B en W Adviesnota ADVIES. Verzoek om instemming rechtstreeks beroep bestuursrechter

Transcriptie

1 B en W Adviesnota Onderwerp Verzoek om instemming rechtstreeks beroep bestuursrechter Zaaknummer Teammanager Ingrid Starmans B & W datum 18 februari 2019 Afdeling/Team Wonen Werken en Leven/Vergunningverlening Toezicht Handhaving Naam steller Ellen Smids Portefeuillehouder Hans Gilissen Openbaarheid Deze adviesnota is openbaar Na informeren betrokkenen. Openbaar op 21 februari 2019 Bevoegd orgaan B & W Ter advisering ADVIES Niet in te stemmen met het verzoek.

2 B en W Adviesnota Samenvatting Tegen het besluit om een omgevingsvergunning voor het vestigen van een supermarkt op het perceel Zuidsingel 14 te weigeren is een bezwaarschrift ingediend. In dit bezwaarschrift wordt verzocht om (op basis van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht) de bezwarenfase over te slaan en in te stemmen met direct beroep bij de bestuursrechter. Het argument hiervoor is dat de bezwarenfase niets zou toevoegen, omdat partijen het erover eens zijn dat zij het oneens zijn. Beoogd resultaat Een besluit te nemen op het ingediende verzoek om in te stemmen met direct beroep. Argumenten 1. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht is er sprake van discretionaire bevoegdheid waarmee ingestemd kan worden. Instemmen is niet verplicht en er is dus beleidsvrijheid. 2. Het verzoek is niet voorzien van een motivatie die is toegesneden op deze specifieke casus. Volstaan wordt met het vermelden van het doel waarom de regeling in de Algemene wet bestuursrecht is opgenomen. 3. De bezwaren vragen om aanvullend onderzoek. Op voorhand wordt de stelling van de advocaat dat partijen het erover eens zijn dat zij het oneens zijn en eens zijn over de punten die hen verdeeld houden niet gedeeld. Risico s geen Kanttekeningen geen Communicatie Het besluit zal aan de bezwaarmaker worden toegestuurd. Financiële gevolgen NVT Personele/organisatorische gevolgen Geen Juridische gevolgen Tegen dit besluit staat bezwaar open. Rechtmatigheid NVT Fatale termijnen NVT Vervolgtraject besluitvorming Het bezwaarschrift tegen de geweigerde omgevingsvergunning zal behandeld worden op een zitting van de commissie bezwaarschriften. Evaluatie geen

3 B en W Adviesnota Bijlagen Bezwaarschrift Naslagwerk Geen

4 gemeente venray Casenr.: Poststuknr: afdeling 2 8 DEC 2018 Kopie aan: Medewerker Afgehandeld Datum Aantekenen Burgemeester en wethouders van Venray Postbus AM VENRAY J.L. Stoop Advocaat VestdIJk 76 NL-5611 CE Eindhoven stoop@boelszanders.nl T +31 (0) F +31 (0) Plaats/Datum Betreft Onze referentle Uw referentle Eindhoven, 24 december 2018 Bezwaarschrift en verzoek ingevolge artikel 7:1a, lid 1 Awb JS/SJ/ HZ-OMV Geacht college. Hierdoor maak Ik namens de heer H.HJ.E. van Og, wonende aan de Doolgaardstraat 6, 5961 TS te Horst (hierna: "de heer Van Og") bezwaar tegen uw besluit van 15 november 2018, verzonden op 21 november 2018, kenmerk: HZ- OMV (hierna: "Besluit"). Een afschrift van het Besluit is bij dit bezwaarschrift gevoegd als Bijiage 1. In het Besluit heeft u besloten de omgevingsvergunning te weigeren voor de activiteit "het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het planologisch regime", zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: "Wabo"). De reden voor het weigeren van de omgevingsvergunning is dat de aanvraag niet zou passen binnen het beleid. De aanvraag zou in strijd zijn met de Structuurvisie Detailhandel Venray 2015 (hierna: "Structuurvisie") en met het Provinciaal Omgevingsplan (2014) (hierna: "Provinciaal Omgevingsplan"). De heer Van Og kan zich niet met het Besluit verenigen, hetgeen hierna wordt toelicht. Alvorens de gronden van bezwaar worden toegelicht, leg Ik namens de heer Van Og een verzoek op grond van artikel 7:1a, lid 1 Algemene wet bestuursrecht (hierna: "Awb") aan u voor. De opbouw van dit bezwaarschrift is als voigt: Verzoek op grond van artikel 7:1a, lid 1 Awb Initiatief Branchering Beleid Conclusie is de handelsnaam van NV, gevestigd te Maastricht en ingeschreven in het Handelsregister or>der numrrier 140B7235. Op de dlenstveriening door NV zijn algemene voorwaarden van toepassing, welke voorwaarden onder meer een beperking van de aansprakelijkheid bevatten. De Algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en zijn in te zien op Lid van ADVOC, het Internationale Network van Onafhankelijke kantoren, / ISO 9001:2015 IBAN-rekeningnumnner derdengelden NL95RABO , BIC RABONL2U t.n.v. Stichting Trustaccount

