Discovery 162T. 2/20 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker. T +32 (0) F +32 (0)

Transcriptie

1 NL Handleiding

2 2/20 F +32 (0)

3 INHOUDSOPGAVE TOC 3/20

4 1 INLEIDING BELANGRIJK! Deze documentatie moet aan de gebruiker worden gegeven vóór de installatie en de indienststelling van de apparatuur. Lees de handleiding "Algemene gebruiksvoorwaarden" die afzonderlijk bij deze handleiding geleverd werd vóór de eerste installatie en de indienststelling van de apparatuur. De betekenis van de symbolen in deze handleiding en de bijbehorende waarschuwingen zijn te vinden in de handleiding "Algemene gebruiksvoorwaarden". Ingeval de handleiding Algemene gebruiksvoorwaarden niet aanwezig zou zijn, is het onontbeerlijk een exemplaar aan te vragen aan de verkoper of aan de producent. Bewaar de documentatie voor toekomstig gebruik. LEGENDA GEVAAR! 2 INSTALLATIE GEVAAR! Opheffen en positionering Lees de waarschuwingen waar de volgende symbolen bij staan in de Algemene gebruiksvoorwaarden. 2.1 AANSLUITING AAN HET VOEDINGSNET De karakteristieken van het voedingsnet waarmee de apparatuur verbonden moet zijn, zijn vermeld in de sectie "Technische gegevens" op pagina 14. De machine kan aangesloten worden op motorgeneratoren, voor zover voorzien wordt in een gestabiliseerde spanning. Sluit de diverse apparaten onderling aan en ontkoppel ze ook alleen met uitgeschakelde machine. 2.2 VOORPANEEL Deze grafiek wijst op levensgevaar of risico van ernstige letsels INFORMATIE Deze grafiek wijst op een informatie die belangrijk is voor het normale verloop van de handelingen. Dit symbool geeft aan dat er automatisch een actie wordt uitgevoerd ten gevolge van de eerder uitgevoerde actie. Dit symbool geeft aan dat er bijkomende informatie aanwezig is of verwijst naar een andere sectie van de handleiding waarin de overeenkomstige informatie te vinden is. Dit symbool geeft aan dat verwezen wordt naar een hoofdstuk. OPMERKINGEN De afbeeldingen in deze handleiding zijn louter bedoeld om toe te lichten en kunnen afwijken van de eigenlijke apparatuur. VOORSTELLING 1. Lasstopcontact met negatieve polariteit. 2. Connector voor de logische signalen van de TIG-toorts. 3. Connector voor de gastoevoerbuis: stroombron toorts 4. Lasstopcontact met positieve polariteit. 2.3 ACHTERSTE PANEEL is een draagbaar lasapparaat met inverter voor MMAen TIG DC-lassen. De stevigheid van zijn onderdelen maakt er een betrouwbaar werkinstrument van voor gebruik in mechanische werkplaatsen en in de open lucht. De eenvoudige en intuïtieve interface maakt het mogelijk precieze regelingen. "Special HF control" garandeert voor 100% een snelle en nauwkeurige aanzet van de lasboog. In de MMA-modus kunnen met gemak elektroden tot 3.25 mm diameter gebruikt worden. Aan de apparatuur te verbinden accessoires: - "Overcut"-apparaat, om de stroombron te beschermen tegen pieken in de voedingsspanning die het onderdeel elektrische gedeelte zouden kunnen beschadigen. 4/20

5 1. Connector voor de gastoevoerbuis: fles stroombron 2. Schakelaar voor het uitschakelen en het inschakelen van de stroombron. 3. Voedingskabel. Totale lengte (inclusief interne onderdelen): 2.5 m Nummer e sectie van de geleiders: 3 x 2.5 mm 2 Types elektrische stekkers: Schuko Voorbereiding MMA-lassen (polariteit met basische elektrode) 2.4 MMA-LASVOORBEREIDING 1. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "O" (apparatuur uitgeschakeld). 2. Verbind de stekker van de voedingskabel met het stopcontact. 3. Kies de elektrode aan de hand van het type materiaal en de dikte van het te lassen werkstuk. 4. Steek de elektrode in de elektrodehouder. 5. Verbind de stekker van de elektrodehoudertang met het lasstopcontact volgens de gevraagde polariteit van het te gebruiken elektrodetype. 6. Steek de stekker van de massatang in de lasaansluiting volgens de gewenste polariteit. 7. Verbind de massatang met het werkstuk. GEVAAR! Risico op elektrische schokken! Lees de waarschuwingen waar de volgende symbolen bij staan in de Algemene gebruiksvoorwaarden. 8. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "I" (apparatuur ingeschakeld). 9. Kies d.m.v. de gebruikersinterface de volgende lasmethode: MMA 10. Stel d.m.v. de gebruikersinterface de waarden van de lasparameters in. Het systeem is klaar om te beginnen lassen. 5/20

