Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren"

Transcriptie

1 Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren Naam: Danielle Pronk Studentnummer: Begeleider: prof. mr. A.H.L. de Becker Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Masterscriptie Arbeidsrecht Den Haag, mei 2015

2 Danielle Pronk Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Afkortingenlijst... 4 Inleiding... 5 Hoofdstuk 1: Historie ambtenaar en collectief overleg Oorsprong van de ambtenarenstatus De ontwikkeling van de ambtenarenstatus in Nederland Invoering Ambtenarenwet: ambtenaren met gezag Handelingsambtenaren De weg naar normalisering Ontwikkeling van het collectief overleg bij de overheid Collectieve actie als basis van collectief ambtenarenrecht Overeenstemmingsvereiste Centraal georganiseerd overleg Sectoroverleg Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid Hoofdstuk 2: Werking en bevoegdheden ten aanzien van collectieve arbeidsvoorwaarden van de gemeente Decentralisatie Autonome gemeente bestuur en bevoegdheden Vaststellen arbeidsvoorwaarden binnen gemeenten CAR, UWO en lokaal overleg Hoofdstuk 3: Normalisering van de rechtspositie van ambtenaren Ontwikkeling normalisering Wetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren Definiëring normalisering Definiëring ambtenaren Normalisering collectief overleg Hoofdstuk 4: Het sluiten van cao s bij de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren

3 Masterscriptie Arbeidsrecht 4.1 Optie één: Centraal vaststellen door de Rijksoverheid Centrale cao op rijksniveau Uitvaardigen van richtsnoeren Budgetsturing Kaderstellende rol en toetsing achteraf Argumenten voor het centraal sluiten van een cao of geven van richtsnoeren op Rijksniveau Indeling Rijk en Gemeenten: gelijkstelling marktsector Uniform beleid en tegengaan concurrentie Invloed via richtsnoeren Budgetrecht Argumenten tegen het centraal sluiten van een cao of geven van richtsnoeren op Rijksniveau Sectorenmodel Gelijkwaardige positie partijen in onderhandelingen De wens tot invloed arbeidsvoorwaarden vanuit het Rijk Optie twee: Centraal sluiten van een cao door overkoepelende werkgeversorganisaties op gemeentelijk niveau Argumenten ten aanzien van het sluiten van een cao door overkoepelende werkgeversorganisaties op gemeentelijk niveau Optie drie: Het sluiten van cao s op lokaal niveau per gemeente Voordelen sluiten cao s op gemeentelijk (lokaal) niveau Nadelen sluiten cao s op gemeentelijk (lokaal) niveau Optie vier: Samenwerkende gemeenten bij het sluiten van cao s Argumenten ten aanzien van het sluiten van een cao door samenwerkende gemeenten De beste optie voor het sluiten van een cao bij de gemeente Conclusie Literatuurlijst

4 Danielle Pronk Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren Voorwoord Mijn interesse voor het ambtenarenrecht is al vroeg ontstaan. Mijn beide ouders werken bij de rijksoverheid, waar mijn vader personeelsadviseur is. Na mijn HBO-opleiding ben ik zelf gaan werken binnen het ambtenarenrecht, op een juridische expertiseafdeling. In deze periode werd het wetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren ingediend. Het besef wat dit wetsvoorstel teweeg kon brengen, kwam al gauw bij mij naar boven. Vanuit mijn ambitie ben ik verder gaan studeren na mijn HBO. Na het schakelprogramma heb ik gekozen voor een Master arbeidsrecht bij de Universiteit van Amsterdam. Ook hier bleek een voorliefde voor het arbeidsrecht, waarbij de overheid als arbeidsorganisatie mij intrigeerde. Na gesprekken met mijn vader over de problemen die de normalisatie teweeg konden brengen, besloot ik hier een scriptie over te schrijven. Voor een beperking van mijn onderwerp heb ik besloten mij te richten op de problematiek van de vertegenwoordiging van de overheid als werkgever bij collectieve arbeidsovereenkomsten. De gemeenten boden mij de meeste mogelijkheden, met name door de autonome positie en diversiteit binnen gemeenten. Nu ligt hier voor u het resultaat van mijn ambitie, mijn masterscriptie. Ik wil mijn begeleider, de heer de Becker, danken voor de hulp en vele goede opmerkingen, die op een korte termijn gegeven zijn. Daarnaast bedank ik mijn ouders voor het mogelijk en waarmaken van mijn ambitie en mijn schoonouders voor het lezen en aanwijzingen geven bij de totstandkoming van deze scriptie. Als laatste bedank ik mijn steun en toeverlaat, zonder mijn lieve man was ik nooit zover gekomen. Danielle van Heyningen-Pronk, s-gravenhage mei

5 Masterscriptie Arbeidsrecht Afkortingenlijst ABB Ambtelijk en Bestuurlijk Beraad AMvB Algemene Maatregel van Bestuur ARAR Algemeen Rijksambtenaren Reglement avv algemeen verbindend verklaring AW Ambtenarenwet Awb Algemene wet bestuursrecht B&W (college van) burgemeester en wethouders BW Burgerlijk Wetboek BZK Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties cao collectieve arbeidsovereenkomst CAR collectieve arbeidsvoorwaardenregeling CCGOA Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg arbeidsvoorwaarden CRvB Centrale Raad van Beroep CvA College voor Arbeidszaken ESH Europees Sociaal Handvest GO georganiseerd overleg Gw Grondwet HR Hoge Raad der Nederlanden IBO Interdepartementaal beleidsonderzoek LOGA Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden NJV Nederlandse Juristen Vereniging OCW Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OOW overheidswerknemers onder de werknemersverzekeringen ROP Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid RvS Raad van State SCO Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel UWO uitwerkingsovereenkomst VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten VSO Verbond Sectorwerkgevers ZPW Zelfstandige Publieke Werkgevers 4

6 Danielle Pronk Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren Inleiding De ambtenaar heeft een aparte status in het Nederlandse rechtsstelsel. Al vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw wordt gepleit voor het afschaffen van de bijzondere status van ambtenaren. 1 In 2010 hebben de Tweede Kamerleden van Hijum en Koşer Kaja vervolg gegeven aan de ontwikkeling in het Nederlandse ambtenarenrecht door het indienen van het wetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren. 2 Het wetsvoorstel is begin 2014 aangenomen in de Tweede Kamer. Het collectieve ambtenarenrecht is tevens geëvolueerd eind vorige eeuw. Na een hoorplicht voor ambtenaren kwam een overlegplicht en uiteindelijk een overeenstemmingsvereiste. Het normaliseren van de rechtspositie van ambtenaren brengt de vraag met zich mee hoe de collectieve onderhandelingen gaan plaatsvinden en aansluiting vinden bij de marktsector. Het sluiten van cao s bij de Rijksoverheid zal wellicht niet veel problemen opleveren, gezien de verantwoordelijke ministers voor het binnenlands bestuur en de financiën. Binnen de gemeente rijst echter de vraag hoe de autonome positie het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten tussen verschillende gemeenten mogelijk maakt. Wie is verantwoordelijk voor het sluiten van een cao en op welke wijze kan dit het beste gedaan worden op gemeentelijk niveau? Dit bracht mij tot de volgende probleemstelling: op welke manier kunnen autonome gemeenten zich verbinden om collectieve arbeidsvoorwaarden na te leven na normalisering van de rechtspositie van ambtenaren? Het doel van deze scriptie is een advies voor de wijze van het vaststellen van collectieve arbeidsvoorwaarden door diverse autonome gemeenten. Ik beperk mij tot het bespreken van het sluiten van cao s die bindend zijn voor de gemeente, waarbij de problematiek rondom de gebonden werknemer buiten beschouwing blijft. Daarnaast blijven buiten beschouwing de redenen voor het invoeren van tweezijdigheid in arbeidsovereenkomsten met de overheid, de ontslagbescherming na normalisering en de (redenen tot) uitzondering van bepaalde groepen ambtenaren. Tot het bereiken van het antwoord op de probleemstelling bespreek ik eerst de historie van het ambtenarenrecht en de evolutie van het collectief overleg in hoofdstuk één. Gekeken wordt 1 Zie bijvoorbeeld: de Jong & Niessen, Bestaat er aanleiding de rechtspositionele verschillen tussen ambtenaren en civielrechtelijke werknemers te handhaven?, in: Handelingen der Nederlandse Juristen-Vereniging, Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr 1. 5

7 Masterscriptie Arbeidsrecht naar de opkomst van het sectorenmodel en overeenstemmingsvereiste. In hoofdstuk twee ga ik dieper in op de autonomie van gemeenten, waarbij het collectief overleg en de bevoegdheid van het bestuur binnen de gemeente aan bod komen. Vervolgens wordt in hoofdstuk drie de ontwikkeling ten aanzien van de normalisatie van de rechtspositie van ambtenaren besproken, met als sluitstuk het wetsvoorstel van Koşer Kaja en van Hijum. In hoofdstuk vier komen de verschillende mogelijkheden tot het sluiten van cao s bij de gemeente aan bod, waarna ik adviseer op welke wijze de gemeente zich kan verbinden om collectieve arbeidsvoorwaarden na te leven. Tot slot wordt in de conclusie antwoord gegeven op de probleemstelling. 6

8 Hoofdstuk 1: Historie ambtenaar en collectief overleg Danielle Pronk Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren 1.1 Oorsprong van de ambtenarenstatus De overheid is verplicht tot het stellen van regels inzake de rechtstoestand van ambtenaren zoals omschreven in artikel 125 lid 1 Ambtenarenwet (AW). Deze verplichting komt voort uit de bijzondere positie die is gecreëerd voor ambtenaren. In de achttiende eeuw is de ontwikkeling met betrekking tot tewerkstelling met een ambtelijke status begonnen. Friedrich Wilhelm I van Pruisen was de eerste heerser die heeft getracht aangepaste voorwaarden te creëren voor zijn naaste adviseurs. De bedoeling van deze voorwaarden was het binden van de adviseurs, zodat zij zich niet tegen de koning zouden keren of in opstand zouden komen. Dit kwam voort uit de Franse revolutie die eind achttiende eeuw plaatsvond, de naaste adviseurs van de Koning zich tegen hem keerden en in opstand kwamen. Friedrich Wilhelm I heeft de bijzondere positie van deze adviseurs erkend, zij moesten deugdelijk handelen waarbij het dienen van de publieke zaak voorop stond. 3 Tegenover de loyaliteit die de Pruisische heerser verwachtte, werd een beschermingsmechanisme ingesteld. Friedrich Wilhelm I heeft in 1794 voor het eerst de bijzondere relatie tussen ambtenaren en de overheid vastgelegd in regelgeving. Ambtenaren kregen een vast dienstverband en een pensioen. Ontslag was alleen mogelijk bij in de wet genoemde voorwaarden. In ruil voor deze vastigheid vroeg de Koning loyaliteit, de ambtenaren moesten een eed afleggen. 4 Deze vorm van eenzijdig dienstverband is de basis voor de bijzondere status van ambtenaren in veel Europese landen, zo ook in Nederland. In 1873 heeft Duitsland het Reichbeambtengesetz ingevoerd. In deze wet is de bijzondere positie voor ambtenaren in Duitsland vastgelegd. De ambtenaar kreeg een vast dienstverband en kon alleen ontslagen worden om redenen in wetgeving bepaald. Dat waren hoofdzakelijk disciplinaire redenen. Duitsland liet met de invoering van deze wet een omslag zien. De loyaliteit van ambtenaren was niet meer ten aanzien van één persoon, maar gericht op het Rijk. Deze omslag bood de ambtenaren bescherming tegen politieke willekeur. De ambtenaren waren door de wet niet meer gekoppeld aan een politieke stroming of machtspersoon, maar aan de staat. Hierop volgden andere landen in Europa met 3 Zie ook: De Becker & Deckers, Normalisering van de ambtelijke status, TRA 2013/33, 2 [online]. 4 Zie voor verwijzing hiernaar: Krabbe, Welke is de aard der rechtsverhouding van den Staat tot zijn ambtenaren, in: Handelingen der Nederlandse Juristen Vereeniging, 1897, p

