:Toezenden brief d.d. 2 mei 2013 inzake reactie uitvraag Veenweidepact Krimpenerwaard in het kader van herijking EHS.

Transcriptie

1 Gemeente Nederlek Aan Provinciale Staten van Zuid-Holland Postbus LP Den Haag Bij beantwoording datum en nummer vermelden Nummer : gie\5/2qq2~ Bericht op schrijven van : Behandeld door Onderwerp :Toezenden brief d.d. 2 mei 2013 inzake reactie uitvraag Veenweidepact Krimpenerwaard in het kader van herijking EHS. Bergambacht, 8 mei Geachte leden van Provinciale Staten. De Strategiegroep Veenweidepact Krimpenerwaard heeft een brief d.d. 3 april ontvangen waarin wordt verzocht een uitwerking/advies van de Krimpenerwaard te overleggen, dat als input geldt voor het uitvoeringsplan EHS alsmede de planologische vastlegging van de nieuwe EHS in de Provinciale Structuurvisie. De beantwoording van de brief is in samenspraak met de gebiedspartijen' opgesteld. De colleges van burgemeester en wethouders van de vijf Krimpenerwaardgemeenten, het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en vertegenwoordigers van de maatschappelijke organisaties hebben met de brief ingestemd. De concept-brief is op 25 april besproken met gedeputeerde de heer J.F. Weber. Te uwer informatie treft u bijgaand de antwoordbrief d.d. 2 mei met bijlagen aan. De heer J. Vente, wethouder van de gemeente Bergambacht, is bereid de antwoordbrief en de positie van de streek toe te lichten in de vergadering van de Statencommissie Groen en Water van 12 juni Hoogachtend, De gemeenten en het hoogheemraadschap uit de Strategiegroep Veenweidepact Krirnpenerwaard, Namens deze, J. vbnje wethouder gemeente Bergambacht I vijf Krimpenerwaard-gemeenten, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Zuid-Hollands Landschap, AJK, DWLK, LTO Noord, Weidehof Krimpenerwaad, Natuur- en Recreatieschap Krimpenerwaard, Stichting Bodembeheer Krimpenerwaard en Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard

2

3 Aan Gedeputeerde do heer mr J F Weber Postbus LP Den Haag RG dd' 03/06/2013 Bij bearitwoording datum en nunirner vermelden Numrrier. OU1 3/ Bericht op schrijven vdri 3 april kenmerk DOS PZH Behandeld door C&\;/ 2~~7e.j- Onderwerp Reactie Litvraag door gebiedspartijen Veenweidepact Krimpenerwaard Bergarnbacht. 2 mei Geachte heer Weber De Strategiegroep Veenweidepact Krimpenerwaard heeft op 5 april een brief d d 3 april van u ontvangen, waarin u de Strategiegroep verzoekt om eind april a.s een uitwerkingladvies van de Krimpenerwaard te overleggen, dat als input geldt voor het uiwoeringsplan EHS tot 2027 alsmede de planoiogische vastlegging van de nieuwe robuuste EHS in de Provinciale Structuurvisie november L01 3 De gebiedspartijen' hebben vastgesteld dat het niet mogelijk is om binnen enkele weken met een alles omvattend en goed overwogen uitwerking/advies te komen dat volledig beantwoordt aan de door u ge stelde vragen. Onze reactie bevat voor dit moment dan ook vooral een aantal zoekrichtingen voor mogelijke oplossingen, waarover wij met u en betrokkenen in het gebied verder in gesprek willen Wij vragen u hiervoor in het kader van de partiele herziening van de PSV de benodigde ruimte te creeren In de brief gaan wij in op de integiale gebiedsopgave. de door u aangegeven kaders en de door ons voorziene inhoudelijke zoekrichtingen voor oplossingen en de organisatie Vanwege de korte termijn die beschikbaar is. zien wij geen mogelijkheid om de reactie voor een bestuurlijke instemming voor te leggen aan de gemeenteraden, het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap cn ledenvergaderingen van maatschappelijke organisaties. Wij benadrukken dan ook dat het op dit moment slechts kan gaan om een eerste reactie van bestuurders en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties uit het gebied Een uitgewerkt advies zal alleen gegeven kunnen worden met instevming van de gemeenteraden en het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap Veenweidepact Krimpenerwaard Zoals u bekend is hebben de provincie, de gemeenten, het hoogheemraadschap en maatschappelijke or ganisaties in 2005 het Veenweidepact ~rirnpenerwaard getekend. Daarin zijn afspraken vastgelegd en is gewerkt aan een gezamenlijk ontwikkelen van de Krimpenerwaard In de uitvoering zijn al vergaande stappen gemaakt z vijf Krimpenewaard-gemeenten, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenewaard, Zuid-Hollands Landschap, AJU, DWLK, LTO Noord, Weidehof Krimpenerwaad, Natuur- en Recreatieschap Krimpenerwaard. Natuur Stichting Bodembeheer Krim penerwaard en Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard

4 Behorende bij brief OU1 3/ Pagina 2 van S Na het bekend worden van het provinciaal tekort en het gewijzrgde rijksbeleid eind zijn de handen bestuurlijk opnieuw ineen geslagen en is de Strategiegroep Veenweidepact gekomen tot een inrichtingsmodel dat rekening houdt met deze ontwikkelingen: het zogenaamde "bod", neergelegd in een brief van 12 januari 201 1, gericht aan Gedeputeerde Staten. Dit "bod" is door de maatschappelijke organisaties onderschreven. De inrichtingsvariant is hierbij van "Grutto en Otter" gegaan naar een inrichtingsvariant "Grutto en Dotter". Uitgangspunt bij het opstellen van "Crutto en Dotter" is geweest een uitvoerbaar plan met een realistisch eindbeeld, zonder fasering. Het Veenweidepact Krimpenewaard is gericht op behoud en ontwikkeling van het landschappelijke en cultuurhistorische waardevolle landschap waar veehouderij de basis vormt. Hierbij stoelt het Veenweidepact op vijf inhoudelijke pijlers, te weten: de aanleg van nieuwe natuur, O duurzaam waterbeheer en het tegengaan van bodemdaling, O het versterken van de landbouwstructuur, extra kansen voor toerisme en recreatie en het stimuleren van vernieuwend ondernemerschap Vanwege de samenhang van deze opgaven is altijd uitgegaan van een integrale gebiedsontwikkeling. Wij zien dit dan ook als een belangrijke randvoorwaarde voor de verdere realisatie. Wij verzoeken u dan ook om voldoende flexibiliteit te creeren, zodat doelen en middelen zodanig kunnen worden ingezet dat wij in de gelegenheid zijn en blijven om goede afspraken te maken over een integraal pakket aan maatregelen/realisatiestrategie. Kaders en zoekrichtingen Als kader geeft u onder andere aan dat de realisering van de gehele opgave van ha natuur in de Krimpenerwaard uitgangspunt is. Tegelijk geeft u aan dat dit geen hard gegeven is en dat de realisering van kwalitatieve natuur voorop staat, streeft u naar afronding van de EHS in de Krimpenewaard uiterlijk in 2021, gaat u uit van een taakstellend budget vanaf heden van O 78 miljoen waarop in samenwerking met de regio 30% moet worden bezuinigd en geeft u aan dat middelen gefaseerd beschikbaar komen. Gegeven het korte tijdsbestek waarin u ons om een reactie vraagt is het nu niet mogelijk om een goede inschatting te maken van de haalbaarheid van de beoogde doelen met de geboden middelen. Wel constateren wij een zekere spanning omdat de middelen voor de doelen minder worden terwijl de doelstellingen, met het oog op waterkwaliteit (voldoen aan KRW-doelen) een zwaarder accent krijgt. Zonder op voorhand aan te geven dat wij aan de door u gestelde ontwikkeldoelen kunnen voldoen, zien wij wel mogelijkheden. Uitgaande van een gebied dat wordt vormgegeven door de huidige grote aaneengesloten blokken eigendom van BBL en ZHL. is hei mogelijk om substantieel te bezuinigen door doelen vooral te realiseren op plekken waar deze omwille van de grondslag, de plek in het watersysteem, potentie en eigendomsituatie (vorm van ondernemerschap passend bij de eigenaar) het meest efficiënt gerealiseerd kunnen worden. Hiervoor willen wij bijvoorbeeld onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om eenzelfde of vergelijkbare natuurkwaliteit te realiseren in de Krimpenerwaard door middel van agrarisch natuurbeheer dan wel particulier natuurbeheer. Hiervoor is het dan wel noodzakelijk om het instrumentarium aan te passen. Aan de andere kant zijn er gebieden binnen de huidige begrenzing waar het halen van die doelen om dezelfde redenen wellicht veel minder binnen bereik liggen. Voor deze gebieden willen wij onderzoeken of hier een bijstelling van doelen kan plaatsvinden. Bijvoorbeeld door voortgezet agrarisch gebruik in combinatie met een pakket maatregelen gericht op het tegengaan van bodemdaling, al dan niet in combinatie met een pakket agrarisch natuurbeheer. Ook constateren wij een zekere spanning tussen de nog altijd omvangrijke ambities in reiatie tot de toe te kennen middelen en de in het gebied noodzakelijk geachte duidelijkheid voor een gezond ondernemersklirnaat. De door u genoemde termijnen worden in die zin nog niet door alle betrokkenen gedeeld. De wijziging van de einddatum naar 2021 ligt bij de streek zwaar. Wij willen met u in gesprek om hierover realrstische afspraken te maken. Het jaar geldt voor de provincie als evaluatiemoment maar ook de gebiedspartijen moeten de gelegenheid krijgen een standpunt in te nemen over een eventueel vervolg, rekening houdend met de doelen uit het Veenweidepact. Wij benadrukken dat, mocht in blijken dat om welke reden dan ook geen vervolg kan worden gegeven aan de uitvoering van het pact, er in ieder geval sprake moet zijn van een afgehecht geheel.

