 / W * Tijdbasis: 6sec. Omgeving: IP54 Classificatie: CE en UL t.b.v. Bouwgrootte 3 Type Ω - (enkel) t.b.v. Bouwgrootte 4 en 5 Type Ω - (dubbel) DBR intern remweerstanden kunnen geplaatst worden in het koellichaam van de Powerdrive bouwgrootte 3 t/m 5. De montageplaats, bevestigingsgaten en het kabelkanaal naar de aansluitklemmen zijn in de vorm van het koellichaam voorzien. Deze weerstanden zijn dusdanig geconstrueerd dat bij een extreme oververhitting van deze weerstanden geen (brand)gevaarlijke situatie kan ontstaan. Bouwgrootte 3 kan voorzien worden van een enkele 74Ω weerstand en bouwgrootte 4 en 5 van een samengestelde weerstand opgebouwd uit twee 74Ω weerstanden parallel. Bevestigingsmaterialen en een inbouwinstructie worden met de weerstanden meegeleverd. Bouwgrootte 3 Type Ω - (enkel) Bouwgrootte 4 Type Ω - (dubbel) Bouwgrootte 5 Type Ω - (dubbel) Overlastbeveiliging Bij het gebruik van remweerstanden van het type DBR intern is het aan te bevelen gebruik te maken van het thermische rekenmodel van de Powerdrive. Een overbelasting van de remweerstand zal dan resulteren in een <OHt brake> trip. De volgende drie grootheden van de remweerstand moeten daartoe in de Powerdrive geprogrammeerd worden. Bouwgrootte 3: #.3 =,5 (kw) Bouwgrootte 4 en 5: #.3 =, (kw) #.3 = 3,3 (sec) #.3 = 2, (sec) #.6 = 74, (Ω) #.6 = 37, (Ω) Compact remweerstanden type DBR. Vermogen: W bij % ID * Tijdbasis: 2sec. Omgeving: IP54 bij 4 C Classificatie: CE en UL Inclusief: Clixon Beschikbare types DBR (Ω) Part nummer % ID (W) 4% ID (W)* 25% ID (W)* 5% ID (W)* 6% ID (W)* Vermogens zijn van toepassing voor CE en UL., Handleiding versie 4 Pagina 44 van 98

45 Beschikbare remweerstanden Overlastbeveiliging Bij het gebruik van remweerstanden van het type DBR is het aan te bevelen met de geïntegreerde thermoschakelaar de voeding van de Powerdrive uit te schakelen. Tevens is het aan te bevelen ook gebruik te maken van het thermische rekenmodel van de Powerdrive. Een overbelasting van de remweerstand zal dan resulteren in een <Brake R Too Hot> trip. De volgende drie grootheden van de remweerstand moeten daartoe in de Powerdrive geprogrammeerd worden. #.3 = Vermogen (kw), #.3 = Tijdconstante (sec), #.6 = Weerstand (Ω) #.3:,kW per weerstand. Bij een weerstand netwerk de som van de vermogens. #.3: Bij het type DBR een waarde van 45sec, ook bij een weerstand netwerk. #.6: De waarde van de weerstand. Bij een weerstand netwerk de vervangingswaarde. Voorbeeld : Een weerstand van 8Ω. Voorbeeld 2: Twee weerstanden van 8Ω parallel. #.3 =,kw #.3 =,2kW #.3 = 45, sec. #.3 = 45, sec. #.6 = 8Ω #.6 = 4Ω Montage. Voor separate opstelling staan een tweetal montagebeugels ter beschikking zoals hieronder weergegeven. Montagebeugel type V Part nummer Montagebeugel type V2 Part nummer , Handleiding versie 4 Pagina 45 van 98

46 Beschikbare remweerstanden Compact remweerstand type DBR2 Type: DBR2 Vermogen: 3/5W bij % ID Weerstand: 2Ω t/m 27Ω Omgeving: IP54 bij 4 C Tijdbasis: * 2sec. Classificatie: CE en UL Inclusief: Clixon Beschikbare types DBR2- Ω Part nummer % ID (W) 4% ID (W)* 25% ID (W)* 5% ID (W)* 6% ID (W)* CE UL CE UL CE UL CE UL CE UL 3W W Overlastbeveiliging Bij het gebruik van remweerstanden van het type DBR2 is het aan te bevelen met de geïntegreerde thermoschakelaar (clixon) de voeding van de Powerdrive uit te schakelen. Tevens is het aan te bevelen ook gebruik te maken van het thermische rekenmodel van de Powerdrive. Een overbelasting van de remweerstand zal dan resulteren in een <Brake R Too Hot> trip. De volgende drie grootheden van de remweerstand moeten daartoe in de Powerdrive geprogrammeerd worden. #.3 = Vermogen (kw), #.3 = Tijdconstante (sec), #.6 = Weerstand (Ω) #.3:,3 of,5kw per weerstand. Bij een weerstand netwerk de som van de vermogens. #.3: Bij het type DBR2-3W en DBR2-5W een waarde van 65, sec. #.6: De waarde van de weerstand. Bij een weerstand netwerk de vervangingswaarde. Voorbeeld : Een weerstand van 3W - 8Ω. Voorbeeld 2: Twee weerstanden van 5W - 5Ω parallel. #.3 =,3kW #.3 =,kw #.3 = 65, sec. #.3 = 65, sec. #.6 = 8Ω #.6 = 25Ω Afmetingen, Handleiding versie 4 Pagina 46 van 98

47 Beschikbare remweerstanden Draadgewonden remweerstand type DBR3 Type: DBR3 Vermogen: t/m 6kW bij % ID Weerstand: 2Ω t/m Ω Omgeving: IP2 bij 25 C Tijdbasis: * 6sec. Classificatie: CE en UL Inclusief: Clixon en aansluitkastje met 2 wartelgaten, M6 en M2. Beschikbare types DBR3- Ω Part nummer % ID (kw) 5% ID (kw)* 25% ID (kw)* % ID (kw)* 6% ID (kw)* CE UL CE UL CE UL CE UL CE UL ,9 2,8 4 3,6 9 8, 3, ,5,3 3 2,5 6 5, 3, ,7 4 3,4 8 6,8 8 5, ,9 6 3,8 2 7, ,5 3,3 9 6,6 8 3, , Afmetingen TYPE % ID (kw) A (mm) B (mm) Gewicht (kg) Aantal buizen DBR3-, ,8 DBR3-5, ,2 DBR3-2 2, , 2 DBR3-3 3, ,8 2 DBR3-45 4, ,4 3 DBR3-6 6, , 4 Zij aanzicht Boven aanzicht 4 B A Overlastbeveiliging Bij het gebruik van remweerstanden van het type DBR3 is het aan te bevelen met de geïntegreerde thermoschakelaar (clixon) de voeding van de Powerdrive uit te schakelen. Tevens is het aan te bevelen ook gebruik te maken van het thermische rekenmodel van de Powerdrive. Een overbelasting van de remweerstand zal dan resulteren in een <Brake R Too Hot> trip. De volgende drie grootheden van de remweerstand moeten daartoe in de Powerdrive geprogrammeerd worden. #.3 = Vermogen (kw), #.3 = Tijdconstante (sec), #.6 = Weerstand (Ω) #.3: Het % ID vermogen uit bovenstaande tabel. (bij UL het UL vermogen) #.3: Bij alle type s DBR3 een waarde van 48, sec. #.6: De waarde in Ohm van de weerstand uit bovenstaande tabel., Handleiding versie 4 Pagina 47 van 98

48 Beschikbare remweerstanden Draadgewonden remweerstanden type DBR-FV Uitgerust met 23V koelventilator(en) en realiseert een hoog vermogen in compacte bouwvorm. Beschikbare weerstandwaardes: 5, 7,, 9, 4, 8 en Ω. Beschermingsgraad IP2. Uitgerust met een clixon (thermoschakelaar). Uitgerust met aansluitkastje met drie wartelgaten van x 2,5mm en 2 x 9mm. 48 Model Model 2 Model 3 26 A Top Top Top Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator Ventilator TYPE Model % ID (kw) 4% ID (kw) 25% ID (kw) A (mm) Aantal fan's DBR FV- 3, 6,6 9,6 355 DBR FV-,5 4,5 9,9 4,4 45 DBR FV-2 2 6, 3,2 9, DBR FV-3 9, 9,8 28, DBR FV-4,5 3 2, 26,4 38, De koelventilator(en) kunnen d.m.v. bitparameter #. (remtransistor actief) via een digitale uitgang aangestuurd worden. Bij gebruik van een logicablok in menu 9 kan een nakoeltijd ingesteld worden van maximum 25sec. Plaat remweerstanden type DBR-MD Uitgerust met een clixon. Optioneel is de MD weerstand leverbaar in IP 23 uitvoering. De gewenste weerstandswaarde bij bestelling opgegeven. Beschikbare types Type DBR % ID (kw) 4% ID (kw) 25% ID (kw) 5% ID (kw) 6% ID (kw) MD.6 4,2 7,8 2,4 9 5 MD.8 5,6,4 6, MD. 7, 3 2, MD.2 8,4 5,6 24, MD.4 9,8 8, MD.6,2 2, MD.8 2,6 23, MD MD MD MD MD MD MD MD MD MD MD MD Afmetingen Type DBR A B C D E MD MD MD MD MD , Handleiding versie 4 Pagina 48 van 98

49 Extern uitgangsfilter Een uitgangsfilter is een low-pass filter dat de invloeden van de schakelfrequentie uit de motorstroom filtert en kan in de volgende situaties worden toegepast. Geluidsfilter Een frequentiegeregelde motor produceert extra geluid overeenkomstig de geselecteerde schakelfrequentie. Bij met name ventilator toepassingen kan dit zeer storend zijn. Door middel van een uitgangsfilter kan dit extra motorgeluid voorkomen worden. Compensatie van kabelcapaciteit Bij toepassingen waar veel motoren parallel geschakeld staan op een frequentieregelaar kan een uitgangsfilter de totale kabelcapaciteit compenseren. Onafgeschermde motorkabel Vaak wordt een bestaande niet geregelde motor voorzien van een frequentieregelaar. De motorkabel is dan vaak niet afgeschermd en indien de omgevingscondities het verlangen zal de motorkabel vervangen moeten worden door een afgeschermde kabel. Dit is echter niet altijd mogelijk of zeer duur (hangkabel). Een uitgangsfilter kan dan gebruikt worden in plaats van een afgeschermde motorkabel. D E 8 uf M2 Uitgangsfilter D E 32 uf 39 uf 77 uf M2 Smoorspoel Condensator Amp mh A B C kg Model KDD... µf D E kg 5,7, ,,3/R/6V/5,7/, ,5 9,5 6, ,,4/R/6V/9,5/6,3 2 5, ,5,5/R/6V/2/5, 6 3, ,/R/6V/6/3, , ,/R/6V/25/2,4 34, ,2/R/6V/34/, , 4, ,/R/6V/4/,5 46, ,5/R/6V/46/,3 6, ,/R/6V/6/, 74, ,/R/6V/74/, ,2 96, ,3/R/6V/96/,63 24, ,3/R/6V/24/,48 56, ,5/R/6V/56/,38 8, ,/R/6V/8/,33 2, ,5/R/6V/2/, ,8 25, ,/R/6V/25/,23 3, ,5/R/6V/3/,2 35, ,5/R/6V/35/,68, Handleiding versie 4 Pagina 49 van 98

50 C C H D U V W U2 V2 W2 Extern uitgangsfilter Filter 2,5 t/m 63A (IP) Amp Schakelfreq. A B C D E kg Verlies Type 2,5 3-8 khz , 75 W 3CTS4-2,5 4, 3-8 khz ,9 9 W 3CTS4-4 7, 3-8 khz , 25 W 3CTS khz ,7 65 W 3CTS khz ,7 9 W 3CTS khz ,6 22 W 3CTS khz , 25 W 3CTS khz ,3 275 W 3CTS khz W 3CTS khz W 3CTS khz W 3CTS4-63 PE U V W PE U2 V2 W2 D E A B Filter 8 t/m 25A (IP) Amp Schakelfreq. A B C D E kg Verlies Type 8 2, - khz W 3CTS4-8 2, - khz W 3CTS4-25,5 - khz W 3CTS4-25 5,5-8 khz W 3CTS4-5 8,5-8 khz W 3CTS4-8 25,5-6 khz W 3CTS4-25 B E T U2 V2 W2 PE U V W D A E B ± 5% PE Filter 2,5 t/m 35A (IP2) Amp Schakelfreq. A B C D E kg Verlies Type 2,5 3-8 khz , 75 W 3CTS4-2,5 IG 4, 3-8 khz ,9 9 W 3CTS4-4 IG 7, 3-8 khz , 25 W 3CTS4-7 IG 3-8 khz ,7 65 W 3CTS4- IG khz ,7 9 W 3CTS4-3 IG khz ,6 22 W 3CTS4-6 IG khz , 25 W 3CTS4-25 IG khz ,3 275 W 3CTS4-35 IG, Handleiding versie 4 Pagina 5 van 98

51 Vermogensreductie bij hogere schakelfrequenties Bij verhogen van de schakelfrequentie zullen de thermische verliezen in de toenemen en zal de uitgangsstroom gereduceerd moeten worden om uitval op overtemperatuur te voorkomen. In onderstaande tabellen is de gemiddelde uitgangsstroom van de weergegeven in relatie tot schakelfrequentie en omgevingstemperatuur. Er zal geen automatische reductie van de uitgangsstroom plaatsvinden. Wel zal het thermisch management van de automatisch de schakelfrequentie halveren indien een kritische temperatuur bereikt wordt. Raadpleeg hierover ook de beschrijving van parameter 5.8 in deze handleiding. Continu uitgangsstroom bij 4 C omgevingstemperatuur Heavy duty Normal duty Type F3 2kHz 3kHz. 4kHz 6kHz 8kHz 2kHz 6kHz 2kHz 3kHz. 4kHz 6kHz 8kHz 2kHz 6kHz ,5 3, , 4, ,5 3,7 6,2 5, ,2 5,8 4,5 3,8 7,7 6,2 5, ,8 7,6 5,7 4,4,4 7,6 5, ,2 7,7 5,7 4,4 2,3,5 7,6 5, ,4,5 9,4 8,5 9,4, ,2 6, 4,4,5 9,4 24 2,8 9,2 4,6, , ,9 2,2 3 25,8 22,2 7, 3, , , , , , , , Continu uitgangsstroom bij 5 C omgevingstemperatuur Heavy duty Normal duty Type F3 2kHz 3kHz. 4kHz 6kHz 8kHz 2kHz 6kHz 2kHz 3kHz. 4kHz 6kHz 8kHz 2kHz 6kHz ,5 3, , 4, ,5 4,2 3,4 6,2 5,9 5,4 4, ,2 5,6 4,2 3,4 7,6 7,2 6,9 6,4 5,9 5,4 4, ,8 7, 5, 3,9,4 9,3 8,5 6,9 5, ,3 7, 5,2 3,9,9,2,5 9,3 8,5 6,9 5, ,8 3,2,6 8,6 8 7,5 7 6,3 5,8 2,2 9, ,2 6,8 4,8 3,2,6 8,6 8 7,5 7 6,3 5,8 2,2 9, ,9 9,2 3,8,5 25,5 23,6 2,4 5,6 2, , , , ,5 27,4 2, , , ,5 57, ,4 58, ,8 58,3 49, , Handleiding versie 4 Pagina 5 van 98

52 Opties KI-HOA toetsenbord met Real Time Clock KI-485 adaptor t.b.v. extern toetsenbord. KI-Afdekkap In het koellichaam te integreren remweerstand, bouwgroote 3 t/m 5 Extern te monteren IP66 LCD toetsenbord Montagebeugel vlakke montage (bouwgrootte 3 t/m 5) Extern te monteren IP54 toetsenbord Afdichtingstules Bouwgrootte 7 t/m, Handleiding versie 4 Pagina 52 van 98

53 Opties Artikel Naam Beschrijving KI-HOA-Keypad-RTC (zie pagina 63) Standaard meegeleverd afneembaar toetsenbord van de Powerdrive-F3. Dit toetsenbord heeft de Hand-Auto functie en is uitgerust met een Real Time Clock. Part nr KI-485-Adaptor (zie pagina 79) KI-Keypad-Blanking- Cover (zie pagina 79) Remote-HOA- Keypad-RTC (zie pagina 79) Remote IP66 Keypad (zie pagina 79) USB7 (zie pagina 78) SI-I/O Optiemodule (zie pagina 73) Deze adaptor kan bij de Powerdrive-F3 op de plaats van het keypad gezet worden. Deze adaptor is uitgerust met twee RJ45 connectoren die verbonden kunnen worden met een extern toetsenbord (remote keypad) Part nr Dit is een esthetisch afdekkapje wat bij Powerdrive-F3 op de plaats van het afneembare toetsenbord geplaatst kan worden, bijvoorbeeld als er een extern toetsenbord is verbonden via een van de twee RS485 poorten van de Powerdrive. Part nr Gelijk aan de KI-HOA-Keypad-RTC maar tevens uitgerust met een RJ45 connector waarmee het keypad via een UTP patchkabel op maximaal m afstand verbonden kan worden met de Powerdrive, (m bij afgeschermde patchkabel). Dit toetsenbord kan ook op de Powerdrive geplaatst worden. Part nr Een IP66 LCD toetsenbord kan via een patchkabel extern van de Powerdrive geplaatst worden om op afstand te kunnen uitlezen, bedienen en programmeren. Maximale kabellengte m. Verbinding met de Powerdrive via een van de RS485 poorten van de Powerdrive of via de KI-485 adaptor. Part nr. 825 Deze Control Techniques communicatiekabel is een verbinding tussen een USB poort van b.v. een computer en de RJ45 connector van een van de twee RS485 poorten van de Powerdrive Voor oudere computers is een 9 polige sub-d versie beschikbaar. I/O extensie module. De volgende functies worden toegevoegd: - 4 Digitale in- of uitgangen. - 3 Analoge- of digitale ingangen - Analoge- of digitale uitgang - 2 Relaisuitgangen SI-PROFIBUS Optiemodule (zie pagina 83) SI-PROFINET Optiemodule (zie pagina 84) SI-Ethernet Optiemodule (zie pagina 85) Ondersteund ook: - Modbus TCP - Ethernet IP SI-DeviceNet Optiemodule (zie pagina 86) SI-CANopen Optiemodule (zie pagina 87), Handleiding versie 4 Pagina 53 van 98

54 Controle aansluitingen Ingangslogica De digitale ingangen van de zijn omschakelbaar tussen positieve PNP logica en negatieve NPN logica. Fabrieksmatig is de geprogrammeerd voor positieve PNP logica. Volt common aan aarde Indien de extern aangesloten besturingssignalen het toelaten, wordt geadviseerd de Volt common op klem met aarde te verbinden. Bij bouwgrootte 9E t/m E is de V common intern reeds met aarde verbonden. Afschermen van controlesignalen Er is geen noodzaak om de digitale in- en uitgangssignalen af te schermen, het is dan wel ten zeerste aan te bevelen om geschakelde inducties zoals ventielen en spoelen van magneetschakelaars uit te rusten met RCcircuits (AC) of vrijloopdiodes (DC). Om reden van signaalzuiverheid is het aan te bevelen om analoge in- en uitgangssignalen af te schermen. Functie van de controleklemmen De hieronder geïllustreerde controle aansluitingen zijn weergegeven overeenkomstig fabrieksprogrammering en kan indien gewenst gewijzigd worden. Optionele 24V back-up voeding Max. 4A Max. 3A V Bij bouwgrootte 6 t/m moet de back-up voeding naast klem -2 tevens op klem 5-52 aangesloten worden. 2 * 24V back up / digitale ingang Positie van klem 5-52 bij bouwgrootte 6 Frequentie wenswaarde Frequentie wenswaarde 2 Frequentie meetwaarde Motorkoppel meetwaarde 4-2mA -V V uitgang / digitale uitgang * Analoge ingang (Volt, ma, PTC, PT sensor) Analoge ingang 2 (Volt, ma, PTC, PT sensor) Analoge uitgang (Volt, ma) Analoge uitgang 2 (Volt, ma) * Powerdrive active 2 22 * Digitale in- uitgang Reset Run forward Digitale in- uitgang 2 Digitale in- uitgang 3 Positie van klem 5-52 bij bouwgrootte 7 t/m Fire mode 25 Digitale ingang 4 Freq. wenswaarde 2 26 Digitale ingang 5 Vrij programmeerbaar 27 Digitale ingang 6 Vrijgave (STO) * Vrijgave ingang (STO) 4 42 Relais (Drive OK) 44 * Bij bouwgrootte 9E t/m E is de V common intern doorverbonden met aarde Relais 2 Vrij programmeerbaar, Handleiding versie 4 Pagina 54 van 98

55 Controle aansluitingen Klem Volt common (Bij bouwgrootte 9E t/m E intern verbonden met aarde) Klem 2 24 Volt back-up ingang / digitale ingang Nominale spanning 24, Vdc Minimale start spanning 2,6 Vdc Minimale spanning 9,2 Vdc Geadviseerde voeding 24 V 4 W Maximum spanning 28, Vdc Geadviseerde zekering 3 A Digitale ingang Soort ingang 24 Volt PNP Bestemmingskeuze #8.63 Fabrieksprogrammering Geen 24V= back up voeding Klem 2 als 24V back-up ingang 2 24V back up / digitale ingang 3 24V uitgang / digitale uitgang Klem 2 als 24V digitale ingang 2 24V back up / digitale ingang 3 24V uitgang / digitale uitgang Klem 3 24 Volt uitgang / digitale uitgang 4 Fabrieksprogrammering 24 Volt uitgang Digitale uitgang Pull-up uitgang Nominale stroom ma totaal Oorsprongkeuze #8.28 Beveiliging I/O overload trip Fabrieksprogrammering Geen Klem 4 Volt common (Bij bouwgrootte 9E t/m E intern verbonden met aarde) Klem 5 Analoge ingang (Volt, ma of temperatuur sensor) Soort ingang V, 2mA of temp Sample tijd 4 ms Functiekeuze #7.7 Bestemmingskeuze #7. Fabrieksprogrammering 4 2mA Invert #7.9 Resolutie bit plus voorteken Fabrieksprogrammering Wensw., #.36 Volt ingang Nominale ingangsspanning Volt ± 2% Ingangsweerstand kohm Absoluut max. spanning ± 36 Volt t.o.v. V Maximum offset ± mv 2 ma ingang 2 ma keuze 2 ma ± 5% Maximum offset 25 ua 2 ma ± 5% Absoluut max. spanning ± 36 Volt t.o.v. V 4 2 ma ± 5% Absoluut maximum stroom 3 ma 2 4 ma ± 5% Ingangsweerstand 3 Ohm bij 2 ma Temperatuur sensor Type sensors Din 448, KTY 84, PT, PT, PT2, NI, Handleiding versie 4 Pagina 55 van 98 Meetspanning 5V Trip niveau (Ohm) #7.55 Reset niveau (Ohm) #7.56 Sensor aansluiten t.o.v. V common Kortsluitdetectie Ca. 5Ω Klem 6 Analoge ingang 2 (Volt, ma of temperatuur sensor) Soort ingang V, 2mA of temp Sample tijd 4 ms Functiekeuze #7. Bestemmingskeuze #7.4 Fabrieksprogrammering V Invert #7.3 Resolutie bit plus voorteken Fabrieksprogrammering Wensw. 2, #.37 Volt ingang Nominale ingangsspanning Volt ± 2% Ingangsweerstand kohm Absoluut max. spanning ± 36 Volt t.o.v. V Maximum offset ± mv 2 ma ingang 2 ma keuze 2 ma ± 5% Maximum offset 25 ua 2 ma ± 5% Absoluut max. spanning ± 36 Volt t.o.v. V 4 2 ma ± 5% Absoluut maximum stroom 3 ma 2 4 ma ± 5% Ingangsweerstand 3 Ohm bij 2 ma Temperatuur sensor Type sensors Din 448, KTY 84, PT, PT, PT2, NI Meetspanning 5V Trip niveau (Ohm) #7.6 Reset niveau (Ohm) #7.6 Sensor aansluiten t.o.v. V common Kortsluitdetectie Ca. 5Ω

56 Klem 7 Analoge uitgang (Volt of ma) Soort uitgang Volt of 2mA Sample tijd 4ms Functiekeuze #7.2 Oorsprongkeuze #7.9 Fabrieksprogrammering Volt Fabrieksprogrammering Open loop #5. Resolutie bit RFC #3.2 Volt uitgang Uitgangsspanning V ±5% Maximum belasting ± 2mA Maximum offset ± 2mV Overstroom beveiliging > 2mA 2mA uitgang 2mA keuze -2, 2-, 4-2, 2-4 Max. ballastweerstand 5Ω Nauwkeurigheid ±4% Klem 8 Controle aansluitingen Analoge uitgang 2 (Volt of ma) Soort uitgang Volt of 2mA Sample tijd 4ms Functiekeuze #7.24 Oorsprongkeuze #7.22 Fabrieksprogrammering Volt Fabrieksprogrammering Open loop #4.2 Resolutie bit RFC #4.2 Volt uitgang Uitgangsspanning V ±5% Maximum belasting ± 2mA Maximum offset ± 2mV Overstroom beveiliging > 2mA 2mA uitgang 2mA keuze -2, 2-, 4-2, 2-4 Max. ballastweerstand 5Ω Nauwkeurigheid ±4% Klem 9 Volt common (Bij bouwgrootte 9E t/m E intern verbonden met aarde) Klem 2 Volt common (Bij bouwgrootte 9E t/m E intern verbonden met aarde) Klem 22 Digitale in- uitgang Output of input keuze #8.3 Sample tijd 2 ms Oorsprong/bestemming #8.2 Absoluut max. spanning -3 / 3 Volt t.o.v. V Fabrieksprogrammering Uitgang N=, #. 3 Digitale ingang Soort ingang 24 Volt PNP of NPN Ingangs-impedantie 6,6kΩ Drempelspanning Volt ±,8V Digitale uitgang Soort uitgang 24 Volt pull-up Nominale belasting 5 ma (48Ω) 6,6kΩ pull down Maximale belasting ma, klem Klem 23 Digitale in- uitgang 2 Output of input keuze #8.32 Sample tijd 2 ms Oorsprong/bestemming #8.22 Absoluut max. spanning -3 / 3 Volt t.o.v. V Fabrieksprogrammering Reset ingang #.33 Digitale ingang Soort ingang 24 Volt PNP of NPN Ingangs-impedantie 6,6kΩ Drempelspanning Volt ±,8V Digitale uitgang Soort uitgang 24 Volt pull-up Nominale belasting 5 ma (48Ω) 6,6kΩ pull down Maximale belasting ma, klem Klem 24 Digitale in- uitgang 3 Output of input keuze #8.33 Sample tijd 2 ms Oorsprong/bestemming #8.23 Absoluut max. spanning -3 / 3 Volt t.o.v. V Fabrieksprogrammering Run forward #6.3 Digitale ingang Soort ingang 24 Volt PNP of NPN Ingangs-impedantie 6,6kΩ Drempelspanning Volt ±,8V Digitale uitgang Soort uitgang 24 Volt pull-up Nominale belasting 5 ma (48Ω) 6,6kΩ pull down Maximale belasting ma, klem 22 23, Handleiding versie 4 Pagina 56 van 98

57 Controle aansluitingen Klem 25 Digitale ingang 4 Soort ingang 24 Volt PNP of NPN Ingangs-impedantie 6,6kΩ Bestemmingskeuze #8.24 Sample tijd 2 ms Fabrieksprogrammering Geen Absoluut max. spanning -3 / 3 Volt t.o.v. V Nevenfunctie Fire mode Drempelspanning Volt ±,8V Klem 26 Digitale ingang 5 Soort ingang 24 Volt PNP of NPN Ingangs-impedantie 6,6kΩ Bestemmingskeuze #8.25 Sample tijd 2 ms Fabrieksprogrammering Wensw. 2 #.4 Absoluut max. spanning -3 / 3 Volt t.o.v. V Drempelspanning Volt ±,8V Klem 27 Digitale ingang 6 Soort ingang 24 Volt PNP of NPN Ingangs-impedantie 6,6kΩ Bestemmingskeuze #8.26 Sample tijd 2 ms Fabrieksprogrammering Geen Absoluut max. spanning -3 / 3 Volt t.o.v. V Drempelspanning Volt ±,8V Klem 28 Volt common (Bij bouwgrootte 9 en intern verbonden met aarde) Klem 29 SAFE TORQUE OFF (Powerdrive vrijgave) Soort ingang 24 Volt PNP Ingangs-impedantie 3,3kΩ Absoluut max. spanning 3 Volt t.o.v. V Reactie tijd 8-2ms Drempelspanning Volt ± 5V Waarschuwing met betrekking tot Safe Torque Off. Raadpleeg de beschrijving op de volgende pagina Klem Relaisuitgang Oorsprongkeuze #8.27 Maximum contactbelasting Fabrieksprogrammering Drive OK, #. Weerstand last Update tijd 4 ms Inductieve last (L/R= 4ms) 2A 24V-AC 4A 3V-DC,5A - 3V-DC C NC NO Relais (Drive OK) C NC NO Relais 2 (Vrij programmeerbaar) Klem Relaisuitgang 2 Oorsprongkeuze #8.65 Maximum contactbelasting Fabrieksprogrammering Geen Weerstand last Update tijd 4 ms Inductieve last (L/R= 4ms) 2A 24V-AC 4A 3V-DC,5A - 3V-DC RS485 communicatiepoorten. De beschikt over twee galvanisch gescheiden 2 draads 485 communicatiepoorten die het MODBUS RTU protocol ondersteunen. Deze poorten zijn geschikt voor communicatie met Control Techniques software producten, externe toetsenborden, HMI-schermen en in te zetten als veldbus om communicatie met PLC,s en PC besturingen mogelijk te maken. Pin Pinbezetting RJ45 connectoren 2Ω ballastweerstand naar pin 8 2 RXTX (2 draads EIA485) 3 V geïsoleerd 4 24V uitgang ( ma) 5 V geïsoleerd 6 TX enable 7 RX\TX \ (2 draads EIA485 -) 8 RX \ TX \ Bij 2Ω ballast doorverbinden met pin Behuizing V geïsoleerd 8 RJ45 8 RJ45, Handleiding versie 4 Pagina 57 van 98

58 Safe torque off Safe Torque Off (secure disable) Klem 29 van de is een Safe Torque Off (STO) ingang en mag onderdeel zijn van een noodstopcircuit overeenkomstig EN-ISO categorie. Deze ingang is dusdanig ontworpen dat met nagenoeg absolute zekerheid, bij het wegvallen van de aansturing van klem 29, de motor koppelloos wordt, Safe Torque Off verzorgd geen potentiaalscheiding. Onder bepaalde condities mag de aansturing van klem 29 gebruikt worden in plaats van magneetschakelaars in de hoofdstroom, overeenkomstig onderstaande illustraties. ATTENTIE: Onderstaande illustraties zijn uitsluitend indicatief, een engineeringnotitie over de Safe Torque Off is op aanvraag beschikbaar. EN-ISO catagory B Conventionele situatie 24V= 24V= Safe torque off Stop K Stop Start K Start K Safe Torque Off K M K M Architectuur volgens EN-ISO 3849-: catagorie B EN-ISO :maximum haalbaar PLb EN-IEC 626 :niet toegestaan EN-ISO catagory Conventionele situatie 24V= 24V= Safe torque off Stop K Stop Start K Start K Noodstop Noodstop Safe Torque Off K M K M Architectuur volgens EN-ISO 3849-: catagorie EN-ISO :maximum haalbaar PLc EN-IEC 626 :maximum haalbaar SIL (mits PLc) EN-ISO catagory 2 Conventionele situatie 24V= 24V= Safe torque off Veiligheidsrelais, cat.2 K K Veiligheidsrelais, cat.2 K Safe Torque Off K M K M Architectuur volgens EN-ISO 3849-: catagorie 2 EN-ISO :maximum haalbaar PLd EN-IEC 626 :maximum haalbaar SIL, Handleiding versie 4 Pagina 58 van 98

59 Safe torque off EN -ISO catagory 3 C onventionele situatie 24V= Safe torque off 24V= Veiligheidsrelais, cat.3 K K2 K K2 Veiligheidsrelais, cat.3 K Safe Torque Off K K2 M K M Architectuur volgens EN-ISO 3849-: catagorie 3 EN-ISO :maximum haalbaar PLe EN-IEC 626 :maximum haalbaar SIL 2 EN -ISO catagory 4 C onventionele situatie 24V= Enkele Safe torque off 24V= Veiligheidsrelais, cat.4 K K2 K K2 Veiligheidsrelais, cat.4 K K2 K Safe Torque Off K K2 M K K2 M Architectuur volgens EN-ISO 3849-: catagorie 4 EN-ISO :maximum haalbaar PLe EN-IEC 626 :maximum haalbaar SIL 3 Safe Torque Off verbinding: De Safe Torque Off verbinding moet bij categorie 2 t/m 4 voldoen aan één van de twee hieronder weergegeven voorwaarden. Mogelijkheid : De Safe Torque Off verbinding d.m.v. een afgeschermde draad waarbij het scherm aan aarde ligt. In de verbinding is tevens een zekering opgenomen die dusdanig bemeten is dat een kortsluiting in de Safe Torque Off verbinding direct resulteert in het uitvallen van deze zekering. Veiligheidsrelais, cat.2, 3 en 4 F Safe Torque Off Mogelijkheid 2: De Safe Torque Off verbinding fysiek gescheiden aangelegd van overige bedrading, zodat zeker gesteld is dat er geen kortsluiting kan plaatsvinden. Veiligheidsrelais, cat.2, 3 en 4 Safe Torque Off, Handleiding versie 4 Pagina 59 van 98

60 Menustructuur Parameter types Alle parameters binnen de zijn gegroepeerd in menu's. Een menu is samengesteld uit programmeerbare- en diagnoseparameters. De analoge equivalent is hieronder weergegeven. Een programmeerbare parameter wordt weergegeven middels een rechthoekje en een diagnoseparameter middels een ruitje..48 Potentiometer Meetpunt Programmeerbare parameters 2.3 Diagnose parameters LED Schakelaar Menu overzicht Elk menu is een omsloten functieblok binnen de. Middels de pijltjes toetsen kunnen de menu's geselecteerd worden. Hieronder is een overzicht van alle via het toetsenbord bereikbare menu's en hun functie. Menu - Samenvatting van relevante parameters uit de overige menu's Menu - Wenswaarde selectie Menu 2 - Wenswaarde integrator Menu 3 - Frequentie niveaus Menu 4 - Stroom- en koppelniveaus Menu 5 - Motormap Menu 6 - Sequencer, interne klok en energiemeting Menu 7 - Analoge in- en uitgangen, temperatuurmetingen Menu 8 - Digitale in- en uitgangen Menu 9 - Logicablokken, motorpotentiometer en interne scope Menu - Status informatie en storingafhandeling Menu - Diversen Menu 2- Logicablokken Menu 4- PID regelaar Menu 5- Optiemodule slot Menu 6- Optiemodule slot 2 Menu 7- Optiemodule slot 3 Menu 8- Applicatiemenu Menu 9- Applicatiemenu 2 Menu 2- Applicatiemenu 3 Menu 22- Menu samenstelling Menu 23- Reserve Menu 28- Gereserveerd Menu 29- LSRPM motor Menu 3- On-board PLC menu Slot Optimodule in slot (zichtbaar indien geplaatst) Slot 2 Optimodule in slot 2 (,, ) Slot 3 Optimodule in slot 3 (,, ) Menu Een speciaal menu binnen de is menu, dit is opgebouwd uit een selectie van parameters uit de overige menu's. De doelstelling is dat de meerderheid van alle applicaties kan worden ingeregeld en diagnose gepleegd kan worden via menu zonder toegang te hoeven nemen tot de overige menu's. De menu parameter en de oorspronkelijke parameter zijn aan elkaar gekoppeld, hetgeen betekent dat ze zowel in menu als in het achterliggende menu gewijzigd kunnen worden. Een wijziging in menu wordt, na het bedienen van de Enter toets, direct in het geheugen van de opgeslagen, in tegenstelling tot de achterliggende menu's., Handleiding versie 4 Pagina 6 van 98

61 Instructies via het toetsenbord Bereikbaarheid van de menu's Na voedingsspanning inschakeling is via het toetsenbord uitsluitend menu bereikbaar, de achterliggende menu's zijn bereikbaar door in parameter.49 een van de volgende keuzes te maken. Menu : De parameters in alleen menu kunnen gelezen en geprogrammeerd worden. (fabrieksprogrammering) All Menus : De parameters in alle menu's ( t/m 3) kunnen gelezen en geprogrammeerd worden. Read-Only : De parameters in alleen menu kunnen gelezen en Menu geprogrammeerd worden. De parameters in menu t/m 3 kunnen alleen gelezen worden. Read-Only : De parameters in alle menu's ( t/m 3) kunnen worden gelezen en niet geprogrammeerd worden. Status Only : Het display geeft uitsluitend statusinformatie en No Access geen enkele parameter is zichtbaar. : Het display geeft uitsluitend statusinformatie en geen enkele parameter is zichtbaar en kunnen op geen enkele andere wijze benaderd worden zoals via een applicatiemodule, veldbus of communicatiepoort. Parameter xx. van een willekeurig menu. Instructies via het toetsenbord. In de nulparameter van elk menu kunnen de onderstaande instructies geselecteerd worden Code No action ()* Save parameters ()* Load file (6)* Save to file (4)* Load file 2 (62)* Save to file 2 (42)* Load file 3 (63)* Save to file 3 (43)* Show nondefault (2)* Destinations (2)* Reset 5Hz defs (233)* Reset 6Hz defs (244)* Reset modules (7)* Geen actie Instructie Opslaan van parameters. Opslaan van alle tot dusver gewijzigde parameterinstellingen in het geheugen van de Powerdrive. Bevestigen met de rode toets. Menu parameters worden automatisch opgeslagen. Lezen SmartCard. Overdracht parameters afwijkend van fabrieksinstelling van SmartCard datablok naar Powerdrive. Programmeren SmartCard. Overdracht van Powerdrive parameters afwijkend van fabrieksinstelling naar datablok op de SmartCard. Een Card Data Exists trip zal optreden indien datablok reeds data bevat. Of wis dit blok eerst met 7 in #. reset, of gebruik een ander data blok, bv. Save to file 2 of 3. Lezen SmartCard. Overdracht parameters afwijkend van fabrieksinstelling van SmartCard datablok 2 naar Powerdrive Programmeren SmartCard. Overdracht van de Powerdrive parameters afwijkend van fabrieksinstelling naar datablok 2 op de SmartCard. Een Card Data Exists trip zal optreden indien datablok 2 reeds data bevat. Of wis dit blok eerst met 72 in #. reset, of gebruik een ander data blok, bv. Save to file of 3. Lezen SmartCard. Overdracht parameters afwijkend van fabrieksinstelling van SmartCard datablok 3 naar Powerdrive Programmeren SmartCard. Overdracht van Powerdrive parameters afwijkend van fabrieksinstelling naar datablok 3 op de SmartCard. Een Card Data Exists trip zal optreden indien datablok 3 reeds data bevat. Of wis dit blok eerst met 73 in #. reset, of gebruik een ander data blok, bv. Save to file of 2. Display van gewijzigde parameters. Binnen de gehele menustructuur zullen alleen de parameters in display verschijnen die een afwijkende programmering hebben t.o.v. de fabrieksinstelling. Bevestigen met de rode toets. Display van bestemmingsparameters. Binnen de gehele menustructuur zullen alleen de bestemmings-parameters weergegeven worden. Bevestigen met de rode toets. Geheel terug naar Europese fabrieksinstelling. (4V - 5Hz.) Alle menu's terug naar Europese fabrieksinstelling overeenkomstig de geselecteerde Open Loop of RFC-A mode. Bevestigen met de rode toets. Geheel terug naar Amerikaanse fabrieksinstelling. (46V - 6Hz.) Alle menu's terug naar Amerikaanse fabrieksinstelling overeenkomstig de geselecteerde Open Loop of RFC-A mode. Bevestigen met de rode toets v Reset alle optiemodules. Bevestigen met de rode toets. (....)* Alternatief, zie volgende pagina, Handleiding versie 4 Pagina 6 van 98

62 Instructies via het toetsenbord In de nulparameter van elk menu kunnen de onderstaande instructies geselecteerd worden Code Instructie * Opslaan van alle tot dusver gewijzigde parameterinstellingen in het geheugen van de Powerdrive. * Opslaan van alle parameterinstellingen in de Powerdrive in alle condities, zoals Undervoltage, etc. 7* Reset alle optiemodules. 233* Powerdrive terug naar Europese fabrieksinstelling overeenkomstig de geselecteerde mode. 234* Powerdrive terug naar Europese fabrieksinstelling m.u.v. de optiemodule menu s 5 t/m * Powerdrive terug naar USA fabrieksinstelling overeenkomstig de geselecteerde mode. 245* Powerdrive terug naar USA fabrieksinstelling m.u.v. de optiemodule menu s 5 t/m * Wijzig tussen Open Loop, RFC-A of RFC-S in #.48 en laadt Europese fabrieksinstelling. 254* Wijzig tussen Open Loop, RFC-A of RFC-S in #.48 en laadt USA fabrieksinstelling. 255* Wijzig tussen Open Loop, RFC-A of RFC-S in #.48 en laadt Europese fabrieksinstelling met uitzondering van de optiemodule menu s 5 t/m 2 en 24 t/m * Wijzig tussen Open Loop, RFC-A of RFC-S in #.48 en laadt USA fabrieksinstelling met uitzondering van de optiemodule menu s 5 t/m 2 en 24 t/m * Reset (Stored HF) trip. 2* Schrijf drive parameters afwijkend t.o.v. fabrieksinst. naar een bootable SmartCard op locatie. 4yyy* Schrijf de verschillen van de Powerdrive t.o.v. fabrieksprogrammering in de SmartCard op locatie yyy. 5yyy* Schrijf het On-board PLC programma van de Powerdrive in de SmartCard op locatie yyy. 6yyy* Lees datablok yyy van de SmartCard in de EEPROM van de Powerdrive. 7yyy* Wis SmartCard datablok yyy. 8yyy* Vergelijk data in de Powerdrive met file yyy, indien ongelijk volgt een Card Compare Trip. 9555* Geen Card Option en Card Rating trips, optiemodules en type afhankelijke parameters worden niet overschreven. 9666* Wel Card Option en Card Rating trips, optiemodules en type afhankelijke parameters worden overschreven. 9777* Reset de read-only vlag in de SmartCard 9888* Activeer de read-only vlag in de SmartCard 9999* Wis en formatteer de gehele SmartCard 2 Uitsluitend parameters in alle menu s afwijkend van fabrieksinstelling worden in display weergegeven 2 Uitsluitend bestemmingsparameters in alle menu s worden in display weergegeven. 4yyy* Back-up alle Powerdrive data op de SmartCard. 6yyy* Laadt alle data van de SmartCard * Deze acties bevestigen met de rode toets Omschakelen werkingsprincipe Werkingsprincipe Type motor Open Loop Volt/Hertz sturing fixed of kwadratisch en Vector sturing. Draaistroom inductiemotor zonder encoder op de motor RFC-A Closed Loop Flux Vector mode met virtuele encoder Draaistroom inductiemotor zonder encoder op de motor RFC-S Permanent magneet motor met virtuele encoder Permanentmagneetmotor zonder encoder op de motor Omschakelen van het weringsprincipe. Stel zeker dat de Powerdrive niet in bedijf is en de Safe Torque Off ingang op klem 29 niet geactiveerd is. Programmeer #. op 253. (Controleer zo nodig de keuze 253 t/m 256 in bovenstaande tabel) Programmeer #.48 op het gewenste werkingspricipe (Open Loop, RFC-A of RFC-S) Bedien de rode reset toets. De Powerdrive schakelt nu om naar het geselecteerde werkingsprincipe en laadt de betreffende fabrieksinstellingen in het geheugen van de Powerdrive., Handleiding versie 4 Pagina 62 van 98

63 Kennismaken met het toetsenbord Bedrijfsstatus Return Overschakelen naar AUTO mode - Overschakelen naar HAND mode - Start tijdens HAND mode Symbolen in het display. Auto 254 rpm Toetsen snelfuncties Actueel toerental Enter - Reset en storing reset - Stop tijdens HAND en AUTO mode - Overschakelen naar HAND mode - Navigatietoetsen tijdens programmeren - Toerental wenswaarde in Hand mode Tijdens parameter zoeken: Sprong naar de nulparameter. Tijdens parameter wijzigen: Sprong naar een inhoud van nul. Tijdens parameter zoeken: Sprong naar menu nul. Tijdens parameter wijzigen: Sprong naar meest rechtse cijfer. Entertoets 2 sec. ingedrukt houden tijdens parameter zoeken, vervolgens direct het gewente parameternummer ingeven. Statusweergave Bedrijfsstatus Alarmstatus Auto 283 rpm -Drive Overload- 283 rpm Bedrijfsstatus Beschrijving Actief Inhibit Koppelloos (Safe Torque Off) Nee Off Bedrijfsgereed Nee Hand In bedrijf in toetsenbord bed. Ja Auto In bedrijf in Auto Ja Stop Stilstandkoppel Ja Deceleration Decelereren Ja Supply Loss Uitval voedende fase Ja dc Injection Gelijkstroom remmen actief Ja Trip Storing Nee Under Voltage Lage AC voeding Nee Heat Stilstandverwarming actief Ja Deze meldingen worden knipperend weergegeven Alarm status Beschrijving Actief Motor Overload Motor nadert overlast trip Ja Drive Overload Drive nadert overtemp. trip Ja Auto Tune Auto tune wordt uitgevoerd Ja Brake Resistor Remweerstand overbelast Ja Fire Mode Fire mode actief Ja Current Limit Motorstroomgrens is bereikt Ja Tripstatus Status LED knippert Trip Over Volts, Handleiding versie 4 Pagina 63 van 98 Trip status Beschrijving Actief Over Volts Veel regeneratieve eenrgie Nee OI ac Overstroom in de motor Nee Motor Too Hot Motor overbelast Nee Thermistor Motor overtemperatuur Nee OHt Power Koellichaam te heet Nee PSU 24V Interne 24V overbelast Nee Dit is slechts een greep uit de de mogelijke trips. Raadpleeg achterin deze handleiding het volledig overzicht en mogelijke oorzaken.

64 Programmeren Statusweergave Parameter zoeken.7. Hz Menu parameter nr. (Menu, Parameter 7) Parameter omhoog Menu omlaag Menu omhoog Parameter omlaag Parameter wijzigen.7. Hz Parameter inhoud Inhoud omhoog Cursor naar links Cursor naar rechts Inhoud omlaag KI-HOA-Keypad-RTC menu De Powerdrive is standaard uitgerust met een afneembaar toetsenbord (KI-HOA-Keypad-RTC) met geïntegreerde toetsen voor Hand Auto en Stop functies. Het toetsenbord heeft tevens een ingebouwde batterij voor het ondersteunen van de interne Real Time Clock van de Powerdrive. Met onderstaande parameters kan specifieke functionaliteit van het KI-HOA-Keypad-RTC ingesteld worden. Deze parameters zijn bereikbaar door op het Remote Keypad de return toets twee seconden ingedrukt te houden. Parameter Tekst Keuze Default Beschrijving Keypad. Language RW English / Deutsch / English Taalkeuze in het keypad Francais / Italiano / Espanol / Chinese Keypad. Show units RW Off - On On Eenheden weergeven Keypad.2 Backlight level RW % % Achtergrond verlichting Keypad.3 RTC Date RO dag - maand - jaar Real Time Clock datum Keypad.4 RTC Time RO uur : min : sec Real Time Clock tijd Keypad.5 Hide text RW Off - Off Keuze d.m.v. nummers i.p.v. tekstkeuze. Keypad.6 Software Version RO Keypad.7 Language Version RO Keypad.8 Font Version RO Keypad.9 Show Menu Names RW Off - On On Beschrijving van het menu Instellen van de Real Time Clock: Afneembaar toetsenbord ) Programmeer #6.9 op -Set- 2) Programmeer de datum in #6.6. (dag - maand jaar) 3) Programmeer de tijd in #6.7. (uur : min : sec) 4) Programmeer #6.9 op - Local Keypad-. 5) Save parameters in de drive. (Zie drie pagina s terug) De clock is nu uit te lezen in de drive en in het keypad en wordt tevens gekoppeld aan het storingsregister. Raadpleeg menu 6 voor verdere informatie over de Real Time Clock., Handleiding versie 4 Pagina 64 van 98

65 Afneembaar toetsenbord Keypad batterij. Aan de achterzijde van het KI-HOA-Keypad-RTC is de positie van de ingebouwde batterij zichtbaar. Dit is een 3V batterij van het type CR232 en is eenvoudig te vervangen. Indien de batterij bijna leeg is zal er een alarm in het display verschijnen zoals in onderstaande tabel is weergegeven. Toetsenbord achterzijde Toetsenbord voorzijde Grootheden in het display. Tijdens bedrijf zal volgens fabrieksinstelling motortoerental worden weergegeven. De weergegeven grootheid kan door de gebruiker op verschillende manieren worden geselecteerd. Optie : Voorbeeld: Het afgegeven motorvermogen (#5.3) moet worden weergegeven. Hiertoe moeten #.8 en #.9 beiden geladen worden met het getal 5.3 rode toets. Optie 2: Voorbeeld: De uitgestuurde frequentie (#5.) en de procentuele belasting (#4.2) moeten gezamelijk in het display weergegeven worden. Hiertoe moet #.8 geladen worden met het getal 5. rode toets en #.9 moet geladen worden met het getal 4.2 rode toets. Optie 3: Als de inhoud van #.8 op. blijft staan dan zal de inhoud van de in #.9 geselecteerde parameter in de bovenste displayregel worden weergegeven. Het geselecteerde parameternummer in #.9 zal nu in de onderste regel worden weeregeven. Optie 4: Voorbeeld: Op een van beide analoge ingangen is een liniaire temperatuur sensor aangesloten als temp. beveiliging van de motor.(pt, KTY84, etc.). De bovenste displayregel geeft de motortemperatuur weer (#7.62) en de onderste regel de tijd (#6.7) in uren, minuten, seconden. Fabrieksinstelling (rpm) Optie Optie 2 Optie 3 Auto 283 rpm Auto kw Auto 37,3 Hz 67,3 % Auto 37,3 Hz 5. In #.8 en #.9 kan elke parameter geselecteerd worden, de volgende keuzes zijn voor de hand liggend. Optie 4.8 #. Geselecteerde frequentieopdracht (Hz) #2. Frequentieopdracht na de integrator (Hz) #4. Totale motorstroom (A) #4.2 Koppelmakende motorstroom (A) #4.2 Motorkoppel (%) #5. Uitgestuurde frequentie (Hz) #5.2 Uitgestuurde motorspanning (V) #5.3 Afgegeven motorvermogen (kw) #5.4 Motortoerental (rpm) #7.62 Motortemperatuur ( C) Auto 93 C 5:7:35.9, Handleiding versie 4 Pagina 65 van 98

66 Parameters activeren en opslaan Activeren van een nieuwe parameterinhoud Bij de meeste parameters is bij het intoetsen de nieuwe inhoud direct actief. Bij sommige parameters moet de nieuwe inhoud geactiveerd worden door de rode toets te bedienen. Dit zijn met name de bestemming- en oorsprongparameters. Deze parameters hebben bij de beschrijving de vermelding (R) waarmee aangegeven wordt dat de activering plaats vindt met de rode toets. LET OP! tijdens bedrijf stopt de rode toets de motor. Opslaan van parameters in menu Parameters in menu worden automatisch opgeslagen in het geheugen op het moment dat de enter toets bedient wordt bij het verlaten van de parameter. Opslaan van parameters in menu t/m 4 en de menu s in de optiemodules. Een nieuwe parameterinhoud in de achterliggende menu's t/m 3 moet opgeslagen worden in het geheugen van de Powerdrive voordat de voedingsspanning wordt uitgeschakeld. Gewijzigde parameters moeten door de gebruiker worden opgeslagen voordat de hoofdstroomvoeding en de optionele 24V= back-up voeding worden uitgeschakeld. Alle gemaakte wijzigingen kunnen gezamenlijk opgeslagen worden in één save routine door in de nulparameter van een willekeurig menu <Save Parameters> te selecteren gevolgd door het bedienen van de rode toets. Het opslaan van parameters mag op elk moment plaatsvinden, dus ook tijdens bedrijf, let hierbij op het mogelijk ongewenst stoppen van de motor bij het bedienen van de rode toets. Opslaan van parameters tijdens een trip. Als de Powerdrive in een tripsituatie staat, kunnen alle parameters gewijzigd en opgeslagen worden op de hierboven beschreven manier. Opslaan van parameters tijdens 24V back-up voeding. Zolang alleen de back-up voeding is aangesloten op de Powerdrive zal nieuwe programmering niet verloren gaan. Opslaan van parameters met uitsluitend de back-up voeding aangesloten, moet geschieden door in een nulparameter van een willekeurig menu het getal in te geven gevolgd door het bedienen van de rode toets. Opslaan van parameters via de computer. Via het configuratie softwareprogramma Connect kan een parameter save actie uitgevoerd worden via de functie <Save Parameters In Drive> te selecteren in de toolbar bovenin het scherm. Automatisch opgeslagen parameters. - Parameters in menu worden automatisch opgeslagen in het geheugen op het moment dat de enter toets bedient wordt bij het verlaten van de parameter. - Enkele parameters in de achterliggende menu's worden automatisch opgeslagen, zoals o.a. energiemeting in menu 6, motorpotentiometer in menu 9 en het storingsregister in menu. Deze parameters hebben bij de beschrijving de vermelding (S), waarmee aangegeven wordt dat de parameter automatisch in het geheugen wordt opgeslagen. Persoonlijke code Persoonlijke code In #.34 van de Powerdrive kan een persoonlijke code ingevuld worden tussen en Na het invoeren van een code moet de enter toets bedient worden gevolgd door de rode toets en vervolgens slaat de code zich automatisch op in het geheugen zonder save routine! Na een voedingspanning inschakeling zal in het display het vergrendel symbool weergegeven worden ten teken dat eerst een code ingevuld dient te worden voordat er parameters gewijzigd kunnen worden. Zodra geprobeerd wordt om via de enter toets toegang te krijgen tot een parameter zal in het display het woord <Security Code:> verschijnen ten teken dat eerst een security code ingegeven dient te worden. Deze code kan nu onmiddellijk ingegeven worden d.m.v. de pijltjestoetsen en worden bevestigd met de enter toets. Als een code geprogrammeerd is kan met #.49 gewoon <All Menus> geprogrammeerd worden zodat alle achterliggende menu's toegankelijk en uit te lezen zijn, echter geen enkele parameter is dan programmeerbaar. Indien er een persoonlijke code is geprogrammeerd zal het ook niet mogelijk zijn om met een computer via het programma Connect in verbinding te komen met de Powerdrive. Het uitlezen van de persoonlijke code via de computer is dus niet mogelijk., Handleiding versie 4 Pagina 66 van 98