6 2.5 VOORBEREIDING TIG-LASSEN Voorbereiding voor TIG-lassen (polariteit voor wolfram elektrode) 1. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "O" (apparatuur uitgeschakeld). 2. Verbind de stekker van de voedingskabel met het stopcontact. 3. Verbind de gasbuis afkomstig van de fles met de achterste gasaansluiting. 4. Open de kraan op de fles. 5. Kies de elektrode aan de hand van het type materiaal en de dikte van het te lassen werkstuk. 6. Steek de elektrode in de TIG-toorts. 7. Verbind de stekker van de toorts met de lasaansluiting volgens de gevraagde polariteit door de type van elektrode. 8. Steek de stekker van de massatang in de lasaansluiting volgens de gewenste polariteit. 9. Verbind de gasbuis van de lastoorts met de voorste gasaansluiting. 10. Verbind de connector van de lastoorts met de connector voor de logische signalen van de TIG-toorts. 11. Verbind de massatang met het werkstuk. 12. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "I" (apparatuur ingeschakeld). 13. Kies d.m.v. de gebruikersinterface de volgende lasmethode: TIG DC 14. Druk op de toortsschakelaar, met de toorts verwijderd van metalen onderdelen, om de elektromagnetische gasklep te openen zonder de lasboog te ontsteken. 15. Regel indien gewenst met de debietmeter de hoeveelheid terwijl het gas uittreedt. 16. Stel d.m.v. de gebruikersinterface de waarden van de lasparameters in. Het systeem is klaar om te beginnen lassen. 6/20

7 3 INBEDRIJFSTELLING 3.1 GEBRUIKERSINTERFACE AFKORTING SYMBOOL L1 L2 BESCHRIJVING Thermisch alarm Geeft aan dat de thermische bescherming door een te hoge temperatuur van de stroombron tussenbeide is gekomen. Laat de apparatuur ingeschakeld om de oververhitte delen sneller af te koelen. Als het probleem verdwenen is, start de stroombron automatisch weer op. - Controleer of het door het momenteel door het lasproces gevraagde vermogen lager is dan het maximaal opgegeven vermogen. - Controleer of de werkomstandigheden conform zijn met die welke op het kenplaatje van de stroombron zijn vermeld. - Controleer of er voldoende luchtcirculatie is rond de stroombron. Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: VOOR GAS L3 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: UPSLOPE L4 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: PULSFREQUENTIE L5 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: LASSTROOM L6 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: DOWNSLOPE L7 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: EIND STROOM L8 L12 L13 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: GASNASTROOMTIJD Brandt als de volgende functie geactiveerd is: procedé 2 tijden. Brandt als de volgende functie geactiveerd is: procedé 4 tijden. 7/20

