Annex II van de Europese Richtlijn Storten
|
|
- Thomas Martens
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Informatieblad Annex II van de Europese Richtlijn Storten nummer 5 Dit is een digitaal informatieblad met daarin de stand van zaken van de implementatie van de Annex II (Beschikking 2003/33/EG) van de Europese Richtlijn Storten (1999/31/EG). Het is bedoeld om u op de hoogte te stellen van de ontwikkelingen rond de implementatie van deze Annex II. Dit informatieblad zal niet op een vast tijdstip verschijnen, maar op momenten dat het zinvol lijkt meer informatie te verstrekken. Mocht u dit informatieblad ook voor andere personen of instanties van belang achten, stuur hem dan vooral door! Wilt u zich laten toevoegen aan of verwijderen van de mailinglist, heeft u suggesties, opmerkingen of wilt u een bijdrage leveren aan een volgend informatieblad, dan kunt u een sturen naar: Jeanine.dHooghe@minvrom.nl. In dit zesde digitale informatieblad: Implementatie van de Annex II; gevolgen voor de stortplaatsbeheerder 1. Inleiding 2. Welke regelgeving verandert er? 3. Wanneer moet een afvalstof worden getest op uitloging? 4. Wat mag waar worden gestort? 5. Regelmatige en niet-regelmatige afvalstoffen? 6. Verschillende fasen van het acceptatieproces 6.1. Fase 1: Gegevens verzamelen over de afvalstof 6.2. Fase 2: Controle van de afvalstof 7. Bemonsteren en analyseren van de afvalstof 8. Planning
2 Pagina 2 van 7 1. Inleiding In dit informatieblad wordt uitleg gegeven over de komende veranderingen in de acceptatie van afvalstoffen op stortplaatsen. Vanaf 16 juli 2009 treden nieuwe regels in werking waarmee de Beschikking 2003/33/EG (hierna: Annex II,of de Beschikking) in Nederlandse regelgeving is omgezet. Grootste verandering is dat van bepaalde afvalstoffen gegevens over uitloging bekend moeten zijn. Dit betekent zowel voor de ontdoener als voor de stortplaatsbeheerder dat de afvalstof bemonsterd en geanalyseerd moet worden. In dit informatieblad wordt aangegeven welke acties van u, anders dan u gewend bent, worden verwacht. 2. Welke regelgeving verandert er? Met de omzetting van de Annex II worden wijzigingen in de Nederlandse regelgeving doorgevoerd. Dit gebeurt door middel van een wijzigingsbesluit en een wijzigingsregeling. Het wijzigingsbesluit regelt wijzigingen in 4 AMvB s, te weten het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (hierna: Bssa), het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen (hierna Besluit melden), het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer en het Stortbesluit bodembescherming. Naast het wijzigingsbesluit worden in de wijzigingsregeling twee ministeriële regelingen gewijzigd: de Regel acceptatie geconditioneerde gevaarlijke afvalstoffen op stortplaatsen en de Regeling melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen (hierna: Regeling melden). De regeling acceptatie geconditioneerde gevaarlijke afvalstoffen krijgt hierdoor zelfs een andere naam en zal Regeling acceptatie afvalstoffen op stortplaatsen (hierna Regeling acceptatie) gaan heten. De belangrijkste wijzigingen voor stortplaatsbeheerders zijn opgenomen in het Bssa en de Regeling acceptatie. Grootste verandering is dat in bepaalde gevallen (in dit informatieblad is beschreven welke gevallen dit zijn) van de afvalstof aanvullende gegevens moeten worden bijgevoegd. Het gaat dan met name over analyseresultaten van uitloging. Voor het verkrijgen van deze gegevens is in eerste instantie de ontdoener verantwoordelijk. Deze moet (minstens) vijf keer analyseresultaten overleggen. Pas in een later stadium is de stortplaatsbeheerder verantwoordelijk voor het verkrijgen van deze gegevens. Wanneer dit het geval is en hoe dit moet worden ingevuld, zal in dit informatieblad worden beschreven. 3. Wanneer moet een afvalstof worden getest op uitloging? Na inwerkingtreding van de Europese Richtlijn storten zijn de stortplaatsen in Nederland te onderscheiden in stortplaatsen voor niet-gevaarlijk afval en stortplaatsen voor gevaarlijk afval. De hoofdregel is dat alleen korrelvormige afvalstoffen getest moeten worden. Monolithische afvalstoffen vallen buiten de reikwijdte van de implementatie van de Beschikking. Niet alle korrelvormige afvalstoffen hoeven getest te worden. In onderstaand schema is weergegeven wanneer wel en niet moet worden getest en welke bijlage van het Bssa geldt.
3 Pagina 3 van 7 Niet-gevaarlijke afvalstoffen Gevaarlijke afvalstoffen Stortplaats voor niet-gevaarlijk afval Stortplaats voor gevaarlijk afval Cel voor gipsafval Cel voor asbesthouden d afval Cel voor stabiel, nietreactief GA 1. Wel testen voor DOC en TOC; 2. Niet testen; 3. Niet testen; 4. Wel testen; 5. Wel testen voor DOC; 6. Wel testen; 7. Wel testen; 8. Wel testen. Welke parameters getest moeten worden en wat de grenswaarden zijn, is opgenomen in de bijlagen van het Bssa. Een andere uitzondering op het testen van de afvalstoffen is wanneer de afvalstoffen voorkomen op de lijst van afvalstoffen die niet getest hoeven te worden (gepubliceerd in de bijlage bij de regeling melden). Op deze lijst is aangegeven welke afvalstoffen zijn vrijgesteld van het testen. De vrijstelling kan verschillende oorzaken hebben, namelijk dat de afvalstof al voldoende gegevens bekend zijn, testen van de afvalstof technisch niet mogelijk is of de afvalstof een korrelgrootte heeft waarvan meer dan 80 procent groter is dan 40 mm. Of een afvalstof gevaarlijk is of niet, wordt bepaald door de Eural (Europese afvalstoffenlijst). 4. Wat mag waar worden gestort? Het spreekt voor zich dan op een stortplaats geen andere afvalstoffen gestort mogen worden dan de afvalstoffen die zijn vergund. Volgens het Bssa mogen op een stortplaats voor niet-gevaarlijk afval afvalstoffen worden gestort die een Euralcode voor niet-gevaarlijk afval hebben. Ook afvalstoffen met een Euralcode voor gevaarlijk afval mogen op een stortplaats voor niet-gevaarlijk afval worden gestort, mits deze stabiel, niet-reactief zijn. Deze afvalstoffen moeten in een aparte cel worden gestort. Zie ook bovenstaand schema. In de Nota van Toelichting bij het wijzigingsbesluit staat beschreven wat precies onder een cel wordt verstaan en wat de randvoorwaarden zijn.
