Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Westelijke Venen

Transcriptie

1 Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Westelijke Venen ap Amstel, Gooi en Vecht Hoogheemraadsch Op 13 december 2012 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Waterschap Amstel Gooi en Vecht De uitvoerende taak van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht wordt verricht door Waternet. Korte Ouderkerkerdijk 7 Postbus 94370, 1090 GJ Amsterdam Telefoon Fax September 2012

2 Inhoud 1 Procedure Ontwerp-watergebiedsplan Westelijke Venen Ter visie legging Vaststellings- en beroepsprocedures 3 2 Advertenties 5 3 Zienswijzen 6 4 Beantwoording T. Burggraaff, tevens namens acht andere personen Gemeente Nieuwkoop Hengelsportvereniging Wilnis G. van Mastwijk, tevens namens vier andere personen P.T.M. Koot Natuurmonumenten Hoogheemraadschap van Rijnland P. Verkaik Maatschap L.J. en J.T. Zeestraten 15 5 Aanpassingen watergebiedsplan Aanpassingen ontwerpplan als gevolg van zienswijzen Ambtshalve aangebrachte aanpassingen van het ontwerpplan Aanpassingen van ontwerpplan als gevolg van ontwikkelingen in wetgeving, beleid en planvorming 21 Bijlage 22 2/22

3 1 Procedure 1.1 Ontwerp-watergebiedsplan Westelijke Venen Het ontwerp-watergebiedsplan Westelijke Venen is behandeld in de vergadering van het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht van 14 februari 2012, waarna het is aangeboden ter bespreking aan de commissies van advies en bijstand van het hoogheemraadschap van 14 maart 2012, alwaar het is vrijgegeven voor inspraak. 1.2 Ter visie legging Door middel van advertenties in Nieuwe Meerbode editie 1, Nieuwe Meerbode editie 3, Witte Weekblad editie 08c en Witte Weekblad editie 10b Nieuwkoop van 2 april 2012 is kenbaar gemaakt dat het watergebiedsplan ter visie zal worden gelegd op: het hoofdkantoor van AGV/Waternet, Korte Ouderkerkerdijk 7 te Amsterdam; de gemeentehuizen van de gemeenten Nieuwkoop en De Ronde Venen. Het ontwerp-watergebiedsplan is in deze periode ook te raadplegen geweest via de internetsite van AGV. Een papieren exemplaar van het ontwerpplan kon tegen kostprijs worden besteld. Daarnaast is een exemplaar van het ontwerpplan verstuurd aan de provincies Utrecht en Zuid-Holland, de omliggende waterbeheerders en een aantal belanghebbende organisaties. Op 16 en op 19 april zijn in het gebied inloopavonden georganiseerd. Na een inleiding door een lid van het Dagelijks Bestuur van AGV konden mensen op deze inloopavonden vragen stellen over het watergebiedsplan. Het ontwerpplan lag van 10 april tot 22 mei 2012 ter inzage. Gedurende deze periode was er voor belanghebbenden de gelegenheid tot het indienen van zienswijzen. Zienswijzen konden per post of per worden ingediend. Ook was er gelegenheid voor mondelinge toelichting op de ingediende zienswijze of om de zienswijze geheel mondeling in te dienen. 1.3 Vaststellings- en beroepsprocedures Alle ingediende zienswijzen zijn beantwoord met een ontvangstbevestiging met daarin de te volgen procedure. Vervolgens zijn de zienswijzen behandeld en is per zienswijze vastgesteld of deze voor AGV aanleiding is voor een wijziging van het watergebiedsplan. Op elke zienswijze is een reactie voorbereid. Alle zienswijzen en de reacties daarop zijn verwerkt in dit Verslag van inspraak. Wanneer een zienswijze daartoe aanleiding gaf is het watergebiedsplan daar op aangepast. Tevens zijn ambtshalve enkele correcties in het ontwerp-watergebiedsplan aangebracht. Het aldus aangepaste watergebiedsplan Westelijke Venen is tezamen met het Verslag van inspraak ter vaststelling aangeboden aan het Algemeen Bestuur van AGV. 3/22