5 1. Verzoek op grond van artikel 7:1a, lid 1 Awb Ingevolge artikel 7:1a, lid 1 Awb kan de indiener van een bezwaarschrift verzoeken in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter, zulks in afwijking van artikel 7:1, lid 1 Awb. Deze mogelijkheid van rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter is volgens de toelichting in het bijzonder bedoeld voor gevallen waarin partijen het erover eens zijn dat zij het oneens zijn en eens zijn over de punten die hen verdeeld houden. Uw standpunt in het Besluit zal - naar de heer Van Og doet vermoeden - niet wijzigen na de heroverweging in bezwaar. Om die reden verzoek ik u namens de heer Van Og in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter en dit bezwaarschrift onverwijid door te zenden aan de bevoegde rechter. Mocht u onverhoopt niet instemmen met dit verzoek, dan verzoek ik u de navolgende gronden van bezwaar bij de heroverweging van het Besluit te betrekken. 2. Initiatief Op 18 September 2018 heeft de heer Van Og een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor de activiteit "het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het planologisch regime", zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c Wabo. De reden hiervoor is dat de heer Van Og het pand aan de Zuidsingel 14 in Venray op het bedrijventerrein De Brier in gebruik wenst te nemen als "harddiscount supermarkt". Een harddiscount supermarkt is een supermarkt met een beperkt assortiment, een zeer lage prijs, gericht op aanvullende aankopen van consumenten. De harddiscount supermarkt wenst de heer Van Og te realiseren in de reeds bestaande bebouwing. De bestaande bebouwing aan de Zuidsingel 14 in Venray staat geruime tijd leeg. In de afgelopen jaren is het niet mogelijk gebleken een nieuwe gebruiker voor het pand te vinden. Door het initiatief van de heer Van Og kan de bestaande leegstand worden opgeheven en dreigende verpaupering van het gebied worden voorkomen Branchering in strijd met Dienstenrichtlijn Hoge eisen aan brancheringsregels Detailhandel is een dienst in de zin van de richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (hierna: "Dienstenrichtlijn"). De bepalingen in hoofdstuk III van de Dienstenrichtlijn over de vrijheid van vestiging zijn ook van toepassing op een Pagina 2/10

6 situatie waarin alle relevante aspecten zich binnen een lidstaat afspelen. Een brachehngsregeling valt onder de werkingssfeer van de Dienstenrichtlijn. Zie: Hof van Justitie van de Europese Unie 30 januari 2018, ECLI:EU;C:2018:44 ABRvS 20 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2062 Dit betekent dat een voorschrift in een bestemmingsplan dat detailhandel reguleert, slechts is toegestaan als dit voldoet aan de voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 15, lid 3 van de Dienstenrichtlijn. De lidstaten (lees: het ter zake bevoegd gezag) dienen hierop toe te zien en zo nodig hun voorwaarden hierop aan te passen. In artikel 15, lid 3 van de Dienstenrichtlijn zijn de volgende voorwaarden opgenomen: het voorschrift voldoet aan het discriminatieverbod: de eisen maken geen direct of indirect onderscheid naar nationaliteit of plaats van statutaire zetel; het voorschrift is noodzakelijk: het voorschrift is gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang; het voorschrift is evenredig: het voorschrift moet geschikt zijn om het nagestreefde doel te bereiken; zij gaat niet verder dan nodig is om dat doel te bereiken en dat doel kan niet met andere, minder beperkende maatregelen worden bereikt. Zie: ABRvS 20 juni 2018, ECIJ:NL:RVS:2018: Bestemmingsplan De heer Van Og wenst een supermarkt te realiseren in het pand aan de Zuidsingel 14 in Venray. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan "De Brier" (hierna: "Bestemmingsplan"). Ingevolge het Bestemmingsplan geldt ter plaatste de enkelbestemming "Detailhandel". Ingevolge artikel 5.1, aanhef, sub a tot en met d van de planregels bij het Bestemmingsplan (hierna: "Planregels") zijn de voor "Detailhandel" aangewezen gronden bestemd voor volumineuze detailhandel, detailhandel in rijwielen, motoren bromfietsen, ondergeschikte detailhandel en aan detailhandel gerelateerde en ondergeschikte horeca. Ingevolge artikel 1.49 van de Planregels wordt onder "volumineuze detailhandel verstaan detailhandel die vanwege de gevoerde goederen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling. Het gaat hierbij om detailhandel in de vorm van: a. detailhandel in auto's en de ter plaatse te verhandelen en hiermee direct samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen; Pagina 3/10