67 Auto mode: Start-Stop via controleklem 24 (run forward). Wenswaardeselectie via menu, fabrieksinstelling 4-2mA via klem 5 of indien klem 26 actief, -V via klem 6. Pijltjestoetsen m.b.t. Hand wenswaarde niet actief. Rode Stop toets actief en tevens omschakeling naar Hand mode. Hand mode symbool rechts in display is niet aanwezig Hand mode: Hand - Auto Start-Stop via de groene HAND toets en rode OFF toets. Wenswaarde tijdens bedrijf en stilstand, met de pijltjestoetsen. Wenswaarde bij voeding inschakeling via keuze in parameter #.5 Hand mode symbool rechts in het display weergegeven. Auto Hand Start Hand wenswaarde Hand Stop Auto mode overname vanuit Hand mode: Overname vindt plaats met de blauwe AUTO toets, condities zoals bovenstaand in Auto mode omschreven. Het Hand mode symbool verdwijnt uit het display Hand mode overname vanuit Auto mode: HAND toets tijdens bedrijf: Actueel motortoerental blijft gelijk, wenswaarde wijziging via de pijltjestoetsen. OFF toets tijdens bedrijf: Motor decelereert naar stilstand en Powerdrive gaat in de Off status. HAND toets tijdens Off status: Motor start, wenswaarde wijziging via de pijltjestoetsen. OFF toets tijdens Off status: Omschakeling naar Hand mode, Powerdrive blijft in de Off status. Hand mode symbool wordt na overname rechts in het display weergegeven. Situatie bij inschakeling van de AC voedingsspanning: Uit bovenstaande blijkt dat tijdens bedrijf onvoorwaardelijk omgeschakeld kan worden tussen Hand- en Auto mode d.m.v. de AUTO, HAND en OFF toets. De situatie bij inschakeling van de AC voeding is afhankelijk van de programmering in parameters #.5 en #.52 zoals hieronder is weergegeven. #.52 Situatie bij inschakeling van de AC voeding Hand-Auto uitgeschakeld. Hand, Auto en Off toets niet actief. (rode toets behoud reset functie) Hand-Auto ingeschakeld. Auto mode bij voeding inschakeling. (Fabrieksinstelling) 2 Hand-Auto ingeschakeld. Hand mode bij voeding inschakeling in de Off status 3 Hand Auto ingeschakeld. Modus bij voeding inschakeling afhankelijk van situatie bij uitschakeling. - Uitschakeling in Hand mode tijdens bedrijf - Inschakeling in Hand mode in de Off status - Uitschakeling in Hand mode tijdens stilstand - Inschakeling in Hand mode in de Off status - Uitschakeling in Auto mode - Inschakeling in Auto mode #.5 HAND wenswaarde bij inschakeling van de AC voeding Reset Last Preset Reset naar nul Hz. (fabrieksinstelling) Actuele frequentie bij uitschakeling van de voeding Frequentie in #.2 (preset ) Fire mode De Fire Mode kan toegepast worden tijdens een brand in een gebouw waar de Powerdrive een ventilator aanstuurt die een essentiële functie vervuld m.b.t. de afvoer van de rookontwikkeling in het gebouw. Het belang van het gebouw gaat in deze situatie boven het belang van de Powerdrive en de motor. Tijdens de Fire Mode worden nagenoeg alle interne beveiligingen in de Powerdrive genegeerd en is zelfdestructie van de Powerdrive en de motor toegestaan met als doel de ventilator zo lang mogelijk in bedrijf te houden. Digitale ingang klem 25 is fabrieksmatig via menu 8 gekoppeld aan #.54 waarmee de Fire mode wordt geselecteerd. De Fire Mode heeft onvoorwaardelijke voorrang boven elke andere bedrijfsconditie en de enige voorwaarde is de aanwezigheid van Safe Torque Off via klem 29. In #.53 moet de uitgestuurde frequentie tijdens Fire Mode ingegeven worden en zodra #.53 een inhoud heeft > Hz. is de Fire Mode functie via klem 25 vrijgegeven. De inhoud In #.53 kan een vast ingegeven waarde zijn maar is ook vanuit een andere bron programmeerbaar. Fire mode frequentie Fire mode > Fire mode.54 Fire mode actief.67 Geselecteerde wenswaarde.2 29 Vrijgave (Safe Torque Off) & Integrator ingang.3, Handleiding versie 4 Pagina 67 van 98

68 Opstarten en inregelen. Controle vooraf. Stel zeker dat de Powerdrive geschikt is voor de voedingsspanning die u gaat aanbieden (23, 4 of 69V). Stel zeker dat de zekeringen, draaddiameters en waarde van de optionele remweerstand overeenkomen met de specificaties van het toegepaste Powerdrive type zoals voorin deze handleiding is weergegeven. Controleer de deugdelijkheid van de aarde aansluitingen en de aarding van het scherm v.d. motorkabel. Stel zeker dat de motor voor de juiste spanning geschakeld is (ster of driehoek). 2. Voeding inschakelen: Maak de basis controleaansluitingen zoals op de volgende pagina is weergegeven. Schakel de voedingsspanning in, in het display zal Inhibit verschijnen. Zodra door middel van de schakelaar klem 29 is geactiveerd, zal Off in display verschijnen. Maak uzelf bekend met het uitlezen en programmeren van parameters en raadpleeg de voorgaande pagina's. Controleer in #.48 dat het het Open Loop werkingsprincipe is geselecteerd. Volg zonodig de instructie op pagina 76 om dit te bewerkstelligen. Omschakeling naar RFC-A mode wordt vanaf pagina 6 behandeld. 3. Programmeren van de Real Time Clock: Programmeer #.49 op <All menus> Programmeer #6.9 op Set. Programmeer de datum in #6.6 (dag - maand - jaar)). Programmeer de tijd in #6.7 (uur : min : sec). Programmeer #6.9 op Local Keypad. 4. Toerental wenswaarde: Sluit de toerental wenswaarde aan op klem 5. Fabrieksmatig is deze analoge ingang in #.9 op 4-2mA ingesteld. Raadpleeg de beschrijving van #.9 op pagina 74 en maak de gewenste keuze, bevestig een nieuwe keuze met de rode toets. Lees de binnenkomende wenswaarde uit in #7. op de schaal van -%. 5. Motortemperatuur bewaking: Indien de motor is uitgerust met een PTC of thermoschakelaar sluit deze dan aan tussen klem 6 en V. Activeer de thermistor bewaking door #7. op Thermistor te programmeren. 6. Energy saving: De heeft fabrieksmatig de dynamische Volt/Hertz verhouding geactiveerd, waardoor er bij werktuigen met een kwadratische koppelkarakteristiek, zoals ventilatoren en centrifugaalpompen, energie besparing zal optreden. Indien de motor met een constant koppel wordt belast, zoals een compressor, dan is het zinvol de dynamische Volt/Hertz verhouding in #.9 uit te schakelen. 7. Motormap programmeren: Programmeer de motormap in #.42 t/m #.47 overeenkomstig de typeplaat van de aangesloten motor. 8. Slipcompensatie: Zodra het toerental van de motortypeplaat is ingegeven zal er belastingafhankelijke slipcompensatie worden uitgeoefend. Bij werktuigen met een grote massatraagheid, zoals ventilatoren, kan dit oscillatie tot gevolg hebben. Het kan om die reden zinvol zijn de slipcompensatie in #5.27 uit te schakelen. 9. Statische autotune: (motor gaat hierbij niet draaien) ATTENTIE!! Een statische autotune van de actuele motor plus motorkabel is zeer bepalend voor het goed functioneren van de motor-regelaar combinatie. Programmeer #.4 op. Activeer de vrijgave op klem 29 en geef een run commando met de groene HAND toets. De Powerdrive zal nu een statische autotune uitvoeren waarna ter afsluiting Inhibit in display zal verschijnen. #.4 wordt automatisch weer op gezet. Neem vervolgens de vrijgave op klem 29 weer weg.. Draairichting controleren: Activeer de vrijgave op klem 29 en geef een startsignaal met de groene HAND toets. Verhoog met de verticale pijltjes toetsen het toerental vanaf rpm en observeer de draairichting van de motor. Stop de motor weer met de rode OFF toets. Indien de draairichting verkeerdom is, geef een Save Parameters instructie in #., schakel de voeding van de Powerdrive uit en draai twee motorfasen om. Bij hele dikke motorkabels raadpleeg #5.42 op pag. 6. A. Roterende autotune: Indien de motor volledig onbelast kan draaien is het te adviseren een roterende autotune uit te voeren. Programmeer #.4 op 2. Activeer de vrijgave op klem 29 en geef een startsignaal met de groene HAND toets. De motor zal nu eerst gedurende enkele seconden de statische autotune uitvoeren en vervolgens maximaal 36 seconden gaan draaien op 66% van de nominale snelheid in voorwaartse richting. Na het volbrengen van de autotune zal Inhibit in beeld verschijnen, #.4 wordt weer op nul gezet en de motor zal vrij uitlopen. Neem nu de vrijgave op klem 29 weer weg., Handleiding versie 4 Pagina 68 van 98

69 Opstarten en inregelen 2A. Bediening via de controleklemmen: Activeer de vrijgave op klem 29 en druk op de blauwe AUTO toets. Controleer de functionaliteit van het runcommando op klem 24 en de analoge wenswaarde op klem 5. 2B. Bediening via een veldbus (Profibus, CANbus, etc.) Activeer de vrijgave op klem 29 en druk op de blauwe AUTO toets. Geef het controle woord voor de veldbus vrij door #6.43 op On te programmeren. Raadpleeg pagina. Ga in bedrijf met de commando s en frequentie wenswaarde via het veldbus controlewoord. 3. Minimum en maximum toerental: Programmeer de gewenste minimum en maximum frequentie in parameter #. en # Acceleratie- en deceleratietijd: Programmeer de gewenste acceleratie- en deceleratietijd in sec/hz in parameter #.3 en # Menu : Doorloop menu vanaf pagina 7 en programmeer de in uw toepassing gewenste functionaliteit. 6. Menu t/m 4: Indien toegang tot menu t/m 4 gewenst is programmeer dan #.49 op <All Menus>. Indien parameters in menu t/m 4 zijn gewijzigd, sla die dan op door in parameter van een willekeurig menu <Save Parameters> te selecteren en dit te bevestigen met de rode toets Programmering motormap bij een voeding van 3 x 4V. #.42 = Auto (pooltal) #.43 =.88 (cos.φ) #.44 = 4 (Volt) #.45 = 2865 (rpm) #.46 =.6 (Ampere) #.47 = 5. (Hertz) Minimale controle- en vermogensaansluitingen tijdens het inregelen. 2 Powerdriv e F3 L L2 L3 PE 4-2mA _ V -% Mode.9 7. L L2 L Run Forward U V W Vrijgave (Inhibit) < Safe Torque Off > M Inductiemotor, Handleiding versie 4 Pagina 69 van 98

70 Trip reset Wenswaarde omschakeling Vrij progr. Run forward Fire mode Vrijgave (STO) 4-2mA - V V uitgang V 7. V / ma.9 V / ma Preset Preset 2 Preset 3 Preset Best Best..2 Bit Bit Wenswaarde keuze A2 A A A2 A Preset A2 Preset = A A2 = A Preset 2 = A2 Preset 3 = Preset 4 = Keypad 5 = Keypad Ref.5 AUTO Bipolaire wenswaarde.22 OFF Run >.53 HAND Fire mode Brandfrequentie Fire Inhibit V Keypad Keypad Ref Instructie. Laatst verzonden datablok.3.29 V 24V V backup / digitale ingang Drive OK Vrij progr Nr. Parameter omschrijving Fabrieksinstelling Nr. Parameter omschrijving Fabrieksinstelling Minimum frequentie, Hz. 3 SmartCard instructie None 2 Maximum frequentie 5, Hz. 3 Powerdrive voedingsspanning (diagnose) 3 Acceleratietijd 2, s 33 Vrijgave vliegende start / catch spinning motor Disable 4 Deceleratietijd 2, s 34 Persoonlijke code 5 Applicatie configuratie A A2 35 Seriële communicatie methode 8 2 NP 6 Motorstroomgrens % 36,, baud rate Boostmethode Ur I 37,, adres 8 Gefixeerd boost niveau 3,% 38 Stroomgrensregeling proportioneel 2 9 Ventilator- of pompkarakteristiek (energy save) On 39 Stroomgrensregeling integraal 4 Motorsnelheid (rpm), (diagnose) 4 Vrijgave en keuze auto-tune methode Uitgangsfrequentie (Hertz),, 4 Schakel of modulatiefrequentie 3kHz 2 Motorstroom (A),, 42 Aantal motorpolen (motor typeplaat) Automatic 3 Koppelmakende stroom (A),, 43 Motor Cosφ (,, ),85 5 Deceleratiegedrag Standard 44 Nominale motorspanning (,, ) 4V 7 Digitale ingang klem 7, bestemming. 45 Nominaal motortoerental (,, ) 5rpm 9 Analoge ingang, klem 5, Volt, ma of PTC 4-2mA 46 Nominale motorstroom (,, ) 2 Analoge ingang 2, klem 6, bestemming Nominale motorfrequentie (,, ) 5,Hz 2 Analoge ingang 2, klem 6, Volt, ma of PTC Volt 48 Selectie Powerdrive werkingsprincipe Open-Loop 22 Vrijgave wenswaarde met negatief voorteken Off 49 Toegang tot de overige menu s Menu 24 Preset wenswaarde, Hz. 5 Powerdrive software versie (diagnose) 25 Preset wenswaarde 2, Hz. 5 Actie bij een onbelangrijke storing 26 Preset wenswaarde 3, Hz. 52 Reset seriële communicatie Off 27 Preset wenswaarde 4, Hz. 53 Motor thermische tijdconstante 89, 29 SmartCard datablok nummer (diagnose), Handleiding versie 4 Pagina 7 van 98

71 Menu AC voeding Programmeerbare parameter Diagnose parameter Seriële communicatie Seriële mode Baud rate Serieel adres Reset comms Diversen.3 F3 voedingsspanning.34 Persoonlijke code.48 F3 werkingsprincipe.49 Toegang tot de menus.5 F3 Softwareversie.5 Trip afhandeling.53 Motor therm. tijdconstante L L2 L3 _ Frequentie limieten Wenswaarde integrator F- min. F- max. Accel. Decel Spin start Uitgestuurde frequentie Boost instellingen Boost methode Boost niveau Vent. en pomp karr. Koppelregeling Motor typeplaat Aantal motorpolen Motor cos phi Nom. motorspanning Nom. motortoerental Nom. motorstroom Nom. motorfrequentie Autotune _.4 Schakelfrequentie Rem gedrag Prop. Int. Koppelgrens.6 Actieve stroom Totale stroom.3.2 V 8. V Flux stroom U V W N= Frequentie Koppel Motortoerental. Inductiemotor Instructies in een xx. parameter. In parameter xx. van elk willekeurig menu kunnen de onderstaande instructies ingegeven worden. Na het ingeven van de code moet de rode toets bediend worden, waarna het display weer zal terugkeren naar No action. Code No action Save Parameters Load file Save to file Load file 2 Save to file 2 Load file 3 Save to file 3 Show non-default Destinations Reset 5Hz defs Reset 6Hz defs Reset modules Instructie Geen actie Opslaan van alle tot dusver gewijzigde parameterinstellingen in het geheugen van de Powerdrive Parameters lezen van datablok van de SmartCard en laden in het geheugen van de Powerdrive Parameters uit de Powerdrive programmeren in datablok van de SmartCard. Parameters lezen van datablok 2 van de SmartCard en laden in het geheugen van de Powerdrive Parameters uit de Powerdrive programmeren in datablok 2 van de SmartCard. Parameters lezen van datablok 3 van de SmartCard en laden in het geheugen van de Powerdrive Parameters uit de Powerdrive programmeren in datablok 3 van de SmartCard. Weergave van uitsluitend parameters afwijkend van fabrieksinstelling in alle menu s Weergave van uitsluitend bestemmingsparameters in alle menu's. Alle parameters terug naar Europese fabrieksinstelling (4V - 5Hz). Alle parameters terug naar Amerikaanse fabrieksinstelling (46V - 6Hz). Reset alle aanwezige optiemodules, Handleiding versie 4 Pagina 7 van 98

72 Menu Het menu is een samenstelling van parameters uit de overige menu s. In onderstaande lijst is het menu weergegeven met vermelding van de oorsprong parameter. Deze parameters zijn aan elkaar gekoppeld hetgeen betekend dat ze zowel in het menu als in de achterliggende menu s gewijzigd kunnen worden. Een wijziging in menu wordt direct in het geheugen van de Powerdrive opgeslagen, dit in tegenstelling tot een wijziging in de achterliggende menu s. Param. Nr Omschrijving Oorsprong parameter Eenheden Fabrieks progr. Bereik Bijzonderheden Minimum frequentie #.7 Hertz, #2 # is niet actief bij bipolaire wenswaarde en tornen. Maximum frequentie #.6 Hertz 5. ± 55. Uitgestuurde frequentie bij maximum wenswaarde Acceleratietijd #2. sec. 2, 32. Tijd overeenkomstig tot Hertz Deceleratietijd #2.2 sec. 2, 32. Tijd overeenkomstig tot Hertz Applicatie configuratie (Nieuwe keuze bevestigen met de rode toets) #.4 A.A2 A.A2 Omschakeling tussen 2 wenswaardes. A.Preset Wenswaarde en 4 presets. A2.Preset Wenswaarde 2 en 4 presets. Preset 4 presets. Keypad Toetsenbediening. Keypad Ref Toetsen wenswaarde #.5 Applicatie configuratie D.m.v. parameter #.5 kunnen een zestal toerental wenswaarde configuraties geselecteerd worden. #.5 = A A2 Keuze uit een 4-2mA en een -V wenswaarde. Keuze via klem 26. D.m.v. #.9 en #.2 kunnen de betreffende analoge ingangen geconfigureerd worden voor een ander ingangssignaal, zoals -2mA, V, PTC, etc. Wenswaarde 4-2mA Wenswaarde 2 - Volt 4-2mA -V Modus.9.2 Modus A A2 Frequentie wenswaarde Wenswaarde 2 selectie 26 #.5 = A Preset Keuze uit een 4-2mA en een preset wenswaarde. Keuze via klem 26. D.m.v. #.9 kan de analoge ingang op klem 5 geconfigureerd worden voor een ander ingangssignaal, zoals -2mA, V, PTC, etc. Via twee digitale ingangen kunnen maximaal 4 presets geselecteerd worden, hiertoe moeten #.45 en/of #.46 aangestuurd worden. Voor de hand liggende keuze is de vrij programmeerbare klem 27 hiervoor te gebruiken. In dit geval moet #.7 dan geprogrammeerd worden met.45 of.46. Wenswaarde 4-2mA Preset selectie 4-2mA Modus.9 Preset.24 Preset 2 Preset 3 Preset A Preset Vrij progr Klem 27 bestemming Frequentie wenswaarde Preset , Handleiding versie 4 Pagina 72 van 98

73 Menu #.5 = A2 Preset Keuze uit een -V en een preset wenswaarde. Keuze via klem 26. D.m.v. #.2 kan de analoge ingang op klem 6 geconfigureerd worden voor een ander ingangssignaal, zoals -2mA, 4-2mA, PTC, etc. Via twee digitale ingangen kunnen maximaal 4 presets geselecteerd worden, hiertoe moeten #.45 en/of #.46 aangestuurd worden. Voor de hand liggende keuze is de vrij programmeerbare klem 27 hiervoor te gebruiken. In dit geval moet #.7 dan geprogrammeerd worden met.45 of.46. Wenswaarde 2 - Volt -V Preset selectie A2 Preset Modus.2 Preset.24 Preset 2.25 Preset 3.26 Preset Frequentie wenswaarde Preset Vrij progr Klem 27 bestemming #.5 = Preset Via een digitale ingang kunnen 2 presets geselecteerd worden, hiertoe is klem 26 gekoppeld aan #.45. Indien vier presets geselecteerd dienen te worden moet een tweede digitale ingang gekoppeld worden aan #.46. Voor de hand liggende keuze is de vrij programmeerbare klem 27 hiervoor te gebruiken. In dit geval moet #.7 dan geprogrammeerd worden met.46. Preset selectie 26 Preset.24 Preset 2 Preset 3 Preset Vrij progr Klem 27 bestemming Preset Frequentie wens waarde Preset #.5 = Keypad Start-stop via de groene en rode toets op het toetsenbord. Toerental wenswaarde via de vertikale pijltjestoetsen. Vrijgave (STO) op klem 29 is een voorwaarde voor deze bedrijfsmodus. #.5 = Keypad Ref Start-stop via controleklemmen. Toerental wenswaarde via de vertikale pijltjestoetsen. Vrijgave (STO) op klem 29 is een voorwaarde voor deze bedrijfsmodus. R es et Las t Pres et Wenswaarde bij inschakeling van de voedingsspanning R es et Las t Pres et Wenswaarde bij inschakeling van de voedingsspanning Start Stop Key pad Frequentie wens waarde Key pad Ref Frequentie wens waarde, Handleiding versie 4 Pagina 73 van 98

74 Menu Param. Nr Omschrijving Oorsprong Een- Fabrieks Bereik Bijzonderheden parameter heden progr. Stroomgrens #4.7 % Begrenzing van het motorkoppel Boostmethode #5.4 Ur I Ur S Vectorregeling met statorweerstandsmeting bij elke start. Ur Vectorregeling met vast geprogrammeerde staterweerstand. Fixed Gefixeerde boost. Ur Auto Vectorregeling met statorweerstandsmeting bij eerte vrijgave. Ur I Vectorregeling met statorweerstandsmeting bij voedingsspanning inschakeling Square Gefixeerde boost met kwadratische curve t.b.v. ventilatoren en centrifugaalpompen. Current P fase stroomregeling (fase U-V), zie beschrijving #5.4. Boostniveau #5.5 % Indien #.7 = Fixed of Square Ventilator of pompkarakteristiek (Energy Saving) #5.3 On On Aangepaste Volt - Hertz verhouding voor ventilatoren en centrifugaalpompen. Geeft minder geluid en verliezen in de motor. Motorsnelheid #5.4 rpm 8 Diagnose parameter Uitgestuurde frequentie #5. Hertz #.2 Totale motorstroom #4. A Koppel producerende motorstroom #4.2 A Deceleratie gedrag #2.4 Standard Fast Remweerstand aangesloten. Standard Gecontroleerd decelereren. Std boost Geforceerd decelereren. Bestemming digitale ingang klem 27 # Vrij programmeerbaar Analoge ingang, klem 5, Volt, ma of PTC. (PTC aansluiten tussen klem 5 en V) Analoge ingang, klem 5, bestemming Analoge ingang 2, klem 6, Volt, ma of PTC. (PTC aansluiten tussen klem 6 en V) # mA 4-2mA Low 4-2mA, F min. bij I < 3 ma 2-mA Low 2-4mA, F min. bij I < 3 ma 4-2mA Hold 4-2mA, laatste waarde bij I < 3 ma 2-4mA Hold 2-4mA, laatste waarde bij I < 3 ma -2mA 2mA 2-mA 2 ma 4-2mA trip 4-2 ma, trip bij I < 3 ma 2-4mA trip 2-4 ma, trip bij I < 3 ma 4-2mA 4-2 ma, geen signaal bewaking 2-4mA 2-4 ma, geen signaal bewaking Volt ±- Volt - bipolair Therm Short Cct Lineaire opnemer met kortsluitbewaking, uitsluitend temperatuur uitlezing in #7.57 Thermistor PTC of thermoschakelaar (therm. trip) Therm No Trip Lineaire opnemer zonder kortsluitbew. uitsluitend temperatuur uitlezing in #7.57 # Frequentie wenswaarde 2 #7. Volt 4-2mA Low 4-2mA, F min. bij I < 3 ma 2-4mA Low 4-2mA Hold 2-4mA Hold 2-4mA, laatste waarde bij I < 3 ma -2mA 2mA 2-mA 2 ma 4-2mA trip 4-2 ma, trip bij I < 3 ma 2-4mA trip 2-4 ma, trip bij I < 3 ma 4-2mA 4-2 ma, geen signaal bewaking 2-4mA 2-4 ma, geen signaal bewaking Volt ±- Volt - bipolair Therm Short Cct Lineaire opnemer met kortsluitbewaking, uitsluitend temperatuur uitlezing in #7.62 Thermistor PTC of thermoschakelaar (therm. trip) Therm No Trip Lineaire opnemer zonder kortsluitbew. uitsluitend temperatuur uitlezing in #7.62, Handleiding versie 4 Pagina 74 van 98

75 Menu Param. Nr Omschrijving Oorsprong parameter Eenheden Fabrieks progr. Bereik Bijzonderheden Vrijgave frequentie wenswaarde #. Off On Bij bipolaire wenswaarde is minimum met negatief voorteken frequentie #. niet actief. Preset frequentie wenswaade #.2 Hertz, ± 55. Presets kunnen geladen worden met een permanente waarde en kunnen ook Preset frequentie wenswaade2 #.22 Hertz, aan een analoge ingang, interne PID Preset frequentie wenswaade3 #.23 Hertz, regelaar of motorpotentiometer Preset frequentie wenswaade4 #.24 Hertz, gekoppeld worden. De inhoud mag bipolair zijn mits #.22 = On. SmartCard datablok nummer # Laatst overgezonden datablok naar de (diagnose parameter) SmartCard instructie #.42 None None Geen actie Read Indien de status ready, inhibit of trip is zal bij bediening van de rode toets de parameters uit de Smartcard in de Powerdrive geladen worden. Program Bij bediening van de rode toets zal de programmering van de Powerdrive in de Smartcard geladen worden. Auto Wijzigingen in de Powerdrive programmering worden direct in de Smartcard opgeslagen. Boot Wijzigingen in de Powerdrive programmering worden direct in de Smartcard opgeslagen en bij inschakeling van de voedingsspanning zal de inhoud van de Smartcard in de Powerdrive geladen worden. nominale #.33 Volt V voedingsspanning V (diagnose parameter) V V Vrijgave vliegende start (spin start) #6.9 Disable Disable Geen vliegende start Enable Detecteert motor in beide draairichtingen Fwd Only Detecteert motor in voorwaartse draair. Rev Only Detecteert motor in achterwaartse draair. Persoonlijke code # Indien een code is ingegeven zal na voeding inschakeling eerst deze code ingegeven moeten worden alvorens parameters gewijzigd kunnen worden. Raadpleeg de beschrijving op pagina 66. Seriële communicatie methode # NP Databits, Stopbits, Parity. Modified 8 2 NP, 8 NP, 8 EP, 8 OP 8 2 NP M, 8 NP M, 8 EP M, 8 OP M, 7 2 NP, 7 NP, 7 EP, 7 OP, 7 2 NP M, 7 NP M, 7 NP M, 7 EP M, 7 OP M (zie ook #.52) Seriële communicatie baud rate #.25 baud Serieel adres # (zie ook #.52) 3, 6, 2, 24, 48, 96, 92, 384, 576, 52 (zie ook #.52).38 Stroomgrensregeling # Regelgedrag bij koppelregeling en als de proportioneel stroombegrenzing actief is bij met name Stroomgrensregeling integraal # acceleratie en deceleratie Vrijgave autotune De volgende parameters worden tijdens de autotune vastgelegd Statische autotune #5.7 stator weerstand #5.24 transiënt inductie #5.59 Max. dode tijd comp. #5.6 Stroom bij max. comp. Roterende autotune #5. cosφ (#.43) #5.25 stator inductie #5.2 Eerst #.42 t/m #.47 invullen Autotune uit. Statische autotune: Statormeting bij stilstand, zet #.4 op en geef een start, de motor gaat hierbij niet draaien. 2 Roterende en statische autotune: Stel zeker dat de motor onbelast is. Stop de drive, zet #.4 op 2, start de Powerdrive, die gaat nu enkele sec. op 65% snelheid in de geselecteerde richting draaien, stopt zichzelf en loopt vrij uit. De cosφ in #.43 is nu bepaald. Neem de vrijgave en run weg om weer te kunnen starten., Handleiding versie 4 Pagina 75 van 98

76 Menu Param. Nr Omschrijving Schakel- of modulatiefrequentie Oorsprong parameter Eenheden Fabrieks progr. Bereik Bijzonderheden #5.8 khz 3 3 khz, 4 khz, 6 khz, 8 khz, 2 khz, 6kHz Hogere schakel-frequentie geeft een lager geluidsniveau van de motor en hogere warmte verliezen in de Powerdrive Berekening volgens motor data, max. 6 3 RPM (5Hz) 5 RPM,, RPM,, etc. Aantal motorpolen #5. Polen Auto Auto 2 pole 4 pole 6 pole Motor cos.φ #5.,85, Gegevens van de motortypeplaat Nominale motorspanning #5.9 Volt Nominaal motortoerental #5.8 rpm 5 8 Nominaal motorstroom #5.7 A Nominale motorfrequentie #5.6 Hz 5 55, Selectie Powerdrive werkingsprincipe (zie onderstaande procedure) #.3 Open Loop Open Loop RFC-A RFC-S Open loop frequentieregeling Closed loop flux Vectorregeling t.b.v. een inductiemotor zonder encoder op de motor Aansturing van een permanentmagneetmotor zonder encoder op de motor. Omschakelen van het Powerdrive werkingsprincipe.. Stel zeker dat de Powerdrive niet in bedrijf is en de Safe Torque Off ingang op klem 29 niet geactiveerd is. 2. Programmeer #. op Programmeer #.48 op het gewenste werkingsprincipe (Open Loop, RFC-A of RFC-S) 4. Bedien de rode reset toets. 5. De Powerdrive schakelt nu om naar het geselecteerde werkingsprincipe en laadt de betreffende fabrieksinstellingen in het geheugen van de Powerdrive. Werkingsprincipe Type motor Open Loop Volt/Hertz sturing fixed of kwadratisch en Vector sturing. Draaistroom inductiemotor zonder encoder op de motor RFC-A Closed Loop Flux Vector mode met virtuele encoder Draaistroom inductiemotor zonder encoder op de motor RFC-S Permanent magneet motor met virtuele encoder Permanentmagneetmotor zonder encoder op de motor Param. Nr Omschrijving Oorsprong parameter Eenheden Fabrieks progr. Bereik Bijzonderheden Toegang tot overige menu s #.44 Menu Zie onderstaande beschrijving Menu : De parameters in alleen menu kunnen gelezen en geprogrammeerd worden. All Menus : De parameters in alle menu's ( t/m 3) kunnen gelezen en geprogrammeerd worden. Read-only menu : De parameters in alleen menu kunnen gelezen en geprogrammeerd worden. De parameters in menu t/m 3 kunnen alleen gelezen en niet geprogrammeerd worden Read-only: De parameters in alle menu's ( t/m 3) kunnen wel gelezen maar niet geprogrammeerd worden. Status Only: Het display geeft uitsluitend statusinformatie en geen enkele parameter is zichtbaar. No Access: Het display geeft uitsluitend statusinformatie en geen enkele parameter is zichtbaar en kunnen op geen enkele andere wijze benaderd worden zoals een applicatiemodule, veldbus of comms poort. De programmering van deze parameter kan gecombineerd worden met een persoonlijke code, zie parameter.34. Powerdrive softwareversie # Diagnose parameter Actie bij een onbelangrijke storing #.37 De inhoud van deze parameter is de weergave van onderstaande keuzes Trip bij onbelangrijke storingen - Stop bij onbelangrijke storingen Rem IGBT overload trip actief - Geen trip, wel IGBT uitgeschakeld Bij uitval voedingsfase, trip actief - Trip na een normale deceleratie stop Interne clixon remweerstand actief - Clixon uitgeschakeld of niet aanw Diagnose param. bevroren bij trip - Bij trip geen bevroren parameters Reset seriële communicatie #.2 Off On Seriële communicatie parameters #.35 t/m #.37 moeten bevestigd worden met een reset. Deze parameter zet zichzelf weer op Off., Handleiding versie 4 Pagina 76 van 98

77 Menu Param. Nr..53 Omschrijving Oorsprong Een- Fabrieks Bereik Bijzonderheden parameter heden progr. Motor thermische tijdconstante #4.5 Sec Zie onderstaande beschrijving Thermische tijdconstante van de motor: De functie is het bewaken van de motortemperatuur aan de hand van een rekenmodel met als uitkomst de veronderstelde motortemperatuur. Dit is van belang bij motoren die niet uitgerust zijn met een temperatuurbewaking in de vorm van een PTC of thermoschakelaar. Deze bewaking en programmering ervan heeft uitsluitend betrekking op de motor en heeft geen invloed op de overlastbewaking van de Powerdrive zelf. Werking: De toegestane overbelasting is afhankelijk van de temperatuur van de motor. Immers een koude motor kan meer energie absorberen dan een warme motor voordat de kritische motortemperatuur bereikt is. De koelmethode van de motor wordt ook in de thermische berekening verwerkt en in #4.25 kan geselecteerd worden of de motor met een geforceerde koeling is uitgevoerd. (zie beschrijving #4.25 op pagina 3). Het thermisch model gaat uit van een omgevingstemperatuur van 5 C, echter wanneer de omgevingscondities van de motor gunstiger zijn of wanneer de motor is uitgerust met een temperatuurbewaking in de vorm van thermistor o.i.d, is het mogelijk de thermische tijdconstante van de motor in #4.5 te verhogen, zie hiertoe onderstaande grafieken. Onderstaande grafieken geven het verband weer tussen de berekende motortemperatuur en de beschikbare overbelastingstijd op basis van maximaal beschikbaar motorkoppel van resp. 5% (heavy duty) en % (normal duty). De doorgetrokken lijn is overeenkomstig een inhoud in #4.5 van 89, (fabrieksinstelling) en de gestippelde lijn geeft het verloop weer bij een inhoud in #4.5 van willekeurige hogere waarde. De motortemperatuur in deze grafieken kan worden gelezen als de inhoud van het overlastregister #4.9. Bij een lager motorbelasting percentage als de hier gegeven 5% en % resulteert uiteraard in een langere toegestane overbelastingstijd. 5% motorbelasting % motorbelasting Overlastregister: De inhoud van #4.5 representeert de opwarmtijd van een standaard IEC motor, hierdoor is het thermische model in de Powerdrive in staat de procentuele temperatuur van de motor bij benadering te berekenen. In feite is dit een softwarematige benadering van een conventioneel bimetaalrelais in de motorleiding. De veronderstelde procentuele motortemperatuur wordt weergegeven in overlastregister #4.9. Keuze bij een thermische belasting van %: Indien de thermische belasting van de motor in #4.9 een inhoud van % heeft bereikt zal er actie ondernomen worden overeenkomstig de programmering van #4.6. #4.6 = Indien #4.9 een inhoud van % heeft bereikt zal een <Motor Too Hot> trip optreden. (Fabrieksinst.) #4.6 = Indien #4.9 een inhoud van % heeft bereikt zal de stroomgrens verlaagd worden naar 95% en de motor zal een lager toerental aannemen overeenkomstig een motorkoppel van 95%. Zodra de thermische belasting in #4.9 is teruggelopen van % naar 95% zal de ingestelde stroomgrens weer vrijgegeven worden. In deze modus zal het motorkoppel en daarmee de opbrengst van de motor verlaagd worden om een trip te voorkomen. Dit kan alleen functioneren indien er een evenredigheid is tussen motorkoppel en motortoerental zoals dit bij een ventilator en centrifugaalpomp het geval is. Overlast vooralarm: Zodra #4.9 de waarde van 75% heeft overschreden zal een voor-alarm worden gegeven waarbij de melding <Motor Overload> in display zal verschijnen en tevens wordt parameter #.7 op On gezet. Uitschakelen thermisch motormodel: Wanneer #4.5 verhoogd wordt naar de maximale inhoud van 3 dan is effectief gezien de het thermisch model in de Powerdrive uitgeschakeld, de motor moet dan wel op een andere wijze bewaakt worden in de vorm van een PTC of thermoschakelaar., Handleiding versie 4 Pagina 77 van 98

78 Modbus RTU poorten RS485 communicatiepoorten. De beschikt over twee stuks galvanisch gescheiden 2 draads RS485 communicatiepoorten die het MODBUS RTU protocol ondersteunen. Deze poorten zijn geschikt voor communicatie met Control Techniques software producten, externe toetsenborden, HMI-schermen en in te zetten als veldbus om communicatie met PLC s en PC besturingen mogelijk te maken. Pin Pinbezetting RJ45 connectoren 2Ω ballastweerstand naar pin 8 2 RXTX (2 draads EIA485) 3 V geïsoleerd 4 24V uitgang ( ma) 5 V geïsoleerd 6 TX enable 7 RX\TX \ (2 draads EIA485 -) 8 RX \ TX \ Bij 2Ω ballast doorverbinden met pin Behuizing V geïsoleerd MODBUS RTU netwerk De RS485 poorten kunnen gebruikt worden voor het vormen van een MODBUS RTU daisy chain. Raadpleeg pagina 82 voor verdere informatie. 8 RJ45 8 RJ45 MODBUS RTU Host Communicatie via computer. Beide RS485 poorten kunnen met een Control Techniques communicatiekabel communiceren met een computer. De volgende softwareproducten zijn gratis beschikbaar. Connect. Configuratie software voor opstarten, inregelen, optimaliseren en diagnose. CTScope, 8 kanaals digitale oscilloscoop. Machine Control Studio. Programmeer software voor de on-board PLC op basis van CODESYS. Bij communicatie met meerdere Powerdrives gelijktijdig zoals hieronder weeregegeven moet in iedere Powerdrive een uniek drive adres ingegeven worden. In nevenstaande tabel zijn de communicatieparameters weergegeven. Elke wijziging d.m.v. een -Reset Comms- bevestigen, deze parameter zet zichzelf direct weer op Off. Menu Oorsprong Default Seriële mode #.35 # NP Baud rate #.36 # Drive adres #.37 #.23 Reset comms #.52 #.2 Off Communicatie met de computer terwijl op de andere 485 poort een Remote keypad is aangesloten is niet mogelijk. In een dergelijk geval moet dan tijdelijk het Remote keypad ontkoppeld worden. Een alternatief is het toepassen van een KI-485 Adaptor zoals op de volgende pagina is weergegeven, dit heeft als voordeel dat de RS485 poorten permanent beshikbaar blijven voor andere doeleinden. USB USB7 comms kabel Part nr RJ45, Handleiding versie 4 Pagina 78 van 98

79 Externe keypads Remote-KI-HOA-Keypad-RTC met Real Time Clock Een op afstand te monteren LCD toetsenbord (keypad) met interne real time clock is beschikbaar om bv. op een kastdeur of bedieningslessenaar te monteren. Het Remote-KI-HOA-Keypad-RTC moet via een UTP kabel van maximaal m en m op basis van een afgeschermde kabel (FTP/STP) met de Powerdrive verbonden worden op een van de drie onderstaande manieren. Na het verbinden van de Remote-KI-HOA-Keypad-RTC met de Powerdrive zal het keypad zichzelf initialiseren en direct functioneel zijn. Raadpleeg pagina 65 m.b.t. de weergegeven grootheden. Communicatie met de computer terwijl op de andere 485 poort een Remote keypad is aangesloten is niet mogelijk. Een alternatief is het toepassen van een KI-485 Adaptor zoals hieronder is weergegeven. Powerdrive Remote keypad Afdekkapje Remote keypad KI-485 Remote keypad Met onderstaande parameters kan specifieke functionaliteit van het Remote-KI-HOA-Keypad-RTC ingesteld worden. Deze parameters zijn bereikbaar door op het Keypad de return toets twee seconden ingedrukt te houden. Parameter Tekst Keuze Default Beschrijving Keypad. Language RW English / Deutsch / Francais / Italiano / Espanol / Chinese English Taalkeuze in het keypad Keypad. Show units RW Off - On On Eenheden weergeven Keypad.2 Backlight level RW % % Achtergrond verlichting Keypad.3 RTC Date RO dag - maand - jaar Real Time Clock datum Keypad.4 RTC Time RO uur : min : sec Real Time Cock tijd Keypad.5 Hide text RW Off - Off Keuze d.m.v. nummers i.p.v. tekstkeuze. Keypad.6 Software Version RO Keypad.7 Language Version RO Keypad.8 Font Version RO Keypad.9 Show Menu Names RW Off - On On Beschrijving van het menu Instellen van de Real Time Clock: ) Programmeer #6.9 op -Set- 2) Programmeer de datum in #6.6. (dag - maand jaar) 3) Programmeer de tijd in #6.7. (uur : min : sec) 4) Programmeer #6.9 op - Remote Keypad-. 5) -Save parameters- in #xx.. Remote IP66 Keypad Een op afstand te monteren IP66 LCD toetsenbord is beschikbaar om bv. op een kastdeur of lessenaar te monteren. Het Remote IP66 Keypad moet via een patchkabel van maximaal m met de Powerdrive verbonden worden. Via de KI-485 Adaptor zal het IP66 keypad direct functioneel zijn. Bij verbinding met een 485 poort zal <Initializing> in display verschijnen. Via het keypad van de Powerdrive moet nu de baudrate in #.36 (#.25) ingesteld worden op 52 gevolgd door <Comms-Reset> in #.52 (#.2) en <Save Parameters> in #xx.. Communicatie met de computer terwijl op de andere 485 poort een Remote keypad is aangesloten is niet mogelijk. Een alternatief is het toepassen van een KI-485 Adaptor zoals hieronder is weergegeven. Raadpleeg pagina 65 m.b.t. de weergegeven grootheden. Powerdrive IP66 keypad Afdekkapje IP66 keypad KI-485 IP66 keypad, Handleiding versie 4 Pagina 79 van 98

80 Met onderstaande parameters kan specifieke functionaliteit van het Remote IP66 Keypad ingesteld worden. Deze parameters zijn bereikbaar door op het Remote Keypad de return toets twee seconden in te drukken. Parameter Tekst Keuze Beschrijving Keypad. Language RW Classic English / English / Deutsch / Francais / Italiano / Espanol Classic English is geen parameter beschrijving Keypad. Show Units RW Off - On Eenheden weergeven Keypad.2 Backligh Level RW % Achtergrond verlichting Keypad.5 Show Raw Text Parameter Values RW Off - Keuze d.m.v. nummers i.p.v. tekstkeuze. Keypad.6 Software Version RO Keypad software versie Introductie: De SmartCard kan toegepast worden om parametersets in op te slaan, of om parametersets over te dragen naar een. De SmartCard kan voor de volgende functies gebruikt worden. - Parametersets kopiëren. - Opslaan van verschillen ten opzichte van fabrieksprogrammering. - On-board PLC programmeringen opslaan in de SmartCard. - Automatisch opslaan van parameterwijzigingen in de SmartCard. De SmartCard kan geplaatst worden in de gleuf die zich achter het afneembare toetsenbord bevindt, waarbij de goudkleurige contactvingers naar links gericht zijn. Er zijn twee varianten beschikbaar, de standaard creditcard versie en de uitvoering met een toegevoegde SD Card Adaptor. Data overdracht vindt alleen plaats als een instructie wordt uitgevoerd en de SmartCard mag verwijderd en geplaatst worden bij ingeschakelde voedingsspanning. Basisfuncties via menu : #.3 = none Geen actie Externe keypads SmartCard #.3 = Read reset SmartCard > Powerdrive (equivalent van een nulparameter <6>) Voorwaarde is dat de Powerdrive niet in bedrijf mag zijn, hetgeen betekent dat het bovenste display Ready, Inhibit of Trip moet weergeven. Na het ingeven van de juiste code in #.3 moet de rode toets op de Powerdrive bediend worden. De parameterset uit de SmartCard wordt nu in de Powerdrive geladen en wordt direct in het geheugen van de Powerdrive opgeslagen. Na het volbrengen van de overdracht zal #.3 worden gereset. #.3 = Program reset Powerdrive > SmartCard (equivalent van een nulparameter <4>) Na het ingeven van de juiste code in #.3 moet de rode toets op de Powerdrive bediend worden. De inhoud van de EEPROM in de Powerdrive en de optiemodules worden nu geladen in de SmartCard. Indien het datablok al informatie bevat wordt het overschreven. Na het volbrengen van de overdracht zal #.3 worden gereset. #.3 = Auto Powerdrive > SmartCard Na het ingeven van de juiste code in #.3 moet de rode toets op de Powerdrive bedient worden, de volledige parameterset zal nu in de SmartCard geschreven worden. Elke parameter wijziging in menu van de Powerdrive wordt automatisch ook in de SmartCard opgeslagen. Indien parameters in het geheugen van de Powerdrive worden opgeslagen door een <Save Parameters> instructie zal de volledige parameterset ook in de SmartCard opgeslagen worden. Na elke voeding inschakeling zal <Card Write> in display verschijnen en de parameters in de SmartCard geschreven worden. Bij het verwijderen van de SmartCard zal #.3 worden gereset. #.3 = Boot Powerdrive < > SmartCard Na het ingeven van de juiste code in #.3 moet de rode toets op de Powerdrive bedient worden, de volledige parameterset zal nu in de SmartCard geschreven worden. Elke parameter wijziging in menu van de Powerdrive wordt automatisch ook in de SmartCard opgeslagen. Indien parameters in het geheugen van de Powerdrive worden opgeslagen door een <Save Parameters> instructie zal de volledige parameterset ook in de SmartCard opgeslagen worden. Na elke voedinginschakeling zal <Booting> in display verschijnen en de parameters van SmartCard in de EEPROM van de Powerdrive geschreven worden. Uitwisselen van een Powerdrive: Er bevindt zich wel of geen SmartCard in de uit te wisselen Powerdrive en #.3 staat op <None>. Plaats een SmartCard in de uit te wisselen Powerdrive programmeer #.3 op <Program> rode toets. Plaats de SmartCard in de nieuwe Powerdrive en programmeer de #.3 op <Read> rode toets. Er bevindt zich een SmartCard in de Powerdrive en #.3 staat op <Auto>. Plaats de SmartCard in de nieuwe Powerdrive, programmeer #.3 op <Program> rode toets. Er bevindt zich een SmartCard in de Powerdrive en #.3 staat op <Boot>. Plaats de SmartCard in de nieuwe Powerdrive en schakel de voedingsspanning in., Handleiding versie 4 Pagina 8 van 98

81 SmartCard Meerdere Powerdrives met de gelijke parameterset programmeren: Als de parameterset in de SmartCard wordt geladen met het getal 2 in een nulparameter, zal deze programmering overheersen met het volgende resultaat. Als deze SmartCard vervolgens in een andere Powerdrive gestoken wordt en de voedingsspanning van deze Powerdrive wordt ingeschakeld, zal direct de parameterset van de SmartCard in de EEPROM van de Powerdrive worden opgeslagen, de inhoud van #.3 zal hierbij niet worden overgedragen. Op deze wijze kunnen snel en eenvoudig meerdere Powerdrives geprogrammeerd worden met dezelfde parameterset. SmartCard datablokken: De SmartCard heeft 999 individuele datablok locaties. Elke individuele datablok locatie van t/m 499 kan gebruikt worden om maximaal 4kb data in op te slaan. Datablok Type Toepassing t/m 499 Lezen/schrijven Parametersets 5 t/m 999 Lezen Macro's Overdragen van data: De onderstaande codes kunnen ingegeven worden in een nulparameter gevolgd door de rode toets te bedienen. Code Actie 2 Schrijf drive en optiemoduul parameters als een bootable file naar de SmartCard op locatie. 4yyy Schrijf van de Powerdrive en optiemodule de verschillen t.o.v. fabrieksprogrammering in de SmartCard op datablok yyy. De <Program> instructie in #.3 is de equivalent van getal 4 in een nulparameter. 5yyy Schrijf het On-board PLC programma van de Powerdrive in de SmartCard op locatie yyy. Een on-board PLC programma wordt niet gezamenlijk met de parameterset van de Powerdrive geschreven en gelezen en zal dus separaat in de SmartCard geschreven moeten worden. 6yyy Lees de drive parameters of PLC programma in datablok yyy van de SmartCard in de EEPROM van de Powerdrive. De code 6 is gelijk aan #.3 op <Read> te programmeren. 7yyy 8yyy Wis SmartCard datablok yyy. Werkt niet bij een SD-Card. Vergelijk de parameters in de Powerdrive met datablok yyy in de SmartCard. De geselecteerde parameterset in de SmartCard wordt vergeleken met de inhoud van de EEPROM in de Powerdrive. Indien er geen verschillen zijn zal de code 8yyy in de nulparameter weer op gezet worden en indien er wel verschillen zijn zal een <Card Compare> trip optreden Vrijgave van alle waarschuwingen. Geen <Card Option> en <Card Rating> trips, optiemodules en type afhankelijke parameters worden niet overschreven Wel <Card Option> en <Card Rating> trips, optiemodules en type afhankelijke parameters worden overschreven Reset de read-only vlag in de SmartCard Activeer de read-only vlag in de SmartCard Wis en formatteer de gehele SmartCard. Verschil in Powerdrive voedingsspanning Indien een Powerdrive file overgedragen wordt naar een andere Powerdrive die afwijkend is van voedingsspanning, dan zullen alle parameters geprogrammeerd worden m.u.v. de parameters uit onderstaande tabel. Deze parameters blijven op hun fabrieksprogrammering en na overdracht volgt er een <Card Rating> trip. Dit is een waarschuwing die kan worden gereset. Raadpleeg de beschrijving van de macro file op de volgende pagina. Parameter Functie Parameter Functie 2.8 Regeneratieve tussenkringspanning 5.7 Motor Statorweerstand 4.5 Stroomgrens motorisch 5.8 Schakelfrequentie 4.6 Stroomgrens regeneratief 5.24 Transiënte motorinductie 4.7 Stroomgrens symmetrisch 5.25 Statorinductie 4.24 Scaling koppelwenswaarde en meting 6.6 Stroomniveau bij DC injectie 5.7 Nominale motorstroom 6.48 DC bus aanwezig detectie niveau 5.9 Nominale motorspanning 6.65 Standaard Under Voltage drempel 5. Motor Cosφ 6.66 Low Under Voltage drempel Verschil Open Loop RFC-A en RFC-S mode De keuze van Open Loop, RFC-A of RFC-S mode is opgenomen in de parameterfile en bij overdracht zal de Powerdrive in de mode worden geprogrammeerd zoals in de file is vastgelegd. Verschil in nominaalstroom Indien de nominaalstroom van de file en de Powerdrive verschillend zijn, zal overdracht plaatsvinden maar (indien de file groter is dan de Powerdrive) zullen diverse parameters in de drive begrensd worden op hun maximum. Verschil in optiemodule Indien de moduulcode in #5., #6. of #7. verschillend is tussen SmartCard file en Powerdrive, dan zullen alle parameters geprogrammeerd worden m.u.v. de parameters van de optiemodule. Deze parameters blijven op hun fabrieksprogrammering en na overdracht volgt er een <Card Rating> trip. Dit is geen trip maar een waarschuwing die kan worden gereset, Handleiding versie 4 Pagina 8 van 98

82 SmartCard SmartCard parameters: #.36 Laatst overgezonden datablok #.36 toont het databloknummer van de SmartCard dat als laatste is overgezonden naar een Powerdrive. #.37 SmartCard datablok nummer Geselecteerd databloknummer. #.38 t/m #.4 geven de informatie over dit geselecteerde datablok. #.38 SmartCard datatype of datamodus van de in #.37 geselecteerd datablok None Geen file geselecteerd Open-loop Open-loop parameter file RFC-A RFC-A parameter file RFC-S RFC-S parameter file Regen Regen mode parameter file User Prog Onboard user program file Option App Option module application file #.39 SmartCard data versie SmartCard data versie van het in #.37 geselecteerde datablok. Voordat een parameterset in de SmartCard geschreven wordt kan in #.77 een versienummer meegegeven worden. Dit kan zinvol zijn bij het toepassen van macros. #.4 SmartCard datachecksum De checksum van het in #.37 geselecteerde datablok. #.42 SmartCard instructie Deze parameter is gekoppeld aan #.3 = None, = Read, 2 = Program, 3 = Auto, 4 = Boot #.72 Macro file. Met deze parameter kan een macro file gecreeerd worden, zie volgende alinea. #.73 Type SmartCard. None = Geen SmartCard geplaatst SMART Card = Een SmartCard is geplaatst SD Card = Een SD-Card is geplaatst #.75 Read Only vlag. = Read Only vlag is geactiveerd. #.76 Waarschuwings vlag = Waarschuwingen onderdrukt. #.77 File versie. De inhoud van deze parameter wordt meegenomen als de file op de SmartCard wordt geschreven. Na overdracht van de file wordt deze parameter weer op gezet. (Zie #.39). Macro file D.m.v. #.72 is het mogelijk een macro file te creëren die onafhankelijk is van het type, vermogen en werkingsprincipe van de Powerdrive. #.72 = (Fabrieksprogrammering) Bij een <Program> instructie van de SmartCard worden alle parameters afwijkend van fabrieksinstelling op de SmartCard opgeslagen. Bij een <Read> instructie van de SmartCard wordt eerst de gehele Powerdrive in fabrieksinstelling gezet en aansluitend worden de parameters van de SmartCard file in de Powerdrive geladen. Het werkingsprincipe is ook in de SmartCard file opgenomen, dus als de Powerdrive in Open Loop staat en de SmartCard file staat in RFC-A dan zal bij de <Read> instructie de Powerdrive ook in RFC-A gezet worden. #.72 = Bij een <Program> instructie van de SmartCard worden alle parameters afwijkend van default op de SmartCard opgeslagen. Bij een <Read> instructie van de Smartcard wordt de Powerdrive niet in fabrieksinstelling gezet en aansluitend worden de parameters van de SmartCard file in de Powerdrive geladen. Het werkingsprincipe is niet in de SmartCard file opgenomen, dus als de Powerdrive in Open Loop staat en de SmartCard file staat in RFC-A dan zal bij de <Read> instructie de Powerdrive Open Loop blijven staan. Voorbeeld: Een applicatie heeft een vaste implementatie van de PI regelaar in menu 4 die gebruikt wordt bij verschillende types Powerdrive in verschillende vermogens. Creëren van de macro: De Powerdrive waarin de macro wordt gecreëerd moet volledig in fabrieksinstelling blijven staan en uitsluitend de parameters die betrekking hebben op de implementatie van de PI regelaar worden geprogrammeerd. Vervolgens wordt #.72 op gezet en via een <Program> instructie wordt de SmartCard geprogrammeerd. Na de <Program> instructie wordt #.72 automatisch weer op gezet. Een macro in een Powerdrive laden. Zodra de macro file d.m.v. een <Read> instructie in een Powerdrive geladen wordt, zal de Powerdrive herkennen dat het een macro file betreft en dan niet eerst alle parameters in default zetten. Macro overdragen in een ander Powerdrive type. Stel dat de macro is gecreëerd in een Powerdrive-F3 en wordt overgedragen in bv. een Unidrive M7. Dit is uiteraard alleen mogelijk als de parameters in de macro ook aanwezig zijn in de Unidrive-M7., Handleiding versie 4 Pagina 82 van 98

83 Na het geven van de <Read> instructie zal er een <Card Product> trip optreden, dit is geen storing maar een waarschuwing dat er een verschil is tussen de Powerdrive waarin de macro is gecreëerd en de Powerdrive waar de macro in wordt overgedragen. Deze trip kan worden gereset en de macro parameters worden geladen in de Powerdrive. Meerdere macro files creëren op een SmartCard. Er kunnen meerdere macro s gecreëerd worden door deze op de SmartCard op te slaan met een uniek nummer. In parameter xx. kunnen drie files opgeslagen worden d.m.v. de <Save to file >, <Save to file 2> of <Save to file 3> instructie. D.m.v. de <Load to file >, <Load to file 2> of <Load to file 3> instructie kunnen deze files in de Powerdrive geladen worden. Opslaan van file 4 en hoger gaat d.m.v. het getal 4yyy in parameter xx.. Het laden in de Powerdrive gaat d.m.v. het getal 6yyy in parameter xx. (yyy is het file nummer). Indien een <Card Data Exists> trip optreedt, bevat de geselecteerde file al data. Deze file kan gewist worden met het getal 7yyy in parameter xx.. SmartCard trips: Trip Nr. Beschrijving Bijzonderheden Card Access 85 Communicatiefout tussen drive en SmartCard SmartCard mogelijk niet of niet correct geplaatst. Trip tijdens overdracht naar de SmartCard, dan is de file op de SmartCard niet compleet. Trip tijdens overdracht naar de drive, dan zijn parameters nog niet in het geheugen van de drive geplaatst, herstel oude programmering door de voeding van de drive uit en in te schakelen. Card Boot 77 SmartCard schrijffout Schrijfinstructie naar een menu parameter blijkt niet mogelijk (#.3 = Auto of Boot) en noodzakelijke file op de SmartCard is niet aanwezig. Controleer programmering van #.3, geef een reset en probeer opnieuw. Card Busy 78 SmartCard is momenteel bezet. SmartCard kan opdracht niet uitvoeren omdat de applicatiemodule communiceert met de SmartCard. Wacht en probeer later opnieuw. Card Compare 88 Programmering van de drive en de geselecteerde file op de SmartCard zijn niet gelijk. File 8yyy op de SmartCard is vergeleken met de drive en zijn niet gelijk. Zet #. handmatig op reset. Card Data Exists 79 Er is getracht data naar een file op de SmartCard over te dragen die al data bevat. Wis de file op de SmartCard met een 7yyy instructie, of selecteer een andere file op de SmartCard. Card Drive Mode 87 De geselecteerde file op de SmartCard en de drive hebben een ander werkingsprincipe (Open Loop / RFC-A / RFC-S) Card Error 82 SmartCard data structuur fout. - Sub-trip = Map en data structuur niet aanwezig. - Sub-trip 2 = De.DAT file is verstoord. - Sub-trip 3 = Twee of meer files in de <MCDF\> map hebben dezelfde identificatie. SmartCard status display: Trip treedt op tijdens een vergelijk met file 8yyy. Of tijdens overdracht van een file vanaf de SmartCard van een voor de F3 niet bestaand werkingsprincipe. Zie #.38. Reset heeft tot gevolg dat de file op de SmartCard wordt gewist en een correcte mapstructuur wordt aangemaakt. - Of probeer nogmaals na een reset. - Of wis alle datablokken. - Of vervang de SmartCard. Card Full 84 SmartCard is vol. Er wordt getracht een nieuw datablok aan te maken op de SmartCard maar er is geen plaats. Card No 83 Geselecteerde datablok bevat geen data. Data Card Option 8 Afwijkende optiemodule in SmartCard file en drive Dit is geen trip maar een waarschuwing. Data overdracht wordt volbracht maar de optiemodule wordt geprogrammeerd in fabrieksinstelling. Deze trip kan ook optreden bij een vergelijkfunctie. Card Product Card Rating 86 Card Read Only SmartCard 75 SmartCard file en drive type zijn afwijkend. (#.28) -Sub-trip = #.28 is afwijkend, na trip reset via #xx. = 9666 is data overdracht mogelijk -Sub-trip 2 = #.63 afwijkend (=GT8, =Olympian), reset mogelijk maar geen data overdracht. SmartCard file en drive hebben een verschil in nominale voedingssspanning of uitgangsstroom. 8 De Read only vlag op de SmartCard blokkeert een file overdracht. Card Slot 74 Communicatiefout tussen SmartCard en optiemodule. - Sub-trip = Optieslot nummer (Bij F3 atijd ) Of andere type Unidrive of een klant specifiek product Dit is geen trip maar een waarschuwing, data overdracht wordt volbracht. Controleer en corrigeer de inhoud betreffende parameters.. Deze trip kan ook optreden bij een vergelijkfunctie. De Read Only vlag is geactiveerd d.m.v. de 9888 instructie. De Read Only vlag op de SmartCard kan worden gewist met getal 9777 in #.. Kan optreden bij overdracht tussen optiemodule van en naar de SmartCard. De volgende indicatie kunnen bij het gebruik van de SmartCard in display verschijnen indien #.3 = Boot of Auto. Booting Een parameterset wordt bij inschakeling van de voedingsspanning in de Powerdrive geschreven. Writing To Een parameterset wordt bij inschakeling van de voedingsspanning in de SmartCard geschreven., Handleiding versie 4 Pagina 83 van 98