9 Masterscriptie Arbeidsrecht ambtenarenwetten (of wetten vergelijkbaar met een ambtenarenwet). 5 Nederland volgde in 1929 met de Ambtenarenwet van De ontwikkeling van de ambtenarenstatus in Nederland Invoering Ambtenarenwet: ambtenaren met gezag Vóór het vaststellen van de ambtenarenstatus kwam het dilemma van afbakening van de ambtelijke status naar voren. 7 In 1897 betoogde Krabbe dat de rechtsverhouding tussen staat en ambtenaar op een eenzijdige rechtshandeling rust en publiekrechtelijk van aard is, ambtenaren kunnen met een publiekrechtelijk contract tewerkgesteld worden in de publieke sector. 8 Fokker betoogde echter in hetzelfde jaar dat een scheiding tussen de ambtenaar die publieke diensten verricht en de ambtenaar die zijn arbeidskracht tijdelijk ter beschikking van de Staat zal stellen op basis van een burgerrechtelijke verhouding moeilijk is te maken. 9 Van belang voor het bepalen van de speciale status van ambtenaar was in ieder geval het uitoefenen van openbaar gezag, waarbij het gezag bij de overheid blijft, het aanpassen van de dienstbetrekking omwille van maatschappelijke omstandigheden en bescherming tegen politieke willekeur. In deze periode zijn een aantal staatscommissies ingesteld ten behoeve van het onderzoek naar de rechtspositie van de ambtenaar. 10 Als lex specialis van artikel 19 lid 2 Grondwet (Gw) is in artikel 109 Gw bepaald dat de rechtspositie van ambtenaren bij wet dient te worden geregeld. De AW is de uitvoering van artikel 109 Gw, waarmee in 1929 de grondslag voor de ambtelijke status kwam in formele wet kwam vast te liggen. In artikel 1 AW werd opgenomen dat degene die is aangesteld in openbare dienst werkzaam te zijn, ambtenaar is. Dit hield in dat de wetgever ervoor heeft gekozen de rechtspositie van een werknemer die is aangesteld in openbare dienst werkzaam te zijn, een publiekrechtelijke te laten zijn. 11 Uit artikel 1 AW blijkt tevens dat het parlement ervoor heeft gekozen geen onderscheid te maken tussen ambtenaren die gezag uitoefenden en zogenaamde handelingsambtenaren, slechts een onderscheid tussen een aanstelling op basis van 5 Bijvoorbeeld: Denemarken met Ambtenarenwet van 11 oktober 1919, België met het Rijksambtenarenstatuut in 1937, Frankrijk met de Ambtenarenwet van Wet van 12 december 1929, Stb. 1929, De discussie vanaf eind 19 e eeuw, zie: Krabbe & Fokker Welke is de aard der rechtsverhouding van den Staat tot zijn ambtenaren, in: Handelingen der Nederlandse Juristen Vereeniging, 1897, p Zie voor vermelding ook: De Becker & Deckers, Normalisering van de ambtelijke status, TRA 2013/33, 2 [online]. 8 Krabbe, Welke is de aard der rechtsverhouding van den Staat tot zijn ambtenaren, in: Handelingen der Nederlandse Juristen Vereeniging, 1897, p Fokker, Welke is de aard der rechtsverhouding van den Staat tot zijn ambtenaren, in: Handelingen der Nederlandse Juristen Vereeniging, 1897, p Onder andere: Staatscommissie Dresselhuys 1919, Staatscommissie Stork 1918, Staatscommissie Versteeg 1915 en Staatscommissie Veegens Zie ook: De Becker & Deckers, Normalisering van de ambtelijke status, TRA 2013/33, 2 [online]. 8

10 Danielle Pronk Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren publiekrecht (aangesteld door de staat, werkzaam in een openbaar lichaam en drager van openbaar gezag) en het burgerlijke recht Handelingsambtenaren Bij het evolueren van de Nederlandse nachtwakersstaat naar een verzorgingsstaat na de Tweede Wereldoorlog is de vraag gerezen of het gezagcriterium nog van toepassing kon worden geacht op de vaststelling van de bijzondere status van de rechtspositie van ambtenaren. De verzorgingsstaat bracht een explosie aan ambtenaren die met name verzorgend en niet gezaghebbend werkten. Veel ondersteunend personeel oefende geen gezag meer uit. De overheid evolueerde echter zelf ook, steeds meer afdelingen werden uitgebreid en in de loop der tijd werden onderdelen geprivatiseerd. 13 Door de uitbreiding van de diensten van de overheid kwam er meer onduidelijkheid wanneer een instelling een overheidsinstelling was en de werknemers ambtenaren, met name bij handelingsambtenaren. De discussie rond de status van de ambtenaar kwam weer naar voren, met als gevolg de instelling van de staatscommissie Kranenburg, door wie in 1958 het rapport van advies inzake de status van ambtenaren werd uitgebracht. Het standpunt van de commissie was een omslag, volgens hen was de ambtenaar primair een in ondergeschiktheid arbeid presterende mens gelijk iedere andere werknemer. De conclusie was echter dat de bijzondere rechtspositie van de ambtenaar gehandhaafd diende te worden en de ambtenarenverhouding publiekrechtelijk van aard behoorde te zijn. 14 Ook Jeukens (tevens lid van de staatscommissie Kranenburg) sprak zich uit ten aanzien van de veranderde status van ambtenaren, de aard van de overheidstaken maakte dat door het in toenemende mate uitvoeren van verzorgingstaken, het gezagelement verloren ging. Jeukens sprak als kenmerk van de ambtenaar niet van gezag, maar taken verrichtend in openbare dienst. 15 In de jaren 50 was de noodzaak tot bezuinigen niet aanwezig door de hoogconjunctuur na de oorlog. 16 Pas in 1973 kwam daar verandering in toen door de oliecrisis een economische recessie ontstond. Dit leidde tot drastische bezuinigingen. In 1978 kondigde het kabinet Van Agt/Wiegel bezuinigingsplannen aan waarbij op de salarissen en sociale uitkeringen van ambtenaren met omgerekend 3 miljard 12 Handelingen Tweede Kamer, vergaderjaar , 92.2, p Sprengers, De Wet op de ondernemingsraden bij de overheid, 1998, p Staatscommissie Kranenburg, Rapport van de Staatscommissie van advies inzake de status van ambtenaren, 1958, zie ook: Lanting, Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers, 2009, p Jeukens, Het ambtenarenrecht, 1959, p en Lanting, Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers, 2009, p

11 Masterscriptie Arbeidsrecht euro bezuinigd moest worden. De noodzaak tot bezuinigen maakte dat de rechtspositie van ambtenaren weer in de belangstelling kwam te staan De weg naar normalisering In 1980 volgde de ratificatie van het Europees Sociaal Handvest (ESH). In artikel 6 ESH is het recht op staking opgenomen, waarmee het verbod op staking voor ambtenaren werd opgeheven (zie 1.3.1). Naar aanleiding van de bezuinigingen en ontwikkelingen ten aanzien van de status van ambtenaren heeft de Nederlandse Juristen Vereniging (NJV), de Jong en Niessen in 1982 verzocht een preadvies uit te brengen. De vraag die de NJV stelde was: Bestaat er aanleiding de rechtspositionele verschillen tussen ambtenaren en civielrechtelijke werknemers te handhaven? 18 De Jong concludeerde dat er geen dwingrechtelijke redenen waren de ambtelijke rechtspositie anders te ordenen dan de rechtspositie van werknemers in de particuliere sector. 19 De aanbeveling van de Jong was het niet handhaven van de rechtspositionele verschillen. 20 Niessen betoogde (gelijk met de commissie Kranenburg) dat de werkzaamheid van overheidspersoneel minder bijzonder werd. 21 Volgens Niessen werd binnen het overheidsapparaat een diversiteit aan werkzaamheden verricht, die lang niet alle direct betrokken waren op de gezagsfunctie van de staat en waarvan sommige ook in particuliere dienst verricht konden worden. 22 Dat overheidswerkzaamheden altijd gericht zijn op algemeen belang en speciale eisen aan overheidswerknemers worden gesteld was volgens Niessen onvoldoende reden voor handhaving van de ambtenarenstatus. Wel erkende Niessen een spanningsveld in de verschillende bevoegdheden en verplichtingen van de overheid wegens haar taken als wetgever en werkgever, wat met zich mee kan brengen dat voor ambtenaren een afwijkende positie noodzakelijk kan zijn. 23 Ook Niessen zag onvoldoende redenen ambtenaren anders te behandelen dan werknemers in de marktsector, maar maakte enkele nuances. 24 De NJV ondersteunde de conclusie van Niessen en de Jong en pleitte voor het wegnemen van de rechtspositionele verschillen tussen de ambtenaar en civielrechtelijke werknemer. 25 Na deze adviezen vervolgde de discussie omtrent normalisering van de 17 Lanting, Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers, 2009, p De Jong & Niessen, Bestaat er aanleiding de rechtspositionele verschillen tussen ambtenaren en civielrechtelijke werknemers te handhaven?, in: Handelingen der Nederlandse Juristen-Vereniging, De Jong, Bestaat er aanleiding de rechtspositionele verschillen tussen ambtenaren en civielrechtelijke werknemers te handhaven?, in: Handelingen der Nederlandse Juristen-Vereniging, p Ibid, p Niessen, Bestaat er aanleiding de rechtspositionele verschillen tussen ambtenaren en civielrechtelijke werknemers te handhaven?, in: Handelingen der Nederlandse Juristen-Vereniging, p Ibid, p Ibid, p. 137 en p Ibid, p Lanting, Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers, 2009, p

