VOORLOPIG GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 2019/1

Transcriptie

1 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSES KLINISCHE BIOLOGIE VOORLOPIG GLOBAAL RAPPORT MICRO/SERO/PARA ENQUETE 209/ Microbiologie Oligella urethralis Campylobacter fetus Bacteroides fragilis Streptococcus pneumoniae Parasitologie P/6093 P/6094 Serologie HBV-serologie HCV-serologie Hepatitisserologie Influenza-Ag Sciensano/Micro/Sero/Para/8-NL Sciensano Kwaliteit van laboratoria J. Wytsmanstraat, Brussel België T F info@sciensano.be Ievenslang gezond

2 ISSN: EXPERTENCOMITE SCIENSANO PANNIS Martine Secretariaat TEL: 02/ FAX: 02/ Dr. VERNELEN Kris Dr. CHINA Bernard Experten Apr. BOEL An Enquêtecoördinator Vervanger enquêtecoördinator Instelling OLVZ Aalst TEL: 02/ TEL: 02/ Dr. BOELENS Jerina UZ Gent Dr. BOERAS Anca CLINIQUE ST JOSEPH Liège Dr. CAMPS Kim ZNA Antwerpen Dr. DE BEENHOUWER Hans OLVZ Aalst Dr. DE GHELDRE Yves CHIREC Bruxelles Dr. DELFORGE Marie-Luce ULB ERASME Bruxelles Dr. DEPYPERE Melissa UZ Leuven Dr. HUANG Te-Din Daniel UCL Mont Godinne Dr. MEEX Cécile CHU Liège Dr. MAGERMAN Koen JESSA ZIEKENHUIS Hasselt Dr. PADALKO Elizaveta UZ Gent Dr. REYNDERS Marijke AZ SINT JAN Brugge Dr TRE HARDY Marie LBS Forest Dr. VAN ACKER Jos AZ ST LUCAS Gent Dr. VAN DEN BOSSCHE Dorien ITG Antwerpen Dr. VAN GASSE Natasja ZNA Antwerpen 2/68

3 Dr. VERROKEN Alexia UCL Bruxelles Apr. VIJGEN Sara JESSA ZIEKENHUIS Hasselt Een voorlopige versie van dit rapport werd voorgelegd aan de experten vanaf /02/209 Dit rapport werd besproken op de expertenvergadering van : 28/03/209 Autorisatie verspreiding rapport: Door Kris Vernelen, enquêtecoördinator, op 28/03/209 Alle rapporten zijn tevens te raadplegen op onze website: 3/68

4 Inhoudstafel I. Algemene bemerkingen... 5 II. Identificaties Cultuur M/300 Oligella urethralis... 6 III. Resultaten van de identificaties Cultuur M/300 Oligella urethralis (hemocultuur) Cultuur M/6070 Campylobacter fetus (hemocultuur) Cultuur M/607 Bacteroides fragilis (hemocultuur) Cultuur M/6073 Streptococcus pneumoniae (hemocultuur)... 4 IV. Antibiogram... 5 V. Parasitologie De monsters Resultaten voor staal P/ Resultaten voor staal P/ VI. Serologie Hepatitis B Hepatitis C Influenza antigen Antwoorden op de vragenlijst m.b.t. Rubella... Error! Bookmark not defined. 4/68

5 I. Algemene bemerkingen Voor de e evaluatie van het jaar 209 (enquête 209/) werd volgend materiaal verzonden op 4 januari gelyofiliseerde monsters voor identificatie. Voor 3 monsters werden de resultaten van de gevoeligheidstesten gevraagd..2. Twee bloeduitstrijkjes voor parasitologisch onderzoek..3. Twee plasmamonsters voor de bepaling van de HBV en HCV serologie en 3 monsters voor de bepaling van het influenza-ag. AANTAL DEELNEMERS Het aantal evalueerbare antwoordbulletins bedroeg:. Voor identificatie en antibiogram: Voor parasitologie: Voor de serologie: HBV: 43 HCV: 43 Influenza-Ag: 09 Alle stalen gebruikt in de EKE zijn voorafgaandelijk goedgekeurd door de leden van de onderscheiden expertencomités, waarbij ook de homogeniteit bewezen werd. De stabiliteit volgt uti de resultaten van de laboratoria.. U kan de overzichten van alle stalen die in de verschillende enquêtes verzonden werden terugvinden op onze website op volgende pagina s: Bacteriologie: en vervolgens klikt u onder Codes op Overzicht verstuurde kiemen Parasitologie: en vervolgens klikt u onder Codes op Overzicht verstuurde parasieten Infectieuze serologie: en vervolgens klikt u op Lijst van de geëvalueerde parameters 5/68

6 II. Identificaties 2.. Cultuur M/300 Oligella urethralis Taxonomie Oligella urethralis behoort tot de familie van de Alcaligenaceae. Deze omvat o.a. ook de genera Achromobacter, Alcaligenes en Bordetella. Het Oligella genus bestaat uit 2 species: Oligella ureolytica (voordien CDC groep Ive) en Oligella urethralis (voordien Moraxella urethralis en CDC groep M-4). De bacterie werd voor het eerst beschreven als een Moraxella-like organisme door Lautrop et al. (970). Hij stelde Moraxella urethralis voor als een nieuw species binnen het genus Moraxella. Rosseau et al. (987) wijzigde de naam naar Oligella en introduceerde het als een nieuw genus. De naam Oligella werd gekozen omwille van de kleine gramnegatieve bacillen in de gramkleuring. Identificatie Oligella urethralis is een aërobe, niet-fermentatieve, niet-beweeglijke, oxidase-positieve kleine gramnegatieve coccobacil. Oligella urethralis is urease negatief in tegenstelling tot Oligella ureolytica. De kolonies op bloedagar zijn klein, wit-opaak en niet-hemolytisch (zie foto). In de helft van de gevallen groeit de kiem ook op een McConkey agar (= kleurloze kolonies). Bij deze stam was dit echter niet het geval. Oligella urethralis groeit eveneens op een Chromagar oriëntation welke vaak gebruikt wordt bij de kweek van urinestalen. De kiem is opgenomen in de beschikbare commerciële systemen zoals Vitek, Phoenix en API 20NE/ID 32 GN, doch in de groep van de non-fermenters zijn de bekomen identificaties niet altijd betrouwbaar. Dit geldt ook voor Oligella urethralis. De introductie van de Malditof zorgde hier echter voor een verbetering. In de huidige EKE rapporteerden 87.7% van de deelnemers een correcte identificatie. 6/68