84 On-board PLC De Powerdrive-F3 heeft de mogelijkheid tot het opslaan en afhandelen van een 6kB on-board applicatieprogramma zonder de noodzaak van extra hardware in de vorm van een optiemodule. Het applicatieprogramma wordt geschreven met behulp van het gratis programma Machine Control Studio. Dit is een IEC63-3 programma gebaseerd op CoDeSys en is speciaal ontwikkeld voor Unidrive-M generatie waar de Powerdrive-F3 onderdeel van is. De volgende IEC63-3 programmeer-tools staan ter beschikking: POU Program Organization Unit Een verzamelnaam voor programma's, functieblokken en functies binnen CoDeSys en Machine Control Studio. ST Structured Text. Een tekst-editor programma overeenkomstig DPL, C en Java. LD Ladder Diagram. Een visueel programma gebaseerd op relais logica. FBD Function Block Diagram Een visuele programmeertaal waarin functies, functieblokken en variabelen geselecteerd en naar de gewenste plaats gesleept kunnen worden. IL Instruction List Een laag niveau op tekst gebaseerd PLC programma zoals toegepast in de eerste PLC generaties. CFC Continuous Function Chart. Een visuele programmeertaal gelijk aan Functie Blok Diagram met als voordeel dat de volgorde van afhandeling door de gebruiker bepaald kan worden. SFC Sequential Function Chart. Een visuele programmeertaal special ontwikkeld sequentiële (stap voor stap) toepassingen. OOP Object Orientated Programming. Een geavanceerde programmeer strategie waarbij het eenvoudig Is reeds ontwikkelde software en functieblokken her te gebruiken., Handleiding versie 4 Pagina 84 van 98

85 On-board PLC Ethernet: Onderstaande applicatievoorbeelden zijn op basis van een Ethernet verbinding tussen Powerdrives en/of externe apparatuur. zal in dit geval met een Ethernet applicatiemodule uitgerust moeten worden. Distributed Application Een system architectuur waarbij de toepassing wordt gecontroleerd door meerdere processors of on-board programma's in diverse Powerdrives. Real-Time Ethernet Een aanvulling op het Ethernet protocol die gesynchroniseerde communicatie mogelijk maakt tussen industriële apparatuur op basis van IEEE-588. Cyclic Data Data die verzonden wordt tussen apparatuur op een vaste interval. Centralized Application Een systeem architectuur waarbij de applicatie wordt gecontroleerd of gecoördineerd door één enkele externe processor, bv. een applicatiemodule in een Powerdrive of Unidrive M uit de M6 en M7 serie of een externe PLC of controller op basis van CoDeSys. Ethernet IP Voorbeelden beschikbaar via Modbus TCP Voorbeelden beschikbaar via Ethernet Ethernet Machine Control Studio: Door gebruik van de on-board PLC in combinatie met de Machine Control Studio zal een externe PLC in veel gevallen overbodig zijn. Via de machine Control Studio heeft de gebruiker toegang tot de standaard beschikbare functies en functieblokken van CoDeSys en van derden. De gebruiker heeft in de Machine Control Studio onder andere de beschikking over mathematische functies, vergelijkingen, timers, counters, multiplexers, latches en bitmanupilatie. voor tijdkritische afhandelingen is in de on-board PLC een real time task beschikbaar van 6ms, overige taken worden in een background task afgehandeld met een maximale scantijd van 256 ms. De on-board PLC heeft de beschikking over de volgende type variabelen: Boolean, integer (8 bit, 6 bit, 32 bit, met en zonder voorteken), floating point (64 bit), strings and time. Voor de Machine Control Studio is een menu beschikbaar van maximaal 3 parameters. Naam, functie en inhoud van deze parameters zijn door de gebruiker te definiëren en dit menu is toegankelijk via het toetsenbord. Beschikbaarheid: De Machine Control Studio is gratis beschikbaar via Handleiding versie 4 Pagina 85 van 98

86 Beschikbare software Beschikbare gratis software. De onderstaande softwareprogramma's zijn beschikbaar via Voor communicatie tussen de Powerdrive en de PC is de USB7 communicatiekabel noodzakelijk zoals twee pagina s terug is weergegeven. Connect Configuratie software. Vanaf F3 Connect versie V2.7. is het mogelijk om gelijktijdig met meerdere Powerdrives te communiceren. CTScope Digitale oscilloscoop (8 x analoog, 4 x digitaal) Elk kanaal van de oscilloscoop kan gekoppeld worden aan een drive adres waardoor het mogelijk is metingen te verrichten in meerdere Powerdrives gelijktijdig Machine Control Studio: Programmeer software voor de on-board PLC. Door gebruik van Machine Control Studio zal een externe PLC in veel gevallen overbodig zijn. Via Machine Control Studio heeft de gebruiker toegang tot de standaard beschikbare functies en functieblokken van CoDeSys en van derden.., Handleiding versie 4 Pagina 86 van 98

87 Menuoverzicht Powerdrive menu s. Alle parameters in de Powerdrive zijn opgenomen in een menu. Elk menu heeft omsloten functionaliteit binnen de Powerdrive, zoals in onderstaande illustratie is weergegeven. Menu a Frequentie wenswaarde selectie. Analoge wenswaardes (pagina 9) Preset frequenties Keuze Hand-Auto functionaliteit Toetsenbord bediening Offset en trim Hand Auto functionaliteit Menu b Frequentie wenswaarde behandeling..vrijgave bipolaire wenswaarde (pagina 9) Minimum en maximum frequentie Dode band instellingen Fire mode Menu 2 Wenswaarde integrator.. Acceleratie- en deceleratietijd (pagina 94) Versnellingsbegrenzing S-vormige integrator Deceleratiegedrag bij regeneratieve energie Menu 3 Toerental detecties Frequentie detectieniveaus (pagina 98) N = At speed Overspeed, Handleiding versie 4 Pagina 87 van 98

88 Menuoverzicht Menu 4 Stroom en koppelniveaus. Motorstroom- en motorkoppelmeting (pagina 99) Motorische en regeneratieve stroomgrens instellingen Thermische bewaking van de motor Overlast niveau s en overlast afhandeling Onderlast bewaking Stroomgrensregeling Menu 5 Motormap. Motortypeplaat (pagina 4) Autotune Modulator instellingen en schakelfrequenties Voltage boostinstellingen Slipcompensatie instellingen Omkeer fasenvolgorde Ventilator karakteristiek (energy saving) Thermisch management Menu 6 Sequencer.. Stopmethode (pagina ) Functionaliteit van de interne koelventilatoren Belastingsverdeling van remweerstanden Gedrag bij spanningsuitval Vliegende start (spin start) Urenteller en energiemeter Anti-condensverwarming van de motor Interne "run time clock" of "real time clock" Automatische slaap wakker functie Stand-by conditie (herstartvergrendeling) Low Voltage AC of DC voeding Menu 7 Analoge in- en uitgangen.. Volt of ma configuratie van de in- en uitgangen (pagina 22) Bestemming en oorsprong van de in- en uitgangen Motortemperatuur bewaking Motortemperatuur meting Menu 8 Digitale in- en uitgangen Bestemming en oorsprong van de in- en uitgangen (pagina 26) Aansturing relaisuitgangen Safe Torque Off ingang Menu 9 Interne logicablokken. Timers (pagina 3) Motorpotentiometer Logicablokken Interne oscilloscoop Menu Status- en tripinformatiebits.. Statusbits (pagina 36) Storingsregister Storing afhandeling Diagnose tijdens tripsituatie Bevroren parameters tijdens tripsituatie Overlastbewaking van de remweerstand Menu Diversen Seriële communicatie instellingen (pagina 4) Powerdrive-F3 hardware en software data SmartCard instellingen On board PLC instellingen Display instellingen Menu 2 Functieblokken. Programmeerbare niveaudetecties (pagina 44) Bewerkingsblokken Menu 4 (pagina 48) PID regelaar Menu 5 (pagina 56) Optiemodule slot Menu 6 (pagina 56) Optiemodule slot 2 Menu 7 (pagina 56) Optiemodule slot 3 Menu 8 (pagina 57) Applicatiemenu Menu 9 (pagina 57) Applicatiemenu 2 Menu 2 (pagina 57) Applicatiemenu 3 Menu 22 (pagina 58) Menu samenstelling Menu (pagina 6) RFC-A Menu 2 (pagina 62) RFC-A Menu 3 (pagina 64) RFC-A Menu 4 (pagina 66) RFC-A Menu 5 (pagina 68) RFC-A, Handleiding versie 4 Pagina 88 van 98

89 Toegepaste symbolen # Parameter identificatie..23 Programmeerbare parameter. 2. Diagnose parameter met een numerieke inhoud. De weergegeven eenheid volgt uit de parameterbeschrijving..3 Diagnose bitparameter, de inhoud is een logische of..23 Programmeerbare parameter, echter alleen via de overige menu's en niet direct via het toetsenbord Parameter opgenomen in menu. Parameter.6 heeft in menu het nummer.. Parameter opgenomen in menu 2. Parameter 5.24 is opgenomen in parameterset en 2. Parameterset 2 wordt afgehandeld in menu 2. _ Comparator. Het niveau van twee numerieke parameters worden met elkaar vergeleken en resulteerd in een logische of. Sommatiepunt. Twee numerieke waardes worden met verwerking van voorteken bij elkaar opgeteld. & logische AND poort x, Scaling. De waarde in #9.3 wordt vermenigvuldigd met het breukgetal gevormd door de inhoud van #9.24 / Inverter. Een numerieke waarde krijgt een ander voorteken en een bitwaarde wisselt van logisch niveau Begrenzing. De overdracht van #4.3 naar #4.4 wordt begrensd op het niveau wat in #5.6 is ingevuld Oorsprong. In #4.2 wordt het parameternummer ingegeven waarvan de inhoud wordt geladen in # # # Bestemming. In #4.6 wordt het parameternummer ingegeven van de parameter die geladen wordt met de inhoud van #4.., Handleiding versie 4 Pagina 89 van 98

90 F3 menu Wenswaarde selectie en behandeling Selecteer analoge input 2 V 2mA P TC V Analoge input 5 Analoge input 2 Menu 7 Analoge wenswaarde (Hz.) Analoge wenswaarde 2 (Hz.) 26 Menu 8 6 2mA Presets (Hz) P TC Menu P reset keuze t/m A.Preset A2.Preset 2 Preset 3 Keypad 4 A.A2 Wenswaarde keuze A2 Preset Keypad Trim %.38 Offset.4.9 (Hz) Geselecteerde preset ( - 8) Reserved 5 Keypad Ref 6 Wenswaarde keuze ( - 6) Automatische presetkeuze Slaap - W ak k er func tie Interval timer.6.48 Reset naar preset #6.53 = Slaapdrempel (Hz) #6.54 = Slaapvertraging (sec) #6.55 = Wakkervertraging (sec) Wenswaarde bij inschakeling Preset Last Reset 2 Hand.5 23 rpm Toetsenbord wenswaarde (Hz).7 Indien pres et 2 t/m 8 ges elec teerd is (#.22 t/m #.28) z al de pres et w ens w aarde v oorrang k rijgen bov en de ges elec teerde analoge w ens w aarde. D ez e pres ets elec tie k an ges c hieden door direc te programmering v an #.5, dan w el v ia bediening v an #.45 t/m #.47 v ia een digitale ingang (#.5 = ) of v ia een intern munu. AUTO HAND O FF, Handleiding versie 4 Pagina 9 van 98

91 Vrij progr. Run vooruit Fire mode Menu #6. Stopmethode #6.8 Stilstandkoppel #6.9 Vliegende start (spin start) #6.52 Anti condensverwarming #6.6 Stand-by vrijgave 6.3 Fire mode.54 Menu 6 AUTO HAND #.53 > > OFF.67 Fire mode actief Bipolair select Achteruit Min. en max. frequentie Min..7. Max Start / stop Fire mode frequentie (Hz).53 Integrator ingang (Hz).3 Unipolair Vooruit.8 _ Frequentie wenswaarde (Hz).2 Dode band instellingen Bipolair Achteruit _.6.6 Werkpunt Bandbr. Werkpunt 2 Bandbr _.7 Werkpunt 3 Bandbr Wenswaarde in dode band gebied.35, Handleiding versie 4 Pagina 9 van 98

92 F3 menu Wenswaarde selectie Parameter Eigenschappen Parameter Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden Par.nr. Progr.. Geselecteerde wenswaarde RO,B Hz. ± #.6 Diagnoseparameters.2 Wenswaarde na begrenzing RO,B Hz. ± #.6.3 Integrator ingang RO,B Hz. ± #.6.4 Wenswaarde offset RW,B Hz., ± #.6.6 Maximum frequentie RW,U Hz. 5, 55, (.2).7 (.) Minimum frequentie (zie ook #.8) RW,B Hz., #.6 #.7 (F-min) is niet actief bij bipolaire wenswaarde (#.=).8 Vrijgave negatieve minimum frequentie RW.Bit Off () On () Off = #.7 is minimum frequentie On = #.7 is max. frequentie achteruit.9 Wenswaarde offset selectie RW.U Off () On () Off = Sommatie van % wenswaarde. On = Sommatie van offset #.4. (.7) Vrijgave bipolaire wenswaarde RW.Bit Off () On () Bij bipolaire wenswaarde is minimum frequentie #.7 niet actief.. Wenswaarde vrijgegeven RO,Bit On () Powerdrive is gestart..2 Run achteruit geselecteerd RO,Bit On ().4 (.5) Wenswaarde keuze. RW,Txt A.A2 A.A2 Analoge wenswaarde klem 5 of klem 6, selectie d.m.v. klem 26. A.Preset* Analoge wenswaarde klem 5 en presets A2.Preset* Analoge wenswaarde klem 6 en presets Preset* Presets. Keypad Toetsenbord bediening. Reserved Gereserveerd. Keypad ref Toetsenbord wenswaarde * Preset selectie via #.45 t/m #.47 door gebruiker zelf te configureren in menu 8. (Zie ook #.5).5 Preset keuze RW,U Preset keuze d.m.v. #.45 t/m #.47 t/m 8 Preset t/m 8 in #.2 t/m #.28 9 Automatische preset keuze. Presets -8 worden cyclisch geselecteerd met een intervaltijd van #.6..6 Preset interval timer RW,U Sec., 4, Intervaltijd bij automatische preset keuze.7 Toetsenbord wenswaarde RO,B,S,K Hz., ± #.6 Frequentie wenswaarde indien #.4 in stand Keypad of Keypad Ref staat..2 (.24).22 (.25) Preset wenswaarde nr. Preset wenswaarde nr.2 RW,B Hz., ± #.6 Presets kunnen geladen worden met een permanente waarde en kunnen ook aan een analoge ingang,interne PID regelaar of motorpotentiometer.23 Preset wenswaarde nr.3 gekoppeld worden. (.26) De inhoud mag bipolair zijn mits #..24 Preset wenswaarde nr.4 (.27) =..25 Preset wenswaarde nr.5.26 Preset wenswaarde nr.6.27 Preset wenswaarde nr.7.28 Preset wenswaarde nr.8.29 Dode band werkpunt RW,U Hz., #.6 De bandbreedte vormt zich om het werk-.3 Dode band bandbreedte RW,U Hz., 25, punt. De grootte van het dode gebied is.3 Dode band 2 werkpunt RW,U Hz., #.6 daardoor gelijk aan twee maal de band-.32 Dode band 2 bandbreedte RW,U Hz., 25, breedte. Inhoud #.3 wordt vastgehouden totdat de wenswaarde in #.2.33 Dode band 3 werkpunt RW,U Hz., #.6.34 Dode band 3 bandbreedte RW,U Hz.. 25, de volledige dode band is gepasseerd..35 Wenswaarde in dode band gebied RO,Bit On ().36 Wenswaarde RW,B Hz. ± #.6 Deze parameters zijn fabrieksmatig aan.37 Wenswaarde 2 RW,B Hz. ± #.6 ingang een 2 gekoppeld. Bij een interne programmering naar deze parameters, zal eerst de koppeling met de analoge ingang ongedaan gemaakt moeten worden in menu Trim-percentage RW,B %. ±. Zie ook #.9.39 n.v.t..4 n.v.t., Handleiding versie 4 Pagina 92 van 98

93 F3 menu Wenswaarde selectie Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabrieks- Bereik Bijzonderheden progr..4 Selectie wenswaarde 2, klem 6. RW,Bit,K Off () On () Deze parameters kunnen de 5 wens-.42 Selectie preset wenswaarde waardes selecteren mits #.4=A.A2.43 Selectie toetsenbord wenswaarde Bediening via een digitale ingang..44 Gereserveerd.45 Selectie preset (bit ) RW,Bit,K Off () On () Deze parameters kunnen 8 presets.46 Selectie preset (bit ) selecteren, mits #.5 op staat..47 Selectie preset (bit 2) Bediening via een digitale ingang..48 Auto preset keuze naar preset RW,Bit Off () On () Zie ook #.5 en #.6.49 Geselecteerde freq. wenswaarde RO,U - 6 #.4 >, dan gelijk aan #.4. #.4 =, dan bepaald door #.4 t/m # Geselecteerd preset nummer RO,U Toetsenbord wenswaarde in #.7 bij inschakeling van de Powerdrive voedingsspanning. RW,Txt Reset Reset () Hz. Last () Laatste frequentie bij uitschakeling. Preset (2) Preset wenswaarde in # Hand-Auto keuzes RW,U - 3 Zie onderstaande beschrijving..53 Fire mode frequentie RW, U Hz.. 5. Uitgestuurde frequentie in Fire mode.54 Fire mode selectie RW,Bit,K Off () On () Activeren Fire mode via menu 8 #.52 : Hand-Auto situatie bij inschakeling van de voedingsspanning #.52 Situatie bij inschakeling van de AC voeding Hand-Auto uitgeschakeld. Hand, Auto en Off toets niet actief. (rode toets behoud reset functie) * Hand-Auto ingeschakeld. Auto mode bij voeding inschakeling. (Fabrieksinstelling) 2* Hand-Auto ingeschakeld. Hand mode bij voeding inschakeling in de Off status 3* Hand Auto ingeschakeld. Modus bij voeding inschakeling afhankelijk van situatie bij uitschakeling. - Uitschakeling in Hand mode tijdens bedrijf - Inschakeling in Hand mode in de Off status - Uitschakeling in Hand mode tijdens stilstand - Inschakeling in Hand mode in de Off status - Uitschakeling in Auto mode - Inschakeling in Auto mode * ATTENTIE: Bij ingeschakelde Hand-Auto modus is de rode Stop toets altijd actief Auto Hand Start Hand wenswaarde Stop* #.53 en#.54 : Fire mode De Fire Mode kan toegepast worden tijdens een brand in een gebouw waar de Powerdrive een ventilator aanstuurt die een essentiële functie vervuld m.b.t. de afvoer van de rookontwikkeling in het gebouw. Het belang van het gebouw gaat in deze situatie boven het belang van de Powerdrive en de motor. Tijdens de Fire Mode worden nagenoeg alle interne beveiligingen in de Powerdrive genegeerd en is zelfdestructie van de Powerdrive en de motor toegestaan met als doel de ventilator zo lang mogelijk in bedrijf te houden. Digitale ingang klem 25 is fabrieksmatig via menu 8 gekoppeld aan #.54 waarmee de Fire mode wordt geselecteerd. De Fire Mode heeft onvoorwaardelijke voorrang boven elke andere bedrijfsconditie en de enige voorwaarde is de aanwezigheid van Safe Torque Off via klem 29. In #.53 moet de uitgestuurde frequentie tijdens Fire Mode ingegeven worden en zodra #.53 een inhoud heeft > Hz. is de Fire Mode functie via klem 25 vrijgegeven. De inhoud In #.53 kan een vast ingegeven waarde zijn maar is ook vanuit een andere bron programmeerbaar. Fire mode frequentie Fire mode > Fire mode.54 Fire mode actief.67 Geselecteerde wenswaarde.2 29 Vrijgave (Safe Torque Off) & Integrator ingang.3, Handleiding versie 4 Pagina 93 van 98

94 F3 menu 2 Wenswaarde integrator Remote acceleratietijd selectie Remote deceleratietijd selectie Presetkeuze in menu gekoppeld aan integratietijd met overeenkomstig nummer Acceleratie Deceleratie Acceleratietijd selectie Deceleratietijd selectie Integrator ingang (Hz).3 A cceleratie f D eceleratie f Stroomgrens Menu 4 Integrator uitgang (Hz) 2. t t Ramp hold Lineair profiel Integrator fixeren 2.3 S-integrator Deceleratiebewaking Deceleratiegedrag bij regeneratieve energie Fast Standard Std.boost 6.9 Vliegende (spin) start Deceleratie met remweerstand Gecontroleerd verlengen Geforceerd decelereren Regeneratieve DC busspanning 2.8 S-profiel Profielkeuze 2.4 Single Percentage 2.7 Versnellingsbegrenzing 2.4 S profiel in % Integratietijd 2.39 Tijd tot Hz. Tijd tot F-max. (#.6), Handleiding versie 4 Pagina 94 van 98

95 F3 menu 2 Wenswaarde integrator Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 2. Integrator uitgang RO,B Hz. ± #.6 Diagnoseparameter 2.3 Integrator uitgang fixeren RW,Bit Off () On () On = Integratoruitgang wordt gefixeerd op de momentele waarde. 2.4 Deceleratiegedrag bij regeneratieve RW,Txt Standard Fast Remweerstand aangesloten (.5) energie in de tussenkring. (Zie tevens volgende pagina) Standard Gecontroleerd decelereren zonder remweerstand Std boost Geforceerd decelereren zonder weerstand 2.6 Vrijgave S-vormige integrator RW,Bit Off () Off () Trapeziumvormige integrator. (Zie tevens volgende pagina) On () S-integrator of versnellings begrenzing 2.7 Versnellingsbegrenzing RW,U Sec² / Hz. 3. 3, Zie volgende pagina 2.8 Regeneratieve tussenkringspanning RW,U Volt DC 75 8 Tussenkringspanning waarbij deceleatietijdverlenging optreedt. Instelling nooit lager dan,5 x de AC voedingsspanning. (Zie #2.9) 2.9 Deceleratiebewaking uitschakelen RW,Bit Off () On () Deze bewaking controleert een kritische of te lage instelling van #2.8. Als na sec. de deceleratie niet is ingezet zal de UDC regeling uitgeschakeld worden. 2. Acceleratietijd keuze RW,U Acceleratietijdselectie via.#2.32 t/m #2.34 t/m 8 Acceleratietijd t/m 8 in #2. t/m #2.8 9 De preset keuze in menu selecteert een acceleratietijd met overeenkomstig nummer. 2. Acceleratietijd RW,U Sec. 2, 32, Tijd overeenkomstig de keuze in #2.39 (.3) 2.2 Acceleratietijd Acceleratietijd Acceleratietijd Acceleratietijd Acceleratietijd Acceleratietijd Acceleratietijd Deceleratietijd keuze RW,U Deceleratietijdselectie via.#2.35 t/m #2.37. t/m 8 Deceleratietijd t/m 8 in #2.2 t/m # De preset keuze in menu selecteert een deceleratietijd met overeenkomstig nummer. 2.2 Deceleratietijd RW,U Sec. 2, 32, Tijd overeenkomstig de keuze in #2.39 (.4) 2.22 Deceleratietijd Deceleratietijd Deceleratietijd Deceleratietijd Deceleratietijd Deceleratietijd Deceleratietijd Geselecteerde acceleratie RO,U - 8 Diagnoseparameter 2.3 Geselecteerde deceleratie RO,U Acceleratietijd keuze RW,Bit,K Off () On () Via de binaire waarde van deze drie 2.33 Acceleratietijd keuze parameters kunnen de 8 acceleratietijden 2.34 Acceleratietijd keuze geselecteerd worden mits #2. =. Bediening via een programmeerbare ingang Deceleratietijd keuze RW,Bit,K Off () On () Via de binaire waarde van deze drie 2.36 Deceleratietijd keuze parameters kunnen de 8 deceleratietijden 2.37 Deceleratietijd keuze geselecteerd worden mits #2.2 =. Bediening via een programmeerbare ingang Definitie integratietijd RW,U Off () Off () Integratietijd overeenkomstig tot Hz On () Integratietijd overeenkomstig tot # S profiel in % RW,U %, 5, Zie volgende pagina. 2.4 S profiel keuze RW,U Single Percentage, Handleiding versie 4 Pagina 95 van 98

96 F3 menu 2 Wenswaarde integrator #2.4 : Deceleratiegedrag bij regeneratieve energie Regeneratieve energie vanuit de motor zal terugvloeien in de Powerdrive en de tussenkringspanning doen aanstijgen omdat energie terugvoeden naar het net niet mogelijk is. Tijdens het decelereren is een drietal keuzes mogelijk om te voorkomen dat de Powerdrive in storing gaat als gevolg van een te hoge tussenkringspanning. Chopperniveau Unet x,4 Met remweerstand #2.4 = Fast Zodra de tussenkringspanning het DC chopperniveau bereikt heeft, zal de remchopper in de Powerdrive aangestuurd worden en alle regeneratieve energie in de externe remweerstand doen vernietigen. (Alleen Powerdrives in de bouwgrootte 3 t/m 8 zijn uitgerust met een remtransistor). Remchopper actief 2.8 Unet x,4 Zonder remweerstand #2.4 = Standard (gecontroleerd decelereren) Zodra bij decelereren de tussenkringspanning is overschreden die in #2.8 is vastgelegd, zal d.m.v. de in #5.3 vastgelegd regelgedrag de deceleratietijd verlengd worden. Zie illustratie onderaan deze pagina. #2.4 = Std boost (geforceerd decelereren) Als modus Standard maar nu wordt de motorspanning met 2% verhoogd waardoor de motor verzadigd. De motor zal nu meer verliezen hebben en daardoor remenergie in de motor vernietigen waardoor er minder energie naar de Powerdrive terugvloeit en de motor dus sneller kan afremmen. Gecontroleerd verlengen Tussenkring spanning Tussenkring spanning Deceleratie met remweerstand Deceleratie zonder remweerstand Frequentie Frequentie Tijd Inschakelpunt remchopper. De DC tussenkringspanning waarbij de remchopper 4VAC = 78VDC 5.5 Remweerstand waarde Tussenkringspanning Tussenkringspanning Deceleratiegedrag bij regeneratieve energie 2.4 P verst. Powerdrive bouwgrootte en is vermeld voorin deze 5.3 Fast handleiding S tandar d Standard 2.8 bij de specificatie Tussenkring- van de betreffende ramp voltage S td.boost spannings- regeling Remweerstand beveiliging 5.5 Tussenkringspanning beveiliging van Raadpleeg voor de juiste de 5.5 Deceleratiegedrag bij Deceleratiegedrag bij regeneratieve energie regeneratieve energie 2.4 P verst. 2.4 P verst actief is afhankelijk Fast van de voedingsspanning Fast van de S tandar d S tandar d Standard 2.8 Tussenkring- Standard 2.8 Tussenkring- Powerdrive. ramp voltage 23VAC S td.boost = spannings- regeling 39VDC ramp voltage S td.boost spannings- regeling De waarde van de remweerstand is afhankelijk van de bouwgrootte. remweerstand #.3, #.3, #.6 en de illustratie in menu over dit onderwerp. Standard ramp voltage 2.8 Tijd Deceleratiegedrag bij regeneratieve energie 2.4 Fast S tandar d S td.boost Deceleratieverlenging P verst. 5.3 Tussenkringspanningsregeling 5.5 Tussenkringspanning, Handleiding versie 4 Pagina 96 van 98

97 F3 menu 2 Wenswaarde integrator #2.4: S profielkeuze Nadat er met #2.6 de S-integrator is gekozen, zijn er twee S profielkeuzes mogelijk in de Powerdrive. ) #2.4 in de stand Single geeft een versnellingsbegrenzing waarbij de acceleratie of deceleratie zo nodig zal worden verlengd om de ingestelde versnelling of vertraging niet te overschrijden. 2) #2.4 in de stand Percentage geeft een S-profiel waarbij een percentage van de lineaire integratietijd de S-vorm heeft met behoud van de geprogrammeerde totaaltijd. #2.4 = Single, versnellingsbegrenzing Onderstaande illustratie geeft een beeld van de uitwerking van deze modus. Als voorbeeld is links een lineaire acceleratie gegeven van sec. en een deceleratie van 7 sec. De rechtse illustratie geeft de uitwerking bij een willekeurig gekozen begrenzing in #2.7. Deze gekozen waarde in #2.7 heeft uitwerking op de gehele acceleratie en deceleratiecurve. De acceleratie is enorm verlengd van tot 6 sec terwijl de deceleratie slechts gering is aangepast om aan de ingestelde versnelling te voldoen. De vorm van het S-profiel is hier dus het resultaat van de gekozen versnellingsbegrenzing. #2.4 = Percentage, S-profiel In deze modus is het mogelijk om een percentage van de lineaire integratietijd om te vormen tot een S-vorm. Onderstaand voorbeeld geeft een geprogrammeerde acceleratie van 5 sec. en een deceleratie van 8 sec. bij een S-vorm in #2.4 van 2%. Het resultaat is dat tussen % tot 2% en van 8% tot % een S- vorm aanwezig zal zijn, het resterende deel is lineair. De totaaltijd blijft gelijk aan de geprogrammeerde lineaire tijd van 5 en 8 sec. Indien #2.4 op 5% geprogrammeerd wordt zal er geen lineair deel meer zijn en de gehele acceleratie en deceleratie een S-vorm hebben #2.4 #2.4, Handleiding versie 4 Pagina 97 van 98

98 F3 menu 3 Toerental detecties Integrator ingang (Hz).3 Wenswaarde integrator Integrator uitgang (Hz) 2. Uitgestuurde frequentie (Hz) 5. Stroomgrens Menu 4 Slipcomp. Menu 5 N = (Hz) 3.5 _ N =.3 N < m in. Overspeed drempel (Hz) N-max. (Hz) N-min. (Hz).7 #3.8 > 2%,5 Hz. Bipolaire wenswaarde.4 Overspeed trip N Relatief / absoluut 3.9 N bereikt ondergrens (Hz) 3.6 _ N te laag.5 Snelheid bereikt.3 Frequentie wenswaarde voor de integrator (Hz) _ N N bereikt bovengrens (Hz) 3.7 _ =>.7 N te hoog.6 Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. progr. Bereik Bijzonderheden 3.5 Toerental nul drempelniveau RW,U Hz. 2, 2, #3. =< #3.5, dan #.3 = 3.6 Frequentie bereikt ondergrens RW,U Hz., 55, 3.7 Frequentie bereikt bovengrens RW,U Hz., 55, 3.8 Overspeed drempelniveau RW,U Hz., 55, 3.9 Frequentie bereikt meetmethode RW,Bit Off () Off () Wenswaarde bereikt On () Absoluut niveau bereikt, Handleiding versie 4 Pagina 98 van 98

99 F3 menu 4 Stroom en koppelniveaus Motorkoppel (%) Frequentiewenswaarde Wenswaarde integrator Integrator uitgang (Hz).3 2. Motormap Uitgestuurde frequentie (Hz) Filter Nom. koppel (Nm) P I Motorstroommeting Stroomgrens regeling Gecontroleerd decelerer en Ride through, tijdens netuitval 4.2 Netuitval Udc det. niveau 6.48 Standard ramp voltage Ramp mode 2.4 Fast S tandar d S td.boost Netuitval methode P verst. 5.3 Tussenkringspanningsregeling 5.5 Stroomgrens actief = Totale motorstroom (A) 4.2 = Belastingsstroom (A) 4.7 = Magnetiseringsstroom (A) 4.2 = Belastingsstroom % 4.24 = Max. #4.2 Deceleratie verlengen indien geen remweerstand. Tussenkringspanning Onderlast detectie #4.27 = Lastniveau #4.28 = Snelh. niveau #4.29 = Trip vrijgave Last (%) Snelheid (rpm) Onderlast actief Motor nominaalstroom Stroomgrens Motorisch Regeneratief Symmetrisch 4.8 Powerdrive nominaalstroom Stroomgrens Therm. tijdconst Overlastmethode 4.6 Laag toeren thermische bewaking 4.25 Overbelastingsdetectie van de motor Cont. Tijdconststand Weer- verm Overbelastingsdetectie van de remweerstand Registerinhoud bij inschakeling Power Down Zero Real Time Overlast register Overbelast Stoomgrens actief Overlast register >75% Overlast register Overlast register >75%, Handleiding versie 4 Pagina 99 van 98

100 F3 menu 4 Stroom en koppelniveaus Parameter Eigenschappen Parameter Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 4. (.2) 4.2 Gemeten motorstroom Gemeten laststroom RO,U RO,B Amp. Amp. 22% I-nom. heavy duty Maximale waarde in deze parameters is afhankelijk van de geprogrammeerde motormap parameters. (.3) 4.3 Motorkoppel opdracht RO,B %.% 4.4 Motorstroom opdracht RO,B % 4.5 Stroomgrens motorisch RW,U % 65,* * Bij bouwgrootte 9 is de fabrieks- 4.6 Stroomgrens regeneratief RW,U % 65,* programmering 42% 4.7 (.6) Stroomgrens symmetrisch RW,U % 65,* 4.3 P-aandeel stroom(grens)regeling RW,U (.39) 4.4 I-aandeel stroom(grens)regeling RW,U (.4) 4.5 Motor thermische tijdconstante RW,U sec. 89 3, Zie beschrijving volgende pagina. (.53) 4.6 Overbelastingsmethode RW,Bin (2 bit) Indien #4.9 = % dan zal... (zie beschrijving volgende pagina's) bit bit= - Motor Too Hot trip bit= - Afhandeling volgens bit. bit bit= - Stroomgrens reductie tot 95% bit= - Stroomgrens reductie tot 95%, zo nodig aangevuld met proportionele reductie afhankelijk van drive temp. 4.7 Magnetiseringsstroom (fluxstroom) RO,U Amp. 4.8 Stroomgrensniveau RO,U % 4.9 Overbelastingsregister RO,U,S %, Afhandeling volgens #4.6 en #4.36. (zie beschrijving volgende pagina) 4.2 Procentuele motor belasting RO,B % % komt overeen met nominaal motorkoppel volgens motormap-data. Max inhoud wordt bepaald door # Uitschakelen filter in stroommeting RW,Bit Off () Off () 6ms filter in de stroommeting On () 25µs filter in de stroommeting 4.24 Scaling koppel meetwaarde #4.2. RW,U % 65, 65, #4.24 bepaald de max. inhoud #4.2. Bij koppeling met een analoge uitgang komt #4.24 overeen met V. Maak #4.24 minimaal gelijk aan de ingestelde stroomgrens 4.25 Laag toeren thermische bewaking. (zie beschrijving volgende pagina) RW,Bit Motor heeft een geforceerde koeling. Motor heeft eigen koeling Motorkoppel als % van #4.4 RO,B % Koppelafname boven nominaal toerental is hierin verwerkt Lastniveau bij onderlastbewaking RW,U %, Zie beschrijving volgende pagina s 4.28 Frequentieniveau bij onderlastbew. RW,U Hz., Vrijgave onderlast trip RW,Bit Off () On () 4.36 Overbelastingsregister bij inschakeling van de voedingsspanning. (zie beschrijving volgende pagina's) RW,Txt Power Down Power Down Inhoud van #4.9 wordt bij uitschakeling opgeslagen en is de startwaarde na her-inschakeling. Zero Na her-inschakeling is #4.9 weer % Real Time Via de real time clock in de Powerdrive zal na her-inchakeling #4.9 aangepast worden afhankelijk van het tijdverschil tussen uit- en inschakeling Motor thermische tijdconstante 2 RW,U sec. 89 3, Voor motoren met een verhoogde 4.38 Scaling thermische tijdconstante 2 RW,U % thermische impedantie tussen de 4.39 IJzerverliezen als % van totaal RW,U % wikkelingen en het stator ijzerpakket 4.4 Nominaal motorkoppel RW,U Nm, 5, Motorkoppel kan als volgt worden berekend: T = (P x 955) / N. Oftewel: Nm = (kw x 955) / rpm. #4.26 wordt hiermee bepaald., Handleiding versie 4 Pagina van 98

101 Thermische bewaking van de motor F3 menu 4 Stroom en koppelniveaus Functie: Het bewaken van de motortemperatuur aan de hand van een rekenmodel met als uitkomst de veronderstelde motortemperatuur. Dit is van belang bij motoren die niet zijn uitgerust met een temperatuurbewaking in de vorm van een PTC of thermoschakelaar. Deze bewaking en de programmering ervan heeft uitsluitend betrekking op de motor en heeft geen invloed op de overlastbewaking van de Powerdrive zelf. Werking: De toegestane overbelasting is afhankelijk van de temperatuur van de motor. Immers een koude motor kan meer energie absorberen dan een warme motor voordat de kritische motortemperatuur bereikt is. De koelmethode van de motor wordt ook in de thermische berekening verwerkt en in #4.25 kan geselecteerd worden of de motor met een geforceerde koeling is uitgevoerd. (zie beschrijving #4.25 op de volgende pagina). Voor motoren met een verhoogde thermische impedantie tussen de wikkelingen en het stator ijzerpakket is het mogelijk de thermische berekening hierop aan te passen en daarmee de wikkeling optimaal te bewaken. Hiertoe moeten dan #4.37 t/m #4.39 geprogrammeerd worden. Het thermisch model gaat uit van een omgevingstemperatuur van 5 C, echter wanneer de omgevingscondities van de motor gunstiger zijn of wanneer de motor is uitgerust met een temperatuurbewaking in de vorm van thermistor o.i.d., is het mogelijk de thermische tijdconstante van de motor in #4.5 te verhogen, zie hiertoe onderstaande grafieken. Overlastregister: De inhoud van #4.5 representeert de opwarmtijd van een standaard IEC motor, hierdoor is het thermische model in de Powerdrive in staat de procentuele temperatuur van de motor bij benadering te berekenen. In feite is dit een softwarematige benadering van een conventioneel bimetaalrelais in de motorleiding. De veronderstelde procentuele motortemperatuur wordt weergegeven in overlastregister #4.9. Bij het tijdelijk uitschakelen van de voedingsspanning kan d.m.v. #4.36 geselecteerd worden wat er met de inhoud van het overlastregister gebeurd bij herinschakeling. In #4.36 kunnen 3 keuzes gemaakt worden en zijn beschreven op de volgende pagina. Onderstaande grafieken geven het verband weer tussen de berekende motortemperatuur en de beschikbare overbelastingstijd op basis van maximaal beschikbaar motorkoppel van resp. 5% (heavy duty) en % (normal duty). De doorgetrokken lijn is overeenkomstig een inhoud in #4.5 van 89, (fabrieksinstelling) en de gestippelde lijn geeft het verloop weer bij een inhoud in #4.5 van willekeurige hogere waarde. De motortemperatuur in deze grafieken kan worden gelezen als de inhoud van het overlastregister #4.9. Bij een lager motorbelasting percentage als de hier gegeven 5% en % resulteert uiteraard in een langere toegestane overbelastingstijd. 5% motorbelasting % motorbelasting Overlast vooralarm: Zodra #4.9 de waarde van 75% heeft overschreden zal een vooralarm worden gegeven waarbij de melding Motor Overload in display zal verschijnen en tevens wordt parameter #.7 op On gezet waarmee een extern alarm kan worden gegenereerd. Overlast trip: Indien #4.9 een inhoud van % heeft bereikt zal er actie ondernomen worden volgens de programmering van #4.6, zie hiertoe de volgende pagina. Uitschakelen thermisch motormodel: Wanneer #4.5 verhoogd wordt naar de maximale inhoud van 3 dan is effectief gezien de het thermisch model in de Powerdrive uitgeschakeld, de motor moet dan wel op een andere wijze bewaakt worden in de vorm van een PTC of thermoschakelaar., Handleiding versie 4 Pagina van 98

102 F3 menu 4 Stroom en koppelniveaus #4.6 : Overlast afhandeling Indien het overlastregister #4.9 (zie voorgaande pagina) een inhoud van % heeft bereikt zal de Powerdrive volgens fabrieksprogrammering overgaan in een Motor Too Hot trip. Echter op dit moment kan d.m.v. #4.6 een andere afhandeling gekozen worden. Binnen de afhandeling van deze functie zal de stroomgrens worden verlaagd waardoor de motor mogelijk op een lager toerental zal gaan draaien. Er is dus de voorwaarde dat een werktuig aangedreven wordt waarbij verlagen van de snelheid zal leiden tot een lager motorkoppel, hierbij valt te denken aan ventilatoren en centrifugaalpompen. Neemt het motorkoppel niet af bij een lager toerental dan zal de uitwerking zijn dat de motor nagenoeg tot stilstand zal komen. #4.6 = Indien #4.9 = % zal een Motor Too Hot trip optreden. De Powerdrive kan worden gereset maar de inhoud van #4.9 zal niet worden gereset. Na de reset zal of de belasting moeten worden verlaagd of de aandrijfset laten afkoelen waarbij het de inhoud van #4.9 weer langzaam zal afnemen. #4.6 = Indien #4.9 = % zal de stroomgrens worden verlaagd naar 95% van de nominale motorstroom. De motor zal afhankelijk van de koppel-toerenkromme van het werktuig een lager toerental aannemen waarbij de motorstroom zich stabiliseert op 95%. Zodra de inhoud van #4.9 is teruggelopen naar 95% zal de stroomgrens weer terug gezet worden op de oorspronkelijke waarde. #4.6 = Indien #4.9 = % zal de stroomgrens worden verlaagd op de manier zoals hierboven is beschreven. In aanvulling hierop zal de stroomgrens ook worden verlaagd indien de thermische belasting van de Powerdrive in #7.36 een niveau heeft bereikt hoger dan 9%. De stroomgrens zal proportioneel verlaagd worden en bij een inhoud in #7.36 van 9% zal de stroomgrens verlaagd worden naar 9% en bij een inhoud van 99% zal de stroomgrens nog slechts % zijn. Bij deze methode zal er dus alles aan gedaan worden om het uitvallen op motorbelasting of drive temperatuur te voorkomen. Uitgestuurde frequentie (Hz) 5. Registerinhoud bij inschakeling 4.36 Power Down Zero Real Time 4.9 Overlast register % Overlast methode Motor Too Hot trip 4. = Totale motorstroom (A) 4.2 = Belastingsstroom (A) 4.7 = Magnetiseringsstroom (A) 4.2 = Belastingsstroom (%) > Stroomgrens reductie gebaseerd op: - Motorstroom Stroomgrens reductie gebaseerd op: - Motorstroom - Drive temperatuur #4.25 Laag toeren thermisch model van de motor. Het hierboven beschreven thermisch model van de motor is gebaseerd op de geselecteerde koelmethode van de motor. D.m.v. #4.25 kan de keuze gemaakt worden uit twee koelmethodes. #4.25 = (fabrieksinstelling) De motor is uitgerust met een geforceerde koeling waarmee is zeker gesteld dat de motor over het gehele frequentiegebied optimaal is gekoeld. #4.25 = De motor is uitgerust met een waaier op de eigen motoras en heeft daardoor gereduceerde koeling bij lage frequenties. Het thermisch model anticipeert hierop en bewaakt het gearceerde gebied., Handleiding versie 4 Pagina 2 van 98

103 F3 menu 4 Stroom en koppelniveaus #4.25 Laag toeren thermisch model van de motor. % #4.25 = Geforceerd gekoeld % 7% #4.25 = Eigen koeling #5.7 #5.7 Motors troom % Motors troom 5% % Motorfrequentie #5.6 Motorfrequentie #5.6 #4.36 : Overlastregister bij herinschakeling van de voedingsspanning De inhoud van #4.9 zal zolang de voeding van de Powerdrive ingeschakeld blijft een inhoud hebben overeenkomstig het I²t rekenmodel. Bij het uit- en weer inschakelen van de voedingsspanning zijn er d.m.v. #4.36 de volgende keuzes. #4.36 = Power Down (fabrieksinstelling) Bij het uitschakelen van de voedingsspanning zal de inhoud van #4.9 opgeslagen worden in het geheugen van de Powerdrive en bij herinschakeling zal deze waarde weer in #4.9 geladen worden. Het resetten van het overlast register door de voedingsspanning uit en in te schakelen is hiermee geblokkeerd. #4.36 = Zero Bij het inschakelen van de voedingsspanning is de inhoud van #4.9 altijd %, het overlastregister wordt dus gereset door de voeding uit te schakelen. Dit kan een gevaarlijke keuze zijn indien de motor niet is uitgerust met een overtemperatuur detectie. #4.36 = Real Time Via de Real Time Clock in de Powerdrive kan bepaald worden hoe lang de voeding uitgeschakeld is geweest. Bij herinschakeling zal de inhoud van #4.9 worden aangepast afhankelijk van het absoluut tijdverschil tussen het uit- en inschakelen van de voedingsspanning, waardoor berekend kan worden hoe ver de motor is afgekoeld. #4.27 t/m #4.29 : Onderlast bewaking Indien het koppel detectieniveau in #4.27 op staat is deze bewaking uitgeschakeld. Deze detectie is niet actief tijdens het accelereren en decelereren van de motor, dus alleen als At Speed #.6 =. Zodra de frequentie en belasting in het gearceerde gebied komen zal #.62 op gezet worden en een Low Load alarm in display verschijnen. Met #.62 kan een externe melding gegenereerd kan worden. #4.2 Koppel Low load #.62 = #4.27 (%) Met #4.29 kan een Low Load trip vrijgegeven worden. Zodra #.62 = zal geen alarm verschijnen maar zal de drive direct in tripsituatie overgaan. #5, frequentie #4.28 (Hz) Low Load Koppelniveau Belasting van een ventilator of centrifugaalpomp 4.27 Low Load afhandeling > Low Load alarm of trip Low Load detectie uitgeschakeld 4.29 Load < #4.27 en Freq. > #4.28 #.62 = Low Load alarm Low Load trip, Handleiding versie 4 Pagina 3 van 98

104 F3 menu 5 Motormap L L2 L3 AC detectie methode Langzaam opladen Gelijkrichter Tussenkringspanning (V) 5.5 Frequentie opdracht (Hz) 2. Motormap Nom. frequentie Nom. stroom Nom. toerental Nom. spanning Nom. cos. phi P ooltal 5.7 S tator weerstand 5.24 Transiente inductie 5.25 S tator inductie Spanningsregeling B oost methode Fixed boost niveau V entilator curve 5.4 S pin start boost Uitgestuurde spanning (V) 5.2 Uitgestuurde frequentie (Hz.) 5.. DC - tussenkring Volt Hertz Modulator Slipcompensatie Schakelfrequentie Schakelfrequentie Autotune Max. schakelfrequentie 5.35 A uto schakelfrequentie 5.36 S chakelfreq. stapgrootte 5.38 Min. schakelfrequentie 5.39 Max. temp. rimpel S tabiele modulatie Quasi blokgolf mod. Afgegeven vermogen (kw) Draairichting omkeer 5.42 U V W W V U 5.3 U x I x 3 Tijdvertraging 6.58 Vrijgave Vrijgave slipcompensatie Fasen en onbalans bewaking Motor m ap Belastingsstroom = begrenzing 4. = Totale motorstroom (A) 4.2 = Belastingsstroom (A) 4.7 = Magnetiseringsstroom (A) 4.2 = Belastingsstroom (%) 4.7 U V W Motortoerental (omw. / min.) 5.4, Handleiding versie 4 Pagina 4 van 98

105 F3 menu 5 Motormap Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden. progr. 5. Uitgestuurde frequentie RO,B Hertz ±55 Diagnose parameters (.) 5.2 Uitgestuurde motorspanning RO,U Vac 65 (4) 93 (69) 5.3 Afgegeven vermogen RO,B kw ±99999,9 5.4 Motortoerental RO,B, rpm ±33 (.) 5.5 Tussenkringspanning RO,U Vdc 83 (4) 9 (69) 5.6 Nominale motorfrequentie RW,U Hertz 5, 55, Gegevens van de motortypeplaat. (.47) 5.7 (.46) Nominale AC motorstroom RW,U Amp. # Nominaal motortoerental RW,U rpm 5 33 (.45) 5.9 (.44) Nominale AC motorspanning RW,U Volt (.43) Nominale motor cos.φ RW,U,85, Gegevens van de motor typeplaat. Indien cos φ niet bekend, raadpleeg dan # (.42) Motor polen RW,Txt Polen Auto Auto 48 Auto = Berekening volgens motor data 2 Pole = 2 polig - 3 RPM 4 Pole = 4 polig - 5 RPM 6 Pole = 6 polig - RPM, etc. 5.2 (.4) 5.3 (.9) 5.4 (.7) Keuze en vrijgave auto tune ter bepaling van de motorkarakteristiek. (zie beschrijving op de volgende pagina's) RW,U Eerst #5.7 t/m #5. invullen Uit Statische autotune: Statormeting bij stilstand, zet #5.2 op, geef een start, motor gaat nu niet draaien. 2 Roterende en statische autotune: Stel zeker dat de motor onbelast is. Stop de drive. Zet #5.2 op 2, start de drive. Nu volgt eerst de statische autotune, daarna gaat de motor enige tijd op 65% snelheid draaien in de geselecteerde richting, stopt zichzelf en loopt vrij uit. Neem de vrijgave en run weg om daarna weer te kunnen starten. Statische auto tune #5.7 stator weerstand #5.59 Max. dode tijd comp. Roterende auto tune #5. cosφ (#.9) #5.24 transient inductie #5.6 Stroom bij max. comp. #5.25 stator inductie Bij de roterende auto tune wordt de statorinductie in #5.25 gemeten van waaruit de cosφ bepaald wordt in #5. en #.9. Zolang er een waarde in #5.25 staat is de cosφ in #5. en #.9 niet meer handmatig te wijzigen. Ventilatorkarakteristiek RW,Bit On () Off () Constant koppel werktuigen (zie beschrijving op de volgende pagina's) Boost methode (zie beschrijving op de volgende pagina's) On () Aangepaste Volt/Hertz verhouding voor ventilatoren en centrifugaalpompen. Geeft minder geluid en minder verliezen in de motor. RW,U,Txt Ur_I Ur S Vectorregeling met statorweerstandsmeting in #5.7 bij elke start. Ur Vectorregeling met vast geprogrammeerde statorweerstand in #5.7. Fixed Gefixeerde boost. (zie #5.5) Ur Auto Vectorregeling met statorweerstandmeting bij eerste start af de fabriek (of default) Schakelt vervolgens permanent om naar Ur Ur I Vectorregeling met statorweerstandmeting in #5.7 bij eerste start na inschakeling van de voeding Square Gefixeerde boost met kwadratische curve t.b.v. ventilatoren en centrifugaalpompen. 5.5 Gefixeerd boost niveau RW,U % 3, 25, Indien #5.4 = Fixed of Square. (.8) 5.7 Statorweerstand RW,U Ω,, Wordt gemeten tijdens statische autotune. Zie ook #5.4., Handleiding versie 4 Pagina 5 van 98

106 F3 menu 5 Motormap Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. progr. 5.8 Schakel- c.q. modulatiefrequentie (.4) (zie beschrijving op de volgende pagina's) Bereik Bijzonderheden RW,U khz Selecteerbaar zijn: 2, 3, 4, 6, 8, 2 en 6 khz. Hogere schakelfrequentie geeft een lager geluidsniveau van de motor en hogere thermische verliezen in de Powerdrive. 5.9 Vector-pauze modulatie RW,Bit Off () On () Met name 6- en 8-polige motoren kunnen resonantieverschijnselen hebben bij lage frequenties en lage belasting. Of motoren bij nullast of vollast bij nominale frequentie. Deze modulatievorm geeft een hoger geluidsniveau van de motor en meer verliezen in de drive bij lage frequenties. 5.2 Quasi blokgolf modulatie RW,Bit Off () On () Ter verkrijging van een iets hogere uitgangsspanning dan ingangsspanning van de drive. Toepasbaar bij een lage voedingsspanning of lange motorkabel. Uitsluitend toepasbaar bij constant koppel applicaties bij een schakelfrequentie van max. 4kHz. Geeft meer harmonische motorstroom en dus meer motorverliezen in dit gebied Transiente motorinductie RW,U mh, 5, Wordt gemeten tijdens statische autotune Stator inductie RW,U mh, 5, Wordt gemeten tijdens roterende autotune Vrijgave slipcompensatie (zie beschrijving op de volgende pagina's) RW,Bit Off () On () Belastingsafhankelijk zal de motorfrequentie verhoogd worden om het toerental van de motoras constant te houden. Bij % is dit overeenkomstig de motortypeplaat # Versterking U-DC regeling RW,U 3 Tijdens het gecontroleerd decelereren (zie #2.4) of bij Ride Thru (zie #6.3) zal de tussenkringspanning constant gehouden worden d.m.v. deceleratie. De versterking van deze regelkring wordt bepaald door # Schakelfrequentie niet verlagen bij thermische overbelasting. (zie beschrijving op de volgende pagina's) RW,Txt Enabled Enabled Het thermische model van de Powerdrive verlaagd de schakelfrequentie zo nodig om oververhitting van de IGBT transistoren te voorkomen. Zie ook #5.38 Disabled Schakelfrequentie blijft gefixeerd op de inhoud van #5.8 No Ripple Detect Verlagen van de schakelfrequentie is actief, maar de temperatuur rimpel wordt daarbij niet verwerkt. Overschrijden van de inhoud van #5.39 resulteert nu in een overtemp. Trip Auto schakelfrequentie stapgrootte RW,U 2 Indien #5.35 is vrijgegeven zal zo nodig de schakelfrequentie verlaagd worden van het #5.8 naar #5.38 niveau. Verlaging met stap, 6>2>8>6>4>3>2 2 Verlaging met 2 stappen, 6>8>4> Actuele schakelfrequentie RO,U khz. 2-6 Diagnose parameter 5.38 Laagste schakelfrequentie RW,U khz Maximum temperatuur rimpel RW,U C Zie # Voltage boost bij vliegende start (zie beschrijving op de volgende pagina's) Indien automatische schakelfrequentie reductie is vrijgegeven kan bij oplopende thermische belasting de schakelfrequentie teruglopen tot de laagte frequentie. D.m.v. deze parameter kan hier een minimum schakelfrequentie aan toegekend worden. RW,U,, Fabrieksinstelling is voldoende voor kleine motoren. Bij te hoge waarde accelereert de motor bij vliegende start vanaf stilstand. Bij te lage waarde is de vliegende start software niet in staat het motortoerental te scannen Motorfasen omkeren RW,Bit Off () On () Draaiveld aan de uitgang wordt omgekeerd, kan voordeel bieden bij grote motoren met dikke motorkabels. Omschakeling bij Inhibit., Handleiding versie 4 Pagina 6 van 98

