Project INTERREG III LUTANUIS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Project INTERREG III LUTANUIS"

Transcriptie

1 Project INTERREG III LUTANUIS Evaluatie van de milieu-impact van de chemische bestrijding van de muskusrat met wortellokaas P. Joye (Centre wallon de Rech. agronomiques Dpt Lutte biologique et Ress. phytogénétiques Unité de Zoologie Gembloux), A. Michotte Renier (Europese Commissie, DG Landbouw en Plattelandsontwikkeling Eenheid EI3 - Brussel) Th. Mahaut (Ministerie van het Waalse Gewest Algemene Directie Landbouw Afdeling landbouwsubsidies -Ciney) 1 Doel van de proefneming 1.1 Situering Een eeuw nadat de muskusrat (Ondatra zibethicus L.) in Europa werd ingevoerd, blijft dit dier vanwege zijn grote voortplantingsvermogen en vanwege het feit dat het natuurlijke reguleringsvermogen in onze regio s onvoldoende is, een heel schadelijke diersoort die zonder onderbreking bestreden moet worden. De muskusrat veroorzaakt immers schade aan de oevers van de waterlopen, aan de nabijgelegen landbouwgewassen en aan de waterbouwkundige kunstwerken. Bovendien brengt de muskusrat risico s met zich mee voor de volksgezondheid. In Wallonië wordt de muskusrattenbestrijding vooral georganiseerd en uitgevoerd door de Dienst Muskusrattenbestrijding van het Ministerie van het Waalse Gewest (DGRNE Division de l Eau). De bestrijding is gebaseerd op een geïntegreerde aanpak met zowel mechanische als chemische middelen. De mechanische bestrijding gebeurt aan de hand van diverse soorten fuiken en klemmen (lokaasklemmen, grondklemmen, conibear-klemmen), en dit het hele jaar door, met echter de nadruk op de periode februari-maart (voorjaarsmigratie). De mechanische bestrijding is doeltreffend en het aantal gevangen muskusratten is op het zicht vast te stellen, maar er is veel personeel voor nodig en deze methode is op zich niet voldoende op de muskusrattenpopulaties onder controle te houden, met het aantal rattenvangers dat momenteel in het Waalse Gewest beschikbaar is. De chemische bestrijding met wortellokaas dat behandeld is met chlorofacinon, volgens een techniek die door MOENS 1 (1968) werd ontwikkeld, vormt een ideale aanvulling op de mechanische bestrijding. Een van de voordelen ervan is een grote tijdwinst. In vergelijking met andere methodes van chemische bestrijding, waarbij onder andere geplette bieten worden gebruikt die met chlorofacinon zijn doordrenkt (deze methode werd kort geleden nog in Frankrijk gebruikt), kan er een veel kleinere hoeveelheid anticoagulans worden gebruikt. Tevens is het risico dat een muskusrat een te kleine hoeveelheid gif binnenkrijgt, minder groot, omdat elk lokaas de dosis bevat die nodig is om een volwassen individu te doden (2,5 mg chlorofacinon). De lokazen worden vakkundig neergelegd door ervaren en professionele rattenvangers; dit vermindert sterk het riscico van incidentele consumptie door andere diersoorten. Tot slot is chlorofacinon een anticoagulans van de eerste generatie, dat als voordeel heeft dat het minder toxisch is voor andere diersoorten die prooien 1 MOENS R. (1968). Essai de destruction du rat musqué au moyen d'appâts à base de chlorophacinone. Public. O.E.P.P., Ser. A 47, / 1

2 of lijken eten vooral vogels dan de rodenticiden van de tweede generatie. Deze laatste zijn veel persistenter en het risico op secundaire intoxicatie is daarom groter (JOERMANN 2, 1998). Tot op heden is echter heel weinig onderzoek verricht naar het risico van secundaire intoxicatie bij diersoorten die zich voeden met muskusratten die met anticoagulantia werden vergiftigd. Het belangrijkste doel van dit onderzoek, dat uitgevoerd werd in het kader van het Europese project Interreg III LUTANUIS, is om deze lacune aan te vullen. 1.2 Voorstelling van de proefnemingen Keuze van de dierlijke modellen De bruine rat (Rattus Norvegicus BERK.) is het ideale zoogdiermodel gebleken van de secundaire predator. Hij is erg bekend, goed bestudeerd, heel beschikbaar, en zijn voedingsgewoonten (omnivoor, aaseter, kannibaal, ) zijn verenigbaar met die van het voorwerp van de proefneming. De bruine rat biedt tevens het voordeel dat hij bekend is om zijn grote gevoeligheid voor anticoagulantia. Als vogelmodel van de secundaire predator werd gekozen voor de Japanse kwartel (Coturnix japonica Temminck and Schlegel), om de volgende redenen: - De mogelijkheid om wilde vogels te gebruiken, zoals roofvogels of kraaiachtigen, werd van in het begin uitgesloten om evidente praktische en wettelijke redenen. De meeste van die soorten zijn immers ofwel streng beschermd, ofwel moet er een vergunning verkregen worden om ze te vangen. Bovendien is het benodigde aantal vogels relatief hoog (+/- 150), waardoor het te verwachten valt dat er grote moeilijkheden zullen rijzen betreffende de bevoorrading. - De kwartel is een tamme vogel die zich aangepast heeft aan het leven in kleine kooien en die algemeen gebruikt wordt voor eco-toxicologisch onderzoek. - De volwassen kwartel van de zware soort weegt ongeveer 280 g, wat vergelijkbaar is met het gewicht van de bruine rat, die als zoogdiermodel diende. - Tijdens de voortplantingsperiode bestaat de voeding van de kwartel voor bijna 80% uit dierlijke proteïnes. - Het dagrantsoen van een kwartel (35 g) is vergelijkbaar met het gewicht van de lever en de bouten van de mukusratten waarmee hij gevoed zal worden. Na voorafgaande laboratoriumproeven werd besloten om alleen vrouwelijke kwartels in de legperiode te gebruiken, omdat de mannelijke kwartels het vlees dat ze voorgezet krijgen niet opeten Herkomst van de dieren De muskusratten die voor dit onderzoek gebruikt werden, werden gevangen in hun natuurlijke milieu op het grondgebied van het Waalse Gewest. De bruine ratten zijn 2 JOERMANN G., A review of secondary-poisoning studies with rodenticides. OEPP/EPPO Bulletin 28, / 2

