Het onbeperkt spreekrecht De positie van de verdachte onder druk?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het onbeperkt spreekrecht De positie van de verdachte onder druk?"

Transcriptie

1 Het onbeperkt spreekrecht De positie van de verdachte onder druk? Naam: Vincent van Wonderen Mastertrack: Publiekrecht - strafrecht Begeleider: Dhr. prof. dr. mr. T. Blom Tweede lezer: Mevr. dr. A. van Verseveld Inleverdatum: 7 januari 2018

2 Dankwoord Voor u begint met het lezen van deze masterscriptie wil ik een aantal mensen bedanken voor hun hulp bij de voltooiing van dit onderzoek. Allereerst wil ik mijn begeleider mr. T. Blom bedanken voor zijn begeleiding tijdens het hele scriptietraject. Tevens wil ik de geïnterviewde personen: mr. Claassens, mr. Korver, mr. Hartman, mr. Orie en de heer en mevrouw N. bedanken voor de tijd en moeite die zij hebben genomen voor hun bijdrage aan deze scriptie. Tot slot wil ik mijn ouders bedanken die mij hebben ondersteund gedurende mijn master en tijdens het schrijven van mijn scriptie alle hulp hebben geboden die ik nodig had. Amsterdam, 7 januari

3 Abstract In deze masterscriptie wordt aan de hand van literatuur- jurisprudentiestudie en op basis van interviews onderzocht of het onbeperkt spreekrecht in strijd is met fundamentele rechten van de verdachte. Op 1 juli 2016 werd het onbeperkt spreekrecht ingevoerd. Hierdoor werd het niet alleen voor slachtoffers maar ook voor nabestaanden van ernstige strafbare feiten mogelijk om gebruik te maken van het spreekrecht. Op grond van het onbeperkt spreekrecht mogen spreekgerechtigden zich over alle aspecten van het strafproces spreken. Omringende landen zoals België en Duitsland kennen al langer een sterkere positie van het slachtoffer in het strafproces. Nederland heeft met de komst van het onbeperkt spreekrecht een stap genomen richting een sterkere positie voor het slachtoffer in het strafproces. Het slachtoffer is in het Nederlandse strafproces geen procespartij maar krijgt wel een steeds grotere rol in dit proces. De wetgever heeft de toepassing van het spreekrecht aan de rechter overgelaten. De rechter mag bepalen wat er met het de verklaring van de spreekgerechtigde gebeurd en of deze een rol speelt in het vonnis. Het onbeperkt spreekrecht heeft consequenties voor de positie van de verdachte. Omdat de beoordeling van het spreekrecht niet is ingekaderd en volledig is overgelaten aan de rechter kan dit leiden tot schending van het gelijkheidsbeginsel. In sommige strafzaken zijn er geen nabestaanden of zijn er slachtoffers/nabestaanden die geen verklaring willen afleggen. Dit verschil staat los van het strafbare feit en de wil van de verdachte. Uit de jurisprudentie komt naar voren dat de slachtofferverklaring vaak als strafverzwarende omstandigheid in vonnissen zijn opgenomen. Ook de onschuldpresumptie is een kernwaarde van de positie van de verdachte. Schending hiervan door het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht leidt tot zware consequenties. Slachtoffers en nabestaanden mogen bij de uitoefening van het spreekrecht verklaringen afleggen die in strijd zijn met de onschuldpresumptie. Deze verklaringen vervangen langzaam de berichtgeving van de persofficier/rechter. Het spreekrecht wordt uitgeoefend in het strafproces op het moment dat de schuld van de verdachte nog niet is vastgesteld. De verdachte mag spreekgerechtigden geen vragen stellen en hun verklaringen ter discussie stellen. De huidige toepassing van het spreekrecht leidt tot afbreuk aan de presumptie van onschuld en het beginsel van hoor en wederhoor. Het aanhangige nieuwe Wetboek van Strafvordering is het ideale moment om de wetgeving rondom het spreekrecht te wijzigen waardoor de positie van het slachtoffer kan worden ingekaderd en mogelijke schending van de rechten van de verdachte die door het onbeperkt spreekrecht zijn ontstaan worden opgeheven. 3

4 INHOUDSOPGAVE Inleiding 6 Hoofdstuk 1: Het onbeperkt spreekrecht 1.1. Inleiding Europees kader Doel spreekrecht Geschiedenis van het onbeperkt spreekrecht 1.5. Spreekgerechtigden Rechtsbijstand bij spreekrecht tijdens de terechtzitting 1.7. Toekomst van het spreekrecht Uitbreiding slachtofferrechten Verschijningsplicht van de verdachte Advies Raad voor de rechtspraak Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming Het nieuwe Wetboek van Strafvordering 16 Hoofdstuk 2: Uitoefening van het spreekrecht 2.1. Inleiding De rol van het Openbaar Ministerie De gang van zaken tijdens de zitting Informatievoorziening De gang van zaken tijdens het strafproces Voorbeelden van spreekrecht in de praktijk De schriftelijke slachtofferverklaring en het bewijsrecht 23 Hoofdstuk 3: Buurlanden & tribunalen 3.1. Inleiding Buurlanden 4

5 België Duitsland Tribunalen 27 Hoofdstuk 4: De positie van de verdachte in verhouding tot het onbeperkte spreekrecht 4.1. Inleiding De effecten van het spreekrecht op het strafproces 32 en de positie van het slachtoffer 4.3. De effecten van het spreekrecht op het strafproces en de positie van de verdachte Presumptie van onschuld Presumptie van onschuld en slachtofferverklaring Spreekrecht en de media Spreekrecht en het gelijkheidsbeginsel Gelijke monniken, gelijke kappen? Het spreekrecht en straftoemeting 38 Hoofstuk 5: Aanbevelingen en conclusies 5.1. Inleiding Conclusie Ontbreken strafvorderlijk kader spreekrecht Onschuldpresumptie onder druk Schending gelijkheidsbeginsel? Aanbevelingen 48 Literatuurlijst 49 Bijlagen 58 Bijlage 01: Wensenformlier Bijlage 02: Vonnis strafzaak S, N. 5

6 Inleiding Misdrijven kunnen veel impact hebben op de maatschappij en rechtsorde, maar de grootste impact heeft het op de slachtoffers. Slachtoffers waren voor de komst van het spreekrecht als ware de vergeten partij tijdens strafzaken. De focus in het strafrecht lag enkel op de rol en schuld van de verdachten. Met de komst van het spreekrecht worden slachtoffers nu betrokken bij de rechtszaak en kunnen zij in eigen woorden zeggen welke gevolgen het misdrijf voor hun leven heeft gehad. De huidige regelgeving met betrekking tot het spreekrecht strekt er toe dat slachtoffers en nabestaanden zich ook mogen uitspreken over de mogelijke bewezenverklaring, het strafbare feit, de schuld van de verdachte(n), de persoon van de verdachte en de hoogte van de straf. Het achterliggende doel van het spreekrecht is om de positie van het slachtoffer tijdens het strafproces te versterken, maar is hier ook daadwerkelijk sprake van? Is het slachtoffer wat opgeschoten met de rechten die thans zijn toebedeeld? Er werd gevreesd dat met de komst van het huidige spreekrecht onbegrensde emotionele betogen de procedure zouden gaan overheersen. Is deze vrees werkelijkheid geworden? Het slachtoffer mag zich in beginsel onbelemmerd over de verdachte uitlaten, terwijl diens schuld nog niet vast staat. Op grond van art. 6 EVRM heeft de verdachte recht op een eerlijk proces. In art. 6 lid 2 EVRM staat: Everyone charged with a criminal offence shall be presumed innocent until proved guilty according to law. De vraag die rijst is of het onbeperkt spreekrecht inbreuk maakt op dit beginsel dat in Nederland de onschuldpresumptie wordt genoemd. Professionele procesdeelnemers zullen steeds moeten handelen in overeenstemming met dit beginsel. Ook het Openbaar Ministerie moet bij de benadering van de verdachte er steeds van uit gaan dat het gaat om een verdachte, niet om een dader. Het slachtoffer/nabestaande is daar echter niet aan gebonden, die kan middels het spreekrecht de verdachte benaderen als bijvoorbeeld verkrachter of moordenaar. De vraag is dan ook of met de komst van het onbeperkt spreekrecht de onschuldpresumptie zoals verwoord in art. 6 lid 2 EVRM geschonden wordt? Tevens kan de vraag gesteld worden of het onbeperkt spreekrecht tot gevolg heeft dat zaken ongelijk worden behandeld. Deze ongelijkheid kan ontstaan indien strafzaken waarin een slachtoffer/nabestaande een slachtofferverklaring aflegt tot een andere strafmaat leidt dan strafzaken waarin het spreekrecht niet wordt uitgeoefend. 6