107 F3 menu 5 Motormap #5.2 : Autotune #5.2 = : Statische autotune Deze autotune kan alleen geschieden indien de motor stilstaat. Eerst moet de motormap in #5.6 t/m #5. geprogrammeerd worden. Bij de eerst volgende start zal de statorweerstand en de transiënt inductie gemeten worden en in de daarvoor bestemde parameters geladen worden. Indien een regelaar nog volledig in fabrieksprogrammering staat, zal bij de eerste start een statische autotune plaatsvinden. Indien bij de eerste start niet de motor is aangesloten die uiteindelijk op de regelaar aangesloten wordt, dan moet zodra de juiste motor is aangesloten i.v.m. motor- en kabelweerstand wederom een autotune worden uitgevoerd. Indien bij de eerste start geen motor, of een veel te kleine motor is aangesloten zal de regelaar een <Resistance> trip genereren. Deze trip kan gereset worden echter de statorweerstand en transiënt inductie worden geladen met een inhoud van. Na deze autotune moeten de run en vrijgave commando's weggenomen worden om vervolgens weer in staat te zijn te kunnen starten. #5.2 = 2 : Statische en roterende autotune Eerst moet de motormap in #5.6 t/m #5. geprogrammeerd worden. Deze autotune zal altijd geschieden in de geselecteerde richting. In aanvulling op de statische autotune zal bij de roterende autotune de magnetiseringsstroom en motorinductie gemeten worden. De motor zal accelereren tot 2/3 van de nominale motorfrequentie. Bij de roterende autotune wordt de statorinductie in #5.25 gemeten van waaruit de cosφ bepaald wordt in #5. en #.9. Zolang er een waarde in #5.25 staat is de cosφ in #5. of #.9 niet meer handmatig te wijzigen. Na deze autotune moeten de run en vrijgave commando's weggenomen worden om weer in staat te zijn te kunnen starten. Parameter Statisch Roterend #5. Cosφ (#.9) X #5.7 Statorweerstand X X #5.24 Transiënt inductie X X #5.25 Stator inductie X #5.59 Max. dode tijd compensatie X X #5.6 Stroom bij max. dode tijd comp. X X #5.3 : Ventilatorkarakteristiek (Energy saving) Indien #5.3 op gezet wordt, zal de motor een gereduceerde motorspanning toegevoerd krijgen. Het resultaat is dat er bespaard wordt op de motorverliezen in het gebied waar het gevraagde motorkoppel laag is. Aan de hand van het door de Powerdrive berekende motorkoppel zal het motorspanningsniveau aangepast worden. Dit heeft als voordeel dat de belastingscurve van het aangedreven werktuig exact gevolgd zal worden, waardoor een optimale energiebesparing zal plaatsvinden. Dit werkt echter onder de voorwaarde dat er slechts één motor op de Powerdrive is aangesloten. Bij meerdere aangesloten motoren op de Powerdrive is het mogelijk een gefixeerde Volt/Hertz karakteristiek te programmeren. Koppel Specifieke koppel-toeren curve van een ventilator en centrifugaalpomp Toerental (frequentie) 5.9 (4 / 69V) belasting % 75% 5% 25% % Motorspanning Motorfrequentie 5.6 (5 Hz.) Hz. Belas tings afhankelijk e relatie tuss en frequentie en Volt/Hertz verhouding, Handleiding versie 4 Pagina 7 van 98

108 F3 menu 5 Motormap #5.4 Voltage Boost methode Er kan een keuze gemaakt worden tussen Vector regeling en conventionele boostregeling. Vectorregeling geeft een beter en dynamischer regelgedrag in met name het lage frequentiegebied. Een nadeel van vectorregeling is meer warmteontwikkeling van de motor in dit lage frequentiegebied en het feit dat meerdere motorvariabelen exact bekend moeten zijn. Bij meerdere motoren parallel als belasting en bij toepassing van een uitgangsfilter tussen de Powerdrive en de motor is het raadzaam fixed boost toe te passen. #5.4 = Ur S : Vectorregeling, meting bij iedere start. Vectorregeling met statorweerstand meting bij iedere start. De uitkomst van deze meting wordt automatisch geprogrammeerd in #5.7. #5.4 = Ur : Vectorregeling, geen meting. De statorweerstand in parameter 5.7 blijft staan op de laatst (automatisch) geprogrammeerde waarde en kan nu manueel gewijzigd worden. #5.4 = Fixed : Fixed boost. Conventionele boostmethode, bij voorkeur gebruikt bij meerdere motoren parallel. Boostniveau wordt afhankelijk van #5.9 en #5.5 bepaald. Zie tevens de illustratie links boven op deze pagina. Indien een uitgangsfilter tussen de Powerdrive en de motor is opgenomen is het beslist noodzakelijk <Fixed> te programmeren. #5.4 = Ur Auto : Vectorregeling, meting bij de eerste start. Statorweerstand wordt gemeten bij de eerste start af fabriek of na het programmeren van de fabrieksprogrammering, na deze eenmalige meting zal #5.4 op Ur geprogrammeerd worden. #5.4 = Ur I : Vectorregeling, meting bij eerste start. Vectorregeling met statorweerstand meting bij eerste start na iedere inschakeling van de voedingsspanning. #5.4 = Square : Kwadratische curve. Gefixeerde boostmethode met kwadratische curve overeenkomstig de programmering in #5.5. Deze curve is ten behoeve van werktuigen met een kwadratische koppel-toerenkromme zoals ventilatoren en centrifugaalpompen. (4V) 5.9 (4V) 5.9 5% (2V) Fixed boost 5.5 Fixed boost 5.5 5% (25Hz) #5.4 = Fixed 5.6 (5Hz) #5.4 = Square 5.6 (5Hz) # 5.8 Schakel- c.q. modulatiefrequentie. Een hogere schakelfrequentie geeft een lager geluidsniveau van de motor maar ook een hoger verliesvermogen in de Powerdrive. Zo nodig zal de schakelfrequentie automatisch worden verlaagd om te voorkomen dat een overtemperatuur van het koellichaam of de IGBT transistoren optreed. De verlaging vindt plaats vanaf de geselecteerde schakelfrequentie in #5.8 tot de laagste schakelfrequentie in #5.38. In #5.36 kan ingesteld worden of de verlaging met stap of 2 stappen wordt uitgevoerd. De automatische verlaging van de schakelfrequentie is afhankelijk van de belasting en wordt aangestuurd vanuit het thermisch management. Het weer terugschakelen naar hogere schakelfrequenties wordt ook door het thermisch management geregeld. Automatische verlaging van de schakelfrequentie is uitschakelbaar d.m.v. #5.35. De illustratie op de volgende pagina is een samenvatting van alle diagnose- en programmeerbare parameters in relatie tot het thermisch management., Handleiding versie 4 Pagina 8 van 98

109 F3 menu 5 Motormap Thermisch management Gelijkrichter DC tussenkring IGBT stack DC L L2 L3 Ventilator M U V W M DC- Snelheid koelventilatoren 6.45 Thermische belasting Max. rimpel 5.39 Snelheid (-) & 6.46 Auto verlaging uitschakelen Automatische schakelfrequentie verlaging Actuele schakelfrequentie 7.34 IGBT junctiontemperatuur (gr.c) 7.35 Thermische belasting DC tussenkring (%) 5.8 Maximum schakelfrequentie 5.38 Minimum schakelfrequentie 5.36 Verlaging stapgrootte Thermisch management 7.36 Thermische belasting van de Powerdrive (%) 7.37 > 9% Warmste locatie in de Powerdrive.8 Temperatuur alarm Temperatuur trips OHt Brake Rem IGBT thermisch model OHt Control Controlebord temperatuur OHt dc bus DC bus thermisch model (#7.35) OHt Inverter IGBT thermisch model (#7.34) OHt Power Verm. comp. (#7.4 en #7.5) IGBT temp. fase U (gr.c) 7.39 Temperatuur meetpunten IGBT temp. fase V (gr.c) Controlebord temp. (gr.c) De in #7.4 t/m #7.6 fabrieksmatig weergegeven parameters zijn voor elke bouwgrootte van toepassing. De overige door #7.38, #7.39 en #7.52 selecteerbare meetpunten zijn per bouwgrootte verschillend. #6.45 en #6.46. Snelheid van de koelventilatoren. Zie volgende pagina., Handleiding versie 4 Pagina 9 van 98

110 Max. fan speed #6.45 F3 menu 5 Motormap #6.45 en #6.46. Snelheid van de koelventilatoren. De snelheid van de koelventilatoren wordt in stappen geregeld vanuit het thermisch management. Het toerental is proportioneel met de thermische belasting in #7.36. Er kunnen twee ventilatie curves geselecteerd worden, Standard en Low Noise zoals in onderstaande karakteristiek is weergegeven. In de Standard curve beginnen de ventilatoren te draaien bij een inhoud in #7.36 van 2% en hebben bij 5% hun maximale toerental bereikt. Het toerental kan begrensd worden door in #6.45 een waarde tussen en in te geven. Een te lage waarde kan een temperatuur trip tot gevolg hebben. Bij een inhoud van staan de ventilatoren onvoorwaardelijk stil. In de Low Noise curve beginnen de ventilatoren pas te draaien bij een inhoud in #7.36 van 5% en hebben bij 75% hun maximale toerental bereikt. Het toerental kan nu begrensd worden door in #6.45 een negatieve waarde tussen - en in te geven. Een te lage waarde kan een temperatuur trip tot gevolg hebben. Bij een inhoud van staan de ventilatoren onvoorwaardelijk stil. In Low Noise hebben de ventilatoren een hysterese om pendelen te voorkomen. Tevens staan de ventilatoren stil als de Powerdrive niet in bedrijf is. Bij een inhoud van in #6.45 worden de ventilatoren onafhankelijk van het thermisch management naar volle snelheid gedwongen. In #6.46 wordt de snelheidopdracht naar de ventilatoren weergegeven. Afhankelijk van de bouwgrootte van de Powerdrive hebben de ventilatoren mogelijk geen Snelheden en resulteert elke verandering in #6.46 niet in een snelheid verschil van de ventilator. Fabrieksmatig staat #6.45 op en het omwisselen naar Low Noise kan door het getal - in te geven Volle snelheid Standard Low noise Uit % Thermische belasting #7.36 #5.27 slipcompensatie Elke asynchrone inductiemotor heeft een belastingsafhankelijk toerental. Nemen we als voorbeeld een 4-polige motor met een nominaal toerental van 45 toeren, dan zal deze motor bij volle belasting 5 toeren langzamer draaien dan het op dat moment aanwezige toerental van het draaiveld in de stator. Dit toerenverschil tussen rotor en statorveld noemen we de slip en is belastingsafhankelijk. De Powerdrive is in staat afhankelijk van het ingegeven pooltal, nominaal motortoerental en momentele belasting, het toerental van de motor te compenseren door de uitgestuurde frequentie te verhogen. Oscillatie bij slipcompensatie Bij werktuigen met een grote massatraagheid zoals ventilatoren is het om reden van oscillatie vaak niet mogelijk de slipcompensatie toe te passen. In dit geval moet de slipcompensatie uitgeschakeld worden. Negatieve slipcompensatie Indien binnen een toepassing waar meerdere motoren met ieder een eigen frequentieregelaar hetzelfde werktuig aandrijven en de behoefte bestaat aan een nog betere belastingsverdeling tussen de motoren, dan kan dit bereikt worden door negatieve slipcompensatie toe te passen. Hiertoe moet in de motormap een oversynchroon toerental ingegeven worden, dus binnen dit voorbeeld, van 55rpm i.p.v. 45rpm. Het resultaat zal zijn dat de motor juist een nog grotere belastingsafhankelijkheid zal krijgen waardoor de onderlinge belastingsverdeling tussen de motoren verbeterd zal worden. Net als bij positieve slipcompensatie kan dit bij werktuigen met een grote massatraagheid leiden tot oscillatie. Negatieve slipcompensatie kan bijvoorbeeld toegepast worden bij rijdwerken van een portaalkraan, de mechanische stijfheid van de kraan zal bepalend zijn voor het feit of er oscillatie optreedt. Toerental Positieve slipcomp. Geen slipcomp. Negatieve slipcomp. Uitwerking van slipcompensatie Belasting # 5.4 Voltage boost bij vliegende start. Indien de vliegende start (spin start) is vrijgegeven d.m.v. #6.9 > wordt deze voltage boost gebruikt bij het scannen van het motortoerental. De inhoud in #5.4 in relatie tot het motorvermogen is in de illustratie hiernaast weergegeven. Bij een te lage waarde zal het motortoerental niet gedetecteerd kunnen worden. Bij een te hoge waarde kan het voorkomen dat bij een start vanaf stilstand de motor tijdens het scannen zal accelereren. #5.4 6, 5, 4, 3, 2,, kw 6 8 2, Handleiding versie 4 Pagina van 98

111 Menu 8 F3 menu 6 Sequencer Vrijgave controlewoord 6.43 Controle woord 6.42 bit 7 Powerdrive-F3 Sequencer 29 Run vooruit 24 Vrijgave (STO) 6.29 Vrijgave 6.5 Run vooruit 6.3 bit bit & Run vooruit Vrijgave PWMmodulator bit 2 Wensw Run achteruit 6.32 Achteruit 6.33 bit 3 bit 4 Run achteruit Vooruit/achteruit Vrij progr. 27 Run 6.34 Stop 6.39 bit 5 bit 6 Run Stop Fire mode bit 9 25 Reset 23 Reset.33 bit 3 Trip reset 3 24V bit 2 Drive trip bit 8 Veldbus snelheid opdracht Preset.2 Analoge wenswaarde Fire mode frequentie Snelheid wenswaarde.3 Controlewoord (#6.42) Bit- Statuswoord (#.4) waarde Bit Functie Beschrijving Bit # Beschrijving Enable = Vrijgave mits klem 29 actief. = Drive ok Run forward = Run vooruit 2.2 = Drive is running = Speed < n= treshold 3 Run reverse = Run achteruit = Speed < minimum speed 4 Reverse = Achteruit, in combinatie met bit = Speed is below set speed 5 Run = Run, in combinatie met bit = Speed is at set speed 6 Stop\ = Stop bij drukknoplogica (#6.4) = Speed is above set speed 7 Auto = Overname hardware commando's = Load is above rated load 8 Remote = Veldbus snelheid wenswaarde = Drive is at current limit = Drive is regenerating = Brake chopper active = Brake chopper alarm 2 Trip = CL.bit trip = Reverse speed reference 3 Trip reset - flank is reset drive = Reverse speed 4 Watchdog = Watchdog actief (< sec cyclus) = Main supply loss , Handleiding versie 4 Pagina van 98

112 F3 menu 6 Sequencer Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 6. Stopmethode RW,Txt Ramp Coast Vrij uitlopen, sec. geen herstart mogelijk. Ramp Decelereren via integrator. (zie tevens volgende pagina s) Ramp dc I Decelereren via integrator, bij Hz. DCinjectie (#6.6) gedurende de tijd in #6.7. dc I DC-injectie tot stilstand vervolgens Dc-injectie (#6.6) gedurende de tijd in #6.7.. Timed dc I DC-injectie met vaste tijd (#6.6 en #6.7). Disable Vij uitlopen, directe herstart mogelijk. 6.3 Gedrag bij voedingsspanning uitval. RW,Txt Disable Disable Vrij uitlopen. Ramp Stop Decelereren tot stilstand. (zie tevens volgende pagina s) Ride Thru Decelereren en doorstarten. 6.6 Stroomniveau bij DC-injectie RW,U % van #5.7, 5, Bij voorkeur minimaal 6% om een goed remgedrag te kunnen garanderen. 6.7 Tijdsduur DC-injectie RW,U Sec.,, Zie #6.. 6,8 Regelaar actief tijdens stopconditie. (Zie tevens volgende pagina's) RW,Bit Off () On () Na een stop zal geen Ready maar <Stop> in display verschijnen. Powerdrive blijft gemagnetiseerd op Hertz. Dit kan ook als stilstandverwarming gebruikt worden, zie #6.52, in dat geval zal <Heat> in display verschijnen. 6.9 Vliegende start (spin start) RW,Txt Disable Disable Geen vliegende start (.33) Enable Detecteer motor in beide draairichtingen (Zie tevens volgende pagina's) Fwd Only Detecteer motor in voorwaartse draair. Rev Only Detecteer motor in achterwaartse draair. 6. Enable condities RO,Bin Overzicht van voorwaardes die de drive in de Inhibit status kunnen houden. Bit Hardware enable #6.29, klem 29 Bit Drive enable #6.5 Bit 2 Wacht op disable na een auto-tune Bit 3 bij Fire-mode actief Bit 4 Gereserveerd Bit 5 Drive temperatuur meting in orde Bit 6 Optiemodules zijn ready Bit 7 Vrijgave vanuit optiemodule in slot Bit 8 Vrijgave vanuit optiemodule in slot 2 Bit 9 Vrijgave vanuit optiemodule in slot 3 Bit Vrijgave vanuit slot 4, RS485 poorten Bit Stand-by mode, zie # Sequencer State Machine Inputs RO,Bin Bit Drive enable Bit Drive run Bit 2 Under voltage active, #.6 Bit 3 Zero speed (F = ), #.3 Bit 4 Drive tripped Bit 6 Supply loss, # Vrijgave Powerdrive RW,Bit On () On () Bediening van deze parameter zal de vrijgave wegschakelen en Inhibit in display geven. Zie illustratie van klem 29 in menu Real Time Clock : Datum RW,U Zie illustratie op de volgende pagina s 6.7,, : Tijd RW,U ,, : Dag van de week RW,Txt Sunday Saturday 6.9 Datum tijd selector RW,Txt Loc.Keypad 6.2 Datum formaat RW,Txt Std US Std = dag-maand-jaar US = maand-dag-jaar 6.2 Intervaltijd tussen onderhoud RW,U uur 3 Zie illustratie "Machine onderhoud" op de 6.22 Onderhoud plegen/reset RW,Bit Off () On () volgende pagina's 6.23 Tijd tot volgend onderhoud RO,U,S uur Reset energiemeter RW,Bit Off () On () Zie illustratie "Energiemeter" op de volgende 6.25 Energieverbruik MWh RO,B,S MWh ± 999,9 pagina's 6.26 Energieverbruik kwh RO,B,S kwh ± 99, kwh prijs RO,U, 6, 6.28 Momentele energieprijs per uur. RW,B ± Vrijgave vanaf STO ingangen RO,Bit Off () On () Zie illustratie pagina 6.3 Start-stop logica bit - Run vooruit RW.Bit Off () On () 6.32 Start-stop logica bit - Run achteruit RW.Bit Off () On () 6.33 Start-stop logica bit - Achteruit RW.Bit Off () On (), Handleiding versie 4 Pagina 2 van 98

113 F3 menu 6 Sequencer Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr Start-stop logica bit - Run RW,Bit Off () On () Zie illustratie pagina 6.39 Start-stop logica bit - Stop/ RW.Bit Off () On () 6.4 Start-stop logica bits - latching RW.Bit Off () On () 6.4 Drive event flags RW,Bin Bit = Fabrieksinstelling geladen Bit = Drive werkingsprincipe gewijzigd Deze bits worden gereset bij power-up Controlewoord Via deze parameter geeft een veldbus de commando's aan de Powerdrive Omschakeling van klemmenstrook naar controlewoord d.m.v. #6.43 Zie illustratie 2 pagina s terug. RW,Bin Bit () = Drive enable #6.5 Bit (2) = Run forward. #6.3 Bit 2 (4) = Jog forward...#6.3 Bit 3 (8) = Run reverse. #6.32 Bit 4 (6) = Forward/reverse #6.33 Bit 5 (32) = Run. #6.34 Bit 6 (64) = Stop/ #6.39 Bit 7 (28) = Vrijgave bit t/m 6 en 9 Bit 8 (256) = Preset ref. select.#.42 Bit 9 (52) = Jog reverse..#6.37 Bit (24) = Reserve Bit (248) = Reserve Bit 2 (496) = Trip drive Bit 3 (892) = Reset drive.. #.33 Bit 4 (6384) = Enable watchdog ( sec.) 6.43 Vrijgave controlewoord bediening via # Nominale DC voeding niet aanwezig tijdens back-up supply mode Snelheid v.d. interne koelfan s (Raadpleeg illustratie in menu 5) RW,Bit Off () On () Bij #6.43 = kan via controlewoord #6.42 alle drive commando's bediend worden via een veldbus of applicatieprogramma. RO,Bit Off () Off () Back-up supply mode #6.68= Back-up supply mode #6.68= en Udc > #6.65 (standaard Under Volts drempel) On () Back-up supply mode #6.68= en Udc < #6.65 (standaard Under Volts drempel) RW,B Koelfan s uit tot 9 Snelheidsbegrenzing in Standard koeling Geen begrenzing in Standard koeling Koelfan s draaien volle snelheid - tot -9 Snelheidsbegrenzing in Low Noise koeling - Geen begrenzing in Low Noise koeling 6.46 Snelheid van de koelfan s RO,U Actuele snelheid van de koelfan s 6.47 Netuitval detectie RW,Txt Full Full Ready: *AC fasendetectie Run: *AC fasendetectie en DC-rimpeldet. Ripple only Ready: *AC fasendetectie Run: DC-bus rimpeldetectie Disabled Ready: Geen *AC fasendetectie Run: Geen *AC fasendetectie * AC fasendetectie vanaf bouwgrootte 7 DC-bus rimpeldetectie alleen mogelijk tijdens bedrijf (Run) 6.48 DC-bus aanwezig detectie niveau RW,U Volt-dc 25 (23) 4 (4) 54 (575) 54 (69) 4 (23) 8 (4) 955 (575) 5 (69) Detectieniveau van #.5, kan niet lager ingesteld worden dan de fabrieksinstelling. Een te hoge instelling kan de detectie tijdens bedrijf activeren en motor zal dan vrij uitlopen 6.5 Motorische belasting toegestaan RW,Bit Off () On () Indien drive gevoed door een regendrive kan #3.9 van regendrive #6.5 van de motordrive besturen om belasting te voorkomen bij een nog synchroniserende regendrive 6.52 Stroomniveau tijdens anti-condens RW,U % Voorwaarde is #6.8 = On () verwarming. (zie tevens volgende pagina s) #6.52 = Tijdens Stop zal de motor met Hz gemagnetiseerd blijvenhet display toont <Stop> en de motorstroom zal afhankelijk zijn van het Voltage boostniveau. #6.52 > De motorstroom zal geregeld worden op het ingestelde motorstroom percentage en het display toont <Heat> Slaap / Wakker drempel RW,U Hz., #.6 Raadpleeg de beschrijving op de volgende 6.54 Slaap vertraging RW,U sec., 25, pagina s 6.55 Wakker vertraging RW,U sec., 25, 6.56 Slaap opdracht RO,Bit Off () On () 6.57 Slaap actief RO,Bit Off () On () 6.58 Tijdvertraging motorfasen uitval tijdens bedrijf RW,U sec.,5,5, 2, 4, Als #6.59=Enabled dan zal boven de 4Hz een fase uitval detectie plaatsvinden Motorfasen bewaking (Out Phase Loss Trip) RW,Bit Disabled Disabled Bewaking uitgeschakeld Enabled - Voorafgaand aan start motorfasen detectie. Out Phase Loss.,2,of 3 trip voor U,V of W - Tijdens bedrijf boven de 4Hz. fase uitval detectie (Out Phase Loss 4 trip) met tijdvertraging van #6.58, Handleiding versie 4 Pagina 3 van 98

114 F3 menu 6 Sequencer Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 6.6 Standby modus vrijgave RW,Bit Off () Off () Standby modus uitgeschakeld. (zie tevens volgende pagina s) On () Indien drive niet in Run (#.2=) en geen toets bediend wordt, gaat drive over in Inhibit. Aanvullende acties volgens keuze in # Standby modus mask (zie tevens volgende pagina s) RW,Bin... x-x-x-x-x-x- n.v.t. x-x-x-x-x--x Display dooft en de rode LED knippert per 2s. x-x-x-x--x-x 24V op klem 3 wordt uitgeschakeld x-x-x--x-x-x Optiemodule in slot gaat in standby modus x-x--x-x-x-x Optiemodule in slot 2 gaat in standby modus x--x-x-x-x-x Optiemodule in slot 3 gaat in standby modus -x-x-x-x-x-x n.v.t Standaard undervoltage drempel RW,U Vdc 75 (23) 33 (4) 435 (575) 435 (69) 6.66 Low Voltage undervoltage drempel RW,U Vdc 24 (23) 24 (4) 24 (575) 24 (69) 363 (23) 727 (4) 868 (575) 45 (69) 75 (23) 33 (4) 435 (575) 435 (69) Zie beschrijving op de volgende pagina s Zie beschrijving op de volgende pagina s 6.67 Low undervoltage drempel select RW,Bit Off () On () Omschakeling tussen #6.65 en # Vrijgave back-up supply mode RW,Bit Off () On () Automatische omschakeling tussen standaard 6.69 UV system contactor commando RO,Bit Off () On () AC voeding en DC voeding. 6.7 UV system contactor gesloten RW,Bit Off () On () Zie beschrijving volgende pagina s 6.7 DC bus langzaam opladen RW,Bit Off () On () Drives met een half gestuurde thyristorbrug in de AC voeding (vanaf frame 7) kunnen extra langzaam opladen om de inschakelstroom laag te houden, bv. bij extra condensatoren Bewaking van 24V back-up voeding 6.73 Remtransistor % ingeschakeld RW,U Vdc 39 (23) 78 (4) 6.74 Remtransistor % ingeschakeld RW,Bit Off () On () Drive schakelt automatisch om tussen eigen 24V voeding en 24V back-up voeding. D.m.v. deze parameter zal uitsluitend de 24V back-up voeding gebruikt worden. Aanwezigheid van de 24V op klem -2 zal nu tevens bewaakt worden en resulteert bij afwezigheid in een trip RW,U Vdc 93 (575) 2(69) (zie onderstaande beschrijving) 6.75 Low Voltage rem IGBT drempel (23) (4) (575) (69) -4 (23) -8 (4) -955 (575) -5(69) -4 (23) -8 (4) -955 (575) -5(69) Remtransistor kan proportioneel functioneren tussen de niveaus van #6.73 (laagste) en #6.74 (hoogste). Alle drives dan dezelfde instelling voor #6.73 en #6.74 met een verschil van bv. 2 á 3V. Nooit lager instellen dan AC-voeding x,5. Zie illustraties op de volgende pagina s 6.76 Low Voltage rem IGBT drempel RW,Bit Off () On () Omschakelen naar #6.75 rem IGBT niveau 6.84 Offset interne Real Time Clock. RW,B Uur. 24. Zie beschrijving en illustratie 3 pagina's verder #6.73 en #6.74: Remchopper werkpunt bij gekoppelde DC bus. #6.73 en #6.74 hebben in fabrieksprogrammering dezelfde inhoud en als tijdens regenereren de DC spanning dit niveau passeert zal de rem IGBT aangestuurd worden totdat de DC spanning weer onder dit niveau terugvalt. Bij meerdere Powerdrives gekoppeld op dezelfde DC bus, die ieder met een remweerstand zijn uitgerust, zal om reden van tolerantie in de DC meting de remenergie niet gelijk verdeeld worden over de remweerstanden. Om die reden kan er in dat geval een belastingafhankelijkheid geprogrammeerd worden door #6.73 ca. 2 á 3V lager te programmeren dan #6.74. Bij het passeren van het #6.73 niveau zal de rem IGBT een inschakelduur van ms hebben en bij verdere aanstijgen van de DC spanning zal de inschakelduur toenemen en bij het passeren van het #6.74 niveau zal de rem IGBT continu aangestuurd worden. Het resultaat zal zijn dat de remenergie zich over alle remweerstanden zal verdelen. OU trip - DC bus Drive DC BR - Drive DC BR 6.73 UAC x,4 UDC (V) M Motor Remw. M Motor Remw. De geprogrammeerde inhoud van #6.73 en #6.74 moet op veilige afstand liggen van het normale niveau en het trip niveau van de DC spanning, zoals in de tabel hiernaast weergegeven. Rem IGBT (%), Handleiding versie 4 Pagina 4 van 98 % AC voeding DC spanning 4Vac 69Vac UAC x, # # OU trip 83 9

115 F3 menu 6 Sequencer #6. : Stopmethode (wegnemen van het run signaal) Stop Coast #6. = Coast Bij een stopsignaal wordt de motor direct stroomloos gemaakt en verschijnt Inhibit in beeld. Herstart is gedurende sec. niet mogelijk. freq. tijd #6. = Ramp Bij een stopsignaal zal de motor volgens de geprogrammeerde deceleratietijd tot stilstand komen. Bij Hz aangekomen zal de motor nog sec. gemagnetiseerd blijven freq. Stop.3 Ramp tijd #6. = Ramp dc I Bij een stopsignaal zal de motor volgens de geprogrammeerde deceleratietijd tot stilstand komen en bij stilstand aangekomen zal er gedurende de in #6.7 geprogrammeerde tijd een DC-injectie plaatsvinden met een niveau zoals in #6.6 is vastgelegd. freq. Stop tijd Ramp dc I 6.6 #6. = dc I Bij een stopsignaal zal de motor tot stilstand gebracht worden door middel van een DC injectie ter grootte van #6.6. Bij stilstand aangekomen zal gedurend de in #6.7 vastgelegde tijd deze DC-injectie gecontinueerd worden. freq. Stop 6.7 dc I 6.6 #6. = Timed dc I Bij een stopsignaal zal de motor tot stilstand gebracht worden door middel van een DC injectie ter grootte van #6.6. Bij stilstand aangekomen zal deze DC injectie gecontinueerd worden. De totale DC-injectietijd vanaf het moment dat een stopsignaal gegeven wordt is vastgelegd in #6.7. freq. tijd Stop 6.7 Timed dc I #6. = Disable Bij een stopsignaal wordt de motor direct stroomloos gemaakt en verschijnt Inhibit in beeld, gelijk aan Coast, echter herstart is direct mogelijk. tijd 6.6 #6.3 : Gedrag bij voedingsspanninguitval. Uitval van de voedingsspanning wordt gedetecteerd aan de hand van de waarde van de DC busspanning zoals in #6.48 is weergegeven. #6.3 = Disable (vrij uitlopen) Bij netuitval zal de Powerdrive direct stroomloos worden en de motor loopt vrij uit. Na een netinterruptie zal de Powerdrive altijd vanaf Hz. starten. AC voeding Netuitval tijd AC voeding Netinterruptie tijd #6.3 = Ramp stop (decelereren tot stilstand) Bij netuitval zal de Powerdrive op voorwaarde dat klem 29 actief is, decelereren en met de op dat moment vrijgekomen regeneratieve energie zichzelf in stand houden. De deceleratietijd is afhankelijk van de massatraagheid in het systeem. Na een netinterruptie zal de deceleratie tot stilstand worden volbracht, gevolgd door het weer starten vanaf Hz, mits het runsignaal aanwezig is. freq. freq. tijd Disable Ramp stop freq. freq. tijd #6.3 = Ride Thru (decel. tot terugkeer voeding) Bij netuitval zal de Powerdrive op voorwaarde dat klem 29 actief is, decelereren en met de op dat moment vrijgekomen regeneratieve energie zichzelf in stand houden. De deceleratietijd is afhankelijk van de massatraagheid in het systeem. Na een netinterruptie zal, zodra het net weer aanwezig is, de deceleratie worden onderbroken en zal met inachtname van de stroomgrens weer geaccelereerd worden naar de oorspronkelijke wenswaarde, mits run aanwezig is. freq. tijd tijd Ride thru freq. tijd tijd, Handleiding versie 4 Pagina 5 van 98

116 F3 menu 6 Sequencer #6.8 en #6.52 : Stopconditie en anti-condensverwarming. Als de Powerdrive in de standby conditie staat zal Off in display weergegeven worden ten teken dat de vrijgave (STO) geactiveerd is en de drive wacht een Run commando. In deze status zijn er d.m.v. #6.8 en #6.52 de volgende keuzes. #6.8 = De motor is stroomloos en wacht op een run commando en het display geeft <Off> weer. #6.8 = en #6.52 = De motor is gemagnetiseerd en de Powerdrive geeft <Stop> in display. In deze conditie is de aandrijving in staat om snel respons te geven aan een run commando, immers de motor hoeft niet eerst gemagnetiseerd te worden. Tevens zal er in deze conditie DC remmen optreden zodra de motoras door externe invloeden gedraaid word en is er dus een vorm van stilstandkoppel. De aangelegde spanning om de motor te magnetiseren wordt bepaald aan de hand van de statorweerstand in #5.7 die tijdens de autotune wordt vastgelegd. #6.8 = en #6.52 = > De motor is gemagnetiseerd met een DC stroomniveau wat in #6.52 is vastgelegd en is een percentage van de nominale motorstroom (#5.7). Dit stroomniveau wordt op het ingestelde niveau geregeld en is dus onafhankelijk van de weerstand van de motorkabel en motorwikkeling, die immers temperatuurafhankelijk is. Deze stroom is bedoeld als stilstand- of anti-condensverwarming voor de motor. In deze conditie verschijnt <Heat> in display. Het kan voorkomen dat de Stop functie geselecteerd wordt om vanuit ready een snelle herstart te kunnen maken, maar de extra opwarming van de motor tijdens de Stop fase ongewenst is. In dit geval kan de Heat functie geselecteerd worden bij een instelling in #6.52 van bv. 5%. Powerdrive in stilstand conditie Vrijgave Stroomloos (Inhibit) Stroomloos (Ready) 6.52 > Gemagnetiseerd (Stop) Anti-condensverwarming (Heat) #6.9 Vrijgave vliegende start (spin start) Bij werktuigen met een grote massatraagheid, zoals ventilatoren, kan het voorkomen dat bij een start de motor nog draait. Vaak ook omdat bij dergelijke werktuigen #6. op "Coast" is geprogrammeerd. Het is ook mogelijk dat in de niet aangedreven toestand de ventilator door luchtstroming in het systeem in de achterwaartse richting wordt aangedreven. Bij een herstart is het dan wenselijk dat de Powerdrive de motor "soepel oppikt" op het momentele toerental en vanaf daar naar het opgedragen toerental accelereert. Na een start "zoekt" de Powerdrive de nog roterende motor in de laatst aangestuurde draairichting. Na een voedingsspanning inschakeling zal altijd eerst in voorwaartse richting "gezocht" worden. Wordt de motor niet "gevonden" dan zal in de andere draairichting "gezocht" worden. Wordt de motor ook daar niet "gevonden" dan zal vanaf Hz gestart worden. Wordt de motor wel in de achterwaartse draairichting "gevonden", dan zal de motor met de op dat moment geldende deceleratietijd naar Hz teruggebracht worden om vervolgens in de opgedragen draairichting geaccelereerd te worden. #6.9 : Disable : Vliegende start (spin start) uitgeschakeld : Enable : Detecteer motor in beide draairichtingen : Fwd Only : Detecteer motor in voorwaartse richting : Rev Only : Detecteer motor in achterwaartse richting Wenswaarde Wenswaarde Frequentie Wenswaarde Frequentie CW Frequentie CCW Frequentie Motor Motor #.3 Motor Tijd Tijd Tijd Start met motor in stilstand Start met draaiende motor in opgedragen richting Start met draaiende motor in achterwaartse richting Voor een optimale werking is het noodzakelijk dat de statorweerstand in #5.7 een correcte inhoud heeft, zie hiertoe #5.2 en #5.4. Raadpleeg tevens #5.4 #.2, Handleiding versie 4 Pagina 6 van 98

117 F3 menu 6 Sequencer #6.6 t/m #6.2 : Run time clock of real time clock Set... Programmering van de Real Time Clock vanuit de interne clock, #6.8 wordt automatisch geprogrammeerd. Na instellen van de clock de betreffende Real Time Clock selecteren. Powered... Tijd sinds de laatste voedingsspanning inschakeling van de Powerdrive. Running... Tijd dat de Powerdrive in bedrijf is sinds productie. Acc Powered... Tijd dat de voedingsspanning is ingeschakeld sinds productie. Local Keypad... KI-HOA-Keypad RTC (fabrieksinstelling). Remote Keypad.. Remote KI-HOA-Keypad RTC via de AI-485 poort of de KI-485 adaptor (zie pagina 79) Slot t/m 4... Optiemodule in slot, 2, 3 of 4 met een real time clock. Run time clock Set Powered 6.2 Datum formaat S td dag. maand. jaar. maand. dag. jaar US Running Acc Powered Interne clock 6.6 Datum Real time clock Local Keypad Tijd (uur. min. sec.) Remote Keypad 5 Slot t/m Dag (sunday etc.) 6.84 Tijdzone correctie Trip nr. Oorzaak Datum Tijd Trip #.2 #.4 #.42 Trip #.2 #.43 #.44 Trip 2 #.22 #.45 #.46 Trip 3 #.23 #.47 #.48 Trip 4 #.24 #.49 #.5 Trip 5 #.25 #.5 #.52 Trip 6 #.26 #.53 #.54 Trip 7 #.27 #.55 #.56 Trip 8 #.28 #.57 #.58 Trip 9 #.29 #.59 #.6 Storingsregister Tijd tot volgend onderhoud 6.23 Machine onderhoud Intervaltijd tussen onderhoud = Tijd voor onderhoud = Onderhoud gepleegd Energiemeter Opgenomen vermogen X 6.25 Energieverbruik MWh 5.3 Reset Energieverbruik kwh kwh prijs 6.27 X 6.28 Momentele energiekosten per uur, Handleiding versie 4 Pagina 7 van 98

118 F3 menu 6 Sequencer #6.53 t/m #6.57, Automatische Slaap Wakker functie. Via de automatische Slaap-Wakker functie kan de motor gestopt worden als de aangeboden frequentiewenswaarde beneden een ingesteld niveau ligt. Deze functie wordt geactiveerd door in de slaapdrempel #6.53 een waarde in te geven. Als de frequentie wenswaarde in #. onder de #6.53 waarde komt zal na het aflopen van de slaapvertraging #6.54 de motor gestopt worden. Zodra de frequentie wenswaarde in #. boven de #6.53 waarde komt zal na het aflopen van de wakkervertraging #6.55 de motor weer gestart worden. Keypad bediening en Fire Mode hebben voorrang boven de slaapfunctie. De slaap-wakker functie zal over het algemeen toegepast worden als de frequentie wenswaarde vanuit een drukof flowregeling wordt aangeboden, dit kan natuurlijk de interne PID regelaar in menu 4 zijn. Als het een drukregeling betreft, zoals een hydrofoor, dan is het wenselijk de systeemdruk eerst een stukje te verhogen voordat de slaapfunctie actief wordt. Een kleine verhoging in de systeemdruk voorkomt dat de slaapfunctie continu wordt in- en uitgeschakeld. De PID regelaar in menu 4 heeft hiervoor de volledig programmeerbare pre-sleep boost functie. Als deze functie in menu 4 is geactiveerd dan zal de motor pas gestopt worden na het verhogen van de systeemdruk. Slaap Wakker vertraging vertraging (sec) (sec) Frequentie wenswaarde (Hz). - Slaap opdracht Slaap actief Slaap drempel (Hz) AND 6.57 Motor stop #6.53 = Keypad bed. Fire Mode OR #6.56 = Reset timers Pre-sleep boost - menu 4 #4.28 = Boost niveau #4.29 = Boost tijd #4.3 = Boost vrijgave #6.6 en #6.6 Standby conditie (herstartvergrendeling) #6.6 heeft de vrijgave functie en zal "Inhibit" in display doen verschijnen, tevens zal na 3sec. de rode status LED in het front van de Powerdrive elke 2 sec kort oplichten. De "Inhibit" status kan pas actief worden nadat #.2 = en de Powerdrive dus niet in bedrijf is. Pas nadat #6.6 = zal het weer mogelijk zijn voor de Powerdrive om in bedrijf te gaan. Aannemelijk zal #6.6 via een digitale ingang bediend worden. In deze standby conditie kunnen d.m.v. #6.6 nog vijf aanvullende keuzes gemaakt worden, zoals in onderstaande illustratie is weergegeven. Deze standby functie is dus niet in staat de aandrijving te laten stoppen maar wel (op afstand) een herstart te blokkeren. Standby vrijgave Powerdrive in bedrijf Off Standby conditie Inhibit Standby mask 6.6 3sec. 2 sec. #6.6 = - Encodrvoeding uit - Display uit 2-24V klem 3 uit 3 - Optieslot in standby 4 - Optieslot 2 in standby 5 - Optieslot 3 in standby 6 - Optieslot 4 in standby, Handleiding versie 4 Pagina 8 van 98

119 F3 menu 6 Sequencer #6.66 t/m #6.7, Low Voltage AC of DC voeding De in alle bouwgroottes en voedingsspanningen is in staat op een DC spanning te functioneren in de vorm van een accu of UPS voeding. Op de volgende pagina s zijn enkele schakelvoorbeelden gegeven. Onderstaande tabel geeft de DC spanning weer waarop de Powerdrive kan functioneren. Standaard AC voeding DC voeding AC voeding #6.65 DC Under Volts DC Over Volts DC min. Volts DC max. Volts #6.66 DC Under Volts DC Over Volts 2 24 ±% ±% ±% ±% Undervolts drempel selectie: De standaard undervolts in #6.65 is niet lager in te stellen dan de fabrieksinstelling, vandaar dat de Low Voltage functie moet vrijgegeven worden door het tweede DC undervoltage tripniveau in parameter #6.66 in te stellen en dit niveau af te stemmen op de aan te bieden DC spanning. Dit tweede undervoltage tripniveau moet worden geselecteerd door #6.67 op On te zetten zodra de DC voeding wordt aangeboden. Bij een undervoltage treedt niet alleen een UV trip op maar valt ook het inrush relais af, vandaar #6.66 op een realistische waarde programmeren om zekeringuitval bij het laden van de tussenkring te voorkomen. Raadpleeg de illustraties op de volgende pagina s. Laagste DC spanning: 24V is de absoluut laagste DC spanning en is tevens het laagste undervoltage tripniveau, het is daarom te adviseren minimaal uit te gaan van een DC spanning van >3V. 24V Back-up voeding: Het controlebord van de Powerdrive in alle bouwgroottes moet tijdens Low Voltage bedrijf voorzien worden van 24V op klem en 2. Afhankelijk van de bouwgrootte moet ook een 24V voeding aangesloten worden op klem 5-52 en Raadpleeg hiervoor de illustraties op de volgende pagina s. Zodra #6.67 geactiveerd wordt zal ook de 24V back-up spanning op aanwezigheid gecontroleerd worden en bij afwezigheid bij bouwgrootte 3 t/m 6 resulteren in een PSU 24V trip. Bouwgrootte 7 t/m geeft Waiting For Power Systems in deze fase. De maximale motorspanning en het werkpunt van de remchopper (bg. 3 t/m 8) moet worden afgestemd op de DC voeding. Bij omschakeling tussen AC en DC voeding is het te adviseren de frequentie en stroomgrens aan te passen en via I/O van de Powerdrive te selecteren. De gegeven schakelvoorbeelden zijn ter indicatie. Raadpleeg bij engineering de volgende Engelstalige manual Low Voltage DC operation in Elevator Applications. Low Voltage AC voeding De bouwgrootte 3 t/m 6 in de 4 Volt uitvoering is als vorm van noodbedrijf in staat op een lagere voedingsspanning te functioneren. Dit mag een enkelfasige AC spanning zijn tussen 22 en 24 Volt die aangesloten kan worden op twee (of drie) van de drie AC voedingsklemmen. Uiteraard moet de normale voedingsspanning en de Low Voltage spanning terdege t.o.v. elkaar vergrendeld zijn om kortsluiting te voorkomen. Het motorvermogen is beperkt in deze Low Voltage fase door de gereduceerde motorspanning, hoge ingangsstroom en de verhoogde rimpel in de tussenkringspanning, die bij een hoge belasting snel tot een undervoltage trip over zekeringuitval kan leiden. Het is daarom raadzaam in deze fase via I/O van de Powerdrive andere instellingen te selecteren zoals gereduceerd toerental, stroomgrens en acceleratie. Onderstaande illustratie geeft de basisaansluitingen weer. 23Vac voeding bouwgrootte 3 t/m 6 DC BR Optionele remweerstand Inductiemotor 3 x 4V L L2 L3 U V W M 23V DC -DC 24V Inwendig ontwerp bouwgrootte 3 t/m 6 Stroom en frequentie reducering # Low Under Voltage select 24V 3A 2 24V Backup controlebord Bouwgrootte 3 t/m 4A V Backup vermogensdeel Bouwgrootte 6 t/m, Handleiding versie 4 Pagina 9 van 98

120 F3 menu 6 Sequencer Low Voltage DC voeding. DC BR Optionele remweerstand Accuvoeding bouwgrootte 3 t/m 6 L L2 L3 U V W Inductiemotor M DC Accu -DC Inwendig ontwerp bouwgrootte 3 t/m 6 24V 3A 2 24V Backup controlebord Bouwgrootte 3 t/m 4A V Backup vermogensdeel Bouwgrootte 6 t/m DC BR Optionele remweerstand bg. 7 en 8 Accuvoeding bouwgrootte 7 t/m L L2 L3 U V W Inductiemotor M DC Accu -DC Inwendig ontwerp bouwgrootte 7 t/m #. - Drive Ready 24V 3A 2 24V Backup controlebord Bouwgrootte 3 t/m 4A V Backup vermogensdeel Bouwgrootte 6 t/m 4A 6 62 Ventilatorvoeding Bouwgrootte 7 t/m Automatische Low Voltage back-up voeding. Raadpleeg onderstaande illustratie en de schakelvoorbeelden op de volgende pagina. Standaard UV drempel (Vdc) Lage UV drempel (Vdc) DC bus spanning (Vdc) Lage Under Volts drempel selectie 6.67 Inrush contactor logica Automatische back-up voeding 6.68 Contactor commando Under Volts (UV) Inrush contactor Powerdrive vrijgave 6.7 Contactor feedback 24V 3, Handleiding versie 4 Pagina 2 van 98

121 F3 menu 6 Sequencer Automatische Low Voltage back-up voeding. Automatische AC DC omschakeling bouwgrootte 3 t/m 6 (#6.68 = On) DC BR Optionele remweerstand K Inductiemotor L L2 L3 L L2 L3 U V W M Accu DC Inwendig ontwerp bouwgrootte 3 t/m 6 -DC 24V #6.68 = On Automatische AC - DC omschakleling #6.7 - Contactor feedback Stroom en frequentie reducering # Laag remchopper niveau (optie) K # Contactor besturing 24V 3A 2 24V Backup controlebord Bouwgrootte 3 t/m 4A V Backup vermogensdeel Bouwgrootte 6 t/m Automatische AC DC omschakeling bouwgrootte 7 t/m (#6.68 = On) DC BR Optionele remweerstand bg. 7 en 8 Inductiemotor L L2 L3 L L2 L3 U V W M DC Accu -DC Inwendig ontwerp bouwgrootte 7 t/m 24V #6.7 - Contactor feedback Stroom en frequentie reducering # Laag remchopper niveau (optie) K # Contactor 24V 3A 2 24V Backup Controlebord Bouwgrootte 3 t/m 4A V Backup vermogensdeel Bouwgrootte 6 t/m 4A 6 62 Ventilatorvoeding Bouwgrootte 7 t/m, Handleiding versie 4 Pagina 2 van 98

122 Conversie Conversie F3 menu 7 Analoge in- / uitgangen Analoge ingang 4 5 Mode 7.7 ma V olt Temperatuur sensor aansluiten tussen klem 5 en V. Max. input Min. input Ther m S hor t Cct Ther m istor Ther m No Tr ip (Ohm) 7.54 (*) een nieuwe inhoud van een oorsprong- of bestemmingsparameter bevestigen met de rode stop/reset toets (% ) Offset /-% 7.3 Full scale kalibratie Sensor type Scaling #7.8 x, (Ohm) 7.54 DIN4482 (P TC) KTY 84 P T P T P T2 NI 7.57 B erekende temperatuur (Celcius) Invert 7.9 (* ) 7. Bestemming #.36 # Wensw. (33 R) (8 R) Trip Max. input Min. input Offset /-% 7.3 Invert 7.3 (* ) 7.4 Bestemming Analoge ingang 2 6 Mode 7. ma V olt Temperatuur sensor aansluiten tussen klem 6 en V. Ther m S hor t Cct Ther m istor Ther m No Tr ip (Ohm) 7.59 (% ) 7.2 Sensor type 7.58 Scaling #7.2 x, (Ohm) 7.59 DIN4482 (P TC) KTY 84 P T P T P T2 NI 7.62 B erekende temperatuur (Celcius) #.37 # Wensw. 2 (33 R) (8 R) Trip 9 Oorsprong 5. Frequentie 7.9 (* ) Scaling #7.2 x, - V -2 ma 2- ma 4-2 ma 2-4 ma Mode Analoge uitgang unipolair (Frequentie) Oorsprong 4.2 Belasting 7.22 (* ) Scaling #7.23 x, - V -2 ma 2- ma 4-2 ma 2-4 ma Mode Analoge uitgang 2 unipolair (Belasting), Handleiding versie 4 Pagina 22 van 98

123 Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden. progr. 7. Meetwaarde analoge ingang RO,U %, Diagnose parameters 7.2 Meetwaarde analoge ingang 2 RO,U %, 7.4 Temperatuur IGBT fase U RO,B C ± Temperatuur IGBT fase V RO,B C ± Temperatuur controlebord RO,B C ± Analoge ingang, klem 5, RW,Txt 4-2mA 4-2mA Low 4-2mA, minimum waarde bij I < 3 ma. (.9) ma, Volt of temperatuurmeting. 2-4mA Low 2-4mA, minimum waarde bi j I < 3mA. 4-2mA Hold 4-2mA, laatste waarde bij I < 3 ma (zie volgende pagina) 2-4mA Hold 2-4mA, laatste waarde bij I < 3 ma -2mA - 2 ma 2-mA 2 - ma 4-2mA Trip 4-2 ma, trip bij I < 3 ma 2-4mA Trip 2-4 ma, trip bij I < 3 ma 4-2mA 4-2 ma, geen signaalbewaking 2-4mA 2-4 ma, geen signaalbewaking Volt - Volt - unipolair Therm Short Circuit Overtemperatuur meting met kortsluitbewaking. Meting via PTC of liniaire opnemer. Thermistor Overtemperatuur meting "Thermistor" trip. Meting via PTC, clixon of liniaire opnemer. Therm No trip Lineaire opnemer zonder kortsluitbewaking, uitsluitend temperatuur uitlezing in # Ingang, klem 5 : scaling RW,U.. % (#7. #7.3) komt overeen met de max. inhoud van de geadresseerde parameter. Met deze scaling kan dit aangepast worden. 7.9,, : inverteren RW,Bit Off () On () 7. (.2),, : bestemming RW,U,R # # (.2) Analoge ingang 2, klem 6, ma, Volt of temperatuurmeting. (zie volgende pagina) RW,Txt Volt 4-2mA Low 4-2mA, minimum waarde bij I < 3 ma. 2-4mA Low 2-4mA, minimum waarde bi j I < 3mA. 4-2mA Hold 4-2mA, laatste waarde bij I < 3 ma 2-4mA Hold 2-4mA, laatste waarde bij I < 3 ma -2mA - 2 ma 2-mA 2 - ma 4-2mA Trip 4-2 ma, trip bij I < 3 ma 2-4mA Trip 2-4 ma, trip bij I < 3 ma 4-2mA 4-2 ma, geen signaalbewaking 2-4mA 2-4 ma, geen signaalbewaking Volt - Volt - unipolair Therm Short Circuit Overtemperatuur meting met kortsluitbewaking. Meting via PTC of liniaire opnemer. Thermistor Overtemperatuur meting "Thermistor" trip. Meting via PTC, clixon of liniaire opnemer. Therm No trip Lineaire opnemer zonder kortsluitbewaking, uitsluitend temperatuur uitlezing in # Ingang 2, klem 6 : scaling RW,U.. % (#7.2 #7.3) komt overeen met de max. inhoud van de geadresseerde parameter. Met deze scaling kan dit aangepast worden. 7.3,, : inverteren RW,Bit Off () On () 7.4,, : bestemming RW,U,R, # # Uitgang, klem 7 : oorsprong RW,U,R #. # #5. = uitgestuurde frequentie 7.2,, : scaling RW,U.. 7.2,, : Volt of ma RW,Txt, R F3 menu 7 Analoge in- / uitgangen Volt Volt Uitgang, - V Unipolair (max. 2mA) -2mA Uitgang, - 2mA of 2-mA (max. 5Ω) 2-mA 4-2mA Uitgang, 4-2mA of 2-4mA (max. 5Ω) 2-4mA 7.22 Uitgang 2, klem 8 : oorsprong RW,U,R # # #4.2 = koppelmakende stroom 7.23,, : scaling RW,U ,, : Volt of ma RW,Txt, Volt Volt Uitgang, - V Unipolair (max. 2mA) R -2mA Uitgang, - 2mA of 2-mA (max. 5Ω) 2-mA 4-2mA Uitgang, 4-2mA of 2-4mA (max. 5Ω) 2-4mA, Handleiding versie 4 Pagina 23 van 98

124 F3 menu 7 Analoge in- / uitgangen Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr Ingang, klem 5: full scale kalibratie. (zie volgende pagina) RW,Bit Off () On () Indien ingangssignaal hoger is dan V, kan de scaling aangepast worden zodat max. ingang-panning = % in #7.. - Ingang <,5V : V=% - Ingang tussen,5v en 2,5V : Geen actie - Ingang tussen 2,5V en 3V : kalibratie % Deze parameter zet zichzelf weer op Off Zie ook # Ingang, klem 5 : snelle update RO,Bit On () Bestemmings parameter heeft een update 7.27 Ingang 2, klem 6 : snelle update RO,Bit On () van 25 µs Ingang, klem 5 : I <3 ma RO,Bit On () Diagnose 4mA signaalbewaking 7.29 Ingang 2, klem 6 : I <3 ma RO,Bit On () On = I < 3 ma Off = I >4 ma 7.3 Ingang, klem 5 : Offset RW,B %, ±, 7.3 Ingang 2, klem 6 : Offset RW,B %, ±, 7.33 Power output RO,B % Fast update parameter t.b.v. power feed forward naar een regen drive 7.34 IGBT junction temperatuur RO,B C ±25 Thermisch model van de IGBT 7.35 Thermische belasting van de drive RO,U %, Thermisch model van diodebrug en DC bus 7.36 Temperatuur belastingsniveau RO,U %, Niveau n.a.v. actuele temperatuur metingen 7.37 Warmste meetpunt RO,U Meetpunt dichtst bij tripniveau 7.38 Meetpunt selectie van #7.4 RW,U 999 Raadpleeg beschrijving thermisch 7.39 Meetpunt selectie van #7.5 RW,U management op pagina Ingang, klem 5 : minimum niveau RW,U %,, Zie beschrijving op de volgende pagina. 7.4 Ingang 2, klem 6 : minimum niveau RW,U %,, 7.43 Ingang, klem 5 :maximum niveau RW,U %,, 7.44 Ingang 2, klem 6 :maximum niveau RW,U %,, 7.5 Scaling van full scale kalibratie RO,U,S Uitkomst van de kalibratie van #7.25. Deze parameter wordt automatisch opgeslagen 7.52 Meetpunt selectie van #7.6 RW,U 999 Raadpleeg beschrijving op pagina Ingang, klem 5: thermistor selectie RW,Txt DIN4482 (PTC) DIN4482 (PTC), KTY84, PT, PT, PT2, NI 7.54,, : thermistor weerst. RO,U Ω 5 Weerstand van de PTC of temp. sensor 7.55,, : trip weerstand RW,U Ω 33 5 Weerstand bij Thermistor trip 7.56,, : reset weerstand RW,U Ω 8 5 Weerstand waarbij reset mogelijk is 7.57,, : thermistor temp. RO,B C -5 tot 3 Temperatuur van de PTC of temp. sensor 7.58 Ingang 2, klem 6: thermistor selectie RW,Txt DIN4482 (PTC) DIN4482 (PTC), KTY84, PT, PT, PT2, NI 7.59,, : thermistor weerst. RO,U Ω 5 Weerstand van de PTC of temp. sensor 7.6,, : trip weerstand RW,U Ω 33 5 Weerstand bij Thermistor 2 trip 7.6,, : reset weerstand RW,U Ω 8 5 Weerstand waarbij reset mogelijk is 7.62,, : thermistor temp. RO,B C -5 tot 3 Temperatuur van de PTC of temp. sensor 7.7 en #7., modus van de analoge ingangen D.m.v. #7.7 en #7. kan een het type ingangssignaal op klem 5 of 6 geselecteerd worden. De volgende keuzes zij beschikbaar. 2mA: Er zijn totaal tien 2mA signaalkeuzes beschikbaar waarvan het overzicht is weergegeven in de voorgaande tabel. V: Een single ended unipolair -V signaal kan op klem 5 of 6 worden aangeboden. Therm Short Cct : Meting van een temperatuursensor met kortsluitbewaking (zie "Therm No Trip") Thermistor : Motor overtemperatuur meting "Thermistor" trip. Een PTC of thermoschakelaar kunnen zonder verdere programmering aangesloten worden. Bij een lineaire opnemer zoals KTY84, PT, PT, PT2, NI, etc. moet de trip- en resetwaarde in Ohm ingegeven worden. Ter oriëntatie zijn op de volgende pagina enkele temperatuurcurves weergegeven. Indien een KTY84, PT, PT, PT2 of NI is toegepast kan onafhankelijk van de temperatuur tripfunctie d.m.v. #7.53 of #7.58 een temperatuurconversie geselecteerd worden die is uit te lezen in #7.57 of #7.62 in C. Therm No Trip : Meting met een temperatuursensor zonder kortsluit -of open circuitbewaking. De "Therm No Trip" en de "Therm Short Cct" functies zijn uitsluitend meetfuncties een geen overtemperatuurbewaking. De weerstand van de sensor is uit lezen in #7.54 en en#7.59. Indien geen PTC is toegepast maar een lineaire opnemer (KTY84, PT, PT, PT2 en NI) kan d.m.v. #7.53 en #7.58 een temperatuurconversie geselecteerd worden die is uit te lezen in #7.57 en #7.62 in C. De inhoud van deze parameters is als diagnose maar ook als meetwaarde te gebruiken in bv. de PID regelaar., Handleiding versie 4 Pagina 24 van 98

