PROTOCOL EINDOPDRACHT MASTER GESCHIEDENIS VANDAAG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROTOCOL EINDOPDRACHT MASTER GESCHIEDENIS VANDAAG 2015-2016"

Transcriptie

1 PROTOCOL EINDOPDRACHT MASTER GESCHIEDENIS VANDAAG Versie april 2015 LEES EERST HET PROTOCOL VOOR START VAN DE EINDOPDRACHT 1 1 Inleiding Deze brochure is bedoeld om Masterstudenten Geschiedenis in de slotfase van hun studie duidelijkheid te bieden omtrent de Master Eindopdracht. Ofschoon het voorbereidend onderzoek voor en het maken van de Eindopdracht (een scriptie, een tentoonstellingsplan of een scenario voor een geluids- of videodocumentaire) individuele bezigheden zijn, dient iedere student rekening te houden met een aantal vastgestelde normen. Leest u onderstaande regels, wenken en criteria zorgvuldig door voordat u met de Master Eindopdracht begint. Uiteraard gelden voor de Master Eindopdracht ook de algemene regels zoals die zijn vastgelegd in het Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding Geschiedenis. In Bijlage 1 zijn de relevante artikelen van deze regeling opgenomen. 2.1 Definitie en kenmerken van de Masterscriptie Definitie: De Masterscriptie is een argumentatief betoog betreffende een historisch onderwerp op basis van eigen analyse. Ze is de neerslag van een substantiële literatuur- en bronnenstudie. Op basis van deze definitie kunnen de volgende kenmerken worden onderscheiden: Argumentatief betoog op basis van analyse: op een wetenschappelijk relevante en gemotiveerde vraagstelling wordt langs de weg van de beargumenteerde beantwoording van deelvragen een antwoord geformuleerd. De scriptie is bijgevolg geen beschrijvend werkstuk en evenmin een inventarisatie, rapport, handboek of anderszins. Substantiële literatuur- en bronnenstudie: het betoog getuigt van kennis van de stand van onderzoek en verrijkt de bestaande wetenschappelijke kennis met een meerwaarde. Het betoog blijft nadrukkelijk niet beperkt tot een herformulering van bevindingen in de literatuur, maar exploreert juist nieuwe bronnen van kennis. Terugkoppeling en synthese: het betoog vertoont samenhang en structuur en de conclusie vloeit logisch voort uit de argumenten naar voren gebracht in de verschillende hoofdstukken. Zie voor de scriptie verder vooral paragraaf Anders afstuderen: tentoonstelling of scenario De meest voorkomende vorm van de Eindopdracht is de Masterscriptie. Het studieprogramma en het Examenreglement voorziet ook in andere mogelijkheden. In de praktijk van de afgelopen jaren zijn dat geweest:

2 2 - De historische tentoonstelling - De historische geluidsdocumentaire - De historische videodocumentaire en/of -scenario De voorwaarden gesteld aan het anders afstuderen zijn wezenlijk dezelfde die aan een Masterscriptie worden gesteld. Het product is een in principe publiceerbaar geschiedverhaal of betoog, dat aan de eisen van wetenschappelijkheid moet voldoen. Dat betekent voor de tentoonstelling, dat bij de expositie een plaatsingslijst voor objecten en de daarbij behorende bijschriften, of een beredeneerde catalogus behoort, een plattegrond met routing en een PR plan. Voor de documentaires houdt dat in, dat er een geannoteerd scenario geleverd moet worden. De geluidsdocumentaire dient op een drager, in afgemonteerde vorm ter beschikking te komen. Voor de videodocumentaire is het mogelijk te volstaan met het geannoteerde, geheel uitgewerkte scenario: inclusief tijdcodering, beeldmateriaal, beeldinstellingen en -overgangen, commentaarteksten, geluidsfragmenten en -overgangen. Voor tentoonstellingen en geluidsdocumentaires als afstudeervorm geldt voorts dat in een essay van ca woorden verslag wordt gedaan van de wetenschappelijke research en de vertaalslag, die van onderzoek naar het uiteindelijke product is gemaakt. Een vertaalslagessay hoort te bevatten: - een verslag van de wetenschappelijke vraagstelling, van de verzameling, ordening en analyse van relevante gegevens en een conclusie - een betoog over de manier waarop dit wetenschappelijk onderzoek tot een audiovisueel verhaal/tentoonstelling heeft geleid en over de keuzes die je hebt moeten maken bij die verdichting van onderzoek naar publieksgeschiedenis. Wie op een tentoonstelling wil afstuderen doet er goed aan één of twee van de volgende vakken binnen de opleiding Geschiedenis te volgen: Bronnen en Methodencollege Cultuurgeschiedenis (tijdens de Bachelor-fase) Historisch methodenvak Beeldcultuur en materiële cultuur Historisch methodenvak Documentaire, museum en tentoonstelling Ook (onderdelen uit) de minor Beeldanalyse (tijdens de Bachelor-fase) en eventueel vakken van de opleiding Kunstgeschiedenis, dan wel het bijvak Museologie aan de RU-Leiden, kunnen een goede aanvulling zijn. Een stage bij de instelling die de tentoonstelling organiseert, is wenselijk. Wie op een geluidsdocumentaire wil afstuderen doet er verstandig aan één of twee van de volgende vakken binnen de opleiding Geschiedenis te volgen: Historisch methodenvak Documentaire, museum en tentoonstelling Historisch methodenvak Levensverhalen: oral history en biografie Een geluidsdocumentaire kan technisch gesproken in facultair verband gemaakt worden. Een stage bij een productiebedrijf als bijvoorbeeld een omroep is wenselijk. Voor een videodocumentaire en/of -scenario komen in aanmerking de onderdelen: Historisch methodenvak Documentaire, museum, tentoonstelling Historisch methodenvak Levensverhalen: oral history en biografie Daarnaast biedt de minor Film en Tv goede aansluitende bijvakmogelijkheden. Ook het volgen van de video-cursus is zeer aan te raden. Vooralsnog is het maken van de eigenlijke documentaire alleen mogelijk via een extern productiebedrijf. Een stage bij een omroep of videobedrijf is wenselijk. Voor de begeleiding van het anders afstuderen geldt dat de betrokken docenten enerzijds deskundig behoren te zijn op het terrein van de gekozen afstudeerrichting en anderzijds op dat van de gekozen presentatievorm.