7 Om het bovenstaande te onderzoeken staat in deze masterscriptie de volgende vraag centraal: Welke invloed heeft het huidige spreekrecht in het strafprocesrecht op de behandeling van een strafzaak door de rechter? Om tot een beantwoording van deze vraag te komen zal in het eerste hoofdstuk het onbeperkt spreekrecht worden uiteengezet. Hierin komen de rechten die het slachtoffer nu in het Nederlandse strafproces heeft, en in het bijzonder het spreekrecht van het slachtoffer en nabestaanden, naar voren. In het tweede hoofdstuk zal ik mij richten op de praktijk om te kijken hoe het spreekrecht zijn weg heeft gevonden in het strafproces. In het derde hoofdstuk ga ik in op de positie van slachtoffers in omringende Europese landen en geef ik een korte uiteenzetting van de regelgeving die wordt gehanteerd bij het Joegoslavië tribunaal. In het vierde hoofdstuk ga ik in op de mogelijke invloed die het spreekrecht op het strafproces heeft en de mogelijke effecten die teweeg worden gebracht ten aanzien van de positie van slachtoffer en verdachte. Dit hoofdstuk vangt aan met het onder de loep nemen van de positie van het slachtoffer. Vervolgens wordt de positie van de verdachte behandeld, waarbij eerst zal worden gekeken naar de vraag of de huidige vorm van het spreekrecht mogelijk in strijd is met de onschuldpresumptie. Ook mogelijke schending van het gelijkheidsbeginsel in het kader van het spreekrecht wordt besproken in dit hoofdstuk. Hierbij zal worden bekeken in hoeverre de rechter in de overwegingen omtrent de strafmaat, de verklaringen van het slachtoffer en/of nabestaande betrekt in zijn uitspraak. De scriptie zal worden afgesloten met conclusies en aanbevelingen in het kader van de hoofd- en deelvragen. Deelvragen: 1. Wat is het verleden, heden en de toekomst van het spreekrecht? 2. Op welke wijze wordt het spreekrecht in de praktijk uitgeoefend? 3. Welke positie heeft het slachtoffer in het strafproces in omringende buurlanden en tribunalen? 4. Zijn er effecten door uitbreiding van het spreekrecht op de positie van de verdachte? De centrale onderzoeksvraag wordt onderzocht aan de hand van literatuur- en jurisprudentieonderzoek en interviews met raadsheren, slachtoffers en een advocaat-generaal. In de tekst worden citaten uit deze interviews aangehaald. In de voetnoot wordt naam van de geïnterviewde persoon vermeld. 7

8 Hoofdstuk 1: Het onbeperkt spreekrecht 1.1. Inleiding Slachtoffers van misdrijven hadden in het verleden maar een beperkte positie in het Nederlandse strafprocesrecht. Slachtoffers konden voor 1 januari 2005 enkel wanneer zij schade hadden geleden zich als benadeelde partij voegen in het strafproces. Het spreekrecht werd vanaf 1 januari 2005, door een initiatiefwet van Kamerlid Dietrich (D66), ingevoerd in Nederland voor een beperkt aantal strafbare feiten. 1 Daarbij mocht het slachtoffer of nabestaande, indien het slachtoffer was overleden, zich slechts uitlaten over de gevolgen die het strafbare feit voor hen had betekend. Na dit voorzichtige begin werd dit spreekrecht eerst kleinschalig aangepast op 1 januari Inhoudelijk veranderde er in 2011 niets, de wijziging hield enkel in dat de rechten van slachtoffers werden opgenomen in het Wetboek van strafvordering. 2 Op 1 september 2012 werd er een grotere wijziging doorgevoerd met betrekking tot het spreekrecht. Die wetswijziging hield onder andere in dat de kring spreekgerechtigden werd uitgebreid. Personen die vanwege hun jeugdige leeftijd of feitelijke toestand niet in staat zijn om zelf van hun spreekrecht gebruik te maken kunnen sinds 2012 dit recht laten uitoefenen door een familielid of een vertegenwoordiger. Tevens werd het spreekrecht ten aanzien van nabestaanden uitgebreid. 3 Alle wetswijzigingen na het ontstaan van het spreekrecht richtten zich tot dan toe enkel op de kring spreekgerechtigden en gaf geen uitbreiding over wat zij mochten zeggen. De spreekgerechtigden mochten nog steeds alleen een verklaring afleggen over de gevolgen van het strafbare feit. Daar kwam met de wet van 14 april 2016, die in werking trad op 1 juli 2016, verandering in. 4 Vanaf dat moment ontstond het zogenaamde onbeperkt spreekrecht. In de Memorie van toelichting wordt nog gesproken over onbelemmerd spreekrecht, later is dit omgezet naar onbeperkt spreekrecht. Maar wat betekent het begrip onbeperkt in de zin van de wet? Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie F. Teven beschreef dit als volgt: Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe de bestaande belemmering dat alleen mag worden gesproken over de gevolgen die het slachtoffer of de nabestaande zelf heeft ondervonden op te heffen. Onbelemmerd spreekrecht heeft tot gevolg dat aan het slachtoffer geen beperkingen 1 Stb. 2004, Kamerstukken II 2004/05, , 3, p Kamerstukken II 2011/12, , 3, p Stb. 2016,

9 worden opgelegd over hetgeen hij in het kader van de strafzaak aan de orde wil stellen. 5 Zoals de laatste zin van deze quote duidelijk aangeeft mag het slachtoffer alles aan de orde mag stellen tijdens een strafzaak. Het onbeperkt spreekrecht is onlangs opnieuw aangepast en verfijnd middels de wetswijziging van 1 april 2017 en de Wet implementatie Richtlijn minimumnormen slachtoffers. 6 De Wet implementatie Richtlijn minimumnormen slachtoffers heeft onder andere geregeld dat de definitie van slachtoffer is gewijzigd zodat ook nabestaanden die afhankelijk zijn van het slachtoffer onder deze definitie vallen Europees kader In andere landen van de Europese Unie heeft de positie van het slachtoffer ook in de belangstelling gestaan. Om op Europees niveau vorm te geven aan de positie van het slachtoffer zijn er minimumnormen vastgesteld voor; de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten. 7 Deze richtlijn houdt de grondslag in tot ondersteuning en bescherming van slachtoffers in de Europese Unie en vervangt het daarvoor geldende Kaderbesluit 2001/220/JBZ. Deze richtlijn diende uiterlijk op 16 november 2015 in de Europese lidstaten geïmplementeerd te zijn. In Nederland is deze richtlijn geïmplementeerd en per 1 april 2017 in werking getreden. Als gevolg van deze implementatie is titel IIIA van boek 1 van het Wetboek van Strafvordering ingrijpend aangepast. 8 De uitwerking van een aantal bepalingen in de richtlijn met betrekking tot de bejegening van slachtoffers met specifieke kwetsbaarheid is neergelegd in speciale besluiten. Het betreft dan bijvoorbeeld de individuele beoordeling van slachtoffers door de politie met het oog op eventuele (beschermings)maatregelen. Hierbij spelen de persoonlijke kenmerken van het slachtoffer, het soort strafbaar feit of de aard van het strafbare feit en de omstandigheden waaronder het strafbare feit is gepleegd een rol. De uitgangspunten hiervan zijn neergelegd in het Besluit slachtoffer van strafbare feiten en bevat beoordelingsregels voor politie en het Openbaar Ministerie. 9 5 Kamerstukken II 2014/15, Stb. 2017, Richtlijn 2012/29/EU. 8 Idem noot 6. 9 Stb. 2016,