4 Pagina 4 van 7 5. Regelmatige en niet-regelmatige afvalstoffen? Wanneer uit het bovenstaande blijkt dat een afvalstof moet worden getest, is het belangrijk om te weten of de afvalstof een eenmalige partij is of een partij die vrijkomt bij een continu proces en met een zekere regelmaat wordt aangeboden. Als het laatste van toepassing is, is nodig om iets te kunnen zeggen over de variabiliteit van de samenstelling en het uitlooggedrag van deze afvalstroom. Wanneer een ontdoener een regelmatige afvalstof heeft en volgens het besluit extra gegevens moet overleggen, hoeft na verloop van tijd de afvalstof niet elke keer vergezeld te gaan met analyseresultaten. Dit is het geval als de stortplaatsbeheerder voldoende gegevens heeft van de afvalstof, bijvoorbeeld wanneer een ontdoener al vijf keer analyseresultaten heeft overlegd aan de stortplaatsbeheerder. De afvalstof valt dan onder het zogenaamd controleregime. In het controleregime hoeft niet bij elke partij analyseresultaten te worden overlegd. Het controleregime valt onder de verantwoordelijkheid van de stortplaatsbeheerder (maar de ontdoener blijft uiteraard verantwoordelijk voor het aanleveren van de juiste afvalstof. De afvalstof moet overeenkomen met de afvalstof zoals deze in een eerder stadium is aangeleverd!) Oftewel: De ontdoener hoeft dus alleen in eerste instantie (minimum is de eerste vijf keer) te zorgen voor de analyseresultaten. Bij deze eerste vijf keer dat de afvalstof wordt aangeleverd, is de ontdoener verantwoordelijk voor het leveren van de gegevens met een maximale partijgrootte van 4000 ton. De ontdoener mag zelf de partijgrootte kiezen Voor niet-regelmatige afvalstoffen geldt niet dat de stortplaatsbeheerder na 5 partijen de afvalstof gaat bemonsteren en laat analyseren. Hier is de samenstelling en/of het uitlooggedrag te variabel, waardoor van iedere partij gegevens moeten worden meegeleverd. Een partij heeft ook hier een maximum grootte van 4000 ton. 6. Verschillende fasen van het acceptatieproces bij regelmatige afvalstoffen De acceptatie van regelmatige afvalstoffen kan grofweg worden verdeeld in twee fasen. De eerste fase is de fase waarin analysegegevens moeten worden verzameld om meer te weten te komen over de afvalstof. In de tweede fase is bekend wat de eigenschappen van de afvalstof zijn en kan worden volstaan met een beperktere controle van de afvalstof waarbij alleen de zogenaamde kritische parameters worden onderzocht. Deze fase is dus alleen van toepassing als de afvalstoffen regelmatig zijn. Het geldt dus niet voor afvalstoffen die eenmalig worden aangeboden of afvalstoffen die wel regelmatig worden aangeboden, maar erg wisselend in samenstelling zijn. Tijdens de eerste fase draagt de aanbieder van de afvalstof de verantwoordelijkheid van het verzamelen van de gegevens, in de tweede fase is dit de stortplaatsbeheerder Fase 1: Gegevens verzamelen over de afvalstof Wanneer een ontdoener een afvalstof wil storten, moet hij een omschrijving aanleveren. Dat is nu ook al zo. Deze verplichtingen zijn vastgelegd in het Besluit melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen en de Regeling melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Dit is, voor sommige korrelvormige afvalstoffen, dus uitgebreid met het leveren van gegevens over uitloging en samenstelling. Of analyseresultaten over de samenstelling en het uitlooggedrag van afvalstoffen onderdeel uit moeten maken van de aan te leveren gegevens, is opgenomen in het Besluit melden van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen in artikel 10a tweede lid. Daar staat dat deze verplichting niet geldt voor:
5 Pagina 5 van 7 a. afvalstoffen die voldoen aan de beschrijving die is opgenomen in tabel 1.1 van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen; b. gevaarlijke afvalstoffen die hechtgebonden asbest of door een bindmiddel gebonden asbest of in kunststof verpakte asbestvezels bevatten, en die geen andere gevaarlijke stoffen dan asbest bevatten; c. niet-gevaarlijke afvalstoffen die worden aangeboden op een stortplaats voor nietgevaarlijke afvalstoffen en niet in eenzelfde cel worden gestort als stabiele, niet-reactieve gevaarlijke afvalstoffen of gipsafval; d. afvalstoffen die uitsluitend bestaan uit deeltjes met een korrelgrootte van meer dan 40 millimeter; e. afvalstoffen waarvan de uitloogbaarheid en samenstelling bekend zijn; f. afvalstoffen ten aanzien waarvan het technisch niet mogelijk deze te testen of te onderwerpen aan passende testmethoden; g. afvalstoffen, behorende tot een categorie die krachtens het vijfde lid, onder b, is aangewezen. Als blijkt dat voor de te storten afvalstof deze extra gegevens moeten worden aangeleverd, moet de door de ontdoener aangewezen partij worden bemonsterd. Voor het bemonsteren moet een onafhankelijke en gekwalificeerde monsternemer worden ingeschakeld. Deze bemonstert de afvalstof volgens het VKB-protocol 1004 behorend bij BRL 1000 waarna het monster wordt overgedragen aan een AP04-geaccrediteerde laboratorium die het vervolgens gaat behandelen en analyseren. Wanneer de analyseresultaten bekend zijn, draagt de ontdoener deze met de overige benodigde gegevens over aan de stortplaats. Deze controleert de gegevens op volledigheid en stelt vast of de afvalstof voldoet aan de acceptatiecriteria. Onderdeel van deze acceptatiecriteria is een tabel met grenswaarden van de verschillende parameters. Overschrijding van de grenswaarden betekent dat de afvalstof niet geaccepteerd mag worden op de stort. Van een afvalstof die regelmatig wordt aangeboden, hoeft na verloop van tijd niet meer te worden bemonsterd en