5 Behorende bij brief OU1 3/ Pagina 3 van 5 Hieronder gaan wij meer concreet in op een aantal vraag-/aandachtspunten in relatie tot de door u gestelde kaders en de door ons onderkende zoekrichtingen: Gebied binnen de ontwikkelopgave EHS Zelfrealisariedoelstelling Zelfrealisatie is geen onderdeel van het "bod". Met deze vorm van medefinanciering zet u in op het stimuleren van meer ondernemerschap in het gebied. De zelfrealisatiedoelstelling is gesteld op 30% van de projectkosten en heeft zowel betrekking op realisatie als beheer van natuur. Deze voorwaarde roept gebiedsbreed veel vragen op, Zo zou geen sprake zijn van een resultaatsverplichting maar het meer gaan om inspanningen die de streek moet leveren. Niettemin blijkt uit de Realisatiestrategie EHS dat het voor de programmering door de provincie essentieel is dat de eigen bijdrage van 30% jaarlijks wordt gehaald en een continue monitor op dit punt daarom van groot belang is. Voorts zijn de toebedeelde budgetten en prognose voor zelfrealisatie leidend bij het uitwerken van voorstellen voor de ontwikkelopgave, zo stelt de Realisatiestrategie EHS. Zelfrealisatle neigt dus naar een harde randvoorwaarde. Graag duidelijkheid hierover in het uitvoeringsplan EHS. Om zelfrealisatie mogelijk te maken is het essentieel dat een regelgeving wordt ontwikkeld die voldoet aan de Europese wetgeving en geschikt is (gemaakt) voor de Krimpenerwaard. Vanuit de maatschappelijk organisaties is alleen draagvlak voor zelfrealisatie als er een op maat gesneden instrumentarium wordt geleverd en eventueel aangedragen beheervormen vanuit de streek bespreekbaar zijn. Regeling agrarisch natuurbeheer Zelfrealisatie via agrarisch gebruik is een nieuwe mogelijkheid binnen de EHS. Wij hebben vastgesteld dat de huidige Regeling agrarisch natuurbeheer hiervoor niet toereikend is. Het is een kwetsbare regeling gebleken, een regeling ook die onvoldoende duurzaam en te vrijblijvend is. Daarbij komt dat de financiële opbrengst niet is gegarandeerd. Om deze regeling als vorm van zelfrealisatie in te zetten is het vereist dat aanpassing plaatsvindt in de zin van scherper geformuleerde doelverplichtingen danwel inspanningsverplichtingen gecombineerd met marktconforme vergoedingen over een langere termijn. Wij vragen u deze uitgangspunten te betrekken bij een door de provincie te ontwikkelen beheerarrangement. De mogelijkheid van agrarisch natuurbeheer binnen de EHS moet samengaan met de mogelijkheid van handhaving van en uitbreidingsruimte voor agrarische bouwblokken. Een punt van aandacht hierbij is het compensatiebeginsel voor natuur die in de Verordening Ruimte behorende bij de PSV is gesteld bij ruimtelijke ontwikkelingen binnen de EHS. Dit beginsel kan en mag dus niet van toepassing zijn voor het plangebied van de herijkte EHS Gronduitgifre in pach t/erfpachr Een ander middel voor duurzaam beheer is gronduitgifte in erfpacht voor een periode van bijvoorbeeld veertig jaar. Vanwege de duurzaamheden heeft deze beheersvorm de voorkeur. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen dat de inzet van andere pachtvormen (zoals reguliere pacht) meer voor de hand ligt. Wij vragen u de haalbaarheid van deze mogelijkheden te onderzoeken. Regeling Parficulier Natuurbeheer Voor de Regeling Particulier Natuurbeheer geldt dat er speciale pakketten ontwikkeld moeten worden met een op maat gesneden afwaarderingsystematiek Financiering inrichting en beheer Ernstig zorgen maken de gebiedspartijen zich over het beschikbaarheid van dekkingsbronnen, met name op de langere termijn, dus na Hoewel in de Realisatiestrategie EHS ten aanzien van financieringsbronnen op conservatieve wijze is gerekend en de bestuurlijke risico's hierin zijn meegenomen, is het beschikbaar komen van de middelen niettemin afhankelijk van de continuïteit in beleid en het succes waarmee het aandeel publiek-private samenwerking tot stand komt Gevraagd wordt in de uitvoeringsstrategie EHS mogelijke risico's te benoemen en aan te geven op welke wijze de provincie hiermee zal omgaan.

6 Behorende bij brief OU1 3/ Pagina 4 van 5 Voor de discussie over de omvang van de EHS en het kwaliteitsniveau "Grutto en Dotter" is het voorts es. sentieel om inzicht te hebben in de dekking van de beheerkosten. Uit de Realisatiestrategie EHS is namelijk af te leiden dat verdere ontwikkeling van de nieuwe natuuropgave alleen mogelijk is wanneer ook de toekomstige beheerkosten gedekt zijn. Om de omvang van de EHS te kunnen bepalen is een nadere uitwerking van de beschikbaarheid van middelen voor beheer een absoluut vereiste. Overigens gaan wij er vanuit dat de financiering van de andere pactdoelen niet ten laste komt van de middelen die beschikbaar gesteld worden voor de Elis. Schadeloosstelling Als specifiek kader voor de Krimpenerwaard geeft u aan dat verwerving op basis van schadeloosstelling in principe mogelijk blijft. Hierbij is opgemerkt dat per situatie wordt beoordeeld waar en wanneer dit mogelijk is. In de Realisatiestrategie EHS is opgenomen dat niet zal worden overgegaan tot het terugbrengen van de onvoorwaardelijke koopplicht, omdat dit te veel druk zet op de noodzaak om met beperkte middelen "in control" te blijven. Wij stellen ons echter op het standpunt dat volledige schadeloosstelling onverkort van toepassing blijft in de Krimpenewaard, ongeacht de fasering. Wij vragen u hierin meer inzicht te geven. Kader Richtlijn Water Omdat de herijking van de EHS moet voldoen aan internationale verplichtingen is het Veenweidepact Krimpenerwaard gekoppeld aan de Kader Richtlijn Water. Het doel van de Kader Richtlijn Water is het realiseren van een goede waterkwaliteit. Inzet moet worden geleverd om een zogenaamd Goed Ecologisch Potentieel te bereiken. Wij signaleren een mogelijk knelpunt tussen het bereiken van doele? in het kader van de Kader Richtlijn Water en een zelfrealisatie via agrarisch gebruik binnen de EHS. De Realisatiestrategie EHS wijst er ten aanzien van monitoring namelijk op dat voor een aantal projecten/gebieden het bereiken van de KRW-doelen in 2027 leidend is voor de natuurontwikkeling. In het uitvoeringsplan EHS zien wij graag uitgewerkt hoe deze twee kaders zich met elkaar verhouden. Gebied buiten de ontwikkelopgave EHS Inzet BBL-gronden Zoals eerder aangegeven wil de provincie meer ondernemerschap stimuleren. Het vormgeven aan deze inzet en dus ook het versterken van de agrarische functie in het gebied kan alleen dan slagen als de BBLgronden die in de Krimpenewaard buiten de natuurbegrenzing liggen beschikbaar komen voor de agrarische structuurversterking in de Krimpenerwaard. Hiervoor is een ruil- en verkoopstrategieplan vereist, waarin uitgangspunt is om de BBL-gronden buiten de begrenzing in te zetten voor de agrarische structuurversterking en realisatie van de EHS. Regeling agrarisch natuurbeheer Met het oog op het tot stilstand brengen van de teruggang van de biodiversiteit, is het voorts noodzakelijk om de (aangepaste) Regeling agrarisch natuurbeheer ook open te stellen buiten het te begrenzen natuurgebied. Voor gebieden die liggen buiten de natuurbegrenzing kan het inzetten van Regeling agrarisch natuurbeheer ondersteunend zijn voor de natuur binnen de begrenzing. Regeling Landbouw met natuurlijke handicap De karakteristieke eigenschappen die de Krimpenewaard kenmerken zijn de maatschappelijke kwaliteiten die juist de agrariër op concurrentieachterstand zetten door de bewerkelijkheid van het gebied. Er is dan ook alles voor te zeggen om de ontkoppelde regeling compensatie natuurlijke handicaps voor de gehele agrarische Krimpenewaard toepasbaar te maken. Bodemdaling Wij vragen aandacht voor een belangrijke pijler uit het Veenweidepact: het tegengaan van bodemdaling Voor het tegengaan van de bodemdaling zijn diverse technieken voorhanden, te weten het opzetten van het waterniveau, het begreppelen, het aanbrengen van onderwaterdrainage en een innovatiepakket voor de veenweiden (verhoging draagkracht grond met een hoger peil), zoals u in uw brief aangeeft. Voor het toepassen van genoemde (technische) mogelijkheden voor de hele agrarische Krimpenerwaard en in het bijzonder voor die delen van de EHS die mogelijk worden ontgrensd en dus de agrarische functie behouden dienen middelen beschikbaar te worden gesteld