7 Klinische betekenis Oligella urethralis wordt beschouwd als een commensaal van de urogenitale tractus en veroorzaakt zelden infecties bij de mens. Occasioneel wordt Oligella urethralis geïdentificeerd als oorzakelijke kiem van urineweginfecties en genitale infecties. Er zijn een beperkt aantal case reporten gepubliceerd waarbij invasieve infecties zijn beschreven: bacteriëmie, CAPD peritonitis, septische artritis en emfysemateuze pyelonefritis. De kiem wordt beschouwd als een potentieel opportunistische pathogeen bij ouderen, voornamelijk bij patiënten met diabetes en obstructie van de urinewegen (bv nierstenen). De lage virulentie van deze kiem is waarschijnlijk de voornaamste reden dat er nog maar weinig klinische infecties zijn beschreven. Bovendien werd de kiem voor het Malditof tijdperk vaak foutief geïdentificeerd als fenotypisch gelijkaardige organismen zoals Bordetella bronchiseptica en Achromobacter spp. Gevoeligheid voor antibiotica Er zijn weinig gegevens omtrent de gevoeligheidsbepaling van Oligella urethralis, noch CLSI noch EUCAST heeft species gerelateerde breekpunten beschikbaar. Oligella urethralis is meestal gevoelig voor alle β-lactam antibiotica inclusief penicilline. In één casus werd verworven β-lactamase beschreven door de integratie van een ampc gen afkomstig van Acinetobacter baumannii in het chromosoom. Verworven resistentie voor chinolones daarentegen wordt regelmatig vermeld, voornamelijk na veelvuldige behandeling van recurrente urineweginfecties. Kim Camps, ZNA, Antwerpen 7/68

8 Referenties Rossau, R., Kersters, K., Falsen, E., Jantzen, E., Segers, P., Union, A., Nehls, L., De Ley, J. Oligella, a new genus including Oligella urethralis comb. nov. (formerly Moraxella urethralis) and Oligella ureolytica sp. nov. (formerly CDC group IVe): Relationship to Taylorella equigenitalis and related taxa. Int. J. Syst. Bacteriol. 987; Mesnard, R. Sire, J.M., Donnio, P.Y., Riou, J.Y, Avril, J.L. Septic arthritis due to Oligella urethralis. Eur. J. Clin. Microbiol. Infect. Dis 992;: Pugliese, A., Pacris, B., Schoch, P.E., Cunha, B.A. Oligella urethralis urosepsis. Clin. Infect. Dis 993;7: Riley, U.B., Bignardi, G., Goldberg, L., Johnson, A.P., Holmes, B. Quinolone resistance in Oligella urethralis-associated chronic ambulatory peritoneal dialysis peritonitis. J. Infect. 996;32: Baqi, M., Mazzulli, T. Oligella infections : Case report and review of the literature. Can. J. Infect. Dis. 996;7(6): Mammeri, H., Poirel, L., Mangeney, N. Nordmann, P. Chromosomal integration of a cephalosporinase gene from Acinetobacter baumannii into Oligella urethralis as a source of acquired resistance to β-lactams. Antimicrob. Agents Chemother. 2003;47: Abdolrasouli, A., Aligholi, M., Hemmati, Y. Quinolone resistance in Oligella urethralis-associated urinary tract infection. Iran. J. Pharmacol.Ther. 2006;5: Shruti, N., Dhanalaxmi, A., Rajendran, R. Use of 6S rrna gene-based sequencing for identification of Oligella urethralis that was misidentified as Fransciella tularensis by an automated system. JMM case report 205 ; 2: DOI 0.099/jmmcr Amy L. Leber Clinical Microbiology Procedures Handbook 4th ed. Washington: ASM Press; 206: Yamaguchi, H., Yamaguchi, Y., Hadano, Y., Hayashi, K., Nagahara, C., Muratani, T., Ohkusu, K. The first case report of emphysematous pyelonephritis and bacteremia due to Oligella urethralis. Int. J. Med. Microbiol 207;307(3): /68

9 2.2. Cultuur M/6070 Campylobacter fetus 2.3. Cultuur M/607 Bacteroides fragilis 2.4. Cultuur M/6073 Streptococcus pneumoniae 9/68

10 III. Resultaten van de identificaties 40 laboratoria hebben een antwoord ingestuurd. Naast 38 Belgische en Luxemburgse klinische laboratoria waren dit 2 buitenlandse laboratoria. Deze laatsten werden niet in de verwerking der resultaten opgenomen. Hoewel in de Toolkit de mogelijkheid voorzien is om uitbesteed te antwoorden, zouden wij willen vragen dit in hoofdzaak te gebruiken indien u vastloopt in de identificaties. Indien u in routine een bepaalde staaloorsprong niet verwerkt (bvb. hemoculturen) raden wij u toch aan om dergelijke stalen te enten en identificeren (en het eventuele antibiogram uit te voeren): in vele gevallen betreft het hier immers kiemen die ook in andere afnames kunnen voorkomen. Wij wensen ook te herhalen dat indien u, om welke reden dan ook, problemen ondervindt met een bepaald staal, het steeds mogelijk is om een 2 e staal te vragen gedurende de enquête (of na afloop ter controle van uw resultaten). De correcte of aanvaardbare resultaten zijn onderlijnd. 3.. Cultuur M/300 Oligella urethralis (hemocultuur) Het staal was voorzien van volgende klinische inlichtingen: Hemoculturen afgenomen bij een en 83-jarige bedlegerige dame gekend met diabetes mellitus die wordt getransfereerd vanuit RVT met koorts en verwardheid. Wij vragen u om het staal te behandelen zoals in routine: de identificatie antwoorden tot op het niveau dat u in routine antwoordt.. Oligella urethralis Oligella ureolythica Oligella species Moraxella urethralis Moraxella species Branhamella species Francisella tularensis Neisseria meningitidis Pseudomonas stutzeri Gram negatieve bacillen, non fermenters Gram negatieve bacillen, HACEK groep 2 Uitbesteed % Eén van deze beide laboratoria zou in routine deze kiem doorsturen, het andere niet. 2 Dit laboratorium zou in routine deze kiem doorsturen. 0/68

11 Overzicht van de antwoorden op de vraag of dit staal in routine doorgestuurd zou worden: Antwoord N labo s Epidemiologische redenen + confirmatie van identificatie en/of antibiogram 4 Epidemiologische redenen 2 Confirmatie van identificatie en/of antibiogram 2 Uitbesteed Wordt niet doorgestuurd 0 Epidemiologische redenen + confirmatie van identificatie en/of antibiogram 4 Totaal 40 Op de vraag naar het belang van de kiem, antwoordden 23 laboratoria dat de kiem een epidemiologisch belang heeft. /68

12 3.2. Cultuur M/6070 Campylobacter fetus (hemocultuur) Het staal was voorzien van volgende klinische inlichtingen: Een 3-jarige jongen wordt in het ziekenhuis opgenomen met hevige rilkoorts en algemeen onwelzijn. Hij heeft reeds gedurende enkele dagen een enteritis met diarree. Er worden hemoculturen afgenomen: alle flessen zijn positief. Wij vragen u om het staal te behandelen zoals in routine: de identificatie antwoorden tot op het niveau dat u in routine antwoordt en enkel een antibiogram uitvoeren indien u dit ook in routine zou uitvoeren. Campylobacter fetus fetus Campylobacter fetus Campylobacter species Campylobacter coli Campylobacter hyointestinalis Campylobacter jejuni Campylobacter ureolyticus Gram negatieve bacillen Geen groei Uitbesteed % 70.3% Dit laboratorium zou in routine deze kiem doorsturen. Overzicht van de antwoorden op de vraag of dit staal in routine doorgestuurd zou worden: Antwoord N labo s Epidemiologische redenen + confirmatie van identificatie en/of antibiogram 8 Confirmatie van identificatie en/of antibiogram 32 Epidemiologische redenen 8 Wij verzenden alle Campylobacters naar het referentiecentrum op hun vraag 2 Uitbesteed Wordt niet doorgestuurd 68 Totaal 38 Eén laboratorium vermeldde dat het enkel de confirmatie van het antibiogram betreft. 2 Luxemburgs laboratorium. Op de vraag naar het belang van de kiem, antwoordden 8 laboratoria dat de kiem zowel een epidemiologisch belang als een belang vanuit ziekenhuishygiënisch standpunt heeft. 43 laboratoria antwoordden dat de kiem een epidemiologisch belang heeft en 0 laboratoria dat de kiem een belang heeft vanuit ziekenhuishygiënisch standpunt. 2/68

