Studiepunten prof. mr. J.S.L.A.W.B. Roes, mr. F.M.H. Hoens

Transcriptie

1 Bachelorthesis (notarieel recht) Studiepunten Docenten 3 ec prof. mr. J.S.L.A.W.B. Roes, mr. F.M.H. Hoens Algemeen en voorkennis De verplichting om een bachelorthesis te schrijven, geldt in beginsel voor alle studenten notarieel recht. De student die een bachelorthesis notarieel recht schrijft (hierna: 'de scriptant') dient, voordat hij/zij begint, aantoonbaar hebben behaald: - alle vaardigheidsvakken uit het Bachelor-1 jaar en - alle verplichte essays uit het Bachelor-2 jaar. Er is overigens geen (vakinhoudelijke) voorkennis vereist. Vrijstelling Een student die meent aanspraak te kunnen maken op een vrijstelling, dient daarvoor een verzoek in bij de examencommissie. Aanmelding door middel van inschrijving in OSIRIS Het schrijven van de bachelorthesis notarieel recht geldt als een apart vak in het studiecurriculum. Dit vak levert 3 EC-punten op. De scriptant dient zich in te schrijven via OSIRIS (Bureau Onderwijs). Voor deze inschrijving geldt de reguliere aanmeldtermijn van B3 vakken. De inschrijving dient in augustus/september dan wel december/januari (aan het begin van het eerste resp. tweede semester van het collegejaar) plaats te vinden. Behalve inschrijving via OSIRIS dient de scriptant zich ook aan te melden bij de vaksectie notarieel recht. Informatie hierover staat onder meer op Blackboard en/of het platform notarieel recht. Onderwerp De scriptant dient een keuze te maken uit de lijst van onderwerpen die per thesistraject door de vaksectie notarieel recht (via Blackboard en/of het platform notarieel recht) wordt bekendgemaakt. De onderwerpen kunnen en zullen per thesistraject verschillen; een student die geen onderwerp van zijn gading aantreft, kan overwegen om de onderwerpen van een volgend

2 thesistraject af te wachten. De scriptant kan derhalve niet een eigen onderwerp aandragen. Bij de keuze geldt het principe: 'Wie het eerst komt, die het eerst maalt'. De lijst van onderwerpen heeft betrekking op twee vakgebieden: 1) Familievermogensrecht en 2) Deontologie van het notarisambt, d.i. Notariële beroepsethiek en regelgeving. Het schrijven van een noot onder een arrest geldt niet als mogelijk onderwerp. Het onderwerp waarover de bachelorthesis is geschreven, kan - in beginsel - niet later wederom worden gebruikt voor een thesis in de masterfase. Onderzoek De scriptant dient zelfstandig bronnen- literatuuronderzoek te verrichten. De scriptant dient zelf bronnen zien te vinden en te raadplegen College Voorafgaande aan de officiële inschrijving zal een college/bijeenkomst worden gehouden waarin de te volgen procedure nader wordt toegelicht en de mogelijkheid wordt geboden eventuele vragen te stellen. Datum, tijd en locatie worden onder meer via het platform notarieel recht bekendgemaakt. Inlevertermijn thesis-opzet Er wordt een vaste inleverdatum van de eerste opzet/inhoudsopgave van de bachelorthesis gehanteerd. De opzet dient uiterlijk op deze datum te zijn ingeleverd. De thesisbegeleider zal aangeven hoe er dient te worden ingeleverd (geprint en/of via de elektronische weg) en bij wie (de begeleider en/of het secretariaat van de vaksectie notarieel recht). De scriptant dient zich er van bewust te zijn dat geen enkel onderdeel van het traject vrijblijvend is en dat alle onderdelen en stappen tezamen het eindresultaat (cijfer) bepalen. Kortom, ook de opzet/inhoudsopgave bepaalt mede het uiteindelijke eindcijfer. De ingeleverde eerste opzet/inhoudsopgave wordt op een vaste dag met de scriptant besproken. Datum en tijdstip worden hiervan worden via Blackboard en/of door de begeleider bekendgemaakt en (nader) vastgesteld. Inlevertermijnen bacholorthesis (eerste versie en eindversie)

