MARTIN CASE Handleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MARTIN CASE Handleiding"

Transcriptie

1 MARTIN CASE Handleiding Versie 7.20 Revisie (04/2000 Nederlands)

2 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud 1. Hoofdstuk 1: Inleiding Introductie Kenmerken Modellen Aansluiten Aansluitingen 16 2 Hoofdstuk 2: Menu Overzicht LIGHTCONSOLE UPDATE TEST-UTILITIES TO/FROM FLOPPY VIEW DOS UTILITIES Hoofdstuk 3: Gebruik van de handleiding Overzicht Ervaren gebruiker of beginner Het gebruik van de toetsen en de aanduiding hiervan Toetsenbord help Belangrijke opmerkingen en acties Overzicht Voorbeeld show Hoofdstuk 4: Setup Starten Een apparaat plaatsen Apparaat bibliotheek Apparaat informatie Interface venster Dipswitch venster Multipatch/Softpatch Stage venster Apparaat patch venster Bewaren van de setup Trackerball en toetsen in het setup program Overige functies Patch Fixture Patch Function Patch link Info Dimmer 35 2

3 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud Master (linken van controllers, functie wordt alleen op de MASTER gebruikt) Slave (linken van controllers, functie wordt alleen op de slave gebruikt) DMX-IN Change address Change RGB lib Erase fixture Erase all Redraw Exit De startopties en default instellingen van de controller Samenvatting Hoofdstuk 5: Inleiding programmatie Filosofie PRESETS Changes in light scène Dimmer functies Cues Cuegeheugen Sequences Playbacks Memories (geheugens) Prioriteiten binnen de cue Transparant mode Manuele mode Direct acces (directe toegang) Thresholds Effect generator Effect generator op Pan/Tilt kanalen Effect generator op niet Pan/Tilt kanalen Synchronisatie van meerdere effecten Effect macro s Time code Midi Samenvatting Hoofdstuk 6: Apparaten en controle kanalen De trackerball Scherm selecties Grand master Apparaten selecteren Apparaten groeperen Sub masters 65 3

4 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud 6.7 Controle kanalen Kanalen selecteren en instellen Dimmerkanalen instellen Clear Default Default waarden aanpassen Manuele mode Direct access Selecties op de playbackwing Absolute of relatieve kanaalinstellingen De SOLO functie Voorbeeld Hoofdstuk 7: Effect generator Algemeen Effect generator op niet Pan/Tilt kanalen Kanaal Swing Speed De delay De shift De wait Direct access op effect generator kanalen Mode Delay Shift Effect generator op Pan/Tilt kanalen X-swing en Y-swing Mode Figure1 en Figure Rotate Synchronisatie van effecten Effect Marco s of Effect Wizzard Stoppen van effecten Hoofdstuk 8: Presets Presets algemeen Presets opslaan Presets ophalen Wissen en wijzigen van presets Preset loadselectie Samenvatting Hoofdstuk 9: Cuegeheugens 95 4

5 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud 9.1 Cues Cues activeren Cuegeheugens Cuegeheugens programmeren met Autoload parameter ON Cuegeheugens programmeren met Autoload parameter OFF De waardes van een cuegeheugen ophalen met Autoload parameter ON De waardes van een cuegeheugen ophalen met Autoload parameter OFF De AUTOLOAD parameter De inhoud van een cuegeheugen De values schermen Digital Memory-Values (Channels) Het Digital Output-Values scherm Cues benoemen Het cuenamen scherm De indeling van cues Indeling voor shows met op voorhand vastgelegde cuevolgorde Indeling voor shows waar niets op voorhand vastligt Hoofdstuk 10: Cue Timing De algemene Cuefading Het cuetiming scherm Fademodes Linken van cuegeheugens Tijden op kanalen apart Tijden ingeven via de playbackwing Cuetimings via de playbackwing Tijden op kanalen apart via de playbackwing Cuetiming opties Cuetiming stoppen tijdens de uitvoering Cuetiming versnellen of vertragen tijdens de uitvoering Multiselect cues Autoprepare cues Automatic trace De combinaties van Autoload, Cuefading en Manueel Hoofdstuk 11: Geheugens Verschil tussen gewone geheugens en cuegeheugens Aanmaken van een geheugen Geheugens bekijken Geheugens benamen Thresholds op geheugens Hoofdstuk 12: Sequences en Playbacks Inleiding sequences 136 5

6 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud 12.2 Inleiding playbacks Prioriteiten Geheugens toevoegen aan sequences (snelle methode Geheugens toevoegen aan playbacks (snelle methode) Sequences editeren Fade modes Linken van cues Bewaren van de geediteerde sequence Sequence functies Playbacks editeren Playback scherm en display modes De geheugens in de playbacks De playback fademodes Transparant mode Transparant mode aan Transparant mode uit De keuze: transparant mode aan of uit? Transparant mode instellen De voorbeeld show Hoofdstuk 13: Speciale functies Laden van een show De opties Wissen van een bestaande show Opslaan van een show RGB BLIND FREEZE COPY ITEM en TO ITEM Kopieren van apparaten en apparaat kanalen Kopieren van Cue s, sequences en playbacks Kopieren van een geheugen naar een cuegeheugen Wissen van geheugens, cuegeheugens, cue s, sequences en playbacks READ OUTPUT Hoofdstuk 14: Uitvoeren van de demoshow Opstarten Uitleg van de demoshow Overzicht van Cue-pagina Overzicht van Cue-pagina s 2 tot Hoofdstuk 15: Timecode en Midi Timecode Timecode modes Opnemen van een cuelijst

7 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud Afspelen van de cuelijst Timecode cue-tracking Wijzigen van een cuelijst MIDI Appendix 179 7

8 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud 1. Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 Introductie Dank U voor de keuze van een Martin Case lichtcontroller. De Martin Case lichtcontrollers bieden lichtontwerpers enorme gebruiksmogelijkheden voor een snelle creatie van de meest spectaculaire shows. Oorspronkelijk werden de controllers vooral gebruikt in combinatie met moving light. Vandaag kunnen zij zowel in de kleine disco club als op grote optredens gebruikt worden. Vanaf deze software versie bieden zij ook de mogelijkheden voor het grote theater werk. Een belangrijk voordeel is de software. U dient slechts één enkele software versie te kennen om alle Martin Case controllers te bedienen. Van de kleinste versie, de Pro 1, tot de grootste, de Pro 2 Plus, wordt dezelfde software gebruikt. Alle functies die op de Pro 2 Plus beschikbaar zijn kunnen op de Pro 1 gebruikt worden, alleen is de bediening en toegang tot de functies op de Pro 2 Plus eenvoudiger. Tijdsdruk, geen probleem. Met de ingebouwde effect generator bespaart U veel programmatie werk. Bovendien heeft U directe toegang tot elke functie van elke lamp. Er zijn ooit spectaculaire lichtshows opgevoerd on the fly met heel beperkte programmatie. 8

9 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud 1.2 Kenmerken Hardware Pro 1 (*) Pro 2 (*) Pro 1+ Pro 2+ Protocollen DMX-out DMX-in DMX-out DMX-in DMX-out DMX-in DMX-out DMX-in Aantal kanalen (standaard/max) 512/ / / /2048 Grand master Flashmaster Programmeerbare sub master Playback faders analogue 10 (**) 10 (**) Sequence digitale faders Functies digitale faders Extra toetsen voor: Timing/playbackmode/ Direct acces (***) - - Ja Ja SMPTE/MIDI Optie Standaard Optie Standaard CD-ROM Optie Standaard Optie Standaard Hard disk - Floppy disk Trackerball (aan/uit schakelbaar) (*) Wanneer de Pro 1 en de Pro 2 verbonden worden via de LINK met een Playback Wing krijgen deze controllers alle functies van de +versie met uitzondering van het aantal kanalen. (**) De 32 extra playbacks zijn wel aanspreekbaar via een extern midi klavier. (***) Deze functies kunnen ook aangesproken worden op de Pro 1 en Pro 2 controllers, zij het iets omslachtiger. 9

10 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud Software APPARATEN (fixtures) - tot 700 apparaten aanstuurbaar met max 32 kanalen per apparaat. - bibliotheek van meer dan 300 apparaat types gegroepeerd per fabrikant. - LEE, ROSCO, GAM filter bibliotheek voor CMY (RGB) apparaten. - uitgebreide dipswitch info van de apparaten. - herpatching mogelijkheden. - beveiligde functies zoals (reset, lamp-off, lamp-on). - elk kanaal van elk apparaat direct aanspreekbaar (direct acces) op elk ogenblik. - uitgebreide functies voor dimmerkanalen zoals dimmercurven, multipatch en uitgebreide aanspreekmogelijkheden van de dimmerkanalen. - mogelijkheid tot groeperen van apparaten over 2 x 16 groepen. - Mogelijkheid tot aanpassen van de DMX-timings voor alle uitgangen PRESETS (70 x 4 types met uitgebreide functies) - Pan/Tilt : kan Pan/Tilt, focus en dimmer info bevatten. - Gobo : kan 4 gobowielen, 4 goboparameter velden, messen (PAL1200), iris, focus, zoom en prisma info bevatten. - Color : kan 4 kleurenwielen, kleurenparameterveld, RGB en dimmer info bevatten. - Effect : kan alle mogelijke effect generator parameters bevatten. - Elke functie kan per preset apart in of uitgeschakeld worden. GEHEUGENS - Maximum 4000 geheugens - Elk geheugen kan informatie van 700 apparaten tot 32 kanalen, met bijbehorende effect generator parameters en timing parameters, bevatten. - Wanneer de geheugens preset info bevatten worden de veranderingen van presets automatisch in alle geheugens doorgevoerd waarin deze presets gebruikt worden. - Kunnen altijd aangepast worden. - Kunnen gebruikt worden in sequences en playbacks, en kunnen ook afzonderlijk opgeroepen worden. CUES - Maximum cues - Per hoofdcue, 9 point cues. - Elke cue kan 1 cuegeheugen, 4 sequences en 42 playbacks bevatten. - Kunnen in transparant mode geplaatst worden zodat bij verandering van cue, alleen die functies (sequences, playbacks, cuegeheugen) die geprogrammeerd zijn, veranderen. Op deze manier zijn combinaties van verschillende cues mogelijk. - Cues kunnen automatisch gelinkt worden naar andere cues. 10

11 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud CUE GEHEUGEN - Elk cuegeheugen kan informatie van 700 apparaten tot 32 kanalen, met bijbehorende effect generator parameters, bevatten. Bovendien kan men default tijden (voor alle kanalen gelijk) of afzonderlijke tijden per kanaal per cuegeheugen gebruiken. - Delay-in tijd - Fade-in tijd - Delay-out tijd - Fade-out tijd - Link tijd - Multiselect cue, dwz meerdere geselecteerde cues gelijktijdig starten - Autoprepare cuegeheugen, dwz dat alle niet dimmerkanalen zullen klaar gezet worden tussen het sluiten van de dimmer in de ene cue en het openen in de volgende cue. - Autotrace dwz dat alle ontbrekende kanalen van een geselecteerde cue zullen opgezocht worden in dalende cue volgorde wanneer de cue geselecteerd wordt. - SEQUENCES - Tot 4 sequences per cue programmeerbaar. - Elke sequencer kan 1 startgeheugen, 100 sequencer geheugens en 1 stop geheugen bevatten. - Ze hebben afzonderlijke fade tijden en wacht tijden. Op Pro2 en Pro 2+ controllers regelbaar via digitale schuivers. - Sequences kunnen afzonderlijk gestart en gestopt worden. - Ze kunnen voorwaarts, achterwaarts, bounce (voor en terug achterwaarts) of at random lopen. - Sequences kunnen met elkaar gesynchroniseerd worden. - Mogelijkheid voor auto triggering, manuele triggering en triggering in aanleermode (beat-step mode). - Kunnen gelinkt worden naar andere cues. - PLAYBACKS - Een playback is een geheugen dat men manueel kan infaden. - Mogelijkheid tot infaden met een schuiver of met een flash toets. - Flash functies : - Flash : met fade-in en fade-uit tijd (instelbaar) - Toggle : met fade-in en fade-uit tijd (instelbaar) - Kill : met fade-in en fade-uit tijd (instelbaar) EFFECT GENERATOR - Tot 7 functies (10 voor Pan/Tilt) per kanaal per apparaat instelbaar : - Level, swing, speed, mode, delay, shift, wait (voor niet Pan/Tilt kanalen). - x-swing, y-swing, speed, mode, figure1, figure2, rotate, delay, shift, wait (voor Pan/Tilt kanalen). - Bij Pan/Tilt heeft men de keuze uit een bibliotheek van 49 verschillende bewegingspatronen. - Voorgeprogrammeerde gecombineerde effecten met de effect macro functies zoals Pan/Tilt gecombineerd met dimmer of regenboogeffect voor RGB apparaten. - Mogelijkheid om een zelfde effect te spreiden over meerdere apparaten zodat men één vloeiend effect krijgt verdeeld over meerdere apparaten. 11

12 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud OVERIGE FUNCTIES (overzicht) - 1 Grand master - 1 flashmaster - 2 programmeerbare submasters - Timecode - Showprogrammatie op timecode via SMPTE, CD-ROM, Interne tijd of manueel. - Midi - Triggering van Cues, cuegeheugens, sequences of playbacks d.m.v. midi-codes. - Direct acces van apparaat kanalen zodat dadelijk de juiste waarde (kleur, gobo, functie...) genomen wordt. Direct acces via digitale schuivers op Pro2 of Pro2+ - Absolute of relatieve programmering van waardes. - Solo functie voor afregelen bij grote shows. - Freeze functie voor bevriezen van apparaten, sequences, playbacks en cuefading. - Manual override mode. - Gel filter keuze op filter nummer voor CMY (RGB) apparaten. - Uitgebreide copieermogelijkheden voor geheugens en cues. - Uitgebreide load en save functies voor het laden en bewaren van shows. - Mogelijkheid tot inlezen van geheugens komende van andere controllers via DMX-IN. - Mogelijkheid tot linken van Martin Case controllers (tot 41 met playback wing, tot 113 zonder playback wing ) via DMX. - Mogelijkheid om patch lijsten en stage layouts af te drukken of te exporteren. 12

13 *0 9> EC5 9C? )0 6 6 *0? ) !!!! 6<1& 6<1& 6<1& 6<1& $872 $872 $872 $872 67(3 %($7 67(3 %($7 67(3 %($7 67(3 %($7 *0 9> EC5 9C? ) /2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud 1.3 Modellen Pro 1 9> EC5 3E5!@175!9C Pro 1+ Pro 2 13

14 !!!! 6<1& 6<1& 6<1& 6<1& $872 $872 $872 $872 67(3 %($7 67(3 %($7 67(3 %($7 67(3 %($7 *0 ) /2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud Pro 2+ (DVH 14

15 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud 1.4 Aansluiten WAARSCHUWING : Let erop dat de voedingspanning overeenkomt met de netspanning waar U op aansluit. C_e^T <Q]`!"F 34B?=?ed 34B?= 4979D1<?ED < 3XQ^^U\ B B9C;?6 5<53DB93 C8?3; 4? >?D?@5> ;UiR_QbT?ED@EDC 3XQ^! %!" 3XQ^ %!#! "$ 3XQ^! "%!%#& 3XQ^!%#' " $( F71 =_^Yd_b 4=H?ED! 4=H?ED " 4=H?ED # 4=H?ED CUbYQ\ =949?ED 9> >?ED 4=H 9> <9>; C=@D5 Sluit de stroomkabel aan op het net Sluit een monitor aan op de uitgang VGA Monitor en sluit de voedingsspanning van de monitor aan. Nota : Sommige controllers hebben geen voedingsuitgang voor de monitor. Sluit een PC klavier aan op de ingang Keyboard Maak de DMX verbinding tussen de apparaten en de controller. Nota : Martin Case controllers zijn uitgerust met een 5-pin XLR aansluiting voor het DMX signaal. Bij de controller worden 2 overgangskabels geleverd (5-pin XLR naar 3-pin XLR geïnverteerd en niet-geïnverteerd). In de tabel hieronder heeft U een overzicht van de pinaansluitingen. DMX pinaansluitingen GND Signaal - (cold) Signaal + (hot) 5 PIN XLR uitgang controller 3 PIN XLR uitgang overgangskabel geïnverteerd 3 PIN XLR uitgang overgangskabel niet-geïnverteerd PIN 1 PIN 2 PIN 3 PIN 1 PIN 3 PIN 2 PIN 1 PIN 2 PIN 3 Sluit de bijgeleverde gooseneck lamp aan op de uitgang (Lamp +12V) Zet de controller aan. 15

16 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud 1.5 Aansluitingen Lamp +12V Aansluiting voor een Gooseneck lamp (12V). Lamp +12V GND +12V 3 Pin XLR PIN 3 PIN 2 CD-ROM Digital out Digitale sound uitgang van de ingebouwde CD-ROM speler. CD-ROM Digital out GND Signaal CD-ROM OUT L en R 3 Pin XLR PIN 1 PIN 2 Analoge sound uitgang links (L) en rechts (R) van de ingebouwde CD-ROM speler. CD-ROM L en R GND Signaal DMX OUTPUT 3 Pin XLR PIN 1 PIN 2 DMX uitgang voor de sturing van licht apparaten. Naargelang het type controller zijn er 1, 2, 3 of 4 DMX uitgangen. DMX OUTPUT GND Signaal - (cold) Signaal + (hot) 5 Pin XLR PIN 1 PIN 2 PIN 3 16

17 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud DMX INPUT DMX ingang voor het inlezen van DMX signalen komende van andere controllers. DMX INPUT GND Signaal - (cold) Signaal + (hot) LINK OUTPUT 5 Pin XLR PIN 1 PIN 2 PIN 3 LINK uitgang voor de aansluiting van een extra playbackwing. LINK OUTPUT GND Signaal - (cold) Signaal + (hot) SMPTE IN - OUT 3 Pin XLR PIN 1 PIN 2 PIN 3 Smpte in- en uitgang voor tijdcode sturing van shows. SMPTE INPUT OUTPUT GND Signaal MIDI IN (A, B) OUT (A, B) 3 Pin XLR PIN 1 PIN 2 Standaard MIDI in- en uitgangen (kanalen A en B) voor aansluiting van externe MIDI apparaten. MIDI IN GND Signaal 5 pin DIN PIN 4 PIN 5 MIDI OUT +5V Signaal Screen 5 pin DIN PIN 4 PIN 5 PIN 2 Keyboard Voor aansluiting van een standaard PC klavier (5 polige DIN stekker). 17

18 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inhoud VGA Monitor Voor aansluiting van een standaard VGA monitor. Parallel Voor aansluiting van een printer. Serial Voor aansluiting van een externe seriele verbinding zoals een muis. 18

19 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Menu 2 Hoofdstuk 2: Menu 2.1 Overzicht Wanneer het stuurprogramma (logicase) verlaten wordt [SHIFT] [SETUP] (2 sec ingedrukt houden) zal volgend menu verschijnen. 19 R&D International NV for Martin Professional AS

20 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Menu 2.2 LIGHTCONSOLE START Met deze optie wordt het hoofdprogramma gestart. CONFIG Met deze optie kan de configuratie van het systeem aangepast worden. Wanneer er bijvoorbeeld een DMX interface uitbreiding doorgevoerd wordt om het aantal kanalen te verhogen, is het noodzakelijk om eerst de configuratie aan te passen. Bij selectie van deze optie wordt volgend menu getoond : CONFIGURATION LIGHTCONSOLE CONFIGURATION CASECARDS AUTOMATIC CONFIGURATION CHECKING CONFIGURATION CHANGE PASSWORD Configuration lightconsole Hier kan men de verschillende functies zoals master faders, playback faders, digitale faders, luidspreker enz... aan of uit schakelen. Configuration Casecards Het kan voorkomen dat bepaalde oude apparaten slecht reageren op de DMX die de licht controller uitstuurt. In deze optie kunnen de DMX timings volledig aangepast worden. LET OP : VERANDER NIETS AAN DEZE OPTIES WAN- NEER U NIET VERTROUWD BENT MET DMX, anders bestaat de mogelijkheid dat geen enkel apparaat nog op de juiste manier reageert. Daarom is dit item beveiligd door een paswoord (telesoft). Werden er toch verkeerde waardes ingevuld, gebruik dan menu item automatic configuration om alles te herstellen. Deze optie wordt ook gebruikt om shows voor te bereiden voor licht controllers met meerdere kanalen. U kan ze wel niet uitsturen, maar buiten de uitsturing kan de volledige show voorbereid worden. Automatic Configuration Wordt gebruikt om de configuratie van de licht controller automatisch te herstellen of om upgrades van het aantal kanalen te configureren. Checking Configuration Test de configuratie van de licht controller. 20 R&D International NV for Martin Professional AS

21 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Menu 2.3 UPDATE PROGRAM UPDATE Wanneer de licht controller naar een nieuwe versie moet worden omgezet : steek de floppy met de nieuwe versie in de floppy drive en gebruik deze optie. De licht controller zal automatisch een back-up maken van de oude versie en zal de nieuwe versie installeren. De optie List new features geeft een overzicht van alle nieuwigheden. RESET de controller na de upgrade. Opm. : Nieuwe versies kunnen afgehaald worden op de Martin site : of op de Case site : Volg bij het installeren de instructies op de site. NEW LIBRARIES Elke maand worden er nieuwe bibliotheken voor apparaten aangemaakt. De laatste bibliotheken zijn altijd beschikbaar op de Martin of Case site. De optie List fixtures geeft een overzicht van alle apparaten. Opm. : Bij een library-update zullen altijd alle apparaten ge-update worden. MAKE NEW FIXTURE Nog niet in gebruik. KEYBOARD PATCH Het kan gebeuren dat na een hardware upgrade, of na een volledig nieuwe installatie van de software, sommige toetsen niet meer juist reageren. Via deze optie kan men dit herstellen. Deze optie moet ook gebruikt worden wanneer een hardware upgrade naar de LINK werd doorgevoerd. 2.4 TEST-UTILITIES CHECK HARDWARE Om de volledige werking van de lichttafel na te kijken. CHECK HARDDISK Om de interne harde schijf op fouten te controleren. 21 R&D International NV for Martin Professional AS

22 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Menu 2.5 TO/FROM FLOPPY EXPORT PATCH SETUP Kopieert de patch set-up aangemaakt in de SET-UP (zie hoofdstuk SET-UP) naar een floppy. Dit kan dan gebruikt worden op een gewone PC. EXPORT STAGE CAD Kopieert het STAGE GRONDPLAN in BMP formaat, aangemaakt in de SET-UP (zie hoofdstuk SET-UP) naar een floppy. Dit kan dan gebruikt worden op een gewone PC. EXPORT / IMPORT SHOWDATA Wanneer de foutmelding NOT ENOUGH DISKSPACE op het scherm verschijnt bij het bewaren van een show op een diskette, moet deze optie gebruikt worden om de show op meerdere diskettes te bewaren. Om een show vanaf meerdere diskettes in te laden, moet deze geïmporteerd worden via deze optie. IMPORT DEFAULT CURVE/ IMPORT SHOW CURVES 2.6 VIEW Regelcurves voor dimmers die extern aangemaakt werden via het Windows-programma Logicurve, kunnen via deze weg ingeladen worden. Worden ze via default ingeladen, dan zijn deze curves bedoeld voor alle nieuwe shows. Worden ze via show ingeladen, dan worden ze alleen toegepast op de huidige show. Het Windows-programma Logicurve kan gratis gedownload worden via bovenvernoemde sites. Deze opties worden gebruikt om de basissysteem bestanden te bekijken. 2.7 DOS UTILITIES Om bestanden te editeren en om het menu systeem te verlaten. 22 R&D International NV for Martin Professional AS

23 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Gebruik van de handleiding 3. Hoofdstuk 3: Gebruik van de handleiding 3.1 Overzicht In het begin van elk hoofdstuk wordt een schema getoond waar U zich op dat moment bevindt. 6HWXS )L[WXUHV '0; $GGUHVVHV DQG 6WDJH 3ODQ $GMXVW )L[WXUH &RQWURO FKDQQHOV $GMXVW (IIHFW *HQHUDWRU FKDQQHOV 0DNH 3DQ7LOW *RER &RORU DQG (IIHFW *HQHUDWRU 3UHVHWV 7LPLQJV 0DNH 0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK &XH0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK 3OD\EDFNV 0DNH &XHV ZLWK 6HTXHQFHV FKDVHUV 5XQ WKH 6KRZ 0DNH 7LPH&RGH 6KRZ In dit voorbeeld wordt het hoofdstuk effect generator aangevat. 3.2 Ervaren gebruiker of beginner Omdat we trachten alles te groeperen per hoofdstuk zullen er items uitgelegd worden die voor een beginnend gebruiker moeilijk verstaanbaar zijn. Een beginnend gebruiker kan deze items best overslaan tot hij wat ervaring heeft met de controller. Wanneer in de marge of in de hoofding van het hoofdstuk, het teken {ERV} staat, dan duidt dit aan dat het item alleen voor ervaren gebruikers bedoeld is. 23

24 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Gebruik van de handleiding 3.3 Het gebruik van de toetsen en de aanduiding hiervan Toetsen worden aangeduid met : [TOETS] Wanneer een item reeds in een vorig hoofdstuk werd uitgelegd staat er een beschrijving: [Beschrijving] Moeten meerdere toetsen gelijktijdig ingedrukt worden, dan worden deze gescheiden door een PLUS teken : [TOETS 1] + [TOETS 2] Moeten meerdere toetsen afzonderlijk, na elkaar ingegeven worden, dan worden deze gescheiden door een SPATIE: [TOETS 1] [TOETS 2] Er zijn toetsen die dezelfde betekenis of functie hebben zoals de grote toetsenmatrix beginnend met toets 1 en eindigend met toets 70. Deze worden als volgt aangeduid: [1 70] Dwz druk één van de toetsen in de toetsmatrix 1, 2, 3,., 70 (Fixtures/Cues/Presets) [1 16] Dwz druk één van de toetsen in de toetsmatrix 1, 2, 3,, 16 (Groups/Cuepages) [1/17 16/32] Dwz druk één van de toetsen in de toetsmatrix [1/17] [16/32] (Control Channels) Sommige toetsen komen meerdere malen voor op het toetsenbord zoals de CLR toets of de P&T toets. Dan wordt tussen haakjes aangeduid om welke toets het gaat: [CLR (Presets)] Een voorbeeld: [1 70] [1 70]. [1 70] Dwz selecteer een aantal toetsen uit de toetsenmatrix Dit betekent hetzelfde als selecteer apparaten (zie verder). Vermits we nu weten hoe we apparaten moeten selecteren kan in de volgende paragraaf staan: [Selecteer apparaten] [STORE (groups/cuepages)] + [1 16] We selecteren dus meerdere apparaten en drukken nu de STORE toets (uit groups/cuepages) samen met één van de toetsen in de toetsenmatrix 1 16 (groups/cuepages) 24

25 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Gebruik van de handleiding 3.4 Toetsenbord help Het toetsenbord van de controller heeft een ingebouwde HELP functie. Telkens wanneer een functie wordt opgeroepen zullen de LEDs van de toetsen, die in de functie gebruikt kunnen worden, knipperen. Dit om aan te duiden dat men één van deze toetsen in de functie kan gebruiken. Voorbeeld : Wanneer men de [EDIT (CUES)] toets drukt, dan zullen alle LEDs van de te gebruiken toetsen oranje knipperen. 3.5 Belangrijke opmerkingen en acties Teksten die vet gedrukt zijn duiden een belangrijke opmerking of een tip aan. Teksten die vet en schuin gedrukt zijn duiden een actie aan die door de gebruiker moet uitgevoerd worden. 3.6 Overzicht De appendix van deze handleiding bevat enkele openklapbare pagina s die een overzicht geven van de toetszijde van de controller. 3.7 Voorbeeld show De controller wordt geleverd samen met een 2 voorbeeld shows. De eerste show getstart.cmp hoort bij de getting started handleiding. De tweede show manual72.cmp hoort bij deze handleiding. Bij beide shows hoort ook een MSD (Martin Show Designer) versie, zodat de controller aan de MSD gekoppeld kan worden. Laden van de voorbeeld show MANUAL72 : Wanneer het hoofdprogramma gestart is kan een show geladen worden via de [LOAD] toets. Stap 1 : Druk de [LOAD] toets gedurende 2 seconden. In de linker onderhoek van het scherm wordt nu gevraagd 1 = LOAD INTERNAL 2 = LOAD EXTERNAL Stap 2 : Druk nu [1 (keypad] wanneer de show vanaf de interne harde schijf geladen moet worden of [2 (keypad)] wanneer de show zich op een floppy bevindt. Stap 3 : Geef de naam MANUAL72 in of daal af naar de naam MANUAL72 met de [2 ] toets. Stap 4 : Druk [RET] (in het geval dat U met de [2 ] toets werkt moet 2 x [RET] gedrukt worden. De show wordt nu geladen. 25

26 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup 4. Hoofdstuk 4: Setup 6HWXS )L[WXUHV '0; $GGUHVVHV DQG 6WDJH 3ODQ $GMXVW )L[WXUH &RQWURO FKDQQHOV $GMXVW (IIHFW *HQHUDWRU FKDQQHOV 0DNH 3DQ7LOW *RER &RORU DQG (IIHFW *HQHUDWRU 3UHVHWV 7LPLQJV 0DNH 0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK &XH0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK 3OD\EDFNV 0DNH &XHV ZLWK 6HTXHQFHV FKDVHUV 5XQ WKH 6KRZ 0DNH 7LPH&RGH 6KRZ 26

27 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup SETUP BASICS 6HOHFWPDQXIDFWXUHU 6HOHFWIL[WXUHW\SH 6HOHFWIL[WXUHSDJH 6HOHFW'0;RXWSXW 6HOHFW'0;DGGUHVV 3ODFHIL[WXUHRQVWDJH 5RWDWHIL[WXUH ([LWDQGVDYH6(783 27

28 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup 4.1 Starten Wanneer de controller gestart wordt of wanneer vanuit het menu de optie START gekozen wordt, wordt het hoofdprogramma gestart. Voordat er met de controller licht geprogrammeerd kan worden, moet eerst de STAGE worden opgebouwd. De juiste apparaten moeten worden opgesteld en op de juiste wijze geadresseerd worden. SETUP wordt gebruikt voor : 6 Instellen van de startopties van het hoofdprogramma 6 tekenen van het grondplan 6 opstellen van de apparaten vanuit een bibliotheek 6 instellen van de apparaat adressen met bijbehorend protocol 6 herpatchen van apparaat kanalen en apparaat nummers 6 kiezen van de dimmercurves voor dimmerkanalen 6 activeren/deactiveren van dimmerkanalen voor dimmerprogrammatie 6 linken van controllers 6 veranderen van RGB bibliotheek 6 uitprinten en exporteren van de patch setup en het grondplan [SETUP] Om het setup programma te starten vanuit het hoofdprogramma, druk de toets [SETUP] gedurende 2 seconden. Er zijn nu 2 mogelijkheden : - Druk [1] om de fixture setup te starten - Druk [2] om de startopties en defaultinstellingen in te stellen (einde dit hoofdstuk) Volgend scherm zal verschijnen wanneer optie 1 gekozen wordt (fixture setup): 28

29 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup 4.2 Een apparaat plaatsen Apparaat bibliotheek Om een apparaat op het grondplan (stage) te plaatsen, dient dit apparaat eerst uit de bibliotheek genomen te worden. Kies eerst een pagina met de [Fixture PgUp] [Fixture PgDn] toets. (Er kan een keuze gemaakt worden tussen 10 pagina s van 70 apparaten). Kies dan een fabrikant, bijvoorbeeld Martin, en kies vervolgens een apparaat type. Stel we bouwen een stage op met 6 MAC600 in mode Apparaat informatie Vanaf het ogenblik dat een apparaattype gekozen werd, verschijnen in het Fixture Information venster kanalen van het apparaat. In dit voorbeeld is de MAC600 (mode 4) gekozen. Dit apparaat heeft 14 functies. Een geel gekleurd rechthoekje achter het kanaal betekent dat het kanaal kan faden Interface venster Dit venster geeft de INTERFACE uitgangen en hun PRO- TOCOLLEN weer. Met de trackerball kan hier een uitgang gekozen worden en een protocol (het protocol kan alleen bij oudere controllers gekozen worden). Een geel vak betekent de huidige instelling, een grijs vak betekent een mogelijke keuze, een zwart vak betekent niet mogelijk. Opm. 1 : Het is niet altijd mogelijk om een protocol te kiezen, daar dit soms automatisch door de bibliotheek gekozen wordt. Opm. 2 : Zoals in het hoofdstuk menu aangehaald, kan de controller voor 2048 kanalen geconfigureerd worden terwijl deze fysisch niet aanwezig zijn. Daarom kan het voorkomen dat alle interface uitgangen aanwezig zijn (grijs). 29

30 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup Dipswitch venster Hier worden de adressen van de apparaten ingesteld. De dipswitchen stellen de schakelaar posities voor op de apparaten (voor apparaten die met dipswitchen werken). De getallen links stelt het apparaat patch nummer voor zoals ze op het stage scherm voorkomen, en de stage pagina waar dit geplaatst is. Patchnummer.Stagepagina De getallen rechts stellen de apparaat adressen voor. De adressen zullen normaal gezien per aantal kanalen van het apparaat verhogen. Door op INCR=14 te klikken (veranderd in INCR=1) worden de adressen per 1 verhoogd. Wanneer het apparaat, de uitgang en het protocol gekozen is, loop dan met de trackerball over de dipswitchen. Wanneer het adres overeenkomt met het adres op het apparaat, dan zal dit apparaat reageren met Pan/Tilt dimmer open, geen gobo, geen kleur. Een grijs vak geeft aan dat het adres nog niet bezet is, een licht blauw vak dat het adresgebied gedeeltelijk bezet is, een donker blauw gebied dat het adres volledig bezet is. Het adres kan ook manueel ingegeven worden door [@] nummer [RET]. Wanneer het apparaat een lamp-on functie heeft, kan men de lamp aan schakelen door op het vak lamp on te klikken en terug over de dipswitchen te lopen. {ERV} Multipatch/Softpatch Vanaf softwareversie 7.20 heeft men de mogelijkheid om een multipatch of softpatch uit te voeren voor bepaalde apparaten zoals dimmers (uit de dimmerpacks bibliotheek) of spots (uit de spots bibliotheek). Ook voor bepaalde apparaten die een apart instelbaar dimmerkanaal hebben zal het softpatch venster automatisch geopend worden (VL5). Met multipatch/softpatch heeft men de mogelijkheid om: - alle kanalen van een dimmerpack apart te adresseren - aan één enkel dimmerkanaal meerdere adressen toe te kennen 30

31 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup Wordt een dimmer of spot gekozen, en i.p.v. een adres te selecteren kiest men dadelijk de MULTIPATCH functie, dan zal het softpatch venster geopend worden: Zet het apparaat ergens in het Stage venster. Kies een kanaal uit het apparaat informatie venster en selecteer ADD CHANNEL. Geef een adres in voor dit kanaal (zie hierboven), het zal in het softpatch venster verschijnen. Men heeft nu de mogelijkheid via de add channel functie meerdere adressen toe te kennen aan één enkel kanaal. Een verkeerde instelling kan gewist worden door in het softpatch venster de te verwijderen regel te selecteren en DELETE CHANNEL te kiezen. Een korte methode om adressen toe te kennen : Kies een kanaal uit het apparaat informatie venster en druk [@] [adres (keypad)] [RET] of indien aan het kanaal dmx adressen van 10 tot 20 toegekend moeten worden [@] [10 (keypad)] [THRU] [20 (keypad)] [RET] Stage venster Het is belangrijk dat de bewegingen van het apparaat overeenkomen met de trackerballl. Om de bewegingen te laten overeenstemmen kan men het apparaat draaien met de keypad toetsen [1... 9]. Het apparaat kan nu ergens op de stage geplaatst worden door de plaats te bevestigen met de linker trackerball toets. Het is altijd mogelijk om het apparaat te verplaatsen door het terug aan te klikken. Wanneer men met meerdere dezelfde apparaten werkt en de adresinstellingen van de apparaten volgen elkaar op, dan kan men eenvoudigweg met de [next] toets het volgende apparaat op het volgend adres kiezen. Het is ook mogelijk om cirkels, rechthoeken en lijnen te tekenen. Er kan ook tekst ter verduidelijking bijgeplaatst worden. Alles kan nadien aangepast worden door de respectievelijke EDIT functies. Default wordt voor alles een groene kleur genomen. Om alles overzichtelijk te houden is het aangeraden eerst een kleur te kiezen voor men apparaten gaat plaatsen of voor men 31

32 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup gaat tekenen. Het blijft echter altijd mogelijk om de kleuren nadien aan te passen via het vakje EDIT in het kleuren venster Apparaat patch venster Vanaf het ogenblik dat het apparaat in de stage wordt geplaatst, zal het apparaat in de gekozen kleur en op de gekozen pagina in dit venster worden bijgeplaatst. Dit venster zal ook gebruikt worden in het hoofdprogramma. De nummers 1-70 zijn de apparaatnummers zoals zij ook op het grondplan voorkomen in de gekozen Fixture pagina Bewaren van de setup Klik met de trackerball op het vakje EXIT of druk gedurende 2 seconden op [SETUP]. Kies nu SAVE of toets [1], not save of toets [2] of [ESC]. Het is niet mogelijk om de SETUP af te sluiten zolang er patchfouten (overlappende adressen) aanwezig zijn. 4.3 Trackerball en toetsen in het setup program Trackerball In het setup program hebben alleen de bovenste 2 trackerball toetsen een functie : - LINKER TOETS : bevestigen - RECHTER TOETS : annuleren Frontpaneel Algemeen : Wanneer een functie gekozen wordt, zullen de LEDs van de mogelijke toetsen knipperen. Keypad [2] en [8] : Keypad [1... 9]: [PgUp] en [PgDn] : [Fixture PgUp] en [Fixture PgDn] : [ESC] : [@] : Regel omlaag, omhoog zoals adres omlaag, omhoog. Draaien van apparaten Manueel ingeven van adressen gevolgd door [RET] Volledige pagina omhoog, omlaag bijvoorbeeld bij adressen. Kiezen van de stage pagina. Annuleren Deze toets moet eerst geselecteerd worden als men getal waardes wil ingeven, bijvoorbeeld bij ingave van DMX adressen. 32

33 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup {ERV} 4.4 Overige functies {ERV} Patch Fixture Reeds geplaatste apparaten kunnen altijd herpatcht worden zodat de nummervolgorde van de apparaten verandert. All Alle apparaat nummers veranderen beginnend van 1. Wanneer ALL geselecteerd wordt kan de nummering van alle apparaten veranderd worden. Eerst dient het type gekozen te worden waarvan men het apparaat de nummer 1 wil geven. Dan wordt in volgorde van nummering de apparaten binnen dit type aangeklikt. Type Alleen de apparaat nummervolgorde binnen één type veranderen. Wanneer alleen binnen een bepaald type de nummering moet veranderd worden. Selecteer eerst het type (Mac500 of Mac600) en duidt binnen dit type het apparaat aan dat de laagste nummer moet krijgen binnen dit type. Groups Automatisch de apparaat nummers veranderen door kiezen van gehele groepen. In de volgorde van aanklikken van de groepen, zullen de apparaten automatisch genummerd worden. Random Alle apparaten een nummering geven zoals gewenst. Hiervoor worden de apparaten aangeklikt in volgorde van de gewenste nummering. Tip : Het is ook mogelijk om een apparaat patching uit te voeren door gebruik te maken van de DRAG-EN-DROP functie met de trackerball. Klik hiervoor het apparaatnummer aan in het apparaat patch venster met de trackerball en druk (en houdt) de linker toets in. Sleep dit apparaat nu naar een ander nummer en laat de toets los. 33

34 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup {ERV} Patch Function Soms is het gewenst dat bepaalde kanalen altijd op dezelfde plaats staan voor alle types van apparaten. Vb.. : Het is gewenst dat voor alle types kanaal 1 altijd dimmer is, kanaal 2 altijd kleuren en kanaal 3 altijd gobo... Hiervoor keest men eerst een type uit de bibliotheek. In het function patch venster wordt de patching getoond : Dit is de function patch voor de MAC600 Mode4. In de figuur ziet men dat kanaal 2 (normaal dimmer) eigenlijk kanaal 3 (CYAN) voorstelt (F2 = F3 (cyan)), en dat kanaal 3 het dimmer kanaal geworden is (F3 = F2 (dimmer)). Kanaal 1 (strobo) blijft kanaal 1. Wil men bijvoorbeeld kanaal 2 terug naar dimmer en kanaal 3 terug naar cyan patchen dan kiest men Patch Function, geef dan het nummer van het te herpatchen kanaal in vb.. 2 gevolgd door [RET] en geef het nummer in waarheen dit kanaal moet herpatcht worden vb.. 2 gevolgd door [RET]. Hetzelfde wordt herhaald voor kanaal 3, men geeft 3 [RET] en 3 [RET] in. Opm. 1 : Opm. 2 : Het is onmogelijk 2 kanalen naar dezelfde functie te herpatchen, daarom moet de patching volledig afgewerkt worden, zoniet zal een foutboodschap verschijnen. Het is onmogelijk een functie te patchen naar een kanaal dat groter is dan het max. aantal kanalen van het apparaat. De lege functievakjes kunnen dus niet gebruikt worden. 34