3 3 2.3 Eén Masterscriptie geschreven door twee studenten Twee studenten mogen samen één Masterscriptie inleveren als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: 1. De omvang van de scriptie is in beginsel het dubbele van die geschreven door één student; 2. De scriptiebeoordelaars moeten een juist oordeel kunnen vormen over de kennis, het inzicht en de vaardigheden van elke student. Dit houdt in dat het individuele auteurschap op hoofdstuken paragraafniveau moet worden gespecificeerd. 3. De inleiding en de conclusie mogen samen worden geschreven als de diverse hoofdstukken afgesloten worden met deelconclusies. 3 Aansluiting bij onderzoekscollege, stage en methodencolleges De Eindopdracht vormt het sluitstuk van de opleiding. De keuze van het onderwerp voor de Eindopdracht is vrij. Het onderwerp kan liggen op het terrein van een van de gevolgde onderzoekscolleges. Het referaat dat in het kader van het onderzoekscollege is geschreven kan de basis vormen voor de Masterscriptie. Wat de vraagstelling, de omvang en/of de aard van het bronnenmateriaal betreft, dient de scriptie zich duidelijk te onderscheiden van een eerder gepresenteerd referaat. U kunt uw scriptie koppelen aan een stage. In dat geval geldt dat de schrijffase van de Masterscriptie doorgaans en bij voorkeur wordt aangevangen na afronding van de stage. De praktijk wijst uit dat tijdens de stage soms inspiratie en inzichten worden opgedaan die dienstig zijn bij het concipiëren van een onderzoeksplan voor de scriptie. Bovendien kunt u in die fase beginnen met de verzameling van het voor het scriptie-onderzoek benodigde bronnenmateriaal. Het is belangrijk dat u zich steeds realiseert, dat de stage en de scriptie nadrukkelijk gelden als afzonderlijke en gescheiden onderdelen van het afstudeerproject. Dit betekent dat een in het kader van de (praktijk)stage geschreven onderzoeksrapport nooit kan gelden als kern van een (wetenschappelijke) Masterscriptie; wel is het geoorloofd enkele voor het onderzoek relevante elementen uit een dergelijk rapport beknopt als casus (gevalstudie) te verwerken in de scriptie. Tevens is het belangrijk voor aanvang van de scriptie na te gaan welke bronnen u denkt te gebruiken. In aansluiting daarop is het aan te raden een relevant historisch methodencollege uit te zoeken, dat voldoende ondersteuning kan bieden bij het maken van de scriptie. 4 Voorbereiding op de scriptie en tijdsplanning Met het nadenken over het scriptieonderwerp moet u reeds in een vroeg stadium (bij voorkeur een jaar, maar minimaal vijf maanden voor de geplande datum van afstuderen) beginnen. In dit stadium (of liever: voordien) bekijkt u in hoeverre de beschikbaarheid van bronnenmateriaal de voorkeur voor een bepaald onderwerp rechtvaardigt. Indien u uw ideeën hieromtrent voldoende heeft geconcretiseerd, maakt u een afspraak met een docent voor een verkennend gesprek, bijvoorbeeld met een docent die wat thematische specialisatie betreft het best in staat is het beoogde onderzoek te begeleiden (zie bijlage bij deze gids). Het staat u vrij een keuze te maken uit de aan de opleiding verbonden docenten. Na dit eerste gesprek schrijft u zich in voor de Masterscriptie in Progress (onafhankelijk van de goedkeuring van het onderzoeksvoorstel). Vervolgens schrijft u zich zelf in voor een scriptieintervisiecollege op de Nestorcursus van de Masterscriptie. In de Nestoromgeving van het intervisiecollege dient u een scriptie-aanmeldingsformulier in te vullen (met onderwerp en begeleider) en up te loaden via het daarvoor ingerichte postvak. Daarnaast schrijft u een formeel onderzoeksvoorstel van minimaal twee pagina's, inhoudende de (voorlopige) titel en ondertitel; een introductie op het thema; het probleemveld; de vraagstelling en deelvragen; de manier waarop de vraagstelling geoperationaliseerd wordt; de betoogstructuur en de opbouw van het werkstuk (zo mogelijk met een indicatie van het aantal woorden per hoofdstuk en een specificatie van de (delen van de) literatuur en/of bronnen die per hoofdstuk worden

4 4 gebruikt); een literatuur- en bronnenlijst; een tijdpad. Dit formele onderzoeksvoorstel dient te worden besproken met de begeleidende docent. Eventuele aanpassingen kunnen verwerkt worden, alvorens de student het onderzoeksvoorstel uploadt op Nestor. De begeleidende docent schrijft een kort commentaar op het (aangepaste) voorstel, dat de student vervolgens doorstuurt naar de tutor van de scriptie intervisiegroep. 5 Begeleiding De begeleiding tijdens de Masterscriptie is in beginsel onder te verdelen in vier of vijf fasen. 1. In de voorbereidende fase bespreekt u het onderzoeksvoorstel met de docent (zie paragraaf 4); 2. Voorafgaand aan en tijdens de uitvoering van het onderzoek bespreekt u de verdere operationalisatie (bijvoorbeeld methode van onderzoek, wijze van analyseren) en werkt u, het voorstel uit tot een onderzoeksopzet In deze periode dient tevens een scriptie-intervisiegroep te worden gevolgd. Tevens maakt u afspraken met de docent over het inleveren van concepthoofdstukken; 3. Gedurende de schrijffase kunt u eventueel concept-hoofdstukken van de scriptie door de docent laten lezen en van commentaar laten voorzien. Uiteindelijk leest de docent de volledige conceptversie van de scriptie, die hij of zij van commentaar voorziet 4. De herschreven en definitieve versie wordt door de docent opnieuw gelezen en beoordeeld middels een beoordelingsformulier. Tegelijkertijd gaat de definitieve versie naar een tweede beoordelaar, die een apart beoordelingsformulier invult. 5. In geval van een onvoldoende resultaat dient u de scriptie te herschrijven. De docent leest ook deze herschreven versie, die hij of zij van commentaar voorziet en beoordeelt. Uiteindelijk gaat de definitieve versie tevens naar een tweede beoordelaar, die een apart beoordelingsformulier invult. De student houdt de docent regelmatig op de hoogte van de voortgang van de scriptie. Overigens is het van belang te beseffen dat docenten meer taken hebben dan de scriptiebegeleiding en dat zij vaak tegelijkertijd meerdere scriptiekandidaten bijstaan. Om een optimale begeleiding te kunnen garanderen is het noodzakelijk dat de opzet van de scriptie en de concept-hoofdstukken steeds minimaal één week vóór de bespreking worden ingeleverd bij de begeleider. Docenten zijn soms voor korte of langere tijd afwezig uit Groningen vanwege congresbezoek, onderzoek of vakantie. Informeert u hier tijdig naar, bij voorkeur voorafgaand aan de vaststelling van het tijdpad (zie paragraaf 4). Daarnaast volgt de student de bijeenkomsten van de scriptie-intervisie groep. Aan het einde van deze bijeenkomsten krijgt de student van de eerste begeleider en de betreffende tutor de goedkeuring om door te gaan. In de OER is het als volgt geformuleerd: Studenten moeten bij de aanvang van hun scriptie/eindopdracht eerst verplicht een scriptie-intervisiecollege volgen en dit met een testimonium voldoende afronden voordat ze hun scriptie mogen afronden. De RUG biedt een cursus "schrijven van een scriptie" aan voor studenten die problemen hebben met het onderzoek voor en het schrijven van hun scriptie. Voor meer informatie over deze cursus kan men terecht bij de studieadviseurs of de afdeling Studenten Service Centrum van de RUG, tel , website Bij de studieadviseur kan tevens informatie worden ingewonnen over de planning van het scriptie-onderdeel in het totale studieprogramma. 6 Beoordeling en puntenhonorering Tenslotte volgt de beoordeling door een tweede docent Geschiedenis. Zowel de eerste begeleider als de door de Examencommissie aangewezen tweede beoordelaar vullen ieder onafhankelijk van elkaar een apart beoordelingsformulier in. Bij onenigheid in de becijfering tussen beide docenten, zullen ze in een gezamenlijk overleg tot een eensluidend cijfer moeten komen, wat ze in het kort