geanalyseerd zoals hierboven beschreven. Er wordt na (minstens) vijf keer verondersteld dat van de afvalstof de uitloogbaarheid en samenstelling bekend zijn (zie voorwaarde e van uitzonderingen op de verplichting). De stortplaatsbeheerder gaat met de vergaarde gegevens aan de slag en berekent de frequentie waarmee hij in de volgende fase, de controlefase, de afvalstof moet bemonsteren en, wanneer het monster geanalyseerd moet worden, welke parameters moeten worden geanalyseerd Fase 2: Controle 1 van de afvalstof Een afvalstof waarvan voldoende gegevens bekend zijn, komt in het controleregime terecht. Dit betekent dat de taak van de ontdoener voor het aanleveren van de analyseresultaten er op zit. De stortplaatsbeheerder berekent met de vijf laatste resultaten het gemiddelde per geanalyseerde parameter. Het gemiddelde wordt vergeleken met de grenswaarden zoals die zijn opgenomen in de bijlage van het Bssa. Welk onderdeel van de bijlage moet worden geraadpleegd, is afhankelijk van het type stortplaats. Als geen van de geanalyseerde parameters de grenswaarde overschrijdt, mag de afvalstof geaccepteerd blijven worden. De afvalstof wordt als bekend beschouwd. De stortplaatsbeheerder moet vervolgens bepalen welke parameters kritisch zijn. Kritisch wil zeggen, dat parameters een grotere kans hebben om de grenswaarde te overschrijden. Deze kans wordt enerzijds bepaald door de ligging van de gemiddelde waarde ten opzichte van de grenswaarde en anderzijds door de variabiliteit van de parameter in de afvalstof. Dit wordt ge- 1 Bij controle wordt hier gedoeld op het controleregime voor het testen, dus voor de uitloging en samenstelling. Het gaat hier dus niet om de controle zoals deze bij elke vracht die wordt aangeboden moet plaatsvinden, bestaande uit controle van de vereiste documenten en de visuele controle.
6 Pagina 6 van 7 talsmatig uitgedrukt in de k-waarde. Hoe groter de k-waarde, des te kleiner de kans op overschrijding van de grenswaarde. Van de kritische parameters wordt vervolgens bepaald met welke frequentie de afvalstof bemonsterd moet worden. Wanneer meerdere parameters kritisch zijn, wordt van elke parameter afzonderlijk met behulp van de vastgestelde k-waarde de monsternemingsfrequentie bepaald. Een tabel de hoogte correspondeert met de k-waarde de monsternemingsfrequentie is opgenomen in de Regeling acceptatie. De hoogste frequentie is bepalend. Wordt bijvoorbeeld voor een parameter een monsternemingsfrequentie van 1 op de 6 vrachten berekend en voor een andere parameter een frequentie van 1 op de 2 vrachten, dan wordt de afvalstof bemonsterd met een gemiddelde frequentie van 1 op de 2 vrachten. Wanneer de kritische parameters en de monsternemingsfrequentie bekend zijn, mag de stortplaatsbeheerder de afvalstof accepteren (tenzij de andere controles, bijvoorbeeld de visuele, uitwijzen dat er iets niet in orde is). De stortplaatsbeheerder bemonstert de afvalstof door vijf grepen te nemen volgens VKB-protocol en bewaart de monsters totdat het verzamelmonster wordt aangeboden aan het laboratorium. Een verzamelmonster bestaat uit vijftig grepen, die afkomstig zijn van tien vrachten. Per afvalstof moet ten minste één keer per jaar een analyse worden uitgevoerd. Het kan dus zijn dat een verzamelmonster uit minder dan tien bemonsterde vrachten bestaat wanneer een jaar verstreken is. Ook kan een verzamelmonster eerder worden aangeboden aan het laboratorium wanneer het maximum van 4000 ton is overschreden. Hiermee wordt bedoeld dat de totale massa van deze afvalstof waarvoor het verzamelmonster representatief is, de 4000 ton niet mag overschrijden. Wanneer dit wel het geval is, moet het verzamelmonster ook eerder naar het laboratorium. Zodra de nieuwe analyseresultaten van het laatste verzamelmonster binnen zijn, wordt opnieuw over de laatste vijf resultaten het gemiddelde berekend. Het oudste resultaat wordt uitgesloten en het nieuwste toegevoegd. Verschil met de eerste keer dat het gemiddelde is berekend, is dat nu slechts het gemiddelde wordt bepaald van de parameters die geanalyseerd zijn, de kritische parameters. Als alle kritische parameters onder de grenswaarden zijn gebleven, mag de afvalstof nog steeds worden geaccepteerd en wordt vervolgens weer de kritische parameter en de monsternemingsfrequentie berekend. Een parameter hoeft niet meer getest te worden als deze na vijf keer testen niet meer kritisch blijkt te zijn. Om ervoor te zorgen dat geen of te weinig zicht is op eventuele veranderingen van de afvalstof, wordt het tiende verzamelmonster weer volledig geanalyseerd op alle parameters. Zo kan het zijn dat er bij de elfde keer laten analyseren van het verzamelmonster meer parameters moeten worden geanalyseerd dan bij bijvoorbeeld de negende. Naast deze methodiek is er in de ministeriële regeling ook een mogelijkheid opgenomen om vergelijkbare afvalstoffen gezamenlijk te testen. Hiervoor moet van elke afvalstof afzonderlijk eerst de kritische parameters en de monsternemingsfrequentie 3 worden bepaald. Als deze voor de verschillende afvalstoffen overeen komen, dan mogen ze gezamenlijk worden beoordeeld. Dit betekent voor de eerste beoordeling dat de k-waarde wordt berekend, uitgaande van meer dan vijf analyseresultaten (bijvoorbeeld 10 bij 2 afvalstoffen, 15 bij 3 afvalstoffen, etc.). Ook hiervoor is een tabel opgenomen in de Regeling acceptatie. 2 3 Wanneer een te bemonsteren vracht te grofkorrelig is (meer dan tachtig procent (m/m) van de deeltjes is groter dan 40 mm), wordt deze vracht niet bemonsterd en wordt de eerstvolgende vracht bemonsterd. of met één categorie hogere of lagere frequentie.