35 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup {ERV} Patch link {ERV} Info Deze functie geeft een overzicht van reeds gepatchte apparaten samen met de adressen, protocollen en hun switchsettings. Deze info kan nu afgedrukt worden of geëxporteerd worden. De info kan gegroepeerd worden per type (type) van apparaat of per uitgang (output). Het grondplan kan bij het exporteren bijgevoegd worden (include stage). Wanneer men de functie (export) kiest, kan de informatie via het MENU item (TO/FROM FLOPPY) (Zie hoofdstuk Menu) naar een diskette overgebracht worden zodat deze via een standaard PC opgevraagd kan worden. {ERV} Dimmer Voor dimmerkanalen zijn in de controller speciale functies ingebouwd. Aan dimmerkanalen kunnen regelcurves toegewezen worden en de dimmerkanalen kunnen opgenomen worden in een lijst met dimmerkanalen waarop speciale dimmercommando s (werken met DIMCHANNEL x THRU zz%) uitgevoerd kunnen worden. Elke dimmerkanaal kan afzonderlijk ingesteld worden. 35

36 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup In het voorbeeld zien we dat dimmerkanaal 35, de dimmer van een MAC 250 voorstelt. Hij is actief ingesteld, dwz dat hij opgenomen is in de lijst van dimmerkanalen waarop de speciale commando s kunnen toegepast worden. Het dimmerkanaal is lineair ingesteld. Kanaal 36 is ook opgenomen en lineair. Vermits het hier om een PAR64 gaat kunnen we echter een andere curve toewijzen zoals PRE-HEAT. Om de dimmers te activeren/deactiveren in de lijst selecteren we de appara(a)t(en) met de trackerball en we selecteren ACTIVE of NONACTIVE. Wanneer we het item DIMCURVE selecteren zal een bijkomend venster openen:. Linear : Normale lineaire curve Linear 110V : Lineaire curve beperkt tot 50% max waarde Preheat : Lineaire curve maar startend vanaf 5% Preheat 110V : Preheat curve met max waarde 50% ON/OFF : Relais functie Neon : Curve speciaal voor neon lampen Custom x : Door de gebruiker aan te maken curves via het programma Logicurve Nota : De custom curves zijn door de gebruiker zelf aan te maken met een speciaal Windows programma, genaamd Logicurve. Dit programma kan men gratis downloaden via het net (adressen zie hoofdstuk Inleiding). {ERV} Master (linken van controllers, functie wordt alleen op de MASTER gebruikt) Martin Case controllers kunnen met elkaar gelinkt worden via DMX. Zo kan men tot 41 controllers (met playback wing info) en tot 113 controllers (zonder playback wing info) met elkaar verbinden. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de DMX-out op de master controller en van de DMX-in op de slave controllers. Op de master controller moet eerst uit de casefixtures bibliotheek een apparaat genaamd Case slave controller met bij horend DMX adres op het grondplan worden geplaatst. Er zijn 3 mogelijkheden : 6 Case slave console : dit is een slave controller zonder point cues met 10 playbacks. (De Case slave console staat alleen nog in de bibliotheek om de compatibiliteit met oude shows te verzekeren. Bij nieuwe shows moet Case slave desk V2 genomen worden). 6 6 Case slave desk V2 : dit is een slave controller met point cues en 10 playbacks Case slave wing : Samen met Case slave desk V2 vormt dit een Pro Plus slave controller. 36

37 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup Daarna wordt de functie Patch Link - Master gekozen. Er kan gekozen worden tussen Playbacks, Masters en Cues automatisch of manueel : - Automatisch : Playbacks, Master schuivers of cues zullen bij verandering op de master controller dadelijk doorgegeven worden aan de slave controller. Dezelfde master of playback schuivers en dezelfde cues zullen geactiveerd worden op de slave controller. Men moet hier geen rekening houden met de slave apparaten op het grondplan. Deze dienen hier alleen voor de juiste adressering aan te geven. - Manual : De slave apparaten worden nu op de controller behandeld als gewone lichtapparaten. De master en playback kanalen moeten nu manueel doorgegeven worden, en de cues worden pas geactiveerd als het GO kanaal (kanaal 17) hoger dan 50% in waarde is. Het voordeel is dat men nu kan kiezen op de master controller welke master of playback schuivers of welke cue op de slave controller geactiveerd moet worden. Op de slave controller moet patch link ingesteld staan op SLAVE (zie volgend punt) {ERV} Slave (linken van controllers, functie wordt alleen op de slave gebruikt) Wanneer men controllers linkt moet op elke slave controller de Patch Link SLAVE geactiveerd worden, dit om het DMX-adres van de slave controller in te stellen. Bij selectie van deze functie vraagt de controller het DMX adres van Playbacks - master cue. Hier dient hetzelfde adres ingevuld te worden als de Case Slave Desk V2' apparaten die op de master console ingesteld werden. Wanneer er met een playback wing slave gewerkt wordt moet ook het adres van de Playbacks overeenstemmen met het adres ingegeven op de master controller voor apparaat Case slave wing. Als op de master geen slave wing ingesteld werd, wordt gewoon [RET] ingegeven. De controller vraagt nu of de master controller op basis van % proportional of digitaal werkt. Wanneer de master een Martin Case controller is, geef dan digital in, is de master van een ander merk, dan heeft men de keuze. Nota : Het is mogelijk om met een lichtcontroller van een ander merk, Martin Case lichtcontrollers te besturen via DMX. Hiertoe dient men op de master (deze van het andere merk) een apparaat te nemen (vb.. Een dimmer) van : - 20 kanalen als de slave een Martin Case is met point-cues - 32 kanalen als een Martin Case slave met playbackwing gelinkt moet worden. De Martin Case slave controllers worden op de master behandeld als een normaal lichtapparaat met volgende kanalen : 37

38 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup Kanaal zonder point cues (*) met point cues playbackwing 1 playback 1 playback 1 playback 11 2 playback 2 playback 2 playback 12 3 playback 3 playback 3 playback 13 4 playback 4 playback 4 playback 14 5 playback 5 playback 5 playback 15 6 playback 6 playback 6 playback 16 7 playback 7 playback 7 playback 17 8 playback 8 playback 8 playback 18 9 playback 9 playback 9 playback playback 10 playback 10 playback grandmaster grandmaster playback flashmaster flashmaster playback submaster1 submaster1 playback submaster2 submaster2 playback cuepage cuepage playback cuenumber cuenumber playback GO (**) GO (**) playback pointcue playback not in use playback not in use playback playback playback 32 (*) De Case slave controller zonder point cues wordt niet meer gebruikt vanaf versie 7.0. Ze staat alleen nog in de bibliotheek voor compatibiliteit met oude shows. (**) De GO functie dient om de met kanaal 15 en 16 geselecteerde CUE te activeren wanneer de waarde van dit kanaal > 127 (>50%) is. 38

39 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup {ERV} DMX-IN DMX komende van andere lichtcontrollers kan ingelezen worden via de [SHIFT] [READ OUTP.] toetsencombinatie in het hoofdprogramma wanneer de DMX input wordt gebruikt. Het is ook mogelijk om licht te sturen via 2 controllers met dezelfde setup. Het DMX-IN signaal zal gemixt worden met het DMX-OUT signaal volgens het principe HTP. Dit betekent dat de hoogste kanaalwaarde wordt uitgestuurd. Vb. : Stel dat kanaal 30 uitgestuurd door de controller als waarde 80 heeft, maar de DMX-IN waarde voor dit zelfde kanaal is 100, dan zal de waarde 100 uitgestuurd worden. Om deze handelingen mogelijk te maken moet het DMX-IN kanaal, voor de apparaten op het grondplan, geactiveerd zijn. Via de functie Patch Link - DMX-IN, kan de DMX-IN patch geactiveerd of gedesactiveerd worden Change address Deze functie dient om het adres van reeds ingestelde apparaten op het grondplan te veranderen. Deze functie wordt ook gebruikt om de multipatch/softpatch van een reeds bestaande setup te wijzigen. Selecteer de functie, duidt het apparaat aan en geef de nieuwe waarde in. {ERV} Change RGB lib Wanneer met CMY (RGB) apparaten gewerkt wordt, kan in het hoofdprogramma dadelijk een kleur opgeroepen worden volgens de LEE, ROSCO, of GAM bibliotheek nummers. Deze functie dient om een algemene bibliotheek keuze te maken Erase fixture Om reeds geselecteerde apparaten terug weg te halen, selecteer deze functie en duidt het apparaat aan Erase all Om het volledige grondplan uit te vegen. Indien deze functie per ongeluk gebruikt werd, kan de setup altijd verlaten worden zonder deze te bewaren Redraw Herteken alles. 39

40 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup Exit Om het setup programma te verlaten en te bewaren dient men de exit functie te selecteren. Bij het verlaten van de setup kan men kiezen tussen : 6 Save 6 Not save 6 Cancel Wanneer men op een bestaand grondplan met een reeds geprogrammeerde show, apparaten van hetzelfde type bij plaatst, zal bij het verlaten van de setup volgende vraag gesteld worden : Fixture x (Page y) is new. Select a fixture to copy from... Het is nu mogelijk om met de toetsen [1...70] of door aanklikken, het apparaat te kiezen waarvan men de reeds aangemaakte geheugens wil kopieren. Tip : Wanneer men een standaard show wil maken, kan men best de show programmeren met van elk type apparaat slechts één op het grondplan. Wordt de show later uitgebreid met meerdere apparaten, dan dient men alleen naar de setup te gaan om deze bijkomende apparaten bij te plaatsen. Bij het verlaten van de setup kiest men het reeds geprogrammeerde apparaat waarvan men de geheugens wil kopieren. {ERV} 4.5 De startopties en default instellingen van de controller [SETUP] [2] Wanneer vanuit het hoofdprogramma de optie [2] gekozen wordt, zal volgend menu verschijnen : De verschillende opties in dit menu zullen duidelijk worden bij het lezen van de volgende hoofdstukken in de handleiding, doch we geven hier een korte uitleg. Nota : De instellingen van de opties die hier worden weergegeven, zijn de instellingen wanneer een EMPTY show geladen wordt. 40

41 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup Global Transparentmode Deze optie zet de transparant mode voor de gehele show. De mogelijke opties zijn (voor sequences en playbacks) OFF of ON. Uitleg in hoofdstuk Sequences en Playbacks Console Startup Deze opties voert de controller uit wanneer het hoofdprogramma opgestart wordt : MODE Zet de controller dadelijk in Fixture mode of Cue mode bij het opstarten. VIEWMODE Opent het STAGE (grondplan), TEXT (namen) of VALUES (kanaalwaarden) scherm bij het opstarten. SEQUENCE A D Opties : OFF of ON. Start of stopt de sequences bij het opstarten. (Hoofdstuk Sequences en Playbacks) CUEFADING Opties : OFF of ON. Start of stopt de cuefading bij het opstarten. (Hoofdstuk Cuetimings) VALUES Opties : DIGIT. Of PERC. Geeft kanaalwaarden in digitale of procentuele wijze weer. (Hoofdstuk Apparaten en Controle kanalen) TIMECODE PLAY Opties : OFF of ON. Start of stopt de timecode bij het opstarten. Handig bijvoorbeeld op beurzen, zodat alles automatisch gebeurt wanneer de stroom aangeschakeld wordt. (Hoofdstuk Timecode) Cuefading Options AUTOLOAD CUEMEMORY Opties : OFF of ON. Bepaalt of een cuegeheugen automatisch geladen moet worden of niet bij het selecteren van een cue. (Hoofdstukken cuegeheugens en Cuetimings) AUTOPREPARE CUES Opties : OFF of ON. Bepaalt of de autoprepare functie aan of uitgeschakeld is. (Hoofdstuk Cuetimings) AUTOMATIC TRACE Opties : OFF of ON. Bepaalt of de automatic trace functie aan of uitgeschakeld is. (Hoofdstuk Cuetimings) 41

42 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup Console Settings AUTOMATIC PLAYBACK-MEMORIES FROM Geeft aan vanaf welk geheugen de playback geheugens automatisch aangemaakt worden wanneer de snelle playback programmatie uitgevoerd wordt. (Hoofdstuk Sequences en Playbacks). AUTOMATIC SEQUENCE-MEMORIES FROM Geeft aan vanaf welk geheugen de sequence loop geheugens automatisch aangemaakt worden wanneer de snelle sequence programmatie uitgevoerd wordt. (Hoofdstuk Sequences en Playbacks). AUTOMATIC MEMORYNAME Opties : OFF of ON. Geeft aan of automatisch een geheugen naam moet ingegeven worden bij het aanmaken van een geheugen (zowel bij het aanmaken als bij sequences of playbacks). (Hoofdstukken Geheugens, Sequences en Playbacks). AUTOMATIC CUENAME Opties : OFF of ON. Geeft aan of automatisch een cue naam moet ingegeven worden bij het aanmaken van een cuegeheugen. (Hoofdstuk Cuegeheugens). AUTOMATIC PRESETNAME Opties : OFF of ON. Geeft aan of automatisch een preset naam moet ingegeven worden bij het aanmaken van een preset. (Hoofdstuk Presets). DEFAULT CUETIMINGS Geeft de default tijden aan die gebruikt worden bij het aanmaken van een cuegeheugen. (Hoofdstuk cuetimings). Timecode settings AUTOMATIC CUETRACKING Geeft de time-code cuetracking mode weer (Hoofdstuk Time-code en Midi). Mogelijke instellingen zijn: Disabled, normal of full. Deze instelling bepaalt of er met vorige cue s moet rekening gehouden worden, wanneer in het midden van een time-code show gestart wordt. [2 ] of [8 ] [EDIT] Om de instellingen te wijzigen wordt met de [2 ] of [8 ] toetsen afgedaald tot het gewenste item en de [EDIT] toets gedrukt. Wanneer tijden moeten ingevuld worden, wordt het keypad gebruikt. Om de instellingen te bewaren wordt de [RET] toets gedrukt. 42

43 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Setup 4.6 Samenvatting Om met de controller te kunnen werken, moet eerst het SETUP programma uitgevoerd worden. Het verloop is als volgt : 6 kies een fabrikant 6 kies een apparaattype 6 kies een pagina met [Fixture PgDn], [Fixture PgUp] (tot 10 pagina s) 6 selecteer het adres en de uitgang 6 plaats het op het grondplan 6 draai het zodat de beweging van de trackerball overeenstemt met de spiegel of kop beweging van het apparaat. 6 herhaal deze stappen tot alle apparaten geplaatst zijn 6 bewaar de set-up en keer terug naar het hoofdprogramma Men kan eventueel nog : 6 attributen op het grondplan bijtekenen en kleuren aanpassen 6 apparaten herpatchen 6 kanalen herpatchen 6 dimmerregelcurves selecteren 6 controllers linken 6 DMX-IN instellen 6 RGB bibliotheek kiezen 6 uitprinten en exporteren van het grondplan en de patching Met de startopties en default instellingen kan men bepalen hoe de controller wordt opgestart. Eventueel kan men hier nog functies zoals automatic trace en autoprepare instellen. 43

44 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie 5. Hoofdstuk 5: Inleiding programmatie 6HWXS )L[WXUHV '0; $GGUHVVHV DQG 6WDJH 3ODQ $GMXVW )L[WXUH &RQWURO FKDQQHOV $GMXVW (IIHFW *HQHUDWRU FKDQQHOV 0DNH 3DQ7LOW *RER &RORU DQG (IIHFW *HQHUDWRU 3UHVHWV 7LPLQJV 0DNH 0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK &XH0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK 3OD\EDFNV 0DNH &XHV ZLWK 6HTXHQFHV FKDVHUV 5XQ WKH 6KRZ 0DNH 7LPH&RGH 6KRZ 44

45 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie Dit hoofdstuk geeft een korte beschrijving van de werking van de Martin Case controller. Hier zullen ook enkele veel gebruikte termen uitgelegd worden. 5.1 Filosofie 35(6(76 &KDQJHVLQOLJKWVFHQH 0(025,(6 &8(; CUE MEMORY SEQUENCE (chaser) A B C D PLAYBACK Martin Case controllers hebben vele mogelijkheden om de belichting te sturen. Elke licht programmeur zal zijn eigen methode ontwikkelen om de programmatie vlot te laten lopen. De filosofie van een Martin Case controller is eenvoudig: - Er worden eerst PRESETS aangemaakt om naderhand snel te kunnen programmeren of wijzigingen te kunnen doorvoeren. - Met de presets en met de apparaat controle kanalen maakt men veranderingen in de licht scène. - Deze veranderingen kunnen in geheugens (memories), in playbacks of sequences (hier worden de geheugens automatisch aangemaakt) of dadelijk in een cuegeheugen (cue memory) bewaard worden. 45

46 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie 5.2 PRESETS Presets hebben tot doel, veel gebruikte Pan/Tilt posities, kleueren, gobo s en effecten te bewaren onder de vorm van een bibliotheek, zodat de waardes niet telkens opnieuw ingesteld dienen te worden. De waardes kunnen nadien dadelijk uit deze bibliotheek opgehaald worden. Bovendien wordt bij het veranderen van een preset, automatisch alle reeds geprogrammeerde geheugens, playbacks, sequences aangepast, omdat deze hun informatie ophalen uit deze presets. Wanneer gebruik gemaakt wordt van presets, is een show on tour zeer snel aangepast aan een nieuwe zaal, enkel door de presets aan te passen. Presets zijn instellingen van de hoofdfuncties van de apparaten. Bovendien heeft elke hoofdfunctie een aantal bijfuncties die door de gebruiker aan- of uitgeschakeld kunnen worden. De hoofdfuncties (hoofdpresets) van de apparaten zijn: Pan/Tilt, color, gobo en effect. Per preset kan de gebruiker verschillende bijfuncties (bijvoorbeeld focus en dimmer in het geval van een Pan/Tilt preset) instellen en afregelen. Deze instellingen worden dan bewaard voor alle apparaten. Voor elke hoofdfunctie kan de gebruiker 70 presets aanmaken. 35(6(76 70 x Pan/Tilt 70 x Gobo 70 x Color 70 x Effect - Pan/Tilt info - Focus info - Dim mer info - gobo wheel 1 - gobo wheel 2 - gobo wheel 3 - gobo wheel 4 - gobo parameters - knifes - knife param eters - effects1 - effects2 - effects3 - iris - zoom - focus - frost - prism - color wheel 1 - color wheel 2 - color wheel 3 - color wheel 4 - color param eters - RGB - dim m er - Pan/Tilt effect param eters - gobo effect param eters - color effect param eters - effect effect param eters - iris effect param eters - zoom effect param eters - focus effect parameters - dim m er effect param eters Elke preset heeft een aantal bijfuncties die door de gebruiker per preset aan- of uitgeschakeld kunnen worden: zo kan bij de Pan/Tilt presets, de focus en dimmer meegenomen worden of niet. De gobo preset kan info bevatten over 4 gobowielen, gobo parameters zoals speed..., messen (knifes bij de PAL1200), bepaalde effect wielen, iris, zoom, focus, frost en prisma. Voorbeeld: Wanneer we werken met het grondplan van de setup, dan kunnen we met alle apparaten een combinatie maken voor Pan/Tilt. We laten bijvoorbeeld alle spots in hun home (default) positie schijnen. Dit bewaren we onder Pan/Tilt preset 1 (home). Dan maken we een preset waar we alle spots naar een centrum positie laten schijnen en bewaren dit onder Pan/Tilt preset 2. We kunnen de kleuren instellen voor alle apparaten en bewaren dit in één van de 70 color presets. Bijvoorbeeld wit, of geel of blauw. Dit is belangrijk om later een snelle selectie mogelijk te maken daar bij elk type apparaat het kleurenwiel zich op een ander 46

47 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie kanaal kan bevinden, bovendien is bij elk type apparaat de instelling van een bepaalde kleur anders. Wanneer er met een voorgeprogrammeerde show op verschillende locaties voorstellingen gegeven worden, dan is de kans groot dat de voorgeprogrammeerde Pan/Tilt posities niet meer juist zijn. Het is nu veel eenvoudiger om even de 70 Pan/Tilt presets aan te passen dan door alle geheugens te lopen die Pan/Tilt info bevatten. Met moet er wel op letten dat in de geheugens gebruik gemaakt wordt van presets. Presets zijn belangrijk. Eéns de presets aangemaakt zijn zal de rest van de programmatie sneller verlopen. 5.3 Changes in light scène Martin Case controllers werken volgens het principe: alleen de veranderingen in de licht scènes moeten opgenomen worden in de geheugens. Dit betekent dat het niet nodig is alle parameters van alle kanalen van alle apparaten in de opeenvolgende geheugens op te nemen. Het volstaat van slechts éénmaal alle parameters van alle apparaten in een geheugen op te nemen en dan alleen de parameters van de apparaten die veranderen in de opeenvolgende geheugens te bewaren. &KDQJHVLQOLJKWVFHQHV Light scene 1 All channels of all fixtures Light scene 2 Only the channels of the fixtures that change to scene 1 Voorbeeld: Light scène 1 : Light scène 2 : We nemen Pan/Tilt preset 1 (alle spots home) en we programmeren: gobo open, kleur wit, geen strobo... Alleen de kleur moet veranderen. Het is niet nodig om terug Pan/Tilt info, gobo info en strobo info te programmeren, enkel de verandering t.o.v. light scène 1 moet opgenomen worden. 5.4 Dimmer functies In het hoofdstuk SETUP werd uitgelegd dat dimmerkanalen kunnen opgenomen worden in een lijst met dimmerkanalen waarop speciale dimmercommando s kunnen uitgevoerd worden. Deze dimmercommando s omvatten dingen als : - Dimmer 1 tot 20 op 50% - Neem van dimmer 5, 5% af - Voeg 20% toe aan alle dimmers - 47

48 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie 5.5 Cues Een cue is opgebouwd uit: - een cuegeheugen - 4 sequences (chasers) - 42 playbacks &8( MEMORIES PLAYBACK SEQ U ENC E (chaser) A B C D CUE MEMORY In het systeem kunnen tot cues opgebouwd (16 pagina s van 70 cues + 9 point cues tussen elke cue) worden zodat er cuegeheugens, sequences en playbacks beschikbaar zijn Cuegeheugen Een cuegeheugen kan vergeleken worden met een licht scène. De licht scènes die we in de vorige paragraaf hebben aangemaakt kunnen dadelijk in een cuegeheugen bewaard worden. Bovendien heeft men de mogelijkheid om aan deze licht scènes fade tijden toe te voegen. De cuegeheugens kunnen volgende parameters bevatten: - alle kanaal parameters (tot 32 per apparaat) van alle apparaten (tot 700 apparaten). - alle effect parameters (7 tot 10) per kanaal, per apparaat. - delay-in tijd voor alle kanalen gelijk of verschillend per apparaatkanaal - fade-in tijd voor alle kanalen gelijk of verschillend per apparaatkanaal - delay-out tijd voor alle kanalen gelijk of verschillend per apparaatkanaal - fade-out tijd voor alle kanalen gelijk of verschillend per apparaatkanaal - hold tijd voor alle kanalen gelijk of verschillend per apparaatkanaal Op alle kanalen van alle apparaten kan een effect losgelaten worden. Zo kan met op zeer eenvoudige wijze een kleureffect samen met een Pan/Tilt beweging programmeren door slechts gebruik te maken van één geheugen (zie verder: effect generator). De cuegeheugens worden op dezelfde manier behandeld als de licht scènes. Ook hier dienen alleen de veranderingen opgenomen te worden t.o.v. het vorige geheugen. Bovendien kan men elk kanaal aparte tijden meegeven: &XHPHPRU\WLPLQJV 48

49 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie - Delay-in: de wachttijd voor het infaden van het kanaal begint - Fade-in: de tijd nodig om het kanaal in te faden - Delay-out:de wachttijd voor terug met uitfaden begonnen wordt - Fade-out: de tijd nodig om terug naar de beginwaarde te faden - Hold: de tijd nodig om een volgend cuegeheugen op te roepen (link). De cue fading kan bij de uitvoering op elk ogenblik gestopt, versneld of vertraagd worden. Deze functie wordt vooral gebruikt in live voorstellingen zoals theaters waar de tijden afhankelijk zijn van de snelheid van de acteurs. Het is ook belangrijk dat in de cuegeheugens zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van presets. 70 presets zijn namelijk sneller veranderd dan cuegeheugens en geheugens. Multiselect cues is een functie die het mogelijk maakt om verschillende cuegeheugens op voorhand te selecteren en gelijktijdig te starten. Bijvoorbeeld een Pan/Tilt cuegeheugen samen starten met een kleuren cuegeheugen en met een gobo cuegeheugen. Hier is het wel belangrijk dat het ene cuegeheugen het andere niet in de weg loopt. 49

50 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie Bij de Autoprepare functie zal, wanneer de dimmer gesloten wordt in een cuegeheugen, de controller automatisch alle niet dimmerfuncties in de volgende cue(s) bij elkaar zoeken en klaarzetten tot de dimmer terug opengaat in één van die volgende cues. De Autotrace functie is belangrijk wanneer men met cuegeheugens werkt die in volgorde van uitvoering geprogrammeerd zijn. Als die cuegeheugens slechts gedeeltelijk geprogrammeerd zijn (only changes) dan is het mogelijk dat de lichtstand niet juist wordt weergegeven wanneer men plots enkele cuegeheugens terug gaat. De autotrace functie zal in dit geval alle apparaat kanalen in dalende cuevolgorde opzoeken en uitsturen Sequences Een sequence betekent hetzelfde als een chaser. Verschillende scènes (bijvoorbeeld kleuren scènes) kunnen hier in de door de gebruiker gewenste volgorde automatisch geactiveerd worden en in een oneindige of eindige lus geplaatst worden. Sequences bestaan eigenlijk uit geheugens (zie verder). Deze geheugens worden vanaf deze softwareversie automatisch aangemaakt wanneer men een licht scène aan een sequence toevoegt. Geheugens in de sequence: - start geheugen: dit is een geheugen dat slechts éénmaal uitgevoerd wordt bij het starten of linken van de sequence. - loop geheugens: deze geheugens draaien in een eindeloze of eindige lus. Er kunnen tot 100 loop geheugens toegevoegd worden. - stop geheugen: dit geheugen wordt éénmaal uitgevoerd bij het stoppen of linken van de sequence. Cue xx Sequence A Sequence B Sequence C Sequence D Start memory Start memory Start memory Start memory Loop memory 1 Loop memory 1 Loop memory 1 Loop memory 1 Loop memory 2 Loop memory 2 Loop memory 2 Loop memory 2 Loop memory 3 Loop memory 3 Loop memory 3 Loop memory 3 Loop memory 100 Loop memory 100 Loop memory 100 Loop memory 100 Stop memory Stop memory Stop memory Stop memory 50

51 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie Per cue kunnen tot 4 sequences gebruikt worden. Elke sequence: - heeft voor de loop geheugens aparte fade en wachttijden - heeft een aparte start/stop knop - heeft loop geheugens die vooruit, achteruit, in bounce (voor- en terug achteruit) of at random kunnen lopen. - kan gesynchroniseerd worden met de andere sequences zodat de gesynchroniseerde sequences gelijk lopen. - kan automatisch, manueel of in aanleermode ( learn the beat ) getriggerd worden. - kan gelinkt worden met een volgende cue zodat automatisch andere sequences opgeroepen worden Playbacks Een playback is één licht scène dat via een fader of via een toets (flashkey) ingefade kan worden. Per cue zijn er 42 playbacks beschikbaar. Een playback bestaat eigenlijk uit 1 geheugen (zie verder) dat vanaf deze softwareversie automatisch aangemaakt wordt wanneer een licht scène in een playback bewaard wordt. Wanneer de playbacks geactiveerd worden via een flashkey, kan een fade-in en fade-out tijd meegegeven worden per playback. Bovendien zijn er 3 modes bij gebruik met de flashkeys: - Flash : door een druk op de flashkey wordt het geheugen ingefade (met fade-in tijd).wordt de flashkey losgelaten dan wordt uitgefaded (met fade-out tijd). - Toggle: door een druk op de flashkey wordt ingefade (met fade-in tijd). Door nogmaals te drukken wordt uitgefaded (met fade-out tijd). - Kill: 2 playbacks van dezelfde cue die in kill mode staan. Door een druk op de eerste playback flashkey zal deze infaden (met fade-in tijd). Door een druk op de tweede playback flashkey zal de eerste uitfaden (met fade-out tijd) en de tweede infaden (met fade-in tijd). Wanneer terug de tweede flashkey gedrukt wordt, zal terug uitgefade worden (met fade-out tijd). CUE xx Playback 1 Playback 2 Playback 3... Playback 42 Memory Memory Memory Memory Fade-in time Fade-in time Fade-in time Fade-in time Fade-out time Fade-out time Fade-out time Fade-out time 51

52 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie Memories (geheugens) De geheugens (memories) die we aangehaald hebben bij sequences en playbacks zijn niets minder dan licht scènes. Ze zijn vergelijkbaar met cuegeheugens, alleen bevatten ze geen fade-tijden. Vanaf software versie 7.0 kan men tot geheugens programmeren. Dit betekent dat er verschillende combinaties van lichtstanden geprogrammeerd kunnen worden. De geheugens kunnen volgende parameters bevatten: - Alle kanaal parameters (tot 32 per apparaat) van alle apparaten (tot 700 apparaten). - Alle effect parameters (7 tot 10) per kanaal, per apparaat. Zoals we in een vorige paragraaf reeds vermeldden is het niet nodig om telkens alle geheugens op te vullen met alle kanalen. Als in een sequence alleen de kleur moet veranderen (kleuren chaser) mag alleen de kleur ingevuld worden. De rest van de parameters blijft dan leeg. Het is ook belangrijk dat in de geheugens (zoals bij cuegeheugens) zoveel mogelijk gebruik gemaakt wordt van presets. 70 presets zijn namelijk sneller veranderd dan geheugens Prioriteiten binnen de cue Dit is een belangrijke paragraaf uit dit hoofdstuk. Algemeen : Voor DIMMER kanalen geldt het principe HTP (highest takes precedence). D.w.z. de hoogste dimmerwaarde die geactiveerd wordt, wordt uitgestuurd. Voor alle andere kanalen geldt het principe LTP met prioriteiten. D.w.z. de controller functie (*) die de hoogste prioriteit heeft krijgt voorrang. Het cuegeheugen heeft de LAAGSTE prioriteit, dan volgt SEQUENCE D, C, B, A, dan volgt PLAYBACK 42, 41,..., 1. Er is ook nog de manuele mode (zie verder), MANUAL MODE heeft de HOOGSTE prioriteit. Deze regels gelden ALLEEN ALS IN HET CUEGEHEUGEN, DE SEQUENCES EN DE PLAYBACKS OF MANUEEL HETZELFDE APPARAATKANAAL WORDT GEBRUIKT. Via geheugen modes kunnen de prioriteiten veranderd worden. * N.B. : Met controller functies worden sequences, playbacks, manuele mode bedoeld. 52

53 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie 3ULRULWLHVZLWKLQWKH&8( ONLY IF THE SAME CHANNEL IS USED IN THE DIFFERENT FUNCTIONS (cue mem, sequence, playback, manual) Channel is a DIMMER channel Channel is NO DIMMER channel (or dimmer channel in mode 5 or 6) CUE memory Sequence D Sequence C Sequence B Sequence A Playback 42 Playback Playback 1 M anual mode Highest value takes precedence CUE memory Sequence D Sequence C Sequence B Sequence A Playback 42 Playback Playback 1 M anual mode Lowest Order of priority Highest Nota voor de HTP van de dimmerkanalen : Het HTP principe kan uitgeschakeld worden door het geheugen in MODE 5 of MODE 6 te plaatsen (zie verder : geheugen modes) Transparant mode Sequences, playbacks of de gehele show kunnen in 2 modes gebruikt worden: - Transparant mode aan - Transparant mode uit Transparant mode aan: Bij het veranderen van cue zullen alleen die sequences/playbacks van de opgeroepen cue die geprogrammeerd zijn, de sequences/ playbacks van de vorige cue vervangen. Stel dat men 2 cues heeft: - Cue 1 : playbacks 1 tot 10 en sequences B, C, D in gebruik - Cue 2 : playbacks 5 tot 15 en sequences A, B in gebruik Men roept Cue 1 op : playbacks 1 tot 10 en sequences B, C, D zijn actief Men roept Cue 2 op : playbacks 1 tot 4 zijn nog van cue 1 en zijn nog steeds actief, playbacks 5 tot 15 zijn van cue 2, sequences C en D zijn nog van cue 1, sequences A en B zijn van cue 2 Met transparant mode aan kan men dus combinaties maken van functies van verschillende cues. 53

54 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie Transparant mode uit: Bij veranderen van cue zullen alle sequences/playbacks (dus ook de niet geprogrammeerde) vervangen worden door deze van de nieuwe cue. = Replace all mode (in oudere software versies). Wanneer in de nieuwe cue bepaalde sequences/playbacks niet geprogrammeerd werden, zullen deze ook leeg zijn bij het oproepen. Wanneer men bij het vorige voorbeeld cue 2 oproept dan zal het resultaat zijn: Men roept Cue 1 op : playbacks 1 tot 10 en sequences B, C, D zijn actief Men roept Cue 2 op : playbacks 1 tot 4 zijn leeg, playbacks 5 tot 15 zijn van cue 2, sequences C en D zijn leeg, sequences A en B zijn van cue 2 Men kan de transparant mode aan of uit zetten voor de gehele show of per cue voor de playbacks en sequences afzonderlijk. 5.6 Manuele mode Manuele mode heeft altijd de hoogste voorrang. Welk cuegeheugen, welke sequence of welke playback ook geactiveerd is, men kan altijd de manuele mode inschakelen en de apparaten andere dingen laten uitvoeren. Zelfs wanneer in de controller alleen de setup en enkele presets geprogrammeerd zijn, is het mogelijk grote licht shows uit te voeren door alle apparaten in manuele mode te plaatsen en met de direct acces functie en de effect generator te werken. Wanneer sequences draaien is het altijd mogelijk om één of meerdere apparaten te nemen en deze iets anders te laten uitvoeren. Wordt de Manuele mode terug uitgeschakeld, dan zal het apparaat de instellingen van de manuele mode blijven behouden tot de gewijzigde kanalen terug opgeroepen worden in een playback, sequence of cuegeheugen. Nota voor gebruikers van oudere software versies : In de oude softwareversies sprongen de kanalen dadelijk terug naar de waardes die ze hadden voor de manuele mode ingeschakeld werd. 5.7 Direct acces (directe toegang) Apparaat kanalen kunnen op 4 manieren ingesteld worden : 6 ofwel stelt men het kanaal in via de tracker bal 6 ofwel geeft men via de toetsen dadelijk de waarde in 6 ofwel gebruikt men de direct acces functie van de controller. 6 ofwel gebruikt men de digitale faders van de P2 of P2+ Sommige kanalen van een apparaat (kleur, gobo, prisma s,...) zijn reeds op voorhand in de bibliotheek ingedeeld in gebieden. Bij deze gebieden hoort een naam zoals geel, groen, ster gobo, vierkant gobo,... Via een eenvoudige druk op een toets kan men deze gebieden selecteren op naam. Dit noemt men direct acces. 54

55 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie Hiermee is het ook mogelijk om shows blind te programmeren, vermits men dadelijk ziet wat men kiest. Bepaalde functies van de apparaten zijn in de Martin Case controllers beveiligd, dwz dat ze alleen via de direct access functie kunnen opgeroepen worden. Functies zoals RESET, LAMP OFF en LAMP ON kunnen niet via de tracker ball of via de digitale schuivers gekozen worden, deze functies zijn alleen toegankelijk via direct access. Bij de Pro 2 Martin Case controllers heeft men nog een tweede direct acces mogelijkheid. De kanalen van de geselecteerde apparaten worden namelijk dadelijk naar 16 digitale schuivers doorgestuurd die men kan instellen. Er is dus dadelijk een overzicht van 16 kanalen van het apparaat. Voor apparaten met meer dan 16 kanalen kunnen, met een druk op een knop, de volgende 16 kanalen ingesteld worden. 5.8 Thresholds Een threshold is een tabel bestaande uit procentuele waardes die aangeven wanneer een kanaal moet geactiveerd worden wanneer het kanaal betrokken wordt in een fading. Thresholds worden voornamelijk gebruikt wanneer men in één geheugen (!!! niet cuegeheugen) verschillende dingen wil uitvoeren, doch die dingen mogen niet allemaal op hetzelfde tijdstip gebeuren. Stel dat we 2 geheugens hebben: Geheugen 1: Geheugen 2: dimmer dicht, geen gobo dimmer open, laser gobo Wanneer we van geheugen 1 naar geheugen 2 gaan in een fading, zal de dimmer langzaam open gaan, maar de gobo zal ook dadelijk beginnen te veranderen. Als we nu willen dat de gobo pas veranderd bij 90% van de fading, dus als de dimmer bijna geheel open is, dan moeten we op het gobo kanaal een threshold van 90% plaatsen. Thresholds zijn alleen van toepassing op geheugens (playbacks en sequences) en niet op cuegeheugens, daar men op cuegeheugens de threshold kan simuleren door de delay-in tijden van de kanalen afzonderlijk te wijzigen. 5.9 Effect generator Er zijn reeds vele discussies geweest over creativiteit en het al dan niet gebruiken van effect generators in shows. Natuurlijk zal een eigen gecreëerde chaser altijd meer voldoening schenken, doch voor sommige dingen als Pan/Tilt bewegingen in perfecte cirkels en als de tijdsdruk toeneemt is en blijft de effect generator een handig hulpmiddel. De MartinCase controller beschikt over een zeer uitgebreide effect generator. Op elk apparaat kanaal kan de effect generator gelanceerd worden. Daarbij wordt heel wat geheugenruimte bespaard omdat het effect van alle kanalen van alle apparaten in één enkel geheugen bewaard kan worden. 55

56 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie Effect generator op Pan/Tilt kanalen Als een Pan/Tilt kanaal gekozen wordt, en de effect generator wordt geopend, dan worden er 10 extra kanalen toegevoegd: - x-swing: regelt de breedte van de beweging - y-swing: regelt de hoogte van de beweging - speed: regelt de snelheid van de beweging - mode: keuze tussen voor- of achteruit bewegen - figure1: keuze tussen vierkantige, driehoekige, veelhoekige bewegingen - figure2: cirkel en elliptische bewegingen - rotate: om de bewegingsas te draaien - delay: creëert een faseverschuiving tussen meerdere apparaten - shift: om een faseverschuiving van 360 tussen meerdere apparaten te creëren (moet samen met wait gebruikt worden). - wait: om een wachttijd in te stellen tussen de effectcycli Effect generator op niet Pan/Tilt kanalen Hierbij vallen enkele parameters weg die alleen voor Pan/Tilt van toepassing zijn. Het resultaat is als volgt: - Functie: Het middelpunt van het geselecteerde kanaal zelf - swing: De grootte van het effect rond het in vorig kanaal geselecteerde middelpunt. - speed: De snelheid van het effect - mode: Voor- of achteruit, faden, niet faden, alleen boven of alleen onder het middelpunt. - delay: De faseverschuiving - shift: om een faseverschuiving van 360 tussen meerdere apparaten te creëren (moet samen met wait gebruikt worden). - wait: om een wachttijd in te stellen tussen de effectcycli Synchronisatie van meerdere effecten Effecten tussen meerdere apparaten op verschillende kanalen kunnen met elkaar gesynchroniseerd worden als de snelheid en de wait van de verschillende effecten gelijk zijn. Zo is het mogelijk om een Pan/Tilt valbeweging met een dimmer aan/uit effect te synchroniseren en dit ook over meerdere apparaten. Heel dit effect kan dan bewaard worden in één geheugen Effect macro s Effect macro s zijn voorgeprogrammeerde, gesynchroniseerde effecten die door een eenvoudige druk op een toets kunnen opgeroepen worden. Zo zijn er effecten die alleen voor CMY (RGB) apparaten bedoeld zijn zoals het regenboogeffect dat een lopende kleurenregenboog creëert wanneer het over meerdere apparaten gelanceerd wordt. Er zijn ook typische gecombineerde effecten zoals het hierboven genoemde Pan/Tilt + dimmer open/dicht effect. Zo kunnen er tot 70 verschillende effect macro s bestaan. 56