5 5 in een rapport moeten verantwoorden. Mocht er geen overeenstemming zijn, dan wordt de scriptie voorgelegd aan een derde beoordelaar, aan te wijzen door de Examencommissie. In geval de beoordelaars besluiten de scriptie met een 6 te honoreren, dan zal deze scriptie aan de Examencommissie voorgelegd worden. Deze zal nagaan of aan het werkstuk werkelijk een voldoende kan worden toegekend. Ten aanzien van de beoordeling gelden de criteria die aan bod komen in het voorgeschreven beoordelingsformulier (bijlage 1). In alle gevallen zijn de kwaliteit en relevantie van de inhoudelijke (eigen) analyse en theoretische onderbouwing van doorslaggevende invloed op het uiteindelijke resultaat. De scriptie wordt gewaardeerd met 20 ECTS. Zie paragraaf 7.4. De student ontvangt het tentamenbewijs voor de scriptie na inlevering en beoordeling van de eindversie (in tweevoud). Daarnaast ontvangt de student een ingevuld exemplaar van het beoordelingsformulier (bijlage 1). 7 De totstandkoming van de scriptie Voor vele van de in deze paragraaf behandelde facetten van de Masterscriptie geldt dat de tijdens de studie aangeleerde technieken en methodieken in grote lijnen toepasbaar zijn tijdens het voorwerk en het schrijven van de scriptie. Zie bijvoorbeeld: Kate L. Turabian, A manual for writers of research papers, theses and dissertations (Chicago: University of Chicago Press, 8 th edition 2013), Probleemveld, vraagstelling, bronnen- en literatuuronderzoek Probleemveld en vraagstelling: Essentieel voor elke scriptie is de wijze waarop u vertrekkend vanuit een probleemveld komt tot een vraagstelling en u vervolgens de daarvan afgeleide deelvragen formuleert. De vraagstelling dient open te zijn, een analyserend karakter te hebben ("In hoeverre...", "In welke mate...", etc.) en beantwoord te kunnen worden in de vorm van een evaluerende conclusie. De vraagstelling moet een herkenbare thematische afbakening en afbakening in de tijd hebben. Soms kan het van belang zijn ook de theoretische component van de te behandelen problematiek in de vraag te verwerken. Bronnen- en literatuuronderzoek: U dient dit onderzoek eveneens volgens de tijdens de studie aangeleerde normen te verrichten. Voor het onderzoek maakt u in principe gebruik van zowel bronnen als wetenschappelijke literatuur. De verwerking en interpretatie van een omvangrijke hoeveelheid bronnen vormen een fundamenteel kenmerk van elke Masterscriptie. Onder bronnen worden verstaan: ooggetuigenverslagen/interviews, oorkonden, briefwisselingen (wel of niet uitgegeven), couranten, rapporten, notulen, jaarverslagen, handelingen, officiële documenten van ministeries, parlementen en (internationale) organisaties, statistieken, documentaires, (tendens)romans, egodocumenten (brieven, dagboeken, memoires) etc. De wetenschappelijke literatuur bevat relevante theorievorming op het gebied van het te behandelen onderwerp, in de vorm van boeken en artikelen in wetenschappelijke tijdschriften. De literatuur dient een goede weergave te zijn van de stand van de theorie en het recente onderzoek op het terrein van het in de scriptie behandelde thema. In het algemeen geldt dat iedere scriptie gebaseerd dient te zijn op een ruime en representatieve collectie bronnen en literatuur (met een totale omvang van minimaal pagina's geraadpleegd werk). 7.2 Het schrijfproces Het schrijfproces is een creatief proces dat veel tijd vergt. U dient tijdens het schrijven in het

6 bijzonder aandacht te besteden aan verantwoording/motivering, inhoud, stijl en taal en compositie/structuur. U schrijft de scriptie in principe in de Nederlandse taal. Van een andere taal kan slechts gebruik worden gemaakt na uitdrukkelijke toestemming van de begeleidende docent. Deze toestemming kan worden ingetrokken indien het eerste aangeleverde concepthoofdstuk linguïstisch van onvoldoende niveau is. Zorgvuldige formuleringen zijn van cruciaal belang. In geval van twijfel verdient het aanbeveling Renkema's Schrijfwijzer. Handboek voor duidelijk taalgebruik (Den Haag, laatste druk) en 'Het groene boekje' (Woordenlijst van de Nederlandse taal, Den Haag, laatste druk) te raadplegen Annotatie en verantwoording Het notenapparaat en de literatuur-/bronnenlijst dienen te worden weergegeven aan de hand van Turabian Style ; zie: Kate L. Turabian, A manual for writers of research papers, theses and dissertations (Chicago: University of Chicago Press, 8 th edition 2013), voetnoten in notesbibliography style ; Omvang en presentatie Omvang: De omvang van een Masterscriptie is minimaal woorden, maximaal woorden (exclusief noten en literatuur). Het werkstuk dient in principe de basis te kunnen vormen voor een publicatie. Presentatie: U biedt de volledige versie van de scriptie in tweevoud aan ter beoordeling; één exemplaar voor de begeleidend docent en één exemplaar voor de tweede beoordelaar. De aan beide docenten aangeboden versie dient tevens te worden geupload in de daartoe bestemde Ephorus-box van de Nestor-module ma-scriptie. U presenteert de scriptie, dan wel vertaalslag, op nette wijze in A-4 formaat. De scriptie bevat een titelpagina met naam, adres, student- en telefoonnummer van de student, alsmede de naam van de begeleidende docent. Voor de opmaakt werkt u met een ruime bladspiegel met brede kantlijnen, en een gangbaar lettertype (Times (New) Roman 11/12, etc.) op regelafstand 1,5. Behalve een titelpagina heeft de scriptie een inhoudsopgave, een inleiding, het betoog, de conclusie, (eventueel) bijlagen, een grondig notenapparaat en een uitgebreide bronnenen literatuurlijst. Nadat u de volledige versie heeft besproken met de docent die de scriptie heeft goedgekeurd levert u een digitaal exemplaar van de scriptie in. (zie paragraaf 9). 8 Rechten en plichten van de student De student heeft recht op scriptiebegeleiding zoals omschreven in paragraaf 5. De student heeft daarnaast de plicht op juiste, d.w.z. zelfstandige, wijze informatie te verzamelen en conform de regels en gebruiken van de RUG een Masterscriptie te schrijven. Fraude en plagiaat worden zwaar bestraft, omdat het te allen tijde duidelijk dient te zijn dat de student in alle opzichten de feitelijke auteur is van het werkstuk. Ook gebrekkige of onnauwkeurige bronvermeldingen en (opzettelijk) foutieve verwijzingen worden de student daarom aangerekend. De Masterscriptie dient de vrucht te zijn van een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Het overschrijven of te nadrukkelijk parafraseren van geraadpleegde stukken tekst is daarmee uitdrukkelijk in strijd. De docent heeft het recht inzage te krijgen in de geraadpleegde literatuur en bronnen en de student dient deze stukken desgewenst aan de docent te overleggen. Ten aanzien van het auteursrecht geldt dat er gedeelde rechten bestaan: zowel de docent als de student heeft het auteursrecht over de scriptie. Dit betekent dat er geen publicatie kan plaatsvinden zonder elkaars toestemming. 9 Archiveren en openbaarheid De student is verplicht een digitaal exemplaar van zijn/haar eindopdracht ter beschikking te stellen aan de opleiding. U dient de scriptie digitaal (als PDF) voor het archief van uw opleiding in