7 Pagina 7 van 7 7. Bemonsteren en analyseren van de afvalstof Het monster dat aan het laboratorium wordt overgedragen, moet zijn samengesteld door een monsternemer volgens VBK-protocol De monsters van de ontdoener moeten door een erkende, onafhankelijke monsternemer zijn uitgevoerd en mag dus niet door de ontdoener zelf worden uitgevoerd. In het Bm is hiervoor een paragraaf gewijd aan de erkenning voor monsterneming. De monsterneming bij de stortplaats dient te worden uitgevoerd volgens BRL 1000 en het speciaal voor afvalstoffen opgestelde VKB-protocol Voor het uitvoeren van de proeven voor onder andere de uitloging en de analyse van het eluaat, mogen alleen laboratoria worden ingeschakeld die geaccrediteerd zijn volgens AP Planning Het ontwerpbesluit is momenteel in een inspraakronde. Na deze inspraakronde wordt het besluit waar nodig aangepast en vervolgens voor advies worden toegezonden aan de Raad van State. Begin november is het ontwerpbesluit voor notificatie naar de Europese Commissie gezonden. Ook de ministeriële regeling moet genotificeerd worden. Naar verwachting zal een en ander dan in april 2008 in werking treden. Het overgangsrecht loopt echter tot 16 juli Vanaf die datum zullen alle betrokken partijen aan de nieuwe regels moeten voldoen. Wie is betrokken bij de implementatie van de Annex? De implementatie van de Annex II valt onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van VROM. Binnen het ministerie is de afdeling Afvalstoffenbeleid (AAB) van de directie duurzaam Produceren (DP) de trekker. Om de implementatie zo goed mogelijk te laten verlopen, is er een begeleidingscommissie in het leven geroepen. Deze begeleidingscommissie brengt advies uit aan het Ministerie van VROM, fungeert als klankbord, begeleidt de onderzoeken van externe bureaus en speelt relevante informatie en ontwikkelingen door aan hun achterban. Leden van de begeleidingscommissie zijn: Vereniging Afvalbedrijven: mevr. J. Kok stortplaatsbeheerders: dhr. W. Aarnink (A&G), dhr. O. Feenstra (Afvalzorg), mevr. J. Witbreuk (Twence), dhr. A. Smits (Essent), mevr. K. Aspeslagh (Delta), dhr. H. Arends (ARN) ontdoeners: dhr. J. Schets (SITA), dhr. C. Duivesteijn (Exxon) provinciale overheid: dhr. R. Heijsman (DCMR), dhr. E. Foppen (provincie Zuid- Holland), dhr. J. Ditters (provincie Noord-Brabant) Ministerie van VROM: dhr. R. Eikelboom, mevr. M. Achterberg, mevr. J. van Beeck
Er gaat iets veranderen...wanneer u afval aanbiedt aan een stortplaats
Er gaat iets veranderen...wanneer u afval aanbiedt aan een stortplaats Vanaf 16 juli 2009 gaat er wat veranderen voor de procedures rond de acceptatie van afvalstoffen op stortplaatsen. Op die datum treedt
Nadere informatieAnnex II van de Europese Richtlijn Storten
Informatieblad Annex II van de Europese Richtlijn Storten nummer 1 Dit is een digitaal informatieblad met daarin de stand van zaken van de implementatie van de Annex II van de Europese Richtlijn Storten.
Nadere informatieArchtefexprnrteaf Provincie Zeeland
Archtefexprnrteaf Provincie Zeeland 1. VOORBLAD 1.1 Algemeen Aan: Stortplaats Noord en Midden Zeeland B.V. t.a.v. J.K. Janse Postbus 445 4530 AKTerneuzen Middelburg, 21 april 2010 Kenmerk brief: 10017004/Wm.09.088
Nadere informatieNOTA VAN TOELICHTING ALGEMEEN
NOTA VAN TOELICHTING I ALGEMEEN Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Doel van dit besluit 1.2 Hoofdlijnen van de Beschikking aanvaarding afvalstoffen op stortplaatsen 1.3 Hoofdlijnen van dit besluit 1.4 Belangrijkste
Nadere informatieDe Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:
Concept Besluit van... houdende wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (zeer laag radioactief afval) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 10817 17 juli 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 9 juli 2009,
Nadere informatieA&V en AO/IC protocol
Algemeen deel (deel 1 en 2) A&V en AO/IC protocol voor de locaties van Attero in Zuid-Nederland Attero BV Colofon ons kenmerk A&V en AO/IC auteur ing. M.H.G. Luijten versie 2.0 status definitief Roermondseweg
Nadere informatieBesluit van. tot intrekking Asbestbesluit milieubeheer
Besluit van tot intrekking Asbestbesluit milieubeheer Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van, nr. MJZ, Directie Juridische Zaken, Afdeling
Nadere informatieBeschrijving acceptatie- en controleprocedure afvalberging Derde Merwedehaven
Beschrijving acceptatie- en controleprocedure afvalberging Derde Merwedehaven onderwerp afvalberging Derde Merwedehaven versie Versie 1.1 d.d. 15 juli 2010 behandeld door K. Aspeslagh bedrijf Derde Merwedehaven
Nadere informatieMinimum VerwerkingsStandaard (MVS) voor baggerspecie
VROM Minimum VerwerkingsStandaard (MVS) voor baggerspecie Bijlage bij brief van 5 april 2004, Kamerstukken II 2003/04, 29 200 XI, nr. 90 maart 2004 1. Inleiding Vanaf 2002 wordt op grond van de Wet belastingen
Nadere informatieToelichting op het vervoer van asbest SC-531F
blad 1 van 5 (-houdend afval) 1 Deze paragraaf is een toelichting op SC-530 par. 7.17 Afvoer asbesthoudende materiaal. Om het vervoer van afvalstoffen (met asbesthoudend afval in het bijzonder) volgens
Nadere informatie(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.