3 afkomstig uit fokkerijen van CRA-W en de kwartels zijn afkomstig uit een professionele fokkerij Doelstellingen Een eerste onderdeel van het onderzoek had tot doel om, via het model van de bruine rat, het risico van secundaire intoxicatie te beoordelen bij zoogdieren predatoren of aaseters die zich voeden met dode of levende muskusratten die vergiftigd werden met chlorofacinon doordat ze wortellokaas gegeten hadden dat gewoonlijk gebruikt wordt door de rattenvangers van het Ministerie van het Waalse Gewest. Een tweede onderdeel had tot doel om dat zelfde risico van secundaire intoxicatie te beoordelen bij vogels, via het model van de Japanse kwartel. Aanvullend op dat tweede onderdeel van de proefneming werd gezocht naar residu s van chlorofacinon in de eieren van de kwartels, om het risico te onderzoeken dat het chlorofacinon in het ei terecht komt, zodat de voortplantingscyclus verstoord wordt, of zodat het gif in de voedselketen terecht komt en een tertiaire intoxicatie veroorzaakt. Een derde onderdeel had tot doel om deze eerste twee proefnemingen te reproduceren en daarbij het chlorofacinon (anticoagulans van de 1 e generatie) te vervangen door difenacoum en bromadiolone (anticoagulantia van de 2 e generatie), teneinde de risico s van secundaire intoxicatie te beoordelen die gepaard gaan met het gebruik van die producten en om in fine deze beide groepen anticoagulantia met elkaar te vergelijken als ze gebruikt worden in gelijkaardige omstandigheden. Tot slot werden, naast die diverse proefnemingen, de organen van de muskusratten onderzocht om na te gaan hoeveel residu s van chlorofacinon ze bevatten. 2 Beoordeling van de risico s van secundaire intoxicatie bij zoogdieren die zich voeden met muskusratten die met chlorofacinon vergiftigd werden 2.1 Protocol van de proefneming Voor deze proefneming werden 3 verschillende doses chlorofacinon getest (2,5 mg, dwz 1 wortellokaas 7,5 mg, dwz 3 wortellokazen 15 mg, dwz 6 wortellokazen), in combinatie met 4 verschillende tijdspannes tussen het eten van de lokazen en de dood van de muskusrat ( na 2, 4 of 6 dagen na de toediening van de lokazen of geen het dier sterft ten gevolge van de intoxicatie). Dat betekent dus in totaal 12 reeksen proefnemingen. Voor elke reeks werden groepen van 8 muskusratten en 8 bruine ratten samengesteld. Van de 8 muskusratten zijn er 5 die de voorziene dosis rattengif krijgen en 3 die als controledieren dienen (sentineldieren). Al naargelang het geval worden de muskusratten geëuthanasieerd na de voorgeschreven termijn, ofwel gaan ze dood ten gevolge van de intoxicatie. De lever en de bouten worden in onbewerkte staat voorgezet aan de bruine ratten, die voorafgaandelijk een periode niet gegeten hebben. Ze krijgen dus, zonder de mogelijkheid om voor ander voedsel te kiezen, de lever op dag D 0, een eerste bout op dag D 1, de tweede bout op dag D 2 en vervolgens hun gewone voedsel (geplette tarwe) tot het eind van de proef (maximaal 21 3 / 3

4 dagen). Als er sterfgevallen plaatsvinden, wordt een autopsie uitgevoerd om de rol van de coagulantia in de dood van de bruine rat te bevestigen of te ontkrachten. 2.2 Resultaten en discussie Tijdens die diverse proefnemingen werd er één sterfgeval (op de 36) vastgesteld bij een bruine rat die als controledier diende. De sterftecijfers bij de geteste bruine ratten zijn hieronder te vinden in tabel 1. Tijd voor de Dosis 2,5 mg chlorofacinon 7,5 mg chlorofacinon 15,0 mg chlorofacinon 2 dagen 1 / 5 (D 6 ) 1 / 5 (D 2 ) 2 / 5 (D 4 en D 6 ) 4 dagen 6 dagen 0 / 5 1 / 5 (D 4 ) 0 / 5 1 / 5 (D 4 ) 0 / 5 0 / 5 Geen 0 / 5 0 / 5 0 / 5 Tabel 1 : Overzicht van de sterftecijfers bij de bruine ratten Onbewerkte gegevens De autopsieën wezen uit dat, van de 6 vastgestelde sterfgevallen bij de bruine ratten, alleen de 2 sterfgevallen die opgetekend werden in de proef waarbij de bruine ratten gevoed werden met muskusratten die geëuthanasieerd werden 2 dagen nadat ze 6 wortellokazen gegeten hadden (15 mg chlorofacinon), toegeschreven kunnen worden aan de gevolgen van het anticoagulans (bleke longen en geen bloed en stolsels in het hart). In de vier andere gevallen konden bij de autopsie geen tekenen van bloeding worden vastgesteld. Bij die gevallen blijft er dus twijfel over de werkelijke doodsoorzaken, vooral in het geval waarbij de dood optreedt op D 2. Die termijn is immers te kort voor het optreden van dodelijke bloedingen. Het feit dat er geen sterfgevallen werden vastgesteld in de reeksen waarbij zes lokazen werden toegediend, en waarbij 4 en 6 dagen gewacht werd voor de, lijkt deze twijfel te bevestigen. 2.3 Besluit In de praktijk lijkt de proef dus uit te wijzen dat alleen in het geval dat er vlees wordt gegeten van muskusratten die kort geleden (2 dagen) vergiftigd werden met massale hoeveelheden chlorofacinon, er een groot risico is van secundaire intoxicatie. Een dergelijke situatie lijkt echter weinig waarschijnlijk in het echt, want na een zo korte tijd vertoont de muskusrat nog geen tekenen van zwakte, en valt hij dus niet gauw ten prooi aan predatoren. 4 / 4

5 De resultaten die verkregen worden met de langere termijnen en in de gevallen waarin de muskusratten sterven als gevolg van de intoxicatie, tonen aan dat, zelfs bij ernstige intoxicatie, de risico s van secundaire intoxicatie gering zijn, of zelfs onbestaande. Dat is dus geruststellend. 3 Evaluatie van het risico van secundaire intoxicatie bij vogels die zich voeden met muskusratten die vergiftigd werden met chlorofacinon 3.1 Protocol van de proefneming Het protocol van de proefneming is hetzelfde als dat hierboven, alleen werden de bruine ratten vervangen door Japanse kwartels. Om het voedsel er smakelijker te laten uitzien, werden de lever en de voorafgaandelijk uitgebeende bouten fijngemalen, vooraleer ze aan de kwartels werden voorgezet. Voor het onderzoek van de kwarteleieren werden 2 groepen van 4 kwartels samengesteld. De eerste groep kreeg het vlees van muskusratten die vergiftigd waren met 3 wortellokazen en die na 2 dagen geëuthanasieerd waren; de tweede groep kreeg het vlees van muskusratten die eveneens met 3 wortellokazen vergiftigd waren maar die na 6 dagen geëuthanasieerd waren. De eerste 5 eieren die door elke kwartel werden gelegd vanaf D 0, werden geanalyseerd met LC/MS (vloeistofchromatografie met detectie aan de hand van massaspectrometrie detectielimiet van 10 ppb). 3.2 Resultaten en discussie Tijdens de diverse proefnemingen werd één sterfgeval vastgesteld van een kwartel die als controledier diende (D 14 ). De sterftecijfers bij de geteste kwartels zijn in tabel 2 hieronder te vinden. Tijd Dosis voor de 2,5 mg chlorofacinon 7,5 mg chlorofacinon 15,0 mg chlorofacinon 2 dagen 0 / 5 0 / 5 0 / 5 4 dagen 6 dagen 0 / 5 0 / 5 1 / 5 (D 11 ) 0 / 5 0 / 5 0 / 5 Geen 0 / 5 1 / 5 (D 4 ) 0 / 5 Tabel 2: Overzicht van de sterftecijfers bij de Japanse kwartels Onbewerkte gegevens 5 / 5

6 Uit de autopsieën die werden verricht op de 2 kwartels die stierven tijdens de proefnemingen, bleek dat de dood niet werd veroorzaakt door een gebrekkige stolling. Het hart van de dieren bevatte immers een goed gevormde bloedklonter en de longen hadden een normale kleur. Dat die sterfgevallen toevallig waren, wordt bevestigd door het feit dat de betrokken individuen geen deel uitmaakten van de groepen die aan de meest ernstige vorm van intoxicatie werden blootgesteld. De kwartels die muskusratten gegeten hadden die vergiftigd waren met 6 lokazen en die na 2 dagen geëuthanasieerd waren, bleven immers allemaal in leven. Deze sterfgevallen kunnen als normaal worden beschouwd, rekening houdend met de betrekkelijke kwetsbaarheid van deze soort. Volgens de fokker die de dieren leverde, is de meest voorkomende doodsoorzaak de te grote omvang van de eieren, die af en toe voorkomt. De resultaten van de analyse van de kwarteleieren zijn te vinden in de tabel 3 hieronder. Caille n J 0 J 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 du rat musqué 2 jours après intoxication 1 nd nd nd nd nd X X X X X X X X X X 2 nd nd nd 0,016 0,017 X X X X X X X X X X 3 nd nd 0,010 0,015 X X X X X X X X X X 4 nd nd nd nd nd X X X X X X X X du rat musqué 6 jours après intoxication 5 nd nd nd nd nd X X X X X X X 6 nd nd nd nd nd X X X X X X X X X X 7 nd nd nd nd nd X X X 8 nd nd nd * nd nd X Tabel 3 : Resultaten van de analyse van de kwarteleieren (nd = niet detecteerbaar X : ei - * : ei zonder schaal) De kwartels nrs. 4 en 8 hebben niet alle muskusrattenvlees gegeten dat hen voorgezet werd. Kwartel nr. 8 vertoonde bovendien tekenen van zwakte en verlamming gedurende de proefneming, wat tot een stopzetting van de leg geleid heeft gedurende enkele dagen. 3.3 Besluiten De afwezigheid van gevallen van secundaire intoxicatie bij kwartels, zelfs in de meest ernstige omstandigheden, is uiterst bemoedigend. Slechts van twee kwartels vertoonden de eieren heel licht positieve resultaten, maar het gaat hier om heel geringe hoeveelheden die geen enkel risico van tertiaire intoxicatie zouden moeten inhouden. Een bruine rat van 250 g zou meer dan 32 kilo eieren moeten eten om de DL50 waarde te bereiken (2,1 mg/kg). Er zou verder onderzoek uitgevoerd moeten worden 6 / 6