4 Na vaststelling op 13 december 2012 hebben alle zienswijze-indieners de inhoudelijke reactie op hun zienswijze ontvangen, met daarin tevens aangegeven de procedure voor het aantekenen van beroep. Tevens is de definitieve vaststelling, inclusief de beroepsmogelijkheden, bekend gemaakt in de plaatselijke media. Na vaststelling ligt het definitieve watergebiedsplan 6 weken ter inzage op dezelfde lokaties als waar het ontwerpplan ter inzage lag (zie 1.2). Zienswijze-indieners kunnen gedurende deze periode beroep instellen bij de rechtbank tegen het besluit op hun zienswijze. Tegen de ten opzichte van het ontwerpplan aangebrachte wijzigingen in het watergebiedsplan is het voor iedereen mogelijk beroep aan te tekenen. Als de beroepstermijn is verlopen en er is geen beroep ingesteld, dan is het watergebiedsplan van rechtswege onherroepelijk. Beroep kan worden ingesteld bij de Rechtbank Amsterdam, adres: Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 84500, 1080 BN, Amsterdam. Het beroepschrift moet worden ondertekend en tenminste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht; de gronden van het beroep. Het watergebiedsplan is voor de inrichtingsmaatregelen die de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk inhouden tevens een projectplan in de zin van artikel 5.4 uit de Waterwet. Hierop is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat in aanvulling op de vier genoemde voorwaarden geen pro-forma beroep kan worden ingesteld en dat de beroepsgronden na afloop van de beroepstermijn niet kunnen worden aangevuld. Beroep instellen kan ook digitaal via de internetsite daarvoor is een DigiD (elektronische handtekening) nodig. Het indienen van een beroepschrift schorst niet de werking van het besluit. Als beroep is ingesteld, kan in spoedeisende gevallen de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam worden gevraagd een voorlopige voorziening te treffen. Voor de behandeling van een beroepschrift en een verzoek om een voorlopige voorziening wordt door de Rechtbank Amsterdam een griffierecht geheven. Over de hoogte hiervan kan de griffier van de Rechtbank Amsterdam informatie geven (telefoon ). Na beroep bij de rechtbank kan eventueel hoger beroep ingesteld worden bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. 4/22

5 2 Advertenties In de regionale krant(en) Nieuwe Meerbode editie 1, Nieuwe Meerbode editie 3, Witte Weekblad editie 08c en Witte Weekblad editie 10b Nieuwkoop van 2 april 2012 is met onderstaande advertentie kenbaar gemaakt dat het watergebiedsplan ter visie ligt en dat in de periode van 10 april 2012 tot en met 22 mei 2012 door belanghebbenden zienswijzen kunnen worden ingediend. 5/22

6 3 Zienswijzen Het waterschap heeft 10 zienswijzen ontvangen. Eén zienswijze is na het verstrekken van gevraagde informatie ingetrokken waardoor 9 zienswijzen overbleven. De zienswijzen zijn integraal opgenomen in de bijlage. Hieronder is een overzicht gegeven van de zienswijzen met de onderwerpen die daarbij aan de orde zijn gesteld. Indiener Onderwerp(en) 1 T. Burggraaff, mede ondertekend door D. Snel, J. van Smoorenburg, Peilen en peilmeetpunten in polder Blokland H. Bak, D. van der Horst, J. en L. Mol, W. van der Veen, M. Rijlaarsdam, D. Bos 2 Gemeente Nieuwkoop Instemming met het ontwerpwatergebiedsplan 3 Hengelsportvereniging Wilnis Baggerachterstand polders Zevenhoven en Blokland; hengelsport dient expliciet benoemd te worden bij recreatievormen 4 P. Koot Peilen en conditie slootkanten in polder Zevenhoven 5 G. van Mastwijk, mede Diameter duikers in peilvak Achterweg ondertekend door P. Stokman, R. de Groot, J. van Tol en J. Stokman 6 Natuurmonumenten Peil in peilvak Het Vergeten Putje ; bescherming dotterbloempopulatie in polder Blokland; positie inlaat in polder Westveen 7 Hoogheemraadschap van Rijnland Inlaat vanuit Nieuwkoopse plassen naar Glastuinbouw Noordse Buurt 8 P. Verkaik Hoogwatervoorziening Kousweg 6 9 L. en J. Zeestraten Peilen ter hoogte van Achterweg 12 6/22

