De Deskline configurator Advanced handleiding

Transcriptie

1 De Deskline configurator Advanced handleiding Deze handleiding is voor versie en hoger Zorg dat er een USB2LIN is aangesloten op de computer ( Gebruik versie 1.66 en hoger ) Zorg dat er geen andere USB2LIN kabels zijn aangesloten, en geen andere programma s draaien bijvoorbeeld : Desk Control Software. Start de CBD6S Configurator vanuit het start menu, het programma zal er als volgt uit zien : Wanneer je onderstaand bericht te zien krijgt is er geen USB2LIN kabel aangesloten. 1

2 Wanneer de USB2LIN kabel correct is aangesloten kan het zijn dat je deze moet selecteren in het menu : File Choose USB-Device, kies je device en druk op SELCECT Hoe het programma te gebruiken. Let op: Wanneer er geen CBD6S Controlebox is aangesloten aan de USB2LIN kabel, dan zullen de knoppen READ CONFIG & PROGRAM CONFIG vervagen, je kunt deze knoppen niet gebruiken zolang er niets is aangesloten. Deze twee hoofdknoppen kun je vinden aan de rechter kant van het programma. Read Config. Drukken op deze knop zal de huidige instellingen van de CBD6S laden naar de configurator. De instellingen zullen niet automatisch verschijnen zoals dat het geval is bij de software informatie aan de rechterzijde van het. Dit kan handig zijn om te zien welke instellingen al in de controlebox staan. 2

3 Program Config: Als de gewenste instellingen zijn geselecteerd kunt u deze instellingen laden naar de controle box, dit doet u d.m.v. de Program Config knop te gebruiken. In de onderste balk van het programma kunt u de voortgang zien van het laden, als het laden klaar is verschijnt er DONE in de onderste balk. Load Config: Door het klikken op LOAD CONFIG krijgt u de mogelijkheid om een eerder opgeslagen.cfg bestand te laden naar de configurator, om te laden naar de controle box klik u vervolgens PROGRAM CONFIG. Save Config: Deze knop geeft u de mogelijkheid om de huidige instellingen van de controle box op te slaan als.cfg bestand. Instellingen : alle instellingen zijn verdeeld over diverse tabbladen References: Kies specifieke actuator. Pagina 4 Reference setup: Verander snelheid en slaglengte. Pagina 4 Stop Min: Veiligheids stop en veiligheids snelheid neerwaarts in onderste bereik. Pagina 5 Stop Max: Veiligheids stop en veiligheids snelheid opwaarts in onderste bereik. Pagina 6 SLS_EOP: Anti-bots beveiliging SLS (Safety Limit Switch). Pagina 7 AUX: Programmeer / specificeer AUX uitgangen Pagina 8 Programmer: Ander software pakket installeren d.m.v..hex bestand. Pagina 8 Various: Geforceerde initialisatie, Service tool, Zero power en Dongle. Pagina 8 Custom: Effect afhankelijk van de software. Pagina 8 Status: Geeft de laatste 10 foutmelding weer Pagina 8 References: Reference selection: Hier kunt u kiezen hoe de controle box met de kanalen om moet gaan. Plug & Play (Default): Laat de controle box zelf beslissen welke actuatoren zijn aangesloten na initialisatie. Let op!! dit geldt alleen voor kolommen die niet te selecteren zijn in het lijstje ACTUATOR TYPE 1 Reference: Configureert alle kanalen naar 1 specifieke actuator. 3

4 2 Parallel + Singles: Kanaal lopen parallel, Kanaal 3 en 4 zullen als enkel worden bediend. Deze optie wordt vaak toegepast wanneer er verschillende type actuatoren op dezelfde controle box worden gebruikt, Kanaal moeten dezelfde actuatoren zijn en aangesloten, om parallel en single aan te sturen dien je een bediening te hebben die kan wisselen van referentie ( Toggle ) Parallel: Kanaal 1+2 lopen parallel bediend door bediening REF 1, Kanaal 3+4 lopen parallel en worden bediend door REF 2 3 Parallel + Single: Kanaal lopen parallel, 4 ( indien aanwezig ) loopt single Single: Alle kanalen lopen onafhankelijk Custom: kan worden gebruikt wanneer geen van de bovenstaande opties op uw wensen aansluit. Reference setup: Max Stroke length: Hier kunt u een waarde invullen ( in mm ) wanneer de uitgaande slag korter is gewenst dan fysiek, programmeer nooit een langere slaglengte dan fysiek mogelijk is, dit kan de actuator beschadigen. Lower Limit of actuator: Wordt gebruikt om de ingaande slag te beperken, waarde invullen in mm Let op : De actuator moet altijd de mogelijkheid hebben om volledig IN te kunnen lopen om te kunnen initialiseren, let hier ook op in uw applicatie Speed: De snelheid kan worden aangepast in beide richtingen. Let op: Wij raden het af om een hogere snelheid in te stellen dan fysiek mogelijk is, dit kan de actuator beschadigen. Stop Min: Safety stop: Hier kan een veiligheids-stop worden toegevoegd, wanneer het gewenst is om een veiligheidsstop te hebben op een bepaalde hoogte. Veiligheids-stop betekent dat de actuator (s) stopt bij de gegeven hoogte en de toets nog eens ingedrukt moet worden om verder te gaan met de beweging. Het getal dat geconfigureerd is is gelijk de slaglengte Enable min when running up: Wanneer dit vakje is aangevinkt zullen de kolommen stoppen op de aangegeven hoogte in opwaartse beweging. Enable min when running down: Wanneer dit vakje is aangevinkt zullen de kolommen stoppen op de aangegeven hoogte in neerwaartse beweging 4