7 b. c. d. e. detailhandel in boten, caravans en landbouwwerktuigen en de ter plaatse te verhandelen en hiermee direct samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen, alsmede detailhandel in grove bouwmaterialen; detailhandel in meubels, vioeren, keukens, sanitair, zonw/ering, verlichting en hiermee vergelijkbare artikelen ten behoeve van woninginrichting en de ter plaatse te verhandelen en hiermee direct samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen; detailhandel in volumineuze goederen ten behoeve van de buiteninrichting zoals tuinartikelen, vijvers, zwembaden en hiermee vergelijkbare artikelen en de ter plaatse te verhandelen en hiermee direct samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen; detailhandel in bouwmaterialen (bouwmarkten) en de ter plaatse te verhandelen en hiermee direct samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen. Ingevolge artikel 5.5, aanhef, sub b van de Planregels wordt onder strijdig gebruik verstaan het gebruik voor detailhandel, uitgezonderd de detailhandel welke conform de regels van dit plan is toegestaan. Dit betekent dat de gemeenteraad van Venray (hierna: "Gemeenteraad") de vestiging van detailhandel heeft gereguleerd. Als gevolg hiervan is het gebruik van het pand aan de Zuidsingel 14 in Venray als harddiscount supermarkt In strijd is met het Bestemmingsplan. 3.3 Regulering in strijd met de Dienstenrichtlijn Gelet op het voorgaande zijn de voorschriften in artikel 5.1 en artikel 5.5, aanhef, sub b van de Planregels slechts toegestaan indien deze voorschriften voldoen aan het discriminatieverbod, noodzakelijk zijn en evenredig zijn. Voordat hierna op de eis van evenredigheid wordt ingegaan, wordt eerst (beknopt) de achtergrond van de regulering ingevolge de toelichting bij het Bestemmingsplan toegelicht. Toelichting oo de reaulerina in het Bestemmingsplan Ingevolge de toelichting bij het Bestemmingsplan voigt de regulering in het Bestemmingsplan met name uit het gemeentelijk en provinciaal beleid. De voorschriften zouden zijn opgenomen met het doel de structuur van het kernwinkelgebied sterk te houden en leegstand te voorkomen. Zie: Toelichting op het Bestemmingsplan van BRO, d.d. 28 maart 2017, p. 26 Pagina 4/10

8 Volgens de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is het aan de regulerende overheid om bij vaststelling van het Bestemmingsplan de ingenomen stelling over de effectiviteit van de maatregel te onderbouwen aan de hand van een analyse met specifieke gegevens. Zie: ABRvS 20 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2062 Deze analyse voigt niet uit de toelichting bij het Bestemmingsplan. Evenrediaheid Branchering is niet de enige en zeker niet de minst beperkende manier om de structuur van het kernwinkelgebied sterk te houden en leegstand in het kernwinkelgebied te voorkomen. Zoals voigt uit de Ruimtelijke motivering Functiewijziging Zuidsingel 14 van CroonenburoS (hierna: "Ruimtelijke motivering") zal het onderhavige initiatief niet leiden tot nadelige effecten voor het kernwinkelgebied. Harddiscount supermarkten worden doelbewust bezocht en hier worden bulkinkopen gedaan. De vestiging van een harddiscountsupermarkt zal complementair zijn ten opzichte van het kernwinkelgebied. Met geen enkel onderzoek is aangetoond dat de vestiging van een discountsupermarkt op een locatie buiten het winkelkerngebied of specifiek buurtwinkelcentrum significant en structureel leegstand bij andere winkels tot gevolg heeft. Zie: Ruimtelijke motivering, p. 15 Daarnaast ligt het wegtrekken van winkels in het kernwinkelgebied door de vestiging van de harddiscount supermarkt aan de Zuidsingel 14 in Venray niet voor de hand. Het bedrijventerrein De Brier is niet aantrekkelijk voor (overige) reguliere detailhandel. Er is in het noordelijk deel van dit bedrijventerrein veel leegstand. Daarnaast ontbreekt de structurele aanloop van consumenten. Het pand aan de Zuidsingel 14 staat dan ook al lange tijd leeg. Dit betekent dat de regulering in het Bestemmingsplan die er in dit geval toe leidt dat geen harddiscount supermarkt in het pand aan de Zuidsingel 14 in Venray kan worden gevestigd, niet geschikt is om de leefbaarheid van het kernwinkelgebied te versterken, dan wel leegstand te voorkomen. Volledigheidshalve wordt hierbij opgemerkt dat er diverse minder beperkende manieren zijn om de structuur van het kernwinkelgebied sterk te houden en leegstand in het kernwinkelgebied te voorkomen. Hierbij kan gedacht worden aan het herbestemmen van detailhandelslocaties in aanloopstraten en andere ongewenste plekken, het in belangrijke mate opheffen c.q. verlagen van de Pagina 5/10