10 1.3. Doel spreekrecht Het spreekrecht is in Nederland om een aantal redenen in het leven geroepen. Ten eerste om slachtoffers tegemoet te komen bij de gevolgen van een misdrijf, zowel voor de erkenning van hun leed als begin van het herstel van emotionele schade. Het tweede doel van het spreekrecht is het geven van een breder beeld aan de rechter. Door de uitoefening van het spreekrecht op de terechtzitting kan de rechter direct horen en zien hoe het met het slachtoffer en nabestaanden gaat. Dit laatste is ook van belang voor het derde doel van het spreekrecht, namelijk het voorkomen van recidive. Doordat de verdachte net zoals de rechter direct hoort en ziet welke gevolgen zijn handelen teweeg hebben gebracht kan dit er voor zorgen dat hij beseft wat de impact van zijn handelen is geweest op het slachtoffer. Deze realisatie zou bij sommige verdachten kunnen leiden tot voorkoming van dergelijk handelen in de toekomst. Ten vierde heeft het spreekrecht een preventieve werking tot doel. Het spreekrecht brengt de positie van het slachtoffer en de nabestaanden meer onder de aandacht. Dit kan leiden tot een generale preventie, namelijk wanneer de media publicaties naar buiten brengt over de gevolgen van het misdrijf voor het slachtoffer. Maar het spreekrecht kan ook leiden tot specifieke preventie, namelijk omdat de familie van de verdachte of het publiek in de tribune naar het verhaal van het slachtoffer luistert Geschiedenis van het onbeperkt spreekrecht Na de wetswijziging van het spreekrecht van 1 september 2012 was het Kabinet, en in het Bijzonder de Minister van Veiligheid en Justitie F. Teven, nog steeds van mening dat het strafproces in Nederland te sterk was gericht op de dader en dat het slachtoffer nog steeds een veel te zwakke positie had. Het kabinet kwam daarom met het initiatief bestaande uit een adviesrecht voor het slachtoffer. 11 Dit adviesrecht hield een tweefasenprocedure in: In het bestaande strafproces, dat wordt onderscheiden in een fase van informatievergaring en van informatiewaardering, zou volgens de onderzoekers een materiële splitsing kunnen worden aangebracht door de introductie van een adviesrecht over de vragen van artikel 350 Sv (vooral bewezenverklaring en straftoemeting) en dit van het bestaande spreekrecht te onderscheiden recht in te passen na het requisitoir. De beslissing tot splitsing zou in de voorbereidende fase gesitueerd kunnen worden, als een soort regiebeslissing Kamerstukken II 2001/02, 27632, Kamerstukken II 2014/15, 34082, Idem noot

11 De Raad voor de Rechtspraak (hierna RvR) was een groot voorstander van het initiatief tot een sterkere positie van het slachtoffer in het strafproces, maar adviseerde dit te doen op een andere manier namelijk door het huidige spreekrecht uit te breiden en dit niet te doen aan de hand van een tweefasenprocedure. De RvR kwam ook met een voorstel tot een adviesrecht, maar anders dan het adviesrecht in de zin van de tweefasenprocedure. De RvR adviseerde om slachtoffers en nabestaanden het recht te geven om de rechter te adviseren over juridische kwesties zoals het bewijs en de hoogte van de straf. 13 De RvR was van mening dat dit adviesrecht beter bij de behoeften van slachtoffers pasten. 14 De minister van Justitie en Veiligheid heeft beide voorstellen onderzocht en kwam bij zowel het tweefasenprocedure als het adviesrecht tot de conclusie dat er te veel nadelen waren verbonden aan beide voorstellen. In plaats daarvan heeft de minister ervoor gekozen de bestaande belemmeringen in het spreekrecht op te heffen door deze onder andere uit te bereiden en overeenkomstig de afspraak in het regeerakkoord zo min mogelijk te normeren. Daarbij heeft hij de volgende onderdelen als uitgangspunt genomen: 15 a) de uitbreiding van het spreekrecht vindt plaats binnen de context van de huidige regeling van het onderzoek op de terechtzitting, in het bijzonder het gesloten stelsel van informanten. b) voor zover het gaat om een verwoording van de ervaringen van het slachtoffer, geldt dat hij in beginsel geen vragen heeft te dulden en dat deze verklaring niet voor weerlegging vatbaar is. De bestaande situatie dat een slachtoffer dat gebruik maakt van zijn spreekrecht niet wordt beëdigd en dat het slachtoffer dat een belastende verklaring aflegt, wel als getuige wordt beëdigd, blijft gehandhaafd. c) het slachtoffer blijft procesdeelnemer en wordt geen zelfstandige procespartij. Hij wordt geen Nebenklager. Het vervolgingsmonopolie blijft bij het OM. Bovenstaande uitgangspunten heeft de Minister van Veiligheid en Justitie ten grondslag gelegd bij de nieuwe regeling met betrekking tot spreekrecht die vervolgens zijn opgenomen in de wetswijziging van Rechtspraak vraagt aandacht voor nadelen adviesrecht slachtoffers, 17 januari 2014, Rechtspraak.nl. 14 C.H.W.M. Sterk, Advies Conceptwetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, 19 december 2013, Rechtspraak.nl. 15 Kamerstukken II 2014/15, 34082, Kamerstukken II 2014/15, 34082, 3. 11

12 1.5. Spreekgerechtigden In titel IIIA van het Wetboek van Strafvordering onder afdeling twee staan de rechten met betrekking tot het spreekrecht van het slachtoffer opgesomd in de artikelen 51aa t/m 51e Sv. Een aantal personen hebben de mogelijkheid om het spreekrecht uit te oefenen indien het strafbare feit een ernstig misdrijf betreft of binnen de opgesomde strafbare feiten valt zoals weergegeven in artikel 51e lid 1 Sv. 17 Deze mogelijkheid bestaat er voor het slachtoffer of zijn/haar raadsman (lid 2 & 5), ouder of wettelijk verzorger van een minderjarig slachtoffer (lid 3) en nabestaanden (lid 4). Het spreekrecht kan tevens worden uitgeoefend door een vertegenwoordiger indien het slachtoffer; jonger is dan de leeftijd van twaalf jaar (lid 6), verstandelijk of fysiek niet in staat is zelf het spreekrecht uit te oefenen (lid 7), of niet van het spreekrecht kan of durft gebruik te maken (art. 258 lid 3 Sv). Een verklaring kan zowel in persoon als op papier worden afgenomen. De voorzitter en overige rechters kunnen personen vragen stellen over hun afgelegde verklaring. 18 De bovenstaande personen mogen in grote lijnen over drie dingen verklaren tijdens de terechtzitting; het feitenrelaas, de impact en gevolgen die het strafbare feit hebben gehad en de straf voor de verdachte(n). Ter terechtzitting hebben behalve het slachtoffer maximaal drie nabestaanden de mogelijkheid om het spreekrecht uit te oefenen. 19 Er is geen tijdslimiet verbonden aan duur van de verklaring van de spreekgerechtigden Rechtsbijstand bij spreekrecht tijdens de terechtzitting In het Wetboek van Strafrecht is een breed scala aan personen opgenomen door wie een slachtoffer zich tijdens het voorbereidend onderzoek en op de terechtzitting kan laten bijstaan. 20 Het slachtoffer kan beroep doen op een raadsman, tolk, wettelijk vertegenwoordiger en een persoon naar keuze. 21 Deze persoon naar keuze is in de meeste gevallen een medewerker van Slachtofferhulp of een familielid. In strafzaken met ernstige gewelds- en zedenmisdrijven is de rechtsbijstand door een advocaat voor slachtoffers gratis, ongeacht de daadkracht. 22 Dit betekent ook dat bij strafzaken waarbij het slachtoffer overleden is door geweld de nabestaanden altijd recht hebben op kosteloze rechtsbijstand. Andere slachtoffers kunnen via 17 Ernstige misdrijven: misdrijven waarop een maximum gevangenisstraf staat van acht jaar of meer. Tevens wordt hieronder verstaan misdrijven die vallen onder de volgende artikelen: artikelen 240b, 247, 248a, 248b, 249, 250, 285, 285b, 300, tweede en derde lid, 301, tweede en derde lid, 306 tot en met 308 en 318 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 6 van de Wegenverkeerswet Art. 302 Sv. 19 Art. 51e lid 4 Sv. 20 Art. 51c lid 1 Sv. 21 Art. 51c lid 2 en lid 5 Sv. 22 Art. 44 lid 4 WRB. 12