13 3.3. Cultuur M/607 Bacteroides fragilis (hemocultuur) Het staal was voorzien van volgende klinische inlichtingen: Hemocultuur afgenomen bij een oudere patiënt (67j) met een geperforeerde appendicitis. Wij vragen u om het staal te behandelen zoals in routine: de identificatie antwoorden tot op het niveau dat u in routine antwoordt. Het antibiogram van dit staal is facultatief. Bacteroides fragilis Bacteroides stercoris Bacteroides species Fusobacterium necrogenes Anaeroben Geen groei Uitbesteed % Twee van deze drie beide laboratoria zouden in routine deze kiem doorsturen, het derde niet. Overzicht van de antwoorden op de vraag of dit staal in routine doorgestuurd zou worden: Antwoord N labo s Epidemiologische redenen + confirmatie van identificatie en/of antibiogram 8 Confirmatie van identificatie en/of antibiogram 25 Uitbesteed Andere niet gepreciseerde reden Wordt niet doorgestuurd 03 Totaal 38 Op de vraag naar het belang van de kiem, antwoordden 3 laboratoria dat de kiem zowel een epidemiologisch belang als een belang vanuit ziekenhuishygiënisch standpunt heeft. 22 laboratoria antwoordden dat de kiem een epidemiologisch belang heeft en 3 laboratoria dat de kiem een belang heeft vanuit ziekenhuishygiënisch standpunt. 3/68

14 3.4. Cultuur M/6073 Streptococcus pneumoniae (hemocultuur) Het staal was voorzien van volgende klinische inlichtingen: Hemoculturen afgenomen bij een 58-jarige vrouw met hoge koorts. Zes hemocultuurflessen positief.. Wij vragen u om het staal te behandelen zoals in routine: de identificatie antwoorden tot op het niveau dat u in routine antwoordt en enkel een antibiogram uitvoeren indien u dit ook in routine zou uitvoeren. Streptococcus pneumoniae Uitbesteed % Overzicht van de antwoorden op de vraag of dit staal in routine doorgestuurd zou worden: Antwoord N labo s Epidemiologische redenen + confirmatie van identificatie en/of antibiogram 7 Epidemiologische redenen + kapseltypering 2 Confirmatie van identificatie en/of antibiogram + kapseltypering Epidemiologische redenen 2 78 Confirmatie van identificatie en/of antibiogram 3 7 Kapseltypering Uitbesteed Wordt niet doorgestuurd 3 Totaal 38 Eén laboratorium vermeldde dat het enkel de confirmatie van het antibiogram betreft. (controle fluorochinolone-resistentie) 2 Drie laboratoria vermeldden dat dit ook kapseltypering betreft) 3 Eén laboratorium vermeldde dat het enkel de confirmatie van het antibiogram betreft. (controle moxifloxacineresistentie) Op de vraag naar het belang van de kiem, antwoordden 76 laboratoria dat de kiem een epidemiologisch belang heeft en één laboratorium dat de kiem een belang heeft vanuit ziekenhuishygiënisch standpunt. 4/68

15 IV. Antibiogram Een algemeen overzicht van de resultaten wordt gegeven bij het begin van de bespreking. In de verdere verwerking worden de resultaten geanalyseerd naargelang de methode. De laatste kolom in tabel geeft het aantal laboratoria weer die vermeld hebben dat zij in routine het resultaat van het betreffende antibioticum niet aan de clinicus zouden antwoorden: het is inderdaad mogelijk dat een laboratorium bepaalde antibiotica test maar het resultaat niet (steeds) aan de clinicus antwoordt maar bvb slechts in bepaalde omstandigheden (bvb. rekening houdend met de resultaten van andere antibiotica, of gebruik van een bepaald antibioticum als marker voor andere antibiotica, ). Het type antibiogram werd opgesteld op basis van de resultaten van de verschillende experten. Cultuur M/6070 (Campylobacter fetus) Op staal M/6070 voerden 29 laboratoria geen antibiogram uit: hiertoe behoren de laboratoria die het staal uitbesteden, de laboratoria die geen groei bekwamen, de laboratoria die geen duidelijke identificatie bekwamen en een aantal laboratoria die verklaarden dat EUCAST niet beschikt over richtlijnen voor C. fetus. Een aantal laboratoria hebben vermeld welke richtlijnen zij wel gebruikt hebben: extrapolatie van de EUCAST-richtlijnen voor C. jejuni/c. coli, non species related richtlijnen van EUCAST, de criteria van de SFM, Rosco criteria 203, PK/PD, masterthesis van UGent, wetenschappelijke artikels, Drie laboratoria die het antibiogram uitgevoerd hebben, vermelden dat ze in routine geen enkel resultaat zouden doorgeven aan de clinicus wegens het ontbreken van richtlijnen. Niet alle deelnemers bepaalden de gevoeligheid voor alle antibiotica. Sommige deelnemers bepaalden de gevoeligheid met meer dan methode; in alle gevallen kwamen deze resultaten overeen. Tabel 4... Resultaten der laboratoria voor de antibiogrammen voor staal M/6070 (Campylobacter fetus). Antibioticum Verwachte resultaat Totaal S I R * Niet in routine Ampicilline S Amoxicilline Amoxicilline-clavulaanzuur S Erythromycine S Azithromycine Tetracycline S Doxycycline Ciprofloxacine S Levofloxacine Moxifloxacine * Eén laboratorium vermeldde wel de MIC-waarden bekomen met de E-test en de diameters bekomen met de papieren schijfjes doch gaf geen interpretatie weer omdat er geen richtlijnen voorradig zijn. Deze opmerking heeft enkel betrekking op deze laboratoria die slechts een aantal antibiotica niet in routine zouden antwoorden. 2 Twee laboratoria bepaalden de gevoeligheid voor amoxicilline in plaats van ampicilline. 3 Eén laboratorium bepaalde de gevoeligheid voor erythromycine en azithromycine. Eén laboratorium bepaalde de gevoeligheid voor azithromycine in plaats van erythromycine 4 Eén laboratorium bepaalde de gevoeligheid voor doxycycline in plaats van tetracycline 5 Eén laboratorium bepaalde de gevoeligheid voor levofloxacine in plaats van ciprofloxacine. Eén laboratorium bepaalde de gevoeligheid voor levofloxacine en moxifloxacine in plaats van ciprofloxacine. 5/68

