Kwaliteitsverslag 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwaliteitsverslag 2013"

Transcriptie

1 Kwaliteitsverslag 2013 Naam voorziening: ADAM- Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen Adres voorziening: Uitbreidingstraat 392B 2600 Berchem Telefoon: 03/ Fax: 03/

2 2

3 VOORWOORD Geachte lezer, Met veel trots stel ik u ons jaarverslag van 2013 voor. Globaal wordt HCA vandaag geconfronteerd met een daling van de instroom. De boost die HCA met de invoer van de nieuwe jeugdwet kende, deint stilaan weg. Deze evolutie stelt zich het scherpst in het gerechtelijk arrondissement Antwerpen. De voornaamste verklaringen worden gezocht in de impact van de Salduz- wetgeving, het tekort aan antwoorden voor jongeren in een problematische opvoedingssituatie (POS) en de werkdruk bij het Antwerpse gerechtelijk apparaat. Ondanks de veranderingen, blijven we niet bij de pakken zitten, integendeel. In 2013 investeerde ADAM des te meer in sensibilisering en activering van het netwerk. Daarnaast verzette het ADAMteam heel wat denkwerk rond de verruiming van het expertisegebied en de sectorale verankering van het herstelgericht werken. Verder namen we als dienst ook een signaalfunctie op in de debatten rond de hervorming van het jeugdrecht, wanneer deze bevoegdheid naar Vlaanderen wordt overgeheveld. Tot slot zijn we als HCA- sector erg op zoek naar een positionering in of verhouding met een nieuw landschap van integrale jeugdhulp. Kortom, de uitdagingen voor HCA zijn talrijk! Deze woelige watertjes doorstaan, kan enkel met een stevige ploeg van professionele en geëngageerde medewerkers. Mijn dank gaat dan ook vooral uit naar het team, dat dag op dag het beste van zichzelf geeft, met als doel samen een zo goed mogelijk antwoord te bieden op de Antwerpse jeugddelinquentie. Veel leesplezier. Saskia Kuypers Directeur ADAM 3

4 INHOUDSTABEL VOORWOORD ALGEMENE WERKING Omschrijving van de visie en de werkingsprincipes Historiek van de werking Doelgroep Omschrijving van de doelgroep Invloed van de aard van de doelgroep op de werklast Overlegstructuren Interne overlegstructuren Externe overlegstructuren Samenwerking en sensibilisering van verwijzers en lokale partners Sociaal ondernemerschap Evaluatie van de activiteiten op dienstniveau ADAM in cijfers Inhoudelijke evaluatie Doelstellingen DIENSTVERLENING Beschrijving Beknopte omschrijving Procedure Methodische handvaten Evaluatie Kwantitatieve resultaten Inhoudelijke evaluatie Doelstellingen VORMING Beschrijving Beknopte omschrijving Methodische handvaten Vormingsaanbod Procedure Evaluatie Kwantitatieve resultaten Inhoudelijke evaluatie Doelstellingen HERSTELBEMIDDELING Beschrijving Beknopte omschrijving

5 4.1.2 Procedure Methodische handvaten Evaluatie Kwantitatieve resultaten Inhoudelijke evaluatie Doelstellingen HERSTELGERICHT GROEPSOVERLEG Beschrijving Beknopte beschrijving Procedure Methodische handvaten Evaluatie Kwantitatieve resultaten Inhoudelijke evaluatie Doelstellingen BELEIDSSIGNALEN BIJLAGEN

6 1 ALGEMENE WERKING 1.1 Omschrijving van de visie en de werkingsprincipes Een dienst met een opdracht ADAM heeft als opdracht de realisatie van een geïntegreerd aanbod voor de herstelgerichte en constructieve afhandeling in het gerechtelijk arrondissement Antwerpen. Dit aanbod wordt sedert 1 april 2007 gerealiseerd conform de bepalingen in de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade en de bepalingen opgenomen in het samenwerkingsakkoord betreffende het herstelrechtelijk aanbod en het samenwerkingsakkoord betreffende de ouderstage. Concreet betekent dit dat ADAM minderjarigen begeleidt die, naar aanleiding van het plegen van een als misdrijf omschreven feit, een maatregel krijgen voorgesteld of opgelegd door het jeugdparket of de jeugdrechtbank. Deze maatregelen worden gevat onder de noemer herstelgerichte en constructieve afhandelingsvormen. Concreet betreft het dienstverlening, vorming, herstelbemiddeling en herstelgericht groepsoverleg. Een dienst met een missie Met zijn aanbod tracht ADAM, in samenspraak met de verschillende relevante partners, mee een antwoord te formuleren ten aanzien van jeugddelinquentie in Antwerpen. ADAM kiest voor een constructieve benadering waarbij responsabilisering van de minderjarige, betrokkenheid van zijn omgeving en aandacht voor het slachtoffer centraal staan. ADAM signaleert, in overleg met de relevante partners, tendensen en evoluties binnen de problematiek van de jeugddelinquentie bij de verschillende bevoegde overheden. Een dienst met een visie ADAM vraagt ten aanzien van de betrokken partijen een inspanningsverbintenis betreffende de afhandelingsvorm die werd voorgesteld of opgelegd. Indien de betrokkene(n) besluit(en) deze verbintenis aan te gaan, biedt ADAM een duidelijk, welomschreven kader. Dit kader wordt gekenmerkt door: maximaal beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt maximaal beroep op de mogelijkheden van de cliënt aanbod op maat, geënt op de leefwereld van de cliënt 6

7 formele, transparante en toetsbare afspraken discretie en vertrouwelijkheid respect en onbevooroordeeldheid beginselvastheid gelijkheid Daarbij wenst ADAM garant te staan voor: het bieden van een kwalitatief hoogstaand en wetenschappelijk onderbouwd aanbod van herstelgerichte en constructieve afhandelingsvormen het verder ontwikkelen van herstelgerichte en constructieve afhandelingsvormen die toegespitst zijn op de grootstedelijke realiteit en de culturele diversiteit die daarmee gepaard gaat een doordachte samenwerking met relevante actoren Een dienst met een doelstelling Ten aanzien van de minderjarige: (her)bevestigen van de algemene maatschappelijke normen inzicht doen verwerven rond de gevolgen van het gestelde gedrag aanzetten tot het opnemen van verantwoordelijkheid ten aanzien van zijn daden aanzetten tot een maximaal herstel van de schade ten aanzien van de maatschappij, het slachtoffer, zichzelf en zijn leefomgeving vergroten van de weerbaarheid en de competenties, met het oog op enerzijds het voorkomen van een nieuwe overtreding van maatschappelijke normen en anderzijds een positieve integratie in de samenleving faciliteren van een succeservaring Ten aanzien van de ouders: optimaal informeren over de wijze van afhandeling optimaal informeren over de verwachtingen die gesteld worden ten aanzien van hun kind actief betrekken bij het afhandelen van de maatregel stilstaan bij de verantwoordelijkheid als ouder Ten aanzien van het slachtoffer: erkennen van het slachtofferschap en de gevolgen daarvan informatie verstrekken betreffende de afhandeling van de feiten mogelijkheden bieden tot inspraak met betrekking tot de afhandeling van de feiten 7

8 Ten aanzien van de samenleving: aanbieden van een aantal instrumenten om een tastbaar en constructief antwoord te formuleren, ingeval een minderjarige een als misdrijf omschreven feit pleegt streven naar een maximale betrokkenheid van de samenleving waarborgen van een transparante, duidelijk omschreven en onpartijdige afhandeling van de voorgestelde of opgelegde maatregel maximale aandacht geven aan de (her)bevestiging van de algemene maatschappelijke normen Elke afhandelingsvorm legt eigen accenten binnen de realisatie van deze doelstellingen (cfr. infra). Vanuit deze eigenheid van elke aanpak uit de meerwaarde zich vaak in de combinatie van verschillende afhandelingen. 8

9 1.2 Historiek van de werking De wet op de jeugdbescherming van 8 april 1965 voorzag dat de jeugdrechter een minderjarige in zijn milieu kon behouden mits het volbrengen van o.a. een prestatie van opvoedkundige of filantropische aard 1. Dit was in 1992 het uitgangspunt voor een protocol tussen enerzijds de stad Antwerpen en het OCMW Antwerpen en anderzijds het jeugdparket en de jeugdrechtbank van het arrondissement Antwerpen. Hiermee werd voorzien in de uitbouw van een Dienst Opvoedkundige Maatregelen als alternatief voor een plaatsing. De dienst ontstond in de schoot van de stedelijke politie, sectie jeugdbrigade. Tot 2000 kende zo vooral dienstverlening als afhandelingsvorm een succesvolle praktijk. Voor de Antwerpse jongeren die door de jeugdrechtbank werden verwezen, werd een werkplaats gezocht bij stedelijke en andere openbare diensten voor de uitvoering van de werkprestatie. Na 2000 ontstond in het werkveld, mede onder impuls van de academische wereld, een verschuiving van het pedagogisch sanctioneren naar het herstellen van de aangerichte schade in de meest ruime betekenis van het woord. Dankzij de middelen van het Grootstedenbeleid werd begin 2001 de Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen, kortweg ADAM, boven de doopvont gehouden. Dienstverlening was niet langer de enige alternatieve afhandelingsvorm, maar er kwamen ook leerprojecten en herstelbemiddeling bij. Kort nadien werd er ook van start gegaan met het experiment Herstelgericht groepsoverleg. De beleidsmakers op het lokale, regionale en federale echelon geraakten overtuigd van de noodzaak van een herstelgerichte aanpak van jeugddelinquentie. Tot eind 2005 werd de subsidiëring van het project opgenomen door het Globaal Plan Justitie en het Grootstedenbeleid. In 2006 kwam voor de dienst ADAM en haar collega-diensten de erkenning voor de inzet gedurende de afgelopen jaren: de opvang en begeleiding van minderjarigen die een delict plegen werd één van de belangrijke pijlers in het Globaal Plan voor de bijzondere jeugdzorg. 2 De capaciteit voor de projecten herstelgerichte afhandeling werd quasi verdubbeld. Dit betekende voor ADAM de volgende stap in de overgang van een experimenteel stadsproject naar een erkende werkvorm. Bovendien werd in 2006 ook een nieuwe Wet op de jeugdbescherming, de zogenaamde Wet Onkelinx, gestemd, waarin dezelfde tendensen zich lieten zien: naast het behoud van de beschermingsfilosofie, werd nadruk gelegd op de responsabilisering van de minderjarige en zijn ouders, op de aandacht voor slachtoffers en de rechtswaarborgen voor alle partijen. 3 Vooral herstelbemiddeling en Hergo konden hierbij rekenen op de langverwachte wettelijke verankering. 1 Wet betreffende de jeugdbescherming, 8 april 1965, B.S., 15 april 1965, art. 37, 2, 2, b) 2 VERVOTTE, I., Globaal Plan bijzondere jeugdzorg. De kwetsbaarheid voorbij opnieuw verbinding maken., 3 februari Wet tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, B.S., 2 juni

10 In 2006 werd de rol van de koepelorganisatie CAW Metropool bevestigd. ADAM werd ondergebracht binnen de cluster Jongeren. Gedurende het werkingsjaar 2007 hebben zowel de verantwoordelijken als de medewerkers van de verschillende deelwerkingen binnen de cluster Jongeren elkaars werking en methodische uitgangspunten beter leren kennen. Binnen de projectgroep jongeren in risicosituaties werd geprobeerd om cliëntgerichte dwarsverbindingen tussen de verschillende teams te leggen en een voorstel uit te werken voor het afstemmen en organiseren van het hulp- en dienstverleningsaanbod. Dit bleek geen evidente opdracht. De verschillende werkingen werden zich nog meer bewust van de complexe realiteit van de grootstedelijke context die het Antwerpse werkingsgebied kenmerkt. Gezien de onmogelijkheid om te komen tot een volledig traject, werd er in 2008 vooral gewerkt aan een zo goed mogelijke doorstroming binnen de cluster Jongeren. In 2007 en 2008 maakte ook de ouderstage een onderdeel uit van de opdracht van ADAM. Ook dit bleek geen eenvoudige opdracht. De ongelukkige wettelijke formulering liet weinig ruimte tot werken voor de verwijzers, met als gevolg een zeer beperkte instroom van geschikte dossiers. Ook de positie van de ouderstage naast de al bestaande initiatieven voor ouder- en gezinsondersteuning was onvoldoende duidelijk. Ondanks het feit dat er wel degelijk een doelpubliek is dat gebaat kon zijn met deze begeleiding, stierf de ouderstage een stille dood. ADAM onderzocht nog de mogelijkheid om deze werkvorm in te zetten ten aanzien van de ouders van spijbelaars. Dit leek een geschikte piste, waarbij er wel een grote vraag bestond vanuit het werkveld. Door discussie wie de subsidiërende instantie in deze moest zijn, werd dit initiatief in de kiem gesmoord. Daartegenover staat het succesverhaal van ZAPP, het Zelfredzaam Actief Preventieproject. Dit programma, gebaseerd op de Rots en Water-methodiek, ontwikkelde zich als een spin-off van de reguliere ADAM-werking. ADAM kreeg geregeld de vraag of de vormingstrajecten ook binnen een vrijwillig kader gevolgd konden worden. Dit was echter niet mogelijk binnen het kader van ADAM. De Stad Antwerpen keurde ons projectvoorstel goed. Later werden ook bij het AOBA (Algemeen Onderwijs Beleid Antwerpen) subsidies vrijgemaakt. ZAPP is op korte tijd uitgegroeid tot volwaardig project binnen CAW Metropool. 4 Begin 2009 keurde de Vlaamse regering het besluit tot wijziging van de erkennings- en subsidiëringsbesluit goed. Sindsdien is ADAM als HCA-dienst, zoals haar collega-diensten in Vlaanderen, een erkende voorziening binnen de Bijzondere Jeugdbijstand. Categorie 8, HCAdiensten, is een feit. 4 Meer info kan opgevraagd worden bij 10

11 1.3 Doelgroep Omschrijving van de doelgroep In eerste instantie bestaat onze doelgroep uit minderjarigen tussen 12 en 18 jaar, verblijvend in het gerechtelijk arrondissement Antwerpen. Zij worden doorverwezen via de jeugdrechtbank of het jeugdparket omdat zij verdacht worden van een als misdrijf omschreven feit of omdat hun betrokkenheid bij een als misdrijf omschreven feit bewezen werd verklaard. Onze dienst betrekt de ouders of juridisch verantwoordelijken van de minderjarige in kwestie tijdens het afhandelen van de maatregel. In tweede instantie bestaat onze doelgroep uit de partijen die schade hebben geleden ten gevolge van het delict. Dit kan gaan om een persoon, een groep, een organisatie, een bedrijf of de samenleving. Onze territoriale bevoegdheid betreft een uitgesproken grootstedelijk gebied. Het gegeven dat de stad Antwerpen tot 25 procent van de totale jaarlijkse Vlaamse instroom nieuwkomers voor haar rekening neemt en met meer dan 170 nationaliteiten de op één na meest diverse stad ter wereld is, kenmerkt ook onze dienst. Het spreekt voor zich dat dit specifieke uitdagingen met zich meebrengt voor de dienst op zich en voor de verschillende afhandelingsvormen. Een analyse van de aanmeldingen van de afgelopen jaren schetst volgend profiel van een doorsnee verdachte: man; tussen 16 en 18 jaar oud; van allochtone afkomst (met een grote diversiteit aan landen van herkomst); heeft feiten gepleegd in groep; is woonachtig in een kwetsbare regio in de stad, zoals Antwerpen- Noord of Borgerhout; heeft een niet-gestructureerde vrijetijdsbesteding; volgt een richting in het beroepssecundair onderwijs; komt uit een weinig stabiele thuissituatie (één oudergezin of nieuw samengesteld gezin). Recente tendensen waar wij ons zorgen om maken bij onze doelgroep: Via de jeugdrechtbank zien wij nog minder vaak first offenders. Ook jongeren die voor een eerste keer worden aangemeld via de jeugdrechtbank hebben doorgaans al meerdere feiten op hun kerfstok. Vaak hebben ze al een plaatsing achter de rug, al dan niet voor dezelfde feiten. 11

12 Niet zelden bevindt de jongere zich in een problematische opvoedingssituatie. Vaak loopt er naast de HCA-maatregel ook een andere, al dan niet vrijwillige, hulpverlening zoals een thuisbegeleiding, een psychiatrische behandeling of een andere MOF- maatregel. Door gebrek aan regie hebben sommige jongeren het moeilijk om het overzicht te houden. Vooral meisjes bevinden zich vaak in een complexe POS- situatie. Door gebrek aan gepaste opvangcapaciteit wordt een HCA- maatregel wel eens misbruikt om alvast iets te doen met deze doelgroep. De schoolcarrière van vele jongeren loopt onregelmatig of problematisch: o spijbelgedrag o meerdere schoolwissels o definitieve schorsingen, vaak zonder vervangingsschool naar het einde van het jaar toe o geen invulling van de werktijd binnen het deeltijds onderwijs Het aandeel van jongeren dat dus (deeltijds) niet naar school gaat, neemt de afgelopen jaren toe Invloed van de aard van de doelgroep op de werklast Binnen onze dienst constateren we dat de grootstedelijke doelgroep ons voor specifieke uitdagingen plaatst en investeringen vergt. Hier geven we een kort overzicht. Moeilijke contactname met jongeren en ouders Medewerkers sturen, bij het ontbreken aan telefoongegevens, een uitnodigingsbrief naar de jongere en zijn ouders. In deze uitnodiging wordt een concrete afspraak voor een intakegesprek aangeboden. In een significant deel van de gevallen komen de jongeren niet opdagen voor het intakegesprek. Zij verwittigen niet en bellen de afspraak ook niet af. De medewerkers voor de maatregelen zetten dan alles in het werk om toch contact te nemen met de jongere en zijn ouders. Dit gebeurt door contactname met de consulent of advocaat. Medewerkers gaan soms ook op deurbezoek om een afspraak op dienst te regelen. Herstelbemiddelaars bezorgen bij niet-opdagen een tweede uitnodiging aan de jongere en brengen de advocaat op de hoogte. Taalbarrière Sommige jongeren of hun ouders zijn de Nederlandse taal niet machtig. Het risico is dat zij de hele procedure of de uitnodigingsbrieven niet (goed) begrijpen en bijgevolg niet komen opdagen. Wanneer we op de hoogte zijn van de anderstaligheid, proberen we mensen te motiveren een steunfiguur mee te brengen die een Westerse taal machtig is. Binnen de mate van het mogelijke, wordt ook met de stedelijke en provinciale tolkendienst samengewerkt. 12

13 Niet vertrouwd met het verloop en de verwachtingen van het Belgisch rechtssysteem Het komt frequent voor dat ouders en hun kinderen niet goed op de hoogte zijn van of vertrouwd zijn met de werking van het gerechtelijk apparaat in België en de waarden en normen die aan de basis liggen. Wij ervaren het als noodzakelijk en tevens ook als onze verantwoordelijkheid om het systeem en haar waarden en normen toe te lichten. Tegelijk proberen wij doorheen heel het traject om maximaal de vertaalslag te maken naar hun cultuur, hetgeen tijd en expertise van medewerkers vraagt. Het bespreken van de feiten Niet alle jongeren bekennen woordelijk hun feiten. Vanuit sommige etnische achtergronden betekent het bekennen van de feiten een blaam voor de eer van de familie. Zeker in aanwezigheid van ouders is het voor heel wat jongeren geen evidentie om toe te geven wat ze hebben gedaan. Dit gegeven vereist van medewerkers een zekere kennis en feeling om de situatie goed aan te pakken. Nood aan een doorverwijzing en nazorg Door de veelheid aan betrokken hulpverlening, is het voor jongeren en hun gezin moeilijk om het bos door de bomen te zien. Op zich komt de regie van een dossier de consulenten van de sociale dienst toe. In de praktijk kunnen zij dit spijtig genoeg niet altijd ten volle waarmaken. Dit leidt tot situaties waarbij HCA-medewerkers vaak genoodzaakt zijn om achter informatie aan te gaan en, meer nog, een regierol op zich te nemen. Deze taak nemen we op ons in functie van een goede begeleiding, maar het initiatief gaat eigenlijk onze opdracht te buiten en gebeurt ten koste van begeleidingstijd binnen onze kernopdracht. In dossiers waar een consulent de regierol kan waarmaken, merken we steeds vaker een vlotte samenwerking waarin elke betrokken hulpverlener zijn opdracht kan uitvoeren. 13

14 1.4 Overlegstructuren Interne overlegstructuren Teamvergadering ADAM Frequentie Tweewekelijks Doel Afstemming van de verschillende afhandelingsvormen op elkaar Methodiekontwikkeling Uitdagingen en tendensen vaststellen, bespreken, signaleren Doorstroming van beleidsmatige informatie Maken van praktische, organisatorische afspraken Participanten Team ADAM Kernteam ADAM Frequentie Tweewekelijks Doel Voorbereiding teamvergadering Planning VTO (Vorming, Training & Opleiding) Budgetbeheer Strategische beleidskeuzes Personeelsbeleid Participanten Directeur en teamverantwoordelijken ADAM Subteamvergadering ADAM Dienstverlening Vorming Herstelbemiddeling/HERGO Frequentie Tweewekelijks Doel Methodiekontwikkeling Uitdagingen en tendensen vaststellen en bespreken Dossierbesprekingen Praktische, organisatorische afspraken maken Participanten Medewerkers per specifieke afhandelingsvorm Frequentie Doel Werkgroepen ADAM Ad Hoc / naar noodzaak Momenteel zijn er zes werkgroepen actief: Registratie o Optimaliseren en verdiepen interne registratie o Interpretatie en duiding cijfers o Integratie BINC Inhoudelijke samenhang o Theoretische onderbouw werking o Interne opleiding medewerkers o Inhoudelijke verbinding verschillende teams 14

15 Participanten Portfolio o In kaart brengen van kennis en skills van individuele medewerkers Teambuilding o Voorbereiding teambuildende activiteiten Website o Voorbereiding ontwerp en implementatie website Dossieropbouw o Evaluatie dossieropbouw in de verschillende teams o Uniformiseren werkwijze Medewerkers van verschillende afhandelingsvormen Inhoudelijke teammomenten Frequentie Drie tot viermaal per jaar Doel Diepgaand en grondig bespreken van specifiek inhoudelijke thema s waar de verschillende afhandelingsvormen mee te maken hebben. Vormen van een gemeenschappelijke en gefundeerde visie ten aanzien deze thema s. Participanten Team ADAM Externe overlegstructuren Strategisch Comité CAW Frequentie Eenmaal per kwartaal Doel Het uitstippelen en bewaken van de grote beleidslijnen van CAW Het adviseren van het managementteam en de Raad van Bestuur van CAW Participanten Directeur CAW, K-team CAW (beleidsteam), teamcoördinatoren CAW Kernvisie ADAM- Elegast Frequentie Tweemaandelijks Doel Bespreking gezamenlijke acties die tot doel hebben een gemeenschappelijke visie en aanpak te ontwikkelen betreffende alternatieve afhandeling in het arrondissement Antwerpen Geïnspireerd door de begeleidingsteams en deels in functie van gezamenlijk overleg met de verwijzende instanties. Participanten Directeur van ADAM en Elegast, eventueel aangevuld met de teamverantwoordelijken Begeleidingsteam ADAM/Elegast Dienstverlening Vorming Herstelbemiddeling Frequentie Ad-hoc Doel Uitwisselen van ideeën en praktijkervaringen tussen twee diensten Indien wenselijk, gemeenschappelijk standpunt vormen betreffende methodische en beleidsmatige aspecten van de afhandelingsvorm binnen het gerechtelijk arrondissement Antwerpen 15

16 Voorbereidend werk verrichten ten aanzien van de arrondissementele stuurgroep Participanten Dienstverlening: medewerkers dienstverlening van ADAM en Elegast. Vorming: vormingswerkers van ADAM en Elegast. Herstelbemiddeling: bemiddelaars van ADAM en Elegast. Begeleidingsteam Suggnomè Frequentie Tweemaandelijks Doel Methodische uitwisseling en ondersteuning o.b.v. specifieke deskundigheid tussen de bemiddelingsdiensten minderjarigen- meerderjarigen Thematiseren van moeilijkheden in het werkveld en praktijk overstijgend nadenken over methodiek en alle aspecten van het bemiddelingswerk Betrokkenheid van de andere partners van het justitiële veld vergroten en tevens het gedachtegoed van herstelrecht verder bekend maken aan de hand van concrete voorbeelden. Participanten Bemiddelaars van Suggnomè, Elegast, ADAM, JWA, slachtofferhulp, balie advocaten Evaluatiemoment verwijzers-adam-elegast Frequentie Eenmaal per jaar Doel Evalueren van de samenwerking tussen de verwijzers (parket, jeugdrechtbank) en de betrokken diensten Nieuwe afspraken maken in functie van het optimaliseren en actualiseren van de samenwerking betreffende aanpak jeugddelinquentie Participanten Jeugdrechters, jeugdparket, parketcriminologen, advocatuur, cel jongerencriminaliteit Elegast, ADAM HCA-overleg Vlaanderen 1. Coördinatorenoverleg HCA-diensten 2. Ad-hoc werkgroepen Frequentie Tweemaandelijks Doel Overleg leidinggevenden HCA-diensten: inhoud, praktijk, overleg overheid Uitwisselen van ideeën en ervaringen onder praktijkwerkers Indien wenselijk, ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie en methodiek rond de praktijk van de herstelgerichte en constructieve afhandelingen binnen Vlaanderen Participanten Afhankelijk van het onderwerp van de bijeenkomst, de medewerkers en coördinatoren van de herstelgerichte en constructieve afhandelingsvormen uit Vlaanderen Intervisie HERGO Frequentie Driemaandelijks Doel Uitwisselen van ervaringen met HERGO Ontwikkeling van de visie en de methodiek van HERGO Participanten Hergo- moderatoren Vlaamse HCA-diensten 16