7 om de gevolgen van die concentraties op de ontwikkeling van het embryo in het ei te kunnen beoordelen. 4 Vergelijking van het risico van secundaire intoxicatie tussen coagulantia van de eerste en de tweede generatie 4.1 Protocol van de proefneming Zoogdiermodel Voor dit onderdeel van de proefneming werden 3 doses anticoagulanten van de tweede generatie (1,25 mg difenacoum (1 wortellokaas), 3,75 mg difenacoum (3 wortellokazen) en 4,0 mg bromadiolone (1 wortellokaas) gebruikt, in combinatie met 2 termijnen tussen de intoxicatie en de dood van de muskusrat ( na 2 dagen en geen (het dier sterft ten gevolge van de intoxicatie)). Samen zijn dat 6 reeksen proefnemingen. 1,25 mg difenacoum is de dosis die in België wordt voorgeschreven voor de muskusrattenbestrijding (Apoisine ) en dus overeenstemt met de hoeveelheid die nodig is om een muskusrat te doden. Voor bromadiolone, dat in België niet goedgekeurd is voor dit gebruik, werd een dosis gekozen die een theoretische toxiciteit heeft die vergelijkbaar is met die van drie wortellokazen met chlorofacinon. Het protocol van de proefneming is hetzelfde als dat van de beoordeling van het risico van secundaire intoxicatie door chlorofacinon Vogelmodel Voor het vogelmodel werd een extra proefneming toegevoegd aan de zes proeven die hierboven worden beschreven, namelijk muskusratten die geëuthanasieerd werden 2 dagen nadat ze 3 wortellokazen gegeten hadden die elk 4 mg bromadiolone bevatten. 4.2 Résultats et discussion Bruine ratten Bij de bruine ratten die als controledieren dienden, werd geen enkel sterfgeval vastgesteld tijdens de zes proefnemingen. De sterftecijfers bij de geteste ratten zijn te vinden in tabel 4 hieronder. 7 / 7

8 Tijd Dosis voor de 1,25 mg difenacoum 3,75 mg difenacoum 4,0 mg bromadiolone 2 dagen 0 / 5 3 / 5 (D 6,D 6,D 9 ) 5 / 5 (D 0,D 8,D 8,D 9,D 11 ) Geen 1 / 5 (D 2 ) 3 / 5 (D 5,D 7,D 8 ) 5 / 5 (D 5,D 7,D 7,D 9,D 11 ) Tabel 4 : Overzicht van de sterftecijfers bij de bruine ratten Onbewerkte gegevens De autopsie die werd uitgevoerd op de bruine rat die gestorven is nadat hij vlees had gegeten dat afkomstig was van een muskusrat die vergiftigd was met 1,25 mg difenacoum en vervolgens ten gevolge van de intoxicatie gestorven was, heeft niet aangetoond dat het sterfgeval toe te schrijven was aan de gevolgen van de anticoagulantia. Ook de dood op D 0 van de bruine rat die een muskusrat gegeten had die geëuthanasieerd was twee dagen na intoxicatie met bromadiolone, kan niet toegeschreven worden aan de gevolgen van de coagulantia. Als de consumptie van difenacoum beperkt blijft tot de aanbevolen dosis (1 wortellokaas) wordt dus geen enkel bewezen geval van secundaire intoxicatie vastgesteld. Als de primaire intoxicatie drie maal de voorgeschreven dosis difenacoum bedraagt, is het percentage bruine ratten die sterven als gevolg van de effecten van de anticoagulantia, groot (3/5) en gelijk, ongeacht of de muskusratten na 2 dagen geëuthanasieerd worden of sterven als gevolg van de intoxicatie. Deze constante in de tijd wordt eveneens vastgesteld in het geval van een primaire intoxicatie met bromadiolone, waarbij alle geteste bruine ratten sterven Japanse kwartels Gedurende de 7 reeksen proefnemingen zijn drie kwartels die als controledieren dienden, gestorven, en kwam er geen enkel sterfgeval voor bij de geteste dieren (tabel 5). Tijd Dosis voor de 1,25 mg difenacoum 3,75 mg difenacoum 4,0 mg bromadiolone 12,0 mg bromadiolone 2 dagen 0 / 5 0 / 5 0 / 5 0 / 5 Geen 0 / 5 0 / 5 0 / 5 Tabel 5 : Overzicht van de sterftecijfers bij de Japanse kwartels Onbewerkte gegevens 8 / 8

9 4.3 Besluiten De resultaten die verkregen werden met het zoogdiermodel bevestigen dat de coagulantia van de tweede generatie in staat zijn om secundaire intoxicaties te veroorzaken die ernstiger zijn dan het geval is met de anticoagulantia van de eerste generatie, zelfs bij een theoretisch lagere toxiciteit. Dat is te zien in tabel 6 hieronder, waarin alle gegevens staan die verzameld werden tijdens de diverse proeven op bruine ratten. Daarbij werd geen rekening gehouden met sterfgevallen die niet toe te schrijven zijn aan de anticoagulantia. De diverse resultaten zijn in volgorde van oplopende theoretische toxiciteit gerangschikt (hoeveelheid actieve stof/ld 50 ). Dosis product Tijd (toxiciteit) voor 1,25 mg Difenacoum (0,69) 2,5 mg Chlorofac. (1,19) 3,75 mg Difenacoum (2,08) 7,5 mg Chlorofac. (3,57) 0,4 mg Bromadiolone (3,57) 15,0 mg Chlorofac. (7,14) 2 dagen 0/5 0 / 4 3/5 0 / 4 4 / 4 2 / 5 4 dagen 0 / 5 0 / 4 0 / 5 6 dagen 0 / 5 0 / 4 0 / 5 Geen 0/4 0 / 5 3/5 0 / 5 5 / 5 0 / 5 Tabel 6 : Vergelijking van de sterftecijfers bij de bruine rat Een dosis van 3,75 mg difenacoum heeft dus een secundaire toxiciteit die hoger is dan doses van 7,5 mg en 15 mg chlorofacinon, hoewel de theoretische toxiciteit ervan duidelijk en heel duidelijk lager is dan die van deze beide gevallen. Een dosis van 0,4 mg bromadiolone veroorzaakt een secundaire mortaliteit die hoger is dan de mortaliteit die veroorzaakt wordt door doses van 7,5 mg en 15 mg chlorofacinon, waarvan de theoretische toxiciteit nochtans gelijk en hoger is. Dat kan verklaard worden door het feit dat de anticoagulantia van de tweede generatie een grotere remanentie hebben. Ze worden dus weinig of heel weinig gemetaboliseerd door de muskusrat en komen daarom in grote hoeveelheden in het kadaver terecht, dat door de secundaire predator wordt opgegeten. Andere tekenen van die hogere remanentie van de anticoagulantia van de tweede generatie liggen in het feit dat er een constante secundaire mortaliteit wordt vastgesteld tussen de proeven die worden uitgevoerd met muskusratten die na 2 dagen geëuthanasieerd worden, en de muskusratten die sterven ten gevolge van de intoxicatie; de resultaten die verkregen worden met chlorofacinon (15 mg) laten daarentegen een daling van die secundaire mortaliteit zien. 9 / 9

