Vicky VANDENBOSSCHE. Promotor: Dr. Evelien Carrette. Begeleider: Stefanie Gadeyne. Vakgroep Neurologie. Verhandeling ingediend tot

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vicky VANDENBOSSCHE. Promotor: Dr. Evelien Carrette. Begeleider: Stefanie Gadeyne. Vakgroep Neurologie. Verhandeling ingediend tot"

Transcriptie

1 Evaluatie en vergelijking van de waarde van bronlokalisatie op basis van MEG en high-density EEG binnen de preheelkundige evaluatie van patiënten met refractaire epilepsie. Vicky VANDENBOSSCHE Verhandeling ingediend tot het verkrijgen van de graad van Master in de Biomedische Wetenschappen Promotor: Dr. Evelien Carrette Begeleider: Stefanie Gadeyne Vakgroep Neurologie Academiejaar

2

3 Evaluatie en vergelijking van de waarde van bronlokalisatie op basis van MEG en high-density EEG binnen de preheelkundige evaluatie van patiënten met refractaire epilepsie. Vicky VANDENBOSSCHE Verhandeling ingediend tot het verkrijgen van de graad van Master in de Biomedische Wetenschappen Promotor: Dr. Evelien Carrette Begeleider: Stefanie Gadeyne Vakgroep Neurowetenschappen Academiejaar

4 Voorwoord Mijn eerste woord van dank gaat uit naar mijn promotor, Dr. Evelien Carrette. Haar ondersteuning, nuttige tips en goede raad werden steeds gewaardeerd. De autoritten en MEG opnames in Brussel werden aangenamer gemaakt door haar spontaniteit en betrokkenheid in deze thesis. Hierbij wil ik ook mijn begeleider Stefanie Gadeyne bedanken voor haar feedback tijdens het schrijven van deze masterproef. Voor de technische achtergrond en wiskundige problemen kon ik steeds terecht bij Willeke Staljanssens en Gregor Strobbe. Zij verschaften mij inzicht in de moeilijke materie rond bronlokalisatie. Een speciaal dankwoordje gaat uit naar mijn ouders en Jonathan, voor alle ondersteuning tijdens het uitvoeren en schrijven van deze masterproef. Bij hen kon ik terecht wanneer het even wat minder vlot ging. Ook wil ik mijn ouders bedanken om mij de kans te geven om te studeren aan de Universiteit van Gent. Zonder hen was dit niet mogelijk geweest.

5 Inhoudsopgave 1. SAMENVATTING SUMMARY INLEIDING Epilepsie Elektro-encefalografie (EEG) Behandeling van epilepsie Refractaire epilepsie Preheelkundige evaluatie Video-EEG monitoring Tesla Magnetic Resonance Imaging Positron emissie tomografie Neuropsychologisch onderzoek Ictal Single Photon Emission Tomography Invasieve video-eeg monitoring Magneto-encefalografie (MEG) High-density elektro-encefalografie (HD-EEG) Bronlokalisatie Voorwaarts model Hoofdmodel Bronmodel Elektrodeposities Inverse probleem Single dipole oplossingen Gedistribueerde oplossingen Oplossing van het inverse probleem Resultaten van de bronlokalisatie van MEG en HD-EEG MEG en HD-EEG in de literatuur Probleemstelling MATERIALEN & METHODEN Patiënten Data-acquisitie MEG HD-EEG Analyse van de resultaten Analyse van de sensitiviteit van MEG en HD-EEG... 20

6 4.3.2 Analyse van het resultaat van de bronlokalisatie MEG en HD-EEG Vergelijking met de vermoedelijke lokalisatie van de epileptogene zone (VLEZ) Vergelijking met IVEM/resectiezone RESULTATEN Patiënt nr Patiënt nr. 1: Analyse sensitiviteit MEG en HD-EEG Patiënt nr. 1: Resultaten bronlokalisatie MEG en HD-EEG Patiënt nr. 1: Resultaten MEG en HD-EEG in vergelijking met de VLEZ Patiënt nr. 1: Resultaten VLEZ, MEG, HD-EEG, invasieve monitoring en resectie Patiënt nr Patiënt nr. 2: Analyse sensitiviteit MEG en HD-EEG Patiënt nr. 2: Resultaten bronlokalisatie MEG en HD-EEG Patiënt nr. 2: Resultaten MEG en HD-EEG in vergelijking met VLEZ Patiënt nr. 2: Planning IVEM Patiënt nr Patiënt nr. 3: Analyse sensitiviteit MEG en HD-EEG Patiënt nr. 3: Resultaten bronlokalisatie MEG en HD-EEG Patiënt nr. 3: Resultaten MEG en HD-EEG in vergelijking met VLEZ Patiënt nr Patiënt nr. 4: Analyse sensitiviteit MEG en HD-EEG Patiënt nr. 4: Resultaten bronlokalisatie MEG en HD-EEG Patiënt nr. 4: Resultaten MEG en HD-EEG in vergelijking met VLEZ Resultaten op groepsniveau Analyse sensitiviteit MEG en HD-EEG Vergelijking bronlokalisatie MEG en HD-EEG Vergelijking bronlokalisatie MEG en HD-EEG met VLEZ Vergelijking IVEM, MEG en HD-EEG BESPREKING Bespreking resultaten Bespreking sensitiviteit MEG en HD-EEG Bespreking resultaten bronlokalisatie Bespreking vergelijking VLEZ Bespreking IVEM/resectie (patiënt 1 & 2) Bespreking onderzoekspopulatie Bespreking onderzoeksprotocol en implicaties voor verder onderzoek CONCLUSIE REFERENTIES... 46

7 1. Samenvatting Inleiding: Magneto-encefalografie (MEG) en elektro-encefalografie (EEG) zijn twee nietinvasieve onderzoeken die respectievelijk magnetische velden of elektrische signalen in de hersenen meten. Dankzij het hoge aantal sensoren bij MEG is er een goede spatiale resolutie, en kan er op een nauwkeurige manier aan bronlokalisatie worden gedaan op basis van de gemeten interictale ontladingen. Om een meer nauwkeurige bronlokalisatie bij EEG te bereiken, kan gebruik gemaakt worden van een high-density EEG met 128 elektroden (HD- EEG). Aangezien de beschikbaarheid van MEG veel lager is en het onderzoek een grote kost met zich meebrengt, wordt de vraag gesteld wat de gelijkenissen en verschillen zijn tussen MEG en HD-EEG. Daarom is het belangrijk om te bepalen in welke gevallen de patiënt baat heeft bij beide onderzoeken, of in welke gevallen alleen MEG of alleen HD-EEG voldoende is binnen te preheelkundige evaluatie. Materialen & Methoden: Er werd een vergelijking gemaakt tussen MEG en HD-EEG bij vier patiënten met refractaire epilepsie, die naast de standaard preheelkundige evaluatie, ook een 306-sensoren MEG en een 128-elektroden HD-EEG ondergingen. De vergelijking werd gemaakt op vlak van sensitiviteit en het resultaat van de bronlokalisatie. Daarnaast werden de resultaten van de bronlokalisatie vergeleken met de vermoedelijke lokalisatie van de epileptogene zone (VLEZ), die op basis van de standaard onderzoeken binnen de preheelkundige evaluatie werd opgesteld. Indien mogelijk werden ook de resultaten van de invasieve video-eeg monitoring (IVEM) en de resectie vergeleken met het resultaat van de bronlokalisatie van MEG en HD-EEG. Resultaten: Dit onderzoek toonde aan dat er een beperkte congruentie was tussen beide onderzoeken. Slechts bij één patiënt kon er bij de bronlokalisatie een sublobulaire congruentie aangetoond worden. Daarnaast werden er bronnen met MEG alleen of met HD-EEG alleen gedetecteerd. De resultaten van de bronlokalisatie waren congruent met de VLEZ in twee van de vier patiënten voor MEG en HD-EEG. Twee patiënten werden verder uitgewerkt en werden gepland voor een IVEM of een resectie. Bij de ene patiënt was een sublobaire congruentie aan te tonen tussen de resectiezone en de resultaten van bronlokalisatie van HD- EEG. Bij de andere patiënt had de bronlokalisatie van MEG de grootste bijdrage. Conclusie: Het MEG en HD-EEG onderzoek hadden per patiënt een verschillende bijdrage. Dit onderzoek bevestigt de complementariteit van beide technieken in het detecteren en lokaliseren van interictale epileptiforme ontladingen. 1

8 2. Summary Background: Magnetoencephalography (MEG) and electroencephalography (EEG) are two non-invasive techniques that measure the magnetic or electric fields respectively in the brain. The spatial resolution of MEG is high due to the high number of sensors. Therefore MEG source localization allows an accurate mapping of interictal epileptiform discharges (IED). To achieve an accurate source localization with EEG, high-density EEG (HD-EEG) with 128 electrodes can be used. Because of the low availability and the high cost of MEG, this study aims to compare the value of both techniques, and evaluates whether both techniques are needed to evaluate the epileptogenic zone in the presurgical evaluation. Methods: This study compared MEG and HD-EEG in four patients with refractory epilepsy, who underwent a standard presurgical work-up, incl. 306-channel MEG and 128-channel HD- EEG. The comparison was made between the sensitivity and the results of the source localization of MEG and HD-EEG, the presurgical evaluation, and (if possible) the invasive video-eeg monitoring (IVEM) and the post-operative result. Results: HD-EEG and MEG showed a limited congruence in sensitivity and source imaging. A sublobar congruence was detected only in one patient. There were also clusters in MEGonly and HD-EEG-only. The MEG and HD-EEG source localization results were congruent with the presurgical evaluation in two patients. There were two patients planned for IVEM. In one patient, the HD-EEG results had the greatest contribution, in the other patient MEG was most important. Conclusion: MEG and HD-EEG had different contributions in the four patients. This study confirms the complementary of both techniques in detecting and localizing interictal epileptiform discharges. 2

9 3. Inleiding 3.1 Epilepsie Epilepsie is een neurologische aandoening met een hoge prevalentie van 0.5-1%. De oorzaken zijn zeer heterogeen. Trauma, cerebrovasculaire aandoeningen, hersentumoren, infecties van het centraal zenuwstelsel, malformaties in de corticale ontwikkeling, neurodegeneratieve aandoeningen en familiale factoren zijn de meest voorkomende risicofactoren voor het ontwikkelen van de aandoening (1). Epilepsie wordt gekarakteriseerd door het onverwacht optreden van epileptische aanvallen. Hierbij vuren de neuronen synchroon en ongecontroleerd aan een hoge frequentie waardoor er aanvallen optreden waarbij de symptomen verschillen naargelang de plaats waar de ontladingen ontstaan of naartoe spreiden. Op basis van de International League Against Epilepsy (ILAE) classificatie worden er twee categorieën van epilepsie onderscheiden. De eerste categorie omvat epilepsie waarbij de ontladingen invloed hebben op de hele hersenen. Dit wordt primair gegeneraliseerde epilepsie genoemd. Bij de tweede categorie van epilepsie hebben de patiënten partiële of focale aanvallen. Hierbij is het begin van de ontlading beperkt tot een kleine regio van de hersenen. Deze partiële aanvallen kunnen verder geclassificeerd worden op basis van de hersenkwab waarin ze ontstaan. Secundair kunnen deze focale aanvallen zich verder uitbreiden over de hele hersenen, dit wordt secundaire generalisatie genoemd (2). 3.2 Elektro-encefalografie (EEG) Om de diagnose van epilepsie te stellen, neemt men een elektro-encefalografie (EEG) af. Deze techniek meet via elektroden de elektrische ontladingen die de neuronen in de hersenen opwekken. Een standaard scalp-eeg maakt gebruik van een 20-tal elektroden. Het EEG heeft een goede temporele resolutie, maar een slechte spatiale resolutie. Wanneer de patiënt een epileptische aanval doormaakt zal dit te zien zijn op het EEG als een ritmische ictale ontlading, meestal gekarakteriseerd door een ritmische golf met al dan niet een hogere amplitude. Er kunnen echter ook epileptiforme ontladingen te zien zijn wanneer er geen epileptische aanval plaatsvindt. Dit worden interictale epileptiforme ontladingen genoemd (interictal epileptiform discharges, IED) en zijn de handtekening van een epileptisch gestoord brein. Deze ontladingen kunnen voorkomen als pieken, piekgolven of polypiekgolf complexen (3). 3