17 Frequentie Doel Participanten Begeleidingsgroep Provinciaal Vereffeningsfonds Eenmaal per jaar Evaluatie en eventuele bijsturing van Comité V (zie hierna) Provinciebestuur (directeur dienst welzijn- dienst welzijn), jeugdrechtbank Antwerpen, jeugdrechtbank Mechelen, jeugdrechtbank Turnhout, Parket Antwerpen, Parket Mechelen, Parket Turnhout, Balie Antwerpen, Balie Mechelen, Balie Turnhout, Sociale Dienst JRB Antwerpen, Sociale Dienst JRB Mechelen, Sociale Dienst JRB Turnhout, Comité Bijzondere Jeugdzorg Antwerpen/Mechelen/Turnhout, Slachtofferhulp Antwerpen/Mechelen/Turnhout, Kamer Van Koophandel & Nijverheid, OTA 5, Bemiddelingsdiensten van ADAM, Elegast, CAFT en BIC. Frequentie Doel Participanten Comité V Maandelijks Bespreking en al dan niet goedkeuring van de aangemelde dossiers die in aanmerking kunnen komen voor het Vereffeningsfonds Sociale dienst jeugdrechtbank, Provinciebestuur (Dienst Welzijn), Sociale Dienst jeugdrechtbank Antwerpen/Mechelen/ Turnhout, Slachtofferzorg Antwerpen, OTA, Comité Bijzondere Jeugdzorg Turnhout, Balie Antwerpen/Mechelen/Turnhout, Bemiddelingsdiensten van ADAM, Elegast, CAFT en BIC SGGJ- overleg (seksueel grensoverschrijdend gedrag jongeren) Frequentie Driemaandelijks Doel Organisatie van sector- overschrijdend overleg tussen Algemeen Welzijnswerk, de Geestelijke Gezondheidszorg, de Bijzondere Jeugdzorg en de Kinder en Jeugdpsychiatrie. Hulpverleningsaanbod voor jeugdige zedendelinquenten inhoudelijk vorm geven door het uitwerken van concrete methodieken en het bespreken van internationale hulpverleningsmodellen. Participanten Medewerkers van diensten die werken met daders van zedenfeiten Rots en Water- overleg Frequentie Tweemaal per jaar Doel Uitwisselen van praktijkervaringen met de Rots en Water methodiek Casusbesprekingen Oefen- en experimenteerruimte m.b.t. oefeningen en begeleidershouding Participanten Vormingswerkers van HCA- diensten die werken met methodiek Werkgroepen fusie CAW Antwerpen Frequentie Maandelijks Doel Voorbereiding van fusie o.b.v. verschillende thema s Deelname vanuit ADAM aan: 5 OTA: OndersteuningsTeam Allochtonen Antwerpen 17

18 Participanten - Taakgroep jongeren - Werkgroep organisatiestructuur - Werkgroep infrastructuur Medewerkers en coördinatoren van alle CAW- deelwerkingen AD HOC- overleg met vaste samenwerkingspartners 1. Jeugdrechter(s) 2. Parketmagistraten en criminologen jeugd en gezin Antwerpen 3. Sociale Dienst Jeugdrechtbank Antwerpen 4. De jeugdpermanentie van de Balie 5. Stad Antwerpen, dienst Samen Leven 6. Cel Jongerencriminaliteit / Jeugdbrigade Frequentie Op basis van noodzaak en wenselijkheid Doel Uitwisseling van informatie over ieders manier van werken Bespreken op welke wijze kan/mag/moet samengewerkt worden, algemeen of in concrete dossiers Voorstelling nieuwe initiatieven Participanten Afhankelijk van het doel de directeur/ teamverantwoordelijken of de medewerkers. AD HOC- overleg met occasionele samenwerkingspartners 1. Terra- Taimoem 2. OndersteuningsTeam voor Allochtonen (OTA) 3. CLB 4. Centraal Meldpunt 5. Arktos vzw 6. JAC Plus (onthaal begeleidingsteam) 7. Traject 2 8. Vzw Den Overstap 9. YAR 10. Jongerencoaches 11. Slachtofferzorg 12. Slachtofferbejegening Frequentie Op basis van noodzaak en wenselijkheid Doel Uitwisseling van informatie over ieders werking Bezoeken van en aan andere diensten Bespreken op welke wijze kan/mag/moet samengewerkt worden in concrete dossiers rekening houdend met het (gedeeld) beroepsgeheim Participanten Voornamelijk bedoeld voor praktijkwerkers, met ondersteuning van de teamverantwoordelijken of directeur. 18

19 1.5 Samenwerking en sensibilisering van verwijzers en lokale partners ADAM kent een zeer positieve samenwerking met haar verwijzers (jeugdparket en jeugdrechtbank). In het verleden werd het formele contact onderhouden op vaste overlegplatformen, namelijk de arrondissementele stuurgroep én het jaarlijkse evaluatiemoment. Sinds de officiële erkenning van HCA als werkvorm werd de stuurgroep opgeheven. Het jaarlijkse evaluatiemoment beoogt de samenwerking te evalueren. Het is de bijeenkomst waar nieuwe afspraken worden gemaakt, de stand van zaken wordt uitgewisseld en waar nieuwe tendensen samen worden vastgesteld en gesignaleerd. Naast deze reguliere initiatieven worden er, op basis van noodzaak en thema, geregeld ad hoc initiatieven genomen om de samenwerking met de verwijzers te optimaliseren: wanneer er binnen ADAM nieuwe initiatieven worden opgestart of significante wijzigingen worden doorgevoerd binnen een bepaalde activiteit, zullen wij steeds een onderhoud aanvragen met de betrokken verwijzers om alzo toelichting te voorzien; per brief worden de relevante verwijzers geregeld op de hoogte gesteld van de actuele toestand betreffende de verschillende afhandelingsvormen; wanneer zich een ernstig probleem stelt in een concreet dossier dan zal onze dienst, indien andere hulpbronnen zijn uitgeput, contact opnemen met de magistraat die verantwoordelijk is voor het dossier; nieuwe medewerkers dienen zittingen van de jeugdrechtbank bij te wonen. Op deze manier maken zij kennis met de verschillende magistraten, elk met hun specifieke stijl. Wanneer een nieuwe magistraat werd aangesteld brengen ervaren collega s een bezoek aan het jeugdparket of jeugdrechtbank. Sinds 2010 informeren wij, in samenwerking met de collega-dienst HCA-Elegast, de verwijzers middels twee tot drie signaalnota s per kalenderjaar. 19

20 1.6 Sociaal ondernemerschap Sinds het wegvallen van de diversiemaatregelen op parketniveau kreeg ADAM regelmatig de vraag of het mogelijk was om jongeren vrijwillig te laten instromen naar de Rots en Water-trainingen. Omwille van het kader waarbinnen ADAM functioneert, konden wij nooit op deze vragen ingaan. In juni 2008 sloot de koepelorganisatie CAW Metropool, intussen CAW Antwerpen, een overeenkomst met de Stad Antwerpen (Integrale Veiligheid, intussen Samen Leven), die de cluster Jongeren in staat stelde om vanaf september te starten met het ZAPP-project. Het Zelfstandig Actief Preventie Project richt zich op jongeren die vrijwillig instappen en op een actieve manier willen werken aan weerbaarheid en/of agressiebeheersing. ADAM zorgde bij aanvang voor de inhoudelijke en methodische ondersteuning met betrekking tot de Rots en Watermethodiek. ADAM werkte met andere woorden actief mee aan de ontwikkeling van een missiegedreven sociale onderneming. De organisatie wil zich onderscheiden door vernieuwend en daadkrachtig te zijn, met sterke medewerkers en teams die blijvend inspelen op veranderende noden in de samenleving. De omgeving van CAW Antwerpen is complex en verandert snel, waardoor deze innovatie dan ook voortdurend nodig is. Ondertussen is ZAPP een zelfstandig project, dat de vraag naar trainingen amper kan bijhouden. Zij zijn uitgegroeid tot een belangrijke speler in het Antwerpse veld. Eind 2012 kondigde Jongerenwelzijn aan dat de Vlaamse overheid voor de HCA-diensten ruimte voor innoverend werken wil creëren stond voor ADAM dan ook in het teken van de exploratie van mogelijke innovatiepistes. Met het team inventariseerden we de kansen en bezorgdheden rond innovatief werken. Het team formuleerde een reeks randvoorwaarden om op een kwaliteitsvolle manier met innovatieve projecten aan de slag te gaan. Vervolgens organiseerden we een visiemoment rond HCA, what s in a name?. Hiermee bepaalden we, vanuit de definiëring van onze expertise, onze visie op herstelgericht en constructief werken. Tot slot werd er per team een brainstorm georganiseerd. Het kernteam zorgde voor een synthese van alle denkoefeningen en bepaalde de parameters voor de innovatiebeweging. Deze parameters leidden tot een selectie van een 7-tal ideeën. Het voorbereidend werk vanuit het team vormt in 2014 het vertrekpunt voor een reflectiegroep. Deze groep, samengesteld uit een brede waaier aan partners, buigt zich vanuit ieders expertise over de kansen en opportuniteiten voor een dienst als ADAM. Dit moet het komende werkjaar leiden tot het bepalen van de richting die ADAM verder uitgaat. Naast dit alles blijft de uitvoering van onze kernopdracht, het aanbieden van herstelgerichte afhandelingen bij MOF, de absolute topprioriteit. 20

21 Aantal dossiers 1.7 Evaluatie van de activiteiten op dienstniveau ADAM in cijfers Hieronder vindt u de relevante cijfergegevens van het werkingsjaar We kiezen ervoor om een onderverdeling te maken tussen de algemene cijfers en de specifieke cijfers per afhandelingsvorm. Deze gegevens zijn het resultaat van een eigen doorgedreven registratiesysteem. Wij kunnen u deze cijfers leveren dankzij de harde inzet van de medewerkers, die nu al een hele tijd een dubbele registratie bijhouden, namelijk het eigen systeem en BINC. Wij zullen blijven dubbel registreren tot BINC zich als een werkbaar systeem presenteert. A. AANGEMELDE DOSSIERS ADAM - AANMELDINGEN 2013 (op basis van aangemelde dossiers, n=545) DV HB Hg VO 20 VO 40 Werkvorm Wanneer we 2013 vergelijken met het voorgaande jaar zien we : een daling van het aantal aangemelde dossiers herstelbemiddeling (-20%); een daling van het aantal aangemelde dossiers dienstverlening (-21%); een daling van het aantal aangemelde dossiers vorming, dit zowel voor de korte termijn vormingen (-11%), maar heel uitgesproken voor de lange termijn vormingen (-74%); een daling van het aantal aangemelde aanmeldingen HERGO (-60%). Globaal is de instroom voor ADAM met 23% gedaald. Als we een vergelijking maken met het werkjaar 2011, stellen we vandaag een afname van 34% vast. 21

22 Aantal dossiers Aantal dossiers B. EVOLUTIE AANGEMELDE DOSSIERS EVOLUTIE AANMELDINGEN Jeugdparket (op basis van aangemelde dossiers, n=2992) Herstelbemiddeling De aanmeldingen vanuit het parket betreffen uitsluitend herstelbemiddelingsdossiers. Voor het derde jaar op rij kenden de aanmeldingen een aanzienlijke terugloop. Het aantal duikt onder de 400, net zoals in 2010, wanneer de ploeg van procureurs een grote personeelswissel kende. EVOLUTIE AANMELDINGEN Jeugdrechtbank (op basis van aangemelde dossiers, n=1791) DV VO20 VO40 Hg HB Werkvorm Sinds de invoering van de nieuwe jeugdwet zien we schommelingen in de aanmeldingen via de jeugdrechtbank betekende voor alle afhandelingsvormen een daling. Vooral dienstverlening deelt in de klappen: op 3 jaar tijd halveerden deze aanmeldingen. 22

23 percentage Aantal dossiers C. EVOLUTIE AANGEMELDE DOSSIERS ADAM - EVOLUTIE AANMELDINGEN Jeugdparket & Jeugdrechtbank (op basis van aangemelde dossiers, n=8501) Jaartal Dienstverlening Herstelbemiddeling Vorming Hergo Vóór de nieuwe jeugdwet bereikte ADAM via een dienstverlening of een vorming jaarlijks een kleine 500 jongeren uit de Antwerpse grootstad. Sinds de afschaffing van de diversiemaatregelen op parketniveau is dit aanbod gehalveerd. D. FEITEN GEPLEEGD INDIVIDUEEL OF IN GROEP Feit gepleegd INDIVIDUEEL of IN GROEP (op basis van aangemelde jongeren, n=511) groep individueel Drie op de vier feiten worden in groep gepleegd. De verhouding tussen het aantal feiten dat gepleegd werd in groep versus het aantal feiten dat individueel werd gepleegd, is reeds lange tijd stabiel. 23

24 E. JURIDISCHE KWALIFICATIE Juridische kwalificatie (N=585) Percentage Diefstal d.m.v. braak, inklimming of valse sleutels Diefstal d.m.v. geweld of bedreiging Diefstal met verzwarende omstandigheden Gewone diefstal Gewone fiets- en motodiefstal Heling 53,85 Huisdiefstal Poging tot diefstal d.m.v. braak, inklimming of valse sleutels Poging tot gewone diefstal Winkeldiefstal Zakkenrollerij Opzettelijke slagen en verwondingen 17,44 Poging tot doodslag Afpersing Belaging/Stalking 8,38 Bedreigingen Verboden wapendracht 7,18 Beschadigingen (vernielingen in het algemeen) 5,13 Opschriften op de openbare weg of op openbare gebouwen Handel, bezit en/of gebruik van verdovende middelen 2,22 Aanranding van de eerbaarheid 1,03 Verkrachting Opzettelijke brandstichting 0,85 Andere* 3,93 Totaal 100,00 * Ontvluchting, oplichting, weerspannigheid, niet-naleven huisarrest, Globaal gezien blijft de reden van aanmelding constant over de jaren heen. De meest opvallende tendens in 2013 was een forse toename van de winkeldiefstallen (van 29 naar 77 aanmeldingen). Zo komen we tot volgende top 4: 1. Diefstal met geweld/ bedreiging 2. Opzettelijke slagen en verwondingen 3. Winkeldiefstal 4. Diefstal met braak of inklimming De aanmeldingen wegens drugfeiten kenden, in tegenstelling tot de verwachte toename ten gevolge van beleidsprioriteiten, geen aanzienlijke stijging (13 aanmeldingen). Aanmelden voor zedenfeiten gebeurt ook zelden. Opmerkelijke stijger is de verboden wapendracht, dit als bijkomend feit. Allicht is dit het gevolg van een wijziging in registratiewijze door de vaststellende diensten of het parket. 24

25 percentage percentage F. GESLACHT ADAM - GESLACHT (op basis van afgesloten dossiers, n=626) Man 13 Vrouw Bijna negen van de tien dossiers betreft jongens. Niettegenstaande de groep meisjes beperkt is, vraagt deze specifieke deelgroep een eigen aanpak. G. LEEFTIJD ADAM - GEBOORTEJAAR (op basis van afgesloten dossiers, n=626) De meerderheid van de jongeren bij ADAM situeert zich in de groep 16 tot 18-jarigen. 25

26 percentage Aangemelde dossiers Jeugdrechtbank volgens leeftijdscategorie 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 47% 46% 42% 48% 43% 49% 40% 41% 45% 36% 47% 42% 13% 13% 13% 16% 10% 9% Als we de aanmeldingen voor dienstverlening en vorming nader bekijken, merken we dat de leeftijdscategorieën over de jaren heen eerder stabiel bleven. De groep jongeren ouder dan 17 jaar nam eerder toe. In 2013 werden opnieuw iets minder jarigen aangemeld. De stelling dat minderjarige delinquenten steeds jonger worden kunnen wij op basis van instroom bij HCA niet bevestigen. H. WOONPLAATS ADAM - WOONPLAATS (op basis van afgesloten dossiers, n=625) De meerderheid van de minderjarigen komt, net zoals de vorige jaren, voornamelijk uit Antwerpen- Noord en Borgerhout. Gezien Borgerhout een gemengde zone is, kunnen we stellen dat daar de meeste dossiers geleverd worden voor het arrondissement Antwerpen. Ten aanzien van 2013 is er een forse stijging van aanmeldingen vanuit de regio Kiel (2020). 26

27 percentage percentage I. ONDERWIJSTYPE ADAM - SCHOOL (op basis van gekende data uit afgesloten dossiers, n=463) Ook het schooltype is een erg constante variabele over de jaren heen. De grootste groep minderjarigen volgt beroepsonderwijs (47 %). In tweede instantie volgen de jongeren deeltijds (15%) en buitengewoon onderwijs (11%). 6,5% van de jongeren heeft geen school. J. VRIJETIJDSBESTEDING ADAM - VRIJETIJDSBESTEDING (op basis van gekende data uit afgesloten dossiers, n=520) Ruim vier van de vijf jongeren op onze dienst beschikt niet over een gestructureerde vrijetijdsbesteding. Onze doelgroep vindt doorgaans geen aansluiting bij sportverenigingen of andere georganiseerde vrijetijdsinitiatieven. 27

28 percentage percentage K. GEZINSSAMENSTELLING ADAM - GEZINSSAMENSTELLING (op basis van gekende data uit afgesloten dossiers, n=584) Slechts één op twee jongeren komt uit een traditioneel samengesteld gezin (vader en moeder). Heel wat jongeren leven in een één-oudergezin, veelal bij moeder. Het ontbreken aan een duidelijke vaderrol wordt door begeleiders als problematisch ervaren. Daarnaast komen nieuw-samengestelde gezinnen en andere gezinssamenstellingen steeds vaker voor. L. ETNISCHE AFKOMST ADAM - ETNISCHE AFKOMST (op basis van gekende data uit afgesloten dossiers, n=568) De meerderheid van onze jongeren zijn Belgen van allochtone afkomst. Samen met de groep niet- Belgen, vertegenwoordigen zij 80% van de doelgroep van ADAM, hetgeen een eigen aanpak vereist (zie doelgroep). Het aandeel van de jongeren van Belgische afkomst bedraagt 20%. 28

29 1.7.2 Inhoudelijke evaluatie A. INHOUDELIJKE WERKING 2013 werd opnieuw getekend door een dalende instroom van dossiers. De daling toont zich bij alle afhandelingsvormen. Deze jammere tendens maakte wel dat we over de hele lijn wachtlijstvrij konden werken. In tijden van een fluctuerende instroom van dossiers, blijkt het meer dan ooit nodig om vanuit een goede interne samenwerking bijstand te leveren tussen de verschillende afhandelingsvormen. Zo draaiden collega s van dienstverlening mee groepen vorming en volgen de herstelbemiddelaars ook werkers op van dienstverlening. Dit heeft gezorgd voor een efficiënte verwerking van de aanmeldingen betekende vooral ook een meer gerichte afstemmingsoefening tussen dienstverlening en vorming (infra). Het kernteam (directeur en 3 teamverantwoordelijken) voorzag tijdens haar tweewekelijkse kernteamvergadering steeds in een evaluatie van de algemene en teamspecifieke werking. Tweewekelijks werd er een teamvergadering met het hele team georganiseerd. Op 8 januari organiseerden we voor het gezamenlijke ADAM-team een evaluatie van het werkjaar Na een brede brainstormsessie rond verbeterthema s zoomden we in op drie thema s: visieontwikkeling op teamniveau kwaliteitsbeleid talentenmanagement Het kernteam verwerkte de input en formuleerde concrete verbeteracties, zoals de organisatie van een visiedag in het najaar. Eind 2012 werd een financiële evaluatie van HCA door Jongerenwelzijn gestart. Onze subsidiërende overheid kondigde een evaluatie aan van de erkenningscriteria. Er werd openheid gecreëerd voor verbetervoorstellen vanuit de diensten. Alle HCA- diensten engageerden zich om, samen met de koepels, een grondige denkoefening te doen rond de huidige subsidiëringswijze en te komen tot een gezamenlijke caseloadbepaling. We concludeerden dat vooral de vormingsprojecten een zwaardere caseload met zich meebrengen ten aanzien van dienstverlening. Binnen een budgetneutrale oefening deden we een voorstel tot wijziging van de subsidiëring. Deze wijziging werd door de overheid niet aanvaard, hetgeen resulteerde in behoud van de huidige subsidiëringswijze. 29

30 In dezelfde beweging kondigde Jongerenwelzijn eind 2012 ook aan ruimte voor innovatie te willen creëren voor HCA. Wij zijn als dienst erg tevreden met de inspraakmogelijkheden en brede blik op HCA. Het feit dat innoverende initiatieven gevalideerd kunnen worden, juichen we ten zeerste toe. Zoals eerder vermeld gingen we al team als volgt aan de slag: Inventarisatie van de kansen en bezorgdheden rond innovatief werken Visiemoment rond HCA, what s in a name? Brainstorm per team- synthese door het kernteam- selectie van 7 ideeën In het voorjaar werden de cijfers van 2012 met het hele team kritisch onder de loep genomen. Daarnaast deden we ook een brede oefening naar evoluties in het MOF- werkveld en brachten we deze samen in een signaalnota. Op 3 september organiseerden we een teamevaluatie over onze manier van samenwerken in het grote team. Vanuit drie ronde tafels met als thema bepaalde waarden (respectievelijk: kwaliteit/ deskundigheid- betrokkenheid/ toewijding en erkenning/ waardering) kwamen we tot een engagementsverklaring, dewelke bekrachtigd werden door het hele team. De evaluatie leidde ook tot twee concrete acties die door het team naar voren werden geschoven: intern wisselleren en een mailloze (dins)dag. Om onze verslaggeving beter af te stemmen op de werkwijze van sociale dienst en de jeugdrechtbank bekeken de teams dienstverlening en vorming de opportuniteiten van het Signs of safety- model. Eén collega volgde een meerdaagse opleiding en bracht haar kennis vervolgens over aan de collega s. Samen met twee consulenten van de sociale dienst namen we onze werkwijze onder de loep. Dit leidde tot de introductie van het SOS- model in onze werking. In het voorjaar rezen er in het team een aantal vragen rond de rechten en plichten van minderjarigen tijdens het verhoor. Eén collega won juridisch advies in bij het steunpunt jeugdhulp en deed navraag bij de politiediensten naar de praktijk. De synthese werd voorgesteld aan het team. De lay- out van de brieven en verslaggeving werden aangepast en conform gemaakt voor alle luiken. Alle draaiboeken werden door collega s van andere teams nagelezen. De verschillen werden geïnventariseerd. De oefening naar uniforme hantering ervan wordt voortgezet in

31 Onze interne digitale documentatiedatabank werd gehandhaafd en systematisch aangevuld. Medewerkers kunnen in de databank terecht voor persartikels, studies/onderzoeksrapporten, wetenschappelijke artikels, infomateriaal van studiedagen en uitwisselingsbezoeken. Ook relevante televisie- of radioreportages kunnen hier teruggevonden worden betekende ook afscheid nemen van ons kleine broertje ZAPP. Zij fuseerden met het EHBJ- project en verhuisden in oktober naar een nieuwe locatie. B. INTERNE WERKGROEPEN Om medewerkers te betrekken bij de uitbouw van de activiteiten op organisatieniveau, organiseren we diverse werkgroepen, dit over de teams heen. Vanuit een wens om te werken rond talenten van medewerkers, startte in 2012 de werkgroep portfolio. Deze werkgroep beoogt om de kennis, skills en talenten van de ADAM-medewerkers in kaart te brengen. We streven naar een bruikbaar instrument dat leeft en continu kan worden aangevuld. In de termen van Thema Gecentreerde Interactie (TGI) situeren de doelstellingen zich op 3 niveaus: IK: medewerker kent zijn talenten en leert hierover reflecteren. WIJ: medewerkers kennen elkaars talenten en kunnen beroep doen op elkaar of elkaar helpen bij het aanscherpen ervan. We werken aan verbinding. HET: In functie van de opdracht kunnen we medewerkers aanspreken op hun talenten en zorgen voor een goede match in samenwerking. De werkgroep organiseerde in 2013 vier activiteiten: Introductie van een individueel portfolio- boekje: doorlopende activiteit waarbij aan de hand van een vragenlijst collega s stapsgewijs een persoonlijke portfolio ontwikkelen rond expertise en talenten. Geef je collega een pluim : activiteit waarbij talenten door collega s in de verf werden gezet. Netwerkwolk: activiteit waarbij het netwerk van ADAM werd samengesteld vanuit het persoonlijk netwerk van elke medewerker. Dit leidde tot een verrassend en boeiend overzicht. Ken je collega - spel: een ludieke ontmoeting tussen collega s. De werkgroep inhoudelijke samenhang focust op een ander deelaspect van de ADAM-werking. Enerzijds werken zij rond de gemeenschappelijke missie en visie van de dienst, dit via casusbesprekingen en inhoudelijke teamdiscussies. Anderzijds wil de werkgroep interne vorming organiseren. In 2013 kende de werkgroep opnieuw een goed gevuld en uiterst boeiend jaar. Zij organiseerden: opleiding signs of safety door een collega 31