7 Behorende bij brief OU 13/ Pagina 5 van 5 Financfering Investeringen die plaatsvinden in het kader van de realisatie van de pactdoelen in gebieden buiten de natuurbegrenzing van de Krimpenerwaard mogen niet in mindering worden gebracht van het beschikbare budget voor investeringen binnen de natuurbegrenzing. Te denken is hierbij aan kavelruilen, maatregeien met het oog op bodemdaling en inzet van middelen voor agrarisch natuurbeheer. Met het oog op de pijler "agrarische structuurversterking" verzoeken wij u bij voorrang subsidie voor proces- en uitvoeringskosten voor de Krimpenerwaard beschikbaar te stellen. Structuur Belangrijk voor het welslagen van de uitvoering is het hebben van een structuur en uitvoeringsorganisatie die goed aansluiten bij het gebied. Het is van cruciaal belang dat de plannen kunnen rekenen op draagvlak uit het gebied en dus op steun van betrokken belangenorganisaties. Al deze partijen moeten op juiste wijze betrokken worden in de organisatie. Voorts moeten verantwoordelijkheden en risicoaanvaarding goed geborgd zijn. Tenslotte moeten er middelen beschikbaar gesteld worden voor de proces- en uitvoeringskosten, inclusief de begeleiding. Resumé Het is verheugend te constateren dat de lokale overheden en maatschappelijke organisaties zich op dit moment inzetten om u van een grondig advies te voorzien. Dit betreffen ook gebiedspartijen die geen pactpartner zijn. Alle partijen zijn er van doordrongen dat het Veenweidepact een cruciale fase is ingegaan die bepalend is voor de toekomst van het gebied. Wij hopen u dan ook, na beantwoording van deze brief van uw zijde, te kunnen voorzien van een democratisch gelegitimeerd en maatschappelijk gedragen advies Met het oog hierop is het wel noodzakelijk dat er vooruitlopend op het vastleggen van de herijkte EHS in de PSV ruimte wordt geboden om het proces ten aanzien van ruil en verwerving weer ter hand te nemen. Wij vragen u hiertoe een voorstel te doen aan Provinciale Staten. Om het gebied op een goede wijze bij het proces te kunnen betrekken, vragen wij u voorts de mogelijkheid te onderzoeken om de vaststelling van de herijkte EHS door Provinciale Staten een maand uit te stellen. Tenslotte rekenen wij erop dat u de door het gebied uitgebrachte advisering een belangrijke rol laat spelen bij de vaststelling van de Provinciale Structuurvisie. Deze brief is behandeld in en akkoord bevonden door de colleges van burgemeester en wethouders van de vijf Krimpenewaardgemeenten (Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist) alsook door het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Daarnaast hebben de maatschappelijke organisaties ingestemd met de inhoud van deze brief. Hoogachtend, De gemeenten en het hoogheemraadschap uit de Strategiegroep Veenweidepact Krimpenerwaard, Namens deze, $ Vcnte wethouder gemeente Bergambacht Bijlagen- - verslag overleg gebiedspartijen en Gedeputeerde de heer J.F. Weber d d. 25 april opzet vervolgproces herijking EHS Krimpenerwaard d.d 2 mei 201 3