16 Het in de tabellen tot en met weergegeven resultaat is het finale resultaat, na eventuele wijziging via toepassing der expert-regels. De resultaten van de laboratoria die de diameter van de papieren schijfjes manueel afgelezen hebben, vindt u in tabel Sommige deelnemers vermeldden een andere lading dan de aangewezen lading; deze laboratoria werden niet in de berekening der medianen, minimum en maximum opgenomen. De resultaten van de laboratoria die de Adagio gebruikt hebben om de diameters van de papieren schijfjes af te lezen vindt u in tabel Twee laboratoria gebruikten de Sirscan om de diameter af te lezen van de papieren schijfjes voor amoxicilline-clavulaanzuur, erythromycine, tetracycline en ciprofloxacine (alle resultaten S voor beide laboratoria). Tabel Resultaten bekomen met de papieren schijfjes voor staal M/6070 (Campylobacter fetus). Aantal gebruikers Resultaat (Totaal aantal met vermelding Lading Mediane Grenswaarden gebruikers) Antibioticum van lading (Totaal (µg/schijfje) diameter diameter S I R * aantal gebruikers) * Eén laboratorium vermeldde wel de diameters bekomen met de papieren schijfjes doch gaf geen interpretatie weer omdat er geen richtlijnen voorradig zijn. Tevens vermeldde één laboratorium een diameter <2 mm.. Tabel Resultaten bekomen met de Adagio voor staal M/6070 (Campylobacter fetus) Antibioticum Aantal gebruikers met vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) Lading (µg/schijfje) Mediane diameter Grenswaarden diameter Resultaat (Totaal aantal gebruikers) S I R Ampicilline 26 (29) Amoxicillineclavulaanzuur 35 (35) Erythromycine 53 (54) Tetracycline 48 (50) Ciprofloxacine 47 (47) Levofloxacine () Moxifloxacine () Ampicilline 5 (8) Amoxicillineclavulaanzuur 7 (7) Erythromycine 9 9) Tetracycline 9 (9) Ciprofloxacine 8 (8) Levofloxacine () Tevens vermeldde één laboratorium een diameter 30 mm en één laboratorium een diameter >32 mm. 6/68

17 In tabel vermeldden wij voor de Neosensitabs schijfjes ( nieuwe ladingen) de resultaten bekomen met manuele aflezing. Eén laboratorium gebruikte de Sirscan om de diameter van de Neosensitabs schijfjes ( nieuwe ladingen) af te lezen voor tetracycline (resultaat S ). Eén laboratorium heeft de Neosensitabs schijfjes met de klassieke ladingen gebruikt voor erythromycine, tetracycline (beide S ) en ciprofloxacine ( R ). Tabel Resultaten bekomen met de Neosensitabs schijfjes voor staal M/6070 (Campylobacter fetus). Antibioticum Aantal gebruikers met vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) Lading (µg/schijfje) Mediane diameter Grenswaarden diameter Resultaat (Totaal aantal gebruikers) S I R Tevens vermeldde één laboratorium een diameter >30 mm en één laboratorium een diameter >32 mm. 2 Tevens vermeldde één laboratorium een diameter >23 mm en één laboratorium een diameter >32 mm. 3 Tevens vermeldde één laboratorium een diameter >30 mm. 4 Tevens vermeldde één laboratorium een diameter >28 mm. 5 Tevens vermeldde één laboratorium een diameter >30 mm en één laboratorium een diameter >32 mm. 6 Tevens vermeldde één laboratorium een diameter >30 mm. De resultaten die met de E-test bekomen werden, zijn samengevat in onderstaande tabel. Tabel Resultaten bekomen MIC-waarden met de E-test voor staal M/6070 (Campylobacter fetus). Antibioticum Aantal laboratoria Resultaat MIC-waarde (mg/l) Ampicilline 8 x * 0.38 mg/l 7 x S mg/l; 0.25 mg/l; 0.9 mg/l; 2 x 0.25 mg/l; 0.38 mg/l; 3 x 0.5 mg/l; 2 x 0.75 mg/l; 6 x mg/l Amoxicilline 2 2 x S 2 x 0.5 mg/l Ampicilline 0 (3) Amoxicillineclavulaanzuur 2 2 (4) Erythromycine 2 3 (22) Azithromycine (2) Tetracycline 4 5 6) Doxycycline () Amoxicillineclavulaanzuur 5 x * 0.38 mg/l 4 x S 2 x 0.06 mg/l: mg/l; 2 x 0.25 mg/l; 2 x 0.9 mg/l; 2 x 0.25 mg/l; 5 x 0.38 mg/l Erythromycine 3 x R 0.75 mg/l 2 x S mg/l; 0.5 mg/l; 0.75 mg/l; mg/l; 7 x.5 mg/l; 2 mg/l Tetracycline x S 0.25 mg/l; 0.9 mg/l; 0.25 mg/l; 2 x 0.38 mg/l; 3 x 0.5 mg/l; 2 x 0.75 mg/l; mg/l Ciprofloxacine 20 x * 0.38 mg/l 4 x R 3 x 0.75 mg/l; mg/l x 0.5 mg/l 4 x S 0.25 mg/l; 3 x 0.25 mg/l; 3 x 0.38 mg/l; 7 x 0.5 mg/l * Eén laboratorium vermeldde wel de MIC-waarden bekomen met de E-test doch gaf geen interpretatie weer omdat er geen richtlijnen voorradig zijn. 7/68

18 De resultaten die met de MICE-test bekomen werden, zijn samengevat in onderstaande tabel. Tabel Resultaten bekomen MIC-waarden met de MICE-test voor staal M/6070 (Campylobacter fetus). Antibioticum Aantal laboratoria Resultaat MIC-waarde (mg/l) De resultaten die met de MIC test Strip bekomen werden, zijn samengevat in onderstaande tabel. Tabel Resultaten bekomen MIC-waarden met de MIC Test Strip voor staal M/6070 (Campylobacter fetus). Antibioticum Aantal laboratoria Resultaat Ampicilline 4 2 x I 2 x 0.5 mg/l 2 x S 0.03 mg/l; mg/l Amoxicillineclavulaanzuur 3 2 x I 0.2 mg/l. 0.5 mg/l x S 0.25 mg/l Ciprofloxacine 2 x R mg/l x 0. 2 mg/l Ampicilline 3 3 x S 2 x 0.5 mg/l; 2 mg/l Amoxicillineclavulaanzuur 2 2 x S 0.06 mg/l; 0.5 mg/l Erythromycine x S 4 mg/l Tetracycline x S 0.9 mg/l Ciprofloxacine 3 x I 0.5 mg/l 2 x S 0.38 mg/l; 0.5 mg/l MIC-waarde (mg/l) De meeste laboratoria behielden het ruw resultaat voor het antwoorden van het finale resultaat. Toch wijzigden enkele laboratoria het ruw resultaat al dan niet op basis van expert regels: - Ampicilline o S I MICE: 2 labo s - Amoxicilline-clavulaanzuur o S I MICE: 2 labo s - Ciprofloxacine o S I Papieren schijfjes: labo (mede op basis van andere technieken) MICE. labo (mede op basis van andere technieken) o I R E-test: labo 8/68