7 7 te leveren. Nadat de volledige versie is besproken met en goedgekeurd door de eerste begeleider en de tweede beoordelaar dient een digitaal exemplaar van de scriptie in PDF geupload te worden via Dit gaat via het aanleverloket van Bureau Studentzaken (BSZ). De scriptie komt zo in de repository van de RUG terecht, het digitale archief van publicaties van de Rijksuniversiteit Groningen. Masterscripties in de repository zijn openbaar (binnen en buiten de RUG) te raadplegen, als u en de begeleidende docent daarvoor toestemming geven. Bij het invulformulier geeft de student aan wel of niet openbaar ja/nee. Bij ja verklaart de student dat de docent hiervoor tevens toestemming heeft verleend, conform de binnen de Letterenfaculteit vigerende Regelingen en Richtlijnen van de Examencommissies. Vergewis u er dus van dat uw docent het eens is met het openbaar raadplegen van de Masterscriptie, dan pas vult u ja in. 10 Stappenplan en procedure Master Eindopdracht Zie Nestorpagina Geschiedenis, Brochures, Master en afstuderen Master 11 Aanvraag en procedure Masterexamen Een student die het Master examen Geschiedenis wil afleggen, dient daartoe de volgende stappen te zetten: Het laatste tentamenbriefje (van scriptie of ander onderdeel) moet zo spoedig mogelijk ingeleverd worden op het secretariaat. Belangrijke regel: tussen het laatste briefje en de buluitreiking zit minimaal 6 weken i.v.m. de administratieve afhandeling van een Master examen. Afstudeerdatum en datum buluitreiking zijn twee verschillende dingen: De maand waarin u het laatste tentamenbriefje krijgt is de maand van afstuderen, Buluitreiking is de dag waarop u uw bul krijgt. Dit is minimaal 6 weken na uw afstudeerdatum. De Masterbul wordt altijd gedateerd op de datum van het laatst geregistreerde resultaat op Progress. Deze datum is de officiële afstudeerdatum. Wilt u op een andere datum dan de door de opleiding bepaalde datum uw bul krijgen dan is dat altijd mogelijk op een latere buluitreikingsdatum. Hiervoor dient u te overleggen met de onderwijsadministratie van Geschiedenis (niet bij BSZ). Het is verplicht ruim (zie tijdpad in bijlage) voor uw geplande afstudeerdatum een afspraak te maken met de studieadviseur om te controleren of u daadwerkelijk alle onderdelen van de Master hebt afgerond/gaat afronden en voldoende punten hebt behaald/gaat behalen. Dit om onaangename verrassingen te voorkomen. Het is verplicht om uw Masterexamen aan te vragen, uiterlijk drie maanden voor de beoogde afstudeerdatum. Dit gaat via de website van Bureau Studentenzaken van de Faculteit der Letteren, De student dient een exemplaar van de scriptie in PDF te uploaden nadat het resultaat van het eindwerkstuk is geregistreerd in Progress via ter archivering. Het spreekt voor zich dat de scriptiebegeleider eveneens een (gecorrigeerd) exemplaar van de scriptie dient te ontvangen. Aan het eind van elke maand stelt de Examencommissie van de opleiding Geschiedenis vast welke kandidaten in de afgelopen maand voldaan hebben aan de eisen van het Masterexamen. De datum van afstuderen op de bul is echter zoals gemeld de datum van registratie van het laatste resultaat. Studenten die stoppen met studeren na het behalen van de Masterbul dienen zelf hun

8 8 studiefinanciering stop te zetten bij DUO. Denk ook aan het inleveren van je ov-jaarkaart binnen 5 werkdagen na de afstudeerdatum en eventuele restitutie van het collegegeld (via de University Student Desk in het Academiegebouw). 12. Overzicht relevante instanties en personen Voor aanvullende vragen kun je terecht bij de volgende instanties en personen: Bureau Student Zaken, hal 1 ste verdieping (ma-vr tussen uur). University Student Desk (voorheen Centrale Studentenbalie), Academiegebouw, ma-vr tussen uur, tel , telefonisch bereikbaar van uur. Let op aangepaste openingstijden in de zomer- & kerstvakantie. Secretariaat Geschiedenis, kamer 511 (ma-vr tussen uur), tel Onderwijsadministratie Geschiedenis (mw. Charlene Croes), kamer 511 (ma-vrij van uur), tel Studieadviseur Geschiedenis (Erika Kastelein, Dorien Daling, Bob van der Borg, kamer ). Afspraak maken via secretariaat Geschiedenis, tel ). Mail: studieadviesgeschiedenis@rug.nl Examencommissie van de opleiding Geschiedenis (excie.gmg@rug.nl)

9 9 Bijlage 1 Beoordelingsformulier Masterscriptie Geschiedenis (LGX999M20), Faculteit der letteren, Rijksuniversiteit Groningen, versie 14 maart 2015 Eerste begeleider NB Voor een nadere uitleg van de gehanteerde begrippen wordt verwezen naar de Bijlage Basisbegrippen van historisch onderzoek bij de notitie Doorlopende leerlijn vaardigheden en Glossarium. De afzonderlijke vragen onder ieder kopje hoeven niet stuk voor stuk te worden beantwoord en beoordeeld, soms doen ze er ook niet alle toe, maar dienen vooral als een handreiking bij het opstellen van een beoordeling. Kortom vul dit formulier in naar de geest en niet naar de letter. U kunt ook het Ma-beoordelingsformulier inclusief eindkwalificaties raadplegen. Datum: Naam student: Studentnummer: Titel werkstuk: Naam eerste begeleider Eindresultaat: [Cijfer afgerond op 0,5] Opleiding programma Master Geschiedenis Handtekening eerste begeleider Handtekening tweede beoordelaar 1. Probleemveld Onvoldoende Voldoende 5,5-6,5 Ruim volddoende 7-7,5 Goed 8-8,5 Is het probleemveld van de scriptie duidelijk weergegeven? Toont de auteur zich met andere woorden op de hoogte van de status questionis, cq de belangrijkste historiografische bijdragen op dit gebied, en/of is de auteur op de hoogte van het historiografische debat over het onderwerp? Kent de auteur de belangrijkste relevante literatuur? Is de auteur in staat kritisch en analytisch op de literatuur te reflecteren? Onderbouwing beoordeling [voor 2 e beoordelaar niet vereist, tenzij onvoldoende]: Excellent Vraagstelling Onvoldoende Voldoende 5,5-6,5 Ruim volddoende 7-7,5 Goed 8-8,5 Excellent 9-10

10 Mondt de bespreking van de bestaande literatuur over het onderwerp (cq van de status questionis, cq van de belangrijkste historiografische bijdragen aan het denken over het probleemveld) uit in een duidelijke vraagstelling? Is de uitwerking van de vraagstelling in deelvragen adequaat? Houdt de auteur zich gedurende de scriptie aan de geformuleerde vragen? Onderbouwing beoordeling [voor 2 e beoordelaar niet vereist, tenzij onvoldoende]: Operationalisering van de vraagstelling/methodologische aanpak en uitvoering van het onderzoek Onvoldoende Voldoende Goed Is de operationalisering van de vraagstelling goed verantwoord? Zijn de gekozen theorie, methoden en technieken van onderzoek adequaat gezien de probleem- en vraagstelling en de beschikbaarheid en keuze van bronnen? Zijn kernbegrippen duidelijk gedefinieerd en geoperationaliseerd? Is de verzameling en selectie van bronnen goed? Zijn de beoogde methoden en technieken correct toegepast bij de analyse van de bronnen? Is de bestaande literatuur over het onderwerp goed verwerkt? Onderbouwing beoordeling [voor 2 e beoordelaar niet vereist, tenzij onvoldoende]: Ruim volddoende Excellent 4. Betoogstructuur en compositie/argumentatie/conclusies Onvoldoende Voldoende Goed Is de betoogstructuur helder (chronologisch, thematisch, geografisch etc.) en is de opbouw van de scriptie/de hoofdstukkenindeling evenwichtig en passend bij de vraagstelling? Is de argumentatie consistent en overtuigend? Volgen de conclusies uit het gepresenteerde materiaal en beantwoorden zij de gestelde vragen? Onderbouwing beoordeling [voor 2 e beoordelaar niet vereist, tenzij onvoldoende]: Ruim volddoende Excellent 5. Verantwoording, annotatie, leesbaarheid en vormgeving Onvoldoende Voldoende Wordt op adequate wijze aan de literatuur gerefereerd? Zijn de noten en verwijzingen duidelijk en geredigeerd volgens het voorgeschreven stylesheet (Turabian)? Is Goed Ruim volddoende Excellent