10 De resultaten die verkregen worden met het vogelmodel laten zien dat, zelfs in de meest ernstige gevallen (heel hoge doses anticoagulantia van de tweede generatie) er geen enkel geval van secundaire intoxicatie wordt vastgesteld bij de kwartels. Dat bevestigt de resultaten die verkegen werden met chlorofacinon. Deze hogere weerstand wordt gemakkelijk verklaard door de lagere gevoeligheid van vogels voor chlorofacinon (hogere DL 50 -waarden). 5 Analyse van de residu s van chlorofacinon in de weefsels van muskusratten 5.1 Protocol van de proefneming Er werden analyses uitgevoerd van de concentraties residu s van coagulantia in diverse weefsels (lever, nieren en spieren) en in de darminhoud. Dit gebeurde bij 3 reeksen van 4 muskusratten: muskusratten die geen chlorofacinon gekregen hadden, muskusratten die 3 wortellokazen gekregen hadden en na 2 dagen geëuthanasieerd waren, muskusratten die 3 wortellokazen gekregen hadden en na 6 dagen geëuthanasieerd waren. De stalen werden vóór de analyse ingevroren. De gebruikte analysemethodes zijn HPLC/UV (hogedrukvloeistofchromatografie met UV-detectie detectielimiet van 50 ppb) voor de lever en de nieren en LC/MS (vloeistofchromatografie met detectie via massaspectrometrie detectielimiet 10 ppb) voor de bouten en de darminhoud. 5.2 Resultaten en discussie Controledieren Muskusratten die 3 wortellokazen gegeten hebben en na 2 dagen geëuthanasieerd werden Muskusratten die 3 wortellokazen gegeten hebben en na 6 dagen geëuthanasieerd Weefsels Nr. Lever Nieren Bouten Darminhoud 1 < 0,05 < 0,05 < 0,01 < 0,01 2 < 0,05 < 0,05 < 0,01 < 0,01 3 < 0,05 < 0,05 < 0,01 < 0,01 4 < 0,05 < 0,05 < 0,01 < 0,01 5 1,12 0,21 0,02 0,5 6 0,66 0,224 0,015 < 0,01 7 1,00 < 0,05 0,02 3,5 8 0,34 0,164 < 0,01 0,2 9 0,16 < 0,05 < 0,01 < 0,01 10 < 0,05 2,00 < 0,01 < 0, ,33 < 0,05 < 0,01 < 0, ,68 < 0,05 0,015 0,075 werden Tabel 7 : Onbewerkte resultaten van de analyse van de levers, nieren, bouten en darminhouden met het oog op het kwantificeren van de aanwezigheid van chlorofacinon via HPLC/UV en LC/MS. 10 / 10

11 De resultaten die verkregen werden met muskusratten die geen chlorofacinon gekregen hadden (nrs. 1 à 4) tonen aan dat de methode geen valse positieve resultaten geeft. Bij muskusrat nr. 7 zou de grote hoeveelheid chlorofacinon in de darminhoud verklaard kunnen worden door de laattijdige consumptie van de lokazen. Bij datzelfde dier stellen we afwezigheid van residu s in de nieren vast, wat niet overeenkomt met de waarden die vastgesteld worden in de lever en de spieren, waaruit de aanwezigheid van chlorofacinon in het bloed blijkt. De gegevens over dat dier zullen daarom niet meegenomen worden in het vervolg van de analyse. Bij muskusrat nr. 10 is de waarde in de nieren overdreven hoog in vergelijking met de waarden in de andere weefsels, en zal als afwijkend beschouwd worden. Bij muskusrat nr. 12 is de hoeveelheid in de lever abnormaal hoog in vergelijking met de andere resultaten van de groep. Dat geldt ook voor de darminhoud. Een dergelijke concentratie van residu s zal als abnormaal beschouwd worden rekening houdend met het feit dat de spijsverteringscyclus bij de muskusrat ongeveer 20 uur duurt. Bijgevolg zullen de volledige gegevens over dat dier niet meegenomen worden in het vervolg. De gemiddelde waarden, na uitsluiting van de afwijkende waarden, zijn als volgt (tabel 8): Lever Nieren Bouten Darminhoud Controledieren < 0,05 < 0,05 < 0,01 < 0,01 Muskusratten die 3 wortellokazen gegeten hebben en na 2 dagen geëuthanasieerd werden Muskusratten die 3 wortellokazen gegeten hebben en na 6 dagen geëuthanasieerd werden 0,71 0,199 0,013 0,235 0,17 < 0,05 < 0,01 < 0,01 Tabel 8 : Gemiddelde waarden na uitsluiting van de afwijkende waarden 5.3 Besluit De grootste concentraties residu s zijn te vinden in de lever, vervolgens in de darminhoud, de nieren en tot slot in de bouten. - De grote hoeveelheid chlorofacinon in de lever is voorspelbaar, aangezien dit orgaan erom bekend is dat het chlorofacinon opslaat. - De hoeveelheid die zich in de darminhoud bevindt, hangt af van de verteringsfase van de lokazen. - De nieren zijn uitscheidingsorganen die de afvalstoffen die door het bloed worden vervoerd, elimineren; het is dus logisch dat ze eveneens het product bevatten. 11 / 11

12 - De concentratie chlorofacinon in de bouten moet worden toegeschreven aan de concentratie chlorofacinon in de bloedsomloop. De grootste concentraties worden vastgesteld twee dagen na de consumpie van de lokazen. Dat geldt voor alle organen. Daarna wordt een daling van de concentraties residu s vastgesteld. In de lever daalt de concentratie globaal genomen met een factor (0,71 µg/g 0,17 µg/g) tussen de tweede en de zesde dag. In de andere organen daalt de concentratie tot onder de detectielimiet. Uit de verkregen resultaten blijkt dus dat dit anticoagulans redelijk gemakkelijk en redelijk snel door de muskusrat gemetaboliseerd wordt. 6 Besluiten Uit de resultaten van de diverse proefnemingen die gevoerd werden in het kader van dit onderzoek, kunnen we besluiten dat de methode van het wortellokaas met chlorofacinon, die in de muskusrattenbestrijding gebruikt wordt, weinig of geen risico s van secundaire intoxicatie oplevert voor de andere soorten. Om dat risico zo laag mogelijk te houden moet de hoeveelheid lokazen die wordt uitgezet, afhankelijk zijn van de grootte van de muskusrattenpopulatie ter plaatse. Daardoor kan een overdosering vermeden worden, die schadelijk zou kunnen zijn voor predatoren of aaseters. Deze bemoedigende resultaten kunnen vooral verklaard worden door het feit dat chlorofacinon snel en in hoge mate gemetaboliseerd wordt door het lichaam van de muskusrat. De anticoagulantia van de tweede generatie blijken gevaarlijker te zijn in het gebruik, vanwege hun grotere remanentie. Ze brengen geringe tot heel grote risico s met zich mee voor secundaire intoxicatie van zoogdierpredatoren. Het gebruik van die producten is dus niet verantwoord, zolang chlorofacinon, dat heel doeltreffend is tegen de muskusrat, beschikbaar is. Die situatie zou echter binnenkort kunnen veranderen, want chlorofacinon zal in de toekomst niet meer gebruikt mogen worden in bestrijdingsmiddelen voor landbouwgebruik (verboden actieve stof volgens bijlage 1 van richtlijn 91/414/EEG via besluit 2007/442/EG). Als biocide (richtlijn 98/8/EG), waartoe rattengif behoort, wordt het dossier van chlorofacinon nog onderzocht en een beslissing wordt in de komende maanden verwacht. Het zou echter spijtig zijn als deze actieve stof niet behouden zou worden, vanwege de eenvoudige reden dat de gebruikte hoeveelheden klein zijn en dat de kosten voor het nodige onderzoek dus naar verhouding te hoog zijn. De resultaten die verkregen werden met de vogels blijken gunstig, want zelfs in de meest ernstige gevallen (massale doses anticoagulantia van de tweede generatie) werd geen enkel geval van secundaire mortaliteit vastgesteld bij de geteste kwartels. De heel geringe hoeveelheden chlorofacinon die in de eieren gevonden zijn, houden geen betekenisvolle risico s van tertiaire intoxicatie in. 12 / 12