9 parkeergelden voor het kernwinkelgebied en het investeren in de kwaliteit van het kernwinkelgebied. Nu de brancheringsregeling niet geschikt is om de leefbaarheid van het kernwinkelgebied te versterken en leegstand te voorkomen en er diverse minder beperkende manieren zijn om de structuur van het kernwinkelgebied sterk te houden, is de conclusie dat de brancheringsregeling in dit geval verder gaat dan nodig is om het beoogde doel te bereiken. Dit betekent dat de brancheringsregeling in het Bestemmingsplan in strijd is met artikel 15, lid 3 van de Dienstenrichtlijn. Om die reden dienen artikel 5.1 en artikel 5.5 van de Planregels onverbindend te worden geacht. Dit leidt ertoe dat het vestigen van een harddiscount supermarkt aan de Zuidsingel 14 in Venray niet in strijd is met het Bestemmingsplan. Gelet op het voorgaande verzoek ik u namens de heer Van Og te verklaren dat geen vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c Wabo vereist is. Ten overvloede wordt hierna ingegaan op de overige gronden van het bezwaar. 3.4 Nalaten reparatie Bestemmingsplan Artikel 15, eerste lid, van de Dienstenrichtlijn luidt als voigt: "1. De lidstaten onderzoeken of in hun rechtsstelsel de in lid 2 bedoelde eisen worden gesteld en zien erop toe dat eventueel bestaande eisen verenigbaar zijn met de in lid 3 bedoelde voorwaarden. De lidstaten passen hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aan om de eisen met die voorwaarden in overeenstemming te brengen." Dit deze bepaling voigt dat een lidstaat (lees: het ter zake bevoegd gezag) gehouden is tot aanpassing van zijn regelgeving over te gaan, indien deze in strijd is met het bepaalde in de Dienstenrichtlijn. Hiervoor is reeds betoogd dat het Bestemmingsplan in strijd is met de Dienstenrichtlijn. Branchering in het Bestemmingsplan levert immers een beperking op van de vrijheid van het verlenen van diensten, terwiji deze branchering niet voldoet aan de vereisten van noodzakelijkheid, evenredigheid en het discriminatieverbod. Onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 15, lid 1 van de Dienstenrichtlijn had het op de weg van het bevoegd gezag geiegen om tot reparatie van het Bestemmingsplan over te gaan. Het nalaten door uw college, althans de Gemeenteraad, om invulling te geven aan haar verplichting ingevolge de Dienstenrichtlijn mag niet aan de heer Van Og Pagina 6/10

10 worden tegengeworpen. Dat zou neerkomen op het profiteren van een eigen weigering om alsnog te voldoen aan de eigen verplichting om de strijdigheid van het Bestemmingsplan met de Dienstenrichtlijn op te heffen. 4. Beleid U heeft de aanvraag voor de omgevingsvergunning afgewezen, omdat de vestiging van een harddiscount supermarkt niet zou passen binnen het gemeentelijk en provinciaal beleid. Het initiatief zou in strijd zijn met de Structuurvisie Detailhandel Venray 2015 en het Provinciaal Omgevingsplan. Met dit standpunt kan de heer Van Og zich niet verenigen, hetgeen hierna wordt toegelicht. Gemeentelijk beleid Ruimtelijke motivering In de Ruimtelijke motivering is reeds uitvoerig toegelicht dat het initiatief past binnen het gemeentelijk beleid. De heer Van Og sluit zich hierbij aan en verwijst in het bijzonder naar hoofdstuk 2 van de Ruimtelijke motivering, ter onderbouwing van zijn standpunt. Aanvullend daarop wordt het navolgende opgemerkt. Functiemenging en ruimtelijke kwaliteit In de partiele herziening 2015 Structuurvisie Detailhandel gemeente Venray en de Structuurvisie detailhandel gemeente Venray (hierna tezamen in enkelvoud: "Structuurvisie") is opgenomen dat eisen mogen worden gesteld aan de vestiging van supermarkten met betrekking tot de ruimtelijke spreiding en locatie op basis van de (gewenste) detailhandelsstructuur. Hierbij wordt onder meer gekeken naar functiemenging en de gewenste ruimtelijke kwaliteit. De heer Van Og wenst het pand op het bedrijventerrein De Brier in gebruik te nemen als harddiscountsupermarkt. In het gebied zijn verschillende winkels en bedrijven gevestigd. Door het initiatief zal dus functiemenging ontstaan. Bedrijventerrein De Brier krijgt een iage waardering van bezoekers. Versterking van het gebied is dan ook gewenst, waarbij het met name gaat om het toevoegen van kwaliteit en onderscheidend vermogen. Dit voigt uit de Structuurvisie. Op dit moment ontwikkelt bedrijventerrein De Brier zich zwak. Diverse bedrijven zijn uit het gebied weggetrokken. De heer Van Og heeft begrepen dat ook - de voor het gebied zeer belangrijke en leidende winkeiketen - Kwantum recent heeft besloten om uit het gebied weg te trekken. Het bedrijventerrein heeft dus een kwaliteitsimpuls nodig. Het initiatief zai leiden tot een kwaliteitsimpuls van het gebied. Het heeft een aantrekkende werking voor bezoekers en het leidt tot hergebruik van een Pagina 7/10