11 sprake van correct en verzorgd taalgebruik in de scriptie? Heeft de auteur zich gehouden aan de voorgeschreven lengte van de scriptie? Is de scriptie goed vormgegeven en ziet zij er verzorgd uit? Onderbouwing beoordeling [voor 2 e beoordelaar niet vereist, tenzij onvoldoende]: Originaliteit en bijdrage aan geschiedschrijving Onvoldoende Voldoende Goed Heeft de scriptie een originele vraagstelling ontwikkeld? Heeft de auteur nieuwe wegen verkend en nieuwe kennisbronnen aangeboord? Levert de scriptie een duidelijke bijdrage aan de geschiedschrijving? Onderbouwing beoordeling [voor 2 e beoordelaar niet vereist, tenzij onvoldoende]: Ruim volddoende Excellent 7. Proces [Niet door de tweede beoordelaar!!!] Onvoldoend e Wat was de mate van zelfstandigheid / zelfwerkzaamheid / persoonlijke inbreng? Hoe was de tijdsplanning gedurende het onderzoeks- en schrijfproces? Onderbouwing beoordeling: Voldoende Goed Ruim volddoende Excellent Recapitulatie beoordeling in deelcijfers NB: Geen van de deelcijfers 1 tot en met 6 mag lager zijn dan 5, CIJFER Weging 20% 20% 20% 20% 5% 10% 5% Voorlopig EINDCIJFER: Algemeen oordeel (inclusief toelichting voorlopig eindcijfer): Met deze beoordeling gaan de docenten het afsluitend overleg in. Na afloop van het gesprek hecht de eerste begeleider het door de tweede beoordelaar na het overleg toegestuurde beoordelingsformulier aan zijn formulier vast en vult het eindcijfer en eindoordeel hieronder in. Dat voorzien zowel eerste begeleider als tweede beoordelaar van hun handtekening op de eerste bladzijde van het formulier van de eerste begeleider. EINDCIJFER:

12 Eindcijfer (en toelichting eindcijfer): 12

13 13 Bijlage 2 Eindkwalificaties Masterscriptie [zie ook de bijlage OER ] De afgestudeerde heeft aangetoond te beschikken over 1. specialistische kennis van en inzicht in één of meer tijdvakken, en/of thema( s), en/of regio( s), alsmede de hieraan verbonden historiografische aspecten, actuele ontwikkelingen en trends; 2. gevorderde kennis van en inzicht in de (interdisciplinaire) theorieën, methoden en technieken van de historische wetenschappen; 3. kennis van en inzicht in de complexiteit en diversiteit van het verleden, de geschiedschrijving daarover en de kritische reflectie op de geschiedschrijving (historiografische reflectie); 4. kennis van en inzicht in het verrichten van historisch onderzoek en in onderzoeksstrategieën die daarbij succesvol kunnen worden ingezet; 6. het vermogen zelfstandig en op wetenschappelijk verantwoorde wijze een probleem en vraagstelling op te stellen, bijpassende theorieën en methoden te kiezen, en diverse en weerbarstige (tekstuele en/of audio]visuele, materiële, en/of kwantitatieve) bronnen en literatuur te verzamelen en kritisch te analyseren; 7. vermogen om de verworven kennis van de geschiedenis en de geschiedschrijving en haar theorieën, methoden en technieken toe te passen in de beoordeling van onderzoek binnen de discipline of de maatschappelijke praktijk; 9. vermogen vaardigheden toe te passen die verband houden met het vakgebied in situaties en contexten van professionele of vergelijkbare aard waarbij blijk wordt gegeven van: a. persoonlijke verantwoordelijkheid; b. het kunnen nemen van goed gefundeerde beslissingen in complexe en onvoorspelbare situaties; c. oplossend vermogen; d. het zelfstandig kunnen functioneren en als lid van een team dat zich ten doel stelt op basis van een optimale integratie van beschikbare expertises te komen tot hoogwaardige resultaten; 10. vermogen effectief gebruik te maken van tenminste een van de volgende historische vaardigheden: a. het zelfstandig vinden van archivalia in archiefinstellingen en via internet; b. het vinden en analyseren van uiteenlopende tekstuele bronnen c. het vinden en analyseren van bronnen van beeldcultuur en materiële cultuur; d. het vinden, analyseren en construeren van levensverhalen door middel van oral history, interviews en biografische analyse; e. het maken van een (scenario voor) een (radio)documentaire of een tentoonstelling(splan); f. het uitvoeren van kwantitatieve, organisatie- en beleidsanalyses; g. het vinden en analyseren van andere specifieke historische bronnen en andere voor historisch onderzoek bruikbare onderzoeksvaardigheden; 11. vermogen complexe wetenschappelijke historische kennis en uitkomsten van onderzoek te evalueren en hierover met historici en andere wetenschappers op kritische en effectieve wijze van gedachten te wisselen en daarbij te reflecteren op het eigen standpunt en dat van anderen; 12. vermogen om op basis van incomplete gegevensbestanden en valide argumenten te komen tot overtuigende interpretaties van historische vraagstukken; 13. vermogen op basis van een complexe en niettemin transparante vraagstelling een historisch onderzoek volgens voorgeschreven omvang op te zetten en uit te voeren, en met behulp van de uitkomsten tot een onderbouwd oordeel te komen waarbij rekening wordt gehouden met mogelijke wetenschappelijke, sociaal-maatschappelijke of ethische aspecten van het vraagstuk. 14. het vermogen op heldere, accurate en aansprekende wijze schriftelijk en met correct taalgebruik te communiceren over de resultaten van eigen onderzoek en dat van anderen, benevens over de kennis, de motieven en de overwegingen die daaraan ten grondslag liggen, zowel voor vakgenoten als voor een publiek van geïnteresseerden; zij kunnen dat doen conform de conventies van de historische wetenschappen in kritische en synthetiserende onderzoeksverslagen en een dito eindwerkstuk dat kan bestaan uit a) een scriptie; b)een leergeschiedenis; c) een scenario voor een documentaire; of d) een tentoonstelling(splan); 15. het vermogen om actief deel te nemen aan mondelinge discussies over de resultaten van eigen onderzoek en dat van anderen, met vakgenoten alsook het bredere publiek, en deze te kunnen verdedigen met respect voor andere opvattingen (indien scriptieintervisiecollege); 16. vermogen op systematische wijze een eigen leerbehoefte ten aanzien van actuele en nieuwe onderwerpen te identificeren en autonoom een leerproces in gang te zetten, waarbij gebruik wordt

14 gemaakt van relevant onderzoek en de nieuwste en meest recente ontwikkelingen op het gebied van de historische wetenschappen. 14

BACHELORSCRIPTIE GESCHIEDENIS PROTOCOL 2014-2015

BACHELORSCRIPTIE GESCHIEDENIS PROTOCOL 2014-2015 1 BACHELORSCRIPTIE GESCHIEDENIS PROTOCOL 2014-2015 Versie oktober 2014 LEES EERST HET PROTOCOL VOOR START VAN DE BA-SCRIPTIE 1. Definitie van de Bachelorscriptie Definitie: De bachelorscriptie geschiedenis

Nadere informatie

BACHELORSCRIPTIE GESCHIEDENIS PROTOCOL

BACHELORSCRIPTIE GESCHIEDENIS PROTOCOL 1 BACHELORSCRIPTIE GESCHIEDENIS PROTOCOL 2015-2016 Versie april 2015 LEES EERST HET PROTOCOL VOOR START VAN DE BA-SCRIPTIE 1. Definitie van de Bachelorscriptie Definitie: De bachelorscriptie geschiedenis

Nadere informatie

Informatiebrochure / Handleiding BACHELORSCRIPTIE

Informatiebrochure / Handleiding BACHELORSCRIPTIE Informatiebrochure / Handleiding BACHELORSCRIPTIE Afdeling Midden-Oosten Studies September 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Definitie en kenmerken van de scriptie 1 3 Keuze van het onderwerp van de scriptie

Nadere informatie

Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap

Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap 1. Definitie 2. Omvang 3. Begeleiding 4. Beoordelingscriteria 5. Eindtermen 6. Mogelijke aanvullingen Bijlage: Stappenplannen 1. Definitie De Bachelorscriptie