12 Danielle Pronk Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren rechtspositie van ambtenaren. 26 In hoofdstuk drie worden de ontwikkelingen ten aanzien van deze normalisering verder besproken, met als sluitstuk het wetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Koşer-Kaya en van Hijum uit In deze scriptie richt ik mij ten aanzien van het proces van normalisering op het collectief overleg, met name het overleg binnen de sector gemeente. 1.3 Ontwikkeling van het collectief overleg bij de overheid Vanuit de Pruisische koning Friedrich Wilhelm was de ambtenarenpositie een luxe maar individuele positie. Door de groei van het ambtenarenapparaat is de positie van ambtenaren van een individuele positie gevormd tot een collectieve positie. Het collectief overleg bij de overheid verschilt van de marktsector, door de bijzondere status van de ambtenaar en het eenzijdig vaststellen van arbeidsvoorwaarden door de overheid. Het collectief overleg bij de overheid is geregeld in wetgeving. 27 In de AW werd in 1929 een hoorplicht opgenomen in artikel 125 lid 1 onder k AW (oud), waarmee het eerste tegengewicht tegen het eenzijdig vaststellen van arbeidsvoorwaarden door de overheid juridisch werd vastgelegd. De hoorplicht hield in dat ambtenarenorganisaties in de gelegenheid moesten worden gesteld hun gevoelens te doen kennen. 28 Vanaf 1954 werden steeds meer wijzigingen ingevoerd, die het georganiseerde overleg richting het overleg in de marktsector bracht. 29 De wijzigingen hadden niet het gewenste effect, waarop in 1964 de Nota over structuur en werking van het georganiseerd overleg in ambtenarenzaken werd ingediend in de Tweede Kamer. 30 In deze nota werden voorstellen tot verbetering van het georganiseerd overleg gedaan, waarbij één van de voorstellen de aanpassing van de hoorplicht naar een overlegplicht inhield. In de nota werd opgenomen dat de overlegplicht geen onderhandelingen inhield. 31 Als antwoord op deze nota werd in 1967 de term overleg in de AW opgenomen. Beoogd werd het garanderen van een zo groot mogelijke inspraak voor de organisaties. De gelijkwaardigheid tussen partijen aan de overlegtafel werd als probleem gezien, vanwege de 26 Zie voor een korte beschrijving van verschillende standpunten in de discussie omtrent de normalisatie van de rechtspositie van ambtenaren: Sprengers, De Wet op de ondernemingsraden bij de overheid, 1998, p en p , onder andere worden besproken van der Horst (1989), Rood (1989), van Zutphen (1991), van Grinten (1994), van Peijpe (1994) en Messer-Dinnissen (1995) (voor uitgebreide literatuurverwijzing zie literatuurlijst). 27 Sprengers, De Wet op de ondernemingsraden bij de overheid, 1998, p Lanting e.a., Inleiding Nederlands ambtenarenrecht, 2014, p. 307; Lanting, Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers, 2009, p Lanting, Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers, 2009, p. 54; de Vos, Decentralisatie van het arbeidsvoorwaardenoverleg, 1994, p Tweede Kamer, vergaderjaar , 7834, nr Ibid, p. 12. Zie ook: Okkerman, Lagere overheden en arbeidsvoorwaardenoverleg, Het Waterschap 1984/17, p

13 Masterscriptie Arbeidsrecht bijzondere positie van de overheid als zowel wetgever als werkgever. 32 De Rechtbank Den Haag heeft in de uitspraak van 16 mei 1980 overwogen dat het overleg zich moet kenmerken als een open en reëel overleg, waarvan de uitkomst niet van tevoren bij partijen mag vaststaan, het streven van partijen moet erop gericht zijn door middel van dialoog overeenstemming te bereiken en partijen moeten rekening houden met elkaars gerechtvaardigde verwachtingen. 33 Het niet naar behoren overleg voeren kan de rechtsgeldigheid van de wijziging van rechtspositiereglementen aantasten. overheidswerkgever zal in de praktijk rekening moeten houden met de politieke overwegingen. Dit mag echter niet overheersen aan de onderhandelingstafel, in die zin dat de overheidswerkgever de pet van de wetgever opheeft. 35 Deze criteria gelden nu nog bij het overleg tussen de overheid als werkgever en overheidsvakbonden. 34 De Collectieve actie als basis van collectief ambtenarenrecht Voor de ontwikkeling van het collectief ambtenarenrecht is begin jaren tachtig de belangrijkste periode geweest. In deze periode legde het Kabinet Lubbers een loonmaatregel op aan de collectieve sector. 36 De maatregel hield een ingreep in, in de salarissen van ambtenaren van 3,5%. De ambtenaren waren het hier niet mee eens en in de herfst van 1983 braken stakingsacties uit. Het recht op collectieve actie was op dat moment niet formeel geregeld. Ambtenaren hadden geen recht op staken in Nederland, vanwege de bijzondere positie van ambtenaren. Van ambtenaren werd verwacht dat zij loyaal waren aan de overheid, zoals in de 18 e eeuw loyaliteit aan de vorst verwacht werd. Na ratificatie van het ESH was het recht op collectieve acties voor werknemers vastgelegd. In het beroemde NS-arrest heeft de HR in 1986 overwogen dat ook ambtenaren recht hebben op collectieve actie, op basis van artikel 6 lid 4 ESH. 37 Hiermee werd vastgesteld dat ambtenaren een wettelijke grondslag voor staken hebben. 38 Het recht op staken voor ambtenaren is niet nationaal wettelijk geregeld, maar door het NS-arrest hebben ambtenaren stakingsrecht op basis van het ESH. De uitkomsten van het overleg met betrekking tot de loonmaatregel waren echter teleurstellend, de maatregel is uiteindelijk op 3% vastgesteld. Op het regeringsvoorstel van december 1983 ten aanzien van het invoeren van een advies- en arbitragecommissie gingen de 32 Sprengers, 25 jaar collectief overleg bij de overheid, in: Jubileumnummer 25 jaar TAR, TAR 2008/12, p Zie voor uitgebreide overweging: Rechtbank Den Haag, 16 mei 1980, ECLI:RBSGR:1980:AC Zie bijvoorbeeld: CRvB 20 maart 1968, AB 1969 of CRvB 29 oktober 1976, AB 1977/ Sprengers, Een loonmaatregel en het recht op collectief handelen in de overheidssector, TAR 2011/juni [online]. 36 Zie ook: Sprengers, Een loonmaatregel en het recht op collectief handelen in de overheidssector, TAR 2011/juni [online]. 37 HR 30 mei 1986, ECLI:NL:HR:1986:AC9402 (NS arrest). 38 Ibid. 12

14 Danielle Pronk Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren overheidsvakbonden dan ook graag in. De taak van deze commissie is het adviseren van partijen bij het vastlopen van overleg over arbeidsvoorwaarden en bestaat uit onafhankelijke deskundigen. Wanneer een overleg niet tot overeenstemming leidt, kan de advies- en arbitrageregeling ingeroepen worden. Deze regeling is een uitwerking van hetgeen in artikel 6 lid 3 ESH is bepaald, waarin een verplichting is opgenomen voor de lidstaten tot het bevorderen van instelling en toepassing van een doelmatige procedure bij (collectieve) arbeidsgeschillen. 39 De komst van deze commissie was een nieuwe poging tot het aan banden leggen van de eenzijdigheid op het gebied van het vaststellen van arbeidsvoorwaarden bij de overheid Overeenstemmingsvereiste De vakbonden wisten op juridisch vlak de rechtpositie van ambtenaren te verstevigen. Het overleg dat door de overheidsvakbonden werd gevoerd heeft de basis gelegd voor het in gang zetten van het normaliseringsproces op het gebied van collectieve arbeidsvoorwaarden. 40 Collectieve overeenkomsten vormen echter een probleem voor de overheid. De overheid stelt namelijk de rechtspositie van de ambtenaar eenzijdig vast. Zie hiervoor artikel 125 AW en als voorbeeld ook artikel 1 ARAR of artikel 2:1 CAR UWO. De overheid kan geen bindende collectieve arbeidsovereenkomst (cao) sluiten. Ondanks het open en reëel overleg bleef als heikel punt het feit dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) de bevoegdheid hield rechtspositievoorschriften eenzijdig aan te passen en van deze bevoegdheid ook gebruik maakte. Naar aanleiding van de bezuinigingen zoals omschreven in de vorige paragrafen werd het eenzijdig aanpassen van rechtspositiereglementen een belangrijk onderwerp. 41 Het antwoord hierop was het overeenstemmingsvereiste. Het overeenstemmingsvereiste is opgenomen in artikel 125 lid 1 AW en meer specifiek de Overeenkomst inzake de Raad voor het Overheidspersoneel. De overheid moet bij of krachtens algemene maatregelen van bestuur (AMvB) voorschriften vaststellen op de gebieden die in artikel 125 lid 1 AW zijn omschreven. Artikel 125 lid 1 sub m AW omschrijft dat de overheid voorschriften moet vaststellen over de wijze waarop overleg gepleegd moet worden en de gevallen waarin 39 Sprengers, 25 jaar collectief overleg bij de overheid, in: Jubileumnummer 25 jaar TAR, TAR 2008/12, p Sprengers, Een loonmaatregel en het recht op collectief handelen in de overheidssector, TAR 2011/juni [online]. 41 Lanting, Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers, 2009, p

15 Masterscriptie Arbeidsrecht overeenstemming dient te worden bereikt. Voor de gemeente is het voorschrift opgenomen in artikel 12:2 CAR/UWO Centraal georganiseerd overleg Kenmerkend voor het collectief overleg in de overheidssector is het aanwijzen van de overlegpartners door de overheid, zoals is vastgelegd in rechtspositieregelingen. De minister van BZK en de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg (CCGOA) voerden het overleg met betrekking tot de collectieve arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren tot de jaren negentig van de vorige eeuw. Het CCGOA vertegenwoordigde vier ambtenarencentrales. 43 Het overleg ten aanzien van de rechtspositie van ambtenaren werd geregeld door hoofdstuk 11 van het ARAR. 44 Ondanks dat de regeling was opgenomen in de regeling voor rijksambtenaren, kwamen in het overleg ook zaken aan de orde die betrekking hadden op overige sectoren. 45 De centrale overheid richtte zich op een zo uniform mogelijke rechtspositieregeling voor de gehele overheid. De gemeente had een afzonderlijk overlegcircuit, afgezien van de onderwerpen die door artikel 125 AW uitgezonderd waren. 46 In het georganiseerd overleg (GO) overlegden de lagere overheden over het overheidspersoneelsbeleid. In het overleg met de minister van BZK, het Ambtelijk en Bestuurlijk Beraad (ABB), nam het Centraal Orgaan namens de gemeenten deel. Dit overleg had tot doel de afstemming op elkaar van het arbeidsvoorwaardenbeleid bij de verschillende overheden. 47 Invloed op de centraal overeengekomen voorwaarden hadden zij echter nauwelijks. 48 Afspraken die gemaakt werden in het CCGOA werden door de minister van BZK opgenomen in een circulaire die voor de gemeente werd uitgevaardigd. Gemeentelijke werkgevers zijn autonoom bij het vaststellen van arbeidsvoorwaarden, waardoor het volgen van de circulaire niet verplicht was, maar de werkgevers van lagere overheden waren in belangrijke mate gehouden tot inachtneming van deze richtlijnen. 49 De minister kon dreigen met de 42 Het overeenstemmingsvereiste in de CAR/UWO is pas in de jaren 90 opgenomen, nadat het sectorenoverleg is ingevoerd. Zie De Algemene Centrale van Overheidspersoneel (ACOP), de Christelijke Centrale van Overheids- en Onderwijspersoneel (CCOOP), Ambtenarencentrum en Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij de overheid en onderwijs, bedrijven en instellingen (CMHF). Later zijn verschillende vakbonden hierbij aangesloten, zoals de Abvokabo bij de ACOP. 44 Lanting e.a., Inleiding Nederlands ambtenarenrecht, 2014, p Ibid. 46 Lanting, Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers, 2009, p Okkerman, Lagere overheden en arbeidsvoorwaardenoverleg, Het Waterschap 1984/17, p Ibid. 49 Sprengers, De Wet op de ondernemingsraden bij de overheid, 1998, p. 112; Okkerman, Lagere overheden en arbeidsvoorwaardenoverleg, Het Waterschap 1984/17, p