19 4.2. Cultuur M/607 (Bacteroides fragilis) Op staal M/607 voerden 50 laboratoria geen antibiogram uit: hiertoe behoren de laboratoria die het staal uitbesteden, de laboratoria die geen groei bekwamen en in hoofdzaak laboratoria die verklaarden geen antibiogram uit te voeren op anaeroben. Een aantal laboratoria vermeldden dat er geen CLSI of EUCAST-richtlijnen bestaan voor deze kiem. Enkelen vermeldden daarom gebruik gemaakt te hebben van richtlijnen van de SFM, masterthesis van UGent, wetenschappelijke artikels De antwoorden op de bijkomende vragen die gesteld werden i.v.m. antibiogrammen voor anaeroben, worden in onderstaande tabellen weergegeven. Tabel Gebruikte bodems voor antibiogram van anaeroben Bodem N labo s Muller Hinton + paardenbloed (MHF: Fastidious Muller Hinton ) 27 Schaedler 8 BBA (Brain Blood Agar) Muller Hinton + bloed 7 Schaedler + schapenbloed 7 Muller Hinton + schapenbloed 6 ATB ANA 5 Brucella agar + bloed 5 Brucella agar 4 Bloedagar MMS (Micro Media Systems Anaerobe panel) Wilkiins + amika + SB Totaal 93 Tabel Gebruikte atmosfeer voor antibiogram van anaeroben Atmosfeer N labo s Anoxomat 53 Anaerobiosis in jar + gas-pak 25 Anaerobic incubator 7 Genbag anaeroben 4 Genbox anaeroben (biomérieux) Plastiek zakje + gas-pak Anaerocult zakje Whitley jar gassing system Totaal 93 9/68

20 Tabel Gebruikte incubatieduur voor antibiogram van anaeroben Incubatieduur N labo s 48 u u u voor alle antibiotica, behalve clindamycine waarvoor 48 u vereist is u in functie van groei Totaal 93 Niet alle deelnemers bepaalden de gevoeligheid voor alle antibiotica. Sommige deelnemers bepaalden de gevoeligheid met meer dan methode; in alle gevallen kwamen deze resultaten overeen. Eén laboratorium, vermeldde dat het in routine geen enkel resultaat zouden doorgeven aan de clinicus wegens het ontbreken van richtlijnen. Vier laboratoria vermeldden de aanwezigheid van een carbapenemase. Tabel Resultaten der laboratoria voor de antibiogrammen voor staal M/607 (Bacteroides fragilis). Antibioticum Verwachte resultaat Totaal Resultaat S I R Niet in routine Penicilline R Amoxicilline Amoxicilline-clavulaanzuur S Clindamycine R Metronidazole S Carbapenems - - Meropenem R Imipenem Deze opmerking heeft enkel betrekking op deze laboratoria die slechts een aantal antibiotica niet in routine zouden antwoorden. 2 Eén laboratorium bepaalde de gevoeligheid voor penicilline en amoxicilline. Het in de tabellen tot en met weergegeven resultaat is het finale resultaat, na eventuele wijziging via toepassing der expert-regels. De resultaten van de laboratoria die de diameter van de papieren schijfjes manueel afgelezen hebben, vindt u in tabel Sommige deelnemers vermeldden een andere lading dan de aangewezen lading; deze laboratoria werden niet in de berekening der medianen, minimum en maximum opgenomen. De resultaten van de laboratoria die Adagio gebruikt hebben om de diameters van de papieren schijfjes af te lezen vindt u in tabel De berekeningen van mediaan, minimum en maximum hiervan zijn echter niet uitgevoerd voor dit laatste toestel omwille van het beperkte aantal deelnemers (minimum aantal deelnemers benodigd voor statistische analyse = 6 voor ten minste antibioticum). Eén laboratorium heeft de Sirscan gebruikt om de diameter van de papieren schijfjes af te lezen voor amoxicilline-clavulaanzuur, metronidazole (beide S ) en clindamycine ( R ) 20/68

21 Tabel Resultaten bekomen met de papieren schijfjes voor staal M/607 (Bacteroides fragilis). Antibioticum Aantal gebruikers met vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) Lading (µg/schijfje) Mediane diameter Grenswaarden diameter Resultaat (Totaal aantal gebruikers) S I R Penicilline (8) Amoxicillineclavulaanzuur 20 (20) Clindamycine 20 (2) Metronidazole 3 (4) 3 - Carbapenems Meropenem 3 4 (4) Imipenem () Er werden 2 verschillende ladingen gebruikt. 2 6 µg = 0U 3 Er werden 5 verschillende ladingen gebruikt. 4 Tevens antwoordde één laboratorium een diameter van 0. Tabel Resultaten bekomen met de Adagio voor M/607 (Bacteroides fragilis). Antibioticum Aantal gebruikers Resultaat S I R Penicilline Amoxicilline-clavulaanzuur Clindamycine Metronidazole Carbapenems Meropenem - - Imipenem In tabellen en vermeldden wij voor respectievelijk de Neosensitabs schijfjes met klassieke lading ( old) en nieuwe lading ( new ) de resultaten bekomen met manuele aflezing. Eén laboratorium las de diameter van de klassieke schijfjes af met de Sirscan voor penicilline ( R ). Eén laboratorium las de diameter van de nieuwe schijfjes af met de Sirscan voor penicilline, clindamycine (beide R ), amoxicilline-clavulaanzuur en metronidazole (beide S ). 2/68

22 Tabel Resultaten bekomen met de Neosensitabs (klassieke ladingen) voor staal M/607 (Bacteroides fragilis). Antibioticum Aantal gebruikers met vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) Lading (µg/schijfje) Mediane diameter Grenswaarden diameter Resultaat (Totaal aantal gebruikers) S I R Tabel Resultaten bekomen met de Neosensitabs (nieuwe ladingen) voor staal M/607 (Bacteroides fragilis). Antibioticum Aantal gebruikers met vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) Lading (µg/schijfje) Mediane diameter Grenswaarden diameter Resultaat (Totaal aantal gebruikers) S I R Penicilline () Amoxicillineclavulaanzuur 2 (2) Clindamycine 2 (2) Metronidazole 7 (7) Carbapenems Meropenem () Imipenem () Penicilline 6 (7) Amoxicillineclavulaanzuur 2 (2) Clindamycine 9 3 (2) Metronidazole 0 4 (3) Carbapenems Meropenem 5 5 (7) Imipenem (2) Tevens vermeldde één laboratorium een diameter <9 mm. 2 6 µg = 0U 3 Tevens vermeldde één laboratorium een diameter <8 mm en 2 laboratoria een diameter 9 mm. 4 Tevens vermeldde één laboratorium een diameter >30 mm. 5 Tevens vermeldde één laboratorium een diameter <8 mm 22/68