TEKST SECTORPLAN 17 (onderdeel LAP) Sectorplan 17 Reststoffen van drinkwaterbereiding I Afbakening Reststoffen van drinkwaterbereiding komen vrij bij de bereiding van drinkwater. Deze reststoffen zijn
Nadere informatieMONSTERNEMING TE STORTEN KORRELVORMIGE AFVALSTOFFEN PROTOCOL 1004
MONSTERNEMING TE STORTEN KORRELVORMIGE AFVALSTOFFEN PROTOCOL 1004 Dit protocol, versie 1.1, is op 12-12-2013 vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Bodembeheer, ondergebracht bij
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 7 januari 2005 bij hen ingekomen aanvraag van N.V. Razob, Gulberg 9 te Nuenen om wijziging van de op 20 juni 2000 verleende milieuvergunning
Nadere informatieei GERECHTELIJKE SLAB Verslag ex artikel 8:47 Algemene wet bestuursrecht Y. Flietstra Pagina 1 Kenmerk opdrachtgever /33M1
SLAB ei GERECHTELIJKE OMGEVINGSDESKUNDIGEN Verslag ex artikel 8:47 Algemene wet bestuursrecht Opdrachtgever De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Kenmerk opdrachtgever 201006305/33M1 Datum
Nadere informatieMinimum VerwerkingsStandaard (MVS) voor baggerspecie
Minimum VerwerkingsStandaard (MVS) voor baggerspecie Handreiking voor vastlegging in vergunningen Wet milieubeheer 29 juli 2004 sikb/stukken/04.3392 1 Inleiding De MVS voor baggerspecie houdt in dat baggerspecie
Nadere informatieAlgemeen acceptatiebeleid
Pagina 1 van 7 Algemeen acceptatiebeleid Acceptatiereglement voor de ontvangst van afvalstoffen binnen de inrichting van Hellinga BV, gevestigd aan de Oevers 15 te Steenwijk. Artikel 1 Toepassingsgebied
Nadere informatieAcceptatie- en verwerkingbeleid
Acceptatiereglement voor de ontvangst van afvalstoffen binnen de inrichting van Rijssense Gebouwensloperij b.v., gevestigd aan de Noordermorssingel 1 te Rijssen. Artikel 1 Toepassingsgebied Dit reglement
Nadere informatieMinimum VerwerkingsStandaard (MVS) voor baggerspecie. Technisch-inhoudelijke uitwerking
Minimum VerwerkingsStandaard (MVS) voor baggerspecie. Technisch-inhoudelijke uitwerking maart 2004 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 MVS voor baggerspecie 3 3 Technisch-inhoudelijke invulling 4 3.1 Bepaling
Nadere informatieReglement en Voorwaarden Acceptatie afval
Reglement en Voorwaarden Acceptatie afval Artikel 1 Doel en toepassingsgebied Het vastleggen van de acceptatie eisen die op de inrichtingen van Post & Haveman van toepassing zijn op derden en eigen personeel.
Nadere informatieAMBTSHALVE WIJZIGING
AMBTSHALVE WIJZIGING WET MILIEUBEHEER Gemeente Vlagtwedde Groningen, 19 november 2002 Nr. 2002-16.822/47, MV 1 GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN Groningen, 19 november 2002 Nr. 2002-16.822/47,
Nadere informatieMonsterneming te storten korrelvormige afvalstoffen
Protocol 1004 Monsterneming te storten korrelvormige afvalstoffen Sampling of granular waste to be landfilled Versie 9.0 1 februari 2018 Monsterneming te storten korrelvormige afvalstoffen Pagina 1 van
Nadere informatieWet belastingen op milieugrondslag
Vastgestelde tekst per 1 april 2014 Wet belastingen op milieugrondslag HOOFDSTUK IV. AFVALSTOFFENBELASTING AFDELING 1. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 22 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop
Nadere informatieBODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp
BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp Opdrachtgever : Bart Boon Barneveld BV Adres : Barnseweg 124 Postcode, plaats : 3771 RP Barneveld Contactpersoon : Dhr. H. van Grootheest Telefoonnummer
Nadere informatieMeeverbranden van gevaarlijk afval in de AVI van ARN B.V.
Meeverbranden van gevaarlijk afval in de AVI van ARN B.V. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 februari 2011 / rapportnummer 2369-94 1. Oordeel over het MER Afvalenergiecentrale ARN B.V. te
Nadere informatieEerste wijziging van het LAP Inspraaknotitie. 7 december 2009
Eerste wijziging van het LAP 2009-2021 Inspraaknotitie 7 december 2009 Colofon Contactpersoon L.J.W.M. Bergman T 070 339 47 80 F 070 339 12 88 Portefeuille Milieu Directie Duurzaam Produceren Afval en
Nadere informatieRapport. Afvalstoffenlijst en acceptatiebeleid. Datum: 11 februari 2013. RJ/AKo/DSm/FA 17040-17-RA. 1. Afvalstoffenlijst
5 Rapport Lid NLingenieurs ISO 9001 gecertificeerd Betreft: Rapportnummer: Afvalstoffenlijst en acceptatiebeleid FA 17040-17-RA Datum: 11 februari 2013 Ref.: RJ/AKo/DSm/FA 17040-17-RA 1. Afvalstoffenlijst
Nadere informatieAcceptatie- en verwerkingsbeleid afvalstoffen (A&V-beleid) en de Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC)
Acceptatie- en verwerkingsbeleid afvalstoffen (A&V-beleid) en de Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) Inrichtinghouder: Enzerink B.V. Varsselseweg 49 7255 NR HENGELO Adres inrichting:
Nadere informatieSectorplan 26: Sectorplan 32: Cellenbeton
TEKST SECTORPLAN 31 (onderdeel LAP) Sectorplan 31 Gips I Afbakening Gips komt vrij bij het bouwen, renoveren en slopen van gebouwen en bouwwerken. Gips wordt aan de bron gescheiden (op de lokatie van de
Nadere informatieAcceptatie- en verwerkingsbeleid afvalstoffen (A&V-beleid) en de Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC)
Acceptatie- en verwerkingsbeleid afvalstoffen (A&V-beleid) en de Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) Inrichtinghouder: Enzerink B.V. Varsselseweg 49 7255 NR HENGELO Adres inrichting:
Nadere informatieAcceptatievoorwaarden Afval Energie Bedrijf
Bezoekadres Australiëhavenweg 21 1045 BA Amsterdam Postbus 58292 1040 HG Amsterdam Telefoon 020 587 6250 Fax 020 587 6270 wcs@afvalenergiebedrijf.nl www.afvalenergiebedrijf.nl Acceptatievoorwaarden Voor
Nadere informatieBijlage 1: certificatie/accreditatie regelingen
Bijlage 1: certificatie/accreditatie regelingen Het Ministerie van VROM heeft een eerste inventarisatie uitgevoerd van de regelgeving die op basis van het kabinetsstandpunt over het gebruik van certificatie
Nadere informatiebaggerspecie van 60% en meer wordt als reinigbare