PERSCONFERENTIE. Rijsel, 27 juni 2006

PERSCONFERENTIE. Rijsel, 27 juni 2006 PERSCONFERENTIE Rijsel, 27 juni 2006. De muskusrattenbestrijding vergt de inzet van een groot aantal instanties aan beide zijden van de Frans-Belgische grens. Aan de wens van die instanties om samen te

Nadere informatie

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Uitgave FR 02/07/2015 REACH Conforme TOXA OVERDOSE 1. Identificatie van de stof en het preparaat: 1.1 Identificatie van het product: TOXA OVERDOSE Toelatingsnummer BE2011-0003

Nadere informatie

KOSTENEFFICIËNT RESISTENTIE- BREKER

KOSTENEFFICIËNT RESISTENTIE- BREKER PROFESSIONAL PEST MANAGEMENT KOSTENEFFICIËNT RESISTENTIE- BREKER Gegarandeerd effectief tegen alle bekende resistente populaties. Prima attractiviteit en duurwerking zorgen voor een minimaal gebruik en

Nadere informatie

BIJLAGE I bij het besluit d.d. 9 augustus 2013 tot herregistratie van de toelating van het middel STORM Secure, toelatingnummer 13337 N

BIJLAGE I bij het besluit d.d. 9 augustus 2013 tot herregistratie van de toelating van het middel STORM Secure, toelatingnummer 13337 N BIJLAGE I bij het besluit d.d. 9 augustus 2013 tot herregistratie van de toelating van het middel STORM Secure, toelatingnummer 13337 N WG/GA STORM Secure, professioneel gebruik van 20 gram blokjes A.

Nadere informatie

verbeterde Frap Tegen ratten en muizen in gebouwen Betere opname Betere resultaten Betere verpakking WHEAT TECH Rodilon Wheat Tech

verbeterde Frap Tegen ratten en muizen in gebouwen Betere opname Betere resultaten Betere verpakking WHEAT TECH Rodilon Wheat Tech verbeterde Frap WHEAT TECH Tegen ratten en muizen in gebouwen Betere opname Betere resultaten Betere verpakking Kenmerken en voordelen Betere opname Betere resultaten Betere verpakking Zeer effectieve

Nadere informatie

NIEUWE, ZEER SMAKELIJKE RESISTENTIEBREKER

NIEUWE, ZEER SMAKELIJKE RESISTENTIEBREKER PROFESSIONAL PEST MANAGEMENT NIEUWE, ZEER SMAKELIJKE RESISTENTIEBREKER Deze zeer aantrekkelijke pastaachtige formulering voor professioneel gebruik in woningen en bedrijven bevrijdt gebruikers van de overlast

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU 14 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in de handel

Nadere informatie

Storm Paste. BASF Nederland B. V., Divisie Agro GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Storm Paste. BASF Nederland B. V., Divisie Agro GEBRUIKSVOORSCHRIFT Storm Paste Toelatingsnummer NL-0000040-0000 Productgroep: biocide Formulering: lokmiddel (klaar voor gebruik) Werkzame stof: 0,005% flocoumafen Eerstehulpmaatregelen Algemeen advies: Hou het etiket van

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. Rodilon Soft Block

Samenvatting van de Productkenmerken. Rodilon Soft Block HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 3 april 2015 tot wijziging van de toelating van het biocide Rodilon Soft Block, toelatingsnummer 12966

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 maart 2003 (OR. en) 7276/03 LIMITE AGRILEG 49 ENV 150

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 maart 2003 (OR. en) 7276/03 LIMITE AGRILEG 49 ENV 150 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 maart 2003 (OR. en) PUBLIC 7276/03 LIMITE AGRILEG 49 ENV 150 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Beschikking van de Raad betreffende de

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. Rodilon Soft Block

Samenvatting van de Productkenmerken. Rodilon Soft Block HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het herstelbesluit d.d. 10 juli 2015 voor het middel Rodilon Soft Block, toelatingsnummer 12966 N Samenvatting van

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. Rodilon Wheat Tech

Samenvatting van de Productkenmerken. Rodilon Wheat Tech HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE IV bij het besluit d.d. 12 juni 2015 tot wijziging van de toelating van het biocide Rodilon Wheat Tech, toelatingsnummer

Nadere informatie

SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als

SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als 109 SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als brandvertragers, vanwege hun thermostabiliteit, chemische

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. STORM Pellets

Samenvatting van de Productkenmerken. STORM Pellets HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 21 augustus 2015 tot wijziging van de toelating van het middel STORM Pellets, toelatingnummer 14134N

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 26.7.2017 NL L 194/27 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1379 VAN DE COMMISSIE van 25 juli 2017 tot verlenging van de goedkeuring van difenacum als werkzame stof voor gebruik in biociden van productsoort

Nadere informatie

Storm Secure. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

Storm Secure. BASF Nederland B. V., Divisie Agro Storm Secure Toelatingsnummer NL-0001853-0000 Productgroep: biocide Formulering: lokmiddel (klaar voor gebruik) Werkzame stof: 0,005% flocoumafen Eerstehulpmaatregelen Algemeen advies: Hou het etiket van

Nadere informatie

Geconsolideerde TEKST

Geconsolideerde TEKST NL Geconsolideerde TEKST samengesteld door het CONSLEG-systeem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen CONSLEG: 2002D0994 03/02/2003 Aantal bladzijden: 5 < Bureau voor officiële

Nadere informatie

ORGANISATIE VAN DE BESTRIJDING in de provincie West-Vlaanderen. Samenwerking met de gemeenten en de polderbesturen

ORGANISATIE VAN DE BESTRIJDING in de provincie West-Vlaanderen. Samenwerking met de gemeenten en de polderbesturen ORGANISATIE VAN DE BESTRIJDING in de provincie West-Vlaanderen Samenwerking met de gemeenten en de polderbesturen Coördinatie door de provincie Het biotoop van de muskusrat is het water en derhalve gemeente-

Nadere informatie

Eindexamen biologie vmbo gl/tl II

Eindexamen biologie vmbo gl/tl II REPTIELEN INFORMATIE 1 VERSCHILLENDE GROEPEN In de afbeelding hieronder staan vier soorten reptielen afgebeeld. Elke soort behoort tot een bepaalde groep van de reptielen: dier 1 behoort tot de krokodillen,

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken NORA PASTA

Samenvatting van de Productkenmerken NORA PASTA HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 19 december 2014 tot wijziging van de toelating voor het middel NORA PASTA, toelatingnummer NL-0001435-0000

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken NORA PASTA

Samenvatting van de Productkenmerken NORA PASTA HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het herstelbesluit d.d. 10 juli 2015 voor het middel NORA PASTA, toelatingnummer NL-0001435-0000 Samenvatting van de

Nadere informatie

De bestrijding van de muskusrat - de Franse wetgeving door de Heer Jean-Luc Cauliez, USAN

De bestrijding van de muskusrat - de Franse wetgeving door de Heer Jean-Luc Cauliez, USAN De bestrijding van de muskusrat - de Franse wetgeving door de Heer Jean-Luc Cauliez, USAN 1. Het statuut van de muskusrat in Frankrijk De muskusrat wordt als "wild" geklasseerd door het Milieuwetboek en

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. Professioneel Gebruik

Samenvatting van de Productkenmerken. Professioneel Gebruik HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 13 februari 2015 tot toelating van het biocide SORKIL-G / Agrichem Sorkil-G / Somitrol-N / Sorkil-G

Nadere informatie

Hoi door op de onderstaande link te klikken of door het in de browser balk te plakken kom je bij een proefexamen versie voor het examen KBA.