32 visie- oefening rond HCA, what s in a name? werkbezoek/ uitwisseling met lokale politie- recherche jongerencriminaliteit werkbezoek/ uitwisseling met Gemeenschapsinstelling Mol en NPT visiedag (themagericht en intervisie op casusniveau) De werkgroep registratie maakt werk van een correcte en eenvormige registratie voor de hele dienst. In 2013 gingen zij verder met de, bij momenten moeizame, implementatie van BINC. Zo was het systeem gedurende een aantal maanden niet toegankelijk. Ondanks dat het systeem ons nog steeds niet alle betrouwbare output kan leveren, kiezen we er als dienst toch voor om alle dossiers in BINC te blijven registreren. We opteren er daarnaast voor een eigen, uitgebreide, registratie bij te houden. Deze dubbele registratie vraagt echter veel arbeidstijd, waardoor de verantwoordbaarheid in vraag kan worden gesteld. Voor een streepje ontmoeting en ontspanning werd op tijd en stond gezorgd door de werkgroep teambuilding. Zij verrasten ons met een nieuwjaarsetentje, een paasontbijt, een gezamenlijk verjaardagsfeest, een picknick en een ontspannende teamdag. Tot slot werden er dit jaar twee ad hoc- werkgroepen opgestart. De werkgroep website bepaalde de contouren van het ontwerp van een website voor onze dienst. Deze wordt in 2014 geïntroduceerd. Vanuit de beweging naar digitalisering van de werking besloten we om onze huisstijl aan te pakken en naar een nieuw logo te zoeken. De werkgroep dossieropbouw ging aan de slag met de evaluatie van de dossieropbouw van elk team en maakte afspraken rond een meer uniforme aanpak. De implementatie wordt voorzien in C. NETWERK en SENSIBILISERING Alle initiatieven binnen het Antwerpse HCA- netwerk werden samen met de collega s van Elegast voorbereid tijdens de tweemaandelijkse kernvisie. Tijdens dit overleg werd ook de samenwerking tussen de HCA- diensten afgestemd. Samen met Elegast stelden we in maart een signaalnota op voor onze verwijzers en lokale partners. Deze signaalnota heeft tot doel een beknopt overzicht te geven van resultaten enerzijds en belangrijke signalen in de samenwerking anderzijds. Als extra tje stuurden we in april een nieuwsflash de wereld in voor dienstverlening. De sterktes en de opportuniteiten van het aanbod werden op die manier nog eens in de verf gezet voor verwijzers en partners. 32

33 Op 29 maart organiseerden we, opnieuw in samenwerking met Elegast, een evaluatiemoment met het jeugdparket (magistraten, criminologen en juristen). In bijna voltallige bezetting evalueerden we de instroom en de resultaten van herstelbemiddeling en maakten we een aantal nieuwe samenwerkingsafspraken. Eveneens werden een stand van zaken gegeven van het vorderingsbeleid, in functie van de aanmeldingen bij de jeugdrechtbank. In het voorjaar had het kernteam een overleg met NPT (Emmaus). De coördinator van NPT legde de werking en het netwerk van de dienst uit. Deze uiteenzetting werd, gezien de relevantie ervan, herhaald voor het hele team. Dit gebeurde in combinatie met een werkbezoek aan de gemeenschapsinstelling van Mol (afdeling De Markt en De Hutten) in juni. In mei brachten we met het hele team een bezoek aan de lokale recherche- jongerencriminaliteit. Zij gaven toelichting bij hun huidige manier van werken. We legden ook enkele opmerkelijke tendensen waar beide diensten mee geconfronteerd worden naast elkaar. In mei kwam Lien Boven, rechter in opleiding, op bezoek en introduceerden we haar in onze werking. Zij ging mee op werkbezoek langs de werkplaatsen en mocht zelf van Rots en Water proeven in een individuele sessie. In mei gingen we samen met de collega s van Elegast in overleg met de directie en staf van de federale gesloten instelling De Grubbe (Everberg). Op deze bijeenkomst kregen we de kans om de werking van HCA toe te lichten en exploreerden we de mogelijkheden naar doorverwijzing en samenwerking. Op 11 juni organiseerden we een actieve voorstelling van Rots en Water voor een zestal consulenten. Deze introductie in de methodiek richtte de focus eveneens op de eigen begeleidershouding van de consulent. De reacties vanuit de sociale dienst waren erg enthousiast. Eén van de teamverantwoordelijken nam deel aan de vergadering rond de wijziging van de time- outs in Mol. In juni en juli hadden we een verkennend gesprek met achtereenvolgens het centraal meldpunt risicojongeren (CMP) en het jeugdparket om, in het kader van innovatie, de noden te exploreren voor spijbeljongeren en af te toetsen of het inzetten van de expertise vanuit dienstverlening hier opportuun lijkt. Op 3 juli hadden vier HCA- coördinatoren een onderhoud met administrateur-generaal Jongerenwelzijn S. Van Mulders om: het verbetertraject herstelbemiddeling voor te stellen 33

34 een stand van zaken van een aantal processen binnen HCA te geven (sensibiliseringstraject Hergo, innovatie, kernvragen, ) een aantal beleidssignalen rond HCA mee te geven Op 8 juli hadden we overleg met de vertegenwoordigers van de jeugdpermanentie E. Van Der Mussele en N. De Wolf. We bespraken de invloed van de Salduz- wetgeving, bekeken de rol van de advocaat in de toeleiding naar HCA en gaven een stand van zaken over de werking van herstelbemiddeling. Op 16 september gingen we samen met de collega s van Elegast in overleg met De Overstap. Gezien zij hun werking grondig wijzigden, kozen we voor verdere uitwisseling. In september nodigden we onszelf, telkens in duo met een collega van Elegast, uit voor een individueel onderhoud met elke jeugdrechter. Het opzet bestond erin om een uiteenzetting te geven over ons huidig aanbod. Door de individuele aanpak creëerden we ruimte voor vragen en opmerkingen. De outcome werd gesynthetiseerd en vanuit de kernvisie werden hier vervolgacties aan gekoppeld. Op 23 oktober organiseerden we samen met Elegast een actief voorstellingsmoment voor de consulenten van de sociale dienst van de jeugdrechtbank. Via workshops konden consulenten op actieve wijze kennismaken met de verschillende afhandelingsvormen. Deze aanpak werd door beide partijen positief geëvalueerd. In 2013 liep elke ADAM- medewerker stage bij de sociale dienst. Alle collega s liepen minimum één dag mee met een consulent. Deze uitwisseling gaf inzicht in de manier van werken van de sociale dienst. Dit stelde ons in de mogelijkheid om onze werking nog beter te enten op de werking van de jeugdrechtbank. Het wisselleren werd in augustus geëvalueerd met een teamverantwoordelijke van de sociale dienst. Aan beide zijden werd het initiatief positief geëvalueerd. Het overleg heeft ook geleid tot verfijnde samenwerkingsafspraken en een globale betere verstandhouding. Ook ADAM opende haar deuren voor het wisselleren en verwelkomde één consulent van de sociale dienst betekende ook een jaar van wisselleren bij het parket. De meeste bemiddelaars draaiden een dagje mee met de magistraten en de criminologen. Het gaf hen een verrijkende blik op de complexe werking van het parket. In december ging een collega wisselleren in de gemeenschapsinstelling van Mol. De doelstelling was tweeledig: Enerzijds waren wij benieuwd om de werking van Mol van dichtbij te kunnen observeren en beleven. Anderzijds gaf het ons de gelegenheid om onze werking toe te lichten. 34

35 Op niveau van de moederorganisatie CAW Metropool betekende 2013 een jaar van transitie. De overheid schrijft een fusie van de drie Antwerpse CAW s voor. Dit proces vereiste het afgelopen werkjaar veel energie. Ook ADAM droeg haar steentje bij: twee medewerkers waren vertegenwoordigd in respectievelijk de adviesgroep organisatiestructuur en de adviesgroep infrastructuur. Tot slot namen we ook deel aan de taakgroep jongeren. Deze groep verenigt alle CAW-werkingen die met jongeren werken en zoekt naar verbinding en samenwerking. Eén collega levert ook een actieve bijdrage aan de ontwikkeling van het nieuwe organisatiemagazine. Ook in 2013 werd wederom tijd vrij gemaakt om studenten van hogescholen en universiteiten kennis te laten maken met ons aanbod en onze werking. Vanuit het vormingsteam werden zelfs meerdaagse trainingen georganiseerd rond begeleidershouding en werken met jongeren uit de straatcultuur. D. PERSONEEL 2013 bracht ook enkele personeelswissels met zich mee. We namen afscheid van twee bemiddelaars. In september verwelkomden we een nieuwe vormingswerker. In het voorjaar begeleidde het team dienstverlening een derdejaars stagiaire. De procedure voor het onthaal van nieuwe medewerkers werd in 2012 aangepast. Er werd een draaiboek uitgewerkt met een algemene inwerking binnen ADAM en een luik-specifieke opleiding. Het draaiboek bevat een checklist, wat de nieuwe medewerker in staat stelt om zijn inwerkingsperiode zelf te (leren) plannen. Elke nieuwe collega wordt, naast opvolging door de teamverantwoordelijke, ook gecoacht door een collega (meter/peter). Deze werkwijze werd met de inwerking van de nieuwe collega in 2013 gefinetuned. In 2012 werd vanuit CAW Metropool de evaluatiemethode geïntroduceerd voor leidinggevenden. In 2013 doorliep elke leidinggevende deze evaluatie. We evalueerden de methodiek met het hele team en gaven onze bemerkingen door aan de HR- dienst. In 2012 pasten we de leidraad voor de functioneringsgesprekken aan. We kozen voor een model met een waarderende benadering (appreciative inquiry) en vonden inspiratie in het 5TWIN- model van de vzw Flora. In 2013 werd dit voor elke medewerker gebruikt. In navolging van een teamevaluatie in september evalueerden we de individuele werknemersbegeleiding. Dit leidde tot een intensifiëring van de opvolging. Vanaf 2014 starten we met twee- à driemaandelijkse opvolggesprekken tussen elk functioneringsgesprek. 35

36 Binnen de moederorganisatie CAW Metropool werd het coachend leidinggeven gelanceerd. Na een vierdaagse opleiding waar er een gemeenschappelijke taal werd ontwikkeld, werd er een nieuw systeem van opvolging van leidinggevenden geïnstalleerd. Elke leidinggevende koos een coach binnen de organisatie. De coach begeleidt zijn coachée en organiseert één maal per jaar een 360 evaluatie voor de leidinggevende. Binnen ADAM hebben we dit voor alle leidinggevenden geïmplementeerd. Vanuit CAW Metropool werd in 2013 ook een grootschalig onderzoek gestart rond het psychosociaal welzijn van medewerkers. De organisatie ging uit van KULeuven en HUB. Elke medewerker werd gevraagd om, met een interval van zes maanden, een vragenlijst te beantwoorden om zo het welbevinden van de medewerkers in kaart te brengen. De resultaten van de eerste bevraging werden in oktober gepresenteerd. Als team formuleerden we enkele verbeteracties. Het globale onderzoek wordt in 2014 afgerond. E. VTO Permanente aandacht voor vorming, training en opleiding zijn wezenlijke onderdelen en opdrachten om kwalitatief werk af te leveren. Vanuit de organisatie willen we ten volle inzetten op het bieden van mogelijkheden tot zelfontplooiing voor het personeel. Bovenstaand werden al heel wat initiatieven toegelicht. Het kernteam evalueerde het VTO- beleid op de dienst en zal de hiaten hierin meenemen naar de kwaliteitsplanning van Het kernteam volgde in april een vierdaagse opleiding rond coachend leidinggeven (lesgever: Inge Singulé). De keuze om deze opleiding gezamenlijk te volgen, stelde ons in staat om een gemeenschappelijk kader rond leidinggeven te ontwikkelen. Na evaluatie van de opleiding besloten we om een aantal thema s verder uit te diepen. In juli werkten we een halve dag rond talenten. Als kernteam werkten we mee aan de evaluatie van de coaching en opvolging van leidinggevenden binnen CAW Metropool. Elke leidinggevende vulde een uitgebreide vragenlijst in. Naast de interne vormingssessies van de werkgroep inhoudelijke samenhang (supra), werden er opnieuw heel wat vormingen gevolgd. Enkele teamoverschrijdende thema s waarin medewerkers zich verdiepten waren: signs of safety, slachtofferschap, collegiale opvang na een schokkende gebeurtenis, ASS, SGGJ en seksuele delicten, oplossingsgericht werken, psychopathie bij minderjarigen, psychodiagnostiek, jeugdopbouwwerk, culturele diversiteit, GAS, drugbeleid Antwerpen en de wet op de jeugdbescherming en het voorstel tot jeugdsanctierecht. 36

37 Alle medewerkers volgden, of zullen dit doen in januari 2014, de opleiding rond integrale jeugdhulp Met vereende kracht naar een nieuwe jeugdhulp in Vlaanderen. Voor teamspecifieke vormingen verwijzen we naar de evaluatie per afhandelingsvorm. Het volledige overzicht vindt u in bijlage. 37

38 1.8 Doelstellingen 2014 In 2014 wordt binnen de organisatie aan de slag gegaan met de volgende elementen van het kwaliteitsbeleid: A. INHOUDELIJKE WERKING We streven opnieuw naar een werking zonder wachtlijsten. Dossiers kennen bij aanmelding een directe opstart, in de zin dat de jongere en zijn ouders binnen de week een uitnodiging ontvangen voor een eerste gesprek. We organiseren tweewekelijks een kernteamvergadering. In diezelfde frequentie houden we een teamvergadering met alle teamleden. In januari en februari staat een teamevaluatie van 2013 op het programma (evaluatie van de werkgroepen, bespreking van de cijfers 2013 en bespreking van beleidssignalen). Intern staat 2014 in het teken van de fusiebeweging van het team dienstverlening en vorming. Een brede basis van vormingswerkers en werktrajectbegeleiders moet ervoor zorgen dat we ons aanbod nog sterker kunnen uitbouwen en efficiënter kunnen aanbieden. Een vlot verloop van deze samensmelting zal dan ook een erg voorname doelstelling van 2014 worden. De fusie wordt begeleid door een externe coach en gebeurt gefaseerd. De aanloop naar de fusie verloopt middels begeleide afstemmingsoefeningen rond combinatie- intakes, implementatie SOSmethodiek, brainstorm en uitwerking van combi- trajecten, een intervisie- oefening rond het werken met ouders en afstemming van eindverslagen. De fysieke samensmelting voltrekt zich in juni In functie van de zesde staatshervorming en het groenboek voor een nieuw jeugddecreet zet ADAM haar beleidssignalen op papier en verspreidt deze. In januari en februari wordt er een reflectiegroep samengebracht om de innoverende denkpistes voor ADAM te bekijken. De groep zal bestaan uit de directeur en beleidsmedewerkers van CAW Antwerpen, de coördinator GOH, de coördinator HCA Brugge, het afdelingshoofd sociale veiligheid van de Stad Antwerpen en de verantwoordelijke BJZ van het PPJ- VSO. Het opzet van de reflectiegroep is drieledig: - stand van zaken en huidig perspectief opmaken en interne denkpistes evalueren - denkpistes aftoetsen aan het kader van de overheid - kansen en valkuilen in kaart brengen Op basis van de reflecties van de groep bepalen we in 2014 de koers voor ADAM op vlak van innovatie. 38

39 In 2014 ronden we de uniformisering van de dossieropbouw tussen alle luiken af. Items die gelijkgesteld worden voor alle teams zijn: - één registratie- en intakeformulier - eenvormig gebruik van interventielijst - afstemming verslaggeving - introductie van een elektronisch dossier Van zodra de technische aspecten van een aantal beslissingen zijn uitgeklaard, gaat de nieuwe werkwijze in voege. Elk team maakte in 2013 een update van het draaiboek van zijn afhandelingsvorm. Tijdens de zomermaanden van 2014 worden de draaiboeken over de luiken heen op elkaar afgestemd. De draaiboeken vormen een belangrijk deel van het kwaliteitsbeleid van de dienst ADAM. Met de invoering van het uitvoeringsbesluit rond kwaliteit buigen we ons in 2014 over de nieuwe vereisten en werken we kwaliteitsevaluatiesystemen uit. B. INTERNE WERKGROEPEN De werkgroep inhoudelijke samenhang plant een evaluatie van haar werkzaamheden van het afgelopen jaar in de loop van januari. In 2014 organiseren zij opnieuw bezoeken aan partnerorganisaties (infra). In het najaar staat er een tweede visiedag voor het hele team gepland. Tot slot geven de leden van de werkgroep vorm aan teamdiscussies rond actuele thema s. In maart vindt er een discussie rond de plaats van HCA in een jeugdsanctierecht plaats. De werkgroep portfolio tekent verder de krijtlijnen uit om op een inspirerende wijze talenten van alle medewerkers in kaart te brengen. Gezien het interne coaching traject met een externe coach beperken de initiatieven van portfolio zich tot het afronden van een uitwisselingsoefening rond het portfolioboekje en één activiteit in het najaar, nader te bepalen. De werkgroep registratie volgt de implementatie van BINC op. Daarnaast vereenvoudigt de werkgroep het Access-registratiesysteem binnen de dienst zelf. Bij afronding van de werkgroep dossieropbouw willen we alle thema s rond administratie ook bij de werkgroep registratie leggen. De werkgroep teambuiling gaat voort op haar elan en organiseert enkele ludieke en verbindende activiteiten voor het team van ADAM. Op het programma voor 2014 staat alvast een teamdag in het najaar. 39

40 C. NETWERK EN SENSIBILISERING In maart bezorgen we samen met Elegast vzw een signaalnota aan onze verwijzers en lokale partners. Deze signaalnota heeft tot doel een beknopt overzicht te geven van resultaten van 2013 enerzijds en belangrijke signalen in de samenwerking anderzijds. Op 27 maart 2014 organiseren we samen met Elegast vzw een evaluatiemoment voor alle partners (parket, jeugdrechtbank, sociale dienst, politie en advocatuur). Hiermee beogen we een stand van zaken op te maken en verdere samenwerking te bespreken. Alle initiatieven naar het Antwerpse netwerk toe worden samen met de collega s van Elegast vzw voorbereid tijdens de tweemaandelijkse kernvisie. Tijdens dit overleg wordt ook de samenwerking tussen de HCA- diensten onderling besproken. In 2014 hebben we verder speciale aandacht voor andere voorzieningen die gespecialiseerd zijn in het werken met minderjarige delictplegers in Antwerpen. Op 17 februari geniet het team een uiteenzetting van de vernieuwde werking van de Overstap- Wingerbloei. Samen met 6 andere HCA- diensten willen we vorm geven aan een betere afstemming tussen HCA en de werking van de gemeenschapsinstelling in Mol. Naast de focus op de huidige samenwerking willen we vooral kijken naar de potentiële pistes naar de toekomst toe. Hierbij blijven we het uitgangspunt hanteren dat HCA een plaats heeft voor, tijdens en na een plaatsing in een GI. Het eerste verkennend gesprek vindt plaats op 24 januari. Tijdens het tweede kwartaal vindt er een ontmoeting plaats met de jeugdstrafinrichting van Maastricht, met als doel hun actuele werking te leren kennen en uit te wisselen over het methodisch werken met minderjarige delictplegers. Tijdens het vierde kwartaal plannen we met het hele team een werkbezoek aan de gesloten instelling De Grubbe. In het voorjaar van 2014 lanceren we de website voor ADAM. Op deze manier zullen we informatie over ons aanbod kenbaar maken aan jongeren, ouders, slachtoffers en andere geïnteresseerde partijen. 40

41 D. PERSONEEL Tijdens het tweede kwartaal wordt er een nieuwe directeur voor de dienst ADAM gezocht. De huidige directeur besliste andere perspectieven te verkennen. Ter vervanging van een collega in zwangerschap en een collega die de dienst verlaat, worden er in februari tijdelijk twee collega s aangetrokken om het team dienstverlening en vorming te versterken. In 2014 gaan we als team aan de slag met een externe coach. Jeanne Van Dael werkt procesmatig op vier niveaus: - begeleiding van de fusiebeweging van de teams dienstverlening en vorming - begeleiding van het team herstelbemiddeling in nieuwe samenstelling - communicatie op kernteamniveau - communicatie op teamniveau Vanaf 1 januari 2014 intensifiëren we de frequentie van de opvolggesprekken met medewerkers. Naast het jaarlijkse functioneringsgesprek vindt er 2 à 3- maandelijks een bijeenkomst plaats. Het gesprek wordt voorbereid door de medewerker én de leidinggevende. De leidinggevende maakt nota van het opvolggesprek en bezorgt deze neerslag aan de medewerker. Binnen de moederorganisatie CAW Antwerpen wordt tijdens het eerste en tweede kwartaal werk gemaakt van het uitwerken van een beleid rond ondersteuning van leidinggevenden in de nieuwe organisatie. E. VTO We leggen opnieuw accent op de mogelijkheden van interne vormingsmomenten. Hierbij gaat het enerzijds om het organiseren van voorstellingen en opleidingen met externen. Op 13 maart geeft Fanny Matheusen een opleidingsdag rond interculturele communicatie. Anderzijds willen we toewerken naar een betere implementatie van VTO binnen de organisatie. We bekijken daarom hoe medewerkers hun kennis uit een opleiding maximaal kunnen delen met collega s. 41

42 2 DIENSTVERLENING 2.1 Beschrijving Beknopte omschrijving Dienstverlening is het proces waarbij een minderjarige delictpleger de kans krijgt om symbolisch zijn verantwoordelijkheid op te nemen ten aanzien van de samenleving die schade heeft ondervonden ten gevolge van het delict (bv. onveiligheidsgevoel, materiële schade publiek goed, kosten voor samenleving). De jongere doet dit in zijn vrije tijd door onbezoldigd een aantal opgelegde uren gemeenschapsdienst te verrichten in een social- profitorganisatie, zoals een groendienst, een grootkeuken, een cultureel centrum, een recyclagecentrum, een kinderdagverblijf, een bibliotheek, een dag- of dienstencentrum voor bejaarden, een animatiedienst van een woon- en zorgcentrum of een administratieve dienst. ADAM beoogt door motiverende en ondersteunende communicatie binnen het dienstverleningstraject om enerzijds de jongere inzicht aan te reiken in zijn sociaal/ communicatieve vaardigheden en arbeidsattitudes, en anderzijds de samenleving (hier vertegenwoordigd door de werkplaats) zo veel mogelijk positief te betrekken als erkend slachtoffer. In overleg met de minderjarige en zijn ouders wordt bekeken waar en wanneer eerstgenoemde kan werken. We houden daarbij rekening met verschillende factoren. Een zorgvuldige en gezamenlijke voorbereiding verhoogt het engagement van de minderjarige en dus ook de slaagkansen van het traject. ADAM beschouwt de dienstverlening als succesvol als aan de volgende voorwaarden is voldaan: de minderjarige heeft zijn uren volbracht; de werkplaats is tevreden met de hulp die zij heeft gekregen; de minderjarige heeft de afspraken ten aanzien van onze dienst gerespecteerd; hij heeft vanuit pedagogische optiek iets geleerd uit de maatregel. 42

43 2.1.2 Procedure Standaard verloopt het dienstverleningsproces bij ADAM als volgt: A. AANMELDING 1) ADAM ontvangt van de jeugdrechtbank de schriftelijke opdracht (beschikking of vonnis) om het dienstverleningstraject van de minderjarige te organiseren en te begeleiden. 2) Standaard kiezen wij er voor om het dossier niet in te kijken op de griffie van de jeugdrechtbank. Indien onduidelijkheid blijkt uit de aanmelding (bv. feiten, adres, andere maatregelen), nemen wij contact op met de consulent van de sociale dienst of de griffier van de jeugdrechter voor meer duiding. Per uitzondering en in laatste instantie gaan wij over tot een dossierinzage op de jeugdrechtbank. B. VOORBEREIDING 3) De minderjarige en zijn ouder(s) worden schriftelijk uitgenodigd of gevraagd om contact op te nemen met onze dienst om een afspraak te maken. Indien wij beschikken over een telefoonnummer, kiezen wij de kortste weg en maken we telefonisch een afspraak. Indien de minderjarige en zijn ouder(s) tweemaal niet reageren op de uitnodiging, gaat ADAM alsnog op deurbezoek om op die manier de reden voor afwezigheid te achterhalen. 4) Tijdens het eerste gesprek vinden de kennismaking en de info-uitwisseling plaats. De aanwezigheid van één van de ouders of voogd is vereist, tenzij de jongere ondertussen meerderjarig is geworden. De begeleider van ADAM polst tijdens het gesprek naar de beleving van de minderjarige en zijn ouders ten aanzien van de feiten en de reactie daarop. Zij krijgen uitleg over de werking van de jeugdrechtbank en over de maatregel dienstverlening. Er worden duidelijke afspraken gemaakt rond wederzijdse verwachtingen. Deze zijn neergeschreven in een overeenkomst die aan de ouders en de minderjarige wordt meegegeven ter handtekening. 5) De ADAM-begeleider zoekt binnen het aanbod een geschikte werkplaats voor de minderjarige. Hij houdt daarbij rekening met verschillende factoren, zoals: de individuele doelstellingen per minderjarige, aard van het delict, type en bereidheid werkplaats, scholing en capaciteiten van de jongere, vrijetijdsbesteding en afstand thuis-werkplaats. 6) Tijdens het tweede gesprek op ADAM wordt de uurregeling met de minderjarige overlopen. Om misverstanden te vermijden, worden alle afspraken herhaald en afgetoetst. Samen stippelen de minderjarige en de begeleider de route van en naar de werkplaats uit. De noodzakelijke werkkledij wordt overhandigd. Niet onbelangrijk is dat tijdens deze tweede bijeenkomst ook ruimte is voorzien voor aanvullingen op of verduidelijkingen van het eerste gesprek. Ouders kunnen, maar moeten niet aanwezig zijn. In ieder geval krijgt de minderjarige twee exemplaren van de uurregeling mee naar huis: één voor zichzelf en één voor zijn ouders. 43