23 De resultaten die met de E-test bekomen werden, zijn samengevat in onderstaande tabel. Tabel Resultaten bekomen MIC-waarden met de E-test voor staal M/607 (Bacteroides fragilis). Antibioticum Aantal laboratoria Resultaat MIC-waarde (mg/l) 2 x S 2 x 0.25 mg/l De resultaten die met de MICE-test bekomen werden, zijn samengevat in onderstaande tabel. Tabel Resultaten bekomen MIC-waarden met de MICE-test voor staal M/607 (Bacteroides fragilis). Antibioticum Aantal laboratoria Resultaat MIC-waarde (mg/l) De resultaten die met de MIC Test Strip bekomen werden, zijn samengevat in onderstaande tabel. Tabel Resultaten bekomen MIC-waarden met de MIC Test Strip voor staal M/607 (Bacteroides fragilis). Antibioticum Aantal laboratoria Resultaat MIC-waarde (mg/l) Penicilline x R 8 mg/l; 2 mg/l; 5 x 24 mg/l; 7 x 32 mg/l x S 32 mg/l Amoxicillineclavulaanzuur 33 x R 2 mg/l 5 c I 2 mg/l; 4 mg/l; 2 x 6 mg/l; 8 mg/l 27 x S 2 x mg/l; 9 x.5mg/l; 0 x 2 mg/l; 4 x 3 mg/l; 2 x 4 mg/l Clindamycine x R 26 x 256 mg/l Metronidazole x S 0.25 mg/l; 3 x 0.25 mg/l; 7 x 0.38 mg/l; x 0.5 mg/l; 6 x 0.75 mg/l; 3 x mg/l; 5 mg/l Meropenem 27 x I 4 mg/l 26 x R 3 x 2 mg/l; 5 x 6 mg/l; 7 x 32 mg/l; 256 mg/l Imipenem 3 x R 32 mg/l Penicilline 4 4 x R 4 x 32 mg/l Amoxicillineclavulaanzuur 6 x R 4 mg/l 5 c S mg/l; 2 mg/l; 3 x 4 mg/l Clindamycine 5 5 x R 64 mg/l; 4 x 256 mg/l Metronidazole 6 6 x S 2 x 0.5 mg/l; 4 x mg/l Meropenem 4 4 x R 4 x >32 mg/l Penicilline 3 3 x R 3 x 32 mg/l Amoxicillineclavulaanzuur 33 x R 2 mg/l 4 x S mg/l; 2 mg/l; 3 mg/l; 4 mg/l Clindamycine 5 5 x R 5 x 256 mg/l Metronidazole 5 5 x S 2 x 0.75 mg/l;.5 mg/l; 2 mg/l; 4 mg/l Meropenem 3 3 x R 2 mg/l; 2 x 32 mg/l Imipenem x S 0.9 mg/l 23/68

24 De resultaten bekomen met de ATB methode worden weergegeven in onderstaande tabel. Tabel Resultaten bekomen met de ATB voor staal M/607 (Bacteroides fragilis). Antibioticum Aantal gebruikers Resultaat S I R Penicilline Amoxicilline-clavulaanzuur Clindamycine Metronidazole Carbapenems Imipenem 4 2 De meeste laboratoria behielden het ruw resultaat voor het antwoorden van het finale resultaat. Toch wijzigden enkele laboratoria het ruw resultaat al dan niet op basis van expert regels: - Amoxicilline-clavulaanzuur o S I E-test: labo o S R Papieren schijfjes: labo Adagio: labo E-test: labo MICE: labo MTS: labo - Imipenem o I R ATB: labo 24/68

25 4.3. Cultuur M/6073 (Streptococcus pneumoniae) Op staal M/6073 voerden 5 laboratoria geen antibiogram uit: de 2 laboratoria die dit soort stalen uitbesteden en 3 laboratoria die de reden niet vermeldden. Niet alle deelnemers bepaalden de gevoeligheid voor alle antibiotica. Sommige deelnemers bepaalden de gevoeligheid met meer dan methode; in alle gevallen kwamen deze resultaten overeen. Tabel Resultaten der laboratoria voor de antibiogrammen voor staal M/6073 (Streptococcus pneumoniae). Verwachte Niet in Totaal S I R Antibioticum resultaat routine Penicilline S Oxacilline Amoxicilline Ampicilline Erythromycine S Telithromycine - - Trimethoprim-sulfamethoxazole S Tetracycline S Doxycycline Levofloxacine R Moxifloxacine R Norfloxacine Zes laboratoria bepaalden de gevoeligheid voor oxacilline zonder naar de gevoeligheid van penicilline te verwijzen. 2 Drie laboratoria bepaalden de gevoeligheid voor amoxicilline en penicilline. Eén laboratorium bepaalde de gevoeligheid voor amoxicilline in plaats van penicilline. 3 Twee laboratoria bepaalden de gevoeligheid voor ampicilline en penicilline. 4 Eén laboratorium bepaalde de gevoeligheid voor erythromycine en telithromycine. 5 Eén laboratorium bepaalde de gevoeligheid voor tetracycline doch antwoordt dit aan de clinicus als de gevoeligheid voor doxycycline. 6 Twee laboratoria bepaalden de gevoeligheid voor moxifloxacine, levofloxacine en norfloxacine. Het in de tabellen tot en met weergegeven resultaat is het finale resultaat, na eventuele wijziging via toepassing der expert-regels. De resultaten van de laboratoria die de diameter van de papieren schijfjes manueel afgelezen hebben, vindt u in tabel Sommige deelnemers vermeldden een andere lading dan de aangewezen lading; deze laboratoria werden niet in de berekening der medianen, minimum en maximum opgenomen. De resultaten van de laboratoria die Adagio gebruikt hebben om de diameters van de papieren schijfjes af te lezen vindt u in tabel Eén laboratorium gebruikte de Sirscan om de diameters van de papieren schijfjes af te lezen voor erythromycine, trimethoprim-sulfamethoxazole, tetracycline (alle 3 S ), levofloxacine en moxifloxacine (beide R ). 25/68

26 Tabel Resultaten bekomen met de papieren schijfjes voor staal M/6073 (Streptococcus pneumoniae). Antibioticum Aantal gebruikers met vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) Lading (µg/schijfje) Mediane diameter Grenswaarden diameter Resultaat (Totaal aantal gebruikers) S I R De gevoeligheid voor penicilline wordt bepaald met behulp van het oxacillineschijfje van µg. 2 Tevens vermeldde één laboratorium een diameter 6 mm en één laboratorium een diameter van 0. Tabel Resultaten bekomen met de Adagio voor M/6073 (Streptococcus pneumoniae). Antibioticum Aantal gebruikers met vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) Lading (µg/schijfje) Mediane diameter Grenswaarden diameter Resultaat (Totaal aantal gebruikers) S I R Penicilline (3) Oxa Oxacilline () Erythromycine 32 (32) Trimethoprimsulfamethoxazole 23 (23) Tetracycline 2 (2) Levofloxacine 4 2 (6) Moxifloxacine 23 (23) Norfloxacine 2 (2) Penicilline 4 (5) Oxa Oxacilline 3 (3) Erythromycine 2 (2) Telithromycine () Trimethoprimsulfamethoxazole 7 (7) Tetracycline 7 (7) Levofloxacine 4 (4) Moxifloxacine 0 (0) De gevoeligheid voor penicilline wordt bepaald met behulp van het oxacillineschijfje van µg In tabel vermeldden wij voor de Neosensitabs schijfjes ( nieuwe ladingen) de resultaten bekomen met manuele aflezing. Twee laboratoria hebben de Sirscan gebruikt om de diameters van de Neosensitabs schijfjes ( nieuwe ladingen) af te lezen : één laboratorium voor penicilline, erythromycine, trimethoprim-sulfamethoxazole, tetracycline (alle 4 S ), levofloxacine en moxifloxacine (beide R ): het tweede laboratorium voor erythromycine en trimethoprimsulfamethoxazole (beide S ). Eén laboratorium heeft de Neosensitabs schijfjes met de klassieke ladingen gebruikt voor penicilline, erythromycine en tetracycline (alle 3 S ). 26/68