16 Danielle Pronk Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren toezichtregeling uit artikel 126 AW, waardoor hij materiële wetgeving kon uitvaardigen ten aanzien van de inhoud van rechtspositieregelingen of een doelmatigheids- en rechtmatigheidstoets kon uitvoeren ten aanzien van op lager niveau overeengekomen arbeidsvoorwaarden. 50 Door deze toezichtregeling volgden lagere overheden de centraal overeengekomen arbeidsvoorwaarden Sectoroverleg Door de uitbreiding van het aantal ambtenaren was het onwenselijk geworden de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden vast te stellen ten aanzien van het gehele ambtenarenapparaat in één overleg. 51 Met de wens meer gedifferentieerde arbeidsvoorwaardenvorming mogelijk te maken, startte het sectorenmodel. Het proces begon in 1987 met de Schets van een herzien overlegstelsel bij de overheid door de minister van BZK. 52 Vanaf 1988 werden proefnemingen gedaan voor een andere wijze van overleg op basis van het protocol proefneming arbeidsvoorwaardenoverleg In 1990 heeft de minister van BZK een voorstel ingediend inzake de normalisering van het overlegstelsel. 54 In dit voorstel gaf de minister aan hoe kon worden gewerkt aan normalisering van het overlegstelsel om uiteindelijk uit te monden in zelfstandige onderhandelingen over de arbeidsvoorwaardenvorming op sectoraal niveau. 55 Na een aantal verschillende protocollen is aan de hand van het voorstel van de minister van BZK het protocol sectoralisatie tot stand gekomen in Dit protocol was de basis van het sectorenmodel. 56 Vanaf 1993 werd het model op basis van proef uitgevoerd, in 1997 werd het sectorenmodel definitief ingevoerd. Door het creëren van een aantal CAOtafels werd het overleg over arbeidsvoorwaarden per sector gevoerd. Het aantal sectoren werd langzamerhand uitgebreid van acht naar zestien. Elke sector heeft de bevoegdheid een eigen systeem van arbeidsvoorwaardenoverleg te voeren. Vanwege de differentiatie in arbeidsvoorwaardenvorming binnen de overheid wordt onder de verantwoordelijkheid van de minister van BZK als coördinerend minister voor het arbeidsvoorwaardenbeleid sinds 1990 de Trendnota Arbeidszaken overheid opgesteld. Hierin worden de ontwikkelingen voor het 50 Zie ook: Lanting, Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers, 2009, p. 57; Sprengers, De Wet op de ondernemingsraden bij de overheid, 1998, p De Vos, Decentralisatie van het arbeidsvoorwaardenoverleg, 1994, p Sprengers, 25 jaar collectief overleg bij de overheid, in: Jubileumnummer 25 jaar TAR, TAR 2008/12, p Sprengers, De Wet op de ondernemingsraden bij de overheid, 1998, p Voorstel inzake normalisatie overlegstelsel, Ministerie van BZK, 15 mei Sprengers, De Wet op de ondernemingsraden bij de overheid, 1998, p Lanting e.a., Inleiding Nederlands ambtenarenrecht, 2014, p

17 Masterscriptie Arbeidsrecht komende jaar die voor het decentrale arbeidsvoorwaardenoverleg een rol kunnen spelen, besproken Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid In 1997 is de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (ROP) in het leven geroepen. Het ROP werd het overlegorgaan van overheidswerkgevers en de centrales van overheidspersoneel en heeft de overlegfunctie van het CCGOA overgenomen. Met de komst van het sectorenoverleg werd het uitgangspunt van uniformiteit verlaten, waardoor minder behoefte was aan centraal overleg. In het ROP zijn de partijen vertegenwoordigd die in het sectoroverleg zitting hebben. De overheidswerkgevers uit verschillende sectoren hebben een gezamenlijke werkgeversvereniging, het Verbond Sectorwerkgevers (VSO) opgericht, waarbinnen de werkgevers hun standpunten voor het arbeidsvoorwaardenoverleg op elkaar afstemmen. De ambtenarencentrales hebben zich verenigd in de Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel (SCO). 58 De ROP heeft tot taak overleg te voeren over een aantal onderwerpen dat op centraal niveau geregeld dient te worden. Het aantal onderwerpen waarover de ROP overleg voert, is steeds verder verminderd door de verdergaande decentralisatiewens van de overheid. Het ROP heeft in opdracht van de minister van BZK rapporten uitgebracht met betrekking tot een evaluatie van het sectorenmodel. 59 Uit evaluatie van het sectorenmodel komt in grote lijnen naar voren dat het model voldoende functioneert Sprengers, De Wet op de ondernemingsraden bij de overheid, 1998, p Lanting e.a., Inleiding Nederlands ambtenarenrecht, 2014, p Zie bijvoorbeeld: ROP, Rapport inzake evaluatie sectorenmodel, 1996; ROP, Rapport inzake evaluatie sectorenmodel, 1999; CAOP, Rapport inzake evaluatie sectorenmodel, 1999; APE, Evaluatie Sectorenmodel, Sprengers, 25 jaar collectief overleg bij de overheid, in: Jubileumnummer 25 jaar TAR, TAR 2008/12, p

18 Danielle Pronk Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren Hoofdstuk 2: Werking en bevoegdheden ten aanzien van collectieve arbeidsvoorwaarden van de gemeente In het kader van het vaststellen van arbeidsvoorwaarden is van belang te bezien wie bevoegd is tot deze vaststelling. De werking van de gemeente en haar bevoegdheden volgen uit decentralisatie, waarbij de gemeente wordt geacht autonoom te zijn. Om een goed beeld te kunnen vormen wie verantwoordelijk is voor de rechtspositie van ambtenaren binnen de gemeente, wordt eerst kort ingegaan op het ontstaan en de ontwikkeling van de gemeente, gevolgd door de bevoegdheden op arbeidsrechtelijk terrein. 2.1 Decentralisatie De gemeente in staatsrechtelijke zin is ontstaan ten tijde van de Bataafse Republiek. In de Staatsregeling van 1801 is opgenomen dat iedere stad, district of dorp zijn eigen gemeentebestuur heeft. In de eerste grondwet van 1814 voor de Vereenigde Nederlanden is de term gemeentebestuur niet terug te vinden. Wel wordt een onderscheid gemaakt in stedelijke regeringen en besturen van heerlijkheden, districten en dorpen. In deze periode is Nederland verenigd in een eenheidsstaat. In 1825 ontwikkelden verschillende regelingen zich tot een Reglement op het bestuur ten platten lande in de provinciën. 61 Met de komst van de Grondwet van 1848 kwam echter de ommekeer voor de gemeentelijke regelingen aan de hand van Thorbecke. Wanneer regeling en bestuur niet uitsluitend vanuit de centrale overheid plaatsvinden, maar tevens andere overheidsorganen binnen de grenzen van de eenheidsstaat in vrijheid en eigen verantwoordelijkheid de taken en bevoegdheden uitvoeren, wordt gesproken van decentralisatie. 62 Vanaf de eerste gemeentewet in 1851 kon Nederland een gedecentraliseerde eenheidsstaat worden genoemd. Ten aanzien van de gemeentewetgeving is weinig aangepast tot de jaren tachtig van de vorige eeuw. In 1980 werd de eerste beleidsnota decentralisatie uitgebracht, waarin uiteen werd gezet dat centralisatie moest worden tegengegaan en decentralisatie bevorderd. 63 In vervolg hierop werd in 1983 het Decentralisatieplan opgesteld Brederveld, Gemeenterecht, 2005, p Elzinga & de Lange, Handboek van het Nederlandse Staatrecht, 2006, p. 833 en aangehaald door Engels, Lokaal bestuur en financiële autonomie, Gst. 2007/39 [online]. 63 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

19 Masterscriptie Arbeidsrecht Bij de grondwetherziening van 1983 zijn geen aanpassingen gedaan in de organisatie van gemeenten. In 1992 werd een decentralisatieakkoord tussen de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de regering gesloten. In hetzelfde jaar werd de Gemeentewet herzien, die in 1994 in werking trad. In deze Gemeentewet is in artikel 117 opgenomen dat de minister decentralisatie bevordert. Hiermee is door de wetgever een duidelijk signaal afgegeven dat decentralisatie en daarmee de gemeentelijke indeling behouden en zelfs bevorderd moet worden. In artikel 116 Gemeentewet is aangegeven dat de beleidsvrijheid van de gemeente bevorderd moet worden wat de autonomie van de gemeente zoals omschreven in de volgende paragraaf versterkt. 2.2 Autonome gemeente Uit de staatsindeling, conform decentralisatie, volgt de autonome positie van gemeenten. Autonomie is een vorm van uitoefening van decentralisatie. De gemeente wordt één van de lagere overheden genoemd, een meer juiste benaming is echter medeoverheid. 65 Er bestaat geen hiërarchische verhouding tussen de centrale overheid en gedecentraliseerde overheden zoals de gemeente. Wel bestaat een normen hiërarchie tussen het Rijk en de gemeente, de gemeentelijke besturen zijn gehouden aan regels die worden uitgevaardigd door het parlement. 66 De gemeente heeft geen onafhankelijke positie, zij is aan diverse vormen van toezicht en ingrijpen van het centrale orgaan (het Rijk) onderworpen. 67 Dit houdt echter niet in dat het Rijk bevelbevoegdheden jegens gemeentelijke besturen heeft. 68 Artikel 132 Gw bepaalt dat besluiten van de gemeente slechts aan toezicht kunnen worden onderworpen in of bij krachtens de wet te bepalen gevallen. Het toezicht op besluiten van de gemeente is verder uitgewerkt in titel V van de Gemeentewet. Vernietiging van besluiten van het bestuur van de gemeente kan bij koninklijk besluit wegens strijd met het recht of algemeen belang. Vanuit decentralisatie heeft de wetgever de bevoegdheid tot bestuur en regeling inzake de huishouding van de gemeente overgelaten aan haar bestuur, zoals omschreven in artikel 124 Gw en artikel 108 Gemeentewet. 69 Decentralisatie is met deze bepaling staatsrechtelijk erkend, waarmee de gemeente niet over een eigen rechtsbron beschikt, maar wel een waarborg is gevormd voor een vorm van lokale autonomie Zie Engels, Lokaal bestuur en financiële autonomie, Gst. 2007/39 [online]; Kortmann, Autonomie, Gst. 2007/35 [online]. 66 Kortmann, Constitutioneel Recht, 2008, p Ibid, p Kortmann, Autonomie, Gst. 2007/35 [online]. 69 Engels, Lokaal bestuur en financiële autonomie, Gst. 2007/39 [online]. 70 Ibid. 18