57 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Inleiding: Programmatie 5.10 Time code Het opvragen van cuegeheugens, het starten van sequences of het activeren van playbacks, kortom het opnemen en terug weergeven van een show kan ook gebeuren op timecode. Er zijn enkele mogelijkheden: 6 via een interne controller klok. 6 via SMPTE (24, 25, 30 of 30 drop frames) intern of gestuurd door een externe SMPTE controller. 6 MTC of Midi Time Code 6 via de ingebouwde CD-ROM, dus met de muziek time-code van een muziek CD (75 fr./sec.) 6 manueel (last/next step via manuele triggering) Intern : SMPTE : MTC : CD-ROM : Manueel : De controller heeft een interne klok waarmee men op zelf te bepalen tijdstippen cues kan activeren. Standaard op Pro 2 controllers, optie op Pro 1 controllers. Via de ingebouwde SMPTE kan men met ofwel de interne ofwel de extern gestuurde timecode, shows opnemen en terug weergeven. Midi Time Code wordt toegepast door een externe midi timecode bron op de MIDI ingang van de controller aan te sluiten. Standaard op Pro 2 controllers, optie op Pro 1 controllers. Een muziek CD in de controller stuurt ook een tijdcode signaal uit waarop men de show kan opnemen en weergeven. De controller heeft een analoge en digitale muziekuitgang. Cue acties kunnen ook manueel worden opgenomen, zodat men ze via de last/next toets manueel terug kan oproepen Midi Het activeren van cues, sequences en playbacks kan ook gebeuren d.m.v. midi codes (note (on/off), beat, program change) uitgestuurd door bijvoorbeeld een midi klavier. Op deze manier kan een Pro 1 of Pro 2 controller zonder playback wing, maar uitgerust met een SMPTE/MIDI interface toch 42 playback flashkeys gebruiken. Een muzikant kan zo al spelend op zijn midi klavier, op hetzelfde ogenblik ook licht sturen Samenvatting In dit hoofdstuk werd beschreven welke filosofie de Martin Case controller gebruikt om vanaf een preset, een geheugen, een cue-geheugen, sequences of playbacks te programmeren. Belangrijk is dat alleen veranderingen in lichtstanden t.o.v. de vorige lichtstand in de geheugens moeten opgenomen worden. De prioriteiten (laagste = cuegeheugen, hoogste = manueel) werden beschreven en er werd uitgelegd hoe men cues kan combineren. 57

58 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen 6. Hoofdstuk 6: Apparaten en controle kanalen 6HWXS )L[WXUHV '0; $GGUHVVHV DQG 6WDJH 3ODQ $GMXVW )L[WXUH &RQWURO FKDQQHOV $GMXVW (IIHFW *HQHUDWRU FKDQQHOV 0DNH 3DQ7LOW *RER &RORU DQG (IIHFW *HQHUDWRU 3UHVHWV 7LPLQJV 0DNH 0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK &XH0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK 3OD\EDFNV 0DNH &XHV ZLWK 6HTXHQFHV FKDVHUV 5XQ WKH 6KRZ 0DNH 7LPH&RGH 6KRZ 58

59 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen 6HOHFW)L[WXUHV Playback Wing 6HOHFW&RQWURO&KDQQHO $GMXVW&RQWURO&KDQQHO $GMXVW&RQWURO&KDQQHO Dit hoofdstuk geeft een beschrijving hoe de apparaten gekozen worden, gegroepeerd worden en hoe we controle kanalen instellen. Wanneer met het voorbeeld, de show MANUAL72 gewerkt wordt, selecteer eerst de toets [MAN]. Dit zal uitgelegd worden in de paragraaf manuele mode in dit hoofdstuk. 59

60 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen 6.1 De trackerball De trackerball zal vooral gebruikt worden voor het instellen van kanaal waardes en voor de afregeling van Pan/Tilt posities. Op de trackerball bevinden zich 4 toetsen en een LED. Decrease resolution On/Off indicator Increase resolution Toggle O n/o ff Toggle On/Off : Met beide toetsen kan de trackerball aan of uit geschakeld worden. Wanneer de trackerball actief is zal de On/Off indicator LED oplichten (alleen bij nieuwe controllers). Decrease resolution : Increase resolution : Deze functie is alleen van toepassing op 16 bit kanalen van sommige apparaten zoals Pan/Tilt die een grof en fijn kanaal hebben. Door de toets Decrease resolution te drukken zal de resolutie afnemen tot 8 bit. De resolutie wordt aangeduid in de linkse kader op het beeldscherm. Een 8 bit resolutie betekent: wanneer het Pan/Tilt kanaal gekozen wordt en bewogen met de trackerball, dan zal de spiegel of kop snel bewegen, maar de positie is niet precies in te stellen. Deze functie doet het tegengestelde van de vorige, de positie is fijn in te stellen, maar de beweging van de spiegel of kop is trager. Afhankelijk van het type apparaat kan de resolutie tot 16 bit worden ingesteld. 60

61 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen 6.2 Scherm selecties Op de monitor kunnen verschillende schermen opgeroepen worden. [STAGE] Opent het grondplan scherm zoals het in de setup werd opgesteld. De 4 sequences worden ook afgebeeld. Wanneer een tweede maal op [STAGE] gedrukt wordt zal het analoge schuivervenster geopend worden. N.B. : Voor gebruikers van oudere softwareversies, vroeger werd het analoge schuivervenster geactiveerd met de [VALUES] toets. [TEXT] Opent het namen scherm : In fixture mode : Geeft de geheugen namen weer zoals ze door de gebruiker werden ingegeven. In cue mode : In preset mode : Geeft de cue namen weer zoals ze door de gebruiker werden ingegeven. Geeft de preset namen weer zoals ze door de gebruiker werden ingegeven. 61

62 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen [VALUES] Opent het kanaal waarden scherm. Er zijn 2 modes : - Digital Memory-Values - Digital Output-Values (nogmaals [VALUES] drukken) Het Digital Memory scherm geeft de waardes weer die opgeslagen zijn in de geheugens of cuegeheugens. Het Digital Output scherm geeft de waardes weer die werkelijk door de DMX interface uitgestuurd worden. Nota : Wanneer de toetsencombinatie [SHIFT] + [VALUES] gebruikt wordt, zullen bovenstaande waardes in % worden afgebeeld. 6.3 Grand master *0 De grandmaster bepaalt de lichtintensiteit van alle apparaten samen. Wanneer deze gesloten is zullen ook bepaalde functies bij sommige types apparaten niet werken, functies zoals reset, lamp-on... Voordat begonnen wordt is het best deze schuiver maximaal te openen. De flash toets [GM] wordt gebruikt om kort naar de maximale waarde te flashen wanneer de schuiver dicht is of als deze niet op maximum staat. LED uit : Grand master gesloten LED groen : Grand master actief maar niet maximaal LED rood : Grand master maximaal 62

63 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen 6.4 Apparaten selecteren Playback Wing [Fixture PgUp] [Fixture PgDn] Zoals in de SETUP vermeld, kunnen er 10 stages van 70 apparaten worden opgebouwd. Met deze toetsen kan de stage pagina gekozen worden. Wanneer we apparaten willen kiezen om de controle kanalen te kunnen instellen, moet altijd eerst een pagina gekozen worden. Deze mode wordt fixture mode genoemd. [Fixture PgUp] Pagina omhoog [Fixture PgDn] Pagina omlaag [Fixture PgUp] + [Fixture PgDn] Wanneer beide samen ingedrukt worden zullen de toetsen [1]...[10] knipperen. Er kan nu dadelijk een pagina gekozen worden. [ALL] Alle apparaten op alle pagina s selecteren [CLR] Alle apparaten op alle pagina s deselecteren [EVEN] De even genummerde apparaten uit de huidige selectie. [ODD] De oneven genummerde apparaten uit de huidige selectie kiezen. Opmerking : De toetsen [EVEN] en [ODD] werken alleen wanneer er eerst een aantal apparaten gekozen werden. Uit deze gekozen apparaten worden dan de even of oneven nummers geselecteerd. [1] [70] Om één of meerdere apparaten te selecteren. 63

64 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen [1] Selectie van apparaat nr. 1 [x] (waarbij x een nummer is van 1 tot 70) Selectie van apparaat nr. X [x] + [y] (waarbij x en y een nummer is van 1 tot 70) Drukt men 2 nummers samen in dan zullen alle apparaten gelegen tussen deze 2 nummers geselecteerd worden. 6.5 Apparaten groeperen Wanneer apparaten geselecteerd worden kunnen deze ook gegroepeerd worden. Er kunnen 32 groepen van apparaten gecreëerd worden (A en B elk 16). [A/B] Om groeppagina A of B te selecteren. Onder elke groeppagina kunnen 16 groepen worden aangemaakt. [STORE] + [1 16] Bewaren van een groep apparaten onder groep x. Selecteer eerst de apparaten, bijvoorbeeld alleen de MAC600 of alleen de MAC250 en druk [STORE] samen met het gewenste groepnummer. N.B. : Om een bewaarde groep te wissen: Deselecteer alle apparaten (dus geen apparaatselectie) en bewaar dit onder de groep die gewist moet worden. [1 16] Om een bewaarde groep te (de)selecteren. De opgeroepen groep zal ge(de)selecteerd worden bij de reeds bestaande geselecteerde apparaten. [TXT EDIT (keypad)] + [1 16] [geef naam via keyboard] [RET] De groepen die aangemaakt zijn kunnen benoemd worden. De groep namen zullen links op het scherm verschijnen. 64

65 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen 6.6 Sub masters 6 6 Er kunnen 2 groepen apparaten aangemaakt worden die elk een aparte master hebben. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als men met intelligent licht (scans) en basis licht (pars) werkt. In de voorbeeldshow kunnen we alle scans (fixture pagina 1) onder submaster 1 bewaren en alle dimmers (fixture pagina 2) onder submaster 2. LED uit : Sub master gesloten of niet geprogrammeerd LED groen : Sub master actief maar niet maximaal LED rood : Sub master maximaal [S1] [S2] Sub master flash toetsen [EDIT] + [S1] [kies apparaten of groepen] [S1] Sub masters programmeren Wanneer we [EDIT] (uit de CUE toetsen) samen met [S1] of [S2] indrukken, zal de schuiver zich in edit mode bevinden. We kunnen nu apparaten of apparaat groepen kiezen. Wanneer een apparaat of een groep gekozen wordt, zullen de geselecteerde apparaten oplichten. Bewaar de selectie door terug [S1] of [S2] te drukken. Beide apparaat groepen kunnen nu apart met de schuiver gedimd worden of geflasht met de toetsen [S1] of [S2]. 65

66 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen 6.7 Controle kanalen Kanalen selecteren en instellen [1/17] [16/32] Elk apparaat heeft 1 tot 32 controle kanalen. Als een apparaat gekozen wordt stellen de toetsen [1/17] tot [16/32] de controle kanalen voor. [Pg<] [Pg>] Controle kanalen 1 tot 16 of 17 tot 32 weergeven. Wanneer de LED van toets [Pg<] brandt zullen kanalen 1 tot 16 op de toetsen [1/17]... [16/32] weergegeven worden. Welk controle kanaal bij welke toets hoort, is op het scherm terug te vinden.: Nota1 : Nota2: Wanneer meerdere apparaten van verschillend type gelijktijdig geselecteerd worden, komen de controle kanalen overeen met het laatst geselecteerde apparaat. Wanneer men bijvoorbeeld MAC250 en MAC600 gelijktijdig selecteert, en MAC600 was de laatst geselecteerde (zoals dit voorbeeld) dan toont het scherm de MAC600. Wanneer verschillende types apparaten gelijktijdig gekozen worden, en een bepaald controle kanaal wordt veranderd, dan zal de software ditzelfde kanaal op alle gekozen apparaten veranderen, tenminste als het kanaal bestaat op alle geselecteerde types. Voorbeeld: Wanneer de dimmerwaarde veranderd wordt en men heeft verschillende types apparaten gelijktijdig geselecteerd, dan zal de dimmer op alle geselecteerde apparaten veranderen, ook al bevindt het dimmerkanaal zich niet overal op dezelfde plaats. Om een kanaal in te stellen selecteert men een kanaal nummer met de toetsen [1/17]... [16/32]. Het geselecteerde kanaal kan nu met de trackerball veranderd worden. 66

67 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen [waarde (keypad)] [RET] Wanneer het kanaal geselecteerd werd kan de digitale waarde ook dadelijk via het keypad ingegeven worden. Selecteer eerst geef de waarde in gevolgd door [RET]. [SHIFT] + [VALUES] Deze combinatie zorgt ervoor dat de waardes tussen digitale weergave en ingave en procentuele weergave en ingave gekozen kunnen worden (zie ook Scherm selecties). Bij procentuele waardes kunnen de waardes de 100% niet overschrijden. Voor digitale waarden is het maximum 255. Bij Pro 2 controllers zullen de 16 controle kanalen ook weergegeven worden op de 16 digitale schuivers : Op de Pro 2 controller kan men het controle kanaal dadelijk op de digitale schuivers veranderen zonder eerst een kanaal te kiezen met de toetsen. Met [Pg<] [Pg>] worden de eerste of laatste 16 kanalen gekozen. [P&T] Controle van Pan/Tilt. Wanneer [P&T] geselecteerd wordt, zullen Pan en Tilt gelijktijdig met de trackerball veranderd kunnen worden. Nota : Zoals reeds eerder vermeld zal de snelheid en de precisie van de beweging bij apparaten met een Pan/Tilt resolutie > 8 bit (pan en tilt fine aanwezig), afhangen van de ingestelde resolutie op de trackerball. 67

68 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen {ERV} Dimmerkanalen instellen Zoals in de SETUP beschreven kunnen dimmerkanalen opgenomen worden in een lijst waarop speciale dimmercommando s kunnen gegeven worden. Deze dimmercommando s komen uit de theater wereld. Zo is het mogelijk om dimmerkanalen te selecteren en deze dadelijk een waarde te geven. Voorbeeld : Op het grondplan staan 6 MAC600 (fixtures 1 tem 6), 4 PRO918 (fixtures 7 tem 10) en 11 MAC300 (fixtures 11 tem 21). Wanneer we de dimmers van de MAC600s en deze van de PRO918 op 40% willen hebben kunnen we dit als volgt doen: [DIM Chan.] [1] [THRU] [1] [0] [@] [4] [0] [RET] Als nu de dimmers van de MAC600s en de PRO918s, behalve PRO918 nr 8, 15 % in waarde moeten verminderen, drukken we: [DIM Chan.] [1] [THRU] [1] [0] [-] [8] [@] [-] [1] [5] [RET] De commando regel is als volgt (tussen haakjes is optioneel) : [DIM Chan.] [x] ( [THRU] [y] [+] [-] [z] ) [@] ( [+] [-] ) [waarde] [RET] Clear We hebben reeds gesproken van veranderingen in licht scènes. In de geheugens moeten niet altijd alle waarden van alle apparaten opgenomen worden. Daarom moet het mogelijk zijn van alleen bijvoorbeeld de kleur in een geheugen op te nemen. Daartoe dienen eerst alle andere kanaalvelden gewist te worden. Deze functie wordt best gebruikt als het kanaal waarden scherm op digital memory values open staat [VALUES]. Voorbeeld : Selecteer alle MAC600 en druk 2x de [DEFAULT] toets. Alle waarden van alle kanalen van alle MAC600 zullen nu ingevuld zijn. We wensen nu de waarde van kanaal 8 (focus) te wissen. Druk dan [CLR] + [8/24]. Het veld kanaal 8' van alle MAC600 zal gewist worden. Nota : Een kanaal veld dat de waarde 0 heeft betekent niet hetzelfde als een leeg veld. Nul is een waarde, een leeg veld betekent dat niets veranderd wordt. [CLR] + [ALL (Fixtures/Cues/Presets)] Wist alle velden van alle apparaten op alle pagina s en geeft dus een lege pagina. [CLR] [CLR] (dubbel-klik) Wist alle velden van de op voorhand geselecteerde apparaten. Bijvoorbeeld : [ALL] [CLR] [CLR] zal hetzelfde doen als de [CLR]+[ALL] functie. [CLR] + [1 70] Wist alle velden van het gekozen apparaat (1...70). 68

69 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen [CLR] + [1 16 (groups/cuepages)] Wist alle velden van de apparaten onder de gekozen groep. [CLR] + [1/17 16/32] of [CLR] + [P&T] Wist het gekozen veld (1...32) of Pan/Tilt veld van de op voorhand geselecteerde apparaten. Om de functie op deze manier te gebruiken moeten de apparaten dus eerst gekozen worden. [CLR] + [P&T (Presets)] of [CLR] + [GOBO] of [CLR] + [COLOR] of [CLR] + [EFF (Presets)] Wist Pan/Tilt of gobo of kleuren of effect generator velden van de op voorhand geselecteerde apparaten. [CLR] + [EFF] + [ALL] Wist alle effect generator velden van alle functies van alle apparaten, behalve de Pan/Tilt effecten. [CLR] + [EFF] + [1 70] Wist alle effect generator velden van alle functies van het gekozen apparaat (1...70), behalve Pan/Tilt effecten. [CLR] + [EFF] + [1/17 16/32] Wist alle effect generator velden van de gekozen functie (1...32) van de op voorhand geselecteerde apparaten. [CLR] + [EFF] + [P&T] Wist alleen de Pan/Tilt effecten van de op voorhand geselecteerde apparaten Default Soms kan het handig zijn om snel apparaten in hun default positie te plaatsen. Standaard is deze default ingesteld op wit licht zonder gobo. De default waarden kunnen door de gebruiker naar wens ingesteld worden. [DEFAULT] [DEFAULT] Kort na elkaar 2 maal [DEFAULT] drukken, plaatst de reeds geselecteerde apparaten in hun default positie en stopt alle effecten (*). De apparaten moeten dus eerst gekozen worden voor de functie op deze manier gebruikt wordt. [DEFAULT] + [1 70] Apparaten kunnen afzonderlijk in hun default positie geplaatst worden door de [DEFAULT] toets tezamen met een apparaatnummer(s) in te drukken. De effecten blijven actief (*). [DEFAULT] + [ALL] Plaatst alle apparaten in hun default positie. De effecten blijven actief (*). [DEFAULT] + [1 16] Zet alle apparaten van de gekozen groep in default. De effecten blijven actief (*). 69

70 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen [DEFAULT] + [1/17 16/32] of [DEFAULT] + [P&T] Plaatst het geselecteerde controle kanaal (1...32) van de reeds geselecteerde apparaten in de default. Handig om bijvoorbeeld alleen de kleur, de gobo of alleen de Pan/Tilt in default te plaatsen. De effecten blijven actief (*). [DEFAULT] + [P&T (presets)] of [DEFAULT] + [GOBO] of [DEFAULT] + [COLOR] Om Pan/Tilt, kleuren of gobo s van de reeds geselecteerde apparaten in default te plaatsen. De effecten blijven actief (*). Nota : Misschien wel verwarrend, maar er worden hier geen presets bedoeld. [DEFAULT] + [EFF] + [ALL] Zal alle effecten (behalve Pan/Tilt) van alle apparaten naar de default positie brengen (*). [DEFAULT] + [EFF] + [1 70] Brengt alle effecten van de geselecteerde apparaten (1...70) naar de default positie (*). [DEFAULT] + [EFF] + [1/17 16/32] Effecten op kanalen kunnen afzonderlijk worden stilgelegd door de [DEFAULT] toets samen met de [EFF] toets, samen met een kanaalnummer in te drukken. De effecten van de reeds geselecteerde apparaten zullen naar hun default positie (normaal effect stilleggen) gaan (*). (*) zie hoofdstuk effect generator [DEFAULT] + [EFF] + [P&T] Brengt de effecten, toegepast op Pan/Tilt, van op voorhand geselecteerde apparaten in default. {ERV} Default waarden aanpassen Standaard zijn de default waarden in de bibliotheek van het apparaat ingesteld. Voor eigen gebruik kunnen deze waarden echter naar wens aangepast worden. [EDIT] + [DEFAULT] Zal de default editor openen op het scherm: De nummers links zijn de apparaat nummers zoals ze in het grondplan voorkomen. Er kunnen nu apparaten gekozen worden en kanalen naar wens aangepast worden. Wenst men een apparaat terug in de originele defaultinstelling te plaatsen, druk dan [CLR] + [1...70] d.w.z. de CLR toets samen met een apparaat nummer. Om de ingestelde waarden te bewaren, druk de [DEFAULT] toets opnieuw. 70

71 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen 6.8 Manuele mode [MAN] We zullen later zien dat we de ingestelde controle kanalen in geheugens (geheugens of cuegeheugens) kunnen bewaren. Deze geheugens of cuegeheugens kunnen dan in een programma of cue lopen. Wanneer we echter aanpassingen willen maken of nieuwe (cue)geheugens willen aanmaken terwijl het programma loopt moet de manuele mode worden ingeschakeld. MANUELE MODE heeft de hoogste prioriteit. Elk kanaal dat in manuele mode wordt aangepast zal stoppen in het programma (cue). Daarom werd in het begin van dit hoofdstuk aangeraden de controller in manuele mode te plaatsen bij het uitvoeren van de voorbeelden in dit hoofdstuk. Met de [MAN] toets wordt de manuele mode aan- of uitgeschakeld. Wanneer veranderingen aan apparaat controle kanalen zijn aangebracht zullen deze kanalen dus de manuele veranderingen volgen en stoppen in de reeds geprogrammeerde cues (programma s). Wanneer de [MAN] mode terug wordt uitgeschakeld zullen de kanalen weer het programma volgen als ze daar terug opgeroepen worden. [CLR] + [MAN] + [1/17 16/32] Een controle kanaal dat manueel veranderd werd stopt dus in het programma en blijft de manuele actie volgen. Wil men echter dit controle kanaal terug volgens het programma laten lopen, maar de andere manueel ingestelde kanalen behouden, dan is dit mogelijk door de [CLR] toets samen met de [MAN] toets en het controle kanaal [1/17 16/32] te drukken. Deze actie verwijdert de manuele instelling van het kanaal.!! Let wel op, het manueel genomen kanaal dat terug gecleard werd moet terug opgeroepen worden in het cuememory of de sequence. Wanneer een actieve playback dit kanaal bevat, zal het kanaal dadelijk terug naar de waarde in de playback gaan. De manuele mode is belangrijk bij het programmeren. 6.9 Direct access Sommige kanalen zoals kleuren of gobo of..., zijn reeds op voorhand in de bibliotheek ingedeeld in gebieden om ze direkt toegankelijk te maken voor de gebruiker d.m.v. direct access (direkte toegang). [kies apparaten of groepen] [DIRECT ACCESS] + [1/17 16/32 (knipperende LED s)] Eerst moeten er apparaten gekozen worden. Wanneer dan [DIRECT ACCESS] samen met een knipperend controle kanaal [1/ /32] wordt gekozen, dan zal het direct access scherm geopend worden : 71

72 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen Dit is het voorbeeld van het kleurenkanaal van een PRO918. Met de toetsen [1...70] of via de trackerball kan nu een functie zoals kleur 3 (red) gekozen worden. [kies apparaten of groepen] [DIRECT ACCESS] [DIRECT ACCESS] Het direct access venster kan ook geopend blijven wanneer men 2 maal snel de toets [DIRECT ACCESS] drukt. Er kan nu tussen de verschillende controle kanalen gekozen worden zonder dat het venster zich telkens sluit. Om het venster terug te sluiten druk [ESC]. Opmerking : Sommige functies zoals reset, lamp on, lamp off kunnen alleen via direct access benaderd worden of door de [RESET], [LAMP ON] en [LAMP OFF] toetsen van de playbackwing (Pro1+, Pro2+ of extra wing). Wanneer het kanaal waarin zich de reset bevindt via de trackerball of via de digitale fader ingesteld wordt, dan zal de tekst kleur in het controle kanaal venster van wit naar blauw gaan wanneer een speciale functie ingesteld wordt. Dit betekent dat de speciale functie alleen door direct access ingesteld kan worden. Dit is een beveiliging tegen het per ongeluk oproepen van een speciale functie Selecties op de playbackwing Zoals reeds aangehaald bevatten de Pro1+, Pro2+ of extra playbackwing controllers enkele toetsenuitbreidingen. 3OD\EDFNZLQJ 72

73 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen [EVEN] of [ODD] Om uit een bestaande apparaatselectie alleen de even of oneven genummerde apparaten te selecteren. [LAMP ON] of [LAMP OFF] + [Kies apparaten of [ALL] ] Om de Lamp-On of Lamp-Off commando s te selecteren. Het is hier bijvoorbeeld mogelijk om alle apparaten samen een LAMP ON commando te geven ( [LAMP ON] + [ALL] ). In dit geval zal de software ervoor zorgen dat alle apparaten één voor één, met een tussenpause van 300 ms het lamp-on commando krijgen. Opmerking: Deze commando s kunnen macro s bevatten, die meerdere kanalen binnen een bepaalde tijd op verschillende waardes kunnen zetten. Dit is bijvoorbeeld nodig bij een Cyberlight of bij een MAC600 waar gedurende 5 sec het lamp off comando moet gegeven worden terwijl de CMY op 141 moet ingesteld worden. Dit werkt zelfs met het Lamp Off=OFF in het displaymenu van de MAC600. {ERV} 6.11 Absolute of relatieve kanaalinstellingen Wanneer kanalen van verschillende types apparaten gelijktijdig moeten veranderen, zijn er 2 instel mogelijkheden: 6 relatieve instelling t.o.v. elkaar 6 absolute instelling t.o.v. elkaar Bij relatieve instelling zal de verandering van 2 apparaten t.o.v. elkaar altijd gelijk blijven. Voorbeeld : Wanneer de ene 50 als Pan waarde heeft en de andere 100, en de pan wordt verhoogd met 100, dan zal de ene 150 en de andere 200 als resultaat hebben. Bij absolute instelling zal de kanaalwaarde van 2 apparaten altijd gelijk blijven. Vanaf het ogenblik dat een kanaal veranderd bij meerdere apparaten gelijktijdig in absolute mode, dan zal dat kanaal op alle apparaten dezelfde waarde hebben. Opmerking : De kanaalwaarden van verschillende apparaten in relatieve mode, zullen altijd relatief t.o.v. elkaar veranderen tot één apparaat zijn uiterste waarde (0 of 255) bereikt. Diegene die de uiterste waarde bereikt zal dan op deze waarde blijven, de anderen zullen relatief t.o.v. elkaar blijven bewegen. Gaat men nog verder tot alle apparaten de waarde 255 bereikt hebben, dan zullen de één na de ander stoppen. Gaat men nu terug naar 0 dan zal alles in omgekeerde volgorde gebeuren. Het apparaat dat eerst de waarde 255 bereikt had, zal als laatste wachten om terug te bewegen vermits de beweging relatief blijft. [ABS] Schakelt de absolute mode in of uit. 73

74 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen 6.12 De SOLO functie Wanneer met veel apparaten gewerkt wordt kan het soms handig zijn om de dimmer van 1 of slechts enkele apparaten te openen zodat bijvoorbeeld Pan/Tilt afstellingen veel eenvoudiger gemaakt kunnen worden. Een actieve SOLO functie zal alleen de dimmers openen van de geselecteerde apparaten. [Selecteer apparaten] [SOLO] De SOLO functie kan slechts geactiveerd worden wanneer de CUE-FADING en alle sequences NIET ACTIEF zijn (zie verder). 74

75 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen 6.13 Voorbeeld In dit voorbeeld zullen volgende instellingen gebeuren: - Onder submaster 1 worden alle scans (apparaten van fixture pagina 1) geplaatst. - Onder submaster 2 worden alle dimmers (apparaten van fixture pagina 2) geplaatst. - MAC600 worden gegroepeerd onder groep 1 - PRO918 worden gegroepeerd onder groep 2 - Beiden worden in default geplaatst - Op de MAC600 wordt kleur 3 gekozen en Pan/Tilt wordt veranderd - Op PRO918 en MAC600 wordt Pan/Tilt veranderd in relatieve en absolute mode Kies : [EDIT] (uit Cue) + [S1] Om de edit mode van sub-master 1 te openen. Kies : [1] + [35] (uit (1...70)) Om de apparaten 1 t.e.m. 35 te kiezen (alle scans) Kies : [S1] Om sub-master 1 te bewaren. Kies : [FIXT. PgDn] Om naar fixture pagina 2 (dimmers) te gaan. Plaats nu alle dimmers (ook de fresnels) onder sub master 2. Schuif beide sub-masters volledig open. (Let op: de grand-master moet ook geopend zijn) Kies : [MAN] om de controller in manuele mode te plaatsen. Wanneer gewerkt wordt met de voorbeeld show, kunnen op de achtergrond reeds cuememories (programma s) actief zijn. Vermits de manuele mode de hoogste voorrang heeft is het beter deze in te schakelen. Kies : [VALUES] (tot het digital memory-values scherm opent) Om de ingestelde waardes te zien. Kies : [FIXTURE PgUp] Om terug naar de scan pagina te gaan. Kies : [1] + [6] (uit (1...70)) Om de apparaten 1 t.e.m. 6 te kiezen (MAC600) Kies : [STORE] + [1] (uit Groups/Cuepages) Om de MAC600 in groep 1 te bewaren. Kies : [CLR] (uit Fixtures/Cues/Presets) Om alle apparaten te deselecteren Kies : [7] + [10] (uit (1...70)) Om de apparaten 7 t.e.m. 10 te kiezen (PRO918) 75

76 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Apparaten en controle kanalen Kies : [STORE] + [2] (uit Groups/Cuepages) Om de PRO918 in groep 2 te bewaren. Kies : [CLR] (uit Fixtures/Cues/Presets) Om alle apparaten te deselecteren Kies : [1] [2] (uit Groups/Cuepages) Om beide groepen te selecteren. Kies : [DEFAULT] [DEFAULT] (2x snel achter elkaar) Om alle geselecteerde apparaten in default te plaatsen. Ze zullen nu allemaal wit open staan. (In de voorbeeld show staan de dimmers van alle apparaten dicht omdat hier de default waarden aangepast werden.) Kies : [CLR] (uit Fixtures/Cues/Presets) Om alle apparaten te deselecteren. Kies : [1] (uit Groups/Cuepages) Om alle MAC600 te kiezen. Kies : [DIRECT ACCESS] + [6/22] (en houd direct access ingedrukt) Om de direct access functie van het kleuren kanaal te kiezen. Kies : [4] (uit Fixtures/Cues/Presets) (en laat alle toetsen los) Om kleur 3 te kiezen. De direct access kan ook gekozen worden door [DIRECT ACCESS] [DIRECT ACCESS] (2x snel achter elkaar) [6/22] [4] of kies via de trackerball color3 [ESC] (alle toetsen worden hier achter elkaar ingedrukt, zonder 2 toetsen gelijktijdig in te drukken). Kies : [P&T] (uit Control Channels) en beweeg de trackerball (trackerball moet ingeschakeld zijn). Om Pan/Tilt van de MAC600 te veranderen Kies : [2] (uit Groups/Cuepages) Om ook alle PRO918 te kiezen. Beweeg de trackerball De Pan/Tilt waardes van de MAC600 en PRO918 zijn verschillend vermits in de vorige stap de Pan/Tilt van de MAC600 alleen veranderd werd, maar ze bewegen relatief t.o.v. elkaar. {ERV} Kies : [ABS] Om de absolute mode te selecteren. Beweeg de trackerball Let hierbij op de Pan/Tilt waarden, ze zullen nu gelijk zijn voor alle apparaten vermits de absolute instelling gekozen is. 76

77 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Effect Generator 7. Hoofdstuk 7: Effect generator 6HWXS )L[WXUHV '0; $GGUHVVHV DQG 6WDJH 3ODQ $GMXVW )L[WXUH &RQWURO FKDQQHOV $GMXVW (IIHFW *HQHUDWRU FKDQQHOV 0DNH 3DQ7LOW *RER &RORU DQG (IIHFW *HQHUDWRU 3UHVHWV 7LPLQJV 0DNH 0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK &XH0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK 3OD\EDFNV 0DNH &XHV ZLWK 6HTXHQFHV FKDVHUV 5XQ WKH 6KRZ 0DNH 7LPH&RGH 6KRZ 77

78 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Effect Generator Wanneer met het voorbeeld, de show MANUAL72 gewerkt wordt, selecteer eerst de toets [MAN]. 7.1 Algemeen Op elk kanaal van elk apparaat kan een effect gestart worden. Eigenlijk wordt aan elk apparaat kanaal een aantal effect generator kanalen toegevoegd. [EFF] Geeft de effect generator kanalen weer voor een geselecteerd controle kanaal. Wanneer een controle kanaal vb. Gobo geselecteerd werd en de toets [EFF] wordt ingedrukt, dan zullen de normale apparaat controle kanalen vervangen worden door effect controle kanalen. Deze effect controle kanalen worden op dezelfde manier behandeld als apparaat controle kanalen. Om terug te keren naar de apparaat controle kanalen moet de [EFF] toets opnieuw gedrukt worden. [1/17] [10/26] Wanneer de effect generator geopend is kan met deze toetsen het effect kanaal gekozen worden. Het kan nu ingesteld worden zoals de gewone controle kanalen. 7.2 Effect generator op niet Pan/Tilt kanalen. [Kies een niet Pan/Tilt kanaal] [EFF] Het controle kanaal venster zal vervangen worden door het effect controle kanaal venster. Bij niet Pan/Tilt kanalen zal dit venster bestaan uit 7 kanalen: 1 Het apparaat controle kanaal zelf: vb. Gobo kanaal 2 Swing 3 Speed 4 Mode 5 Delay 6 Shift 7 Wait Kanaal 1 Het eerste controle kanaal is niets meer dan het apparaat controle kanaal zelf. Wanneer de effect generator bijvoorbeeld geopend werd op het gobo kanaal, dan stelt dit eerste kanaal het gobo kanaal voor. Dit eerste kanaal stelt het middelpunt in waarrond het effect zal draaien. 78

79 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Effect Generator Swing Dit kanaal stelt de grootte van het effect in rond het middelpunt via kanaal 1 ingesteld. Channel 1 value 255 value Swing x 2 Effect display 0 speed Time Channel 1 value 255 Effect display value Swing x 2 0 Time Hoe groot de swing kan zijn is afhankelijk van de ingestelde waarde (value op de figuur) van kanaal 1. Wanneer de swing te groot is kan het zijn dat de kanaal waarde boven waarde 255 of onder waarde 0 uitkomt. Dit wordt op het effect display aangeduid door een grijs gebied. In werkelijkheid blijft kanaal 1 dan een tijdje (afhankelijk van de speed) op de minimale (0) of maximale waarde (255) staan. Wanneer de waardes binnen het gebied 0 tot 255 blijven zal het punt in het effect display in het blauwe gebied blijven. Voorbeeld : Selecteer een MAC600 en selecteer kanaal 2 (dimmer). Druk [EFF] om de effect generator to openen. Met kanaal 1 kan het middelpunt van de dimmer ingesteld worden. Stel een swing in en geef een snelheid (kanaal 3 speed). Wanneer de swing te groot gekozen werd zal de dimming boven 255 of onder 0 uitkomen. Op het effect display wordt dit aangeduid door een punt dat in het grijze gebied komt. U kan nu spelen met kanaal 1 en de swing zodat het punt in het blauwe gebied blijft. Soms kan het echter de bedoeling zijn dat een kanaal in het grijze gebied komt (langer op zijn max. of min. blijft). Hierdoor kan men een soort ON/OFF effect maken tussen de maximum en minimum waarde Speed Dit kanaal regelt de snelheid van het effect. Een waarde 0 stopt het effect. Om het effect echter volledig uit te schakelen moet ook de swing op 0 ingesteld worden. 79

80 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Effect Generator {ERV} De delay Wanneer eenzelfde effect op meerdere apparaten gelijktijdig gelanceerd wordt, dan zal het effect op alle apparaten in fase zijn, dwz dat het effect gelijk is op alle apparaten. Met de delay parameter kan een faseverschuiving gecreëerd worden tussen meerdere apparaten. De waarde geeft altijd de verschuiving aan t.o.v. 0. Channel 1 value 255 FIXTURE 1 value Channel 1 value Delay FIXTURE 2 Time value 0 Time Voorbeeld: Start een effect op het gobo kanaal van de 4 PRO918s gelijktijdig. Geeft de eerste een delay van 0, de tweede 45, de derde 90 en de vierde 135. {ERV} De shift Een shift is een delay of faseverschuiving van 360. Op zichzelf heeft een shift weinig effect, daar een faseverschuiving van 360 weinig zin heeft. Gecombineerd met de WAIT heeft de shift wel nut. {ERV} De wait De wait wordt gebruikt om het effect gedurende een korte periode te stoppen. Wanneer het effect stopt, wacht het op de waarde ingesteld via kanaal 1. Wanneer we een step functie willen maken over meerdere apparaten is de combinatie wait en shift nodig. 80

81 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Effect Generator WAIT value FIXTURE 1 SHIFT=1 WAIT value FIXTURE 2 SHIFT=2 WAIT value FIXTURE 3 In dit voorbeeld wordt een step gemaakt over 3 apparaten. 6 apparaat 1 : shift = 0 en wait 6 apparaat 2 : shift = 1 en dezelfde wait als 1 6 apparaat 3 : shift = 2 en dezelfde wait als 1 Wanneer op apparaat 1 de eerste cyclus van de fading afgelopen is, begint apparaat 2 met de fading. Apparaat 1 en 3 blijven intussen wachten op hun middelpunt (kanaal 1 waarde). Als de fading op apparaat 2 afgelopen is begint apparaat 3. Daarna begint alles terug opnieuw. Dit wordt een step functie genoemd. Opmerking : De delay, shift en waittijden kunnen automatisch door de controller berekend worden wanneer gebruik gemaakt wordt van de direct access functie op de effect generator kanalen. 81

82 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Effect Generator 7.3 Direct access op effect generator kanalen. De direct access functie kan gebruikt worden op kanalen 4 (mode), 5 (delay) en 6 (shift) Mode De mode parameter wordt gebruikt om de fade mode en de richting van het effect te selecteren. [DIRECT ACCESS] + [4/20] Zal volgend scherm openen: " # $ % & ' ( ) * "! "" "# 1 Fading boven en onder het via kanaal 1 ingestelde middelpunt 2 Fading boven en onder het via kanaal 1 ingestelde middelpunt (richting omgekeerd) 3 Fading alleen boven het via kanaal 1 ingestelde middelpunt 4 Fading alleen boven het via kanaal 1 ingestelde middelpunt (richting omgekeerd) 5 Fading alleen onder het via kanaal 1 ingestelde middelpunt 6 Fading alleen onder het via kanaal 1 ingestelde middelpunt (richting omgekeerd) 7 Step boven en onder het via kanaal 1 ingestelde middelpunt 8 Step boven en onder het via kanaal 1 ingestelde middelpunt (richting omgekeerd) 9 Step alleen boven het via kanaal 1 ingestelde middelpunt 10 Step alleen boven het via kanaal 1 ingestelde middelpunt (richting omgekeerd) 11 Step alleen onder het via kanaal 1 ingestelde middelpunt 12 Step alleen onder het via kanaal 1 ingestelde middelpunt (richting omgekeerd) {ERV} Nota : Functies 9, 10, 11 en 12 zijn niet bruikbaar als de wait tijd op nul staat. WAIT = 0 WAIT value Als de wait = 0 zal de step zo snel gebeuren dat deze niet zichtbaar is. 82

83 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Effect Generator Delay Een direct access op het delay kanaal geeft de mogelijkheid om wave effecten te spreiden over meerdere apparaten. [Selecteer meerdere apparaten samen] [Selecteer een controle kanaal] [EFF] [Stel swing en speed in] [DIRECT ACCES] + [5/21] [selecteer een wave per x] Voorbeeld : Stel dat we een dimmerwave willen maken over de volgende apparaten : 6 x MAC600 en 11 x MAC300. Dan selecteren we al deze apparaten samen, we kiezen het dimmerkanaal en openen de effect generator. We stellen het middelpunt van de dimmer in en geven een swing en een speed. Dan selecteren we de direct access op kanaal 5/21 en we kiezen wave per 17 vermits we 17 apparaten geselecteerd hebben. We krijgen nu een vloeiende dimmerwave over alle apparaten Shift Een direct access op het shift kanaal geeft de mogelijkheid om step effecten te spreiden over meerdere apparaten. Bij een step effect zal de fading van een apparaat wachten tot de fading op het vorige apparaat afgelopen is. Voorbeeld : We herhalen vorig voorbeeld, maar dan met een direct access op kanaal 6/22. Het resultaat is dat we een dimmer step-fading krijgen waarbij elk apparaat wacht tot de fading op het vorige apparaat afgelopen is. 7.4 Effect generator op Pan/Tilt kanalen Op Pan of Tilt kanalen geeft de effect generator de mogelijkheid om snel bewegingen zoals cirkels, polygonen, vierkanten... uit te voeren. Hiervoor worden 10 kanalen toegevoegd aan het apparaat: 1 X-swing 2 Y-swing 3 speed 4 mode 5 figure1 6 figure2 7 rotate 8 delay 9 shift 10 wait [Selecteer een Pan/Tilt kanaal of selecteer [P&T]] [EFF] De kanalen speed, delay, shift en wait hebben dezelfde functie als op niet Pan/Tilt kanalen. Anders dan bij niet Pan/Tilt kanalen wordt het middelpunt hier niet afgebeeld op kanaal 1, maar wordt het middelpunt bepaald door de Pan/Tilt instelling. 83

84 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Effect Generator X-swing en Y-swing Met de X en Y-swing kanalen worden de breedte en hoogte van de beweging ingesteld. Wanneer bijvoorbeeld een cirkel beweging gekozen wordt kan de breedte en hoogte hiervan worden ingesteld. Zo kan men van de cirkelbeweging een elliptische beweging maken. Opmerking : Wanneer met moving head apparaten gewerkt wordt zoals Mac600, MAC500, MAC300, MAC250 of MiniMac, is het onmogelijk om een cirkelbeweging te maken wanneer de kop vertikaal staat. Een cirkelbeweging in deze stand resulteert in een 8 beweging Mode De mode functie op Pan/Tilt kanalen heeft slechts 2 functies: 6 Voorwaartse beweging 6 Achterwaartse beweging Figure1 en Figure2 Deze kanalen worden best met de direct access functie geselecteerd. Figure1 : Deze functie geeft directe toegang tot allerhande lissajous figuren als lijnbeweging, cirkelbeweging, paraboolbeweging... Figure2 : Deze functie geeft directe toegang tot geometrische figuren als vierkant, driehoek... 84

