Oud worden in een vertrouwde omgeving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oud worden in een vertrouwde omgeving"

Transcriptie

1 Oud worden in een vertrouwde omgeving Een theoretische en beleidsmatige beschouwing over het bestaansrecht van cultuurspecifieke zorg voor ouderen Student ANR Opleiding Jaar Thesisbegeleider 2e lezer : Magda Wallenburg : : Premaster ZEB : : Dr. A. Nugteren : Dr. V.J.R. Draulans

2 VOORWOORD. want praten is niet nodig om dingen te kunnen begrijpen Als kind van Indische ouders ben ik opgegroeid in een wereld waarbij het thuis net even iets anders was als buitenshuis zonder dat ik me daar heel erg bewust van was. De gevoelens en verlangens van mijn ouders werden buitenshuis niet uitgesproken en thuis deden we de dingen die mijn ouders gewend waren te doen. Thuis voelde als vertrouwd en veilig, daar hoefde niets uitgelegd te worden. Door mijn werk in een Indisch/Moluks verzorgingshuis merkte ik dat dit ook voor andere Indische en Molukse mensen gold, waarbij ondanks de verschillende Indische en Molukse thuissituaties veel dingen herkenbaar waren. Echter daar zag ik voor het eerst de problemen die zijn ontstaan door het leven in twee werelden. Het leven in twee werelden kon in het verzorgingshuis niet worden volgehouden en buitenshuis werd thuis. Het moment was aangebroken dat Indische en Molukse mensen moesten gaan uitleggen waar zij behoefte aan hadden, wat hun wensen waren en wat nu hun werkelijke zorgvraag was. Maar hoe kun je uitleggen wat je voelt als je gevoelens jarenlang voor jezelf hebt gehouden. Hoe kun je weten wat je wilt als verlangens jarenlang noodzakelijkerwijs naar achteren zijn gedrukt. Hoe kun je vragen wat je nodig hebt als behoeften jarenlang niet erkend zijn. Het feit dat oud worden in een vertrouwde omgeving voor iedereen belangrijk is en mijn frustratie om niet op een goede manier onder woorden te kunnen brengen wat dit betekent voor Indische en Molukse ouderen die niet meer thuis kunnen wonen en om constant te moeten uitleggen waarom het noodzakelijk is dat er Indische en Molukse verzorgingshuizen bestaan, heeft mij ertoe aangezet om deze these te schrijven. Want op het moment dat de zorgvraag niet op een goede manier verwoord kan worden, kunnen er geen goede vervolgstappen gezet worden en zal er altijd discussie blijven bestaan over het bestaansrecht van Indische en Molukse verzorgingshuizen; over het bestaansrecht van specifieke zorgcentra voor andere culturele doelgroepen. In deze these probeer ik een heldere kijk te geven op de zorgvraag voor Indische en Molukse ouderen, waar culturele aspecten als een rode draad door heen spelen. Ik hoop hiermee de voor mij herkenbare emotionele reacties van kinderen op geen goede zorg terug te kunnen brengen tot zakelijk bespreekbare kernthema s, die voor kinderen en organisatie als handvatten gebruikt kunnen worden om tegemoet te kunnen komen aan de verborgen en niet uitgesproken zorgvraag van Indische en Molukse ouderen. Want op het moment dat kinderen hun ouders toevertrouwen aan een zorginstelling, zijn zij het spreekorgaan namens hun ouders. Zij kennen hun ouders als geen andere en weten wat niet gezegd wordt. 2

3 INHOUDSOPGAVE Pagina Hoofdstuk 1. Inleiding Het koloniale verleden Oud worden in Nederland Onderzoeksvraag 7 Hoofdstuk 2. Theoretisch kader 2.1. Ontstaansgeschiedenis Indische en Molukse zorgcentra Acculturatie en acculturatie-strategieën Referentiekader voor onderzoeksvragen De categorieën nader bekeken Praktische uitvoering 20 Hoofdstuk 3. Het belang van cultuurspecifieke zorg Resultaten onderzochte cultuurspecifieke zorgcentra Zorgcentra en hun identiteit Waargenomen acculturatie-strategieën onderzochte 24 Zorgcentra Resultaten onderzochte doelgroepen met betrekking tot 26 wonen in een cultuurspecifiek zorgcentrum De bewoners en hun culturele identiteit Waargenomen acculturatie-strategieën Indische 27 Nederlanders en Molukkers in zorgcentra Waargenomen acculturatie-strategieën zorgcentra en 29 hun bewoners: overeenkomsten en verschillen Toekomst visie op basis van ervaringen tweede en derde 31 generatie Indische Nederlanders en Molukkers Tweede en derde generatie, een ingewikkeld verhaal 31 3

4 Pagina Waargenomen acculturatie-strategieën 2 e /3 e generatie Een voorzichtig toekomstbeeld met betrekking tot 34 afhankelijk oud worden van de 2 e /3 e generatie Indische Nederlanders en Molukkers Hoofdstuk 4. Conclusie Een terugblik op probleem en vraagstelling Nieuwe inzichten 37 BIJLAGEN 39 Bijlage I Overzicht koloniaal beheer van Nederland over 40 Nederlands Oost Indië gedurende 350 jaar Bijlage II Topic lijst voor interviews 41 Bijlage III Onderzoeksvragen bewoners 43 Onderzoeksvragen zorgcentrum 45 Onderzoeksvragen familie 47 BRONVERMELDING 49 4

5 Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1. Het koloniale verleden In 1596 kwam de eerste Nederlander aan in Oost-Indië. Na een paar jaar werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht om in eerste instantie handel te drijven en werden er handelsposten ingericht. De VOC ging echter failliet en de Nederlandse staat nam het bestuur over. Het koloniaal tijdperk was begonnen en vanaf dat moment spreken we over Nederlands-Indië. In deze periode tot 1900 vond veel vermenging plaats met de plaatselijke bevolking. 1 Sommige kinderen, die werden geboren uit een relatie met een inlandse vrouw werden officieel erkend door hun Nederlandse vader en kregen hierdoor het Nederlands staatsburgerschap. De nieterkende kinderen kregen de (Indonesische) status van hun moeder en gingen op in de inheemse samenleving. 2 De ingewikkelde structuren wat betreft familielijnen en gevoeligheden met betrekking tot het Indisch zijn heeft o.a. hiermee te maken. 3 Binnen deze koloniale samenleving werd veel waarde gehecht aan verschil in huidskleur, opleiding en status. Indische Nederlanders vormden samen een mengcultuur, een combinatie tussen oost en west. Zo lang het in de kolonie rustig was en de Nederlandse staat haar ethische politiek kon hanteren maakte zij zich over deze groep geen zorgen. De beste posities gingen echter naar mensen die zich het meest Europees gedroegen of die er het meest Europees uitzagen (blank). Door de aanleg van het Suezkanaal werd het reizen vergemakkelijkt 4 en kwamen vanaf 1900 de eerste Europese vrouwen naar Nederlands-Indië. De invloed die dit heeft gehad op raciale scheidslijnen is onderzocht door L. van der Velden en beschreven in het rapport Blank en bruin past niet saam. 5 Een nieuwe groep Indische Nederlanders ontstond, nl. de zogenoemde totoks; dit waren kinderen van Nederlandse ouders, die geboren en getogen waren in Nederlands-Indië. In december 1941 brak de Tweede Wereldoorlog uit in Azië, waarna op 1 maart de bezetting van Nederlands-Indië door de Japanners volgde. Dit was het begin van het einde van de westerse invloed in Indonesië. Er werd door de Japanners een duidelijk onderscheid gemaakt tussen Nederlanders en Aziaten; Nederlanders moesten allemaal het kamp in. Indische Nederlanders waren geen van beiden en op basis van willekeur, huidskleur positie achternaam, verdwenen vele Indische gezinnen ook in het kamp. Voor de gezinnen buiten het kamp waren de omstandigheden net zo bedroevend. Ontberingen, angst en onzekerheid had een grote impact op allen. 6 Op vijftien augustus 1945 gaven de Japanners zich over. Maar de oorlog werd vervolgd door de Bersiap, de onafhankelijkheidstrijd van de Indonesiërs. Indische Nederlanders werden door veel Indonesiërs geassocieerd met westers, wat synoniem was aan slecht voor de onafhankelijkheid van Indonesië. Het 1 W. Willems (red.), Indische Nederlanders in de ogen van de wetenschap (uitgave 38, 2 e oplage), Leiden, Centrum voor Onderzoek van Maatschappelijke Tegenstellingen, 1991.,p G.B. Robinson, Indische ouderen in Nederland, Cahiers Ouderdom en levensloop: Oud in den vreemde over allochtone ouderen, 30, Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 1992, pp W. Willems (red.), Indische Nederlanders in de ogen van de wetenschap (uitgave 38, 2 e oplage), Leiden, Centrum voor Onderzoek van Maatschappelijke Tegenstellingen, 1991, p J. Engels, Twee culturen aan de binnenkant. Een onderzoek naar sociale en culturele bindingen bij Indische senioren en de wenselijkheid van categoriale ouderenvoorzieningen, Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, p W. Willems (red.), Indische Nederlanders in de ogen van de wetenschap (uitgave 38, 2 e oplage), Leiden, Centrum voor Onderzoek van Maatschappelijke Tegenstellingen, 1991, p F.A. Begeman, Oud worden met de oorlog, Maarssen, Elsevier, 2001, pp

6 gevolg was dat iedereen die sympathiseerde met Nederland niet meer veilig was. De situatie bleek onhoudbaar en op 27 december 1949 werd de Republiek van de Verenigde Staten van Indonesië uitgeroepen. 7 Dit gold ook voor de Molukse bevolkingsgroep. Het NiDi 8 beschrijft dat tijdens de opbouw van het Nederlandse koloniale rijk de zogenoemde Ambonezen een bijzondere rol speelden. Deze bevolkingsgroep, afkomstig van de eilandengroep rond Ambon in de Zuid-Molukken, heeft zich altijd sterk met het koloniale bestuur geïdentificeerd en velen hingen het christelijke geloof aan. Veel Ambonezen dienden in het KNIL (Koninklijk Nederlands-Indisch Leger). Na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 ontstond op Ambon een opstandige beweging, die in april 1950 uitmondde in het uitroepen van de Republiek der Zuid-Molukken (Republik Maluku Selatan, RMS). Deze opstand mislukte. In de nasleep hiervan zijn enkele duizenden Molukse ex-knilmilitairen met hun gezinsleden naar Nederland gekomen; zij legden daarmee de grondslag voor de Nederlandse bevolkingsgroep der Molukkers. Ongeveer Indische Nederlanders en Molukkers (1951) zijn, na het uitroepen van de onafhankelijkheid, gedurende een periode van 15 jaar voor het merendeel onvrijwillig naar Nederland vertrokken. Nederland, een land wat men slechts kende van de verhalen. Voor de Indische Nederlanders was het al gauw duidelijk dat Nederland het land was waar zij opnieuw moesten beginnen, teruggaan was geen optie. Aan de Molukkers werd door de Nederlandse regering beloofd dat het verblijf tijdelijk was. De realiteit laat echter zien dat tijdelijk een rekbaar begrip is Oud worden in Nederland Onder de Indische Nederlanders en Molukkers bevonden zich ook hoog bejaarden. Om deze ouderen op te kunnen vangen zijn in de 50-er jaren de eerste cultuurspecifieke zorgcentra ontstaan, in eerste instantie voor Indische Nederlanders. Op dit moment zijn er in Nederland verschillende initiatieven die zich bezighouden met de Indische en Molukse zorg- en dienstverlening. Er zijn echter maar vijf door de overheid officieel erkende Indisch/Molukse zorgcentra. Deze erkenning levert hen een bijzondere toeslag op, die hen in staat moeten stellen een ander soort extra zorg te kunnen leveren. Voor dit onderzoek beperk ik me deze zorgcentra. Het gaat om de volgende organisaties: 1. Nieuw Beekvliet in St. Michielsgestel 9 2. Rumah Saya in Apeldoorn 3. Patria in Bussum 4. Rumah Kita in Wageningen 5. Raffy in Breda. Door natuurlijk verloop wordt de groep 1 e generatie Indische en Molukse ouderen steeds kleiner, echter de behoefte van de 2 e generatie aan een cultuurspecifiek zorgcentrum blijkt groter dan gedacht, waardoor wachtlijsten voor 7 W. Willems, De uittocht uit Indië , Amsterdam, Bakker, E. van Imhoff G. Beets C. Huisman, Indische Nederlanders : een demografische reconstructie, Bevolking en Gezin, 32 (3), 2003, pp Nieuw Beekvliet richt zich naast Indische en Molukse ouderen ook op ouderen afkomstig uit voormalige Rijksdelen zoals Suriname en de Nederlandse Antillen. 6

7 deze zorgcentra niet kleiner worden. Bovendien komt steeds vaker uit de groep (Nederlandse) ouderen die in de omgeving van het zorgcentrum wonen, maar niet afkomstig zijn uit Nederlands Indië of de Molukken, de vraag of zij ook in een Indisch en Moluks zorgcentrum opgenomen kunnen worden. Het door de overheid erkennen van het bestaan van deze cultuurspecifieke zorgcentra heeft als consequentie dat er landelijke criteria zijn samengesteld, waardoor ouderen die niet voldoen aan de criteria niet opgenomen mogen worden. Deze landelijke criteria zijn: o Geboren, gewoond of geleefd in het voormalig Nederlands Indië of de Molukken of o Een grote affiniteit met het land en haar gewoonten o Landelijk opnamebeleid, wat wil zeggen dat de zorgcentra zich niet alleen mogen richten op regionale wachtlijsten. Daarnaast zijn de reguliere toelatingscriteria voor opname aan de orde, die gelden voor alle zorgcentra in Nederland. De groeiende behoefte van de 2 e generatie Indische en Molukse ouderen (cultuurspecifiek) en de behoefte van (Nederlandse) omwonenden (nabijheid) om in een cultuurspecifiek zorgcentrum te wonen vraagt beleidsmakers en directies van genoemde zorgcentra om kritisch naar deze behoeften en de nu geldende opnamecriteria te kijken. In mijn these onderzoek ik of de toen vastgestelde opnamecriteria nog steeds van toepassing zijn op de huidige en komende generatie Indisch-Nederlandse en Molukse ouderen en hoe er creatieve oplossingen bedacht kunnen worden om aan de behoefte van deze ouderen te voldoen zonder het belang van etnisch culturele eigenheid uit het oog te verliezen. Want niet onbelangrijk zal met het oog op de invoering van de zorgzwaartepakketten het financiële aspect de besluitvorming van Raad van Toezicht en directies beïnvloeden. Want wordt het inspelen op de behoeften van (Nederlandse) omwonenden gezien als een kans om de organisatie financieel overeind te houden of wordt dit juist gezien als een bedreiging voor het cultuurspecifieke karakter van Indisch-Molukse zorgcentra. Een antwoord hierop zal deze these niet geven, echter in deze these wordt wel laten zien hoeveel waarde cultuurspecifieke zorgcentra hechten aan het begrip cultuurspecifiek en waar prioriteiten gelegd zullen worden met betrekking tot cultuurbehoud Onderzoeksvraag Men kan zich afvragen of het meer toegankelijk maken van Indische en Molukse zorgcentra voor andere culturele doelgroepen door de nu geldende opnamecriteria te verruimen of aan te passen, vanuit beleidsmatig oogpunt wenselijk is en wat voor invloed dit heeft op ouder worden in een vertrouwde omgeving. Alvorens hier een antwoord op te kunnen geven, zal eerst onderzocht moeten worden wat etnisch culturele eigenheid voor bewoners van zorgcentra betekent en wat cultuurspecifieke zorgcentra doen om aan deze eigenheid tegemoet te komen. De concrete vraagstelling voor dit onderzoek luidt als volgt. Welke acculturatie-strategieën worden op grond van empirisch onderzoek op dit moment waargenomen bij de verschillende lagen van de genoemde vijf Indische en Molukse zorgcentra en welke acculturatie-strategieën op beleidsniveau zouden in geval van verruiming van de nu geldende opnamecriteria bijdragen aan het behoud van etnisch culturele eigenheid? 7

8 Een model wat als hulpmiddel gebruikt kan worden om inzicht te krijgen in behoeften en om het proces van culturele veranderingen te volgen, wanneer verschillende culturen met elkaar in contact komen, is het acculturatiemodel van J.W. Berry (1997). 10 Onder acculturatie verstaat Berry het proces van cultuurverandering dat het gevolg is van direct en langdurig contact tussen groepen met verschillende autonome culturen. Men veronderstelt dat de twee factoren cultuurbehoud en aanpassing onafhankelijk van elkaar kunnen bestaan. Hoe wenselijk of onwenselijk iemand het vindt om zijn of haar cultuur te behouden, staat in principe los van de vraag in hoeverre deze persoon zich wenst aan te passen aan de dominante cultuur. Deze twee factoren van acculturatie worden gecombineerd tot vier acculturatiestrategieën assimilatie, integratie, separatie of marginalisatie 11 Aan de hand van dit model probeer ik via literatuurstudie en interviews bij de vijf Indische en Molukse zorgcentra inzicht te krijgen op welke manier Indische en Molukse zorgcentra en hun bewoners met culturele waarden om gaan. Door analyses van de verkregen resultaten wordt inzichtelijk gemaakt welke acculturatiestrategie bij bewoners en welke acculturatiestrategie bij zorgcentra wordt waargenomen. Het naast elkaar zetten van de waargenomen acculturatiestrategieën maakt het mogelijk om hierin overeenkomsten en verschillen te ontdekken, wat weer een aanzet geeft tot een inhoudelijk gesprek over noodzakelijke bijdragen aan het behoud van etnisch culturele eigenheid. De volgende aspecten komen aan de orde met het beantwoorden van eerder genoemde vraagstelling: - Een overall weergave van acculturatie-strategieën die in de vijf Indische en Molukse zorgcentra waargenomen zijn van zowel bewoners als zorgcentra; - Een overall weergave van combinaties van acculturatie-strategieën van bewoners en zorgcentra; - De vertaling van het begrip acculturatie naar ouderenzorg in cultuurspecifieke zorgcentra - Een beeld waar zorgcentra zich nu op richten en hoe zij dit in de toekomst kunnen of willen vertalen naar beleid waarin behoud van eigenheid voorop staat. - Een weergave van wensen en opvattingen van 2 e /3 e generatie Indische Nederlanders en Molukkers met betrekking tot eigenheid in cultuurspecifieke zorgcentra. Het meenemen van al deze aspecten in de beantwoording van de vraagstelling geeft een heldere kijk op acculturatie-strategieën van zowel bewoners als zorgcentra en probeert op een zo zuiver mogelijke manier handvatten te geven aan zorgcentra voor het behoud van etnisch culturele eigenheid. Het beschouwende karakter van deze these nodigt uit tot nieuwe inzichten en verdieping. Hiertoe zullen een aantal aanbevelingen gedaan worden. 10 R.Y. Bourhis - L.C. Moïse - S. Perreault - S. Senécal, Towards an interactive acculturation model: A social psychological approach, International Journal of Psychology, 32 (6), 1997, pp J.V. Arends-Tóth - F.J.R. van de Vijver, Het belang van acculturatie voor organisaties, Gedrag en Organisatie, 14 (2), Tilburg, Universiteit van Tilburg, 2001, p. 8 8

9 Hoofdstuk 2. Theoretisch kader 2.1. Ontstaansgeschiedenis Indische en Molukse zorgcentra De assimilatiepolitiek van de regering 12 zorgde ervoor dat Indische Nederlanders, geruisloos werden opgenomen de Indische cultuur werd voor buitenstaanders onzichtbaar - in de Nederlandse samenleving. Echter voor de oudere repatrianten, die noodgedwongen om verschillende redenen slechte gezondheid, geen mogelijkheden voor opvang door familie, geen familie in Nederland - in de opvangpensions achterbleven, had de regering geen oplossing. Toen Nederland in 1955 onder druk van pressiegroepen en van de Indonesische ambtelijke instanties en door de verslechterende verhouding tussen Nederland en Indonesië haar ontmoedigingsbeleid 13 moest stopzetten, werd de regering wel gedwongen om serieus na te denken hoe zij met dit probleem moesten omgaan. In de Nederlandse samenleving waren er in de vijftiger jaren alleen grote instellingen voor psychiatrische, gehandicapte patiënten of patiënten die zware verpleeghuiszorg nodig hebben. 14 In werden Indische ouderen als nieuwe doelgroep aan deze instellingen toegevoegd en ontstonden de eerste Indische verzorgingshuizen. Tussen 1958 en 1965 steeg het aantal Indische verzorgingshuizen van vijf naar twintig, waarna o.a. door financiële problematiek een daling ingezet werd tot vier verzorgingshuizen in Mede mogelijke oorzaak voor de daling zou kunnen zijn dat in de zestiger jaren begonnen werd met de ontwikkeling van de eerste bejaardenoorden in Nederland. De in de zestiger jaren gebouwde bejaardenoorden waren echter gericht op de in de omgeving wonende Nederlandse ouderen en niet ingesteld op bewoners met een andere cultuur. Afhankelijk van de hiërarchie en positie die Indische Nederlanders in Nederlands-Indië gehad hadden, bleken voor sommige Indische Nederlanders de Nederlandse bejaardenoorden wel te voldoen; zij pasten zich volledig aan. Het merendeel paste zich echter van de buitenkant aan en weer anderen sloten zich van de omgeving af en keerden zich naar binnen. Het feit dat Indische Nederlanders door de Nederlandse samenleving niet gezien werden als Nederlanders en dat er geen begrip was voor hun Indisch zijn, zorgde in deze bejaardenoorden voor schrijnende toestanden. Het gevolg was dat kinderen zich verplicht voelden om hun ouders, die voor de toekomst van hun kinderen alles hadden opgegeven, in hun eigen gezin op te nemen. In 1985 sprak de regering het idee uit dat bejaarde Indische Nederlanders zo lang in de Nederlandse samenleving wonen dat zij geen behoefte hebben aan deze categoriale voorziening. 17 Dit bleek niet waar, de behoefte nam alleen maar toe 12 W. Willems (red.), Indische Nederlanders in de ogen van de wetenschap (uitgave 38, 2 e oplage), Leiden, Centrum voor Onderzoek van Maatschappelijke Tegenstellingen, 1991, p.3 13 W. Willems (red.), Indische Nederlanders in de ogen van de wetenschap (uitgave 38, 2 e oplage), Leiden, Centrum voor Onderzoek van Maatschappelijke Tegenstellingen, 1991, pp H. Beltman, Buigen of barsten?, Hoofdstukken uit de geschiedenis van de zorg aan mensen met een verstandelijke handicap in Nederland , Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Medische Wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen, 2001, p J. Feirabend A. Meyer R. Wolff R. Penninx, Het lijkt wel alsof ze geen wensen hebben, Zutphen, Stichting Pelita IMES, 1998, p G.B. Robinson, Indische ouderen in Nederland, Cahiers Ouderdom en levensloop: Oud in den vreemde over allochtone ouderen, 30, Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 1992, p Ministerie van WVC, Ouderen uit etnische groepen, Oktober 1985 in G.B. Robinson, Indische ouderen in Nederland, Cahiers Ouderdom en levensloop: Oud in den vreemde over allochtone ouderen, 30, Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 1992, p. 38 9

10 en in april 1993 stond in het vaktijdschrift van de Vereniging van Nederlandse bejaardenoorden dat in toenemende mate blijkt dat vele ouderen uit andere landen, die zich om de een of andere reden in Nederland hebben gevestigd, ook belang krijgen bij voorzieningen waarin zij zich gelet op hun taal en cultuur veilig en geborgen voelen. Op grond van de resultaten van een uitvoerig onderzoek door het Nederlands instituut voor maatschappelijk werk kan geconcludeerd worden, dat ook de komende tien jaar een stijgende behoefte zal bestaan aan verzorgingshuizen met een Indische signatuur". 18 Nieuwe particuliere initiatieven ontplooiden zich en bij de vijf door de overheid erkende bestaande Indische huizen ontstond de behoefte naar gezamenlijk draagvlak, wat leidde tot de Federatie Samenwerkende Zorginstellingen voor Indische Nederlanders (SZIN). In 1995 sloot de SZIN zich aan bij de VVBF, Vereniging voor Verzorgingshuizen met een Bijzondere Functie. De VVBF hield in 1998 op te bestaan, waarna de SZIN verder ging onder de nieuwe naam Federatie Bersama Kuat. In de wetenschap dat de behoefte en aanbod van zorg aan Indische ouderen niet altijd op elkaar aansluit, nam Stichting Pelita, een belangenvereniging voor Indische Nederlanders sinds 1947, het initiatief een onderzoek te laten instellen door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport naar de behoefte aan beschikbaarheid van (specifieke) voorzieningen voor Indische ouderen. Dit onderzoek werd in 1997 gehouden en werd gepubliceerd onder de naam Het lijkt wel alsof ze geen wensen hebben. Aangezien het aantal ouderen dat meewerkte aan het onderzoek nauwelijks representatief te noemen was, werd dit onderzoek, gezien als een eerste verkenning en afbakening. 19 Ondanks het zogenaamde niet representatieve karakter, werd in 2006 middels een notitie inzake de consequenties van de indicatiestelling/ zorgzwaartebekostiging voor de Indische- en Molukse verzorgingstehuizen aan de Kamerleden door het Indisch Platform, mede namens de Federatie Bersama Kuat, verwezen naar dit rapport. 20 Voor de Molukse oudere was de situatie na aankomst in Nederland anders, daar de regering ervan uit ging dat de Molukkers hier tijdelijk waren. Het regeringsbeleid was dan ook niet gericht op assimilatie, maar op van bovenaf opgelegde segregatie. De Molukkers werden ondergebracht in kampen in een later stadium werden dit woonoorden genoemd -, die verspreid lagen door heel Nederland. Molukse mannen en vrouwen mochten niet actief deelnemen aan de Nederlandse samenleving. De collectieve huisvesting en het isolement van de eerste jaren hebben ervoor gezorgd dat Molukse gebruiken en instituties bewaard bleven en in sommige opzichten zelfs werden versterkt 21. Het hele Molukse leven speelde zich af binnen deze woonoorden, wat het mogelijk maakte dat Molukse ouderen in de eigen samenleving verzorgd werden. Pas toen het duidelijk werd dat terugkeer geen optie was en de regering haar segregatiebeleid aanpaste, werd deelname aan de Nederlandse samenleving mogelijk en kwam er langzaam verandering in het gesloten karakter van de Molukse samenleving. De woonoorden moesten plaats J. Feirabend A. Meyer R. Wolff R. Penninx, Het lijkt wel alsof ze geen wensen hebben, Zutphen, Stichting Pelita IMES, 1998, p X. Lasomer, B. Tahitu, Ouderenzorg op maat, Verzorging van Molukse ouderen, Landelijk Steunpunt Educatie Molukkers, Utrecht,

11 maken voor open woonwijken, die moesten dienen als een overgangsfase naar een integratie in de Nederlandse samenleving. 22 De eerste zorgvragen voor Molukse, met name dementerende, ouderen kwamen mondjesmaat aan het licht. Ondanks de weerzin van Molukse ouderen en jongeren om hun ouder naar een bejaardenoord te brengen, werd in 1967 een Moluks huis Saluhutu in Vaassen gebouwd. Door gebrek aan belangstelling werd dit huis in 1977 gesloten en werden de Molukse bewoners overgebracht naar het Indische verzorgingshuis Raffy in Breda 23, waar leegstand dreigde. In 1985 besloot het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Cultuur op advies van het Inspraak Orgaan Welzijn Molukkers, dat de 30 verzorgingshuisplaatsen in eerste instantie bestemd waren voor Molukse ouderen. Raffy werd zo het eerste officieel door de overheid erkende verzorgingshuis voor Molukse ouderen. In de loop der jaren bleef de belangstelling van de Molukse gemeenschap voor opname van hun ouderen klein, en werden slechts Molukse ouderen opgenomen, waarvan de zorgzwaarte zeer hoog is, met vaak als gevolg overbelasting van de kinderen. Met deze problematiek in het achterhoofd is in 1996 de Landelijke Stuurgroep Molukse Ouderen opgericht. Een organisatie die zich specifiek inzet voor de Molukse oudere. In 2011 is zij inmiddels uitgegroeid tot een netwerk van instellingen en professionals met welzijn van de Molukse ouderen zowel in als buiten de zorgcentra als belangrijkste doelstelling. 24 De invoering van het zorgzwaartepakket (zzp) is mede bepalend voor het uitzetten van beleid. In 2011 is het passen, meten en puzzelen op welke manier en in hoeverre cultuurspecifieke zorg binnen het financieel kader van de standaard zzp te realiseren valt. Ofschoon de zzp op een individuele indicatie berust en men uitgaat van de regie van de cliënt, blijkt binnen dit pakket weinig ruimte voor specifieke, speciale, bijzondere wensen. Een eerste probleem betreft de - door de invoering van zzp s - gevreesde bezuiniging op specifieke zorgvoorzieningen is dan ook bij Raad van Toezicht en directies van deze organisaties al jarenlang onderwerp van gesprek. Cultuurspecifieke zorg moet financieel beheersbaar blijven als de komende bezuiniging realiteit wordt. Het tweede probleem betreft het individuele karakter van een zzp. Een zzp ziet een bewoner als een zelfstandige individu, maar vergeet dat een bewoner deel uitmaakt van een groter geheel. Hoe (cultuur)specifiek een zzp ook beantwoordt aan de zorgbehoefte, het blijft een individuele indicatie en zegt niets over de leefomgeving waarin iemand graag wilt vertoeven en welke sociale contacten belangrijk zijn. De verwachting dat de behoefte aan cultuurspecifieke zorg nog 15 tot 20 jaar aanwezig is, dwingt de Federatie Bersama Kuat zich te buigen over deze vraagstukken. Raad van Toezicht en directies ontkomen er niet aan om dit in hun beleid mee te nemen. Voor de huidige bewoners van de Indisch/Molukse zorgcentra is de invoering van de zzp s geruisloos aan hen voorbijgegaan. In een onderzoek van het NPCF van 2010 kwam naar voren dat bewoners niet zo geïnteresseerd zijn in hun zorgzwaartepakket, Voor hen geldt slechts dat zij goed verzorgd willen worden E.P. Rinsampessy, Molukse ouderen in Nederland, Cahiers Ouderdom en levensloop: Oud in den vreemde over allochtone ouderen, 30, Houten, Bohn Stafleu van Loghum, 1992, p Stichting Consument en de Zorg, Uw mening, onze zorg, Utrecht, NPCF/Consumentendezorg.nl, 2010, p.17 11

12 2.2. Acculturatie en acculturatie-strategieën Het acculturatiemodel is een model wat als hulpmiddel gebruikt kan worden om inzicht te krijgen in behoeften en om het proces van culturele veranderingen te volgen, wanneer verschillende culturen met elkaar in contact komen. In dit onderzoek zal dit model als hulpmiddel gebruikt worden om inzicht te krijgen in factoren van cultuurbehoud en aanpassing van Indische Nederlanders en Molukkers en welke culturele veranderingen optreden bij het in contact komen met de Nederlandse cultuur. Voor dit onderzoek start het proces van cultuurverandering op het moment dat het wonen en leven van Indische Nederlanders en Molukkers in Nederland begint tot en met het moment dat het wonen en leven zich afspeelt in een Indisch-Moluks zorgcentrum. Het proces van cultuurverandering wordt door J.W. Berry (1997) beschreven als het gevolg van direct en langdurig contact tussen groepen met verschillende autonome culturen. Om vanuit sociaal psychologisch perspectief te kijken naar acculturatie wordt het Interactief Acculturatie Model (IAM) van Berry het meest toegepast 26. De in deze paragraaf getoonde bidimensionele modellen (fig.1 en fig. 2) laten een confrontatie zien van de allochtone groep met de autochtone samenleving. Bij het IAM in figuur 1 worden twee factoren van acculturatie, cultuurbehoud en aanpassing, gecombineerd tot vier acculturatiestrategieën, namelijk integratie, assimilatie, separatie en marginalisatie Er is sprake van integratie indien allochtonen belang hechten aan zowel cultuurbehoud als aanpassing. Bij assimilatie wordt aanpassing gewaardeerd en cultuurbehoud niet. Bij separatie wordt cultuurbehoud belangrijk gevonden en aanpassing niet. Marginalisatie verwijst naar een proces waarin het individu noch belang hecht aan het overnemen van de cultuur van de autochtone bevolking noch aan het behouden van de eigen cultuur. 27 (anomie, individualisme) Dimensie 1 Is it considered to be of value to maintain the immigrant cultural identity? Dimensie 2 Is it considered to be of value to adopt the cultural identity of the host community? Ja Nee Ja Integratie Assimilatie Anomie Nee Separatie Individualisme Fig. 1 Voor dit onderzoek zijn de vragen bij fig. 1 als volgt aangepast. 1. Vindt u het van belang om de Indische of Molukse culturele identiteit te behouden? 2. Vindt u het van belang om zich aan te passen aan de Nederlandse culturele identiteit? 26 R.Y. Bourhis - L.C. Moïse - S. Perreault - S. Senécal, Towards an interactive acculturation model: A social psychological approach, International Journal of Psychology, 32 (6), 1997, pp J.V. Arends-Tóth - F.J.R. van de Vijver, Het belang van acculturatie voor organisaties, Gedrag en Organisatie, 14 (2), Tilburg, Universiteit van Tilburg, 2001, p. 9 12

13 Bij het IAM in figuur 2 richten we ons op de autochtone samenleving. Hoe staan zij tegenover de allochtone groep. De twee factoren van acculturatie het wel of niet waardevol vinden van cultuurbehoud door allochtonen - worden hier gecombineerd tot vier acculturatiestrategieën, integratie, assimilatie, segregatie en marginalisatie Er is sprake van integratie indien cultuurbehoud naast acceptatie van de autonome cultuur als waardevol gezien. Bij assimilatie wordt cultuurbehoud niet als waardevol gezien en wordt verwacht dat de allochtone groep zich volledig aanpast aan de autochtone cultuur. Bij segregatie wordt cultuurbehoud niet als waardevol gezien en wordt aanpassing niet geaccepteerd. Marginalisatie verwijst naar een proces waarin noch belang gehecht wordt cultuurbehoud van de allochtone groep noch aan de aanvaarding van de autochtone cultuur (buitensluiting, individualisme) Dimensie 1 Do you find it acceptable that immigrants maintain their cultural identity? Dimensie 2 Do you accept that immigrants adopt the cultural identity of the host community? Ja Nee Ja Integratie Assimilatie Buitensluiting Nee Segregatie Individualisme Bij fig. 2 horen de volgende aangepaste vragen: 1. Vindt u het acceptabel dat Indische Nederlanders en Molukkers hun culturele identiteit behouden? 2. Accepteert u dat Indische Nederlanders en Molukkers de Nederlandse culturele identiteit aannemen? De getoonde vragen bij figuur 1 en figuur 2 staan aan de basis van de onderzoeksvragen 28, waarbij specifieke categorieën met betrekking tot cultuurbehoud en aanpassing uitgediept worden aan de hand van verschillende indicatoren. Het gaat om de categorieën A. Zelfidentificatie B. Lichamelijk welbevinden C. Leefomstandigheden D. Participatie E. Mentaal welbevinden. Fig.2 In kom ik uitgebreid terug op bovenstaande categorieën en de daaraan gekoppelde indicatoren. De bidimensionele modellen laten zien welke acculturatie-strategieën waargenomen worden bij zowel de bewoners (fig. 1) als bij de zorgorganisaties (fig. 2). De waargenomen acculturatie-strategieën worden in kaart gebracht volgens het IAM (fig. 28 Bijlage II: topiclijst interviews 13

14 3) en aan de hand hiervan is af te lezen in hoeverre acculturatie-strategieën van zorgorganisaties en bewoners met elkaar overeenkomen of verschillen en of er op een bepaald vlak problemen te verwachten zijn. Autochtone gemeenschap: lage gemiddelde hoge vitaliteit van de groep Allochtone gemeenschap: Lage gemiddelde - hoge vitaliteit van de groep Integratie Assimilatie Seperatie Anomie Individualisme Integratie Overeenstemming Problematisch Conflictueus Problematisch Problematisch Assimilatie Problematisch Overeenstemming Conflictueus Problematisch Problematisch Segregatie Conflictueus Conflictueus Conflictueus Conflictueus Conflictueus Uitsluiting Conflictueus Conflictueus Conflictueus Conflictueus Conflictueus Individualisme Problematisch Problematisch Problematisch Problematisch Overeenstemming Fig Referentiekader voor onderzoeksvragen Om te weten welke acculturatie-strategieën worden waargenomen bij de verschillende lagen van de genoemde vijf Indische-Molukse zorgcentra en welke acculturatie-strategieën op beleidsniveau in geval van verruiming van de nu geldende opnamecriteria bijdragen aan het behoud van etnisch culturele eigenheid zijn onderstaande deelvragen verwerkt in mijn onderzoek. 1. Hoe zijn cultuurspecifieke zorgcentra, gericht op Indische Nederlanders en Molukkers ontstaan en hoe hebben ze zich in de loop ter tijd ontwikkeld? 2. a) Welke acculturatie-strategieën worden onderscheiden in de wetenschappelijke literatuur? b) Welke visie ligt ten grondslag aan de oprichting van de Indisch-Molukse zorgcentra als zelfstandige organisatie? c) Welke acculturatie-strategieën worden waargenomen in Indisch-Molukse zorgcentra? In welke relatie staat dit tot het bestaansrecht van deze zorgcentra? d) Zijn de waargenomen acculturatie-strategieën bruikbaar voor beleid met het oog op de toekomst? 3. a) Wat zijn de ervaringen van de 1 e generatie Indische Nederlanders en Molukkers rondom het wonen in een Indisch en Moluks zorgcentrum? b) Welke ideeën en behoeften/voorkeuren hebben 2 e en 3 e generaties Indische Nederlanders en Molukkers ten aanzien van (afhankelijk) ouder worden? c) Hoe staat dit in relatie tot het bestaansrecht van cultuurspecifieke zorgcentra? 4. Kunnen Indisch-Molukse zorgcentra beleid opstellen met het oog op de toekomst, dat voldoet aan de (veranderende) vraag zonder dat dit ten koste gaat van de 14

15 zorgvraag van de oorspronkelijke doelgroep? Het literatuuronderzoek betreft wetenschappelijke artikelen, boeken en informatie via internet. Het empirisch onderzoek wordt gedaan aan de hand van interviews. Voor het afnemen van deze interviews worden de vijf zorgcentra bezocht en ga ik in gesprek met medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het beleid en met bewoners van deze zorgcentra. Criteria voor bewoners tot deelname aan dit onderzoek zijn: Indische of Molukse oudere van 65 jaar of ouder woonachtig op de verzorgingsafdeling van een Indisch-Moluks zorgcentrum geen actieve deelname aan de arbeidsmarkt afhankelijk van zorg door anderen Ook wordt zijdelings aandacht besteed aan volgende generaties Indische Nederlanders en Molukkers. Voor het uitzetten van beleid voor deze volgende generaties, die op dit moment geen zorgvraag hebben, kan informatie over hun idee van oud worden in een vertrouwde omgeving een meerwaarde zijn voor beleidsmakers. In hoofdstuk 3 paragraaf 3.4 zal hier aandacht aan besteed worden De categorieën nader bekeken Oud worden in een vertrouwde omgeving ; een zin waar iedereen zich iets bij kan voorstellen. Iets waar we ons - tijdens een leven waarbij we niet afhankelijk zijn van anderen - niet zo bewust van zijn. Echter, juist bij het (afhankelijk) ouder worden is het erkennen van eigenheid belangrijk. Het gaat dan om ervaringen en gevoelens die met identiteit te maken hebben, wat niet in meeteenheden is uit te drukken. Zelfidentificatie is één van de categorieën waarop de onderzoeksvragen gericht zijn. Voor de andere categorieën, zoals in 2.2. beschreven, haak ik in op de 4 domeinen van Normen Verantwoorde Zorg 29. In het rapport Kwaliteit van Leven bij migranten in de ouderenzorg 30 van het Nivel wat in 2010 verschenen is, zijn deze domeinen ook aangehouden, waarbij een duidelijk beeld geschetst wordt van wat oudere migranten belangrijk vinden als het om kwaliteit van leven gaat. A. Zelfidentificatie Een eenduidige definitie van de Indische Nederlander bestaat niet. Ook in het rapport De demografische geschiedenis van de Indische Nederlanders geschreven door het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NiDi) staat dat de Indische Nederlander zich niet eenduidig laat definiëren wie er nu precies tot de Indische Nederlanders moeten worden gerekend. Afhankelijk van de definitie die men kiest verandert de omvang en samenstelling van de Indische gemeenschap. In dit onderzoek wil ik me beperken tot de definitie die door het NiDi gehanteerd wordt Indische Nederlanders zijn personen die zelf een deel van hun leven aan de koloniale cultuur van het voormalige Nederlands-Indië hebben blootgestaan en deze cultuur door migratie naar elders hebben meegebracht Arcares AVVV LOC NVVA Sting, Op weg naar normen voor verantwoorde zorg, Utrecht, Hoornte Bosch & Keuning, T.M. Meulenkamp - A.P.A. van Beek - D.L. Gerritsen - F.M. de Graaff - A.L. Francke, Kwaliteit van leven bij migranten in de ouderenzorg. Een onderzoek onder Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Antilliaanse/Arubaanse en Chinese ouderen, Utrecht, NIVEL, G. Beets - E. van Imhoff - C. Huisman - S. Koesoebjono - E. Walhout, De demografische geschiedenis van de Indische Nederlanders, rapport no. 64, Den Haag, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut,

16 Deze definitie zegt echter niets over de afkomst waartoe men zich gevoelsmatig het meest mee verbonden voelt; de Indisch-Nederlandse, de Indonesische of de Nederlandse. Ook zegt deze definitie niets over de reden van aanwezigheid in Indonesië. Was men een trekker of een blijver. Een trekker wordt door Vlekke omschreven als personen die zich zeer zelden moeite gaven de inheemsche taken maar eenigszins behoorlijk te leeren. Zij begrepen weinig van de Indonesische gebruiken, en verlangden niet ze te begrijpen. 32 omdat men niet de intentie had zich blijvend te vestigen in de tropen. De volbloed Europeanen die wel deze intentie hadden, werden blijvers genoemd. Een Indische familie in 1927 Zoals eerder aangegeven hebben Molukkers een andere historische achtergrond dan de Indische Nederlanders. Hun overkomst zou een tijdelijke oplossing zijn voor de politieke problemen in Indonesië die ontstonden na de soevereiniteitsoverdracht. Na de opheffing van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) werden de Molukse KNIL-militairen bij aankomst in Nederland massaal ontslagen. Vanuit de tijdelijkheidgedachte werden complete Molukse gezinnen opgevangen in aparte woonoorden. Van een snelle terugkeer blijkt geen sprake. 33 De betrokkenheid met de RMS (Republiek Maluku Selatan) blijft ook op afstand erg groot en vele ouderen gaan er vanuit dat ze nog steeds terug gaan. Voor het begrip 1 e en 2 e generatie verwijs ik wederom naar het rapport van het NiDi en citeer de omschrijving als volgt:.waar de grens ligt tussen de eerste generatie en de tweede generatie. Tot 1949 is dat redelijk eenvoudig: de eerste generatie bestaat uit iedereen die tot die tijd enige tijd in Nederlands-Indië heeft gewoond. Ná 1949 wordt het echter lastiger: wanneer heeft men zelf nog aan de Nederlands-Indische cultuur blootgestaan? We hanteren hierbij twee criteria: (1)wie na 1949 in Indonesië is geboren, behoort tot de eerste generatie; wie na 1949 elders (dan in Indonesië) is geboren, behoort tot de tweede generatie; echter 32 B.H.M. Vlekke, Geschiedenis van den Indischen Archipel, Roermond-Maaseik, J.J.Romen&Zonen Uitgevers, 1947, p Definitie afkomstig van 16

17 (2) wie na 1949 in Nederland werd geboren in een sociaal-culturele omgeving die geheel was gericht op terugkeer naar de Indische archipel, behoort nog tot de eerste generatie. Die Molukkers die in Nederland werden geboren in de gesloten Molukse gemeenschappen welke pas in de loop van de jaren zeventig geleidelijk open werden worden dus tot de eerste generatie gerekend, vanuit het idee dat zij de voormalige koloniale cultuur (maar dus eigenlijk de Molukse cultuur) met de paplepel ingegoten hebben gekregen. 34 Indicatoren voor acculturatie De mate van Indisch/Moluks zijn als persoon; bij welke etnische culturele achtergrond wil iemand horen De mate van Indisch/Moluks zijn als persoon; in hoeverre handelt men vanuit een etnisch culturele achtergrond. De mate van cultuurspecificiteit als organisatie; in hoeverre wil de organisatie zich conformeren aan cultuurspecifieke zorg. In welke mate zijn communicatie, o.a. taal, attitude, bepalend voor de identiteit. B. Lichamelijk welbevinden Naast de reguliere medicatie zijn Indische en Molukse mensen gewend om natuurlijke produkten of kruiden te gebruiken, iets wat ze van huis uit hebben meegekregen. Ook was er altijd wel iemand in de familie die kon masseren of kraken om pijntjes te verdrijven. 35 Naar een dokter ga je pas als al het andere niet meer helpt. Door de warmte in Indonesië was men gewend om elke dag meerdere keren per dag te mandiën (douchen met een bakje) en bij toiletgebruik de fles te gebruiken. Deze gewoonte heeft men meegenomen naar Nederland. Belangrijk is om hier een onderscheid te maken in zich schoon voelen en schoon zijn. Ook al is iemand letterlijk schoon gewassen, dit zegt niets over het gevoel schoon te zijn. De ervaringen in de oorlog zijn van grote invloed op het gedrag van Indische en Molukse ouderen. 36 Latent trauma is aanwezig, waardoor onverwachte (schrik) reacties kunnen ontstaan. Om dit te proberen te voorkomen is specifieke aandacht voor de manier van benaderen door medewerkers essentieel. Een ander gevolg van de oorlog is dat de beleving van pijn anders is, waardoor de bewoner zelf niet snel om hulp zal vragen. Om in te kunnen schatten welke zorgvraag een bewoner heeft, is alertheid geboden op signalen die afgegeven worden via lichaamstaal. Soms zijn er vrouwelijke bewoners die alleen vrouwelijke verzorgenden willen hebben. Dit kan te maken hebben met gebeurtenissen die hen in de oorlog overkomen zijn, waarover niet gesproken wordt. Ook hier is het belangrijk om lichaamstaal te herkennen en de bewoner, zonder in te spelen op het oorlogsverleden, de mogelijkheid moet geven om te kunnen kiezen tussen een mannelijke of vrouwelijke verzorgende. De maaltijden werden meer gezien als een sociaal en belangrijk gebeuren. Bij verschillende rituelen komt de maaltijd terug. In Indonesië was men gewend meerdere keren per dag warm te eten en om tussendoor te snoepen. 34 E. van Imhoff G. Beets C. Huisman, Indische Nederlanders : een demografische reconstructie, Bevolking en Gezin, 32 (3), 2003, p W.P. Coolhaas, Insulinde, Deventer, Uitgeverij W. van Hoeve, 1940, p F.A. Begeman, Oud worden met de oorlog, Maarssen, Elsevier,

18 Indicatoren voor acculturatie De mate van ziek zijn; wanneer wordt om hulp gevraagd en bij wie. De mate van begrepen worden; wie weet welke zorgvraag aanwezig is. De mate van hygiëne; welke waarde wordt gehecht aan culturele eigenheid De mate van het belang van maaltijden; welke waarde wordt gehecht aan maaltijden; als maaltijd op zich of als ritueel en sociaal gebeuren. C. Leefomstandigheden Er waren diverse leefomstandigheden. Behoorde men tot de plantersgroep, tot de militairen, tot de kleine indo of was men in dienst van de Nederlandse staat. Leefde men in de kampong of in de stad. Verschillende vormen van hiërarchie kwamen met name voor de oorlog veel voor. In 1942 veranderde alles. Hiërarchie bestond niet meer en men leefde in kleine ruimtes, in of buiten het kamp, of in de gevangenis. Dit was de leefomgeving voor iedereen tot het einde van de oorlog en soms zelfs nog tot ver daarna. Het land Indonesië was een land van de zon, warme regenbuien, kleurrijke natuur, geuren en geluiden, vrij leven op straat. Men respecteerde de natuur en het bovennatuurlijke. Men hield van Indonesische culturele kunstvormen als batik, houtsnijwerk en banka tin, Indische schrijvers, theater e.a. Krampachtig wordt vastgehouden aan herinneringen en spullen, die ze hebben kunnen redden. Als bewoners van de pasar malams (Indische markten) komen, hebben ze tassen vol spullen gekocht. De herinneringen worden naar binnen (het zorgcentrum) gehaald. Beleefdheidsvormen, respect voor ouderen en vrouwen, en niet kasar zijn (ruw gedrag) zat opgesloten in de hormat gedachte. Hormat is het maleise woord voor eerbied op een manier die teruggaat naar de voorouders; vormen van eerbied van familie op familie. Respect kan ook vanuit een bepaalde adat zijn. Een adat is een overlevering van dorp op dorp. Dit is terug te vinden bij Molukse ouderen. Indicatoren voor acculturatie De mate van het meenemen van eigen spullen naar het zorgcentrum. De mate van het op een eigen manier inrichten van het appartement. De mate van de aanwezigheid van goede energie in het appartement en de mogelijkheid te zuiveren. De mate van respect; welke waarde wordt gehecht aan zorgzaamheid en verantwoordelijkheid naar je leefomgeving, naar de mensen met wie je samenleeft. Het belang van de sfeer die er heerst; in hoeverre is saamhorigheid bepalend. Het belang van een vaste plek; het vertrouwen dat je ergens kunt blijven wonen, hoe vertaalt zich dit naar onzekere factoren. De mate van toegankelijkheid; hoeveel waarde wordt gehecht aan gastvrijheid, bijv. openingstijden, bezoekuren, ruimte e.a., familiebezoek etc. D. Participatie Bij situaties als tangsi 37, kampverleden (zowel voor binnenkampers als buitenkampers), repatriëring met de boot of vliegtuig, contractpensions ging het altijd om groepen Indische Nederlanders en Molukkers. Noodgedwongen of opgelegde groepsvorming kweekte vormen van saamhorigheid, grote betrokkenheid, een groot verantwoordelijkheidsgevoel naar elkaar toe en veel sociale controle. De motivatie om wel of niet deel te nemen aan activiteiten kan hiermee te maken hebben. 37 Maleis voor leefgemeenschap van KNIL militairen en hun gezinnen 18

19 Het culturele aspect van ontspanningsactiviteiten speelt ook een rol. In Nederlands-Indië en op de Molukken hadden de activiteiten inhoudelijk een ander karakter geen fanfare maar krontjongmuziek -, lagen de interesses op een ander vlak door het warme weer gebeurde alles buiten -, waren kennisspelletjes gebaseerd op de Indonesische of Molukse geschiedenis en heerste er een vertelcultuur, waarbij verhalen over het bovennatuurlijke niet ontbraken. Een niet onbelangrijk onderdeel was het informele gebeuren voor deelname aan activiteiten. Wel afspraken maar geen strakke regels, altijd welkom om aan te sluiten en het begrip tijd was een ruim begrip (tijd werd gemaakt). Ook voor de maaltijden gold dat iedereen aan kon sluiten. Hoe weinig eten er ook was, er was altijd voldoende. Indicatoren voor acculturatie De mate van deelname aan groepsactiviteiten; het belang van de aan- of afwezigheid van culturele aspecten. De mate van herkenning van culturele aspecten; het belang of culturele aspecten gebaseerd zijn op een gezamenlijk verleden. De mate van deelname aan activiteiten gekoppeld aan persoonlijke voorkeur. De mogelijkheid om de maaltijden in te zetten als sociaal gebeuren; het belang vanuit rituelen. De behoefte aan specifieke feesten/bijeenkomsten/herdenkingen; het belang om bepaalde activiteiten te behouden. De mate van mogelijkheden om dezelfde interesses en gevoelens te delen; het belang van saamhorigheid. E. Mentaal welbevinden Met het koloniale tijdperk, de oorlog, de onafhankelijkheidstrijd en daarna de verhuizing naar Nederland hebben de Indische Nederlanders en de Molukkers een goed gevulde rugzak voor psychische stoornissen meegekregen. De noodgedwongen en opgelegde assimilatie 38 en het onbegrip van vele Nederlanders voor hun aanwezigheid zorgde voor een kameleoneffect. Buiten de vier muren van het eigen huis leek men volledig aangepast en vertoonde men gewenst gedrag; de zogenaamde buitenwereld. Binnen de eigen vier muren was aanpassing niet nodig. Daar was men onder elkaar en kon je zijn wie je bent ; de zogenaamde binnenwereld. Pas bij opname in een woonzorgcentrum (of een kortdurende opname in een ziekenhuis) wordt men zich pas van deze binnen- en buitenwereld bewust. De altijd zo afgeschermde binnenwereld wordt nu ook buitenwereld. Een strijd om behoud van innerlijke autonomie is opnieuw aan de orde 39. In Nederlands-Indië leefden verschillende geloofsovertuigingen naast elkaar. Mensen haalden veel kracht uit hun geloof, wat niet per se een christelijke achtergrond hoefde te hebben. Met name bij Indische mensen speelden het christelijke geloof en het geloof in animisme (vaak door de Indonesische moeder overgedragen) beiden een rol. In de Molukse gemeenschap is het geloof veel meer verankerd in de gemeenschap. Het geloof is daar meer uitgangspunt dan bij christelijke Indische mensen. 38 W. Willems (red.), Indische Nederlanders in de ogen van de wetenschap (uitgave 38, 2 e oplage), Leiden, Centrum voor Onderzoek van Maatschappelijke Tegenstellingen, 1991, p W. Willems (red.), Indische Nederlanders in de ogen van de wetenschap (uitgave 38, 2 e oplage), Leiden, Centrum voor Onderzoek van Maatschappelijke Tegenstellingen, 1991, p.55 19

20 Indicatoren voor acculturatie De mate van psychische en culturele gevolgen van het kameleoneffect; wat is zichtbaar en wat blijft verborgen en wat betekent dit voor de zorgvraag. De mate van de psychische en fysieke gevolgen van de Tweede Wereldoorlog en de daarop volgende onafhankelijkheidstrijd van Indonesië; wat is zichtbaar en wat blijft verborgen en wat betekent dit voor de zorgvraag. De mate van psychische gevolgen van verlies van eigen innerlijke autonomie; het belang van gewaardeerd te worden, te laten weten aan anderen wat de gevolgen zijn van een nieuw leven in Nederland. De mate van mogelijkheden voor traumaverwerking; het belang erkenning en herkenning van een andere Tweede Wereldoorlog en de onafhankelijkheidstrijd. De mate van mogelijkheden voor geestelijke zorg; het belang van erkenning van spiritualiteit en rituelen, de erkenning van natuurgodsdiensten. Afscheid van Nederlands Indië 2.4. Praktische uitvoering Zowel in de inleiding als aan het begin van 2.3. wordt aangehaald welke probleemstelling ten grondslag ligt aan dit onderzoek. Om deze probleemstelling goed aan te pakken is literatuuronderzoek niet voldoende en empirisch onderzoek noodzakelijk. Voor het empirisch onderzoek worden 5 case studies gedaan aan de hand van interviews. De interviews worden gedaan bij de 5 Indische en Molukse zorgcentra, die aangesloten zijn bij de Federatie Bersama Kuat. Om een totaalbeeld te krijgen van de 5 instellingen worden twee verschillende lagen geïnterviewd: laag 1: 1e generatie bewoners van een Indisch-Moluks zorgcentrum. laag 2: Raad van toezicht of Raad van Bestuur, locatiedirecteur of directeur en zorgmanager. Omdat het onderzoek een beschouwend karakter heeft, worden er geen diepte interviews gehouden. De interviews worden op locatie gehouden aan de hand van een topic lijst van vragen40, die aangepast wordt aan degene die geïnterviewd wordt. Om het gesprek enigszins te structureren ga ik uit van een drietal vragenlijsten Bijlage II: topic lijst van vragen Bijlage III: vragenlijsten 20

We zijn 2 zusjes Leah en Dika, we komen uit een gezin van 10 kinderen. We zijn in Teuge geboren en opgegroeid, waar we een geweldige jeugd hebben

We zijn 2 zusjes Leah en Dika, we komen uit een gezin van 10 kinderen. We zijn in Teuge geboren en opgegroeid, waar we een geweldige jeugd hebben Barakkenkampen In 1951 kwamen 12.000 Molukse KNIL-militairen en hun gezinnen noodgedwongen in Nederland aan voor een tijdelijk verblijf. Ze werden opgevangen in kampen. Het woonoord in Lage Mierde was

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Toespraak van Anouchka van Miltenburg, Voorzitter van de Tweede Kamer, bij de bijeenkomst van de Stichting Herdenking 15 augustus 1945, op 14 augustus 2015 in de Tweede Kamer We dachten dat we na de capitulatie

Nadere informatie

PVA AFSTUDEERPROJECT BRITTA ZIMMERMAN 2015

PVA AFSTUDEERPROJECT BRITTA ZIMMERMAN 2015 PVA AFSTUDEERPROJECT BRITTA ZIMMERMAN 2015 H1 AANLEIDING WAT IS MIJN IDENTITEIT? Geboren uit een combinatie van een Indonesische vader en een Nederlandse moeder, ben ik al sinds kleins af aan bezig geweest

Nadere informatie

Opvoeden in andere culturen

Opvoeden in andere culturen Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I De koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indië De volgende gebeurtenissen uit de geschiedenis van Nederlands-Indië staan in willekeurige volgorde: 1 Johannes van den Bosch introduceert

Nadere informatie

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen HAVO Vragenboekje Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 22 mei 9.00 12.00 uur 20 02 Voor dit examen

Nadere informatie

Cultuurparticipatie in Dordrecht.

Cultuurparticipatie in Dordrecht. Cultuurparticipatie in Dordrecht. Bas Hoeing CMV 2 09018387 Inhoudsopgave: Aanleiding Blz. 3 Het probleem Blz. 3 De opdrachtgever Blz. 3 Vraagstelling Blz. 4 Deelvragen Blz. 4 Aanpak Blz. 4 Definities

Nadere informatie

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Mantelzorg, waar ligt de grens? Mantelzorg, waar ligt de grens? CDA Talentacademie 2014-2015 Anita Relou Wat is volgens het christendemocratisch gedachtengoed de grens van mantelzorg. Inleiding 2015. Een jaar met veel veranderingen in

Nadere informatie

Senioren ontmoeten elkaar. Verslag van 2 oktober 2010

Senioren ontmoeten elkaar. Verslag van 2 oktober 2010 Senioren ontmoeten elkaar Verslag van 2 oktober 2010 Meer overeenkomsten dan verschillen Dit is, in het kort, de conclusie van de lunchbijeenkomst Senioren ontmoeten elkaar 1 op 2 oktober 2010. De lunchbijeenkomst

Nadere informatie

Kortom, informatie en advies die vindbaar, begrijpelijk en herkenbaar is. Ik zal u aangeven waarom ik dit zo belangrijk vind.

Kortom, informatie en advies die vindbaar, begrijpelijk en herkenbaar is. Ik zal u aangeven waarom ik dit zo belangrijk vind. Tekst: opening Helpdesk Welkom dames en heren, Het doet mij goed om te zien dat er zo veel mensen op deze feestelijke opening van de Helpdesk zijn afgekomen. Dat betekent dat er veel interesse voor is.

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2005 - II

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2005 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE MULTICULTURELE SAMENLEVING tekst 1 Het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) werd opgeheven op 26 juli 1950. In maart en

Nadere informatie

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen Zorg op Tijd EIF Conferentie Nijmegen 19-11-2015 Projectpartners Project in Gouda Scholen in Gouda Onderdelen Training van professionals Overleg over de screening Bijeenkomsten met ouders Individuele

Nadere informatie

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen)

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen) In opdracht van de Gemeente Amsterdam (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling) Als ik mijn vader had gehad vanaf mijn jeugd, dan zou ik misschien anders zijn in het leven. (...) Wat ik allemaal wel niet

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie?

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? In deze factsheet staat de binding met de provincie Groningen centraal. Het gaat dan om de persoonlijke gevoelens die Groningers hebben

Nadere informatie

HET BESTE UIT TWEE WERELDEN THUIS BIJ ONS WELKE ZORG KUNT U VERWACHTEN?

HET BESTE UIT TWEE WERELDEN THUIS BIJ ONS WELKE ZORG KUNT U VERWACHTEN? HET BESTE UIT TWEE WERELDEN THUIS BIJ ONS WELKE ZORG KUNT U VERWACHTEN? WWW.NUSANTARA.NL HET BESTE UIT TWEE WERELDEN Eens was er geen thuis meer in Indië. U ging er weg, en trof een koud en nat Nederland.

Nadere informatie

Hoe de Molukse geloofstradities en het christendom samenkwamen in de Molukse kerk in Nederland

Hoe de Molukse geloofstradities en het christendom samenkwamen in de Molukse kerk in Nederland Hoe de Molukse geloofstradities en het christendom samenkwamen in de Molukse kerk in Nederland Een jong lid van een tahuri-orkest. De tentoonstelling Molukse kerk in de polder toont de geschiedenis van

Nadere informatie

5.2. Praktische-opdracht door een scholier 1531 woorden 18 september keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding

5.2. Praktische-opdracht door een scholier 1531 woorden 18 september keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding Praktische-opdracht door een scholier 1531 woorden 18 september 2003 5.2 49 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding Ik wil wat vertellen over sommige bevolkingsgroepen die uit andere landen in ons lang

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE MULTICULTURELE SAMENLEVING 1p 1 Het aantal asielaanvragen is sinds 2000 gedaald. Waardoor is het aantal asielzoekers in Nederland

Nadere informatie

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein De oude Grieken en Romeinen hadden ze al en later ook de Vikingen. Koloniën. Koopmannen voeren met hun schepen over zee om met andere landen handel te drijven. Langs de route richtten ze handelsposten

Nadere informatie

A L G E M E E N M A A R T

A L G E M E E N M A A R T A L G E M E E N Oorlogsbron van de Maand M A A R T 2 0 1 7 De Oorlogsbron van de Maand is ontwikkeld om tussendoor of als start van een les uit te voeren. Het is een korte opdracht waarbij leerlingen en

Nadere informatie

Ouders over kindcentra

Ouders over kindcentra Ouders over kindcentra Oberon, september 2015 Wat vinden ouders eigenlijk van kindcentra? Kennen zij de gedachte achter Kindcentra2020? We besloten om het maar eens aan ze te vragen. Onderzoeksbureau Oberon

Nadere informatie

Basisarrangement 9. Verblijf met herstelgerichte verpleging en verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 9 (ZZP VV9)

Basisarrangement 9. Verblijf met herstelgerichte verpleging en verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 9 (ZZP VV9) Basisarrangement 9 Verblijf met herstelgerichte verpleging en verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 9 (ZZP VV9) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement 9 Dit basisarrangement is bestemd

Nadere informatie

Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken

Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken Bijeenkomst 1: Kennismaking 1 Bijeenkomst 2: Familie en vrienden Gesprek over subthema 1: Ouders en Grootouders : Wie was uw

Nadere informatie

Het culturele interview Nederlandse versie Hans Rohlof, Noa Loevy, Lineke Sassen & Stephanie Helmich

Het culturele interview Nederlandse versie Hans Rohlof, Noa Loevy, Lineke Sassen & Stephanie Helmich Het culturele interview Nederlandse versie Hans Rohlof, Noa Loevy, Lineke Sassen & Stephanie Helmich Samenvatting anamnese en ziekte geschiedenis Wordt uit het dossier ingevuld voorafgaand aan het gesprek.

Nadere informatie

KLEINE MENSEN GROTE WENSEN

KLEINE MENSEN GROTE WENSEN KLEINE MENSEN GROTE WENSEN Voor de betere kinderopvang DOOR DE OGEN VAN KINDEREN Dit boekje laat je kinderopvang zien door de ogen van kinderen. Een praktische gids voor iedereen die nadenkt over de opvang

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen HAVO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Vraag 1 Hoe heb je zielsliefde ontdekt, en ontdekte je zielsliefde het ook op dat moment? Ik ontmoette haar op mijn werk in de rookruimte. We konden

Nadere informatie

Ziektebeleving en dementie bij migranten

Ziektebeleving en dementie bij migranten Ziektebeleving en dementie bij migranten Gözde Duran coördinator ProMemo, Expertisecentrum Dementie voor Professionals Agenda 1. Kennismaking 2. Waar lopen we tegenaan in de praktijk? 3. Uitleg dementie

Nadere informatie

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING

MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING P5, 30 januari 2014 TU DELFT - BK - RE&H/UAD Wilson Wong INHOUD - Onderwerp en context - Onderzoeksopzet - Theoretisch

Nadere informatie

Herdenking vanuit het oogpunt van Japanse Nakomelingen. Aya Ezawa, Universiteit Leiden

Herdenking vanuit het oogpunt van Japanse Nakomelingen. Aya Ezawa, Universiteit Leiden Indië Lezing, 8 maart 2016, Amsterdam Herdenking vanuit het oogpunt van Japanse Nakomelingen Aya Ezawa, Universiteit Leiden Mijn doel in deze lezing is een beeld schetsen van de ervaringen van Japans-Indische

Nadere informatie

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016 Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016 Elk jaar voert Resto VanHarte een impact- en tevredenheidsmeting uit onder haar gasten. Deze is in 2016 verspreid in 40 vestigingen van Resto VanHarte, in 29 steden/gemeenten.

Nadere informatie

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts In verbinding zelf keuzes maken Petri Embregts Cliënten eigen keuzes laten maken, ze regie geven over hun eigen leven, dat is wat we nastreven Dhr Hans Bouter Leidsch Dagblad Eigen regie, zelf keuzes maken

Nadere informatie

Richtlijnen, protocollen en standaarden. Intercultureel bruikbaar?

Richtlijnen, protocollen en standaarden. Intercultureel bruikbaar? Richtlijnen, protocollen en standaarden. Intercultureel bruikbaar? Doel van een richtlijn Vastleggen van wetenschappelijke kennis en expertise rond een bepaalde stoornis t.b.v. hulpverleners en cliënten.

Nadere informatie

10 tips voor begrijpelijke AWBZ-formulieren

10 tips voor begrijpelijke AWBZ-formulieren 0 tips voor begrijpelijke AWBZ-formulieren Dit is een uitgave van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Postbus 0011 00 ea Den Haag www.rijksoverheid.nl Maand 0 B-0000 0 tips

Nadere informatie

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s Wonen met Zorg in de anticipeerregio s Inleiding In de komende decennia zal de bevolkingssamenstelling veranderen en zal het aandeel ouderen in de bevolking toenemen. Indien nu al bekend is hoeveel ouderen

Nadere informatie

Arigato. opdrachtenblad. Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten

Arigato. opdrachtenblad. Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten Arigato opdrachtenblad Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten Lesuurpakket Arigato Thema s: oorlogsverleden; mensenrechten; vergeven; herdenken. Verdiepingsopdrachten:

Nadere informatie

Museum Vaassen Historie Openingstijden: Donderdag en Vrijdag van 14.00 tot 17.00 uur Zaterdag van 11.00 tot 16.00 uur.

Museum Vaassen Historie Openingstijden: Donderdag en Vrijdag van 14.00 tot 17.00 uur Zaterdag van 11.00 tot 16.00 uur. toegang gratis Museum Vaassen Historie Openingstijden: Donderdag en Vrijdag van 14.00 tot 17.00 uur Zaterdag van 11.00 tot 16.00 uur Informatie voor een museumbezoek aan de tentoonstelling: Tunas Muda

Nadere informatie

MEE West-Brabant Maakt meedoen mogelijk. Onafhankelijke cliëntondersteuning bij langdurige zorg (Wlz)

MEE West-Brabant Maakt meedoen mogelijk. Onafhankelijke cliëntondersteuning bij langdurige zorg (Wlz) MEE West-Brabant Maakt meedoen mogelijk Onafhankelijke cliëntondersteuning bij langdurige zorg (Wlz) Onafhankelijke cliëntondersteuning bij langdurige zorg Dankzij MEE kunnen we de zorg en hulp thuis organiseren

Nadere informatie

Inleiding In mijn praktijk als orthopedagoog/gz-psycholoog komen natuurlijk ook ouders met een enig kind. Eerlijk gezegd zag ik hen tot nu toe niet als een aparte categorie. Voor mij is ieder mens uniek,

Nadere informatie

Intramurale Zorg. Gastvrij - Aandacht - Vertrouwen - Eerbied

Intramurale Zorg. Gastvrij - Aandacht - Vertrouwen - Eerbied Intramurale Zorg Gastvrij - Aandacht - Vertrouwen - Eerbied Intramurale zorg Zorgcentrum Mennistenerf Meer dan wat ook is van belang dat elke bewoner zich thuis, welkom en goed verzorgd voelt. Daarom zet

Nadere informatie

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis Geachte dames en heren, Zelfredzaamheid is een mooi en positief begrip. Immers, elk kind wil dingen zelf leren doen, jezelf kunnen redden

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de gevolgen van extramuralisering voor zorgaanbieders (2013Z05339).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de gevolgen van extramuralisering voor zorgaanbieders (2013Z05339). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Kenmerk

Nadere informatie

Etnische en generatieverschillen in lekenopvattingen over internaliserende problemen

Etnische en generatieverschillen in lekenopvattingen over internaliserende problemen Etnische en generatieverschillen in lekenopvattingen over internaliserende problemen Esmée E. Verhulp Ontwikkelingspsychologie - Universiteit Utrecht Met dank aan: Gonneke Stevens, Wilma Vollebergh, Trees

Nadere informatie

Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg

Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg Toegespitst op kankerzorg dr. Mohamed Boulaksil Cardioloog i.o. Pharos Utrecht, 18 juni 2013 Indeling Definitie van begrippen Epidemiologische verschillen migrant

Nadere informatie

De tijd van je leven

De tijd van je leven De tijd van je leven Dementie Het verschil tussen dementie en alzheimer. Dementie is een verzamelnaam voor een aantal verschijnselen, die verschijnselen worden veroorzaakt door een ziekte. Er zijn ruim

Nadere informatie

BESCHERMD WONEN MET ZEER INTENSIEVE ZORG, VANWEGE SPECIFIEKE AANDOENINGEN, MET DE NADRUK OP VERZORGING/VERPLEGING (voorheen ZZP 8)

BESCHERMD WONEN MET ZEER INTENSIEVE ZORG, VANWEGE SPECIFIEKE AANDOENINGEN, MET DE NADRUK OP VERZORGING/VERPLEGING (voorheen ZZP 8) BESCHERMD WONEN MET ZEER INTENSIEVE ZORG, VANWEGE SPECIFIEKE AANDOENINGEN, MET DE NADRUK OP VERZORGING/VERPLEGING (voorheen ZZP 8) GEBRUIKERSINFORMATIE ZORGPROFIELEN V&V PROTEION 1 2 Inleiding In de kleinschalige

Nadere informatie

Toespraak G. Verbeet Zwolle, 15 augustus 2016

Toespraak G. Verbeet Zwolle, 15 augustus 2016 Toespraak G. Verbeet Zwolle, 15 augustus 2016 Dames en heren, jongens en meisjes, Dank voor de uitnodiging om vandaag te mogen spreken bij deze bijzondere herdenking bij het monument Indië-Nieuw-Guinea

Nadere informatie

Wat is er in uw situatie veranderd dat u juist nu naar het loket komt?

Wat is er in uw situatie veranderd dat u juist nu naar het loket komt? 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 9. Startvraag A B C D E F G H Start van het proces: Klant komt in het loket Startvraag Waar kan ik u mee helpen? Antwoord van de klant De klant vertelt zijn verhaal in zijn eigen

Nadere informatie

KONING ARTHUR visie en organisatieprincipes

KONING ARTHUR visie en organisatieprincipes KONING ARTHUR visie en organisatieprincipes Ed Knies Koning Arthur; visie en organisatieprincipes Welkom Dit boek is een moreel boek voor professionals. Met moreel bedoelen we dat er binnen organisaties

Nadere informatie

Waarom we een derde van ons leven missen 17. 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven. Hoe de wetenschap dromen grijpbaar maakt 24

Waarom we een derde van ons leven missen 17. 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven. Hoe de wetenschap dromen grijpbaar maakt 24 Inhoud inleiding Nieuw inzicht in onze dromen 11 i wat dromen zijn 1 Terugkeer naar een vergeten land Waarom we een derde van ons leven missen 17 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven Hoe de wetenschap

Nadere informatie

Basisarrangement LG2

Basisarrangement LG2 Basisarrangement LG2 Lichamelijk gehandicapt Wonen met begeleiding en enige verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 2 (ZZP LG2) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement LG2 Dit basisarrangement

Nadere informatie

Carinova. Woonzorg. Vertrouwd dichtbij. www.carinova.nl

Carinova. Woonzorg. Vertrouwd dichtbij. www.carinova.nl Carinova Woonzorg Vertrouwd dichtbij www.carinova.nl Wonen met zorg Carinova Woonzorg biedt wonen en zorg in zes woon- zorgcentra en twee verpleeghuizen. De woon- zorgcentra zijn Park Braband, De Diessenplas,

Nadere informatie

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D RESEARCH CONTENT Loïs Vehof GAR1D INHOUD Inleiding ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ blz. 2 Methode -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Vertaalde informatie over zorg en cliëntenparticipatie voor migranten. Amsterdam Edouard Buning november 2010

Vertaalde informatie over zorg en cliëntenparticipatie voor migranten. Amsterdam Edouard Buning november 2010 Vertaalde informatie over zorg en cliëntenparticipatie voor migranten Amsterdam Edouard Buning november 2010 Inhoud Opzet van het onderzoek Zorg aan migranten Taalachtergrond migranten Voorlichtingsmateriaal

Nadere informatie

Intramurale Zorg. Gastvrij - Aandacht - Vertrouwen - Eerbied

Intramurale Zorg. Gastvrij - Aandacht - Vertrouwen - Eerbied Intramurale Zorg Gastvrij - Aandacht - Vertrouwen - Eerbied Intramurale zorg Zorgcentrum Mennistenerf Meer dan wat ook is van belang dat elke bewoner zich thuis, welkom en goed verzorgd voelt. Daarom zet

Nadere informatie

INFORMATIE OVER HET GEBRUIK VAN KINDERBIJBELS VOOR GEZINNEN MET JONGE KINDEREN

INFORMATIE OVER HET GEBRUIK VAN KINDERBIJBELS VOOR GEZINNEN MET JONGE KINDEREN INFORMATIE OVER HET GEBRUIK VAN KINDERBIJBELS VOOR GEZINNEN MET JONGE KINDEREN OVER KINDERBIJBELS OM TE BEGINNEN Als je een kinder- of jeugdbijbel aan wilt schaffen dan is het heel belangrijk dat je eerst

Nadere informatie

Informatie over zorgzwaartepakketten

Informatie over zorgzwaartepakketten Informatie over zorgzwaartepakketten voor cliënten, familie en andere betrokkenen Voor wie is deze folder? Deze informatie is voor mensen met psychiatrische problemen die voor langere tijd bij GGZ ingeest

Nadere informatie

Onderzoeksdocument. Creatieve Bloeiplaats

Onderzoeksdocument. Creatieve Bloeiplaats Onderzoeksdocument Creatieve Bloeiplaats HVA Instituut voor Interactieve Media Amsterdam oktober 2008 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Inleiding...3 Doelstellingen...4 Doelgroep...5 De vragen...6 De resultaten...7

Nadere informatie

Culturele interview. Introductie

Culturele interview. Introductie Culturele interview De volgende thema s worden besproken tijdens het culturele interview: 1. Biografie (persoonlijke en sociale gegevens) 2. Geschiedenis van de huidige klachten 3. Eerdere trajecten 4.

Nadere informatie

De Wet Langdurige Zorg- samenvatting gericht op de gevolgen voor mensen met chronische

De Wet Langdurige Zorg- samenvatting gericht op de gevolgen voor mensen met chronische De Wet Langdurige Zorg- samenvatting gericht op de gevolgen voor mensen met chronische beademing door Elske ter Veld, voorzitter VSCA. Bij de Tweede Kamer ligt nu ook de Wet Langdurige Zorg, de WLZ. Deze

Nadere informatie

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015

Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015 Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015 Elk jaar voert Resto VanHarte een impact- en tevredenheidsmeting uit onder haar gasten. Deze is in 2015 verspreid in 32 vestigingen van Resto VanHarte, in 20 steden/gemeenten.

Nadere informatie

Basisarrangement 10. Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 10 (ZZP VV10)

Basisarrangement 10. Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 10 (ZZP VV10) Basisarrangement 10 Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 10 (ZZP VV10) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement 10 Dit basisarrangement

Nadere informatie

BESCHERMD WONEN MET ZEER INTENSIEVE ZORG, VANWEGE SPECIFIEKE AANDOENINGEN, MET DE NADRUK OP BEGELEIDING (voorheen ZZP 7)

BESCHERMD WONEN MET ZEER INTENSIEVE ZORG, VANWEGE SPECIFIEKE AANDOENINGEN, MET DE NADRUK OP BEGELEIDING (voorheen ZZP 7) BESCHERMD WONEN MET ZEER INTENSIEVE ZORG, VANWEGE SPECIFIEKE AANDOENINGEN, MET DE NADRUK OP BEGELEIDING (voorheen ZZP 7) GEBRUIKERSINFORMATIE ZORGPROFIELEN V&V PROTEION 1 2 Inleiding In de kleinschalige

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 1 Algemene inleiding De algemene inleiding beschrijft de context en de doelen van de huidige studie. Prenatale screening op aangeboren afwijkingen wordt sinds 2007 in Nederland aan alle zwangere

Nadere informatie

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Martijn Souren Ongeveer 7 procent van de werknemers met een verleent zelf mantelzorg. Ze maken daar slechts in beperkte mate gebruik van aanvullende

Nadere informatie

Meedoen& Meetellen. Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals

Meedoen& Meetellen. Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals Meedoen& Meetellen Wat betekent het voor mensen met een verstandelijke beperking? Trainingsmodules voor professionals Samenstelling trainingsmodule Eline Roelofsen Roel Schulte www.verwondering.nu Illustratie

Nadere informatie

NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN

NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN NEDERLANDERS EN DE DECENTRALISATIES IN HET SOCIALE DOMEIN Februari 2015 I&O Research volgt ontwikkelingen met longitudinaal onderzoek. Nulmeting in december 2014. Negen op de tien Nederlanders kregen iets

Nadere informatie

Carintreggeland Huis Eltheto Rijssen

Carintreggeland Huis Eltheto Rijssen Verzorgd Als Thuis Carintreggeland Huis Eltheto Rijssen 2 Welkom! Prettig wonen is u thuis voelen. Met de spullen waar u zich aan hecht, tussen de mensen die u kent. In een vertrouwde omgeving, waar alles

Nadere informatie

Een crisiskaart omdat je het voor jezelf het beste weet

Een crisiskaart omdat je het voor jezelf het beste weet Crisiskaart Een crisiskaart omdat je het voor jezelf het beste weet Consulent Crisiskaart Nel van kempen Diane Hek Crisiskaart Wat is een crisiskaart: Een uitvouwbaar kaartje van bankpasformaat. Samenvatting

Nadere informatie

13-11-2014. Poster. Belemmeringen in drie categorieën te verdelen: In duo s: 1. Persoonlijke belemmeringen

13-11-2014. Poster. Belemmeringen in drie categorieën te verdelen: In duo s: 1. Persoonlijke belemmeringen Poster Jacomijn Hofstra Onderzoeker lectoraat Rehabilitatie en docent Toegepaste Psychologie, Hanzehogeschool Groningen In duo s: Belemmeringen in drie categorieën te verdelen: Wat hindert jongvolwassenen

Nadere informatie

Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk. Mythen en feiten rond de informele steunstructuren

Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk. Mythen en feiten rond de informele steunstructuren Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk Mythen en feiten rond de informele steunstructuren Tot slot: Meer doelmatigheid van het professionele aanbod valt te verkrijgen door het kritisch doorlichten

Nadere informatie

Basisarrangement 5. Beschermd wonen met intensieve dementiezorg CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 5 (ZZP VV5) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden

Basisarrangement 5. Beschermd wonen met intensieve dementiezorg CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 5 (ZZP VV5) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden Basisarrangement 5 Beschermd wonen met intensieve dementiezorg CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 5 (ZZP VV5) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement 5 Dit basisarrangement is bestemd voor

Nadere informatie

Samen werken aan het verminderen van overbelasting

Samen werken aan het verminderen van overbelasting Samen werken aan het verminderen van overbelasting Doelgroep Wij zijn begonnen met 3 bij ons bekende Marokkaanse mantelzorgers, die alledrie balanceerde op het randje van afknappen. Zij hadden dezelfde

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting door Anne 1154 woorden 12 april 2017 6,3 46 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 Bevolkingsspreiding: de manier

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar Overzicht bachelorcursussen Dit overzicht geeft een groot aantal bachelorcursussen weer die aandacht besteden cultuur en/of gender op het gebied van gezondheidszorg. Het overzicht betreft cursussen uit

Nadere informatie

Basisarrangement 3. Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 3 (ZZP VV3)

Basisarrangement 3. Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 3 (ZZP VV3) Basisarrangement 3 Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 3 (ZZP VV3) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement 3 Dit basisarrangement is bestemd

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I Van kind tot burger: Volksopvoeding in Nederland (1780-1901) De Calvinisten hechtten er veel belang aan dat de mensen zelf de Bijbel konden lezen. 1p 1 Welk gevolg had dit voor het onderwijs in de Republiek?

Nadere informatie

Netwerkbijeenkomst KKC

Netwerkbijeenkomst KKC Netwerkbijeenkomst KKC Samen voorbereid op de toekomst Breda, 26 maart 2015 Dr. Sandra W. Geerlings Psycholoog, projectleider zorginnovatie Saffier De Residentiegroep s.geerlings@saffierderesidentie.nl

Nadere informatie

B.U.N. Boeddhistische Unie Nederland Vereniging van boeddhistische groeperingen in Nederland

B.U.N. Boeddhistische Unie Nederland Vereniging van boeddhistische groeperingen in Nederland Amsterdam, 24-11-2014 Boeddhisten in Nederland een inventarisatie Er zijn twee vragen die boeddhisten in Nederland al jaren bezig houden: 1. Wat is een boeddhist 2. Hoeveel boeddhisten zijn er in Nederland

Nadere informatie

Zorg voor mensen. Ze voelt precies aan wat ik nodig heb.

Zorg voor mensen. Ze voelt precies aan wat ik nodig heb. Zorg voor mensen Ze voelt precies aan wat ik nodig heb. Het uitgangspunt van Vivantes is om senioren te helpen zichzelf in hun eigen kracht te zetten en zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving te wonen.

Nadere informatie

Basisarrangement LG3

Basisarrangement LG3 Basisarrangement LG3 Lichamelijk gehandicapt Wonen met enige begeleiding en verzorging CIZ-indicatie: zorgzwaartepakket 3 (ZZP LG3) Voor elkaar WoonZorgcentra Haaglanden basisarrangement LG3 Dit basisarrangement

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Sociale problemen bij (pré) dialyse patiënten Karin Holties, maatschappelijk werker 14 september 2013

Sociale problemen bij (pré) dialyse patiënten Karin Holties, maatschappelijk werker 14 september 2013 Sociale problemen bij (pré) dialyse patiënten Karin Holties, maatschappelijk werker 14 september 2013 Inhoud Wie ben ik? Korte uitleg over medisch maatschappelijk werk Doorlopen van sociale il problemen

Nadere informatie

IPS en Begeleid Leren

IPS en Begeleid Leren IPS en Begeleid Leren Symposium IPS Arbeidsreïntegratie met de beste papieren? Amersfoort, 30 maart 2006 Lies Korevaar Programma Workshop Welkom Doelstelling workshop Inleiding Doelgroep Begeleid Leren-programma

Nadere informatie

Niet alles verandert in de zorg

Niet alles verandert in de zorg Over wat blijft en wat er verandert in de zorg 15 september 2014, Hercules Diessen Niet alles verandert in de zorg. Gelukkig maar! Er gaat veel veranderen in de zorg. Maar er blijft gelukkig ook veel hetzelfde;

Nadere informatie

Verschuivende machtsrelaties in allochtone gezinnen Trees Pels

Verschuivende machtsrelaties in allochtone gezinnen Trees Pels Huiselijk geweld: achtergronden Verschuivende machtsrelaties in allochtone gezinnen Trees Pels 29 mei 2008 Congres Huiselijk Geweld: Families onder Druk Amsterdam, De Meervaart Meeste plegers zijn mannen,

Nadere informatie

Ik heb een vraag over. zorg... ondersteuning... opvoeding... jeugdhulp... mijn arbeidsbeperking... mijn uitkering... werk...

Ik heb een vraag over. zorg... ondersteuning... opvoeding... jeugdhulp... mijn arbeidsbeperking... mijn uitkering... werk... Ik heb een vraag over zorg... ondersteuning... opvoeding... jeugdhulp... mijn arbeidsbeperking... mijn uitkering... werk... 1 Ik heb een laag inkomen en vind het moeilijk om werk te vinden... Ik wil me

Nadere informatie

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie Petri Embregts Participatie Geplande ratificatie VN verdrag voor rechten van mensen met beperking

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Voor de tweede keer heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de situatie van (ex-)gedetineerden op de gebieden identiteitsbewijs,

Nadere informatie

Verantwoorde zorg in de palliatieve fase

Verantwoorde zorg in de palliatieve fase Verantwoorde zorg in de palliatieve fase Driekwart van de Nederlanders brengt de laatste fase van zijn leven door in een verpleeg- of verzorgingshuis, of met ondersteuning van thuiszorg. Verantwoorde zorg

Nadere informatie

Koninklijke Visio expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen

Koninklijke Visio expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen Koninklijke Visio expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen Perspectief voor iedereen In Nederland krijgen jaarlijks duizenden mensen te maken met blijvende slechtziendheid of blindheid. Wanneer

Nadere informatie

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden

Bruggenbouwers Linko ping, Zweden Bruggenbouwers Linko ping, Zweden Het Bruggenbouwers project wordt in de Zweedse stad Linköping aangeboden en is één van de succesvolle onderdelen van een groter project in die regio. Dit project is opgezet

Nadere informatie

Beleidsplan

Beleidsplan Beleidsplan 2018-2020 Onze overtuiging De Stichting Willeke Alberti Foundation is opgericht door Willeke Alberti en is ontstaan vanuit het groeiend besef bij de naamgeefster, dat steeds meer ouderen en

Nadere informatie

st r e s smanagement Inzicht in het omgaan met spanningen. Maximaal aantal deelnemers 12 Leren oplossingsgericht te handelen.

st r e s smanagement Inzicht in het omgaan met spanningen. Maximaal aantal deelnemers 12 Leren oplossingsgericht te handelen. st r e s smanagement De cursus 'stressmanagement' is bedoeld voor iedereen die in zijn/haar werksituatie te maken krijgt met stress als gevolg van problemen en spanningsvolle situaties. De eigen ervaringen

Nadere informatie

Enkele vragen aan Kristin Harmel

Enkele vragen aan Kristin Harmel Enkele vragen aan Kristin Harmel Waar gaat Zolang er sterren aan de hemel staan over? Zolang er sterren aan de hemel staan gaat over Hope McKenna- Smith, eigenaresse van een bakkerij in Cape Cod. Ze komt

Nadere informatie