3 Er wordt een vaste inleverdatum voor de eerste versie van de bachelorthesis gehanteerd. Deze eerste versie van de bachelorthesis dient uiterlijk op deze datum te zijn ingeleverd. De thesisbegeleider zal aangeven hoe er dient te worden ingeleverd (geprint en/of via de elektronische weg) en bij wie (de begeleider en/of het secretariaat van de vaksectie notarieel recht). De ingeleverde eerste versie van de bachelorthesis wordt op een vaste dag met de scriptant besproken. Datum en tijdstip worden hiervan worden via Blackboard en/of door de begeleider bekendgemaakt en (nader) vastgesteld. Zoals hiervoor al gemeld, bepaalt deze eerste versie mede het uiteindelijke (eind)cijfer. Er wordt bovendien een vaste inleverdatum van de eindversie van de bachelorthesis gehanteerd. De eindversie van de bachelorthesis dient uiterlijk op deze datum te zijn ingeleverd. De thesisbegeleider zal aangeven hoe er dient te worden ingeleverd (geprint en/of via de elektronische weg) en bij wie (de begeleider en/of het secretariaat van de vaksectie notarieel recht). De eindversie dient uit twee versies te bestaan: een versie waarin zichtbaar is gemaakt hetgeen n.a.v. het commentaar op de eerste versie is gewijzigd ( word kent hiervoor diverse functies zoals onder controleren de opties wijzigingen bijhouden of vergelijken ), en een 'schone' versie. Eindgesprek In een afrondend eindgesprek wordt het cijfer meegedeeld. Dit cijfer is gebaseerd op het niveau van zowel opzet/inhoudsopgave, eerste versie als eindversie. Datum en tijdstip worden hiervan worden door de begeleider bekendgemaakt en (nader) vastgesteld. Termijnen De definitieve termijnen en data als hiervoor bedoeld, worden via Blackboard en/of het platform notarieel recht bekendgemaakt en kunnen door de begeleider nader worden aangevuld en geconcretiseerd. Beoordeling Bachelortheses worden door de vaksectie notarieel recht beoordeeld. De eerste opzet/inhoudsopgave, de eerste versie en de eindversie worden telkens van commentaar voorzien. Dit commentaar is niet alomvattend in de zin dat het aanpassen van het stuk louter conform de concrete opmerkingen van de begeleider een voldoende of goed cijfer garandeert. Het commentaar is slechts een (globale) weergave van hetgeen zoal aan opmerkingen gemaakt (zou) kunnen worden.

4 De beoordeling van de bachelorthesis vindt in beginsel plaats op basis van het beoordelingsformulier dat voor thesis notarieel recht wordt gehanteerd en dat via Blackboard en/of het platform notarieel recht wordt bekendgemaakt. Het cijfer van de bachelorthesis wordt gebaseerd aan de hand van de normen volgens welke masterscripties notarieel recht worden beoordeeld, vanzelfsprekend in het licht van het feit dat het een bacheloropdracht betreft. Dit cijfer wordt door de vaksectie notarieel recht aan Bureau Onderwijs doorgegeven. Aan iedere bachelorthesis wordt een individueel cijfer toegekend. Wordt de bachelorthesis als onvoldoende beoordeeld, dan dient de scriptant het onderdeel te herkansen door zich opnieuw in te schrijven voor een thesistraject. De scriptant dient zich dan tevens aan te melden voor een ander onderwerp. Lengte, uitvoering, annotatie en dergelijke Het eerste in te leveren stuk van de bachelorthesis bestaat uit een inhoudsopgave (hoofdstuk/paragraafindeling en voorlopige literatuur- en jurisprudentielijst(en) alsmede een eerste opzet. Onder eerste opzet wordt begrepen een korte inleiding en voorlopige conclusie, dit stuk beslaat maximaal 1 pagina A-4. De bachelorthesis is circa woorden lang, inclusief voetnoten maar exclusief literatuurlijst. Zet op ieder stuk uw naam, studentnummer en mailadres. Geef ieder stuk dat u inlevert een unieke aanduiding, bij voorkeur bestaand uit uw eigen naam en een aanduiding welk stuk het betreft (opzet, eerste versie, eindversie). Richtlijnen Zowel de opzet als de eerste versie en de eindversie van de bachelorthesis dienen te worden gebaseerd op de algemene facultaire richtlijnen zoals die gelden voor essays en bachelorthesis, zie de online studiegids van de faculteit. De begeleider kan van deze richtlijnen afwijkende instructies geven. Plagiaat Scriptanten schrijven individueel. Plagiaat is verboden. In alle gevallen zal elektronische plagiaatcontrole plaatsvinden (Urkund). Afgezien van de voormelde richtlijnen zijn de volgende kenmerken