125 F3 menu 7 Analoge in- / uitgangen 5 PTC 25 KTY Ohm 2 Knikpunt van de curve is afhankelijk van de isolatieklasse van de motor. Ohm Celcius Celcius 2 PT (,375 Ohm/K) 2 PT (3,75 Ohm/K) Ohm 2 Ohm Celcius Celcius 4 PT2 (7,5 Ohm/K) 25 NI Ohm 24 Ohm Celcius Celcius #7.4 - #7.43 en #7.4 - #7.44, Minimum en maximum analoge ingangen. De werking van de minimum en maximum waarde van de analoge ingangen is weergegeven in nevenstaand voorbeeld. In dit voorbeeld wordt er -V aangeboden aan klem 6 en de programmering van #7.44 en #7.4 is 8% en 2%. Tot het moment dat de ingangsspanning het niveau van 2V heeft bereikt zal #7.2 een inhoud hebben van % en zal bij verdere aanstijging tot 8V een waarde hebben van %. Een ingangsspanning < 2V en > 8V heeft geen invloed op de inhoud van #7.2. V 8V (8% ) 7.44 % A naloge ingang 7.2 2V V (2% ) 7.4 Dit voorbeeld is uiteraard ook van toepassing op een 2mA ingangssignaal. Programmering van deze parameters heeft geen invloed op de temperatuurmeting via de twee analoge ingangen. #7.25 Kalibratie van ingang, klem 5. Indien het ingangssignaal van ingang (klem 5) hoger is dan V of 2mA kan bij dit hoge ingangssignaal een auto scaling worden toegepast via # Stel dat het aangeboden ingangssignaal tot,7v is, dan zal na een auto scaling via #7.25 tot,7v overeenkomen met -% in #7.. %, Handleiding versie 4 Pagina 25 van 98

126 F3 menu 8 Digitale in-/uitgangen Digitale in-/ uitgang (in bedrijf) Mode 8.3 Output input 24V Invert 8. Output Input (*) 8.2 Oorsprong.2 Drive active Bestemming Digitale in-/ uitgang (drive reset) Mode 8.32 (*) een nieuwe inhoud van een oorsprong- of bestemmingsparameter bevestigen met de rode stop/reset toets Output input 24V Invert 8.2 Output Input (*) 8.22 Oorsprong Bestemming.33 Drive reset Digitale in-/ uitgang (run vooruit) Mode 8.33 Output input 24V Invert 8.3 Output Input (*) 8.23 Oorsprong Bestemming 6.3 Run vooruit Digitale ingang (Fire mode) Invert 8.4 Input (*) 8.24 Bestemming.54 Fire mode Digitale ingang (Wenswaarde 2) Invert 8.5 Input (*) 8.25 Bestemming.4 Wenswaarde 2 Digitale ingang (Geen fabrieksprogrammering) Invert 8.6 Input (*) 8.26 Bestemming, Handleiding versie 4 Pagina 26 van 98

127 F3 menu 8 Digitale in-/uitgangen 8. External trip bij STO STO ingang 29 SI-Safety Module (indien aanwezig) 8.9 STO AND (Vrijgave) External trip AND Powerdrive vrijgave Inhibit > Ready STO2 Vrijgave 6.5 Raadpleeg #6. Safe Torque Off Hardware vrijgave PWM modulator Controlewoord Vrijgave controlewoord bit 6.42 bit Veldbusbediening 24V Back up 2 24V back up voeding V back-up bewaking PSU 24V trip Invert 8.53 (*) 8.63 Bestemming 8.43 (Geen fabrieksprogrammering) Input Spare (*) een nieuwe inhoud van een oorsprong- of bestemmingsparameter bevestigen met de rode stop/reset toets Oorsprong Invert Spare 8.28 (* ) V 3 24 V uitgang. Drive OK Oorsprong Invert 8.27 (* ) Relais (Drive OK) Oorsprong Invert 8.65 (* ) Relais 2 (Spare) Spare, Handleiding versie 4 Pagina 27 van 98

128 F3 menu 8 Digitale in-/uitgangen KI-HOA Keypad RTC Remote HOA Keypad RTC Remote IP66 Keypad (*) een nieuwe inhoud van een oorsprongof bestemmingsparameter bevestigen met de rode stop/reset toets Rode toets Mode 8.5 Bestemming 8.6 (*) Groene toets 8.4 Toggle (bi-stabiel) Not Invert Invert Toggle Mode 8.52 Bestemming 8.62 (*) Blauwe toets 8.42 Toggle (bi-stabiel) Not Invert Invert Toggle, Handleiding versie 4 Pagina 28 van 98

129 F3 menu 8 Digitale in-/uitgangen Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 8. Klem 22 geactiveerd (DIO ) RO,Bit On () Diagnose parameters 8.2 Klem 23 geactiveerd (DIO 2) RO,Bit On () 8.3 Klem 24 geactiveerd (DIO 3) RO,Bit On () 8.4 Klem 25 geactiveerd (DI 4) RO,Bit On () 8.5 Klem 26 geactiveerd (DI 5) RO,Bit On () 8.6 Klem 27 geactiveerd (DI 6) RO,Bit On () 8.7 Relais geactiveerd (klem ) RO,Bit On () 8.8 Klem 3 geactiveerd (24V output) RO,Bit On () 8.9 Klem 29 geactiveerd (STO) RO,Bit On () 8. External trip bij STO RW,Txt Disable () STO () 8. Klem 22 : Inverteren (DIO ) RW.Txt Not Invert Invert 8.2 Klem 23 : Inverteren (DIO 2) RW,Txt Not Invert Invert 8.3 Klem 24 : Inverteren (DIO 3) RW,Txt Not Invert Invert 8.4 Klem 25 : Inverteren (DI 4) RW,Txt Not Invert Invert 8.5 Klem 26 : Inverteren (DI 5) RW,Txt Not Invert Invert 8.6 Klem 27 : Inverteren (DI 6) RW,Txt Not Invert Invert 8.7 Relais inverteren (klem ) RW,Txt Not Invert Invert 8.8 Klem 3 inverteren (24V output) RW,Txt Not Invert Invert 8.2 I/O statuswoord RO,Bin 5 Bit = Klem 22 () Bit = Klem 23 (2) Bit 2 = Klem 24 (4) Bit 3 = Klem 25 (8) Bit 4 = Klem 26 (6) Bit 5 = Klem 27 (32) Bit 6 = Relais (64) Bit 7 = Klem 3 (28) Bit 8 = Klem 29 (256) 8.2 Klem 22 : Bestemming / oorsprong RW,U,R # # Fabrieksinstelling: Drive running 8.22 Klem 23 : Bestemming / oorsprong RW,U,R # # ,, : Reset 8.23 Klem 24 : Bestemming / oorsprong RW,U,R # # ,, : Run vooruit 8.24 Klem 25 : Bestemming RW,U,R # # ,, : Fire mode 8.25 Klem 26 : Bestemming RW,U,R # # ,, : Wenswaarde Klem 27 : Bestemming RW,U,R # # ,, : Geen (.7) 8.27 Relais :Aansturende parameter RW,U,R # # ,, : Drive OK 8.28 Klem 3 : Aansturende parameter RW,U,R # # ,, : Geen 8.29 In- en uitgangslogica klem 22 t/m 27 RW,TXT Positive logic Pos. logic 24V bij in- uitgang actief Neg. logic V bij in- uitgang actief 8.3 Klem 22 : Keuze ingang of uitgang RW,Txt Output Input 8.32 Klem 23 : Keuze ingang of uitgang RW,Txt Input Output 8.33 Klem 24 : Keuze ingang of uitgang RW,Txt Input Output 8.4 STO2 actief RO,Bit On () 8.4 Groene starttoets geactiveerd RO,Bit On () 8.42 Blauwe (richting)toets geactiveerd RO,Bit On () V back-up voeding aanwezig RO,Bit On () Back-up voeding > 8V 8.44 Rode stoptoets geactiveerd RO,Bit On () 8.45 Relais 2 geactiveerd (klem ) RO,Bit On () 8.5 Modus groene starttoets RW,Txt Not invert Not Invert Niet geïnverteerd Invert Geinverteerd Toggle Toggle (bi-stabiel) 8.52 Modus Blauwe richtingtoets RW,Txt Not invert Not Invert Niet geïnverteerd Invert Geïnverteerd Toggle Toggle (bi-stabiel) V back-up status inverteren RW,Txt Not Invert Invert 8.55 Relais 2 inverteren (klem ) RW,Txt Not Invert Invert 8.6 Groene starttoets bestemming RW,U,R # Blauwe richtingtoets bestemming RW,U,R # V back-up status bestemming RW,U,R # Relais 2 : Aansturende parameter RW,U,R # , Handleiding versie 4 Pagina 29 van 98

130 F3 menu 8 Digitale in-/uitgangen Par.nr Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 8.7 Digital output enable register RW,Bin Zie onderstaande beschrijving 8.72 Digital input register RO,Bin Digital output register RW,Bin Via het enable register in #8.7 kunnen uitgangen vrijgegeven worden om via het output register #8.73 aangestuurd te worden. Bij aansturing van een I/O in- uitgang (klem 22 t/m 24) moet de betreffende klem als uitgang geprogrammeerd zijn. Als een uitgang via het enable register is vrijgegeven zal alleen aansturing via #8.73 mogelijk zijn. Oorsprong selectie en inverteer bits in menu 8 zijn dan niet meer actief. Een nieuwe programmering van het enable register #8.7 moet bevestigd worden met een reset. Het input register #8.72 is onafhankelijk van het enable register #8.7 en is altijd uit te lezen. Digital I/O nummer Bit nummer Functie Update rate Input register Output register Enable register In- output, klem 22 2ms 25µs Background 2 In- output 2, klem 23 2ms 25µs Background 3 2 In- output 3, klem 24 2ms 2ms Background 4 3 Input 4, klem 25 25µs Input 5, klem 26 25µs Input 6, klem 27 2ms Relais, klem Bit altijd 2ms Background V uitgang, klem 3 Bit altijd 2ms Background 9 8 STO input, klem 29 2ms STO input 2 2ms - - Groene starttoets Background Blauwe toets Background V back-up, klem 2 2ms Rode stoptoets Background Relais 2, klem Bit altijd 2ms Background 6 5 Rode resettoets Background - -, Handleiding versie 4 Pagina 3 van 98

131 F3 menu 9 Logicablokken diagnosebitparameter diagnosebitparameter Oorsprong Invert 9.4 (*) 9.5 Oorsprong 2 Invert (*) 9.7 & Logicablok Output invert Ingang Tijd 9.9 Timer 9. On delay Input Off delay Bestemming 9. (*) diagnosebitparameter diagnosebitparameter Oorsprong Invert 9.4 (*) 9.5 Oorsprong 2 Invert (*) 9.7 & Logicablok 2 Output invert Ingang Tijd 9.9 Timer 9.2 On delay Input Off delay Bestemming 9.2 (*) Functie Invert Invert 2 Output invert AND NAND OR NOR Reset naar nul 9.28 Motorpotentiometer Motorpot looptijd (sec.) 9.23 Motorpot omhoog 9.26 M Unipolair 9.22 Monitor (%) 9.3 Bestemming 9.25 (*) Scaling #9.24 x, Bipolair Motorpot omlaag 9.27 _ Hertz. omhoog-omlaag altijd actief Laatste frequentie omhoog-omlaag altijd actief Hertz omhoog-omlaag bij run actief Laatste frequentie omhoog-omlaag bij run actief Hertz, ook bij stop. omhoog omlaag bij run actief Frequentie bij voeding inschakeling 9.2 (*) een nieuwe inhoud van een oorsprong- of bestemmingsparameter bevestigen met de rode stop/reset toets, Handleiding versie 4 Pagina 3 van 98

132 F3 menu 9 Logicablokken Logicablok 3 Binaire waarde "" "2" "4" Offset Som Bestemming 9.33 (*) Programmeerbare menuparameter 6.6 Interne clock Datum (dag. mnd. jaar) (*) een nieuwe inhoud van een oorsprong- of bestemmingsparameter bevestigen met de rode stop/reset toets 6.7 Tijd (uur. min. sec.) Timer vrijgave 9.4 Datum Tijd Start Stop Timer Invert 9.4 Bestemming 9.43 (*) 9.42 Cyclus 9.39 herhalen None - Hour - Day - Week - Month - Year - One off - Minute Timer 2 vrijgave 9.5 Datum Tijd Start Stop Timer 2 Invert 9.5 Bestemming 9.53 (*) 9.52 Cyclus herhalen 9.49 None - Hour - Day - Week - Month - Year - One off - Minute, Handleiding versie 4 Pagina 32 van 98

133 F3 menu 9 Logicablokken Scope mode Single Normal Auto 9.63 Sample tijd x 25us 9.67 Trigger delay (%) 9.68 Auto save reset 9.72 Delete all files Oorsprong kanaal 9.55 (*) 9.56 (*) Kanaal Scope Scope file Auto save mode 9.7 Disabled Overwrite Keep Oorsprong kanaal (*) Kanaal Auto save status 9.7 Auto save next file nr. Oorsprong kanaal 3 Kanaal Scope data niet compleet Oorsprong kanaal (*) Kanaal Scope data opslaan Scope buffer lengte (ms) Start 9.64 Start data lezen Trigger Invert 9.62 Scope Trigger (*) OR (*) een nieuwe inhoud van een oorsprongof bestemmingsparameter bevestigen met de rode stop/reset toets. Oorsprong Trigger Scope buffer length (ms) Drempel waarde Trigger delay (%) 9.68 # Start # Data not ready Pre trigger Post trigger Trigger # Saving data, Handleiding versie 4 Pagina 33 van 98

134 F3 menu 9 Logicablokken Parameter- Eigenschappen Parameter- type Eigenschappen type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. progr. Bereik Bijzonderheden 9. Blok : Uitgang actief RO,Bit On () Deze bits kunnen bijvoorbeeld afgevraagd 9.2 Blok 2 : Uitgang actief RO.Bit On () worden door een digitale uitgang. 9.3 Motorpot : Uitgang RO,B,S % ±, 9.4 Blok : Ingang - oorsprong RW,U,R # ,, : Ingang - inverteren RW,Bit Off () On () 9.6,, : Ingang 2 - oorsprong RW,U,R # ,, : Ingang 2 - inverteren RW,Bit Off () On () 9.8,, : Uitgang inverteren RW,Bit Off () On () 9.9,, : Tijdvertraging RW,B Sec., ±25, Positieve waarde = opkomvertraagd Negatieve waarde = afvalvertraagd 9.,, : Bestemming RW,U,R # Blok 2 : Ingang - oorsprong RW,U,R # ,, : Ingang - inverteren RW,Bit Off () On () 9.6,, : Ingang 2 - oorsprong RW,U,R # ,, : Ingang 2 - inverteren RW,Bit Off () On () 9.8,, : Uitgang inverteren RW,Bit Off () On () 9.9,, : Tijdvertraging RW,B sec., ±25, Positieve waarde = opkomvertraagd Negatieve waarde = afvalvertraagd 9.2,, : Bestemming RW,U,R # Motorpot : Frequentie bij voeding- RW,U Hz. omhoog-omlaag altijd actief. spanning inschakeling Laatste frequentie, omhoog-omlaag altijd actief. 2 Hz. omhoog-omlaag alleen bij run actief. 3 Laatste frequentie, omhoog-omlaag bij run actief. 4 Hz. bij voeding inschakeling en stop. Omhoog-omlaag alleen bij run actief. 9.22,, : Bipolaire uitgang RW,Bit Off () On () Indien deze parameter op staat, zal in menu waarschijnlijk ook d.m.v. #. bipolaire wenswaarde geselecteerd moeten worden. 9.23,, : Looptijd RW,U sec Tijd van - %, resp. % ,, : Uitgangsscaling RW,U, 4, -% in #9.3 geeft automatisch tot max. bereik van de geadresseerde parameter van #9.25. Indien #9.25 naar een frequentie wenswaarde verwijst wordt % in #9.3 afgestemd op de maximum frequentie in #.6 (#.2) 9.25,, : Bestemming RW,U,R # Waarschijnlijk een parameter in menu. Indien een preset wordt gebruikt zullen #.4 en #.5 in de juiste stand gezet moeten worden. Indien #.36 of #.37 wordt gebruikt, zal deze parameter eerst van de klemmenstrook ontkoppeld moeten worden door resp. #7. of #7.4 op te programmeren. 9.26,, : Hoger RW,Bit,K Off () On () Deze parameters aansturen via een program- 9.27,, : Lager RW,Bit,K Off () On () meerbare ingang. (menu 8). Motorpot hoger 9.28,, : Reset naar nul RW,Bit Off () On () domineert over motorpot lager Blok 3 : Ingang binair RW,Bit,K Off () On () D.m.v. logicablok 3 kunnen via programmeerbare 9.3,, : Ingang binair 2 RW,Bit,K Off () On () ingangen parameters aangestuurd worden 9.3,, : Ingang binair 4 RW,Bit,K Off () On () die meer dan twee keuzemogelijkheden hebben, 9.32,, : Binaire som RO,U zoals b.v. #6. t/m #6.3, #9.2, etc. 9.33,, : Bestemming RW,U,R # #9.32 is de som van #9.29, #9.3, #9.3 en 9.34,, : Offset RW,U 248 # Timer : Startdatum RW,U Datum en tijd zijn weergegeven in #6.6 en 9.36,, : Starttijd RW,U #6.7. De inhoud van deze parameters is 9.37,, : Stopdatum RW,U afhankelijk van de programmering van # ,, : Stoptijd RW,U en # ,, : Cyclus herhalen RW,Txt None None (niet), Hour (uur), Day (dag), Week (week), Month (maand), Year (jaar), One off (eenmalig), Minute (minuut). 9.4,, : Vrijgave RW,Bit Off () On () 9.4,, : Uitgang inverteren RW,Bit Off () On () 9.42,, : Uitgang status RO,Bit On () 9.43,, : Uitgang bestemming RW,U,R # , Handleiding versie 4 Pagina 34 van 98

135 F3 menu 9 Logicablokken Par.nr Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr Timer 2 : Startdatum RW,U Datum en tijd zijn weergegeven in #6.6 en 9.46,, : Starttijd RW,U #6.7. De inhoud van deze parameters is afhankelijk van de programmering van # ,, : Stopdatum RW,U ,, : Stoptijd RW,U ,, : Cyclus herhalen RW,Txt None None (niet), Hour (uur), Day (dag), Week (week), Month (maand), Year (jaar), One off (eenmalig), Minute (minuut). 9.5,, : Vrijgave RW,Bit Off () On () 9.5,, : Uitgang inverteren RW,Bit Off () On () 9.52,, : Uitgang status RO,Bit On () 9.53,, : Uitgang bestemming RW,U,R # Scope : Kanaal oorsprong RW,U,R # De aangeroepen inhoud van deze parameters is 9.56,, : Kanaal 2 oorsprong RW,U,R # de actuele interne waarde en niet een waarde in 9.57,, : Kanaal 3 oorsprong RW,U,R # procenten. 9.58,, : Kanaal 4 oorsprong RW,U,R # ,, : Trigger RW,Bit Off () On () 9.6,, : Trigger oorsprong RW,U,R # ,, : Trigger drempel RW,B tot ,, : Trigger invert RW,Bit Off () On () 9.63,, : Mode RW,Txt Single Single Bij een trigger wordt #9.64 op gezet en zal indien gewenst weer op gezet moeten worden. Normal Bij een trigger wordt #9.64 op geforceerd en sec. na het opslaan van data zal #9.64 weer vrijgegeven worden. Auto #9.64 heeft geen functie en de buffer wordt constant ververst totdat een trigger verschijnt. Nadat #9.66 weer is zal het buffer weer continu worden ververst. 9.64,, : Start data lezen RW,Bit Off () On () Buffer wordt geladen en zodra de pre-trigger data is verzameld kan een trigger gegeven worden. 9.65,, : Data niet compleet RO,Bit On () De pre- en post-trigger data is nog niet compleet 9.66,, : Data opslaan RO,Bit On () Data wordt geladen in de SmartCard. 9.67,, : Sample tijd RW,U (25µs) 2 De sample tijd alle kanalen in units van 25µs 9.68,, : Trigger delay RW,U % Pre-trigger percentage van de bufferinhoud 9.69,, : Buffer lengte RO, U ms, 2, De buffer lengte is afhankelijk van het aantal kanalen, sampletijd en dataformaat van de aangeroepen parameters. 9.7,, : Auto save mode RW,Txt Disabled Disabled Auto save uitgeschakeld Overwrite Een file wordt overschreven indien het file nummer reeds bestaat. Keep Files worden niet overschreven en de save actie wordt afgebroken. 9.7,, : Auto save next file nr. RO,U 99 File naam is SCPXY.DAT waarbij XY het file nummer is in # ,, : Auto save reset RW,Bit Off () On () Auto save wordt onderbroken, alle files in de SmartCard worden gewist en #9.7 = 9.73,, : Auto save status RO,Txt Disabled #9.7=Disabled, of #9.63=Auto, of #9.72=On Active Auto save functie is paraat. Stopped File in de SmartCard bestaat al Failed Save of reset actie is niet geslaagd, Handleiding versie 4 Pagina 35 van 98

136 F3 menu Status- en tripinformatie Parametertype Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr Omschrijving Type Eenh. Fabr. progr. Bereik Bijzonderheden. Powerdrive bedrijfsgereed RO,Bit On () Zie ook #.68.2 Powerdrive in bedrijf RO,Bit On ().3 N = RO,Bit On () Als frequentie < #3.5 dan #.3 =.4 Minimum frequentie RO,Bit On () Bij bipolaire wenswaarde #.4 = #.3. Bij unipolaire wenswaarde als frequentie is lager dan (#.7,5 Hz.) dan #.4 = Bij Off status #.4 =.5 Frequentie lager dan wenswaarde RO,Bit On () Zie #3.6.6 Frequentie wenswaarde bereikt RO,Bit On () Bij Off status #.6 =.7 Frequentie hoger dan wenswaarde RO,Bit On () Zie #3.7.8 Motor nominaalstroom bereikt RO,Bit On () Opgenomen motorstroom = #5.7.9 Stroomgrens actief RO,Bit On (). Regeneratieve energie aanwezig RO,Bit On (). Remtransistor actief RO,Bit On () Remweerstand wordt aangestuurd..2 Remweerstand overbelast RO,Bit On () Overbelasting n.a.v. #.3 en #.3.3 Achterwaartse wenswaarde RO,Bit On () Inhoud van #.3 is negatief..4 Achterwaartse uitsturing RO,Bit On () Inhoud van #2. is negatief.5 Uitval van voedingsspanning RO,Bit On ().6 DC-bus spanning te laag (UU trip) RO,Bit On ().7 Motorische overbelasting RO,Bit On () Overlast accumulator > 75%.8 Powerdrivedrive temperatuur alarm RO,Bit On () #7.36 > 9%.9 Overlast-alarm. (zie ook #.4) RO,Bit On () Verzamel-alarm van #.2, #.7, #.8 en # Trip : Laatst opgetreden storing (trip) RO,U,S 255 #.2 t/m #.29 is een schuifregister.2 Trip : Storing voor.2 RO,U,S 255 waarin de laatste storingen (trips) zijn.22 Trip 2: Storing voor.2 RO,U,S 255 opgeslagen..23 Trip 3: Storing voor.22 RO,U,S Trip 4: Storing voor.23 RO,U,S 255 Zie ook illustratie op de volgende pagina's..25 Trip 5: Storing voor.24 RO,U,S Trip 6: Storing voor.25 RO,U,S Trip 7: Storing voor.26 RO,U,S Trip 8: Storing voor.27 RO,U,S Trip 9: Storing voor.28 RO,U,S Remweerstand vermogen RW,U kw, 99999,9 Thermisch continu vermogen van de remweerstand.3 Remweerstand thermische tijdconstante RW,U sec., 5, Zie ook de beschrijving en illustratie op pagina Externe storing (External trip) RW,Bit Off () On () Kan door gebruiker geprogrammeerd worden.33 Storing reset RW,Bit Off () On () Zie ook illustratie op de volgende pagina s..34 Aantal automatische reset pogingen. RW,Txt None None Geen automatische reset pogingen (zie volgende pagina s) t/m 5 t/m 5 pogingen Infinite Ongelimiteerd aantal reset pogingen.35 Pauzetijd tussen reset pogingen RW,U sec Bedrijfsgereed tot laatste reset poging RW,Bit Off () On () Relais op klem blijft geactiveerd..37 (.5) Actie bij een trip RW,Bin Onbelangrijke trips zijn: I/O overload, Keypad mode. bit bit= - Directe trip bij onbelangrijke trips. bit= - Normale stop bij onbelangrijke trips. bit bit 2 bit 3 bit 4 bit= - Remweerstand overlast trip actief. bit= - Geen trip, rem IGBT uitgeschakeld. Zie beschrijving volgende pagina's bit2= - AC fase uitval trip actief. bit2= - Geen trip bij fase uitval tot de motor door de gebruiker is gestopt. Geen functie bit4= - Parameters tijdens trip bevriezen. bit4= - Parameters tijdens trip niet bevriezen Zie tripafhandeling op de volgende pagina.38 Programmeerbare storing RW,U 255 B.v. aangestuurd vanuit een applicatieprogr. drive tript en getal verschijnt in display. Getal is drive reset. Getal 255 is reset storingsregisters. #.38 is na programmering direct weer., Handleiding versie 4 Pagina 36 van 98

137 F3 menu Status- en tripinformatie Par.nr Omschrijving Type Eenh. Fabr. progr. Bereik Bijzonderheden.39 Remweerstand overbelastingsregister RO,U %, Zie #.3 en #.3..4 Statuswoord (zie ook #.69) RO,U Inhoud van het 6 bit woord gevormd door de status van #. t/m #.5. Bit is #., Bit 5 is niet gebruikt.4 Trip : Datum RO,U,S Deze parameters zijn gekoppeld aan trip.42 Trip : Tijd RO,U,S 23:59:59 t/m 9 in resp. #.2 t/m # Trip : Datum RO,U,S Trip : Tijd RO,U,S 23:59:59 Datum en tijd zijn weergegeven in # Trip 2: Datum RO,U,S en #6.7. De inhoud van deze parameters.46 Trip 2: Tijd RO,U,S 23:59:59 is afhankelijk van de programmering van #6.9 en # Trip 3: Datum RO,U,S Trip 3: Tijd RO,U,S 23:59:59 Zie ook de illustraties en beschrijving op de.49 Trip 4: Datum RO,U,S volgende pagina's.5 Trip 4: Tijd RO,U,S 23:59:59.5 Trip 5: Datum RO,U,S Trip 5: Tijd RO,U,S 23:59:59.53 Trip 6: Datum RO,U,S Trip 6: Tijd RO,U,S 23:59:59.55 Trip 7: Datum RO,U,S Trip 7: Tijd RO,U,S 23:59:59.57 Trip 8: Datum RO,U,S Trip 8: Tijd RO,U,S 23:59:59.59 Trip 9: Datum RO,U,S Trip 9: Tijd RO,U,S 23:59:59.6 Remweerstand weerstand waarde RW,U Ω,, Waarde van de remweerstand.62 Onderlast detectie actief RO,Bit On () Zie #4.27 t/m # Local keypad lage accuspanning RO,Bit On () Het HOA keypad van de Powerdrive heeft een lege batterij of is niet aanwezig..64 Remote keypad lage accuspanning RO,Bit On () Een HOA keypad is aangesloten via de RS485 poort of KI485 module en de batterij is leeg of is niet aanwezig..65 Auto-tune actief RO,Bit On ().67 Fire mode actief RO,Bit On () Zie illustratie menu.68 Bedrijfsgereed actief tijdens Under Voltage trip (vanaf sw..3.) RW,Bit Off () On () Tijdens Under Voltage trip blijft #.= en triprelais klem blijft geactiveerd.69 Statuswoord 2 (zie ook #.4) RO,Bin Inhoud van het 2 bit binaire woord gevormd door de volgende status bits. bit= #.6, bit= #.7, bit2= #.8 bit3= #.9, bit4= #.62, bit5= #.63 bit6= #.64, bit7= #.65, bit8= reserve bit9= #.67.7 Trip : Sub info RO,U,S Afhankelijk van de trip kan er aanvullende informatie zijn. Raadpleeg in de beschrijving van de betreffende trip achterin deze handleiding..7 Trip : Sub info.72 Trip 2: Sub info.73 Trip 3: Sub info.74 Trip 4: Sub info.75 Trip 5: Sub info.76 Trip 6: Sub info.77 Trip 7: Sub info.78 Trip 8: Sub info.79 Trip 9: Sub info.8 Motor gestopt voorafgaand aan trip RO,Bit On () Als een motor stop voorafgaand aan een trip (#.37, bit ) wordt deze parameter tijdens de deceleratie op On gezet..8 Uitval AC voedingsfase RO,Bit On () On () bij fase uitval of grote fase onbalans totdat drive is getript. Zie #.37, bit 2.. Drive status RO,Txt Inhibit (), Ready (), Stop (2), Scan (3), Run (4), Supply Loss (5), Deceleration (6), dc Injection (7), Reserve (8), Trip (9), Active (), Off (), Hand (2), Auto (3), Heat (4), Under Voltage (5)..2 Trip reset status RO,Bin 23 Correspondeerd met het tripregister, = trip is gereset, = trip is niet gereset.3 Tijd tussen laatste trip en inschakeling van de voeding. RO,U ms 596 uur Aantal ms tussen laatste trip en inschakeling van de voeding..4 Drive alarm RO,Txt None (), Brake Resistor (), Motor Overload (2), Inductor Overload (3), Drive Overload (4), Auto Tune (5), Reserve (6), Low Load (8), Option Slot (9), Option Slot 2 (), Option Slot 3 (), Option Slot 4 (2), Handleiding versie 4 Pagina 37 van 98

138 F3 menu Status- en tripinformatie Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr..5 Hand, Off, Auto status RO,Txt Not Active (), Hand (), Off (2), Auto (3) Zie beschrijving # Potentiële schade condities RO,Bin Een register van twee condities die schade aan de Powerdrive kunnen veroorzaken. --- Fire mode geactiveerd. --- Undervoltage #6.66 verlaagd vanaf fabrieksinstelling. #.33 t/m #.38 : Storingsafhandeling Actie bij een drive trip.37 Triprelais actief bij UU.68 Powerdrive storingen External trip.32 > _ Trip Controlewoord User trip Bit 2 SET RE S E T Powerdrive in storingstatus Bit 3 Rode toets User reset.38 () > _ Reset Voedingsspanning uit- inschakeling Reset.33 Een overstroomstoring, (OI.ac, OI.Brake, OI.dc en Fan Fail) kunnen pas na sec. gereset worden. Aantal automatische resetpogingen.34 Pauzetijd tussen de resetpogingen Bedrijfsgereed relais actief tot laatste resetpoging Automatische reset Na het verrichten van het in #.34 geprogrammeerde aantal resetpogingen zal de Unidrive-M definitief in storingsconditie overgaan. Na een geslaagde resetpoging zal indien dezelfde storing niet wederom optreedt #.34 na 5 minuten weer geladen worden met de geprogrammeerde waarde. Storingsregister : Elke storing (trip) wordt in een schuifregister geplaatst gevormd door #.2 t/m #.29 met de vermelding trip t/m 9 waarbij trip het laatst is opgetreden. Elke trip is gekoppeld aan een parameter die aanvullende informatie (sub info) kan bevatten. Of de betreffende trip sub info heeft en de betekenis daarvan, is beschreven in de betreffende beschrijving van de trip achterin deze handleiding. Elke trip heeft ook een datum en tijd vermelding die betrokken wordt uit de interne real time clock #6.6 t/m #6.8. Volg nr Trip info Sub info Datum Tijd Trip #.2 #.7 #.4 #.42 #.3 Trip #.2 #.7 #.43 #.44 Trip 2 #.22 #.72 #.45 #.46 Trip 3 #.23 #.73 #.47 #.48 Trip 4 #.24 #.74 #.49 #.5 Trip 5 #.25 #.75 #.5 #.52 Trip 6 #.26 #.76 #.53 #.54 Trip 7 #.27 #.77 #.55 #.56 Trip 8 #.28 #.78 #.57 #.58 Trip 9 #.29 #.79 #.59 # Interne clock Datum (dag. mnd. jaar) Tijd (uur. min. sec.) Fabrieksmatig geeft de interne clock de tijd en datum weer van de Real Time Clock., Handleiding versie 4 Pagina 38 van 98

139 F3 menu Status- en tripinformatie Bevroren parameters tijdens tripstatus : Een aantal diagnoseparameters wordt tijdens een tripsituatie bevroren met de inhoud die deze parameters hadden op het moment dat de trip optrad. Mogelijk kan dit helpen bij het analyseren van de trip oorzaak. Deze bevroren parameters kunnen ook een nadeel zijn wanneer de bevroren inhoud aan externe apparatuur wordt toegeleverd (bv. een paneelmeter). Vandaar dat d.m.v. #.37 de keuze gemaakt kan worden om deze parameters wel of niet te bevriezen. 2 Mode 4 Scaling /-% Een alternatieve oplossing kan zijn om in de analoge uitgang een functieblok uit menu 2 (mode 4) tussen te voegen. Dit functieblok roept dan de gewenste parameter uit de hiernaast weergegeven tabel aan en via ingang 2 van hetzelfde functieblok wordt Drive Ready #. aangeroepen. De uitgang van het functieblok wordt dan door de oorsprongparameter van de analoge uitgang aangeroepen. out Actie bij tripstatus.37 bit4= bit4= Parameters bevroren Parameters niet bevroren Parameter Functie #. Toerental wenswaarde (Hz) #.2 Toerental wenswaarde (Hz) #.3 Toerental wenswaarde (Hz) #2. Frequentie opdracht (Hz) #4. Totale motorstroom (A) #4.2 Koppelmakende stroom (A) #4.7 Magnetiseringsstroom (A) #5. Motorfrequentie (Hz) #5.2 Motorspanning (V) #5.3 Motorvermogen (kw) #5.5 DC busspanning (V) #7. Analoge ingang (%) #7.2 Analoge ingang 2 (%) #.3, #.3 en #.6: Remweerstand beveiliging In menu is de thermische beveiliging van de remweerstand opgenomen. De te programmeren parameters zijn: #.3 = Thermisch continuvermogen van de remweerstand (kw) #.3 = Thermische tijdconstante van de remweerstand (sec.) #.6 = Weerstand van de remweerstand (Ω) - Geen remweerstand aangesloten: Programmeer #2.4 op "Standard" of op "Std Boost" en programmeer #.3 en #.3 op.. - Remweerstand aangesloten: Maak altijd gebruik van de thermoschakelaar en stel zeker dat deze schakelaar tot een veilige afschakeling leidt. Programmeer bij voorkeur het thermische model in de Powerdrive, zoniet programmeer #.3 en #.3 op - Thermische model van de remweerstand: Programmeer #.3 (Watt), #.3 (sec.) en #.6 (Ω) De tijdconstante #.3 wordt als volgt berekend: #.3 = sec. Voorbeeld: Remweerstand DBR3-5W, (zie pagina 47). 2kW bij 6% ID op een tijdbasis van 6 sec. #.3 = 48 sec..37 Actie bij overlast bit= Brake R Too Hot trip Unidrive D C BR M Motor Remweerstand Overlastdetectie remweerstand bit= Geen trip, rem IGBT geblokkeerd.3.3 Continu vermogen (kw) Therm. tijdconstante (sec.).6 Weerstand (Ohm).39 Overlastregister (%).2 Overlast-register >75% Fabrieksinstelling parameters Bouwgrootte.3 (kw).3 (sec).6 (Ω) 3,5 3,3 75, 4-5, 2, 38, >5,,,, Handleiding versie 4 Pagina 39 van 98

140 F3 menu Diversen Display instellingen.8 RW Bovenste displayregel.9 RW Onderste displayregel.2 RW Scaling van display inhoud.22 RW Parameter continu in display Smart Card.36 RO Laatst verzonden datablok.37 RW Datablok nummer.38 RO Datablok type.39 RO Datablok versie.4 RO Data checksum.42 RW Overdracht instructie.72 RW Macro file.73 RO Card type.75 RO Read only vlag.76 RO Warning suppressie vlag.77 RW Datablok versie Seriële communicatie.2 RW Reset comms.23 RW Serieel adres.24 RW Seriële mode.25 RW Baud rate.26 RW Comms vertraging.27 RW Stille periode.9 RW Serieel adres extern keypad Software data.29 RO Software versie.34 RO Software subversie.62 RO Powerboard sw. versie.7 RO Parameter data base versie On-board PLC.47 RW Run programma.48 RO Programma status.49 RO Aantal downloads.5 RO Scans per sec..5 RO Bezetting clock task.55 RO Clock task interval Vermogens data.32 RO Heavy duty nom. stroom.33 RO Nom. voedingspanning.6 RO Normal duty nom. stroom.6 RO Maximaalstroom (Kc) Hardware samenstelling.66 RO Vermogensdeel type.67 RO Controlebord type.68 RO I/O configuratie.69 RO Position feedback Multy module configuratie.35 RW Verwachte aantal modules.7 RO Gedetecteerde modules Productie data.52 RO Serienummer LSB.53 RO Serienummer MSB.54 RO Productie datum code.64 RO Typenummer.65 RO.9 RO.92 RO.93 RO, Handleiding versie 4 Pagina 4 van 98

141 F3 menu Diversen Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr..8 Status display bovenste regel RW,U,R # Zie volgende pagina s.9 Status display onderste regel RW,U,R # (.52) Reset seriële communicatie RW,Bit Off () On () Een nieuwe inhoud in #.24 t/m #.27 worden pas geactiveerd na deze reset..2 Scaling #.3 RW,U.. Scaling van de in #.3 weergegeven parameter..22 Parameter continu in display RW,U #..8 Fabrieksmatig wordt #. (rpm) in display weergegeven. Elke parameter in menu kan hiervoor geselecteerd worden..23 Seriële adres Powerdrive RW,U 255 (.37).24 Seriële mode RW,U 8 2 NP Raadpleeg de Parameter Reference Guide (.35).25 (.36) Seriële baud rate (zie #.2) RW,U baud , 6, 2, 24, 48, 96, 9.2, 38.4, 57.6, 76.8, RS485 communicatievertraging RW,U ms 2 25 (zie #.2).27 Silent period (zie #.2) RW,U ms 25 De "stille" periode om het einde van een ontvangen bericht te detecteren..28 Powerdrive derivative RO,U (.5) Powerdrive softwareversie RO,U (.34).3 (.48).33 (.3) Persoonlijke code RW,U 9999 Indien een code is ingegeven zal na voeding inschakeling eerst deze code ingegeven moeten worden alvorens parameters gewijzigd kunnen worden. Powerdrive werkingsprincipe RW,Txt Open-loop Open-loop Open loop frequentie regeling. RFC-A Flux vector regeling zonder encoder op de motor (sensorless) RFC-S Permanent magneet motor zonder encoder op de motor (sensorless) Powerdrive nominale voedingsspanning RO,Txt Volt AC 2V () 4V () 575V (2) 69V (3).34 Software sub versie RO,U Aantal powermodules test RW,U - Bij power-up wordt het aantal modules gedetecteerd en in #.7 geladen en mogelijk in een Configuration trip resulteren. Detectie uitgeschakeld. - Bij power-up wordt het aantal gedetecteerde modules vergeleken met de laatst opgeslagen inhoud van # Bij power-up wordt het aantal gedetecteerde modules vergeleken met inhoud # Smart Card, verzonden datablok RO,U 999 Laatst verzonden datablok naar Powerdrive (.29).37 SmartCard, datablok nummer. (zie pagina 82) RW,U, 999 De data in #.38 t/m #.4 hebben betrekking op dit datablok nummer..38 SmartCard, data type / mode (zie pagina 82) RO,Txt Deze parameter geeft het file type aan van het databloknummer dat met #.37 is geselecteerd. None (), Open-loop (), RFC-A (2), RFC-S (3), Regen (4), User Prog (5), Option App (6).39 SmartCard, data versie nummer (zie pagina 82) RO,U 9999 Data versienummer van het datablok dat met #.37 is geselecteerd. Zie #.77.4 SmartCard Checksum RO,U ± Checksum van het datablok dat met #.37 is geselecteerd., Handleiding versie 4 Pagina 4 van 98

142 F3 menu Diversen Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr..42 SmartCard RW,Txt,R None None () Geen actie (.3) (zie pagina 8) Read () Indien de status Ready, Inhibit of Trip is zal bij bediening van de rode toets de parameters uit de SmartCard in de Powerdrive geladen worden. Program(2) Bij bediening van de rode toets zal de programmering van de Powerdrive in de SmartCard geladen worden. Auto (3) Wijzigingen in de Powerdrive programmering worden direct in de SmartCard opgeslagen. Boot (4) Wijzigingen in de Powerdrive programmering worden direct in de SmartCard opgeslagen en bij inschakeling van de voedingsspanning zal de inhoud van de SmartCard in Powerdrive geladen worden..43 Powerdrive laden met fabrieksprogrammering RW,Txt None None Geen actie Standard 4 Volt 5Hz. programmering US 46 Volt 6 Hz. programmering.44 (.49) Toegang tot de menu's RW,Txt Menu Alleen menu kan gelezen en geprogrammeerd worden. All Menu's Alle menu's kunnen gelezen en geprogrammeerd worden. Read only menu Alleen menu kan worden gelezen en niet geprogrammeerd worden. Read only Alle menu's kunnen worden gelezen en niet geprogrammeerd worden. Status Only Display geeft uitsluitend statusinformatie en geen enkele parameter is zichtbaar. No Acces Display geeft uitsluitend statusinformatie en geen enkele parameter is zichtbaar en kunnen op geen enkele andere wijze benaderd worden zoals een applicatiemodule, veldbus of communicatie poort..46 Laatst geladen fabrieksprogrammering. RO,U Geen 233 Standard, 4 Volt 5Hz. programmering 244 US, 46 Volt 6 Hz. programmering.47 Vrijgave On board PLC programma RW,Txt Run () Stop () Stop programma Run () Run programma.48 On board PLC, status RO,B Programma aanwezig maar gestopt Programma loopt 2 Programma heeft een storing 3 Geen programma aanwezig.49 Aantal PLC programma downloads RO,U Aantal maal dat een PLC programma download heeft plaatsgevonden..5 On board PLC, scans per seconde RO,U Background scans per seconde.5 On board PLC, bezetting clock task RO,U %, Procentuele bezetting van de clock task.52 Serienummer, laagste karakters RO,U Voorbeeld: Serienummer, hoogste karakters RO,U #.53=, #.52= Powerdrive productie datum code RO,U Jaar. week.55 On board PLC, clock task interval RO,U ms Optiemodule slot toewijzing RW,U In fabrieksinstelling is module- in slot-, ect. In deze parameter de volgorde worden vastgelegd, met name zinvol bij conversies van Uni-SP naar Uni-M..6 Normal Duty nominaalstroom RO,U Amp Maximale uitgangsstroom (Kc) RO,U A rms Max. stroom wat de Powerdrive kan meten. Boven dit niveau volgt een over-current trip.62 Power board software versie RO,U Powerdrive: Product familie RO,U Unidrive F3, M6, M7.64,, : Type RO,U F3 Voorbeeld F AA AB 3.65,, : Typenummer RO,U #.64=F3 #.65=3266 #.9=AA #.92= AB #.93=3-.66,, : Vermogensdeel type RO,U F3 M6 M7 Standard F3 M6 M7 geen rem IGBT 2 Servo.67,, : Controlebord type RO,U.2/3 Unidrive-M standard 2/3 Unidrive-M high speed.4 Servo, Handleiding versie 4 Pagina 42 van 98

143 F3 menu Diversen Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr..68 Powerdrive: I/O configuratie RO,U Analoge en digitale I/O Digitale I/O 2 Analoge en digitale I/O plus extra relais 3 Servo drive I/O.69 Positie feedback RO,U = None.7 Core parameter data base version RO,U Aantal gedetecteerde powermodules RO,U 2 Zie # SmartCard special file (zie pag. 82) RW,Bit Indien een file als macro dienst doet.73 SmartCard type detectie (,, ) RO,Txt None (), Smart Card (), SD-Card (2).75 SmartCard, read only flag (,, ) RO,Bit Off () On () Status van de read only vlag op de SD-Card.76 SmartCard, warning suppr. Flag(,,) RO,Bit Off () On () Status van de warning vlag op de SD-Card.77 SmartCard, file required version (,,) RW,U 9999 Meegestuurd versienummer van de file.79 Drive naam, karakter t/m 4 RW,Txt ASCII Hierin wordt de drive naam opgeslagen die.8 Drive naam, karakter 5 t/m 8 in F3-Connect wordt toegekend..8 Drive naam, karakter 9 t/m 2.82 Drive naam, karakter 3 t/m 6.84 Powerdrive werkingsprincipe RO,U Zie #.3.85 Security status RO,U None (), Read Only (), Status-Only (2), No-acces (3). (Zie #.3 en #.44).86 Toegang tot de menu's via het RO,U Menu Alleen menu toegankelijk toetsenbord All menus Alle menu's zijn toegankelijk.9 Serieel adres extern toetsenbord RW,U 6.9 Powerdrive typenummer RO,U Zie #.64.92,, RO,U.93,, RO,U #.8 en #.9: Grootheden in het display. Tijdens bedrijf zal volgens fabrieksinstelling motortoerental worden weergegeven. De weergegeven grootheid kan door de gebruiker op verschillende manieren worden geselecteerd. Optie : Voorbeeld: Het afgegeven motorvermogen (#5.3) moet worden weergegeven. Hiertoe moeten #.8 en #.9 beiden geladen worden met het getal 5.3 rode toets. Optie 2: Voorbeeld: De uitgestuurde frequentie (#5.) en de procentuele belasting (#4.2) moeten gezamenlijk in het display weergegeven worden. Hiertoe moet #.8 geladen worden met het getal 5. rode toets en #.9 moet geladen worden met het getal 4.2 rode toets. Optie 3: Als de inhoud van #.8 op. blijft staan dan zal de inhoud van de in #.9 geselecteerde parameter in de bovenste displayregel worden weergegeven. Het geselecteerde parameternummer in #.9 zal nu in de onderste regel worden weergegeven. Optie 4: Voorbeeld: Op een van beide analoge ingangen is een lineaire temperatuur sensor aangesloten als temp. beveiliging van de motor.(pt, KTY84, etc.). De bovenste displayregel geeft de motortemperatuur weer (#7.62) en de onderste regel de tijd (#6.7) in uren, minuten, seconden. Fabrieksinstelling (rpm) Optie Optie 2 Optie 3 Auto 283 rpm Auto kw Auto 37,3 Hz 67,3 % Auto 37,3 Hz 5. In #.8 en #.9 kan elke parameter geselecteerd worden, de volgende keuzes zijn voor de hand liggend. Optie 4.8 #. Geselecteerde frequentieopdracht (Hz) #2. Frequentieopdracht na de integrator (Hz) #4. Totale motorstroom (A) #4.2 Koppelmakende motorstroom (A) #4.2 Motorkoppel (%) #5. Uitgestuurde frequentie (Hz) #5.2 Uitgestuurde motorspanning (V) #5.3 Afgegeven motorvermogen (kw) #5.4 Motortoerental (rpm) #7.62 Motortemperatuur ( C) Auto 93 C 5:7:35.9, Handleiding versie 4 Pagina 43 van 98

144 F3 menu 2a Niveaudetecties Niv eaudetectie Numerieke diagnoseparameter Oorsprong 2.3 (*) Gelijkrichter Hysterese Invert Bestemming 2.5 Niveau (*) overschreden # Programmeerbare 2. - bitparameter # 2.4 Drempelniveau Interne bit oorsprong parameter in bijv. menu 8, 9 en 4 (*) een nieuwe inhoud van een oorsprong- of bestemmingsparameter bevestigen met de rode stop/reset toets Niv eaudetectie 2 Numerieke diagnoseparameter Oorsprong (*) Gelijkrichter Hysterese 2 Invert 2 Bestemming 2.25 Niveau (*) overschreden # Programmeerbare bitparameter # 2.24 Drempelniveau 2 Interne bit oorsprong parameter in bijv. menu 8, 9 en 4 Inhoud van de oorsprong parameter Hysterese Drempel niveau in % van oorsprong parameter Drempel overschreden, Handleiding versie 4 Pagina 44 van 98

145 F3 menu 2b Bewerkingsblokken Menu 2 is uitgerust met twee bewerkingsblokken waarmee een groot scala van logische of mathematische bewerkingen kan worden uitgevoerd op basis van analoge en digitale signalen of een combinatie van beiden. Op de volgende pagina is illustratief een overzicht gegeven van de mogelijkheden. Oorsprong. De oorsprong is een percentage van de maximale inhoud van de aangeroepen parameter. Een bitparameter heeft de waarde van % of % afhankelijk van de bitwaarde of. Bestemming. In de geadresseerde parameter wordt -% geladen als tot maximum inhoud van deze parameter. Indien de geadresseerde parameter een bitparameter is zal een uitgang <5% resulteren in een inhoud van en een inhoud >5% zal resulteren in een inhoud van. Scaling. D.m.v. de scaling kan een aangeroepen parameter vermenigvuldigd worden met en factor tussen, en 4,. Een negatief scalingsgetal zal het voorteken van de aangeroepen parameter omkeren. Mode. De logische of mathematische bewerking wordt geselecteerd in deze parameter. Control Bij mode 6, 7 en 9 wordt deze variabele gebruikt bij de bewerking. (*) Oorsprong 2.8 (*) Oorsprong Scaling 2.3 x. Mode 2. Bewerkingsblok Control 2.5 Vrijgave 2.6 Logische of mathematische bewerking Monitor (%) 2.2 (*) Bestemming 2. # # Scaling 2.4 x. (*) Oorsprong 2.28 (*) Oorsprong Scaling 2.33 x. Mode 2.3 Bewerkingsblok 2 Control 2.35 Vrijgave 2.36 Logische of mathematische bewerking Monitor (%) 2.32 (*) Bestemming 2.3 # # Scaling 2.34 x. #2. en #2.3 Mode Bewerking Resultaat Opmerking Input () Selecteer input Output = input Doorkoppelen via scaling Input 2 () Selecteer input 2 Output = input 2 Doorkoppelen via scaling Add (2) Som Output = input input 2 2 Subtract (3) Verschil Output = input - input 2-2 Multiply (4) Product Output = (input x input 2) x, x 2 Devide (5) Quotiënt Output = (input x,) / input 2 / 2 Time Const (6) Filter Output = input / (( control)s ) e orde filter Ramp (7) Integrator Output = input via integrator Control sec. tot % Modulus (8) Absoluut Output = ABS(input ) Output altijd positief Powers (9) Macht verheffen Output = (input )² of (input )³ Control =.2 = 2 e macht, Handleiding versie 4 Pagina 45 van 98

146 F3 menu 2b Bewerkingsblokken Functie van de bewerkingsblokken op basis van analoge signalen, resp. numerieke parameters. Mode Scaling Mode /-% Scaling /-% out 2 out 2 Mode 2 Scaling Scaling /-% out Mode 3 Scaling Mode 4 Scaling Mode 5 /-% out _ /-% Scaling Scaling x 2 out Scaling Scaling 2 x /-% out Mode 6 Scaling Mode 7 Scaling out Analoog /-% out Analoog /-% 5% out Digitaal - 5% out Digitaal - Mode 8 Scaling Mode 9 Scaling out Analoog % out Analoog /-% 5% out Digitaal - 5% out Digitaal - Functie van de bewerkingsblokken op basis van digitale signalen, resp. bitparameters. Mode Mode Mode 2 Mode 3 Mode 4 out 2 out 2 OR out 2 AND out 2 AND out Mode 5 Mode 6 Mode 7 2 OR out out 5% out Analoog % Digitaal - out 5% out Analoog % Digitaal - Functie van de bewerkingsblokken op basis van een combinatie van numerieke- en bitparameters. 2 Mode 4 Scaling /-% out 2 Mode 5 Scaling % /-% out, Handleiding versie 4 Pagina 46 van 98

147 F3 menu 2 Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 2. Niveau overschreden RO,Bit On () Deze bits kunnen bijvoorbeeld afgevraagd 2.2 Niveau 2 overschreden RO,Bit On () worden door een digitale uitgang. 2.3 Niveaurelais :oorsprong RW,U,R # ,, :drempelniveau RW,U %,, % van de max. inhoud van de via #2.3 geselecteerde parameter. 2.5,, :hysterese RW,U %, 25, Drempelniveau = #2.4 (,5 x #2.5) resp. #2.4 - (,5 x #2.5) 2.6,, :uitgang inverteren RW,Bit Off () On () 2.7,, :bestemming RW,U,R # Bewerkingsblok : oorsprong RW,U,R # ,, : oorsprong 2 RW,U,R # ,, : mode RW,U, Input Input Output = input Txt Input 2 Output = input 2 Add Output = input input 2 Subtract Output = input - input 2 Multiply Output = (input x input 2) x, Devide Output = (input x,) / input 2 Time const Output = input / (( control)s ) Ramp Output = input via integrator Modulus Output = ABS (input ) Powers Output = (input )² of (input )³ 2.,, : bestemming RW,U,R # ,, : output monitor RO,B % ±, 2.3,, : scaling RW,B. ± ,, : scaling 2 RW,B. ± ,, : control RW, sec.,, Zie menu illustratie twee pagina s terug 2.6,, : vrijgave RW,Bit On () On () 2.23 Niveaurelais 2 oorsprong RW,U,R # ,, drempelniveau RW,U %,, % van de max. inhoud van de via #2.3 geselecteerde parameter. 2.25,, hysterese RW,U %, 25, Drempelniveau = #2.4 (,5 x #2.5) resp. #2.4 - (,5 x #2.5) 2.26,, uitgang inverteren RW,Bit Off () On () 2.27,, bestemming RW,U,R # Bewerkingsblok 2 : oorsprong RW,U,R # ,, : oorsprong 2 RW,U,R # ,, : mode RW,U, Txt Input Zie #2. 2.3,, : bestemming RW,U,R # ,, : output monitor RO,B % ±, 2.33,, : scaling RW,B. ± ,, : scaling 2 RW,B. ± ,, : control RW, sec.,, Zie menu illustratie twee pagina s terug 2.36,, : vrijgave RW,Bit On () On (), Handleiding versie 4 Pagina 47 van 98

148 F3 menu 4 PID regelaar is uitgerust met twee PID regelaars die individueel en gecombineerd kunnen werken. De keuze kan met #4.59 gemaakt worden en zijn in onderstaande illustraties weergegeven. #4.59 = Fbk () PID met meetwaarde #4.59 = Fbk2 () PID met meetwaarde 2 PID Wenswaarde - PID Output PID Wenswaarde - PID Output PID Meetwaarde PID Meetwaarde PID 2 Wenswaarde - PID 2 Output PID 2 Wenswaarde - PID 2 Output PID 2 Meetwaarde PID 2 Meetwaarde #4.59 = Fbk Fbk2 (2) PID met meetwaarde 2 #4.59 = Min Fbk (3) PID met laagste meetwaarde PID Wenswaarde - PID Output PID Wenswaarde - PID Output PID Meetwaarde PID Meetwaarde Laagste meetwaarde PID 2 Wenswaarde - PID 2 Output PID 2 Wenswaarde - PID 2 Output PID 2 Meetwaarde PID 2 Meetwaarde #4.59 = Max Fbk (4) PID met hoogste meetwaarde #4.59 = Av Fbk (5) PID met gemiddelde meetwaarde PID Wenswaarde - PID Output PID Wenswaarde - PID Output PID Meetwaarde Hoogste meetwaarde PID Meetwaarde Gemiddelde meetwaarde PID 2 Wenswaarde - PID 2 Output PID 2 Wenswaarde - PID 2 Output PID 2 Meetwaarde PID 2 Meetwaarde #4.59 = Min Error (6) PID met laagste meetwaarde afwijking #4.59 = Max Error (7) PID met hoogste meetwaarde afwijking PID Wenswaarde - % Error Laagste fout (error) PID Output PID Wenswaarde - % Error Hoogste fout (error) PID Output PID Meetwaarde PID Meetwaarde PID 2 Wenswaarde - % Error PID 2 Output PID 2 Wenswaarde - % Error PID 2 Output PID 2 Meetwaarde PID 2 Meetwaarde, Handleiding versie 4 Pagina 48 van 98