November 2001 De Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) voor baggerspecie Vanaf 1 januari 2002 moet belasting worden betaald voor het storten van reinigbare baggerspecie* Dit staat in de Wet belastingen
Nadere informatietot wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (stortverbod koud-immobiliseerbare grond)
Besluit van tot wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (stortverbod koud-immobiliseerbare grond) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van,
Nadere informatieOMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS
OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid ten behoeve van inzamelen van afval (grofvuil) van particulieren (locatie: Electronstraat 2 te Groningen) Groningen,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 493 Beschikking van de Minister van Justitie van 23 oktober 2001, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit stortplaatsen
Nadere informatieAcceptatieprotocol. Asbesthoudend staalschroot. Nedstaal B.V. Datum: 15 juli 2013. Status: versie 2.0
Acceptatieprotocol Asbesthoudend staalschroot Nedstaal B.V. Datum: 15 juli 2013 Status: versie 2.0 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 1 1.1 Algemeen... 1 1.2 Status en doel van het acceptatieprotocol... 1
Nadere informatieBesluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Registratiebesluit externe veiligheid wordt als volgt gewijzigd:
Besluit van houdende wijziging van het Registratiebesluit externe veiligheid en het Besluit externe veiligheid inrichtingen (aanpassing aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen en wegnemen van
Nadere informatieRapportdatum 7 juli 2017 Kenmerk Afvalzorg Deponie B.V., stortplaats Nauerna Nauerna 1 te Assendelft
R A P P O R T Rapportdatum 7 juli 2017 Kenmerk 3875006 Inrichting Adres Onderwerp Afvalzorg Deponie B.V., stortplaats Nauerna Nauerna 1 te Assendelft Reguliere controle Datum controle 10 mei en 18 mei
Nadere informatie18 Mengen. 18.1 Inleiding
18 Mengen 18.1 Inleiding Afvalstoffen dienen na het ontstaan zoveel als mogelijk gescheiden te worden gehouden van andere afvalstoffen. De reden hiervoor is dat hergebruik en nuttige toepassing van homogene
Nadere informatie29-5-2013. Inhoud presentatie. Immobilisaten. Taken BG s uit Bbk. Taken Bbk art 28
Inhoud presentatie Immobilisaten Vast en (on)zeker Richard Welling OMWB Chris Schuurbiers ILT Taken van bevoegde gezagen bij productie en toepassing van immobilisaten Taken Bbk art 28 / memo NBr Eisen
Nadere informatie16 Aspecten voor vergunningverlening
16 Aspecten voor vergunningverlening 16.1 Inleiding In 2002 is het rapport De verwerking verantwoord gepubliceerd. Doelstellingen van dat rapport waren onder meer: het transparant maken van de processen
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17253 3 juli 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 20 juni 2013, nr. IENM/BSK-2013/122909,
Nadere informatieWijziging Uitvoeringsregeling milieuverslaglegging
VROM, VW Wijziging Uitvoeringsregeling milieuverslaglegging Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
Nadere informatietömgevingsd/ewsŕÿ Midden- en Wcat-Brab»nt B
tömgevingsd/ewsŕÿ Midden- en Wcat-Brab»nt B Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie op de op 21 maart 2013 bij hen ingekomen aanvraag van ons kenmerk Octopus VOF, om vergunning
Nadere informatieTekst Inhoudstafel Begin
27 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze van het nemen van monsters voor de officiële controle op de maximum-gehalten aan mycotoxines in bepaalde voedingsmiddelen. (NOTA : Raadpleging
Nadere informatieINFORMATIEBLAD KETENTOEZICHT ASBEST 1 versie 9 maart 2009
INFORMATIEBLAD KETENTOEZICHT ASBEST 1 versie 9 maart 2009 Aanleiding Het Landelijk Overleg Milieuhandhaving (LOM) ondersteunt de samenwerking in de asbestketen door het organiseren van ketentoezicht asbest
Nadere informatie16 Aspecten voor vergunningverlening
16 Aspecten voor vergunningverlening 16.1 Inleiding In 2002 is het rapport De verwerking verantwoord gepubliceerd. Doelstellingen van dat rapport waren onder meer: het transparant maken van de processen
Nadere informatiePagina 1 van 7. telefoon telefax
Notitie : 8VERAS-ASB.12553a.N Van : secretariaat Voor : leden Versiedatum : 4-1-2019 Betreft : voorwaarden voor vrijstelling stortbelasting asbesthoudende dakbedekking per 2019 Bij de behandeling van het
Nadere informatieBelangrijkste wijzigingen BRL 9335 (versie 2.1 naar versie 3.2)
Belangrijkste wijzigingen BRL 9335 (versie 2.1 naar versie 3.2) Versie 3.2 van BRL 9335 en de bijbehorende protocollen bevat een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van versie 2.1. - Versie 2.1
Nadere informatiesectorplan Ernstig verontreinigde grond
sectorplan Ernstig verontreinigde grond 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Ernstig verontreinigde grond 2. Belangrijkste bronnen Gemeenten en aannemers 3. Aanbod in 2000 (in Nederland)
Nadere informatieBESCHIKKING D.D. 21 JUNI NR. MPM7053 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
BESCHIKKING D.D. 21 JUNI 2007 - NR. MPM7053 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet milieubeheer AANVRAAG Algemeen Op 21 december 2006 hebben wij een aanvraag ontvangen van Veluwse Afval Recycling B.V.
Nadere informatieNota bodembeheer provinciebrede samenwerking bodembeleid Flevoland
Bijlage 5: Bewijsmiddelen 1.1 Bodemkwaliteitskaart 1.1.1 Algemeen Bij het opstellen van de Nota bodembeheer worden de op dat moment geldende (water)bodemkwaliteitskaarten en de in concept beschikbare nieuwe
Nadere informatiePROTOCOL MILIEUKUNDIGE BEGELEIDING BODEMSANERING MET INZET VAN HANDHELD RÖNTGEN FLUORESCENTIE SPECTROMETRIE
PROTOCOL MILIEUKUNDIGE BEGELEIDING BODEMSANERING MET INZET VAN HANDHELD RÖNTGEN FLUORESCENTIE SPECTROMETRIE Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Afbakening... 3 4. Apparatuur en hulpmiddelen...