5 expliciet van belang, inclusief de onderdelen van het hiernavolgende scriptebeoordelingsformulier: 1) titelblad met naam, studentnummer, vakgebied, onderwerp bachelorthesis; 2) titel, paginanummering, goede optische structuur, bestaande uit genummerde paragrafen, die weer zijn onderverdeeld in samenhangende alinea's; 3) goede structuur: de bachelorthesis bestaat uit: a) een inleiding met probleemstelling en duidelijke aanduiding van de opbouw; b) een middendeel met argumenten die allemaal zinvol zijn in het licht van de probleemstelling, en: c) een conclusie waar kort wordt teruggeblikt op de probleemstelling en de argumenten; 4) goede analyse: de argumentatie heeft de diepgang die van een academisch werkstuk mag worden verlangd; 5) voetnoten: a) vuistregel: bronnen aanhalen ter staving van beweringen die niet van algemene bekendheid zijn, en: b) om tegen te gaan dat een idee van een andere auteur wordt gepresenteerd als een idee van de scriptant zelf (ter voorkoming van plagiaat); 6) de kwaliteit van de bronnen en de literatuur past bij een werkstuk van academisch niveau; 7) de literatuurlijst dient te worden opgesteld volgens de laatste versie van de Leidraad voor juridische auteurs van Wolters Kluwer. Deze Leidraad is ook digitaal beschikbaar via, onder meer, of sche+auteurs+2016/70cf5e8a-38c a9eb-36a261c0e24c; 8) citeren mag, maar geen ellenlange citaten (= weliswaar vermelden van de bron, maar de facto overschrijven in plaats van zelf te schrijven). Alles wat letterlijk wordt overgenomen, dient te zijn voorzien van aanhalingstekens. 9) indirect verwijzen, is niet toegestaan. Van indirect verwijzen is sprake als ter onderbouwing van een bepaald feit/bepaalde stelling in een noot wordt verwezen naar een bron, bijvoorbeeld parlementaire stukken, en in die bron weer andere bron wordt vermeld, bijvoorbeeld het CBS. Het spreekt voor zich dat voor een correcte verwijzing de scriptant zelf de oorspronkelijke bron in het voorbeeld het CBS raadpleegt en opneemt in de noot. Uitsluitend als de oorspronkelijke bron niet meer te raadplegen is, is een indirecte verwijzing toegestaan, zij het dat dan uiteraard wel uit de verwijzing/noot duidelijk moet blijken dat er indirect wordt verwezen;

6 10) Het schemergebied gebied tussen plagiaat en parafraseren. Onder plagiaat wordt verstaan het suggereren dat er sprake is van eigen werk terwijl dat in werkelijkheid niet zo is. Een voorbeeld van plagiaat is als ideeën, redeneringen of gedachten van anderen worden overgenomen zonder adequate bronvermelding. Een ander voorbeeld is wanneer een stuk tekst letterlijk wordt overgenomen zonder dat, met bijvoorbeeld aanhalingstekens, wordt aangegeven dat het om een citaat gaat. Samenvatten en parafraseren is uiteraard toegestaan. Door te parafraseren geeft men in eigen woorden het inzicht, de mening van een ander met bronvermelding weer. Er is geen sprake van parafraseren indien te dicht bij de oorspronkelijk tekst wordt gebleven door bijvoorbeeld de zin iets om te bouwen of enkele woorden in een zin te vervangen. Het vervangen van woorden dan wel het in eigen woorden herschrijven van een zin uit bijvoorbeeld een handboek zonder dat die bron wordt genoemd, is geen parafraseren en valt dus onder het niet zorgvuldig gebruik maken van bronnen. Tot slot nog het volgende: indien plagiaat wordt geconstateerd, moet daarvan melding worden gedaan aan de examencommissie. Nota bene: de consequentie van het niet voldoen aan bovenvermelde eisen is dat de bachelorthesis ongelezen wordt geretourneerd. Dit geldt uiteraard voor alle in te leveren stuken, derhalve voor zowel opzet, eerste versie als de eindversie. Secretariaat Mevrouw P.J. (Petra) van Valkenburg, Montessorilaan 10, kamer , tel , aanwezig op: dinsdag, woensdag en donderdagochtend Docenten en spreekuur Prof. mr. J.S.L.A.W.B. Roes, Montessorilaan 10, kamer , spreekuur: op afspraak met de secretaresse Mr. F.M.H. Hoens, Montessorilaan 10, kamer , spreekuur: op afspraak met de secretaresse