10 3.3 Behandeling van epilepsie Bij het grootste deel van de patiënten met epilepsie kunnen de aanvallen onder controle gehouden worden met behulp van anti-epileptische geneesmiddelen (anti-epileptic drugs, AED). Dertig procent van de patiënten kan echter niet geholpen worden met medicatie. Deze patiënten worden gediagnosticeerd met medicatie-resistente of refractaire epilepsie en komen in aanmerking voor resectieve chirurgie of elektrische stimulatie zoals nervus vagus stimulatie (VNS). Daarnaast kunnen deze patiënten ook geïncludeerd worden in diepe hersenstimulatie protocollen, dieetbehandelingen, fase III klinische studies met nieuwe AEDs of immunologische therapieën (4). 3.4 Refractaire epilepsie Wanneer een patiënt niet geholpen kan worden met AEDs, wordt hij/zij doorverwezen naar een gespecialiseerd epilepsie centrum. Daar worden eerst de mogelijke oorzaken van het falen van de AED-therapie onderzocht, zoals het niet nauwkeurig innemen van de medicatie. Wanneer deze oorzaken worden uitgesloten, wordt het type epilepsie nagegaan. Dit gebeurt op basis van een video-eeg monitoring (VEM, zie verder) en magnetic resonance imaging (MRI, zie verder). Wanneer het gaat om een focale epilepsie, kan de patiënt geïncludeerd worden in een preheelkundige evaluatie, met als doel het resecteren van de epileptogene zone (Fig. 1) (4). 3.5 De preheelkundige evaluatie Fig. 1: Management van patiënten met refractaire epilepsie. AED: anti-epileptische drugs. LKS: Landau Kleffner syndroom. MST: multiple subpial transections. VNS: nervus vagus stimulatie. DBS: deep brain stimulation. (4) 4

11 3.5 Preheelkundige evaluatie Om resectieve chirurgie te kunnen uitvoeren, is het nodig de epileptogene zone (EZ) te lokaliseren. De epileptogene zone wordt omschreven als een regio in de hersenen die nodig en voldoende is voor het initiëren van de epileptische aanvallen. Wanneer deze regio wordt weggenomen of gedisconnecteerd, leidt dit tot het ophouden van de aanvallen (5). Om deze zone te lokaliseren, worden de patiënten geïncludeerd in een preheelkundige evaluatie, bestaande uit een batterij van onderzoeken. De resultaten van deze onderzoeken worden geïntegreerd, waarna een hypothese wordt gevormd over de mogelijke lokalisatie van de EZ. De twee hoekstenen van de preheelkundige evaluatie zijn video-eeg monitoring (VEM) en magnetic resonance imaging (MRI) Video-EEG monitoring Eén van de onderzoeken binnen de preheelkundige evaluatie is video-eeg monitoring. Hierbij verblijft de patiënt gedurende ongeveer zeven dagen in een kamer uitgerust met een camera, geluidsopnameapparatuur en een 27-elektroden EEG. Er wordt getracht om gedurende de hospitalisatie interictale en ictale ontladingen te registeren door middel van het EEG. Op die manier kan resp. de irritatieve zone en de ictale onset zone bepaald worden. De irritatieve zone wordt gedefinieerd als een regio in de cortex die interictale epileptiforme ontladingen genereerd. De ictale onset zone wordt omschreven als de zone vanwaar de epileptische aanval start. Behalve de informatie uit het EEG, wordt ook de aanvalssemiologie nauwkeurig geanalyseerd via de video-opname. Dit levert extra informatie op, aangezien de symptomen, voornamelijk bij het begin van een aanval, een goede lokalisatie kunnen geven van de symptomatogene zone in de hersenen. De symptomatogene zone is de regio in de hersenen die de eerste visueel waarneembare klinische symptomen opwekt (3)(5)(6) Tesla Magnetic Resonance Imaging Een ander onderzoek binnen de preheelkundige evaluatie is de 3 Tesla magnetic resonance imaging (3T MRI). Hierbij wordt via beeldvorming gezocht naar structurele afwijkingen in de hersenen, zogenaamde epileptogene letsels, van waaruit de epileptische aanvallen zouden kunnen ontstaan. Wanneer er geen epileptogene letsels worden gevonden, wordt er gesproken van idiopathische epilepsie (3). 5

12 3.5.3 Positron emissie tomografie Een derde onderzoek is 16 F-fluorodeoxyglucose positron emissie tomografie (FDG-PET). Via het inspuiten van een radioactieve vloeistof gaat men op zoek naar plaatsen waar er een hypo- /hypermetabolisme is. Aan de hand van deze bevindingen kan men informatie krijgen over de metabole activiteit van een bepaalde hersenregio. Een afwijkende waarde kan een aanwijzing zijn voor de lokalisatie van de epileptogene zone (3) Neuropsychologisch onderzoek Dit onderzoek probeert de relatie te beoordelen tussen de functies van de hersenen en het gedrag. Hierbij tracht men tekorten op te sporen in het cognitieve functioneren van de patiënt, en eventueel een verklaring te geven voor onderliggende structurele stoornissen (= functional deficit zone) (6) Ictal Single Photon Emission Tomography Deze techniek heeft als doel het opsporen van een hypermetabolisme in de hersenen tijdens de ictale fase via het inspuiten van een radioactieve stof. Op die manier wordt geprobeerd om de ictale onset zone te detecteren om zo de epileptogene zone te definiëren (3). Dit onderzoek kan slechts uitgevoerd worden bij patiënten met frequente aanvallen Invasieve video-eeg monitoring Dit onderzoek is noodzakelijk bij 15-25% van de refractaire patiënten binnen de preheelkundige evaluatie. Invasieve video-eeg monitoring (IVEM) vormt een uitzondering op bovenstaande technieken door z n invasief karakter. Hierbij worden grids, strips of diepteelektroden respectievelijk subduraal op de cortex of in het hersenparenchym geplaatst. Dit onderzoek wordt meestal als laatste stap uitgevoerd, namelijk wanneer er op basis van de preheelkundige evaluatie één of meerdere hypotheses worden geformuleerd over de lokalisatie van de epileptogene zone, maar deze niet accuraat genoeg zijn om tot een resectie over te gaan op basis van louter niet-invasieve onderzoeken (7). 6

13 Recent worden magneto-encefalografie (MEG) en high-density elektro-encefalografie (HD- EEG) aan de preheelkundige evaluatie toegevoegd. Beide technieken zullen echter afzonderlijk worden besproken aangezien hun bijdrage vergeleken zal worden met de bovenstaande, standaard preheelkundige evaluatie. Wanneer de patiënt de preheelkundige onderzoeken heeft doorlopen, wordt op de multidisciplinaire epilepsie chirurgie vergadering besproken wat het verdere verloop van de behandeling zal zijn. Wanneer er een goede hypothese kan gemaakt worden over lokalisatie van de epileptogene zone en deze niet in een belangrijk functioneel deel van de hersenen ligt, komt de patiënt in aanmerking voor een chirurgische ingreep waarbij getracht wordt de epileptogene zone weg te halen. 3.6 Magneto-encefalografie (MEG) MEG is een niet-invasieve techniek die de hersenactiviteit meet (Fig. 2). Dit toestel is wereldwijd heel beperkt toegankelijk, aangezien het slechts in een kleine honderd centra aanwezig is. MEG meet de magnetische velden die door de elektrische activiteit in de hersenen ontstaan. Door middel van een helmvormige detectiekap met zeer gevoelige sensoren worden de signalen gemeten aan het oppervlak van de schedel. Hiervoor worden 306 sensoren gebruikt. Het hoge aantal sensoren zorgt voor een goede spatiale resolutie. Fig. 2: Magneto-encefalografie De bronnen die gemeten worden, zijn tangentieel georiënteerd en bevinden zich voornamelijk in de wanden van de sulci of groeven van de hersenen (Fig. 3). Daarnaast zijn de magnetische signalen niet gevoelig aan de verschillende conductiviteiten tussen de huid, schedel en het hersenparenchym. Het magnetisch signaal neemt echter sterk af met de afstand die het aflegt (8). Fig. 3: Blauw = radiaal georiënteerde bron. Rood = tangentieel georiënteerde bron (8) 7

14 De geregistreerde signalen zijn van een grootteorde van Tesla. Om deze zwakke signalen te kunnen meten, worden superconducting quantum interference devices (SQUID) gebruikt. Deze detectoren zijn ingebed in vloeibaar helium bij extreem lage temperaturen waardoor er supergeleidende eigenschappen ontstaan. Dit zorgt ervoor dat de magnetische signalen met een zeer hoge gevoeligheid gedetecteerd kunnen worden (9). Anderzijds wordt het toestel in een magnetic shielded room (MSR) geplaatst. De wanden van de ruimte zijn gemaakt uit µ-metaal en aluminium. Deze elementen zorgen ervoor dat externe magnetische velden de metingen niet interfereren. Naast een MSR kan er eveneens gebruik gemaakt worden van een light-weighted MSR (LMSR). Hierbij wordt, naast een shielded room, gebruik gemaakt van een active interference cancellation system. Dit systeem zorgt voor een actieve compensatie van mogelijke magnetische ruis (10). Aangezien het belangrijk is dat het hoofd van de patiënt stil ligt in de helm tijdens de opname, is het niet mogelijk om gedurende een lange tijd te registeren. Daarom is MEG voornamelijk geschikt voor het meten van interictale activiteit en het lokaliseren van de irritatieve zone. Wanneer per toeval een aanval wordt geregistreerd, kunnen de ictale bewegingsartefacten ervoor zorgen dat er geen succesvolle registratie van epileptiforme ontladingen kan gedaan worden. 3.7 High-density elektro-encefalografie (HD-EEG) Fig. 4: Electro-encefalografie (11) HD-EEG is een niet-invasieve techniek. De elektrische signalen die de neuronen opwekken, worden gemeten via elektroden op de scalp (Fig. 4). Om goed contact te maken tussen de hoofdhuid en de elektroden wordt een geleidende contactvloeistof aangebracht. HD- EEG is een variant op de standaard scalp EEG en heeft ten minste 64 elektroden. Dit zorgt voor een hogere spatiale resolutie. De elektrische signalen die gemeten worden, zijn zowel tangentieel als radiaal georiënteerd (Fig. 3). De sensitiviteit voor tangentiële bronnen ligt echter iets lager dan bij MEG. In tegenstelling tot de magnetische signalen, zijn de elektrische signalen wel gevoelig aan de verschillen in conductiviteit tussen de huid, schedel en het hersenparenchym (12). 8

15 De gemeten signalen hebben een grootteorde van enkele microvolt, waardoor er amplificatie nodig is van de signalen via een versterker. Een HD-EEG wordt meestal gedurende een beperkte tijd opgenomen, aangezien het contact tussen de scalp en de elektroden afneemt naarmate er langer wordt opgenomen. Daarom wordt ook hier vooral interictale activiteit gemeten (12). 3.8 Bronlokalisatie Bronlokalisatie, ook wel Magnetic Source Imaging (MSI) bij MEG of Electric Source Imaging (ESI) bij (HD)-EEG, heeft als doel het inverse probleem op te lossen aan de hand van een voorwaarts model. Het voorwaarts model omvat alle mogelijke bronnen in de hersenen en verklaart theoretisch het gemeten externe signaal ter hoogte van de sensoren/elektroden wanneer een welbepaalde bron in de hersenen geactiveerd is. Het voorwaartse model voorspelt dus het geheel van mogelijke signalen dat door de elektroden/sensoren kan worden geregistreerd. Het inverse probleem kan worden omschreven als de manier waarop op zoek wordt gegaan naar de bron(nen) die het gemeten elektrisch of magnetisch signaal verklaard (Fig. 5). Figuur 5: Illustratie van het voorwaarts en inverse probleem. Op deze figuur wordt links een gemeten signaal voorgesteld in het blauw. Om dit gemeten signaal voor te stellen als een bron in de hersenen, wordt het inverse probleem opgelost aan de hand van het voorwaartse model. De bron die dit signaal verklaard is zichtbaar op de figuur rechts (13). 9