20 Danielle Pronk Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren bestuur en bevoegdheden De gemeente bestaat uit een gedecentraliseerd bestuur van de overheid. De bevoegdheden die de gemeente toekomt zijn geattribueerd of gedelegeerd en zijn op basis van artikel 4 Handvest lokale autonomie autonoom. 71 Volgens artikel 125 Gw staat de gemeenteraad aan het hoofd van de gemeente. Artikel 125 lid 2 Gw geeft aan dat het college van burgemeester en wethouders (B&W) en de burgemeester deel uit maken van het bestuur van de gemeente, zoals verwerkt in artikel 6 Gemeentewet. In artikel 5 Gemeentewet is omschreven dat onder gemeentebestuur ieder bevoegd orgaan van de gemeente wordt verstaan. De bevoegdheid tot regeling en bestuur wordt aan de gemeente overgelaten (artikel 124 Gw en 108 Gemeentewet). 72 Artikel 147 Gemeentewet regelt de bevoegdheid van de gemeenteraad, wat erop neerkomt dat de raad bevoegd is tot het algemeen bestuur. Artikel 160 Gemeentewet geeft aan dat het college van B&W bevoegd is het dagelijks bestuur van de gemeente te voeren, voor zover de burgemeester hier niet mee is belast. Uit deze artikelen blijkt een scheiding in het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur. Voor de vraag wie bevoegd is tot het vaststellen van de rechtspositie van ambtenaren is van belang of deze taak tot het algemeen of dagelijks bestuur hoort. Artikel 160 Gemeentewet geeft geen toelichting op het begrip dagelijks bestuur, de wetgever heeft dit begrip open gelaten. Het aanstellen van ambtenaren en vaststellen van de rechtspositie van de ambtenaar is echter een duidelijk voorbeeld van dagelijks bestuur. Het college van B&W is daarom bevoegd de arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren vast te stellen. 2.3 Vaststellen arbeidsvoorwaarden binnen gemeenten Namens de gemeente als werkgever is de VNG opgericht. De VNG heeft mandaat te onderhandelen namens de verschillende autonome gemeenten. De niet kabinet sectoren (waaronder de gemeenten) hebben zich in 2008 verenigd in de Zelfstandige Publieke Werkgevers (ZPW). De minister van BZK vervult bij de ontwikkeling van arbeidsvoorwaarden een coördinerende rol. Bij het coördineren kan de minister invloed uitoefenen door budgetsturing en de Trendnota arbeidszaken overheid. Voor de gemeenten zijn de speerpunten die zijn opgenomen in de Trendnota richtinggevend. Het 71 Het Handvest lokale autonomie is door Nederland geratificeerd (Trb. 1987, 63). Het Handvest wordt uitvoerig besproken in: Van Haaren-Dresens, Het Handvest lokale autonomie en gemeenten, Gst. 2005/9 [online]. 72 Zie ook: Brederveld, Gemeenterecht, 2005, p

21 Masterscriptie Arbeidsrecht arbeidsvoorwaardenoverleg in de gemeente wordt gevoerd in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA). 73 Namens de VNG neemt het College voor Arbeidszaken (CvA) hieraan deel namens de werkgever. De eerder genoemde vier centrales van overheidspersoneel nemen deel aan de overleggen namens de ambtenaren en werknemers van de gemeente. In artikel 125 lid 1 sub m AW is bepaald dat de regels voor het overleg vastgelegd moeten zijn in een publiekrechtelijke regeling. Het LOGA heeft de regels voor het overleg binnen de gemeente vastgelegd in het protocol voor het arbeidsvoorwaardenoverleg. Ten aanzien van de werknemerscentrales is in dit protocol bepaald wie deel mogen nemen aan het overleg. Uit hoofdstuk één is tevens gebleken dat de overheid overeenstemming dient te bereiken in het overleg. Het overeenstemmingsvereiste houdt in dat bij overleg over regelingen waarbij rechtspositionele rechten en verplichtingen van ambtenaren worden vastgesteld, overeenstemming bereikt dient te worden in het sectoroverleg. Overeenstemming is bereikt indien de meerderheid van de werknemerscentrales akkoord gaan met een voorstel van de werkgeverbond. Ten aanzien van het meerderheidsvereiste hebben drie van de vier ambtenarencentrales gezamenlijk een vetorecht met betrekking tot het invoeren of wijzigen van rechtspositionele regelingen, zie artikel 12:1 CAR/UWO. 74 De uitkomst uit het LOGA wordt in de vorm van modelverordeningen voorgelegd aan de gemeenten. De gemeenten kunnen deze aanbevelingen overnemen, maar zijn bevoegd af te wijken CAR, UWO en lokaal overleg Binnen het LOGA worden drie verschillende overleggen met betrekking tot de vaststelling van arbeidsvoorwaarden onderscheiden. 76 Ten eerste wordt in het LOGA de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) vastgesteld. De CAR is bindend voor alle gemeenten en behelst de hoofdlijnen van de gemeentelijke arbeidsvoorwaarden. Uitwerking van de voorwaarden die in de CAR zijn opgenomen vindt op lokaal niveau plaats in het GO. In de CAR zijn voorwaarden opgenomen die betrekking hebben op loonontwikkeling, arbeidsduur en aanvullende afspraken over ziekte, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid bij een dienstongeval. 77 Naast de CAR wordt in het overleg gesproken over de uitwerkingsovereenkomst (UWO). De gemeenten zijn niet verplicht deel te nemen aan de UWO. Indien een gemeente deelneemt aan de UWO kan het LOGA op centraal niveau 73 Lanting e.a., Inleiding Nederlands ambtenarenrecht, 2014, p Besluit 13 januari 1997, Stb Lanting, Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers, 2009, p. 57; Boon, Brouwer & Schilder, Regelgeving in Nederland, 2005, p Lanting e.a., Inleiding Nederlands ambtenarenrecht, 2014, p. 319; de Vos, Decentralisatie van het arbeidsvoorwaardenoverleg, Lanting e.a., Inleiding Nederlands ambtenarenrecht, 2014, p

22 Danielle Pronk Collectief overleg binnen de gemeente na normalisering rechtspositie ambtenaren onderhandelen over de onderwerpen die in de UWO moeten worden opgenomen. De UWO regelt met name de uitwerking van een aantal CAR-zaken. In 1997 zijn de CAR en de UWO opgenomen in een geïntegreerde tekst, de CAR/UWO. 78 Deze regeling heeft geen rechtskracht, de gemeente moet bij verordening de CAR/UWO vaststellen. Als laatste vinden op gemeentelijke niveau onderhandelingen plaats over arbeidsvoorwaarden die een zodanig lokaal karakter hebben dat zij niet bindend voor alle gemeenten kunnen worden afgesproken. 79 De vier grootste gemeenten 80 zijn alle gebonden aan het sectorakkoord met betrekking tot onderwerpen die naar het sectorale niveau zijn overgedragen en zijn opgenomen in de CAR. 78 Ibid. 79 Lanting.e.a., Inleiding Nederlands ambtenarenrecht, 2014, p. 320; de Vos, Decentralisatie van het arbeidsvoorwaardenoverleg, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. 21

23 Masterscriptie Arbeidsrecht Hoofdstuk 3: Normalisering van de rechtspositie van ambtenaren In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de normalisering van de rechtspositie van de ambtenaar. Vanuit de vorige hoofdstukken is duidelijk geworden hoe de normalisering is ontwikkeld vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw. Deze ontwikkeling wordt in dit hoofdstuk verder besproken, met als sluitstuk het wetsvoorstel van de leden Koşer-Kaya en van Hijum. 81 Daarnaast is van belang te definiëren wat onder normalisatie en ambtenaar wordt verstaan. In het wetsvoorstel wordt ingegaan op de normalisering van het collectief overleg bij de overheid, waarbij de eenzijdige vaststelling en rechtspositionele regeling aan bod komen. 3.1 Ontwikkeling normalisering Zoals uit hoofdstuk één is gebleken, is de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren vaak naar voren gekomen als onderwerp van discussie. In 1958 was de Staatscommissie- Kranenburg nog van mening dat de publiekrechtelijke rechtspositie van de ambtenaar gehandhaafd moest worden, mede omdat de overheid en ambtenaar niet op gelijke voet konden onderhandelen. 82 Met name in de jaren tachtig kwamen aan de hand van de bezuinigingen geluiden vóór afschaffing van de ambtenarenstatus. 83 Het afschaffen van het stakingsverbod voor ambtenaren in 1980 is één van de eerste punten geweest waarop de positie van de ambtenaar gelijk getrokken is met die van de werknemer in de private sector. 84 Het overeenstemmingsvereiste en de invoering van het sectorenmodel droeg bij aan de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren, omdat hiermee de eenzijdigheid van het vaststellen van arbeidsvoorwaarden door de overheid als werkgever aan banden werd gelegd. Het ingrijpen in de materiële rechtspositie van ambtenaren volgde verder door de Wet op de Ondernemingsraden van toepassing te verklaren op de overheidssector (1995). 85 Met deze wet werden de onderhandelingen tussen werkgever en werknemer van de overheid meer geënt op de private sector. 81 Tweede Kamer, Vergaderjaar , , nr. 1. Vanaf 22 januari 2015 zijn de leden Keijzer en van Weyenberg verantwoordelijk voor de verdediging van het wetsvoorstel: Eerste Kamer, vergaderjaar , , F. 82 Staatscommissie Kranenburg, Rapport van de Staatscommissie van advies inzake de status van ambtenaren, 1958, p Zie bijvoorbeeld: De Jong & Niessen, Bestaat er aanleiding de rechtspositionele verschillen tussen ambtenaren en civielrechtelijke werknemers te handhaven?, in: Handelingen der Nederlandse Juristen Vereniging, 1982, waarin Niessen adviseerde vóór het afschaffen van de ambtenarenstatus, maar daar enige nuances in maakte (p. 237). 84 Zie ook: Eerste Kamer, vergaderjaar , , C. 85 De Becker & Deckers, Normalisering van de ambtelijke status, TRA 2013/33, 4 [online]. Voor volledige behandeling van de normalisatie van de Wet op de Ondernemingsraden bij de overheid: Sprengers, De Wet op de ondernemingsraden bij de overheid,

Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Naam Citeertitel Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Kamerstuk 32550 Datum indiening 03-11-2010 April 2017 Pagina

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 18 augustus ECWGO/U Lbr: 17/046 CvA/LOGA 17/08 (070)

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 18 augustus ECWGO/U Lbr: 17/046 CvA/LOGA 17/08 (070) Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad College voor Arbeidszaken Datum 18 augustus 2017 Ons kenmerk ECWGO/U201700540 Lbr: 17/046 CvA/LOGA 17/08 Telefoon (070) 373 8393 Bijlage(n) - Onderwerp

Nadere informatie

Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid. Overeenkomst inzake de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid

Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid. Overeenkomst inzake de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid Overeenkomst inzake de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid Versie geldig vanaf 01 februari 2003 De minister van Binnenlandse Zaken, de minister van Onderwijs,

Nadere informatie

Advies van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen

Advies van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen Advies van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen Advies nummer 23 's-gravenhage, 17 maart 2000 1 Advies van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 460 Besluit van 6 november 2013, houdende intrekking van diverse besluiten in verband met volledige decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Centrales van Overheidspersoneel toegelaten tot de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken De voorzitter van het overleg met de

Nadere informatie

12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel. Algemene bepalingen

12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel. Algemene bepalingen 12 Overleg met organisaties van overheidspersoneel Algemene bepalingen Artikel 12:1 1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a de commissie: de in artikel 12:2 bedoelde commissie voor

Nadere informatie

educatie, Hoger Beroepsonderwijs, wetenschappelijk onderwijs, universitair medische centra, onderzoeksinstellingen en gemeenschappelijke regelingen.

educatie, Hoger Beroepsonderwijs, wetenschappelijk onderwijs, universitair medische centra, onderzoeksinstellingen en gemeenschappelijke regelingen. 25 jaar collectief overleg bij de overheid: terug en vooruitblik. 1. Inleiding Een bijzonder onderdeel van het ambtenarenrecht wordt gevormd door het collectief ambtenarenrecht. Een onderwerp dat in zijn

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Voorstel Samenvatting:

Raadsvoorstel. Voorstel Samenvatting: Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Roosendaal Voorstel Samenvatting: Wij stellen u voor: 1 De arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Roosendaal, laatstelijk gewijzigd d.d. 12 maart 2013 en alle

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 31 Besluit van 13 januari 1997, houdende regeling van het overleg met centrales van overheidspersoneel en sectorwerkgevers verenigd in de Raad

Nadere informatie

ECWGO/U201501192 Lbr. 15/057 CVA/ LOGA 15/11

ECWGO/U201501192 Lbr. 15/057 CVA/ LOGA 15/11 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft pensioenakkoord en salarismaatregelen 2015-2016 Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk ECWGO/U201501192 Lbr.