44 De jongere kan in principe niet aan het werk voor hij en zijn ouder(s) of voogd de overeenkomst ondertekend hebben. 7) ADAM vindt het belangrijk om de verwijzer, de consulent van de sociale dienst van de jeugdrechtbank en de advocaat van de minderjarige doorheen het ganse traject goed op de hoogte te houden. Zij ontvangen een exemplaar van de uurregeling en eventueel een begeleidend schrijven met verslag van de eerste contacten met de jongere (tweemaandelijks verslag). C. TEWERKSTELLING 8) Afhankelijk van de minderjarige (bv. zijn leeftijd, eigen kracht, context), de ervaringen van de werkplaats met het traject dienstverlening (bv. duur samenwerking, laatste ervaringen met ADAM) of bijzondere omstandigheden, is ADAM aanwezig bij aanvang van het traject op de werkplaats. 9) De werkplaats ondertekent de overeenkomst bij aanvang en bevestigt de aanwezigheid van de minderjarige door de uurregeling elke dag tweemaal te handtekenen. De begeleider van ADAM telefoneert elke werkdag een kwartier na aanvang om te vernemen of de minderjarige al dan niet aanwezig is. Zo niet, onderneemt hij actie. Zo wel, plant hij in afstemming met de werkbegeleider een werkbezoek. 10) De ADAM-begeleider brengt bij benadering elke twee werkdagen een bezoek op de werkplaats. Hij gaat na of alles naar wens verloopt voor de minderjarige en zijn werkbegeleider(s). De minderjarige krijgt zorgvuldig feedback over zijn functioneren op de werkvloer. De nadruk ligt over heel de lijn op de positieve bekrachtiging van beide partijen. Indien nodig wordt er bijgestuurd of bemiddeld tussen de minderjarige en de werkplaats (bv. onduidelijkheid rond takenpakket, storend gedrag van de minderjarige). In het slechtste geval wordt het traject stopgezet (bv. agressieve opstelling van de minderjarige, herhaaldelijk onwettige afwezigheid). Het werkbezoek geeft tevens de gelegenheid om de minderjarige apart te nemen om samen een relevante oefening te doen (bv. SOS, zelfevaluatie, arbeidsoriëntatie) of om een specifiek onderwerp grondiger te bespreken (bv. grondslag feiten, verstandhouding met ouders, maatschappijbeeld). De ouders worden regelmatig op de hoogte gebracht van het verloop van de maatregel. Tevens staat de begeleider in contact met de consulent van de sociale dienst en indien wenselijk ook met de advocaat van de minderjarige. D. EVALUATIE 11) Op de laatste werkdag beoordeelt de werkbegeleider, bij voorkeur in aanwezigheid van de minderjarige en ADAM, de werkprestaties. Dit gebeurt aan de hand van een standaard evaluatieformulier. De evaluatiecriteria zijn: aanwezigheid, werkhouding, collegiale houding, houding naar cliënteel/bezoekers, opvallende kwaliteiten van de jongere en evolutie. 44

45 12) Op de laatste werkdag van de minderjarige stuurt de ADAM-begeleider een verslag van voltooiing naar de jeugdrechter, de advocaat en de consulent opdat allen op de hoogte zijn van het feit dat de minderjarige zijn uren volbracht heeft. 13) De begeleider van ADAM schrijft het voorlopige eindverslag op basis van de beoordeling van de werkplaats en de eigen bevindingen (contacten met de minderjarige, zijn gezin, de werkplaats, en eventueel andere relevante derden). 14) De minderjarige komt samen met zijn ouder(s) naar ADAM voor het afrondend gesprek. Samen overlopen we het voorlopige eindverslag. Op een zorgvuldige en uitgebreide wijze krijgen de minderjarige en zijn ouders feedback over de manier waarop hij zijn dienstverlening heeft uitgevoerd. De minderjarige krijgt de kans om te reageren. Soms worden een aantal zaken aangevuld of verduidelijkt. Daarop schrijft de minderjarige zelf een brief aan de jeugdrechter. Het is de bedoeling dat hij zijn belevingen betreffende de gebeurtenissen neerschrijft. Dit kan bijvoorbeeld gaan om de feiten en de reactie daarop, het werk op zich, de ontmoetingen met de verschillende gerechtelijke actoren of voornemens voor de toekomst. Deze brief geeft hem de kans om zijn gedachten te ordenen alvorens hij op zitting moet komen bij de jeugdrechter. De ADAM-begeleider ondersteunt hem bij deze opdracht. E. RAPPORTAGE 15) De definitieve versie van het eindverslag wordt naar de jeugdrechter verstuurd en in kopie naar de ouders, de consulent en de advocaat van de minderjarige. Het eindverslag is een weergave van de wijze waarop de minderjarige zijn dienstverleningstraject heeft uitgevoerd. Bijkomende elementen (bv. schoolprestaties, problemen thuis,...) worden niet toegevoegd tenzij op vraag van minderjarige en/of zijn ouder(s) of bij wijze van mededeling op basis van de noodwendigheid van de situatie. 16) Op vraag van de jeugdrechtbank of van de minderjarige, is de ADAM-begeleider aanwezig op de openbare zitting om het trajectverloop van de minderjarige toe te lichten. Dit gebeurt eerder uitzonderlijk. 17) Indien er dringende zaken te melden zijn, contacteert ADAM mits medeweten of toestemming van de minderjarige en diens ouder(s), de consulent of de jeugdrechtbank telefonisch (conform de regels van het beroepsgeheim). Op deze manier zijn zij in staat om snel en adequaat te reageren. 18) Het dossier wordt administratief afgesloten, statistisch verwerkt, en gearchiveerd. Dossiers worden enkel terug ter hand genomen in geval van recidivisme. 45

46 2.1.3 Methodische handvaten Controle versus vertrouwenspersoon De begeleider van een dienstverleningstraject heeft een dubbele functie: enerzijds ziet hij strikt toe op het naleven van alle afspraken, anderzijds heeft hij oog voor en staat hij open voor het bespreken van meer vertrouwelijke kwesties die al dan niet verband houden met de dienstverlening. Op het eerste zicht lijken deze twee functies moeilijk te combineren. Ervaring leert echter dat beide onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: het is nodig om een duidelijk kader aan te reiken dat de minderjarige maximaal dient te respecteren. Eens dit is gerealiseerd, is er meestal een duidelijke, veilige en constructieve sfeer waarbinnen vele zaken kunnen besproken worden. Risico s a priori uitschakelen Als begeleiders van een dienstverleningstraject vinden wij het belangrijk om een goede inschatting te maken van de mogelijke risico s die een negatieve invloed kunnen hebben op het verloop van de maatregel. Bijvoorbeeld: niet akkoord met aanklacht of maatregel, een zichtbaar niet-gemotiveerde indruk, weinig gestructureerd thuismilieu, een afwijking of stoornis, de Nederlandse taal niet machtig,... Daarom trachten wij deze risico s zo veel mogelijk op voorhand in te schatten en indien mogelijk uit te schakelen. Wanneer het thuismilieu van een minderjarige bijvoorbeeld minder aandacht heeft voor stiptheid, bestaat de kans dat een minderjarige het belang van op tijd komen op de werkplaats niet inziet. Wij zullen dit met de minderjarige bespreken en samen nagaan op welke wijze hij stipt(er) afspraken kan nakomen. Matching De matching fase is één van de meest cruciale momenten in een dienstverleningstraject. De begeleider gaat op zoek naar een geschikte werkplaats voor de minderjarige. Zoals eerder vermeld, houdt hij daarbij rekening met verschillende factoren. Het is vooral de bedoeling om een positieve (werk)ervaring te bezorgen aan zowel de minderjarige als de werkplaats. De praktijk leert ons dat een goede match het effect en de meerwaarde van het traject sterk beïnvloedt. De minderjarige laat zich van zijn beste kant zien en stelt zich open om bij te leren. De werkplaats heeft het gevoel een goede hulp in huis te hebben en krijgt een meer genuanceerd beeld over minderjarigen die een strafbaar feit hebben gepleegd. Veel- en zorgvuldige feedbackmomenten De begeleider van de dienstverlening volgt het traject zeer nauwgezet op. Hij is prominent aanwezig doorheen het traject door middel van telefonische contacten, werkbezoeken en afspraken op kantoor met de minderjarige en zijn ouder(s). Op regelmatige tijdstippen zorgt hij ervoor dat de minderjarige feedback krijgt over zijn functioneren tijdens de dienstverlening van zowel de werkbegeleider als de ADAM-begeleider. Op het einde van het dienstverleningstraject heeft hij, alsook zijn context, een duidelijk beeld van zijn kwaliteiten en aandachtspunten. 46

47 Product- en procesevaluatie Bij de beoordeling van een dienstverleningstraject heeft de begeleider zowel oog voor het proces als het product. Concreet wordt van de minderjarige verwacht dat hij finaal het aantal opgelegde uren op een correcte wijze heeft vervuld en dat dit heeft geleid tot tevredenheid van de werkplaats. Daarnaast hechten wij ook belang aan het proces dat de minderjarige aflegt. Wij voorzien beperkt ruimte voor het maken van fouten (bv. te laat komen, niet naleven van afspraken, onbeleefd of agressief zijn). Wij gaan er immers van uit dat de meerderheid van de minderjarigen die op ADAM terechtkomen het nu net moeilijk hebben om zich aan afspraken en regels te houden. Zij hebben recht op een leerproces. Wij vinden het bijgevolg belangrijk om oog te hebben voor de evolutie die een minderjarige doormaakt (bv. een minderjarige die evolueert van weigerachtig naar behulpzaam of omgekeerd). Deze evolutie wordt benoemd. Betrekken van de informele en formele context Wij vinden het belangrijk dat de dienstverlening rekening houdt met en indien mogelijk is ingebed in de context waarin de minderjarige leeft. We trachten de ouder(s) zo veel mogelijk te betrekken bij het dienstverleningstraject. Het is de verantwoordelijkheid van de minderjarige om zijn uren op een vlotte wijze uit te voeren, maar de rol van de ouders is onmiskenbaar. Zij kunnen mee toezien op het naleven van afspraken en tegelijk hun interesse tonen en ondersteuning bieden. Wij merken op dat indien ouders betrokken zijn, de kans op welslagen aanzienlijk groter is. Naast het betrekken van de ouders, maakt ADAM duidelijke afspraken met en stemt zijn handelingsplan goed af op andere instanties die betrokken zijn in het dossier. We denken hierbij aan de verwijzer en de consulent, maar ook de thuisbegeleidingsdienst, het dagcentrum, de school, de trajectbegeleider, Op deze manier beogen we een continuïteit in de hulpverlening. Uitbouwen en handhaven van een vrijwilligerswerking We kunnen geen dienstverleningen organiseren zonder beroep te kunnen doen op werkplaatsen. Daarom kiezen we voor een vaste pool van werkplaatsen, die heterogeen is samengesteld. De groep van werkplaatsen vertegenwoordigt de samenleving. Zij beoordelen mee of de minderjarige zijn verantwoordelijkheid voldoende opneemt. De werkplaatsen engageren zich vrijwillig om naast hun kernopdracht de begeleiding van de jongeren op te nemen. Vanuit ADAM ondersteunen we hen maximaal. We zijn steeds telefonisch bereikbaar wanneer jongeren aan het werk zijn, we gaan regelmatig op werkbezoek en maken een duidelijke rol- en taakverdeling. Verder onderhouden we de contacten via nieuwsbrieven, het organiseren van opleidingen en momenten waarop ervaringen kunnen worden uitgewisseld. 47

48 aantal dossiers Aantal dossiers 2.2 Evaluatie Kwantitatieve resultaten A. AANMELDINGEN DIENSTVERLENING - HISTORIEK AANMELDINGEN (op basis van aangemelde dossiers, n=1711) Jaartal Jeugdparket Jeugdrechtbank In 2013 werden er 54 dossiers aangemeld. Dit is een historisch minimum voor ADAM. Met de overdracht van 28 lopende dossiers uit 2012 betekent dit voor dienstverlening een dossierlast van 82 dossiers voor het werkjaar DIENSTVERLENING - OPGELEGDE UREN (op basis van aangemelde dossiers, n=54)

49 percentage Het gros van de dienstverleningen (26) bedraagt 30 uren. 9 jongeren kregen meer uren opgelegd, 19 jongeren dienden minder dan 30 uren dienstverlening te presteren. Het minimum bedraagt 8 uren, het maximum 100 uren. In het totaal bracht te presteren uren, een daling van 635 uren ten aanzien van B. JONGEREN DIENSTVERLENING - GEBOORTEJAAR (op basis van afgesloten dossiers, n=56) Net zoals in 2012 bereikte het grootste deel van de jongeren in 2013 de leeftijd van 16, 17 of 18 jaar. Het aantal 12- tot 15-jarigen blijft beperkt. Het aantal +17-jarigen is relatief groot. Globale gegevens over het profiel van de jongeren vindt u in het hoofdstuk rond de algemene werking (supra). 49

50 C. RESULTATEN DIENSTVERLENING - EVALUATIE (op basis van afgesloten dossiers, n=56) 79% 11% 11% Volledig doorlopen Niet opgestart Stopgezet In 79% van de dossiers (56) heeft de jongere het volledige traject doorlopen. 11% van de dossiers werd niet opgestart en 11% werd afgebroken tijdens het traject. In totaal werden 1528 van de 1942 opgelegde uren ook effectief uitgevoerd. Indien we abstractie maken van de niet- opgestarte dossiers, slagen 45 jongeren (89%) er in om het traject volledig te doorlopen. Slechts 6 trajecten (11%) dienden afgebroken te worden. De redenen voor het niet-opstarten waren: de jongere toonde verzet tegen de maatregel, de jongere was onvindbaar of een wijziging van de maatregelen. De reden voor stopzetting van de dienstverlening is voornamelijk het herhaaldelijk niet-naleven van de afspraken of storend, ongepast gedrag vertonen. 50

51 verloop dienstverlening DIENSTVERLENING - duur in dagen (mediaan) (op basis van afgesloten dossiers, n=56) aantal dagen De mediaan van de doorlooptijd van een dienstverlening (van aanmelding tot versturen eindverslag) op ADAM bedraagt 109 dagen per dossier. De verwijzer ontvangt met andere woorden 3,5 maand na aanmelding het eindverslag. Dit betekent grof geschetst een daling van de doorlooptijd met één maand ten opzichte van D. WERKPLAATSEN ADAM beschikt over een ruim netwerk aan tewerkstellingsplaatsen in de social profitsector, voornamelijk voorzieningen van de Stad Antwerpen en Zorgbedrijf Antwerpen. Dienstverlening Aantal maal Aantal uren STAD ANTWERPEN Atlasgebouw 4 72 Bibliotheek Hoboken 1 30 Bibliotheek Couwelaer - Deurne 1 3,75 Bibliotheek De Poort Berchem 1 4 Bibliotheek Driehoek Ekeren 1 24 Bibliotheek Elsschot Linkeroever PO/BOF magazijn 3 88 PO/BOF - lassen/schrijnwerkerij 2 54 Containerpark Borgerhout 1 2 Containerpark Deurne 2 49 Containerpark Luchtbal Containerpark Hoboken 4 72,5 Kinderboerderij CC Berchem 1 30 Stedelijke Jeugddienst - GBA Subtotaal Stad Antwerpen ,25 51

52 OCMW Dienst Werkgelegenheid OCMW 1 30 Dienstencentrum Arena 1 50 Dienstencentrum Hagelkruis 1 30 Dienstencentrum Huize Berchem 3 65 WZC De Pelikaan - keuken 2 96,5 WZC De Pelikaan - DVC 1 20 WZC De Tol - keuken 4 68,5 WZC Europasquare - animatie 1 20 WZC Gitschotelhof - keuken 4 72 WZC Gulden Lelie - animatie 1 16 WZC Melgeshof - keuken 2 70 WZC St.-Bartholomeus - keuken 1 30 WZC St.-Maria - keuken 5 208,5 WZC Vinck-Heymans - keuken 1 30 ZNA Jan-Palfijn - keuken 2 56,5 ZNA St. Elisabeth - keuken 2 22,5 ZNA Stuivenberg - onderhoud 3 73,5 Subtotaal OCMW Antwerpen ANDERE Speelhuis Elief TOTAAL gemiddeld aantal uren per vraag 26,35 We deden in 2013 voor dienstverlening 58 keer beroep op de werkplaatsen. Dit was goed voor een totaal van 1528 gepresteerde uren. Diezelfde werkplaatsen werden ook aangesproken voor werktrajecten in het kader van herstelbemiddeling. Op enkele werkplaatsen uit onze pool deden we geen beroep, bijvoorbeeld: Bibliotheek Permeke, Woonzorgcentrum Sint-Anna, districtshuis Antwerpen, ZNA Sint-Erasmus. Dit heeft te maken met verschillende factoren. Een dalend aantal aanmeldingen heeft als gevolg dat we globaal minder beroep doen op werkplaatsen. Andere factoren zijn een herstructurering die zich voltrekt op de werkplaats, of een wissel in het personeelskader. In samenspraak met ADAM wordt de samenwerking desgevallend in pauze gezet. 52

53 2.2.2 Inhoudelijke evaluatie Zoals de kwantitatieve gegevens voor dienstverlening aantonen, kende het aantal aanmeldingen opnieuw een ernstige daling. Dit liet het team van dienstverlening niet onverschillig. We stelden ons dan ook de vraag of de MOF-jongeren in Antwerpen voldoende een reactie krijgen. Wij merken dat dienstverlening iets te vlot herleid wordt tot een louter bestraffende maatregel, wat naar onze mening niet terecht is. Wij benadrukken de preventieve en pedagogische mogelijkheden van deze maatregel. Graag brengen wij hier ook de maatschappij onder de aandacht, die eveneens slachtoffer is van feiten die minderjarigen plegen. De samenleving heeft, naast het concrete slachtoffer, ook recht op een vorm van restitutie. Onze ervaring leert dat dienstverlening een zeer sterk medium is om hieraan tegemoet te komen. Deze ernstige bezorgdheden en bedenkingen weerhielden ons echter niet om te blijven sleutelen aan de kwaliteit van onze maatregel. In wat volgt, krijgt u een overzicht van onze verwezenlijkingen doorheen 2013: B. INTERNE WERKING In 2013 was er, voor het zevende jaar op rij, geen wachtlijst. Dossiers werden doorgaans opgestart binnen de week na aanmelding. Zo de aanmelding ons tijdig bereikt, ervaren jongeren hun reactie veelal binnen de maand na het plegen van hun feiten. Vanuit pedagogisch standpunt werkt dit zeer goed. Daarbij krijgen verwijzers tamelijk snel feedback op hun beslissing, wat lonend is voor een doeltreffende aanpak. In 2013 was het ons streven om de doorlooptijd van de dossiers dienstverlening onder de loep te nemen. Wij stelden vast dat de periode tussen het verslag van voltooiing uren en het finale, meer uitgebreide eindverslag korter kon. We zijn er in geslaagd om de doorlooptijd globaal met één maand in te korten. De mediaan ligt nu op 3,5 maanden (supra cijfers dienstverlening). Het slaagpercentage voor alle afgesloten dossiers dienstverlening in 2013 tikt af op 79%. Indien wij de niet-opgestarte dossiers buiten beschouwing laten, volbrachten 89% van de jongeren al hun uren. Enige nuance dringt zich hier op: het is niet omdat een jongere zijn traject wordt afgebroken dat er geen leereffect is. Evenmin is het altijd waar dat voor jongeren die al hun uren hebben volbracht de maatregel in heel zijn opzet is geslaagd. Veel hangt af van de doelstellingen die wij, de verwijzer, de maatschappij, of de jongere voor ogen heeft. In 2013 verzorgden wij tijdens 32 weekends permanentie voor de werkers. 53

54 Het werkjaar ging van start met een evaluatie- en planningsdag. De pijlen voor 2013 werden uitgezet. Uitgezonderd de schoolvakanties, vonden in 2013 gemiddeld twee subteamvergaderingen per maand plaats, alternerend met de teamvergadering. Deze vergaderingen verliepen telkens volgens een vast stramien: opvolging vorig verslag - kwantitatieve (caseload) en kwalitatieve (intervisie) bespreking van dossiers - ons aanbod werkplaatsen - nieuwe agendapunten - overdracht gevolgde vorming en opleiding - briefing van en naar het (kern)team. Er was oog voor meer interactie met onze collega-subteams. We waren twee maal te gast op hun vergadering. Dossierbesprekingen kregen in 2013 een vaste plaats op onze vergaderingen. Regelmatig bracht dit ons tot principiële en method(olog)ische vraagstukken. Enkele voorbeelden hiervan zijn: o Primeert het snel en krachtig afhandelen van een traject of beogen we eerder een langdurig, zorgvuldig leertraject? o Hoe reageren wij op een minderjarige die de leeftijd van 18 nadert en zijn voeten veegt aan de maatregel? o Hoe anticiperen we op smoezen of foute excuses van onze jongeren? o Hoe kunnen we het systeem van zich ziek melden meer waterdicht maken? We namen de frequentie en snelheid van onze tussentijdse verslagen onder de loep. We hielden rekening met wat wettelijk voorgeschreven is alsook met wat wij zinvol achten. In het scenario dat een jongere in tussentijd opnieuw wordt uitgenodigd of voorgeleid, wensen we dat de jeugdrechter beschikt over actuele en relevante informatie vanuit onze hoek. Het aanscherpen van onze werkwijze komt neer op het volgende: we lichten iedereen maximaal in over elke belangrijke stap. Een collega volgt de tweejarige opleiding forensische psychodiagnostiek en counseling. Onder haar impuls maakten wij in 2013 tijdens het subteam meer ruimte voor wetenschappelijke teksten en artikels die onze praktijk van dienstverlening onderbouwen. Enkele teksten die wij onder de loep namen: o Naar alternatieve maatregelen in de strijd tegen discriminatie en haatmisdrijven, een onderzoek van het Centrum voor Gelijke Kansen en Racisme bestrijding. o Psychopathische trekken bij minderjarigen, gevolgde opleiding. o Hate crime offenders: an expanded typology, Jack Mc Devitt, Jack Levin, Susan Benett. 54

55 We hebben in 2013 de opbouw van onze dossiers grondig bekeken, dit zowel op papier als elektronisch. Het doel was de volgorde, de overlap van gegevens, de gebruiksvriendelijkheid en de transparantie voor collega s en jongeren te bekijken. Dit leidde tot nog meer afstemming en uniformiteit. Eén zaak kwam duidelijk naar voor: het intakeformulier krijgt als methodisch instrument terug meer kracht. Tegelijk namen we, volgens eenzelfde werkwijze, ons draaiboek dienstverlening onder de loep. Twee belangrijke items werden toegevoegd: de procedure van het weekendwerk en de procedure voor werkers in het kader van herstelbemiddeling. Het laatste kwartaal van 2013 kreeg onze dienst veel dossiers aangemeld waarbij een combinatie van vorming en dienstverlening werd opgelegd door de jeugdrechter. Tot nu toe verkozen wij een gezamenlijke intake. Dit houdt in dat twee gesprekken gebundeld worden tot één gesprek. Hierbij botsten wij op een enkele vraagstukken die ook onze collega s ervaren, bijvoorbeeld: o Hoe maken we een selectie van de info die wij wensen te geven? o Wat is een schappelijke duur voor een intakegesprek? o In welke mate moeten de feiten aan bod komen? Dit vormt alvast stof tot overleg in Naar aanleiding van de mini-opleiding Signs of Safety door een collega van vorming en de sociale dienst besloten de teams vorming en dienstverlening om samen te gaan experimenteren met dit model in de praktijk van HCA. Dienstverlening borduurde verder op het sjabloon dat vorming ontwierp. Tot nu probeerde elke dossierbeheerder op zijn/haar manier een aantal zaken uit. Ook in 2013 voorzag dienstverlening bijstand aan vorming. Eén collega nam enkele intakes voor haar rekening en een andere collega begeleidde mee een groep Rots en Water. Deze samenwerking mondde uit in een afstemmingsoefening tussen beide afdelingen. Begin september werden verslagen naast elkaar gelegd en gaf ieder toelichting bij het doel en de wijze van rapporteren. Ondertussen legden de teamverantwoordelijken ook de procedures naast elkaar en werden onduidelijkheden, onvolledigheden, verschillen en vragen geïnventariseerd. Deze oefening is ver van af en kent in 2014 zeker nog een vervolg. Voor het werkjaar 2013 bleef de afspraak gelden dat het luik dienstverlening de werkers vanuit herstelbemiddeling (vrijwilligerswerk of vereffeningsfonds) zou opvolgen. Dienstverlening begeleidde 21 werkers, wat goed is voor 502 uren in totaal. 55