149 PID regelaar 2 PID regelaar F3 menu 4 PID regelaar PID Leidende wenswaarde x xx Oorsprong 4.2 (*) (*) bestemmingsparameter bevestigen met de 4.6 Monitor rode stop/reset toets. % 4.9 (*) Een nieuwe inhoud van een oorsprong- of PID Bestemming x x Elke programmeerbare numerieke parameter PID integrator fixeren PID PID Wenswaarde x x 4.25 PID digitale wenswaarde PID pre-sleep geactiveerd 4.4 (*) Oorsprong Scaling 4.23 x, (*) Oorsprong Monitor % 4.2 Invert PID pre-sleep boostniveau PID maximum boost tijd PID wenswaarde integrator v Error% PID P I D Gecombineerde PID square root vrijgave - symmetrisch venster Venster Monitor % 4. PID vrijgave Scaling x 4.5, x PID Meetwaarde x 4.26 PID digitale meetwaarde Scaling x 4.24, v PID square root vrijgave Monitor % Invert 4.6 Mode PID meetwaarde PID PID x, PID uitgang meetwaarde scaling 4.59 PID 2 integrator fixeren PID 2 PID 2 Wenswaarde x x 4.55 PID 2 digitale wenswaarde 4.33 (*) Oorsprong Scaling x 4.53, Monitor % 4.5 Invert Error % PID P I D - symmetrisch venster Venster Monitor % 4.3 Scaling 4.45 x, PID 2 Meetwaarde x x 4.56 PID 2 digitale meetwaarde 4.34 (*) Oorsprong Scaling x 4.54, v PID 2 square root vrijgave Monitor % Invert 4.36 PID 2 vrijgave PID 2 Bestemming (*) 4.46 x x Elke programmeerbare numerieke parameter, Handleiding versie 4 Pagina 49 van 98

150 PID regelaar 2 PID regelaar F3 menu 4 PID regelaar PID Leidende wenswaarde x xx Oorsprong 4.2 (*) (*) bestemmingsparameter bevestigen met de 4.6 Monitor rode stop/reset toets. % 4.9 (*) Een nieuwe inhoud van een oorsprong- of PID Bestemming x x Elke programmeerbare numerieke parameter PID integrator fixeren PID PID Wenswaarde x x 4.25 PID digitale wenswaarde PID pre-sleep geactiveerd 4.4 (*) Oorsprong Scaling x 4.23, (*) Oorsprong Monitor % 4.2 Invert PID pre-sleep boostniveau PID maximum boost tijd PID wenswaarde integrator v Error% 4.62 P PID I D Gecombineerde PID square root vrijgave - symmetrisch venster Venster Monitor % 4. PID vrijgave Scaling x 4.5, x PID Meetwaarde x 4.26 PID digitale meetwaarde Scaling x 4.24, v PID square root vrijgave Monitor % Invert 4.6 Mode x 4.58, PID Meetwaarde PID PID 2 Laagste PID Hoogste PID (PID 2)/2 PID uitgang meetwaarde scaling PID mode 4.59 PID 2 integrator fixeren PID 2 PID 2 Wenswaarde x x 4.55 PID 2 digitale wenswaarde 4.33 (*) Oorsprong Scaling x 4.53, Monitor % 4.5 Invert Error % PID P I D - symmetrisch venster Venster Monitor % 4.3 Scaling x 4.45, PID 2 Meetwaarde x x 4.56 PID 2 digitale meetwaarde 4.34 (*) Oorsprong Scaling x 4.54, v PID 2 square root vrijgave Monitor % Invert 4.36 PID 2 vrijgave PID 2 Bestemming (*) 4.46 x x Elke programmeerbare numerieke parameter, Handleiding versie 4 Pagina 5 van 98

151 PID regelaar 2 PID regelaar F3 menu 4 PID regelaar PID Leidende wenswaarde x xx Oorsprong 4.2 (*) Monitor (*) Een nieuwe inhoud van een oorsprong- of (*) 4.6 bestemmingsparameter bevestigen met de % rode stop/reset toets. 4.9 PID Bestemming x x Elke programmeerbare numerieke parameter PID integrator fixeren PID PID Wenswaarde x x 4.25 PID digitale wenswaarde PID pre-sleep geactiveerd 4.4 (*) Oorsprong Scaling x 4.23, (*) Oorsprong Monitor % 4.2 Invert PID pre-sleep boostniveau PID maximum boost tijd PID wenswaarde integrator Error % PID P I D - symmetrisch venster Venster PID vrijgave Monitor % 4. Scaling x 4.5, x PID Meetwaarde x 4.26 PID digitale meetwaarde Scaling x 4.24, v PID square root vrijgave Monitor % Invert 4.6 Mode 6 7 PID Error Laagste Error Hoogste Error PID mode 4.59 PID 2 integrator fixeren PID 2 PID 2 Wenswaarde x x 4.55 PID 2 digitale wenswaarde 4.33 (*) Oorsprong Scaling x 4.53, Monitor % 4.5 Invert Error 2 % PID P I D - symmetrisch venster Venster Monitor % 4.3 Scaling x 4.45, PID 2 Meetwaarde x x 4.56 PID 2 digitale meetwaarde 4.34 (*) Oorsprong Scaling x 4.54, v PID 2 square root vrijgave Monitor % Invert 4.36 PID 2 vrijgave PID 2 Bestemming (*) 4.46 x x Elke programmeerbare numerieke parameter, Handleiding versie 4 Pagina 5 van 98

152 F3 menu 4 PID regelaar (*) oorsprong PID vrijgave PID Extra vrijgave x. is geen extra vrijgave AND PID vrijgave x (*) oorsprong 4.27 PID Extra vrijgave 2 x x. is geen extra vrijgave PID mode #4.59 > > (*) oorsprong PID 2 vrijgave PID 2 Extra vrijgave x. is geen extra vrijgave AND OR PID 2 vrijgave x (*) oorsprong 4.57 PID 2 Extra vrijgave 2 x. is geen extra vrijgave x PID als sommator Als de P versterking op gezet wordt en de I en D versterking op gezet worden dan is de PID regelaar in feite een sommator, zoals in nevenstaande illustratie is weergegeven. Het zal duidelijk zijn dat met enige inventiviteit de varianten op deze illustratie legio zijn, wat de PID regelaar dus breed toepasbaar maakt voor analoge signaalverwerking. x x x x x x x _ x x x x x, Handleiding versie 4 Pagina 52 van 98

153 F3 menu 4 PID regelaar #6.53 t/m #6.57, Automatische Slaap Wakker functie. Via de automatische Slaap-Wakker functie kan de motor gestopt worden als de aangeboden frequentiewenswaarde beneden een ingesteld niveau ligt. Deze functie wordt geactiveerd door in de slaapdrempel #6.53 een waarde in te geven. Als de frequentie wenswaarde in #. onder de #6.53 waarde komt zal na het aflopen van de slaapvertraging #6.54 de motor gestopt worden. Zodra de frequentie wenswaarde in #. boven de #6.53 waarde komt zal na het aflopen van de wakkervertraging #6.55 de motor weer gestart worden. Keypad bediening en Fire Mode hebben voorrang boven de slaapfunctie. De slaap-wakker functie zal over het algemeen toegepast worden als de frequentie wenswaarde vanuit een drukof flowregeling wordt aangeboden, dit kan natuurlijk de interne PID regelaar in menu 4 zijn. Als het een drukregeling betreft, zoals een hydrofoor, dan is het wenselijk de systeemdruk eerst een stukje te verhogen voordat de slaapfunctie actief wordt. Een kleine verhoging in de systeemdruk voorkomt dat de slaapfunctie continu wordt in- en uitgeschakeld. De PID regelaar in menu 4 heeft hiervoor de volledig programmeerbare pre-sleep boost functie. Als deze functie in menu 4 is geactiveerd dan zal de motor pas gestopt worden na het verhogen van de systeemdruk. Menu 6 Slaap Wakker vertraging vertraging (sec) (sec) Frequentie wenswaarde (Hz). - Slaap opdracht Slaap actief Slaap drempel (Hz) AND 6.57 Motor stop #6.56 = Reset timers #6.53 = Keypad bed. Fire Mode OR Menu Max. slaapvertraging (sec.) 4.28 PID pre-sleep boostniveau 4.3 PID Error 4.22 Error > % 4.3 PID Wenswaarde x x 4.25 PID wenswaarde, Handleiding versie 4 Pagina 53 van 98

154 F3 menu 4 PID regelaar Implementatie PID regelaar Omdat de implementatie van een PID-regelaar vaak veel vragen oproept, wordt er hier een voorbeeld implementatie gegeven van een ventilator die op luchtdruk geregeld wordt. Raadpleeg zonodig de beschrijving van de hieronder genoemde parameters in het betreffende menu in deze handleiding. Klem 5, PID-wenswaarde. Programmering: #7.7 = Volt of ma ingang #7. =. ( rode toets) #4.3 = 7. ( rode toets) Binnen dit voorbeeld wordt klem 5 als PID wenswaarde gebruikt, dit is de referentie voor het drukniveau waarop de ventilator moet gaan regelen. Fabrieksmatig is klem 5 als 4-2mA ingang geconfigureerd, d.m.v. #7.7 kan dit signaal gewijzigd worden naar -V of een een andere vorm van 2mA. In menu 4 kan het niveau van dit signaal aangepast worden d.m.v. #4.23. De inhoud van deze parameter is de vermenigvuldigingsfactor en kan worden ingesteld tussen, en 4,. Indien de PID wenswaarde niet via een extern signaal ingesteld moet worden maar d.m.v. een constante waarde, kan dit gedaan worden met digitale wenswaarde #4.25. Klem 6, PID meetwaarde. Programmering: #7. = Volt of ma ingang #7.4 =. ( rode toets) #4.4 = 7.2 ( rode toets) Dit is de luchtdruk meetwaarde. Fabrieksmatig is klem 6 als -V ingang geconfigureerd, d.m.v. #7. kan dit signaal gewijzigd worden naar een 2mA signaal. Indien op overdruk geregeld wordt waarbij een toenemend motortoerental resulteert in een toenemende meetwaarde kan er in #7. gekozen worden tussen -2mA, 4-2mA en - V. Indien op onderdruk geregeld wordt, waarbij een toenemend motortoerental resulteert in een afnemende meetwaarde, kan in #7. gekozen worden tussen 2-mA en 2-4mA. In menu 4 kan het niveau van dit signaal aangepast worden d.m.v. #4.24. De inhoud van deze parameter is de vermenigvuldigingsfactor en kan worden ingesteld tussen, en 4,. Klem 24, Run vooruit. Start en Stop van de motor. De samenhangende keuzes met deze functie zijn de vliegende (spin) start in #6.9 (#.33), ventilator karakteristiek in #5.3 (#.9), stopmethode in #6. en anticondensverwarming in #6.52. Klem 25, Fire mode. Programmering: #.53 = Fire mode frequentie. Indien binnen de toepassing de Fire mode actief moet kunnen zijn, moet de gewenste Fire mode frequentie in #.53 ingegeven worden. Fire mode overheerst over de run functie en uitsluitend de vrijgave op klem 29 moet aanwezig zijn. Raadpleeg eerst de Fire mode beschrijving op pagina 67. Klem 26, Vrijgave PID-regelaar. Programmering: #8.25 = 4.8 ( rode toets) Vrijgave van de PID-regelaar. Over het algemeen zal klem 26 doorverbonden worden met Run Vooruit, klem 24. Klem 27, Bevriezen integrator. Programmering: #8.26 = 4.7 ( rode toets) De integrator waarde in de PID-regelaar wordt bevroren met als resultaat dat de uitgang van de PID-regelaar gefixeerd wordt op de momentele waarde. Dit is zinvol op het moment dat het regelproces verstoord wordt. Als de ventilator een ruimte op overdruk regelt en een toegangsdeur tot deze ruimte gaat open, dan zal de PID-regelaar het ventilatortoerental opstuwen en op het moment dat de deur weer sluit zal er een enorme overdruk in de ruimte kunnen ontstaan. Een deurcontact op de toegangsdeur kan in een dergelijk geval de integrator bevriezen. Klem 29, Powerdrive vrijgave (STO) Deze klem is over het algemeen doorverbonden met 24V. Mogelijk zal na een risicoanalyse deze Safe Torque Off ingang vanuit een veiligheidscircuit aangestuurd worden. Uitgang PID-regelaar. Programmering: #4.6 =.36 ( rode toets) #4.4 =. Bij een % uitsturing van de PID-regelaar zal de motor een toerental hebben overeenkomstig de ingestelde maximum frequentie in #.6 (#.2). Indien gewenst kan dit gereduceerd worden met de maximum vensterwaarde in #4.3 waarbij % overeenkomt met de frequentie in #.6. Indien de motor tijdens het PID-regelproces een minimum toerental moet hebben dan moet dit ingesteld worden d.m.v. de minimum vensterwaarde in #4.4 (%) en niet d.m.v. de minimum frequentie in #.7 (#.). Diagnose voorafgaand aan starten van de motor. Neem de Vrijgave op klem 29 en/of de Run op klem 24 los en druk op de blauwe Auto toets. Geef de PID-regelaar vrij op klem 26 en analiseer de werking van de PID-regelaar aan de hand van diagnoseparameters (ruitjes) in het blokschema op de volgende pagina tot aan #.. Sla ter afsluiting de parameters op in het geheugen: #xx. = Save Parameters ( rode toets)., Handleiding versie 4 Pagina 54 van 98

155 klemmenstrook Wenswaarde (4-2mA) Meetwaarde (-V) V/mA modus 7. V/mA modus Scaling Invert (%) (%) 7. (%) 7.2 Run vooruit Fire mode 4.25 Digitale wenswaarde PID vrijgave 4.2 Flow-druk Scaling conversie Invert Integrator bevriezen (%) 4.2 Wenswaarde _ Meetwaarde Error (%) P D Venster (%) 4.22 PID Startstop PID output (%) Frequentie wenswaarde F- min. (Hz.) F- max. (Hz.) (Hz.) Accel. - Decel..2 (sec/hz.) Powerdrive vrijgave (STO) Programmeerbare parameter Relais (Drive OK) Relais 2 (Vrij progr.) Diagnose parameter Implementatie PID regelaar in I F3 menu 4 PID regelaar 24V V Reset Drive active.53 Fire mode Frequentie wenswaarde (Hz). freq. (Hz.).3 (Hz.) Wenswaarde integrator 8.9 Freq. opdracht (Hz.) 2., Handleiding versie 4 Pagina 55 van 98

156 F3 menu 4 PID regelaar Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 4. PID : uitgang RO,B % ±, Diagnose parameter 4.2,, : oorsprong leidende wensw. RW,U,R # Voor de hand liggende oorsprong zijn 4.3,, : wenswaarde oorsprong RW,U,R # analoge ingang en 2 respectievelijk 4.4,, : meetwaarde oorsprong RW,U,R # #7. en # ,, : wenswaarde inverteren RW,Bit Off () On () Het voorteken van de wenswaarde bepaald het voorteken van de PID-uitgang en daarmede de draairichting. 4.6,, : meetwaarde inverteren RW,Bit Off () On () Voorteken van wens- en meetwaarde moeten aan de PID-ingang gelijk zijn. 4.7,, : wenswaarde integrator RW,U sec., 32, 4.8,, : vrijgave RW,Bit Off () On () 4.9,, : extra PID-vrijgave oorspr. RW,U,R # Voorbeeld: Indien de wens bestaat de PIDregelaar vrij te geven als de Powerdrive in bedrijf is, dan kan met #4.9 bit #.2 worden afgevraagd. Bij een programmering van. is deze extra vrijgave niet actief. 4.,, : P-versterking RW,U, 4, 4.,, : I-versterking RW,U,5 4, Integratietijd = / #4. 4.2,, : D-versterking RW,U, 4, 4.3,, : PID-uitgang bovengrens RW,U %,, 4.4,, : PID-uitgang ondergrens RW,B % -, ±, Een negatieve inhoud kan afhankelijk van de toepassing een draairichtingsomkeer betekenen. Controleer in dit verband ook de programmering van #.. 4.5,, : PID-uitgang scaling RW,U, 4, - % in #4. geeft automatisch tot max. bereik van de geadresseerde parameter van #4.6. Indien #4.6 naar een frequentie wenswaarde verwijst wordt % in #4. afgestemd op de maximum frequentie in #.6 (#.2) 4.6,, : uitgang bestemming RW,U,R # Waarschijnlijk een parameter in menu. Indien een preset wordt gebruikt, zullen #.4 en #.5 in de juiste stand gezet moeten worden. Indien #.36 of #.37 wordt gebruikt, zal deze parameter eerst van de klemmenstrook ontkoppeld moeten worden door resp. #7. of #7.4 op te programmeren (gevolgd door reset). 4.7,, : integrator fixeren RW,Bit Off () On () De I-versterking van #4. wordt op nul gezet. Bij regelingen met een grote tijdconstante betekent dit inhoudelijk dat de uitgang van de PID-regelaar gefixeerd wordt op de momentele waarde. 4.8,, : symmetrisch venster RW,Bit Off () On () #4.3 is nu de symmetrische vensterwaarde. #4.4 heeft nu geen functie. 4.9,, : leidende wenswaarde RO,B % ±, Diagnoseparameters. 4.2,, : wenswaarde RO,B % ±, 4.2,, : meetwaarde RO,B % ±, 4.22,, : afwijking (error) RO,B % ±, 4.23,, : wenswaarde scaling RW,U, 4, 4.24,, : meetwaarde scaling RW,U, 4, 4.25,, : wenswaarde of offset RW,B %, ±, Offset of directe adressering van de wens- 4.26,, : meetwaarde of offset RW,B %, ±, en meetwaarde 4.27,, : extra PID-vrijgave 2 oorspr. RW,U,R # Zie # ,, : pre-sleep boost niveau RW,U %,, 4.29,, : maximum pre-sleep boost tijd RW,U sec., 25, 4.3,, : pre-sleep boost actief RO,Bit On (), Handleiding versie 4 Pagina 56 van 98

157 F3 menu 4 PID regelaar Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 4.3 PID 2: uitgang RO,B % ±, Diagnose parameter 4.32,, : oorsprong leidende wensw. RW,U,R # Voor de hand liggende oorsprong zijn 4.33,, : wenswaarde oorsprong RW,U,R # analoge ingang en 2 respectievelijk 4.34,, : meetwaarde oorsprong RW,U,R # #7. en # ,, : wenswaarde inverteren RW,Bit Off () On () Het voorteken van de wenswaarde bepaald het voorteken van de PID-uitgang en daarmede de draairichting. 4.36,, : meetwaarde inverteren RW,Bit Off () On () Voorteken van wens- en meetwaarde moeten aan de PID-ingang gelijk zijn. 4.37,, : wenswaarde integrator RW,U sec., 32, 4.38,, : vrijgave RW,Bit Off () On () 4.39,, : extra PID-vrijgave oorsprong RW,U,R # Voorbeeld: Indien de wens bestaat de PIDregelaar vrij te geven als de Powerdrive in bedrijf is, dan kan met #4.9 bit #.2 worden afgevraagd. Bij een programmering van. is deze extra vrijgave niet actief. 4.4,, : P-versterking RW,U, 4, 4.4,, : I-versterking RW,U,5 4, Integratietijd = / # ,, : D-versterking RW,U, 4, 4.43,, : PID-uitgang bovengrens RW,U %,, 4.44,, : PID-uitgang ondergrens RW,B % -, ±, Een negatieve inhoud kan afhankelijk van de toepassing een draairichtingsomkeer betekenen. Controleer in dit verband ook de programmering van # ,, : PID-uitgang scaling RW,U, 4, - % in #4. geeft automatisch tot max. bereik van de geadresseerde parameter van #4.6. Indien #4.6 naar een frequentie wenswaarde verwijst wordt % in #4. afgestemd op de maximum frequentie in #.6 (#.2) 4.46,, : uitgang bestemming RW,U,R # Waarschijnlijk een parameter in menu. Indien een preset wordt gebruikt, zullen #.4 en #.5 in de juiste stand gezet moeten worden. Indien #.36 of #.37 wordt gebruikt, zal deze parameter eerst van de klemmenstrook ontkoppeld moeten worden door resp. #7. of #7.4 op te programmeren (gevolgd door reset). 4.47,, : integrator fixeren RW,Bit Off () On () De I-versterking van #4. wordt op nul gezet. Bij regelingen met een grote tijdconstante betekent dit inhoudelijk dat de uitgang van de PID-regelaar gefixeerd wordt op de momentele waarde. 4.8,, : symmetrisch venster RW,Bit Off () On () #4.3 is nu de symmetrische vensterwaarde. #4.4 heeft nu geen functie. 4.49,, : leidende wenswaarde RO,B % ±, Diagnoseparameters. 4.5,, : wenswaarde RO,B % ±, 4.5,, : meetwaarde RO,B % ±, 4.52,, : afwijking (error) RO,B % ±, 4.53,, : wenswaarde scaling RW,U, 4, 4.54,, : meetwaarde scaling RW,U, 4, 4.55,, : wenswaarde of offset RW,B %, ±, Offset of directe adressering van de wens- 4.56,, : meetwaarde of offset RW,B %, ±, en meetwaarde 4.57,, : extra PID-vrijgave 2 oorspr. RW,U,R # Zie # PID : meetwaarde output scaling RW,U, 4, 4.59,, : meetwaarde selector RW, Fbk Fbk () Meetwaarde Fbk2 () Meetwaarde 2 Fbk2 (2) Meetwaarde 2 Min Fbk (3) Laagste meetwaarde Max Fbk (4) Hoogste meetwaarde Av Fbk (5) Gemiddelde meetwaarde Min Error (6) Minimum meetwaarde afwijking Max Error (7) Maximum meetwaarde afwijking Gecombineerde drukmeetwaarde, Druk = flow² PID 2: Drukmeetwaarde = flow² RW,Bit RW,Bit Off () Off () On () On () Bij het meten van flow is het eenvoudiger om een drukopnemer toe te passen dan een flowopnemer. Druk = flow², dus bij het 4.62 PID : Drukmeetwaarde = flow² RW,Bit Off () On () toepassen van een drukopnemer als flowmeting moet eerst de tweede machts wortel uit de druk berekend worden., Handleiding versie 4 Pagina 57 van 98

158 F3 menu Optiemodules Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. xx. Moduulcode RO,U = Geen module aanwezig 29 = SI-I/O 433 = SI-Ethernet 432 = SI-PROFINET RT 434 = SI-PROFINET V2 443 = SI-PROFIBUS 447 = SI-DeviceNet 448 = SI-CANopen xx.2 Softwareversie RO,U xx.3 Hardwareversie RO,U xx.4 Serienummer, laagste karakters RO,U 9999 Voorbeeld: xx.5 Serienummer, hoogste karakters RO,U 9999 #5.5 = 234, #5.4 = 5678 xx.6 Module status RO,Txt -2 Bootloader is performing update - Bootloader is idle Module is initializing OK 2 Configuration error 3 Error xx.7 Module reset RW,Bit Off () On () xx.8 Module default RW,Bit Off () On () Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr..56 Optiemodule slot toewijzing RW,U,S In fabrieksinstelling is module- in slot- en gekoppeld aan menu 5, ect. In deze parameter kan de volgorde worden vastgelegd, met name zinvol bij conversies van Uni-SP naar Uni-M., Handleiding versie 4 Pagina 58 van 98

159 F3 menu Applicatiemenu s Applicatiemenu 8 Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. progr. Bereik 8. Read Write Integer RW,B,S tot Read Only Integers RO,B t/m tot t/m t/m t/m 8.54 Read Write Integer RW,B tot Read Write Bit RW,Bit Off () On () Read Write Long Integer RW,B,S tot Bijzonderheden Opgeslagen in het geheugen tijdens uitschakeling van de voeding. Opgeslagen in het geheugen tijdens uitschakeling van de voeding. Applicatiemenu 9 Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. progr. Bereik 9. Read Write Integer RW,B,S tot Read Only Integers RO,B t/m tot t/m t/m t/m 9.54 Read Write Integer RW,B tot Read Write Bit RW,Bit Off () On () Read Write Long Integer RW,B,S tot Bijzonderheden Opgeslagen in het geheugen tijdens uitschakeling van de voeding. Opgeslagen in het geheugen tijdens uitschakeling van de voeding. Applicatiemenu 2 Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. progr. Bereik 2. Read Write Integer RW.B t/m tot t/m 2.3 Read Write Long Integer RW,B tot Bijzonderheden, Handleiding versie 4 Pagina 59 van 98

160 F3 menu 22 Menu samenstelling Menu kan in zijn geheel door de gebruiker zelf ingedeeld worden op de manier zoals in de onderstaande illustratie is weergegeven. De gewenste parameters worden via overdrachtparameters in menu geplaatst. Deze overdrachtparameters bevatten het parameternummer dat op de desbetreffende plaats in het nulmenu weergegeven dient te worden. De overdrachtparameters kunnen door de gebruiker zelf geprogrammeerd worden en indien getal. wordt ingegeven zal de betreffende nulparameter uit menu verdwijnen en ook niet meer in display verschijnen. Menu bevat 8 parameters waarvan er in fabrieksprogrammering slechts 53 zijn gebruikt. Parameters opgenomen in menu Overdracht parameters Menu Minimum frequentie Maximum frequentie Acceleratietijd Deceleratietijd Applicatie configuratie Motorstroomgrens Boostmethode Gefixeerd boostniveau Ventilator karakteristiek Actuele motorsnelheid Uitgestuurde frequentie Maximum frequentie Acceleratietijd Powerdrive werkingsprinc Toegang overige menu s Powerdrive softwareversie Actie bij onbelangrijke storing Reset seriële communicatie Motor thermische tijdconst Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. progr. Bereik Bijzonderheden 22. Weergegeven parameter in #. RW,U # ,,,, #.2 RW,U # ,,,, #.3 RW,U # ,,,, #.4 RW,U # ,,,, #.5 RW,U # ,,,, #.6 RW,U # ,,,, #.7 RW,U # RFC-A = ,,,, #.8 RW,U # RFC-A = ,,,, #.9 RW,U # RFC-A = ,,,, #. RW,U # RFC-A = ,,,, #. RW,U # ,,,, #.2 RW,U # ,,,, #.3 RW,U # ,,,, #.4 RW,U # ,,,, #.5 RW,U # ,,,, #.6 RW,U # RFC-A = ,,,, #.7 RW,U # RFC-A = ,,,, #.8 RW,U # ,,,, #.9 RW,U # ,,,, #.2 RW,U # , Handleiding versie 4 Pagina 6 van 98

161 F3 menu 22 Menu samenstelling Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. progr. Bereik Bijzonderheden 22.2 Weergegeven parameter in #.2 RW,U # ,,,, #.22 RW,U # ,,,, #.23 RW,U # ,,,, #.24 RW,U # ,,,, #.25 RW,U # ,,,, #.26 RW,U # RFC-A = ,,,, #.27 RW,U # RFC-A = ,,,, #.28 RW,U # ,,,, #.29 RW,U # ,,,, #.3 RW,U # ,,,, #.3 RW,U # ,,,, #.32 RW,U # ,,,, #.33 RW,U # RFC-A = ,,,, #.34 RW,U # ,,,, #.35 RW,U # ,,,, #.36 RW,U # ,,,, #.37 RW,U # ,,,, #.38 RW,U # ,,,, #.39 RW,U # ,,,, #.4 RW,U # ,,,, #.4 RW,U # ,,,, #.42 RW,U # ,,,, #.43 RW,U # ,,,, #.44 RW,U # ,,,, #.45 RW,U # ,,,, #.46 RW,U # ,,,, #.47 RW,U # ,,,, #.48 RW,U # ,,,, #.49 RW,U # ,,,, #.5 RW,U # ,,,, #.5 RW,U # ,,,, #.52 RW,U # ,,,, #.53 RW,U # ,,,, #.54 RW,U # ,,,, #.55 RW,U # ,,,, #.56 RW,U # ,,,, #.57 RW,U # ,,,, #.58 RW,U # ,,,, #.59 RW,U # ,,,, #.6 RW,U # ,,,, #.6 RW,U # ,,,, #.62 RW,U # ,,,, #.63 RW,U # ,,,, #.64 RW,U # ,,,, #.65 RW,U # ,,,, #.66 RW,U # ,,,, #.67 RW,U # ,,,, #.68 RW,U # ,,,, #.69 RW,U # ,,,, #.7 RW,U # ,,,, #.7 RW,U # ,,,, #.72 RW,U # ,,,, #.73 RW,U # ,,,, #.74 RW,U # ,,,, #.75 RW,U # ,,,, #.76 RW,U # ,,,, #.77 RW,U # ,,,, #.78 RW,U # ,,,, #.79 RW,U # ,,,, #.8 RW,U # , Handleiding versie 4 Pagina 6 van 98

162 F3 RFC-A mode Rotor Flux Control (RFC-A mode zonder encoder op de motor) RFC-A mode in de Powerdrive-F3 beschikt over de mogelijkheid om het encodersignaal te simuleren, (virtuele encoder) met als resultaat dat nagenoeg alle hieronder beschreven prestaties van closed loop flux vectorregeling bereikt kunnen worden zonder encoder op de motor. Hoewel stilstandkoppel in RFC-A mode niet gegarandeerd kan worden geeft de RFC-A mode de motor een zeer stabiel, dynamisch, nauwkeurig en temperatuur onafhankelijke prestatie bij een beschikbaar motorkoppel van 8%. Toepassen van de RFC-A mode is met name aan te bevelen i.v.m. stabiliteit bij grote motoren met lage belasting en hoge massatraagheid toepassingen. Closed Loop Flux Vectorregeling (met encoder op de motor) In de Closed Loop Vector mode (niet mogelijk bij de ) is de motor uitgerust met een encoder die dienst doet als nauwkeurige motor toerentalmeting. In de toerentalregelaar wordt de toerentalopdracht vergeleken met het motortoerental en resulteert in een motorkoppelopdracht (T). Vanuit deze koppelopdracht T wordt de motorstroom en motorfrequentie berekend. In de motorstroom berekening wordt de koppelmakende stroom vectorieel opgeteld bij de magnetiseringsstroom (fluxstroom) van de motor. De daaruit voortkomende resultante gaat als opdracht naar de motorstroomregelaar. De berekende motorstroom wordt dus in de motor geïnjecteerd. In de slipberekening wordt de belastingafhankelijke slip van de motor berekend en bij het actuele toerental opgeteld, met als resultaat dat het draaiveld in de motor met de exacte waarde overeenkomstig het motorkoppel voorijlt op de rotor. Voor de stroom- en frequentieberekening is het wel noodzakelijk dat de correcte data van de motortypeplaat in de drive ingevoerd worden. Het resultaat van de closed loop vectorregeling is een zeer dynamische en zeer nauwkeurige motorregeling met 8% beschikbaar motorkoppel over het gehele toerentalgebied, ook bij stilstand. L L2 L3 Toerental opdracht Toerental regelaar T Motorstroom berekening Koppel Motorstroom regelaar Stroom Flux Inverter Motor typeplaat T N slip Frequentie Slipberekening Motorstroom Toerental Encoder Werkingsprincipe Type motor Open Loop Volt/Hertz sturing fixed of kwadratisch en Vector sturing. Draaistroom inductiemotor zonder encoder op de motor RFC-A Closed Loop Flux Vector mode met virtuele encoder Draaistroom inductiemotor zonder encoder op de motor RFC-S Permanent magneet motor met virtuele encoder Permanentmagneetmotor zonder encoder op de motor RFC-A menu s Bij overschakeling naar RFC-A mode wordt het regelprincipe fundamenteel gewijzigd, en zo ook de menustructuur van de Powerdrive. Menu 2 t/m 5 zijn verschillend t.o.v. Open Loop en zijn om die reden op de volgende pagina s weergegeven en beschreven. Alle overige menu s zijn gelijk aan het Open loop werkingsprincipe en zijn om die reden niet weergegeven op de volgende pagina s., Handleiding versie 4 Pagina 62 van 98

163 Onderstaande parameters in menu zijn in RFC-A afwijkend van de Open Loop functionaliteit. Param. Nr. Omschrijving Oorspr. Param. Eenheden Fabrieks progr. Bereik Bijzonderheden.7 Toerentalregelaar Prop. versterking #3. s/rad.3 2. Deze parameters zijn van toepassing.8,, Int. versterking #3. s²/rad ,, Diff. versterking #3.2 /rad Berekende motorsnelheid in rpm #3.2 rpm ±5,.7 Stroomopdracht filter #4.2 ms, 25,.26 Overspeed drempelniveau #3.8 rpm 4.38 Stroomregelaar Prop. versterking # ,, Int. versterking # Selectie Powerdrive werkingsprincipe F3 RFC-A mode Menu indien RFC-A mode is geselecteerd in #.48. Zie ook onderstaande beschrijving #.3 Open Open loop Open loop frequentieregeling Loop RFC-A Closed loop flux Vectorregeling t.b.v. een inductiemotor zonder encoder (zie onderstaande procedure) RFC-S Aansturing van een permanent magneetmotor zonder encoder. Omschakelen van het Powerdrive werkingsprincipe.. Stel zeker dat de Powerdrive niet in bedrijf is en de Safe Torque Off ingang op klem 29 niet geactiveerd is. 2. Programmeer #. op Programmeer #.48 op het gewenste werkingsprincipe (Open Loop, RFC-A of RFC-S) rode toets. 4. De Powerdrive schakelt nu om naar het geselecteerde werkingsprincipe en laadt de betreffende fabrieksinstellingen in het geheugen van de Powerdrive. De RFC-A implementatie in menu is hieronder weergegeven. Accel..3.4 Intergrator Decel. Toerental regelaar P gain.7 Filter Stroomregelaar RFC-A mode.48 Open loop RFC-A P gain Motor typeplaat A uto tune selectie Aantal motorpolen Cos.phi Nominale spanning Nominaal toerental Nominale stroom Nom. frequentie _.4 S chakelfrequentie. rpm E.8 I gain Gesimuleerde encoder.7.9 D gain Filtertijd.39 I gain RFC-A mode Koppelstroom Totaalstroom Fluxstroom Stroommeting Koppel Tot. Flux U V W Inductiemotor De autotune in RFC-A mode kan gestart worden vanuit menu d.m.v. #.4 (#5.2), echter de beschrijving van de autotune in RFC-A mode staat beschreven in #5.2 in de RFC-A menu s die op de volgende pagina s zijn weergegeven. D.m.v. de roterende autotune zullen de parameters in de motorstroomregelaar geprogrammeerd worden en zal mogelijk de toerenregelaar d.m.v. #.7 t/m #.9 nog manueel geoptimeerd moeten worden. Enige tips met betrekking tot het optimeren in RFC-A mode: ) Motortoerental #.7. Het motortoerental is temperatuurafhankelijk en op de typeplaat vermelde motortoerental is bij de maximale bedrijfstemperatuur van de motor. Ervaring heeft geleerd dat bij normale bedrijfstemperatuur het sliptoerental ca. 65% is en het is dan ook raadzaam dit in de programmering van het motortoerental in #.45 (#5.8) te verwerken. Voorbeeld: motor met een toerental op de typeplaat van 4rpm heeft een slip van 5-4 = rpm. Te programmeren toerental is dan 435rpm. 2) Cosφ #.9. Indien er geen roterende auto tune kan worden uitgevoerd kan de juiste cosφ proefondervindelijk worden vastgesteld. Voorbeeld: motor 4V - 5Hz. Door bv. op 75% van de motorfrequentie (37,5Hz.) te gaan draaien, zal de motorspanning ook 75% van de nominale spanning moeten uitkomen. Wijzig bij de Powerdrive in Off status de inhoud in #5.25 totdat in #.43 (#5.) de cos φ van de typeplaat verschijnt. Ga nu op 37,5Hz draaien en wijzig #5.25 totdat de motorspanning in #5.2 (binnen dit voorbeeld) een waarde heeft van 3V. 3) Toerental stabiliteit. Bij een instabiel toerental kan als eerste de I versterking in #.8 gehalveerd worden naar een inhoud van.5, Handleiding versie 4 Pagina 63 van 98

164 F3 RFC-A menu 2 Wenswaarde integrator Remote acceleratietijd selectie Remote deceleratietijd selectie Presetkeuze in menu gekoppeld aan integratietijd met overeenkomstig nummer Acceleratie Deceleratie Acceleratietijd selectie Deceleratietijd selectie Integrator ingang (rpm) Acceleratie f f Deceleratie Stroomgrens Menu 4 Integrator uitgang (rpm) 2. t t Single Percentage Ramp hold Lineair profiel S-profiel Versnellingsbegrenzing Integrator fixeren 2.3 S profiel in % S-integrator Profielkeuze 2.4 Deceleratiebewaking Integratietijd 2.39 Deceleratiegedrag bij regeneratieve energie Fast Tijd tot rpm Standard 2.8 Regeneratieve DC busspanning Tijd tot N-max. (#.6) Deceleratie met remweerstand 6.9 Gecontroleerd verlengen Vliegende (spin) start, Handleiding versie 4 Pagina 64 van 98

165 F3 RFC-A menu 2 Wenswaarde integrator Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is of. S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 2. Integrator uitgang RO,B rpm #.6 Frequentie wenswaarde vanuit menu 2.3 Integrator uitgang fixeren RW,Bit Off () On () On = Integratoruitgang wordt gefixeerd op de momentele waarde. 2.4 Deceleratiegedrag bij regeneratieve RW,Txt Standard Fast Remweerstand aangesloten (.28) energie in de tussenkring. (Zie tevens pagina 96) Standard Gecontroleerd decelereren zonder weerstand 2.6 Vrijgave S-vormige integrator (Zie tevens pagina 97) RW,Bit Off () On () Off = Trapeziumvormige integrator. On = S-integrator of versnellings begrenzing 2.7 Versnellingsbegrenzing RW,U Sec² / rp,5, Zie pagina Regeneratieve tussenkringspanning RW,U Volt DC (23V) 8 (4V) 5 (69) Tussenkringspanning waarbij deceleatietijdverlenging optreedt. Instelling nooit lager dan,5 x de AC voedingsspanning. 2.9 Deceleratiebewaking uitschakelen RW,Bit Off () On () Deze bewaking controleert een kritische of te lage instelling van #2.8. Als na sec. de deceleratie niet is ingezet zal de UDC regeling uitgeschakeld worden. 2. Acceleratietijd keuze RW,U Acceleratietijdselectie via.#2.32 t/m #2.34 t/m 8 Acceleratietijd t/m 8 in #2. t/m #2.8 9 De preset keuze in menu selecteert een acceleratietijd met overeenkomstig nummer. 2. Acceleratietijd RW,U Sec. 2, 32, Tijd overeenkomstig tot rpm (.3) 2.2 Acceleratietijd Acceleratietijd Acceleratietijd Acceleratietijd Acceleratietijd Acceleratietijd Acceleratietijd Deceleratietijd keuze RW,U Deceleratietijdselectie via.#2.35 t/m #2.37. t/m 8 Deceleratietijd t/m 8 in #2.2 t/m # De preset keuze in menu selecteert een deceleratietijd met overeenkomstig nummer. 2.2 Deceleratietijd RW,U Sec. 2, 32, Tijd overeenkomstig tot rpm (.4) 2.22 Deceleratietijd Deceleratietijd Deceleratietijd Deceleratietijd Deceleratietijd Deceleratietijd Deceleratietijd Geselecteerde acceleratie RO,U - 8 Diagnoseparameter 2.3 Geselecteerde deceleratie RO,U Acceleratietijd keuze RW,Bit Off () On () Deze parameters kunnen de 8 acceleratie Acceleratietijd keuze tijden selecteren mits #2. =. Bediening 2.34 Acceleratietijd keuze via een programmeerbare ingang Deceleratietijd keuze RW,Bit Off () On () Deze parameters kunnen de 8 deceleratie Deceleratietijd keuze tijden selecteren mits #2.2 =. Bediening 2.37 Deceleratietijd keuze via een programmeerbare ingang Definitie integratietijd RW,U On () Off () Integratietijd overeenkomstig tot rpm On () Integratietijd overeenkomstig tot # S profiel in % RW,U %, 5, Zie pagina S profiel keuze RW,U Single Percentage, Handleiding versie 4 Pagina 65 van 98

166 F3 RFC-A menu 3 Toerental regelaar Toerental wensw..3 Wenswaarde integrator Integrator uitgang (rpm) Toerental opdracht (rpm) _ Toerental afwijking (rpm) _ Diff. Toerental regelaar Prop. Int. Koppel opdracht (%) 3.4 d dt Filtertijd Berekende snelheid (rpm) 3.2 Virtuele encoder E 3.79 d dt 3.78 Sensorless mode actief N = (rpm) 3.5 _ N =.3 N-min. (rpm).7 5 rpm N < min..4 Overspeed drempel (rpm) 3.8 #3.8 >. Bipolaire wenswaarde Overspeed trip N-max. (rpm).6 2% Toerental wenswaarde voor de integrator (rpm) _ Relatief / absoluut 3.9 N N N bereikt ondergrens (rpm) 3.6 _ N te laag.5 NOR Snelheid bereikt (at speed).6 N bereikt bovengrens (rpm) 3.7 _.7 N te hoog, Handleiding versie 4 Pagina 66 van 98

167 F3 RFC-A menu 3 Toerental regelaar Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is Off () of On (). S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh. Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 3. Toerentalopdracht RO,B rpm ±5, 3.2 Berekende motorsnelheid in rpm RO,B rpm ±5, 3.3 Toerentalafwijking RO,B rpm ±5, Verschil tussen #3. en # Toerentalregelaar uitgang RO,B % ±, Koppelopdracht naar de stroomregelaar 3.5 Toerental nul drempelniveau RW,U rpm 5 2 #3. =< #3.5, dan #.3 = 3.6 Toerental bereikt ondergrens RW,U rpm Toerental bereikt bovengrens RW,U rpm Overspeed drempelniveau RW,U rpm Frequentie bereikt meetmethode RW,Bit Off () On () Off = Wenswaarde bereikt On = Absoluut niveau bereikt 3. Toerentalregelaar Prop. versterking RW,U s/rad ,, Int. versterking RW,U s²/rad ,, Diff. versterking RW,U /rad RFC-A sensorless mode actief RO,Bit Off () On () 3.79 Virtuele encoder filter RW,U ms 4 4, 8, 6, 32, 64. Filter van de virtuele encoder snelheid, Handleiding versie 4 Pagina 67 van 98

168 F3 RFC-A menu 4 Koppel- en stroomregelaar Menu P I Koppelopdracht (%) 3.4 Stroomregelaar Koppelopdracht (%) 4.3 Motor Motor I-nom cos phi Koppel stroom conversie Stroomopdracht (%) 4.4 Toerentalregelaar Stroomopdracht filter 4.2 Filtertijd (ms) _ Autotune P I Stroommeting Motorkoppel (%) Filter Nominaal koppel (Nm) 4.2 Filtertijd Motorstroommeting Onderlast detectie #4.27 = Lastniveau #4.28 = Snelh. niveau #4.29 = Trip vrijgave Last (%) Snelheid (rpm) Onderlast actief 4. = Totale motorstroom (A) 4.2 = Belastingsstroom (A) 4.7 = Fluxstroom (A) 5.34 = Fluxstroom (%) 4.2 = Belastingsstroom % 4.24 = Max. #4.2 Powerdrive nominaalstroom (A) Motor nominaalstroom (A) Stroomgrens Motorisch Regeneratief Symmetrisch 4.8 Stroom- Grens (%) Therm. tijdconst Overlastmethode 4.6 Overbelastingsdetectie van de motor Laag toeren thermische bewaking 4.25 Cont. verm (kw) Tijdconst. (sec.) Weerstand (Ohm) Overbelastingsdetectie van de remweerstand. (bouwgrootte 3 t/m 8) Registerinhoud bij inschakeling Power Down Zero Real Time Overlast register Overbelast Stoomgrens actief Overlast register >75% Overlast register Overlast register >75%, Handleiding versie 4 Pagina 68 van 98

169 F3 RFC-A menu 4 Koppel- en stroomregelaar Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is Off () of On (). S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 4. Gemeten motorstroom RO,U Amp. 22% I-nom. Maximale waarde in deze parameters 4.2 Gemeten laststroom RO,B Amp. heavy duty is afhankelijk van de geprogrammeerde 4.3 Motorkoppel opdracht RO,B %.% motormap parameters. 4.4 Motorstroom opdracht RO,B % 4.5 Stroomgrens motorisch RW,U % 75,* * Vanaf bouwgrootte 9 is de fabrieks- 4.6 Stroomgrens regeneratief RW,U % 75,* programmering 5% 4.7 Stroomgrens symmetrisch RW,U % 75,* 4.2 Stroomopdracht filter RW,U ms, 25, 4.3 Stroomregelaar P versterking RW,U Stroomregelaar I versterking RW,U Motor thermische tijdconstante RW,U sec Zie beschrijving pagina 4.6 Overbelastingsmethode RW,Bin (2 bit) Indien #4.9 = % dan zal... (zie beschrijving pagina ) bit bit= - Motor Too Hot trip bit= - Afhandeling volgens bit. bit bit= - Stroomgrens reductie tot 95% bit= - Stroomgrens reductie tot 95%, zo nodig aangevuld met proportionele reductie afhankelijk van drive temp. 4.7 Magnetiseringsstroom (fluxstroom) RO,U Amp. #.6 Diagnose parameter 4.8 Stroomgrensniveau RO,U %.% Diagnose parameter 4.9 Overbelastingsregister RO,U %, Afhandeling volgens #4.6 en #4.36. (zie beschrijving pagina 2) 4.2 Procentuele motor belasting RO,B % % komt overeen met nominaal motorkoppel volgens motormap-data. Max inhoud wordt bepaald door # Stroommeetfilter uitschakelen RW,Bit Off () Off () 4ms filter in de stroommeting On () 25µs filter in de stroommeting 4.24 Scaling koppel meetwaarde #4.2 RW,U % 75, 75, #4.24 bepaald de max. inhoud #4.2. Bij koppeling met een analoge uitgang (bg. 9 = 5%) komt #4.24 overeen met V. Let op bij het uitlezen van #4.2 bij een stroomgrens >75% 4.25 Laag toeren thermische bewaking. RW,Bit Motor heeft een geforceerde koeling. (zie beschrijving pagina 3) Motor heeft eigen koeling Motorkoppel als % van #4.4 RO,B %. Koppelafname boven nominaal toerental is hierin verwerkt Lastniveau bij onderlastbewaking RW,U %, Zie beschrijving volgende pagina Frequentieniveau bij onderlastbew. RW,U Hz., Vrijgave onderlast trip RW,Bit Off () On () 4.36 Overbelastingsregister bij inschakeling van de voedingsspanning. (zie beschrijving pagina 2) RW,Txt Power Down Power Down Inhoud van #4.9 wordt bij uitschakeling opgeslagen en is de startwaarde na herinschakeling. Zero Na herinschakeling is #4.9 weer % Real Time Op basis van de on board real time clock zal na herinchakeling #4.9 aangepast worden afhankelijk van het tijdverschil tussen uit- en inschakeling Motor thermische tijdconstante 2 RW,U sec. 89 3, Voor motoren met een verhoogde thermische impedantie tussen de wikkelingen en het stator ijzerpakket 4.38 Scaling thermische tijdconstante 2 RW,U % 4.39 IJzerverliezen als % van totaal RW,U % 4.4 Nominaal motorkoppel RW,U Nm, 5, Motorkoppel kan als volgt worden berekend: T = (P x 955) / N. Oftewel: Nm = (kw x 955) / rpm. #4.26 wordt hiermee bepaald Maximum fluxstroom RW,U %,, Max. fluxstroom als % van de nom. motorstroom #5.7. De fluxstroom kan met deze instelling niet onder de nom. fluxstroom gebracht worden. Reduceren van de fluxstroom kan nodig zijn bij motoren die snel decelereren vanuit de veldverzwakking. (zie tevens #5.34), Handleiding versie 4 Pagina 69 van 98

170 F3 RFC-A menu 5 Motormap Motor typeplaat Nom. frequentie Nom. stroom 5.8 Nom. toerental Nom. spanning Nom. cos. phi 5. Motor pooltal Motor autotune 5.2 AC detectie methode Langzaam opladen Tussenkringspanning (Vdc) L L2 L3 Gelijkrichter Menu 4 Schakelfrequentie Stroomopdracht (%) 4.4 Stroomregelaar Stroomopdracht filter 4.2 Filtertijd (ms) _ Max. fluxstroom 4.49 P I 5.3 Energy saving 5.5 Boost bij autotune 5.7 Stator weerstand 5.24 Transient inductie 5.25 Stator inductie 5.27 Flux control gain 5.4 Spin start boost 5.4 Voltage headroom Uitgestuurde frequentie (Hz.) 5. Uitgestuurde spanning (V) 5.2 DC - tussenkring Volt Hertz Modulator Schakelfrequentie 5.35 Auto-schakelfreq Schakelfreq. stap 5.38 Laagste schakelfreq Max. temp. rimpel 5.42 Afgegeven vermogen (kw) 5.3 U x I x 3 Draairichting omkeer Tijdvertraging 6.58 Vrijgave 6.59 U V W W V U Fasen en onbalans bewaking Belastingstroom = begrenzing 4. = Totale motorstroom (A) 4.2 = Belastingstroom (A) 4.7 = Magnetiseringstroom (A) 4.2 = Belastingstroom (%) 5.34 = Magnetiseringstroom (%) U V W Motortoerental (rpm) 3.2, Handleiding versie 4 Pagina 7 van 98

171 F3 RFC-A menu 5 Motormap Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is Off () of On (). S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 5. Uitgestuurde frequentie RO,B Hertz 2. Diagnose parameters 5.2 Uitgestuurde motorspanning RO,B Vac 65 (4) 93 (69) 5.3 Afgegeven vermogen RO,B kw ±99999, Tussenkringspanning RO,U Vdc 83 (4) 9 (69) 5.6 Nominale motorfrequentie RW,U Hertz 5, 55, Gegevens van de motortypeplaat. (.39) 5.7 Nominale motorstroom RW,U Amp. #.6 #.6 (.6) 5.8 Nominaal motortoerental RW,U rpm (.7) 5.9 (.8) Nominale motorspanning RW,U Vac 4 (4) 69 (69) 53 (4) 765 (69) 5. (.9) Nominale motor cos.φ RW,U,85, Gegevens van de motor typeplaat. Indien cos φ niet bekend, raadpleeg dan # (.4) Motor pooltal RW,Txt polen Auto Auto- 24 Auto = Berekening volgens motor data 2 Pole = 2 polig - 3 RPM 4 Pole = 4 polig - 5 RPM 6 Pole = 6 polig - RPM etc. 5.2 (.8) 5.3 (.32) Keuze en vrijgave auto tune ter bepaling van de motorkarakteristiek. RW,U Eerst #5.7 t/m #5. invullen Uit Statische autotune: Statormeting bij stilstand, zet #5.2 op, geef een start, motor gaat nu niet draaien. 2 Roterende en statische autotune: Stel zeker dat de motor onbelast is. Stop de drive. Zet #5.2 op 2, start de drive. Nu volgt eerst de statische autotune, daarna gaat de motor enige tijd op 65% snelheid draaien in de geselecteerde richting, stopt zichzelf en loopt vrij uit. Neem de vrijgave en run weg om daarna weer te kunnen starten. Statische auto tune () #5.7 stator weerstand Roterende auto tune (2) #4.3 Stroomregelaar P-gain #5. cosφ (#.9) #5.24 transient inductie #4.4 Stroomregelaar I-gain #5.25 stator inductie #5.59 max. dode tijd comp #5.6 Amp. bij max. comp. Bij de roterende auto tune wordt de statorinductie in #5.25 gemeten van waaruit de cosφ bepaald wordt in #5. en #.9. Zolang er een waarde in #5.25 staat is de cosφ in #5. of #.9 niet meer handmatig te wijzigen. Flux optimalisatie (energy saving) RW,Bit Constant koppel werktuigen Gereduceerde fluxstroom bij lage belasting en daardoor gereduceerde verliezen. Specifiek voor ventilatoren en centrifugaalpompen. Geen dynamische toepassingen. Gefixeerd boost niveau bij autotune RW,U % 3, 25, 5.5 (.42) 5.7 Statorweerstand RW,U Ω,. Wordt gemeten tijdens statische autotune. 5.8 (.37) Schakel- c.q. modulatiefrequentie (zie beschrijving op pagina 8) RW,Txt khz Selecteerbaar zijn: 2, 3, 4, 6, 8, 2 en 6 khz. Hogere schakelfrequentie geeft een lager geluidsniveau van de motor en hogere thermische verliezen in de Powerdrive Transiente motorinductie RW,U mh, 5, Wordt gemeten tijdens statische autotune Stator inductie RW,U mh, 5, Wordt gemeten tijdens roterende autotune Flux control gain RW,U,, De versterking van de fluxregeling wordt bepaald aan de hand van de autotune data en geeft over het algemeen een stabiel regelgedrag. Bij motoren die ver in de veldverzwakking bedreven worden kan het nodig zijn de versterking te verhogen., Handleiding versie 4 Pagina 7 van 98

172 F3 RFC-A menu 5 Motormap Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 5.3 Versterking U-DC regeling RW,U 3 Tijdens het gecontroleerd decelereren (zie #2.4) of bij ride through na netuitval (zie #6.3) zal de tussenkringspanning constant gehouden worden d.m.v. de deceleratie. De versterking van deze regelkring wordt bepaald door # Fluxstroom percentage RO,U %, 5, Diagnose parameter (zie tevens #4.49) 5.35 Schakelfrequentie niet halveren bij thermische overbelasting. (zie beschrijving op pagina 9) RW,U, Txt Enabled Enabled Het thermische model van de Powerdrive verlaagd de schakelfrequentie zo nodig om oververhitting van de IGBT transistoren te voorkomen. Zie ook #5.38 Disabled Schakelfrequentie blijft gefixeerd op de inhoud van #5.8 No riple detect Verlagen van de schakelfrequentie is actief, maar de temperatuur rimpel wordt daarbij niet verwerkt. Overschrijden van de inhoud van #5.39 resulteert nu in een overtemp. Trip Auto schakelfrequentie stapgrootte RW,U 2 Indien #5.35 is vrijgegeven zal zo nodig de schakelfrequentie verlaagd worden van het #5.8 naar het #5.38 niveau. Verlaging met stap, 6>2>8>6>4>3>2 2 Verlaging met 2 stappen, 6>8>4> Actuele schakelfrequentie RO,U khz. 6 Diagnose parameter 5.38 Laagste schakelfrequentie RW,U khz Indien automatische schakelfrequentie halvering is vrijgegeven kan bij oplopende thermische belasting de schakelfrequentie teruglopen tot de laagte frequentie. D.m.v. deze parameter kan hier een minimum schakelfrequentie aan toegekend worden Maximum temperatuur rimpel RW,U C Zie # (.69) Voltage boost bij vliegende start (zie beschrijving op pagina ) RW,U,, Fabrieksinstelling is voldoende voor kleine motoren. Bij te hoge waarde accelereert de motor bij vliegende start vanaf stilstand. Bij een te lage waarde is de Powerdrive niet in staat het motortoerental te scannen. 5.4 Motor voltage headroom RW,U % 2 De uitgestuurde motorspanning wordt begrenst op het #5.9 niveau, of lager indien de voedingspanning lager is. Indien er instabiliteit in de motorstroom optreed bij nominaal toerental en de voedingspanning laat het toe, kan de maximum motorspanning verhoogd worden met het percentage van # Motorfasen omkeren RW,Bit Off () On () Draaiveld op de uitgang wordt omgekeerd, kan voordeel bieden bij grote motoren met dikke motorkabels. Omschakeling van #5.42 alleen mogelijk in de Inhibit status., Handleiding versie 4 Pagina 72 van 98