16 Om deze twee elementen met elkaar in verband te brengen wordt volgende formule gebruikt: V = scalppotentialen MEG/EEG V = L J J = bronnen in de hersenen L = leadfield matrix (voorwaarts model) V is een matrix en stelt het opgemeten spanningsverschil voor ter hoogte van elke sensor/elektrode. De matrix heeft volgende dimensies: #sensoren x #tijdstippen. J is een matrix die de brondistributie in de hersenen weergeeft. De bronnen worden voorgesteld als kleine dipolen waaraan een intensiteit wordt toegeschreven. Een dipool is een element waarbij elk uiteinde een tegengestelde polariteit heeft. De matrix heeft volgende dimensies: #bronnen x #tijdstippen. L is de leadfield matrix. Deze matrix beschrijft hoe een bron (dipool) uit het bronmodel op locatie X propageert naar elektrode Y, en dit voor alle locaties en elektroden. Deze matrix heeft bijgevolg de dimensie #sensoren x #bronnen. Eenvoudigweg, er is één bron op één tijdstip: V stelt het opgemeten spanningsverschil voor. Dit is bijgevolg een rijvector met lengte het aantal sensoren/elektroden. Een rijvector is een element van een matrix die bestaat uit één rij (hier het aantal sensoren/elektroden). J is de brondistributie in de hersenen. Dit is een getal die de intensiteit van de bron weergeeft. L is de leadfield matrix (= voorwaartse model). L is bijgevolg een rijvector die de propagatie van de bron naar de sensoren/elektroden beschrijft. Elk element van de vector geeft weer wat er aan elke elektrode zou gemeten worden. Bij het inverse probleem wordt aan de hand van V (de gemeten signalen van MEG/EEG) en L (het reeds opgeloste voorwaartse probleem) op zoek gegaan naar J (de mogelijke bronnen in de hersenen). Het aantal elektroden is echter veel kleiner dan het aantal mogelijke dipolen uit het bronmodel, waardoor dit een ondergedetermineerd probleem is. Dit zorgt ervoor dat de formule niet eenvoudigweg kan geïnverteerd worden om J te bepalen. Er zijn verschillende mogelijkheden om dit probleem op te lossen (zie verder). 10

17 3.8.1 Voorwaarts model In bovenstaande formule wordt het voorwaarts model voorgesteld als L, de leadfield matrix. De leadfield matrix beschrijft hoe een dipool in de hersenen propageert naar de elektroden. Deze matrix wordt berekend uit het hoofdmodel, bronmodel en de elektrodeposities Hoofdmodel a) MEG Op basis van de individuele MRI en het digitale 3D model wordt per patiënt een hoofdmodel opgemaakt (Fig. 6 + zie 4.2.1: Acquisitie data). Bij MEG kunnen zowel realistische, als sferische hoofdmodellen worden opgesteld. Uit onderzoek blijkt echter dat een sferisch hoofdmodel voor MEG volstaat, aangezien er geen rekening moet gehouden worden met de verschillende conductiviteiten in de schedel. Dit is mogelijk doordat de magnetische velden, opgewerkt door de neuronen, niet verstoord worden wanneer ze door de verschillende de weefsels (lucht, scalp, schedel, cerebrospinaal vocht en hersenparenchym) propageren. Sferische hoofdmodellen zijn mathematisch minder zwaar, en kunnen eenvoudiger worden opgesteld in vergelijking met realistische hoofdmodellen (14). A D Fig. 6: (A) Digitaal 3D model. (B) Digitaal 3D model op de MRI van de patiënt. (C) Digitale punten aanpassen aan corticaal oppervlak. (D) Ontstaan van een sferisch hoofdmodel (14). B C 11

18 b) HD-EEG In tegenstelling tot MEG, is HD-EEG wel gevoelig aan de verschillen in conductiviteit tussen de lucht, huid, schedel, cerebrospinaal vocht en het hersenparenchym. De elektrische geleidbaarheid van deze weefsels is erg verschillend, niet-homogeen en anisotroop. Daarom is het nodig om realistische hoofdmodellen te gebruiken. Op basis van de individuele MRI en het digitale 3D model wordt per patiënt een hoofdmodel opgemaakt (zie 4.2.2: Acquisitie Data). Hiervoor zijn verschillende methoden mogelijk. Zo worden er hoofdmodellen gebruikt die werken met scheidingsvlakken, waarbij elk weefsel een gesloten oppervlak vormt waaraan een bepaalde conductiviteit wordt toegeschreven. Dit resulteert in een 3-lagig realistisch hoofdmodel. De Boundary Element Method (BEM) is een veelgebruikte methode om deze 3- lagige hoofdmodellen op te stellen. Daarnaast bestaan er ook hoofdmodellen die niet met scheidingsvlakken werken. Deze hoofdmodellen kunnen worden opgesteld met de Finite Difference Method (FDM). Hierbij worden de verschillende weefsels op basis van de individuele MRI gesegmenteerd. Vervolgens wordt een 3D model opgesteld, waarin elke voxel een conductiviteit toegekend krijgt, naargelang het corresponderende weefsel (Fig. 7) (15). Fig. 7: Opstellen realistisch hoofdmodel voor HD-EEG, op basis van individuele MRI. De segmentaties tussen de verschillende weefsels (resp. lucht, witte stof, grijze stof, cerebrospinaal vocht, schedel en scalp) worden aangegeven met verschillende tinten grijs (16). 12

19 Bronmodel Een bronmodel modelleert de mogelijke bronnen in de hersenen. Deze bronnen bestaan uit netwerken van neuronen die simultaan actief zijn en welbepaalde elektrische stromen opwekken. Om deze bronnen mathematisch voor te stellen, wordt (meestal) gebruik gemaakt van equivalent electric dipoles. Naast dit bronmodel, bestaan ook modellen die gebruik maken van monopolen en quadrupolen. Hier wordt echter niet verder op ingegaan Elektrodeposities a) MEG De MEG sensoren zijn gerangschikt in een helmvormige detectiekap, gevisualiseerd in Figuur 8. Er worden in de meeste gevallen rond de 300 sensoren gebruikt. Bij MEG is geen referentie-elektrode nodig. De sensoren zitten op een vaste standaardpositie in de helm (17). Fig. 8: MEG sensoren (17) Fig. 9: HD-EEG elektrodeposities (18) b) HD-EEG De elektrodeposities bij een 128-elektrode HD-EEG zijn zichtbaar op Figuur 9. Het aantal elektroden bij HD- EEG kan variëren van minimum 64 elektroden tot 265 elektroden. De elektrodeposities worden voor de start van de HD-EEG registratie bepaald en gedigitaliseerd, en worden na de meting op het hoofdmodel van de patiënt geplaatst (zie 4.2.2: Acquisitie data). Aan elke elektrode wordt een coördinaat gegeven. In het zwart staat de referentie-elektrode afgebeeld. Deze elektrode is belangrijk bij het meten van het potentiaalverschil ten opzichte van de andere elektrodes (18). 13

20 3.8.2 Inverse probleem Wanneer het voorwaarts model is opgesteld, kan het inverse probleem worden opgelost. Aan de hand van de gemeten signalen, wordt op zoek gegaan naar de mogelijke bronnen die dit signaal kunnen verklaren. Er zijn verschillende mogelijke oplossingen voor dit probleem Single dipole oplossingen Single dipole oplossingen gebruiken één enkele bron (= dipool) uit het bronmodel om het gemeten signaal voor te stellen. De equivalent current dipole (ECD) methode is een manier om een interictale ontlading te verklaren aan de hand van een enkele dipool. Op basis van fitting algorithms wordt iteratief op zoek gegaan naar de dipool die het verschil tussen het gemeten MEG/EEG signaal en het berekende MEG/EEG signaal op basis van het voorwaartse model, minimaliseert. Het resultaat wordt voorgesteld als een dipool met een locatie, oriëntatie en grootte. Deze methode wordt routinematig gebruikt voor MEG, maar kan ook gebruikt worden voor EEG (19) Gedistribueerde oplossingen Gedistribueerde oplossingen gebruiken de activiteit van alle bronnen (= dipolen) uit het bronmodel om het gemeten signaal voor te stellen. Hiervoor kan het algoritme LORETA (low resolution elektromagnetic tomography) gebruikt worden. Dit algoritme gaat op zoek naar activiteitsdistributie van de bronnen in de hersenen die het beste het gemeten MEG/EEG signaal verklaart (20) Oplossing van het inverse probleem De oplossing van het inverse probleem bij MEG is minder complex dan bij HD-EEG. Dit komt doordat enerzijds het aantal sensoren groter is bij MEG, en anderzijds doordat MEG niet gevoelig is aan de verschillende conductiviteiten in de hersenen. Ten derde kunnen de radiale bronnen worden uitgesloten aangezien MEG slechts gevoelig is aan tangentiële bronnen. Wanneer het inverse probleem opgelost wordt, kan er eventueel een hypothese gevormd worden over de epileptogene zone op basis van de irritatieve zone. De irritatieve zone kan bepaald worden op basis van de detectie van de interictale epileptiforme ontladingen. 14

21 3.9 Resultaten van de bronlokalisatie van MEG en HD-EEG De resultaten van de bronlokalisatie kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het verdere klinische beleid van de patiënt. Wanneer de interictale hersenactiviteit focaal is, zullen de dipolen/distributies geclusterd liggen. Dit betekent dat de dipolen/distributies gegroepeerd liggen in een beperkte regio van de hersenen. Dit komt de prognose voor heelkunde ten goede. Anderzijds kunnen er ook multifocale clusters optreden. Dit kan het resultaat zijn van meerdere epileptogene zones. Wanneer de locatie niet eenduidig is, zal er scattering optreden. Hierbij zijn de dipolen/distributies verspreid in het hersenparenchym en wordt er niet gepleit voor een focale zone. Het is echter ook mogelijk dat er geen dipolen/distributies kunnen opgesteld worden. Dit kan het geval zijn bij het optreden van artefacten, technische moeilijkheden of wanneer er geen IEDs worden waargenomen MEG en HD-EEG in de literatuur In 2002 publiceerde de onderzoeksgroep van Lantz et al. een studie met als doel het evalueren van het effect van het aantal elektroden bij EEG op basis van bronlokalisatie. De accuraatheid van de bronlokalisatie werd vergeleken met de afstand tot het epileptogeen letsel. Dit onderzoek toonde aan dat een EEG met minder dan 30 elektroden onvoldoende was voor een accurate bronlokalisatie. De nauwkeurigheid steeg met een stijging van het aantal elektroden. Er werd uiteindelijk aangetoond dat het grootste verschil in nauwkeurigheid van de bronlokalisatie aanwezig was bij de verhoging van 31 naar 63 elektroden. Wanneer het aantal elektroden verder werd verhoogd, verkreeg men de grootste nauwkeurigheid bij een EEG met 100 elektroden of meer (21). Daarnaast vergeleek het onderzoek van Brodbeck et al. het resultaat van de bronlokalisatie met de post-heelkundige uitkomst tussen een 29-elektrode EEG en een 128-elektrode EEG. Hieruit bleek dat de hoogste sensitiviteit en specificiteit werd bereikt met HD-EEG (22). Hiermee wordt de relatie tussen het aantal elektroden en de spatiale resolutie aangetoond Met dit in het achterhoofd stelden verschillende onderzoekers zich de vraag of HD-EEG in staat zou zijn om MEG te vervangen. Knake et al. publiceerde in 2006 een onderzoek waarin het verschil in detectiegevoeligheid tussen een 306-sensoren MEG en een 70-elektroden EEG werd nagegaan. Op basis van een visuele analyse van de IEDs kon deze onderzoeksgroep geen statistisch verschil aantonen tussen MEG en HD-EEG. In een tweede deel van het onderzoek werd er aangetoond dat er in 13% van de patiënten pieken werden gedetecteerd die alleen bij het MEG onderzoek zichtbaar waren, en niet op EEG. Omgekeerd zag men dat er in 15