8 AFKORTING SYMBOOL L14 L15 L9 L10 L11 D1 S1 S2 S3 E1 BESCHRIJVING Brandt als de volgende functie geactiveerd is: procedé 2 tijden + ontsteking van de lasboog met hoge frequentie (HF). Brandt als de volgende functie geactiveerd is: tweetaktpuntlassen + ontsteking van de lasboog met hoge frequentie (HF). Brandt als de volgende functie geactiveerd is: procedé 4 tijden + ontsteking van de lasboog met hoge frequentie (HF). Brandt om de selectie te melden van de volgende laswerkwijze: MMA Brandt om de selectie te melden van de volgende laswerkwijze: TIG DC CONTINU Brandt om de selectie te melden van de volgende laswerkwijze: TIG DC GEPULSEERD Knippert als de volgende laswerkwijze geactiveerd is: TIG DC GEPULSEERD SYNERGISCH De displays geven de waarde weer van de geselecteerde parameter. Druk op de toets om de in te voeren parameter te selecteren. Houd deze toets 3 seconden ingedrukt om naar het menu van het tweede niveau te gaan. Met deze toets selecteert u de laswerkwijze. Met deze toets selecteert u de werkwijze van de toortsschakelaar. Zie 4.1 pagina 9. De encoder stelt de waarde in van de geselecteerde parameter. 3.2 INSCHAKELING VAN DE APPARATUUR Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op I om de apparatuur in te schakelen. Fx.x Het bericht verschijnt op de volgende displays: D1 x.x= softwareversie Eerste inschakeling of inschakeling na de RESET-procedure De stroombron maakt zich klaar om te lassen met de fabriekswaarden. Opeenvolgende inschakelingen De stroombron maakt zich klaar in de laatste stabiele lasconfiguratie die aanwezig was voor de uitschakeling. 3.3 RESET (LADEN VAN DE FABRIEKSINSTELLINGEN) De reset-procedure zorgt voor het volledig terugzetten van waarden, parameters en geheugens op de fabrieksinstellingen. Deze procedure is in de volgende gevallen nuttig: - Teveel wijzigingen aan de lasparameters en moeilijkheid om de fabrieksparameters weer in te stellen. - Niet-geïdentificeerde softwareproblemen die de juiste werking van de stroombron beletten. Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op O om de apparatuur uit te schakelen. S1 S3 Houd beide toetsen ingedrukt. Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op I om de apparatuur in te schakelen. GELIJKTIJDIGE ACTIES FAC Het bericht verschijnt op de volgende displays: D1 Laat de toetsen weer los. 8/20

9 4 LASINSTELLINGEN 4.1 WERKING TOORTSSCHAKELAAR LASSEN 2-TAKT LIFT-ARC (2T) 1. Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. 2. Druk de toortsschakelaar in (1T) en houd hem ingedrukt. 3. Hef de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). 4. Laat de (2T) toortsschakelaar los om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De lasboog dooft. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. LASSEN 2-TAKT MET ONTSTEKING VAN DE LASBOOG MET HOGE FREQUENTIE (2T HF) 1. Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk tot de punt van de elektrode op 2 of 3 mm van het werkstuk komt te liggen. 2. Druk de toortsschakelaar in (1T) en houd hem ingedrukt. De lasboog ontsteekt zonder contact met het werkstuk en de (HF) spanningsontladingen stoppen automatisch. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). 3. Laat de (2T) toortsschakelaar los om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De lasboog dooft. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. 2-TAKT PUNTLASSEN MET ONTSTEKING VAN DE LASBOOG MET HOGE FREQUENTIE (2T SPOT HF) 1. Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk tot de punt van de elektrode op 2 of 3 mm van het werkstuk komt te liggen. 2. Druk op de toortsschakelaar (1T). De lasboog ontsteekt zonder contact met het werkstuk en de (HF) spanningsontladingen stoppen automatisch. 3. Laat (2T) de toortsschakelaar weer los. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). De lasstroom blijft gelijk aan de ingestelde stroom, gedurende de tijd die ingesteld is met de parameter puntlastijd (SPOT). De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De lasboog dooft. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. LASSEN 4-TAKT LIFT-ARC (4T) 1. Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. 2. Druk op de toortsschakelaar (1T) en laat hem vervolgens weer los (2T). 3. Hef de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). 4. Druk op de toortsschakelaar (3T) en houd hem ingedrukt om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De elektrische boog blijft ingeschakeld en er wordt een stroom opgewekt gelijk aan de eindstroom. In deze omstandigheden is het mogelijk het smeltbad te vullen (crater filler current). 5. Laat (4T) de drukknop los om de lasboog te onderbreken. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. LASSEN 4-TAKT MET ONTSTEKING VAN DE LASBOOG MET HOGE FREQUENTIE (4T HF) 1. Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk tot de punt van de elektrode op 2 of 3 mm van het werkstuk komt te liggen. 2. Druk op de toortsschakelaar (1T) en laat hem vervolgens weer los (2T). De lasboog ontsteekt zonder contact met het werkstuk en de (HF) spanningsontladingen stoppen automatisch. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). 3. Druk op de toortsschakelaar (3T) en houd hem ingedrukt om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De elektrische boog blijft ingeschakeld en er wordt een stroom opgewekt gelijk aan de eindstroom. In deze omstandigheden is het mogelijk het smeltbad te vullen (crater filler current). 4. Laat (4T) de drukknop los om de lasboog te onderbreken. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. 9/20