5 Require unlock at min: Wanneer deze functie is ingeschakeld (standaard), wordt van de gebruiker geeist om binnen 10 seconden een tweede toetsdruk te geven om verder te bewegen wanneer de actuator is gestopt op het punt waar die is gestopt. Safety speed: Hier kan de snelheid worden opgegeven die het systeem moet hanteren na de safety-stop ( Veiligheid stop ) Standaard is het 20% van het maximale, welke gespecificeerd is voor het type actuator of de standaard instellingen van de actuator. Enable safe speed up under min: Wanneer geselecteerd, zal de actuator (s) bewegen met de beperkte snelheid die is ingegeven en vanaf het begin van de slag tot aan het opgegeven niveau in Safety Stroke. Enable safe speed down under min: Wanneer geselecteerd, zal de actuator (s) bewegen met de beperkte snelheid die is ingegeven en vanaf het einde van de slag tot aan het begin van de slag. Stop min 0 position Stop Max: Safety stop: Hier kan een veiligheids-stop worden toegevoegd, wanneer het gewenst is om een veiligheidsstop te hebben op een bepaalde hoogte. Veiligheids-stop betekent dat de actuator (s) stopt bij de gegeven hoogte en de toets nog eens ingedrukt moet worden om verder te gaan met de beweging. Het getal dat geconfigureerd is is gelijk de slaglengte Enable min when running up: Wanneer dit vakje is aangevinkt zullen de kolommen stoppen op de aangegeven hoogte in opwaartse beweging. 5

6 Enable min when running down: Wanneer dit vakje is aangevinkt zullen de kolommen stoppen op de aangegeven hoogte in neerwaartse beweging Require unlock at max: Wanneer deze functie is ingeschakeld (standaard), wordt van de gebruiker geeist om binnen 10 seconden een tweede toetsdruk te geven om verder te bewegen wanneer de actuator is gestopt op het punt waar die is gestopt. Safety speed: Hier kan de snelheid worden opgegeven die het systeem moet hanteren na de safety-stop ( Veiligheid stop ) Standaard is het 20% van het maximale, welke gespecificeerd is voor het type actuator of de standaard instellingen van de actuator SLS Safety Limit Switch: Als uw kolom PIEZO technologie bevat of er een SLS opgenomen in het systeem kunt hier kiezen in welke richtingen de sls genegeerd moet worden en hoeveel mm het systeem de kolommen terug moet laten lopen na activatie van PIEZO of SLS Return drive: Hier kunt u de waarde in mm ingeven, deze waarde staat voor de afstand die de kolom terug moet lopen na het activeren van de SLS 0mm = geen terug loop. Please note: Let op de actuator zal maximaal een terug loop maken van de slag die gemaakt is. Programmer: Hex file: Met deze instelling kunt u een nieuwe software (dwz "Hex bestand") te kiezen. Various: Forced Initialisation: Standaard is 1,25 seconden, als langer of korter gewenst is kan dat hier worden opgegeven. Service tool: Service Tool kan gebruikt worden bij baselift systemen, de optie houdt in dat een systeem niet geinitialiseerd kan owrden zonder een service tool ( en dus ook niet de aantallen kan veranderen in de set ) Standaard staat deze optie AAN Zero Power: Zero power kan worden uitgeschakeld door het aanvinken van dit vakje Additional software features: Met speciale software kan de richting van de impulse push worden gewijzigd. Plug usage: Het effect van de Plug/Dongle kan hier worden ingesteld. Custom: 6

7 Deze tab wordt alleen gebruikt bij special software varianten, indien nodig kunnen hier de parameters worden gespecificeerd. Status: Onder deze tab zullen de laatste tien foutmeldingen worden weergegeven. 7