22 3% van de patiënten pieken op EEG en niet op MEG werden gedetecteerd. Dit toont aan dat er een verschil in sensitiviteit bestaat tussen beide technieken wanneer er gekeken wordt naar de specifieke bronnen die kunnen gedetecteerd worden (23). Heel wat onderzoekers gingen hier verder op in. Er werd aangetoond dat MEG gevoeliger is voor extratemporale epilepsie, en in het bijzonder neocorticale en frontale kwab epilepsie (24)(25). Dit kan verklaard worden door de oriëntatie van de bronnen en door de minder grote afstand tot de scalp. EEG blijkt gevoeliger te zijn voor temporale epilepsie, met in het bijzonder mesiale temporale epilepsie. Dit komt doordat EEG beter is in het detecteren van diepe bronnen, aangezien het afstandseffect een minder grote rol speelt dan bij MEG (26). Dit toont de complementariteit tussen beide technieken. Naast de complementariteit van beide technieken, werd ook de accuraatheid van de bronlokalisatie nagegaan. De onderzoeksgroep van Park et al. ging in 2015 de bijdrage van bronlokalisatie na tussen een 70-elektroden EEG en een 275-sensoren MEG, de standaard preheelkundige evaluatie (incl. de aanvalssemiologie, VEM, MRI, SPECT en PET) en IVEM. Er werden 27 patiënten onderzocht met refractaire partiële epilepsie. Uit deze studie bleek dat de 70-elektroden EEG resultaten congruent waren met de resultaten van de preheelkundige evaluatie, MEG en IVEM. Er bestond echter een verschil in de mate van lobaire congruentie naargelang de lokalisatie van de epileptogene zone (27) Probleemstelling Zoals hierboven beschreven zijn er de laatste jaren enkele onderzoeken gepubliceerd die de IED detectiegevoeligheid tussen MEG en EEG vergelijken. De vergelijkingen zijn echter niet steeds consistent, aangezien het aantal kanalen tussen MEG (275 tot 306 sensoren) en EEG (23 tot 70 elektroden) sterk verschilt. Daarom is het nodig om de spatiale resolutie van het EEG te verhogen, zodat er een meer significante vergelijking kan worden gemaakt. Zo werd aangetoond dat een EEG met 100 elektroden of meer, de meest accurate resultaten geeft. Een 128-elektroden HD-EEG kan hiervoor gebruikt worden. Daarnaast is het nodig om binnen de preheelkundige evaluatie de complementariteit na te gaan tussen MEG en HD-EEG. De vraag stelt zich of de implicaties uit de literatuur het beleid van de preheelkundige evaluatie beïnvloeden. 16

23 Tegenover de complementariteit staat de beschikbaarheid van de technieken. Wereldwijd zijn er slechts een kleine honderd MEG toestellen beschikbaar. Dit zorgt ervoor dat de toegankelijkheid tot dit onderzoek veel lager is dan dat van HD-EEG. Daarnaast brengt het MEG onderzoek een grote kost voor de patiënt met zich mee, in tegenstelling tot het HD-EEG onderzoek. Beide onderzoeken worden niet terugbetaald, maar de opstelling en het onderhoud van MEG zijn veel duurder. Anderzijds is het HD-EEG onderzoek erg arbeidsintensief, aangezien zowel de voorbereiding van het onderzoek, alsook het opstellen van een hoofdmodel voor ESI heel wat tijd in beslag nemen. Deze bevindingen tonen aan dat er nood is aan helderheid omtrent het gebruik en de combinatie van beide technieken. In welke gevallen is het aangewezen om alleen MEG uit te voeren? In welke gevallen krijgt HD-EEG de voorkeur? Wanneer zijn beide onderzoeken aanbevolen? Dit onderzoek zal daarom focussen op de klinische gelijkenissen en verschillen tussen beide technieken om zo hun waarde te evalueren binnen de preheelkundige evaluatie van patiënten met refractaire epilepsie. Er zal op een prospectieve manier gekeken worden naar sensitiviteit en de resultaten van de bronlokalisatie bij MEG en HD-EEG, en er zal worden nagegaan in welke gevallen één van beide technieken, of de combinatie van beide, een meerwaarde heeft binnen de preheelkundige evaluatie en op welke manier. 17

24 4. Materialen & methoden 4.1 Patiënten De onderzoekspopulatie omvat patiënten met refractaire epilepsie die in aanmerking komen voor epilepsiechirurgie. Deze patiënten ondergingen een preheelkundige evaluatie met minstens een video-eeg monitoring, een MRI, een FDG-PET en een neuropsychologisch onderzoek, en werden op basis daarvan nog niet geopereerd. Voor elk van deze patiënten kon er op basis van bovenstaande onderzoeken geen goede hypothese gevormd worden over de lokalisatie van de epileptogene zone. Daarom was het nodig om deze groep van patiënten extra onderzoeken te laten ondergaan. Deze patiënten kregen bijgevolg een MEG en HD- EEG. De studie werd goedgekeurd door het Ethisch Comité van het Universitair Ziekenhuis (UZ) in Gent. De patiënten of ouders/voogd gaven steeds informed consent. 4.2 Data-acquisitie MEG De MEG opnames gebeurden in samenwerking met het ULB ziekenhuis in Brussel. Er werd gebruik gemaakt van een whole head 306-channel Elekta Neuromag systeem in een lightweighted magnetic shielded room (LMSR). B Fig. 10: Acquisitie MEG data (14) A Voor de start van de MEG opname, werden vier head position indicator (HPI) coils op het hoofd van de patiënt bevestigd. Deze coils waren in staat om de hoofdbewegingen die tijdens de opname plaatsvonden, te corrigeren (Fig. 10A). Vervolgens werd via het elektromagnetisch inputsysteem (Fastrak Polhelmus digitizer system) een digitaal 3D model van het hoofd van de patiënt gemaakt. In een eerste stap werden er 3 referentiepunten gedigitaliseerd (nasion, linker en rechter tragus). Vervolgens werden de HPI coils gedigitaliseerd. Tenslotte werden er gemiddeld ongeveer 200 extra punten toegevoegd op het hoofd en het aangezicht van de patiënt (Fig. 10B) (14). 18

25 Tijdens de opname werd aan de patiënt gevraagd om in liggende houding plaats te nemen en indien mogelijk in te slapen. Na 1 uur opname werden de MEG data verwerkt. Eerst werd de signal space separation (SSS) methode toegepast. Deze methode zorgde voor de verwijdering van de actieve feedback van het compensatiesysteem in de LMSR. Vervolgens werden de data gefilterd met een band-pass filter tussen 0.1 en 40 Hz om de ruis uit de data te halen (14). Daarna werden de data visueel geïnspecteerd op interical epileptiform discharges (IEDs). Op basis van de MRI en het digitaal 3D model van het hoofd van de patiënt werd een sferisch hoofdmodel opgesteld. Vervolgens kon er aan magnetic source imaging (MSI) worden gedaan. In deze thesis werd gebruik gemaakt van de equivalent current dipole (ECD) methode. Aan de hand van de visuele inspectie werd op het maximum van elke IED een ECD berekend. Wanneer deze een goodness of fit factor (GOF) had van >80% werd de dipool aanvaard. Dit betekent dat de dipool het gemeten signaal verklaarde met minstens 80% accuraatheid. Deze dipolen werden vervolgens op de MRI van de patiënt geplaatst HD-EEG Het HD-EEG onderzoek ging door in het UZ Gent, in samenwerking met de onderzoeksgroep MEDISIP. Fig. 11: Illustratie BrainCap (28) Voor de start van de HD-EEG opname, werd een BrainProducts BrainCap met 128 elektroden op het hoofd van de patiënt geplaatst (Fig. 11). Vervolgens werd via het elektromagnetisch inputsysteem Polhemus Patriot een digitaal 3D model van het hoofd van de patiënt gemaakt. In een eerste stap werden er 3 referentiepunten gedigitaliseerd (nasion, linker en rechter tragus). Nadien werden de EEG elektrodeposities en extra punten op de neus gedigitaliseerd. Tijdens de opname werd gevraagd om in liggende houding plaats te nemen en indien mogelijk in te slapen. De opname duurde 1 uur. Na de opname werden de HD-EEG data verwerkt met behulp van filters. Een band-pass filter tussen 0.50 en 70 Hz en een Notch filter voor 50 HZ werden gebruikt. De band-pass filter verwijderde de ruis, de Notch filter zorgde voor het elimineren van elektrische signalen die afkomstig waren uit de omgeving. 19

26 Net zoals bij MEG werd visueel gekeken of er IEDs gedetecteerd werden. Er werd een meerlagig realistisch hoofdmodel opgesteld via de Finite Difference methode, op basis van de individuele MRI en het reeds opgestelde digitale 3D model. Het geheel van deze berekeningen gebeurde via een door de onderzoeksgroep MEDISIP geprogrammeerde code in het software programma Matlab en de toolbox SPM. Vervolgens werd op basis van elke geselecteerde IED op de top van de piek de activiteitsdistributie berekend in de hersenen via het algoritme LORETA. Het maximum van de distributie werd gebruikt en voorgesteld als een punt. Vervolgens werden deze punten op de MRI van de patiënt geplaatst. 4.3 Analyse van de resultaten Analyse van de sensitiviteit van MEG en HD-EEG In een eerste stap werd er nagegaan of er IEDs werden gedetecteerd tijdens de één uur durende opname. Indien deze aanwezig waren, werd er nagegaan ter hoogte van welke sensoren/elektroden deze ontladingen plaatsvonden. Deze gegevens werden per patiënt opgelijst in een tabel. De congruentie tussen MEG en HD-EEG op vlak van lateralisatie en op lobair niveau werd nagegaan. Deze analyses werden in eerste instantie uitgevoerd per patiënt. Vervolgens werden de resultaten van alle patiënten samengevat en vergeleken Analyse van het resultaat van de bronlokalisatie MEG en HD-EEG Aan de hand van de gedetecteerde IEDs werd aan bronlokalisatie gedaan. De resultaten van de bronlokalisatie voor MEG en HD-EEG werden opgelijst in een tabel. Het uiteindelijke resultaat van de bronlokalisatie werd per patiënt vergeleken op basis van beeldvorming (MRI). De MRI sneden werden enerzijds geselecteerd op basis van de lokalisatie van de cluster, en anderzijds werden de sneden gebruikt waarop zowel de MEG clusters als de HD- EEG clusters zichtbaar waren. Voor deze vergelijking werd gebruik gemaakt van het programma MRIcron. Hiervoor werd de DICOM met bronlokalisatie van het HD-EEG ingeladen. Vervolgens werd, indien mogelijk, op zoek gegaan naar de overeenkomstige MRIsneden met de ECD s van het MEG onderzoek. Beide MRI-sneden met bronlokalisatie werden vervolgens op elkaar gelegd en bewerkt met het digitale beeldbewerkingsprogramma GIMP. Op basis van dit resultaat kon de congruentie in bronlokalisatie nagegaan worden tussen de twee onderzoeken, en dit op vlak van lateralisatie, op lobair en (indien mogelijk) sublobair niveau. Ook hier werden de analyses eerst per patiënt opgelijst en in tweede instantie werden de resultaten vergeleken tussen de verschillende patiënten. 20