11 leegstaand pand. Dit leidt tot versterking van de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Daarnaast is de harddiscount supermarkt een onderscheidend concept. Het is - anders dan andere type supermarkten - een doeibewust bezochte winkei, waar een consument buikinkopen doet. In de Structuurvisie wordt ten onrechte niet op dit onderscheid ingegaan. Ook heeft u dit onderscheid ten onrechte niet in uw beoordeiing betrokken, hetgeen in paragraaf 5 nader wordt toegeiicht. In het centrumgebied is op dit moment geen harddiscountsupermarkt gevestigd, zo voigt uit de Ruimteiijke motivering. Met een harddiscount supermarkt is bedrijventerrein De Brier dus compiementair ten opzichte van het kernwinkeigebied. Voiledigheidshaive wordt hierbij opgemerkt dat op de iocatie voldoende parkeergeiegenheid beschikbaar is. Ook om die reden is de Iocatie op bedrijventerrein De Brier geschikt voor het onderhavige initiatief. Duurzame ontwrichting Uit de Structuurvisie voigt daarnaast dat geen eisen mogen worden gesteid op basis van economische termen. Dit mag slechts ais er sprake zou zijn van "duurzame ontwrichting" van het voorzieningenniveau. Van ontwrichting is sprake ais een persoon niet ianger in voidoende mate in staat is zichzeif te voorzien in de dageiijkse ievensbehoefte binnen een aanvaardbare afstand vanaf de woning. In dit gevai wordt een supermarkt niet vervangen door het onderhavige initiatief. Van duurzame ontwrichting kan dan ook geen sprake zijn. Tussenconclusie Geiet op het voorgaande is de conclusie dat het initiatief past binnen het gemeenteiijk beleid. Provinciaai beleid In het Provinciaai Omgevingsplan is ten aanzien van supermarkten opgenomen dat deze buiten winkelgebieden gevestigd mogen worden ais zij niet in te passen zijn in binnensteden of winkelgebieden in wijken en dorpskernen. Hierbij dient een afweging te worden gemaakt waarbij wordt gekeken naar de onmogelijkheid voor vestiging in een regulier winkelgebied, de leefbaarheid en een passende (her)invulling van een vrijvallende Iocatie. Dit wordt nader uitgewerkt in regionaal beleid. Pagina 8/10