8 Definitieve versie verslag Verslag overleg vertegenwoordigers gebiedspartijen Krimpenewaard en Gedeputeerde de heer J.F. Weber d.d. 25 april 2013 inzake toelichtinglbespreking conceptantwoordbrief op het adviesverzoek EHS Krimpenewaard Aanwezici: Provincie: de heer J.F. Weber (gedeputeerde), mevrouw J.E. Oostijen, de heer P.J. Verbon, de heer E. Weijdema HHSK: de heer J.H. Oosters (dijkgraaf) Gemeenten: de heer L.F.M. Crouwers (wethouder), de heer T.C. Segers (wethouder), de heer J. Vente (wethouder) Maatschappelijke organisaties: de heer M.R. Houtzagers (ZHL), de heer W. Boer (DWLK), de heer A. Vonk Noordegraaf (LTO Krimpenewaard) Projectgroep Gebiedsreactie Krimpenerwaard: de heer H. van der'smit (voorzitter), mevrouw M. de Graaf 1. Opening Na een welkom licht de heer Vente het doel van de bijeenkomst toe: bespreking van de antwoordbrief en het vervolgproces. De concept-brief is geaccordeerd in de colleges van de K5-gemeenten en het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap. 2. Toelichtinglbespreking concept-antwoordbrief De heer Van der Smit, voorzitter van de ambtelijke projectgroep ad hoc, schetst het proces rond de totstandkoming van de brief. Bij de start waren er onduidelijkheden over de inhoud en bedoeling van het adviesverzoek. Voorts moest in een tijdsbestek van twee weken een antwoord worden geformuleerd. De toonzetting van de brief is als gevolg daarvan neutraal. Daarnaast betreft het een beantwoording waarvan de gemeenteraden en leden van de algemene vergadering kennis nemen. Lopende het proces zijn vragen die in eerste aanleg zijn aangeleverd door de provincie beantwoord. Waren dingen in een eerder stadium duidelijker geweest dan zou de redactie van de brief er wellicht wat anders hebben uitgezien. De heer Van der Srnit geeft een toelichting op de belangrijkste elementen uit de antwoordbrief: Zelfrealisatie Met name over de zelfrealisatie zijn onduidelijkheden. Moeten we het als streek zelfdoen; moeten we het zelf betalen. Kortom aan welke vormen moet concreet worden gedacht. Rekening houdend met de achterbannen, heeft dit ertoe geleid dat de brief wat scherp geformuleerd is. Hierover moet duidelijkheid zijn voordat met de streek kan worden gesproken. Partiële herziening PSV Van meerdere kanten is bepleit om de planologische verankering van de EHS te laten samenvallen met de integrale herziening van de PSV. Nu het gebied "aan zet" is om te komen met een voorstel, moet voorkomen worden dat in de partiële herziening zaken worden dichtgetimmerd.

9 Periode De periode na is een duidelijk discussiepunt. Nadrukkelijk mag het geen verhaal worden met open einden en onzekerheden. In 2016 moet sprake zijn van een doorkijk over een uitfaseren, zonder het groter geheel schade toe te brengen. Begrenzing Ook over dit aspect was de nodige onduidelijkheid. De gedachte leefde dat de begrenzing geheel opnieuw ter discussie zou worden gesteld. In het adviesverzoek is namelijk aangegeven dat agrarisch natuurbeheer mogelijk is. Agrarisch natuurbeheer kan alleen plaatsvinden op gronden met een agrarische bestemming. Bovendien is kwaliteit en niet het aantal ha. als doel gesteld. Dus kan de grens worden aangepast als de doelen maar worden gerealiseerd. In gesprekken met de provincie is duidelijk geworden dat niet hele delen kunnen afvallen. De heer Weber wil een open gesprek aangaan. Hij vraagt zich af in welke context de brief moet worden gelezen. In is het "bod" geformuleerd, uitgaande van ha natuur in de "Grutto en Dotter" variant. De opgave van ha natuur is ingediend bij de externe commissie. Op basis van deze opgave heeft de landelijke toedeling van middelen plaatsgevonden. Bij een te grote afwijking komen de dekkingsmiddelen in gevaar. De behoefte is om het gebied bij de verdere ontwikkeling te betrekken. Vanwege bezuinigingen en afspraken met het rijk moet anders worden omgegaan met de realisatie. En dus niet meer de klassieke methode van verwerving, inrichting en beheer. Met het oog op de financiële dekking zullen inrichting en beheer op een andere wijze moeten worden vormgegeven; meer verweving van natuur en agrarisch (Realisatiestrategie EHS). Mede met het beschikbaar komen van de Rutte II middelen moeten in Zuid Holland de internationale doelen bereikt kunnen worden. In de Realisatiestrategie is van een zo degelijk mogelijke financiering uitgegaan met een buffer aan de achterzijde. De heer Weber benadrukt dat de Krimpenerwaard is aangemerkt als prioritair gebied, hetgeen betekent dat de Krirnpenenivaard belangrijk is en middelen beschikbaar gesteld worden om tot realisatie in 2021 te komen. Zelfrealisatie moet worden gelezen als andere vorm van realisatie. Doelen moeten worden bereikt niet alleen met inzet van het Zuid-Hollands Landschap maar ook met de agrarische sector. De natuurcoöperatie is hiervan een goed voorbeeld. Het moet anders en dus ook goedkoper kunnen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat het gebied 30% moet gaan betalen. Natuurdoelen moeten worden bereikt door een slimmere aanpak. Doelen staan voorop met een nuance voor het aantal ha. De omvang van ha is voor de Statencommissie uitgangspunt voor de planologische herijking. Voor de definitievere begrenzing (in- en uitdeuken, stukjes afvallen) wordt ruimte gegeven in de tekst van de Structuurvisie. Opgenomen wordt dat er een gebiedsproces loopt dat kan leiden tot een aanpassing van de begrenzing. De heer Weber onderkent dat het tempo van het proces hoog is. De termijnen zijn al bijgesteld. In het Decentralisatieakkoord Natuur tussen rijk en provincies is afgesproken dat de herijkte EHS voor de zomer zou zijn vastgelegd in de PSV. Deze termijn is opgerekt naar november. Ook door het gebied zelf is gevraagd om snelheid en duidelijkheid.

10 Door de Staten is een motie aangenomen inhoudende dat in het kader van verwerving niet eerder ondehandelingen gevoerd kunnen worden dan nadat de herijkte EHS is vastgelegd in de PSV. Voor het vrijgeven van de ontwerp-herziening van de PSV wordt een voorstel in de Statencommissie behandeld in juni. Het ontwerp wordt vervolgens ter inzage gelegd. Door de Staten moet in november ook de programmering worden vastgesteld. Voor wat betreft de fasering in de realisatie merkt de heer Weber op dat het gaat om internationale verplichtingen. In 2027 zal afrekening van de Kader Richtlijn Water plaatsvinden. Er moeten wel hele gekke dingen gebeuren als in 2016 geen middelen beschikbaar komen voor de periode daarna, want het rijk en de provincie (en dus een volgend college) worden gehouden aan de internationale verplichtingen. Evenwel zijn er geen harde garanties te geven. Vennracht was dat het gebied met een concreet advies zou komen. De antwoordbrief zoals deze er nu ligt bevat veel vragen en is meer geschreven in een verhouding van opdrachtgever-opdrachtnemer. Hij begrijpt dat er nog vragen leven, maar zou het antwoord gezamenlijk willen formuleren vanuit een positieve grondhouding. De heer Vente wijst op het resumé van de brief en geeft aan dat de zelfrealisatie in de streek op zichzelf als wervend perspectief wordt gezien. Echter, gemeenteraden zien ook dat er 30% minder beschikbaar wordt gesteld, dat door de streek moet worden bijgepast. Daarnaast zullen gemeenteraden vragen stellen naar de reden van snelheid nu nadat het proces twee jaar heeft stilgelegen. De manoeuvreemiimte is niet groot, dit geldt zowel gemeenten en provincie; en dilemma van beide kanten. Niettemin heeft het gebied aangegeven dat zij er voor willen gaan en willen doorpakken om te komen tot een breed gedragen advies. De heer Weber stelt voor om ten aanzien van de zelfrealisatie een verhelderende brieflmemo op te stellen. Agrarisch natuurbeheer binnen de EHS wordt mogelijk. Op nationaal niveau is men bezig de regeling hierop aan te passen. Natuurdoelen in de EHS kunnen worden vormgegeven door inschakeling van de agrarische bedrijfsvoering. De heer Oosters kan zich de reactie van de heer Weber voorstellen. Hij tekent hierbij wel aan dat de gebiedspartijen weinig ruimte en tijd hebben om de Realisatiestrategie op goede wijze de met de achterbannen te bespreken. Nadrukkelijk wijst hij er op dat bij de gebiedspartijen de bereidheid is om te komen met een voorstel dat ter goedkeuring kan worden voorgelegd. Niet vergeten moet worden dat degenen die bij het proces zijn betrokken, bekend zijn met het verloop van het proces. De meeste gemeenteraadsleden staan echter op grote(re) afstand van het proces. Ze zijn geconfronteerd met het gegeven dat er voor de uitvoering van het Veenweidepact te weinig geld is. En toen is het stil geworden. Dit vereist op z'n minst uitleg. De heer Seciers wijst er op voor Ouderkerk het Veenweidepact en "bod" het kader is waarbinnen kan worden gehandeld.

11 Er ligt nu een reactie op de adviesaanvraag, die met name vraagt om verduidelijking. Wanneer hierover duidelijkheid is kan met het geheel naar de gemeenteraden en Staten. De heer Weber pleit voor een samen oplopen. Voorkomen moet worden dat we verzanden in een oneindige briefwisseling. Voor het samen optrekken zijn aanknopingspunten, zeker nu tot een breder gedragen verhaal met de gebiedspartijen kan worden gekomen. De heer Vente wijst er op dat er met de zelfrealisatie op zich inverdienmogelijkheden zijn. Hiervoor is het wel vereist te weten dat de streek over het instrumentarium hiervoor beschikt. Alleen op die manier is te beoordelen of voldaan kan worden aan de 30% zelfrealisatie. Voor het opstellen van een regeling die voldoet aan Europese regels is tijd nodig. Een andere onduidelijkheid is de doorlevering van gronden. Dus er zit zorg aan de voorkant. De heer Houtzagers is blij met de brief. Het is een goede basis voor een vervolg. Maatschappelijke partners overleggen al met elkaar. Vereist is wel om de spelregels helder te krijgen. Dan ziet hij mogelijkheden om met de streek slagen te maken. De maatschappelijke partners staan dichter bij elkaar dan dat hij heeft gedacht. De heer Vonk Noordegraaf is van mening dat het proces tot nu toe duidelijk is verwoord. De datum van 2016 wil hij nog eens benadrukken. De brief benoemt dat duidelijk. Uitgangspunt bij de LTO is om genuanceerd om te gaan met het aanpassen van de begrenzing. Politiek en economie zijn grillig. Hij brengt nog eens nadrukkelijk onder de aandacht dat er bestaande afspraken zijn met financiële verplichtingen. Er ligt een lappendeken op het gebied dat zijn schaduwwerking heeft op het gebied. De heer Boer pleit er voor om nuchter en niet overdreven positief het vervolgtraject in te gaan. Beter is het om neutraal te beginnen en gaande het proces positiever te worden dan heel positief starten om vervolgens in het negatieve te geraken. Het proces is de laatste anderhalve maand heel snel gegaan. Er is nog geen gelegenheid geweest om de achterbannen te informeren. De DWLK geeft aan dat natuur niet alleen voorkomt binnen een begrenzing maar hiervan sprake kan zijn in de hele Krimpenewaard. Hij onderkent dat er kerngebieden voor natuur zijn in te richten, maar onderstreept ook het belang van het gebied er omheen. Het doel natuur, dus de hele Krimpenerwaard is hiermee gediend omdat het ook kan bijdragen aan de zelfrealisatie. DWLK heeft moeite met het open einde. Het ligt in het gebied zwaar als dit uitloopt (zie antwoordbrief). De streek heeft behoefte aan duidelijkheid. Het agrarisch natuurbeheer binnen de EHS wordt toegejuicht, maar de vraag is wel op welke wijze dit vorm wordt gegeven. De heer Seaers brengt dat het tijdsaspect zwaar ligt in Ouderkerk. Hij vraagt of een oprekking van de procedure mogelijk is, al is het voor een maand. Dus niet vaststelling van de PSV in november maar december.