27 4.3.3 Vergelijking met de vermoedelijke lokalisatie van de epileptogene zone (VLEZ) Voor elke patiënt werd op basis van de beschikbare gegevens uit de preheelkundige evaluatie (zonder MEG en HD-EEG) een hypothese opgesteld. In het geval dat de patiënt reeds geëvalueerd werd op de epilepsie chirurgie vergadering, werd deze hypothese opgesteld door het multidisciplinair team van artsen (neurologen, neurochirurgen en neuroradiologen), neuropsychologen en biomedici. In de andere gevallen waarbij deze bespreking nog moest gebeuren, werd de hypothese gevormd op basis van de beschikbare gegevens van de onderzoeken uit de preheelkundige evaluatie. De resultaten van de VEM, MRI, PET, SPECT (indien van toepassing), neuropsychologisch onderzoek en de gegevens over de aanvalssemiologie werden samengevat en opgelijst in een tabel (zie tabel 1 in bijlage). Vervolgens werden de gegevens over de VLEZ, MSI en ESI opgelijst in een tabel en vergeleken op basis van beeldvorming. Dit gebeurde op basis van de op elkaar gelegde MRI sneden met de MEG en HD-EEG bronlokalisaties uit en met het beeldbewerkingsprogramma GIMP. De vermoedelijke epileptogene zone werd ingekleurd, en vergeleken met het resultaat van de bronlokalisatie. Op die manier kon de congruentie van MEG en HD-EEG in het lokaliseren van de epileptogene zone binnen de preheelkundige evaluatie onderzocht worden, en dit op vlak van lateralisatie, op lobair en (indien mogelijk) sublobair niveau. Hier werd eveneens eerst op niveau van de individuele patiënt gekeken, en daarna bij alle patiënten samen Vergelijking met IVEM/resectiezone Wanneer de patiënt de batterij van onderzoeken (incl. MEG en HD-EEG) had doorlopen, kon er overgegaan worden tot het plannen van een invasief onderzoek en eventueel een resectie van de epileptogene zone. Wanneer hierover gegevens aanwezig waren, werden deze vergeleken met de resultaten van de MSI en ESI. Deze vergelijking was de gouden standaard voor dit onderzoek, aangezien het invasieve onderzoek en de eventuele resectie het meeste informatie gaven over de exacte lokalisatie van de EZ. Op die manier kon de bijdrage van MSI en ESI voor het lokaliseren van de EZ het beste worden nagegaan. Ook hier werd de congruentie tussen MEG en IVEM/resectiezone, en HD-EEG en IVEM/resectiezone nagegaan op vlak van lateralisatie, op lobair en sublobair niveau. Dit gebeurde in eerste instantie per patiënt. Vervolgens werd de bijdrage met alle patiënten samen nagegaan. 21

28 5. Resultaten De volgende resultaten komen uit een analyse van klinische verslagen, die op basis van het elektronisch patiënten dossier (EPD) werden opgesteld. Voor een gedetailleerde samenvatting van de preheelkundige onderzoeken wordt verwezen naar de bijlage (tabel 1). De onderzoekspopulatie omvat vier patiënten. Het betreft drie mannen en 1 vrouw, met een gemiddelde leeftijd van 34 jaar. De jongste patiënt was 21 jaar, de oudste 52 jaar. Twee patiënten (patiënt nr. 1 en 2) hebben reeds de volledige preheelkundige evaluatie doorlopen. Deze patiënten werden besproken op de multidisciplinaire epilepsie chirurgie vergadering en werden gepland voor een IVEM. Eén van hen (patiënt nr. 1) onderging resectieve epilepsie chirurgie. Deze case wordt in deze masterproef afzonderlijk besproken gezien hier de vergelijking met de gouden standaard kan gemaakt worden. Aan de andere patiënt (patiënt nr. 2) werd een IVEM voorgesteld, maar na het bespreken van de mogelijke risico s en het vermoeden van een functioneel niet resecteerbare epileptogene zone, werd deze invasieve monitoring niet uitgevoerd. De patiënt wordt tot op heden behandeld met VNS. De twee andere patiënten (patiënt nr. 3 en 4) doorlopen tot op heden de preheelkundige evaluatie. Beide patiënten wachten op een verdere bespreking. 5.1 Patiënt nr. 1 De eerste patiënt onderging reeds in 2006 een resectie van een cavernoom, ter hoogte van de rechter temporo-pariëtale kwab. Op de MRI beelden was deze resectiezone steeds zichtbaar. Naast deze resectie, werd de patiënt in 2014 geopereerd op basis van de preheelkundige resultaten, inclusief MEG, HD-EEG en IVEM. De patiënt is tot op heden aanvalsvrij. Deze case is binnen deze masterproef zeer waardevol, aangezien hier de vergelijking tussen MEG en HD-EEG met de gouden standaard (IVEM en resectie) kan gemaakt worden Patiënt nr. 1: Analyse sensitiviteit MEG en HD-EEG Tabel 2: IEDs MEG en HD-EEG Patiënt 1 MEG resultaat HD-EEG resultaat IED R FT + R TP R (F) T R = rechts, F = frontaal, T = temporaal, P = pariëtaal 22

29 Voor zowel MEG als HD-EEG werden er IEDs gedetecteerd. De lateralisatie was bij beide onderzoeken congruent; de IEDs waren steeds aanwezig in de rechter hemisfeer. Lobair was er eveneens een overeenkomst; er werden bij MEG en HD-EEG IEDs gevonden ter hoogte van de (fronto-)temporale sensoren/elektroden. Het MEG onderzoek toonde nog een tweede zone met IEDs ter hoogte van de rechter pariëtale regio. Voor deze zone kon er lobair geen congruentie worden aangetoond tussen MEG en HD-EEG Patiënt nr. 1: Resultaten bronlokalisatie MEG en HD-EEG Tabel 3: Resultaten bronlokalisatie MEG en HD-EEG Patiënt 1 MEG MEG resultaat HD-EEG HD-EEG resultaat Bronlokalisatie 2 clusters R FT/sup T + R TP 2 clusters R sup T + R mes T R = rechts, F = frontaal, T = temporaal, sup = superieur, mes = mesiaal, P = pariëtaal A B C Fig.12: A: axiale doorsnede. B: coronale doorsnede. C: saggitale doorsnede. Wit = dipolen met dipooloriëntatie, afkomstig van het MEG onderzoek. Blauw = maxima van de distributies van HD-EEG 23

30 Het resultaat van de bronlokalisatie toonde congruentie op vlak van lateralisatie en op lobair niveau, aangezien ze beiden aantoonden dat er rechts temporaal epileptische activiteit aanwezig was. Sublobair was er voor één cluster eveneens congruentie aan te tonen. Zowel voor MEG als voor HD-EEG waren er dipolen rechts superieur temporaal. Daarnaast toonde het MEG onderzoek nog een tweede cluster ter hoogte van rechts temporo-pariëtaal. Deze cluster bevond zich ter hoogte van een eerdere resectiezone, waar in 2006 een resectie plaatsvond van een cavernoom. Hier was er sublobair geen congruentie met HD-EEG. Ook het HD-EEG toonde nog een tweede cluster mesiaal in de rechter temporale kwab. Voor deze cluster was er eveneens geen congruentie met de MEG op sublobair niveau aan te tonen (Fig. 12) Patiënt nr. 1: Resultaten MEG en HD-EEG in vergelijking met de VLEZ Tabel 4: Resultaten VLEZ, MEG en HD-EEG Patiënt 1 VLEZ Bronlokalisatie MEG Bronlokalisatie HD-EEG R P + R HC R FT/sup T + R TP R sup T + R mes T R = rechts, P = pariëtaal, HC = hippocampus, F = frontaal, T = temporaal, sup = superieur, mes = mesiaal A B C Fig.13: A: axiale doorsnede. B: coronale doorsnede. C: saggitale doorsnede. Wit = dipolen met dipooloriëntatie, afkomstig van het MEG onderzoek. Blauw = maxima van de distributies van het HD-EEG onderzoek. Rood = VLEZ 24

31 Op basis van de verschillende onderzoeken uit de preheelkundige evaluatie (zie tabel 1 in bijlage), werd een hypothese opgesteld omtrent de vermoedelijke lokalisatie van de epileptogene zone (VLEZ). Tijdens het multidisciplinair overleg werd een vermoedelijke rechter hippocampale zone en een rechter pariëtale zone weerhouden. Voor de rechter hippocampale zone was het resultaat van de VLEZ congruent met het resultaat van de bronlokalisatie van MEG en HD-EEG wat betreft de lateralisatie en op lobair niveau. MEG en HD-EEG toonden beiden een rechter temporaal resultaat. Sublobair was er een belangrijke congruentie tussen de VLEZ en HD-EEG aan te tonen mesiaal temporaal. Voor de rechter pariëtale zone was het resultaat van de VLEZ congruent met het resultaat van de bronlokalisatie van MEG wat betreft de lateralisatie en op lobair niveau (Fig. 13) Patiënt nr. 1: Resultaten VLEZ, MEG, HD-EEG, invasieve monitoring en resectie Tabel 5: Resultaten VLEZ, MEG, HD-EEG, invasieve monitoring en chirurgie Patiënt 1 VLEZ Bronlokalisatie Bronlokalisatie IVEM Resectie MEG HD-EEG R P + R FT/supT + R sup T + Grid: R F + R P Selectieve R HC R TP R mes T Diepte: R HC + R amygdalo- R P hippocamp- ectomie Tabel met overzicht van de resultaten van preheelkundige onderzoeken, invasieve monitoring en resectie. R = rechts, P = pariëtaal, HC = hippocampus, F= frontaal, sup = superieur, mes = mesiaal, T = temporaal. Op basis van de preheelkundige onderzoeken, inclusief MEG en HD-EEG, werd besloten om over te gaan tot een invasieve video-eeg monitoring (IVEM). Tijdens de video-eeg monitoring werden er centro-temporo-pariëtaal en frontaal interictale en ictale ontladingen geregistreerd, wat aanstuurde tot het plaatsen van een grid ter hoogte van de rechter frontaal en pariëtaal kwab. Ook het PET onderzoek onderbouwde dit. Naast het plaatsen van de twee grids, werd er op basis van de resultaten van de MRI een diepte elektrode aangebracht rechts pariëtaal, ter hoogte van de vroegere resectiezone. Daarnaast stuurde het MRI onderzoek en de aanvalssemiologie aan op een focus rechts mediaal temporaal. Dit ondersteunde het plaatsen van een diepte elektrode rechts hippocampaal. 25

32 Het MEG en HD-EEG onderzoek hadden een belangrijke bijdrage in het plaatsen van de grids/diepte elektroden. Beide onderzoeken bevestigden de lateralisatie. Voor het plaatsen van de frontale grid bevestigde het resultaat van MEG de frontale bevindingen uit de preheelkundige evaluatie tot op lobair niveau. Voor het plaatsen van de rechter pariëtale diepte elektrode, bevestigde het MEG onderzoek de preheelkundige bevindingen tot op lobair en sublobair niveau. Beide onderzoeken toonden op lobair niveau een rechter temporale lokalisatie en HD-EEG ondersteunde ook tot op sublobair niveau de plaatsing van een rechter hippocampale diepte elektrode. Tijdens de invasieve video-eeg monitoring werd een ictale focus gedetecteerd. Er werden zowel ictale als interictale epileptiforme ontladingen gedetecteerd ter hoogte van de rechter hippocampale diepte elektrode. HD-EEG leverde, in vergelijking met MEG, de grootste bijdrage in het plaatsen van deze diepte elektrode, en dit tot op sublobair niveau. Op basis van de preheelkundige resultaten, incl. MEG, HD-EEG en IVEM, werd vervolgens besloten om een rechter amygdalohippocampectomie uit te voeren. A B C Fig. 14: Post-heelkundige MRI met resectiezone. A: axiale doorsnede. B: coronale doorsnede. C: saggitale doorsnede. Wit = dipolen MEG. Blauw = maxima van de distributies van HD-EEG 26