7 4 Beantwoording In dit hoofdstuk van het Verslag van inspraak zijn opgenomen: - de kernpunten uit elke zienswijze; - de reactie van AGV op elk van deze zienswijzen. In de bijlage zijn de origineel ingebrachte zienswijzen en de antwoordbrieven van AGV opgenomen. 4.1 T. Burggraaff, tevens namens acht andere personen Zienswijze: Indiener is niet eens met het voorgestelde vaste peil van -2,10 NAP in polder Blokland. Om ervoor te zorgen dat de percelen goed werkbaar worden en blijven voor agrarisch gebruik en om sterkere bodemdaling in de zomer te voorkomen bepleit indiener een zomerpeil van -2,08 NAP en een winterpeil van -2,13 NAP. Indiener stelt voor het glijdend peil niet met 1 cm per 2 jaar, maar met 2 cm per 3 jaar te laten zakken, zodat de peilverlaging gelijk opgaat met de bodemdaling. Indiener dringt er op aan een extra peilmeetpunt te maken ter hoogte van Westzijde 22a te De Hoef, zodat de laagstgelegen percelen in de polder verzekerd zijn van een goed peilbeheer. Reactie AGV: AGV zal het door indiener voorgestelde peilregiem niet overnemen. De overwegingen zijn als volgt: Uitgaande van het beleid voor peilbeheer, zoals vastgelegd in de nota peilbeheer 2011 van AGV, heeft een jaarrond peil, zo mogelijk flexibel, de voorkeur bij veeteelt op veen met natte natuurwaarden. Een omgekeerd peil (hoger in de zomer, lager in de winter) zoals indiener bepleit is nadelig voor de ecologie in het gebied. De gemiddelde bodemdaling is 6,2 mm per jaar; voor de komende 10 jaar wordt een bodemdaling verwacht van 5 cm. Het voorgenomen peilbesluit geeft een drooglegging van 51 cm. Een grotere glijdende peilverlaging dan in het voorgenomen peilbesluit doet de drooglegging stapsgewijs vergroten, hetgeen ingaat tegen het AGV-beleid terughoudend te zijn met peilverlaging in veengebied. AGV zal wel het verzoek honoreren om een extra meetpunt te plaatsen nabij de laagstgelegen delen in de polder en dit als maatregel opnemen in het watergebiedsplan. Voor de wijzigingen die in het watergebiedsplan zijn aangebracht naar aanleiding van deze zienswijze, zie 5.1 van deze nota. 4.2 Gemeente Nieuwkoop Zienswijze: 7/22