56 We kwamen in 2013 tot de volgende vaststellingen: 1) Jongeren moeten er soms aan herinnerd worden dat ze vrijwillig voor dit werk gekozen hebben. Dit durven ze vergeten. 2) Werkplaatsen maken scherp het onderscheid tussen vrijwilligerswerk, werken via het vereffeningsfonds en werken in het kader van een dienstverlening. Af en toe kaartten ze dit aan in hun benadering van de jongere. 3) Het aantal uren in het kader van een herstelbemiddeling ligt behoorlijk hoog. Volgende zaken werden op punt gezet: De basisinformatie die wordt doorgegeven aan dienstverlening werd vastgelegd met de herstelbemiddelaars. Wanneer jongeren doorheen het traject van werkplaats veranderen, dienen we dit duidelijk te communiceren aan de collega s van herstelbemiddeling startte met een brainstorm op teamniveau rond innovatieve ideeën. Op basis van onze praktijk zien wij enkele noden en dus duurde het niet lang eer wij enkele ideeën klaar hadden: o Dienstverlening is voorstander van een oudertraject gekoppeld aan dienstverlening. Hiervoor kregen wij het fiat om een conceptuele nota op te stellen. Deze werd in april voorgelegd aan een beperkt comité binnen ADAM met het oog op feedback. De zinvolheid van het idee stond buiten kijf, wel resten er nog vele vragen. Het is afwachten op de reactie vanuit de overheid vooraleer over te gaan tot de concrete uitwerking. o Als tweede optie zagen wij dienstverlening voor spijbelaars als zinvol idee. Het jeugdparket en het Centraal Meldpunt traden ons bij. Deze piste wordt meegenomen in de innovatieideeën van de dienst. B. NETWERKING EN SENSIBILISERING Ons aanbod werkplaatsen bleef doorheen 2013 tamelijk constant. Wij mochten Woon- en Zorgcentrum Pelikaan (keuken + animatie) alsook Uit Huis Hoboken (jeugddienst, cultuurdienst, antenne) verwelkomen in ons aanbod. De samenwerking met enkele werkplaatsen, bijvoorbeeld bibliotheek Permeke of Woon- en zorgcentrum Sint-Anna, werd in pauze gezet omwille van herstructureringen of personeelswissels. Wij stellen vast dat het huidige maatschappelijke klimaat van herstructureringen en besparingen zeer veel druk legt op onze werkplaatsen. We zijn dan ook positief verbaasd door het gegeven dat de wil en het engagement van werkplaatsen/-begeleiders om samen te werken nog steeds groot blijft. Uit een interne bevraging blijkt dat jongeren een kans geven om iets goed te maken de grootste drijfveer blijft. Ook in 2013 namen wij enkele bijzondere initiatieven voor onze werkplaatsen om de samenwerking te optimaliseren en de contacten te verzorgen: o De cursusdag voor beginners: Thema s waren de verschillende soorten MOF, de gerechtelijke molen bij MOF, de verschillende actoren bij de afhandeling, de plaats van HCA, introductie van de jongere op de werkplaats, enkele communicatieregels, richtlijnen voor goede feedback, de eindevaluatie. 56

57 o o o De nieuwsbrief: in april, oktober en december (kerstkaart) ontvingen alle werkplaatsen een nieuwsbrief. Hierin lazen zij een interview met een werkbegeleider, de sms-van-de maand, een beknopte stand van zaken van dienstverlening of andere nieuwtjes. Het presentje aan vrijwilligers vanuit CAW Metropool: Alle werkplaatsen kregen een pakje chocoladeneuzen naar aanleiding van de dag van de vrijwilliger. De dankreceptie: Eind november werd een bowlingnamiddag georganiseerd als gezellig dankmoment voor alle werkbegeleiders van ADAM. Het geheel werd traditiegetrouw ingeleid door een stevige stand van zaken van de maatregel dienstverlening. 25 mensen namen deel. Dienstverlening verstuurde het eerste kwartaal een ludieke nieuwsflash naar het netwerk van jeugdadvocaten, sociale dienst en magistraten. Het doel was om op een uitnodigende manier de capaciteiten van dienstverlening onder de aandacht te brengen. Begin 2013 namen wij het initiatief om het overleg tussen het Justitiehuis, AWS & HCA Elegast, de GAS, de stad Antwerpen en ADAM terug op te starten. Ons doel was om de verschillende diensten te ontmoeten, elkaars werking beter te leren kennen, af te stemmen, gezamenlijke werkpunten aan te pakken en eventueel een verdere samenwerking op te starten. Het initiatief werd als positief ervaren. De meest markante vaststellingen waren: een grote toevoer van dossiers bij de meerderjarigen versus de dalende toevoer bij minderjarigen en de grote nood aan uitbreiding van werkplaatsen voor volwassenen. Er werd afgesproken om onze lijsten van werkplaatsen uit te wisselen en toekomstig nog ad hoc samen te komen als één van de diensten hiertoe het initiatief neemt. Op vraag van het Justitiehuis en AWS Elegast kwamen wij eind 2013 nogmaals samen rond de nood aan een uitbreiding van werkplaatsen. Onze initiële afspraak, waarbij er een gedeeltelijk exclusief gebruik is van werkplaatsen met de mogelijkheid voor het Justitiehuis om binnen eenzelfde setting andere afdelingen aan te spreken, evolueerde naar toestemming om onze werkplaatsen aan te spreken, dit op voorwaarde dat zij het verschil in benadering tussen meerderjarigen en minderjarigen zeer helder schetsen. In het kader van dit laatste idee, werd een overzichtsblad ontworpen. C. VTO Binnen ADAM, maar ook binnen het subteam dienstverlening, proberen wij elk jaar een variatie aan opleidingen te volgen. We denken daarbij aan opleidingen die zich situeren op het vlak van beleid, methodieken, academische en actuele thema s binnen onze sector. Op beleidsvlak hadden wij oog voor de hervorming van de Wet op Jeugdbescherming belicht door het NICC & ULB en ook door de Werkgroep Jeugdsanctierecht. Tevens volgden wij twee opleidingsdagen met betrekking tot de Integrale Jeugdhulp die weldra wordt geïmplementeerd. 57

58 Dienstverlening volgde de voorstellingen bij van de topcoaches, de jeugdopbouwwerkers, de dienst slachtofferonthaal van het Parket, het Centraal meldpunt, de Gerechtelijk Opgelegde Maatregelen van het Justitiehuis, de GAS. Zoals eerder al vermeld, in het kader van een gedegen wetenschappelijke en literaire onderbouw, vonden wij het zinvol om meer te weten te komen over bepaalde thema s zoals: psychopathische trekken bij minderjarigen, typologie binnen haatmisdrijven, het behoeftenonderzoek bij hulpverlening aan gedetineerden, seksueel deviant gedrag, de lokale detailhandel in drugs te Antwerpen. Eén collega volgt de tweejarige opleiding forensische psychodiagnostiek en counseling. Het hele jaar inspireert zij ons luik door opgedane kennis over te dragen. We proberen telkens om gevolgde opleidingen zo veel mogelijk te integreren in onze werking. 58

59 2.3 Doelstellingen 2014 In 2014 kiezen we ervoor om de krachten van de afhandelingsvormen dienstverlening en vorming te bundelen en de twee teams samen te voegen. Een brede basis van vormingswerkers en werktrajectbegeleiders moet ervoor zorgen dat we ons aanbod nog sterker kunnen uitbouwen en efficiënter kunnen aanbieden. Een vlot verloop van deze samensmelting zal dan ook de voornaamste doelstelling van 2014 worden. Desalniettemin willen we tot het moment van de fusie de goede werking van beide teams continueren en stellen we voor 2014 volgende luikspecifieke actiepunten voorop: A. INHOUDELIJKE WERKING We starten 2014 met een planningsdag voor dienstverlening. We verwerken alle doelstellingen in een realistisch, degelijk jaaroverzicht wat een mooie leidraad vormt doorheen het werkjaar. Voor dienstverlening schuiven we drie pijlers naar voor voor het werkjaar 2014: 1) Bovenal willen we pogen om het draagvlak voor dienstverlening terug te vergroten en versterken op Vlaams niveau. We volgen daarbij ook de evolutie op van de implementatie van de integrale jeugdhulp alsook voorstellen voor een nieuwe jeugdwet. 2) Wij leggen maximaal de focus op een kwalitatieve afwerking van onze dossiers, door middel van inhoudelijke gesprekken, discussies en uitwisseling en de literaire en wetenschappelijke onderbouw van onze praktijk. 3) We houden het contact met onze werkplaatsen sterk. De afstemmingsoefening die vorming en dienstverlening in 2013 starten, wordt voortgezet in het voorjaar van In aanloop van de fusie zetten we alvast volgende inhoudelijke thema s op de agenda: o Combinatie-intake dienstverlening-vorming o Implementatie van de SOS-methodiek o Brainstorm en uitwerking van combinatie trajecten dienstverlening- vorming o Rol van ouders binnen dienstverlening en vorming o Afstemming van eindverslagen In 2014 behouden we tot de fusie werkelijkheid wordt de vaste structuur van onze subteamvergaderingen (supra evaluatie DV). Wat in het verleden als eerste afviel, willen we nu graag op onze agenda houden: we willen per kwartaal de ruimte creëren om wetenschappelijke of literaire teksten in te brengen op onze vergaderingen. 59

60 In 2014 streven wij er naar om wachtlijstvrij te blijven werken. Wij blijven mikken op een slaagpercentage van 75 %. Met veel plezier blijven wij de werktrajecten die voortvloeien uit een herstelbemiddeling of hergo verder organiseren en begeleiden. Wij plegen regelmatig overleg met onze collega s herstelbemiddelaars inzake praktische of inhoudelijke punten. Ook in 2014 plannen we enkele initiatieven voor onze werkplaatsen. Afhankelijk van de evolutie van onze aanmeldingen en de noden die wij aanvoelen op onze werkplaatsen, organiseren we in het najaar een beginnerscursus en/of cursus voor gevorderden voor werkbegeleiders. Eind november plannen we een dankreceptie. Doorheen het werkjaar houden we contact via onze nieuwsbrieven. B. NETWERK EN SENSIBILISERING De goede samenwerking met onze voornaamste partners blijft voor ons prioritair doorheen heel het jaar. We denken daarbij aan jeugdrechters, sociale dienst, advocaten, politie (in beperkte mate) en andere diensten. Van onze kant zorgen wij voor een snelle en correcte informatiestroom. Ad hoc plegen we overleg met onze collega-diensten van het Justitiehuis, de stad Antwerpen en vzw Elegast die ook met de organisatie en begeleiding van werktrajecten binnen een (pré)justitieel kader bezig zijn om een stand van zaken te geven en gemeenschappelijk gebruik van werkplaatsen te evalueren. C. VTO Het subteam besteedt bijzondere aandacht aan de uitstippeling van een logisch en inspirerend individueel en collectief leer- of ontwikkelingstraject. Er wordt een leercurve opgesteld per individu en voor het subteam in zijn totaliteit. Deze doelstelling moet op termijn kaderen in het algemene VTO-beleid van ADAM staat ook in het teken van het opleiden van nieuwe krachten. Enerzijds worden twee nieuwe krachten aangetrokken voor dienstverlening en vorming. Anderzijds stelt de fusie als doel dat enkele medewerkers zich zullen inwerken in de twee maatregelen. Eén collega volgt in mei een opleiding delictketen. In het najaar vindt een intervisiedag plaats voor medewerkers dienstverlening over heel Vlaanderen. De diensten BAAL en Elegast nemen de organisatie op zich. 60

61 3 VORMING 3.1 Beschrijving Beknopte omschrijving Het vormingsproject is een leertraject waarbinnen de jongere samen met één of meerdere begeleiders op een actieve manier werkt aan het verruimen van kennis en inzichten, sociale en persoonlijke vaardigheden en gedragsalternatieven. Op deze manier krijgt de minderjarige de kans om zijn verantwoordelijkheid op te nemen met betrekking tot de feiten, stil te staan bij zijn huidige gedrag en te werken aan vaardigheden om negatief gedrag in de toekomst te vermijden. Elk vormingsproject kan in groep of individueel doorgaan. Indien mogelijk opteren we er voor om de jongere in groep te begeleiden. Op deze manier stimuleren we de wederzijdse interactie waardoor er een socio-dynamisch groeiproces plaatsvindt, zowel op individueel als op groepsniveau. Het geslacht, de leeftijd, het soort delict, de taalvaardigheid en de intellectuele capaciteiten van de jongere vormen belangrijke criteria voor deze keuze. We kiezen voor een individuele vorming op maat wanneer er op één van de bovenstaande elementen een tegenindicatie wordt geformuleerd of wanneer de specifieke noden (of situatie) van de jongere om een aanpak op maat vragen Methodische handvaten Voor elk vormingsproject hanteren wij actieve methodieken. We leggen de nadruk op samenwerking en stellen het bereiken van een succeservaring voorop. We bieden de jongere een manier van handelen aan die hem in staat stelt zijn doelen te bereiken. We werken ervaringsgericht. We stimuleren de jongere om vanuit zijn betrokkenheid en ervaring kennis, inzichten, attitudes en vaardigheden te verwerven. De leefwereld van de jongere vormt daarbij het vertrekpunt. Bij ervaringsgericht leren installeren de begeleiders een krachtige leeromgeving waarbij eerder geleerde ervaringen getransfereerd worden naar nieuwe situaties. Deze methodiek hanteren we om een veranderingsproces bij de jongere op gang te brengen. De vormingswerkers benaderen daarenboven de jongere vanuit een positieve en open begeleidershouding. We willen oordelend noch belerend zijn. Mede door het profiel van de doelgroep en het gedwongen karakter van de maatregel vergt dit een voortdurende alertheid van de begeleiders om het evenwicht te bereiken tussen ondersteunend werken en het leggen van verantwoordelijkheid bij de jongere. 61

62 In elke vorming staan volgende doelstellingen centraal: de jongere ziet zijn verantwoordelijkheid met betrekking tot de feiten. de jongere verruimt zijn inzicht in het eigen functioneren. de jongere werkt aan sociale en persoonlijke vaardigheden Vormingsaanbod We beschikken over drie vormingspakketten in groep. De jeugdrechter kan specifiek één van deze pakketten opleggen en beslist over het aantal te presteren uren. Wanneer de jeugdrechter geen specifiek vormingspakket vernoemt in zijn doorverwijzing, beslissen de vormingswerkers op basis van het dossier en het intakegesprek welk pakket het meest aangewezen is. Het verloop van de groepspakketten is vastgelegd in draaiboeken. Toch is er geen sprake van standaardprogramma s, aangezien het programma steeds op maat van de groep wordt bijgestuurd naargelang het verloop. Verschillende modules kunnen naargelang de noden worden ingezet in een groepstraject of worden ingebed in een individueel traject op maat. A. ROTS EN WATERTRAINING (psychofysieke weerbaarheidstraining) De weerbaarheidstraining maakt gebruik van een psychofysieke didactiek. Thema s worden geïntroduceerd via fysieke oefeningen. De oefeningen worden verbonden met de ontwikkeling van verbale en communicatieve vaardigheden met als doel de jongere te versterken op mentaal en sociaal vlak. Tijdens de training wordt de jongere aangesproken op zijn positieve krachten, dit om bewuster in de wereld te kunnen staan en meer inzicht in en controle over zijn gedrag te verwerven. De methodiek biedt heel wat mogelijkheden om aan de slag te gaan met jongeren die verbaal minder sterk zijn. Rots en Water is een sekse- specifieke methodiek. Jongens en meisjes worden apart begeleid om de fysieke en mentale veiligheid van de jongeren te bewaren en de leerkansen te maximaliseren. De drie basisthema s waarrond deze vorming is opgebouwd, zijn zelfbeheersing, zelfreflectie en zelfvertrouwen. Deze thema s zijn verweven doorheen de training en zijn belangrijke elementen binnen de centrale pijlers van het programma: Het leren gronden (stevig en ontspannen staan), centreren (adem in de buik) en richten van de aandacht (uiterlijke focus, later transformerend naar een innerlijk doel) zijn drie basisvaardigheden die we de jongeren willen leren beheersen en positief gebruiken. Iemand die gecentreerd en gegrond is, ervaart een stevige, fysieke basis die bewust handelen bevordert. 62

63 De ontwikkeling van meer lichaamsbewustzijn kan leiden tot meer inzicht in en ervaring van de eigen reactiepatronen, waardoor een kans tot verdieping van het emotioneel bewustzijn en zelfbewustzijn geboden wordt. De ervaring van een kalme, sterke fysieke basis maakt het makkelijker om met anderen contact te maken, vast te houden aan een eigen standpunt, en gevoelens en emoties op een beheerste manier tot uitdrukking te brengen. Het Rots en Water - concept bestaat uit de harde en onwrikbare rotshouding versus de beweeglijke en verbindende waterhouding. Op fysiek niveau betekent dit dat een aanval gepareerd kan worden door hard aangespannen spieren (rotsaspect), maar vaak zelfs nog effectiever kan worden opgevangen door een beweeglijk meegaan met de energie van de aanvaller (wateraspect). Zo is het ook mogelijk binnen een gesprek te kiezen voor een rotsopstelling of een wateropstelling en ditzelfde geldt voor de manier waarop men relaties met anderen onderhoudt. Levenskunst is het vinden van een balans tussen rots- en waterkwaliteiten, tussen samengaan met anderen en het vinden van een eigen weg, vasthoudend aan eigen overtuigingen en gevoel. Terugvallend op bovenstaande principes wordt er actief getraind op onder meer conflicthantering en communicatie, beheersing en proportioneel reageren, grenzen aanvoelen en aangeven, doelen stellen en mentale kracht. In de psychofysieke vorming stellen we volgende specifieke doelstellingen voorop: de jongere wordt zich bewust van zijn fysieke mogelijkheden en krachten. de jongere verwerft een groter lichaamsbewustzijn en meer lichaamscontrole. de jongere verwerft een groter emotioneel en zelfbewustzijn. B. LANGE TERMIJN VORMING De lange termijn vorming is bedoeld voor jongeren die meermaals in contact zijn gekomen met de jeugdrechtbank en reeds verschillende maatregelen doorlopen hebben. Het programma bestaat uit twee ervaringsgerichte groepsdagen en het volledige Rots en Water programma. Verder worden de groepsmomenten afgewisseld met individuele momenten. Tijdens deze individuele sessies maken we de vertaling naar het specifieke verhaal van de jongere en bepalen we doelen om te werken aan bepaalde noden. Op deze manier trachten we, naast de algemene doelstellingen, aanvullende specifieke doelstellingen te bereiken. Deze afwisseling maakt dat we de groepsinhoud sterk kunnen verdiepen en mogelijkheid hebben de jongere individueel bij te sturen bij een moeilijk verloop. Specifieke doelstellingen van het programma zijn: de jongere staat stil bij zijn positie in de verschillende levensdomeinen. de jongere staat stil bij de oorzaken van zijn (ongewenst) gedrag en zoekt naar alternatieven. de jongere traint deze alternatieven. de jongere wordt zich bewust van zijn communicatiestijl, kwaliteiten en beperkingen. de jongere formuleert aan het einde van het traject een realistisch toekomstperspectief. 63

64 C. SOCIALE VAARDIGHEIDSTRAINING Tijdens de SOVA-training kiezen we bewust voor een afwisseling van actieve, educatieve, creatieve en verbale methodieken waarmee de jongeren rond de hoofdthema s aan de slag gaan. Concreet gaat het hier over samenwerkingsopdrachten, creatieve opdrachten, rollenspelen en situatiespelen. Daarnaast werken we aan de hand van videofragmenten, groepsgesprekken, discussies en educatieve spelen. De onderlinge communicatie en groepsdynamiek staan centraal. De hoofdthema s waarop we werken zijn: oorzaken en oplossingen van misdrijven, gevolgen voor slachtoffers, gevoelens en agressie, kwaliteiten en toekomst, communicatie en relaties en seksualiteit. De specifieke doelstellingen zijn: de jongere staat stil bij de oorzaken van zijn (ongewenst) gedrag en zoekt naar alternatieven. de jongere heeft inzicht in de gevolgen van het plegen van een MOF. de jongere denkt na over zijn toekomst. de jongere heeft een succeservaring. D. DRUGMODULE Deze module richt zich op jongeren die aangemeld werden voor feiten waarbij drugs een rol speelden. We ambiëren hierbij niet om verslaafde jongeren te helpen afkicken. Onze doelen situeren zich eerder op het niveau van kennis en bewustwording m.b.t. hun eigen houding en het eigen gebruik. De module bevat een geheel aan vormingsmethodieken aangaande middelengebruik die tijdens de Sociale Vaardigheidstraining of binnen de lange termijn vorming kunnen worden ingezet. Via deze methodieken wordt uitgebreide en relevante informatie gegeven over de verschillende drugs en hun effecten. We staan stil bij het samenspel van verschillende factoren die bepalen of je met drugs in de problemen komt. We werken zo aan het verwerven van inzicht in hoe verslaving tot stand komt en staan stil bij het gebruikerspatroon van de jongere zelf. Op basis van onze inschatting van de problematiek en de relevantie van de te gebruiken methodieken voor de betrokken minderjarige, kunnen één of meerdere doelstellingen worden vooropgesteld: het begrijpen van effecten/gevolgen van middelengebruik. het geven van informatie die de jongere aan het eigen gedrag kan linken om een eigen risicoinschatting te maken. kennis ontwikkelen over de totstandkoming van problematisch gebruik en afhankelijkheid. inzicht in eigen gebruikspatroon ontwikkelen. 64

65 een eigen mening over middelengebruik leren formuleren. veranderen van waarden, houding en normen over middelengebruik. probleem(h)erkenning, verhoging van inzicht en motivatie tot gedragsverandering. E. INDIVIDUELE VORMING OP MAAT De individuele vorming wordt uitgevoerd door één vormingswerker, die door middel van intervisie met een vaste collega, een gefaseerd programma op maat van de jongere ontwerpt en uitvoert. Bij een individuele benadering is er meer ruimte om persoonsgericht te werken. Dit is intensiever voor zowel jongere als begeleider. We besteden extra aandacht aan actieve methodieken. Door het inlassen van creatieve opdrachten, sportieve activiteiten of opdrachten waarbij het inventieve en oplossend denkvermogen wordt getraind, trachten wij de jongere zoveel mogelijk aan te zetten tot assertiviteit en zelfstandigheid. De algemene doelen gelden natuurlijk ook voor het individuele traject op maat. Deze worden verder aangevuld naargelang overeengekomen (met jongere en/of gezin) werkdoelen. Ook de module m.b.t. drugs en of thema s rond seksualiteit, relaties en grenzen kunnen we binnen een individueel traject inzetten Procedure Er is een standaardprocedure voor elk vormingstraject dat een jongere doorloopt. Volgende beschrijving gaat uit van een positief verloop. Als het traject moeilijk verloopt, kan het meer en andere stappen vragen en kan dit verloop resulteren in een vroegtijdige afsluit (opgelegde uren werden niet voltooid). Standaard informeren we d.m.v. verslaggeving op vaststaande momenten de consulent, jeugdrechter en advocaat over de stand van zaken en planning in een dossier. Bij trajecten die problematisch verlopen zijn er meerdere contacten met ouders en de consulent van de sociale dienst bij de jeugdrechtbank. In bepaalde gevallen wordt de jeugdrechter ook rechtstreeks gecontacteerd. Een jongere die met een geldige reden één of meerdere groepssessies mist, haalt die individueel in voor de laatste individuele sessie en het eindgesprek. Elke groepsvorming wordt begeleid door twee vormingswerkers, dit zowel om de veiligheid als de kwaliteit te garanderen. A. AANMELDING 1) ADAM ontvangt van de jeugdrechtbank de schriftelijke opdracht (beschikking of vonnis) om het vormingstraject van de minderjarige te organiseren en te begeleiden. 2) We kiezen er voor om het dossier niet in te kijken op de griffie van de jeugdrechtbank. Indien onduidelijkheid blijkt uit de aanmelding (bv. feiten, adres, andere maatregelen), nemen wij contact op met de consulent van de sociale dienst of de griffier van de jeugdrechter voor meer duiding. 65

66 In uitzonderlijke gevallen (zware feiten, jonge leeftijd) gebeurt het wel dat we overgaan tot een dossierinzage op de jeugdrechtbank. B. VOORBEREIDING 3) De minderjarige delictpleger en zijn ouder(s) worden schriftelijk uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. Indien zij na twee uitnodigingen niet reageren, wordt de consulent ingeschakeld en volgt zo nodig een persoonlijk bezoek aan huis. 4) Tijdens het eerste gesprek vindt een kennismaking en een info-uitwisseling plaats. Afspraken en wederzijdse verwachtingen worden verduidelijkt. Deze zijn neergeschreven in de overeenkomst die aan de ouders en de jongere wordt voorgelegd ter ondertekening. 5) Het vormingsteam organiseert het vormingstraject waarvoor de jongere aangemeld of geschikt is; een sociale vaardigheidstraining, Rots en Watertraining, lange termijnvorming of een individuele begeleiding op maat. Jongeren die een vorming m.b.t. drugs of seksualiteit opgelegd krijgen, worden ingedeeld in een groep met aangepaste module of (deels) individueel begeleid rond het thema. De groepssessies en individuele begeleidingen worden in de vrije tijd van de jongere gepland. We houden rekening met school- en werkuren. Indien mogelijk houden we eveneens rekening met de gestructureerde vrijetijdsbesteding van de jongere. 6) Per brief brengen we de jongere en ouders op de hoogte van de data, uren en locatie van zijn vormingsproject. 7) De dag voor de start van de vorming sturen we de jongere een SMS ter herinnering. C. VORMINGSTRAJECT 8) De eerste sessie is voor elke jongere individueel. Hier bespreken we het delict dat hij/zij pleegde. We kaderen dit in de leefwereld en belevingswereld van de jongere en gaan op zoek naar persoonlijke doelstellingen voor de jongere in de vorming. 9) Jongeren die een groepsmodule doorlopen, eindigen elke groepssessie met het plaatsen van hun handtekening op de aanwezigheidslijst en werken zo stelselmatig het traject af. D. EVALUATIE 10) De laatste, individuele, sessie bestaat uit drie delen. Ten eerste evalueren we samen met de jongere het afgelegde parcours. Ten tweede kijken we vooruit en staan we stil bij zijn of haar toekomstplannen. Tot slot vragen we de jongere om zijn beleving van het hele traject in een brief naar de jeugdrechter te schrijven. De vormingswerker ondersteunt hem bij deze opdracht. 11) De begeleider van ADAM schrijft een voorlopig eindverslag op basis van de observaties en ervaringen tijdens het vormingstraject. 66

67 12) De minderjarige komt samen met zijn ouder(s) naar ADAM voor het afrondend gesprek. Samen overlopen we het voorlopige eindverslag. De minderjarige en zijn ouders krijgen uitgebreid feedback. Zij krijgen de kans om te reageren. Soms worden een aantal zaken aangevuld of verduidelijkt in het verslag. E. RAPPORTAGE 13) De vormingswerker sluit het dossier af en stuurt dit eindverslag naar de jeugdrechter. Het eindverslag bestaat uit een standaardformulier met duiding van de begeleider, de aanwezigheidslijst van de jongere en de brief van de jongere gericht aan de jeugdrechter. 14) De vormingswerker verstuurt een kopie van het eindverslag naar de jongere, zijn/haar ouders, de raadsman van de jongere en de consulent van de sociale dienst. 15) Op vraag van de jeugdrechtbank of van de minderjarige, is de ADAM-begeleider aanwezig op de openbare zitting om het trajectverloop van de minderjarige toe te lichten. Dit gebeurt eerder uitzonderlijk. 16) Indien er dringende zaken te melden zijn, contacteert ADAM mits medeweten of toestemming van de minderjarige en diens ouder(s), de consulent of de jeugdrechtbank telefonisch (conform de regels van het beroepsgeheim). Op deze manier zijn zij in staat om snel en adequaat te ageren. 17) Het dossier wordt administratief afgesloten, statistisch verwerkt en gearchiveerd. Dossiers worden enkel terug ter hand genomen in geval van recidivisme. 67

68 Aantal dossiers 3.2 Evaluatie Kwantitatieve resultaten A. AANMELDINGEN VORMING - HISTORIEK AANMELDINGEN (op basis van aangemelde dossiers, n=2416) Jaartal Jeugdparket Jeugdrechtbank In 2013 werden er 95 dossiers aangemeld. Dit is een daling van 34 dossiers ten opzichte van Het betreft 87 trajecten van 20 uren en 8 trajecten van 40 uren. Met de overdracht van 91 lopende dossiers uit 2012 geeft dit een totale dossierlast van 186 dossiers. Er waren minder aanmeldingen in 2013, maar door personeelswissels en een stijging van aanmeldingen in 2012, betekende 2013 een gelijke dossierlast als in 2012 (186 vs. 188). Als we bekijken hoeveel vormingen bij ADAM werden aangemeld voor de invoering van de nieuwe jeugdwet, stellen we vast dat er ruim de helft minder aanmeldingen gebeuren. Sinds het wegvallen van de mogelijkheid van het parket om een vorming voor te stellen, worden er dus minder jongeren bereikt met het aanbod. Zoals onderstaande grafiek aantoont, zet deze daling zich verder in

69 percentage Aantal dossiers 120 VORMING - EVOLUTIE DOSSIERS (op basis van aangemelde dossiers, n=766) uren uren Jaartal De grootste daling van aanmeldingen situeert zich bij de aanmeldingen lange termijn vorming. In 2013 werden er slechts 8 aanmeldingen voor het 40 uren traject gedaan. Dit is een daling van maar liefst 23 aanmeldingen. B. JONGEREN VORMING - GEBOORTEJAAR (op basis van afgesloten dossiers, n=135) De grootste groep aangemelde jongeren in 2013 ligt rond de jarigen. Deze cijfers zijn vrij constant t.o.v. vorig jaar. Globale gegevens over het profiel van de jongeren vindt u in het hoofdstuk rond de algemene werking (supra). 69

70 C. RESULTATEN VORMING - EVALUATIE (volgens afgesloten dossiers, n=135) 12% 27% 61% Volledig doorlopen Niet opgestart Stopgezet In vergelijking met het vorige jaar sloten we in 2013 aanzienlijk meer dossiers af, met name 135 afgesloten dossiers in 2013 t.o.v. 97 in Dit betekent dat we naar 2014 toe ook minder dossiers overdragen. Hiermee hopen we op een positieve effect op de opstartsnelheid. Daarnaast werden er meer dossiers volledig doorlopen. Van de 135 afgesloten dossiers werden er 82 positief afgerond, wat neer komt op een stijging van 4 %. In 27% van de dossiers werd de vorming stopgezet tijdens het traject. 12% van de dossiers werd nooit opgestart. Hieronder bekijken we de resultaten van de korte termijn vormingen en de lange termijn vormingen apart. 70

71 C.1 KORTE TERMIJN VORMING VORMING 20 UREN - EVALUATIE (volgens afgesloten dossiers, n=108) 67% 12% 21% Volledig doorlopen Niet opgestart Stopgezet In 67% van de dossiers (72) heeft de jongere het traject volledig doorlopen. In 21% van de dossiers (23) werd het traject voortijdig stopgezet. 12% van de dossiers (13) werd niet opgestart. Als we abstractie maken van de niet-opgestarte dossiers, bereiken we een positief doorloopcijfer van 78%. Dit betekent dat driekwart van de jongeren die starten aan een vorming van 20 uren, deze ook afmaken. Ten aanzien van vorig jaar is dit cijfer vrij constant. De hogere werklast heeft niet tot een terugval van positieve cijfers geleid, integendeel. 71

72 C.2 LANGE TERMIJN VORMING VORMING 40 UREN - EVALUATIE (volgens afgesloten dossiers, n=27) 11% 52% 37% Volledig doorlopen Niet opgestart Stopgezet In 37% van de dossiers (10) heeft de jongere het traject van 40 uren volledig doorlopen. In 52% van de dossiers (14) werd het traject voortijdig stopgezet. 11% van de dossiers (3) werd niet opgestart. Het doorloopcijfer van de lange termijnvorming is ten aanzien van vorig jaar gestegen met 13%. Natuurlijk moet dit cijfer genuanceerd worden met de wetenschap dat er slechts 27 dossiers afgesloten werden. Ook werden 10 van de 27 dossiers afgesloten voor redenen buiten onze macht, zoals een aanmelding die alsnog gewijzigd werd of het verdwijnen van de jongere. Mogelijke redenen voor het niet opstarten van een dossier of het vroegtijdig stopzetten van een dossier zijn hetzelfde voor een 20 uren of een 40 uren traject. Omdat het bij een 40 uren traject om een zwaardere doelgroep gaat, gelden die redenen wel in sterkere mate voor deze dossiers. Hieronder geven we een beschrijving van deze redenen. Redenen waarom een dossier niet opstart: een aantal jongeren verdwijnt soms letterlijk uit beeld, waardoor het onmogelijk is om met hen een traject af te leggen. Het gaat in dit geval over jongeren die bv. verhuizen zonder dat we de nieuwe adresgegevens verkrijgen; een aantal jongeren weigert expliciet zijn medewerking zodat we verplicht zijn het dossier negatief af te sluiten waardoor de verdere opvolging bij de verwijzer terecht komt; een aantal jongeren wordt tijdens de wachttijd geplaatst in een instelling, waardoor we de begeleiding niet kunnen opstarten of deze na de termijn van plaatsing niet meer opportuun is; 72

73 verloop vorming in aanloop naar een opstart komen soms andere problemen aan het licht, bv. drugsverslaving, waardoor een ander(e) traject/hulpverlening prioritair is; een beperkt aantal jongeren kan niet starten in een vormingstraject vanwege een druk werkschema. Vaak betreft het hier 18-jarigen, voor wie de tewerkstelling en het behoud hiervan primeren op de uitvoering van de maatregel. In overleg met de verwijzer wordt bekeken wat de meest zinvolle oplossing is. Redenen waarom een dossier wordt afgebroken: een aantal jongeren wordt tijdens de begeleiding geplaatst in een instelling, waardoor we de begeleiding moeten afbreken; in een aantal gevallen moeten we dossiers afsluiten vanwege administratieve vergissingen op het niveau van de jeugdrechtbank (bvb. vorming opgelegd bij beschikking die niet verlengd wordt in een vonnis, jongere wordt 18 zonder dat het toezicht verlengd wordt, ); een aantal dossiers werd afgesloten vanwege het niet correct omgaan met regels en afspraken. We voeren hier weliswaar een kansenbeleid, maar dienen eveneens consequent te zijn. Zeker bij het werken in groep is dit belangrijk. Jongeren wonen op een beperkte geografische oppervlakte (wonen in dezelfde wijken, gaan naar hetzelfde jeugdhuis, hangen rond op dezelfde plekken in de stad) en kennen elkaar. In die zin is het des te belangrijker dat jongeren de aanpak van ADAM als consequent en fair ervaren. C.3 DOORLOOPTIJDEN VORMING - DUUR in dagen (mediaan) (op basis van afgesloten dossiers, n=108/27) 40 uren uren aantal dagen De mediaan van de doorlooptijd van een korte vorming (van aanmelding tot eindverslag) bedroeg 201 dagen per dossier. Voor een lange termijnvorming liep dit op tot 328 dagen. De oorzaak daarvan ligt voornamelijk in het feit dat het aan aanmeldingen ontbreekt om een groep samen te stellen. 73

74 3.2.2 Inhoudelijke evaluatie A. INTERNE WERKING Ondanks een hogere dossierlast slaagden we er in 78% van de opgestarte korte termijndossiers positief af te ronden. We bleven inzetten op een snelle opstart, een flexibel kansenbeleid naargelang de noden en mogelijkheden van de jongere en een kort op de bal spelen met de verwijzer. We stellen vast dat deze werkwijze zijn vruchten afwerpt. Er werd tweewekelijks een subteamvergadering georganiseerd. We organiseerden verschillende inhoudelijke subteamvergaderingen waarin we inhoudelijk en thematisch denkwerk konden verrichten, zonder tijdsdruk van andere agendapunten (o.a. mogelijkheden van innovatie). Een collega van het team dienstverlening verleende bijstand aan het team vorming tijdens een piekperiode. Samen met een vormingswerker draaide ze een succesvol Rots en Water- groepstraject. Onze standaard registratieformulieren werden aangepast. De draaiboeken werden herwerkt: o Het globale draaiboek vorming werd volledig herwerkt. Alle procedures werden helder en in detail beschreven waardoor het in meerdere mate een houvast biedt voor beginnende en doorwinterde collega s. o Het draaiboek Rots en Water werd volledig herwerkt qua inhoud en stijl. Het is up-to-date met de evolutie die het programma heeft doorgaan sinds Zo komt het ook meer tegemoet aan de regelmatige nood een traject op maat te organiseren. Verder zorgen pictogrammen voor een verhoogde gebruiksvriendelijkheid. We sleutelden verder aan de methodiek van onze vormingspakketten: o De Rots en Waterintervisie met het vormingsteam van ADAM werd voortgezet. Deze vond, met uitzondering van schoolvakanties, wekelijks plaats. We beschouwen deze momenten als een sterke meerwaarde in het ontwikkelen van onze methodiek en begeleidershouding. Finaal komt dit natuurlijk onze doelgroep ten goede. Bovendien vormde de intervisie een goede basis voor methodische inwerking van nieuwe collega s. Het programma werd verder uitgediept m.b.t. verdediging en conflicthantering. 74

75 Ervaringen, analyse en bijsturingen o.b.v. vorig jaar, maken dat we hiermee steeds beter tegemoet komen aan de noden van jongeren m.b.t. conflicthantering en zelfverdediging in de brede zin van het woord. o De door Vzw Huize Levensruimte (Vlaams Brabant) georganiseerde intervisie rond psychofysieke methodieken werd voortgezet met een regelmaat van 2 maal per jaar. We werkten thematisch, waardoor ervaringen, ideeën en inspiratie efficiënt uitgewisseld werden. Constante evaluatie van o.a. de praktische organisatie, maakt dat dit steeds efficiëntere bijeenkomsten zijn waarin we een sterke meerwaarde zien. o De Rots en Waterintervisie tussen de Vlaamse HCA- diensten die de Rots en Water - methodiek aanbieden binnen de leerprojecten, ging ditmaal op ADAM door. Deze werd door alle deelnemers als waardevol geëvalueerd. o Aangezien de Rots en Water- methodiek in voortdurende ontwikkeling is, kochten we nieuw vormingsmateriaal, zoals o.a. nieuwe puzzelmatten, een set stootkussens en trektouw. Op deze manier kunnen we steeds kwalitatief trainen, zowel m.b.t. expertise als m.b.t. materiaal/infrastructuur. We werkten verder aan de uitbouw van het groepstraject voor meisjes. Er werden twee groepen succesvol doorlopen. Deze trajecten gaven stof voor verdere bijsturing. Onze methodiekenkast werd gereorganiseerd in functie van gebruiksgemak en helder overzicht. In september 2013 startte een nieuwe collega in het team vorming. Om de inwerking meteen een boost te geven, organiseerden we een intern opleidingsmoment rond psycho-fysieke methodieken. B. NETWERK EN SENSIBILISERING In het kader van de groeiende samenwerking met de consulenten van de sociale dienst bij de Jeugdrechtbank, volgde een vormingswerker de opleiding Signs of Safety (SOS). Deze methodiek maakt deel uit van de opleiding van consulenten en vormt de basis voor gespreksvoering met de cliënt. In navolging van de gevolgde opleiding kwamen twee consulenten hun werkwijze m.b.t. Signs of Safety verder toelichten. Vanuit dit opleidingsmoment gingen de teams vorming en dienstverlening een experiment aan tot het hanteren van dit S.O.S-model (3 kolommen model) in onze begeleidingen. 75

76 We hopen op deze manier, in functie van de cliënt, eenzelfde taal te spreken en meer complementair te zijn in aanpak. Het team consulenten onder leiding van Jens van Lancker stelde ons de vraag om een actieve voorstelling Rots en Water te verzorgen op hun teamdag. We trakteerden deze consulenten op een leuke namiddag (teambuilding) en zij konden op deze manier verder kennismaken met onze manier van werken. Ook zijn de positieve effecten van fysieke ontmoeting niet te onderschatten. Vormingswerkers van verschillende HCA diensten kwamen samen op ADAM voor een overleg rond drugs. Opzet hiervan was kennismaking en uitwisseling m.b.t. elkaars aanbod rond aanmeldingen bij drugsdelicten. Dit overleg kent een vervolg in Overleg met NPT en De Overstap mondde uit in afspraken en duidelijkheid rond aanbod en overlap (plaats Rots en Water). Dit kent nog zijn vervolg in een wederzijdse voorstelling aan de gehele teams. C. VTO Na een (positieve) evaluatie van voorgaande jaren, werd de meerdaagse opleiding rond begeleidershouding in het omgaan met moeilijke doelgroepen verder op punt gesteld en opnieuw gegeven aan de studenten lerarenopleiding van KDG. Deze werd opnieuw als positief geëvalueerd en zal herhaald worden in de toekomst. Daarnaast gaven we ook enkele voorstellingen aan studenten over onze doelgroep en manier van werken. Het vormingsteam werd tijdens een intervisie opgeleid door een expert yoga- en lichaamsleer. De teamverantwoordelijke volgde een vierdaagse opleiding coachend leidinggeven. Verder werden volgende vormingen gevolgd: - Signs of Safety (Praktikum) - Rots en Water opleiding (Gadaku instituut) - Studiedag Nieuwe drugs, nieuwe trends (OCMW) - Studiedag Over alcohol en andere drugs (VAD) - Studiedag Laten (er)varen? (OSBJ) - Voorstelling Crisisteam -18 ( Crisisteam -18) - Studiedag Vertrouwenscentrum Turnhout (VK) - Studiedag Belevend leren en het effect van rollenspel in coaching (Hogeschool Gent) 76

77 3.3 Doelstellingen 2014 In 2014 kiezen we ervoor om de krachten van de afhandelingsvormen dienstverlening en vorming te bundelen en de twee teams samen te voegen. Een brede basis van vormingswerkers en werktrajectbegeleiders moet ervoor zorgen dat we ons aanbod nog sterker kunnen uitbouwen en efficiënter kunnen aanbieden. Een vlot verloop van deze samensmelting zal dan ook de voornaamste doelstelling van 2014 worden. Desalniettemin willen we tot het moment van de fusie de goede werking van beide teams continueren en stellen we voor 2014 volgende luikspecifieke actiepunten voorop: A. INHOUDELIJKE WERKING We organiseren tweewekelijks een subteamvergadering. Er wordt ruimte gemaakt om inhoudelijke thema s te bespreken en afspraken te maken rond planning en praktische organisatie van het team vorming. We besteden bijzondere aandacht aan de doorlooptijden van een dossier. We betrachten de tijd tussen aanmelding en eindverslag te verkorten t.a.v. het vorige werkjaar. Gezien het thema drugs een duidelijke beleidsprioriteit is voor het arrondissement Antwerpen, evalueren we onze drugmodule en zetten we deze opnieuw in de kijker voor onze verwijzers. Het lange termijnaanbod wordt grondig geëvalueerd en herbekeken teneinde het een duidelijke(re) finaliteit te geven m.b.t. de noden van de zwaardere doelgroep. We denken hierbij aan een sterk toekomstgerichte benadering met een link met het betreden van de arbeidsmarkt en/of een meer contextgerichte benadering. Op basis van evaluatie, noden en overleg wordt het aanbod verder geconcretiseerd. We vergroten in 2014 onze expertise m.b.t. individuele psychofysieke trajecten. Hiervoor organiseren we bijvoorbeeld tijdens intervisie specifieke momenten van expertisedeling in combinatie met het verder opdoen van praktijkervaring in concrete dossiers. We onderzoeken lokaalmogelijkheden om bovenstaande individuele trajecten te laten doorgaan. Een gepaste zaal vinden die leren stimuleert en psychofysiek werken toelaat is een voorwaarde. 77

78 De afstemmingsoefening die vorming en dienstverlening in 2013 starten, wordt voortgezet in het voorjaar van In aanloop van de fusie zetten we alvast volgende inhoudelijke thema s op de agenda: o combinatie-intake dienstverlening-vorming o implementatie van de SOS-methodiek o brainstorm en uitwerking van combinatie trajecten dienstverlening- vorming o rol van ouders binnen dienstverlening en vorming o afstemming van eindverslagen B. NETWERK EN SENSIBILISERING We nemen deel aan de intervisie opengesteld voor alle HCA-diensten die de Rots en Water aanbieden binnen hun leerprojecten. ADAM organiseert de eerste intervisie begin Een delegatie vormingswerkers neemt deel aan de intervisie rond psycho- fysieke methodieken opgezet door vzw Huize Levensruimte. We gaan ook dit jaar in op de vraag van Karel de Grote- Hogeschool om een meerdaagse opleiding te verzorgen voor 3e jaarstudenten lerarenopleiding rond omgaan met moeilijke doelgroepen. Deze vorming gaat door in mei. We bekijken of er in het werkveld interesse is voor een actieve voorstelling Rots en water met open inschrijving. C. VTO 2014 staat ook in het teken van het opleiden van nieuwe krachten. Enerzijds worden twee nieuwe krachten aangetrokken voor dienstverlening en vorming. Anderzijds stelt de fusie als doel dat enkele medewerkers zich zullen inwerken in de twee maatregelen. 78

79 4 HERSTELBEMIDDELING 4.1 Beschrijving Beknopte omschrijving Herstelbemiddeling biedt aan minderjarige verdachten en slachtoffers een context waarin, met behulp van een neutrale bemiddelaar, tegemoet kan gekomen worden aan de materiële en relationele gevolgen van een als misdrijf omschreven feit. De bemiddelaar beoogt een communicatieproces op gang te brengen tussen de minderjarige en het slachtoffer. Er wordt ruimte gecreëerd om ervaringen uit te wisselen rond de oorzaken en gevolgen van de feiten en daarnaast wordt er gezocht naar een constructieve vorm van herstel. Een bemiddeling beoogt een overeenkomst betreffende dit herstel. Deze overeenkomst is een weerspiegeling van de wederzijdse verwachtingen en verbintenissen tussen de partijen. De minderjarige krijgt via herstelbemiddeling de kans om zelf verantwoordelijkheid op te nemen voor zijn daden en om zijn fout recht te zetten ten aanzien van zijn slachtoffer. Aan het slachtoffer wordt de kans geboden om antwoorden te bekomen op zijn vragen en inspraak te hebben in de afhandeling van zijn zaak. Een bemiddeling kan via face to face-contacten, maar dit is geen noodzakelijke voorwaarde. De mogelijkheid wordt steeds aangeboden, maar de bemiddelaar kan ook pendelen tussen beide partijen. Herstelbemiddeling is mogelijk op alle niveaus van de rechtspleging: de procureur of de jeugdrechter kan aan de minderjarige voorstellen een poging tot herstel te ondernemen. Het is met andere woorden een vrijwillig aanbod aan de partijen. Het enige wettelijke criterium op de dag van vandaag is dat het slachtoffer van de feiten geïdentificeerd is. 79

80 4.1.2 Procedure Herstelbemiddeling kent een gestructureerd verloop: de aanmelding, de introductie, de exploratie, de onderhandeling, de overeenkomst en de opvolging. A. AANMELDING 1) Een jongere wordt op de wettelijk voorziene wijze bij ADAM aangemeld door het parket of de jeugdrechtbank. 2) In complexe dossiers of als het om aanmeldingen met onvolledige of incorrecte informatie gaat, zal de bemiddelaar het dossier van de jongere inlezen op de griffie van de jeugdrechtbank. 3) Ten laatste twee maanden na een aanmelding en naar aanleiding van een bericht van dagstelling wordt aan de procureur en/of jeugdrechter een tussentijds verslag bezorgd. B. INTRODUCTIE 4) Bij opstart van een dossier wordt de advocaat van de jongere via mail op de hoogte gebracht van de aanmelding op onze dienst. Bij parketaanmeldingen wordt de jongere ten vroegste 2 weken na dit schrijven uitgenodigd. Zo heeft de advocaat de kans om zijn cliënt te contacteren. Bij opstart van een dossier dat aangemeld werd door de jeugdrechtbank, kan de jongere onmiddellijk uitgenodigd worden. 5) De bemiddelaar neemt contact op met de partijen. Er wordt per brief een concrete afspraak aangeboden op onze dienst. Hierbij wordt rekening gehouden met de schooltijden. Als er een telefoonnummer beschikbaar is, wordt de afspraak telefonisch gemaakt. Wanneer partijen ons zelf contacteren, wordt na een korte toelichting een afspraak gemaakt voor een verkennend gesprek op de dienst of wordt er, op vraag van de partijen, op huisbezoek gegaan. 6) De eerste kennismaking heeft tot doel de procedure en de consequenties van herstelbemiddeling toe te lichten. Ook de werkingsprincipes worden uitgelegd. Er wordt gepolst naar de bereidheid en de motivatie van de partijen om al dan niet in te gaan op het aanbod. We vinden het als dienst belangrijk dat minstens één van de ouders van de minderjarige aanwezig is tijdens dit gesprek. Indien het om een minderjarig slachtoffer gaat, verwachten wij evenzeer de aanwezigheid van minstens één van de ouders. C. EXPLORATIE 7) Binnen de bemiddeling wordt gewerkt met de verhalen van de partijen. De partijen krijgen de kans om hun verhaal over het conflict vanuit hun eigen perspectief en subjectieve beleving te vertellen. De bemiddelaar inventariseert de ervaren knelpunten en benoemt gemeenschappelijkheden. 80

81 8) De bemiddelaar gaat op zoek naar de funderingen van de standpunten van beide partijen. Hij gaat na of er wederzijds begrip en erkenning kan zijn. Hij houdt de communicatie tussen beide partijen constructief en waarborgt een veilige sfeer. D. ONDERHANDELING 9) Samen met de partijen inventariseert de bemiddelaar de mogelijke oplossingen en bespreekt hij de haalbaarheid en wenselijkheid van de voorstellen. De partijen kunnen wijzigingen aanbrengen en/of nieuwe voorstellen formuleren, tot zij hierover een akkoord bereiken. In deze fase van het bemiddelingsproces ligt enerzijds de focus op de mogelijkheden van de betrokken jongere en zijn burgerlijke verantwoordelijken. Anderzijds wordt aandacht besteed aan de vragen en de verwachtingen van het slachtoffer en de geleden schade. E. OVEREENKOMST 10) Wanneer beide partijen het eens zijn over de wijze van het herstel, formaliseert de bemiddelaar dit in een schriftelijke overeenkomst. De overeenkomst geeft de identiteit van de betrokken partijen weer, evenals hun standpunten en engagement naar het herstel toe. Indien de partijen tot een vergelijk komen zonder concrete verbintenissen, spreken we van een standpuntenverklaring. De overeenkomst wordt ter revisie aan de partijen en hun advocaten voorgelegd. Zij krijgen twee weken tijd om aanpassingen en/of opmerkingen te formuleren. Vervolgens wordt een definitieve overeenkomst opgemaakt die ter ondertekening aan alle partijen wordt aangeboden. F. OPVOLGING 11) De bemiddelaar verbindt zich ertoe de uitvoering van de overeenkomst op te volgen. De opvolging betreft zowel de inhoudelijke uitvoering als de timing. Indien nodig, kan de bemiddelaar actieve ondersteuning bieden. Dit kan onder meer gaan over het opvolgen van afbetalingsplannen, het inschakelen van het Vereffeningfonds of het mee helpen zoeken naar een geschikte werkplaats. Als de overeenkomst niet naar behoren uitgevoerd wordt, zal de bemiddelaar de oorzaak hiervan nagaan en in overleg met de partijen uitzoeken of bijsturing mogelijk is, zodat alsnog een positief resultaat bereikt kan worden. 12) Bij afronding van het dossier maakt de bemiddelaar een eindverslag op voor de verwijzer. Hij is daarbij gebonden aan een beknopte verslaggeving. Hij geeft geen informatie over de inhoud van het bemiddelingsproces, tenzij met schriftelijke instemming van beide partijen. Alle betrokkenen en hun advocaten ontvangen een kopie van het eindverslag. 13) Ten slotte wordt aan de partijen een evaluatiegesprek aangeboden. Tijdens dit gesprek wordt het eindverslag en het verdere verloop van het dossier besproken. 81

82 4.1.3 Methodische handvaten Binnen de bemiddeling wordt gewerkt met specifieke werkingsprincipes en enkele algemene principes die de werking kenmerken: Procesbegeleiding De bemiddelaar begeleidt een communicatieproces tussen de betrokken partijen en houdt zich daarbij strikt aan de werkingsprincipes van bemiddeling: vrijwilligheid: een bemiddeling kan enkel plaatsvinden als beide partijen er uitdrukkelijk en zonder voorbehoud mee instemmen en dit blijven doen gedurende de hele bemiddeling. neutraliteit/ meerzijdige partijdigheid: de bemiddelaar is een neutrale derde en neemt zelf geen standpunt in. Hij verdeelt zijn aandacht en bewaakt de belangen van beide partijen. vertrouwelijkheid: de bemiddelaar is gebonden aan het beroepsgeheim en de gesprekken met de partijen zijn vertrouwelijk. Naar de verwijzers toe geldt een beknopte verslaggeving. Tussen de partijen onderling wordt slechts die informatie uitgewisseld waarvoor toestemming werd gegeven. transparantie: aan het begin van een bemiddeling wordt aan de partijen uitgelegd waaraan ze zich kunnen verwachten en ze worden maximaal geïnformeerd. Alle stappen die de bemiddelaar gedurende het proces zet, worden besproken. Verantwoord handelen en uniformiteit zijn belangrijk binnen de dienst. De herstelbemiddelaar werkt binnen een strikt kader. Enerzijds is hij gebonden aan het stappenplan, uitgeschreven in een intern draaiboek. Anderzijds zijn de nieuwe jeugdwet en het samenwerkingsprotocol herstelbemiddeling bepalend. Dit alles neemt niet weg dat de bemiddelaar de inhoud, de vorm en het tempo van de bemiddeling laat bepalen door de partijen zelf. Hanteren van specifieke gesprekstechnieken De kerntaak van een herstelbemiddelaar is het begeleiden van een communicatieproces. De bemiddelaar beoogt een gezamenlijke, waardevolle en erkennende communicatie tussen de partijen. Hij hanteert daarbij een grote waaier aan gesprekstechnieken. Enkele specifieke bemiddelingsvaardigheden zijn: actief luisteren, parafraseren (neutraal herformuleren), herkaderen (positief herformuleren), onderliggende beweegredenen zoeken, gemeenschappelijkheden benoemen, erkenning bewerkstelligen, weerstanden bespreekbaar stellen en samenvatten. De bemiddelaar dient eveneens oog te hebben voor de verbale en non-verbale communicatie tussen de partijen. Een groot deel van de doelgroep bij ADAM bestaat uit jongeren van allochtone afkomst. Dit zorgt voor specifieke uitdagingen op communicatief vlak. 82

83 Participerende en emancipatorische benadering Binnen de bemiddeling wordt het conflict teruggegeven aan de betrokken partijen. De partijen bepalen zelf de vorm en de inhoud van de bemiddeling en de manier waarop de oplossing al dan niet tot stand komt. De bemiddelaar ziet er vanuit zijn neutrale positie op toe dat de partijen hiertoe een zo groot mogelijke kans krijgen. Er wordt maximaal beroep gedaan op de eigen krachten en mogelijkheden van de partijen. Responsabiliserend en competentieverhogend werken De minderjarige verdachte wordt aangesproken op zijn verantwoordelijkheid m.b.t. de door hem gepleegde feiten en de gevolgen ervan. De sterkte van een herstelgerichte benadering ligt in het appèl dat gedaan wordt op de jongere om zelf in te staan voor het herstel van de schade. Herstelbemiddeling vergt een aanzienlijke inspanning van een jongere. Zijn bekwaamheid om verantwoordelijkheid op te nemen wordt aangescherpt. Op deze manier wordt getracht om competentieverhogend te werken. Van het slachtoffer wordt eveneens een grote inspanning gevraagd in de oplossing van het conflict en bijgevolg kunnen dezelfde effecten ook op hem van toepassing zijn. Contextgericht en multimodaal werken Het beroep dat op de jongere wordt gedaan, stelt zijn ouders niet vrij van hun pedagogische en burgerlijke verantwoordelijkheid. Er wordt getracht om de ouders maximaal te betrekken bij de bemiddeling. De context van de jongere kan immers ondersteuning bieden bij het zoeken naar een vorm van herstel. Wanneer binnen de gezinscontext meer diepgaande problemen aanwezig blijken te zijn, kan de bemiddelaar, met instemming van de betrokkenen, verder doorverwijzen naar een gepaste vorm van hulpverlening. Werken met diverse expertise De aanwezige kennis in het team herstelbemiddeling is voornamelijk afkomstig uit de criminologische wetenschappen, toegepaste psychologie, agogiek en het maatschappelijk werk en advisering. Deze diversiteit aan invalshoeken verrijkt de bemiddelingspraktijk. Door het organiseren van intervisie en inhoudelijke subteams wordt de aanwezige expertise ten volle benut. Daarnaast trachten we via externe overlegplatforms onze kennis te verbreden. Met deontologische vraagstukken kunnen de bemiddelaars terecht bij de deontologische commissie bemiddeling. 83

84 Aantal dossiers 4.2 Evaluatie Kwantitatieve resultaten A. AANMELDINGEN HERSTELBEMIDDELING - HISTORIEK AANMELDINGEN (op basis van aangemelde dossiers, n=4194) Jaartal Jeugdparket Jeugdrechtbank In 2013 werden er 384 dossiers aangemeld voor herstelbemiddeling. Dit betekent, net zoals vorig jaar, een daling van 20% ten aanzien van het voorbije jaar (2012). Maken we de vergelijking over de twee jaren heen, stellen we een daling van 36% vast. Dit houdt in dat onze dossierlast op twee jaar tijd met 1/3 e gedaald is. Met de overdracht van 119 lopende dossiers uit 2012 betekent dit voor herstelbemiddeling een dossierlast van 503 dossiers voor het werkjaar

85 Aantal dossiers aantal aanmeldingen HERSTELBEMIDDELING - VERWIJZER (op basis van aangemelde dossiers, n=384) vordering geen vordering 0 10 Jeugdrechtbank Parket verwijzer De overgrote meerderheid van de dossiers (374) werd aangemeld door het parket. Slechts 10 dossiers werden door de jeugdrechter aangemeld. 63% van deze 374 dossiers kende een gelijktijdige vordering ingesteld voor de jeugdrechtbank. De overige 37% zijn loutere parketdossiers. AANMELDINGEN JEUGDPARKET vorderingsbeleid (op basis van aangemelde dossiers, n=2312) Parket zonder vordering Parket met vordering Jaartal We stellen een stijging vast van de loutere parketdossiers. Als oorzaak kunnen we de stijging van lichtere feiten, met name winkeldiefstal, aangeven. Hierdoor lijken we terug te gaan naar een verhouding gelijkaardig aan die in Ondanks de globale daling van het aantal aangemelde dossiers, merken we een opvallende daling van het aantal gevorderde dossiers op, namelijk 34% ten aanzien van vorig jaar. 85

86 JURIDISCHE KWALIFICATIE HERSTELBEMIDDELING 2013 (n=384) Percentage Diefstal d.m.v. braak, inklimming of valse sleutels Diefstal d.m.v. geweld of bedreiging Diefstal met verzwarende omstandigheden Gewone diefstal Gewone fiets- en motodiefstal Heling 58,85 Huisdiefstal Poging tot diefstal d.m.v. braak, inklimming of valse sleutels Poging tot gewone diefstal Zakkenrollerij Winkeldiefstal Opzettelijke slagen en verwondingen 21,88 Poging tot doodslag Afpersing/steaming Belaging/stalking 7,55 Bedreigingen Beschadigingen (vernielingen in het algemeen) 6,51 Opschriften op de openbare weg of op openbare gebouwen Aanranding van de eerbaarheid 1,30 Verkrachting Opzettelijke brandstichting 1,30 Handel, bezit en/of gebruik van verdovende middelen 0,26 Weerspannigheid Oplichting 2,34 Andere Totaal 100,00 Bovenstaande tabel geeft een overzicht van de kwalificaties van de aanmeldingen. Het betreft hier enkel de hoofdkwalificatie. Ten aanzien van 2012 zijn de hoofdgroepen van kwalificaties zo goed als ongewijzigd gebleven. Bovendien is dit een vaststelling die reeds enkele jaren van kracht is. Als we alle subkwalificaties op een rij zetten is er echter een wijziging in de top 4 van meest voorkomende kwalificaties: 1. Opzettelijke slagen en verwondingen 2. Diefstal met geweld of bedreiging 3. Diefstal met braak of inklimming- diefstal met verzwarende omstandigheden 4. Gewone diefstal De opvallendste stijging ten aanzien van 2012 stellen we vast bij de lichtere feiten: de aanmeldingen voor bemiddeling bij winkeldiefstallen stegen beduidend, namelijk van 20 naar 73 aanmeldingen (stijging van 250%). Als we dit in rekenschap brengen met het totaal aantal aanmeldingen, stellen we vast dat quasi één vijfde van de aanmeldingen een winkeldiefstal betrof. Onderstaande tabel toont aan hoe de categorie van winkeldiefstal over de jaren heen schommelt. 86

87 percentage Percentage Herstelbemiddeling Aangemelde Feiten Jaartal Opzettelijk S&V Afpersing/bedrei ging Beschadiging/Op schriften Winkeldiefstal Naast de opvallende schommeling van de aanmeldingen van winkeldiefstal, valt ook de forse terugval van de aanmeldingen van beschadigingen en opschriften op. De dalende trend startte in 2011 en heeft zich over de volgende jaren weinig of niet hersteld. B. JONGEREN HERSTELBEMIDDELING - GEBOORTEJAAR (op basis van afgesloten dossiers, n=413) De groep 15 tot 18 jarigen (86%) maakt net als vorig jaar de grootste groep uit van jongeren die aangemeld werden voor een bemiddeling. Als we naar de verdeling meisjes jongens kijken, stellen we vast dat de grote meerderheid van de verdachten uit jongens bestaat (85%). 87

88 C. RESULTATEN HERSTELBEMIDDELING - EVALUATIE (op basis van afgesloten interacties, n=556) 43% 57% Niet opgestart Opgestart In 2013 werden er 556 interacties 6 verwerkt, wat opmerkelijk lager ligt dan de afgelopen jaren (daling van 27%). 319 interacties werden na een eerste contactname afgesloten. Dit betekent dat er in 57% van de gevallen geen bemiddeling plaatsvond. In de resterende 237 interacties (43%) werd een bemiddeling opgestart. 6 Een interactie is één verdachte t.a.v. één slachtoffer. Binnen een clusterdossier ontstaan bijgevolg meerdere interacties. 88

89 C.1 NIET OPGESTARTE DOSSIERS HERSTELBEMIDDELING - REDEN NIET- OPSTART (op basis van afgesloten interacties n=319) Alles is al geregeld tussen de partijen 5% 20% 1% 74% Slachtoffer heeft geen vraag meer Eén van de partijen is niet bereikbaar Eén van de partijen wenst niet in te gaan op het aanbod Wanneer we de reden van niet-opstart nagaan, stellen we het volgende vast: In 1% van de interacties hadden de partijen intussen zelf een akkoord gesloten; In 20% van de interacties gaf het slachtoffer expliciet aan geen verwachtingen meer te hebben ten aanzien van de minderjarige; In 5% van de interacties werd (minstens) één van de betrokken partijen niet bereikt. Dit betekent dat de briefwisseling niet kon worden bezorgd op het opgegeven adres; In 74% van de interacties wenste minstens één van de betrokken partijen niet op het aanbod in te gaan. Onder deze formuleringen vallen eveneens de partijen die niet hebben gereageerd. 89

90 HERSTELBEMIDDELING - ANALYSE 'wenst geen aanvang' (op basis van afgesloten interacties, n=246) ² 25% 15% 32% 29% verdachte reageert niet verdachte wenst geen bemiddeling slachtoffer reageert niet slachtoffer wenst geen bemiddeling 7 Wanneer we voor de dossiers die worden afgesloten met vermelding minstens één van de partijen wenst niet dat de bemiddeling een aanvang neemt, een opsplitsing maken tussen verdachten en slachtoffers, komen we tot de volgende vaststellingen: Bij 15% van de interacties werd het dossier afgesloten omdat de minderjarige verdachte nooit gevolg gaf aan onze uitnodiging. In 25% van de gevallen ontvingen we van de verdachte de boodschap niet te willen bemiddelen met het slachtoffer. Het gaat onder andere om jongeren die hun betrokkenheid bij de feiten ontkennen of minimaliseren. We merken op dat in het merendeel van deze dossiers de bereidheid tot bemiddelen nog niet getoetst werd bij het slachtoffer. In 32% van de gevallen reageerde het slachtoffer niet op onze uitnodiging. Ze kwamen niet naar de afspraak en namen ook nooit contact op met de bemiddelingsdienst. In 29% van de interacties belde het slachtoffer ons met de expliciete boodschap niet op het aanbod wensen in te gaan. Als reden werd onder andere aangehaald dat men voor een gerechtelijke afhandeling kiest of dat men geen tijd wil investeren in een bemiddeling. We benadrukken dat er in bijna al deze dossiers wel een gesprek plaatsvond met de minderjarige verdachte en dat deze dus geconfronteerd werd met de gevolgen van zijn daden. In vergelijking met de afgelopen twee jaar zijn deze cijfers zo goed als ongewijzigd gebleven. De grootste uitval blijft met andere woorden langs slachtofferkant. 7 Deze tabel is gebaseerd op de afgesloten interacties met als categorie minstens één van de partijen wenst geen aanvang. 90

91 C.2 OPGESTARTE DOSSIERS Voor 237 interacties vond er een bemiddeling plaats. HERSTELBEMIDDELING - EVALUATIE NA OPSTART (op basis van afgesloten interacties, n=237) 25% 75% Geen overeenkomst Overeenkomst In 178 interacties (75%) bereikten de betrokken partijen een overeenkomst. Dit betekent dat in 3 van de 4 opgestarte dossiers via de bemiddeling een regeling kon worden getroffen in verband met het herstel van de geleden schade. In de overige gevallen (25%) leidde een bemiddeling niet tot een overeenkomst. Dit is een constante ten opzichte van vorige jaren. Als het bemiddelingsproces tot een overeenkomst met concrete verbintenissen leidt, volgt de bemiddelaar de uitvoering van de overeenkomst intensief op. De opvolging gebeurt via telefonische en persoonlijke contacten met zowel de jongere als de ouders. Ook ten aanzien van de slachtoffers wordt er een terugkoppeling gemaakt. Indien de uitvoering van de overeenkomst moeizaam verloopt, zoekt de bemiddelaar samen met de partijen naar mogelijke manieren om bij te sturen. Deze aanklampende werkwijze leidde tot een uitvoeringsgraad van maar liefst 98%. Hieruit kunnen we vaststellen dat zodra partijen bereid zijn om mee te werken, er in driekwart van de dossiers een akkoord kan worden bereikt dat vervolgens zo goed als altijd uitgevoerd wordt.

92 aantal percentage HERSTELBEMIDDELING - MODALITEIT BEMIDDELING (op basis van afgesloten - opgestarte interacties, n=239) op 4 bemiddelingen leidde tot een direct gesprek (25%). Dergelijke gesprekken gaan steeds door op onze dienst. De meerderheid kiest echter nog steeds voor een bemiddeling op indirecte wijze. Dit is het geval wanneer één van de partijen er voor kiest om boodschappen en/of verwachtingen via de bemiddelaar over te brengen. Hier neemt de bemiddelaar een centrale rol op als tussenpersoon en pendelt hij tussen de partijen. C.3 HERSTELMODALITEITEN HERSTELBEMIDDELING HERSTELMODALITEIT bij OVEREENKOMST (op basis van afgesloten - tot overeenkomst leidende interacties, n=436) wijze van herstel In 2013 werden er 178 overeenkomsten gesloten. In slechts 3 overeenkomsten werd er enkel een financiële regeling getroffen. In de overgrote meerderheid (175) spreken we van een combinatie van zowel een financiële als niet financiële vorm van herstel. ADAM KWALITEITSVERSLAG

93 Percentage Percentage In totaal registreerden we 365 maal een niet-financieel herstel. We kunnen hieruit afleiden dat een niet- financiële vorm van herstel voor vele slachtoffers een zeer belangrijk onderdeel vormt binnen de herstelbemiddeling. Onderstaande tabel toont aan waaruit een niet-financieel herstel kan bestaan. HERSTELBEMIDDELING - WIJZE NIET- FINANCIEEL HERSTEL (op basis van afgesloten - tot overeenkomst leidende interacties interacties, n=365) Wijze van niet-financieel herstel Binnen de modaliteiten van het niet- financieel herstel zien we dat verontschuldigingen en/of antwoorden op vragen vaak een belangrijk onderdeel van de overeenkomst vormden. Deze vaststelling blijft over de jaren heen een constante. Het maken van beloftes / intenties kent dit jaar een stijging. HERSTELBEMIDDELING - WIJZE FINANCIEEL HERSTEL (op basis van afgesloten - tot overeenkomst leidende interacties, n=71) Wijze van financieel herstel ADAM KWALITEITSVERSLAG

Kwaliteitsverslag 2014

Kwaliteitsverslag 2014 Kwaliteitsverslag 2014 Naam voorziening: ADAM- Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen Adres voorziening: Uitbreidingstraat 392B 2600 Berchem Telefoon: 03/285.98.00 Fax: 03/285.98.19 E-mail: adam@cawantwerpen.be

Nadere informatie

HCA VLAANDEREN - CIJFERNOTA 2010

HCA VLAANDEREN - CIJFERNOTA 2010 HCA VLAANDEREN - CIJFERNOTA 2010 1. Algemeen 1.1. Aanmeldingen Tabel 1: Aantal verwijzingen per dienst 2010 12 GD LP HB HE Totaal % BAAB Brugge 32 59 486 1 578 10,72% COHEsie Kortrijk 60 90 379 18 547

Nadere informatie

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen 5.1. Organogram van DIVAM 5.2. Inleiding 5.3. Statistische gegevens DIVAM - 79 - Deel 5: DIVAM 5.1. Organogram van DIVAM DIVAM is partner van

Nadere informatie

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen 5.1. Organigram van DIVAM 5.2. Inleiding 5.3. Statistische gegevens DIVAM 81 Deel 5: DIVAM 5.1. Organigram van DIVAM Directeur 1 verantwoordelijke

Nadere informatie

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen 5.1. Organigram van DIVAM 5.2. Inleiding 5.3. Statistische gegevens DIVAM 80 Deel 5: DIVAM 5.1. Organigram van DIVAM DIVAM is partner van het

Nadere informatie

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen Deel 5: DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen 5.1. Organogram van DIVAM 5.2. Inleiding 5.3 Statistische gegevens DIVAM ~ 71 ~ 5.1 Organogram van DIVAM 5 DIVAM DIVAM is partner van het samenwerkingsprotocol

Nadere informatie

Kwaliteitsverslag 2015. ADAM - Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen. 2600 Berchem Telefoon: 03/285.98.00 Fax: 03/285.98.19 adam@cawantwerpen.

Kwaliteitsverslag 2015. ADAM - Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen. 2600 Berchem Telefoon: 03/285.98.00 Fax: 03/285.98.19 adam@cawantwerpen. Kwaliteitsverslag 2015 Naam voorziening: ADAM - Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen Adres voorziening: Uitbreidingstraat 392B 2600 Berchem Telefoon: 03/285.98.00 Fax: 03/285.98.19 E-mail: adam@cawantwerpen.be

Nadere informatie

Deel 5: Het project DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen

Deel 5: Het project DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen Deel 5: Het project DIVAM Dienst Ieper en Veurne Alternatieve Maatregelen 5.1. Organogram van het project DIVAM 5.2. Inleiding 5.3. Statistische gegevens DIVAM 76 Deel 5: Het project DIVAM Dienst Ieper

Nadere informatie

Deel 4: Divam 1 ORGANOGRAM 2 INLEIDING 3 STATISTISCHE GEGEVENS DIVAM. Jaarverslag

Deel 4: Divam 1 ORGANOGRAM 2 INLEIDING 3 STATISTISCHE GEGEVENS DIVAM. Jaarverslag Deel 4: Divam 1 ORGANOGRAM 2 INLEIDING 3 STATISTISCHE GEGEVENS DIVAM Jaarverslag 2014 93 1 ORGANOGRAM Directeur Adjunct-directeur Verantwoordelijke/ Hergomoderator Medewerkers Gemeenschapsdienst & Leerproject

Nadere informatie

De sociale plattegrond

De sociale plattegrond De sociale plattegrond Sector: Agentschap Jongerenwelzijn Spreker: Tom Elen (Agentschap Jongerenwelzijn) H1 - Opdracht Agentschap Jongerenwelzijn (beleidsdomein = WVG) Afdeling Preventie- en Verwijzersbeleid

Nadere informatie

Deel 4: Divam 1 ORGANOGRAM 2 INLEIDING 3 STATISTISCHE GEGEVENS DIVAM. Jaarverslag

Deel 4: Divam 1 ORGANOGRAM 2 INLEIDING 3 STATISTISCHE GEGEVENS DIVAM. Jaarverslag Deel 4: Divam 1 ORGANOGRAM 2 INLEIDING 3 STATISTISCHE GEGEVENS DIVAM Jaarverslag 2013 95 1 ORGANOGRAM Directeur Adjunct-directeur Verantwoordelijke/ Hergomoderator Medewerkers Gemeenschapsdienst & Leerproject

Nadere informatie

Art. 12 EU-richtlijn 2012

Art. 12 EU-richtlijn 2012 Art. 12 EU-richtlijn 2012 Doelgroep: minderjarige verdachten/daders Trefdag 24 november 2016 www.alba.be Aandacht voor het slachtoffer? -30 jaar geleden 1 e experimenten bemiddeling Oikoten -lichte feiten/voorwaardelijk

Nadere informatie

Voorstelling project Bemiddeling op School. Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen (ADAM) PIVA Antwerpen

Voorstelling project Bemiddeling op School. Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen (ADAM) PIVA Antwerpen Voorstelling project Bemiddeling op School Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen (ADAM) PIVA Antwerpen 1. Inleiding: het verhaal van PIVA 2. De werking van ADAM algemeen 3. Het project Bemiddeling

Nadere informatie

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) DIENST Gent - Oudenaarde EEDVERBONDKAAI 285 9000 GENT DIENST Dendermonde OLV KERKPLEIN 30 9200 Dendermonde OOST-VLAANDEREN Voor wie? Slachtoffer/ daders

Nadere informatie

PERS MAP. Jongerenwelzijn

PERS MAP. Jongerenwelzijn PERS MAP Jongerenwelzijn INHOUD PERSMAP Jongerenwelzijn begeleidt jongeren in een problematische opvoedingssituatie (POS) en jongeren die een als misdrijf omschreven feit (MOF) hebben gepleegd. WAT IS

Nadere informatie

VZW ALBA VZW ALBA. Bemiddelingsburo Bemiddelen tussen minderjarige daders en slachtoffers. Herstelbemiddeling HERGO = Herstelgericht Groepsoverleg

VZW ALBA VZW ALBA. Bemiddelingsburo Bemiddelen tussen minderjarige daders en slachtoffers. Herstelbemiddeling HERGO = Herstelgericht Groepsoverleg VZW ALBA VZW ALBA BEMIDDELINGSBURO Herstelbemiddeling HERGO GAMBAS Werk- en leerprojecten Basta-project Bemiddelingsburo Bemiddelen tussen minderjarige daders en slachtoffers Parketniveau Jeugdrechtbankniveau

Nadere informatie

Aanmeldingsfiche Centraal MeldPunt

Aanmeldingsfiche Centraal MeldPunt Aanmeldingsfiche Centraal MeldPunt 1 03/2013266 Datum aanmelding.../.../... Contactpersoon CMP (in te vullen door CMP) Gegevens aanmelder Naam: Functie dienst: Adres: Contactgegevens: telefoon: e-mail:

Nadere informatie

Wat is het CAW? Iedereen heeft het wel eens moeilijk. Ook voor jongeren. Het CAW versterkt welzijn. Daarvoor is het CAW er

Wat is het CAW? Iedereen heeft het wel eens moeilijk. Ook voor jongeren. Het CAW versterkt welzijn. Daarvoor is het CAW er Wat is het CAW? Iedereen heeft het wel eens moeilijk Dat hoort bij het leven. Soms kan je terecht bij vrienden en familie. Of vind je er zelf een weg doorheen. Maar iedereen kent ook momenten dat het helemaal

Nadere informatie

VZW De Overstap Den Overstap Samberstraat 44 2060 Antwerpen 03 380 06 20

VZW De Overstap Den Overstap Samberstraat 44 2060 Antwerpen 03 380 06 20 JAARVERSLAG 2010 VZW De Overstap Den Overstap Samberstraat 44 2060 Antwerpen 03 380 06 20 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL 2 INLEIDING 4 1. CIJFERGEGEVENS 5 1.1. Aanmeldingen 5 1.2. Bezettingscijfers 7 1.3. Gepleegde

Nadere informatie

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Advies over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Brussel, 25 april 2013 SARWGG_ADV_20130425_BVR_AWW Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid Gezin

Nadere informatie

SAMENSPRAAK 2012. Perspectieven in het omgaan met verontrusting en maatschappelijke noodzaak

SAMENSPRAAK 2012. Perspectieven in het omgaan met verontrusting en maatschappelijke noodzaak Integrale Jeugdhulp Regio Vlaams-Brabant en Brussel SAMENSPRAAK Perspectieven in het omgaan met verontrusting en maatschappelijke noodzaak -Herhaling startdagen 2011 op algemene vraag van de voorzieningen-

Nadere informatie

Herstellend handelen in onderwijs. Programma. Programma

Herstellend handelen in onderwijs. Programma. Programma Herstellend handelen in onderwijs Dag van de opvoeder Kortrijk Februari 2012 Lieve Windels / Stijn Deprez Programma Situering Ligand (vzw Oranjehuis) Centrum voor herstel / preventie (om uitsluiting te

Nadere informatie

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten

Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten 06/06/2016 Jeugdhulp: groot bereik, divers en versterkt eigen krachten Vandaag is het eerste intersectorale jaarverslag 2015 van de jeugdhulp voorgesteld, in aanwezigheid van Jo Vandeurzen, Vlaams minister

Nadere informatie

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker Competentieprofiel maatschappelijk werker OCMW 1. Functie Functienaam Afdeling Dienst Functionele loopbaan Maatschappelijk werker Sociale zaken Sociale dienst B1-B3 2. Context Het OCMW garandeert aan elke

Nadere informatie

Naar een versterkte positie van het jeugdparket?