85 0$& 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Effect Generator {ERV} Rotate Hiermee wordt de beweging over een x aantal graden gedraaid. Wanneer dit kanaal via direct access wordt benaderd kan men de rotatie spreiden over meerdere apparaten. Voorbeeld : Nemen we alle MAC600 (6 x) en we selecteren een lijnbeweging. We geven een x en y swing en een snelheid. Dan kiezen we direct access op kanaal 7/23 en we selecteren ROTATE PER 6. Volgende tekening toont het resultaat. 0$& 0$& 0$& 0$& 0$& {ERV} 7.5 Synchronisatie van effecten Effecten op verschillende kanalen kunnen met elkaar gesynchroniseerd worden. Hiervoor bestaat slechts één regel : Speed, en wait moeten voor de te synchroniseren effecten hetzelfde (zelfde waarde) zijn. Voorbeeld : We willen een dimmer effect synchroniseren met een op- en neergaande beweging van Pan/Tilt. Hiervoor maken we het dimmer effect en het Pan/Tilt effect en we zorgen ervoor dat de waardes voor speed en wait dezelfde zijn voor zowel het dimmer effect als voor het Pan/Tilt effect. 7.6 Effect Marco s of Effect Wizzard Effect macro s zijn reeds voorgeprogrammeerde gecombineerde en gesynchroniseerde effecten. Bovendien is er de mogelijkheid deze effect macro s te spreiden over meerdere apparaten. [SHIFT] + [EFF] De combinatie van de [SHIFT] en [EFF] toets opent een selectiescherm waaruit de verschillende effecten kunnen gekozen worden : Effecten alleen toepasbaar op RGB (CMY) apparaten: Effecten 1 tot 14 zijn alleen toepasbaar op RGB apparaten. Hiermee kunnen verschillende kleureneffecten worden opgeroepen zoals Rainbow effect (doorlopen van het kleurenspectrum), Green/Red effect (rood groen overgangen)... Effectencombinaties met Pan/Tilt zoals Pan/Tilt-fall dimmer (dimmer gecombineerd met Pan/Tilt beweging, Pan/Tilt-fall+dimmer+iris... Effectencombinaties van dimmer zoals Dimmer-wave (wave van dimmers), dimmer-bump... Apparaat afhankelijke effecten zoals vb voor de MAC500 of voor PAL s. 85

86 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Effect Generator Voorbeeld : We willen met de PRO918s een op en neergaande beweging maken waarbij de dimmer aangaat bij het neergaan en terug uitgaat bij het omhoog gaan. Daarna willen we dit effect spreiden over alle apparaten waardoor één vloeiende wave-beweging ontstaat. 7.7 Stoppen van effecten Selecteer alle PRO918s en druk [SHIFT] + [EFF]. Selecteer functie [19] (P/T-FALL DIMMER). Alle apparaten zullen nu reeds de op en neer gaande beweging maken samen met de dimmer functie. De spreiding over alle apparaten kan nu gekozen worden door de [NEXT] toets te drukken en een Wave per 4 (4 PRO918s) te kiezen. Probeer nu het volgende eens : Verlaat de effect-macro s met [ESC] (het effect zal blijven draaien), en selecteer [P&T] [EFF] om de effect generator van Pan/Tilt te wijzigen. Verander nu de Rotate parameter. Zoals reeds uitgelegd, kan een effect gestopt worden door het betreffende kanaal te nemen (waarop het effect draait), en de speed en de swing op 0 te zetten. Wanneer men een apparaat in default plaatst, zullen alle effecten behalve het Pan/Tilt effect stoppen. Om het Pan/Tilt effect te stoppen kies eerst de apparaten waarop het Pan/Tilt effect moet gestopt worden en druk dan [DEFAULT] + [EFF] + [P&T]. Stel dat op alle apparaten een effect draait op verschillende kanalen en op Pan/Tilt. Om alle effecten te stoppen doet men het volgende : [DEFAULT] + [EFF] + [ALL] stopt alle effecten, behalve op Pan/Tilt, op alle apparaten. [ALL] [DEFAULT] + [EFF] + [P&T] om de Pan/Tilt effecten op alle apparaten te stoppen. 86

87 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Presets 8. Hoofdstuk 8: Presets 6HWXS )L[WXUHV '0; $GGUHVVHV DQG 6WDJH 3ODQ $GMXVW )L[WXUH &RQWURO FKDQQHOV $GMXVW (IIHFW *HQHUDWRU FKDQQHOV 0DNH 3DQ7LOW *RER &RORU DQG (IIHFW *HQHUDWRU 3UHVHWV 7LPLQJV 0DNH 0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK &XH0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK 3OD\EDFNV 0DNH &XHV ZLWK 6HTXHQFHV FKDVHUV 5XQ WKH 6KRZ 0DNH 7LPH&RGH 6KRZ 87

88 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Presets 6725(35(6(7 $GMXVW &RQWURO &KDQQHOV RI IL[WXUHV &$//35(6(7 6HOHFW IL[WXUHV 3UHVV >3 RU RU RU 3UHVV >3 RU RU RU 02',)<35(6(7 &DOO 3UHVHW WR PRGLI\ $GMXVW &RQWURO &KDQQHOV RI IL[WXUHV 6HOHFW DOO PRGLILHG IL[WXUHV 3UHVV >3 RU RU RU Presets zijn een belangrijk onderdeel van de programmatie. Een show kan natuurlijk geprogrammeerd worden zonder gebruik te maken van presets, doch even tijd nemen om presets te maken kan zeer veel tijd besparen in de rest van de programmatie. 88

89 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Presets 8.1 Presets algemeen Op de controller kunnen in totaal 280 presets geprogrammeerd worden: - 70 Pan/Tilt presets - 70 Gobo presets - 70 Color presets - 70 Effect generator presets Deze presets kunnen apart per apparaat opgeroepen worden, zodat combinaties van presets gemaakt kunnen worden. Zo is het mogelijk om bijvoorbeeld Pan/Tilt preset 1 voor de ene MAC600 te combineren met Pan/Tilt preset 2 voor de andere terwijl beide presets gemaakt werden voor alle apparaten samen. De mogelijkheid bestaat ook om in elke preset functie bijkomende sub-functies te laden of niet. Deze sub-functies kunnen per preset apart aan of uit gezet worden. Het is bijvoorbeeld mogelijk om ook de focus bij Pan/Tilt presets op te halen, of alleen kleurenwiel 1 op te halen voor apparaten met meerdere kleurenwielen. De sub-functies van: - Pan/Tilt presets bestaan uit: o Pan/Tilt o Focus o Dimmer - Gobo presets bestaan uit: o Gobowiel 1 o Gobowiel 2 o Gobowiel 3 o Gobowiel 4 o Gobo parameters als speed o Knifes (PAL) o Knife parameters (PAL) o Effectenwiel 1 (vb. Cyberlight) o Effectenwiel 2 o Effectenwiel 3 o Iris o Zoom o Focus o Frost o Prisma - Color presets bestaan uit: o Kleurenwiel 1 o Kleurenwiel 2 o Kleurenwiel 3 o Kleurenwiel 4 o Kleuren parameters als speed o RGB o Dimmer - Effect presets bestaan uit: o Pan/Tilt effect parameters o Gobo effect parameters o Kleuren effect parameters o Effect effect parameters o Iris effect parameters o Zoom effect parameters 89

90 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Presets 8.2 Presets opslaan o Focus effect parameters o Dimmer effect parameters Zeer belangrijk : Bij het opslaan van presets worden altijd de waardes van alle apparaten opgeslagen of ze geselecteerd werden of niet. Ook zullen altijd de bijkomende sub-functies bewaard worden. Wanneer alleen de MAC600 een juiste Pan/Tilt instelling hadden en de PRO918 nog niet, zullen de waardes van de PRO918 ook opgeslagen worden bij het bewaren van de preset. Hierbij zal ook dimmer en focus bewaard worden. Bij het ophalen echter kan men de apparaten en sub-functies kiezen per bewaarde preset. [Stel apparaatkanalen in] [STORE] + [P&T] + [1 70] [Geef presetnaam] [RET] Wil men presets opslaan, dan moet men eerst de apparaten instellen. Wanneer bijvoorbeeld alle apparaten naar één punt gericht worden kunnen deze Pan/Tilt waarden in een Pan/Tilt preset bewaard worden door samen de [STORE], [P&T] en een nummer uit de [1 70] matrix te drukken. Het systeem zal nu een naam vragen voor deze preset. Geef de naam in en druk [RET]. [Stel apparaatkanalen in] [STORE] + [GOBO] + [1 70] [Geef presetnaam] [RET] [Stel apparaatkanalen in] [STORE] + [COLOR] + [1 70] [Geef presetnaam] [RET] [Stel apparaatkanalen in] [STORE] + [EFF] + [1 70] [Geef presetnaam] [RET] Dezelfde procedure wordt gebruikt bij het bewaren van Gobo, kleuren of effect presets. Voorbeeld : We maken de eerste 2 Pan/Tilt-presets van de show Manual, preset HOME (alles naar onder gericht) en preset CENTER (alles naar het midden gericht). - We nemen alle apparaten en starten vanuit de DEFAULT positie. Wanneer de dimmer van alle apparaten wordt opengezet (de default werd gewijzigd zodat alle dimmers dicht staan), zien we dat de meeste apparaten reeds naar onder gericht staan, alleen de MAC300s moeten in Pan/Tilt nog aangepast worden. Deze preset wordt als volgt bewaard [STORE] + [P&T] + [1] [Geef presetnaam HOME in] [RET] - Om preset 2 te maken wordt best met de SOLO functie gewerkt. Alle apparaten moeten naar het midden gericht worden. 90

91 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Presets 8.3 Presets ophalen De presets worden alleen opgehaald voor de geselecteerde apparaten. [Kies apparaten] [P&T] + [1 70] Wanneer [P&T] (presets) samen met een knipperend nummer uit de 1 70 matrix gedrukt wordt zal de preset opgehaald worden voor de apparaten die geselecteerd staan. Wanneer één van de preset functies (P&T, gobo, color of eff) geselecteerd wordt zullen op het scherm automatisch de preset namen getoond worden en zullen de LED s van de 1 70 toetsenmatrix oranje knipperen voor de presets die reeds bewaard werden. [Kies apparaten] [GOBO] + [1 70] [Kies apparaten] [COLOR] + [1 70] [Kies apparaten] [EFF] + [1 70] Om de gobo-, kleuren- of effect presets op te halen. Voorbeeld : Om aan te tonen dat combinaties van presets mogelijk zijn, worden voor alle MAC600s preset 1 opgehaald en voor alle PRO918s preset 2. - Selecteer de SOLO functie en neem groep 1 (MAC600). Selecteer Preset 1. - Deselecteer groep 1 en selecteer groep 2 (PRO918). Selecteer Preset 2. - Deactiveer de SOLO functie. Wanneer je het value scherm opent [VALUES] (digital memory-values) zal je zien dat de digitale waarden nu vervangen zijn door presetnummers. Voor kleurenpreset 2 staat bijvoorbeeld Algemeen : C xx : Kleurenpreset P xx : Pan/Tilt preset G xx : Gobopreset F xx : Effectenpreset 8.4 Wissen en wijzigen van presets 3" [CLR] (presets) + [P&T of GOBO of COLOR of EFF] + [1 70] Wanneer de [CLR] toets (presets) samen met een presetfunctie (P&T, gobo, color of eff), en een nummer (1 70) uit de matrix gedrukt wordt, wordt de gekozen preset verwijderd. Nota : Wanneer een preset gewist wordt die reeds in een geheugen (zie later) gebruikt werd, dan zal het presetnummer nog wel in het geheugen blijven staan, maar heeft hier geen waarde of functie d.w.z. bij het ophalen van dit geheugen zal de waarde van die presetfunctie niets wijzigen. 91

92 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Presets [Kies apparaten] [Stel apparaatkanalen in] [MOD] (presets) + [P&T of GOBO of COLOR of EFF] + [1 70] Wanneer een preset gewijzigd moet worden, moeten eerst de apparaten gekozen worden, de kanalen gewijzigd voor deze worden opgeslagen. Alleen de wijzigingen van de geselecteerde apparaten worden opgeslagen, wat logisch is, anders zullen alle apparaten gewijzigd worden en moet men de preset terug opnieuw instellen. Stel dat men éénzelfde show op verschillende locaties moet draaien, dan zal het in veel gevallen voorkomen dat de positie van de apparaten lichtjes wijzigt tov de originele show. Wanneer alles nu met presets geprogrammeerd werd is het veel eenvoudiger om de Pan/Tilt presets te wijzigen dan alle cuegeheugens (2.000) of geheugens (4.000) te gaan nakijken. Hiervoor roep je gewoon alle presets even op en je wijzigt de Pan/Tilt posities. Moet je de Pan/Tilt posities van alle apparaten wijzigen dan kan je STORE of MOD gebruiken. Zijn slechts enkele apparaten af te regelen, dan gebruik je MOD. De MOD (modify) functie wordt echter meer gebruikt om afwijkende posities tijdens het opvoeren van de show zelf te wijzigen. Je kan tijdens de uitvoering natuurlijk niet de preset even oproepen om deze te wijzigen, maar je kan wel een positie van één apparaat even bijregelen om deze via de MOD te bewaren zonder de andere apparaten in deze preset te wijzigen. 92

93 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Presets 8.5 Preset loadselectie We hebben reeds aangehaald dat de presets niet alleen Pan/Tilt, gobo, kleur of effect waarden kan bevatten, maar ook zoom, iris, focus enz Per presetnummer kan men bepalen wat wel of wat niet opgehaald moet worden. [EDIT] (cues) + [P&T of GOBO of COLOR of EFF] (presets) Wanneer [EDIT] (toets uit cues) samen met één van de preset functies gekozen wordt, dan zal volgend scherm openen: De cijfers links stellen de preset nummers voor. Met de [PgUp] of [PgDn] toetsen kan men presets 1 tot 35 of 36 tot 70 zien. De cijfers verticaal stellen de sub-functies voor. Welke sub-functie bij welke waarde hoort kan men vinden in het venster erboven (control channels). In dit voorbeeld wordt bij preset 1 tot 7, alleen gobowiel 1 opgehaald bij het ophalen van de preset. In preset 9 wordt alles opgehaald, in preset 10 en 20 alleen de focus opgehaald (een gobo preset wordt in dit geval een focus preset). Bij het bewaren van een preset worden alle sub-functies bewaard, bij het ophalen echter worden alleen die sub-functies die in de tabel aangegeven zijn, opgehaald. Wanneer dit venster geopend is zullen de LED s (1 70) van de geprogrammeerde presets ROOD oplichten. [Selecteer preset(s) (1 70)] [Zet sub-functie(s) aan/uit (1 16)] Selecteer de presets waarvan de loadselectie moet gewijzigd worden (gewoon in de toetsenmatrix de presetnummers kiezen tot de LED s uit zijn), en schakel de sub-functies aan of uit met toetsen (1 16 control channels). [Selecteer geopende presetfunctie om te bewaren P&T of GOBO of COLOR of EFF] Wanneer de wijzigingen aangebracht zijn kunnen we het geheel bewaren door terug de [presetfunctie] te selecteren waarmee het scherm geopend werd. 93

94 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Presets 8.6 Samenvatting In dit hoofdstuk werd gesproken over het nut van presets. Velen slaan deze stap over voor kleine éénmalige shows, maar wanneer je éénmaal presets geprogrammeerd hebt, zal de rest van de programmatie veel vlotter verlopen. Presets bewaren van alle apparaten: [Stel apparaatkanalen in] [STORE] + [Presetfunctie] + [1 70] Presets oproepen van de geselecteerde apparaten: [Kies apparaten] [Presetfunctie] + [1 70] Presets verwijderen van alle apparaten: [CLR] + [Presetfunctie] + [1 70] Presets wijzigen van de geselecteerde apparaten: [Kies apparaten] [Stel apparaatkanalen in] [MOD] + [Presetfunctie] + [1 70] Preset loadselectie wijzigen: [EDIT] + [Presetfunctie1] [Selecteer preset(s) (1 70)] [zet sub-functie(s) aan/uit (1 16)] [Presetfunctie1] 94

95 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens 9. Hoofdstuk 9: Cuegeheugens 6HWXS )L[WXUHV '0; $GGUHVVHV DQG 6WDJH 3ODQ $GMXVW )L[WXUH &RQWURO FKDQQHOV $GMXVW (IIHFW *HQHUDWRU FKDQQHOV 0DNH 3DQ7LOW *RER &RORU DQG (IIHFW *HQHUDWRU 3UHVHWV 7LPLQJV 0DNH 0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK &XH0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK 3OD\EDFNV 0DNH &XHV ZLWK 6HTXHQFHV FKDVHUV 5XQ WKH 6KRZ 0DNH 7LPH&RGH 6KRZ 95

96 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens $FWLYDWLQJ &8(6 *R WR &8( PRGH 6HOHFW &8(3$*( 6HOHFW &8( (keypad) *HWWLQJ YDOXHV RI FXHPHPRULHV ZLWK DXWRORDG 21 *HWWLQJ YDOXHV RI FXHPHPRULHV ZLWK DXWRORDG 2)) *R WR &8( PRGH >&8(@ >*(7@ >&8(@ 6HOHFW &8(3$*( >@ 6HOHFW &8( >@ >@ > (keypad)@ >5(7@ 6HOHFW &8(3$*( >@ 6HOHFW &8( >@ > (keypad)@ 0DNLQJ FXHPHPRULHV ZLWK DXWRORDG 21 0DNLQJ FXHPHPRULHV ZLWK DXWRORDG 2)) 6HOHFW D HPSW\ &8( &OHDU XQZDQWHG FKDQQHOV 6HOHFW )L[WXUHV $GMXVW &RQWURO &KDQQHOV DQGRU (IIHFW &KDQQHOV &DOO 3UHVHWV 6HOHFW )L[WXUHV $GMXVW &RQWURO &KDQQHOV DQGRU (IIHFW &KDQQHOV &DOO 3UHVHWV 3UHVV >72@ >5(7@ >5(7@ 3UHVV >72@ >&8(@ >6HOHFW &8(@ >5(7@ >5(7@ 96

97 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens BELANGRIJK : Instellingen voor het volgen van de voorbeelden : - Voor gestart wordt met de programmatie van cuegeheugens moet de startinstelling van de controller nagekeken worden. Druk hiervoor [SETUP] gedurende 2 sec. en kies optie [2] (show settings). Daal nu met de knipperende pijltjes toetsen af in het menu tot de optie AUTOLOAD CUEMEM. Druk de [EDIT] toets tot ON verschijnt en druk [RET] om te bewaren. - Zet de CUEFADING parameter op OFF. Druk hiervoor [CUE] + [ON] tot het rode vierkantje, achter cuefading links op het scherm, zwart is. 9.1 Cues Wat zijn CUEs? Een cue bestaat uit: - 1 Cuegeheugen of cuememory - 4 Sequences (chasers) - 42 Playbacks &8( MEMORIES PLAYBACK SEQ UENCE (chaser) A B C D CUE MEMORY Het systeem kan tot cues bevatten (16 pagina s van 70 cues + 9 point cues tussen elke 2 hoofd cues). Van deze cues kunnen er voorzien worden van een cuegeheugen. Deze cuegeheugens zijn zeer snel op te roepen door de toetsen 1 70 in de matrix. 9.2 Cues activeren We hebben reeds gezien dat de toetsen matrix 1 70 veelvuldig gebruikt wordt. 97

98 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens [Fixture PgUp] of [Fixture PgDn] Fixture mode: - Deze wordt geactiveerd door de toetsen [Fixture PgUp] of [Fixture PgDn] te drukken. - De toetsen matrix (1 70) stellen in deze mode apparaten voor. [Direct Access] [Direct Access] [1/17 16/32] of [P&T] Direct access mode: - Hier stelt de toetsen matrix (1 70) de kanaal keuze van de directe toegang voor. [P&T] (presets) of [GOBO] of [COLOR] of [EFF] (presets) Preset mode: - De toetsen matrix (1 70) stelt nu de presets voor. [CUE] Cue mode: Wanneer we de toets [CUE] indrukken, zal de toetsenmatrix (1 70) de cues voorstellen. Als er nog niets geprogrammeerd is, zal alleen toets [1] groen oplichten. Zijn er wel reeds cues geprogrammeerd dan zullen deze rood of oranje (wanneer er enkel point cues in de cue geprogrammeerd zijn) oplichten. De actieve cue is dan groen. Kiezen we in de toetsen matrix (1 70) een cijfer, dan roepen we een hoofd cue op. Op het keypad zal toets [0] knipperen. Dit zijn de point cues. Point cues zijn tussenvoegingen tussen 2 hoofd cues. Willen we Cue 5.7 activeren, dan drukken we [5] (1 70) en daarna [7] (keypad). Op het scherm links zal dit als volgt aangeduid worden: PAGE 1 CUE 5.7 REL 5.7 [1 16] (Groups/Cuepages) Per pagina hebben we dus 70 hoofd cues en tussen elke 2 hoofd cues 9 point cues. Om de cuepagina te wisselen kiezen we een pagina [1 16] uit de Groups/Cuepages toetsen. Wanneer we in Fixtures mode stonden stellen de toetsen (1 16) de apparaat groepen voor. Staan we echter in Cue mode, dan stellen deze toetsen de cue pagina s voor. Wanneer Cue 60.2 op cue pagina 2 moet geactiveerd worden, dan selecteren we eerst Cue pagina [2] (Groups/Cuepages) en dan [60] (1 70) [2] (Keypad). Op het scherm wordt dit aangeduid: PAGE 2 CUE 60.2 REL Algemeen om een cue te activeren : ( [1 16] ) [1 70] ( [0 9] ) 98

99 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens {ERV} REL betekent de Relatieve Cue De optelling wordt gemaakt relatief vanaf cue 1.0 Pagina 1. Cue 60.2 Pagina 2 wordt relatief : 70 (cue s van pagina 1) + 60 (cue s van pagina 2) = 130, dan point cue 2 geeft [CUE] + [nummer] [.] [cijfer] (keypad) [RET] {ERV} Willen we de cue relatief oproepen dan drukken we [CUE] (we houden deze in en we geven het relatief nummer in via het keypad gevolgd door [RET]. Voorbeeld: Cue Rel kunnen we oproepen als [CUE] + [1] [3] [5] [.] [3] [RET]. Opmerking : Wanneer een point cue op de gewone manier geactiveerd wordt, zal bij het selecteren eerst de hoofd cue opgeroepen en geactiveerd worden, dan, na selectie via het keypad, de point cue. Willen we vermijden dat de hoofd cue ook opgeroepen wordt, dan moeten we hem relatief activeren. Er bestaat nog een tweede methode om te vermijden dat de hoofd cue ook geactiveerd wordt : [CUE] + [1 70] [.] [cijfer (keypad)] [RET] [LAST] of [NEXT] Wanneer we cues geprogrammeerd hebben, en de controller staat in Cue mode, dan kunnen we de cues in volgorde oproepen door de [LAST] of [NEXT] toetsen te drukken. Deze toetsen worden vooral gebruikt wanneer we de cues in volgorde van afhandeling programmeren. 9.3 Cuegeheugens Een cuegeheugen is een lichtstand waarop fade-, delay- en holdtijden kunnen toegepast worden (zie volgend hoofdstuk) Cuegeheugens programmeren met Autoload parameter ON Stel dat we de default lichtstand willen programmeren in cuepagina 16 cue 1: - Plaats de controller in cue mode [CUE], selecteer cuepagina [16] en selecteer cue1 [1 (1 70)] om een lege cue te selecteren. - Selecteer de default stand voor alle apparaten : ga terug naar fixture mode [FIXT PgUp] [ALL] [DEFAULT] [DEFAULT] [zet dimmers open] - Bewaar deze onder het geselecteerde cuegeheugen [TO] [RET] [RET] (bij de eerste RET zal een scherm met tijden verschijnen dat later zal uitgelegd worden. Druk een tweede maal RET om te bewaren). Nu willen we in cue 2 van diezelfde pagina alleen P/T preset 2 : - Selecteer de lege CUE 2 : [CUE] [2 (1 70)] - [P&T (presets)] + [2 (1 70)]. We moeten niet nogmaals alle apparaten kiezen vermits deze nog allen geselecteerd zijn. - [TO] [RET] [RET] 99

100 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens We hebben de default lichtstand in cue 1 (pagina 16) geprogrammeerd en een P/T wijziging in cue 2. Wanneer we deze willen activeren, dan selecteren we gewoon de cue mode [CUE] en we selecteren CUE 1 [1] (1 70) of [2] in cuepagina 16. [Selecteer een lege cue] [Stel apparaat controle kanalen in] [TO] [RET] [RET] Wanneer we dus een cuegeheugen willen programmeren, dienen we eerst een lege cue te selecteren (later zullen we zien dat dit niet altijd nodig is). Dan worden de apparaat controle kanalen ingesteld om de gewenste lichtstand te bekomen. Om deze te bewaren selecteren we [TO], gevolgd door 2 maal de [RET] toets. {ERV} Cuegeheugens programmeren met Autoload parameter OFF Indien we dezelfde lichtstanden als in vorige paragraaf willen programmeren maar met de autoload parameter OFF, zijn er meerdere acties nodig : - Selecteer alle apparaten in fixture mode [FIXT PgUp] [ALL] - Default stand voor alle apparaten [DEFAULT] [DEFAULT] [open de dimmers] - Bewaar onder cue 1 pagina 16 : [TO] + [CUE] [16 (1 16)] [1 (1 70)] [RET] [RET] - Wis alle kanalen van alle apparaten : [CLR (control channels)(dubbel-klik)] - Selecteer P/T preset 2 : [P&T] + [2] - Bewaar onder cue 2 : [TO] + [CUE] [16 (1 16)] [2 (1 70)] [RET] [RET] - Om de cues te activeren moet eerst de CUEFADING parameter actief worden geschakeld : [CUE] + [ON] tot het vierkantje achter CUEFADING links op het scherm rood kleurt. Deze moet echter terug worden uitgeschakeld wanneer verder geprogrammeerd wordt. [Stel de controle kanalen in en wis de kanalen die niet nodig zijn] [TO] + [Selecteer een cue] [RET] [RET] De waardes van een cuegeheugen ophalen met Autoload parameter ON Wanneer we de waardes die opgeslagen zijn in het cuegeheugen willen zien, moet het Digital Memory-values scherm geopend worden : [VALUES] tot het scherm digital memory-values geopend is. Het DIGITAL MEMORY-VALUES scherm stelt de apparaat controle kanalen waarden voor die in het cuegeheugen bewaard worden. Dit is niet het uitstuur geheugen, maar een tussengeheugen dat aangeeft wat er geprogrammeerd wordt. ( [Select cuepage] ) [select CUE] ( [0 9 (keypad)] ) In Autoload ON mode is dit eigenlijk hetzelfde als een cue activeren. Wanneer een cue uit een andere cuepagina moet opgehaald worden, moet eerst de cuepagina [1 16] geselecteerd worden, dan wordt de cue [1 70] geselecteerd, daarna een eventuele point cue [0 9] via het keypad. In Autoload ON mode worden de waardes dadelijk naar het Digital Memory-Values tussengeheugen gestuurd, zodat er dadelijk aanpassingen aan kunnen gebeuren. 100

101 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens {ERV} De waardes van een cuegeheugen ophalen met Autoload parameter OFF [GET] + [CUE] ( [Select cuepage] ) [select CUE] ( [.] [0 9] (keypad) ] [RET] Deze methode is dus iets langer. Met de Autoload parameter OFF wordt het tussengeheugen (digital memory-values) alleen gevuld als het cuegeheugen opgehaald wordt met de GET toets. Gewoon activeren van de cue volstaat hier dus niet. {ERV} De AUTOLOAD parameter [SETUP] [2] In de vorige 4 paragrafen werd duidelijk dat, bij het programmeren, de AUTOLOAD parameter best op ON geplaatst wordt. Om dit te verklaren moet het digital memory-values scherm geopend worden. Nemen we terug voorbeeld 1 waarbij de AUTOLOAD parameter ON staat. - Activeer een LEGE CUE. Vermits activeren van een cue of de waardes van het cuegeheugen ophalen in Autoload ON mode hetzelfde is, worden alle waarden gewist bij het selecteren van de lege cue. Wordt nu bijvoorbeeld P/T preset 2 gekozen, dan zal voor de gekozen apparaten het P/T veld gevuld worden. De Autoload parameter doet eigenlijk de [GET] + [CUE] automatisch bij het activeren van de cue. Staat echter de AUTOLOAD parameter op OFF: - Bij het activeren van een lege cue zal het values scherm niet veranderen. We zijn dus verplicht van eerst waardes te wissen met de [CLR] toets. - Bovendien zijn we verplicht de CUEFADING te activeren, willen we de geprogrammeerde cues uitsturen door gewoon activeren van de cues, en terug uit te schakelen om verder te programmeren. Om te vermijden dat we de CUEFADING telkens moeten omschakelen kunnen we ook werken met de [GET] + [CUE] combinatie, maar dit is een langere weg. In het hoofdstuk Cue Timing zal een algemeen overzicht gegeven worden over de mogelijke combinaties van autoload, cuefading en manueel. 101

102 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens De inhoud van een cuegeheugen In een cuegeheugen dienen slechts de veranderingen t.o.v. een vorige lichtstand opgenomen te worden. Het is niet nodig om de cuegeheugens op te vullen met alle kanaal waardes voor alle apparaten. Wanneer we bijvoorbeeld in een volgend cuegeheugen alleen de kleur van alle apparaten willen wijzigen, dan is het niet nodig dat dit volgend cuegeheugen ook Pan/Tilt, gobo, dimmer, waardes bevat. Het mag, maar het moet niet. Voorbeeld : - In cuegeheugen 3 (de volgende cue) willen we alle apparaten groen, dus alleen de parameter groene kleur moet geprogrammeerd worden. Selecteer hiervoor cue 3 (pagina 16) (autoload cuemem = on, cuefading=off) en kies color preset 5 (green). Druk [TO] [RET] [RET]. - Activeer cue 1, alles wit in default positie. - Activeer cue 2, P/T naar midden, wit. - Activeer cue 3, P/T blijft ongewijzigd want in cue 3 werden geen waardes voor P/T opgenomen, maar alles wordt groen. - Activeer terug cue 1, alles is terug wit en in default. - Ga nu dadelijk naar cue 3, alleen de kleur verandert. Opgelet wanneer de effect generator toegepast wordt op de controle kanalen. Wanneer deze éénmaal gestart is in een cuegeheugen, blijft deze werken tot hij in één van de volgende cuegeheugens terug gestopt wordt. Voorbeeld : - In cuegeheugen 4 wordt de effect generator geactiveerd op P/T van de MAC600s : [Selecteer cue 4] [Selecteer de MAC600s] [Selecteer P&T en open de effect generator] [stel de x en y swing en de snelheid in] [TO] [RET] [RET]. - Als cue 4 geactiveerd wordt kan deze alleen worden gestopt door cue 1 te kiezen, vermits de default in cue 1 ervoor zorgt dat alle effecten gestopt worden. Willen we echter een cue die alleen het effect stopt, dan maken we die als volgt: [Selecteer cue 5] [Selecteer de MAC600s] [DEFAULT] [EFF] [P&T] [TO] [RET] [RET] Belangrijke opmerking : Zoals gezegd is het niet nodig alle parameters in het cuegeheugen op te nemen, maar het mag. Cuegeheugens die opgevuld worden met alle parameters kunnen de controller en het uitvoeren van de cue vertragen. 102

103 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens 9.4 De values schermen Digital Memory-Values (Channels) Op de figuur zien we verschillende velden : Het Digital Memory-Values scherm geeft dus een tussengeheugen weer voor de waardes die in een cuegeheugen worden bewaard of reeds bewaard zijn. Horizontaal worden de apparaten (met hun nummers zoals op het stage plan) voorgesteld. Vertikaal worden de controle kanalen voorgesteld. Met de [PgUp], [PgDn],[Fixture PgUp] en [Fixture PgDn] toetsen kunnen de andere apparaten bekeken worden. Met de [Pg<] en [Pg>] toetsen kunnen de andere controle kanalen (17 32) bekeken worden.. Leeg veld. Bij het oproepen van het cuegeheuegen zal een leeg veld niets veranderen aan de controle kanalen van het apparaat. Kleuren preset 3. In dit veld wordt kleuren preset 3 opgeroepen. Kleuren preset 3 bevat echter waardes. Veranderen we de waardes van kleuren preset 3 (zie hoofdstuk presets) dan worden de veranderingen automatisch in het cuegeheugen opgenomen. Veld gevuld met digitale waardes. De waardes kunnen 2 kleuren hebben: - Blauw : de waardes uit het cuegeheugen - Geel : waardes die in MANUELE MODE veranderd werden Veld gevuld met digitale waardes en het vierkantje achter de waarde betekent dat er in de effect generator van deze controle kanalen ook waardes ingevuld zijn. Veld gevuld met alleen effect generator kanalen voor de controle kanalen van de apparaten. De vierkantjes zijn hier blauw, blauw betekent P/T effect generator kanalen. Dus hier zal de P/T stand van een vorig cuegeheugen genomen worden, maar er is een wijziging in de effect generator kanalen. Gobo preset 4 is in gebruik, maar op deze preset zijn afwijkende kanaaltijden toegepast (T) (zie volgend hoofdstuk). 103

104 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens Het Digital Output-Values scherm In tegenstelling tot het Digital Memory-Values scherm, zullen in het Digital Output- Values scherm altijd alle controle kanalen velden ingevuld zijn. De lege velden in dit scherm zijn velden die eenvoudigweg niet bestaan, vermits horizontaal de apparaten afgebeeld worden, zal veld 15 en 16 van bijvoorbeeld een MAC600 niet ingevuld zijn, omdat een MAC600 slechts 14 kanalen heeft. Dit scherm stelt de waardes door die werkelijk uitgestuurd worden. Opgelet, dit scherm is een weinig vertraagd omdat de uitsturing voorrang krijgt op de schermafbeelding. Wil men echter in realtime bekijken wat uitgestuurd wordt, dan kan men de schermafbeelding voorrang geven door de [VALUES] toets ingedrukt te houden. Ook in dit scherm worden met gekleurde blokjes achter de waardes aangeduid of er effect generator kanalen actief zijn. {ERV} Normaal zijn de getallen geel. Hebben ze echter een andere kleur, dan worden de waardes uitgestuurd door sequences (zie hoofdstuk sequences) : - wit : waardes afkomstig uit sequence D - blauw : waardes afkomstig uit sequence C - groen : waardes afkomstig uit sequence B - rood : waardes afkomstig uit sequence A 9.5 Cues benoemen Om overzichtelijk te werken is het belangrijk dat alle cues een naam krijgen. Dit kan automatisch gebeuren door de default instellingen van de controller te veranderen ([SETUP] [2] automatic cuename ON). In dit geval zal bij het bewaren van een cuegeheugen ook nog een naam gevraagd worden ( [TO] [RET] [RET] [geef naam] [RET] ). Is deze parameter echter uitgeschakeld, dan kan men cues op de volgende wijze benoemen : [Activeer een cue] [TXT EDIT] + [CUE] [Geef naam] [RET] 104

105 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens Het cuenamen scherm [Selecteer CUEmode] [TEXT (vieuw)] Een naamveld waar alleen een * staat, betekent dat de cue geprogrammeerd is, doch nog geen naam heeft (cue 48 in het voorbeeld). Achter CUE 60 in de figuur staan enkele gele tekens. Dit betekent dat de cue ook point cues bevat. De namen van de point cues worden links op het scherm afgebeeld : 9.6 De indeling van cues Vermits cuegeheugens uiteenlopende waardes kunnen bevatten, zijn vele combinaties mogelijk. Cuegeheugens kunnen waardes bevatten voor: - alle apparaten en al hun kanalen - één enkele functie voor één of meerder apparaten - één enkel kanaal van één of meerdere apparaten - alle kanalen van één type apparaat - alleen effect generator kanalen - enz Daarom kunnen cues op meerdere manieren geprogrammeerd worden : - Programmeren voor optredens of theater waar de cuevolgorde reeds op voorhand vastligt. - Programmeren voor optredens of disco s waar niets op voorhand vastligt. 105

106 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens Indeling voor shows met op voorhand vastgelegde cuevolgorde Hier vertrekt men van een eerste cue waarin alle waardes van alle apparaten opgenomen zijn. De volgende cues bevatten nu alleen de veranderingen die nodig zijn in de opeenvolgende lichtstanden. &8( $OOFKDQQHOYDOXHVIRUDOOIL[WXUHV &8( 2QO\FKDQJHVLQWKHFXHPHPRU\WRFXH &8( 2QO\FKDQJHVLQWKHFXHPHPRU\WRFXH &8(Q 2QO\FKDQJHVLQWKHFXHPHPRU\WRFXHQ [LAST] of [NEXT] Cues die op deze manier geprogrammeerd werden, kunnen nu in volgorde met de [LAST] of [NEXT] toets geactiveerd worden wanneer de controller zich in CUE MODE bevindt. Een voorbeeld van deze methode geeft de show MANUAL72 : Cuepagina 1 cues 1 tem 7. - De eerste cue BLACKOUT werd opgevuld met alle waardes voor alle apparaten. - Cue 2 MAC300 ON opent de dimmers van de MAC300s en MAC600s - Cue 3 MAC250 ON+MOVE opent de MAC250s en zet deze in P/T preset 4 - Cue 4 MAC zet de MAC300s in color preset 6 en enkele hiervan krijgen een P/T preset 6 - Cue 5 MAC250 Stage Pink zet de PRO918s open, Mac300s dicht en geeft color preset 4, gobo preset 32 en P/T preset 1 aan de MAC250s - Cue 6 Mac600 Down geeft de MAC600s color preset 10 en P/T preset 1 en start een effect op P/T preset 3 van de MAC250s - Cue 7 MAC250 chase : hierbij gaan de dimmers van de MAC600s en de PRO918s dicht, zet de MAC300s open in color preset 6 en P/T preset 4 en start een dimmer chase in kleur wit op de MAC250s. Bovendien wordt een P/T effect gestart. Vermits er hier geen P/T waardes gegeven werden, zal het effect starten op de P/T waardes uit de vorige cue (preset 3). 106

107 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens Indeling voor shows waar niets op voorhand vastligt Staat bij het programmeren nog niet vast hoe de show zal verlopen of is de show bedoeld voor discotheken, dan is het handig als de cuegeheugens zo ingedeeld zijn dat men allerhande onafhankelijke effecten kan oproepen. Vermits gedeeltelijk gevulde cuegeheugens alleen die functies oproepen die in het cuegeheugen geprogrammeerd werden, en de rest van de functies ongemoeid laten, is het mogelijk om combinaties te maken. ([DPSOH &8( $OO FKDQQHO YDOXHV IRU DOO IL[WXUHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV In dit voorbeeld (Example 1) worden de cues opgedeeld per effect voor alle apparaten samen. Zo starten we van een cue, cue 1 waar alle waarden ingevuld zijn, zodat we zeker zijn dat elk kanaal altijd ergens een waarde heeft. Dan delen we de cues in: - cue 2 tot bijvoorbeeld 20 bevatten alleen P/T waarden in de cuegeheugens - cue 21 tot 29 bevatten alleen kleurenwaardes in de cuegeheugens - cue 30 tot 49 bevatten alleen effecten als gobo s, prisma s, strobo - cue 50 tot 59 bevallen alleen effect generator waardes voor bijvoorbeeld P/T, of gobo of dimmer - Het is mogelijk om nu ook nog aparte cues te maken voor bijvoorbeeld dimmerwaardes Opmerking : - het is best dat de eerste cue van elke reeks de defaultwaarde voor die reeks bevat wanneer men op deze manier werkt. Bijvoorbeeld : de eerste cue van de kleurencues (cue 21) maken we wit, de eerste cue van de gobo cues (cue 30) maken we geen gobo, in de eerste cue van de effect generator cues (cue 50) stoppen we alle effecten - Nu is het mogelijk om bijvoorbeeld cue 3 te combineren met cue 25 en cue 31 door eenvoudigweg de cues op te roepen. 107

108 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens ([DPSOH FXHV JURXSHG SHU IL[WXUH FXH 3$*( 0$& &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV FXH 3$*( 352 &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV FXH 3$*( 0$& &8( &8( &8( &8( 37 YDOXHV &RORU YDOXHV (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV &8( 37 YDOXHV &8( &RORU YDOXHV &8( (IIHFW YDOXHV OLNH JRER V VKXWWHU &8( (IIHFW JHQHUDWRU YDOXHV 108