Nadere informatie

Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap

Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap 1. Definitie 2. Omvang 3. Begeleiding 4. Beoordelingscriteria 5. Eindtermen 6. Mogelijke aanvullingen Bijlage: Stappenplannen 1. Definitie De Bachelorscriptie

Nadere informatie

Informatiebrochure / Handleiding MASTERSCRIPTIE CENTRUM VOOR MIDDEN-OOSTEN STUDIES

Informatiebrochure / Handleiding MASTERSCRIPTIE CENTRUM VOOR MIDDEN-OOSTEN STUDIES Informatiebrochure / Handleiding MASTERSCRIPTIE CENTRUM VOOR MIDDEN-OOSTEN STUDIES Vastgesteld en goedgekeurd OC September 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Definitie en kenmerken van de Masterscriptie

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Geschiedenis CROHO 66034

Geschiedenis CROHO 66034 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Geschiedenis CROHO 66034 Programma - Geschiedenis Vandaag/History Today voor het studiejaar 015-016 Inhoud: 1. Algemene

Nadere informatie

Ba-scriptiebrochure Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur

Ba-scriptiebrochure Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur Ba-scriptiebrochure Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur 2014-15 1. Definitie De BA-scriptie is een schriftelijke weerslag van een praktische oefening in het zelfstandig opzetten en uitvoeren van een

Nadere informatie

BROCHURE BACHELOR-SCRIPTIE GRIEKSE EN LATIJNSE TAAL EN CULTUUR

BROCHURE BACHELOR-SCRIPTIE GRIEKSE EN LATIJNSE TAAL EN CULTUUR BROCHURE BACHELOR-SCRIPTIE 2013-2014 GRIEKSE EN LATIJNSE TAAL EN CULTUUR Januari 2014 Brochure bachelorscriptie GLTC Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Definitie, kenmerken en omvang van de scriptie 1 3 Keuze

Nadere informatie

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies Faculteit der Geesteswetenschappen Europese Studies Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies 2015-2016 Vastgesteld en goedgekeurd door de Examencommissie van het College of Humanities,

Nadere informatie

Regels voor het schrijven, begeleiden en beoordelen van MAscripties

Regels voor het schrijven, begeleiden en beoordelen van MAscripties Regels voor het schrijven, begeleiden en beoordelen van MAscripties Algemene criteria 1. De scriptie is het schriftelijke verslag van een onderzoek dat een student heeft verricht in een grote mate van

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER

BEOORDELINGSFORMULIER Faculteit Geesteswetenschappen Versie maart 2015 BEOORDELINGSFORMULIER MASTER SCRIPTIES Eerste en tweede beoordelaar vullen het beoordelingsformulier onafhankelijk van elkaar in. Het eindcijfer wordt in

Nadere informatie

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN REGELS VOOR HET SCHRIJVEN EN BEOORDELEN VAN BACHELORSCRIPTIES BIJ KUNST- EN CULTUURWETENSCHAPPEN (tot 1 september 2015 geldt dit reglement ook voor de BA Religiewetenschappen)

Nadere informatie

De scriptie in de masteropleiding Neerlandistiek

De scriptie in de masteropleiding Neerlandistiek De scriptie in de masteropleiding Neerlandistiek Reglement 2014-2015 1. Omschrijving 1.1 De MA-scriptie is een schriftelijk verslag van een door de student zelfstandig opgezet en uitgevoerd onderzoek.

Nadere informatie

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Artikel 1 Toepassingsbereik Dit reglement is van toepassing op scripties in: a. de masteropleidingen Nederlands Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees

Nadere informatie

1

1 1 2 3 4 5 6 7 8 - - - 9 10 o o 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 Toetsingskader scriptie master Financieel recht SCRIPTIE BEOORDELINGSFORMULIER MASTER FINANCIEEL RECHT Uitleg beoordelingsformulier

Nadere informatie

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Artikel 1 Toepassingsbereik Dit reglement is van toepassing op scripties in: a. de masteropleidingen Nederlands Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees

Nadere informatie

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Titel: Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Vakcode: LWX999B10 Opleiding: Kunsten, Cultuur en Media Studiefase: Bachelor 3 e jaar/ KCM Major Periode:

Nadere informatie

Artikel 1 Toepassingsbereik

Artikel 1 Toepassingsbereik Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Nederlandstalige opleidingen Inhoud Artikel 1 Toepassingsbereik... 1 Artikel 2 Scriptiecoördinator/scriptiebegeleider... 1 Artikel 3 Doel... 2 Artikel 4 Studielast...

Nadere informatie

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op 1-9-2015, verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op 10-9- 2015

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op 1-9-2015, verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op 10-9- 2015 Faculteit der Geesteswetenschappen Afdeling Geschiedenis, Europese studies en Religiewetenschappen Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam Datum 10-9-2015 Contactpersoon J.J.B.Turpijn@uva.nl Bijlagen Beoordelingsformulier

Nadere informatie

Handleiding Scriptie Blok 1/3 Master Film- en Televisiewetenschap Universiteit Utrecht

Handleiding Scriptie Blok 1/3 Master Film- en Televisiewetenschap Universiteit Utrecht Handleiding Scriptie Blok 1/3 Master Film- en Televisiewetenschap Universiteit Utrecht Inleiding Een masterscriptie is een academisch werkstuk waarin verslag wordt gedaan van een wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS)

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS) Latijns-Amerika Studies (LAS) BA programma REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS) De Bacheloropleiding Latijns-Amerika Studies (specialisatie geschiedenis) wordt in het tweede semester

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

HANDLEIDING BACHELOR EINDWERKSTUK

HANDLEIDING BACHELOR EINDWERKSTUK Latijns-Amerika Studies (LAS) BA programma HANDLEIDING BACHELOR EINDWERKSTUK 2015-2016 Deze handleiding geeft een uitwerking van de bepalingen in de onderwijs- en examenregeling (bijlage B) voor het BA-eindwerkstuk.

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen. Bachelor scriptiereglement voor de opleidingen: Nederlandse Taal en cultuur Taal en communicatie

Faculteit der Geesteswetenschappen. Bachelor scriptiereglement voor de opleidingen: Nederlandse Taal en cultuur Taal en communicatie Faculteit der Geesteswetenschappen Bachelor scriptiereglement voor de opleidingen: Nederlandse Taal en cultuur Taal en communicatie Vastgesteld door de Examencommissie CoH op 21 februari 2019 Preambule

Nadere informatie

Reglement bachelorwerkstuk

Reglement bachelorwerkstuk Reglement bachelorwerkstuk Artikel 1 toepassingsbereik 1.- Dit reglement is van toepassing op alle studenten die na 31 augustus 2004 aanvangen met een werkstuk ter afronding van de bacheloropleidingen

Nadere informatie

Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen)

Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen) Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen) Artikel 1 toepassingsbereik 1.- Dit reglement is van toepassing op alle studenten die na 31 augustus 2004 aanvangen

Nadere informatie

Maatschappijleer. Staatsexamen havo. Programma van toetsing en afsluiting. (vernieuwde profielstructuur)

Maatschappijleer. Staatsexamen havo. Programma van toetsing en afsluiting. (vernieuwde profielstructuur) Maatschappijleer Staatsexamen havo Programma van toetsing en afsluiting (vernieuwde profielstructuur) 2010 Inhoudsopgave Opzet van het examen... 3 Het examenprogramma... 3 Beschrijving eindtermen... 3

Nadere informatie

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback Aanleiding De lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen werkt mee aan het SURF-project Nonsatis scire. In het kader van dit project wordt een pilot

Nadere informatie

Handleiding notariële bachelorscriptie

Handleiding notariële bachelorscriptie Handleiding notariële bachelorscriptie 2016-2017 1. Algemene Handleiding bachelorscriptie; contactinformatie Deze Handleiding bevat informatie over het schrijven van een bachelorscriptie Notarieel recht.