173 F3 Optiemodule SI - I/O Plaatsing optiemodules: Er zijn drie optieslots beschikbaar waarin de optiemodules geplaatst kunnen worden. Onderstaande illustratie toont de drie slots en hun nummer. In principe kan de I/O module in elk van de drie slots geplaatst worden, echter is het voor een I/O module zeer voor de hand liggend dat er voor gekozen wordt om de module in slot 3 te plaatsen. In de hierna volgende menu illustraties en parameterbeschrijvingen is er m.b.t. de parameternummers dan ook vanuit gegaan dat de I/O module in slot 3 geplaatst is. ATTENTIE: Plaatsen en verwijderen van de module uitsluitend in volledig spanningsloze toestand van de drive. Menustructuur: De I/O module is uitgerust met 5 interne menu s die zijn geplaatst naast menu zoals in onderstaande illustratie is weergegeven Slot Menu - Parameter Menu nr. Functie 3. Module setup 3. I/O setup 3.2 Digitale I/O 3.3 Analoge I/O 3.9 Temperatuurmeting Parameteropslag: De interne menu s van de module worden in de module opgeslagen. Dus als de module in een andere drive geplaatst wordt zal de programmering van de interne menu s meeverhuizen. Opslaan van parameters en het terugschakelen naar fabrieksinstelling gebeurt gelijktijdig met deze functies in de Powerdrive. De module kan ook individueel in fabrieksinstelling gezet worden d.m.v. #3..8. I/O functionaliteit: De I/O aansluitingen hebben allemaal dubbele functionaliteit zoals in onderstaande tabel is weergegeven Klem nr. Functie V common * 2 Digitale in-/uitgang 3 Digitale in-/uitgang 2 4 Digitale in-/uitgang 3 5 Digitale in-/uitgang 4 6 V common * 7 Analoge ingang / digitale ingang 5 8 Analoge ingang 2 / digitale ingang 6 9 Analoge ingang 3 / digitale ingang 7 V common * Analoge uitgang / digitale ingang 8 2 Relais uitgang 22 Relais common 23 Relais uitgang 2 * V common verbonden met de V common van de Powerdrive Optiemodule frontaanzicht Kleur: Oranje Moduulcode: 29, Handleiding versie 4 Pagina 73 van 98

174 F3 Optiemodule SI - I/O 2 Digitale in-/uitgang Input logic 3..8 (#) Positive Negative 3.2. In-output 3.. Output Input Output 3..9 Push pull Open coll. Invert Digital output 3.2. (*) Digital input Oorsprong (*) Bestemming (*) Output 3 Digitale in-/uitgang 2 Input logic 3..8 (#) Positive Negative In-output 3..2 Output Input 3..9 Push pull Open coll. Invert Digital output (*) Digital input Oorsprong (*) Bestemming (*) Output 4 Digitale in-/uitgang 3 Input logic 3..8 (#) Positive Negative In-output 3..3 Output Input 3..9 (#) Push pull Open coll. Invert Digital output (*) Digital input Oorsprong (*) Bestemming (*) Output 5 Digitale in-/uitgang 4 Input logic 3..8 (#) Positive Negative In-output 3..4 Output Input 3..9 (#) Push pull Open coll. Invert Digital output (*) Digital input Oorsprong (*) Bestemming (*) (#) Input Logic parameter 3..8 heeft betrekking op alle digitale ingangen. (*) een nieuwe inhoud van een oorsprongof bestemmingsparameter bevestigen met de rode stop/reset toets., Handleiding versie 4 Pagina 74 van 98

175 F3 Optiemodule SI - I/O 6 Input logic 3..8 (#) Positive Negative Digitale ingang 5 Invert Bestemming (*) Digital input Input mode Max. input Min. input Offset /-% 3.3. Analoge ingang Invert Bestemming (*) 7 Analoge ingang / Digitale ingang 5 Digital input Volt in Differential (%) x Max. input Min. input Offset /-% Scaling x, Differentiaal ingang Invert # # Bestemming (*) _ (%) Scaling x, # # 8 Input mode 3..6 Differential Volt in Digital input Max. input Min. input (%) Offset /-% Analoge ingang 2 Scaling x, Invert Bestemming (*) # # Analoge ingang 2/ Digitale ingang 6 Input logic 3..8 (#) Digitale ingang 6 Invert Bestemming (*) Positive Negative Digital input (#) Input Logic parameter 3..8 heeft betrekking op alle digitale ingangen. (*) een nieuwe inhoud van een oorsprongof bestemmingsparameter bevestigen met de rode stop/reset toets., Handleiding versie 4 Pagina 75 van 98

176 F3 Optiemodule SI - I/O Input logic 3..8 (#) Positive Negative Digitale ingang 7 Invert Bestemming (*) Digital input Input mode Max. input Min. input Offset /-% Analoge ingang 3 Invert Bestemming (*) 9 Analoge ingang 3/ Digitale ingang 7 Digital input Volt in 2mA in I < 3mA (#) Input Logic parameter 3..8 heeft betrekking op alle digitale ingangen. (%) Scaling x, # # (*) een nieuwe inhoud van een oorsprongof bestemmingsparameter bevestigen met de rode stop/reset toets. Input logic 3..8 (#) Positive Negative Digitale ingang 8 Invert Bestemming (*) Digital input Oorsprong (*) Mode 3..8 Scaling x, Digital in - V -2 ma 2- ma 4-2 ma 2-4 ma Analoge uitgang / Digitale ingang 8 2mA uitgang niet beschikbaar bij M2 t/m M4 Oorsprong (*) Invert Relaisuitgang 2 Oorsprong (*) Invert Relaisuitgang , Handleiding versie 4 Pagina 76 van 98

177 F3 Optiemodule SI - I/O Klem 2 t/m 5 Digitale in- uitgang t/m 4 Sample tijd 2 ms Absoluut max. spanning -8 tot 36 Volt Input of output keuze #x.. t/m #x..4 Oorsprong/bestemming #x. 2 t/m #x..24 Fabrieksprogrammering Input Fabrieksprogrammering Geen Digitale ingang Soort ingang 24 Volt PNP of NPN Ingangs-impedantie 6,8kΩ Drempelspanning Volt ±,8V Soort uitgang Klem 7 en 8 Klem 9 24 Volt push-pull of open collector (6,8kΩ pull down) Digitale uitgang Nominale belasting Analoge / digitale ingang ma (24Ω) Soort ingang ±V, 2mA of 24V digitaal Sample tijd 2 ms Functiekeuze #x..7 Absoluut max. spanning -8 tot 36 Volt Fabrieksprogrammering Volt in ± Volt single ended ingang Nominale ingangpanning ± Volt ± % Maximum offset 5mV Ingangsweerstand >2 kω Max. a-liniairiteit,3% Resolutie bit plus voorteken Input filter bandbreedte ca. khz. 2mA ingang Nominale ingangpanning -2mA ± % Maximum input current 27,5mA (trip) Ingangsweerstand 2Ω Max. a-liniairiteit,3% Resolutie % ma signaalkeuze #x..7 Digitale ingang Soort ingang 24 Volt PNP of NPN Ingangs-impedantie 6,8kΩ Drempelspanning Volt ±,8V Klem Analoge / digitale ingang Soort ingang ±V of 24V digitaal Sample tijd 2 ms Functiekeuze #x..5 en #x..6 Absoluut max. spanning -8 tot 36 Volt Fabrieksprogrammering Volt in V differentiaalingang, klem 7 en 8 gezamelijk ± Volt single ended ingang Nominale ingangpanning ± Volt ± % Maximum offset 5mV Ingangsweerstand >2 kω Max. a-liniairiteit,3% Resolutie bit plus voorteken Input filter bandbreedte ca. khz. ± Volt differentiaal ingang Nominale ingangpanning ± Volt ± % Maximum offset 5mV Ingangsweerstand > kω Max. a-liniairiteit,3% Resolutie 6 bit Input filter bandbreedte ca. khz. Digitale ingang Soort ingang 24 Volt PNP of NPN Ingangs-impedantie 6,8kΩ Drempelspanning Volt ±,8V Analoge uitgang / digitale ingang Soort uitgang ±V, 2mA of 24V input Sample tijd 2 ms Functiekeuze #x..8 Absoluut max. spanning -8 tot 36 Volt Fabrieksprogrammering Volt out ± Volt uitgang Nominale uitgangpanning ± Volt ± % Maximum output current ±3mA kortsluit bev. Uitgangsweerstand > kω Maximum offset ±5mV Resolutie 2 bit plus voorteken 2mA uitgang Uitgangsstroom -2mA ± % Maximum output current ±3mA kortsluit bev. Uitgangsweerstand > 2Ω < 6Ω Maximum offset ±ma Resolutie 2 bit ma signaalkeuze #x..8 Digitale ingang Soort ingang 24 Volt PNP of NPN Ingangs-impedantie 6,8kΩ Drempelspanning Volt ±,8V Klem 2, 22, 23 Uitgangsrelais en 2 Soort uitgang Enkelpolig contact Contactbelasting 2A Functiekeuze #x.2.29 en #x.2.3 5A weerst. last Update tijd 2 ms,5a L/R 4ms, Handleiding versie 4 Pagina 77 van 98

178 Parameter- Eigenschappen Parameter- Eigenschappen type type RW Read-Write, programmeerbare parameter. B Bipolair, positieve en negatieve inhoud mogelijk RO Read-Only, diagnose parameter. U Unipolair, alleen positieve inhoud mogelijk. Txt Weergave middels tekstregels R Benodigd reset om nieuwe inhoud te activeren. Bit Bitparameter, inhoud is Off () of On (). S Wordt automatisch opgeslagen in het geheugen. Bin Binaire parameter K Kan niet beïnvloed worden via toetsenbord of PC Module menu Module set-up Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. 3.. Moduulcode RO,U 999 = Geen module aanwezig 29 = SI-I/O 433 = SI-Ethernet 432 = SI-PROFINET RT 434 = SI-PROFINET V2 443 = SI-PROFIBUS 447 = SI-DeviceNet 448 = SI-CANopen 3..2 Softwareversie RO,U Hardwareversie RO,U Serienummer, laagste karakters RO,U Voorbeeld: Serienummer, hoogste karakters RO,U #5.5 = 234, #5.4 = Module status RO,Txt Initializing() Module is initializing OK () Initialized and no errors Config (2) Configuration error Error (3) Error Bootloader Bootloader is running Updating Firmware update in progress 3..7 Module reset RW,Bit Off () On () 3..8 Module default RW,Bit Off () On () - Programmeer 3..8 op On - Programmeer 3..7 op On - Save Parameters (indien gewenst) 3..3 Slot indicator RO,U 8 Slot waarin de module is geplaatst 3..3 Slot menu number RO,U 5 () Slot, boven. Menu 5 6 (2) Slot 2, midden. Menu 6 7 (3) Slot 3, onder. Menu 7 Module menu I/O set-up Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden progr Module status RO,Txt Initializing() Module is initializing OK () Initialized and no errors Config (2) Configuration error Error (3) Error Bootloader Bootloader is running Updating Firmware update in progress 3..5 Digital output enable register RW,Bin 23 Zie onderstaande beschrijving 3..6 Digital input register RO,Bin Digital output register RW,Bin 23 Via het enable register in #3..5 kunnen uitgangen vrijgegeven worden om via het output register #3..7 aangestuurd te worden. Bij aansturing van een I/O in- uitgang (klem 2 t/m 5) moet de betreffende klem als uitgang geprogrammeerd zijn. De betreffende oorsrongparameter van de uitgang, of uitgangsrelais, moet op. geprogrammeerd zijn. Als een uitgang via het enable register is vrijgegeven zal alleen aansturing via #3..7 mogelijk zijn. Oorsprong-selectie en inverteer-bits in de module zijn dan niet meer actief. Een nieuwe programmering van het enable register #3..5 moet bevestigd worden met een reset. Het input register #3..6 is onafhankelijk van het enable register #3..5 en is altijd uit te lezen. Klem nummer Digital I/O nummer Bit nummer F3 Optiemodule SI - I/O Functie Input register #3..6 Output register #3..7 Enable register # I/O In- output, klem 2 X X X 3 I/O 2 In- output 2, klem 3 X X X 4 I/O 3 2 In- output 3, klem 4 X X X 5 I/O 4 3 In- output 4, klem 5 X X X 7 Input 5 4 Input 5, klem 7 X Input 6 5 Input 6, klem 8 X Input 7 6 Input 7, klem 9 X - - Input 8 7 Input 8, klem X Relais 8 Relais klem X X 23 Relais 2 9 Relais 2 klem X X, Handleiding versie 4 Pagina 78 van 98

179 F3 Optiemodule SI - I/O Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. progr. Bereik Bijzonderheden 3..8 PNP of NPN ingangslogica RW,Txt Positive Positive Alle ingangen positieve logica PNP Negative Alle ingangen negatieve logica NPN 3..9 Output klem 2 t/m 5 push-pull of open collector RW,Txt Push- Pull Push-Pull On = Transistor pull up naar 24V Off = Transistor pull down naar V Open collector On = Transistor pull up naar 24V Off = Via 6k8 verbonden met V 3.. I/O statuswoord RO,Bin 255 Bitwaarde van de digitale I/O, oftewel bitparameter 3.2. (LSB) t/m Klem 2 digital input of digital output RW,Txt, Digital Digital 24V digitale ingang 3..2 Klem 3 digital input of digital output R Input Input 3..3 Klem 4 digital input of digital output Digital 24V digitale uitgang 3..4 Klem 5 digital input of digital output Output 3..5 Klem 7 modus RW,Txt Volt In Digital Input 24V digitale ingang Volt In ±V single ended analoge ingang Differential ±V differentiaal ingang met klem Klem 8 modus RW,Txt Volt In Digital Input 24V digitale ingang Volt In ±V single ended analoge ingang Differential ±V differentiaal ingang met klem Klem 9 modus RW,Txt Volt In Digital Input 24V digitale ingang Volt In ±V single ended analoge ingang 4-2mA Low 4-2mA, minimum waarde bij I < 3 ma. 2-4mA Low 2-4mA, minimum waarde bi j I < 3mA. 4-2mA Hold 4-2mA, laatste waarde bij I < 3 ma 2-4mA Hold 2-4mA, laatste waarde bij I < 3 ma -2mA - 2 ma 2-mA 2 - ma 4-2mA Trip 4-2 ma, trip bij I < 3 ma 2-4mA Trip 2-4 ma, trip bij I < 3 ma 4-2mA 4-2 ma, geen signaalbewaking 2-4mA 2-4 ma, geen signaalbewaking 3..8 Klem modus RW,Txt Volt Out Digital input 24V digitale ingang Volt Out ±V analoge uitgang 4-2mA 4-2mA uitgang 2-4mA 2-4mA uitgang -2mA -2mA uitgang 2-mA 2-mA uigang Module menu 2 Digitale I/O Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden progr Klem 2 : Geactiveerd (DIO ) RO,Bit On () Diagnoseparameters Klem 3 : Geactiveerd (DIO 2) RO,Bit On () Zie ook # Klem 4 : Geactiveerd (DIO 3) RO,Bit On () Klem 5 : Geactiveerd (DIO 4) RO,Bit On () Klem 7 : Geactiveerd (DI 5) RO,Bit On () Klem 8 : Geactiveerd (DI 6) RO,Bit On () Klem 9 : Geactiveerd (DI 7) RO,Bit On () Klem : Geactiveerd (DI 8) RO,Bit On () Relais : Geactiveerd, klem 2-22 RO,Bit On () 3.2. Relais 2 : Geactiveerd, klem RO,Bit On () 3.2. Klem 2 : Inverteren (DIO ) RW,Bit Off () On () Klem 3 : Inverteren (DIO 2) RW,Bit Off () On () Klem 4 : Inverteren (DIO 3) RW,Bit Off () On () Klem 5 : Inverteren (DIO 4) RW,Bit Off () On () Klem 7 : Inverteren (DI 5) RW,Bit Off () On () Klem 8 : Inverteren (DI 6) RW,Bit Off () On () Klem 9 : Inverteren (DI 7) RW,Bit Off () On () Klem : Inverteren (DI 8) RW,Bit Off () On () Relais : Inverteren, klem 2-22 RW,Bit Off () On () Relais 2 : Inverteren, klem RW,Bit Off () On () Klem 2 : Bestemming / oorsprong RW,U,R # Een nieuwe programmering van deze Klem 3 : Bestemming / oorsprong RW,U,R # Klem 4 : Bestemming / oorsprong RW,U,R # Klem 5 : Bestemming / oorsprong RW,U,R # Klem 7 : Digitale input bestemming RW,U,R # Klem 8 : Digitale input bestemming RW,U,R # Klem 9 : Digitale input bestemming RW,U,R # Klem : Digitale input bestemming RW,U,R # Relais : Oorsprong, klem 2-22 RW,U,R # Relais 2 : Oorsprong, klem RW,U,R # parameters bevestigen met de rode toets (reset), Handleiding versie 4 Pagina 79 van 98

180 F3 Optiemodule SI - I/O Module menu 3 Analoge I/O Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik V (8% ) 8V % A naloge ingang 3.3. Bijzonderheden progr Meetwaarde analoge ingang RO,B % ±. Diagnoseparameters Meetwaarde analoge ingang 2 RO,B % ± Meetwaarde analoge ingang 3 RO,B % ± Meetwaarde differentiaal ingang RO,B % ± Analoge uitgang : meetwaarde RO,B % ±. Analoge uitgang, klem 3.3.6,, : oorsprong RW,U,R # ,, : scaling RW,U Analoge ingang : offset RW,B %. ±. Analoge ingang, klem ,, : scaling RW,B %. ± ,, : inverteren RW,B %. ± ,, : minimum input RW,B % -. ± ,, : maximum input RW,B %. ± ,, : bestemming RW,U # Analoge ingang 2 : offset RW,B %. ±. Analoge ingang 2, klem ,, : scaling RW,B %. ± ,, : inverteren RW,B %. ± ,, : minimum input RW,B % -. ± ,, : maximum input RW,B %. ± ,, : bestemming RW,U # Analoge ingang 3 : offset RW,B %. ±. Analoge ingang 3, klem ,, : scaling RW,B %. ± ,, : inverteren RW,B %. ± ,, : minimum input RW,B % -. ± ,, : maximum input RW,B %. ± ,, : bestemming RW,U # ,, : I < 3mA RO,Bit On () Differentiaal ingang: offset RW,B %. ±. Differentiaal ingang klem ,, : scaling RW,B %. ± ,, : inverteren RW,B %. ± ,, : minimum input RW,B % -. ± ,, : maximum input RW,B %. ± ,, : bestemming RW,U # # #3.3.5, # #3.3.25, # # en # # Minimum en maximum van de analoge ingangen. De werking van de minimum en maximum waarde van de analoge ingangen is weergegeven in onderstaand voorbeeld. In dit voorbeeld wordt er -V aangeboden aan klem 7 en de programmering van #3.3.4 en #3.3.5 is 2% en 8%. Tot het moment dat de ingangsspanning het niveau van 2V heeft bereikt zal #3.3. een inhoud hebben van % en zal bij verdere aansteigen tot 8V een waarde hebben van %. Een ingangsspanning < 2V en > 8V heeft geen invloed op de inhoud van #3.3.. Dit voorbeeld is uiteraard ook van toepassing op een 2mA ingangssignaal. (2% ) 2V V % Module menu 9 Module temperatuur Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik progr Temperatuur van de interne print RO,B C -28 / Temperatuur van de processor RO,B C -28 / 27 Bijzonderheden SI-IO trips: Sub- Text String Beschrijving Sub- Text String Beschrijving trip trip DIO Overload Digitale ingang/uitgang overload 2 T9 Over Volt Overspanning op klem 9 Cur loop loss 4mA bewaking analoge ingang klem 9 3 Param Occupied Conflict twee bestemmingsparameters Raadpleeg de SI-I/O Engelstalige handleiding voor sub-trips 2 t/m 22, Handleiding versie 4 Pagina 8 van 98

181 Menu 8 Vrijgave controlewoord 6.43 F3 Optiemodule Veldbus implementatie De implementatie van een veldbus binnen de Powerdrive vindt plaats zoals in onderstaande illustratie is weergegeven en het activeren gaat als volgt: - Activeer de vrijgave van de Powerdrive op klem 29 met een 24V signaal. - Geef het controlewoord vrij door #6.43 in de Powerdrive op On te programmeren. - Bedien de Powerdrive d.m.v. het controlewoord in #6.42 (zie onderaan deze pagina). Controle woord 6.42 bit 7 Powerdrive-F3 Sequencer 29 Run vooruit 24 Vrijgave (STO) 6.29 Vrijgave 6.5 Run vooruit 6.3 bit bit & Run vooruit Vrijgave PWMmodulator bit 2 Wensw Run achteruit 6.32 Achteruit 6.33 bit 3 bit 4 Run achteruit Vooruit/achteruit Vrij progr. 27 Run 6.34 Stop 6.39 bit 5 bit 6 Run Stop Fire mode bit 9 25 Reset 23 Reset.33 bit 3 Trip reset 3 24V bit 2 Drive trip bit 8 Veldbus snelheid opdracht Preset.2 Analoge wenswaarde Fire mode frequentie Snelheid wenswaarde.3 Controlewoord (#6.42) Statuswoord (#.4) waarde Bit Functie Beschrijving Bit # Beschrijving Enable = Vrijgave mits klem 29 actief. = Drive ok Run forward = Run vooruit 2.2 = Drive is running = Speed < n= treshold 3 Run reverse = Run achteruit = Speed < minimum speed 4 Reverse = Achteruit, in combinatie met bit = Speed is below set speed 5 Run = Run, in combinatie met bit = Speed is at set speed 6 Stop\ = Stop bij drukknoplogica (#6.4) = Speed is above set speed 7 Auto = Overname hardware commando's = Load is above rated load 8 Remote = Veldbus snelheid wenswaarde = Drive is at current limit = Drive is regenerating = Brake chopper active = Brake chopper alarm 2 Trip = CL.bit trip = Reverse speed reference 3 Trip reset - flank is reset drive = Reverse speed 4 Keypad wd = Watchdog extern toetsenbord = Main supply loss , Handleiding versie 4 Pagina 8 van 98 Bit-

182 MODBUS RTU 8 8 RJ45 RJ45 Pinbezetting RJ45 connectoren Pin Functie 2Ω ballastweerstand naar pin 8 2 RXTX (2 draads EIA485) 3 V geïsoleerd 4 24V uitgang ( ma) 5 V geïsoleerd 6 TX enable 7 RX\TX \ (2 draads EIA485 -) 8 RX \ TX \ * Behuizing V geïsoleerd Communicatieparameters Menu Oorsprong Default Seriële mode #.35 # NP Baud rate #.36 # Drive adres #.37 #.23 Reset comms* #.52 #.2 Off * Reset noodzakelijk na wijziging comms parameters Powerdrive parameter Bit MODBUS PLC register Register adres (protocol level) Aansturing Controlewoord * Frequentiewenswaarde (preset ) Uitlezing Statuswoord ** I/O Statuswoord *** Gemeten motorstroom (A) Gemeten lastst (A) Belasting (%) Uitgestuurde frequentie (Hz) Uitgestuurde motorspanning (V) Afgegeven vermogen (kw) Motortoerental (rpm) Energieverbruik (MWh) Energieverbruik (kwh) Analoge ingang (%) Analoge ingang 2 (%) Laatste storing * Controlewoord: Zie voorgaande pagina ** Statuswoord : Zie voorgaande pagina *** I/O statuswoord Bit = klem 22 Bit 2 = Klem 23 Bit 3 = Klem 24 Bit 4 = Klem 25 Bit 5 = Klem 26 Bit 6 = Klem 27 Bit 7 = Relais Bit 8 = Klem 3 Bit 9 = Klem 29, Handleiding versie 4 Pagina 82 van 98

183 F3 Optiemodule PROFIBUS 5 S lot Menu 5 S lot 2 Menu 6 S lot 3 Menu Powerdrive-F3 zijaanzicht Optiemodule frontaanzicht Kleur: Paars Moduulcode: polige sub-d connector Pin Functie RxD / TxD-P (groen) 4 CNTR-P 5 Volt geisoleerd t.b.v. ballastweerstand 6 5 Volt geisoleerd t.b.v. ballastweerstand 7-8 RxD / TxD-N (rood) 9 - Module menu s x.2.3 Slot - Menu - Parameter Menu nr. Functie x.. Module setup x.. PROFIBUS setup x.2. Input mapping x.3. Output mapping x.4. Fault values x.9. Temperatuurmeting Raadpleeg de Engelstalige SI-PROFIBUS handleiding voor de beschrijving van menu t/m 9. Module menu Module set-up (gelijk aan menu 5, 6 en 7) Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. x.. Moduulcode RO,U 999 = Geen module aanwezig 443 = SI-PROFIBUS x..2 Softwareversie RO,U x..3 Hardwareversie RO,U x..4 Serienummer, laagste karakters RO,U Voorbeeld: x..5 Serienummer, hoogste karakters RO,U x..5 = 234, x..4 = 5678 x..6 Module status RO,Txt Initializing() Module is initializing OK () Initialized and no errors Config (2) Configuration error Error (3) Error x..7 Reset module RW,Bit Off () On () x..8 Default module RW,Bit Off () On () - Programmeer x..8 op On - Programmeer x..7 op On - Save Parameters (indien gewenst) x..3 Slot indicator RO,U 8 Slot waarin de module is geplaatst x..3 Slot menu number RO,U 5 () Slot, boven. Menu 5 6 (2) Slot 2, midden. Menu 6 7 (3) Slot 3, onder. Menu 7 PROFIBUS en module error codes Sub- Text String Beschrijving Sub- Text String Beschrijving trip trip No trip No trip 29 Dbase init Database initialization error Link Loss Network link lost 2 FS init File system initialization error 2 Invalid data Invalid Fieldbus specific data 2 Memory alloc Momory allocation error 3 VPC3 stack VPC3 stack error 22 Filesystem File system error 23 Save configuration Error while saving config. file 2 No trip No trip 24 Load configuration Error while loading 2 SW fault Software fault 25 Oht Overheated configuration file 22 BG overrun Background task overrun 26 TO drv Watchdog timeout 23 FW invalid Invalid firmware 27 ecmp ecmp comms failure 24 Drv unknown Unknown drive type 28 TO ecmp slot Slot ecmp timeout 25 Drv unsupported Unsupported drive type 29 TO ecmp slot 2 Slot 2 ecmp timeout 26 Mode unknown Unknown mode 22 TO ecmp slot 3 Slot 3 ecmp timeout 27 Mode unsupported Unsupported mode 22 TO ecmp slot 4 Slot 4 ecmp timeout 28 FLASH corrupt Corrupted non volatile flash, Handleiding versie 4 Pagina 83 van 98

184 F3 Optiemodule Profinet A B Uit - Geen netwerk Aan - Netwerk actief Knipperend - Data S lot Menu 5 S lot 2 Menu 6 S lot 3 Menu 7 A B 8 8 Powerdrive-F3 zijaanzicht Optiemodule frontaanzicht Kleur: Groen Moduulcode: 434 Connectoren A en B Pin Functie Transmit Ve 2 Transmit Ve 3 Receive Ve Receive -Ve Module menu s x.2.3 Slot - Menu - Parameter Menu nr. Functie x.. Module setup x.. PROFINET Ethernet Configuration x.2. PROFINET Configuration Raadpleeg de Engelstalige SI-PROFINET handleiding voor de beschrijving van menu en2. Module menu Module set-up (gelijk aan menu 5, 6 en 7) Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. x.. Moduulcode RO,U 999 = Geen module aanwezig 434 = SI-PROFINET x..2 Softwareversie RO,U x..3 Hardwareversie RO,U x..4 Serienummer, laagste karakters RO,U Voorbeeld: x..5 Serienummer, hoogste karakters RO,U x..5 = 234, x..4 = 5678 x..6 Module status RO,Txt Bootldr- The bootloader is performing a Update (-2) flash update Bootldr- Idle (-) The bootloader is Idle Initializing () Module is initializing OK () Initialized and no errors Config (2) Configuration error Error (3) Error x..7 Reset module RW,Bit Off () On () x..8 Default module RW,Bit Off () On () - Programmeer x..8 op On - Programmeer x..7 op On - Save Parameters (indien gewenst) x..3 Slot indicator RO,U 8 Slot waarin de module is geplaatst x..3 Slot menu number RO,U 5 () Slot, boven. Menu 5 6 (2) Slot 2, midden. Menu 6 7 (3) Slot 3, onder. Menu 7 PROFINET en module error codes Sub- Text String Beschrijving Sub- Text String Beschrijving trip trip Link Loss Network link has been lost 28 Database init Database initialization error INIT Switch Ethernet switch init. error 29 File System init File system initialization error 2 INIT TCP/IP TCP/IP initialization error 2 Mem Allocation Memory allocation error 3 INIT Profinet Profinet initialization 2 Filesystem error File system error 4 Profinet Start Profinet start error 22 Config Save Configuration file save error 5 Profinet Plug Profinet plug error 23 Over Temperature Overheated 6 Invalid IM Inv. IM data, EEPROM corrupt. 24 Drive Timeout Drive not responded (W-dog) 7 CPM watchdog Cyclic frame timeout 25 ecmp comms error ecmp comms failure 8 Ethernet Faillure Ethernet ontroller init. error 26 TO ecmp slot Slot ecmp comms timeout 27 TO ecmp slot 2 Slot 2 ecmp comms timeout 2 Software Fault Software Fault 28 TO ecmp slot 3 Slot 3 ecmp comms timeout 2 BG overrun Background task overrun 29 Reserved 22 Firmware invalid Invalid firmware for hardware 22 Reserved 23 Drive unknown Unknown drive type 22 Factory Settings Missing factory settings 24 Drive unsupported Unsupported drive type 222 Functional Test Functional test faillure 25 Mode unknown Unknown mode 223 Config Restore Configuration file restore error 26 Mode unsupported Unsupported drive mode 224 Self Test Error Power on self test error 27 FLASH Error Corrupted non-volatile flash 225 Runtime Config Runtime configuration error, Handleiding versie 4 Pagina 84 van 98

185 F3 Optiemodule Ethernet A B Uit - Geen netwerk Aan - Netwerk actief Knipperend - Data S lot Menu 5 S lot 2 Menu 6 S lot 3 Menu Powerdrive-F3 zijaanzicht Connectoren A en B Pin Optiemodule frontaanzicht Kleur: Beige Moduulcode: 433 Functie Transmit Ve 2 Transmit Ve 3 Receive Ve Receive -Ve Module menu s x.2.3 Raadpleeg de Engelstalige Ethernet handleiding voor de Slot - Menu - Parameter beschrijving van menu 2 t/m 23. Menu nr. Functie Menu nr. Functie x.. Ethernet setup x.5. Modbus x.2. Ethernet configuration x.2. Ethernet IP setup x.9. Resources x.2. Ethernet IP in mapping x.. Easy mode cyclic data x.22. Ethernet IP out mapping x.. Synchronisation x.23. Ethernet IP fault values Module menu Module set-up (gelijk aan menu 5, 6 en 7) Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. x.. Moduulcode RO,U 999 = Geen module aanwezig 433 = SI-Ethernet x..2 Softwareversie RO,U x..3 Hardwareversie RO,U x..4 Serienummer, laagste karakters RO,U Voorbeeld: x..5 Serienummer, hoogste karakters RO,U x..5 = 234, x..4 = 5678 x..6 Module status RO,Txt Bootldr- The bootloader is performing a Update (-2) flash update Bootldr-Idle(-) The bootloader is Idle Initializing () Module is initializing OK () Initialized and no errors Config (2) Configuration error Error (3) Error x..7 Reset module RW,Bit Off () On () x..8 Default module RW,Bit Off () On () - Programmeer x..8 op On - Programmeer x..7 op On x..9 Active alarm bits RO,Bin (6bit) = User Program, = ecmp 2 = Modbus, 3 = Ethernet IP 4 = Reserved, 5 = File system 6 = Too Hot x.. Active IP Address RO,U Maximum Ethernet en module error codes Sub- Text String Beschrijving Sub- Text String Beschrijving trip trip Link Loss Network link has been lost 23 Drive unknown Unknown drive type E/IP Timeout Ethernet/IP RPI timeout 24 Drive unsupported Unsupported drive type 2 E/IP Read Param Invalid read parameter 25 Mode unknown Unknown mode 3 E/IP Write Param Invalid write parameter 26 Mode unsupported Unsupported drive mode 4 E/IP Fault Ethernet/IP Error 27 FLASH Error Corrupted non-volatile flash 5 Modbus Timeout Modbus connection time out 28 Database init Database initialization error 6 Cyclic Timeout Cyclic Rx link timeout 29 File System init File system initialization error 7 Cyclic RX Late Cyclic Rx data received late 2 Mem Allocation Memory allocation error 8 INIT Switch Ethernet switch init. error 2 Filesystem error File system error 9 INIT PTP Precision Time Protocol error 22 Config Save Configuration file save error INIT Cyclic Cyclic data initialization error 23 Over Temperature Overheated INIT Modbus Modbus TCP initialization err. 24 Drive Timeout Drive not responded (W-dog) 2 INIT SMTP (SMTP) initialization err. 25 ecmp comms error ecmp comms failure 3 INIT Ethernet/IP Ethernet/IP initialization error 26 TO ecmp slot Slot ecmp comms timeout 4 INIT TCP/IP TCP/IP initialization error 27 TO ecmp slot 2 Slot 2 ecmp comms timeout 5 Ethernet Faillure Ethernet controller init. error 28 TO ecmp slot 3 Slot 3 ecmp comms timeout 6 E/IP PLC IDLE Ethernet/IP PLC idle 29 TO ecmp slot 4 Slot 4 ecmp comms timeout 7 Sync Task ORun Synchronous task overrun 22 I/O Overload Digital output current too high 8 INIT Param Chann Parameter channel init. error 22 Factory Settings Missing factory settings 9 Link Overload Too many links in same cycle 222 Functional Test Functional test faillure 2 Mcast Over Limit Too many multicast address. 223 Config Restore Configuration file restore error 224 Self Test Error Power on self test error 2 Software Fault Software Fault 225 Runtime Config Runtime configuration error 2 BG overrun Background task overrun 226 Processor exept Processor exception 22 Firmware invalid Invalid firmware for hardware 227 Task Starvation System task starvation, Handleiding versie 4 Pagina 85 van 98

186 F3 Optiemodule DeviceNet S lot Menu 5 S lot 2 Menu 6 S lot 3 Menu Powerdrive-F3 zijaanzicht Optiemodule frontaanzicht Kleur: Donker grijs Moduulcode: polige connector Klem Functie V external power supply (zwart) 2 CAN-L negative data line (blauw) 3 Scherm 4 CAN-H positive data line (wit) 5 24V external power supply (rood) Module menu s x.2.3 Slot - Menu - Parameter Menu nr. Functie x.. Module setup x.. DeviceNet setup x.2. Input mapping x.3. Output mapping x.4. Fault values x.9. Temperatuurmeting Raadpleeg de Engelstalige SI-DeviceNet handleiding voor de beschrijving van menu t/m 9. Module menu Module set-up (gelijk aan menu 5, 6 en 7) Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. x.. Moduulcode RO,U 999 = Geen module aanwezig 447 = SI-DeviceNet x..2 Softwareversie RO,U x..3 Hardwareversie RO,U x..4 Serienummer, laagste karakters RO,U Voorbeeld: x..5 Serienummer, hoogste karakters RO,U x..5 = 234, x..4 = 5678 x..6 Module status RO,Txt Initializing () Module is initializing OK () Initialized and no errors Config (2) Configuration error Error (3) Error x..7 Reset module RW,Bit Off () On () x..8 Default module RW,Bit Off () On () - Programmeer x..8 op On - Programmeer x..7 op On - Save Parameters (indien gewenst) x..3 Slot indicator RO,U 8 Slot waarin de module is geplaatst x..3 Slot menu number RO,U 5 () Slot, boven. Menu 5 6 (2) Slot 2, midden. Menu 6 7 (3) Slot 3, onder. Menu 7 DeviceNet en module error codes Sub- Text String Beschrijving Sub- Text String Beschrijving trip trip Link Loss Network link has been lost 2 Filesystem File system error Bus Off Can layer in Bus Off state 22 Configuration Configuration file error 23 Oht Overheated 2 Software Fault Software Fault 24 TO drv Drive not responded (W-dog) 2 BG Orun Background task overrun 25 ecmp ecmp comms failure 22 FW invalid Invalid firmware for hardware 26 TO ecmp slot Slot ecmp comms timeout 23 Drv unknown Unknown drive type 27 TO ecmp slot 2 Slot 2 ecmp comms timeout 24 Drv unsupported Unsupported drive type 28 TO ecmp slot 3 Slot 3 ecmp comms timeout 25 Mode unknown Unknown mode 29 TO ecmp slot 4 Slot 4 ecmp comms timeout 26 Mode unsupported Unsupported drive mode 22 Fact Setting Missing factory setting 27 FLASH corrupt Corrupted non-volatile flash 22 Config Load Loading error saved config. 28 Dbase init Database initialization error 222 RT Config Failed after drive mode change 29 FS init File system initialization error 223 Read Par Failed to read at cyclic comms 2 Memory alloc Memory allocation error 224 Write Par Failed to write at cyclic comms, Handleiding versie 4 Pagina 86 van 98

187 F3 Optiemodule CANopen S lot Menu 5 S lot 2 Menu 6 S lot 3 Menu Powerdrive-F3 zijaanzicht Optiemodule frontaanzicht Kleur: Licht grijs Moduulcode: polige connector Klem Functie V external power supply (zwart) 2 CAN-L negative data line (blauw) 3 Scherm 4 CAN-H positiv data line (wit) 5 24 V external power supply (rood) Module menu s x.2.3 Slot - Menu - Parameter Menu nr. Functie x.. Module setup x.. CANopen setup x.2. PDOA Setup x.3. PDOB Setup x.4. PDOC Setup x.5. PDOD Setup x.6. RPDO fault values x.9. Temperatuurmeting Raadpleeg de Engelstalige SI-CANopen handleiding voor de beschrijving van menu t/m 9. Module menu Module set-up (gelijk aan menu 5, 6 en 7) Par.nr. Omschrijving Type Eenh Fabr. Bereik Bijzonderheden progr. x.. Moduulcode RO,U 999 = Geen module aanwezig 448 = SI-CANopen x..2 Softwareversie RO,U x..3 Hardwareversie RO,U x..4 Serienummer, laagste karakters RO,U Voorbeeld: x..5 Serienummer, hoogste karakters RO,U x..5 = 234, x..4 = 5678 x..6 Module status RO,Txt Bootldr- The bootloader is performing a Update (-2) flash update Bootldr-Idle(-) The bootloader is Idle Initializing () Module is initializing OK () Initialized and no errors Config (2) Configuration error Error (3) Error x..7 Reset module RW,Bit Off () On () x..8 Default module RW,Bit Off () On () - Programmeer x..8 op On - Programmeer x..7 op On - Save Parameters (indien gewenst) x..3 Slot indicator RO,U 8 Slot waarin de module is geplaatst x..3 Slot menu number RO,U 5 () Slot, boven. Menu 5 6 (2) Slot 2, midden. Menu 6 7 (3) Slot 3, onder. Menu 7 CANopen en module error codes Sub- Text String Beschrijving Sub- Text String Beschrijving trip trip Link Loss Network link has been lost 2 Filesystem File system error Bus Off Can layer in Bus Off state 22 Save configuration Save configuration file error 23 Load configuration Load configuration file error 2 Software Fault Software Fault 24 Oht Overheated 2 BG Orun Background task overrun 25 TO drv Drive not responded (W-dog) 22 FW invalid Invalid firmware for hardware 26 ecmp ecmp comms failure 23 Drv unknown Unknown drive type 27 TO ecmp slot Slot ecmp comms timeout 24 Drv unsupported Unsupported drive type 28 TO ecmp slot 2 Slot 2 ecmp comms timeout 25 Mode unknown Unknown mode 29 TO ecmp slot 3 Slot 3 ecmp comms timeout 26 Mode unsupported Unsupported drive mode 22 TO ecmp slot 4 Slot 4 ecmp comms timeout 27 FLASH corrupt Corrupted non-volatile flash 22 Output overload Digital output overload 28 Dbase init Database initialization error 222 Factoty Setting Missing factory settings 29 FS init File system initialization error 223 Power on test Error during power-up 2 Memory alloc Memory allocation error, Handleiding versie 4 Pagina 87 van 98

188 Diagnose, alarm en trips Status informatie Tijdens bedrijf zal het display de status van de Powerdrive weergeven. Onderstaande tabel geeft een overzicht van deze statusmeldingen. Statusmelding Betekenis Inhibit Vrijgave (STO) klem 29 is niet geactiveerd. Off Bedrijfsgereed. Hand In bedrijf in Hand mode en de motor wordt aangestuurd Auto In bedrijf in Auto mode en de motor wordt aangestuurd Deceleration Decelereert na wegschakelen van runsignaal. Stop Stilstandskoppel is actief. Zie tevens #6.8 Heat Anti condens verwarming actief. Zie tevens #6.52 Supply Loss Voedingsspanning uitval Trip Storing Under Voltage Lage of uitgeschakelde voedingsspanning dc injection DC remmen is actief. Zie tevens #6.. Alarmmeldingen Tijdens bedrijf kunnen de onderstaande alarmmeldingen knipperend in display verschijnen, ook de achtergrond verlichting knippert en rechts bovenin het display zal tevens het symbool van een alarmbel verschijnen. Bitparameter #.4 geeft aan dat er een alarm actief is. Auto 283 rpm -Drive Overload- 283 rpm Alarmmelding Betekenis Brake Resistor Overbelastingsregister van de remweerstand #.39 heeft 75% overschreden en zal mogelijk leiden tot een <Brake R Too Hot> trip. Zie tevens #.3, #.3 en #.6 Motor Overload Overbelastingsregister van de motor #4.9 heeft 75% overschreden en zal mogelijk leiden tot een <Motor Too Hot> trip. Drive Overload Overbelastingsregister van de Powerdrive, #7.36 heeft 9% overschreden en zal mogelijk leiden tot een <OHt> trip. (over heat) Auto Tune Een autotune wordt uitgevoerd. (Zie tevens #5.2) Option Slot x Alarm in de optiemodule x Low AC Powerdrive functioneert in Low Voltage Mode. (Zie #.7 en #6.77) Current Limit De motorstroomgrens is bereikt. Powerdrive in tripstatus Indien een storing is opgetreden in de Powerdrive wordt er overgegaan in de tripstatus, het bedrijfsgereedrelais op klem zal afvallen, de bovenste displayregel toont Trip en de onderste displayregel toont de storingsoorzaak plus sub-tripnummer. De rode status LED onder het display zal tijdens de tripstatus knipperen. Trip Over Volts Rode status LED Continu Drive OK Knipperend / sec. Drive trip Knipperend / 2 sec. Stand-by (#6.6) Sub-trip Het kan zijn dat er bij een trip aanvullende informatie gegeven wordt in de vorm van een sub-tripnummer. Indien een trip aanvullende informatie heeft dan zal dit sub-tripnummer achter de tripoorzaak worden weergegeven, gescheiden door een decimale punt. De opbouw van het sub-tripnummer is hiernaast weergegeven. Voorbeeld: De Powerdrive geeft een <OHt Control.2> trip. De aan deze trip gekoppelde sub-trips staan hiernaast weergegeven, waaruit is af te lezen dat controleboard thermistor locatie 2 een overtemperatuur heeft., Handleiding versie 4 Pagina 88 van 98

189 Diagnose, alarm en trips Diagnose tijdens tripstatus Tijdens de tripstatus zijn de onderstaande diagnoseparameters bevroren met de inhoud die deze parameters hadden op het moment van de trip. In veel gevallen kan dit het herleiden van de tripoorzaak vergemakkelijken. Het bevriezen van parameters kan ook een nadeel zijn wanneer de bevroren parameter naar een analoge uitgang geleidt wordt of vergeleken wordt met een drempelwaarde in bv. menu 2. Raadpleeg pagina 39 om hier een invulling aan te kunnen geven. Bevroren parameters tijdens tripsituatie. Frequentie wenswaarde (Hz) 3.3* Frequentie afwijking (Hz) 5.2 Uitgestuurde spanning (V).2 Frequentie wenswaarde (Hz) 3.4* Interne koppelopdracht (%) 5.3 Afgegeven vermogen (kw).3 Integrator ingang (Hz) 4. Totale motorstroom (A) 5.5 DC busspanning (V) 2. Integrator uitgang (Hz) 4.2 Koppelmakende stroom (A) 7. Analoge ingang klem 5 (%) 3. Frequentie opdracht (Hz) 4.7 Magnetiseringsstroom (A) 7.2 Analoge ingang klem 7 (%) 3.2* Berekende frequentie (Hz) 5. Uitgestuurde frequentie (Hz) 7.37 Hoogste interne temp. meting (*) Uitsluitend in RFC-A mode Automatische reset De meeste trips kunnen automatisch gereset worden met een programmeerbaar aantal resetpogingen en pauzetijd tussen de resetpogingen. Raadpleeg hiervoor #.33 t/m #.36 Storingsregister : Elke storing (trip) wordt in een schuifregister geplaatst gevormd door #.2 t/m #.29 met de vermelding trip t/m 9 waarbij trip het laatst is opgetreden. Elke trip is gekoppeld aan een parameter die aanvullende informatie (sub info) kan bevatten. Of de betreffende trip sub info heeft en de betekenis daarvan, is beschreven in de betreffende beschrijving van de trip op de volgende pagina s. Elke trip heeft ook een datum en tijd vermelding die betrokken wordt uit de interne klok #6.6 en #6.7. Of de klok als "run time clock" of als "real time clock" is geprogrammeerd is vastgelegd in #6.9 Fabrieksmatig geeft de interne clock van de Powerdrive de Real Time weer. Deze clock moet door de gebruiker wel geprogrammeerd worden op de actuele tijd, zie de onderstaande beschrijving. Volg nr Trip info Sub info Datum Tijd Trip #.2 #.7 #.4 #.42 #.3 Trip #.2 #.7 #.43 #.44 Trip 2 #.22 #.72 #.45 #.46 Trip 3 #.23 #.73 #.47 #.48 Trip 4 #.24 #.74 #.49 #.5 Trip 5 #.25 #.75 #.5 #.52 Trip 6 #.26 #.76 #.53 #.54 Trip 7 #.27 #.77 #.55 #.56 Trip 8 #.28 #.78 #.57 #.58 Trip 9 #.29 #.79 #.59 # Interne clock Datum (dag. mnd. jaar) Tijd (uur. min. sec.) Storingsregister wissen: Het is mogelijk om met de computer via het programma F3-Connect het storingsregister te wissen door #.38 op 255 te programmeren. Alle bovengenoemde parameters krijgen dan None als inhoud. Na het wissen zet #.38 zichzelf weer op. Deze handeling is niet uit te voeren via het toetsenbord van de Powerdrive. Instellen van de Real Time Clock: De is standaard uitgerust met een KI-HOA-RTC keypad waarin een real time clock is ondergebracht. Activeren en programmeren van deze real time clock gaat als volgt. ) Programmeer #6.9 op -Set- 2) Programmeer de datum in #6.6. (dag - maand jaar) 3) Programmeer de tijd in #6.7. (uur : min : sec) 4) Programmeer #6.9 op - Local Keypad-. 5) Save parameters in de drive. (#xx. = -Save Parameters- rode toets)) De clock is nu uit te lezen in de drive en in het keypad en wordt tevens gekoppeld aan het storingsregister. Raadpleeg menu 6 voor verdere informatie over de Real Time Clock. Control Techniques Trip infomatie App Voor uw smartphone is de Diagnostic Tool App ter beschikking. Via deze App is de uitgebreide trip-informatie beschikbaar voor alle Control Techniques drive types., Handleiding versie 4 Pagina 89 van 98

190 Trip Nr. Beschrijving Bijzonderheden An input Loss An input 2 Loss An Output Calib App Menu Changed 28 Analoge ingang op klem 5 is als 4-2mA ingang geprogrammeerd met signaalbewaking. Het ingangssignaal is lager dan 3mA. 29 Analoge ingang 2 op klem 6 is als 4-2mA ingang geprogrammeerd met signaalbewaking. Het ingangssignaal is lager dan 3mA. 29 Calibratiefout van een van beide analoge uitgangen. -Sub-trip = Analoge uitgang, klem 7. -Sub-trip 2 = Analoge uitgang 2, klem Een van de applicatiemenu s is gewijzigd. -Sub-trip = Menu 8 -Sub-trip 2 = Menu 9 -Sub-trip 3 = Menu 2 Controleer het ingangssignaal en in menu 7 de configuratie van klem 5. Indien geen 4mA bewaking gewenst, raadpleeg #7.7. Controleer het ingangssignaal en in menu 7 de configuratie van klem 6. Indien geen 4mA bewaking gewenst, raadpleeg #7.. Calibratiefout veroorzaakt door interne hardware of door een externe spanning. Schakel voeding uit, neem de bedrading op klem 7 en 8 los en schakel voeding in. Reset de trip en geef een Save Parameters instructie Autotune Stopped 8 De autotune is voor beëindiging onderbroken. De vrijgave(sto) ingang klem 29 of het runsignaal is tijdens de autotune afgeschakeld. Brake R Too Hot 9 Het thermisch model van de remweerstand heeft een overbelasting gedetecteerd. Zie #.3, #.3 en #.6. Raadpleeg in menu de beschrijving Remweerstand beveiliging. Card Access 85 Communicatiefout tussen drive en SmartCard SmartCard mogelijk niet of niet correct geplaatst. Trip tijdens overdracht naar de SmartCard, dan is de file op de SmartCard niet compleet. Trip tijdens overdracht naar de drive, dan zijn parameters nog niet in het geheugen van de drive geplaatst, herstel oude programmering door de voeding van de drive uit en in te schakelen. Card Boot 77 SmartCard schrijffout Schrijfinstructie naar een menu parameter blijkt niet mogelijk (#.3 = Auto of Boot) en noodzakelijke file op de SmartCard is niet aanwezig. Controleer programmering van #.3, geef een reset en probeer opnieuw. Card Busy 78 SmartCard is momenteel bezet. SmartCard kan opdracht niet uitvoeren omdat de applicatiemodule communiceert met de SmartCard. Wacht en probeer later opnieuw. Card Compare 88 Programmering van de drive en de geselecteerde file op de SmartCard zijn niet gelijk. File 8yyy op de SmartCard is vergeleken met de drive en zijn niet gelijk. Zet #. handmatig op reset. Card Data Exists 79 Er is getracht data naar een file op de SmartCard over te dragen die al data bevat. Wis de file op de SmartCard met een 7yyy instructie, of selecteer een andere file op de SmartCard. Card Drive Mode 87 De geselecteerde file op de SmartCard en de drive hebben een ander werkingsprincipe (Open Loop / RFC-A / RFC-S) Card Error 82 SmartCard data structuur fout. - Sub-trip = Map en data structuur niet aanwezig. - Sub-trip 2 = De.DAT file is verstoord. - Sub-trip 3 = Twee of meer files in de <MCDF\> map hebben dezelfde identificatie. Trip treedt op tijdens een vergelijk met file 8yyy. Of tijdens overdracht van een file vanaf de SmartCard van een voor de F3 niet bestaand werkingsprincipe. Zie #.38. Reset heeft tot gevolg dat de file op de SmartCard wordt gewist en een correcte mapstructuur wordt aangemaakt. - Of probeer nogmaals na een reset. - Of wis alle databloks. - Of vervang de SmartCard. Card Full 84 SmartCard is vol. Er wordt getracht een nieuw datablok aan te maken op de SmartCard maar er is geen plaats. Card No Data 83 Geselecteerde datablok bevat geen data. Card Option 8 Afwijkende optiemodule in SmartCard file en drive Dit is geen trip maar een waarschuwing. Data overdracht wordt volbracht maar de optiemodule wordt geprogrammeerd in fabrieksinstelling. Deze trip kan ook optreden bij een vergelijkfunctie. Card Product 75 SmartCard file en drive type zijn afwijkend. (#.28) -Sub-trip = #.28 is afwijkend, na trip reset via #xx. = 9666 is data overdracht mogelijk -Sub-trip 2 = #.63 afwijkend (=GT8, =Olympian), reset mogelijk maar geen data overdracht. Of andere type Unidrive of een klant specifiek product Card Rating 86 SmartCard file en drive hebben een verschil in nominale voedingsspanning of uitgangsstroom. Card Read Only 8 De Read only vlag op de SmartCard blokkeert een file overdracht. Card Slot 74 Communicatiefout tussen SmartCard en optiemodule. - Sub-trip = Optieslot nummer (Bij F3 altijd ) Configuration Aantal powermodules is afwijkend. -Sub-trip x = Aantal modules dat wordt verwacht. Dit is geen trip maar een waarschuwing, data overdracht wordt volbracht. Controleer en corrigeer de inhoud betreffende parameters.. Deze trip kan ook optreden bij een vergelijkfunctie. De Read Only vlag is geactiveerd d.m.v. de 9888 instructie. De Read Only vlag op de SmartCard kan worden gewist met getal 9777 in #.. Kan optreden bij overdracht tussen optiemodule van en naar de SmartCard. Aantal gedetecteerde modules in #.7 is afwijkend van eerdere detecties. - Controleer de AC voeding van iedere module. - Controleer de controlekabel tussen tussen de modules. - Controleer de programmering van #.35., Handleiding versie 4 Pagina 9 van 98

191 Trip Nr. Beschrijving Bijzonderheden Control Word Current Offset Data changing 35 Drive trip via bit 2 van het Control Word #6.42 Bij communicatie met een veldbus bevat #6.42 alle commando s en via bit 2 ook een drive trip. Zie menu Te grote offset in de stroommeting in de motorleiding. Mogelijk vloeit er stroom de drive in via U-V-W. -Sub-trip = Te grote offset in motorfase U. Schakel de voeding uit, neem U-V-W los en schakel in. -Sub-trip 2 = Te grote offset in motorfase V. Indien de trip aanwezig blijft stuur de drive ter reparatie. -Sub-trip 3 = Te grote offset in motorfase W. 97 Data overdracht tijdens bedrijf. De drive wordt gestart terwijl er data overdracht plaatsvindt zoals het laden van fabrieksprogrammering, applicatieprogramma, werkingsprincipe of via SD-Card. Derivative ID 247 Firmware en hardware komen niet overeen. Drive is van een andere familie (M-4, M6, Derivative 248 M7, F3, E2, etc.) of een klant specifiek product. Image Mogelijk een niet ondersteund type optiemodule geplaatst Destination 99 Een programmeerbare parameter wordt vanuit twee plaatsen in menu 7,8,9,2 of 4 geprogrammeerd. Programmeer #xx. op <Destinations> (of 2), doorloop de menu s en zoek een dubbele adressering. Drive Size 224 Controlebord kan het vermogensdeel niet herkennen - Controleer of de firmwareversie niet is verouderd. - Hardwarefout, stuur drive ter reparatie. EEPROM Fail 3 EEPROM fout, fabrieksprogrammering is geladen. - Hardware en software zijn niet in overeenstemming - Na een Save Parameter instructie te snel de voeding uitgeschakeld. Zet drive terug in fabrieksprogrammering en geef een reset, indien fout blijft, stuur drive ter reparatie External Trip 6 External trip, door de gebruiker geïnitieerd. -Sub-trip = Veroorzaakt via STO, #8. = of 3 -Sub-trip 2 = Veroorzaakt via STO 2, #8. = 2 of 3 -Sub-trip 3 = Veroorzaakt door #.32 = External trip kan veroorzaakt worden door het aansturen van #.32, of door de combinatie met de vrijgave (STO) ingang klem 29, zie #8.. Zie illustratie menu 8. HF CPU address error Een HF trip geeft aan dat het controlebord defect is. HF 2 DMAC address error Schakel de voeding uit en weer in. HF 3 Illegal instruction Zodra een hardware trip getracht word te resetten door de HF 4 Illegal slot instruction voedingsspanning uit en in te schakelen zal bij HF 5 Undefined exeption herinschakeling de <Stored HF> trip optreden. Reset HF 6 Reserved exeption deze trip door het getal 299 rode toets in te geven in #xx.. Hierbij is niet gegarandeerd dat de HF trip zich HF 7 Watchdog failure ook laat resetten. HF 8 CPU interupt crash HF 9 Free store overflow HF Parameter routing system error Indien de HF trip blijft, stuur de drive ter reparatie. HF Acces to EEPROM failed HF 2 Main program stack overflow HF 3 Firmware incompatible with hardware HF 4 CPU register bank error HF 5 CPU devide error HF 6 RTOS error HF 7 Clock supplied to the controlboard out of specification HF 8 Internal flash memory has failed HF 9 CRC check on the firmware has failed. HF 2 ASIC not compatible with hardware HF 23 Hardware fault HF 24 Hardware fault HF 25 Hardware fault I/O Overload 26 24V van de digitale I/O is overbelast (>ma) Contoleer de bedrading en de belasting Inductance 8 Drive detecteerd een motorinductie buiten bereik Uitsluitend mogelijk in de RFC-S mode Interconnect 3 Communicatiefout tussen powermodules -Sub-trip = Powermodule Communicatiefout of kabelverbindingsfout. Controleer of verbindingskabels correct zijn aangesloten. -Sub-trip 2 = Powermodule 2, etc. Keypad 34 Toetsenbord verwijderd tijdens Keypad bediening in Controleer de juiste plaatsing van het toetsenbord. Mode Handbedrijf. Low Load 38 Low Load trip is geactiveerd Raadpleeg #4.27 t/m #4.29 Motor Too Hot 2 Motor overbelast Overlastregister #7.9 heeft % bereikt. Nominale motorstroom in #5.7 is te lang overschreden. Zie ook #4.5, #4.6 en #4.25. OHt Brake Rem IGBT overtemperatuur Thermisch model van de rem IGBT OHt Control 23 Overtemperatuur controlebord -Sub-trip = Controlebord thermistor locatie -Sub-trip 2 = Controlebord thermistor locatie 2 -Sub-trip 3 = I/O bord thermistor OHt dc bus 27 Gelijkrichter en/of DC bus overbelast. -Sub-trip = Powermodule -Sub-trip 2 = Powermodule 2, etc. OHt Inverter 2 IGBT overtemperatuur (thermisch model) -Sub-trip = Inverter IGBT s -Sub-trip 3 = Rem IGBT Controleer de weerstandwaarde van de remweerstand. Controleer functionaliteit van de koelventilatoren van drive en het schakelpaneel. Overlastregister #7.35 heeft % bereikt. Rekenkundig model dat de gelijkrichter en/of de tussenkringcondensatoren bewaakt op overbelasting. Gebaseerd op het afgegeven vermogen in #5.3 en de gemeten rimpel in de tussenkring (#5.5). Temperatuur in #7.34 heeft 45 C bereikt. Rekenkundig model van de interne IGBT junction temperatuur. Zeer bepalend is de schakelfrequentie. Zie beschrijving van #5.8 in menu 5. Trip reset mogelijk <39 C., Handleiding versie 4 Pagina 9 van 98