33 Op deze beelden is de post-heelkundige toestand zichtbaar. De temporo-pariëtale cluster in het MEG onderzoek bleek irrelevant. De superieur temporale/frontotemporale MEG cluster was congruent op vlak van lateralisatie en op lobair niveau met de resectiezone, maar sublobair niet. MEG toonde een meer frontale/anterieure lokalisatie. Het resultaat van de bronlokalisatie van HD-EEG toonde een superieure temporale cluster. Deze cluster was congruent met de resectiezone op vlak van lateralisatie en op lobair niveau. De mesiale temporale cluster daarentegen was in grote mate congruent met de resectiezone, zowel op vlak van lateralisatie als op lobair en sublobair niveau (Fig. 14). 5.2 Patiënt nr. 2 De tweede patiënt doorliep tweemaal de preheelkundige evaluatie. Na de eerste evaluatie werd op basis van verschillende onderzoeken besloten dat de vermoedelijke epileptogene zone niet resecteerbaar was, en zou leiden tot een quandrantanopsie, een verlies van visus in een kwadrant van het gezichtsveld. Daarom werd aan de patiënt een behandeling met VNS voorgesteld. Deze patiënt bleek een non-responder te zijn op de VNS behandeling, en werd een aantal jaar later opnieuw geëvalueerd. De preheelkundige evaluatie werd uitgebreid met extra onderzoeken zoals MEG en HD-EEG. Op basis van deze nieuwe bevindingen, werd recent een IVEM aangeboden. Na grondig overleg en het bespreken van de risico s (quadrantanopsie) besloot de patiënt begin 2016 toch het heelkundig traject te verlaten. De patiënt wordt nu behandeld met VNS Patiënt nr. 2: Analyse sensitiviteit MEG en HD-EEG Tabel 6: IEDs MEG en HD-EEG Patiënt 2 MEG resultaat HD-EEG resultaat IED L T + L O L (F) T L = links, T = temporaal, O = occipitaal Voor zowel MEG als HD-EEG werden er IEDs gedetecteerd. De lateralisatie was bij beide onderzoeken congruent; de IEDs waren aanwezig in de linker hemisfeer. Lobair was er een overeenkomst; er werden bij MEG en HD-EEG IEDs gedetecteerd ter hoogte van de temporale sensoren/elektroden. Bij het MEG onderzoek werden, naast deze temporale ontladingen, ook IEDs gedetecteerd ter hoogte van de occipitale sensoren Patiënt nr. 2: Resultaten bronlokalisatie MEG en HD-EEG 27

34 Tabel 7: Resultaten bronlokalisatie MEG en HD-EEG Patiënt 2 MEG MEG resultaat HD-EEG HD-EEG resultaat Bronlokalisatie 2 clusters L T + L O scattered L T + buiten cortex (irrelevant) L = links, T = temporaal, F = frontaal, O = occipitaal A B C Fig.15: A: axiale doorsnede. B: coronale doorsnede. C: saggitale doorsnede. Wit = dipolen met dipooloriëntatie, afkomstig van het MEG onderzoek. Blauw = maxima van de distributies van het HD-EEG onderzoek. 28

35 Het resultaat van de bronlokalisatie toonde 2 clusters van dipolen bij het MEG onderzoek, en een gescattered resultaat in de temporale kwab bij het HD-EEG onderzoek. Op vlak van lateralisatie kon er gesproken worden over een congruentie tussen de beide onderzoeken, aangezien ze beiden aantoonden dat er links epileptische activiteit aanwezig was. Op lobair en sublobair niveau kon er niet gesproken worden over een congruentie tussen de beide onderzoeken, aangezien HD-EEG een gescattered resultaat buiten de cortex en over de temporale kwab toonde, en er dus geen irritatieve zone kon worden aangeduid. Bij deze patiënt pleitte de HD-EEG bronlokalisatie dus eerder voor een niet-focale zone. Het MEG onderzoek toonde, naast de temporale cluster, eveneens een linker occipitale cluster die bij het HD-EEG onderzoek niet gedetecteerd werd (Fig. 15) Patiënt nr. 2: Resultaten MEG en HD-EEG in vergelijking met VLEZ Tabel 8: Resultaten VLEZ, MEG en HD-EEG op basis van klinisch verslag Patiënt 2 VLEZ Bronlokalisatie MEG Bronlokalisatie HD-EEG L O L T + L O L T + buiten de cortex L = links, T = temporaal, O = occipitaal A B C 29

36 Fig.16: A: axiale dorsnede. B: coronale doorsnede. C: saggitale doorsnede. Wit = dipolen met dipooloriëntatie, afkomstig van het MEG onderzoek. Blauw = maxima van de distributies van HD-EEG. Rood = VLEZ Op basis van de verschillende onderzoeken uit de preheelkundige evaluatie (zie bijlage tabel 1), werd een hypothese opgesteld over de vermoedelijke lokalisatie van de epileptogene zone. Bij deze patiënt werd na multidisciplinair overleg een linker occipitale zone weerhouden. Wat betreft de lateralisatie was dit resultaat congruent met het resultaat van de bronlokalisatie van MEG en HD-EEG. Op lobair niveau was dit resultaat congruent met één van de twee clusters van het MEG onderzoek, nl. de occipitale cluster. Sublobair was de zone van de bronlokalisatie bij MEG verspreid over de occipitale pool. Voor het HD-EEG onderzoek was geen congruentie aan te tonen met de vooropgestelde hypothese (Fig.16) Patiënt nr. 2: Planning IVEM Tabel 9: Vergelijking VLEZ, MEG, HD-EEG en IVEM Patiënt 2 VLEZ Bronlokalisatie MEG Bronlokalisatie HD-EEG IVEM L O L T + L O L T + buiten cortex Grid: L mes O Diepte: L O L = links, O = occipitaal, T = temporaal, mes = mesiaal Naar aanleiding van de onderzoeken binnen de preheelkundige uitwerking, werd deze patiënt in 2015 besproken op de multidisciplinaire epilepsie chirurgie vergadering. Op basis van de gegevens uit de preheelkundige evaluatie werd er een IVEM gepland. Op de MRI beelden werden afwijkingen subcorticaal occipitaal links gevonden, met corticale onregelmatigheden rond calcarine sulcus. Bij het VEM onderzoek werden ictaal en interictaal ontladingen gevonden ter hoogte van links occipitaal. 30

37 Ook het MEG onderzoek stuurde aan op een occipitale focus, wat leidde tot het plannen van een grid links mesiaal occipitaal tot aan de temporale cortex, en een diepte elektrode links occipitaal. Voor het plannen van de mesiale occipitale grid tot aan de temporale cortex, en van de diepte elektrode was dit resultaat congruent op vlak van lateralisatie en op lobair niveau, aangezien MEG zowel een linker occipitale als een meer temporale regio aanduidde. Ook het HD-EEG onderzoek toonde een scattering in de temporale regio. Na grondig overleg en het bespreken van de risico s van invasieve chirurgie en een eventuele occipitale resectie, besloot de patiënt begin 2016 om de IVEM niet te laten doorgaan en het heelkundig traject te verlaten. 5.3 Patiënt nr. 3 De derde patiënt doorloopt tot op heden de preheelkundige evaluatie. De reeds uitgevoerde preheelkundige onderzoeken konden nog geen duidelijke lokalisatie tonen van de epileptogene zone. Er werden nog geen plannen gemaakt voor een invasieve monitoring Patiënt nr. 3: Analyse sensitiviteit MEG en HD-EEG Tabel 10: IEDs MEG en HD-EEG Patiënt 3 MEG resultaat HD-EEG resultaat IED Links L (F)T L = links, T = temporaal, F = frontaal Voor zowel MEG als HD-EEG werden er IEDs gedetecteerd. De lateralisatie was bij beide onderzoeken congruent; de IEDs waren steeds aanwezig in de linker hemisfeer. Op lobair niveau kon er niet gesproken worden over een overeenkomst, aangezien de IEDs bij MEG verspreid waren over de gehele linker hemisfeer Patiënt nr. 3: Resultaten bronlokalisatie MEG en HD-EEG Tabel 11: Resultaten bronlokalisatie MEG en HD-EEG Patiënt 3 MEG MEG resultaat HD-EEG HD-EEG resultaat Bronlokalisatie scattered L T + L TOJ scattered L T L = links, T = temporaal, TOJ = temporo-occipitale junctie 31

38 A B C Fig.17: A: axiale doorsnede. B: coronale doorsnede. C: saggitale doorsnede. Wit = dipolen met dipooloriëntatie, afkomstig van het MEG onderzoek. Blauw = maxima van de distributies van het HD-EEG onderzoek. 32

39 Het resultaat van de bronlokalisatie toonde een scattering van dipolen bij MEG en HD-EEG, waardoor er niet kon overgegaan worden tot het lokaliseren van de epileptogene zone. Op vlak van lateralisatie was er congruentie, aangezien beide onderzoeken aantoonden dat er links epileptische activiteit aanwezig was. Op lobair en sublobair niveau was er geen congruentie aan te tonen, aangezien beide onderzoeken geen focale regio konden aantonen. Bij HD-EEG beperkte de zone zich tot de temporale kwab, bij MEG strekte deze irritatieve zone zich uit tot extratemporaal (Fig. 17) Patiënt nr. 3: Resultaten MEG en HD-EEG in vergelijking met VLEZ Tabel 12: Resultaten VLEZ, MEG en HD-EEG op basis van klinisch verslag Patiënt 3 VLEZ Bronlokalisatie MEG Bronlokalisatie HD-EEG Links L T + L TOJ L T L = links, T = temporaal, TOJ = temporo-occipitale junctie A B C 33

40 Fig.18: A: axiale doorsnede. B: coronale doorsnede. C: saggitale doorsnede. Wit = dipolen van MEG. Zwart = maxima van de distributies van HD-EEG. Rood = VLEZ Deze patiënt werd nog niet besproken op de epilepsie chirurgie vergadering. Hier werd de hypothese opgesteld op basis van tabel nr. 1 in de bijlage. Bij deze patiënt kon slechts zekerheid bereikt worden over de lateralisatie, namelijk links. Een vergelijking tussen de VLEZ en MEG/HD-EEG was bij deze patiënt erg moeilijk, aangezien er geen goede hypothese kon opgesteld worden, en de resultaten van de bronlokalisaties eveneens gescattered waren. Wat betreft de lateralisatie was de VLEZ congruent met het resultaat van de bronlokalisatie van MEG en HD-EEG (Fig. 18). 5.4 Patiënt nr. 4 De vierde patiënt doorloopt tot op heden de preheelkundige evaluatie. Op basis van de preheelkundige onderzoeken werd een fronto-temporale epilepsie weerhouden. Er werden nog geen plannen gemaakt voor een invasieve monitoring Patiënt nr. 4: Analyse sensitiviteit MEG en HD-EEG Tabel 13: IEDs MEG en HD-EEG Patiënt 4 MEG resultaat HD-EEG resultaat IED / L (F)T + R (F)T T = temporaal, F = frontaal, R = rechts, L = links Gedurende de 1 uur-durende MEG opname werden geen IEDs gedetecteerd. Bij het HD-EEG onderzoek werden IEDs gedetecteerd ter hoogte van de linker en rechter fronto-temporale elektroden. 34

41 5.4.2 Patiënt nr. 4: Resultaten bronlokalisatie MEG en HD-EEG Tabel 14: Resultaten bronlokalisatie MEG en HD-EEG Patiënt 4 MEG MEG resultaat HD-EEG HD-EEG resultaat Bronlokalisatie / / 2 clusters L mes FT + R mes FT L = links, R = rechts, F = frontaal, T = temporaal, mes = mesiaal A B C D Fig. 19: A: axiale doorsnede. B: coronale doorsnede. C: saggitale doorsnede linker hemisfeer. D: saggitale doorsnede rechter hemisfeer. Blauw = maxima van de distributies van HD-EEG Het resultaat van de IED detectie bij HD-EEG leidde tot een bronlokalisatie die links en rechts mesiaal frontotemporaal gelokaliseerd was. Een vergelijking tussen MEG en HD-EEG was hier niet mogelijk aangezien er in het MEG onderzoek geen interictale activiteit werd gedetecteerd, en er dus ook geen bronlokalisatie mogelijk was (Fig. 19) Patiënt nr. 4: Resultaten MEG en HD-EEG in vergelijking met VLEZ Tabel 15: Resultaten MEG en HD-EEG in vergelijking met VLEZ uit klinisch verslag Patiënt 4 VLEZ Bronlokalisatie MEG Bronlokalisatie HD-EEG L FT n.v.t. L mes FT + R mes FT L= links, F = frontaal, T = temporaal, mes = mesiaal. A B C D Fig.20: A: axiale dorsnede. B: coronale doorsnede. C: saggitale doorsnede linker hemisfeer. D: saggitale doorsnede rechter hemisfeer. Blauw/zwart = maxima van de distributies van HD-EEG. Rood = VLEZ 35