Naar een versterkte positie van het jeugdparket? Studiedagen VLAAMS JEUGDDELINQUENTIERECHT Naar een versterkte positie van het jeugdparket? Dirk DE WAELE advocaat-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen Filosofie van het nieuwe decreet Snel, constructief,

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

Vacature DIRECTEUR bij ADAM (Antwerpse dienst alternatieve maatregelen)

Vacature DIRECTEUR bij ADAM (Antwerpse dienst alternatieve maatregelen) Vacature DIRECTEUR bij ADAM (Antwerpse dienst alternatieve maatregelen) Wie zijn wij? CAW ANTWERPEN vzw is de nieuwe sociaalwerk organisatie die vanaf 1 januari 2014 wordt gevormd door het samengaan van

Nadere informatie

Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Toelichting bij het ontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Herstel en sanctie als constructieve reacties op delicten gepleegd door minderjarigen 29 mei 2018 Inspiratiedag Werkzame Forensische

Nadere informatie

PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN

PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN Els Dupon netwerk STS Voorstelling Arr.Turnhout 28 november 2017 Spijbelen een zorg? SO VLAANDEREN (leerplichtig) Schooljaar 2013-14 2014-15 2015-16 2016-17 #lln

Nadere informatie

Ketenaanpak in Antwerpen

Ketenaanpak in Antwerpen Ketenaanpak in Antwerpen Ketenaanpak bij Intrafamiliaal Geweld Ketenaanpak bij Roma (buurtstewards inzet) Ketenaanpak bij Radicalisering CO3 Cliënt centrale Organisatie 3 sectoren die samenwerken: 1) bestuur:

Nadere informatie

Procedure seksueel grensoverschrijdend gedrag

Procedure seksueel grensoverschrijdend gedrag VERSIE WIJZIGING GOEDGEKEURD RMW GEPUBLICEERD 0-23-06-2015 1. Doel OCMW Maldegem respecteert de integriteit van de gebruiker en neemt maatregelen om deze te waarborgen. OCMW Maldegem neemt in het bijzonder

Nadere informatie

Mechelen PrOS-project

Mechelen PrOS-project www.besafe.be Mechelen PrOS-project Mechelen PrOS-project FOD Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Lokale Integrale Veiligheid 2014 Mechelen PrOS-project I. Projectbeschrijving

Nadere informatie

PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN. Fabienne Fell CMP/AOB Els Dupon netwerk STS

PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN. Fabienne Fell CMP/AOB Els Dupon netwerk STS PROVINCIAAL SPIJBELACTIEPLAN ANTWERPEN Fabienne Fell CMP/AOB Els Dupon netwerk STS 16 november 2017 Spijbelen een zorg? SO VLAANDEREN (leerplichtig) Schooljaar 2013-14 2014-15 2015-16 2016-17 #lln >30

Nadere informatie

Vacature CAW Centraal-West-Vlaanderen BELEIDSMEDEWERKER & KWALITEITSCOÖRDINATOR

Vacature CAW Centraal-West-Vlaanderen BELEIDSMEDEWERKER & KWALITEITSCOÖRDINATOR Vacature CAW Centraal-West-Vlaanderen BELEIDSMEDEWERKER & KWALITEITSCOÖRDINATOR CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk) is er voor iedere burger met om het even welke welzijnsvraag. De kerntaken van een CAW

Nadere informatie

HERSTELBEMIDDELING. Vzw HCA Oost- Vlaanderen

HERSTELBEMIDDELING. Vzw HCA Oost- Vlaanderen HERSTELBEMIDDELING Vzw HCA Oost- Vlaanderen Inhoud 1. HCA? 2. Situering 3. Ontstaan 4. Fusie 5. Werkingsgebied 6. Verwijzers 7. Doelgroep 8. Definitie herstelbemiddeling 9. Strafrecht vs herstelrecht 10.

Nadere informatie

Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH. Benedikte Van den Bruel Veerle Roels

Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH. Benedikte Van den Bruel Veerle Roels Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH Benedikte Van den Bruel Veerle Roels Kind en Gezin èn Agentschap Jongerenwelzijn? Kind en Gezin en Agenschap Jongerenwelzijn verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Forum Uitvalpreventie 6-05-2014 Centraal Meldpunt voor Risicojongeren An Tachelet en Katleen Gielis

Forum Uitvalpreventie 6-05-2014 Centraal Meldpunt voor Risicojongeren An Tachelet en Katleen Gielis Forum Uitvalpreventie 6-05-2014 Centraal Meldpunt voor Risicojongeren An Tachelet en Katleen Gielis Programma - Situering CMP - * Wie zijn we - * Voor wie - * Wat doen we? - ->registratie - ->netwerking

Nadere informatie

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Kwadraat staat voor. kwaliteit, want kwaliteitsvolle zorg vermenigvuldigt als je ze deelt.. het bundelen van de krachten om mensen met een psychische

Nadere informatie

Komen slachtoffers in beeld of in zicht in de gemeenschapsinstellingen? Een kijk op de HCA praktijk.

Komen slachtoffers in beeld of in zicht in de gemeenschapsinstellingen? Een kijk op de HCA praktijk. Workshop: Komen slachtoffers in beeld of in zicht in de gemeenschapsinstellingen? Een kijk op de HCA praktijk. Slachtoffer in Beeld- Minderjarigen GI De kempen: De Hutten & De Markt HCA diensten: BAAL,

Nadere informatie

De werking van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Oost- Vlaanderen. Kristel Bovijn

De werking van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Oost- Vlaanderen. Kristel Bovijn De werking van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Oost- Vlaanderen Kristel Bovijn Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) Het VK is het meldpunt voor vermoedens van kindermishandeling, -verwaarlozing

Nadere informatie

Centra voor Leerlingenbegeleiding sterke partners in de integrale jeugdhulpverlening

Centra voor Leerlingenbegeleiding sterke partners in de integrale jeugdhulpverlening Centra voor Leerlingenbegeleiding sterke partners in de integrale jeugdhulpverlening Vandaag werd het jaarverslag jeugdhulp voorgesteld. Tot onze spijt werd er in de samenvatting geen aandacht besteed

Nadere informatie

Nota RTJ worden van dagbegeleiding in groep Jongerenwelzijn

Nota RTJ worden van dagbegeleiding in groep Jongerenwelzijn Nota RTJ worden van dagbegeleiding in groep Jongerenwelzijn nota aan private voorzieningen BJB datum 02/02/2015 uw kenmerk naam lijnmanager David Debrouwere naam auteur Kim Craeynest onderwerp Communicatie

Nadere informatie

De organisatie. hanteert geen methodieken noch instrumenten voor de kwaliteitszorg. kwaliteitszorg.

De organisatie. hanteert geen methodieken noch instrumenten voor de kwaliteitszorg. kwaliteitszorg. Bijlage. Schema als vermeld in artikel 26/4, eerste lid Groeiniveaus (0-5) Kwaliteitszorg: organisatie en visie Kwaliteitszorg: betrokkenheid Kwaliteitszorg: methodieken en instrumenten Kwaliteitszorg:

Nadere informatie

VLOR Studiedag spijbelen 23 oktober 2015

VLOR Studiedag spijbelen 23 oktober 2015 VLOR Studiedag spijbelen 23 oktober 2015 Programma 1. Voorstelling CDO Kortrijk: 2. Preventie schooluitval / aanpak spijbelproblematiek 2. Spijbelactieplan 4. Partnerschappen spijbelbeleid Persoonlijk

Nadere informatie

DIVERSITEIT IN de gemeente

DIVERSITEIT IN de gemeente DIVERSITEIT IN de gemeente Ondersteuning op maat van lokale besturen Diversiteit in Vlaanderen Een diversiteitsvriendelijk Vlaanderen Vlaanderen is divers, ook etnisch-cultureel. De aanwezigheid van mensen

Nadere informatie

Continuïteit. Bemiddeling

Continuïteit. Bemiddeling Continuïteit De afdeling Continuïteit en toegang (ACT) levert met de uitbouw van een regionaal info-en aanspreekpunt een bijdrage aan de realisering van continuïteit. Cliëntoverleg en bemiddeling zijn

Nadere informatie

Herstelgericht werken en gemeenschapsinstellingen: geen contradictie.

Herstelgericht werken en gemeenschapsinstellingen: geen contradictie. Herstelgericht werken en gemeenschapsinstellingen: geen contradictie. De voorbije jaren zijn sterke samenwerkingsinitiatieven opgezet tussen HCA-diensten en de gemeenschapsinstellingen. Het nieuwe jeugdrecht

Nadere informatie

Organogram Lokale Recherche

Organogram Lokale Recherche Organogram Lokale Recherche Lokale Recherche Jeugd,gezin en nazorg 2015 Inhoud Locatie Samenstelling dienst Kerntaken Specifieke taken Vragen Locatie Lokale Recherche Dienst Jeugd,gezin en nazorg LP/LR/JGN

Nadere informatie

Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB)

Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB) Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB) Té-jongeren : intersectorale zoektocht, 27 november 2012 Vooraf Werking BJB wordt bepaald door het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand Typisch

Nadere informatie

Voorbereiding studiedag

Voorbereiding studiedag Voorbereiding studiedag 1. Van waar de behoefte om in overleg te gaan met het parket in je regio? Er zijn verschillende zaken die maken dat overleg met het parket aan de orde was. 1.1. De regio Halle Vilvoorde

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR A. DOEL VAN DE FUNCTIE: Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen Stuk 2223 (2003-2004) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2003-2004 5 maart 2004 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Ria Van Den Heuvel en de heren Jan Roegiers, Carlo Daelman en Koen Helsen betreffende een

Nadere informatie

Gemandateerde voorzieningen - Ondersteuningscentrum Jeugdzorg

Gemandateerde voorzieningen - Ondersteuningscentrum Jeugdzorg Gemandateerde voorzieningen - Ondersteuningscentrum Jeugdzorg Hulpaanbieders hebben allen een verantwoordelijkheid in het omgaan met verontrusting. Indien zij hier zelf tegen de grenzen aanbotsen en twijfelen

Nadere informatie

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie. FUNCTIE: Directeur POC AFKORTING: DIR AFDELING: Management 1. DOELSTELLINGEN INSTELLING De doelstellingen staan omschreven in het beleidsplan POC. Vermits de directie de eindverantwoordelijkheid heeft

Nadere informatie

Ondersteuningscentra Jeugdzorg en Sociale Diensten bij de Jeugdrechtbank

Ondersteuningscentra Jeugdzorg en Sociale Diensten bij de Jeugdrechtbank Ondersteuningscentra Jeugdzorg en Sociale Diensten bij de Jeugdrechtbank Hilde Smits Studiedag De Kiem 18.10.2016 Situering Jongerenwelzijn, afdeling Ondersteuningscentra Jeugdzorg en Sociale Diensten

Nadere informatie

Project First Offenders

Project First Offenders Project First Offenders Op 1 mei 2012 startte het Parket van de Jeugdrechtbank van het gerechtelijke arrondissement Gent samen met de Dienst Maatschappelijke Zorg en de jeugdinspecteurs van politie Gent

Nadere informatie

Teamcoördinator ALERT-team

Teamcoördinator ALERT-team Functie- en competentieprofiel Teamcoördinator ALERT-team Datum Organisatie CAW Antwerpen Medewerker Deelwerking ALERT-team Plaats in de organisatie Teamcoördinator Waarom deze functie Deze functie draagt

Nadere informatie

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen Conceptnota Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen 1. Situering Deze conceptnota heeft tot doel om, binnen de contouren van het Vlaams Regeerakkoord

Nadere informatie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie Opdrachtsverklaring Missie - Visie 1. Missie Sint-Lodewijk biedt aangepast onderwijs en/of begeleiding op maat aan kinderen, jongeren en volwassenen met een motorische beperking. Ook het gezin en breder

Nadere informatie

Herstelgericht werken: een politiële tijdsinvestering die opbrengt? STELLINGEN PROJECT: POLITIËLE SCHADEBEMIDDELING EN POLITIE

Herstelgericht werken: een politiële tijdsinvestering die opbrengt? STELLINGEN PROJECT: POLITIËLE SCHADEBEMIDDELING EN POLITIE Herstelgericht werken: een politiële tijdsinvestering die opbrengt? Sigrid Van Grunderbeeck Wim D haese Congres Restorative Policing - Blankenberge 14-15 mei 2009 STELLINGEN Politie moet zich afhouden

Nadere informatie

Hoger, Lager? Evoluties inzake criminaliteit. Stefaan Pleysier Hoofddocent Leuvens Instituut voor Criminologie KU Leuven

Hoger, Lager? Evoluties inzake criminaliteit. Stefaan Pleysier Hoofddocent Leuvens Instituut voor Criminologie KU Leuven Hoger, Lager? Evoluties inzake criminaliteit Ellen Van Dael Coördinator statistisch analisten College van Procureurs-generaal Openbaar Ministerie Stefaan Pleysier Hoofddocent Leuvens Instituut voor Criminologie

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol provinciale hulpverlening partnergeweld met de Mee-ander 1

Samenwerkingsprotocol provinciale hulpverlening partnergeweld met de Mee-ander 1 Samenwerkingsprotocol inzake partnergeweld tussen Provinciebestuur en Thuisbegeleidingsdienst De Mee-ander Tussen enerzijds: Thuisbegeleidingsdienst De Mee-ander, Gasthuisstraat 19, 9500 Geraardsbergen

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp; Ministerieel besluit met betrekking tot de werking van de gemandateerde voorzieningen en van de sociale diensten in de integrale jeugdhulp en de organisatie van bemiddeling in de regio Oost-Vlaanderen

Nadere informatie

t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere jeugdzorg.

t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere jeugdzorg. Workshop 3: Recht op toegang tot het dossier t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere jeugdzorg. t Pasrel vzw Onthaal-, Oriëntatie- en Observatiecentrum voor de bijzondere

Nadere informatie

De verhouding van jeugddelinquentie met jeugdhulp. Jan Bosmans Sectorcoördinator Jeugdhulp, Gezinsondersteuning, Kinderopvang Vlaams Welzijnsverbond

De verhouding van jeugddelinquentie met jeugdhulp. Jan Bosmans Sectorcoördinator Jeugdhulp, Gezinsondersteuning, Kinderopvang Vlaams Welzijnsverbond De verhouding van jeugddelinquentie met jeugdhulp Jan Bosmans Sectorcoördinator Jeugdhulp, Gezinsondersteuning, Kinderopvang Vlaams Welzijnsverbond 1 Reactie op (vermoedelijk) delict scheiden van hulp

Nadere informatie

Stappenplan spijbelopvolging secundair onderwijs

Stappenplan spijbelopvolging secundair onderwijs Stappenplan spijbelopvolging secundair onderwijs Voor jongeren die naar school gaan in de stad Antwerpen Deelschema 1: een jongere spijbelt herhaaldelijk Wanneer een jongere spijbelt, past de school haar

Nadere informatie

Deel 5: Opvoedingsondersteuning

Deel 5: Opvoedingsondersteuning Deel 5: Opvoedingsondersteuning ORGANOGRAM 2 INLEIDING 3 STATISTISCHE GEGEVENS Jaarverslag 203 07 ORGANOGRAM Directeur Adjunct-directeur Verantwoordelijke / Hergomoderator HCA-dienst Ouders Steunen in

Nadere informatie

College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2014 van de jeugdparketten voor

College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2014 van de jeugdparketten voor Statistisch analisten van het Openbaar Ministerie College van Procureurs-generaal BRUSSEL College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2014 van de jeugdparketten voor Persconferentie 2 april 2015

Nadere informatie

INTEGRALE JEUGDHULP NIEUWSBRIEF 06 28/10/2015

INTEGRALE JEUGDHULP NIEUWSBRIEF 06 28/10/2015 VLAAMS LOKET JEUGDHULP Indien u deze nieuwsbrief niet kan lezen, klik hier voor een online versie INTEGRALE JEUGDHULP NIEUWSBRIEF 06 28/10/2015 De intersectorale nieuwsbrief over jeugdhulp in Vlaanderen

Nadere informatie

Persmededeling. Eén centraal meldpunt voor geweld en misbruik

Persmededeling. Eén centraal meldpunt voor geweld en misbruik Kabinet Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 8 maart 2012 Persmededeling Eén centraal meldpunt voor geweld en misbruik Vanaf 13 maart bestaat er 1 centraal telefoonnummer

Nadere informatie

Kerncijfers CAW Antwerpen. ADAM - Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen

Kerncijfers CAW Antwerpen. ADAM - Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen Kerncijfers 2016 Naam voorziening: ADAM - Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen Adres voorziening: Uitbreidingstraat 392B 2600 Berchem Telefoon: 03/285.98.00 Fax: 03/285.98.19 E-mail: adam@cawantwerpen.be

Nadere informatie

Zorgbeleid Stedelijk Internaat Gent

Zorgbeleid Stedelijk Internaat Gent Zorgbeleid Stedelijk Internaat Gent Vertrekpunten DOOSG IVA : visie op zorg, HGW, pedagogisch project Stedelijk internaat Gent: visie op opvoeden, HGW, visie op zorg Missie Dag- en nachtopvang voorzien

Nadere informatie

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij

Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Een sterke jeugdhulp, snel en dichtbij Welke uitdagingen liggen er? Een samenleving neemt zorg op voor en biedt bescherming aan haar kinderen. Ze biedt ondersteuning aan de diversiteit van gezinnen die

Nadere informatie

Vacature coördinator Rungproject

Vacature coördinator Rungproject Vacature coördinator Rungproject 26.06.07 Het Rungproject is een nieuw initiatief dat herstelgerichte hulp biedt aan jongeren in de bijzondere jeugdbijstand die weglopen (overwegen) en hun omgeving. Het

Nadere informatie

Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 1 meisjes 6.1. Organigram van JEZ11 6.. Statistische gegevens JEZ11 88 6.1. Organigram van JEZ11 Directie Verantwoordelijke JEZ11 1 Hoofdbegeleider

Nadere informatie

AANPAK DE-RADICALISERING ANTWERPEN

AANPAK DE-RADICALISERING ANTWERPEN AANPAK DE-RADICALISERING ANTWERPEN 2015 01 26 09:30 11:00 Stad Antwerpen SL/SI/Anissa Akhandaf Team de-radicalisering - 2 experts/casemanagers - 1 projectleider groepsgerichte aanpak - 1 programmaleider

Nadere informatie

NR ORGANISATIE REGIO GEVRAAGDE CAPACITEIT DELICTGERICHTE CB

NR ORGANISATIE REGIO GEVRAAGDE CAPACITEIT DELICTGERICHTE CB //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// NOTA Voorstel IROJ advies naar aanleiding

Nadere informatie

Op weg naar een nieuw decreet jeugdrecht

Op weg naar een nieuw decreet jeugdrecht Op weg naar een nieuw decreet jeugdrecht Welkom Programma Duiding traject jeugdrecht en rol agentschap Jongerenwelzijn Stefaan Van Mulders Voorstelling resultaten omgevingsanalyse- Consortium VUB-RUG-KUL-KEKI

Nadere informatie

de Bijzondere Jeugdzorg in een internationale ti context

de Bijzondere Jeugdzorg in een internationale ti context Doelstellingen Vlaamse hulpverleningstrajecten l t in de Bijzondere Jeugdzorg in een internationale ti context t Studiedag SWVG Leuven, 2 december 2010 Ad hoc project SWVG Onderzoekers: Kiran Vanbinst,

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGdZORG

EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGdZORG EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGdZORG 2 Inleiding In deze brochure vind je informatie over het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg. We leggen uit wat het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg is, wie er werken

Nadere informatie

Cijferrapport GAS 2016

Cijferrapport GAS 2016 Aantal klanten Voor 58 van de 65 Vlaams-Brabantse gemeenten trad de provincie op als sanctionerend ambtenaar in 216. Herkomst dossiers De dossiers waren in 216 afkomstig van 51 verschillende gemeenten.

Nadere informatie

2016 SV Op 29 september 2016 stelde u een schriftelijke vraag over de toepassing van en de controles op het huisarrest.

2016 SV Op 29 september 2016 stelde u een schriftelijke vraag over de toepassing van en de controles op het huisarrest. KB Anke Van dermeersch Grote Markt 1 2000 Antwerpen Alle briefwisseling te richten aan het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt l, 2000 Antwerpen 1. L _j uw bericht van 29 september 2016

Nadere informatie

VR DOC.0238/2BIS

VR DOC.0238/2BIS VR 2019 2202 DOC.0238/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot inrichting van de gemeenschapsinstellingen en tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Nadere informatie

JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG

JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG 2 JIJ EN HET ONDERSTEUNINGSCENTRUM JEUGDZORG / 3 INLEI DING In deze brochure vind je informatie over het Ondersteuningscentrum jeugdzorg. We leggen uit wat het

Nadere informatie

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Registratie arbeidszorg

Registratie arbeidszorg Registratie arbeidszorg 2010-2014 Redactie: Marc Boons, Jo Bellens Toelichting Dit rapport bevat de belangrijkste bevindingen van de cijfers uit het registratiesysteem dat de Ronde Tafel Arbeidszorg heeft

Nadere informatie

TIJD VOOR FAMILIEPARTICIPATIE IN GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

TIJD VOOR FAMILIEPARTICIPATIE IN GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG TIJD VOOR FAMILIEPARTICIPATIE IN GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Fed. Project Participatie patiënten- & familievertegenwoordiging Similes Francophone asbl - Similes Vlaanderen vzw UilenSpiegel vzw - Psytoyens

Nadere informatie

Kwaliteitsverslag 2018

Kwaliteitsverslag 2018 Kwaliteitsverslag 2018 2. Kerncijfers Naam voorziening: ADAM - Antwerpse Dienst Alternatieve Maatregelen Adres voorziening: Uitbreidingstraat 392B 2600 Berchem Telefoon: 03/285.98.00 Fax: 03/285.98.19

Nadere informatie

1. FUNCTIEOMSCHRIJVING

1. FUNCTIEOMSCHRIJVING 1. FUNCTIEOMSCHRIJVING PLAATS IN DE ORGANISATIE Organigram Medewerker Leidinggevende Stafmedewerker Directie Rapporteert aan afdelingsdirecteur RESULTAATSGEBIEDEN Bemiddelen Herstellen Externe contacten

Nadere informatie

Toelichting bij het voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht

Toelichting bij het voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Toelichting bij het voorontwerp van decreet betreffende het jeugddelinquentierecht Herstel en sanctie als constructieve reacties op delicten gepleegd door minderjarigen Studiedag GI HCA VAC Hasselt Maandag

Nadere informatie

Lokale bestrijding. kinderarmoede. Groeiactieplan. kinderarmoede

Lokale bestrijding. kinderarmoede. Groeiactieplan. kinderarmoede Lokale bestrijding kinderarmoede Groeiactieplan kinderarmoede Overzicht 1. Algemeen kader 2. Greep uit de acties in Gent 3. Succesfactoren/knelpunten à Debat Psychologische Dienst - OCMW Gent 2 1. Algemeen

Nadere informatie

Registratie BinC: leidraad Hergo

Registratie BinC: leidraad Hergo Registratie BinC: leidraad Hergo Algemene opmerkingen: - Bij error : error kopiëren en in mail zetten naar Lieve Balcaen: lieve@steunpuntjeugdhulp.be. Aanmaken van een dossier (registratieverantwoordelijke):

Nadere informatie

- 1 - Mol, 7 februari 2012

- 1 - Mol, 7 februari 2012 Mol, 7 februari 2012 Engagementsverklaring tussen de minister bevoegd voor onderwijs, de minister bevoegd voor welzijn, de inrichters van de scholen en de CLB s en het Agentschap Jongerenwelzijn / afdeling

Nadere informatie

Gemandateerde voorzieningen

Gemandateerde voorzieningen Gemandateerde voorzieningen Ondersteuningscentrum Jeugdzorg Hulpaanbieders hebben allen een verantwoordelijkheid in het omgaan met verontrusting. Indien zij hier zelf tegen de grenzen aanbotsen en twijfelen

Nadere informatie

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Visie op toezicht... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Visie op toezichthouden... 3 1.3 Doel

Nadere informatie

Evaluatie Winterwerking

Evaluatie Winterwerking Evaluatie Winterwerking 2014-2015 Inhoud Presentatie 1. Evaluatie nachtopvang 2. Evaluatie dagopvang 3. Evaluatie geneeskundige, verpleegkundige en (para)medische zorgen 4. Evaluatie algemene organisatie

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

Registratie BinC: leidraad HB

Registratie BinC: leidraad HB Registratie BinC: leidraad HB Aanmaken van een dossier (registratieverantwoordelijke): 1. dossier aanmaken vanuit Domino of manueel (Indien het dossier reeds aangemaakt is vanuit Domino, kan voor een nieuwe

Nadere informatie

PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG

PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG Stefaan VIAENE Johan PEETERS 30 maart 2007 1 A. CONTEXT VAN HET PROJECT - Doelstelling 32 van het Globaal Plan bepaalt: We geven

Nadere informatie