Nadere informatie

Openbaar. Eenmalige uitkeringen. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Onderwerp. Programma Bestuur & Middelen.

Openbaar. Eenmalige uitkeringen. Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel. Onderwerp. Programma Bestuur & Middelen. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Eenmalige uitkeringen Programma Bestuur & Middelen BW-nummer Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting Door de afspraak in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U201001980 CvA/LOGA 10/19 Lbr. 10/088

uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U201001980 CvA/LOGA 10/19 Lbr. 10/088 -III IK IN. 1068477 1 6 LOGA College voor Arbeidszaken/VNG ABVAKABO FNV CNV Publieke zaak CMHF Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad 3' Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden Informatiecentrum

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad U Lbr. 18/046. College voor Arbeidszaken

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad U Lbr. 18/046. College voor Arbeidszaken Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 27 juli 2018 Ons kenmerk TAZ/U201800628 Lbr. 18/046 Telefoon 070 373 8393 Bijlage(n) - College voor Arbeidszaken Onderwerp Stand van zaken invoering

Nadere informatie

Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 32 550 Voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Keijzer tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming brengen van de rechtspositie van ambtenaren

Nadere informatie

De VNG en de vakbonden hebben de afspraken bekrachtigd. Dat betekent dat de tekst voor de nieuwe Cao Gemeenten vanaf 1 januari geldt.

De VNG en de vakbonden hebben de afspraken bekrachtigd. Dat betekent dat de tekst voor de nieuwe Cao Gemeenten vanaf 1 januari geldt. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 4 maart 2019 Ons kenmerk TAZ/U201900129 Lbr. 19/008 Telefoon 070 373 83 93 Bijlage(n) - College voor Arbeidszaken Onderwerp afspraken Wnra en ledenraadpleging

Nadere informatie

CAO bij de overheid: Is er nog wel reden voor een apart overlegstelsel bij de overheid?

CAO bij de overheid: Is er nog wel reden voor een apart overlegstelsel bij de overheid? CAO bij de overheid: Is er nog wel reden voor een apart overlegstelsel bij de overheid? Prof.mr. L.C.J.Sprengers* * Prof.mr. L.C.J.Sprengers bekleedt de Albeda-leerstoel Universiteit Leiden, is advocaat

Nadere informatie

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Besluit college van Burgemeester en Wethouders Registratienr: 2011/2399 Registratiedatum: Afdeling: Bedrijfsbureau Agendapunt: 21-B-13 Openbaar: Ja Nee Reden niet openbaar: Onderwerp: Rechtspositie gemeentepersoneel; aanpassing Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 6 oktober 2017 U Lbr. 17/056 (070)

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 6 oktober 2017 U Lbr. 17/056 (070) Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 6 oktober 2017 Ons kenmerk TAZ/U201700669 Lbr. 17/056 Telefoon (070) 373 8839 Bijlage(n) - Onderwerp Statutenwijziging inzake vaststelling arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

Prof. mr. L.C.J. Sprengers, bijzonder hoogleraar Albeda-leerstoel, Universiteit Leiden

Prof. mr. L.C.J. Sprengers, bijzonder hoogleraar Albeda-leerstoel, Universiteit Leiden Wie A zegt, moet B zeggen? Prof. mr. L.C.J. Sprengers, bijzonder hoogleraar Albeda-leerstoel, Universiteit Leiden 1. Inleiding In september 2005 is het rapport van de werkgroep normalisatie rechtspositie

Nadere informatie

Overlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Haren

Overlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Haren GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haren. Nr. 125599 22 december 2015 Overlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Haren 2015 Burgemeester en wethouders van de gemeente Haren,

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De politievakorganisaties vertegenwoordigd in de Commissie voor georganiseerd overleg in politie-ambtenarenzaken. De voorzitter van de Commissie voor georganiseerd overleg in politieambtenarenzaken

Nadere informatie

NEE. Van: L. van Dijk Tel nr: 8519 Nummer: 17A Datum: 14 februari 2017 Tekenstukken: Ja Bijlagen: 2 Afschrift aan:

NEE. Van: L. van Dijk Tel nr: 8519 Nummer: 17A Datum: 14 februari 2017 Tekenstukken: Ja Bijlagen: 2 Afschrift aan: VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Van: L. van Dijk Tel nr: 8519 Nummer: 17A.00180 Datum: 14 februari 2017 Tekenstukken: Ja Bijlagen: 2 Afschrift aan: Team: Communicatie & Personeel Salarisadministratie,

Nadere informatie

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden

Nadere informatie

De Normalisering: het beleid en de uitvoering

De Normalisering: het beleid en de uitvoering De Normalisering: het beleid en de uitvoering Congres De normale ambtenaar Binnenlands Bestuur Marieke van Wallenburg Directeur-generaal Overheidsorganisatie (DGOO) van het ministerie van Binnenlandse

Nadere informatie

ons kenmerk ECCVA/U201300794 Lbr: 13/059 LOGA 13/12

ons kenmerk ECCVA/U201300794 Lbr: 13/059 LOGA 13/12 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft werkgeverschap veiligheidsregio's Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U201300794 Lbr: 13/059 LOGA 13/12

Nadere informatie

De gemeente Heusden heeft momenteel geen medewerk(st)ers in dienst aan wie bij indiensttreding een verhuisplicht is opgelegd.

De gemeente Heusden heeft momenteel geen medewerk(st)ers in dienst aan wie bij indiensttreding een verhuisplicht is opgelegd. Zaaknummer 00432596 Onderwerp Wijzigingen CAR-UWO 2015 Collegevoorstel Inleiding Het College voor Arbeidszaken (CvA) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) maakt met de vakbonden FNV, CNV Publieke

Nadere informatie

BAC Nr. gemeente gouda JUN 2008. Ingekomen. Afdoen voor: Naam. Ö) <=it./9^ uw kenmerk. ons kenmerk ECCVA/U200800798 Lbr. 08/106 CvA/LOGA 08/25

BAC Nr. gemeente gouda JUN 2008. Ingekomen. Afdoen voor: Naam. Ö) <=it./9^ uw kenmerk. ons kenmerk ECCVA/U200800798 Lbr. 08/106 CvA/LOGA 08/25 ^\ V. LOGA College voor Arbeidszaken/VNG Brief aan de\leden T.a.v. het college en de i gemeente gouda BAC Nr. Z-Jtf' Landelijk Overleg (3 Tpemeentelijke i Arbeidsvoorwaarden Ovb f- D S P^^J. CNV Publieke

Nadere informatie

Wet normalisering ambtelijke rechtspositie

Wet normalisering ambtelijke rechtspositie Wet normalisering ambtelijke rechtspositie 9 november 2016 prof.mr. B. Barentsen Ambtenaren zijn niet normaal Normalisering: al tijden aan de gang Voorbeelden: Stakingsrecht Medezeggenschap (WOR) Werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De Voorzitter van de overlegvergadering met de Universitaire Commissie voor Georganiseerd Overleg De Gezamenlijke Vakorganisaties Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Overlegverordening van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.

Overlegverordening van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Overlegverordening van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van de dijkgraaf en

Nadere informatie

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Justitie en Veiligheid D.t.v. Wnd. directeur DWJZ Mr. dr. G.M. ter Huurne Postbus 20301 2500 EH Den Haag doorkiesnummer 088-361 33 17 e-mail wetgeving.rvdr@rechtspraak.nl onderwerp Consultatieadvies

Nadere informatie

ECWGO/U201401851 Lbr. 14/069 CvA/LOGA 14/04

ECWGO/U201401851 Lbr. 14/069 CvA/LOGA 14/04 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft cao 2013-2015 (2) car-uwo teksten uw kenmerk ons kenmerk ECWGO/U201401851 Lbr. 14/069 CvA/LOGA 14/04 bijlage(n)

Nadere informatie

Aanpassingswetgeving normalisering rechtspositie ambtenaren

Aanpassingswetgeving normalisering rechtspositie ambtenaren Reactie op consultatie: Aanpassingswetgeving normalisering rechtspositie ambtenaren Inleiding Als auteur van Het nieuwe Ambtenarenrecht (Deventer 2017, Wolters-Kluwer, isbn: 978 90 13402 5) en als professional

Nadere informatie

Aanpassing AGN aan nieuwe collectieve zorgverzekering

Aanpassing AGN aan nieuwe collectieve zorgverzekering Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Aanpassing AGN aan nieuwe collectieve zorgverzekering Programma Bestuur & Middelen Portefeuillehouder B. van Hees Samenvatting Vanaf 1 januari 2017 hebben gemeenten een

Nadere informatie

Programma Wet normalisering rechtspositie ambtenaren WNRA. Normaliseren rechtspositie ambtenaren. mr. Muriël Nolet

Programma Wet normalisering rechtspositie ambtenaren WNRA. Normaliseren rechtspositie ambtenaren. mr. Muriël Nolet Normaliseren rechtspositie mr. Muriël Nolet. Programma Introductie WNRA Bespreking wijzigingen (in proces- en ontslagrecht) Rol van de OR Wet normalisering rechtspositie WNRA - 3 november 2010 initiatief

Nadere informatie

ECWGO/U Lbr. 16/007 CvA/LOGA 16/03

ECWGO/U Lbr. 16/007 CvA/LOGA 16/03 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Wet flexibel werken en Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd uw kenmerk ons kenmerk ECWGO/U201600259 Lbr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 550 Voorstel van wet van de leden Koşer Kaya en Van Hijum tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming

Nadere informatie

Voorstel van Wet tot wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs

Voorstel van Wet tot wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs Voorstel van Wet tot wijziging van enige wetten in verband met de normalisering van de rechtspositie van ambtenaren in het onderwijs Voorstel van wet Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut!