109 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cuegeheugens In het voorbeeld (Example 2) wordt met cue pagina s gewerkt. Elke cue pagina stelt een ander type apparaat voor : - cue pagina 2 : alles voor MAC600s - cue pagina 3 : alles voor PRO918s - cue pagina 4 : alles voor MAC300s - cue pagina 5 : alles voor MAC250s Bovendien wordt dezelfde indeling gebruikt als in voorbeeld 1, maar de effecten zijn enkel bedoeld voor 1 type apparaat. Ook nu kan gecombineerd worden bij het oproepen van de cues. Bijvoorbeeld: - cue 3 Pagina 2 samen met cue 20 Pagina 3 samen met cue 51 Pagina 4. Een voorbeeld hiervan vinden we in de show MANUAL72 : - Cue pagina 2 : MAC600s o cues 1 tot 6 : P/T posities o cues 11 tot 14 : P/T effecten met effect generator o cues 21 tot 35 : kleuren o cues 60 tot 66 : dimmer effecten o cue 70 : gecombineerd effect dimmer en P/T (P/T fall+dimmer) - Cue pagina 3 : PRO918s o cues 1 tot 6 : P/T posities o cues 11 tot 14 : P/T effecten met effect generator o cues 21 tot 35 : kleuren o cues 40 tot 49 : gobo s o cues 51 tot 53 : iris o cues 60 tot 66 : dimmer effecten o cue 70 : gecombineerd effect dimmer en P/T (P/T fall+dimmer) - Cue pagina 4 : MAC300s - Cue pagina 5 : MAC250s Bekijk in dit voorbeeld vooral de waardes die in de cue geheugens bewaard werden (bij het oproepen van de cues het scherm Digital Memory-Values openen). Roep nu verschillende cues van cue pagina s 2, 3, 4 en 5 op, de apparaten zullen elkaar niet storen en elk type apparaat kan afzonderlijk bediend worden. 109

110 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing 10. Hoofdstuk 10: Cue Timing 6HWXS )L[WXUHV '0; $GGUHVVHV DQG 6WDJH 3ODQ $GMXVW )L[WXUH &RQWURO FKDQQHOV $GMXVW (IIHFW *HQHUDWRU FKDQQHOV 0DNH 3DQ7LOW *RER &RORU DQG (IIHFW *HQHUDWRU 3UHVHWV 7LPLQJV 0DNH 0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK &XH0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK 3OD\EDFNV 0DNH &XHV ZLWK 6HTXHQFHV FKDVHUV 5XQ WKH 6KRZ 0DNH 7LPH&RGH 6KRZ 110

111 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing In het vorige hoofdstuk werd gevraagd de CUEFADING uit te schakelen bij het bekijken van de voorbeelden van de show MANUAL72. Druk [CUE] + [ON] tot het vierkantje achter CUEFADING ACTIVE rood kleurt. Activeer nu cues 1 tot 7 van cue pagina De algemene Cuefading Een cuegeheugen is een lichtstand, dit hebben we in het vorige hoofdstuk reeds uitgelegd. Op deze lichtstand kunnen fade, delay en hold tijden toegepast worden. &KDQQHO 9DOXHV &KDQQHO 9DOXHV &8(0(025< \ (1' 6&(1( &KDQQHO 9DOXHV &8(0(025< [ 67$57 6&(1( 'HOD\LQ )DGHLQ 'HOD\RXW )DGHRXW 7LPH +ROG &8(0(025< [ &8(0(025< \ &8(0(025< ] Deze figuur stelt de algemene tijden voor die op een cuegeheugen kunnen toegepast worden. Stel dat een cuegeheugen x (cuememory x) wordt opgeroepen, en nadien cuegeheugen y (cuememory y). Eerst even een uitleg over het begrip beginstand en eindstand: - Met de beginstand (start scene in de figuur) worden de kanaal waarden bedoeld die de apparaten hebben bij het starten van de cue. Dit is de lichtstand die er is op het ogenblik dat de cue gestart wordt, in de figuur is dit eigenlijk de eindwaarde of eindstand van het VORIGE geactiveerde cuegeheugen (cuememory x). - De eindstand(end scene in de figuur) is die lichtstand die bereikt moet worden wanneer het cuegeheugen ingefade is. Dit is de lichtstand die bekomen wordt wanneer de cuefading niet actief is, in de figuur wordt die voorgesteld door cuememory y. - Delay in: De activeringswachttijd. Wanneer de cue opgeroepen wordt zal eerst deze delay-in wachttijd uitgevoerd worden voor met het infaden van de lichtstand begonnen wordt. Dus bij het oproepen van cuememory y wordt gewacht op de kanaalwaardes van het vorige cuegeheugen, cuememory x 111

112 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing - Fade in: De activeringtijd. Dit is de tijd nodig om van de beginstand naar de eindstand te gaan, dus van de kanaalwaardes van cuememory x tot cuememory y. - Delay out: De tijd die gewacht wordt op de eindstand (cuememory y). Default heeft deze een oneindige waarde (infinite). Dit betekent dat het cuegeheugen op de eindstand blijft staan tot een andere cue wordt gekozen die de lichtstand verandert. - Fade out: De tijd om van de eindstand terug naar de beginstand te faden. Dus wanneer een fade out wordt toegepast wordt teruggefade naar het vorige cuegeheugen (cuememory x). - Hold: De tijd die gewacht wordt tot een volgende cue opgeroepen wordt bij het linken van cues (zie verder). Opgelet: deze tijd begint te tellen bij het activeren van de cue. Wanneer deze kleiner is dan de som van de delay in en fade in zal de eindstand in het cuegeheugen nooit bereikt worden. Default staat deze tijd op infinite, dit betekent dat de cue nooit gelinkt zal worden. &KDQQHO 9DOXHV &KDQQHO 9DOXHV &8(0(025< \ (1' 6&(1( &KDQQHO 9DOXHV &8(0(025< [ 67$57 6&(1( 'HOD\LQ )DGHLQ 'HOD\RXW 7LPH &8(0(025< [ &8(0(025< \ In bovenstaande figuur staat de delay-out op infinite. Dit betekent dat de cue oneindig lang op zijn eindstand zal wachten. Wordt nu een nieuw cuegeheugen opgeroepen waarin dezelfde kanalen gebruikt worden maar bijvoorbeeld met andere waardes, dan zal de delay-out afgebroken worden en zal gestart worden met dit nieuwe cuegeheugen. 112

113 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing &KDQQHO 9DOXHV 37 FRORU IURP FXHPHP [ 37 IURP FXHPHP \ &KDQQHO 9DOXHV 37 FRORU IURP FXHPHP [ FRORU IURP FXHPHP [ &DOO FXHPHP \ FRORU IURP FXHPHP [ 37 FRORU IURP FXHPHP [ &DOO FXHPHP \ 37 IURP FXHPHP \ FRORU IURP FXHPHP [ FXHPHP [ YDOXHV IRU 37 DQG FRORU FXHPHP \ YDOXHV IRU 37 7LPH FXHPHP [ YDOXHV IRU 37 DQG FRORU FXHPHP \ YDOXHV IRU 37 7LPH '(/$<287,QILQLWH '(/$< ,QILQLWH Belangrijke opmerking : - (1) Alleen voor de gemeenschappelijke kanalen in 2 cuegeheugens die na elkaar worden opgeroepen zal de delay-out in het eerste cuegeheugen afgebroken worden. Stel dat bijvoorbeeld cuegeheugen x een waarde voor P/T en een waarde voor kleur bevat en cuegeheugen y alleen een waarde voor P/T van hetzelfde apparaat, dan zal de delay-out van cuegeheugen x alleen afgebroken worden voor P/T bij het oproepen van cuegeheugen y. De kleurwaarde zal nog steeds van cuegeheugen x komen. - (2) Wanneer in Cuemem x een eindige delay-out toegepast wordt, zal bij het afbreken een snelle fade-out gebeuren bij het oproepen van Cuemem y, deze snelle fade-out zal alleen gebeuren op de gemeenschappelijke kanalen (alleen op P/T in het voorbeeld). Het niet afgebroken kanaal blijft de delay-out en fade-out volgen Het cuetiming scherm In het vorige hoofdstuk opende bij het bewaren van een cuegeheugen een extra venster op het scherm. In plaats van een tweede maal de [RET] toets te drukken bij het bewaren van het cuegeheugen, blijven we even stilstaan bij dit venster. [Selecteer een cue] [EDIT] + [CUE] [RET] Om de cuetimings van een reeds bewaard cuegeheugen aan te passen wordt eerst de cue geselecteerd en [EDIT] + [CUE] samen gedrukt. Het cuetiming venster zal geopend worden. Om dit te bewaren (na veranderingen), druk de [RET] toets. Elk veld kan veranderd worden door met de pijltjestoetsen [2 ] of [8 ] naar het veld te gaan en de [EDIT] toets te drukken. 113

114 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing [Ga naar veld met 2 of 8 ] [EDIT] of [@] [0 9](keypad) of [@] [RET] De fade-in tijd bijvoorbeeld kan veranderd worden door naar dit veld te gaan en daar de [EDIT] toets of de [@] (keypad) toets te drukken. Links op het scherm opent een edit venster ingedeeld in min. sec. en msec. Via het keypad kan een waarde ingegeven worden gevolgd door [RET]. Wanneer in een veld min. sec. of msec. waarde 0 moet ingevuld worden kan dit veld worden overgeslagen met de [@] toets of de [.] toets. Moet terug de default waarde ingegeven worden dan kan dit gebeuren met de [CLR (cue)] toets. Wanneer de waarde infinite gewenst wordt (alleen voor delay-out of hold), geef dan de tijd 99 min in. De andere velden: Point-memory : defined of empty. Wanneer een cuegeheugen reeds geprogrammeerd werd zal hier defined staan. Editeert men een cue zonder cuegeheugen dan staat hier empty. Door de [EDIT] toets op dit veld te drukken kan men alsnog apparaat instellingen maken en deze bewaren door [RET] te drukken. Fade mode: Zie volgende paragraaf. Link: Zie paragraaf linken van cuegeheugens. Voorbeeld 1: Stel dat cuegeheugen 2 cuepagina 1 een fade-in tijd van 15 sec (nu 7 sec.) moet krijgen: - Selecteer cue 2 (cuepagina 1) - Open het timingvenster : [EDIT] + [CUE] - Daal af tot FADE-IN en druk [@] - Vermits we geen minuten willen ingeven drukken we nogmaals [@] - Via het keypad geven we 15 in gevolgd door [RET] - Druk nogmaals [RET] om alles te bewaren. Wanneer Cuefading ON staat en we gaan van cue 1 naar cue 2 dan zal de lichtstand, van dimmers uit (cue 1), naar dimmers open van de MAC300s en MAC600s, infaden in 15 sec ipv 7 sec. Voorbeeld 2: Stel dat de tijden van cuememory 3 (pagina 1) als volgt worden aangepast: - Delay-in : 0 sec. - Fade-in : 10 sec. - Delay-out : 0 sec. - Fade-out : 5 sec. Normaal zullen de dimmers van de MAC250s openen en de P/T zal naar onder faden in 10 sec. Daar zal gewacht worden tot een andere cue wordt geselecteerd. Met de aanpassingen echter zal na de fade-in dadelijk terug een fade-out van 5 sec geactiveerd worden. Er zal terug gefade worden naar de cue die geselecteerd was voor cue 3 opgeroepen werd. Met de fade-out tijd zal teruggegaan worden naar de beginstand. Wordt eerst cue 1 opgeroepen en dan cue 3 dan wordt terug uitgefade naar cue 1, selecteren we echter cue 2 dan cue 3 dan wordt teruggegaan naar cue

115 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing {ERV} Fademodes Elk apparaat is gedefinieerd in de controller via een bibliotheek. In deze bibliotheek werd aan bepaalde kanalen de mogelijkheid gegeven om te faden, voor andere kanalen werd deze mogelijkheid uitgeschakeld. Op het scherm wordt dit getoond in het control channel window. Een kanaal dat fademogelijkheden heeft wordt aangeduid met een geel blokje, onderaan het kanaal. De dimmer van een MAC600 heeft fade mogelijkheden. Het kleurenwiel niet. Wanneer het kleurenwiel wel fademogelijkheden zou hebben, zouden bij het infaden naar een andere kleur de overgangen tussen de kleuren te zien zijn. Nu wordt dadelijk naar de nieuwe kleur gesprongen zonder dat alle tussenkleuren te zien zijn bij een fading. [Open het cuetiming scherm] [MODE](cue) Door de [MODE] toets te drukken in het cuetiming scherm zal de fademode van het cuegeheugen wijzigen: - Mode 1: Only fadepermission: De kanalen die fademogelijkheden hebben zullen faden naar de eindstand, de andere zullen springen naar de eindstand. - Mode 2: Fade all channels: Alle kanalen zullen nu fademogelijkheden hebben, de bibliotheek wordt genegeerd. - Mode 3: No fading: Geen enkel kanaal zal faden. Alle waardes zullen springen naar de eindstand. - Mode 4: Deze mode is dezelfde als mode 3. Alleen bij gebruik van sequences (zie hoofdstuk sequences) zal deze mode anders zijn. - Mode 5: LTP-dimmers fade. We hebben gezien in hoofdstuk: Inleiding programmatie, dat dimmerkanalen het principe HTP (highest takes precedence) volgen. In mode 5 volgen ze gewoon het principe van de andere kanalen (LTP met prioriteiten). - Mode 6: LTP-dimmers fade maar geen fading voor alle andere kanalen. Dit is eigenlijk een combinatie van mode 5 en mode 3. Opgelet THRESHOLDS (zie hoofdstuk playbacks) reageren anders in deze mode. {ERV} Linken van cuegeheugens Cues kunnen automatisch opgeroepen worden vanuit andere cues. Dit wordt cuelinking genoemd. Zo kan bijvoorbeeld cue 1 met daarin cuegeheugen 1, cue 2 oproepen. Op zijn beurt kan cue 2, cue 3 oproepen en vanuit cue 3 kunnen we terug naar cue 1 gaan zodat een lus ontstaat. Er zijn 2 modes: - Link only defined channels: Deze mode wordt gebruikt om series van gelinkte cues onafhankelijk van elkaar te laten lopen. We kunnen gemakkelijk cues linken waarin alleen gobo informatie staat en onafhankelijk daarvan cues linken waarin alleen kleurinformatie staat. Beide series kunnen onafhankelijk van elkaar gestart 115

116 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing worden en de ene serie cues zal de andere niet storen. Dit zijn eigenlijk 2 aparte chasers. In deze linkmode worden bij het cuelinken alleen die kanalen gelinkt die gedefinieerd zijn (die een waarde hebben) d.w.z. dat de andere kanalen, die geen waarde hebben gekregen in het cuegeheugen niet zullen gelinkt worden. Om dit te begrijpen een voorbeeld: Stel dat we in cuegeheugen1 waardes gegeven hebben voor Pan/Tilt en het kleurenwiel. In cuegeheugen2 hebben we alleen waardes voor Pan/Tilt en in cuegeheugen3 hebben we terug waardes voor Pan/Tilt en kleurenwiel. Vermits in cuegeheugen2 geen kleureninformatie staat, zal de kleur niet veranderen (wat normaal is), maar zij zal ook niet veranderen bij het linken naar cuegeheugen3 omdat in cuegeheugen2 geen kleureninfo stond. Dus 2 cuegeheugens die geen kanaal gemeenschappelijk hebben zullen nooit gelinkt worden in deze mode. We hebben aangehaald dat cues ook sequences en playbacks kunnen bevatten. Sequences en playbacks zullen niet vervangen worden door deze van de gelinkte cue in deze mode. - Global cue linked: Alle kanalen zullen altijd linken in deze mode. Dus het gehele volgende cuegeheugen wordt uitgevoerd. In vorig voorbeeld zal de kleur ook veranderen in cuegeheugen3. Dit komt eigenlijk op hetzelfde neer als een cue selecteren. Sequences en playbacks zullen vervangen worden door deze van de gelinkte cue. De mode kan gewijzigd worden door af te dalen naar LINK en de [EDIT] te drukken. [Open het cuetiming scherm] [LINK] + [1 16](groups/cuepages) + [1 70] Een cuegeheugen wordt gelinkt met een ander cuegeheugen door het cuetiming scherm te openen in het eerste cuegeheugen en de [LINK] toets te drukken. Nu kan een cuepagina [1 16] en een cue [1 70] geselecteerd worden. Belangrijk bij het linken is de hold time. Default staat de hold time op infinite (oneindig), dit betekent dat de cue nooit zal linken. Een eindige tijd moet hier gegeven worden. Vermits de hold tijd begint te tellen bij het starten van de cue moet deze gelijk of groter zijn dan de som van de delay-in tijd en de fade-in tijd, anders zal het cuegeheugen, dat geediteerd wordt, helemaal niet of slechts gedeeltelijk ingefade worden. 116

117 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing &KDQQHO 9DOXHV 'HOD\LQ )DGHLQ 7LPH +ROG In bovenstaande figuur wordt de fade-in van cuegeheugen y afgebroken omdat de hold tijd te kort werd gekozen. Een voorbeeld van cuelinking wordt gegeven door cues 21 tem 27 op cuepagina 1 van de show Manual72. Als één van deze cues geselecteerd wordt, zal automatisch een lus ontstaan tussen de cues (let op cuefading moet aan staan): Let niet op de speciale timingeffecten die ontstaan, deze worden in de volgende paragraaf uitgelegd. {ERV} 10.2 Tijden op kanalen apart &8(0(025< [ &8(0(025< \ &8(0(025< ] Buiten de algemene cuefading kunnen aan alle kanalen van alle apparaten incluis de effect generator kanalen afwijkende tijden gegeven worden. [open het digital memory-values scherm] [haal een cuememory op] [ga naar fixture mode] [selecteer apparaten en een apparaat controle kanaal] [TIMING] [selecteer de functie (delayin, fade-in, delay-out, fade-out)] [stel de waarde in] [TO] [RET] [RET] Om afwijkende tijden te geven aan kanalen apart, moet eerst het digital memory-values scherm geopend worden. Logischerwijze moeten we eerst een cue ophalen van dewelke de kanaaltijden aangepast moeten worden. Dan moeten we, in fixture mode, het kanaal kiezen van de apparaten waarop we de wijzigingen willen doorvoeren. Wanneer nu de [TIMING] toets ingedrukt wordt, zullen de apparaat controle kanalen vervangen worden door timing controle kanalen. Zoals normale controle kanalen, kunnen de verschillende tijden nu aangepast worden. Vermits eerst het cuemem opgehaald werd, kunnen we de aanpassingen bewaren met [TO] [RET] [RET] Nemen we als voorbeeld cue 12 (cuepagina 1) van de show Manual72 : In autoload cuemem ON mode selecteren we cue 12, we gaan naar fixture mode en openen het Digital Memory-values scherm : 117

118 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing In cue 12 gaan de dimmers van de MAC600s en de MAC300s open. Achter de waardes voor MAC300 (nr 15, 16 en 17) staat een T. Dit wil zeggen dat op kanaal 2 van MAC300 nr 15, 16 en 17 andere tijden toegepast worden dan de default tijden van het cuegeheugen. Selecteren we nu de MAC300s en het dimmerkanaal (toets [2/18] ) en de [TIMING] toets wordt gedrukt, dan verschijnt volgend scherm : In het Control Channels scherm worden de timing controle kanalen getoond. Deze worden zoals de gewone controle kanalen geselecteerd ( toetsen [1/17 16/32] ) of via de digitale fader belts op Pro2 of Pro2+ controllers) Bovenaan kan geselecteerd worden of de timing op het kanaal zelf (hier dimmerkanaal), op zijn effectgenerator of op beide moet ingesteld worden. De selectie kan gemaakt worden door de toetsen van kanalen 9 en 10 ( [9/25] [10/26] ) te drukken. Geel betekent : geselecteerd Blauw betekent: niet geselecteerd. Zo is het mogelijk om de timing alleen op de effect generator van het kanaal (hier dus dimmer) te zetten door kanaal 9 (CHANNEL) te deselecteren. 118

119 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing De waardes op het scherm duiden de timings aan. Wanneer de waardes : - GRIJS zijn, betekent dit dat ze overeenstemmen met de waardes die algemeen op dit cuegeheugen ingegeven werden. - WIT zijn, betekent dit dat voor deze parameter (delay in/out, fade in/out) afwijkende tijden gegeven werden. In dit voorbeeld werd de delay-in van het dimmerkanaal van MAC300s nr 15, 16 en 17 op 4,5 sec ingesteld, terwijl alle andere apparaten en parameters de algemene tijden van het cuegeheugen volgen. Wanneer we de cue activeren zien we ook dat alle MAC600s en MAC300s behalve nr 15, 16 en 17 dadelijk beginnen in te faden, terwijl pas na 4,5 sec de middelste MAC300s aan de fade-in beginnen. Voor P/T kanalen is de situatie iets verschillend. Hier kan de timing op de PAN, de TILT, de P/T effect generator of op een combinatie van de 3 veranderd worden. Nemen we bijvoorbeeld CUE 16 : We zien hier dat op de MAC250s (apparaten 22 35), een gewijzigde timing op P/T doorgevoerd werd. Nemen we nu de timings op P/T : [P&T] [TIMING] dan zien we dit scherm. Hier is echter geen spoor terug te vinden van gewijzigde timings. 119

120 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing Deselecteren we echter zowel het PAN als het TILT kanaal door toetsen [9/25] en [10/26] te drukken tot op het scherm de Timings On Pan en Tilt blauw zijn, dan worden er wel gewijzigde timings getoond. In dit cuegeheugen werd alleen op de effect generator van het P/T kanaal een gewijzigde timing doorgevoerd. Alle cues vanaf 11 tem 17 hebben afwijkende tijden. Cues 11 tem 17 zijn eigenlijk een kopij van cues 1 tem 7, maar met afwijkende tijden. Op cues 21 tem 27 werd hierop ook nog cuelinking toegepast Tijden ingeven via de playbackwing 3OD\EDFNZLQJ Om de toetsenvoorbeelden en definities overzichtelijk te houden, stellen we de [DELAY IN], [FADE IN], [DELAY OUT], [FADE OUT] en [HOLD] verder voor door [TIMING KEYS WING]. De cuetimings of de tijden op kanalen apart kunnen op een eenvoudige manier ingegeven worden via de toetsen op Pro+ (of extra playbackwing) controllers Cuetimings via de playbackwing [Selecteer een cue] [TIMING KEYS WING] + [CUE] [geef tijd in] [RET] De algemene cuetijden kunnen dus ingesteld worden via de wing door eerst een cue te selecteren, dan één van de wing timingtoetsen in te drukken samen met de [CUE] toets. Via het keypad kan nu de tijd, links op het scherm, ingegeven worden. Sla op met de [RET] toets. Wanneer met [EDIT] + [CUE] het tijdenvenster geopend wordt, kan men zien dat de ingegeven tijd hier veranderd is. 120

121 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing Tijden op kanalen apart via de playbackwing [haal een cuememory op] [ga naar fixture mode] [TIMING KEYS WING] + [selecteer apparaten] + [deselecteer niet-gewenste apparaat controle kanalen] [geef tijd in] [TO] [RET] [RET] De tijden op kanalen apart kunnen via de playbackwing veel sneller ingegeven worden: - Haal een cuememory op - Ga naar fixture mode - Druk één van de timing toetsen op de wing en houdt deze in - Selecteer nu de apparaten (apparaten apart of groepen of ALL). De LEDs van de geselecteerde apparaten zullen nu groen oplichten, de niet-geselecteerde oranje. - Deselecteer de niet gewenste apparaat controle kanalen omdat ervan uit gegaan wordt dat alle controle kanalen geselecteerd worden bij de selectie van een apparaat. Ook hier zijn de geselecteerde kanalen groen. - Laat nu de timing toets los. Links op het scherm zal het ingave venster geopend worden. Geef de tijd in via het keypad. - Sla het cuegeheugen met de gewijzigde tijden terug op ( [TO] [RET] [RET] ). Voorbeeld : Van cue 2 pagina 1 willen we de delay-in van de dimmers van de MAC300s op 5 sec zetten zodat in cue 2 de dimmers van de MAC300s later dan die van de MAC600s zullen infaden. De toetsencombinatie is als volgt: - Haal het cuememory van cue 2 op: o [2 (1 70)] (controller in autoload ON) o [GET] + [CUE] [2 (1 70] (controller in autoload OFF) - Ga naar fixture mode : [FIXTURE PgUp] - Selecteer de delay-in op de wing, selecteer de MAC300s (door fixture group 3 te nemen) en deselecteer alle controlekanalen behalve de dimmer : [DELAY IN] + [3 (1 16)] + [1/17 16/32 (alles behalve kanaal 2 drukken)] - Geef via het keypad 5 sec in : [@] [5] [RET] - Sla terug op : [TO] [RET] [RET] {ERV} 10.4 Cuetiming opties Men zal waarschijnlijk reeds opgemerkt hebben dat volgend scherm verschijnt wanneer de cuefading geactiveerd wordt ([CUE] + [ON]). De tijden, onderaan het scherm, stellen de algemene tijden voor die in het cuegeheugen bewaard werden, bij het oproepen van de cue. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de tijden, die geprogrammeerd werden tijdens repetities, niet meer juist zijn bij de uiteindelijke uitvoering van de show. Bijvoorbeeld fadingen die in een theaterstuk moeten volgen wat op het podium uitgevoerd wordt. 121

122 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing {ERV} Cuetiming stoppen tijdens de uitvoering [CUE] + [FREEZE (cue)] Bij het infaden van een cue kan de fading gestopt worden door samen de [CUE] en de [FREEZE] toets te drukken. Alle cuetimings stoppen, om de fading verder te zetten, druk de [CUE] + [FREEZE] terug. Wanneer de cuetiming gestopt is, en er wordt een andere cue gekozen, dan zal de cuetiming terug starten in de nieuwe cue. {ERV} Cuetiming versnellen of vertragen tijdens de uitvoering Tijdens de opvoering van een show bestaat de mogelijkheid om de cuetiming te versnellen of te vertragen. Default staat de Timing Speed parameter op 100%. In deze figuur werd de cuetiming versneld tot 225%. [CUE] + [Trackerball] Hou de [CUE] toets in en beweeg de trackerball op en neer. Dit laat toe de cuefading tot 1000% te vernellen of tot 0% te vertragen. [CUE] + [DEFAULT] Om, na het versnellen of vertragen, de cuefading terug in default (100%) te plaatsen. Opmerking : - Zorg ervoor dat tijdens het programmeren de Timing Speed op 100% staat. - Stoppen, versnellen of vertragen van de cuefading wordt normaal alleen bij de uitvoering van een show gebruikt. - De versnelling of vertraging blijft bestaan, ook wanneer een nieuwe cue gekozen wordt. Een gestopte cuefading (freeze) daarentegen, wordt terug gestart bij het selecteren van een nieuwe cue Multiselect cues In het vorige hoofdstuk zagen we dat cuememories kunnen geprogrammeerd worden voor shows waar niets op voorhand vastligt. De cues worden dan per effect of per apparaat geprogrammeerd. In de voorbeeldshow werden cuepagina s 2 tem 5 gebruikt voor verschillende effecten per apparaattype. Er kunnen dus cues gekozen worden per apparaattype. Wanneer echter de cues gekozen worden, dan worden deze cues één voor één gestart. Er moet dus een mogelijkheid zijn om deze cues op voorhand te selecteren en allen tezamen te starten. 122

123 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing [CUE] [CUE] (dubbelklik) [Selecteer cues] [RET] Wanneer de [CUE] toets 2 x snel achter elkaar gedrukt wordt (tot de [CUE] toets knippert), dan kunnen we een selectie van cues maken zonder dat die reeds worden uitgevoerd. Wordt nu de [RET] toets gedrukt, dan zullen de geselecteerde cues allen samen gestart worden. Wanneer cues geselecteerd worden waarin gemeenschappelijke kanalen van dezelfde apparaten geprogrammeerd werden, dan zal alleen de laatst geselecteerde uitgevoerd worden. {ERV} 10.6 Autoprepare cues Stel dat volgend voorbeeld gemaakt wordt in cuepagina 16: Cue 11 : Alle apparaten in hun default waarde met dimmer open. Cuetimings : ƒdelay-in : 0 ƒfade-in : 0 ƒdelay-out : infinite ƒfade-out : 0 Cue 12 : Dimmer dicht voor alle apparaten Cuetimings : ƒdelay-in : 0 ƒfade-in : 5 sec ƒdelay-out : infinite ƒfade-out : 0 Cue 13 : Dimmer open voor alle kanalen, andere kleur en andere P/T stand Cuetimings : ƒdelay-in : 0 ƒfade-in : 10 sec ƒdelay-out : infinite ƒfade-out : 0 We wensen echter dat de P/T positie reeds uitgevoerd wordt en dat de kleur reeds veranderd is voordat de dimmer terug opengaat wanneer cue 13 gelanceerd wordt. - We zouden dit kunnen doen door tussen cue 12 en 13 een point cue te programmeren met de P/T en kleur en in cue 13 alleen de dimmer te openen. - Het kan ook met kanaal tijden opgelost worden door de delay-in tijd van de dimmer groter te maken dan de delay-in + fade-in van de cue, in dit voorbeeld 10 sec. - Een derde methode is de autoprepare cues functie. [SETUP] [2 (keypad)] [daal af tot autoprepare cues] [EDIT tot ON] [RET] Met de Autoprepare cues op ON worden alle cues, die tussen de cue waar de dimmer naar 0 gaat tem de cue waar de dimmer terug verschillend van 0 is, dadelijk uitgevoerd zonder rekening te houden met de cuetijden. In de cue waar de dimmer terug verschillend is van 0 zullen alle kanalen behalve het dimmerkanaal ook uitgevoerd worden zonder rekening te houden met de cuetijden. 123

124 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing Nemen we het bovenstaande voorbeeld : - Cue 11 wordt normaal uitgevoerd. - Cue 12 wordt normaal uitgevoerd, maar wanneer de dimmer waarde 0 bereikt heeft zal de P/T en kleurstand van cue 13 reeds (zonder fading) uitgevoerd worden. - Wordt Cue 13 opgeroepen, dan zal hier alleen de dimmer nog ingefade worden volgens de tijden die in de cue opgenomen zijn (hier 10 sec) Tip : Wil men met de Autoprepare ON toch alle parameters laten faden in de cue waar de dimmer terug opengaat, dan moet de cue juist ervoor een dimmerwaarde bevatten die verschillend is van 0 (bijvoorbeeld 1). In het voorbeeld maken we dan een point cue 12.9 met alleen een dimmerwaarde op bijvoorbeeld 1. Nota : De AUTOPREPARE FUNCTIE houdt ook rekening met dimmers die openstaan in playbacks of in sequences (zie hoofdstukken playbacks en sequences). Wanneer hier de dimmers openstaan zal de autoprepare functie slechts uitgevoerd worden als de dimmers gesloten worden in de playbacks en sequences. {ERV} 10.7 Automatic trace Bij shows die geprogrammeerd zijn met een cuevolgorde en waar gewerkt wordt met gedeeltelijk gevulde cuegeheugens is er één probleem : Als opeens enige cues teruggegaan wordt, dan zal nooit de lichtstand verkregen worden die er op dat ogenblik zou moeten zijn. Dit is als volgt te verklaren : Gedeeltelijk gevulde cuememories voeren alleen veranderingen uit tov vorig opgeroepen cuememories. Neem in de voorbeeld show de cues 11 tem 17 (cuepage 1). Wanneer de automatic trace functie op OFF staat moet men, om bijvoorbeeld de lichtstand van cue 16 te zien, eerst alle cues ervoor uitvoeren : cue Als we nu de lichtstand van cue 13 terug willen bekijken, dan moet weer alles opnieuw geactiveerd worden : cue [SETUP] [2 (keypad)] [daal af tot automatic trace] [EDIT tot ON] [RET] De automatic trace functie gaat bij het oproepen van een cue alle waardes van alle functies van alle apparaten opsporen in het opgeroepen cuegeheugen en de voorgaande cuegeheugens tot alle functies een waarde hebben. Dit plaatje wordt dan uitgestuurd. Wanneer dus cue 16 opgeroepen wordt zal in dalende volgorde voor alle functies een waarde opgezocht worden tot alle functies een waarde hebben. Cue 16 en ook cue 13 zal dus nu wel juist uitsturen. Deze functie wordt bijvoorbeeld gebruikt bij het programmeren van shows waar de cuevolgorde reeds vastligt. Wil men bijvoorbeeld iets veranderen aan een voorgaande cue, dan kan het resultaat dadelijk bekeken worden zonder dat men eerst alle voorgaande cues moet uitvoeren. 124

125 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing [ga naar cue mode] [SHIFT] + [1...16] [verander opties] [[1...16] of [RET]] De Auto prepare en de Automatic trace zijn per cue-pagina verschillend in te stellen. Ga hiervoor naar cue-mode en druk [SHIFT] + [cue-pagina (1...16)]. Zoals bij de transparant mode kan voor de geselectecteerde cue-pagina, de show defaults (ingesteld via de start opties) worden aangenomen, ofwel stelt men ze voor elke cue-pagina anders in. Ga met de [2;@RI>9@toetsen naar het te editeren veld, en druk [EDIT] toets om het veld te wijzigen. Bewaar door de geselecteerde cue-pagina terug te kiezen of door [RET] te drukken. 125

126 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Cue Timing {ERV} 10.8 De combinaties van Autoload, Cuefading en Manueel Ter herinnering : - Autoload is een instelling die alleen gebruikt wordt bij het programmeren. Wanneer een cue geselecteerd wordt, dan wordt hier automatisch een [GET] + [CUE] gedaan, maar terzelfder tijd worden ook alle cuegeheugen waardes uitgestuurd. Wanneer hier toch een [GET] + [CUE] uitgevoerd wordt zal deze hetzelfde werken in autoload ON of OFF mode. - Cuefading activeert het cuegeheugen samen met de cue timings in het cuegeheugen. Wanneer de cuefading niet actief is, wordt dus niets uitgestuurd bij het selecteren van een cue (tenzij de autoload ON staat, dan wordt het cuegeheugen wel uitgestuurd, maar zonder cuetimings). - Manuele mode heeft de hoogste prioriteit. Een kanaal dat manueel genomen wordt stopt in het cuegeheugen en volgt de manuele actie. Wanneer de mode gedeactiveerd wordt zal het kanaal slechts dan terug het cuegeheugen volgen, als het door een cuegeheugen terug wordt opgeroepen. Een in manuele mode opgeroepen cuegeheugen wordt altijd zonder timings uitgevoerd. AUTOLOAD CUEFADING MANUEEL TOETS ACTIE Digital Memory-Values scherm Stage (*1) OFF OFF OFF [GET] + [CUE] Cuegeheugen (1 70) Cuegeheugen [1 70] (1 70) zonder timings [1 70] (*2) Verandert niet Verandert niet OFF OFF ON [GET] + [CUE] Cuegeheugen (1...70) Cuegeheugen [1 70] (1 70) zonder timings [1 70] Verandert niet Verandert niet OFF ON OFF [GET] + [CUE] Cuegeheugen (1 70) Verandert niet (*3) [1 70] [1 70] Verandert niet Cuegeheugen (1 70) met timings OFF ON ON [Selecteer apparaten] Cuegeheugen (1 70) (de Alleen de [GET] + [CUE] [1 70] waardes van de geselecteerde geselecteerde apparaten zijn geel, de andere apparaten blauw) veranderen. [1 70] Cuegeheugen (1 70) Cuegeheugen ON OFF OFF [GET] + [CUE] [1 70] ON OFF ON [GET] + [CUE] [1 70] Cuegeheugen (1 70) (1 70) met timings Cuegeheugen (1 70) zonder timings [1 70] Cuegeheugen (1 70) Cuegeheugen (1 70) Cuegeheugen (1...70) zonder timings Cuegeheugen (1 70) zonder timings [1 70] Cuegeheugen (1...70) Cuegeheugen (1 70) zonder timings ON ON OFF [GET] + [CUE] Cuegeheugen (1 70) Verandert niet (*4) [1 70] [1 70] Cuegeheugen (1 70) Cuegeheugen (1 70) met timings ON ON ON [Selecteer apparaten] Cuegeheugen (1 70) (de Alleen de [GET] + [CUE] [1 70] waardes van de geselecteerde geselecteerde apparaten zijn geel, de andere apparaten veranderen blauw) [Selecteer apparaten] Cuegeheugen (1 70) (de Cuegeheugen [1 70] waardes van de geselecteerde (1 70) met timings apparaten zijn geel, de andere maar de blauw) geselecteerde apparaten worden zonder timings uitgevoerd. (*1) Stage : met stage bedoelen we wat op de apparaten te zien zal zijn. (*2) [1 70] betekent: selecteer een cue. (*3) OFF ON OFF : Dit is RUN mode, de mode die gebruikt wordt tijdens de uitvoering van de show. Er kunnen dus veranderingen aan cuememories gebeuren zonder dat deze ook uitgestuurd worden tijdens de uitvoering. (*4) Zie (*3), maar autoload ON wordt meestal niet gebruikt tijdens de uitvoering van de show. 126

127 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Geheugens 11. Hoofdstuk 11: Geheugens 6HWXS )L[WXUHV '0; $GGUHVVHV DQG 6WDJH 3ODQ $GMXVW )L[WXUH &RQWURO FKDQQHOV $GMXVW (IIHFW *HQHUDWRU FKDQQHOV 0DNH 3DQ7LOW *RER &RORU DQG (IIHFW *HQHUDWRU 3UHVHWV 7LPLQJV 0DNH 0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK &XH0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK 3OD\EDFNV 0DNH &XHV ZLWK 6HTXHQFHV FKDVHUV 5XQ WKH 6KRZ 0DNH 7LPH&RGH 6KRZ 127

128 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Geheugens 0DNLQJDPHPRU\ &OHDU QRW QHHGHG FKDQQHOV $GMXVW IL[WXUH FRQWURO FKDQQHOV >QXPEHU RQ :KHUHPHPRULHVDUHXVHG 6(48(1&( 3/$<%$&. 0(025< 0(025< 0(025< 128

129 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Geheugens In de controller kunnen per cue naast het cuegeheugen nog tot 4 sequences en 42 playbacks geprogrammeerd worden. Deze sequences en playbacks kunnen echter geen gebruik maken van de cuegeheugens uit vorige paragraaf. Sequences en playbacks gebruiken gewone geheugens. Er kunnen tot gewone geheugens aangemaakt worden. Een cue bestaat uit 1 cuegeheugen, 4 sequences en 42 playbacks Een sequence bestaat uit gewone geheugens (lichtstanden) die in een lus geplaatst worden zodat een chaser kan gemaakt worden. Elke sequence (chaser) bestaat uit: - een aantal loopgeheugens (tot 100 per sequence) - een startgeheugen - een stopgeheugen Een playback bestaat uit slechts één gewoon geheugen dat ingefade kan worden. Dus met het openschuiven van een playbackfader kan een lichtstand opgeroepen worden Verschil tussen gewone geheugens en cuegeheugens Beide geheugens stellen lichtstanden voor en kunnen dadelijk opgeroepen worden: Gewoon geheugen Bevat apparaat controle kanalen Bevat timing parameters maar deze worden niet gebruikt. Moet na het aanmaken in een sequences of een playback van cues geplaatst worden Cuegeheugen Bevat apparaat controle kanalen Bevat timing parameters Wordt automatisch in een cue geplaatst We hebben voor gewone geheugens dus een stap meer nodig om ze in een cue te plaatsen. Wanneer ze op voorhand aangemaakt zijn moeten ze eerst in een sequence of playback van een cue geplaatst worden. Vanaf deze softwareversie echter kan de stap geheugens aanmaken overgeslagen worden Aanmaken van een geheugen [MAN](control channels) Zet de manuele mode aan of uit. We herinneren nog even aan het gebruik van de [MAN] (control channels) toets. De [MAN] toets stelt de manuele mode voor en heeft voorrang op alles. Dit betekent dat wanneer cuegeheugens, sequences of playbacks actief zijn, de manuele mode voorrang op alles heeft. Als men in manuele mode een apparaat kanaal verandert, zal deze verandering uitgestuurd worden, ook al wordt dit kanaal ergens in een cue uitgestuurd. Wanneer [MAN] terug uitgeschakeld wordt zal het kanaal terug zijn normaal programma volgen wanneer het daar opgeroepen wordt. 129

130 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Geheugens In fixture mode [Stel apparaat controle kanalen in] [TO] [geheugennummer via keypad] [RET] Het verschil met een cuegeheugen is dat eerst de controller in fixture mode geplaatst moet worden en dat ipv [TO] [CUE], gewoon [TO] gevolgd door een nummer via het keypad gekozen moet worden. Wanneer de [RET] toets gedrukt wordt zal het geheugen opgeslagen worden. Ook hier geldt, zoals bij cuegeheugens, dat alleen veranderingen moeten opgenomen worden in de geheugens. Er moet een beetje vooruit gedacht worden bij het programmeren van geheugens. Als bijvoorbeeld later een chaser van kleuren gemaakt moet worden, dan heeft het weinig zin dat we in de geheugens van deze chaser ook Pan/Tilt info steken. Voorbeeld : Veronderstel dat we later een kleuren chaser willen maken, zonder gebruik te maken van de effecten generator. Stel dat er reeds een aantal kleurenpresets in het systeem geprogrammeerd zijn. - Eerst wordt de Manuele mode gestart [MAN] om voorrang te nemen op eventuele draaiende cuegeheugens ofwel moeten de cue-fading en de sequences gestopt worden en alle actieve playbacks gesloten worden. - Selecteer in fixture mode [Fixture PgUp] de gewenste apparaten. - Druk,2 x snel na elkaar, de [DEFAULT] toets in. Alle apparaten zullen in default worden geplaatst en de acties van eventuele draaiende cuegeheugens worden gestopt. - Als het Digital Memory-Values scherm open staat, zien we dat alle waardes ingevuld staan. We willen echter alleen kleuren waardes, dus drukken we [CLR] (dubbel-klik) om alle velden te wissen. - We selecteren een kleurenpreset [COLOR] + [1 70]. In de kleurenvelden zal nu het preset nummer verschijnen. - De waardes worden nu in een geheugen bewaard door volgende actie: druk [TO] en geef dan het geheugennummer in via het keypad (vb. 100) gevolgd door [RET]. 130