12 Op het regionaal beleid is hiervoor reeds ingegaan. Aanvullend daarop wordt hier het volgende opgemerkt. Zoals in de Ruimteiijke motivering onderschreven is een kernpunt van een harddiscount supermarkt dat zij goed bereikbaar is en beschikt over voidoende parkeerpiaatsen. Het heeft een grote aantrekkende werking. Functioneie kwaiiteit is dus van zeer groot beiang. Daarnaast beschikt een harddiscount supermarkt siechts over een beperkt assortiment, gericht op de aanvullende aankopen van de consument. De bezoekfrequentie wordt ingeschaaid op een keer per een a twee weken. In het Provinciaal Omgevingsplan wordt ten onrechte niet op dit onderscheid ingegaan. Ook heeft u dit onderscheid ten onrechte niet in uw beoordeiing betrokken, hetgeen in paragraaf 5 nader wordt toegeiicht. Bedrijventerrein De Brier is een locatie die zowei vanuit lokaal ais regionaal perspectief goed bereikbaar is. Verkeer- en parkeerproblematiek in woonwijken en in het kernwinkelgebied worden door dit initiatief dus uitgesloten. Ook de kern van bedrijventerrein De Brier wordt gevrijwaard van grote verkeersstromen, nu het pand aan de Zuidsingel 14 in Venray gelegen is aan de noordelijke entree van het bedrijventerrein. De leefbaarheid van het gebied wordt dus geborgd. Ook leidt het onderhavige initiatief tot een passende (her)invulling van een vrijvallende locatie. Dit is hiervoor reeds toegeiicht. Tussenconclusie Gelet op het voorgaande is de conclusie dat - na afweging van de betrokken belangen - het initiatief past binnen het Provinciaal Omgevingsplan. 5. Belangenafweging en motivering Dit de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State voigt dat bij het nemen van een besluit alle omstandigheden dienen te worden betrokken ook al moeten deze worden geacht te zijn verdisconteerd. Het bestuursorgaan dient alle omstandigheden van het geval te betrekken in zijn beoordeiing en dient te bezien of deze op zichzelf dan wel tezamen met andere omstandigheden moeten worden aangemerkt ais bijzondere omstandigheden in de zin van artikel 4:84 Awb die maken dat het handelen overeenkomstig het beleid gevolgen heeft die onevenredig zijn in verhouding tot de met het beleid te dienen doelen. Zie: ABRvS 26 oktober 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2840 Pagina 9/10

13 Zoals in de Ruimtelijke motivering onderschreven luidt de definitie van een harddiscount supermarkt als voigt: "Een supermarkt met een beperkt assortiment, ene zeer lage prijs, gericht op de aanvullende aankopen van consumenten. De bezoekfrequentie wordt ingeschaald op 1 keer per e6n a twee weken." Daarnaast geldt voor een harddiscount supermarkt dat een kernpunt hiervan is dat zij goed bereikbaar is en beschikt over voldoende parkeerplaatsen. Het heeft een grote aantrekkende werking. Functionele kwaliteit is van zeer groot belang. Ook dit voigt uit de Ruimtelijke motivering. Gelet op de definitie van een harddiscount supermarkt en de kernpunten die hiervoor gelden, onderscheid een harddiscount supermarkt zich vanuit ruimtelijk oogpunt van andere type supermarkten. Uit het Besluit voigt niet dat u dit onderscheid in uw beoordeling heeft betrokken. Mocht u onverhoopt - anders dan de heer Van Og - van mening zijn dat het initiatief niet past binnen het beleid, dan heeft te gelden dat het handelen overeenkomstig het beleid in dit geval onevenredig is. Het leidt ertoe dat de heer Van Og het initiatief niet kan realiseren, terwiji ruimtelijk gevolgen door het initiatief - gelet op het bijzondere type supermarkt - nihil zijn. Dit leidt ertoe dat u in dit geval niet overeenkomstig het beleid dient te handelen. 6. Conclusie Gelet op het voorgaande verzoek ik u het bezwaar gegrond te verklaren, het Besluit te herroepen en (primair) te verklaren dat geen vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c Wabo vereist is, dan wel (subsidiair) te besluiten de omgevingsvergunning voor de activiteit "het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met het planologisch regime", zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c Wabo te verlenen. Daarnaast verzoek ik u de kosten van dit bezwaar te vergoeden. Dank voor de hieraan te besteden aandacht. Hoogachtend, ^V / 0. J.L stdi Pagina 10/10