Nadere informatie

BACHELOREINDWERKSTUK KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE

BACHELOREINDWERKSTUK KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE BACHELOREINDWERKSTUK KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE INLEIDING 2 1. HET BACHELOREINDWERKSTUK KI 3 2. PROCEDURES 4 2.1. AANMELDINGSPROCEDURE 4 2.2. PROCEDURE BIJ AFRONDING 5 2.3. GESCHILLEN 5 3. BEGELEIDING EN

Nadere informatie

Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen)

Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen) Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen) Artikel 1 toepassingsbereik 1.- Dit reglement is van toepassing op alle studenten die na 31 augustus 2004 aanvangen

Nadere informatie

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid

Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Scriptiereglement Faculteit Rechtsgeleerdheid Artikel 1 Toepassingsbereik Dit reglement is van toepassing op scripties in a. de masteropleidingen Nederlands Recht, Fiscaal Recht, Internationaal en Europees

Nadere informatie

Masterexamen Nederlands

Masterexamen Nederlands Masterexamen Nederlands 1. Richtlijnen masterexamen Nederlands 1.1. Inleiding 1.2. Scriptie 1.2.1. Vertaalscriptie 1.3. Letterkundig/taalkundig essay 1.4. Mondelinge toets 1.5. Vertaling 2. Inleveren scripties

Nadere informatie

Vademecum bachelorwerkstuk Nederlandse taal en cultuur

Vademecum bachelorwerkstuk Nederlandse taal en cultuur Vademecum bachelorwerkstuk Nederlandse taal en cultuur 1 Inleiding en opzet 1.1 Doelstelling bachelorwerkstuk Het individuele bachelorwerkstuk is de afsluiting van de bacheloropleiding Nederlandse taal

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 2013-2014

SECTORWERKSTUK 2013-2014 SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Naam student: Studentnummer: Naam beoordelende docent: Datum: Toets code Osiris: Algemene eisen (voor een voldoende beoordeling van het

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen: -1- Het profielwerkstuk 1. Inleiding Hier staat hoe u te werk gaat bij het maken van het profielwerkstuk. Ook de eisen waaraan het moet voldoen zijn opgesomd. Verder geeft het u een voorbeeld van een plan

Nadere informatie

Maatschappijleer 1 (gemeenschappelijk deel) Staatsexamen vwo. Programma van toetsing en afsluiting. (oude profielstructuur)

Maatschappijleer 1 (gemeenschappelijk deel) Staatsexamen vwo. Programma van toetsing en afsluiting. (oude profielstructuur) Maatschappijleer 1 (gemeenschappelijk deel) Staatsexamen vwo Programma van toetsing en afsluiting (oude profielstructuur) 2010 Inhoudsopgave Opzet van het examen...3 Het examenprogramma...3 Beschrijving

Nadere informatie

Het Sectorwerkstuk. Naam leerling

Het Sectorwerkstuk. Naam leerling Het Sectorwerkstuk Nakijkboekje: Naam leerling Naam docent Titel werkstuk Het werkstuk wordt nagekeken met behulp Van de formulieren in dit boekje door de begeleider en eventueel (afspreken!) een andere

Nadere informatie

BACHELOREINDWERKSTUK KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE

BACHELOREINDWERKSTUK KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE BACHELOREINDWERKSTUK KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE 1 INLEIDING 3 1. HET BACHELOREINDWERKSTUK KI 4 2. PROCEDURES 5 2.1. AANMELDINGSPROCEDURE 5 2.2. PROCEDURE BIJ AFRONDING 6 2.3. GESCHILLEN 6 3. BEGELEIDING

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

WERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016

WERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016 HANDLEIDING VOOR HET SCHRIJVEN VAN EEN WERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016 VIA VINCI ACADEMY 2015-1 - In het portfolio worden per module* werkstukken opgeslagen, welke door de docent positief zijn beoordeeld.

Nadere informatie

1. Studiepunten scriptie De studielast van een bachelorscriptie bedraagt 12 ECTS (=336 uur, is circa 8½ weken fulltime).

1. Studiepunten scriptie De studielast van een bachelorscriptie bedraagt 12 ECTS (=336 uur, is circa 8½ weken fulltime). Faculteit der Geesteswetenschappen ACASA BACHELOR-SCRIPTIEREGLEMENT GLTC en LTC 1 1. Studiepunten scriptie De studielast van een bachelorscriptie bedraagt 12 ECTS (=336 uur, is circa 8½ weken fulltime).

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-2 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen [namen], in hun hoedanigheid van examinatoren

Nadere informatie

De studielast van een bachelorscriptie bedraagt 12 EC (12 EC = 12x28 = 336 uur).

De studielast van een bachelorscriptie bedraagt 12 EC (12 EC = 12x28 = 336 uur). Faculteit der Geesteswetenschappen Bachelor Scriptiereglement Hebreeuws, deel 1 studiejaar 2013-2014 1. Studiepunten scriptie De studielast van een bachelorscriptie bedraagt 12 EC (12 EC = 12x28 = 336

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Beoordeling van het PWS

Beoordeling van het PWS Weging tussen de drie fasen: 25% projectvoorstel, 50% eindverslag, 25% presentatie (indien de presentatie het belangrijkste onderdeel is (toneelstuk, balletuitvoering, muziekuitvoering), dan telt de presentatie

Nadere informatie

MODEL A: TOETSMOMENT VOORBEREIDINGSFASE I: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot:

MODEL A: TOETSMOMENT VOORBEREIDINGSFASE I: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot: MODEL A: Beoordelingsmodel PWS ( vernieuwde Tweede Fase ) Bij de beoordeling van het PWS wordt uitgegaan van drie verschillende fasen, te weten: 1. Het voortraject. 2. Het schriftelijk werkstuk of verslag.

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Taakomschrijvingen en procedures omtrent inleveren, beoordelen en archiveren afstudeeronderzoek

Taakomschrijvingen en procedures omtrent inleveren, beoordelen en archiveren afstudeeronderzoek Taakomschrijvingen en procedures omtrent inleveren, beoordelen en archiveren afstudeeronderzoek Opgesteld 4 oktober 2013 Besproken in het MT-ILS 9 oktober 2013 Versie 20 november 13 Ter bespreking in DB

Nadere informatie

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is. Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een is. Plan van aanpak 1.aanleiding (10 punten) Er is geen duidelijk omschreven aanleiding

Nadere informatie

Studiehandleiding afstudeeronderzoek Hbo-master Islamitische Geestelijke Verzorging Islamitische Universiteit van Europa Versie 1 oktober 2017

Studiehandleiding afstudeeronderzoek Hbo-master Islamitische Geestelijke Verzorging Islamitische Universiteit van Europa Versie 1 oktober 2017 Studiehandleiding afstudeeronderzoek Hbo-master Islamitische Geestelijke Verzorging Islamitische Universiteit van Europa Versie 1 oktober 2017 De afronding van de opleiding: stage en afstudeeronderzoek

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen

Faculteit der Geesteswetenschappen Faculteit der Geesteswetenschappen Studiehandleiding Seminar Nieuwgriekse Taal en Cultuur (2015) Vak-code 130211266 (6 ECTS). Admin.code HTLK Onderdeel van bachelor Nieuwgriekse Taal en Cultuur (derde

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Toetsing Let op! Belangrijke data:

Toetsing Let op! Belangrijke data: Toetsing De toetsing voor dit leerarrangement Praktijkgericht Onderzoek LA5-jaar 1, bestaat uit twee onderdelen: 1. Een (schriftelijke) onderzoeksopzet; 2. Een (mondelinge) presentatie van (de kern van)

Nadere informatie

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en BIJLAGE 1 Toetsplan Bacheloropleiding Taal en Cultuur 2014-2015 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 week 1-7 colleges week 8/9/10, 20 week 11-16, 19 colleges week 21/22, 30 Griekse grammatica en LQG010P05