131 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Geheugens [TO+] Via de [TO+] toets kan een instelling naar het volgende geheugen bewaard worden. - Moeten we een volgend geheugen aanmaken met een andere kleurenpreset, dan is het enkel nodig de nieuwe kleurenpreset op te roepen en dit nieuwe geheugen te bewaren met de [TO+] toets. Kijk altijd de controle kanalen na in het values scherm, want het is mogelijk dat een preset werd opgehaald met een andere, meer beperkte, loadselectie (zie presets). Het geheugen zal nu bewaard worden onder geheugen 101. [GET] [geheugennummer via keypad] [RET] Om een reeds bewaard geheugen terug op te halen moet de [GET] toets gedrukt worden. Via het keypad wordt het gewenste geheugennummer ingegeven gevolgd door [RET]. [LAST] of [NEXT]!!! als de controller in fixture mode staat!!! Wanneer de controller in Fixture mode staat zal via de [LAST] of [NEXT] toets respectievelijk het vorige of volgende geheugen opgehaald worden. Dit geeft de mogelijkheid om snel door de geheugens te lopen. Niet geprogrammeerde geheugennummers worden overgeslagen. Opgelet, in cue mode wordt de vorige of volgende cue opgehaald Geheugens bekijken Vermits geheugens veel overeenkomst vertonen met cuegeheugens, enkel de timings ontbreken, is de filosofie bij het aanmaken van geheugens hetzelfde als die bij cuegeheugens. Dus vul slechts die controle kanalen in die nodig zijn. Het Digital Memory-Values scherm (toets [VALUES]) zal bij het ophalen van een geheugen dezelfde overeenkomst vertonen als bij het ophalen van een cuegeheugen. [SHIFT] + [VALUES] Deze toetsencombinatie wordt gebruikt om te wisselen tussen de weergave in digitale waardes of procentuele waardes. Alle waardes zullen verschijnen volgens deze instelling, dus ook in fixture mode en ook voor cuegeheugens. 131

132 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Geheugens 11.4 Geheugens benamen [Haal een geheugen op] [TXT EDIT] + [TO] [geef een naam via het klavier] [RETURN] Aan een geheugennummer kan een naam gegeven worden om alles overzichtelijker te houden. Haal hiervoor eerst een geheugen op. Druk dan de [TXT EDIT] toets in samen met de [TO] toets. Geef via het klavier een naam en druk RETURN. Om een overzicht te hebben van de geheugennamen moet in fixture mode het namenvenster geopend worden door de [TEXT] toets te drukken. Met de [PgUp] of [PgDn] toets kan nu door de geheugennamen gelopen worden zonder dat de geheugens opgeroepen worden. {ERV} 11.5 Thresholds op geheugens Wanneer een geheugen ingefade wordt, zullen alle apparaat controle kanalen die in dit geheugen bewaard werden dadelijk beginnen met infaden. Men heeft dus geen controle op de start van het infaden. Als er een threshold op het geheugen toegevoegd wordt, kan men per apparaat controle kanaal een uitstel tot infaden aangeven. Thresholds geven het fadingpercentage per controle kanaal aan waarop de fading moet starten wanneer de geheugen in een playback of sequence gebruikt wordt (zie hoofdstuk sequences en playbacks). Thresholds worden niet toegepast op cuegeheugens daar men via de cuetijden een threshold kan simuleren in een cuegeheugen. Stel dat een geheugen (met Pan/Tilt en dimmer waarden) wordt ingefade van 0% tot 100%, maar we willen dat de dimmer slechts op 70% van de fading begint in te faden, dan moet er een threshold gemaakt worden waarbij de dimmer op 70% staat. In dit geval zal de Pan/Tilt dadelijk beginnen in te faden, en de dimmer slechts wanneer reeds 70% van de fading uitgevoerd werd. (QG 3DQ7LOW DQG GLPPHU IDGLQJ 6WDUW 3DQ7LOW IDGLQJ 6WDUW GLPPHU IDGLQJ 132

133 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Geheugens Er kunnen tot 70 verschillende thresholds aangemaakt worden op de controller. [EDIT (CUE)] + [TRESH LIB (CUE)] [selecteer een nummer 1 70] [verander threshold waardes] [TRESH LIB] Wanneer de [EDIT] samen met de [TRESH LIB] toets gedrukt wordt, zal het threshold scherm openen nadat een thresholdnummer [1 70] gekozen werd. De rijen stellen de apparaten voor, de kolommen stellen de apparaatkanalen voor. Met [Pg>] en [Pg<] kunnen de kanalen 1 tot 16 of 17 tot 32 afgebeeld worden. Met [FIXTURE PgDn] en [FIXTURE PgUp] kunnen de apparaatpagina s 1 tem 10 afgebeeld worden. In dit voorbeeld werd een threshold aangemaakt. Later zal deze threshold gebruikt worden in een playback. We zien hier dat : - Alle MAC600 kanalen pas zullen reageren als de fading 30% bereikt heeft. - Alle PRO918 kanalen pas zullen reageren als de fading 10% bereikt heeft. - Alle MAC300 kanalen pas zullen reageren als de fading 60% bereikt heeft. - Alle MAC250 kanalen pas zullen reageren als de fading 90% bereikt heeft. Wanneer we deze threshold gebruiken op een geheugen in een playback, en we schuiven deze playback open, dan zullen de desbetreffende kanalen slechts reageren als het percentage van de playback overeenkomt met de waarde die opgeslagen werd in de threshold. De velden kunnen aangepast worden zoals apparaatkanalen ingesteld worden. Wanneer apparaten en een controle kanaal gekozen worden, kan via de [@] toets en het keypad en [RET] dadelijk het percentage voor het gekozen controle kanaal ingevuld worden. Om de ingestelde threshold te bewaren wordt de [TRESH LIB] toets nogmaals gedrukt. Hoe een threshold op een geheugen toegepast wordt, zal uitgelegd worden in het hoofdstuk sequences en playbacks. 133

134 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks 12. Hoofdstuk 12: Sequences en Playbacks 6HWXS )L[WXUHV '0; $GGUHVVHV DQG 6WDJH 3ODQ $GMXVW )L[WXUH &RQWURO FKDQQHOV $GMXVW (IIHFW *HQHUDWRU FKDQQHOV 0DNH 3DQ7LOW *RER &RORU DQG (IIHFW *HQHUDWRU 3UHVHWV 7LPLQJV 0DNH 0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK &XH0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK 3OD\EDFNV 0DNH &XHV ZLWK 6HTXHQFHV FKDVHUV 5XQ WKH 6KRZ 0DNH 7LPH&RGH 6KRZ 134

135 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks &8([&8(3$*(\ SOD\EDFNV 6HT $ 6HT % 6HT & 6HT GY^W &8(0(025< 35,25,7< 75$163$5(17 02'( 7UDQVSDUHQW PRGH 2)) 6HOHFWLQJ RWKHU &8( QHZ VHTXHQFHV DQG QHZ SOD\EDFNV 7UDQVSDUHQW PRGH 21 6HOHFWLQJ RWKHU &8( 2QO\ SURJUDPPHG VHTXHQFHV DQG SOD\EDFNV RI WKH VHOHFWHG &8( ZLOO EH UHSODFHG $GGLQJ ORRSPHPRULHV WR VHTXHQFHV IDVW PHWKRG $GGLQJ PHPRULHV WR SOD\EDFNV IDVW PHWKRG 6HOHFW D &8( 6HOHFW D &8( >&/5@ >$//@ >&/5@ >$//@ 6HOHFW IL[WXUHV DQG DGMXVW FRQWURO FKDQQHOV 6HOHFW IL[WXUHV DQG DGMXVW FRQWURO FKDQQHOV >72@ >$ % & RU '@ >1DPH@ >5(7@ >72@ > «SOD\EDFN IODVKNH\@ >1DPH@ >5(7@ 135

136 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks 12.1 Inleiding sequences Sequences zijn niets minder dan chasers. Per cue kunnen naast het cuegeheugen en de playbacks, tot 4 sequences geprogrammeerd worden. De sequences zijn genummerd A, B, C en D. Vermits er 16 pagina s van 70 cues zijn + pointcues, kunnen er tot sequences geprogrammeerd worden. Een sequence bestaat uit: - Een startgeheugen (niet noodzakelijk) - Een aantal loopgeheugens (minstens 1, max. 100) - Een stopgeheugen (niet noodzakelijk) 6HTXHQFH$ 6HTXHQFH% 6HTXHQFH& 6HTXHQFH' 6WDUWPHPRU\ LQ IDGHPRGH WKUHVKROG /RRSPHPRU\ LQ IDGHPRGH WKUHVKROG /RRSPHPRU\ LQ IDGHPRGH WKUHVKROG /RRSPHPRU\ LQ IDGHPRGH WKUHVKROG (...) /RRSPHPRU\; LQ IDGHPRGH WKUHVKROG 6WRSPHPRU\ LQ IDGHPRGH WKUHVKROG Sequences kunnen gelinkt worden naar andere cues. Per sequence is een aparte fade-tijd en wachttijd instelbaar. Elke sequence heeft een aparte start knop. De loopgeheugens in de sequence kunnen in voorwaartse, achterwaartse richting, in bounce (voor- en terug achterwaarts) of door elkaar at random, afgehandeld worden. Sequences kunnen met elkaar gesynchroniseerd worden. Sequences kunnen automatisch, manueel triggerbaar of in semi-automatische mode lopen. 136

137 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks 12.2 Inleiding playbacks Een playback bestaat uit één geheugen dat manueel, via een analoge schuiver, ingefade kan worden. Vermits er 16 pagina s van 70 cues+ pointcues bestaan, en elke cue tot 42 playbacks kan bevatten, kunnen tot playbacks geprogrammeerd worden. 0HPRU\LQ IDGHPRGH WKUHVKROG Een Playback bestaat dus uit één enkel geheugen. Dit geheugen kan van 0% tot 100% ingefade worden met de schuiver. Bovendien kan op dit geheugen een threshold toegepast worden en één van de 6 fademodes. Via de playback flashkey bovenop de schuiver, kan dit geheugen dadelijk tot zijn maximum ingefade worden. De maximum flash waarde hangt echter af van de stand van de flashmaster. )0 De Playback flashkeys kunnen in 3 modes werken: )ODVKPDVWHU - Flash: Bij het indrukken wordt het playback geheugen dadelijk ingefade, bij het loslaten wordt het terug uitgefade. - Toggle: Bij het wordt het playback geheugen dadelijk ingefade. Om terug uit te faden moet nogmaals gedrukt worden. - Kill: Wanneer 2 playbacks van dezelfde cue in kill mode staan zal het indrukken van de ene flashkey, het playback geheugen ingefade worden, en tegelijk het andere playback geheugen in kill mode uitfaden. Het is wel nodig dat beide playbacks tot dezelfde cue GY^W Wanneer gebruik gemaakt wordt van de flash toetsen, kan aan het playback geheugen een fade-in en fade-uit tijd toegewezen worden. 137

138 @<1I213;C 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks 12.3 Prioriteiten ZEER BELANGRIJK : Wanneer hetzelfde apparaat controle kanaal gebruikt wordt in zowel een actief cuegeheugen als actieve sequences en actieve playbacks als in manuele mode, en dit controle kanaal is geen dimmer kanaal, dan ontstaan er prioriteiten. Het cuegeheugen heeft de laagste prioriteit, dan volgen sequences D, C, B en A, daarop volgen de playbacks, als laatste met de hoogste prioriteit volgt de manuele mode. Een voorbeeld : Stel dat we het Pan/Tilt kanaal van de eerste MAC600 gebruiken in een cuegeheugen en in de geheugens voor sequences D, C, B, A, Wanneer zowel het cuegeheugen als de 4 sequences actief zijn, dan zal het Pan/Tilt kanaal van deze MAC600 alleen reageren op de geheugens van sequence A, omdat hetzelfde controle kanaal (de Pan/Tilt van de eerste MAC600) gebruikt wordt en sequence A heeft een hogere prioriteit als het cuegeheugen. Dus het prioriteits principe geldt dus alleen wanneer: - hetzelfde apparaat controlekanaal gebruikt wordt - het controlekanaal geen dimmer kanaal is - het controle kanaal actief is in meerdere functies (cuegeheugen, sequences, playbacks, manueel) +LJKHVW GY^W $ % & ' &XHPHPRU\ /RZHVW 3ULRULW\ Dimmerkanalen volgen het principe HTP, d.w.z. wanneer het gebruikte kanaal in de cuegeheugens, sequences, playbacks of manueel een dimmerkanaal is, zal de functie die het kanaal op de hoogste waarde uitstuurt voorrang hebben. Stuurt bijvoorbeeld het cueheheugen het dimmerkanaal op 80% uit en playback 1 stuurt ditzelfde kanaal op 40% uit dan zal 80% uitgestuurd worden. Dimmerkanalen kunnen echter ingesteld worden zoals de andere kanalen door op het geheugen, mode 5 of 6 toe te passen (zie fademodes). 138

139 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks 12.4 Geheugens toevoegen aan sequences (snelle methode) Voor beginnende gebruikers bestaat er een snelle methode om de geheugens automatisch aan te maken en deze in een sequence toe te voegen : [selecteer een cue] [ga naar fixture mode] [stel apparaat controle kanalen in en verwijder onnodige kanalen] [TO] + [A of B of C of D] [geef geheugennaam] [RET] Stap 1 : Eerst wordt een cue geselecteerd waarin we de sequence willen draaien. Stap 2 : Er wordt overgegaan naar fixture mode. Het kan nuttig zijn het digital memory values scherm te openen. Stap 3 : Zoals bij cuememories kunnen de onnodige kanalen gewist worden [CLR] + [ALL], en de gewenste kanalen ingesteld worden. Stap 4 : Druk [TO] gelijktijdig met één van de sequence toetsen [A], [B], [C] of [D] Stap 5 : Wanneer in de startopties (zie paragraaf STARTOPTIES [SETUP] [2] ) het item AUTOMATIC MEMORYNAME actief is, zal automatisch een geheugennaam gevraagd worden. Stap 6 : Sluit af door [RET] te drukken. De geheugennummers zullen nu automatisch aangemaakt worden, startend vanaf het geheugennummer dat in de startopties ( AUTOMATIC SEQUENCE-MEMORIES FROM ) aangeduid staat. Nota : Geheugens die op deze manier aan sequences toegevoegd worden zullen altijd loopgeheugens zijn, en ze worden altijd bijgevoegd, nooit tussengevoegd. Deze geheugens zullen altijd fademode 1 hebben. Wenst men echter start of stop geheugens of is een andere mode met ev. een threshold gewenst, dan moet de sequence geediteerd worden (zie paragraaf Sequences editeren ) Geheugens toevoegen aan playbacks (snelle methode) Voor beginnende gebruikers bestaat er een snelle methode om de geheugens automatisch aan te maken en deze aan een playback toe te voegen : [selecteer een cue] [ga naar fixture mode] [stel apparaat controle kanalen in en verwijder onnodige kanalen] [TO] + [playback toets (1 42)] [geef geheugennaam] [RET] De methode is dezelfde als geheugens toevoegen aan sequences, met die uitzondering dat een playback slechts één geheugen kan bevatten. De geheugennummers zullen nu automatisch aangemaakt worden, startend vanaf het geheugennummer dat in de startopties ( AUTOMATIC PLAYBACK-MEMORIES FROM ) aangeduid staat. Nota : Een geheugens dat op deze manier aan een playback toegevoegd wordt zal altijd fademode 1 hebben. Is een andere mode met ev. een threshold gewenst, dan moet de sequence geediteerd worden (zie paragraaf Sequences editeren ). 139

140 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks {ERV} 12.6 Sequences editeren [Selecteer een cue] [EDIT] + [A of B of C of D] Om geheugens toe te voegen aan sequences, moet er eerst een cue gekozen worden. Om één van de sequences van de gekozen cue te openen wordt de [EDIT] toets samen met een sequence toets [A], [B], [C] of [D] gekozen. Volgend scherm zal nu geopend worden: Bovenaan staat de sequencenummer, de cue pagina en de cuenummer van de geediteerde sequence (hier Sequence D, cue1, cuepagina 1). Links staan de reeds geprogrammeerde geheugens met hun naam (wanneer ze naamloos zijn worden ze voorgesteld met een *). Het scherm rechts stelt de inhoud van de sequence voor: - START : stelt het startgeheugen voor. Het startgeheugen is niet noodzakelijk. Het wordt slechts éénmaal uitgevoerd bij het starten van de sequence. - LOOP : Er kunnen tot 100 loopgeheugens aan de sequence toegevoegd worden. Op elk geheugen kan een threshold ingesteld worden, en op elk geheugen kan één van de 6 fademodes toegepast worden. - STOP : Bij het linken naar een andere cue kan een stopgeheugen uitgevoerd worden. Het stopgeheugen is niet noodzakelijk en wordt slechts éénmaal uitgevoerd. 140

141 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks [2 ] of [8 ] - LINK : Wanneer de sequence zijn geheugens afgehandeld heeft, kan er gelinkt worden naar een andere cue. Hierbij moet erop gelet worden dat er een eindig aantal lussen (loops) doorlopen worden, anders zal er nooit gelinkt worden. - LOOP COUNTER : Deze geeft het aantal maal weer dat de loopgeheugens moeten doorlopen worden. Default staat deze teller op oneindig (infinite) zodat de loopgeheugens blijven draaien zolang geen andere cue geselecteerd wordt. Wordt hier een eindige waarde ingevuld, dan zal na het doorlopen van een eindig aantal lussen, het stopgeheugen (indien aanwezig) uitgevoerd worden. Daarna zal de sequence ofwel geheugen 0 oproepen als er niet gelinkt wordt, ofwel gelinkt worden naar een andere cue. Geheugen 0 is een leeg geheugen, dus het bevat geen parameters. Met deze toetsen selecteren we in het rechtse venster welke plaats in de sequence we willen editeren (startgeheugen, loopgeheugens of stopgeheugen). [GET] [nummer via keypad] [RET] of [LAST] of [NEXT] Deze acties doen niet meer dan de reeds geprogrammeerde geheugens oproepen. Het opgeroepen geheugen zal in de linkse schermkader oplichten. [ADD] of [INS] [CLR] Om het geheugen dat in de linkse kader oplicht nu toe te voegen of in te voegen aan de start-, loop- of stopgeheugens (gekozen met [8 ] of [2 ]) wordt de [ADD] of [INS] toets gekozen. Om het oplichtende geheugen in het rechtse veld terug uit de sequence te verwijderen, wordt de [CLR] gekozen. [TRESH. LIB.] + [1 70] Om één van de 70 geprogrammeerde thresholds (zie hoofdstuk geheugens) toe te wijzen aan het rechtse geheugen. Nota : Er bestaat nog een methode om geheugens toe te voegen aan de loopgeheugens van een sequence : [haal een geheugen op [GET] [nummer via keypad]] [EDIT] [[A, B, C of D] [A, B, C of D] (2x snel na elkaar)] 141

142 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks {ERV} Fade modes We hebben reeds bij cuegeheugens gezien dat er verschillende modes bestaan om geheugens in te faden : - Mode 1: Only fadepermission: De kanalen die fademogelijkheden hebben zullen faden naar de eindstand, de andere zullen springen naar de eindstand. - Mode 2: Fade all channels: Alle kanalen zullen nu fademogelijkheden hebben, de bibliotheek wordt genegeerd. - Mode 3: No fading: Geen enkel kanaal zal faden. Alle waardes zullen springen naar de eindstand. In deze mode wordt echter rekening gehouden met de ingestelde fadetijd voor de sequence. - Mode 4: Deze mode is dezelfde als mode 3, maar de ingestelde fadetijd voor de sequence zal genegeerd worden of fadetijd=0 sec. - Mode 5: LTP-dimmers fade. We hebben gezien in paragraaf 3, dat dimmerkanalen het principe HTP (highest takes precedence) volgen. In mode 5 volgen ze gewoon het principe van de andere kanalen zoals uitgelegd in paragraaf 3. - Mode 6: LTP-dimmers fade maar geen fading voor alle andere kanalen. Dit is eigenlijk een combinatie van mode 5 en mode 3. Opgelet THRESHOLDS (zie hoofdstuk playbacks) reageren anders in deze mode. Dus in deze mode worden alle parameters (behalve de dimmer) klaargezet bij het infaden, maar de dimmer blijft de fading uitvoeren. [MODE] Door de [MODE] toets te drukken verandert de fade mode van het rechts oplichtende geheugen. {ERV} Linken van cues Wanneer een sequence een eindig aantal lussen heeft afgehandeld, kan deze sequence een andere cue met sequences oproepen. [LINK] [1 16] [1 70] [RET] Om een cue te linken drukken we de [LINK] toets, we kiezen een cuepagina (1 16) en een cue (1 70). Bevestig met [RET]. De sequence zal echter alleen linken met een andere cue wanneer een eindig aantal loops ingesteld werd. [LOOP] + [2 ] of [8 ] Om het aantal loops of lussen in te stellen wordt de [LOOP] toets samen met één van de 2 pijltjes toetsen [2 ] of [8 ] ingedrukt. De loopcounter kan nu ingesteld worden op oneindig (infinite) of tussen 1 en 1000 loops. 142

143 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks {ERV} Bewaren van de geediteerde sequence [A] of [B] of [C] of [D] Alle instellingen die in de sequence gemaakt zijn, kunnen nu bewaard worden door terug op de sequencenummer (A, B, C of D) te drukken waarmee hij geopend is Sequence functies Sequences hebben aparte fade- en wachttijden. Sequences kunnen onafhankelijk van elkaar gestart of gestopt worden. Ze kunnen met elkaar gesynchroniseerd worden en ze kunnen automatisch, manueel en semi-automatisch lopen. [Selecteer een sequence A, B, C of D] [FADE FIG] [Stel in via trackerball] De fade tijd, de tijd waarop de geheugens infaden, wordt ingesteld door de gewenste sequence A, B, C of D te selecteren en de toets [FADE FIG] te drukken. De fade tijd wordt nu ingesteld via de trackerball. [Selecteer een sequence A, B, C of D] [WAIT DELAY] [Stel in via trackerball] De wait tijd is de tijd die gewacht wordt voor een volgend sequence geheugen begint in te faden. Bij de Pro 2 of Pro 2+ controllers heeft men directe toegang tot de fade en wachttijden van de 4 sequences via de digitale schuivers. Hier moet de sequence niet op voorhand gekozen worden. Ook de andere functies zijn hier direct toegankelijk. :$,77,0( 6HT$ 6HT% 6HT& 6HT' )$'(7,0( 143

144 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks [Selecteer een sequence A, B, C of D] [ON] Alleen voor Pro 2 of Pro 2+ [ON] De [ON] toets schakelt de gekozen sequence aan of uit. Bij Pro 2 of Pro 2+ controllers kan dit dadelijk op het linker paneel zonder eerst de sequence te kiezen. [Selecteer een sequence A, B, C of D] [ ] Alleen voor Pro 2 of Pro 2+ [ ] De loopgeheugens in een sequence kunnen vooruit (LED groen), achteruit (LED rood), in bounce = vooruit en terug achteruit (LED rood en groen) of in random (LEDs uit) orde lopen. [Selecteer een sequence A, B, C of D] [SYNC] Alleen voor Pro 2 of Pro 2+ [SYNC] 2 of meer sequences kunnen gesynchroniseerd worden met elkaar door op alle te synchroniseren sequences te [SYNC] te activeren. Alle gesynchroniseerde sequences zullen nu op elkaar wachten. [Selecteer een sequence A, B, C of D] [AUTO] Alleen voor Pro 2 of Pro 2+ [AUTO] Sequences kunnen automatisch, manueel of semi-automatisch lopen. In automatische mode loopt de sequence zonder tussenkomst van de gebruiker (autoled = aan). In manuele mode (autoled = uit) kan de sequence getriggerd worden via de [STEP BEAT] toets. Nota : Wanneer meerdere sequences in manuele mode staan kunnen ze allen gelijktijdig getriggerd worden via de [RET] toets. In semi-automatische mode (autoled knippert) moet de triggering aangeleerd worden. Druk hiervoor de [AUTO] toets tot de LED knippert en druk nu op het gewenste ritme de [STEP BEAT] toets 3 maal in. De sequence zal nu automatisch verdergaan in het ritme dat hem aangeleerd werd. [Selecteer een cue] [Stel sequence(s) in] [STORE] De fade- en waittijden en de functieinstellingen van de sequence kunnen per cue bewaard worden: - kies hiervoor eerst de cue, stel de sequences in en druk [STORE]. 144

145 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks {ERV} 12.7 Playbacks editeren Er bestaan 2 methodes om een geheugen toe te wijzen aan een playback: [Kies een cue] [haal een geheugen op] [EDIT] + [[Playback Flashkey] [Playback Flashkey] (2x snel na elkaar)] Dit is de snelle methode, maar hier wordt het geheugen niet automatisch aangemaakt: Eerst wordt een geheugen opgehaald, dan de gewenste cue gekozen. Wanneer nu de [EDIT] toets samen met een playback flashkey 2 x snel na elkaar wordt ingedrukt, zal het opgehaalde geheugen aan de playback toegewezen worden. [Kies een cue] [EDIT] + [Playback Flashkey] Wanneer men echter aan het geheugen thresholds of fademodes wil toevoegen, dan moet de playback geopend worden door de [EDIT] toets samen met de [Playback Flashkey] te drukken. Zoals bij sequences zal nu een gelijkaardig scherm verschijnen: Door gebruik te maken van [GET] [geheugen nummer] [RET] of de [LAST] [NEXT] toetsen kan een geheugen opgehaald worden en toegevoegd worden aan de playback met de [ADD] of [INS] toetsen. [2 ] of [8 ] Met deze toetsen kan men het te editeren veld in de rechter kolom wisselen. [EDIT] [[0-9] [@] (keypad)] [RET] Wanneer men FADE-IN of FADE-OUT tijd wil wijzigen, gaat men met de [2 ] of [8 ] op het gewenste veld staan en men drukt [EDIT]. Via het keypad kan nu de gewenste tijd worden ingegeven. 145

146 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks Om de flashmode te wisselen tussen Flash, Toggle of Kill, drukt men de [EDIT] toets wanneer men op het Flash-mode veld staat. Heeft men een Pro 1+, een Pro 2+ of een playbackwing ter beschikking, dan heeft men niet alleen het voordeel dat er 32 extra playbacks aanwezig zijn, maar ook de playback flashmode s zijn makkelijker in te stellen: [FLASH] of [TOGGLE] of [KILL] + [Playback flashkey(s)] Zet dadelijk de gekozen playbacks in de gewenste mode [FLASH] of [TOGGLE] of [KILL] + [ALL(+ wing)] Zet alle playbacks van de laatst geselecteerde cue in de gewenste mode Playback scherm en display modes [STAGE] Herinnering : Met de [STAGE] toets wordt gewisseld tussen de stage layout of het overzicht van de playbacks op de monitor. Er zijn nu 3 mogelijke modes om de playbacks weer te geven (op het scherm of in de displays van de playback wing): - Geheugennummer + cuenummer van de geheugens in de playbacks - Geheugennaam van de geheugens in de playbacks - Flashmode van de geheugens in de playbacks Wanneer het playback scherm geopend is kan men met de [PgUp] of [PGDn] (onder de [ESC] toets) toetsen wisselen tussen de verschillende modes. Opm : Gebruikers van oude software versies : Vroeger werd het playback scherm weergegeven met de [VALUES] toets. Op de Playback wing wordt de playback inhoud altijd afgebeeld in de 4 LCD displays. [PgUp] of [PgDn] Om tussen de verschillende modes te wisselen. [UPPER] of [LOWER] Om de bovenste of onderste 16 playbacks weer te geven. 146

147 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks De geheugens in de playbacks We hebben reeds enkele malen herhaald dat het niet nodig is om alle waarden van alle apparaten op te slaan in geheugens. Wanneer bijvoorbeeld alleen de dimmerwaarden van apparaten opgeslagen worden in geheugens, dan is het mogelijk om deze geheugens in playbacks te gebruiken en zo bijkomende sub-masters te creeren. Als de effect generator in gebruik is dan kan men bijvoorbeeld alleen de Pan/Tilt speed parameter programmeren voor alle apparaten, en deze waardes in een geheugen bewaren. Dit geheugen kan in een playback bewaard worden. Als er een cuegeheugen actief is waarbij de Pan/Tilt effect speed op nul staat, dan is het mogelijk om de snelheid met deze playback te regelen vermits de playback een hogere prioriteit heeft dan het cuegeheugen. &XHPHPRU\ZLWKYDOXHV IRUHIIHFWJHQHUDWRURQ 3DQ7LOWEXW 3DQ7LOWVSHHGRQ Worden er volledig gevulde geheugens in de playbacks gebruikt, dan kan een bepaalde scene ingefade worden. Hou hier wel rekening met het prioriteitsprincipe. {ERV} De playback fademodes 3OD\EDFNILOOHGZLWK PHPRU\ZKHUHWKHUHLVRQO\DYDOXH IRUHIIHFWJHQHUDWRU 3DQ7LOWVSHHG; 3OD\EDFNZLOOVHWWKHVSHHGEHWZHHQDQG;EHFDXVH WKHSOD\EDFNKDVDKLJKHUSULRULW\DVWKHFXHPHPRU\ Zoals bij sequences en cuegeheugens kunnen er 6 verschillende fademodes gebruikt worden voor het geheugen in de playback, alleen is fademode 3 gelijk aan fademode 4 bij playbacks. Opgelet voor mode 6: - Mode 1: Only fadepermission: De kanalen die fademogelijkheden hebben zullen faden naar de eindstand, de andere zullen springen naar de eindstand. - Mode 2: Fade all channels: Alle kanalen zullen nu fademogelijkheden hebben, de bibliotheek wordt genegeerd. - Mode 3: No fading: Geen enkel kanaal zal faden. Alle waardes zullen springen naar de eindstand. - Mode 4: Deze mode is dezelfde als mode 3, voor playbacks. - Mode 5: LTP-dimmers fade. We hebben gezien in paragraaf 3, dat dimmerkanalen het principe HTP (highest takes precedence) volgen. In mode 5 volgen ze gewoon het principe van de andere kanalen zoals uitgelegd in paragraaf 3. - Mode 6: LTP-dimmers fade maar geen fading voor alle andere kanalen. Dit is eigenlijk een combinatie van mode 5 en mode 3. Dus in deze mode worden alle parameters (behalve de dimmer) klaargezet bij het infaden, maar de dimmer blijft de fading uitvoeren. Wanneer echter een threshold wordt toegepast op het geheugen, dan zal deze hier omgekeerd werken, behalve voor de dimmer. Het dimmer kanaal zal de normale threshold volgen, maar de andere kanalen faden tot het thresholdpercentage bereikt wordt en niet vanaf het threshold percentage. Deze mode werkt alleen als de dimmer(s) van de desbetreffende apparaten dicht zijn in de andere playbacks of sequences of cuegeheugen, anders wordt overgeschakeld op mode 1 + mode 5. Een voorbeeld : Om een bepaalde lichtstand (volledige lichtstand) in te faden, neemt men een volledig gevuld geheugen, met de dimmer op maximaal. Wanneer er geen threshold op toegepast wordt, zal bij het openen van de 147

148 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks playbackschuiver, de apparaten dadelijk de lichtstand uitvoeren (behalve het dimmerkanaal). Dus ook Pan/Tilt zal dadelijk naar de nieuwe positie vliegen. Past men echter een threshold toe van bijvoorbeeld 25% op alle kanalen, dan zal deze pas de juiste positie hebben na 25% openschuiven van de playback. De dimmer zal echter van vanaf 25% beginnen in te faden (opgepast dat de dimmer niet openstaat in een andere functie zoals een andere playback, of een sequence, of een cuegeheugen, of manueel). 0RGHZLWKRXWWKUHVKROG 0RGHZLWKWKUHVKROGRI RQDOOFKDQQHOV 148

149 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks {ERV} 12.8 Transparant mode Wanneer cues geprogrammeerd zijn kan de controller in 2 mode s werken: - transparant mode aan - transparant mode uit {ERV} Transparant mode aan Transparant mode aan betekent dat bij het selecteren van cues, alleen geprogrammeerde sequences en playbacks zullen vervangen worden. Voorbeeld: - In cue 1 hebben we sequences A, B, C en D geprogrammeerd - In cue 2 hebben we sequence C geprogrammeerd - Wanneer we nu wisselen van cue 1 naar cue 2 zal alleen sequence C vervangen worden door deze van cue 2. We programmeren: Cue 1 Cue 1 Seq A Cue 1 Seq B Cue 1 Seq C Cue 1 Seq D Cue 2 Seq A leeg Seq B leeg Cue 2 Seq C Seq D leeg Wanneer we nu van cue 1 naar cue 2 wisselen zal het resultaat zijn: Wisselen van Cue 1 Seq A Cue 1 Seq B Cue 2 Seq C Cue 1 Seq D cue 1 naar cue 2 Opmerking : Dit geldt ook voor playbacks Nota: In deze mode is het mogelijk om alleen in cue 1 playbacks te programmeren, en deze te behouden ook al selecteert men een andere cue. {ERV} Transparant mode uit Transparant mode uit betekent dat bij het selecteren van cues, alle sequences en playbacks zullen vervangen worden. Voorbeeld: - In cue 1 hebben we sequences A, B, C en D geprogrammeerd - In cue 2 hebben we sequence C geprogrammeerd - Wanneer we nu wisselen van cue 1 naar cue 2 zullen alle sequences vervangen worden door deze van cue 2, dus vermits in cue 2 alleen sequence C geprogrammeerd is, zullen sequences A, B en D leeg zijn. We programmeren: Cue 1 Cue 1 Seq A Cue 1 Seq B Cue 1 Seq C Cue 1 Seq D Cue 2 Seq A leeg Seq B leeg Cue 2 Seq C Seq D leeg Wanneer we nu van cue 1 naar cue 2 wisselen zal het resultaat zijn: Wisselen van Seq A leeg Seq B leeg Cue 2 Seq C Seq D leeg cue 1 naar cue 2 Opmerking : Dit geldt ook voor playbacks 149

150 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks {ERV} De keuze: transparant mode aan of uit? In vroegere software versies was het alleen mogelijk de transparant mode voor een hele show in te stellen (de oude replace-all mode). Vanaf software versie 7.01 is het mogelijk deze mode per cue in te stellen en daarbij ook nog een onderscheid te maken tussen sequences en playbacks. Stel dat men de inhoud van de 42 playback faders van cue 1 pagina 1 wenst te behouden, welke cue ook gekozen wordt, dan moet de transparant mode aan zijn voor de playbacks. Stelt elke cue echter een volledig nieuwe scene voor waarbij men de sequences en playbacks steeds nieuwe functies wil geven, dan moet de transparant mode uit zijn voor de hele show. Voorgeprogrammeerde shows: Bij dit soort shows weet men meestal op voorhand hoe de lichtstanden elkaar moeten opvolgen. Hier wordt per cue geprogrammeerd zodat elke cue een volledig nieuwe lichtstand voorstelt. Sequences worden best in transparant mode uit geplaatst. Wanneer gewenst is dat de playbacks altijd dezelfde geheugens houden zet men hier transparant mode aan. 6HT $ HPSW\ 6HT % HPSW\ &8( SURJUDPPHG 6HT & HPSW\ 6HT ' FRORUFKDVHU &XHPHPRU\ 3OD\EDFNV ILOOHG ZLWK OLJKWVFHQHV H[ /LJKWVFHQH RQ GUXPPHU OLJKWVFHQH LQ DXGLHQFH 3OD\EDFNV ILOOHG ZLWK VSHHG YDOXHV IRU HIIHFW JHQHUDWRU &8( SURJUDPPHG 6HT $ HPSW\ 6HT % HPSW\ 6HT & *RERFKDVHU 6HT ' FRORUFKDVHU &XHPHPRU\ 3OD\EDFNV HPSW\ Stel dat er 2 cues geprogrammeerd worden als hierboven en dat de transparant mode voor sequences uit staat en voor playbacks aan, dan zal het gevolg zijn als we van cue 1 naar cue 2 gaan dat de sequences vervangen worden, maar de playbacks blijven zoals in cue 1 : &8( 6HT $ HPSW\ 6HT % HPSW\ 6HT & *RERFKDVHU 6HT ' FRORUFKDVHU &XHPHPRU\ 3OD\EDFNV ILOOHG ZLWK OLJKWVFHQHV H[ /LJKWVFHQH RQ GUXPPHU OLJKWVFHQH LQ DXGLHQFH 3OD\EDFNV ILOOHG ZLWK VSHHG YDOXHV IRU HIIHFW JHQHUDWRU 150

151 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks Disco clubs en shows met improvisatie: Weet men echter het verloop van de show niet, zoals in disco clubs, dan is het meestal gewenst dat er combinaties van sequences mogelijk zijn. Voorbeeld: - Voor de bewegingen neemt men cuegeheugens in cues 1 tot 19 - Voor kleurenchasers neemt men sequence D in cues 20 tot 39 (sequence C leeg) - Voor gobochasers neemt men sequence C in cues 40 tot 59 (sequence D leeg) - We nemen voor zowel sequences als playbacks de transparant mode aan. &8( SURJUDPPHG 6HT $ HPSW\ 6HT % HPSW\ 6HT & HPSW\ 6HT ' HPSW\ &XHPHPRU\ 3OD\EDFNV ILOOHG ZLWK OLJKWVFHQHV H[ /LJKWVFHQH RQ GUXPPHU OLJKWVFHQH LQ DXGLHQFH 3OD\EDFNV ILOOHG ZLWK VSHHG YDOXHV IRU HIIHFW JHQHUDWRU &8( SURJUDPPHG 6HT $ HPSW\ 6HT % HPSW\ 6HT & (PSW\ 6HT ' FRORUFKDVHU &XHPHPRU\ HPSW\ 3OD\EDFNV HPSW\ &8( SURJUDPPHG 6HT $ HPSW\ 6HT % HPSW\ 6HT & *RERFKDVHU 6HT ' (PSW\ &XHPHPRU\ HPSW\ 3OD\EDFNV HPSW\ - Nu wordt het mogelijk combinaties te maken van bewegingen (cues 1 tot 19) samen met kleurenchasers (cues 20 tot 39) en met gobochasers (cues 40 tot 59) omdat we voor de kleuren alleen sequence D gebruikt hebben in de verschillende cues en voor de gobo s alleen sequence C. Vermits de transparant mode actief is kunnen we cuegeheugens combineren met sequences D en sequences C. 5HVXOW FRPELQDWLRQ FXH ZLWK FXH ZLWK FXH 6HT $ HPSW\ 6HT % HPSW\ 6HT & *RERFKDVHU 6HT ' FRORUFKDVHU &XHPHPRU\ 3OD\EDFNV ILOOHG ZLWK OLJKWVFHQHV H[ /LJKWVFHQH RQ GUXPPHU O LJKWVFHQH LQ DXGLHQFH 3OD\EDFNV ILOOHG ZLWK VSHHG YDOXHV IRU HIIHFW JHQHUDWRU 151

152 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks {ERV} Transparant mode instellen [Selecteer een cue] [SHIFT] + [CUE] De [SHIFT] en [CUE] zal volgend venster openen: De SHOW DEFAULT is de instelling die default wordt aangenomen. Deze kan ON of OFF zijn. Om deze te veranderen moet de [EDIT] toets gedrukt worden. Ook hier wordt met de [2 ] of [8 ] toets van veld gewisseld. Voor elke cue kunnen de instellingen nu anders gemaakt worden. De mogelijke waardes per cue zijn voor sequences en playbacks: - ON: transparant mode aan - OFF: transparant mode uit - DEFAULT: transparant mode volgt de SHOW DEFAULT instellingen. Het voorbeeld hier is dat van cue 51 Cuepagina 1. Wanneer men over een playback wing beschikt heeft men snellere mogelijkheden: [Selecteer een cue] [SEQ] en/of [PLAYBACK] [STORE] Eerst wordt een cue geselecteerd. Dan kan men de gewenste combinatie van de [SEQ] en [PLAYBACK] toets kiezen, dan wordt [STORE] gedrukt om de instelling in de cue te bewaren. De LEDs op de [SEQ] en [PLAYBACK] toetsen van de playbackwing stellen de toestand voor: - LED aan : transparant mode aan - LED uit : transparant mode uit - LED knippert : transparant mode = show default mode 152

153 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks 12.9 De voorbeeld show Playbacks In de voorbeeld show werden onder CUE 1 Cuepagina 1, 9 playbacks geprogrammeerd. De geheugens en de functies opgeslagen in de playbacks zijn als volgt : Playback nr. Geheugen nr. Threshold nr. Fade Mode Fade-in tijd Fade-out tijd Playback mode Flash 2 10 Geen 1 2 sec 4 sec Kill 3 12 Geen 1 2 sec 4 sec Kill 4 13 Geen 1 2 sec 4 sec Kill 5 11 Geen 1 2 sec 4 sec Kill 7 23 Geen Flash 8 22 Geen Flash 9 21 Geen Flash Geen Flash De inhoud van de geheugens: Geheugen nr. Inhoud 2008 Strobe waarde, dimmers full en color preset 1 voor alle apparaten 10 Alleen dimmer full voor MAC600s 12 Alleen dimmer full voor MAC300s 13 Alleen dimmer full voor MAC250s 11 Alleen dimmer full voor Pro918s 23 Alleen wave per type op de dimmers van alle apparaten behalve Pro918s 22 Alleen Wave per 4 op de dimmers van alle apparaten behalve de Pro918s 21 Speed open op de dimmers van alle apparaten behalve de Pro918s 20 Alleen Swing open op de dimmers van alle apparaten behalve de Pro918s Sequences Er werden in CUE 41, 4 sequences geprogrammeerd : Sequence nr. Geheugen nummers D Loop geheugens : 3001 tem 3004 Stop geheugen : 3005 C Loop geheugens : 2002 tem 2007 Stop geheugen : 2001 B Loop geheugens : 2010 tem 2011 Stop geheugen : A Loop geheugens : 2020 tem 2022 Stop geheugen : Geheugens 3001 tem 3005 bevatten alleen P/T presets voor de Pro918s Geheugens 2002 tem 2007 : hier wordt color preset 2 afzonderlijk op de 6 Mac600s toegepast. Geheugens 2010 en 2011 : Oranje/Peacock kleuren preset afgewisseld op 2 groepen van Mac300s Geheugens 2020 tem 2022 : Dimmer chase op de Mac250s 153

154 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks Selecteer CUE 1, daarna CUE 41. De playbacks uit CUE 1 blijven behouden, maar de sequences worden alle 4 vervangen. Dit is mogelijk omdat de transparant mode van playbacks ON en van sequences OFF ingesteld staat ( [SHIFT CUE] ) voor de gehele show. CUE 41 neemt de transparant mode van de show over (default). Het gebruik van Cue 41 Cue 41 bevat ook nog een Cue geheugen waar de dimmers van alle apparaten dicht staan. We zetten de 4 sequences AAN en alle playbacks dicht. Wanneer een MSD (Martin Show Designer) aangesloten werd met de bijbehorende show zien we: Dimmer chase op de Mac250s uit sequence A. Schuif playback 4 open. Vermits in playback 4 alle dimmers van de Mac250 opengezet worden, zal de chase uitgefade worden wegens het HTP principe van dimmerkanalen. Schuif playback 3 open. De oranje/peacock chase op de Mac300s zal zichtbaar worden. In sequence B werden alleen color presets toegepast op de Mac300s, de playback zet de dimmers van de Mac300s open. Schuif playback 2 open. Er zal een color chase door de Mac600s zichtbaar worden. De chase loopt in sequence C, maar de dimmers worden opengezet in de playback. Schuif playback 5 open. Er zal een P/T beweging (uit sequence D) te zien zijn op de Pro918s. De playback zet de dimmers open. Schuif playback 1 open. Er zal een strobe te zien zijn op alle apparaten. Vermits playback 1 een hogere prioriteit heeft dan alle andere playbacks en de sequences en het cue geheugen zal de strobe en kleuren preset 1 uit de playback genomen worden om uit te sturen (= geheugen nummer 2008). De dimmer uit geheugen 2008 volgt nog steeds het HTP principe. Alle andere kanalen die niet in de playback (geheugen 2008) gedefinieerd werden zullen genomen worden uit de sequences of het cue geheugen. Dus eerst wordt gecontroleerd of de andere kanalen uit een actieve playback komen, dan uit sequence A... D en als laatste uit het cue geheugen omdat het cue geheugen de laagste prioriteit heeft. Druk afwisselend de playback flashkeys 2 tem 5 in. Vermits de playbacks (2 tem 5) in kill mode staan en ze uit dezelfde CUE komen (cue 1), zal bij het indrukken van de ene flashkey de playback infaden in 2 seconden en de vorige playback uitfaden in 4 seconden. Wanneer nogmaals de laatst ingedrukte flashkey gekozen wordt, zal deze terug uitfaden. Schuif playbacks 9 en 10 open. Er zal een dimmer effect optreden op alle apparaten behalve de Pro918s. Met playback 9 wordt de snelheid van het dimmer effect geregeld, met playback 10 de swing van het dimmereffect. Het dimmereffect werd gedefinieerd in het cue geheugen van cue 41. In dit cuegeheugen staat de swing en snelheid van het dimmereffect op 0. Vermits beide playbacks een hogere prioriteit hebben, zal de snelheid en de swing uit de playback geheugens genomen worden als de playbacks geactiveerd worden. 154

155 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Sequences en Playbacks Schuif playbacks 9 en 10 half open en speel met playbacks 7 en 8 afzonderlijk. Het delay effect zal uit playbacks 7 of 8 komen vermits deze een hogere prioriteit hebben dan de definitie in het cuegeheugen. 155

156 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Speciale Functies 13. Hoofdstuk 13: Speciale functies Dit hoofdstuk legt enkele speciale, algemene functies van de controller uit Laden van een show [LOAD (gedurende 2 sec)] [[1] of [2]] Om een bestaande show te laden, of een nieuwe show te beginnen. Selecteer : - 1 om een show te laden vanaf de interne harde schijf - 2 om een show te laden vanaf de floppy disk De opties Wanneer een show geladen wordt, kan geselecteerd worden wat er van de show geladen moet worden: [2;@RI>9@ Om af te dalen een een reeds bestaande show te selecteren. [6:@RI>8@ Om te wisselen tussen het show venster en het data venster. In het data venster kan geselecteerd worden via de [RET] toets, wat men wil laden bij het laden van een show. Wanneer de optie in het data venster, geel gemarkeerd is (default), betekent dit dat de optie geladen wordt Starten met een nieuwe show Wil men alles wissen en starten met een volledig nieuwe show, dan wordt de shownaam EMPTY geladen. Alles zal nu gewist worden (setup, presets, geheugens, thresholds, cues, groepen, submasters en timecode lijsten (zie volgend hoofdstuk). Wanneer bijvoorbeeld gewenst wordt dat de setup en presets blijven bestaan, maar de rest gewist wordt, dan moeten de opties, SETUP en PRESETS uitgeschakeld worden bij het laden van de EMPTY show. 156

157 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Speciale Functies Belangrijke opmerking : Wanneer per ongeluk een show geladen wordt, en de vorige show is nog niet bewaard, dan kan deze teruggehaald worden door de show BACKUP te laden. Wanneer een andere show geladen wordt, dan wordt altijd eerst een backup gemaakt van de huidige show. Dit is slechts éénmaal mogelijk, telkens wanneer een show geladen wordt, zal de oorspronkelijke backup overschreven worden. Opmerking 1: In timecode mode (zie hoofdstuk timecode en midi) wordt alleen de timecode show bewaard. Als men alles wil bewaren moet de timecode mode verlaten worden. Opmerking 2: Bij een stroomuitval zal de huidige show niet gewist zijn. Alleen als de stroom onderbreking gebeurt bij het bewaren van iets (show, geheugens, presets, ) kunnen er files beschadigd zijn Wissen van een bestaande show [daal af tot de shownaam] [DEL] [bevestig wissen met [RET]] Bestaande shows kunnen van de harde schijf of floppy disk gewist worden. De shows met naam EMPTY en BACKUP zijn beveiligd tegen wissen Opslaan van een show [SAVE (gedurende 2 sec)] [[1] of [2]] Om een bestaande show te bewaren. Selecteer : - 1 om een show te bewaren op de interne harde schijf - 2 om een show te bewaren op de floppy disk Zoals bij het laden kan men hier ook selecteren welke opties bewaard moeten worden. Default wordt alles bewaard. Er kunnen geen shows bewaard worden met als naam EMPTY of BACKUP. 157

158 {ERV} 13.3 RGB 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Speciale Functies Sommige apparaten zoals MAC600, MAC300, PAL... hebben een RGB of CMY functie. D.w.z. dat deze apparaten 3 aparte kleurenkanalen bezitten voor Rood, Groen en Blauw of Cyan, Magenta en Yellow. Er bestaan enkele fabrikanten die kleurenfilters of gels uitgeven waaronder Lee, Rosco en Gam. De meeste van deze kleurenfilters kunnen met RGB apparaten samengesteld worden, door een instelling te maken van de RGB kanalen. Eerst moet in de SETUP, de filterbibliotheek (Lee, Rosco of Gam) gekozen worden (zie hoofdstuk SETUP). De gekozen bibliotheek geldt voor de gehele show. Wanneer RGB apparaten op het grondplan geplaatst zijn, kan men dadelijk de kleurenfilter oproepen: [Kies RGB (CMY) appara(a)t(en)] [RGB] Opgelet : Bij oudere controllers bevindt de RGB toets zich bij de control channel toetsen. Vanaf versie 7.0 werd deze verwisseld met de CTRL CHAN of TIMING toets. De RGB toets bevindt zich nu tussen de GET en TXT EDIT toets. Een kleurenfilter venster zal zich openen op het scherm : Links staat de kleurenfilter naam (hier van de Lee filters), rechts staat het nummer van de filter. [2;@RI>9@ Om door de kleurenfilters te lopen. [GET] [nummer via keypad] [RET] Het nummer van de filter kan dadelijk opgehaald worden door [GET] en het filternummer [RET] in te drukken. [Regel RGB kanalen af] [TO] [nummer via keypad] [RET] Wanneer een kleur niet juist ingesteld is, kan deze bijgeregeld worden en terug opgeslagen. Opm. Let op wanneer er zich ook een apart kleurenwiel in het apparaat bevindt. 158

159 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Speciale Functies {ERV} 13.4 BLIND [BLIND (gedurende 2 sec)] In BLIND mode kunnen cue s geprogrammeerd worden, geheugens gemaakt worden en er kan naar de SETUP gegaan worden, zonder dat de uitsturing stopt, dus zonder dat men de aanmaak van de nieuwe cue of geheugen op de stage ziet. Opgelet : In BLIND mode stopt echter de cue-linking. Playbacks blijven werken. {ERV} 13.5 FREEZE In het hoofdstuk cuetimings hebben we reeds gezien dat de [FREEZE] toets gebruikt wordt om het infaden van een Cuegeheugen te stoppen. Sequences, Playbacks en apparaten kunnen echter ook bevroren worden. [FREEZE] + [CUE] Stopt het infaden van het cuegeheugen. [FREEZE] + [A, B, C of D (tot sequence lampje groen)] Bevriest de sequence A, B, C of D, zodat deze nooit zal vervangen worden bij het veranderen van CUE. [FREEZE] + [A, B, C of D (tot sequence lampje rood)] Bevriest de sequencetijden (fade-tijd, wait-tijd) zodat deze hetzelfde blijven bij verandering van CUE. [FREEZE] + [playback flashkey] Bevriest de inhoud van de playback zodat deze hetzelfde blijft bij verandering van CUE. [FREEZE] + [appara(a)t(en)nummer(s) [1...70]] Bevriest een apparaat in zijn huidige positie. Stel bijvoorbeeld dat één van de apparaten slecht werkt, dan kan men deze in een richting plaatsen waar niemand er last van heeft, en daarna bevriezen. Alle programma s (cue s sequences, playbacks) zullen dit apparaat negeren. Opgelet, manuele mode heeft nog steeds voorrang. 159

160 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Speciale Functies {ERV} 13.6 COPY ITEM en TO ITEM Met de functie COPY ITEM en TO ITEM kan men Cues, sequences, playbacks, apparaten en apparaatkanalen kopieren. {ERV} Kopieren van apparaten en apparaat kanalen Het is mogelijk om alle kanalen van een apparaat naar een ander apparaat of naar een geheugen te copieren. Get a memory + fixture + fixture(s) + fixture(s) Leds green = selected CLR to deselect all and select a channel. Leds green = selected Press channels to deselect + fixture or + memnr. {ERV} Kopieren van Cue s, sequences en playbacks Het is ook mogelijk om afzonderlijke cue s, sequences of playbacks te kopieren. Select cuenr + sequence A,B,C,D and/or playback 1-42 (Choose only 1) + sequence A,B,C,D and/or playback 1-42 (Choose more than 1) + CUEnr + sequence A,B,C,D and/or playback CUEnr 160

161 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Speciale Functies {ERV} Kopieren van een geheugen naar een cuegeheugen. Het is eenvoudig om een geheugen naar een cuegeheugen te copieren. Eerst moet het geheugen opgehaald worden, dan wordt het gewoon opgeslagen als een cuegeheugen. *HW D PHPRU\ >72@ >&8(@ >6HOHFW 13.7 Wissen van geheugens, cuegeheugens, cue s, sequences en playbacks Wissen van geheugens en cuegeheugens [ALL] [CLR (control channels)(dubbel-klik)] [TO] [te wissen geheugennr.] [RET] [RET (bevestiging overwrite)] Om een geheugen te wissen wordt gewoon een leeg geheugen naar het te wissen geheugen geschreven. Wanneer het geheugen gewist is zal automatisch de geheugennaam gewist worden. [ALL] [CLR (control channels)(dubbel-klik)] [TO] + [CUE] [selecteer te wissen cue(geheugen)] [RET] [RET (bevestiging overwrite)] Om een cuegeheugen te wissen wordt zoals bij gewone geheugens gewoon een leeg cuegeheugen weggeschreven. Eventuele sequences en playbacks zullen niet gewist worden. Wissen van gehele cue s [CLR (CUE)] + [Selecteer te wissen cue] Deze functie zal de gehele CUE wissen, dus het cuegeheugen, alle sequences en alle playbacks uit de CUE. De CLR toets is deze van de CUE toetsen. Wissen van sequences en playbacks [CLR] + [A, B, C of D] Wist de inhoud van de sequence. De geheugens zelf, die aan de sequence toegewezen werden, zullen niet gewist worden, ze worden alleen uit de sequence genomen. [CLR] + [playback flashkey] Wist de inhoud van de playback. Het geheugen zelf, dat aan de playback toegewezen werd, zal niet gewist worden, het wordt alleen uit de playback genomen. 161

162 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Speciale Functies 13.8 READ OUTPUT Stel, er wordt geprogrammeerd en op een bepaald ogenblik verschijnt er een mooie lichtstand. De kanaalwaardes van deze lichtstand kunnen nu opgeroepen worden : [READ OUTP.] + [Kies apparaten (1...70) of [ALL]] Leest de uitstuurwaardes in van de DMX-uitgangen van de gekozen apparaten. Dit betekent dat de waardes die uitgestuurd worden via cuegeheugens, sequences en playbacks ingelezen worden zoals ze te zien zijn. Deze lichtstand kan nu bewaard worden naar een geheugen of cuegeheugen. OPGELET : De READ OUTPUT functie leest alle waardes in, en zoekt ook de effect generator kanalen op. Bovendien wordt nagegaan of de waardes overeenkomen met presets, zodat overeenkomende presets ingevuld worden. Vermist alle waardes, ook alle effect generator waardes van alle kanalen van alle apparaten, ingelezen worden, kan dit voor aanzienlijke vertragingen zorgen wanneer dit naar een cuegeheugen bewaard wordt en uitgevoerd wordt. [Selecteer apparaten] [READ OUTP.] + [[1/17 16/32] of [preset functie]] Deze combinatie zal alleen de gekozen kanalen of gekozen preset functie van de geselecteerde apparaten inlezen. Hier worden geen presets ingelezen, maar wel hun functie. [Selecteer apparaten] [SHIFT] + [READ OUTP.] {ERV} Wanneer 2 controllers via DMX met elkaar verbonden zijn, kan men geheugens van de ene controller naar de andere copieren. De te copieren geheugens kunnen van een ander merk controller komen. Hiertoe verbind men de DMX-UIT van de te copieren controller met de DMX-IN van de Martin Case. Voorwaarde voor het copieren: - Beide controllers moeten hetzelfde grondplan bevatten (dus zelfde apparaten in dezelfde mode en dezelfde DMX adressen). - De DMX-IN patch van de apparaten op de Martin Case moet actief (default) staan (zie hoofdtsuk SETUP). - De Martin Case moet voor alle DMX kanalen de waarde 0 uitsturen, vermits er een HTP principe is tussen DMX-UIT en DMX-IN. De hoogste wordt uitgestuurd door de Martin Case. Maakt dus een geheugen waarin alle kanalen van alle apparaten op nul staan en stuur dit uit. Zoals met READ OUTPUT kan men de ingelezen waardes nu naar een geheugen of cuegeheugen bewaren. 162

163 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Uitvoeren van de Demoshow 14. Hoofdstuk 14: Uitvoeren van de demoshow 6HWXS )L[WXUHV '0; $GGUHVVHV DQG 6WDJH 3ODQ $GMXVW )L[WXUH &RQWURO FKDQQHOV $GMXVW (IIHFW *HQHUDWRU FKDQQHOV 0DNH 3DQ7LOW *RER &RORU DQG (IIHFW *HQHUDWRU 3UHVHWV 7LPLQJV 0DNH 0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK &XH0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK 3OD\EDFNV 0DNH &XHV ZLWK 6HTXHQFHV FKDVHUV 5XQ WKH 6KRZ 0DNH 7LPH&RGH 6KRZ 163

164 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Uitvoeren van de Demoshow 14.1 Opstarten Wanneer de controller opgestart is, is hij klaar om een show uit te voeren. Let echter op dat de instelling van de AUTOLOAD CUE-MEMORY op OFF staat ([SETUP] [2]), bij het iutvoeren van een show. Om de demoshow te kunnen volgen, raden wij aan een MSD (Martin Show Designer) via de eerste DMX-link te verbinden met de MartinCase. Draai hierop de MSD file van de demoshow Uitleg van de demoshow Een show kan op verschillende wijzes geprogrammeerd worden op de MartinCase. Zoals reeds enkele malen herhaald, kan de programmatie in twee grote delen opgesplitst worden: Eerste wijze van programmeren: Programmatie voor concerten, theater, TV en Timecode shows waar in oplopende volgorde geprogrammeerd wordt, zodat enkel de [NEXT] toets gebruikt wordt om de show uit te voeren. Voorbeelden van deze eerste wijze van (in volgorde) programmatie, kunnen gevonden worden op Cue-pagina 1. Tweede wijze van programmeren: Hier worden de cue s geprogrammeerd om te kunnen improviseren on the fly, zoals voor festivals, discotheken enz... Hier wordt het mogelijk om de multiselect optie (dubbel klik [CUE]) te gebruiken. Meerdere cues kunnen geselecteerd worden om ze daarna allen samen te starten met de [RET] toets. Voorbeelden hiervan kunnen gevonden worden op Cue-pagina s 2 tot 5. De meest flexibele wijze verkrijgt men wanneer de 2 programmeer methodes in verschillende cue-pagina s gebruikt worden, omdat de Autotrace functie en de Autoprepare functie verchillend ingesteld kan worden per cue-pagina Overzicht van Cue-pagina 1 De eerste 3 rijen cue s zijn eigenlijk dezelfde, maar met kleine wijzigingen. Cue s zijn copijen van cue s 1 7, en cue s zijn copijen van cue s met het verschil dat in cue s 11 17, split tijden (tijden op kanalen) gebruikt werden, en dat cue s gelinkt zijn in een eindeloze lus. Cue s worden gebruikt om de combinaties van playbacks, sequences en cuegeheugens uit te leggen. 164

165 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Uitvoeren van de Demoshow Cue 1: Blackout De eerste cue is gevuld met een vol cuegeheugen waarbij de dimmers gesloten worden. Het is ons blackout geheugen om de show te starten. Dit geheugen geeft aan elk apparaat controle kanaal een waarde, zodat we zeker zijn dat alle apparaten klaar staan om gebruikt te worden zonder dat er ergens een verkeerde gobo, kleur..., te zien zal zijn wanneer in een volgende cue, de dimmers geopend worden. De snelste wijze om dit geheugen te maken: dubbelklik [default] om de default waardes te laden, verander de controle kanalen naar de gewenste stand en sla dit op in een cuegeheugen. Het is best om voor iedere grote wijziging in de show (nieuw nummer), een vol cuegeheugen te gebruiken. Op deze wijze zijn de veranderingen snel en eenvoudig te maken. Voorbeeld: Alle cue s tussen de volle cuegeheugens moeten slechts de wijzigingen tov vorige cuegeheugens bevatten. Met de Auto Trace functie geactiveerd tijdens de uitvoering van de show, zullen deze cue s zich gedragen als volle cuegeheugens (in real-time door de controller uitgevoerd). Cue 2: de dimmers van de Mac300 s worden 100% geopend Cue 3: de dimmers van de Mac250 s openen + Pan/Tilt verandering Cue 4: Mac300 + Mac250 veranderen Cue 5: Mac250 bewegen naar de podium in rose Cue 6: Mac600 naar onder gericht + Mac250 beweegt Cue 7: Dimmer chase op Mac250 Cue 11: identiek aan Cue 1, maar alle kanalen hebben een globale delay-in tijd behalve het dimmer kanaal. Cue 12: identiek aan Cue 2, maar de middenste Mac300 s hebben een delay-in van 4.5 sec voor zij beginnen in te faden. Cue 13: identiek aan Cue 3, maar de Mac250 dimmer kanalen en Pan/Tilt hebben een verschillende delay-in. Cue 14: identiek aan Cue 4, maar de fade-in tijd van de Mac300 s CMY = 0 sec. Cue 15: identiek aan Cue 5, maar de kleuren en gobokanalen van de Mac250 s hebben een delay-in van 5 seconden. Het resultaat is dat de kleur en gobo verandering pas gebeurt wanneer de Pan/Tilt fading op het eindpunt van de fade-in gekomen is.. Cue 16: identiek aan Cue 6, maar de delay-in van de Mac600 CMY werd gewijzigd in 2.9 sec. De Pan/Tilt delay werd op 8 seconden gebracht. Cue 17: identiek aan Cue 7, maar de fade-in tijd van de dimmers van de Mac250 = 0 sec. Dimmer Mac600 delay-in 4 seconden. Cue 21-27: zijn copijen van cuegeheugens 11-17, en zijn gelinkt in een eindeloze lus. U zal verstomd staan wat er allemaal mogelijk is met split tijden in een cuegeheugen. Er kunnen zo talloze cue s uitgespaard worden. Cue s zien er merkelijk mooier uit dan cue s 1 7, omdat hierin bepaalde kanalen een fijnere timing afstelling kregen. Door eenvoudigweg split tijden aan kanalen toe te voegen of te wijzigen, kunnen dingen bijgevoegd of veranderd worden zonder dat extra cuegeheugens moeten bijgemaakt worden. 165

166 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Uitvoeren van de Demoshow Tip 1: Om dadelijk een overzicht te krijgen van wat er zich in de cuegeheugens bevindt, is het best om tijdens de programmatie de autoload cue-meory optie te activeren en het digital memory-values scherm te openen. Tip 2: Waaeer je de cuegeheugens zonder de fade tijden wil zien, moet de cue-fading met [CUE]+[ON] uitgeschakeld worden. Samen met de Autoload ON, zullen de waardes dadelijk naar de uitgang gestuurd worden, zonder de fade tijden. Tip 3: Er kunnen nieuwe cue s geselecteerd worden, voor de vorige hun fading beeindigd hebben. Wanneer andere kanalen in deze nieuw geselecteerde cue s gebruikt werden, zullen de timings van deze nieuwe cue dadelijk starten zonder deze van een andere cue te hinderen. Op deze manier kan bijvoorbeeld een cue gestart worden die de kleur van een backdrop in 10 minuten wijzigt. Als alle andere cue s diezelfde kleurkanalen van de backdrop niet bevatten, kan hiermee naar hartelust gespeeld worden zonder de kleurverandering van de backdrop te storen. Met de [NEXT] en [LAST] (in cue-mode) toetsen kan de show ook uitgevoerd worden, zonder de cue s één voor één te moeten selecteren. Wanneer de Auto trace functie geactiveerd is, zullen de cue s zich als volle cuegeheugens gedragen, omdat alle controle kanalen in aflopende cuevolgorde bijelkaar gezocht worden. Dit is nodig wanneer plotseling een vorige cue terug moet opgeroepen worden omdat hij te vroeg geactiveerd werd, of wanneer bij repetities opeens in het midden van een show moet gestart worden. Hierdoor moeten niet eerst alle cue s vanaf het volle cuegeheugen gestart worden. Anderzijds zullen, bij een niet active auto trace, alleen de veranderingen uitgestuurd worden. Verander in de start-up opties de auto trace om de verschillende resultaten te zien. Wanneer de optie Automatic prepare geactiveerd is, zal de controller automatisch (in real time) nakijken of de dimmers van bepaalde apparaten gesloten zijn. Wanneer dit gebeurt zullen alle cue s, in oplopende cue volgorde, nagekeken worden. Alle kanalen van de gedimde apparaten zullen verzameld en uitgestuurd worden tot er een cue gevonden wordt waar de dimmers van die apparaten terug openen (de cue waar de dimmers terug openen wordt ook uitgevoerd, maar zonder de dimmer). Gebruik deze functie bijvoorbeeld in theaters. Telkens een apparaat gedimd wordt, wordt het klaargemaakt om terug geopend te worden, zonder dat er een preparatie cue moet aangemaakt worden. Wanneer men verandert van cue 2 naar cue 3 in de demoshow ( automatic prepare actief), zullen de Mac250 s reeds klaargezet zijn (bij het openen van de dimmer ziet men de neergaande Pan/Tilt beweging niet). Tip: Als je toch de neergaande beweging in vorig voorbeeld wil zien, programmeer dan, in de voorgaande cue, de swing van het dimmereffect op een waarde 1 ipv 0. Waarde 1 zal niet te merken zijn op het podium, maar het zal het klaarzetten beletten omdat de controller geen dimmer op nul ziet. Cue 41-45: volledig gevulde cuegeheugens. Cue 41: toont de mogelijkheden van sequences en playbacks. 166

167 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Uitvoeren van de Demoshow De playbacks en sequences Wanneer de demoshow geladen werd, zal Cue 1 opgeladen en geactiveerd worden als de controller opgestart wordt. Omdat in Cue 1 de eerste 10 playbacks (behalve playback 6) geprogrammeerd werden, zullen deze ook met een geheugen geladen worden. Omdat de transparant mode voor playbacks, default geactiveerd is, zullen zij onveranderd blijven (ook als een andere cue geselecteerd wordt), tot ze vervangen worden in een andere cue. De playbacks in Cue 1 bevatten de volgende kanalen: - Pl 1: Strobe / Wit voor alle apparaten met een threshold waarde voor elk apparaattype. - Pl 2: Dimmers Mac600 - Pl 3: Dimmers Mac300 - Pl 4: Dimmers Mac Pl 5: Dimmers Pro918 - Pl 6: niet geprogrammeerd in Cue1 - Pl 7: Dimmer wave per groep - Pl 8: Dimmer wave per 4 apparaten - Pl 9: Snelheid van de dimmer chase - Pl 10: Swing van de dimmer chase De transparant mode van de sequences is niet actief. Dit betekent dat elke andere cue selectie de sequences zal vervangen (geprogrammeerd of niet). In Cue 41 werden 4 sequences A, B, C en D geprogrammeerd. Ze bevatten allen verschillende kanalen om elkaar niet te storen: - Seq A: dimmers Mac Seq B: Oranje/Groen chase Mac Seq C: Geel/Rood chase Mac Seq D: Pan & Tilt sequence voor de PRO918. Nu zullen we de sequences en playbacks gebruiken (Cue 41 moet geactiveerd zijn). - Playback 1, open hem traag. Eerst beginnen de Pro918 te stroben, dan de Mac600 s, de Mac300 s en als laatste de Mac250 s. Wanneer de schuiver volledig geopend is, zullen alle kleuren van alle apparaten wit zijn. Door gebruik te maken van thresholds, zullen niet alle apparaten op hetzelfde ogenblik beginnen te stroben. Zo verhinder je dat je meerdere playbacks moet programmeren om hetzelfde resultaat te bekomen. - Playback s 2-5 bevatten dimmer kanalen, gegroepeerd per apparaattype. Na playbacks 1 5 te hebben getest, sluit ze terug. - Open nu playback 10. De effect generator zal een wave-effect op de dimmers starten, van links naar rechts. - Met playback 9 wordt de snelheid van het effect ingesteld. - Playback 8 en 7 verandert het wave-effect per apparaatgroep of per 4 apparaten. 167

168 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 Uitvoeren van de Demoshow Wanneer playbacks 1 5 gebruikt worden in combinatie met playbacks 7 10, zal het HTP principe van de dimmerkanalen optreden. - Sluit alle playbacks, behalve playback 5 (om de Pro918 s te zien). Start Sequence D. De Pan & Tilt van de Pro918 s beweegt. - Open playback 2 om de Mac600 s te zien. Start Sequence C. De Geel/Rood kleuren chase start op de Mac600 s. - Open playback 3, om de Mac300 s te zien. Start Sequence B. De Oranje/Groen kleuren chase start op de Mac300 s - Start Sequence A. De dimmer chase start op demac250 s. Wanneer playback 4 geopend wordt, zal je zien dat de dimmers van de Mac 250 s geopend worden, in combinatie met de dimmer chase. - Combineer de playbacks en sequences om de verschillende effecten te zien. Cue 42: is een vol Cuegeheugen zoals Cue 41, maar de sequences zullen verdwijnen, alleen de playbacks blijven. Cue 43: is een vol cuegeheugen met effect-generator kanalen. Cue 44, 45: zijn twee volle cuegeheugens die Pan/Tilt effecten tonen, gemaakt met de effect generator Overzicht van Cue-pagina s 2 tot 5 Cue-pagina s 2 5 worden gebruikt om live te improviseren: Deze manier wordt door veel MartinCase gebruikers gebruikt. Hiet kan on the fly de effecten van de verschillende apparaten gecombineerd worden. Per apparaattype werden verschillende cue s geprogrammeerd. Programmeer altijd dezelfde functionaliteit per cue-pagina. Dit is gemakkelijker te onthouden wanneer de show uitgevoerd wordt. In de demoshow bevat: - Cue-pagina 2, cue s voor de Mac600 s - Cue-pagina 3, cue s voor de Pro918 s - Cue-pagina 4, cue s voor de Mac300 s - Cue-pagina 5, cue s voor de Mac250 s Selecteer de cue s met de Cue-fading actief. Je zal zien dat er vele combinaties mogelijk zijn on the fly. Tip: Wanneer meerdere cue s van verschillende cue-pagina s gelijktijdig moeten gelanceerd worden: - Dubbelklik de [CUE] toets. De CUE LED flikkert. - Selecteer meerdere cue s (van verschillende pagina s) - Activeer alles gelijktijdig met de [RET] toets. 168

169 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 {ERV} Timecode en Midi 15. Hoofdstuk 15: Timecode en Midi 6HWXS )L[WXUHV '0; $GGUHVVHV DQG 6WDJH 3ODQ $GMXVW )L[WXUH &RQWURO FKDQQHOV $GMXVW (IIHFW *HQHUDWRU FKDQQHOV 0DNH 3DQ7LOW *RER &RORU DQG (IIHFW *HQHUDWRU 3UHVHWV 7LPLQJV 0DNH 0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK &XH0HPRULHV 0DNH &XHV ZLWK 3OD\EDFNV 0DNH &XHV ZLWK 6HTXHQFHV FKDVHUV 5XQ WKH 6KRZ 0DNH 7LPH&RGH 6KRZ Dit hoofdstuk is vooral bedoeld voor ervaren gebruikers. 169

170 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 {ERV} Timecode en Midi Wanneer er cue s aangemaakt zijn met cuehegeugens of sequences of playbacks, dan kunnen deze afgespeeld worden via timecode of via een cuelijst die manueel bediend wordt. Het is ook mogelijk de playbacks, sequences en cue s te triggeren via MIDI Timecode Timecode modes [MODE (CUELIST) ] Verandert de Timecode mode. Een cuelijst kan opgenomen en afgespeeld worden volgens de volgende mogelijkheden : - PC-TIMER : Hier wordt de interne klok van de controller gebruikt. - MIDI : Midi Time Code. - SMPTE : Wanneer een extern SMPTE signaal aangesloten wordt op de controller via de SMPTE-ingang (optioneel), dan kan de cuelijst gesynchroniseerd worden op de inkomende SMPTE timecode. - INTERNAL : In deze mode genereert de controller zelf een SMPTE signaal. De cuelijst wordt hiermee gesynchroniseerd. Bovendien kan de controller nu gebruikt worden als een master SMPTE timecode generator om andere apparaten te synchroniseren. - CD-ROM : Wanneer de controller over een CD-speler beschikt, dan kan de cuelijst gesynchroniseerd worden op de muziek van de CD. Bovendien wordt de CD-timecode omgezet in SMPTE timecode (24 frames/sec) zodat de controller als master SMPTE generator gebruikt kan worden. Sluit een geluidsinstallatie op de CD-ROM uitgangen (analoog of digitaal) aan, om de muziek te beluisteren. - MANUAL : Wanneer cue s niet in volgorde van uitvoering geprogrammeerd werden, kan men ze opnemen in een cuelijst. Deze cuelijst kan dan via de [LAST] [NEXT] keys afgespeeld worden. Alle modes (behalve CD-ROM en MANUAL) zijn ook opgedeeld in frames/sec. Zo is er de mogelijkheid : - 24 frames/sec : filmindustrie - 25 frames/sec : European broadcast - 30 frames/sec : Amerikaanse Standaard - 30 drop frames/sec : Amerikaanse Standaard voor kleuren TV. Elke minuut worden er 2 frames overgeslaan. De CD-ROM standaard is 75 frames/sec. Staat de controller in SMPTE mode, dan zal de inkomende frame-rate, automatisch door de controller gedetecteerd worden. Wanneer tussen de verschillende modes gewisseld wordt, dan zullen automatisch alle waardes herrekend worden in het gekozen formaat. 170

171 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 {ERV} Timecode en Midi Opnemen van een cuelijst. PC-Timer, SMPTE, Internal [REC] [geef tijd via keypad] [REC] Wat kan opgenomen worden in de cuelijst : - Alle CUE selecties - Alle playback-flashkeys - Alle sequence functies zoals Start/Stop, sequence mode, sync, triggering auto/man. Bij het starten van de opname zal eerst de toestand van de controller opgenomen worden : - welke cue bij het starten actief is - de toestand van de sequences Het starten van de opname : Druk de [REC] toets en geef de starttijd in via het keypad. Druk nogmaals [REC] om de opname te starten vanaf de ingegeven tijd. CD-ROM Wanneer de Mode CD-ROM geselecteerd werd, zal volgend scherm vershijnen: Hierop staat de totale CD-tijd (CD: xx:xx:xx:xx) en het totaal aantal tracks (#TR. :x). Ook de huidige track (TR. : x) staat aangegeven. [+] of [-] (kort drukken) Dient om de volgende of vorige track te selecteren. [+] of [-] (lang drukken) Dient om vooruit of achteruit te spoelen. [REC] [REC] Om de opname te starten vanaf de gekozen track. 171

172 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 {ERV} Timecode en Midi MANUEEL Om in manuele mode acties toe te voegen aan de cuelijst, moet eerst het cuelijst venster geopend worden : [CUE LIST] Opent het cuelijst venster. [ [INS] of [ADD] ] [voer de acties uit] [ESC] Om acties (cue s, sequences, playbacks) aan de cuelijst toe te voegen, moet eerst de [INS] (tussenvoegen) of [ADD] (op het einde bijvoegen) geselecteerd worden. Om de operatie te stoppen wordt [ESC] gedrukt. Opmerking (voor alle modes) : Een cuelijst kan meerdere malen na elkaar opgenomen worden. Elke bijkomende actie die bij een volgende opname opgenomen wordt, zal tussen de reeds bestaande acties bijgevoegd worden. Zo kan men een nummer in meerdere malen opnemen. Eerst bijvoorbeeld de beats, dan het grotere werk, en als laatste de afwerking. BELANGRIJKE OPMERKING (voor alle modes) : Zolang de opname niet éénmaal gestopt is (toets [STOP]) zal de opgenomen cuelijst niet bewaard worden. Bij een eventuele stroomonderbreking zal de opname verloren gaan. Wanneer de opname weggeschreven wordt via de [SAVE] toets, zal alleen de time-code lijst bewaard worden, wanneer het time-code venster actief is. Om de gehele show (dus ook setup, presets, cuememories... en de time-code lijst ) te bewaren, verlaat time-code mode Afspelen van de cuelijst PC-Timer, SMPTE, Internal [PLAY] [geef tijd via keypad] [PLAY] Zoals bij het opnemen wordt hier ook de starttijd ingegeven. [CUE LIST] Wanneer het cuelijst venster geopend werd voor het afspelen, dan kan men de acties volgen. 172

173 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 {ERV} Timecode en Midi CD-ROM Zoals bij het opnemen kan men eerst de track kiezen met de [+] of [-] toets. Wordt nu [PLAY] [PLAY] gedrukt zonder tijdingave, dan zal de cuelijst worden afgespeeld vanaf de gekozen track. Ook hier kan het [CUE LIST] venster geopend worden. Tijdens het afspelen of opnemen kan in CD-ROM mode altijd voor- of achteruit gespoeld worden. MANUEEL [PLAY] [PLAY] Deze actie start de cuelijst vanaf het begin. [LAST] of [NEXT] Om de vorige of volgende actie, uit de cuelijst, op te roepen. De vorige en volgende actie zal in het timecode venster aangeduid worden : Opmerking: Het is mogelijk om een tijdcode show elke dag op hetzelfde tijdstip te starten. De tijdcode moet dan gespeeld worden in PC-timer mode. Als starttijd moet dan het uur gegeven worden waarop de show dagelijks moet starten. (zet ook de start-opties zo, dat de controller start in time-code). In de configuratie (MENU CONFIG CONFIGURATION LIGHTCONSOLE), moet het item Timecode set dos-time op DOSTIME gezet worden. 173

174 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 {ERV} Timecode en Midi Timecode cue-tracking Wanneer men een show opneemt of afspeelt, zijn er 3 opties: - Timecode cue-tracking disabled : Deze optie wordt gebruikt wanneer men de opname of weergave stopt, en men start terug op het punt waar gestopt werd. De show gaat gewoon verder. - Timecode cue-tracking normal : Stel dat men tussen 2 cues in een timecodelijst een aantal acties heeft zoals playbacks. Men stop de show, en men wil tussen deze 2 cues terug starten. Wanneer de cue-tracking disabled staat, zal de inhoud van deze playback afhangen van de cue die als laatste opgeroepen werd, voor de show gestopt werd. Wanneer de cue-tracking echter op normal staat, dan zal de controller eerst de cue oproepen in de timecode lijst voor de actie waarop gestart werd. - Timecode cue-tracking full : Hier wordt altijd alles in blind mode en zeer snel uitgevoerd tot op het punt waarop gestart wordt. 6WDUW RI WLPHFRGH OLVW &8( &8( &8( 3OD\EDFN [ 3OD\EDFN \ 6HTXHQFH [ VWDUW &8( >3/$<@ >6723@ &8( &8( &XHWUDFNLQJ 2)) ([HFXWHG QRUPDO (QG RI WLPHFRGH OLVW 2QO\ FXH H[HF &XHWUDFNLQJ 1250$/ ([HFXWHG QRUPDO &XHWUDFNLQJ )8// ([HFXWHG LQ %/,1' PRGH ([HFXWHG QRUPDO 7LPHFRGH VKRZ LV VWRSSHG EHWZHHQ FXH DQG FXH DQG VWDUWHG DJDLQ EHWZHHQ FXH DQG FXH De timecode cue-tracking wordt ingesteld via de SETUP startopties van de controller (zie hoofdstuk setup). 174

175 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 {ERV} Timecode en Midi Wijzigen van een cuelijst De opgenomen cuelijst kan naderhand altijd bijgewerkt worden : - acties kunnen verwijderd worden - tijden kunnen gewijzigd worden - acties kunnen verschoven of gekopieerd worden - acties kunnen manueel bijgevoegd worden Openen van de cuelist [CUE LIST] Zal het cuelist venster openen : Doorlopen van de cuelist Er is een verschil wanneer de cursor links of rechts in het cuelistvenster staat : - Links : de acties worden niet uitgevoerd bij het doorlopen van de list - Rechts : de acties worden uitgevoerd bij het doorlopen van de list [48@RI>:@ Om de cursor links of rechts te plaatsen. [2;@RI>9@ Om de opgenomen cuelist manueel te doorlopen. Wissen, invoegen en toevoegen van acties [CLR] Wist het oplichtende item uit de list [INS] [selecteer actie] Voegt een actie (cue, sequence, playback flashkey) in, voor het oplichtende item in de cuelist. Deze actie zal dezelfde tijd krijgen als het oplichtende item. De tijd kan nadien aangepast worden. [ADD] [selecteer actie] Voegt een actie (cue, sequence, playback flashkey) toe, op aan het einde van de cuelist. Deze actie zal dezelfde tijd krijgen als het voorlaatste item (voor END). De tijd kan nadien aangepast worden. 175

176 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 {ERV} Timecode en Midi Selecteren van een blok [.] + [2;@RI>@>9@ Selecteert een blok met acties : Het geselecteerde blok wordt rood aangeduid. Het blok kan terug gedeselecteerd worden met de [DEL] toets. Tijd veranderen van het blok of van een item Ga met de [2;@RI>9@toetsen naar het item of naar het eerste item van het blok en druk [RET]. De tijd kan nu veranderd worden met de [48@>:@HQGH>;@>9@ toetsen. Kopieren van een blok of van een item [Selecteer een blok of item] [COPY ITEM] [Geef tijd via keypad] [RET] Het geselecteerde blok of item zal nu gekopieerd worden naar de ingegeven tijd. Een lus maken Voor shows die eindeloos moeten blijven draaien, is het handig om een lus te maken. [ADD] [TO] [ESC] Zal op het einde van de list een item goto time toevoegen. De duur van een actie veranderen Wanneer playback flashkeys gebruikt werden, of wanneer een tijd goto time bijgevoegd werd, kan men de tijd van het item aanpassen. [ga naar de rechter kolom] [RET] [Verander tijd via keypad] 176

177 04/2000 Martin Case Manual Version 7.20 {ERV} Timecode en Midi 15.2 MIDI MIDI (Musical Instrument Digital Interface) kan gebruikt worden om een muziekinstrument of een MIDI show control te linken met de Martin Case controller. Hiertoe moet het muziekinstrument via een 5 pin DIN kabel op de MIDI ingang (A of B) van de Martin Case aangesloten worden. Via MIDI kunnen cue s opgeroepen worden, Sequences getriggerd worden en Playback flashkeys getriggerd worden. [Selecteer een cue] [EDIT] + [MIDI] Zal het MIDI venster openen voor de geselecteerde CUE. Via MIDI kunnen : - CUE s getriggerd worden - Sequences in manuele trigger mode getriggerd worden - Playbacks (1 42) getriggerd worden. Met de [2;@RI>9@toets kan de gewenste functie gekozen worden. Via het muziekinstrument moet nu een code (voorbeeld druk een noot in op een synthesizer) doorgestuurd worden. Hetzelfde wordt herhaald tot alle gewenste acties ingevuld zijn. Bewaar door de [MIDI] toets opnieuw te drukken. Het gehele verloop is dus als volgt : [Selecteer een CUE] [EDIT] + [MIDI] [Selecteer functie met [2;@RI>9@@>=HQG0,',FRGH@ ([Selecteer andere functie] [Zend MIDI code]) [MIDI] Opgelet : In het voorbeeld hierboven werd CUE 41 genomen. De sequences werden echter in automatische triggering bewaard, deze moeten voor gebruik met MIDI echter in manuele triggermode bewaard worden ([STORE] toets (zie hoofdstuk sequences en playbacks)). In dit voorbeeld kunnen we ook de playbacks triggeren. De playbacks werden echter in CUE 1 geprogrammeerd en niet in CUE 41, want de controller staat in transparant mode voor de playbacks. Willen we de playbacks triggeren, dan moeten er MIDI codes aan de playbacks toegevoegd worden in CUE

0$57,1&$6( Quick Start

0$57,1&$6( Quick Start 0$57,1&$6( Quick Start 9HUVLH 5HYLVLH1HGHUODQGV 1. Introductie 2 2. Aansluiten van de controller 2 3. Het gebruik van de toetsen en de aanduiding hiervan 3 4. Toetsenbord help 4 5. Belangrijke opmerkingen

Nadere informatie

G. Schottert Handleiding Freekie 1. Nederlandse handleiding. Freekie DMX ADRES INSTELLINGEN 1

G. Schottert Handleiding Freekie 1. Nederlandse handleiding. Freekie DMX ADRES INSTELLINGEN 1 DMX ADRES INSTELLINGEN 1 Freekie Nederlandse handleiding Iedere fixture dat verbonden is met serial link moet voorzien worden van een DMX startadres, welke het eerste kanaal is dat de controller gebruikt

Nadere informatie

Handleiding Fat Frog

Handleiding Fat Frog Handleiding Fat Frog Inhoud - Introductie * Front Panel * Channels * * Fixtures * Aansluitingen - Preset bediening * Dubbele preset bediening * Wide preset bediening * Flash knoppen - Programmeren * Memory

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE

Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE Gebruiksaanwijzing DM-16 DJ MINGLE 16 Kanaals vrij te programmeren dimmer en schakel Controller DMX-512 DJ MINGLE DM-16 C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8 M MASTER A LEVEL SPEED AUDIO FADE TiME 6.99 Manual Midi Channel

Nadere informatie

SGM. Studio 12/24 ScanControl

SGM. Studio 12/24 ScanControl SGM Studio 12/24 ScanControl Manual preset sectie De licht grijze faders (schuiven) en opdruk kenmerken deze sectie. Er zijn 12 (studio12 SC) of 24 kanalen (studio24) beschikbaar en 2 presets, A en B.