13 de RvR een aanvraag indienen voor kosteloze rechtsbijstand waarbij de eigen bijdrage afhankelijk is van het inkomen van de betrokken. Als het slachtoffer niet aanwezig is ter terechtzitting kan het slachtoffer worden vertegenwoordigd door een advocaat indien deze uitdrukkelijk gemachtigd is. 23 Andere vertegenwoordigers moeten een bijzondere en schriftelijke volmacht hebben om het slachtoffer te kunnen vertegenwoordigen tijdens de terechtzitting Toekomst van het spreekrecht Uitbreiding slachtofferrechten Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft op 28 juni 2018 een conceptwetsvoorstel tot uitbreiding van slachtofferrechten in het strafproces gepubliceerd. Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft dit concept opgesteld in het kader van de voortzetting van de versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces. Het conceptwetvoorstel voorziet in grote lijnen vijf wijzigingen; (I) verschijningsplicht van de verdachte, (II) spreekrecht met betrekking tot tbs-verleningszittingen, (III) uitbreiding van de kring spreekgerechtigden, (IV) uitbreiding van de voorschotregeling en (V) motivering bij het niet verstrekken van een kopie van aangifte. 25 De eerste drie wijzigingen betreffen de inhoud van het spreekrecht, waarbij de verschijningsplicht uit de eerste wijziging het spreekrecht niet aanvult maar een wezenlijke verandering hieraan teweeg brengt. In het hiernavolgende zet ik uiteen wat de verschijngingsplicht inhoudt waarna ik de reacties van verschillende organisaties over deze wijziging uiteenzet Verschijningsplicht van de verdachte In het wetvoorstel is de verschijningsplicht opgenomen in het nieuwe artikel 268a Sv. 26 In dit artikel staat opgenomen dat een verdachte die zich in voorlopige hechtenis bevindt verplicht in persoon moet verschijnen ter terechtzitting wanneer het strafbaar feit een ernstig zeden- of 23 Art. 51c lid 2 Sv. 24 Idem voetnoot Memorie van toelichting uitbereiding slachtofferrechten. 28 juni 2018, Rijksoverheid.nl. 26 Wetvoorstel uitbereiding slachtofferrechten. 28 juni 2018, Rijksoverheid.nl. 13

14 geweldsmisdrijf betreft. 27 Op basis van het toegevoegde lid 2 van artikel 278 Sv. kan de rechter bij niet verschijning van de verdachte het onderzoek ter terechtzitting schorsen en medebrengingen van de verdachte bevelen. 28 Tevens kan de rechtbank op basis van het toegevoegde lid 5 van artikel 345 Sv. de aanwezigheid van de verdachte tijdens de uitspraak bevelen wanneer zij dat wenselijk acht. 29 In de Memorie van Toelichting stelt de minister van Justitie en Veiligheid zich onder meer op het standpunt dat uit de jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (hierna EHRM) duidelijk, in het licht van art. 6 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna EVRM), naar voren komt dat het aanwezigheidsrecht beoogt het eerlijk proces van de verdacht zoveel mogelijk te waarborgen. In die achtergrond is het ministerie van Justitie en Veiligheid van mening dat het recht van de verdachte om aanwezig te zijn zoveel mogelijk gegarandeerd moet worden. Met andere woorden rust er volgens het ministerie een verplichting op staten om de verdachte de mogelijkheid te bieden op de zitting aanwezig te zijn. De minister heeft dit recht in het Nederlandse strafproces vertaald in een plicht, namelijk de aanwezigheidsplicht oftewel verschijningsplicht. De minister stelt op grond van deze redenering dat de verschijningsplicht niet in strijd is met de onschuldpresumptie uit artikel 6 EVRM Advies Raad voor de rechtspraak De RvR heeft op 10 september 2018 een advies gepubliceerd waarin zij aangeven een aantal zwaarwegende bezwaren te hebben tegen het wetsvoorstel. De RvR raadt de minister van Justitie en Veiligheid sterk af om de verschijningsplicht te introduceren in het strafrecht. Hier voert de RvR een aantal punten voor aan. Ten eerste stelt de RvR zich op het standpunt dat door de komst van de verschijningsplicht de onschuldpresumptie in het gedrang komt. 31 De schuld van verdachte is nog niet vastgesteld op het moment dat het spreekrecht wordt uitgeoefend. De verdachte moet vrije keuze hebben om bij het afleggen van de slachtofferverklaring aanwezig te zijn. Het spreekrecht moet niet uitpakken als een woordje 27 Wetvoorstel 28 juni 2018, onderdeel i, p Wetvoorstel 28 juni 2018, onderdeel J, p Wetvoorstel 28 juni 2018, onderdeel L, p Memorie van Toelichting 28 juni 2018, p Over deze onschuldpresumptie in relatie tot het spreekrecht zie par

15 waarbij het slachtoffer zich richt tot de verdacht en deze vermanend toe spreekt, het is bovendien verplicht dat procespartijen en procesdeelnemers hun woord richten tot de rechter. Tevens is het niet ondenkbaar dat sommige slachtoffers niet geconfronteerd willen worden met de verdachte. De verschijningsplicht kan hierdoor ook een negatief effect hebben op het slachtoffer. 32 Ten tweede moet de verdediging in de gelegenheid worden gesteld beslissingen te nemen die in het belang zijn van de verdachte. Het dwingen van verdachte om aanwezig te zijn kan leiden tot niet coöperatieve medewerking van de verdachte tijdens het onderzoek ter terechtzitting. 33 Ten slotte geeft de RvR kritiek op de willekeur van de toepassing van de verschijningsplicht. De rechter kan enkel verplichte verschijning gelasten van een verdachte die voorlopige hechtenis is opgelegd. Een verdachte die geschorst is, of nooit in voorlopige hechtenis is gesteld kan geen bevel tot verplichte verschijning worden opgelegd Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming De afdeling advies van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (hierna: RSJ) is gevraagd om een advies uit te brengen over het Wetsvoorstel. Op 22 augustus 2018 heeft de RSJ haar advies aan het ministerie van Justitie en Veiligheid uitgebracht. Ook de RSJ vindt de invoering van de verschijningsplicht voor verdachten die zich in voorlopige hechtenis bevinden niet wenselijk. De RSJ stelt ten eerste in haar advies, net zoals de RvR, dat de aanwezigheidsplicht van de verdachte niet altijd in het belang zal zijn van het slachtoffer. Sterker nog, de RSJ verwacht dat veel slachtoffers niet op de zitting aanwezig zullen zijn om de confrontatie met de verdachte uit de weg te gaan. Ook bespreekt de RSJ net zoals de RvR het beginsel van onschuldpresumptie in het licht van de aanwezigheidsplicht. De RSJ is van mening dat het verplicht stellen dat een verdachte de verklaring van het slachtoffer aan moet horen in strijd is met dit beginsel. Tevens stellen zij dat aanwezigheidsplicht in strijd is met de Europese richtlijn 2016/ Artikel 3 van deze richtlijn luidt: De lidstaten zorgen ervoor dat verdachten en beklaagden voor onschuldig worden gehouden totdat hun schuld in rechte is komen vast te staan.. Strijd met deze zorgplicht die voortvloeit uit deze richtlijn en de onschuldpresumptie komen ter discussie te staan. De RSJ verwoordt dat als volgt: De vraag rijst of de huidige praktijk waarin reeds sprake is van een uitgebreid spreekrecht zich verenigt 32 F.C. Bakker. advies conceptwetsvoorstel uitbreiding slachtofferrechten, 10 september 2018, p. 3, Rechtspraak.nl 33 F.C. Bakker. advies conceptwetsvoorstel uitbreiding slachtofferrechten, 10 september 2018, p. 4, Rechtspraak.nl 34 F.C. Bakker. advies conceptwetsvoorstel uitbreiding slachtofferrechten, 10 september 2018, p. 4-5, Rechtspraak.nl 35 Richtlijn 2016/343/EU. 15