14 Bijiage 1

15 Cemeente Venray H.H.3.E. van Og Blauwververstraat KJ HORST Raadhulsstraat 1 Postbus SOO, 5800 AM Venray Telefoon (0478) Telefax (0478) Internet KvK- nummer IBAN NL20 BNGH (belastingen) IBAN NLll BNGH (algemeen) BIC BNGHNL2G Verzonden op: 21 november 2018 Datum Ons kenmerk Pagina Onderwerp 15 november 2018 HZ-OMV van 3 Behandeld door Datum uw brief Uw kenmerk Stijn Verwaaljen Weigeting omgevingsvergunning harddiscounter Zuidsingel 14 Venray Geachte heer Van Og, U heeft op 18 September 2018 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het in gebruik nemen van een pand aan de Zuidsingei 14 in Venray ais harddiscounter. De aanvraag heeft betrekking op de activiteit 'handeien in strijd met regels rulmtelijke ordening'. In deze brief informeren wij u over welke beslissing wlj hebben genomen. Besluit: weigering omgevingsvergunning Gelet op artikel 2.10 en artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) hebben wij besloten de omgevingsvergunning te weigeren. Bijgevoegd treft u een exemplaar aan van de stukken die u heeft ingediend. Die stukken horen bij dit besluit tot weigering van de omgevingsvergunning. Overwegingen Bestemmingsptan Op grond van het ter plaatste geldende bestemmingsplan 'De Brier' rust op het perceel de bestemming 'Detailhandel'. De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor: volumineuze detailhandel; detailhandel in rijwielen, motor- en bromfietsen; ondergeschikte detailhandel, met dien verstande dat deze onderschikte detailhandel per detailhandelbedrijf maximaal een verkoopvloeroppervlak van 150 m2 mag beslaan en maximaal 10% van de jaaromzet mag genereren; aan detailhandel gerelateerde en onderschikte horeca, met dien verstande dat de aan de detailhandel gerelateerde horecavoorziening een oppervlak van maximaal 20% van het bruto vioeroppervlak mag beslaan; maximaal 2 standplaatsen ten behoeve van ambulante handel; wegen. Onder strijdig gebruik wordt volgens artikel 5.5 in ieder geval verstaan detailhandel die niet is toegestaan conform de regels van dit plan. ^ Venray, focus op mensen

16 Datum 15 november 2018 Ons kenmerk HZ-OMV Pagina 2 van 3 Een harddiscount supermarkt voldoet niet aan deze regels. Afwijken Volgens artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hlerna: Wabo) Is het verboden zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken. Het bestemmingsplan geeft geen mogelijkheden om van de regels af te wljken. Eventueel kunnen wij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a sub 2, van de Wabo van het bestemmingsplan afwijken. De aanvraag past niet binnen het beleid Vestiging van een supermarkt op De Brier past niet binnen de door de gemeenteraad vastgestelde Structuurvisie Detailhandel Venray Nieuwe supermarkten moeten zlch in of direct aangrenzend aan de bestaande winkelcentra met een functie voor de dagelijkse boodschappen (het kernwinkelgebied en de dorp- en wijkwinkelcentra) vestigen en dus niet op PDV-locatie De Brier. Hiermee streven wij naar een goede spreiding en variatie in supermarkten, zodat voor alle inwoners de mogelijkheid bestaat om op aanvaardbare afstand (loop- of fietsafstand) de dagelijkse boodschappen te doen. Door het (nieuw te bouwen) wijkwinkelcentrum in't Brukske is in dit gedeelte van Venray al voldoende aanbod op het gebied van supermarkten voorzien. Supermarkten vervullen daarnaast een belangrijke functie voor de leefbaarheid in de wijken en in het kernwinkelgebied leiden ze vaak tot combinatlebezoek met andere winkels in de dagelijkse sector. Uit onderzoek blijkt dat het combinatlebezoek met volumineuze detailhandel/pdv (zoals gevestigd op De Brier) veel beperkter is. Vestiging van een supermarkt op De Brier sluit evenmin aan bij het provinciaal beleid, zoals vastgelegd in het Provinciaal Omgevingsplan (2014). Om te voorkomen dat grootschallge winkelgebieden aan de rand van de steden uitgroeien tot 'nieuwe binnensteden' biedt de provincie Limburg in deze gebieden geen ruimte voor winkeis uit branches die bij uitstek thuishoren in de stadscentra. Voor supermarkten die niet (meer) in te passen zijn in binnensteden of de winkelgebieden in wijken en dorpskernen is in uitzonderingsgevallen vestiging op zo'n terrein mogelijk. Het vraagt wel om een goede afweging, waarbij de onmogelijkheld voor vestiging in een regulier winkelgebied, de impact op de leefbaarheid en een passende (her)invulling van de vrijvallende locatie betrokken worden. Uit de aangeleverde ruimtelijke onderbouwing blijkt niet dat vestiging in een regulier winkelgebied kan worden uitgesloten. Er wordt een haalbaarheidsonderzoek naar altematleve functies op De Brier uitgevoerd Ter informatie geven wij u mee dat wij voornemens zijn om (samen met de ondememersvereniging De Brier en betrokken eigenaren) een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren naar alternatieve functies op De Brier, in het bijzonder woonfuncties. Dit haalbaarheidsonderzoek wordt naar verwachting begin 2019 uitgevoerd.

17 Datum 0ns ken merit IS november 2018 H2-OMV Pagina 3 van 3 Bezwaar Bent u het met dit besluit niet eens, dan kunt u hiertegen bezwaar maken. Dit kan via Daarvoor heeft u uw eiektronische handtekening (DigiD) nodig. Ook kunt u schriftelijk bezwaar indienen. Dat doet u door een gemotiveerd bezwaarschrift te sturen aan burgemeester en wethouders van Venray, Postbus 500, 5800 AM Venray. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en tenminste bevatten: - de datum; - naam en adres van degene die bezwaar maakt; - een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; - de redenen waarom u het niet eens bent met het besiuit. Het bezwaarschrift moet zijn ontvangen binnen zes weken na de datum van verzending van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt. Ook dient u zo mogeiijk een kopie van het bestreden besluit mee te sturen. Voorts is van belang dat het maken van bezwaar de werking van het besluit niet schorst. Indien u bezwaar heeft gemaakt en een spoedeisend belang heeft bij het voorkomen van onomkeerbare gevolgen van het besluit, dan kunt u bij de Voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, Postbus 950, 6040 AZ Roermond, een verzoek om voortopige voorziening indienen. Voor het In behandeling nemen van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Nadere informatie hierover kunt u verkrijgen via de griffie van de rechtbank Limburg. Nadere informatie Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de heer Stijn Verwaaijen, telefonisch bereikbaar via telefoonnummer of via mailadres: Qemccnte venrav.n! ter attentie van Stijn Verwaaijen. Hoogachtend, namens het college van Burgemeester en Wethouders van Venray, teammanager Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving, Ingrid Starmans

18 PortBetaald i PortPayg fpostni Pi«s-Bas V ^ 00 c c 0^ a> o. o «/1 o Q. R NL Aangetekend G-A-1 PortBetaald I ^ PortPaij# IpOStnl Pays-Bas \ ^ 3SRRC

19 Mr. J.L. Stoop Vestdijk CE EINDHOVEN Raadhuisstraat 1 Postbus 500, 5800 AM Venray Telefoon (0478) Telefax (0478) gemeente@venray.nl Internet KvK- nummer IBAN NL20 BNGH (belastingen) IBAN NL11 BNGH (algemeen) BIC BNGHNL2G Verzonden op: Datum 18 februari 2019 Behandeld door Ellen Smids Ons kenmerk Datum uw brief 24 december 2018 Pagina 1 van 2 Uw kenmerk JS/SJ/ Onderwerp Rechtstreeks beroep Geachte heer Stoop, U heeft bij brief van 24 december 2018 bij ons als gemachtigde een bezwaarschrift ingediend tegen de geweigerde omgevingsvergunning voor het vestigen van een supermarkt op het perceel Zuidsingel 14 te Venray. In uw bezwaarschrift verzoekt u namens uw cliënt om op grond van artikel 7:1a, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter. In deze brief besluiten wij op uw verzoek. Overwegingen U geeft aan dat de mogelijkheid van rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter in het bijzonder bedoeld is voor gevallen waarin partijen het erover eens zijn dat zij het oneens zijn en eens zijn over de punten die hen verdeeld houden. Dit standpunt zou in de heroverweging in bezwaar niet wijzigen. Dit is echter een standaard overweging die niet toegesneden is op de casus die nu voorligt. Daarnaast zijn wij van mening dat de bezwaren vragen om aanvullend onderzoek. Op voorhand wordt uw stelling dat partijen het erover eens zijn dat zij het oneens zijn en eens zijn over de punten die hen verdeeld houden dan ook niet gedeeld. Besluit Gelet op het bovenstaande wijzen wij uw verzoek om in te stemmen met rechtstreeks beroep op grond van artikel 7:1a lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht dan ook af. Het college van burgemeester en wethouders,, burgemeester, secretaris

20 Datum 18 februari 2019 Ons kenmerk Pagina 2 van 2 Bezwaar Bent u het met dit besluit niet eens, dan kunt u hiertegen bezwaar maken. Dit kan via Daarvoor heeft u uw elektronische handtekening (DigiD) nodig. Ook kunt u schriftelijk bezwaar indienen. Dit bezwaarschrift stuurt u naar burgemeester en wethouders van Venray, Postbus 500, 5800 AM Venray. In het bezwaarschrift schrijft u tegen welk besluit u bezwaar maakt en waarom u het niet eens bent met ons besluit. Denkt u eraan dat u het bezwaarschrift ondertekent en dat u uw naam en adres vermeldt. U heeft zes weken om het bezwaarschrift in te dienen. De uiterste datum is zes weken na de datum waarop wij het besluit verzonden. Als u bezwaar maakt, treedt het besluit toch in werking. Alleen als er spoedeisende belangen zijn die dat nodig maken, kunt u bij de rechter om een tijdelijke maatregel vragen. Dat heet een voorlopige voorziening. Alle informatie hierover kunt u krijgen via de griffie van de rechtbank Limburg, Postbus 950, 6040 AZ Roermond.