27 Tabel Resultaten bekomen met de Neosensitabs voor staal M/6073 (Streptococcus pneumoniae). Antibioticum Aantal gebruikers met vermelding van lading (Totaal aantal gebruikers) Lading (µg/schijfje) Mediane diameter Grenswaarden diameter Resultaat (Totaal aantal gebruikers) S I R Tevens vermeldde één laboratorium een diameter 6 mm en één laboratorium een diameter van 0. 2 De gevoeligheid voor penicilline wordt bepaald met behulp van het oxacillineschijfje van µg. De resultaten die met de E-test bekomen werden, zijn samengevat in onderstaande tabel. Tableau Resultaten bekomen MIC-waarden met de E-test voor staal M/6073 (Streptococcus pneumoniae). Antibioticum Aantal laboratoria Resultaat MIC-waarde (mg/l) Penicilline 6 (8) Oxa Oxacilline 2 (2) Amoxicilline () Erythromycine () Trimethoprimsulfamethoxazole 7 (7) Tetracycline 4 (4) Levofloxacine 2 (2) Moxifloxacine 8 (9) Penicilline 3 3 x S mg/l; 4 x mg/l; 5 x mg/l; 4 x 0.02 mg/l; 3 x 0.06 mg/l; mg/l; 2 x 0.06 mg/l; 6 mg/l Amoxicilline x S 0.06 mg/l Erythromycine 4 4 x S mg/l; 3 x 0.25 mg/l Trimethoprimsulfamethoxazole 2 2 x S mg/l; 0.25 mg/l Tetracycline 3 3 x S 0.094;mg/L 0.9 mg/l; 0.25 mg/l Levofloxacine 3 3 x R 3 x 32 mg/l Moxifloxacine 7 7 x R 2 mg/l; 4 mg/l; 3 x 6 mg/l; 2 x 8 mg/l Vijf laboratoria gebruikten de MICE-test voor de bepaling van de gevoeligheid voor penicilline: allen bekwamen het resultaat S (MIC-waarden: 2 x 0.03 mg/l; 2 x 0.06 mg/; 0.5 mg/l). Zeven laboratoria gebruikten de MIC Test Strip voor de bepaling van de gevoeligheid voor penicilline: allen bekwamen het resultaat S (MIC-waarden: 3 x mg/l; 3 x 0.02 mg/; mg/l). Eén laboratorium gebruikte deze test voor de bepaling van de gevoeligheid voor erythromycine ( I ; MIC-waarde 0.38 mg/l). 27/68

28 De resultaten bekomen met de Vitek worden weergegeven in onderstaande tabel. Tabel Resultaten bekomen met de Vitek voor staal M/6073 (Streptococcus pneumoniae). Vitek 2 Vitek 2 compact Aantal labo s Aantal labo s Antibioticum Meest dat deze MIC Meest dat deze MIC Finaal vermelde MIC waarde Finaal vermelde MIC waarde resultaat waarde (mg/l) vermeldde (Totaal aantal gebruikers) resultaat waarde (mg/l) vermeldde (Totaal aantal gebruikers) S I R S I R Penicilline (42) (6) Amoxicilline () Ampicilline () () Erythromycine (46) (8) Trimethoprimsulfamethoxaz (47) (7) ole Tetracycline (47) (8) Levofloxacine (46) (7) Moxifloxacine (45) (7) In de meeste gevallen is de meest vermelde MIC waarde de enige die vermeld werd door de deelnemers. In enkele gevallen werden ook andere waarden gerapporteerd: - voor penicilline vond één laboratorium een MIC mg/l en één laboratorium een MIC 0.25 mg/l met Vitek 2 - voor trimethoprim-sulfamethoxazole vond één laboratorium een MIC mg/l met Vitek 2; voor Vitek 2 compact vond één laboratorium een MIC van 8 mg/l en één laboratorium een MIC 0.0mg/L - voor levofloxacine vonden 2 laboratoria een MIC >8 mg/l met Vitek 2; voor Vitek 2 compact vond één laboratorium een MIC >8 mg/l - voor moxifloxacine vonden 2 laboratoria een MIC 2 mg/l met Vitek 2; voor Vitek 2 compact vond één laboratorium een MIC >2 mg/l De resultaten bekomen met Phoenix worden weergegeven in onderstaande tabel. Tabel Resultaten bekomen met de Phoenix voor M/6073 (Streptococcus pneumoniae). Resultaat Meest vermelde Aantal labo s dat MIC waarde deze MIC waarde Antibioticum (mg/l) vermeldde S I R (Totaal aantal gebruikers) Penicilline * (9) Erythromycine ** (0) Trimethoprim-sulfamethoxazole (0) Tetracycline (9) Levofloxacine >4 8 (8) Moxifloxacine (9) 28/68

29 * Voor penicilline werden volgende MIC-waarden gerapporteerd: - 3 x 0.03 mg/l - x 0.03 mg/l - 2 x mg/l - 3 x mg/l ** Voor erythromycine werden volgende MIC-waarden gerapporteerd: - 3 x 0.06 mg/l - x mg/l - 6 x mg/l Voor trimethoprim-sulfamethoxazole rapporteerde tevens één laboratorium een MICwaarde van 0 mg/l. Eén laboratorium gebruikte de Microscan voor de bepaling van de gevoeligheid: voor penicilline, erythromycine, trimethoprim-sulfamethoxazole, tetracycline (alle 4 S ) en levofloxacine ( R ). We vermelden tenslotte dat één laboratorium aangaf het resultaat voor amoxicilline ( S ) afgeleid te hebben van het resultaat voor oxacilline en één laboratorium het resultaat voor doxycycline ( S) afleidde van het resultaat voor tetracycline. De meeste laboratoria behielden het ruw resultaat voor het antwoorden van het finale resultaat. Toch wijzigden enkele laboratoria het ruw resultaat voor moxifloxacine al dan niet op basis van expert regels: o S R Papieren schijfjes: labo o I R Adagio: labo o R I Vitek 2: labo 29/68

30 V. Parasitologie 5. De monsters Ter gelegenheid van deze enquête werden 2 bloeduitstrijkjes verzonden. 46 laboratoria namen deel aan de enquête. Indien u meerdere evolutiestadia van eenzelfde parasiet voor één staal wenst te rapporteren, kan u deze zelfde parasiet 2 (of 3) maal invullen per staal met telkens een ander evolutiestadium. Alle uitstrijkjes die verzonden worden in de EKE parasitologie zijn reeds gefixeerd: ze moeten dus niet opnieuw gefixeerd worden. De stalen waren vergezeld van volgende klinische informatie: P/6093 Reis naar Togo van 6 tot 23 juli 208. Malarone als preventie. Voorgaande reizen: Benin 202, Kameroen, Indië. P/6094 Een man reist meermaals naar Angola, na zijn laatste verblijf van maand, ontwikkelt hij 0 dagen na terugkeer koorts, hoofdpijn en een verkoudheid. Het labo toont een lichte trombopenie en een sterk verhoogd CRP. Hij heeft geen profylaxe genomen Staal P/6093 bevatte trofozoïeten (en gametocyten) van Plasmodium malariae. Staal P/6094 bevatte trofozoïeten van Plasmodium ovale. Beide resultaten werden ook via PCR bevestigd. Wij willen herhalen dat u, ingeval van twijfel of beschadiging van een staal, in de loop van een enquête steeds een 2 e staal mag vragen. 30/68