Nadere informatieAcceptatie- en controlebeleid afvalstoffen POSM afval(water)verwerkingsproject Lyondell Chemie Nederland B.V., locatie Maasvlakte
Opdrachtgever: Project: POSM afvalwaterverwerkingsproject Acceptatie- en controlebeleid afvalstoffen POSM afval(water)verwerkingsproject, locatie Maasvlakte Tebodin Spoorstraat 7 3112 HD Schiedam Postbus
Nadere informatieOpzet en beschrijving Acceptatie en verwerkingsbeleid Administratieve organisatie en interne controle AV-AO/IC
Opzet en beschrijving Acceptatie en verwerkingsbeleid Administratieve organisatie en interne controle AV-AO/IC Afvalzorg Deponie stortplaats Zeeasterweg, Lelystad Storten en bewerking externe afvalstoffen
Nadere informatieHandreiking Relevante regelgeving bij de toepassing van groenafval
Rijnstraat 8 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag Handreiking Relevante regelgeving bij de toepassing van groenafval 1 Inleiding In sectorplan 9 van het Landelijk Afvalbeheerplan is aangekondigd dat er een handreiking
Nadere informatieAanbieden en verwerken van afvalstoffen
Aanbieden en verwerken van afvalstoffen Inhoudsopgave Algemene procedure aanbieding van afvalstoffen 3 Verwerking van afvalstoffen onder toezicht 4 Afvalstoffenbelasting 6 Weegpassen 7 Annex II 9 Informatie
Nadere informatieRapport Partijkeuring grond (in-situ) Strijpweg te Tull en 't Waal
Rapport Partijkeuring grond (in-situ) Strijpweg te Tull en 't Waal projectnummer 174488 revisie 00 25 augustus 2008 Opdrachtgever Gemeente Houten Postbus 30 3990 DA HOUTEN datum vrijgave beschrijving revisie
Nadere informatie16 Aspecten voor vergunningverlening
16 Aspecten voor vergunningverlening 16.1 Inleiding Met het in werking treden van het tweede LAP eind 2009is het rapport De verwerking verantwoord vervallen. Delen van de kaders van het rapport zijn in
Nadere informatieBemonstering bij continue productie van vaste mest
Bemonstering bij continue productie van vaste mest Paul Hoeksma Wageningen UR Livestock Research februari 2016 1 Wageningen UR (University & Research centre) Inleiding Het Accreditatieprogramma bemonstering
Nadere informatieWijzigingsblad BRL
Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door College van Deskundigen Grondstoffen en Milieu d.d. 22 januari 2016. Aanvaard door KOMO d.d. 14 april 2016. Dit wijzigingsblad is door Kiwa
Nadere informatieAnalyserapport Asbestonderzoek conform NEN 5707
rapport Asbestonderzoek conform NEN 5707 Indien de monsters niet door zijn genomen, draagt geen verantwoordelijkheid. Massa veldvochtig monster: 11.129,7 gram S9A < 0,5 mm 5.297,0 0,19 0 0,0 n.a. 0,0 0,0
Nadere informatieWijzigingsblad Vastgesteld door het CCvD BODEMBEHEER
Wijzigingsblad Vastgesteld door het CCvD BODEMBEHEER Van toepassing op : BRL SIKB 1000, versie 8.2 van 2 oktober 2014 Versie en datum vaststelling : versie 2, 10 maart 2016 Wijziging nummer: 1 Datum vaststelling
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 157 Besluit van 16 april 2013, tot wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (stortverbod koud-immobiliseerbare grond)
Nadere informatieBesluit van 20 januari 1993, houdende regels inzake het storten van afvalstoffen
(Tekst geldend op: 06-02-2007) Besluit van 20 januari 1993, houdende regels inzake het storten van afvalstoffen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 492 Beschikking van de Minister van Justitie van 23 oktober 2001, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Stortbesluit bodembescherming,
Nadere informatieBESCHIKKING WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING. Afvalverwerking Stainkoeln B.V.
BESCHIKKING WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Afvalverwerking Stainkoeln B.V. ten behoeve van het in werking hebben van een inrichting voor het be/verwerken van airvalstoffen te Groningen. (Locatie:
Nadere informatieBEOORDELINGSRICHTLIJN MONSTERNEMING VOOR PARTIJKEURINGEN BRL SIKB 1000
BEOORDELINGSRICHTLIJN MONSTERNEMING VOOR PARTIJKEURINGEN Deze beoordelingsrichtlijn (BRL), versie 8.0, is op 17-06-2009 vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Bodembeheer, ondergebracht
Nadere informatieOp de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Besluit van tot wijziging van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, het Besluit bodemkwaliteit, het Besluit lozen buiten inrichtingen, het Besluit omgevingsrecht en het Waterbesluit
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
STTSCOURNT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 18140 1 december 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer van 23 november
Nadere informatie2. Identificatiefiches asbest
2. Identificatiefiches asbest 12 Identificatiefiche asbest nr. 1 Gebouw : Stelplaats Kinrooi Niveau : kantoorgebouw Lokaal : burelen Toepassing : plafonds lamellen, isolatie glaswol NIET ASBESTHOUDEND
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2040247/2803136 op de op 14 juli 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Heijmans Facilitair Bedrijf BV, om vergunning krachtens
Nadere informatieAdvies op aanvraag omgevingsvergunning van Bin2Barrel Amsterdam B.V.
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Holland p/a Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied t.a.v. De heer L.Fresen Postbus 209 1500EE Zaandam Advies op aanvraag omgevingsvergunning van
Nadere informatieBeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2129844/3498482 op de op 10 september 2013 bij hen ingekomen aanvraag van Plastic Recycling Company BV, om vergunning krachtens de Wet
Nadere informatieVASTLEGGING AFSPRAKEN
VASTLEGGING AFSPRAKEN De ondergetekenden: Gemeente Dordrecht, zetelend te Dordrecht aan de Spui boulevard 300, te dezen krachtens het bepaalde in artikel 171 Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door
Nadere informatieAcceptatiereglement Afvalverwerking Vink b.v.