16 met de onschuldpresumptie en de in de EU-Richtlijn genoemde zorgplicht van de overheid. Immers, het slachtoffer dat meent dat de verdachte het feit (mede)gepleegd zou hebben, gaat uit van diens schuld en spreekt de verdachte hierop aan, terwijl de rechter pas na deze verklaring al dan niet tot een bewezenverklaring komt. 36 Tevens klaagt de RSJ over de motivering die de minister ten grondslag heeft gelegd aan de verschijningsplicht. Artikel 6 EVRM heeft als doel rechten in het leven te roepen voor de verdachte om een eerlijk proces, oftewel een fair trial, te waarborgen. Artikel 6 EVRM behelst rechten voor de verdachte en stelt geen plichten vast. Nu de minister hier een aanwezigheidsplicht uit heeft afgeleid en geen aanwezigheidsrecht leidt deze plicht tot regelgeving die in strijd is met het recht op een eerlijk proces Het nieuwe Wetboek van Strafvordering Op dit moment is de ontwikkeling van een nieuw Wetboek van Strafvordering in volle gang. Dit is een langlopend proces dat ongetwijfeld nog enkele jaren in beslag zal nemen. In dit nieuwe Wetboek van Strafvordering heeft ook de positie van het slachtoffer een plaats. 38 In de Memorie van Toelichting komt naar voren dat in het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot de positie van het slachtoffer weinig veranderingen zullen plaatsvinden. Het Wetboek van Strafvordering zal worden aangepast zodat deze aansluit bij de richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten. 39 In het wetsontwerp van het nieuwe wetboek van strafvordering ligt geen andere of sterkere positie vastgelegd voor het slachtoffer dan hoe deze nu is geregeld. 36 L.A.J.M. de Wit, advies conceptwetsvoorstel uitbreiding slachtofferrechten 22 augustus 2018, p. 2, RSJ.nl. 37 L.A.J.M. de Wit, advies conceptwetsvoorstel uitbreiding slachtofferrechten 22 augustus 2018, p. 3, RSJ.nl. 38 Wetsvoorstel tot vaststelling van Boek 1 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering: Strafvordering in het algemeen., 7 februari 2017, Rijksoverheid.nl. 39 Memorie van Toelichting: Vaststellingswet Boek 1 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering: strafvordering in het algemeen., p. 76, Rijksoverheid.nl. 16

17 Hoofdstuk 2: Uitoefening van het spreekrecht 2.1. Inleiding Het feit dat er sprake is van een (theoretisch) spreekrecht betekent nog niet dat dit ook in de praktijk wordt uitgeoefend door slachtoffers en nabestaanden. In dit hoofdstuk ga ik in op de praktische gang van zaken rond het spreekrecht. Hoe worden de slachtoffers en nabestaanden op de hoogte gesteld en hoe gaat het feitelijk in zijn werk op de zitting. Ter illustratie wordt aan het einde van het hoofdstuk als voorbeeld een tweetal concrete strafzaken opgenomen De rol van het Openbaar Ministerie. Het is in eerste instantie het Openbaar Ministerie die als vertegenwoordiger van de maatschappij ook de belangen van het slachtoffer op zich neemt. Dit is ook uitdrukkelijk opgenomen in de Aanwijzing slachtofferrechten. 40 Onder 2.2. staat het volgende: Het OM ondersteunt vanuit zijn taakopvatting het slachtoffer in het uitoefenen van zijn rechten en beoogt maatwerk te leveren. Het OM staat in geval van klassieke vervolging tijdens het requisitoir nadrukkelijk stil bij de gevolgen die het strafbaar feit heeft (gehad) voor het slachtoffer. Wanneer er sprake is van een delict waarbij spreekrecht aan de orde is wordt de betrokkene uitgenodigd voor een gesprek op het arrondissementsparket. Onder hoofdstuk 5.5. van de Aanwijzing slachtofferrechten is opgenomen dat de Officier van Justitie (hierna: OvJ) aan het slachtoffer of de nabestaanden een gesprek aanbiedt wanneer er sprake is van een strafbaar feit waarbij het spreekrecht is toegelaten. Dit gesprek heeft tot doel om de zaak verder uit te leggen aan het slachtoffer en de nabestaanden voor te bereiden op de gang van zaken tijdens het onderzoek ter terechtzitting. Daarbij komen de confrontatie met de verdachte en de eventuele strafeis van het Openbaar Ministerie aan de orde. Het is aan de OvJ om het slachtoffer en de nabestaanden in te lichten over het spreekrecht dat zij hebben. 41 Over de gang van zaken tijdens het voorbereidend onderzoek worden zij onder omstandigheden ook op de hoogte gehouden door het Openbaar Ministerie, bijvoorbeeld wanneer een zaak wordt geseponeerd of een transactie wordt aangeboden. 42 Slachtoffers en nabestaanden hebben zelf geen rol in het 40 Aanwijzing slachtofferrechten, wetten.overheid.nl. 41 Aanwijzing slachtofferrechten, par. 1.1 en 4.1, wetten.overheid.nl. 42 Aanwijzing slachtofferrechten, par , wetten.overheid.nl. 17

18 vooronderzoek en kunnen ook geen onderzoekshandelingen vragen aan de rechter-commissaris of het Openbaar Ministerie De gang van zaken tijdens de zitting Het blijft natuurlijk zo, dat het spreekrecht een recht is en geen plicht. Alleen wanneer het slachtoffer of de nabestaande dit wenst zal het spreekrecht worden uitgeoefend. Het slachtoffer en/of de nabestaande wordt eerst uitgenodigd op het parket en krijgt schriftelijk bericht wanneer de zaak inhoudelijk dient. 44 Zij krijgen over het algemeen bericht van de inhoudelijke behandeling op hetzelfde tijdstip als de verdachte en diens raadsman. Ook krijgen zij een formulier toegezonden waarop aangegeven kan worden of zij wensen dat het spreekrecht wordt uitgeoefend, zodat de rechter hier van tevoren op de hoogte is. 45 In art. 260 lid 2 Sv., dat betrekking heeft op het aanhangig maken van de zaak ter terechtzitting, is vastgelegd dat de OvJ aan een schriftelijk verzoek van een spreekgerechtigde om een verklaring af te leggen, gehoor geeft door betrokkene op te roepen voor het onderzoek ter terechtzitting. Op basis van art. 302 lid 1 en art. 303 lid 1 Sv. is de rechter gehouden ter terechtzitting (de vertegenwoordiger van) het slachtoffer dat of de nabestaande die is opgeroepen en verschenen, in de gelegenheid te stellen een verklaring af te leggen. Het slachtoffer of de nabestaanden nemen plaats in de zittingszaal. Zij zitten niet op de publieke tribune achter glas. Het omgaan met de slachtoffers en nabestaanden vraagt zorg van de deurwaarder en aandacht van de voorzitter van het gerecht. De voorzitter van de rechtbank heeft als taak zorg te dragen voor een correcte bejegening van het slachtoffer of diens vertegenwoordiger. 46 Om dit goed te regelen is er een Modelregeling inzake passende verblijfsomgeving slachtoffers vastgesteld. 47 Op grond van deze regeling bestaat er een uniforme werkwijze ten aanzien van de opvang van slachtoffers bij alle gerechten. De plaats in de zittingszaal kan zo worden georganiseerd dat de slachtoffers of nabestaanden niet tussen de familie van de verdachte terecht komt. De spreekgerechtigde is wel een procesdeelnemer maar geen procespartij. De spreekgerechtigde mag éénmalig het woord voeren. Het is niet wettelijk vastgelegd wanneer 43 Borgers, Corstens & Kooijmans 2018, p Art. 51a lid 3 Sv. 45 Wensenformulier is bijgevoegd als bijlage Art. 288a lid Sv. 47 Modelregeling inzake passende verblijfsomgeving slachtoffers, 22 februari 2012, Rechtspraak.nl. 18