Nadere informatie

BINDINGNCF. 21 januari 2014. Worden ambtenaren gewone werknemers? Telefoon: 010-4101658 optie 2

BINDINGNCF. 21 januari 2014. Worden ambtenaren gewone werknemers? Telefoon: 010-4101658 optie 2 BINDINGNCF 21 januari 2014 Worden ambtenaren gewone werknemers? Email: mijnncf@ncf.nl Telefoon: 010-4101658 optie 2 Bereikbaar op ma., di., do. en vrijdag vanaf 9.30 uur tot en met 13.30 uur Adres: Strevelsweg

Nadere informatie

In deze ledenbrief treft u een aantal wijzigingen aan van de CAR-UWO met als doel redactionele onvolkomenheden in de CAR-UWO te herstellen.

In deze ledenbrief treft u een aantal wijzigingen aan van de CAR-UWO met als doel redactionele onvolkomenheden in de CAR-UWO te herstellen. Brief aan de leden T.a.v. het college en raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft Technische wijzigingen CAR- UWO Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U201100883 ECCVA/LOGA 12/01 Lbr 12/007

Nadere informatie

Consultatieadvies Aanpassingsbesluit Wnra

Consultatieadvies Aanpassingsbesluit Wnra Consultatieadvies Aanpassingsbesluit Wnra Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. De minister

Nadere informatie

Aan: Arbeidsvoorwaardenadviseurs en leden van het Georganiseerd Overleg FNV Overheid, branche Decentrale Overheden Van: Bert de Haas, Yoram Bovenkerk, Xander van de Scheur Bezoekadres Houttuinlaan 3 3447

Nadere informatie

Lijst van afkortingen 15

Lijst van afkortingen 15 Voorwoord 13 Lijst van afkortingen 15 1 Inleiding 19 1.1 Arbeidsverhoudingen bij de overheid 19 1.2 Overheidswerkgevers, ambtenarencentrales en vakorganisaties in de overheidssector 23 1.3 Een afzonderlijke

Nadere informatie

T.a.v. het college en de raad 29 mei 2018

T.a.v. het college en de raad 29 mei 2018 LOGA )llege voor beidszaken/vng İVAKABO IV bliekc zaak Brief aan de leden Datum T.a.v. het college en de raad 29 mei 2018 Ons kenmerk TAZ/U201800181 LBR18/024 LOGA nr 18/03 Telefoon 070 03738393 Bijlage(n)

Nadere informatie

Memo ten behoeve van griffler gemeente Westland, de heer N. Broekema. Opsteller: mr. K.F.A.M. Weijling. De Meern, 27 maart 2013

Memo ten behoeve van griffler gemeente Westland, de heer N. Broekema. Opsteller: mr. K.F.A.M. Weijling. De Meern, 27 maart 2013 Memo ten behoeve van griffler gemeente Westland, de heer N. Broekema advocaten J L t H G ambtenarenrecht en arbeidsrecht Opsteller: mr. K.F.A.M. Weijling De Meern, 27 maart 2013 Onderwerp Arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

LOGA. Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden. College voor Afbeidszaken/VNG. FNV Overheid. CNV Overheid

LOGA. Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden. College voor Afbeidszaken/VNG. FNV Overheid. CNV Overheid LOGA College voor Afbeidszaken/VNG FNV Overheid CNV Overheid CMHF r Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden Datum 18 december 2017 Ons kenmerk

Nadere informatie

Wijziging in de AGN uitwerking van het arbeidsvoorwaardenakkoord redactionele onvolkomenheden hersteld

Wijziging in de AGN uitwerking van het arbeidsvoorwaardenakkoord redactionele onvolkomenheden hersteld Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Wijziging in de AGN uitwerking van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2013-2015 redactionele onvolkomenheden hersteld Programma Bestuur & Middelen BW-nummer Portefeuillehouder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 832 Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met de wijziging van de aanwijzingsvoorwaarden voor deelneming in het ABP Nr. 3 Het advies

Nadere informatie

Lijst van afkortingen

Lijst van afkortingen Voorwoord Voor u ligt de vierde druk van het boek Inleiding Nederlands Ambtenarenrecht. De eerste druk verscheen in 2002, de tweede in 2005 en de derde in 2010. Deze vierde druk verschijnt op het moment

Nadere informatie

Zaaknummer:POCR126

Zaaknummer:POCR126 000472993 Zaaknummer:POCR126 Onderwerp:Wijzigingen CAR-UWO Publiekssamenvatting Het college heeft besloten enkele landelijk vastgestelde aanpassingen in de arbeidsvoorwaarden voor het gemeentepersoneel

Nadere informatie

Raadsvergadering : 22 januari 2013 Commissie : Bestuur Onderwerp : Werkgeverschap griffie I. Agendapunt :

Raadsvergadering : 22 januari 2013 Commissie : Bestuur Onderwerp : Werkgeverschap griffie I. Agendapunt : Raadsvergadering : 22 januari 2013 Commissie : Bestuur Onderwerp : Werkgeverschap griffie I Agendapunt : Collegevergadering : Niet van toepassing Agendapunt : Portefeuillehouder : Niet van toepassing Meer

Nadere informatie

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 14 juni 2012 registratienummer: B/

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 14 juni 2012 registratienummer: B/ NOTA dienst: Dienst Bestuur datum: 14 juni 2012 registratienummer: B/1207640 afdelingsnaam: steller: paraaf chef: kopie aan: onderwerp: DB/P&O mevr. M. Dekker Technische aanpassingen ARH Logacirculaires

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De staatssecretaris van Defensie, J. van Houwelingen. De belangenverenigingen van militairen toegelaten tot het Centraal Georganiseerd Overleg Militairen.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1987-1988 20402 Herziening overlegstelsel bij de overheid Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren De minister van Justitie en Veiligheid mr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag Afdeling HRM&OO bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag

Nadere informatie

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom

Het effect van de Wnra op de schaderegeling. 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Het effect van de Wnra op de schaderegeling 7 november 2017 mr. J. (Jasper) W.F. Overtoom Programma Schade van de ambtenaar Rechtspositionele voorschriften Werkgeversaansprakelijkheid Goed werkgeverschap

Nadere informatie

Normalisatie Rechtspositie Ambtenaren: hoe verder?

Normalisatie Rechtspositie Ambtenaren: hoe verder? Normalisatie Rechtspositie Ambtenaren: hoe verder? Onder redactie van prof. dr. J.J.M. Uijlenbroek Het CAOP is hét kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken in het publieke domein. Niets

Nadere informatie

In de afgelopen periode werden 2 circulaires ontvangen van het LOGA die een wijziging van de CAR-UWO betreffen.

In de afgelopen periode werden 2 circulaires ontvangen van het LOGA die een wijziging van de CAR-UWO betreffen. Zaaknummer 00439351 Onderwerp Wijzigingen CAR-UWO 2015 Collegevoorstel Aanleiding / voorgeschiedenis Het College voor Arbeidszaken (CvA) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) maakt met de vakbonden

Nadere informatie

Ambtenaar 3.0? Normalisering van de ambtelijke rechtspositie in Nederland.

Ambtenaar 3.0? Normalisering van de ambtelijke rechtspositie in Nederland. Ambtenaar 3.0? Normalisering van de ambtelijke rechtspositie in Nederland. Masterscriptie in het kader van de masteropleiding Arbeidsrecht. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit van Amsterdam. Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

De nieuwe leeftijdsafhankelijke factoren treden met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2017.

De nieuwe leeftijdsafhankelijke factoren treden met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2017. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 10 maart 2017 Ons kenmerk ECWGO/U201700191 Lbr: 17/015 CvA/LOGA 17/04 Telefoon (070) 373 8393 Bijlage(n) 1 Onderwerp FLO-overgangsrecht: wijziging

Nadere informatie

ECWGO/U201600450 Lbr. 16/014 CvA/Loga 16/06

ECWGO/U201600450 Lbr. 16/014 CvA/Loga 16/06 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 uw kenmerk bijlage(n) 1 betreft Aandachtspunten i.v.m. invoering nieuw hoofdstuk 3 CAR ons kenmerk ECWGO/U201600450

Nadere informatie

ECCVA/U Lbr: 12/101 CvA/LOGA 12/14

ECCVA/U Lbr: 12/101 CvA/LOGA 12/14 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Aanstelling in algemene dienst Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U201201481 Lbr: 12/101 CvA/LOGA 12/14

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 11 september TAZ/U / Lbr. 19/067 LOGAnr 19/ Cao Ontslagcommissie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 11 september TAZ/U / Lbr. 19/067 LOGAnr 19/ Cao Ontslagcommissie Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 11 september 2019 Kenmerk TAZ/U201900706/ Lbr. 19/067 LOGAnr 19/08 Telefoon 070-3738393 Bijlage(n) 2 Onderwerp Cao Ontslagcommissie Samenvatting Op

Nadere informatie

Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen)

Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen) Pensioenovereenkomst (inclusief pensioenovereenkomst voor beroepsmilitairen) De overheidswerkgevers verenigd in de Stichting Verbond Sectorwerkgevers Overheid (VSO), te weten de werkgevers van het personeel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 32 550 Voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Van Hijum tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 661 Uitvoering van de richtlijn 1999/70/EG van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP

Nadere informatie

Argumentatie: 1a. Voor medewerkers met een arbeidsbeperking zijn aanvullende afspraken opgenomen in de CAR-UWO

Argumentatie: 1a. Voor medewerkers met een arbeidsbeperking zijn aanvullende afspraken opgenomen in de CAR-UWO VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 15 september 2015 Besluit nummer: 2015_BW_00697 Onderwerp: Wijziging arbeidsvoorwaarden - Besluitvormend Beknopte samenvatting: Het LOGA heeft afspraken gemaakt over

Nadere informatie

ECWGO/U Lbr. 15/093 CvA/LOGA 15/15

ECWGO/U Lbr. 15/093 CvA/LOGA 15/15 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Tekst CARUWO in verband met herziening hoofdstuk 3 Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk ECWGO/U201501937 Lbr.