Hoi door op de onderstaande link te klikken of door het in de browser balk te plakken kom je bij een proefexamen versie voor het examen KBA. Proefexamen: Hoi door op de onderstaande link te klikken of door het in de browser balk te plakken kom je bij een proefexamen versie voor het examen KBA. Klik dan op de tweede balk genaamd proefexamen.

Nadere informatie

BIJSLUITER. Inhoud van deze bijsluiter:

BIJSLUITER. Inhoud van deze bijsluiter: BIJSLUITER Lees de hele bijsluiter aandachtig door, omdat er voor u belangrijke informatie in staat. Raadpleeg uw arts of apotheker als u aanvullende vragen heeft. Bewaar deze bijsluiter, misschien heeft

Nadere informatie

Richtlijnen en criteria voor de besluitvorming in verband met de evaluatie van de doeltreffendheid van rodenticiden

Richtlijnen en criteria voor de besluitvorming in verband met de evaluatie van de doeltreffendheid van rodenticiden Koninkrijk België Ministerie van Landbouw "Centre de Recherches agronomiques de Gembloux" "Stations de Zoologie appliquée (*) et de Phytopharmacie (**)" Richtlijnen en criteria voor de besluitvorming in

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. PROBLOC (Ratattract)

Samenvatting van de Productkenmerken. PROBLOC (Ratattract) HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 19 december 2014 tot wijziging van de toelating voor het middel PROBLOC, toelatingnummer NL-0001231-0000

Nadere informatie

Inhoud van deze bijsluiter

Inhoud van deze bijsluiter 1/5 Lees de hele bijsluiter aandachtig door. Deze bevat belangrijke informatie over uw behandeling/ziekte. Wanneer u verdere vragen heeft of twijfelt, wendt u zich dan tot uw arts of apotheker voor meer

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. Rodilon trio / Rodilon Haver Mix

Samenvatting van de Productkenmerken. Rodilon trio / Rodilon Haver Mix HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het wijzigingsbesluit d.d. 28 oktober 2016 voor het middel Rodilon Trio / Rodilon Haver Mix, toelatingsnummer 13583

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. Rodilon Blocks

Samenvatting van de Productkenmerken. Rodilon Blocks HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE III bij het besluit d.d. 12 juni 2015 tot wijziging van de toelating van het biocide Rodilon Blocks, toelatingsnummer 13515

Nadere informatie

NIEUW. De innovatieve formulering zonder reprotox classificatie. Ter bestrijding van huismuizen, bruine en zwarte ratten.

NIEUW. De innovatieve formulering zonder reprotox classificatie. Ter bestrijding van huismuizen, bruine en zwarte ratten. NIEUW De innovatieve formulering zonder reprotox classificatie Plaats het lokaas in de hiervoor geschikte lokaasdoosjes. De lokaasdoosjes vervolgens uitzetten op plaatsen waar de ratten en muizen geregeld

Nadere informatie

ERKENNING VAN DE ROUTINEMETHODES EN DE APPARATUUR IN HET KADER VAN DE OFFICIELE BEPALING VAN DE KWALITEIT EN SAMENSTELLING VAN MELK

ERKENNING VAN DE ROUTINEMETHODES EN DE APPARATUUR IN HET KADER VAN DE OFFICIELE BEPALING VAN DE KWALITEIT EN SAMENSTELLING VAN MELK LAB 01 P14 REV1-2006 - 6 ERKENNING VAN DE ROUTINEMETHODES EN DE APPARATUUR IN HET KADER VAN DE OFFICIELE BEPALING VAN DE KWALITEIT EN SAMENSTELLING VAN MELK Datum van toepassing : 2006/01/01 Opgesteld

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. STORM Paste

Samenvatting van de Productkenmerken. STORM Paste HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 21 augustus 2015 tot wijziging van de toelating van het middel STORM Paste, toelatingnummer 14131N

Nadere informatie

Slakkenkorrels: niet zonder risico!

Slakkenkorrels: niet zonder risico! Slakkenkorrels: niet zonder risico! Praktische tips voor een correct gebruik en opslag, zonder risico voor uw huisdieren Hoe slakkenkorrels veilig gebruiken en opslaan? Iedereen met een tuin heeft het

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. Klerat Pellets

Samenvatting van de Productkenmerken. Klerat Pellets HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het herstelbesluit d.d. 10 juli 2015 voor het middel Klerat Pellets, toelatingnummer NL-0005643-0000. Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. Rodilon Blocks

Samenvatting van de Productkenmerken. Rodilon Blocks HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het bij het herstelbesluit d.d. 10 juli 2015 voor het middel, toelatingsnummer 13515 N Samenvatting van de Productkenmerken

Nadere informatie

Ziekte van Alzheimer. Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling. studie

Ziekte van Alzheimer. Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling. studie studie Ziekte van Alzheimer Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling van geneesmiddelen De ziekte van Alzheimer is een groot probleem voor onze volksgezondheid, niet alleen omdat er zoveel

Nadere informatie

want hondsdolheid in je koffers maakt dodelijke slachtoffers

want hondsdolheid in je koffers maakt dodelijke slachtoffers Steek niks liefs in je valies... want hondsdolheid in je koffers maakt dodelijke slachtoffers Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Wat is hondsdolheid? Hondsdolheid is een zoönose

Nadere informatie

BIJSLUITER 1. WAT IS DAFALGAN VOLWASSENEN 600 MG EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT?

BIJSLUITER 1. WAT IS DAFALGAN VOLWASSENEN 600 MG EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT? BIJSLUITER Lees de hele bijsluiter aandachtig door, omdat er voor u belangrijke informatie in staat. Raadpleeg uw arts of apotheker als u aanvullende vragen heeft. Bewaar deze bijsluiter, misschien heeft

Nadere informatie

Risicobeoordeling en beheer met betrekking tot de aanwezigheid van fipronil in eieren, eiproducten, pluimveevlees en verwerkte producten

Risicobeoordeling en beheer met betrekking tot de aanwezigheid van fipronil in eieren, eiproducten, pluimveevlees en verwerkte producten Risicobeoordeling en beheer met betrekking tot de aanwezigheid van fipronil in eieren, eiproducten, pluimveevlees en verwerkte producten Wat is fipronil Gebruik? Fipronil is een insecticide waarvan het

Nadere informatie

Productinformatie Muskil Pasta Fluo-NP Beschrijving:

Productinformatie Muskil Pasta Fluo-NP Beschrijving: Productinformatie Muskil Pasta Fluo-NP Beschrijving: Ter bestrijding van bruine rat en huismuis in ruimten en bruine rat om gebouwen Aard van het preparaat: Lokmiddel (pasta in voorgevulde zakjes) Werkzame

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2011

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2011 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2011 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2011 werden bij de actieve monitoring 3.397 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. Fentrol

Samenvatting van de Productkenmerken. Fentrol HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 6 februari tot toelating van het biocide Fentrol, toelatingnummer NL-0000640-0000 Samenvatting van

Nadere informatie

Hoi door op de onderstaande link te klikken of door het in de browser balk te plakken kom je bij een proefexamen versie voor het examen KBA.

Hoi door op de onderstaande link te klikken of door het in de browser balk te plakken kom je bij een proefexamen versie voor het examen KBA. Proefexamen: Hoi door op de onderstaande link te klikken of door het in de browser balk te plakken kom je bij een proefexamen versie voor het examen KBA. Klik dan op de tweede balk genaamd proefexamen.

Nadere informatie

Nationaal Park Hoge Kempen

Nationaal Park Hoge Kempen !! Nationaal Park Hoge Kempen Wat is een vogel? Wat is het verschil tussen roofvogels en uilen? Zijn er grote verschillen tussen roofvogels? Hoe kan ik roofvogels herkennen? Wat is de grootste roofvogel?