19 dat plaatsvindt gedurende de procedure. Het is theoretisch niet uitgesloten dat het slachtoffer na het requisitoir het woord voert, maar in de praktijk gebeurt het voor het requisitoir. Er is een wetsontwerp aanhangig waarin het moment van afname van het spreekrecht bepaald is. 48 Het ligt voor de hand dat het spreekrecht wordt uitgeoefend nadat de verdachte het woord heeft gevoerd, nu het slachtoffer zich immers ook over de houding van de verdachte mag uitlaten. In de wet is geen wettelijke aanwezigheidsplicht voor de verdachte opgenomen. De bestaande mogelijkheden van het wetboek van strafvordering tot persoonlijk verschijnen en een bevel tot medebrenging waren hiervoor voldoende. 49 Zoals hierboven uiteengezet in par wordt deze verschijningsplicht voorgesteld in het aanhangige wetvoorstel. Bij de planning van een zitting moet de rechter rekening houden met de beschikbaarheid van het slachtoffer en diens raadsman. Wanneer een slachtoffer niet verschijnt, zal de zitting in beginsel dienen te worden aangehouden. In de wet is echter geen aanhoudingsplicht geformuleerd voor de rechter wanneer het slachtoffer niet verschenen is. 50 Dat de zaak dan zou moeten worden aangehouden komt ook naar voren uit de Memorie van Toelichting. 51 Wanneer een slachtoffer om aanhouding vraagt zal dit moeten worden beoordeeld tegen de achtergrond van het steeds meer toegenomen belang van het spreekrecht en zal de rechter hier niet zonder meer aan voorbij kunnen gaan Informatievoorziening Een slachtoffer of nabestaande heeft op grond van art. 51b lid 1 Sv. recht om kennis te nemen van processtukken die voor het slachtoffer van belang zijn. 53 Wanneer er nog geen sprake is van een onderzoek ter terechtzitting moeten deze stukken aan de OvJ worden gevraagd en wanneer de zaak ter terechtzitting dient moet dit aan het betreffende gerecht. Er wordt in het wetsartikel gesproken over processtukken die voor het slachtoffer van belang zijn. Echter, nu het slachtoffer zich over het gehele strafproces mag uitlaten, inclusief het bewijs en over de persoon van de dader, is het thans niet meer duidelijk welke processtukken het slachtoffer niet zou kunnen krijgen. De OvJ kan met machtiging van de Rechter-commissaris weigeren 48 Wetvoorstel uitbereiding slachtofferrechten. 28 juni 2018, Rijksoverheid.nl. 49 Art. 278 lid 2 Sv. 50 Art. 303 lid 2 Sv. 51 Kamerstukken II 2014/15, nr. 3, p Cleiren, Crijns & Verpalen 2017, art. 303 Sv., aantekening Processtukken zijn alle stukken die voor de ter terechtzitting door de rechter te nemen beslissingen redelijkerwijs van belang kunnen zijn met uitzondering van de stukken die de OvJ op grond van art. 187d lid 1 Sv niet heeft gevoegd aan het procesdossier (art. 149a lid 2 Sv). 19

20 processtukken ter kennisneming aan het slachtoffer te geven. 54 Van de stukken waarvan het slachtoffer inzage heeft kan hij een afschrift vragen aan de griffie. 55 Over het algemeen heeft het slachtoffer geen inbreng in de omvang van het dossier en kan hij geen verzoeken doen tot het verrichten van onderzoek in de strafzaak. Een uitzondering op deze regel is te vinden in art. 51b lid 2 Sv. In dit artikellid is bepaald dat het slachtoffer kan vragen om stukken, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak, aan het dossier toe te voegen. Overigens kan de OvJ dit verzoek weigeren. Wanneer het slachtoffer de Nederlandse taal niet begrijpt heeft hij recht op vertaling door een tolk. 56 Dit wordt betaald door de Nederlandse staat De gang van zaken tijdens het strafproces Nadat de strafzaak een aanvang heeft genomen en de OvJ de zaak heeft voorgedragen, zal de rechter beginnen met het ondervragen van de verdachte. 57 Wanneer er getuigen gehoord worden tijdens het proces zal dat vervolgens plaatsvinden. 58 Het slachtoffer krijgt normaliter het woord voor het requisitoir van de OvJ. 59 De bepalingen uit het wetboek van strafvordering maken niet geheel duidelijk of dit vlak voor het requisitoir zal plaatsvinden of al eerder, namelijk voordat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte aan de orde komen. De meningen hierover zijn verdeeld. Over het algemeen wordt het slachtoffer de mogelijkheid gegeven om een verklaring af te leggen na de bespreking van de feiten. Echter wanneer eerst de persoonlijke omstandigheden besproken worden heeft het slachtoffer de gelegenheid om hierover iets op te nemen in zijn verklaring. 60 Wanneer een slachtofferverklaring is afgelegd kan de rechter hierover aan het slachtoffer vragen stellen. De OvJ en de raadsman kunnen dit ook middels tussenkomst van de rechter. 61 Het slachtoffer is niet verplicht hierop te antwoorden. Het is de taak van de rechter om er voor te zorgen dat de orde en rust in de zaal gehandhaafd blijven en op een respectvolle manier met het slachtoffer of de nabestaande(n) wordt 54 HR 6 maart 2018, ECLI:NL:PHR:2018: Art. 51b lid 6 Sv. 56 Art. 51c lid 5 Sv. 57 Art. 286 Sv. 58 Art. 287 Sv. 59 Art. 302 Sv. 60 Tijdens het interview d.d. 14 november 2018 deelde mr. Hartmann mee dat door hem en veel van zijn collega s het slachtoffer het woord krijgt na afloop van de feitenbehandeling en derhalve voor het bespreken van de persoonlijke omstandigheden. 61 Art. 302 Sv. 20

21 omgegaan. 62 Bij de uitoefening van het onbeperkt spreekrecht voert de rechter de regie. In een artikel in het Nederlands Juristenblad van J. Janssen en J. de Lange, wordt over deze regie het volgende gezegd: De positie die de spreekgerechtigde door de wetgever heeft toebedeeld gekregen, strekt ertoe om het slachtoffer gelegenheid te bieden om op de zitting in volle omvang zijn verhaal te doen. Niet meer en niet minder. De sleutel tot stroomlijning ligt voor een groot deel in handen van de strafrechter. De wetgever heeft de strafrechter die ruimte nadrukkelijk gelaten. 63 Dat deze taak van de rechter niet altijd een gemakkelijke taak is verwoord T. de Roos 64 op een mooie manier: Tevens kan worden geconstateerd dat de taak van de strafrechter hoe dan ook weer iets zwaarder is geworden, en dat hij zich, zonder te kunnen terugvallen op duidelijke richtlijnen van de wetgever, weer eens zal moeten bewijzen als een orgaan dat buitengewoon bekwaam is in het lopen op eieren. 65 Uit beelden die af en toe het nieuws bereiken is duidelijk dat dit lopen op eieren niet altijd gemakkelijk is. Een beeld dat bij velen is blijven hangen is een nabestaande die een stoel naar de rechter gooit omdat de persoon die zijn ouders en kind hebben doodgereden door de rechter wordt veroordeeld tot een taakstraf. 66 Het is niet geregeld hoe lang de schriftelijke slachtofferverklaring mag en kan duren. In mijn interview met mr. W. Korver 67 deelde hij mij mee dat verklaringen nooit eindeloos duren, maar relatief kort zijn. 68 De reden hiervoor is onder andere dat slachtoffers en nabestaanden door het Openbaar Ministerie en hun raadsman goed worden geïnstrueerd. Over het algemeen duurt het voorlezen van de schriftelijke slachtofferverklaring niet meer dan tien minuten. 69 Slachtoffers/nabestaanden staat het vrij om een schriftelijke verklaring af te leggen zonder deze ter zitting voor te lezen. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen indien de spreekgerechtigde niet geconfronteerd wilt worden met de verdachte Art. 288a lid 2 Sv. Zie ook: Hoendervoogt e.a. 2017, p. 20 e.v. 63 Jansen & De Lange, NJB 30 augustus 2018, afl. 28 p Mr. Th.A. de Roos, emeritus-hoogleraar Tilburg University en Raadsheerplaatsvervanger gerechtshof s-hertogenbosch. 65 Th.A. de Roos, JutD 2017/146, afl Vader van doodgereden meisje gooit stoel naar rechter, 21 november 2014, Nu.nl. 67 Mr. W. Korver is Advocaat-generaal bij het gerechtshof te s-hertogenbosch. 68 Interview met mr. Korver op 14 november Idem voetnoot Idem voetnoot 64 21