Nadere informatie

VNG Ledenbrief Wijzigingen CAR-UWO artikelen per 1 januari oktober 2017

VNG Ledenbrief Wijzigingen CAR-UWO artikelen per 1 januari oktober 2017 Van: VNG Aan: OW-Info Onderwerp: Lbr. 17/058 CvA/LOGA 17/11 - Wijzigingen CAR-UWO artikelen per 1 januari 2018 Datum: dinsdag 10 oktober 2017 10:54:07 Bekijk deze nieuwsbrief in uw browser B VNG Ledenbrief

Nadere informatie

Bijlagen 1. Ledenbrief Wnra en volgers Cao Gemeenten (3 september 2018) 2. Bijlage bij de CvA-ledenbrief (31 augustus 2018)

Bijlagen 1. Ledenbrief Wnra en volgers Cao Gemeenten (3 september 2018) 2. Bijlage bij de CvA-ledenbrief (31 augustus 2018) BESTUUR Hertog Aalbrechtweg 32-1823 DL ALKMAAR Postbus 9150-1800 GD ALKMAAR Telefoon: (072) 56 78 890 Fax: (072) 56 78 801 Email: j.g.goet@wnk.nl Website: www.wnk.nl Alkmaar, 14 februari 2019 Onderwerp:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 550 Voorstel van wet van de leden Koşer Kaya en Van Hijum tot wijziging van de Ambtenarenwet en enige andere wetten in verband met het in overeenstemming

Nadere informatie

SCO. Geachte heer Tönissen,

SCO. Geachte heer Tönissen, SCO Aan de D66-fractie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. de heer Wim Tönissen, persoonlijk medewerker van Fatma Koser Kaya Per mail: w.tonissen@tweedekamer.nl Datum Behandeld door 22 juli

Nadere informatie

aanpassing CAR-UWO aan ECWGO/U november 2016 nieuwe collectieve LIN: 16/089 zoraverzekerina CvA/LOGA 16/20

aanpassing CAR-UWO aan ECWGO/U november 2016 nieuwe collectieve LIN: 16/089 zoraverzekerina CvA/LOGA 16/20 ,1,!!!!!1611,LIJI1J (LO GA 1dszaken./VNG Overheid CNV Overheid CMHF Brief aan de leden T.a.v. het college en della.: 14) GPD 25.11.2016 0124 Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden informatiecentrum

Nadere informatie

VNG. VNG Ledenbrief Reparatie derde jaar WW(2) Downloaden. Lamars, Ronald. 18 december 2017

VNG. VNG Ledenbrief Reparatie derde jaar WW(2) Downloaden. Lamars, Ronald. 18 december 2017 Lamars, Ronald Van: VNG ^ng^ng.nl@mail79.suw91.mcdlv.ne^ namens VNG Verzonden: maandag 18 december 2017 16:53 Aan: Stadhuis Onderwerp: Lbr. 17/081 CvA/LOGA 17/17 - Reparatie derde jaar WW(2)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 48 Besluit van 13 december 2006 tot intrekking van het Kaderbesluit rechtspositie VO en tot wijziging van enkele besluiten in verband met verdere

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF LEDEN. Nieuwe rechtspositie APRIL 2019 AC RIJKSVAKBONDEN IN DEZE NIEUWSBRIEF:

NIEUWSBRIEF LEDEN. Nieuwe rechtspositie APRIL 2019 AC RIJKSVAKBONDEN IN DEZE NIEUWSBRIEF: Nieuwe rechtspositie NIEUWSBRIEF LEDEN APRIL 2019 AC RIJKSVAKBONDEN IN DEZE NIEUWSBRIEF: Arbeidsvoorwaarden blijven hetzelfde, manier van vastleggen verandert Veranderen mijn arbeidsvoorwaarden helemaal

Nadere informatie

Rechtspositieregelingen. Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling Personele jaarcyclus

Rechtspositieregelingen. Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling Personele jaarcyclus Rechtspositieregelingen Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling Personele jaarcyclus Inhoud Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad... 3 Regeling Personele

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Wijzigingen AGN i.v.m. wijziging zorgverzekering

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Wijzigingen AGN i.v.m. wijziging zorgverzekering Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Wijzigingen AGN i.v.m. wijziging zorgverzekering Programma / Programmanummer Bestuur & Middelen / 1042 BW-nummer Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting Op 1 januari

Nadere informatie

Ontslagrecht in het Primair onderwijs

Ontslagrecht in het Primair onderwijs Ontslagrecht in het Primair onderwijs Een onderzoek naar de rechtspositionele verschillen tussen het openbaar en bijzonder primair onderwijs en de gevolgen die deze hebben bij een ontslag. Door: Carola

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Wijziging Ambtenarenreglement 1995 n.a.v. diverse wijzigingen CAR-UWO met betrekking tot medewerkers sociale werkvoorziening, Wet Rampen en Zware Ongevallen, Zorgverzekering

Nadere informatie

De ambtelijke status

De ambtelijke status De ambtelijke status Een onderzoek naar de normalisering van de rechtpositie van de ambtenaren in Nederland. Niels Smetsers Anr: 834444 Afstudeerscriptie Master Recht & Management, Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Nadere informatie

Advies presidium Het presidium adviseert positief ten aanzien van dit voorstel en stelt voor dit als hamerstuk te beschouwen.

Advies presidium Het presidium adviseert positief ten aanzien van dit voorstel en stelt voor dit als hamerstuk te beschouwen. No. 691-1 Emmeloord, 14 januari 2013. Onderwerp Invulling werkgeverschap griffie Noordoostpolder Voorgenomen besluit 1. Het raadsbesluit d.d. 27 maart 2003, voor zover inhoudende de delegatie van de werkgeversbevoegdheden

Nadere informatie

Voorstel van Burgemeester en Wethouders van Geertruidenberg aan de Gemeenteraad van Geertruidenberg

Voorstel van Burgemeester en Wethouders van Geertruidenberg aan de Gemeenteraad van Geertruidenberg Voorstel van Burgemeester en Wethouders van Geertruidenberg aan de Gemeenteraad van Geertruidenberg Raadsvergadering : 4 september 2003 Onderwerp : Griffie Agendapunt : 09 Datum : 8 juli 2003 Inleiding:

Nadere informatie

Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers

Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers Sociale zekerheid van ambtenaren en overheidswerknemers Een onderzoek naar het proces van normalisering van het socialezekerheidsrecht in de sectoren Rijk, Gemeenten en Onderwijs B.B.B. Lanting Universitair

Nadere informatie

Deze LOGA-brief gaat over de wijzigingen in de CAR-UWO die volgen uit het akkoord 1 mei januari 2019.

Deze LOGA-brief gaat over de wijzigingen in de CAR-UWO die volgen uit het akkoord 1 mei januari 2019. Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 9 oktober 2017 Ons kenmerk TAZ/U201700735 Lbr. 17/058 CvA/LOGA 17/11 Bijlage(n) 1 Onderwerp Wijzigingen CAR-UWO artikelen per 1 januari 2018 Samenvatting

Nadere informatie

VNG Ledenbrief Wijziging artikelen 1:2 lid 1 sub c, 10d:26 leden 2 en 3, 10c:31 lid 1 CAR

VNG Ledenbrief Wijziging artikelen 1:2 lid 1 sub c, 10d:26 leden 2 en 3, 10c:31 lid 1 CAR Hoogerbrug, Linda Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Lugt, Arjen van der maandag 4 juni 2018 08:56 OW-Info FW: Lbr. 18/024 - Wijziging artikelen 1:2 lid 1 sub c, 10d:26 leden 2 en 3, 10c:31 lid 1 CAR Graag

Nadere informatie

Normalisering van het ambtenarentuchtrecht: het beste van twee werelden? Een vergelijking van strafontslag en ontslag op staande voet

Normalisering van het ambtenarentuchtrecht: het beste van twee werelden? Een vergelijking van strafontslag en ontslag op staande voet Normalisering van het ambtenarentuchtrecht: het beste van twee werelden? Een vergelijking van strafontslag en ontslag op staande voet Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit van Amsterdam Masterscriptie

Nadere informatie

ECWGO/U Lbr: 16/089 CvA/LOGA 16/20

ECWGO/U Lbr: 16/089 CvA/LOGA 16/20 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft aanpassing CAR-UWO aan nieuwe collectieve uw kenmerk ons kenmerk ECWGO/U201601499 Lbr: 16/089 CvA/LOGA 16/20

Nadere informatie

(070) 373 8021. Wijziging salarisbedragen, eindejaarsuitkering en levensloop Lbr. 08/31 CvA/LOGA 08/08. 17 maart 2008

(070) 373 8021. Wijziging salarisbedragen, eindejaarsuitkering en levensloop Lbr. 08/31 CvA/LOGA 08/08. 17 maart 2008 Brief aan de leden T.a.v. het college informatiecentrum tel. (070) 373 8021 uw kenmerk bijlage(n) 18 betreft Wijziging salarisbedragen, ons kenmerk ECCVA/U200800195 eindejaarsuitkering en levensloop Lbr.

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 26 juni TAZ/U / LOGA 19/06 Lbr 19/049

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 26 juni TAZ/U / LOGA 19/06 Lbr 19/049 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 26 juni 209 Ons kenmerk TAZ/U20900530/ LOGA 9/06 Lbr 9/049 Telefoon 070 373 8393 Onderwerp Nadere uitwerking Akkoord Reparatie FLO-overgangsrecht

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: 8 november Onderwerp:

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: 8 november Onderwerp: Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: 8 november 2012 Onderwerp: Arbeidsvoorwaardenregeling griffie, salarismaatregelen Gevraagde Beslissing: Aan de gemeenteraad van Krimpen

Nadere informatie

uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U200801637 CVA/LOGA 08/31 Lbr. 08/165

uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U200801637 CVA/LOGA 08/31 Lbr. 08/165 LOGA College voor Arbeidszaken/VN G ABVAKABO FNV CNV Publieke zaak Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Landelijk Overleg Gemeentelijke Arb eidsvo orwaarden CMHF informatiecentrum tel. (070)

Nadere informatie

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET. De raad van de gemeente Leeuwarden;

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET. De raad van de gemeente Leeuwarden; VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET De raad van de gemeente Leeuwarden; gelet op artikel 83, eerste lid, de artikelen 107 tot en met 107e, artikel 156 van de Gemeentewet en afdeling

Nadere informatie

ECCVA/U200801782 CVA/LOGA 08/37 Lbr. 08/187

ECCVA/U200801782 CVA/LOGA 08/37 Lbr. 08/187 Brief aan de leden T.a.v. het college informatiecentrum tel. (070) 373 8021 betreft gelaatsbedekkende kleding bij gemeentepersoneel Samenvatting uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U200801782 CVA/LOGA 08/37 Lbr.

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 12 juli ECWGO/U Lbr: 17/039 CvA/LOGA 17/07 (070) College voor Arbeidszaken

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 12 juli ECWGO/U Lbr: 17/039 CvA/LOGA 17/07 (070) College voor Arbeidszaken Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad College voor Arbeidszaken Datum 12 juli 2017 Ons kenmerk ECWGO/U201700542 Lbr: 17/039 CvA/LOGA 17/07 Telefoon (070) 373 8393 Bijlage(n) 1 Onderwerp Ledenraadpleging

Nadere informatie

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 12 juli ECWGO/U Lbr: 17/039 CvA/LOGA 17/07 (070) College voor Arbeidszaken

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 12 juli ECWGO/U Lbr: 17/039 CvA/LOGA 17/07 (070) College voor Arbeidszaken Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad College voor Arbeidszaken Datum 12 juli 2017 Ons kenmerk ECWGO/U201700542 Lbr: 17/039 CvA/LOGA 17/07 Telefoon (070) 373 8393 Bijlage(n) 1 Onderwerp Ledenraadpleging

Nadere informatie

Inleiding 1/7. Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst. Aan: 1 bijlage(n) AAC.88 zaaknummer 19 december 2008 datum. Onderwerp:

Inleiding 1/7. Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst. Aan: 1 bijlage(n) AAC.88 zaaknummer 19 december 2008 datum. Onderwerp: Aan: De Voorzitter van de Sectorcommissie Overleg Rijkspersoneel De heer J. Uijlenbroek d.t.v. mevrouw drs. T.I. van Galen, secretaris SOR Postbus 556 2501 CN s- GRAVENHAGE i 1 bijlage(n) AAC.88 zaaknummer

Nadere informatie