31 5.2 Resultaten voor staal P/6093 De 46 laboratoria hebben 46 antwoorden ingeleverd: 7 laboratoria antwoordden afwezigheid van parasieten en 39 laboratoria antwoordden één parasiet. De resultaten worden in onderstaande tabel weergegeven:: Tabel 5.2. Resultaten voor staal P/6093 Resultaat Aantal Plasmodium malariae 8 Plasmodium non-falciparum 40 Plasmodium non-falciparum of Babesia species Plasmodium ovale 3 Plasmodium vivax Plasmodium species 3 Plasmodium falciparum 9 Babesia species Afwezigheid van parasieten 7 Totaal 46 De drie laboratoria die P. ovale geantwoord hebben, hebben vermoedelijk beide stalen omgewisseld: voor staal P/6094 antwoordden ze immers P. malariae. De drie laboratoria die Plasmodium species geantwoord hebben, zouden het staal in routine doorsturen voor verdere identificatie. Een aantal laboratoria die P. non-falciparum of Plasmodium species antwoordden, geven in een opmerking het vermoeden aan van de species: - 9 laboratoria: P. malariae - laboratorium: P. malariae of P. ovale - laboratorium: P. malariae of P. vivax - laboratorium: P. malariae of P. knowlesi - 4 laboratoria: P. vivax - 2 laboratoria: P. ovale - laboratorium: P. ovale of Babesia species - laboratorium: P. falciparum Zeven laboratoria vermeldden dat ze in routine eveneens een Ag-detectie zouden uitvoeren. De door de laboratoria geantwoorde evolutiestadia voor Plasmodium malariae worden in onderstaande tabel weergegeven. 55 laboratoria hebben evolutiestadium geantwoord, 2 twee evolutiestadia en 5 laboratoria 3 evolutiestadia. Tabel Evolutiestadia voor Plasmodium malariae voor staal P/6093 Evolutiestadium Aantal Trofozoïet 75 Schizont 22 Gametocyt 5 Totaal 2 3/68

32 De combinaties van de evolutiestadia worden in volgende tabel weergegeven. Tabel Combinaties van de evolutiestadia voor Plasmodium malariae voor staal P/6093 Aantal stadia Evolutiestadium Aantal laboratoria stadium 55 Trofozoïet 49 Schizont 5 Gametocyt 2 stadia 2 Trofozoïet + schizont 2 Trofozoïet + gametocyt 9 3 stadia 5 Trofozoïet + schizont + gametocyt 5 Totaal 8 Drie laboratoria vermelden het aantal aseksuele parasieten/µl, respectievelijk 93, 800 en 69 aseksuele parasieten/µl. Eén laboratorium vermeldde de aanwezigheid van 30 schizonten, 3 gametocyten en 2 trofozoïeten per plaatje. Voor de overige laboratoria wordt een overzicht van de aantallen per evolutiestadium uitgedrukt in RBC weergegeven in tabel Tabel Aantal parasieten per evolutiestadium voor Plasmodium malariae voor staal P/6093. N labo s Trofozoïet Gametocyt Schizont < <0 32/68

33 De door de laboratoria geantwoorde evolutiestadia voor Plasmodium non-falciparum worden in onderstaande tabel weergegeven. 30 laboratoria hebben evolutiestadium geantwoord, 7 hebben twee evolutiestadia geantwoord en 3 hebben drie evolutiestadia geantwoord. Tabel Evolutiestadia voor Plasmodium malariae voor staal P/6093 Evolutiestadium Aantal Trofozoïet 36 Schizont 4 Gametocyt 3 Totaal 53 Tabel Combinaties van de evolutiestadia voor Plasmodium non-falciparum voor staal P/6093. Aantal stadia Evolutiestadium Aantal laboratoria stadium 30 Trofozoïet 26 Schizont 4 2 stadia 7 Trofozoïet + schizont 7 3 stadia 3 Trofozoïet + gametocyt + schizont 3 Totaal 40 Eén laboratorium vermeldde de aanwezigheid van 2720 aseksuele parasieten/µl. Voor de gametocyten antwoorden 3 laboratoria <. Voor de schizonten antwoorden 3 laboratoria <, Voor de trofozoïeten antwoorden 28 laboratoria <, laboratorium <0, laboratorium <99, 2 laboratoria, 2 laboratoria 2 en laboratorium 3. Voor Plasmodium species vermeldde laboratorium het evolutiestadium schizonten ( ), laboratorium het evolutiestadium trofozoïeten ( ) en laboratorium de evolutiestadia trofozoïeten + schizonten + gametocyten (2 ). 95 laboratoria zouden in routine het staal doorsturen naar een referentielaboratorium voor (bevestiging van) de identificatie: 5 laboratoria die P. malariae geantwoord hebben, 3 laboratoria die P. non-falciparum geantwoord hebben, 3 laboratoria die Plasmodium species geantwoord hebben, 3 laboratoria die P. ovale geantwoord hebben, 3 laboratoria die Plasmodium falciparum geantwoord hebben, één laboratorium dat P. non-falciparum of Babesia species geantwoord heeft, één laboratorium dat P. vivax geantwoord heeft en één laboratorium dat Babesia species geantwoord heeft. 33/68

34 5.3 Resultaten voor staal P/6094 De 46 laboratoria hebben 47 antwoorden ingeleverd: 45 laboratoria antwoordden één parasiet en laboratorium 2 parasieten. De resultaten worden in onderstaande tabel weergegeven: Tabel 5.3. Resultaten voor staal P/6094 Resultaat Aantal Plasmodium ovale 63 Plasmodium non-falciparum 47 Plasmodium vivax 2 Plasmodium malariae 8 Plasmodium species 2 Plasmodium falciparum 6 Totaal 47 Drie van de laboratoria die P. malariae geantwoord hebben, hebben vermoedelijk beide stalen omgewisseld: voor staal P/6093 antwoordden ze immers P ovale. De beide laboratoria die Plasmodium species geantwoord hebben, zouden het staal in routine doorsturen voor verdere identificatie. Het laboratorium dat twee parasieten antwoordde, vermeldde P. ovale + P. malariae. Een aantal laboratoria die P. non-falciparum of Plasmodium species antwoordden, geven in een opmerking het vermoeden aan van de species: - 4 laboratoria: P. ovale - 4 laboratoria: P. vivax - 5 laboratoria: P. ovale of P. vivax - laboratorium: P. falciparum Twee laboratoria die P. ovale antwoordden vermeldden dat P. vivax de 2 e optie is; twee laboratoria die P. vivax antwoordden vermeldden dat P. ovale de 2 e optie is. Zes laboratoria vermeldden dat ze in routine eveneens een Ag-detectie zouden uitvoeren. De door de laboratoria geantwoorde evolutiestadia voor Plasmodium ovale worden in onderstaande tabel weergegeven. 37 laboratoria hebben evolutiestadium geantwoord, 2 laboratoria hebben 2 evolutiestadia geantwoord en 5 laboratoria hebben 3 evolutiestadia geantwoord. Tabel Evolutiestadia voor Plasmodium ovale voor staal P/6094 Evolutiestadium N labo s Trofozoïet 58 Gametocyt 9 Schizont 7 Totaal 94 34/68