Magnetoencefalografie en epilepsie

Magnetoencefalografie en epilepsie Magnetoencefalografie en epilepsie 1 Magnetoencephalography and epilepsy Dr. E. Carrette 1, dr. K. Vonck 2, dr. P. Boon 3 Samenvatting Magnetoencefalografie (MEG) is een functioneel beeldvormend onderzoek

Nadere informatie

Bij epilepsiechirurgie streeft men naar complete verwijdering of disconnectie van de epileptogene zone met behoud van eloquente hersengebieden. Het do

Bij epilepsiechirurgie streeft men naar complete verwijdering of disconnectie van de epileptogene zone met behoud van eloquente hersengebieden. Het do Samenvatting Bij epilepsiechirurgie streeft men naar complete verwijdering of disconnectie van de epileptogene zone met behoud van eloquente hersengebieden. Het doel is immers om de aanvallen te stoppen

Nadere informatie

Frederique Van de Velde

Frederique Van de Velde Evaluatie van functionele connectiviteitsanalyse bij het identificeren van de epileptogene zone in patiënten met refractaire epilepsie Frederique Van de Velde Verhandeling ingediend tot het verkrijgen

Nadere informatie

Nascholing epilepsie. De niet-medicamenteuze behandelmethode - epilepsiechirurgiebij. Inleiding

Nascholing epilepsie. De niet-medicamenteuze behandelmethode - epilepsiechirurgiebij. Inleiding Nascholing epilepsie Platform epilepsieverpleegkundigen i.s.m. SEPION De niet-medicamenteuze behandelmethode - epilepsiechirurgiebij kinderen Verpleegkundig specialist Janine Ophorst- van Eck 13 juni 2014

Nadere informatie

Informatiebrochure: chirurgie voor moeilijk te behandelen epilepsie

Informatiebrochure: chirurgie voor moeilijk te behandelen epilepsie Informatiebrochure: chirurgie voor moeilijk te behandelen epilepsie Wat is een epileptische aanval en wat is epilepsie? De hersenen bestaan uit grijze en witte stof. De grijze stof ligt aan de buitenkant

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 161 28-12-2009 09:42:54 nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 162 28-12-2009 09:42:54 Beeldvorming van Alzheimerpathologie in vivo:

Nadere informatie

De correlatie tussen postoperatieve video-eeg monitoring en de outcome na chirurgie voor refractaire epilepsie.

De correlatie tussen postoperatieve video-eeg monitoring en de outcome na chirurgie voor refractaire epilepsie. Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen 2de jaar Master Biomedische Wetenschappen De correlatie tussen postoperatieve video-eeg monitoring en de outcome na chirurgie voor refractaire epilepsie.

Nadere informatie

HANNEKE RONNER ALBERT COLON

HANNEKE RONNER ALBERT COLON VUmc Basispresentatie Epilepsiechirurgie: indicatie en EEG diagnostiek HANNEKE RONNER ALBERT COLON KNF dagen 2016 Doel epilepsiechirurgie Aanvalsvrijheid Verwijderen of disconnecteren van de epileptogene

Nadere informatie

De diagnose en behandeling van moeilijk behandelbare epilepsie. info voor de patiënt. hoofd, hals en zenuwstelsel

De diagnose en behandeling van moeilijk behandelbare epilepsie. info voor de patiënt. hoofd, hals en zenuwstelsel hoofd, hals en zenuwstelsel info voor de patiënt De diagnose en behandeling van moeilijk behandelbare epilepsie UZ Gent, Referentiecentrum voor Refractaire Epilepsie (RCRE), Centrum voor Neurofysiologische

Nadere informatie

EEG en MEG bij de diagnostiek van cognitieve stoornissen

EEG en MEG bij de diagnostiek van cognitieve stoornissen EEG en MEG bij de diagnostiek van cognitieve stoornissen Alida A. Gouw Neuroloog / klinisch neurofysioloog VU medisch centrum Dementie Update 2018 Disclosures Research support van Boehringer Ingelheim

Nadere informatie

DE CORRELATIE TUSSEN POSTOPERATIEVE VIDEO-EEG REGISTRATIE EN OUTCOME NA CHIRURGIE VOOR REFRACTAIRE EPILEPSIE

DE CORRELATIE TUSSEN POSTOPERATIEVE VIDEO-EEG REGISTRATIE EN OUTCOME NA CHIRURGIE VOOR REFRACTAIRE EPILEPSIE FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar 2013-2014 DE CORRELATIE TUSSEN POSTOPERATIEVE VIDEO-EEG REGISTRATIE EN OUTCOME NA CHIRURGIE VOOR REFRACTAIRE EPILEPSIE Toon ALLAEYS Promotor:

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 188 Type 1 Diabetes and the Brain Het is bekend dat diabetes mellitus type 1 als gevolg van hyperglykemie (hoge bloedsuikers) kan leiden tot microangiopathie (schade aan de kleine

Nadere informatie

SAMENVATTING Hoofdstuk 1 Introductie.

SAMENVATTING Hoofdstuk 1 Introductie. SAMENVATTING Hoofdstuk 1 Introductie. Bij mensen met medicamenteus onbehandelbare temporaalkwab epilepsie is epilepsie chirurgie een zeer goede behandelmogelijkheid. Het besluit om iemand wel of niet te

Nadere informatie

Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch

Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch perspectief Inleiding De ziekte van Alzheimer wordt gezien als een typische ziekte van de oudere leeftijd, echter

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord. Chapter 7

Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord. Chapter 7 Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord Cognitieve dysfunctie bij glioompatiënten Onderliggende mechanismen en consequenties Jaarlijks wordt bij 800 mensen in Nederland

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting HET BEGRIJPEN VAN COGNITIEVE ACHTERUITGANG BIJ MULTIPLE SCLEROSE Met focus op de thalamus, de hippocampus en de dorsolaterale prefrontale cortex Wereldwijd lijden ongeveer 2.3

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Door de ontwikkelingen in de zorg voor te vroeg geboren kinderen zijn de overlevingskansen van deze kinderen de afgelopen decennia fors toegenomen. Desondanks

Nadere informatie

DE PREDICTIEVE WAARDE VAN POST- OPERATIEVE VIDEO-EEG REGISTRATIE VOOR DE OUTCOME VAN EPILEPSIE CHIRURGIE

DE PREDICTIEVE WAARDE VAN POST- OPERATIEVE VIDEO-EEG REGISTRATIE VOOR DE OUTCOME VAN EPILEPSIE CHIRURGIE DE PREDICTIEVE WAARDE VAN POST- OPERATIEVE VIDEO-EEG REGISTRATIE VOOR DE OUTCOME VAN EPILEPSIE CHIRURGIE Aantal woorden: 11.764 Liese Vansant Stamnummer: 01204956 Promotor: Prof. dr. Alfred Meurs Masterproef

Nadere informatie

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de Rick Helmich Cerebral Reorganization in Parkinson s disease (proefschrift) Nederlandse Samenvatting De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

Nadere informatie

CHIRURGIE. Epilepsiechirurgie. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

CHIRURGIE. Epilepsiechirurgie. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde CHIRURGIE Epilepsiechirurgie Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde Inhoudsopgave INHOUD 1. Inleiding 3 2. Organisatie van het epilepsiechirurgietraject 4 3. Het epilepsiechirurgietraject

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 080237 Henneman boek.indb 171 03-11-2008 10:57:48 172 Samenvatting en conclusies In de algemene introductie van dit proefschrift worden de verschillende niet-invasieve technieken

Nadere informatie

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Achtergrond De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer (Alzheimer s disease - AD) is een neurodegeneratieve ziekte

Nadere informatie

Najaarsvergadering NVKNF UPDATE. Willemiek Zweiphenning

Najaarsvergadering NVKNF UPDATE. Willemiek Zweiphenning 24.11.2017 Najaarsvergadering NVKNF UPDATE Willemiek Zweiphenning W.J.E.Zweiphenning@umcutrecht.nl Inhoudsopgave Epilepsie Chirurgie Algemeen ioecog tailoring Wat zijn HFOs? HFO-studie Praktische Aspecten

Nadere informatie

Het programma Epilepsie en ontwikkelingsstagnatie van DIAGNOSE Kempenhaeghe richt zich op kinderen die kampen met een

Het programma Epilepsie en ontwikkelingsstagnatie van DIAGNOSE Kempenhaeghe richt zich op kinderen die kampen met een Het programma Epilepsie en ontwikkelingsstagnatie van Kempenhaeghe richt zich op kinderen die kampen met een moeilijk behandelbare epilepsie en een ontwikkelingsstagnatie. Daarnaast kan er sprake zijn

Nadere informatie

Chirurgie kan een uitweg bieden

Chirurgie kan een uitweg bieden Azimuz Zorg, onderzoek en ontwikkeling 4 PRIMUS INTER PARES Epilepsie optimaal behandelen blijft tot op vandaag een belangrijke uitdaging voor huisarts en specialist. De patiënt aanvalsvrij houden, staat

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20126 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dumas, Eve Marie Title: Huntington s disease : functional and structural biomarkers

Nadere informatie

Epilepsie bij kinderen Voorstellen kind met aanvallen volgens de nieuwe classificatie en 1e stap in de behandeling. Symposium 2 juni 2018 sessie 1

Epilepsie bij kinderen Voorstellen kind met aanvallen volgens de nieuwe classificatie en 1e stap in de behandeling. Symposium 2 juni 2018 sessie 1 Epilepsie bij kinderen Voorstellen kind met aanvallen volgens de nieuwe classificatie en 1e stap in de behandeling. Symposium 2 juni 2018 sessie 1 Marleen Arends Epilepsieconsulent Martiniziekenhuis Groningen

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Klinische toepassingen van magneto-encefalografie, in het bijzonder bij epilepsiechirurgie

Klinische toepassingen van magneto-encefalografie, in het bijzonder bij epilepsiechirurgie N E U R O L O G I E Klinische toepassingen van magneto-encefalografie, in het bijzonder bij epilepsiechirurgie T R E F W O O R D E N MEG; EPILEPSIE; EPILEPSIECHIRURGIE; PRECHIRURGISCHE EPILEPSIE-EVALUATIE;

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

Je gaat het pas zien als je het doorhebt. (Johan Cruijff)

Je gaat het pas zien als je het doorhebt. (Johan Cruijff) Je gaat het pas zien als je het doorhebt. (Johan Cruijff) Chapter 6 NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 6 Nederlandse samenvatting Multiple sclerose (MS) is een neuro-inflammatoire en neurodegeneratieve

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 101 Chapter 7 SAMENVATTING Maligne tumoren van de larynx en hypopharynx ( keelkanker ) zijn de zesde meest voorkomende type kankers van het hele lichaam, en de meest voorkomende

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Doelstelling: nagaan in hoeverre er verschillen optreden in de hersenactiviteit door het gebruik van de ChromaGen filters van de Xlens.