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Aanvang

1. Inleiding. 2. Aanvang Studenthandleiding Bachelorscriptie Burgerlijk recht 2015-2016 Inhoud 1. Inleiding... 2 Doel bachelorscriptie... 2 Aansluiting bij eerder geschreven essays... 2 2. Aanvang... 2 Introductiecollege... 2

Nadere informatie

SCRIPTIEBROCHURE BEDRIJFSRECHT

SCRIPTIEBROCHURE BEDRIJFSRECHT SCRIPTIEBROCHURE BEDRIJFSRECHT Versie 2012 Erasmus Universiteit Rotterdam 1 Voorwoord De scriptie vormt het sluitstuk van uw master Bedrijfsrecht. De sectie Handels- en Ondernemingsrecht vindt het belangrijk

Nadere informatie

Informatie PROFIELWERKSTUK VWO schooljaar 2015-2016

Informatie PROFIELWERKSTUK VWO schooljaar 2015-2016 Informatie PROFIELWERKSTUK VWO schooljaar 2015-2016 Beste leerling van 5 VWO, In je eindexamenjaar moet je een profielwerkstuk (kortweg pws) maken. Het pws is de afsluiting van een kennis- en vaardigheidsproces.

Nadere informatie

BACHELOR-SCRIPTIEHANDLEIDING GLTC 1

BACHELOR-SCRIPTIEHANDLEIDING GLTC 1 BACHELOR-SCRIPTIEHANDLEIDING GLTC 1 1. Studiepunten scriptie De studielast van een bachelorscriptie bedraagt 12 ECTS (=336 uur, is circa 8½ weken fulltime). 2. Plaats in het studieprogramma De bachelor-scriptie

Nadere informatie

MODEL B: Beoordelingsmodel PWS Binasvakken ( vernieuwde Tweede Fase ) De voorbereidingsfase: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot:

MODEL B: Beoordelingsmodel PWS Binasvakken ( vernieuwde Tweede Fase ) De voorbereidingsfase: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot: MODEL B: Beoordelingsmodel PWS Binasvakken ( vernieuwde Tweede Fase ) Bij de beoordeling van het PWS wordt uitgegaan van vier verschillende fasen, te weten: 1. De voorbereidingsfase 2. De onderzoeksfase

Nadere informatie

PROFIELWERKSTUK NAAM --------------------------------------- KLAS ----------------------------------------- CURSUSJAAR

PROFIELWERKSTUK NAAM --------------------------------------- KLAS ----------------------------------------- CURSUSJAAR PROFIELWERKSTUK NAAM --------------------------------------- KLAS ----------------------------------------- CURSUSJAAR 2014-2015 ----------------------------------------- LEERLINGBOEKJE Pagina 1 Bonhoeffer

Nadere informatie

Bachelorproject Wiskunde (9 ects)

Bachelorproject Wiskunde (9 ects) Bachelorproject Wiskunde (9 ects) Inleiding Deze handleiding structureert en uniformeert de gang van zaken rond het bachelorproject Wiskunde, zowel voor docenten als studenten. Bij deze handleiding behoren

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen Faculteit der Geesteswetenschappen Stagereglement masteropleidingen Inhoud Inleiding...3 Verantwoordelijkheid en taakverdeling...3 Aantal studiepunten...3 Plaats in de opleiding...3 Leerdoelen...3 Soort

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Stagehandleiding Master Letterkunde

Stagehandleiding Master Letterkunde Stagehandleiding Master Letterkunde Studenten van de master Letterkunde kunnen een onderzoeksstage volgen als onderdeel van hun opleiding. Voor studenten van de masterprogramma s Literair Bedrijf en Europese

Nadere informatie

Voorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016

Voorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016 Voorlichting 4-HAVO Profielwerkstuk 7 april 2016 Onderwerpen voorlichtingsbijeenkomst Wat is een profielwerkstuk (pws)? Het belang van het pws Alleen of samen? Onderwerpen van het pws Welke vorm heeft

Nadere informatie

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016 informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H5 2015-2016 Inhoud: Inleiding 2 Tijdsplanning 3 Logboek 4 Voorbeeld logboek 5 Verslag 6 Bronvermelding 7 Weging/ eindcijfer 8 pws-informatieboekje

Nadere informatie

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren NVAO 17 augustus 2010 Inhoud 1 Certificering 3 2 Taken en competenties 3 2.1 Rapport 3 2.2 Procesgang 4 2.3 Vaardigheden 5 3 Gedragscode

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Beoordelingsformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

BEOORDELING PROFIELWERKSTUK VMBO-T Piter Jelles!mpulse

BEOORDELING PROFIELWERKSTUK VMBO-T Piter Jelles!mpulse Namen:. Onderwerp: Inleiding Dit is het beoordelingsgrid van het sectorwerkstuk van Piter Jelles!mpulse. Het grid bestaat uit drie categorieën: Proces Inhoud Presentatie Elke rij vormt een onderdeel van

Nadere informatie

Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen)

Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen) Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen) Artikel 1 toepassingsbereik 1.- Dit reglement is van toepassing op alle studenten die na 31 augustus 2004 aanvangen

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

Studiepunten prof. mr. J.S.L.A.W.B. Roes, mr. F.M.H. Hoens

Studiepunten prof. mr. J.S.L.A.W.B. Roes, mr. F.M.H. Hoens Bachelorthesis (notarieel recht) Studiepunten Docenten 3 ec prof. mr. J.S.L.A.W.B. Roes, mr. F.M.H. Hoens Algemeen en voorkennis De verplichting om een bachelorthesis te schrijven, geldt in beginsel voor

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2012-2013

Sectorwerkstuk 2012-2013 Sectorwerkstuk 2012-2013 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER VRIJSTELLING

AANVRAAGFORMULIER VRIJSTELLING AANVRAAGFORMULIER VRIJSTELLING Lees voor het invullen van het formulier eerst de toelichting en de procedurebeschrijving. Deze zijn te vinden aan de onderzijde van het document. Het onjuist invullen van

Nadere informatie

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6 Studiewijzer BACHELOR OPLEIDING KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE Vak : Afstudeerproject BSc KI Opleiding : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : 2015-2016 semester 2, periode 5 en

Nadere informatie

Hogeschool van Amsterdam opleiding IAM/CMD. Beoordelingsformulier afstudeerproject Ondertekening. handtekening. Student Studentnr:

Hogeschool van Amsterdam opleiding IAM/CMD. Beoordelingsformulier afstudeerproject Ondertekening. handtekening. Student Studentnr: Beoordelingsformulier afstudeerproject 2011-12 Ondertekening naam handtekening Student Studentnr: Afstudeerdocent Tweede lezer Externe deskundige Organisatie: Datum Toelichting Het afstudeerproject bestaat

Nadere informatie

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt: I. Kennis Basiskennis en inzicht: 1. kennis van en inzicht in het

Nadere informatie

Het profielwerkstuk wordt getoetst door middel van een mondeling college-examen. Het mondeling college-examen duurt 25 minuten.

Het profielwerkstuk wordt getoetst door middel van een mondeling college-examen. Het mondeling college-examen duurt 25 minuten. profielwerkstuk 2018 (havo/vwo) Het profielwerkstuk wordt getoetst door middel van een mondeling college-examen. Het mondeling college-examen duurt 25 minuten. Je levert het profielwerkstuk uiterlijk 1

Nadere informatie

Faculteit Rechten. Universiteit Hasselt. Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten)

Faculteit Rechten. Universiteit Hasselt. Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten) Faculteit Rechten Universiteit Hasselt Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten) Versie 25 augustus 2010 Artikel 1: Algemene doelstellingen De bachelorscriptie is een bijzondere

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie