H. Mark MSc H. Mark MSc

Transcriptie

1 BEMALINGSADVIES Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden kenmerk PJ Milieu BV: W opdrachtgever: Civitas Advies B.V. te Hattem datum rapport: 27 mei 2015 kenmerk: status: W Definitief uitgevoerd door: PJ Milieu BV projectleider: rapporteur: H. Mark MSc H. Mark MSc autorisatie: ir. H.J.R. van Dasselaar PJ Milieu BV Nijverheidsstraat RJ Nijkerk

2 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING PROJECTOMSCHRIJVING Verantwoording informatie Situatie en constructie Planning Grondwaterkwaliteit GEO(HYDRO)LOGISCHE SCHEMATISERING Regionale geohydrologie Lokale bodemopbouw en waterstanden REGELGEVING EN HEFFINGEN BEMALINGSMETHODE MODELBEREKENING Modelgegevens Resultaten debietberekening GEVOLGEN IN DE OMGEVING Grondwaterstandsverlagingen in de omgeving Zettingen Landbouw en natuur Overige gevolgen MONITORING Grondwatermetingen Vooropname gebouwen CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Conclusies Aanbevelingen... 17

3 BIJLAGEN 1 Ontwerptekeningen 2 Overzicht rioolstrengen en waterbezwaar 3 Gegevens DINOloket 4 Gegevens uit diverse onderzoeken 5 Kaarten van provincie en waterschap 6 Berekende verlagingscontouren en grondwaterstanden 7 Berekende zettingen

4 Bemalingsadvies 1 INLEIDING In opdracht van Civitas Advies B.V. te Hattem heeft PJ Milieu BV in de periode december 2014 maart 2015 een bemalingsadvies opgesteld voor het project Jac. P. Thijssepark e.o. te Naarden. Het advies dient ter onderbouwing van de aanvraag van een Watervergunning. Aanleiding Aanleiding tot het advies is het vervangen van de riolering (verwijderen gemengde stelsel en aanleggen gescheiden stelsel). Doelstelling Het doel van het bemalingsadvies is het verkrijgen van inzicht in de verwachte hoeveelheden te onttrekken grondwater en de gevolgen daarvan op de directe omgeving. Indeling rapport De eerste hoofdstukken omvatten de uitgangspunten met betrekking tot de realisatie van het object, de geohydrologie en de regelgeving. Vervolgens wordt een bemalingsmethode uitgewerkt inclusief een modelmatige opzet. De laatste hoofdstukken besprekingen de resultaten van de modelberekeningen en de omgevingseffecten. Het rapport sluit af met de conclusies en aanbevelingen. Verantwoording Dit advies is opgesteld met de grootst mogelijke nauwkeurigheid en op basis van de meest recente kennis en inzichten. Naast de bij PJ Milieu BV aanwezige kennis en ervaring maakt PJ Milieu BV onder andere gebruik van de naslagwerken Bemaling van bouwputten 1 en Richtlijn meten en monitoren van bouwputten 2. Opgemerkt wordt dat een advies altijd gebaseerd is op een beperkte hoeveelheid gegevens en uitgangspunten. Wijziging van de uitgangspunten kan consequenties hebben voor het advies. Bovendien is een modelmatige benadering in alle gevallen een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Het kan niet geheel uitgesloten worden dat de werkelijkheid op een aantal punten afwijkt van wat in dit rapport als uitgangspunt is genomen of als resultaat beschreven wordt. De berekeningsresultaten dienen als indicatie van het waterbezwaar en de omgevingseffecten. De opdrachtgever blijft altijd verantwoordelijk voor schade aan belangen in de omgeving. 1 Bemaling van bouwputten, Stichting bouwresearch (SBR), Rotterdam CUR-rapport 223 Richtlijn, meten en monitoren van bouwputten voor kwaliteit- en risicomanagement, Stichting CURNET, Gouda W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 4

5 Bemalingsadvies 2 PROJECTOMSCHRIJVING 2.1 Verantwoording informatie Voor het verzamelen en verwerken van de informatie zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: het verwerken van de door de opdrachtgever verstrekte gegevens; het bepalen van de regionale bodemopbouw; het verwerken van de door de provinicie Noord-Holland en Waternet (uitvoering waterschap Amstel, Gooi en Vecht) verstrekte gegevens; het verwerken van de gegevens uit het Bodemloket en de digitale kaarten van de provincie Noord-Holland. 2.2 Situatie en constructie Het riool wordt vervangen in een woonwijk in het westen van Naarden met voornamelijk eengezinswoningen en appartementen. De projectlocatie (rioleringstelsel) heeft een totale lengte van circa meter. In bijlage 1 zijn de ontwerptekeningen opgenomen. In bijlage 2 is een overzicht uitgewerkt met de lengtes en aanlegdieptes per streng. 2.3 Planning Door de opdrachtgever is een globale planning gegeven. De werkzaamheden worden aangevangen na aanbesteding en verkrijging alle toestemmingen (meest waarschijnlijk na de bouwvak in 2015). De tijdsduur per streng is geschat als weergegeven in bijlage 2. De totale tijdsduur wordt geschat op circa 60 werkweken (circa 75 m per week). 2.4 Grondwaterkwaliteit Uit informatie van de provincie Noord-Holland en het Bodemloket blijkt dat er geen reden is verontreiniging in de grond of het grondwater te verwachten op de projectlocatie. De Grondwaterkaart van Nederland (Dienst Grondwaterverkenning (TNO-DGV), Delft) is geraadpleegd voor de ligging van het zoet-zout grensvlak. Het chloride-gehalte in het freatisch water ligt lager dan 300 mg/l (zoet). Op circa 15 meter min NAP ligt het tussen 300 en 500 mg/l. En op circa 30 meter min NAP tussen 3000 en 4000 mg/l (zout). Voor de rioolvervanging is door AvA Milieuonderzoek/Poelsema Veldwerkbureau een verkennend bodemonderzoek en verhardingsonderzoek uitgevoerd (projectnummer AvA, d.d. 17 november 2014). De relevante delen zijn opgenomen in bijlage 4. Voor lozing van het effluent van de bemaling dient de kwaliteit van het te lozen water bekend te zijn. Uit het verkennend bodemonderzoek van AvA Milieuonderzoek blijkt dat de lozingseisen, voor zo ver geanalyseerd niet worden overschreden W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 5

6 Bemalingsadvies 3 GEO(HYDRO)LOGISCHE SCHEMATISERING 3.1 Regionale geohydrologie Ten behoeve van de geohydrologische situatie is de Grondwaterkaart van Nederland en het DINOloket geraadpleegd. De regionale situatie is in de onderstaande tabel geschematiseerd. Het maaiveld bevindt zich gemiddeld op 0,8 á 0,9 m+nap. Tabel 1 Regionale bodemopbouw Geohydrologische eenheid Traject (m-tov NAP) Formatie Lithologische beschrijving Freatisch pakket 0,8+ tot 1,2- Antropogeen en Boxtel Zand Deklaag 1,2- tot 2,0- Naaldwijk en Nieuwkoop Klei en veen Watervoerend pakket 2,0- tot 210- Boxtel, gestuwde afzettingen, Peize, Waalre e.a. Zand 3.2 Lokale bodemopbouw en waterstanden Bodemopbouw Voor geheel Naarden zijn een tweetal onderzoeken verricht naar grondwateroverlast en mogelijkheden voor afkoppelen. Beide onderzoeken zijn uitgevoerd door de Grontmij. In bijlage 4 zijn de relevante gegevens opgenomen. Aan de hand van de bovenstaande gegevens is een bodemprofiel geschematiseerd ten behoeve van de invoer in een rekenmodel. Tabel 2 geeft de gebruikte schematisatie weer. Tabel 2 Modelinvoer Laag* Lithologische beschrijving Weerstand (dagen) Doorlaatvermogen (m²/d) 1 Zand 10 2 Klei en veen 25 Zand Zand (modellaag) 2 Zand 800 *in MicroFEM wordt geen expliciete dikte ingevoerd voor een laag Grondwaterstand Ten behoeve van de grondwaterstanden en de fluctuatie van de grondwaterstanden op de locatie is gebruik gemaakt van de genoemde onderzoeken naar grondwateroverlast. De gemiddelde hoogste en laagste grondwaterstanden bevinden zich naar verwachting op circa 0,9 (GHG, 0,1 m- NAP) en 1,2 (GLG, 0,4 m- NAP) m-mv. De stijghoogte van het watervoerend pakket ligt circa 2 decimeter lager. Oppervlaktewater Bij het waterschap zijn gegevens over de waterpeilen en polderpeilen opgevraagd. De aangeleverde informatie is opgenomen in bijlage 5. Het peil in de Naardertrekvaart ten Noorden van het plangebied is 0,3 m-nap W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 6

7 Bemalingsadvies 4 REGELGEVING EN HEFFINGEN Graafwerkzaamheden Langs de Naardertrekvaart vinden werkzaamheden plaatsen binnen de beschermingszone van de secundaire kering. Deze werkzaamheden zijn vergunningsplichtig. Onttrekking De projectlocatie bevindt zich niet in een grondwaterbeschermingsgebied of een boringsvrije zone. Voor dit gebied (lage gronden) geldt dat een onttrekkingsvergunning moet worden aangevraagd bij het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht als de onttrekking meer bedraagt dan m 3 /maand of 50 m³/uur of als de bemaling langer duurt dan 6 maanden. Onttrekkingen met een lager debiet (en korter dan 6 maanden) zijn meldingsplichtig. Een onttrekking met een totaal waterbezwaar van meer dan m 3 kan MER-plichtig zijn. Lozing Voor de lozing dient de ladder van Lansink te worden gevolgd. De volgorde is als volgt: 1) voorkomen ontstaan afvalwater, 2) beperken vervuiling afvalwater, 3) voorkomen vermenging afvalwaterstromen, 4) zuivering bij de bron, 5) lozing op de bodem of oppervlaktewater en 6) lozing riolering. De lozing moet gemeld worden. De betrokken instanties en de tijdsduur zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Tabel 3 Vergunningen en meldingen Activiteit Wetgeving Vergunning of melding Instantie Proceduretermijn Grondwateronttrekking Waterwet en Keur Melding Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht 2 tot 8 weken Directe lozing (open water) Indirecte lozing (bodem/riool) Werkzaamheden onder de Keur Activiteitenbesluit/ besluit lozen buiten inrichtingen Activiteitenbesluit/ besluit lozen buiten inrichtingen Vergunning Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht 4 á 6 maanden Melding Hoogheemraadschap 4 weken Amstel, Gooi en Vecht Maatwerk Hoogheemraadschap 8 weken Amstel, Gooi en Vecht Melding Gemeente Naarden 4 weken Maatwerk Gemeente Naarden 8 weken Keur Vergunning Hoogheemraadschap 4 á 6 maanden Amstel, Gooi en Vecht W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 7

8 Bemalingsadvies Heffingen Een lozing is heffingsplichtig. De hoogte van de heffing hangt samen met de geloosde hoeveelheden en waterkwaliteit. Tevens kan de onttrekking heffingsplichtig zijn in het kader van de provinciale grondwaterheffingsverordening. De hoeveelheid water die wordt onttrokken en geloosd moet worden gemeten met een aantoonbaar recentelijk geijkte watermeter W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 8

9 Bemalingsadvies 5 BEMALINGSMETHODE Om de constructie onder de grondwaterstand aan te kunnen brengen, is een grondwateronttrekking noodzakelijk. De riolen worden in een open ontgraving verwijderd en aangelegd. In de besteksvoorbereiding wordt gerekend met een talud van 3 verticaal en 2 horizontaal. Onderstaand wordt de bemaling omschreven in de meest ongunstige situatie, dat wil zeggen bij een waterstand van 0,9 m-mv (0,1 m-nap) en een aanlegdiepte zoals weergegeven in bijlage 2. Aangenomen is dat de grondwaterstand/stijghoogte tot 0,5 meter onder b.o.b.- niveau dient te worden verlaagd. In tabel 4 zijn de hoogtes van de verschillende onderdelen geschematiseerd. Tabel 4 Hoogteligging locatie en installatie Hoogteligging Meter tov NAP Meter minus maaiveld (m-mv) Maaiveld 0,8+ 0,0 Grondwaterstand 0,1-0,9 Stijghoogte 0,3-1,1 Gewenste grondwaterstandniveau/stijghoogte 0,72- / 2,26-1,52 / 3,06 Bovenzijde filter freatisch (optie) Diverse Circa 1,75 Onderzijde filter freatisch (optie) Diverse Circa 2,0 Bovenzijde filter watervoerend pakket Diverse Circa 3,0 Onderzijde filter watervoerend pakket Diverse Circa 5,0 Bovenzijde 1 e scheidende laag 0,7- á 1,2-1,5 á 2,0 Bovenzijde 2 e scheidende laag Een deel van de ontgravingen wordt door de 1 e scheidende laag uitgevoerd. Het grootste deel niet, zodat hier opbarstgevaar aanwezig zou kunnen zijn. Door de sterk wisselende opbouw is het daadwerkelijke gevaar niet representatief te berekenen, ook is niet uit te sluiten dat er gaten in de laag aanwezig zijn waardoor wellen optreden. Het gevaar van opbarsten worden ondervangen door de filters van de bemaling te plaatsen in het watervoerende pakket. Naast de rioolsleuf wordt minimaal 1 bemalingsstreng geplaatst. De filters, met een lengte van 5 meter, staan h.o.h. 1 meter, voorzien van een perforatie van 2,0 meter. De filters worden aangesloten op pompen met een maximale capaciteit van 60 m 3 /uur (per pomp). De riolering wordt in gedeelten vernieuwd. De maximale lengte van een bemalingstreng bedraagt naar verwachting 75 meter. Indien de scheidende laag ontbreekt of doorgraven is/wordt, moet dit voldoende zijn om het werk in den droge te kunnen uitvoeren. Op plekken waar een scheidende laag aanwezig is, is mogelijk ook bemaling boven de scheidende laag noodzakelijk. Afhankelijk van de diepteligging van het riool, de diepteligging van de scheidende laag en de grondwaterstand bij uitvoering kan deze bemaling bestaan uit een bemaling met behulp van drainage of met korte verticale filters. Aanbevolen wordt na het aanbrengen van de bemalingfilters minimaal 24 uur te wachten met het opstarten van de bemaling ten einde de capaciteit van de filters maximaal te kunnen benutten W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 9

10 Bemalingsadvies De bemalingsinstallatie kan voor uitvoering nader worden uitgewerkt in een (technisch) bemalingsplan. Verlagingen groter dan noodzakelijk (= maximaal 0,5 m beneden de putbodem) dienen te worden voorkomen. Het debiet dient te worden bijgesteld zodra vorderingen in de bouw daartoe aanleiding geven. Regeling van het debiet is mogelijk door regelbare afsluiter in de zuigleiding (aanvoer) te plaatsen of door het toerental van de pompen aan te passen. Retourbemaling Het toepassen van retourbemaling is om de volgende redenen niet haalbaar: 1. De bemaling vindt plaats in bebouwd gebied, lange leidingen over trottoirs en wegen kunnen zorgen voor onveilige situaties en overlast; 2. Het retourveld heeft een vaste plaats, de bemalingen blijven maximaal 2 weken op 1 plaats, het telkens omkoppelen van de leiding en het garanderen van de werking is niet haalbaar en gevoelig voor storingen; 3. Door de toch al hoge grondwaterstand kan bij retouren overlast ontstaan; 4. Het retourveld dient op minimaal 250 meter buiten het plangebied te worden aangelegd om interactie met de bemalingen te minimaliseren. Veel van deze gebieden zijn aangewezen in het kader van natuurbescherming, archeologische of cultuurhistorische waarden. Hierdoor is het hier aanbrengen van retourbemaling niet wenselijk; 5. Tevens geldt voor de freatische onttrekking (inclusief eventueel drainage) dat dit formeel niet mag worden teruggebracht in het watervoerend pakket. Lozing zal plaatsvinden op de Naardertrekvaart of op het schoonwaterriool. Alle filters dienen na afloop van de bemaling te worden getrokken en te worden afgedicht met bentoniet of zwelklei om lekkage door de afsluitende laag te voorkomen. Dit alleen als zich in het projectgebied scheidende lagen (inclusief deklaag) bevinden W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 10

11 Bemalingsadvies 6 MODELBEREKENING 6.1 Modelgegevens Berekeningen van het waterbezwaar en de invloed op de omgeving zijn uitgevoerd met behulp van het rekenprogramma MicroFEM. De uitgangspunten zoals genoemd in de voorgaande hoofdstukken zijn ingevoerd in het model. De oppervlaktewater- en polderpeilen zijn in het grondwatermodel meegenomen. Wij merken op dat de analytische benadering een vereenvoudigde weergave van de werkelijk biedt. Er is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met een wisselende bodemopbouw. 6.2 Resultaten debietberekening In bijlage 2 is per rioolstreng opgenomen wat het berekende debiet is. Tevens is het te verwachten waterbezwaar weergegeven. De berekende stationaire debieten liggen tussen 27 en 133 m³/uur. Om de verlaging van de grondwaterstand en/of stijghoogte te kunnen bereiken is een initiële onttrekking noodzakelijk om als het ware de trechter van de verlaging te kunnen bereiken. De hoeveelheid water die gedurende de eerste dagen moet worden onttrokken is berekend op circa 130% (173 m 3 /uur) ten opzichte van de hoeveelheid die als stationaire onttrekking is berekend. Na verloop van tijd zal het debiet enigszins afnemen, naar gelang de werkzaamheden vorderen. Waterbezwaar Het totale waterbezwaar met een correctie van 10% voor de initiële debieten wordt geraamd op m³ W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 11

12 Bemalingsadvies 7 GEVOLGEN IN DE OMGEVING 7.1 Grondwaterstandsverlagingen in de omgeving Ten gevolge van de bemaling zal in de omgeving de grondwaterstand dalen. Berekeningen zijn uitgevoerd om de verlaging van de grondwaterstand in de omgeving te bepalen. De resultaten van deze berekeningen zijn weergegeven in bijlage 6. Het gebied met een duidelijke verlaging van 0,5 meter of meer heeft in het model een straal van circa 100 meter. Het gebied waar de grondwaterstand verder dan de GLG (0,3 meter verlaging) wordt verlaagd, heeft een maximale straal van 150 meter. Het gebied met een (beperkt meetbare) verlaging van 0,05 meter of meer heeft in het model een straal van circa 675 meter. 7.2 Zettingen Verlaging van de grondwaterstand gaat gepaard met verlaging van de waterspanning en daarmee een verhoging van de effectieve korrelspanning. Door de verhoging van de effectieve korrelspanning wordt de bodem extra samengedrukt. De grootte van de zetting wordt bepaald door de grondsoort en de mate van voorbelasting hiervan in het verleden door bijvoorbeeld eerdere verlagingen van de grondwaterstand. Zakkingen zullen hoofdzakelijk gaan optreden als de grondwaterstand daalt tot deze laagste grondwaterstand, maar gedurende een kortere periode dan in het verleden op dit niveau blijft, dan zal er geen zakking van betekenis optreden. Zand Zetting van een zandlaag is in de praktijk meestal nauwelijks waarneembaar door de relatie hoge stijfheid van zand. De zetting zal beperkt blijven tot enkele millimeters. Klei en veen Voor klei- en veenlagen is de zetting van het maaiveld als gevolg van de samendrukking duidelijk merkbaar en vaak op korte afstand verschillend van grootte. Leem De stijfheid van leem is relatief hoog. In de leemlagen kan enige zetting optreden. Bebouwing Schade aan bebouwing en bestrating als gevolg van verlaging van de grondwaterstand treedt vooral op bij ongelijke zettingen, die veroorzaakt kunnen worden door ruimtelijke verschillen in bodemopbouw en/of in optredende grondwaterstandveranderingen. Een op palen gefundeerde bebouwing heeft in het algemeen weinig last van ongelijkmatige zetting. Het maaiveld in de omgeving van op palen gefundeerde bebouwing zal wel dalen. Hierbij oefent de grond een extra neerwaarts gerichte kleefkracht (negatieve kleef) uit op de palen. Door toenemende aëratie kan bij een houten paalfundering eveneens koprot optreden. Indien bij het ontwerp van de paalfundering hiermee geen rekening is gehouden, kan de stabiliteit aanzienlijk afnemen. Bij oudere houten paalfunderingen kan dit leiden tot breuk of bezwijken van de palen. Als bij het ontwerp van de paalfundering rekening gehouden is met de extra negatieve kleef zijn geen nadelige gevolgen voor de bebouwing te verwachten. Infrastructuur Zoals aangegeven bevindt zich een secundaire waterkering binnen het plangebied W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 12

13 Bemalingsadvies Gebruikte bodemparameters Ten behoeve van de zettingsberekening is gebruik gemaakt van onderstaande schematisatie en bodemparameters (tabel 5). Aangenomen mag worden dat bemalingen ten behoeve van riolering voor voorbelasting van de bodem hebben zorg gedragen. Tabel 5 Gebruikte bodemparameters tbv dijk Diepte (m tov NAP) ρ C p C s 0,8 + tot 1, ,2 tot 1, ,5 60 Conclusie De resultaten van de zettingberekening voor deze bemaling zijn opgenomen in de bijlage 7. Door de gemeente is aangegeven dat de bebouwing in de omgeving van de projectlocatie is gefundeerd op palen of deugdelijk op staal. De zetting is berekend met behulp van de formule van Terzaghi-Koppejan. Voor de inschatting van de bodemparameters is gebruik gemaakt van tabel 1 van de NEN Secundaire waterkering De kering is geen verhoogd grondlichaam. Ter plaatse wordt een zetting van circa 24 millimeter berekend. Door de constructie van de kering is er geen risico van afschuiven aanwezig. Op de overige faalmechanismen (o.a. piping) heeft deze zetting nauwelijks invloed. Woningen Voor de woningen op palen zijn geen negatieve effecten te verwachten. Een zettingsberekening uitvoeren is niet nodig. Mochten houten palen zijn gebruikt worden deze door de korte bemalingsduur niet meetbaar negatief beïnvloed. Voor woningen op staal kan worden aangenomen dat deze in de vaste grondslag staan, waarin geen meetbare zettingen zijn te verwachten. Mits de verlaging van de grondwaterstand tot het minimaal noodzakelijke beperkt blijft en de bebouwing in goede staat verkeert, is er een geen schade als gevolg van zettingen te verwachten. Een vooropname van de panden direct naast de onttrekking is echter wel wenselijk om ingediende schadeclaims op hun waarheidsgehalte te kunnen beoordelen. 3 NEN 6740 (nl), Geotechniek TGB 1990 basiseisen en belastingen, Delft, W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 13

14 Bemalingsadvies 7.3 Landbouw en natuur Binnen het beïnvloedingsgebied bevinden zich landbouwgebieden. Met behulp van de HELP 2005 tabellen is de verwachte schade ingeschat. De daadwerkelijke schade hangt af van de weersomstandigheden ten tijde van de bemaling en kan pas achteraf worden bepaald. De oorspronkelijke grondwatertrap is II. De nieuwe grondwatertrap ten gevolge van de bemaling is IV. Tabel 6 Verschillen in opbrengstderving conform HELP 2005 Van grondwatertrap naar Gewas Verschil waterschade Verschil droogteschade II naar IV (K5) Gras 21- (vermeerdering) 1+ II naar IV (z30) Gras De schadeverschillende vallen tussen de 3+ en 21- (opbrengstvermindering/-vermeerding). Netto is mogelijk een opbrengstvermeerdering te verwachten. De daadwerkelijke effecten zijn enkel te monitoren. 7.4 Overige gevolgen Grondwaterverontreiniging Bij de provincie Noord-Holland is informatie opgevraagd over eventuele aanwezigheid van mobiele verontreinigingen binnen het invloedsgebied. Er zijn geen bekende grondwaterverontreinigingen binnen het invloedsgebied aanwezig. Archeologie Binnen het beïnvloedingsgebied van de bronbemaling bevinden zich geen gebieden met een aardkundige, hoge archeologische of cultuurhistorische waarde. Beschermde gebieden De omgeving van de bemaling is aangewezen in de volgende kaders: N2000 (vogelrichtlijn, Naardermeer); Ecologische Hoofdstructuur; de stad Naarden geld als archeologisch waardevol. Ter plaatse wordt geen grotere verlaging berekend dan de natuurlijke variatie. Derhalve heeft bemaling geen negatieve invloed op deze gebieden. Grondwateronttrekking derden Om te bepalen of er andere onttrekkingen (inclusief WKO-systemen) in de omgeving aanwezig zijn, is de volgende informatie gebruikt correspondentie van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en de provincie Noord-Holland. Twee onttrekkingen bevinden zich binnen het invloedsgebied: 1. Nikkelstraat 6-12, WKO, filterstelling m-mv, vergund debiet 20 m³/uur; 2. Amsterdamsestraatweg 51, industriële onttrekking, filterstelling 29,6 tot 39,6 meter min NAP, vergund debiet 14 m³/uur en 250 m³/jaar. Het betreft een bron voor het periodiek aanmaken van strooimiddel en afspuiten van materieel. Gezien de grote doorlatendheid van het watervoerend pakket, de afstand, het lage debiet van onttrekken en het verschil in diepte van de onttrekkingen wordt geen beïnvloeding verwacht. Explosieven Er is geen informatie bekend omtrent de aanwezigheid van niet gesprongen explosieven in het plangebied W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 14

15 Bemalingsadvies Beïnvloeding zoet-zout grensvlak In de bovenste 30 meter bevindt zich een snelle overgang van zoet naar zout grondwater. In de diepte dempt een onttrekking snel uit (lagere verticale doorlatendheid dan horizontale doorlatendheid). Ook zal per streng relatief kort worden bemalen, waardoor de onttrekkingskegel niet volledig wordt opgebouwd. Gezien bovenstaande is de beïnvloeding van het zoet-zout-grensvlak niet dusdanig dat tegenmaatregelen noodzakelijk zijn W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 15

16 Bemalingsadvies 8 MONITORING 8.1 Grondwatermetingen Teneinde de verlaging van de stijghoogte te kunnen toetsen, is het nodig dat tijdig een aantal peilbuizen worden geplaatst of dat eventueel bestaande peilbuizen ruim voor de start van de bemaling worden opgenomen en gedurende de onttrekkingperiode worden gevolgd. Geadviseerd wordt 45 peilbuizen (1 per 100 meter bemaling) te plaatsen met een filterstelling van 3,0 tot 4,0 meter min maaiveld. Het monitoren van de freatische grondwaterstand wordt niet zinvol geacht, omdat deze laag dun is en deze laag volledig droog valt door de bemaling. Als uitvoering mogelijk is dan is er sprake van voldoende verlaging. Het te veel verlagen van de grondwaterstand in deze laag is niet mogelijk. Geadviseerd wordt de waterstanden de 4 e, 2 e en 1 e week voor de start van de bemaling op te nemen om een goede nulsituatie te kunnen vaststellen. Tijdens de bemaling dienen de waterstanden dagelijks geregistreerd te worden. De peilingen kunnen worden voortgezet tot twee weken na beëindiging van de bemaling. De hoeveelheid water die wordt onttrokken en geloosd moet worden gemeten met een aantoonbaar recentelijk geijkte watermeter. 8.2 Vooropname gebouwen Geadviseerd wordt een fotografische opname van bebouwing binnen een afstand van circa 25 meter vanaf elke rioolstreng. Deze opname dient circa 14 dagen voor de start van de bemaling plaats te vinden. Deze opname kan het beste in overleg met de verzekeraar worden uitgevoerd W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 16

17 Bemalingsadvies 9 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 9.1 Conclusies Ten behoeve van het vervangen van een riolering in de wijk ter plaatse van de Jac. P. Thijssepark e.o. te Naarden is gedurende circa 60 weken een bemaling noodzakelijk om het werk in den droge te kunnen realiseren. Het benodigde stationaire debiet is berekend op 27 tot 133 m 3 /uur, afhankelijkheid van de aanlegdiepte van het riool. Het onttrokken grondwater kan geloosd worden op open water dan wel het schoonwaterriool. De woningen zijn of op palen of in de vaste grondslag gefundeerd. Er zijn geen significante negatieve effecten te verwachten. De secundaire waterkering zal niet in zijn functie worden aangetast ten gevolge van de bemalingen. Voor de volgende aspecten dient een Watervergunning te worden aangevraagd: onttrekken grondwater en aanleggen van leidingen in een secundaire waterkering. De lozing van het bemalingswater dient te worden gemeld. 9.2 Aanbevelingen Op de plaatsen waar de riolen op grotere diepten worden aangelegd, kan eventueel gekozen worden voor kortere bemalingtrajecten. Het debiet kan dan enigszins worden verlaagd. Om de invloed van de bemaling zoveel mogelijk te beperken, wordt monitoring van de stijghoogten aanbevolen. Het debiet van de bouwputbemaling moet afgestemd worden op de noodzakelijk verlaging per aanlegfase. Een vooropname van de gebouwen in de directe omgeving is wenselijk, om eventuele ingediende schadeclaims op hun waarheidsgehalte te kunnen beoordelen. Geadviseerd wordt vooraf met het waterschap afspraken te maken over het herstellen (van eventuele zetting-, rij- of graafschades) van de secundaire kering (terugbrengen naar leggerprofiel) W Jac. P. Thijssepark e.o. Naarden 17

18 Bijlage 1 Ontwerptekeningen

19 Rijksweg Rijksweg bos bos 129 bos bos bos 28 ondergrondse vuilcontainer vuilcontainer ondergrondse bos Jac.P.Thijssepark Jac.P.Thijsepark Jac.P.Thijssepark Jac. P. Thijssepark Jac. P. Thijssepark 271 bos bos bos Jac.P.Thijssepark Jac.P.Thijssepark bos Rijksweg Lepelaarstraat Lepelaarstraat Nesciohof 80 Nesciohof Aalscholverstraat bos Roerdompstraat Churchillstraat Churchillstraat 36 Churchillstraat Dubelaarstraat Vaartweg Werkgrens Nieuwe dwa-rioolstreng, afm. lengte, put nr, hoogte en bob. maten Nieuwe hwa-streng, bob. maten Bestaande gemengde-rioolstreng, afm. lengte, put nr, hoogte en bob. maten Te vervallen, rioolstreng en put? T:\klanten\Naarden\ Herinrichting en rioleringsmaatregelen Thijssepark en Keverdijk-West\tekeningen\ontwerp\ S04-S05 Nieuwe situatie rioleringsplan.dwg Plot, Naam: Timmer, Jos Klik hier om rand te wijzigen-> Klik hier om papierformaat te wijzigen->

20 Rijksweg Lepelaarstraat Lepelaarstraat Jac.P.Thijssepark Nesciohof 329 vuilcontainer ondergrondse Jac.P.Thijssepark Nesciohof c.p.thijssepark bos Aalscholverstraat bos Roerdompstraat Churchillstraat Churchillstraat 36 Churchillstraat Dubelaarstraat Vaartweg Keverdijk Dobbestraat os 1 3 Plein E. de Bruijnstraat Smidtstraat Joh. Schimmelstraat Dubbelaarstraat a-b bos 22a-b 20a-b 16a-b 18a-b 24a-b Kol. Palmstraat a 74b 2a t/m 6b Franse Pad Kol. Michaëlstraat 84a t/m 92d E. de Bruijnstraat Kol. Michaëlstraat Franse Pad bos 12a-b H. Bentinckstraat a-b E. de Bruijnstraat 70 Werkgrens Nieuwe dwa-rioolstreng, afm. lengte, put nr, hoogte en bob. maten Nieuwe hwa-streng, bob. maten Bestaande gemengde-rioolstreng, afm. lengte, put nr, hoogte en bob. maten Te vervallen, rioolstreng en put? T:\klanten\Naarden\ Herinrichting en rioleringsmaatregelen Thijssepark en Keverdijk-West\tekeningen\ontwerp\ S04-S05 Nieuwe situatie rioleringsplan.dwg Plot, Naam: Timmer, Jos Klik hier om rand te wijzigen-> Klik hier om papierformaat te wijzigen->

21 Bijlage 2 Overzicht rioolstrengen en waterbezwaar

22 Nr. Straatnaam Putnrs. b.o.b. Lengte Dagen Debiet m³/u Debiet m³/d Waterbezwaar 1 Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , langs kanaal , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , langs kanaal , langs kanaal , langs kanaal Nesciohof , Nesciohof , Nesciohof , Nesciohof , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , Jac. P Thijssepark , langs kanaal , Churchillstraat , Churchillstraat , Churchillstraat , Churchillstraat , E. de Bruijnstraat , E. de Bruijnstraat , Kol. Michaelstraat , Kol. Michaelstraat , Kol. Michaelstraat , Kol. Michaelstraat , Kol. Michaelstraat , Kol. Michaelstraat , E. de Bruijnstraat , Keverdijk , E. de Bruijnstraat , Plein , Churchillstraat , Roerdompstraat , Lepelaarstraat , Aalscholverstraat , Churchillstraat , Churchillstraat , Nesciohof , Nesciohof , % regel 173 plus 10%

23 Bijlage 3 Gegevens DINOloket

24 Verticale Doorsnede REGIS II v2.1 Hoogte t.o.v. NAP: -220

25

26 Verticale Doorsnede GeoTOP v1.2 Hoogte t.o.v. NAP: -20

27

28 Bijlage 4 Gegevens uit diverse onderzoeken

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47

48

49

50

51

52

53

54

55

56

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66

67

68

69 Bijlage 5 Kaarten van provincie en waterschap

70

71

72

73

74 ± 17-1 VP: -1, VP: -1, VP: -1,45 Naardertrekvaart NAP - 0,30 m Buitendijken ten noorden van Naarden 17-4 VP: -0, VP: -0,85 Naarden Keverdijkse Overscheense Polder 4000 VP: -0, VP: -1, VP: -0,7 Naardermeer 20-3 FP ondergr: -1,1 FP bovengr: -0,9 Copyright: 2010 Waternet, Amsterdam Verklaring Gemeenten Secundaire kering (legger) Zoneringen boezemwaterkeringen Beschermingszones Kernzone Binnenbeschermingszone Buitenbeschermingszone Polders Vigerende peilgebieden GBKN-Watervlakken Hydrovakken (Beheerregister) Woonwijk Naarden Keverdijk in Naarden Tekenaar: Par.: Datum tekening: Projectleider: Par.: Controleur: Par.: Status tekening: R.K. Meinders <NAAM> <NAAM> Concept Opdrachtgever: Projectnummer: Form aat: Schaal: Datum uitgifte: Tekeningnummer: Bladnr: <AFDELING> XXXXXXXXXX A4 1:7.000 DD-MM-JJJJ m Sectoren Watersysteem / Klant, Markt & Relaties Afdeling Planadvies & Vergunningen Bezoekadres: Korte Ouderkerkerdijk BA Amsterdam Tel

75 Bijlage 6 Berekende verlagingscontouren en grondwaterstanden

76 0,1 0,1 0,5 0,5 0,2 0,2 LEGENDA Verlagingscontour freatisch water 0,1 Verlagingscontour watervoerend pakket 0,05 0,05 Naarden, Jac. P. Thijssepark e.o. Bemalingsadvies Verlagingscontour Jac. P. Thijssepark (25-27) W W streng1 A3 HMA m 1:5000 PJ Milieu BV 1 250m Aan de maten kunnen geen rechten worden ontleend. Adres: Telefoon: Internet: Nijverheidsstraat RJ Nijkerk info@pjmilieu.nl

77 0,5 0,5 0,2 0,2 LEGENDA Verlagingscontour freatisch water Verlagingscontour watervoerend pakket 0,1 0,1 Naarden, Jac. P. Thijssepark e.o. Bemalingsadvies 0,05 Verlagingscontour Jac. P. Thijssepark (65-68) W W streng2 0,05 A3 1: HMA 50m m PJ Milieu BV Aan de maten kunnen geen rechten worden ontleend. Adres: Telefoon: Internet: Nijverheidsstraat RJ Nijkerk info@pjmilieu.nl

78 1,0 1,0 0,5 0,5 0,2 0,2 LEGENDA 0,1 Verlagingscontour freatisch water Verlagingscontour watervoerend pakket 0,1 Naarden, Jac. P. Thijssepark e.o. Bemalingsadvies 0,05 Verlagingscontour langs kanaal (16-18) W W streng3 0,05 A3 1: HMA 50m m PJ Milieu BV Aan de maten kunnen geen rechten worden ontleend. Adres: Telefoon: Internet: Nijverheidsstraat RJ Nijkerk info@pjmilieu.nl

79 1,5 1,5 1,0 1,0 0,5 0,5 0,2 LEGENDA Verlagingscontour freatisch water 0,2 Verlagingscontour watervoerend pakket Naarden, Jac. P. Thijssepark e.o. 0,1 Bemalingsadvies Verlagingscontour E. de Bruijnstraat (93-94) 0,1 0, W A3 0 1:5000 PJ Milieu BV W streng4 HMA m 4 250m Aan de maten kunnen geen rechten worden ontleend. 0,05 Adres: Telefoon: Internet: Nijverheidsstraat RJ Nijkerk info@pjmilieu.nl

80 1,0 1,0 0,5 0,5 0,2 LEGENDA 0,2 Verlagingscontour freatisch water Verlagingscontour watervoerend pakket 0,1 Naarden, Jac. P. Thijssepark e.o. Bemalingsadvies 0,1 Verlagingscontour Kol. michaelstraat (94-107) W W streng5 0,05 A3 1: HMA 50m m Aan de maten kunnen geen rechten worden ontleend. 0,05 PJ Milieu BV Adres: Telefoon: Internet: Nijverheidsstraat RJ Nijkerk info@pjmilieu.nl

81 0,2 0,2 0,1 0,1 0,05 0,05 LEGENDA Verlagingscontour freatisch water Verlagingscontour watervoerend pakket Naarden, Jac. P. Thijssepark e.o. Bemalingsadvies Verlagingscontour Churchillstraat (77-86) W W streng6 A3 1: HMA 50m m Aan de maten kunnen geen rechten worden ontleend. 0,05 PJ Milieu BV Adres: Telefoon: Internet: Nijverheidsstraat RJ Nijkerk info@pjmilieu.nl

82 Bijlage 7 Berekende zettingen

83 Boorstaat 1,00 1,00 mv 0,50 0,50 zand silt veen veen veen veen veen zand diepte in m tov NAP 0,00-0,50-1,00-1,50-2,00-2,00 korrelspanning in kn/m2 0,0 5,0 10,0 15,0 20,0 25, zetting in mm zetting korrelspanning oud belastingtoename korrelspanning nieuw diepte in m NAP 0,00-0,50-1,00-1,50 uitgangspunten: maaiveld 0,80 m + NAP belasting toename 14 kn Berekening ter plaatse van de kade langs de Naardertrekvaart Zettingsberekening 14-jan-15 Opdracht nr W