22 2.6. Voorbeelden van spreekrecht in de praktijk In het hiernavolgende bespreek ik twee strafzaken waarin de nabestaanden recht hadden op spreekrecht. In twee zaken, die allebei behandeld in 2018, betreft het een stergeval van een jonge vrouw. Opmerkelijk is dat ondanks het feit dat de zaken in hetzelfde jaar behandeld zijn, en het in beide gevallen ging om nabestaanden die een kind hadden verloren, een groot verschil is in de wijze waarop met het spreekrecht is omgegaan. In de zaak Heidy Goedhart stonden de slachtoffers in het middelpunt van de belangstelling. In de televisieopname van Hart van Nederland stond het spreekrecht dat tijdens de zitting was uitgeoefend door de vader en zus centraal en werden in het arrest de slachtofferverklaringen bij de strafoverwegingen uitdrukkelijk aangehaald. In de zaak van S, N. is in het vonnis nauwelijks een woord besteed aan de slachtofferverklaringen die ter zitting zijn gedaan. De moeder van S, N. heb ik geïnterviewd over haar belevingen van, en mening over het spreekrecht dat zij mocht uitoefenen. 71 Op 19 december 2010 wordt Heidy Goedhart in Kaatsheuvel vermoord. Enige jaren later staat haar voormalige partner wegens moord in hoger beroep terecht. In de zittingszaal bevinden zich de vader van de overleden vrouw en haar zus. Tevens is de wettelijke vertegenwoordiger van de twee kinderen van de overleden vrouw in de zaal aanwezig. De zaak trekt flink publiciteit. Diverse journalisten en een reporter van het televisieprogramma Het hart van Nederland zijn ook in de zittingszaal aanwezig. De zus en de vader geven toestemming om het voorlezen van hun schriftelijke slachtofferverklaring te filmen. Het is een emotioneel betoog waarin het verlies van hun familielid wordt benadrukt en menigeen het niet droog houdt. Ook de persoon van de verdachte komt in het betoog aan de orde. In een avonduitzending van Het hart van Nederland komen beide slachtofferverklaringen uitvoerig in beeld. Door de Advocaat-Generaal wordt een straf geëist van 18 jaar gevangenisstraf. Het gerechtshof veroordeeld de verdachte tot twintig jaar celstraf. S, N. wordt op 29 mei 2017 tijdens een auto ongeluk gedood op de A7. Haar auto staat in de file en zij wordt van achteren aangereden door een militair die op dat moment zijn telefoon gebruikte. Tijdens de zitting in eerste aanleg die op 11 juni 2018 plaatsvond lazen haar moeder, zus en haar partner een slachtofferverklaring voor. In drie emotionele betogen werd uiteengezet wat het verlies van deze 30-jarige dochter/zus/partner voor hun leven betekende. Een leven dat 71 Interview A. N., 11 november

23 nooit meer hetzelfde zou zijn. In de verklaringen werd niet alleen ingegaan op de gevolgen voor hun leven, maar werd daarnaast ook ingegaan op feitelijke gedragingen van de verdachte zoals het gebruik van zijn telefoon tijdens het rijden. Het werd hem verweten dat de verdachte hoewel hij wist dat er een file stond, toch op zijn telefoon keek. Dat was niet slordig, maar misdadig. De krant deed bericht van het feit dat de familie emotionele betogen had gehouden. De militair wordt overeenkomstig de eis veroordeeld tot 4 maanden militaire detentie en twee jaar rijontzegging. 72 Hoewel de betrokkene een first offender is wordt geen werkstraf opgelegd. In het vonnis wordt noch in de bewijsoverwegingen noch in de strafmaatoverwegingen aandacht geschonken aan de inhoud van de afgelegde slachtofferverklaringen De schriftelijke slachtofferverklaring en het bewijsrecht Door de uitoefening van het slachtoffer wordt informatie verstrekt aan het gerecht. Informatie die de rechtbank daarvoor wellicht niet had. Belangrijke informatie over de gevolgen van de daad voor het slachtoffer, maar wellicht ook informatie over de persoon van de verdachte of het feit waarvan de verdenking is gerezen. Deze informatie kan voor de beoordeling door de rechter van de zaak van belang zijn. Dit kan een rol spelen bij alle vragen van art. 350 Sv., is het bewezen, is het feit strafbaar, is de verdachte strafbaar en wat zou de strafmaat moeten zijn. Het was ongetwijfeld van de wetgever in het bijzonder de intentie om de positie van het slachtoffer te versterken en deze een grotere rol te geven in het strafproces. Echter een bijvangst hiervan is geweest dat het kan zijn dat de rechter meer informatie krijgt dan uit het dossier naar voren komt. Het slachtoffer kan ook extra informatie geven omtrent het ten laste gelegde feit. Denk hierbij aan het volgende voorbeeld, een verdachte staat terecht omdat hij een slachtoffer enkele kaakslagen heeft toegebracht. Dit heeft geleid tot een kaak die op drie plaatsen is gebroken. Ten laste gelegd is zware mishandeling, subsidiair poging tot zware mishandeling, meer subsidiair mishandeling. De aangever is gehoord kort na het feit en heeft toen slechts mededeling gedaan van de gebroken kaak waarvan een medische verklaring is opgenomen. Ter zitting doet hij in zijn slachtofferverklaring echter uit de doeken, dat hij drie keer is geopereerd, daardoor ontsierende littekens in zijn gezicht heeft en gedurende een termijn van 18 weken niet heeft kunnen werken. Deze omstandigheden zijn van wezenlijk belang voor de vraag of er inderdaad sprake is van zwaar letsel en het primair ten laste gelegde bewezen kan worden verklaard. 72 Rb. Gelderland 25 juni 2018 (uitspraak is niet gepubliceerd en zal als bijlage 2 worden toegevoegd). 23

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 76 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht Regelingen en voorzieningen CODE 6.5.6.28 Verruiming spreekrecht in rechtszaal 1.9.2012 van kracht tekst bronnen Nieuwsbericht ministerie van Veiligheid en Justitie 10.7.2012; www.rijksoverheid.nl Wet

Nadere informatie

Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities

Het opschrift van de Eerste afdeling van Titel IIIA van het Eerste Boek komt te luiden: EERSTE AFDELING Definities [2 juni 2015] Implementatie van richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer

De positie van het slachtoffer in het strafproces. 2.1. Definitie slachtoffer. 2.2. Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer 2. De rechten van het slachtoffer 2.1. Definitie slachtoffer In de wet is een definitie van het begrip slachtoffer opgenomen: degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering

Ons kenmerk z Contactpersoon. Onderwerp Advies inzake Boeken 3 tot en met 6 nieuwe Wetboek van Strafvordering Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl Aan de Minister van Justitie en Veiligheid

Nadere informatie

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5. U MOET TERECHTSTAAN INHOUD Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Het slachtoffer in het strafproces

Het slachtoffer in het strafproces Het slachtoffer in het strafproces Mijn mobiele telefoon a. Staat natuurlijk al uit. b. Staat nog aan, maar die zet ik nu onmiddellijk uit. c. Omdat ik heel belangrijk ben laat ik die aanstaan, maar wel

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring Voor u als slachtoffer of nabestaande is het mogelijk om tijdens de rechtszaak een verklaring af te leggen of in te dienen. Spreekrecht en schriftelijke

Nadere informatie

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven,

De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven, De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 22 september 2011 van Voorlichting doorkiesnummer 070-361 9721 uw kenmerk 5702623/11/6 onderwerp Advies

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 1 Wet van 17 december 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven

Nadere informatie

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten

Advies Conceptwetsvoorstel implementatie EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers van strafbare feiten contactpersoon De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 7 oktober 2014 Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46116548

Nadere informatie

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen.

De concrete voorstellen in dit pamflet dragen in de optiek van de VVD bij aan het verwezenlijken van deze doelstellingen. Slachtoffer zijn van een misdrijf is ingrijpend. Het draagt bij aan de verwerking van dit leed als slachtoffers het gevoel hebben dat zij de aandacht krijgen die zij verdienen. Dat zij zo goed mogelijk

Nadere informatie

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao Aanwijzing Slachtofferzorg Parket Curaçao Samenvatting Deze aanwijzing stelt regels betreffende de bejegening van slachtoffers van misdrijven, zoals zeden, geweld- en verkeersmisdrijven. Daarbij worden

Nadere informatie

Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde?

Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde? Het adviesrecht voor slachtoffers. Een toegevoegde waarde? Masterscriptie S. van Eersel ANR: 583395 Universiteit van Tilburg, Faculteit Rechtswetenschappen Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid, accent

Nadere informatie

Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht

Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht De ontwikkelingen omtrent de positie van het slachtoffer in het strafprocesrecht - Van spreekrecht naar adviesrecht? Jolein Dortmans ANR 182544 Master

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHSHE:2015:738 ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 85 Wet van 28 februari 2013 tot implementatie van richtlijn nr. 2010/64/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006

ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

S k~ N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ van Veiligheid en Justitie. Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

S k~ N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ van Veiligheid en Justitie. Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag N~DEi~LANDS~ ø~t~ VAd~DVOCAT~N ~/ ~ : S k~ 7, H~ r~;c~~ ~ ~. ~ ~ Aan de Staatssecretaris De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag van Veiligheid en Justitie 4 1 ~1 7 7~ Den Haag, 13 oktober

Nadere informatie

33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012

33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 33000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 Nr. 75 Brief van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN. Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG 335 NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN OBD Aan de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie IS De heer mr. F. Teeven 1 Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG 1 Den Haag, 3 december 2013 Doorkiesnummer: Faxnummer:

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven,

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. Geachte heer Teeven, NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 16december 2013 Uw kenmerk 436418 Contactpersoon J.M.A. Timmer

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte

Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte Is het spreekrecht de start van een oneerlijk proces? Een evaluatie van het Nederlandse Spreekrecht van het slachtoffer en de rechten van de verdachte Naam: Lisanne Burgers Studentnummer: 11112514 Email:

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 27 632 Voorstel van wet van het lid Dittrich tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van spreekrecht voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 27 632 Voorstel van wet van de leden Dittrich en Schonewille tot wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Strafvordering (invoering van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 086 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten.

Gehoord de gerechten heeft de Raad de eer u als volgt te berichten. Aan de Minister van Justitie t.a.v. mw. mr. M.F.M. de Groot Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 16 januari 2006 contactpersoon mr. A. Kuijer doorkiesnummer 070-361 9706 a.kuijer@rvdr.drp.minjus.nl e-mail

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445 Rapport Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445 2 Klacht Op 5 december 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Arnhem, ingediend door de heer F. te Doorwerth, met

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 915 Goedkeuring van het op 7 juli 2017 te Tallinn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne inzake internationale

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 3 juni 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 377747 Voorlichting@rechtspraak.nl Advies Wetsvoorstel

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

6/03/2015. Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie

6/03/2015. Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 In Nederland is er wel een definitie van verdachte. Artikel 27 lid 1 Sv.: - Als verdachte wordt vóór de vervolging is aangevangen,

Nadere informatie

Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632

Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632 Het spreekrecht van het slachtoffer en het ondervragingsrecht Notitie van het NJCM naar aanleiding van wetsvoorstel nr. 27632 1. Inleiding Het NJCM heeft kennis genomen van het door Tweede kamerlid Dittrich

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces.

De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. De uitbreiding van de positie van slachtoffers en nabestaanden in het Nederlandse strafproces. Van spreekrecht naar adviesrecht? Naam: Steffi de Rijck ANR: S645765 Afstudeerrichting: Strafrecht Afstudeerdatum:

Nadere informatie

3. Nationale politie Professor Groenhuijsen constateert dat het prestatieniveau van de Nederlandse politie onder de maat is. Hij is net als ik -

3. Nationale politie Professor Groenhuijsen constateert dat het prestatieniveau van de Nederlandse politie onder de maat is. Hij is net als ik - Bijlage 1 Toespraak Minister van Veiligheid en Justitie bij diner pensant, georganiseerd door Universiteit van Tilburg in sociëteit De Witte, Den Haag op 14-9-2011. 1) Inleiding Allereerst dank aan professor

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden

Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden 1 Het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden Is uit oogpunt van het spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden, een tweefasenproces passend binnen het Nederlandse Strafprocesrecht, mede gelet

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG 34 916 Bepalingen samenhangend met de vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van Malaysia Airlines vlucht MH17 op 17 juli 2014 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:84

ECLI:NL:GHDHA:2015:84 ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES

U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES U BENT GETUIGE IN EEN STRAFPROCES Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. Als u getuige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 916 Bepalingen samenhangend met de vervolging en berechting in Nederland van strafbare feiten die verband houden met het neerhalen van Malaysia

Nadere informatie

Voegen in het strafproces

Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces Voegen in het strafproces april 2011 U bent slachtoffer geworden van een misdrijf of overtreding en u heeft daarbij schade geleden. Eén van de mogelijkheden om uw schade vergoed

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. l.w. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Datum 28 maart 2014 Uw kenmerk 476490 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

De Amsterdamse zedenzaak Vragen en Antwoorden

De Amsterdamse zedenzaak Vragen en Antwoorden De Amsterdamse zedenzaak Vragen en Antwoorden MAART 2012 Waarvan worden Roberts M. en Richard van O. beschuldigd? Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt Roberts M. van vele gevallen van seksueel binnendringen

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 2 De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 23 september 2013 contactpersoon Voorlichting doorkiesnummer 06 18609322 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Verdieping: Positie van het slachtoffer

Verdieping: Positie van het slachtoffer Verdieping: Positie van het slachtoffer Korte omschrijving werkvorm: In de afgelopen jaren is de positie van het slachtoffer in het strafrecht almaar versterkt, maar in de huidige wetgeving is er geen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:935

ECLI:NL:GHDHA:2016:935 ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Datum 8 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'twee keer per dag vergeet justitie een verdachte op te halen'.

Datum 8 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'twee keer per dag vergeet justitie een verdachte op te halen'. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Boete en detentie Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

VOOR Rf CH f SPRAAK. Geachte heer Hirsch Ballin,

VOOR Rf CH f SPRAAK. Geachte heer Hirsch Ballin, fr NFJ)EREANDSF VFRENIGIN( VOOR Rf CH f SPRAAK De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 2030! 2500 GH Den Haag Datum 22 september 2010 Kenmerk 83.2000u/JT Uw kenmerk 5658242/ 0/6 Onderwerp

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Datum 24 oktober 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de uitlevering van verdachten aan Rwanda

Datum 24 oktober 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de uitlevering van verdachten aan Rwanda 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

U moet terechtstaan. Inhoud

U moet terechtstaan. Inhoud U moet terechtstaan Inhoud Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel

Geachte heerteeven, Strekking wetsvoorstel h& NEDERLANDSE r,pr VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Staatssecretaris van Vefligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 2030! 2SOOEH DEN HAAG Dutem 31 oktober 20l4 Uw keuw.,k Coetectpwvoen AdvIes op het voorontwerp

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

Management samenvatting

Management samenvatting Management samenvatting Achtergrond, doelstelling en aanpak Op 1 januari 2014 is de Wet conservatoir beslag ten behoeve van het slachtoffer (hierna: conservatoir beslag) 1 in werking getreden. Doel van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 385 Beschikking van de Minister van Justitie van 29 juli 2004, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit orde van dienst

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 090 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten in verband met het gebruik van elektronische processtukken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 188 Wijziging van de Overleveringswet, de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties 2008 en het Wetboek van Strafvordering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 834 Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet

ADVIES. Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet ADVIES Conceptwetsvoorstel inzake het recht op een eerlijk proces in de Grondwet Oktober 2014 1 Inleiding Een ieder heeft het recht op een eerlijk proces. Of het nu in een strafzaak of in een civiele zaak

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Rapport. Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060

Rapport. Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060 Rapport Datum: 16 maart 1998 Rapportnummer: 1998/060 2 Klacht Op 3 maart 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer W. te Zeewolde met een klacht over een gedraging van het arrondissementsparket

Nadere informatie

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten Besluit van..., houdende regels voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten (Besluit slachtoffers van

Nadere informatie

Wel of niet verder uitbreiden?

Wel of niet verder uitbreiden? Het spreekrecht van het slachtoffer in het strafproces Wel of niet verder uitbreiden? Masterscriptie M. Moens ANR: 1246969 Universiteit van Tilburg, Faculteit Rechtswetenschappen Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016 Datum van inontvangstneming : 08/07/2016 Vertaling C-278/16-1 Zaak C-278/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 19 mei 2016 Verwijzende rechter: Landgericht Aachen (Duitsland) Datum

Nadere informatie

De enkelvoudige kamer: de politierechter

De enkelvoudige kamer: de politierechter 3 De enkelvoudige kamer: de politierechter 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de procedure bij de politierechter. Deze is niet totaal verschillend van die bij de meervoudige strafkamer. Integendeel.

Nadere informatie