10 4.2 SELECTIE VAN DE LASWERKWIJZEN EN DE WERKWIJZE VAN DE TOORTSSCHAKELAAR LEGENDA 2T: 2-TAKT LIFT-ARC 2T HF: 2-TAKT MET ONTSTEKING VAN DE LASBOOG MET HOGE FREQUENTIE (HF) 2T HF SPOT: 2-TAKT SPOT MET ONTSTEKING VAN DE LASBOOG MET HOGE FREQUENTIE (HF) 4T: 4-TAKT LIFT-ARC 4T HF: 4-TAKT MET ONTSTEKING VAN DE LASBOOG MET HOGE FREQUENTIE (HF) S2 Selecteer d.m.v. deze toets een van de volgende laswerkwijzen. S3 D.m.v. deze toets kiest u een van de volgende werkwijzen van de toortsschakelaar. PROCEDÉ WERKWIJZEN 2T 2T HF 2T HF SPOT 4T 4T HF MMA TIG DC CONTINU TIG DC GEPULSEERD TIG DC SYNERGISCH 4.3 LASPARAMETERS LASSTROOM Is de waarde van de opgewekte stroom gedurende lassen. HOT-START Deze parameter helpt de elektrode te smelten op het moment van de vonkoverslag. ARC FORCE Deze parameter helpt de elektrode om niet vast te blijven plakken tijdens het lassen. Tijdens het smelten van de elektrode komen delen van de bekleding die slecht geleidend zijn los en hebben de neiging om tussen de punt van de smeltende elektrode en het te lassen werkstuk terecht te komen. Daardoor ontstaan onderbrekingen van de lasboog. Bovendien gebeurt het dat de elektrode in contact komt met het te lassen werkstuk en een kortsluiting veroorzaakt waarbij de boog vervolgens dooft. Om dus te vermijden dat de lasboog dooft, worden ogenblikkelijke stroompieken opgewekt in overeenstemming met vooraf instelbare spanningsdrempels van de elektrische boog. VOOR GAS Gastoevoertijd voor het begin van de vonkoverslag van de lasboog. Deze regeling is nodig wanneer bevestigingspunten moeten worden aangebracht of wanneer gelast moet worden in moeilijk te bereiken posities en die een inerte atmosfeer vereisen vooraleer de lasboog te ontsteken. Gevolgen van het verhogen van de waarde: - De parameter creëert een inerte omgeving waardoor onzuiverheden aan het begin van het lassen verwijderd worden. START STROOM Waarde van de stroom die opgewekt wordt door de apparatuur, onmiddellijk na het ontsteken van de lasboog. UPSLOPE Tijd waarop de beginstroom de waarde van de lasstroom aanneemt volgens een kromme. 10/20 Deze regeling wordt gebruikt om te vermijden dat de lasnaden beschadigd worden door te grote stromen op het moment van de ontsteking. De waarde van de hoofdlasstroom wordt geleidelijk verhoogd om de regelmatigheid van de neerslag en de inbranddiepte te controleren. PULSFREQUENTIE Gevolgen van het verhogen van de waarde: - Lagere smeltsnelheid. - Vermindering van de thermisch beïnvloede zone. DOWNSLOPE De tijd waarop de stroom verandert van de lasstroom tot de eindstroom volgens een kromme. EIND STROOM Bij het lassen met materiaaltoevoer maakt deze parameter het mogelijk om vanaf het begin een uniforme laag aan te brengen tot aan het einde van de las om de krater van het aangebrachte materiaal te sluiten met een stroom zodat een laatste druppel toevoegmateriaal wordt toegevoegd. Door de toortsschakelaar gedurende de 3e tijd ingedrukt te houden, wordt de kratersluitstroom (crater filler current) in stand gehouden waardoor het mogelijk is de krater optimaal te sluiten tot de toortsschakelaar (4e tijd) wordt losgelaten waardoor de gasnastroomtijd begint te lopen. GASNASTROOMTIJD Tijd waarop gas wordt toegevoerd na het doven van de lasboog. Gevolgen van het verhogen van de waarde: - Betere vlamreiniging (mooier uitzicht van het uiteinde van de las). - Meer gasverbruik. Gevolg van een vermindering van de waarde: - Minder gasverbruik. - Oxidatie van de punt (moeilijker vonkoverslag van de lasboog). PUNTLAS TIJD Bij het drukken op de toortsschakelaar zal de lasboog gedurende de met de parameter ingestelde tijd opgewekt worden. Druk nog eens de toortsschakelaar in om het lassen te hernemen.