12 Er moet ruimte zijn in het voortraject om met de deelgebieden in gesprek te gaan. Het gebied moet serieus en in een vroegtijdig stadium bij het proces worden betrokken. De heer Van der Smit doet een voorstel aangaande het dilemma gemeenteradenlcolleges en de Provinciale Staten. Is het bespreekbaar om in plaats van de brief voor een procesmatige aanpak te kiezen. De heer Oosters haakt hierop in door aan te geven dat dit overleg een belangrijke stap is voor het vervolgproces. Duidelijk in de beraadslaging van deze middag komt naar voren dat het gebied positieve intenties heeft. Het verslag van deze beraadslaging zou als input kunnen dienen richting Provinciale Staten, dat door een spreker uit het gebied wordt toegelicht in de Statencommissie. De heer Crouwers wijst er op dat de brief in de colleges is behandeld. Dus moet de ingezette lijn worden voortgezet. De heer Vente onderkent dit en geeft aan dat de gemeenteraden opnieuw weer bij het proces moeten worden betrokken. Er is nog wel het één en ander uit te leggen. In een radenconferentie moet het vertrouwen voor het verdere proces weer kunnen worden gegeven. Hij stelt voor om de statenleden uit te nodigen voor de radenconferentie. De heer Weber stelt voor een verhelderende memo op te stellen waarin het spelregelkader (de gedachten over zelfrealisatie) is opgenomen. Dit kan worden gebruikt voor de communicatie met de gemeenteraden. Maatwerk in de begrenzing moet mogelijk worden gemaakt. Vereist is dat in de programmering hiermee op goede wijze rekening wordt gehouden. De heer Weber wil ruimte bieden en kansen benutten. Nogmaals geeft de heer Weber aan dat het rijk en dus ook de provincie ermee gebaat zijn als de internationale verplichtingen worden nagekomen. Dan maakt het eigenlijk niet uit wie er aan het bewind is. Op korte termijn is meer helderheid te geven ten aanzien van het agrarisch natuurbeheer. De heer Weber wijst hierbij op het voornemen van de staatssecretaris om de uitvoering van het agrarisch natuurbeheer te leggen bij gebiedscollectieven, met oog op verminderen van administratieve lasten e.d. Met Provinciale Staten is een planning afgesproken, maar een uitstel van een maand lijkt niet onmogelijk. Provinciale Staten moeten zich hierover uitspreken, daarom moet hiertoe in de brief een verzoek worden gedaan. De heer Vente geeft aan de streek geen definitieve helderheid heeft. Over de onzekerheden op detailniveau moet werkende weg in het proces duidelijkheid komen. Mogelijke aanpassingen die hieruit voorhrloeien moeten in een volgende herziening van de PSV betrokken kunnen worden. Voor dit moment is het van belang dat de partiële herziening flexibiliteit bevat. De heer Oosters wijst er op dat er in september geen uitgewerkt voorstel ligt, maar dat er duidelijkheid is over waar welke functie moet worden gelegd.

13 De heer Verbon meldt dat in de PSV de contour van de EHS wordt gelegd en wordt beschreven welke functies daarbinnen zijn toegestaan. Het behalen van doelen moet wel worden geborgd. Hierop wordt aangevuld dat het van belang is om in de Verordening Ruimte, die zal venvijzen naar het Natuurbeheerplan, een goede redactie op te nemen waardoor het mogelijk is agrarische natuurbeheer en dus agrarische bedrijfsvoering toe te passen binnen de EHS. Om gesprekken in het gebied weer te kunnen oppakken ten aanzien van verwerving en ruil (er zijn enkele no-regretkansen), is het noodzakelijk dat de Statencommissie hiervoor ruimte biedt. Zolang de EHS niet definitief is herijkt, heeft de heer Weber deze ruimte niet. De heer Van der Smit onderstreept het belang om het tempo er in te houden. Uit diverse gesprekken in het gebied is hem gebleken dat er een sterke behoefte is aan zekerheid. Nu kunnen eenvoudige kavelruilen geen doorgang vinden. Dit is frustrerend in het gebied. Het proces moet weer op gang worden gebracht met het oog op draagvlak in het gebied. Daarnaast moet een goede formulering in de PSV worden opgenomen ten aanzien van de mogelijkheid van het agrarische natuurbeheer. Voorkomen moet worden dat het gebied weer jaren op slot gaat. De heer Vente stelt aan de orde: hoe te handelen. Het gebied heeft behoefte aan een duiding richting Staten. Provinciale Staten moeten gevoel krijgen van de positieve grondhouding in het gebied. De heer Vente is bereid de positie van de streek toe te lichten in de Statencommissie. Afgesproken wordt dat de brief uitgaat vergezeld van het verslag van de bespreking en dat in de Statencommissie vanuit het gebied een toelichting wordt gegeven op de brief. Op een tweetal punten wordt de brief aangevuld, te weten het vragen om ruimte om vooruitlopend op de planologische vastlegging van de EHS voorbereidende gesprekken e.d. te kunnen voeren en het verzoek om de vaststelling van de partiële herziening een maand uit te stellen. Vanuit de provincie wordt toegezegd te komen met een memo over het instrumentarium ten behoeve van de zelfrealisatie. 3. Vervolgproces Er ligt een ambtelijk voorstel. Een punt van aandacht is het op een goede wijze betrekken van het gebied bij het proces. De insteek is om dit te doen plaatsvinden na september aan de hand van het concept-voorstel en instrumentarium. Het algemene gevoelen is echter om de gesprekken inlmet de deelgebieden aan de voorkant te laten plaatsvinden aan de hand van een eerste (schets)ontwerp/uitgangspunten (in gezamenlijkheid opgesteld door gebiedspartijen) en de memo van de provincie over het instrumentarium.