192 Trip Nr. Beschrijving Bijzonderheden OHt Power 22 Gemeten overtemperatuur van de vermogenscomponenten of het koellichaam. OI ac 3 Overstroom aan de motorzijde. -Sub-trip = Powermodule -Sub-trip 2 = Powermodule 2, etc. OI Brake 4 Overstroom in de rem IGBT -Sub-trip = Powermodule -Sub-trip 2 = Powermodule 2, etc. OI dc 9 Kortsluitdetectie aan de uitgang van de drive -Sub-trip = Powermodule -Sub-trip 2 = Powermodule 2, etc. OI Snubber 92 Overstroom in het snubbercircuit van de DC bus gelijkrichter Option Disable 25 Geen bevestiging van een optiemodule tijdens overschakeling tussen Open Loop en RFC-A. Out Phase 98 Onderbroken motorfase Loss -Sub-trip = Fase U onderbroken bij start. -Sub-trip 2 = Fase V onderbroken bij start. -Sub-trip 3 = Fase W onderbroken bij start. -Sub-trip 4 = Fase onderbroken tijdens bedrijf. Over Speed 7 Overspeed,uitgangsfrequentie heeft de overspeeddrempel overschreden. Over Volts 2 Overspanning in de DC tussenkring -Sub-trip = Trip level overschreden. -Sub-trip 2 = Pre-level overschreden voor 5 sec. Phase Loss 32 Uitval of onbelans van de voedende fasen L-L2-L3 -Sub-trip = Uitval aan de hand van DC busrimpel. -Sub-trip xx-yy-: xx = powermodule nummer yy = gelijkrichter nummer Power 9 Geen communicatie tussen de control module en het Comms power board. Temperatuur in #7.4 of #7.5 heeft de volgende triptemperatuur bereikt. 25 C - reset <2 C - Contoleer de koeling van drive en paneel. - Controleer of de schakelfrequentie niet te hoog is. De motorstroom heeft de #.6 waarde overschreden. - Mogelijke winding of aardsluiting in de motor. - Capacitieve overstroom door te lange motorkabel. - Excessieve stootbelasting mogelijk door extreem korte acceleratie of deceleratie tijd. Neem de motoraansluiting los en probeer opnieuw. Weerstandwaarde van de remweerstand is te laag. Controleer de minimaal toelaatbare weerstand in de bouwgrootte specifieke tabellen voorin deze handleiding. Controleer de motor plus kabel op kortsluiting Te veel EMC stroom vloeit vanuit het net via de gelijkrichter naar de DC tussenkring. - Stel zeker dat het interne EMC filter is geactiveerd - Controleer of de motorkabel niet te lang is. - Controleer op onbalans in de netspanning. - Controleer het net op spikes en commutatie-inbreuken. - Plaats zonodig een uitgangs -smoorspoel of -filter Reset de trip en vervang zonodig de optiemodule. Zie ook: #6.59, Vrijgave motorfase bewaking. #6.58, Tijdvertraging onderbroken fase tijdens bedrijf #3.8= overspeeddrempel is #.6 2%. #3.8> overspeeddrempel is #3.8. Open Loop: Motor mogelijk aangedreven door werktuig. RFC-A: Mogelijk instelling speedloop #3. - #3.2. Te veel regeneratieve energie. Geen remweerstand aangesloten of een remweerstand met een te hoge waarde. Voltage 2ac 4ac 575ac 69ac Trip level 45dc 83dc 99dc 9dc Pre-level 4dc 85dc 97dc 75dc Detectie aan de hand van rimpel in de DC bus, treed daardoor op boven de ca. 5% belasting. Voor de trip decelereert de motor eerst naar stilstand. Zie ook #6.47. Hardwarefout, neem contact op met uw leverancier. Power Data 22 Incorrect gelezen data vanaf het power board. Hardwarefout, neem contact op met uw leverancier. Power Down Save 37 Power down save bij het uitschakelen van de voeding is niet correct verlopen. Programmeer #xx. met het getal rode toets. Schakel ter controle de voeding uit en weer in. PSU 5 Uitval of overlast van een interne voedingsspanning -Sub-trip = Fout in de controle module -Sub-trip xy = x = module nr, y = gelijkrichter nr. Probeer fout te lokaliseren door verwijderen optiemodule (indien aanwezig). Hardwarefout, neem contact op met uw leverancier. PSU 24V 9 24V van de drive is overbelast - Sluit een externe 24V back-up aan op klem 2 Rating Mismatch 223 Type mismatch bij meerdere powermodules parallel. Binnen de geplaatste modules is een verschil in nominale voedingsspanning en/of nominaalstroom. Rectifier 94 Controleaansluitingen niet correct bij een multy Controleer de controleaansluitingen van de gelijkrichters Set-up rectifier systeem. Reserved, 95, 2, 4 t/m 8, 6 t/m 68, 7 t/m 73, 222, 228 t/m 246. Gereserveerde tripnummers, deze nummers niet gebruiken binnen een applicatieprogramma. Resistance 33 Fout bij statorweerstandmeting tijdens een autotune. -Sub-trip = Statorweerstandmeting mislukt of weerstand te hoog. (#5.7) -Sub-trip 2 = Dode tijd compensatie meting tijdens autotune niet volbracht. -Sub-trip 3 = Statorweerstand te hoog bij motormap 2 Slot App Menu Slot x Different 26 Meerdere optietiemodules nemen toegang tot menu Sub-trip x = Optiemodule die wel toegang heeft Optiemodule is gewijzigd. -Sub-trip = Voorheen geen module aanwezig. -Sub-trip 2 = Gelijk type module maar gewijzigd set up menu, nu fabrieksprogr. geladen. -Sub-trip 3 = Gelijk type module maar gewijzigd applicatiemenu, nu fabrieksprogr. geladen. -Sub-trip 4 = Gelijk type module maar gewijzigd set up en applicatie menu, nu fabrieksprogr. -Sub-trip >99 = Type module voorheen geplaatst. - Controleer of de motor tijdens de autotune is verbonden met U-V-W van de drive. - Controleer en vergelijk de weerstand van de drie motorfasen inclusief de motorkabel. - Schakel over naar Fixed Boost (#5.4) en observeer de motorspanning en motorstroom met een osciloscoop. Stel zeker dat slechts één module toegang heeft tot menu Schakel de voeding uit en stel zeker dat de juiste modules correct zijn geplaatst in het juiste slot. - Schakel de voeding in en stel zeker dat de modules correct zijn geprogrammeerd. - Geef een Save Parameters instructie, Handleiding versie 4 Pagina 92 van 98

193 Trip Nr. Beschrijving Bijzonderheden Slot x Error Slot x HF Slot x Not Fitted Slot x Watchdog Fout in optiemodule in slot Fout in optiemodule in slot 2 Fout in optiemodule in slot 3 Hardware fout in de optiemodule -Sub-trip = Module wordt niet door de drive herkend -Sub-trip 2 = N.v.t. bij F3 -Sub-trip 3 = Onvoldoende geheugen beschikbaar om de comms buffers te bedienen. -Sub-trip 4 = Bij inschakelen van de voeding v.d. drive komt de module niet in bedrijf. -Sub-trip 5 = Module is tijdens bedrijf verwijderd of werkt niet meer. -Sub-trip 6 = Module blijft parameters benaderen tijdens Open-Loop/RFC-A omschakeling. -Sub-trip 7 = Module negeert een reset van de drive processor. -Sub-trip 8 = De drive heeft module parameters niet correct gelezen bij voeding inschakeling. -Sub-trip 9 = De drive kon de module parameters niet lezen binnen 5 sec. -Sub-trip =Communicatiefout tussen drive en optiemodule Optiemodule is niet geplaatst bij inschakeling voeding. -Sub-trip = Moduulcode van de ontbrekende module. Watchdog van de optiemodule spreekt aan. Text string wordt in display weergegeven. Raadpleeg pagina 78 t/m 84 voor de sub-trip beschrijving van de betreffende optiemodule. Kijk of de optiemodule correct is geplaatst. Indien optiemodule niet meer nodig is geef een Save Parameters instructie. Vervang de optiemodule. Soft Start 226 Soft start relais schakelt niet na inschakeling voeding. Hardwarefout, neem contact op met uw leverancier. Stored HF 22 Drive had een hardware trip bij uitschakeling van de voeding. Zodra een hardware trip getracht word te resetten door de voedingsspanning uit te schakelen zal bij herinschakeling deze trip optreden. Reset deze trip door het getal 299 rode toets in te geven in #xx.. Hierbij is niet gegarandeerd dat de HF trip zich ook laat resetten. Sub-array RAM 227 Een optiemodule of applicatieprogramma verlangt meer parameter RAM geheugen dan is toegestaan. Temp Feedback Th Brake Res Th Short Circuit 28 Een interne temperatuurmeting is defect. -Sub-trip = Controlebord thermistor locatie -Sub-trip 2 = Controlebord thermistor locatie 2 -Sub-trip 3 = I/O bord thermistor -Sub-trip x..2 = Frame 7: Gelijkrichter Frame 8: Vermogensprint Frame 9-: SMPS -Sub-trip x..22 = Frame 7: Gelijkrichter Frame 8: Vermogensprint Frame 9-: SMPS -Sub-trip x..23 = Frame 7: Gelijkrichter Frame 8: Vermogensprint Frame 9-: SMPS x = powermodule nummer -Sub-trip.y. = y is gelijkrichter nr. Hardwarefout, neem contact op met uw leverancier. Deze trip is bij F3 niet van toepassing Stel zeker dat #.37 bit 3 = 25 Temperatuur sensor is < 5Ω. -Sub-trip = Analoge ingang, klem 5. -Sub-trip 2 = Analoge ingang 2, klem 6. Thermistor 24 Overtemperatuur van de motor. -Sub-trip = Analoge ingang, klem 5. -Sub-trip 2 = Analoge ingang 2, klem 6. Klem 5 of 6 is geconfigureerd als temp. meetingang door #7.7 of #7. op <Therm Short Cct> te programmeren Zie de beschrijving van de analoge ingangen in menu 7. Zie de beschrijving van de thermistoringang in menu 7. Undifined Ongedefinieerde trip in het vermogensdeel Hardwarefout, neem contact op met uw leverancier. User 24V 9 Geen 24V back-up op klem -2 aanwezig - Of back-up bewaking is geactiveerd d.m.v. #6.72 en geen 24V back-up aanwezig. - Of Low Undervolts geselecteerd d.m.v. #6.67 en geen 24V back-up aanwezig. User 249 Een fout in het on board applicatieprogramma Raadpleeg de Parameter Reference Guide Program User Prog Trip 96 Een trip gegenereerd vanuit een applicatieprogramma -Sub-trip = vastgelegd in het applicatieprogramma User Save 36 Fout tijdens het opslaan van parameters. Waarschijnlijk de voedingsspanning te snel uitgeschakeld terwijl het opslaan van parameters nog niet voltooid was. User Trip.. Trip vanuit een applicatieprogramma. -Sub-trip = 4 t/m 89 of 2 t/m 59 Vanuit het applicatieprogramma kan een trip worden gegenereeerd via #.38, door in deze parameter een getal te schrijven uit het gebied 4 t/m 89 of 2 t/m 59 User Trip 4 4 Motorstroom #5.7 of toerental #5.8 niet herkent als toegestaan voor Dyneo LSRPM motoren. Watchdog 3 Control Word watchdog Vrijgave via bit 4 van het controlewoord #6.42. Bit 4 moet minimaal een keer per sec. wisselen tussen en. Na een reset moet bit 4 weer op gezet worden., Handleiding versie 4 Pagina 93 van 98

194 , Handleiding versie 4 Pagina 94 van 98

195 Service en ondersteuning Binnenland In geval technische vragen of het verzoek voor ondersteuning van één van onze servicetechnici kunt u contact opnemen met Control Techniques te Sliedrecht, telefoonnummer: Buiten werktijd kunt u in dringende gevallen een beroep op ons doen door het bovenstaande telefoonnummer te bellen. Na ongeveer 5 maal de kiestoon zal het antwoordapparaat gestart worden en kunt u uw naam en telefoonnummer, waarop u bereikbaar bent inspreken. Wij bellen u uiterlijk binnen 3 minuten terug. Buitenland Voor apparatuur door Control Techniques Nederland geleverd en in het buitenland gestationeerd, kunt u altijd direct contact met ons opnemen op de manier zoals hierboven is beschreven. Training Control Techniques verzorgt regelmatig Powerdrive-F3 trainingen. Met behulp van realistische trainingsmodellen, zoals hieronder weergegeven, wordt er in ons pand in Sliedrecht onderricht gegeven met betrekking tot engineering, inregeling en service van de Powerdrive-F3. Voor deelname aan een training kunt u contact opnemen met Saskia of Yvette van onze afdeling Sales Support, telefoonnummer: , Handleiding versie 4 Pagina 95 van 98

196 Mechanisch robuust Het ontwerp is gesimuleerd en getest Lagerschilden van gietijzer (ook bij aluminium motoren) Machinale bewerking van de complete stator zorgt voor perfecte centrering van de rotor Perfecte balansering zorgt voor een laag trillingsniveau Elektrische veiligheid Gecertificeerde asafdichting Grote aansluitkast voor gemakkelijke en veilige toegang tot de aansluitingen IP55 afdichting goedgekeurd door een onafhankelijke keuringsinstantie Lage energieverliezen van de asafdichting Leroy-Somer programma Elektromotoren Geoptimaliseerde karakteristieken Magnetisch circuit geoptimaliseerd om aan IE2, IE3, IE4 en niet IE classes te voldoen Gereduceerde aanloopstroom bij netbedrijf Ontworpen voor netbedrijf en frequentieregelaar aansturing Thermische bescherming Inclusief PTC sensoren voor frames 6 Optionele types met korte levertijd beschikbaar Elektrische robuustheid Opties bij gebruik op een frequentieregeling - versterkte wikkeling - geïsoleerde lagers Impregneerlak zonder oplosmiddel Ontworpen met 25 K thermische reserve Verlengde levensduur van de lagers Ruim gedimensioneerde lagers om een hoge asbelasting te weerstaan Hoogwaardige smering voor een lange levensduur en lange smeerinterval Verbeterde koeling Volledige optimalisatie van de motorkoeling Lage verliezen Laag geluidsniveau Om hotspots in lagers en wikkelingen te voorkomen IMfinity Platform LS Non IE Aluminium IP55 Bouwgrootte 56 tot 225 2,4 & 6 polen,9 tot 45 kw LSES IE2 IE3 Aluminium IP55 Bouwgrootte 8 tot 35 2,4 & 6 polen,75 tot 2 kw FLSES IE2 IE3 IE4 Gietijzer IP55 Bouwgrootte 8 tot 45 2,4 & 6 polen,75 tot 9 kw PLSES IE2 IE3 ODP / IP23 Bouwgrootte 225 tot 45 2 & 4 polen (6p v.a. frame 355) 55 tot 9 kw LC IE3 Vloeibaar gekoeld / IP55 Bouwgrootte 35 tot 5 2,4 & 6 polen 55 tot 2 kw Motorreductoren Remmotoren Orthobloc tot 23, Nm Compabloc tot 4,5 Nm Manubloc tot 4,5 Nm FFB van,2 tot 22 kw FCPL van 37 tot 4 kw Motor met opgebouwde frequentieregelaar Motor op basis van IMfinity serie Regelaar op basis van Unidrive-M technologie Permanent magneet motoren LSRPM 3 tot 35 kw IP55 IEC,5 tot 5,5 rpm LSES motor IE2 of IE3,25 tot 7,5 kw FFB Rem motor NIE of IE3,25 tot 7,5 kw Motorreductor met of zonder rem NIE, of IE3,25 tot 7,5 kw HPM 3 tot 27 kw (4 tot 36 hp) Stator / rotor (inbouw) PLSRPM 35 tot 5 kw IP23,5 tot 3,6 rpm, Handleiding versie 4 Pagina 96 van 98

197 Leroy-Somer programma Aanvraag AC motoren Contactgegevens: Bedrijfsnaam: Contactpersoon: Telefoonnummer: Projectnaam: Motor: Aantal Toerental (rpm) Motorfrequentie (Hz) Bouwvorm Ashoogte (mm) Vermogen (kw) Motorspanning (V) Beschermingsgraad (IP.) Rendementsklasse (IE.) Flensdiameter (mm) Bedrijfsaard (S..) Inschakelduur (%) Mechanische rem (optie) PTC-thermistor (optie) PTO-clixon (optie) PT (optie) Wijze van inschakelen: Regelgebied (indien frequentiegeregeld): 23V verwarming (optie) Geïsoleerd lager (optie) Isolatieklasse Encoder-type (optie) Afwijkende kleur (optie) (Standaard: groen RAL 6) RPM (minimaal) RPM (maximaal) Toepassing / omgeving Land van bestemming: Vervanging van een bestaande Leroy-Somer motor? (Zo ja, verzoeken we u om een foto van de typeplaat mee te sturen) Opmerkingen / aanvullende informatie:, Handleiding versie 4 Pagina 97 van 98

198 Control Techniques B.V. Leroy-Somer B.V. Kubus 55, 3364 DG Sliedrecht Postbus 3, 336 AH Sliedrecht Tel Handleiding versie 4 Pagina 98 van 98

Unidrive M700 Unidrive M701 The Universal Automation Drive

Unidrive M700 Unidrive M701 The Universal Automation Drive Handleiding Open Loop Unidrive M700 Unidrive M701 The Universal Automation Drive Universele AC regelaar voor alle type motoren Control Techniques B.V. Leroy-Somer B.V. Kubus 155, 3364 DG Sliedrecht Postbus

Nadere informatie

Powerdrive F300 The Flow Drive

Powerdrive F300 The Flow Drive Handleiding Powerdrive F3 The Flow Drive Frequentieregelaar voor de proces industrie met geïntegreerde PLC en veiligheidsfuncties. Control Techniques B.V. Leroy-Somer B.V. Kubus 55, 3364 DG Sliedrecht

Nadere informatie

Powerdrive F300 The Flow Drive

Powerdrive F300 The Flow Drive Handleiding Powerdrive F300 The Flow Drive Frequentieregelaar voor de proces industrie met geïntegreerde PLC en veiligheidsfuncties. Control Techniques B.V. Kubus 155, 3364 DG Sliedrecht Postbus 300, 3360

Nadere informatie

Handleiding. Unidrive M200 Unidrive M201 The Basic Drive. Frequentieregelaar voor industriële automatisering met geïntegreerde PLC

Handleiding. Unidrive M200 Unidrive M201 The Basic Drive. Frequentieregelaar voor industriële automatisering met geïntegreerde PLC Handleiding Unidrive M2 Unidrive M2 The Basic Drive Frequentieregelaar voor industriële automatisering met geïntegreerde PLC Versie 5.3, Februari 28 Firmware versie vanaf V.5. M2 Handleiding versie 5.3

Nadere informatie

Handleiding Open Loop configuratie

Handleiding Open Loop configuratie Handleiding Open Loop configuratie Aandrijven en Besturen Versie 9, Februari 23 SP Handleiding, versie 9 Pagina 2 van 24 Control Techniques B.V. Control Techniques B.V., onderdeel van Emerson Industrial

Nadere informatie

Handleiding Closed Loop configuratie

Handleiding Closed Loop configuratie Handleiding Closed Loop configuratie Aandrijven en Besturen Versie 2, Februari 23 SP Closed Loop, versie 2 Pagina 2 van 28 Control Techniques B.V. Control Techniques B.V., onderdeel van Emerson Industrial

Nadere informatie

Unidrive M200 The Basic Drive

Unidrive M200 The Basic Drive Handleiding Unidrive M2 The Basic Drive Frequentieregelaar voor industriële automatisering Control Techniques B.V. Kubus 55, 3364 DG Sliedrecht Postbus 3, 336 AH Sliedrecht Tel. 84-42555 Fax. 84-4272 info.nl@emersonindustrial.com

Nadere informatie

Handleiding Open Loop. Unidrive SP The Universal Automation Drive. Universele AC regelaar voor alle type motoren

Handleiding Open Loop. Unidrive SP The Universal Automation Drive. Universele AC regelaar voor alle type motoren Handleiding Open Loop Unidrive SP The Universal Automation Drive Universele AC regelaar voor alle type motoren Versie 9.2, Februari 28 SP Handleiding Open Loop, versie 9.2 Pagina 2 van 24 Nidec Industrial

Nadere informatie

Unidrive M400 The Inteligent Drive

Unidrive M400 The Inteligent Drive Opstartinstructie en Parameterbeschrijving Unidrive M4 The Inteligent Drive Frequentieregelaar voor industriële automatisering met geïntegreerde PLC en veiligheidsfuncties. Emerson Industrial Automation

Nadere informatie

Handleiding Closed Loop. Unidrive SP The Universal Automation Drive. Universele AC regelaar voor alle type motoren

Handleiding Closed Loop. Unidrive SP The Universal Automation Drive. Universele AC regelaar voor alle type motoren Handleiding Closed Loop Unidrive SP The Universal Automation Drive Universele AC regelaar voor alle type motoren Versie 2.2 Februari 28 SP Closed Loop Handleiding, versie 2.2 Pagina 2 van 28 Nidec Industrial

Nadere informatie

Handleiding. Unidrive M100 Unidrive M101 The Value Drive. Frequentieregelaar voor industriële automatisering

Handleiding. Unidrive M100 Unidrive M101 The Value Drive. Frequentieregelaar voor industriële automatisering Handleiding Unidrive M00 Unidrive M0 The Value Drive Frequentieregelaar voor industriële automatisering Versie 5., Februari 208 Firmware versie vanaf V0.05.00 M00 Handleiding versie 5. Pagina 2 van 6 Nidec

Nadere informatie

Opstarthandleiding. Unidrive M400. Hydrofoor regeling. Geïntegreerde drukregeling met sleep/wake functie

Opstarthandleiding. Unidrive M400. Hydrofoor regeling. Geïntegreerde drukregeling met sleep/wake functie Opstarthandleiding Unidrive M400 Hydrofoor regeling Geïntegreerde drukregeling met sleep/wake functie Versie 02.007, December 2018 Unidrive M400 Hydrofoor regeling V02.007 2 Nidec Industrial Automation

Nadere informatie

Warmte- en koudeopslag

Warmte- en koudeopslag Warmte- en koudeopslag Frequentieregelaars en sinusfilters Selectie en advies Iss. 3.2 Warmte- en koudeopslag (WKO) Energiebeheersing Een typisch Nederlandse toepassing is een onderwaterpomp die wordt

Nadere informatie

Commander SK Open loop regelaar

Commander SK Open loop regelaar Handleiding Commander SK Open loop regelaar Frequentieregelaar voor industriële automatisering Versie.2, Januari 28 SK Handleiding, versie.2 Pagina 2 van 84 Nidec Industrial Automation - Sliedrecht Control

Nadere informatie

Affinity HVAC(R) Drive

Affinity HVAC(R) Drive Handleiding Affinity HVAC(R) Drive Frequentieregelaar voor gebouwautomatisering en koeling Affinity Laws Volume Flow is proportional to fan speed Pressure proportional to the speed squared Power used proportional

Nadere informatie

Commander SK. Handleiding. Aandrijven en Besturen

Commander SK. Handleiding. Aandrijven en Besturen Commander SK Handleiding Aandrijven en Besturen Versie, Oktober 22 SK Handleiding, versie Pagina 2 van 66 Control Techniques B.V. Control Techniques B.V., onderdeel van Emerson Industrial Automation, is

Nadere informatie

Commander SK. Handleiding. Aandrijven en Besturen

Commander SK. Handleiding. Aandrijven en Besturen Commander SK Handleiding Aandrijven en Besturen Versie 7, Februari 28 SK handleiding, versie 7 pagina 2 van 54 Control Techniques B.V. Control Techniques B.V. is een dochteronderneming van Control Techniques

Nadere informatie

Commander SK. Handboek. Aandrijven en Besturen

Commander SK. Handboek. Aandrijven en Besturen Commander SK Handboek Aandrijven en Besturen Versie 7, Februari 2008 SK handboek, versie 7 pagina 2 van 66 Control Techniques B.V. Control Techniques B.V. is een dochteronderneming van Control Techniques

Nadere informatie

AFFINITY. Handleiding

AFFINITY. Handleiding AFFINITY Handleiding Affinity Laws Volume Flow is proportional to fan speed Pressure proportional to the speed squared Power used proportional to the speed cubed Audible noise proportional to speed to

Nadere informatie

Geoptimaliseerd voor lage vermogens

Geoptimaliseerd voor lage vermogens Geoptimaliseerd voor lage vermogens Nieuw! Emotron VS10 / VS30 In omvang en prijs geoptimaliseerd voor lage vermogens De nieuwe Emotron-frequentieregelaars VS10 en VS30 zijn klein van formaat, maar voorzien

Nadere informatie

Nominale bedrijfsstroom bij een schakelfrequentie van 5 khz en een omgevingstemperatuur van +40 C

Nominale bedrijfsstroom bij een schakelfrequentie van 5 khz en een omgevingstemperatuur van +40 C Type: DF6 340 30K Bestelnummer: 231388 Verkoopstekst Frequenzumrichter DF6 (30 kw; 400 V) Bestelinformatie nom. spanning U e V 3 AC 342 528 V ± 0 % max. nominale bedrijfsstroom I e A 57 nominaal motor

Nadere informatie

Unidrive M300 The Safety Drive

Unidrive M300 The Safety Drive Opstartinstructie en Parameterbeschrijving Unidrive M3 The Safety Drive Frequentieregelaar voor industriële automatisering met geïntegreerde veiligheidsfuncties Versie 2, November 24 Emerson Industrial

Nadere informatie

Handleiding. Commander ID300/ID302. IMfinity en Unidrive-M = 3

Handleiding. Commander ID300/ID302. IMfinity en Unidrive-M = 3 Handleiding Commander ID3/ID32 IMfinity en Unidrive-M = 3 Versie 2 December 28 Firmware versie vanaf V3...8 ID3 Handleiding versie 2 Pagina 2 van 46 Nidec Netherlands B.V. Control Techniques en Leroy-Somer

Nadere informatie

Unidrive M100 The Value Drive

Unidrive M100 The Value Drive Opstartinstructie en Parameterbeschrijving Unidrive M The Value Drive Frequentieregelaar voor industriële automatisering Versie, Maart 24 Emerson Industrial Automation B.V. Kubus 55, 3364 DG Sliedrecht

Nadere informatie

Frequentieregelaar 400V 15kW Vector Control - fluxcon 100 serie

Frequentieregelaar 400V 15kW Vector Control - fluxcon 100 serie Frequentieregelaar 400V 15kW Vector Control - fluxcon 100 serie Prijs: 762,00 SKU: FLXCNA 015G3 Productcategorie: Geavanceerde Frequentieregelaar Product pagina: https://www.fluxcon.nl/product/frequentieregelaar-400v-15vector-control-fluxcon-10

Nadere informatie

Emotron VSA/VSC Frequentieregelaar

Emotron VSA/VSC Frequentieregelaar Emotron VSA/VSC Frequentieregelaar Data sheet Nederlands Emotron VSA en VSC Tabel 1 Specificaties per model Model Netspanning Vermogen [kw/hp] Nominale stroom [A] EMC filter 1ste omgeving Beschermingsgraad

Nadere informatie

Communicatiekabel naar pc. US B KopiërenUn it CO M ERR. Kopiëren. RJ-45/USB Adapter C. Controleren. Lezen VERGRENDELEN Y ASKA WA JVOP-181

Communicatiekabel naar pc. US B KopiërenUn it CO M ERR. Kopiëren. RJ-45/USB Adapter C. Controleren. Lezen VERGRENDELEN Y ASKA WA JVOP-181 Lezen Y ASKA WA A1000 Hoogwaardige vectorregeling estelgegevens Voeding e A1000 biedt grote voordelen dankzij uitstekende motorprestaties, milieuvoordelen en energiebesparing, evenals een breed aanbod

Nadere informatie

Kiezen voor kwaliteit belonen wij graag!

Kiezen voor kwaliteit belonen wij graag! Actie PowerXL Kiezen voor kwaliteit belonen wij graag! Gratis ipad Air of Sonos set bij aankoop van 12.500 aan Eaton PowerXL frequentieregelaars Let quality be your drive! Aantrekkelijke actieproducten

Nadere informatie

Handleiding. Digistart D2. Compacte 2 fase softstarter

Handleiding. Digistart D2. Compacte 2 fase softstarter Handleiding Digistart D2 Compacte 2 fase softstarter Versie 1, Januari 2018 Digistart D2 Handleiding versie 1 Pagina 2 van 24 Nidec Industrial Automation - Sliedrecht Control Techniques en Leroy-Somer

Nadere informatie

OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE

OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE De veilige & compacte oplossing! OPSTEEK AANDRIJVINGEN SIK-SERIE Voor het aansturen van roldeuren en rolhekken welke tegen een valbeweging beveiligd moeten zijn en waar een beperkte montageruimte aanwezig

Nadere informatie

S2U standaard regelaar

S2U standaard regelaar De ideale frequentieregelaar voor standaard applicaties Het gebruik van de compacte frequentieregelaars uit de serie is intuitief en simpel. Deze krachtige en effectieve regelaar bestuurt het motorkoppel

Nadere informatie

Handleiding Softstarter

Handleiding Softstarter Handleiding Softstarter AUCOM CSX en CSXi Aucom CSX(i) v 1.3 juli-2004 PS.doc Electro Drive B.V. Wijzigingen voorbehouden Inhoudsopgave 1. Aandachtspunten... 3 2. Algemene beschrijving... 4 3. De eigenschappen

Nadere informatie

Correcties. MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B. Uitgave 09/2005 FA / NL

Correcties. MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B. Uitgave 09/2005 FA / NL Motorreductoren \ Industrial Gears \ Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Service MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B FA361510 Uitgave 09/2005 11456671 / NL Correcties SEW-EURODRIVE

Nadere informatie

PWM50/3. Dubbele motor sturing. DIGITAAL HANDLEIDING. Motion Control Systems

PWM50/3. Dubbele motor sturing. DIGITAAL HANDLEIDING. Motion Control Systems PWM50/3 Dubbele motor sturing. DIGITAAL HANDLEIDING Touwslagerij 19 4762AT Zevenbergen Nederland www.motion.nl info@motion.nl tel: 00 31 168 325077 fax: 00 31 168 328134 Inhoudsopgave: INHOUDSOPGAVE:...1

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE HANDLEIDING VAN DE FREQUENTIEREGELAAR ECO VOOR TOEPASSINGEN MET VARIABEL KOPPEL

SAMENVATTING VAN DE HANDLEIDING VAN DE FREQUENTIEREGELAAR ECO VOOR TOEPASSINGEN MET VARIABEL KOPPEL SAMENVATTING VAN DE HANDLEIDING VAN DE FREQUENTIEREGELAAR ECO VOOR TOEPASSINGEN MET VARIABEL KOPPEL 19/ECO/sep05 Start/stop via de stuurstroomklemmen (1 draairichting), snelheid veranderen met een externe

Nadere informatie

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen binnen ons leveringspakket en meld u aan voor onze inmotion email nieuwsbrief op www.vltnewsletter.

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen binnen ons leveringspakket en meld u aan voor onze inmotion email nieuwsbrief op www.vltnewsletter. Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen binnen ons leveringspakket en meld u aan voor onze inmotion email nieuwsbrief op www.vltnewsletter.com Houd u er rekening mee dat de prijzen zoals vermeld in deze

Nadere informatie

Handleiding HCS VB5248

Handleiding HCS VB5248 Handleiding HCS VB5248 Analoge Uitgangsmodule met 8 uitgangen HCS Building Automation Kompasstraat 7a, 2901AM Capelle a/d IJssel Postbus 182, 2900AD Capelle a/d IJssel Tel. +31(0)10 458 00 00 Fax +31(0)10

Nadere informatie

Uitgave. MOVIDRIVE compact 04/2002. Systeemhandboek / NL

Uitgave. MOVIDRIVE compact 04/2002. Systeemhandboek / NL MOVIDRIVE compact Uitgave 04/2002 Systeemhandboek 1053 3877 / NL SEW-EURODRIVE 1 Belangrijke aanwijzingen... 6 1 2 Systeembeschrijving... 8 2 kva f i n P Hz P6.. P60. P600 3 Technische gegevens en afmetingen...

Nadere informatie

Handleiding HCS VB5224

Handleiding HCS VB5224 Handleiding HCS VB5224 Digitale Uitgangsmodule met 4 uitgangen HCS Building Automation Kompasstraat 7, 2901AM Capelle a/d IJssel Postbus 182, 2900AD Capelle a/d IJssel Tel. +31(0)10 458 00 00 Fax +31(0)10

Nadere informatie

MONTAGE & INSTALL ATIE. MultifunctioneleBUVA. Ergo-Motion MFB. besturingsmodule

MONTAGE & INSTALL ATIE. MultifunctioneleBUVA. Ergo-Motion MFB. besturingsmodule MultifunctioneleBUVA Ergo-Motion MFB besturingsmodule MONTAGE & INSTALL ATIE BUVA Montage & Installatie Ergo-Motion MFB 2 Inhoud 1 Beschrijving 4 1.1 Algemeen 4 1.2 Ingangen 4 1.3 Uitgangen 5 1.4 Instelling

Nadere informatie

Galaxy voor kritische toepassingen. V1.0

Galaxy voor kritische toepassingen. V1.0 Galaxy 3500 Krachtige stroombeveiliging voor kritische toepassingen. V1.0 Galaxy 3500 UPS Systeem De Galaxy 3500 biedt een centrale driefasige voeding met hoge efficiëntie en geoptimaliseerde afmetingen

Nadere informatie

ELEKTRONISCHE KWH-TELLERS MET MID IJKING ENERGIE INDUSTRIE GEBOUWEN INSTALLATIE KABEL DATA VERLICHTING

ELEKTRONISCHE KWH-TELLERS MET MID IJKING ENERGIE INDUSTRIE GEBOUWEN INSTALLATIE KABEL DATA VERLICHTING MET MID IJKING ENERGIE INDUSTRIE GEBOUWEN INSTALLATIE KABEL DATA VERLICHTING 2 Elektriciteitstellers - algemene informatie INFO SCHRACK De Europese MID (Measuring Instruments Directive) Meetinstrumenten

Nadere informatie

SPECIFICATIES Parameter Nominale ingangsspanning Ingangsstroom Bij 230 VAC ingangsspanning Uitgangsspanning, VDC Absorptie / Boost, uo" Druppelspanning/ Onderhoud, "U"* Maximale bulklaadstroom, 1 Normale

Nadere informatie

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V12 ZigBee interface met LCD display

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V12 ZigBee interface met LCD display Spanningdriver LEDVD5CH20A-V12 ZigBee interface met LCD display Spanningdriver met user interface print met ZigBee met LCD display De Spanningdriver kan draadloos aangestuurd worden voor als deze in een

Nadere informatie

SI-Profinet. Unidrive M700 en Siemens S7-300 PLC (Step 7)

SI-Profinet. Unidrive M700 en Siemens S7-300 PLC (Step 7) Omschrijving: In dit document wordt stap voor stap uitgelegd hoe met Simatic Step 7 de communicatie opgezet kan worden tussen een Siemens S7-00 PLC en een Unidrive M700 met V2 module. Dit document behandelt

Nadere informatie

MOTEURS LEROY-SOMER ANGOULEME CEDEX-FRANCE E M1482

MOTEURS LEROY-SOMER ANGOULEME CEDEX-FRANCE E M1482 Frequentieregelaar IP 66 71nl - 06.2005/d De moderne industrie vraagt om decentrale plaatsing van regelaars, ongeacht de omgeving, zodat deze zich zo dicht mogelijk bij de motor bevinden. LEROY-SOMER heeft,

Nadere informatie

Elektrische servomotoren

Elektrische servomotoren 4 573 SQS35.53, SQS65.5 met nulspanningsterugloop, zonder handbediening SQS35.00, SQS65, SQS85.00 zonder nulspanningsterugloop, met handbediening Elektrische servomotoren voor afsluiters met 5,5 mm slag

Nadere informatie

DE SINAMICS G110 FREQUENTIE REGELAAR

DE SINAMICS G110 FREQUENTIE REGELAAR Inbedrijfname handleiding van de Sinamics G110 frequentie regelaar met de BOP. DE SINAMICS G110 FREQUENTIE REGELAAR De Sinamics G110 is te leveren in twee varianten, analoog en met USS protocol. In deze

Nadere informatie

Het energie terugwin systeem

Het energie terugwin systeem Het energie terugwin systeem Energie benutten, in plaats van deze te verbranden is nu het motto! Waarom moet remenergie in warmte worden omgezet, als deze niet direct weer in de installatie teruggegeven

Nadere informatie

Emotron FDU en VFX 2.0

Emotron FDU en VFX 2.0 Emotron FDU en VFX 2.0 Frequentieregelaars met beschermingsklasse IP20 en IP21 7.5-132 kw Addendum voor Gebruiksaanwijzing Nederlands Software versie 4.3X Addendum geldig voor Frequentieregelaars Emotron

Nadere informatie

PAC-LBK-KIT. Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving

PAC-LBK-KIT. Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving PAC-LBK-KIT Installatie beschrijving Gebruikers beschrijving Technische beschrijving 1 Index 1- Veiligheid voorschriften 2-2.1 Specificaties 2.2 Afstandbediening 3-3.1 Aansluitingen klemmen strook 3.2

Nadere informatie

Spanningsdriver LEDVD5CH10A-V12 ZigBee interface met LCD display

Spanningsdriver LEDVD5CH10A-V12 ZigBee interface met LCD display Spanningsdriver LEDVD5CH10A-V12 ZigBee interface met LCD display Spanningsdriver met user interface print met ZigBee met LCD display De Spanningsdriver kan draadloos aangestuurd worden voor als deze in

Nadere informatie

* _0717* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties MOVITRAC B

* _0717* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties MOVITRAC B Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services *22869719_0717* Correcties MOVITRAC B Uitvoer 07/2017 22869719/NL SEW-EURODRIVE Driving the world Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

SYNTHESIS IP65 regelaar

SYNTHESIS IP65 regelaar Kenmerkend aan de Synthesis frequentieregelaars zijn het bedieningsgemak, geïntegreerde EMC filters, IP65 beschermingsgraad (optioneel) en compacte afmetingen. De combinatie van goede prestaties, degelijke

Nadere informatie

Installeren van de FOREST SHUTTLE AC

Installeren van de FOREST SHUTTLE AC 2 Installeren van de FOREST SHUTTLE AC Bepalen van de installatie mode van de FOREST SHUTTLE AC De Shuttle AC motor kan op twee manieren aangesloten worden: 1. Remote control mode. Beide draden bruin en

Nadere informatie

Handboek. MOVITRAC B Veilige uitschakeling applicaties. Uitgave 06/ / NL

Handboek. MOVITRAC B Veilige uitschakeling applicaties. Uitgave 06/ / NL Motorreductoren \ Industrial Gears \ Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Service Veilige uitschakeling applicaties Uitgave 06/007 68688 / NL Handboek SEW-EURODRIVE Driving the world Inhoudsopgave

Nadere informatie

PumpDrive. Zelfkoelende, motoronafhankelijke frequentieregelaar. Verkorte handleiding

PumpDrive. Zelfkoelende, motoronafhankelijke frequentieregelaar. Verkorte handleiding Verkorte handleiding PumpDrive 4070.801/2--51 Zelfkoelende, motoronafhankelijke frequentieregelaar Montagevarianten: Motormontage (MM) Wandmontage (WM) Schakeltkastmontage (CM) Verkorte handleiding 1 Over

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden.

INSTALLATIE INSTRUCTIES Alleen geschikt als permanente installatie, onderdelen genoemd in de handleiding kunnen niet buiten gemonteerd worden. NETVOEDINGEN AC-1200 1200.190813 1201EL, 1202EL, 1203EXL, 1205EXL ALGEMENE INFORMATIE Deze netvoedingen zijn alleen bedoeld voor installatie door gekwalificeerde installateurs. Er zijn geen door de gebruiker

Nadere informatie

Spanningsdriver 11 WiFi interface met LCD display

Spanningsdriver 11 WiFi interface met LCD display Spanningsdriver 11 WiFi interface met LCD display Spanningsdriver met WiFi en LCD display De Spanningsdriver kan draadloos aangestuurd worden voor als deze in een ruimte geplaatst is waarbij geen besturingsbekabeling

Nadere informatie

Emotron M20 Asbelastingsmonitor

Emotron M20 Asbelastingsmonitor Emotron M20 Asbelastingsmonitor Data sheet Nederlands Data sheet English De M20 is volledig flexibel wat het type beveiliging voor uw toepassing betreft. U kunt een beveiliging tegen over- en onderbelasting

Nadere informatie

VARIABEL VOLUMEREGELAARS

VARIABEL VOLUMEREGELAARS VARIABEL VOLUMEREGELAARS IVV ronde of rechthoekige VAV-regelaars Standaard voorzien van een Belimo MF 24 V servomotor Rond of rechthoekig Inwendige reinheid klasse 1 (volgens ISO 8502-3) Luchtappendages

Nadere informatie

Welkom! "Drive Based Safety" en de nieuwe machinerichtlijn. We presenteren u: Ede, 12 november 2009

Welkom! Drive Based Safety en de nieuwe machinerichtlijn. We presenteren u: Ede, 12 november 2009 Welkom! We presenteren u: "Drive Based Safety" en de nieuwe machinerichtlijn Ede, 12 november 2009 Text Doelstelling Aan de hand van een voorbeeldapplicatie verduidelijken van: De eisen van de nieuwe machinerichtlijn

Nadere informatie

Aanvulling op de technische handleiding MOVIFIT basic omkeerstarter MBS2RA

Aanvulling op de technische handleiding MOVIFIT basic omkeerstarter MBS2RA Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service Aanvulling op de technische handleiding MOVIFIT basic omkeerstarter MBS2RA Uitgave 11/2013 20187807 / NL SEW-EURODRIVE Driving

Nadere informatie

SI-Profinet. Unidrive M200-M400 en Siemens S PLC (TIA portal)

SI-Profinet. Unidrive M200-M400 en Siemens S PLC (TIA portal) Omschrijving: In dit document wordt stap voor stap uitgelegd hoe met TIA portal de communicatie opgezet kan worden tussen een Siemens S7-500 PLC en een Unidrive M400 met V2 module. Dit document behandelt

Nadere informatie

Technische handleiding. Ferrietkernen HD. Uitgave 03/2008 1664 5685 / NL. www.sew-eurodrive.com

Technische handleiding. Ferrietkernen HD. Uitgave 03/2008 1664 5685 / NL. www.sew-eurodrive.com Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG P.O. Box 3023 D-76642 Bruchsal / Germany Phone +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 sew@sew-eurodrive.com

Nadere informatie

Handleiding ALFANET 70-Clock

Handleiding ALFANET 70-Clock Handleiding ALFANET 70-Clock 1 Werking De ALFANET 70-Clock is een real-time weekklok met een relais uitgang en twee contact ingangen geschikt voor paneel inbouw. Er zijn 7 schakeltijden die via parameters

Nadere informatie

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V8 0-10V interface met display

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V8 0-10V interface met display Spanningdriver LEDVD5CH20A-V8 0-10V interface met display Spanningdriver met 0-10V / 1-10V interface met display Dit is een Spanningdriver met 5 ingangen voor 0-10V / 1-10V. Via het optionele display en

Nadere informatie

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V5 0-10V en DALI

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V5 0-10V en DALI Spanningdriver LEDVD5CH20A-V5 0-10V en DALI Spanningdriver met user interface print waarop de 0-10V en DALI interface is aangebracht (zonder display) Speciaal voor home automation kan aan de Spanningdriver

Nadere informatie

Optinet SX/MX. Installatiehandleiding. Opticom Engineering B.V.

Optinet SX/MX. Installatiehandleiding. Opticom Engineering B.V. Optinet SX/MX Installatiehandleiding Opticom Engineering B.V. INSTALLATIE - 2 - oktober 2010 TOEPASSING De Optinet is een complete communicatie interface voor het fabrikaat onafhankelijk beheren en bewaken

Nadere informatie

Optilog-V5 System-91-log-V5

Optilog-V5 System-91-log-V5 Optilog-V5 System-91-log-V5 Installatiehandleiding Opticom Engineering B.V. INSTALLATIE - 2 - juli 2011 TOEPASSING De Optilog-V5 is een industriële communicatie interface voor het fabrikaat onafhankelijk

Nadere informatie

Digistart D3. Elektronische softstarters Vermogen 23 tot 1600 A

Digistart D3. Elektronische softstarters Vermogen 23 tot 1600 A Digistart D3 Elektronische softstarters Vermogen 23 tot 1600 A DIGISTART D3 met hoog prestatievermogen! Range: 23-1600 A / 400 V of 690 V Onmiddellijk toegang tot de informatie Parameters, waarden & eenheden

Nadere informatie

E Geschakelde voeding 24 V DC

E Geschakelde voeding 24 V DC 1 Jumper single-/parallelbedrijf 2 potentiometer 24...28 V DC 3 LED DC-ok 4 LED Overload 5 aansluitklemmen DC-ok Uitgang 6 aansluitklemmen Shut-Down ingang Elektrische eigenschappen Frequentie AC [Hz]

Nadere informatie

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V4 Real Time Clock

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V4 Real Time Clock Spanningdriver LEDVD5CH20A-V4 Real Time Clock Spanningdriver waarbij de uitgangen door de Real Time Clock worden ingesteld (zonder user interface print) De gebruiker kan door middel van een pc/laptop met

Nadere informatie

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V7 Real Time Clock met LCD scherm

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V7 Real Time Clock met LCD scherm Spanningdriver LEDVD5CH20A-V7 Real Time Clock met LCD scherm Spanningdriver waarbij de uitgangen door de Real Time Clock worden ingesteld door middel van user interface print met LCD display De vijf kanalen

Nadere informatie

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V11 WiFi interface met LCD display

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V11 WiFi interface met LCD display Spanningdriver LEDVD5CH20A-V11 WiFi interface met LCD display Spanningdriver met WiFi en LCD display De Spanningdriver kan draadloos aangestuurd worden voor als deze in een ruimte geplaatst is waarbij

Nadere informatie

FLEXESS PEBBLE PASLEZER

FLEXESS PEBBLE PASLEZER MODELLEN KS300 SPECIFICATIES Voltage 12V - 24V DC Stroomafname 35mA Relais uitgang maximaal 1 Amp. schakelen Leesafstand max. 40 mm Frequentie lezer 13,56MhZ voor Mifare Ultralight, Mifare Classic 1K en

Nadere informatie

Uitvoeringen anders dan in deze documentatie vermeldt, kunnen in overleg worden geleverd.

Uitvoeringen anders dan in deze documentatie vermeldt, kunnen in overleg worden geleverd. Weeg systemen DOCUMENTATIE WEEG SYSTEMEN In deze documentatie vindt U een gedeelte uit ons standaard programma weeg systemen, geheel vervaardigd uit roestvrijstaal, speciaal voor gebruik in slachterijen

Nadere informatie

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit STAKA Handleiding elektrische bediening Algemeen Deze handleiding geeft u de juiste instructies voor een correcte aansluiting en een goede bediening van de elektrische bedieningsset van Staka. De installatie

Nadere informatie

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op   Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 GPRS-A Universele monitoringsmodule Quick start De volledige handleiding is verkrijgbaar op www.osec.nl Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND

Nadere informatie

Voedingen en breedbereik voedingen laag stand-by verbruik en hoog rendement

Voedingen en breedbereik voedingen laag stand-by verbruik en hoog rendement I Voedingen en breedbereik voedingen laag stand-by verbruik en hoog rendement I Voedingen en breedbereik voedingen Breedbereik voedingen WNT12 Voedingen SNT12 Voedingen SNT14 Voedingen SNT61 Technische

Nadere informatie

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...

Nadere informatie

BC 2.1& BC 3.1. esco drives & automation s.a. Dynamische remeenheid voor frekwentieregelaars RIVES UTOMATION. Montage en gebruiksaanwijzing. n.v.

BC 2.1& BC 3.1. esco drives & automation s.a. Dynamische remeenheid voor frekwentieregelaars RIVES UTOMATION. Montage en gebruiksaanwijzing. n.v. & RIVES UTOMATION n.v. esco drives & automation s.a. Kouterveld * Culliganlaan, 3 * B-1831 Diegem * Belgium Tel : +32 (0) 2 717 64 30 * Fax +32 (0) 2 717 64 31 E-mail : info@esco-da.be * Web site : www.esco-da.be

Nadere informatie

Correcties. Aandrijfsysteem voor decentrale installatie Veldbusinterfaces, veldverdelers * _0717*

Correcties. Aandrijfsysteem voor decentrale installatie Veldbusinterfaces, veldverdelers * _0717* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services *23558938_0717* Correcties Aandrijfsysteem voor decentrale installatie Veldbusinterfaces, veldverdelers Uitvoer 07/2017 23558938/NL

Nadere informatie

ABB i-bus KNX KNX-voeding met diagnosefunctie, 320 ma/640 ma, DIN-rail SV/S 30.320.2.1, 2CDG110145R0011, SV/S 30.640.5.

ABB i-bus KNX KNX-voeding met diagnosefunctie, 320 ma/640 ma, DIN-rail SV/S 30.320.2.1, 2CDG110145R0011, SV/S 30.640.5. Technische gegevens 2CDC501052D3101 ABB i-bus KNX Beschrijving De KNX-voedingen genereren en bewaken de KNX-systeemspanning (SELV). Met de geïntegreerde smoorspoel wordt de buslijn van de voeding losgekoppeld.

Nadere informatie

AANVULLEND INSTRUCTIEBOEKJE LUCHTVERWARMER. TYPE TR Duct. Kanaal uitvoering

AANVULLEND INSTRUCTIEBOEKJE LUCHTVERWARMER. TYPE TR Duct. Kanaal uitvoering AANVULLEND INSTRUCTIEBOEKJE NL137b LUCHTVERWARMER TYPE TR Duct Kanaal uitvoering DIT DOCUMENT ABSOLUUT DOORLEZEN ALVORENS MET DE INSTALLATIE TE BEGINNEN. NA INGEBRUIKNAME DE GEBRUIKER INSTRUEREN EN DIT

Nadere informatie

Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Ruimte MODBUS. Omschrijving

Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Ruimte MODBUS. Omschrijving Ruimtetemperatuur voelers MODBUS, SHT-A1-MB(-LCD) Meting van de ruimte T en relatieve vochtigheid (rh) Voedingsspanning : AC/DC 24 Volt Bus interface : MODBUS RTU (RS45) Uitgangssignaal T : proportioneel

Nadere informatie

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves KEYSTONE Inhoud 1 Optionele module 8: AS-Interface module 1 2 Installatie 1 3 Communicatiekenmerken 1 4 Beschrijving van de OM8 AS-Interface module 2 5 AS-Interface protocol 3 6 Communicatie-interface

Nadere informatie

Technische documentatie

Technische documentatie Technische documentatie bluesmart-lezer BS TE SR Voor contactloos uitlezen van bluesmart-sleutels, -kaarten en HSH-sleutels. De lezer beschikt over twee relaiscontacten in een externe stuurunit. Identmedia

Nadere informatie

AP21 SSI Display. Display voor positie en snelheid Nokkencontroller Signaalomvormer Display voor niet lineaire bewegingen. 96 mm

AP21 SSI Display. Display voor positie en snelheid Nokkencontroller Signaalomvormer Display voor niet lineaire bewegingen. 96 mm Datasheet AP21 AP21 SSI Display Toepasbaar als: Display voor positie en snelheid Nokkencontroller Signaalomvormer Display voor niet lineaire bewegingen 48 mm ca. 90 mm 96 mm Voor sensoren met Synchroon

Nadere informatie

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V9 DALI interface met LCD display

Spanningdriver LEDVD5CH20A-V9 DALI interface met LCD display Spanningdriver LEDVD5CH20A-V9 DALI interface met LCD display Spanningdriver met DALI interface en display Dit is een Spanningdriver met DALI interface voor home automation. Het bevat onder meer een LCD

Nadere informatie

Eenvoudige opzet met 1 mastermodule: (maximaal 128 actieve ingangen te verwerken)

Eenvoudige opzet met 1 mastermodule: (maximaal 128 actieve ingangen te verwerken) ARA Dupline Dupline is een remote I/O systeem. Het kan gecombineerd worden met het ARA-pro meldbanksysteem van Adesys. Middels Dupline worden alarmcontacten verbonden met de ARA-pro meldbank PC. Binnen

Nadere informatie

DATA SHEET C2-20. Besturing voor elektrische actuators. DATA SHEET C2-20 A&E Trading b.v. 1

DATA SHEET C2-20. Besturing voor elektrische actuators. DATA SHEET C2-20 A&E Trading b.v. 1 DATA SHEET C2-20 Besturing voor elektrische actuators DATA SHEET C2-20 A&E Trading b.v. 1 C2-20 De C2-20 biedt geavanceerde positionering en controle van actuators door middel van eenvoudige en flexibele

Nadere informatie

PERFORMO-A R/H. PERFORMO-A R/H (type ) Luchtgekoelde chillers Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling

PERFORMO-A R/H. PERFORMO-A R/H (type ) Luchtgekoelde chillers Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling PERFORMO-A R/H PERFORMO-A R/H (type 30-196) Luchtgekoelde chillers Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling De Aircool koudwateraggregaten onderscheiden zich door: Innovatief, dynamisch en marktgericht.

Nadere informatie

MultiPlus-II 48/3000/ V (voorheen MultiGrid-II)

MultiPlus-II 48/3000/ V (voorheen MultiGrid-II) 28-05-2018 MultiPlus-II 48/3000/35-32 230V (voorheen MultiGrid-II) Vergelijking met de MultiGrid 48/3000/35-50 230V en installatie suggesties 1. Specificaties MultiPlus-II 48/3000/35 230V MultiGrid 48/3000/35-50

Nadere informatie

* _0817* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties. Decentrale aandrijfsystemen MOVIMOT MM..

* _0817* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties. Decentrale aandrijfsystemen MOVIMOT MM.. Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services *23583320_0817* Correcties Decentrale aandrijfsystemen MOVIMOT MM..D Uitvoer 08/2017 23583320/NL SEW-EURODRIVE Driving the world

Nadere informatie

Serie 15 - Elektronische dimmer

Serie 15 - Elektronische dimmer Elektronische dimmer voor het regelen van lichtniveaus met geheugenfunctie Geschikt voor gloeilampen en halogeenverlichting met of zonder transformator of EVS (elektronisch voorschakelapparaat) Geschikt

Nadere informatie

Sinusfilters. Overzicht en technische data. Iss. 3.0

Sinusfilters. Overzicht en technische data. Iss. 3.0 Sinusfilters Overzicht en technische data Iss. 3.0 Sinusfilters Niet alle motoren, zoals condensorventilatoren en bronpompen, zijn standaard geschikt om met een frequentieregelaar aan te sturen. Hierdoor

Nadere informatie

OPTILOG-290. Opticom Engineering B.V.

OPTILOG-290. Opticom Engineering B.V. Opticom Engineering B.V. TOEPASSING De OPTILOG-290 is een complete "high performance" telecommunicatie interface voor het bewaken van technische installaties in combinatie met het Otc-programma. De OPTILOG-290

Nadere informatie