Nadere informatie

Supplement Versie 7.3

Supplement Versie 7.3 Supplement Versie 7.3 >E4AI827CE0=34=84DF867434= De basis van dit supplement is de Martin Case handleiding versie 7.20. Ten opzichte van versie 7.20 zijn er enkele nieuwigheden toegevoegd en enkele fouten

Nadere informatie

Handleiding ISaGRAF. Wil men het programma bewaren, dan is het verstandig een back-up te maken: C9 Back-up / Restore

Handleiding ISaGRAF. Wil men het programma bewaren, dan is het verstandig een back-up te maken: C9 Back-up / Restore Handleiding ISaGRAF C Handleiding ISaGRAF Deze handleiding beoogt een korte samenvatting te geven van handelingen die verricht moeten worden om met behulp van ISaGRAF een PLC-programma te schrijven en

Nadere informatie

Showmaster 24 ORDERCODE 50335

Showmaster 24 ORDERCODE 50335 Showmaster 24 ORDERCODE 50335 1. Inleiding De DC-1224 is een digitale lichtcontroller, 24 DMX kanalen en 48 geheugenplaatsen voor scenes of chases met ieder 999 stappen en een MIDI in- en uitgang. Lees

Nadere informatie

1 enerwaslicht Elation Professional - DMX OPERATOR User Manual

1 enerwaslicht Elation Professional - DMX OPERATOR User Manual 1 enerwaslicht Elation Professional - DMX OPERATOR User Manual Inhoud Blz Diagram: 3 Knoppen en functies: 3 Aansluitingen: 5 DMX-512 adres instellen: 6 Scene programmeren: 6 Scene programmeren samengevat:

Nadere informatie

Aanvulling op handleiding. 2518 DMX controller, Nederlandstalig. Inhoudsopgave:

Aanvulling op handleiding. 2518 DMX controller, Nederlandstalig. Inhoudsopgave: Aanvulling op handleiding 2518 DMX controller, Inhoudsopgave: 1- Inleiding pagina 2 2- Aansluiten van de bekabeling en het instellen van het adres pagina 2 2.1- DMX-link pagina 2 2.2- DMX-adres pagina

Nadere informatie

STAGESCAPE M20d ADVANCED GUIDE. Firmware Version 1.20 Addendum. Rev D Line 6, Inc.

STAGESCAPE M20d ADVANCED GUIDE. Firmware Version 1.20 Addendum. Rev D Line 6, Inc. STAGESCAPE M20d ADVANCED GUIDE Rev D Firmware Version 1.20 Addendum 2013 Line 6, Inc. Inhoudsopgave Appendix D: Fader View... D 1 Fader View Werkbalk...D 2 Menu voor het toewijzen van Faders...D 3 Menu

Nadere informatie

DMX LIGHTPLAYER. Inleiding...2. DMX bibliotheek...3. Kanalen programmeren...7. Sequentie creëren...11

DMX LIGHTPLAYER. Inleiding...2. DMX bibliotheek...3. Kanalen programmeren...7. Sequentie creëren...11 DMX LIGHTPLAYER Inleiding...2 DMX bibliotheek...3 Kanalen programmeren...7 Sequentie creëren...11 Inleiding De DMX LightPlayer is zeer gebruikersvriendelijk. Importeer een bestaand toestel of creëer een

Nadere informatie

Aansluitingen achterkant. Voedingsspanning. Midi THRU. Midi OUT. Audio IN 100 mv mono cinch. Voetschakelaar jack 6,3mm STEP.

Aansluitingen achterkant. Voedingsspanning. Midi THRU. Midi OUT. Audio IN 100 mv mono cinch. Voetschakelaar jack 6,3mm STEP. BOTEX Scene Setter DC-1224 P 1/6 De Botex Scène Setter is een digitale lichtstuurtafel met 24 kanalen, 48 geheugens of looplichtprogramma s van telkens maximum 99 stappen. De uitgang is DMX (de fasen kunnen

Nadere informatie

Online-Help. De Jester stuurtafel heeft vier verschillende bedrijfsmodi (Preset, Program, Run en Super User).

Online-Help. De Jester stuurtafel heeft vier verschillende bedrijfsmodi (Preset, Program, Run en Super User). Online-Help Welkom Welkom bij het Online-helpsysteem van de Jester lichtstuurtafel. De onderstaande informatie helpt u in de basis om de stuurtafel te bedienen. Voor uitvoerige bedieningsmogelijkheden

Nadere informatie

De Deskline configurator Advanced handleiding

De Deskline configurator Advanced handleiding De Deskline configurator Advanced handleiding Deze handleiding is voor versie 1.2.3 en hoger Zorg dat er een USB2LIN is aangesloten op de computer ( Gebruik versie 1.66 en hoger ) Zorg dat er geen andere

Nadere informatie

HANDLEIDING CASAMBI BESTURINGSSYSTEEM

HANDLEIDING CASAMBI BESTURINGSSYSTEEM HANDLEIDING CASAMBI BESTURINGSSYSTEEM LET OP Gaat u een LED-lamp van DYDELL installeren? Verwijder dan eerst de (eventuele) muurdimmer en vervang deze door een aan/ uit-schakelaar. Muurdimmers zijn gemaakt

Nadere informatie

SCHOOL (OWA) handleiding

SCHOOL (OWA) handleiding SCHOOL (OWA) handleiding Kibro België Kibro Nederland Handleiding voor Online Web Admin (v:1.0.0.1) DOWNLOAD ALS PDF BEKIJK DE VIDEO HANDLEIDING De OWA kort uitgelegd... De KinderBrowser Online Web Admin

Nadere informatie

Bijlage 8. Testprogramma brandreactiemodulen LBK

Bijlage 8. Testprogramma brandreactiemodulen LBK Bijlage 8 Testprogramma brandreactiemodulen LBK INHOUDSOPGAVE 1 Algemeen... 1 1.1 Introductie... 1 2 Algemene Setup Instructies... 2 2.1 Setup instructies... 2 2.2 Programma start... 2 3 Configureren...

Nadere informatie

TEXECOM Vocale Telefoonkiezer Installatie- & programmatiehandleiding 20-04-2012

TEXECOM Vocale Telefoonkiezer Installatie- & programmatiehandleiding 20-04-2012 HI0990N02A Pag. 1/14 TEXECOM Vocale Telefoonkiezer Installatie- & programmatiehandleiding 20-04-2012 LIMOTEC Bosstraat 21 B- 8570 VICHTE Tel +32 (0) 56 650 660 www.limotec.be HI0990N02A Pag. 2/14 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Basishandleiding Martin Lightjockey

Basishandleiding Martin Lightjockey Basishandleiding Martin Lightjockey Inleiding Om goed gebruik te kunnen maken van Martin lightjockey,is het nodig om te begrijpen hoe de opzet van het programma is. De cuelist is een lijst met diverse

Nadere informatie

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties TAG-IN-A-BAG Stand alone proximity toegangscontrolesysteem Gebruikershandleiding 1. Introductie De TIAB is ontworpen om de toegang voor onbevoegden tot beschermde gebieden te beperken. De unit maakt gebruik

Nadere informatie

DMX voor beginners. Dinsdag 27/7/2018 Koen Bekaert en Chawn Waeles

DMX voor beginners. Dinsdag 27/7/2018 Koen Bekaert en Chawn Waeles DMX voor beginners Dinsdag 27/7/2018 Koen Bekaert en Chawn Waeles Programma -Algemene beginselen van dmx -DMX adressering via dipswitch of via menu -In de praktijk Contest Mini Cube en Nicols BSW10R -Programmeren

Nadere informatie

ChamSys. Snel start handleiding voor MagicQ

ChamSys. Snel start handleiding voor MagicQ ChamSys Snel start handleiding voor MagicQ Laatst bijgewerkt op: 19.11.2012 www.chamsys.be 2/66 MagicQ software snel start handleiding Inleiding Dit document heeft tot doel u te laten starten met het gebruik

Nadere informatie

Handleiding Icespy MR software

Handleiding Icespy MR software Handleiding Icespy MR software Versie 4.40.04 Wij danken u voor de aanschaf van deze IceSpy producten en adviseren u om deze handleiding goed door te nemen. 2 INHOUDSOPGAVE: 1. Installeren van de software...

Nadere informatie

Handleiding. Geschreven voor Emulation 1.02 build 13

Handleiding. Geschreven voor Emulation 1.02 build 13 Handleiding Geschreven voor Emulation 1.02 build 13 2010 Elation Professional Als bij dit handboek software wordt geleverd waarvoor een gebruiksrechtovereenkomst geldt, worden dit handboek en de software

Nadere informatie

VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND

VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND VERKORTE HANDLEIDING CUSTOM COMMAND 1 Automaat componenten, 1. LCD scherm: voor tijd, programma aanduiding en algemene informatie. 2. +/On & -/Off knoppen: Om programma gegevens zichtbaar te maken. 3.

Nadere informatie

Hardware toetsen Met deze toets kan u op elk moment terugkeren naar de beginpagina van het menu (scherm Kamers).

Hardware toetsen Met deze toets kan u op elk moment terugkeren naar de beginpagina van het menu (scherm Kamers). Proficiat met de aankoop van uw Philips Pronto, met dit toestel is het mogelijk uw Nikobus systeem draadloos aan te sturen. Door middel van de intuïtieve grafische interface krijgt u de controle over alle

Nadere informatie

Handleiding Zie Channel Easy Edit

Handleiding Zie Channel Easy Edit Handleiding Zie Channel Easy Edit Zie Channel Easy Edit stelt u in staat uw content te wijzigen, nieuwe presentaties te maken, uw presentaties toe te wijzen aan uw player(s), uw balie systeem in te richten

Nadere informatie

Summa Cutter Tools. 1 Cutter tools. Met dit programma kunnen twee dingen geïnstalleerd worden:

Summa Cutter Tools. 1 Cutter tools. Met dit programma kunnen twee dingen geïnstalleerd worden: Summa Cutter Tools 1 Cutter tools Met dit programma kunnen twee dingen geïnstalleerd worden: 1. Plug-in voor Corel (vanaf versie 11) en Adobe Illustrator (vanaf versie CS). De plug-in voor Corel installeert

Nadere informatie

Snelstart Gids. Menustructuur. Opstarten en Afsluiten. Formatteren van Disk. 72xxHVI-ST Series DVR

Snelstart Gids. Menustructuur. Opstarten en Afsluiten. Formatteren van Disk. 72xxHVI-ST Series DVR Menustructuur De menustructuur van de DS-72xxHVI-ST Serie DVR is als volgt: Opstarten en Afsluiten Het juist opstarten en afsluiten is cruciaal voor de levensduur van uw DVR. Opstarten van uw DVR: 1. Plaats

Nadere informatie

G E B R U I K E R S H A N D L E I N G E L S O F T W A R E V E R S I E V

G E B R U I K E R S H A N D L E I N G E L S O F T W A R E V E R S I E V G E B R U I K E R S H A N D L E I N G E L L @ S O F T W A R E V E R S I E V 1 2. 0 INHOUD Toestel Layout... 2 Aanzetten Toestel... 3 Unlocken van het toestel... 3 Hoofdmenu... 3 Raadplegen planning...

Nadere informatie

Di-Control HANDLEIDING Di-Control versie: 2.6

Di-Control HANDLEIDING Di-Control versie: 2.6 Di-Control HANDLEIDING Di-Control versie: 2.6 2 INLEIDING Di-Control kan gebruikt worden met diverse apparatuur om een muisaanwijzer (mode: Mouse-control) te besturen of toets-commando s (mode: Key-control)

Nadere informatie

Handleiding Gold- en Superstation

Handleiding Gold- en Superstation 1 Configuratie... 3 On Site... 4 Live bekijken... 4 Uitleg scherm... 4 1. Omschrijving beeld... 5 2. Selecteren Beeldscherm... 5 3. Selecteren Camera en weergave type Opname... 5 4. Datum en Uur van de

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Indigo 4500

Gebruiksaanwijzing Indigo 4500 Gebruiksaanwijzing Indigo 4500 Veiligheidsinstructie: - alleen geschikt voor binnen gebruik - als het aansluitsnoer beschadigd is het armatuur niet aansluiten - uit de buurt houden van hitte bronnen -

Nadere informatie

Selenium IDE Webdriver. Introductie

Selenium IDE Webdriver. Introductie Selenium IDE Webdriver Het Wielsem 10, 5231 BW s- Hertogenbosch, telefoon 073-6409311 e- mail info@testwork.nl internet http://www.testwork.nl 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave... 2 2 Selenium IDE... 3 3

Nadere informatie

www.delmation.nl Delmation Products BV Tel: +31 (0)79 342 2041 info@delmation.nl

www.delmation.nl Delmation Products BV Tel: +31 (0)79 342 2041 info@delmation.nl Hardware installatie: Open de unit m.b.v. een kleine schroevendraaier: Plaats een SIM-kaart in de unit: Zorg ervoor dat de DIL-schakelaars in de stand: 1: OFF 2: OFF 3: OFF 4: ON Staan Sluit voorzichtig

Nadere informatie

Demo Sweetlight. 04 maart 2014 Niels Vanmarcke

Demo Sweetlight. 04 maart 2014 Niels Vanmarcke Demo Sweetlight 04 maart 2014 Niels Vanmarcke Inhoud Basis DMX Sweetlight: Algemeen Setup Editor Live Timeline Interfaces 2 Basis DMX Digital Multiplexed 1 universe = 512 kanalen 1 kanaal = 0-255 bits

Nadere informatie

INTEGRA SMART WIFI KIT

INTEGRA SMART WIFI KIT Toepassing INTEGRA SMART WIFI KIT De Integra Smart Wifi kit bestaat uit 2 onderdelen, de Wifi naar RF converter SR-2818 en RF controller SR-1009FA. De Integra Smart Wifi kit zet een Wifi signaal om naar

Nadere informatie

Basis Live Mode Functies Je kan eenvoudig camerabeelden bekijken in een layout naar keuze. Kies een layout bovenaan het scherm, in de Live Mode.

Basis Live Mode Functies Je kan eenvoudig camerabeelden bekijken in een layout naar keuze. Kies een layout bovenaan het scherm, in de Live Mode. Eindgebruiker Quick Start Guide Overzicht De exacqvision Client software bestaat uit 3 schermen: Live, Search, en Setup. Om in het gewenste scherm te geraken, klik je op het desbetreffende pictogram aan

Nadere informatie

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R 2 0 1 6 0 8 2 4 INHOUDSOPGAVE 1. Software in 3 stappen geïnstalleerd...1 Stap 1: Downloaden van de software...1 Stap 2: Starten met de installatie...2

Nadere informatie

Handleiding integratie CF iviewer CT-iViewer

Handleiding integratie CF iviewer CT-iViewer Domotechnology BVBA Dikberd 34 unit 1a 2200 HERENTALS België Handleiding integratie CF iviewer CT-iViewer TEL: 014/72.00.30 MAIL: info@domotechnology.be SITE: www.domotechnology.be CT-iViewer Inhoudstabel

Nadere informatie

Midi PDF Bladmuziek lezer

Midi PDF Bladmuziek lezer Inleiding. Ruim 20 ordners aan bladmuziek, meeste daarvan uitgeprint van een PDF. Even snel een nummer opzoeken wil dan ook niet, terwijl ik alles wel op alfabetische volgorde heb. Dat was het niet helemaal

Nadere informatie

SMARTPHONE APPLICATIE HANDLEIDING

SMARTPHONE APPLICATIE HANDLEIDING SMARTPHONE APPLICATIE HANDLEIDING INHOUD GV Smartphone applicatie handleiding... 3 1 Enkele nota s:... 3 2 Windows Smartphone GV-MSView... 3 2.1 GV-MSView Live beelden instellen... 3 2.2 GV-MSView Opgenomen

Nadere informatie

Hanwell temperatuur / vocht logger handleiding

Hanwell temperatuur / vocht logger handleiding Hanwell temperatuur / vocht logger handleiding De Hanwell temperatuur / vochtigheid datalogger Hanwell Hanlog32USB software (W200) USB set up communicatie kabel Y055 Verschillende mogelijkheden: -starten

Nadere informatie

Snel start handleiding voor MagicQ software

Snel start handleiding voor MagicQ software www.chamsys.be 1/62 MagicQ software snel start handleiding Snel start handleiding voor MagicQ software Inleiding Dit document heeft tot doel u te laten starten met het gebruik van de MagicQ software onder

Nadere informatie

RFI 1000 / RFI 1000-2. Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING 01.09.96

RFI 1000 / RFI 1000-2. Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING 01.09.96 RFI 1000 / RFI 1000-2 Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING 01.09.96 Instructiehandleiding RFI 1000 / RFI 1000-2 Eerst de handleiding lezen alvorens het systeem in werking te stellen Het systeem

Nadere informatie

Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display

Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display Copyright RETEG b.v. 1 Inhoudsopgave 1 INHOUDSOPGAVE... 2 2 INTRODUCTIE... 3 2.1 BEVEILIGING... 3 2.2 MEER INFORMATIE... 3 3 MENU STRUCTUUR VAN HET DISPLAY...

Nadere informatie

KS, 04/10/2015. Handleiding DMX (SER485/DMX module)

KS, 04/10/2015. Handleiding DMX (SER485/DMX module) KS, 04/10/2015 Handleiding DMX (SER485/DMX module) Met de Qbus-DMX interface (SER485/DMX) is het mogelijk om via de Qbus bedieningspunten (schakelaars, schermen, Qbus Cloud) DMX verlichtingsarmaturen aan

Nadere informatie

H A N D L E I D I N G E L V 1 5

H A N D L E I D I N G E L V 1 5 H A N D L E I D I N G E L L @ V 1 5 INHOUD Revision Data... 2 Introductie... 3 Ell@ Layout... 4 Aanzetten Ell@... 5 Unlocken van Ell@... 5 Hoofdmenu... 5 Raadplegen planning... 6 Invoeren prestatie...

Nadere informatie

Handleiding X-keys XK-24 installatie en gebruik

Handleiding X-keys XK-24 installatie en gebruik Handleiding X-keys XK-24 installatie en gebruik Handleiding X-keys XK-24 installatie en gebruik Gebruik deze handleiding voor het installeren en programmeren van het X-keys XK-24 programmeerbaar toetsenbord.

Nadere informatie

Handleiding Zorgverzekeraar Winmens versie 7.29

Handleiding Zorgverzekeraar Winmens versie 7.29 Handleiding Zorgverzekeraar Winmens versie 7.29 Zorgverzekeraar oproepen Als u een zorgverzekeraar wilt oproepen om de gegevens te bekijken of te bewerken kunt boven in het zorgverzekeraars scherm, op

Nadere informatie

INSTALLATIEHANDLEIDING

INSTALLATIEHANDLEIDING INSTALLATIEHANDLEIDING TEXECOM vocale telefoonkiezer Installatie - & programmatiehandleiding 01-07-2017 LIMOTEC bvba Bosstraat 21 B 8570 Vichte Tel +32 (0) 56 650 660 www.limotec.be 1 1 INHOUD 2 INLEIDING...

Nadere informatie

Handleiding. Voor het programmeren/configureren van de. CBD4-5-6 controlebox

Handleiding. Voor het programmeren/configureren van de. CBD4-5-6 controlebox Handleiding Voor het programmeren/configureren van de CBD4-5-6 controlebox 1 Inhoudsopgave: Voorblad Pagina 1 Inhoudsopgave Pagina 2 Hoe te beginnen / Initialisatie-Reset procedure Pagina 3 Uitleg begin

Nadere informatie

Tien stappen om uw gebouw in te regelen met de MyriaMesh Commissioning applicatie voor ipad

Tien stappen om uw gebouw in te regelen met de MyriaMesh Commissioning applicatie voor ipad Tien stappen om uw gebouw in te regelen met de MyriaMesh Commissioning applicatie voor ipad Deze instructiegids is bedoelt voor oudere MyriaMesh licht- Besturingssystemen (versie 2.6 en ouder). Voor systemen

Nadere informatie

Bedieningspaneel. Drukknoppen en Ds

Bedieningspaneel. Drukknoppen en Ds Bedieningspaneel Dit hoofdstuk bechrijft de het bedieningspaneel en de funktie van de LEDS. Note: de labels van de knoppen en de leds kunnen iets afwijken van de tekst echter de funkties blijven hetzelfde

Nadere informatie

Setupprogramma Gebruikershandleiding

Setupprogramma Gebruikershandleiding Setupprogramma Gebruikershandleiding Copyright 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de V.S. De informatie in deze documentatie

Nadere informatie

Voeler ingang van de ilog recorder. Stop de temperatuurvoeler

Voeler ingang van de ilog recorder. Stop de temperatuurvoeler 1) Standaard interface (EA-INT) Oud model. 2) Universele interface (EA-INT-U) Nieuw model. Beide interfaces hebben een DB9 (9 pins) connector en uw PC heeft een RS232 seriële poort nodig. Escort ilog Dataloggers

Nadere informatie

Setupprogramma. Gebruikershandleiding

Setupprogramma. Gebruikershandleiding Setupprogramma Gebruikershandleiding Copyright 2007 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de V.S. De informatie in deze documentatie

Nadere informatie

Groep Automatisering KHLim Univ Campus gebouw B Diepenbeek

Groep Automatisering KHLim Univ Campus gebouw B Diepenbeek Simatic OP7 Gebruikershandleiding Groep Automatisering KHLim Univ Campus gebouw B Diepenbeek Nico Bartholomevis 1 Aanmaken van een PLC project in Simatic S7 Zie cursus S7 Nico Bartholomevis 2 Aanmaken

Nadere informatie

Montagevoorschriften

Montagevoorschriften Montagevoorschriften BCU Mont_BCU1_NL.Doc 1/9 Inhoudsopgave 1. Montage van de onderdelen... 3 2. Aansluitingen van de 8 polige stekker... 3 3. Aansluitingen van de 10 polige stekker... 4 4. Opstarten...

Nadere informatie

Een simpel lichtorgel met Lightning.

Een simpel lichtorgel met Lightning. Een simpel lichtorgel met Lightning. Lightning is een freeware programma en is te downloaden op/van: http://www.sools.com/?menu=lightning&page=lightning Lightning kan de interface van het project Digitale

Nadere informatie

Labo 4 : Installatie Windows XP Professional Edition

Labo 4 : Installatie Windows XP Professional Edition Labo 4 : Installatie Windows XP Professional Edition In dit hoofdstuk gaan we op een volledig nieuwe PC met een lege harde schijf Windows XP Professional Edition installeren. Alle stappen voor de installatie

Nadere informatie

G E V A A R. Opstarten. U kunt nu de TigerStop bewegen en gebruik maken van zijn vele functies! Bij het startscherm druk op [D] om \H Klaar

G E V A A R. Opstarten. U kunt nu de TigerStop bewegen en gebruik maken van zijn vele functies! Bij het startscherm druk op [D] om \H Klaar G E V A A R Deze machine kan opstarten, zich verplaatsen, en automatisch stoppen. Houd uw handen en breed zittende kleeding buiten het bereik van de bewegende onderdelen van de machine als hij ingeschakeld

Nadere informatie

Hartelijk gefeliciteerd, met de aankoop van de

Hartelijk gefeliciteerd, met de aankoop van de Hartelijk gefeliciteerd, met de aankoop van de KITELIGHT SMART TIMER voor Android en IOS heeft u gekozen voor een hoogwaardig innovatief product. Maakt u daarom vóór de eerste ingebruikname vertrouwd met

Nadere informatie

Cijfers 1 t/m 4,8,16 hiermee kunt u van kanaal wisselen. Gebruik deze iconen om naar een split screen terug te gaan.

Cijfers 1 t/m 4,8,16 hiermee kunt u van kanaal wisselen. Gebruik deze iconen om naar een split screen terug te gaan. Inhoudsopgave 1. Belangrijke veiligheidsinstructies... 2 2. Mee geleverde producten voor de DVR... 2 3. Uitleg bedieningspaneel... 2 4. Uitleg afstandsbediening... 3 5. Aan de slag met de DVR... 3 5.1

Nadere informatie

Handleiding Wlijn Databeheer Internet

Handleiding Wlijn Databeheer Internet Handleiding Wlijn Databeheer Internet W9000 databeheer internet Leza Horeca & Winkel Management Van Dedemstraat 6 16274 NN Hoorn DATABEHEER INTERNET ( W9000) Voorraad Databeheer Internet Bestaat uit 3

Nadere informatie

Beknopte handleiding SQ Vieuw software

Beknopte handleiding SQ Vieuw software Beknopte handleiding SQ Vieuw software Het startscherm met de verschillende opties: - Logger Set-up : het programmeren van de datalogger naar een gewenste configuratie - Download Data: het halen van data

Nadere informatie

Handleiding Digitaal Aanvraagformulier

Handleiding Digitaal Aanvraagformulier Handleiding Digitaal Aanvraagformulier Deze handleiding wil een summier overzicht geven van de installatieprocedure van het digitaal aanvraagformulier. De handleiding is bedoeld voor de al wat ervaren

Nadere informatie

Elbo Technology BV Versie 1.1 Juni 2012. Gebruikershandleiding PassanSoft

Elbo Technology BV Versie 1.1 Juni 2012. Gebruikershandleiding PassanSoft Versie 1.1 Juni 2012 Gebruikershandleiding PassanSoft Versie 1.1 Juni 2012 2 Inhoud: Opstart scherm PassanSoft... 1 Het hoofdmenu van PassanSoft wordt geopend... 4 Verklaring extra knoppen weergegeven

Nadere informatie

NEDERLANDSE INSTRUCTIES

NEDERLANDSE INSTRUCTIES MEDIA ER BEHUIZING CMP-MOB10 CMP-MOB30 NEDERLANDSE INSTRUCTIES Stap 2: Til voorzichtig de achterplaat op en schuif deze naar achteren. 1. Inhoud verpakking Voor CMP-MOB10: 1x Media player behuizing Draagtas

Nadere informatie

SI-Profinet. Unidrive M700 en Siemens S7-300 PLC (Step 7)

SI-Profinet. Unidrive M700 en Siemens S7-300 PLC (Step 7) Omschrijving: In dit document wordt stap voor stap uitgelegd hoe met Simatic Step 7 de communicatie opgezet kan worden tussen een Siemens S7-00 PLC en een Unidrive M700 met V2 module. Dit document behandelt

Nadere informatie

Installatie Windows XP Professional Edition

Installatie Windows XP Professional Edition Installatie Windwos XP Professional Edition 1 Installatie Windows XP Professional Edition In dit hoofdstuk gaan we op een volledig nieuwe PC met een lege harde schijf Windows XP Professional Edition installeren.

Nadere informatie

TI-SMARTVIEW. Installeren op Windows PC

TI-SMARTVIEW. Installeren op Windows PC TI SmartView 1 TI-SMARTVIEW Installeren op Windows PC De licentie van de school voor TI-SmartView is tot nader bericht een single-user licentie, hetgeen betekent dat deze op één pc mag geïnstalleerd worden,

Nadere informatie

Handleiding voor de update naar TouchSpeak 10 op Windows XP

Handleiding voor de update naar TouchSpeak 10 op Windows XP Handleiding voor de update naar TouchSpeak 10 op Windows XP Inhoudsopgave Fase 1: maak een backup... 3 Fase 2: Installatie TouchSpeak 10 op PC... 5 Fase 3: Updaten TouchSpeak 10 op PC... 6 Fase 4: TouchSpeak

Nadere informatie

Snel aan de slag Installatiegids (versie 1.0)

Snel aan de slag Installatiegids (versie 1.0) Internet Control Station Kijk regelmatig op www.klikaanklikuit.nl voor updates Snel aan de slag Installatiegids (versie 1.0) ICS-1000 Het grootste gemak in draadloos schakelen. Eenvoudig uit te breiden

Nadere informatie

DO5461 DALI-USB interface

DO5461 DALI-USB interface DO5461 DALI-USB interface Gebruik deze interface om DALI-adressen toe te kennen aan DALI-drivers en om DALI-groepen aan te maken van verschillende DALI-adressen. Maximaal 64 DALI-adressen en 16 DALI-groepen

Nadere informatie

INHOUD. KHLim dep IWT MeRa 1/22

INHOUD. KHLim dep IWT MeRa 1/22 INHOUD 1.Aanmaken van een nieuw S7 project... 2 1.1 Openen van een nieuw project.... 2 1.2 invoegen van een S7 station... 2 1.3 openen van de hardware... 3 1.4 Invoegen van een Rack... 3 1.5 Downloaden

Nadere informatie

TRUST AMI MOUSE 250S OPTICAL

TRUST AMI MOUSE 250S OPTICAL 1 Inleiding Deze handleiding is bedoeld voor de gebruikers van de TRUST AMI MOUSE 250S OPTICAL E-MAIL. Hij werkt op zo goed als ieder oppervlak. Wanneer u nieuwe e- mail binnen krijgt geeft de muis een

Nadere informatie

HANDLEIDING MEMOKEY 100C

HANDLEIDING MEMOKEY 100C 1 HANDLEIDING MEMOKEY 100C 1 lksdj WOORD VOORAF BIJ PROGRAMMATIE! Het aangeraden, eens het systeem is geïnstalleerd, de code lengte te bepalen en de MASTER en TRADE code te wijzigen. Nadien kunnen andere

Nadere informatie

SafeLine VV3. Bedieningsinstructies. Toont de verdiepingen, richtingspijlen en afwisselende tekstberichten.

SafeLine VV3. Bedieningsinstructies. Toont de verdiepingen, richtingspijlen en afwisselende tekstberichten. SafeLine VV3 Bedieningsinstructies Toont de verdiepingen, richtingspijlen en afwisselende tekstberichten. SafeLine VV3 Bedieningsinstructies safeline.eu Inhoudsopgave Installatie & Testen Montage 5 Symbolen

Nadere informatie

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display Copyright RETEG b.v. Bedieningshandleiding voor de Display s 1 Rev 2.0, 06-07-2006 1 Inhoudsopgave 1 INHOUDSOPGAVE... 2 2 INTRODUCTIE... 3 2.1 BEVEILIGING...

Nadere informatie

AN0021-NL. Een trigger- en actieregel maken. Overzicht. Een Trigger- en actieregel creëren

AN0021-NL. Een trigger- en actieregel maken. Overzicht. Een Trigger- en actieregel creëren Een trigger- en actieregel maken Overzicht Trigger en Actie regels zijn een eenvoudige manier voor het creëren van aangepaste en unieke functionaliteiten in Paxton10. Specifieke regels kunnen worden gecreëerd

Nadere informatie

Handleiding Pivot docent Wendy Bruins www.wisemice.nl versie 1.2 december 2008

Handleiding Pivot docent Wendy Bruins www.wisemice.nl versie 1.2 december 2008 1 Handleiding Pivot Stickfigure Animator Maak je eigen animated gifjes en laat je poppetje bewegen zoals jij wilt. Je kunt je Pivot invoegen in een mailtje, je website of laten verschijnen op je desktop.

Nadere informatie

Handleiding Remote Engineer Client

Handleiding Remote Engineer Client Handleiding Remote Engineer Client http://www.remoteengineer.eu/ Inhoudsopgave Blz. 1. Algemeen 3 2. RemoteEngineer Client installatie 4 3. Eerste keer opstarten 8 4. Layout aanpassen 9 5. Gebruik Autofilter

Nadere informatie

HANDS-ON THUISKOOP SYSTEEM

HANDS-ON THUISKOOP SYSTEEM HANDS-ON THUISKOOP SYSTEEM NV VLAAMSE VISVEILING STEDELIJKE VISMIJN NIEUWPOORT Maart- 2013 Versie 1.1 Auteur Mark SMET Aucxis Trading Solutions cvba Zavelstraat 40, 9190 Stekene, België Tel +32 (0)3 790

Nadere informatie

Handleiding digicode: DGA

Handleiding digicode: DGA Handleiding digicode: DGA 1. Overzicht: 2. Programmering DGA s standaard waarden. - Geen code - Verlichtingstijd: 10s - Openingstijd voor al de relais: 1s - Aantal tekens voor codes: 5 - Standaard mastercode:

Nadere informatie

Handleiding VirtualBox

Handleiding VirtualBox Pagina 1 van 18 Handleiding VirtualBox Inhoud 1) Wat is VirtualBox?... 2 2) Installatie... 2 3) Schermopbouw VirtualBox... 6 4) Downloaden van Linux ISO... 7 5) Virtuele Machine aanmaken... 7 6) Besturingssysteem

Nadere informatie

Korte handleiding GoTalk NOW voor ipad

Korte handleiding GoTalk NOW voor ipad Korte handleiding GoTalk NOW voor ipad 1 2 3 4 5 6 Als je de app opent zie je 7 knoppen: 1. GoTalk now logo: Als je hierop klikt kan je van de ene naar de andere ipad bladen overzetten (binnen een Wifi-netwerk).

Nadere informatie

Samsung SHR-serie digitale CCTV recorders. Handleiding voor de gebruiker

Samsung SHR-serie digitale CCTV recorders. Handleiding voor de gebruiker Samsung SHR-serie digitale CCTV recorders Handleiding voor de gebruiker Samsung SHR-serie digitale recorders Hoofdstuk 1: Mogelijkheden 2 Omschrijving van de onderdelen (SHR-2040) 3 Omschrijving van de

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding A.D.J. Supply Europe B.V. Junostraat 2 6468 EW Kerkrade The Netherlands www.americandj.eu American DJ - www.americandj.eu mydmx BUDDY pagina 1 mydmx BUDDY Inhoudsopgave I INTRODUCTIE

Nadere informatie

HD-CVI Verkorte handleiding

HD-CVI Verkorte handleiding HD-CVI Verkorte handleiding model 5104D-5208D-5216D Version 2.0.0 2015 HDCVI DVR Verkorte handleiding Welkom Dank u voor de aankoop van onze DVR! Deze verkorte handleiding helpt u wegwijs met onze DVR

Nadere informatie

Voeler ingang van de ilog recorder. Stop de temperatuurvoeler

Voeler ingang van de ilog recorder. Stop de temperatuurvoeler 1) Standaard interface (EA-INT) Oud model. 2) Universele interface (EA-INT-U) Nieuw model. Beide interfaces hebben een DB9 (9 pins) connector en uw PC heeft een RS232 seriële poort nodig. Escort ilog Dataloggers

Nadere informatie

Installatie handleiding TiC Narrow Casting Player. (voor intern gebruik)

Installatie handleiding TiC Narrow Casting Player. (voor intern gebruik) Installatie handleiding TiC Narrow Casting Player (voor intern gebruik) Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 BIOS instellen... 4 Windows 7 installatie... 5 Windows 7 configureren... 11 Tweak

Nadere informatie

Installeren van het programma:

Installeren van het programma: Versie: 1.0 Gemaakt door: Whisper380 Eigenaar: Whisper380-computerhulp.net Datum: 20-2-2011 Inhoudsopgave Installeren van het programma:...3 Configureren van het programma:...7 Mappen aanmaken:...9 Groepen

Nadere informatie

Head Pilot v Gebruikershandleiding

Head Pilot v Gebruikershandleiding Head Pilot v1.1.3 Gebruikershandleiding Inhoud 1 Installatie... 4 2 Head Pilot Gebruiken... 7 2.2 Werkbalk presentatie... 7 2.3 Profielen beheren... 13 2.3.1 Maak een profiel... 13 2.3.2 Verwijder een

Nadere informatie

Gebruik van de combinatie FC-300/GT-PRO

Gebruik van de combinatie FC-300/GT-PRO Wat u met de combinatie FC-300/GT-PRO kunt doen U kunt GT-PRO Patch wijzigingen aanbrengen. Nadat u gereed bent met Instellingen voor de FC-300 maken (Voorbereidingen voor het gebruik van de combinatie),

Nadere informatie

Badge it. Inhoudsopgave. 1. Installatie... 3

Badge it. Inhoudsopgave. 1. Installatie... 3 Badge it voor Windows 95/98/NT/2000/XP Inhoudsopgave 1. Installatie... 3 2. Start... 4 2.1. Nieuwe database maken... 5 2.2. De geselecteerde database openen... 5 2.3. De naam van de geselecteerde database

Nadere informatie

APS Installateurs Tool ArrayApp (ios) Gebruiksaanwijzing

APS Installateurs Tool ArrayApp (ios) Gebruiksaanwijzing APS Installateurs Tool ArrayApp (ios) Gebruiksaanwijzing Version: 1.0 Copyright 2014 Altenergy Power System, Inc. Inhoudsopgave Introductie... 1 Aanmelden bij ArrayApp... 1 Het toevoegen van een nieuwe

Nadere informatie

JPTrain. JPTrainBeta versie 25 mei 2015. Android client voor GBtrainHost

JPTrain. JPTrainBeta versie 25 mei 2015. Android client voor GBtrainHost JPTrain JPTrainBeta versie 25 mei 2015 Android client voor GBtrainHost Inhoud 1. Benodigd voor JPTrain... 3 2. Installatie JPTrain... 3 2.1 Conversie van oude versie(s)... 3 3. Eerste kennismaking met

Nadere informatie

HANDLEIDING Q1600 Fashion

HANDLEIDING Q1600 Fashion HANDLEIDING Q1600 Fashion Pag.: 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Beheer...4 Kleurlijsten beheren...4 Kleurlijst groep aanmaken...6 Kleurlijst groep verwijderen...6 Kleuren (kleurnummers) aanmaken/wijzigen...7

Nadere informatie