Nadere informatie

Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag

Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit RoACTEMRA ( 5250000 van hoofdstuk IV van het K.B. van 21 december 2001). I Identificatie

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 25 september 2008 (OR. en) 2007/0102 (COD) PE-CONS 3667/08 AGRILEG 137 CODEC 989 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN VAN

Nadere informatie

Risicobeoordeling van lange-termijn inname van fipronil via de consumptie van ei en ei-producten

Risicobeoordeling van lange-termijn inname van fipronil via de consumptie van ei en ei-producten Risicobeoordeling van lange-termijn inname van fipronil via de consumptie van ei en ei-producten Datum: 26-09-2018 Versie: definitief Onderwerp De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft fipronil

Nadere informatie

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron Niet-technische samenvatting 2015311 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Heeft de kwaliteit van het afweer systeem bij de vader een invloed on de kwetsbaarheid van de kinderen voor moederlijk

Nadere informatie

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE A SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL PROGRAM 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzame bestanddelen: Een tablet PROGRAM bevat: Lufenuron 67,8 mg

Nadere informatie

COLOFON. Uitgave Stadsbestuur Halen, Markt 14, 3545 Halen

COLOFON. Uitgave Stadsbestuur Halen, Markt 14, 3545 Halen DE RAT COLOFON Uitgave Stadsbestuur Halen, Markt 14, 3545 Halen Ontwerp & realisatie Tekst - Milieudienst stad Halen Beelden - https://pixabay.com/nl/ en Google Afbeeldingen (met gebruiksrecht) Ontwerp

Nadere informatie

MOTILIUM 10 mg zetpillen baby s MOTILIUM 30 mg zetpillen kinderen

MOTILIUM 10 mg zetpillen baby s MOTILIUM 30 mg zetpillen kinderen Bijsluiter voor het publiek MOTILIUM Lees de hele bijsluiter aandachtig door alvorens dit geneesmiddel te gebruiken. Bewaar deze bijsluiter, misschien heeft u hem nog een keer nodig. Raadpleeg uw arts

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUKTKENMERKEN 1. BENAMING VAN HET DIERGENEESMIDDEL Pentofel 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per dosis van 1 ml : Actieve bestanddelen Geïnactiveerd kattenziekte

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter

Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter Bijlage III Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter NB: Deze Samenvatting van de productkenmerken, Etikettering

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1/5 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Baycox 2,5% orale oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Werkzaam bestanddeel: Toltrazuril 25 mg/ml

Nadere informatie

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit FOUT: BRON VAN VERWIJZING NIET GEVONDEN

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit FOUT: BRON VAN VERWIJZING NIET GEVONDEN Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 43006 3540 AA Fout: Bron van verwijzing niet gevonden De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directie

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Enterol 250 mg harde capsules Enterol 250 mg poeder voor orale suspensie Saccharomyces boulardii Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door, want deze bevat belangrijke

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 18 DECEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 september 1981 betreffende de bescherming van vogels in het Vlaamse

Nadere informatie

Botulisme. Botulisme: een veelal fatale voedselvergiftiging

Botulisme. Botulisme: een veelal fatale voedselvergiftiging Botulisme Botulisme: een veelal fatale voedselvergiftiging Jaarlijks zijn er uitbraken van botulisme bij vele diersoorten. Het grootste aantal slachtoffers valt onder de watervogels, zoals eenden en ganzen,

Nadere informatie

Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker/consument en de houding van de retail

Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker/consument en de houding van de retail Spuitresidu Veiligheid voor de toepasser/werker en de houding ten opzichte van residuen RESIDUEN Resten van een (gebruikt) gewasbeschermingsmiddel (= actieve stof) die achterblijven in de bodem, in het

Nadere informatie

TOELATINGSAKTE Eerste toelating EU. Gelet op de aanvraag ingediend op: 29/06/2011 Gelet op het advies van het CAB. De Minister van Leefmilieu beslist:

TOELATINGSAKTE Eerste toelating EU. Gelet op de aanvraag ingediend op: 29/06/2011 Gelet op het advies van het CAB. De Minister van Leefmilieu beslist: TOELATINGSAKTE Eerste toelating EU Gelet op de aanvraag ingediend op: 29/06/2011 Gelet op het advies van het CAB De Minister van Leefmilieu beslist: 1.Het biocide: Bromabo Blok is toegelaten met toepassing

Nadere informatie

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Onderbouwing Conclusies Vaak is het door keuze van het juiste geneesmiddel mogelijk om borstvoeding veilig te handhaven 11. Niveau 4 Toelichting Indien

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Neurobion 100 mg 100 mg 1 mg / 3 ml oplossing voor injectie Vitaminen B 1 + B 6 + B 12

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Neurobion 100 mg 100 mg 1 mg / 3 ml oplossing voor injectie Vitaminen B 1 + B 6 + B 12 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Neurobion 100 mg 100 mg 1 mg / 3 ml oplossing voor injectie Vitaminen B 1 + B 6 + B 12 Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want

Nadere informatie

BIJLAGE I bij het besluit d.d. 4 februari 2013 tot toelating van het middel BONIRAT BLOK professioneel, toelatingnummer N

BIJLAGE I bij het besluit d.d. 4 februari 2013 tot toelating van het middel BONIRAT BLOK professioneel, toelatingnummer N BIJLAGE I bij het besluit d.d. 4 februari 2013 tot toelating van het middel BONIRAT BLOK professioneel, toelatingnummer 13894 N WG/GA BONIRAT BLOK professioneel 20 en 25 g blokken A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Nadere informatie

Indien van toepassing, elementen die de intolerantie of de contra-indicatie aan de behandeling aantonen :

Indien van toepassing, elementen die de intolerantie of de contra-indicatie aan de behandeling aantonen : BIJLAGE A: Aanvraagformulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit HUMIRA voor de ziekte van Crohn bij de volwassene ( 4550000 van hoofdstuk IV van

Nadere informatie

BIJLAGE I. Blz. 1 van 5

BIJLAGE I. Blz. 1 van 5 BIJLAGE I LIJST MET NAMEN, FARMACEUTISCHE VORM, STERKTE VAN HET DIERGENEESMIDDEL, DIERSOORTEN, TOEDIENINGSWEG(EN), HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN IN DE LIDSTATEN Blz. 1 van 5 Lidstaat

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTEIGENSCHAPPEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTEIGENSCHAPPEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTEIGENSCHAPPEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL HALOCUR 0.5 mg/ml orale oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 2.1 Werkzame stof(fen) Halofuginone

Nadere informatie

GLYCOPHOS concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie. De werkzame bestanddelen van 1 ml Glycophos komen overeen met

GLYCOPHOS concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie. De werkzame bestanddelen van 1 ml Glycophos komen overeen met Lees de hele bijsluiter aandachtig door alvorens dit geneesmiddel in te nemen / te gebruiken. Bewaar deze bijsluiter, misschien heeft u hem nog een keer nodig. Raadpleeg uw arts of apotheker, als u nog

Nadere informatie

Buitengebruik rodenticiden verdwijnt! Integrated Pest Management. Rodenticiden. Integrated Pest Management. Samenwerking met partners in de keten

Buitengebruik rodenticiden verdwijnt! Integrated Pest Management. Rodenticiden. Integrated Pest Management. Samenwerking met partners in de keten Samenwerking met partners in de keten Buitengebruik rodenticiden verdwijnt! Of toch niet helemaal? Rodenticiden Samenwerking met partners in de keten Bruce Schoelitsz Kennis- en Adviescentrum Dierplagen

Nadere informatie

Toxicologie enkele begrippen

Toxicologie enkele begrippen 009 1 Toxicologie enkele begrippen Regelmatig worden wij geconfronteerd met begrippen als zeer giftige stof, of de zeer gevaarlijke chemische stof-x. Vaak zijn deze begrippen niet nader omschreven en is