Doelstelling: nagaan in hoeverre er verschillen optreden in de hersenactiviteit door het gebruik van de ChromaGen filters van de Xlens. Antwerpen, juni 2011 Kwantitatieve EEG analyses lezen met/zonder Xlens. Doelstelling: nagaan in hoeverre er verschillen optreden in de hersenactiviteit door het gebruik van de ChromaGen filters van de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) (summary in Dutch) Type 2 diabetes is een chronische ziekte, waarvan het voorkomen wereldwijd fors toeneemt. De ziekte wordt gekarakteriseerd door chronisch verhoogde glucose spiegels, wat op den duur

Nadere informatie

De ziekte van Alzheimer is een neurodegeneratieve aandoening en de meest voorkomende

De ziekte van Alzheimer is een neurodegeneratieve aandoening en de meest voorkomende Nederlandse samenvatting Ontsteking bij de ziekte van Alzheimer in vivo kwantificatie Achtergrond De ziekte van Alzheimer is een neurodegeneratieve aandoening en de meest voorkomende vorm van dementie.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Het doel van dit proefschrift was om te onderzoeken of klinische verschijnselen (fysieke beperkingen en cognitieve stoornissen) bij MS verklaard konden worden door verstoring van functionele hersenennetwerken

Nadere informatie

Ontwikkelingen op het gebied van MRI bij endometriose

Ontwikkelingen op het gebied van MRI bij endometriose Nederlandse samenvatting Ontwikkelingen op het gebied van MRI bij endometriose Chapter 9 148 Naar schatting lijdt ongeveer 10% van alle vrouwen in de vruchtbare levensjaren aan endometriose. Er zijn verschillende

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue

Nadere informatie

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Epilepsie. rkz.nl

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Epilepsie. rkz.nl Patiënteninformatie Epilepsie rkz.nl Wat is het en waar heb je last van? Epilepsie is een hersenaandoening die het gevolg is van een plotselinge, tijdelijke verstoring van het elektrisch evenwicht in de

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 153 Tubereuze sclerose complex (TSC), ook wel de ziekte van Bourneville-Pringle genoemd, is een aandoening die zich manifesteert in verscheidene organen, waaronder de hersenen. TSC is een

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21763 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fortes, Wagner Rodrigues Title: Error bounds for discrete tomography Issue Date:

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY

NEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY Introductie De ziekte van Parkinson werd als eerste beschreven door James Parkinson in 1817. Inmiddels is er veel onderzoek gedaan naar de ziekte van Parkinson, maar

Nadere informatie

DE ROL VAN MAGNETISCHE RESONANTIE BEELDVORMING IN DE UITWERKING VAN EPILEPSIE

DE ROL VAN MAGNETISCHE RESONANTIE BEELDVORMING IN DE UITWERKING VAN EPILEPSIE FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar 2009-2010 DE ROL VAN MAGNETISCHE RESONANTIE BEELDVORMING IN DE UITWERKING VAN EPILEPSIE Julie SCHATTEMAN Promotor: Prof. Dr. K. Deblaere Scriptie

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 11 Chapter 11 Traumatisch hersenletsel is de meest voorkomende oorzaak van hersenletsel in onze samenleving. Naar schatting komt traumatisch hersenletsel jaarlijks voor in 235

Nadere informatie

Samenvattingen en Conclusies

Samenvattingen en Conclusies De algemene inleiding van het proefschrift (Hoofdstuk 1) beschrijft de epidemiologie van CAD wereldwijd, en specifiek in Nederland. De onderliggend principes van atherosclerose vorming en progressie worden

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 203 Nederlandse samenvatting Wittere grijstinten Klinische relevantie van afwijkingen in de grijze stof in multipele sclerose, zoals afgebeeld met MRI Multipele sclerose (MS) is

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

2. KOSTENEFFECTIVITEIT PET/CT IN STADIUM III/IV PATIËNTEN (met behulp van scenario analyses)

2. KOSTENEFFECTIVITEIT PET/CT IN STADIUM III/IV PATIËNTEN (met behulp van scenario analyses) 411 412 413 414 415 416 417 418 419 420 421 422 423 424 425 426 427 428 429 430 431 432 433 434 435 436 437 438 439 440 441 442 443 444 445 446 447 448 449 450 451 452 453 454 455 456 457 458 459 2. KOSTENEFFECTIVITEIT

Nadere informatie

Achtergrond. capitatum lunatum. trapezoideum. duim scafoïd. pink. trapezium

Achtergrond. capitatum lunatum. trapezoideum. duim scafoïd. pink. trapezium Chapter 11 Samenvatting Achtergrond Het scafoïd (scaphoideum) is een van de 8 handwortelbeenderen en vormt de belangrijkste schakel tussen de hand en pols (Figuur 11.1). Scafoïdfracturen komen veel voor

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De laborant bewaakt het maken van de MRI-scans en kan na afloop met computertechnieken de beelden nog op allerlei manieren manipuleren.

De laborant bewaakt het maken van de MRI-scans en kan na afloop met computertechnieken de beelden nog op allerlei manieren manipuleren. MRI-scan Inleiding Voor een goede bescherming zijn de hersenen opgeborgen in de schedel en het ruggenmerg in de wervelkolom. Door deze goed beschutte positie zijn ze echter ook weinig toegankelijk voor

Nadere informatie

Kinder epilepsie syndromen. Mieke Daamen Verpleegkundig specialist Kempenhaeghe

Kinder epilepsie syndromen. Mieke Daamen Verpleegkundig specialist Kempenhaeghe Kinder epilepsie syndromen Mieke Daamen Verpleegkundig specialist Kempenhaeghe Opbouw presentatie Korte kennistoets 3 casus Heb je vragen, stel ze gerust! Korte kennistoets Hoe vaak komt epilepsie bij

Nadere informatie

EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington

EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington In Nederland wordt het aantal patiënten met dementie geschat op meer

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie 255 256 De twee hersenhelften, de hemisferen, van het menselijke brein verschillen zowel in vorm als in functie. In sommige hersenfuncties, zoals

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Elektro-encefalografie is een techniek die de elektrische activiteit registreert geproduceerd door synchroon vurende neuronen in de hersenen opgemeten door elektroden geplaatst

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Summary in Dutch / Nederlandse Samenvatting. Chapter 7

Summary in Dutch / Nederlandse Samenvatting. Chapter 7 Summary in Dutch / Nederlandse Samenvatting Chapter 7 Chapter 7 3D en Subtractie MRI bij MS: Verbeterde detectie van spatiotemporele ziekteactiviteit Multiple sclerosis (MS) is een inflammatoire, demyeliniserende

Nadere informatie

Samenvatting. Chapter 10

Samenvatting. Chapter 10 Chapter 10 SAMENVATTING Het functioneren van patiënten met een ischemische cardiomyopathie (pompfunctiestoornis van het hart door chronisch zuurstofgebrek) kan verbeteren door revascularisatie van disfunctionele,

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

Epilepsiechirurgie Voorbereidingstraject

Epilepsiechirurgie Voorbereidingstraject Academisch Centrum voor Epileptologie Kempenhaeghe & Maastricht UMC+ Epilepsiechirurgie Voorbereidingstraject Operatieve behandeling van epilepsie Voor sommige mensen met epilepsie lukt het niet om medicijnen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39720 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hafkemeijer, Anne Title: Brain networks in aging and dementia Issue Date: 2016-05-26

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

prof.dr. E. Achten, MD, PhD, afdeling Neuroradiologie, Universiteit van Gent

prof.dr. E. Achten, MD, PhD, afdeling Neuroradiologie, Universiteit van Gent PERSONALIA prof.dr. E. Achten, MD, PhD, afdeling Neuroradiologie, Universiteit van Gent drs. J.J. Ardesch, neuroloog, Stichting Epilepsie Instellingen Nederland, Zwolle prof.dr. P. Boon, Dienst Neurologie,

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie

epilepsiechirurgie bij kinderen vaker, sneller, beter?

epilepsiechirurgie bij kinderen vaker, sneller, beter? epilepsiechirurgie bij kinderen vaker, sneller, beter? Kees Braun UMC Utrecht Hersencentrum Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 9 SAMENVATTING Hoofdstuk 1 bevat een korte inleiding over het diagnostische proces en er worden twee van de meest gebruikte diagnostische beeldvormende

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting

CHAPTER 8. Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien

Nadere informatie

Samenvatting. Nijkeuter_V4.indd :10:09

Samenvatting. Nijkeuter_V4.indd :10:09 Nijkeuter_V4.indd 137 02-05-2007 15:10:09 Een longembolie is een potentieel fatale aandoening waarbij vroege herkenning en het starten van behandeling met anticoagulantia mortaliteit kan doen voorkomen.

Nadere informatie

Neuroanatomical changes in patients with loss of visual function Prins, Doety

Neuroanatomical changes in patients with loss of visual function Prins, Doety Neuroanatomical changes in patients with loss of visual function Prins, Doety IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

Kinderepilepsie in beeld. Nynke Doornebal Kinderarts - kinderneuroloog

Kinderepilepsie in beeld. Nynke Doornebal Kinderarts - kinderneuroloog Kinderepilepsie in beeld Nynke Doornebal Kinderarts - kinderneuroloog Kenmerken van epilepsie: 1. Excessieve ontlading van populatie neuronen 2. Onwillekeurige, aanvalsgewijs optredende motorische, sensibele,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/37040 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Ercan, Ayşe Ece Title: Diffusion-weighted MRS and MRI : methods and neuro applications

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44147 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Berg, Nynke van den Title: Advancing surgical guidance : from (hybrid) molecule

Nadere informatie

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural

Nadere informatie

Chapter 15. Samenvatting

Chapter 15. Samenvatting Chapter 15 Samenvatting Chapter 15 316 Samenvatting Deel I In Nederland worden ieder jaar ongeveer 14.000 kinderen te vroeg (prematuur) geboren, dat wil zeggen bij een zwangerschapsduur van minder dan

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Lesies in het verbonden brein: een netwerk perspectief op hersentumoren en lokalisatiegebonden epilepsie In hoofdstuk 1 worden klinische aspecten van gliomen besproken, een type

Nadere informatie

Procedure voor de verwerking van een aanvraag tot onderzoek

Procedure voor de verwerking van een aanvraag tot onderzoek Procedure voor de verwerking van een aanvraag tot onderzoek A Doel De doelstelling van deze procedure is het waarborgen van een standaardverloop bij aanvragen tot het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Sniffing out Parkinson s disease. Samenvatting

Sniffing out Parkinson s disease. Samenvatting Samenvatting 139 Samenvatting De eerste beschrijving van een reukstoornis bij de ziekte van Parkinson (ZvP) dateert uit 1975. Sindsdien is het duidelijk geworden dat Parkinson-patiënten reukstoornissen

Nadere informatie

de verzwakkingscorrectie uit te voeren op basis van de berekende verzwakkingscorrectie.

de verzwakkingscorrectie uit te voeren op basis van de berekende verzwakkingscorrectie. De ultieme uitdaging in het veld van neurowetenschappelijk onderzoek is om te begrijpen wat de biologische basis is van emoties, cognitie en, uiteindelijk, van bewustzijn. Het verkennen van de menselijke

Nadere informatie

PLS is een broertje van ALS

PLS is een broertje van ALS PLS is een broertje van ALS Juni 2018 Wetenschappelijk onderzoek specifiek naar primaire laterale sclerose (PLS) gebeurt slechts op zeer kleine schaal. Deze motorneuronziekte is zo zeldzaam, dat het moeilijk

Nadere informatie

Neuropsychologisch onderzoek

Neuropsychologisch onderzoek Neuropsychologisch onderzoek Wat is het neuropsychologisch onderzoek? Het neuropsychologisch onderzoek brengt het cognitief functioneren in kaart door middel van tests, oefeningen en observatie. Functies

Nadere informatie

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING In dit proefschrift is de voorspellende waarde van magnetic resonance imaging (MRI)-parameters voor het optreden van een lokaal recidief larynxcarcinoom

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Wassenberg, W. J. G. V. D. (2008). Multichannel EEG: towards applications in clinical neurology. s.n.

Citation for published version (APA): Wassenberg, W. J. G. V. D. (2008). Multichannel EEG: towards applications in clinical neurology. s.n. University of Groningen Multichannel EEG Wassenberg, Wilhelmina Johanna Gerarda van de IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it.

Nadere informatie

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) Uw kenmerk : - Bijlagen : - Geachte minister, In het overleg op 27 september met de leiding van de Gezondheidsraad bracht u

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Op het scherp van de snede

Op het scherp van de snede Op het scherp van de snede Naam: Arnaud Vincent Functie: Neurochirurg, ErasmusMC, Rotterdam Neurochirugie Inleiding/geschiedenis functies hersenen methoden/techniek operaties In de hersenen: GLIOMEN Rondom

Nadere informatie

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik makend van GPS- en Versnellingsmeterdata The relationship Between the Physical Environment and Physical Activity in Children

Nadere informatie

Epilepsie chirurgie EPILEPSIECHIRURGIE

Epilepsie chirurgie EPILEPSIECHIRURGIE EPILEPSIECHIRURGIE Prof. dr. O. van Nieuwenhuizen, hoogleraar kinderneurologie (Lid van de Nederlandse Werkgroep voor epilepsiechirurgie; in het bijzonder belast met de zorg voor pediatrische operatiekandidaten)

Nadere informatie