14 De opzet van dergelijke gebiedsbijeenkomsten wordt verder uitgewerkt door de ambtelijke projectgroep. Aandachtspunt hierbij is eenduidigheid in de verschillende deelgebieden aan de hand van een raamwerk presentatie, waarbij in acht wordt genomen dat elk deelgebied een eigen achtergrond heeft. 4. Verdeling verantwoordelijkheden Beschikbaar blijft de kennis, denkkracht en informatie vanuit DLG en provincie. In de tussenfase (mei - september) kan gebruik worden gemaakt van de staf van de provincie in coördinerende zin. Ondersteuning vanuit DLG is mogelijk. Hoe concreter de vraag, hoe preciezer specialisten op het juiste moment kunnen worden ingezet. Het voorstel wordt gedaan om in het op te stellen concept-voorstel ook na te denken over de toekomstige organisatie (een "governance paragraaf') inclusief financiering voor het verdere vervolg en de uitvoering. Vanuit provincie wordt gepleit om de komende periode samen op te blijven trekken. De heer Weber benoemt het als een proces van "co-creatie". 5. Opstellen persbericht Persbericht Gemeenten komen met een voorzet in de zin dat het gebied en de provincie het proces willen vervolgen. Deze wordt voorgelegd aan de communicatiemedewerkers Veenweidepact/provincie. Nieuwsbrief Er komt een gezamenlijke nieuwsbrief waarin bijeenkomsten worden kenbaar gemaakt en aandacht wordt geschonken aan een spreekuur in het gebied. 6. Rondvraag De heer Van der Smit: twee belangrijke punten: l. goede verankering van agrarisch natuurbeheer in de PSV 2. uitwerken instrumentarium waarmee doelen kunnen worden gerealiseerd De heer Weber doet de handreiking om de precieze teksten van de PSV te overleggen en mogelijk te bespreken. De heer Seqers meldt dat de gemeenteraad heeft gevraagd om een eigen hoorzitting. Hij zal één en ander in relatie tot de radenbijeenkomst bij de gemeenteraad aan de orde stellen. De heer Boer vraagt de gesprekken in de deelgebieden zo mogelijk niet te laten plaatsvinden in de tweede helft van mei vanwege de te verwachten agrarische veldwerkzaamheden zodat onbegrip in de streek kan worden voorkomen. Voorts vraagt hij of bekend is hoe de GLB uitwerking zich verhoudt tot de natuurdoelstellingen. De heer Weber antwoordt dat het in het GLB gaat om de groen-blauwe dooradering buiten de EHS.

15 De heer Vonk Noordenraaf stelt het gelijkberechtigingsdossier aan de orde. Naar het oordeel van de heer Weber is dit niet in beeld bij het gebiedsproces. Het zal de subsidieregeling niet verstoren. Alle partijen worden gelijk behandeld. Op grond van de Grondnota van de provincie worden gronden in eigendom gehouden en zal de grond worden uitgegeven in pacht of erfpacht. De heer Houtzacles vraagt aandacht voor twee zaken: 1. Er is een bedrag van 200 miljoen extra beschikbaar gesteld door het Rijk. Vereist is dan wel dat het bestemmingsplantraject in gang wordt gezet. 2. Met grondmil tussen partijen (agrariërs en Zuid-Hollands Landschap) zijn slagen te maken. Maak hiervan gebruik en breng goed in beeld waar gronden liggen binnen en buiten de begrenzing. Dit aspect is ingebracht in het overleg van de Groene Partners. De heer Weber bevestigt dat uit de Rutte II middelen een bedrag beschikbaar is voor nieuwe natuur. Voor de Krimpenewaard betekent dit dat drie deelgebieden kunnen worden ingericht. De heer Vente sluit de vergadering.

16 Opzet vervolciproces heriiking EHS Krimpenenvaard Product september 2013: Perspectief voor het hele gebied in de vorm van houtskoolschets met instrumentarium per deelgebied. 1. uitgaan brief op uitvraag vergezeld van verslag gesprek Gedeputeerde 25 april en procesvoorstel (eind aprillbegin mei) 2. informatieavond voor gemeenteraden en algemeen bestuur HHSK - wie uitnodigen: gemeenteraadsleden, commissieleden, leden algemeen bestuur HHSK en leden Provinciale Staten betrekken (voorzitters) maatschappelijke organisaties in vorm van forum - doel: als "startmoment" om proces herijking EHS in te gaan op basis van "Grutto en Dotter" - hoe vormgeven: organiseren door Bestuurlijk Overleg Gebiedsreactie Krimpenerwaard provincie toelichting op uitvraag gemeenten toelichting op antwoord uitvraag - regie: de heer Vente is bereid bijeenkomst te leiden (tweede helft mei) 3. gebiedsbijeenkomsten per deelgebied (meiljuni) 4. Bestuurlijk Overleg Gebiedsreactie Krimpenewaard (+ Gedeputeerde) (begin juli) 5. informatieavond gemeenteraadsleden, commissieleden en leden algemeen bestuur HHSK (eind augustus) 6. Bestuurlijk Overleg Gebiedsreactie Krimpenewaard (+ Gedeputeerde) inzake concept-voorstel (net na zomervakantieperiode rond 2 september) 7. Besluitvorming raden en algemeen bestuur (septemberloktober) d.d. 2 mei 2013