Nadere informatie

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting Verschillende internationale studies toonden socio-economische verschillen in gezondheid aan, zowel in mortaliteit als morbiditeit. In bepaalde westerse landen bleek dat, ondanks de toegenomen welvaart,

Nadere informatie

ENQUÊTE: GEEN DOORBRAAK VOOR DE ELEKTRONISCHE SIGARET

ENQUÊTE: GEEN DOORBRAAK VOOR DE ELEKTRONISCHE SIGARET ENQUÊTE: GEEN DOORBRAAK VOOR DE ELEKTRONISCHE SIGARET Brussel, juli 2014 Volgens de nieuwe rookenquête van kent de elektronische sigaret geen doorbraak in België in 2014. Slechts 0,5% van de bevolking

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 144/27 VERORDENING (EU) 2016/863 VAN DE COMMISSIE van 31 mei 2016 tot wijziging van de bijlagen VII en VIII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 25 november 2008 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0653/2005 ingediend door Marion Locker (Duitse nationaliteit), namens de Oostenrijkse

Nadere informatie

Geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding

Geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding Geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding Geneesmiddelen en zwangerschap Enige tientallen jaren geleden dacht men nog dat ongeboren kinderen in de baarmoeder goed beschermd waren tegen schadelijke

Nadere informatie

Op grond hiervan bevestig ik dat voor deze patiënt de terugbetaling van een behandeling met de specialiteit SIMPONI noodzakelijk is met

Op grond hiervan bevestig ik dat voor deze patiënt de terugbetaling van een behandeling met de specialiteit SIMPONI noodzakelijk is met BIJLAGE A: Model van formulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit SIMPONI bij spondylitis ankylosans (volgens de Modified New York Criteria) (

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2012

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2012 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2012 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2012 werden bij de actieve monitoring 3.220 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. MUSKIL BLOK FLUO-NP professioneel

Samenvatting van de Productkenmerken. MUSKIL BLOK FLUO-NP professioneel HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 12 juni 2015 tot wijziging van de toelating van het biocide MUSKIL BLOK FLUO-NP professioneel, toelatingsnummer

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en) 11470/17 ADD 1 AGRILEG 145 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 juli 2017 aan: de Europese Commissie het secretariaat-generaal van de Raad Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN ET MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN ET MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN ET MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU 8 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit betreffende natuurlijk mineraal water en bronwater ALBERT II, Koning

Nadere informatie

EEN EI HOORT ERBIJ. Literatuuronderzoek NLT

EEN EI HOORT ERBIJ. Literatuuronderzoek NLT EEN EI HOORT ERBIJ Literatuuronderzoek NLT Voedingsdeskundigen Roshano Dewnarain, Lisa Hamminga, Ruben Bouwsma, Sarah Falcone V4b Natuur Leven en Techniek Begeleider: M.Wijnhold 1 Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

Beestige bundel van: 1

Beestige bundel van: 1 Beestige bundel van: 1 2 Ordening van organismen organisme = een levend wezen, iets wat leeft. Er zijn meer dan anderhalf miljoen soorten organismen. Om een overzicht te krijgen worden deze organismen

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Paracetamol EG 500 mg tabletten Paracetamol

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Paracetamol EG 500 mg tabletten Paracetamol BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS Paracetamol EG 500 mg tabletten Paracetamol Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken. Klerat Pellets

Samenvatting van de Productkenmerken. Klerat Pellets HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 26 juni 2015 tot uitbreiding van de toelating van het biocide Klerat Pellets, toelatingnummer NL-0005643-0000.

Nadere informatie

Bruine ratten : preventie en bestrijding

Bruine ratten : preventie en bestrijding Bruine ratten : preventie en bestrijding 1. Probleemstelling De bruine rat is een zoogdier die behoort tot de orde van de knaagdieren. Omdat bruine ratten schadelijk zijn, gaan we ze bestrijden. Hygiëne

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN 1 WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES 13-2007 Betreft : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen en het gebruik

Nadere informatie

Nematodenproef bestrijding dennenprocessierups Thaumetopoea pityocampa

Nematodenproef bestrijding dennenprocessierups Thaumetopoea pityocampa Nematodenproef bestrijding dennenprocessierups Thaumetopoea pityocampa Spanje, Javea, Cap Sant Antoni december 2013 - februari 2014 Door: Silvia Hellingman-Biocontrole Onderzoek en Advies en Jan van Eijle

Nadere informatie

Gerichte controle : Gebruik van sulfiet in filet américain

Gerichte controle : Gebruik van sulfiet in filet américain Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Gerichte controle : Gebruik van sulfiet in filet américain DG Controle Sector DIS 15/03/2014 I. Inleiding Toevoegen van sulfiet in filet américain

Nadere informatie

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2014

Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2014 Resultaten van de monitoring voor vogelgriep in 2014 Actieve monitoring bij wilde vogels In 2014 werden bij de actieve monitoring 3.036 wilde vogels op de aanwezigheid van vogelgriep onderzocht. Net als

Nadere informatie

Toelichting voor de Staatscourant

Toelichting voor de Staatscourant Toelichting voor de Staatscourant Algemeen Onderhavige wijziging voorziet in wijzigingen met betrekking tot Q-koorts. Aanleiding voor de wijziging vormen de ontwikkelingen met betrekking tot Q-koorts.

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 2 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie. 800045-2-617b Ziek van de natuur Lees eerst informatie 1 tot en met 4 en beantwoord dan vraag 36 tot en met 52.

Nadere informatie

Klonen van dieren. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Klonen van dieren. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Klonen van dieren Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 2 Klonen van dieren Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie I: Wat is klonen? Klonen is het ongeslachtelijk voortplanten

Nadere informatie

FAQ CASCADE VERSIE 10.12.2013

FAQ CASCADE VERSIE 10.12.2013 FAQ CASCADE VERSIE 10.12.2013 ALGEMENE INFORMATIE Het "cascade" systeem, wat is dat? Wat is de wettelijke basis? Het watervalof cascadesysteem is een strikt hiërarchisch systeem waarbij de dierenarts over

Nadere informatie

June 2012 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS

June 2012 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKERS DAFALGAN Baby 80 mg zetpillen DAFALGAN Kleine Kinderen 150 mg zetpillen DAFALGAN Grote Kinderen 300 mg zetpillen Paracetamol Lees goed de hele bijsluiter want

Nadere informatie

DUIDELIJKHEID OVER WACHTTIJD

DUIDELIJKHEID OVER WACHTTIJD DUIDELIJKHEID OVER WACHTTIJD DUIDELIJKHEID OVER WACHTTIJD Vanaf 1 januari 2013 bestaat er een verbod tot het afleveren van slachtdieren, waarbij residuen boven de Maximale Residu Limiet, of een verboden

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken STRONG

Samenvatting van de Productkenmerken STRONG HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN BIJLAGE I bij het besluit d.d. 19 december 2014 tot wijziging van de toelating voor het middel STRONG, toelatingnummer NL-0005185-0000

Nadere informatie

AFRIKAANSE VARKENSPEST

AFRIKAANSE VARKENSPEST Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen AFRIKAANSE VARKENSPEST Directie Dierengezondheid DG Controlebeleid 1. Etiologie Afrikaanse varkenspestvirus = DNA-virus, Familie Asfarviridae

Nadere informatie

Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag

Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag Bijlage A : Formulier voor een eerste aanvraag Formulier voor eerste aanvraag tot terugbetaling van de specialiteit RoACTEMRA (tocilizumab) voor de behandeling van actieve systemische juveniele idiopathische

Nadere informatie

Nootropil, drank page 1 of 6 BIJSLUITER

Nootropil, drank page 1 of 6 BIJSLUITER Nootropil, drank page 1 of 6 BIJSLUITER 1 Nootropil, drank page 2 of 6 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Nootropil 20% drank Nootropil 33% drank piracetam Lees goed de hele bijsluiter voordat u

Nadere informatie