11 De procedure voor het ontsteken van de lasboog is de volgende: Positioneer de toorts met de elektrode op het werkstuk. Druk de toorts-knop in en houd hem ingedrukt. Hef de toorts eventjes op. Zodra de elektrode van het werkstuk vrijkomt, wordt de HF-ontsteking vrijgegeven. De lasboog ontsteekt gedurende enkele honderdsten van een seconde (instelbaar). Het resultaat is een precies niet-geoxideerd punt zonder vervormingen van de plaat. BASISSTROOM Minimumstroom van de gepulseerde golf. Gevolgen van het verhogen van de waarde: - Snellere verwezenlijking van het smeltbad. - Verhogen van de thermisch beïnvloede zone. IMPULSTIJD / DUTY CYCLE (INSCHAKELDUUR) Tijd waarop de stroomimpuls zijn maximale waarde bereikt. Gevolgen van het verhogen van de waarde: - Grotere inbranddiepte van de las. - Mogelijkheid om grotere sneden te verwezenlijken. Gevolg van een vermindering van de waarde: - Vermindering van de thermisch beïnvloede zone. - Moeilijkheid om het smeltbad tot stand te brengen. 11/20

12 4.4 ACTIVERING VAN DE PARAMETERS De lasparameters zijn beschikbaar naargelang van de gekozen werkwijze en het ingestelde lasproces. De tabel geeft aan welke instellingen moeten worden uitgevoerd om voor elke parameter de vrijgave te verkrijgen. MENU WERKWIJZEN PROCEDÉ PARAMETER 1 LASSTROOM 1 HOT-START 1 ARC FORCE 1 VOOR GAS 1 START STROOM 1 UPSLOPE 1 PULSFREQUENTIE 1 DOWNSLOPE 1 EIND STROOM 1 GASNASTROOMTIJD 2 PUNTLAS TIJD 2 BASISSTROOM 2 IMPULSTIJD / DUTY CYCLE (INSCHAKELDUUR) 4.5 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: 1E NIVEAU S1 E1 Druk op de toets om de lijst met de te wijzigen instellingen te overlopen. Wijzig d.m.v. de encoder de waarde van de geselecteerde instelling. De waarde wordt automatisch in het geheugen opgeslagen. Druk op eender welke toets (behalve S1) om de instelling te bewaren en het menu te verlaten. Tab. 1 - Parameters van het menu 1e niveau: werkwijze MMA PARAMETER MIN STANDAARD MAX LASSTROOM 5 A 80 A 150 A HOT-START - 50 % - ARC FORCE - 50 % - OPMERKINGEN Vastgesteld door de fabrikant. Niet wijzigbaar. Niet weergeefbaar. Vastgesteld door de fabrikant. Niet wijzigbaar. Niet weergeefbaar. Tab. 2 - Parameters van het menu 1e niveau: werkwijzen TIG DC CONTINU PARAMETER MIN STANDAARD MAX OPMERKINGEN VOOR GAS 0.0 s 0.0 s 3.0 s START STROOM - - Vastgesteld door de fabrikant. Niet wijzigbaar. Niet weergeefbaar. UPSLOPE 0.0 s 0.0 s 20.0 s LASSTROOM 5 A 80 A 160 A DOWNSLOPE 0.0 s 0.0 s 20.0 s EIND STROOM 5 A 5 A 160 A GASNASTROOMTIJD 0.0 s 3.0 s 25.0 s 12/20

13 Tab. 3 - Parameters van het menu 1e niveau: werkwijze TIG DC PULSEREND PARAMETER MIN STANDAARD MAX OPMERKINGEN VOOR GAS 0.0 s 0.0 s 3.0 s START STROOM - - Vastgesteld door de fabrikant. Niet wijzigbaar. Niet weergeefbaar. UPSLOPE 0.0 s 0.0 s 20.0 s LASSTROOM 5 A 80 A 160 A PULSFREQUENTIE 0.5 Hz 125 Hz 500 Hz DOWNSLOPE 0.0 s 0.0 s 20.0 s EIND STROOM 5 A 5 A 160 A GASNASTROOMTIJD 0.0 s 3.0 s 25.0 s Tab. 4 - Parameters van het menu 1e niveau: werkwijze TIG DC SYNERGISCH PARAMETER MIN STANDAARD MAX OPMERKINGEN VOOR GAS 0.0 s 0.0 s 3.0 s START STROOM - *1 - Vastgesteld door de fabrikant. Niet wijzigbaar. Niet weergeefbaar. UPSLOPE 0.0 s 0.0 s 20.0 s LASSTROOM 5 A 80 A 160 A PULSFREQUENTIE 0.5 Hz 125 Hz 500 Hz DOWNSLOPE 0.0 s 0.0 s 20.0 s EIND STROOM 5 A 5 A 160 A GASNASTROOMTIJD 0.0 s 3.0 s 25.0 s *1: Deze parameter wordt ingesteld als percentage van de waarde van de volgende parameter: LASSTROOM 4.6 INSTELLING VAN DE PARAMETERS: 2E NIVEAU S1 E1 S1 E1 Houd deze toets 3 seconden ingedrukt om naar het menu van het 2 niveau te gaan. SPt Het letterwoord voor de gekozen invoer verschijnt op de volgende displays: D1 Overloop d.m.v. deze toetsen de lijst van de te wijzigen instellingen. Druk op deze toets om te bevestigen. Wijzig d.m.v. de encoder de waarde van de geselecteerde instelling. De waarde wordt automatisch in het geheugen opgeslagen. Druk op eender welke toets (behalve S1) om de instelling te bewaren en het menu te verlaten. Tab. 5 - Parameters van het menu 1e niveau: werkwijzen TIG DC CONTINU AFKORTING PARAMETER MIN STANDAARD MAX SPt PUNTLAS TIJD 0.01 s 0.1 s 10.0 s Tab. 6 - Parameters van het menu 1e niveau: werkwijze TIG DC PULSEREND AFKORTING PARAMETER MIN STANDAARD MAX SPt PUNTLAS TIJD 0.01 s 0.1 s 10.0 s b.cu. BASISSTROOM 1% 40% 200% PE.t. IMPULSTIJD / DUTY CYCLE (INSCHAKELDUUR) 1% 50% 99% Tab. 7 - Parameters van het menu 1e niveau: werkwijze TIG DC SYNERGISCH AFKORTING PARAMETER MIN STANDAARD MAX SPt PUNTLAS TIJD 0.01 s 0.1 s 10.0 s b.cu. BASISSTROOM 1% *SYN 200% PE.t. IMPULSTIJD / DUTY CYCLE (INSCHAKELDUUR) 1% *SYN 99% *SYN: Deze afkorting geeft aan dat de regeling van de parameters synergisch is. De optimale waarde van de parameter wordt automatisch ingesteld door de microprocessor op basis van de ingestelde waarde van de lasstroom. 13/20

14 5 TECHNISCHE GEGEVENS Toepasselijke richtlijnen Constructienormen Conformiteitslabel Ingangsspanning Bescherming van het net Zmax Afmetingen (B x D x H) Gewicht Isolatieklasse Beschermingsgraad Koeling Maximale gasdruk Statische karakteristiek Regelbereik stroom en spanning Lasstroom / Werkspanning Maximaal opgenomen vermogen Maximaal opgenomen stroom Geabsorbeerde efficiënte stroom Spanning bij nullast (U0) Beperkte open spanning (Ur) Nominale HF piekspanning (Up) Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Lage spanning (LVD) Beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen (RoHS) EN ; EN ; EN Klasse A Apparatuur conform de vigerende Europese richtlijnen Apparatuur bruikbaar in omgevingen met vergroot risico op elektrische schokken Apparatuur conform de richtlijn AEEA Apparatuur conform de richtlijn RoHS 1 x 230 Va.c. ± 15 % / Hz 16 A Vertraagd Deze apparatuur is conform de norm IEC op voorwaarde dat de toegelaten maximale systeemimpedentie kleiner is dan of gelijk is aan 44 mω in het interfacepunt tussen de voeding van de gebruiker en het openbaar systeem. De installateur of de gebruiker van de apparatuur moet er, zo nodig in overleg met de operator van het distributienet, voor zorgen dat de apparatuur slechts met één voeding verbonden is met een toegelaten maximale systeemimpedentie van kleiner dan of gelijk aan 44 mω. 360 x 120 x 215 mm 5.4 kg B IP23S AF: Geforceerde luchtkoeling (met ventilator) 0.5 MPa (5 bar) MMA Dalende karakteristiek TIG MMA 5 A / 20.2 V A / 26.0 V Dalende karakteristiek TIG 5 A / 10.2 V A / 16.4 V 30 % (40 C) 150 A / 26.0 V MMA 60 % (40 C) 115 A / 24.6 V 100 % (40 C) 100 A / 24.0 V 25 % (40 C) 160 A / 16.4 V TIG 60 % (40 C) 120 A / 14.8 V 100 % (40 C) 100 A / 14.0 V 30 % (40 C) 6.4 kva 4.6 kw MMA 60 % (40 C) 4.8 kva 3.3 kw 100 % (40 C) 3.9 kva 2.8 kw 25 % (40 C) 4.9 kva 3.3 kw TIG 60 % (40 C) 3.2 kva 2.2 kw 100 % (40 C) 2.5 kva 1.7 kw 30 % (40 C) 28.2 A MMA 60 % (40 C) 20.6 A 100 % (40 C) 17.0 A 25 % (40 C) 21.4 A TIG 60 % (40 C) 14.0 A 100 % (40 C) 10.9 A 30 % (40 C) 15.4 A MMA 60 % (40 C) 15.9 A 100 % (40 C) 17.0 A 25 % (40 C) 10.7 A TIG 60 % (40 C) 10.8 A 100 % (40 C) 10.9 A MMA 54 V TIG 54 V MMA 9 V TIG 9 V 11.3 kv - Systeem voor het ontsteken van de boog ontworpen voor de werking met de toorts met handbediening. 14/20

15 6 RESERVEONDERDELEN (WISSELSTUKKEN) 15/20

16 N CODE BESCHRIJVING BELT HANDLE COVER PLATE POWER BOARD INTERNAL FRAMEWORKS HEAT SINK L= 50 mm TORCH CONNECTOR CABLE FRONT PLASTIC PANEL FIXED SOCKET 200 A SHUNT/PLUG PLATE FRONT PANEL KNOB WITH CAP HF COIL HEAT SINK L= 75 mm ISOTOP DIODE THERMAL CUT-OUT 80 C SNUBBER BOARD HF BOARD FAN COMPLETE REAR PLASTIC PANEL COMPLETE SOLENOID VALVE COMPLETE CABLE CLAMP NEOPRENE CABLE BI-POLE SWITCH PLANAR TRANSFORMER LOWER COVER SHUNT HEAT SINK L= 107 mm N CODE BESCHRIJVING TORCH CONNECTORS COMPLETE KIT HOSE ADAPTER 1/ HOSE CLAMP Ø= HOSE CLAMP Ø= SLEEVE HOSE ADAPTER FOR RUBBER HOSE M AMPHT M/5V. VOL. CONNECTOR NUT M NUT 1/4 16/20

17 7 ELEKTRISCH SCHEMA 7.1 DISCOVERY 162T 17/20

18 7.2 CONNECTOR VAN DE TOORTS Laszijde cod Toorts UP & DOWN-toorts 18/20

19 19/20

20 20/20 F +32 (0)