Pagina : 1 van 7 Acceptatiereglement Afvalverwerking Vink b.v. Acceptatieprocedure Voordat afvalstoffen voor de eerste keer worden aangeboden moet een acceptatieverzoek door of namens de ontdoener worden
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 325 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 7 juli 2000, nr. MJZ2000077465, houdende grenswaarden
Nadere informatieTheo Beheer BV. Kenmerken project. Groenafval en uitbreiding veegvuil. Verwerkingslocatie Lelystad
Theo Beheer BV Kenmerken project Groenafval en uitbreiding veegvuil Verwerkingslocatie Lelystad Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Huidige bedrijfsactiviteiten 3 3 Relatie vigerende omgevingsvergunning 3 4
Nadere informatieAanbieden en verwerken van afvalstoffen
Aanbieden en verwerken van afvalstoffen Inhoudsopgave Algemene procedure aanbieding van afvalstoffen 3 Verwerking van afvalstoffen onder toezicht 4 Afvalstoffenbelasting 6 Chipkaarten 7 Annex II 9 Onze
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 336 Besluit van 5 juli 2001 tot wijziging van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer en enige andere besluiten ter uitvoering
Nadere informatieBeoordeling van gevaarlijke afvalstoffen als stabiel, niet reactief afval
ECN-E--09-055 Mei 2009 Beoordeling van gevaarlijke afvalstoffen als stabiel, niet reactief afval A. van Zomeren P.A. Bonouvrie H.A. van der Sloot Beoordeling van gevaarlijke afvalstoffen als stabiel, niet-reactief
Nadere informatieAsbest in de milieuregelgeving toegespitst op granulaten
Asbest in de milieuregelgeving toegespitst op granulaten Hans Delcourt Studiedag ASBEST, 28 september 2010, Vlaamse Overheid Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-inspectie
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN INZAKE AFVAL- VERWERKING STAINKOELN
ALGEMENE VOORWAARDEN INZAKE AFVAL- VERWERKING STAINKOELN ARTIKEL 1 DEFINITIES In deze voorwaarden wordt verstaan onder: a. AVS: Afvalverwerking Stainkoeln B.V.; b. vergunninghouder: Afvalbeheer Regio Centraal
Nadere informatieVerpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval.
TEKST SECTORPLAN 41 (onderdeel LAP) Sectorplan 41 Verpakkingen algemeen I Afbakening Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen
Nadere informatie1. Aanpassingen TRA 17: Omzendbrief Copro dd. 29/10/2010
OMZENDBRIEF aan de gebruikers van het COPRO-merk voor GEREINIGDE GRANULATEN AFKOMSTIG VAN DE FYSICO- CHEMISCHE REINIGING VAN UITGEGRAVEN BODEM OF VAN GELIJKAARDIGE AFVALSTOFFEN volgens TRA17 Deze omzendbrief
Nadere informatiedrukhouders Sectorplan 70: CFK s, HCFK s, HFK s en halonen Beleidskader
TEKST SECTORPLAN 45 (onderdeel LAP) Sectorplan 45 Brandblussers I Afbakening Dit sectorplan heeft betrekking op de verwerking van brandblussers. Onderstaand - niet limitatief bedoeld - overzicht bevat
Nadere informatie13 december 2018 (betreft concept voor validatie, openbare reactieronde, RvA-evaluatie, HUF-toets)
Wijzigingsblad Bij versie 9.0 van BRL SIKB 1000 Vastgesteld door: CCvD Bodembeheer : BRL SIKB 1000, Monsterneming voor partijkeuringen, versie 9.0, d.d. 1 februari 2018, inclusief de daarbij horende protocollen
Nadere informatieDE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Ontwerp-Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van, TRCJZ/2008/3190, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Nadere informatieConcept ten behoeve van internetconsultatie februari Besluit van
Concept ten behoeve van internetconsultatie februari 2016 Besluit van tot wijziging van het Besluit voertuigen ter implementatie van richtlijn nr. 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3
Nadere informatieAfvalstoffenverordening Avri 2016
Afvalstoffenverordening Avri 2016 Auteur Avri Versie 1 Datum 3 december 2015 Afvalstoffenverordening Avri 2016 Het algemeen bestuur van Avri besluit, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 665 Besluit van 8 december 1997, houdende een stortverbod binnen inrichtingen voor aangewezen categorieën van afvalstoffen (Besluit stortverbod
Nadere informatieInformatieblad 64: Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen
Informatieblad 64: Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen Datum Inleiding Volgens Verordening (EG) 852/2004 zijn levensmiddelen
Nadere informatieBESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND
Provincie Zeeland Middelburg: 28 juli 2009 Nummer: 09027212 Afdeling: Milieuhygiene BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND 1. AANLEIDING Op 31 januari 2006 hebben wij aan Demontagebedrijf Schroot
Nadere informatieGrondbank de Geer Oss B.V. - Algemene Voorwaarden
Grondbank de Geer Oss B.V. - Algemene Voorwaarden ARTIKEL 1: Algemeen Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op het aanbieden van afvalstoffen aan, en het accepteren van afvalstoffen door Grondbank
Nadere informatiesectorplan 6 Reststoffen van afvalverbranding
sectorplan Reststoffen van afvalverbranding 1 Achtergrondgegevens 3.1 PREVENTIEMOGELIJKHEDEN 1. Belangrijkste afvalfracties Bodemassen, vliegassen en rookgasreinigingsresiduen van AVI s, DTO s en SVI s
Nadere informatieA.8 LAP3 en de Omgevingswet
A.8 LAP3 en de Omgevingswet A.8.1 Over dit hoofdstuk juridische achtergrond Op 1 januari 2021 is beoogd dat de Omgevingswet (Ow) in werking treedt en zal een deel van de huidige afvalregelgeving via die
Nadere informatieCERTIFICATIESCHEMA voor het ASCERT Certificaat Deskundig Asbest Acceptant (DAA)
Certificatieschema Deskundig Asbest Acceptant (DAA) versie 01032019 blad 1 van 7 CERTIFICATIESCHEMA voor het ASCERT Certificaat Deskundig Asbest Acceptant (DAA) Stichting ASCERT www.ascert.nl Certificatieschema
Nadere informatieAcceptatiereglement De aanbieder/vervoerder mag geen hinder veroorzaken of de normale gang van zaken op de acceptatieplaats belemmeren.
ARTIKEL 1 Algemeen: Dit reglement is van toepassing op het aanbieden van afvalstoffen aan, en het accepteren van afvalstoffen door Wagro/GMN. De bijlagen 1 tot en met 3 vormen integraal onderdeel van dit
Nadere informatieNotitie. Stoorstoffen AEB
Notitie Datum Februari 2008 Onderwerp Stoorstoffen AEB Inleiding In de acceptatievoorwaarden van AEB worden een aantal afvalstoffen genoemd welke door AEB niet geaccepteerd kunnen worden. In dit document
Nadere informatie