8 De gemeente Nieuwkoop stemt in met het ontwerp-watergebiedsplan en ondersteunt het voornemen van de hoogheemraadschappen van Rijnland en AGV om de inlaat vanuit de Nieuwkoopse Plassen af te bouwen. Ook stemt de gemeente in met het conserverende peilregime voor het plangebied en vertrouwt het op een goede samenwerking tussen alle betrokken partijen bij de toekomstige verplaatsing van de glastuinbouw in het plangebied. Reactie AGV: AGV dankt de gemeente Nieuwkoop voor de instemmende reactie en het gestelde vertrouwen. 4.3 Hengelsportvereniging Wilnis Zienswijze: De hengelsportvereniging heeft visrechten gehuurd in de ringvaart van de polder Zevenhoven (verhuurder: AGV) en enkele percelen in de polder Blokland (verhuurders: Natuurmonumenten en een particulier). De voorzitter, namens zijn vereniging indiener van de zienswijze: 1. spreekt zijn zorg uit dat baggerprojecten buiten het bestek van dit watergebiedsplan vallen en wijst er op dat in kaartje 8.1 met de baggerplanning bij de ringvaart ten noorden en ten zuiden van de Oude spoorbaan geen jaartal is aangegeven, terwijl baggeren hier juist erg noodzakelijk is; 2. wil AGV stimuleren de Keur in de secundaire en tertiaire wateren goed te handhaven, zodat de onderhoudsplichtigen van deze wateren de baggerachterstand wegwerken; 3. verzoekt in hoofdstuk 2.3, Huidige functies en gebruik, onder het hoofdje Recreatie ook de sportvisserij te noemen als recreatievorm. Reactie AGV: De punten 1 en 3 leiden tot aanpassingen van het watergebiedsplan, punt 2 niet. De overwegingen per punt zijn als volgt. 1. In het watergebiedsplan is de kaart met de baggerplanning vervangen door de meest recente versie. Op die kaart is aangegeven dat de gedeelten van de ringvaart ten noorden en ten zuiden van de Oude spoorbaan in 2015 worden gebaggerd. Het realiseren van het peilbesluit en de bijbehorende maatregelen geven geen aanleiding om deze planning te wijzigen. 2. De opmerkingen over de huidige baggerachterstand in secundaire en tertiaire wateren betreffen geen inhoudelijke zienswijze op het plan. AGV vat dit signaal op als handhavingsverzoek. Hierover zal AGV separaat van deze zienswijze een besluit nemen. Het is in voorkomende gevallen altijd mogelijk om zelf een handhavingsverzoek in te dienen bij AGV. 3. AGV honoreert het verzoek om bij het onderwerp recreatie ook de sportvisserij te noemen als recreatievorm. Een opmerking daartoe wordt opgenomen in het watergebiedsplan. 8/22

9 Voor de wijzigingen die in het watergebiedsplan zijn aangebracht naar aanleiding van deze zienswijze, zie 5.1 van deze nota. 4.4 G. van Mastwijk, tevens namens vier andere personen Zienswijze Indiener geeft aan dat in 2003 in het peilvak Achterweg de duikers zijn vervangen door duikers met een doorsnede van 800 mm en dat deze in de praktijk te klein zijn gebleken voor een goede waterafvoer uit het gebied. Indiener stelt voor om in plaats van de meest noordelijke (en t.o.v. de onderbemalingspomp meest verafgelegen) duiker van 600 mm te vervangen door een duiker van 1000 mm, juist de duiker te vervangen die het dichtst bij de onderbemalingspomp ligt. Nog beter is het, aldus indiener, om alle duikers in het peilvak te vervangen door grotere exemplaren of parallel aan elke duiker er een naast te leggen. Reactie AGV: De ingebrachte zienswijze leidt niet tot aanpassing van het watergebiedsplan. De overwegingen zijn als volgt: De aanleiding voor de maatregel om de duiker van 600 mm te vervangen is de scheve ligging van de duiker. Hierdoor zorgt de duiker voor relatief veel opstuwing. De huidige afmeting van de duiker is in principe voldoende groot in relatie tot het gebied waarvan het water moet worden afgevoerd. Maar bij de keuze om de duiker te vervangen is ervoor gekozen om meteen een duiker met een grotere diameter aan te brengen. Het klopt dat de duikers dicht bij het gemaal meer water moeten afvoeren. In tegenstelling tot wat indiener aangeeft hebben de overige duikers in het peilgebied een diameter van 1000 mm. Volgens de uitgevoerde onderzoeken hebben deze duikers voldoende capaciteit voor het afvoeren van water uit dit peilvak. Het vervangen van één of alle duikers heeft slechts een gering effect en is daarmee weinig kosteneffectief. Het voorstel om meerdere duikers bij het gemaal te vervangen is daarom niet overgenomen. 4.5 P.T.M. Koot Zienswijze Indiener heeft zijn zienswijze niet binnen de gestelde termijn ingediend. AGV reageert in deze nota wel op de in de zienswijze aangedragen bevindingen en wensen, maar heeft indiener aangegeven er rekening mee te houden dat de rechtbank in geval van een beroepsprocedure de zienswijze niet ontvankelijk zal verklaren. Indiener heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zijn zienswijze mondeling toe te lichten ten kantore van AGV. In de bijlage is het verslag van deze hoorzitting toegevoegd aan de zienswijze van indiener. Indiener stelt het volgende: 1. De drooglegging in het hoofdpeilvak van polder Zevenhoven I voldoet niet; er is een peilverlaging van 30 cm nodig. De opgegeven mediane drooglegging van 91 cm in polder Zevenhoven I klopt niet. 9/22

10 2. Op kaart 3 is geen actueel peil weergegeven voor het peilgebied grenzend aan de Hogedijk en de Molentocht in polder Zevenhoven I. 3. Het peilbesluit voor het peilvak Noordse Buurt Noord is gebaseerd op een verkeerde maaiveldhoogtemeting. 4. De EHS-status van Bovenlanden Noordse Buurt verdwijnt, waardoor de peilverhoging van 13 cm uit 2001 ongedaan moet worden gemaakt. Punten 3 en 4 geven aanleiding in peilvak Bovenlanden Noordse Buurt een peil in te stellen van -2,15 NAP i.p.v. -2,00 m NAP. 5. Er is schade geleden als gevolg van het vorig peilbesluit (2001) Bovenlanden Noordse Buurt Noord; daarvoor is het nodig aanspraak te kunnen maken op een schaderegeling. 6. De hoofdwatergangen in Bovenlanden Noordse Buurt Noord kalven af ten gevolge van wisselende peilen en muskusratten. 7. Er wordt onevenredig veel rekening gehouden wordt met belangen recreatieparken. Reactie AGV Van de aangedragen zeven punten leidt punt 2 tot een aanpassing in het watergebiedsplan, de overige punten niet. De overwegingen per punt zijn als volgt: 1. Het hoofdgebruik van het peilvak is grasland, de grondsoort is klei met delen veen. In het deel van het peilvak waar indiener op doelt bevindt zich ook veen. In de Nota Peilbeheer van AGV geldt voor dit bodemtypeen gebruik een normdrooglegging van 90 cm. De mediane drooglegging, bepaald in het kader van het ontwerp-watergebiedsplan Westelijke Venen (2012) voor dit peilvak, is 91 cm. Het voorstel van indiener om het peil in peilvak 41-1 (hoofdpeilvak) 30 cm te verlagen is strijdig met het vigerende beleid voor de normdrooglegging. Een peilverlaging van 30 cm voor het door indiener aangegeven deel zou een apart peilvak inhouden wat vanuit robuustheid van het systeem niet gewenst is. 2. Het actuele peil van de percelen die indiener in gebruik heeft in peilvak 41-1 zal worden aangegeven op de kaarten 6 en 6a. Zie 5.1 van deze nota. 3. Het watergebiedsplan is opgesteld met behulp van maaiveldhoogtegegevens op basis van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) 2004 dat in 2011 is gecorrigeerd op basis van controlemetingen uit Naar aanleiding van deze zienswijze zijn aanvullende hoogtemetingen in de percelen van indiener uitgevoerd. Deze metingen bevestigen de uitgangswaarden van het watergebiedsplan. 4. Het peilbesluit Noordse buurt van 2001 was gebaseerd op de toenmalige functie en het toenmalige bodemtype en gebruik van het gebied en liep niet vooruit op het opnemen van het gebied in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het gebied maakt inmiddels definitief geen onderdeel meer uit van de EHS. Net als in 2001 wordt de besluitvorming rond de EHS dus ook nu niet mee gewogen bij het nemen van het huidige peilbesluit. 10/22

11 De overwegingen genoemd bij punten 3 en 4 geven aanleiding het voorstel van indiener voor een grotere peilverlaging dan in het voorgenomen peilbesluit voor Bovenlanden Noordse Buurt niet te honoreren. De zettingsgevoeligheid van de veengrond en de aanwezige natuurwaarden zijn ook hier reden de drooglegging niet groter te maken dan strikt noodzakelijk. 5. Een aanvraag voor schadevergoeding kan separaat ingediend worden. 6. Het in stand houden van oevers valt onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar. 7. Een watergebiedsplan stuurt aan op een situatie waarbij voor elk peilvak de optimale waterinrichting wordt gerealiseerd. Peilen en droogleggingen zijn in beginsel gericht op de (hoofd)functie in een peilvak. Bij de uiteindelijke keuze van peilen en andere maatregelen worden ook de belangen van andere betrokkenen in het gebied meegewogen, zoals, in dit geval, de belangen van de recreatieparken. Het voorgestelde peil en de daaruit volgende droogleggingen is een resultante van deze belangenafweging. Voor de wijzigingen die in het watergebiedsplan zijn aangebracht naar aanleiding van deze zienswijze, zie 5.1 van deze nota. 4.6 Natuurmonumenten Zienswijze Natuurmonumenten stelt: 1. dat in het peilvak Het Vergeten Putje in droogmakerij Noordse Buurt het streefpeil van NAP m tot NAP 2.90 nooit wordt gehaald, omdat de inrichting van het gebied dit niet toelaat. Natuurmonumenten stelt voor in dit peilvak een nieuw flexibel peil in te stellen dat rekening houdt met de waterbergingscapaciteit en de potentiële natuurwaarden van het peilvak en met de veiligheid van de dijk langs de Kromme Mijdrecht; 2. dat bij de peilaanpassingen in de polder Blokland mitigerende maatregelen nodig zijn ten behoeve van de instandhouding van de beschermde dotterbloem ter plaatse; 3. dat de inlaat van de polder Westveen noordwaarts verplaatst zou moeten worden, om te voorkomen dat het ingelaten water uit de Kromme Mijdrecht de gehele polder moet doorlopen. Reactie AGV: Van de aangedragen drie punten uit de zienswijze van Natuurmonumenten leiden punt 1 en 3 tot aanpassingen van het watergebiedsplan, punt 2 niet. De overwegingen per punt zijn als volgt: 1. Het actuele peil is NAP -3,45. Op kaart 3 is dit actuele peil nu correct opgenomen en daarmee ambtshalve aangepast Het voorstel van Natuurmonumenten is nieuw flexibel peilbeheer. Dit voorstel is getoetst aan het in de Nota peilbeheer gebruikte 11/22

12 toetsingskader voor gebieden met natuurfunctie en voldoet daaraan. Het voorstel houdt rekening met de waterberging, de natuurwaarden en met de veiligheid van de kering. Het voorstel past verder binnen het streven van AGV om peilen in natuurgebieden verder te flexibiliseren. Bij een peilmarge ontstaat een meer natuurlijk peil hetgeen gunstig is voor de oevers in Het Vergeten Putje". Ook is de marge voldoende ruim om de inlaat van gebiedsvreemd water aanzienlijk te beperken. Het watergebiedsplan is daarom aangepast met een nieuw peilvoorstel waarbij uitgegaan is van het actuele peil als bovengrens (NAP -3,45 m). Voor peilgebied , Het Vergeten Putje", is opgenomen NAP -3,45 m/ -3,75 m. Bij de voorgestelde waterpeilen zijn geen uitvoeringsmaatregelen nodig. 2. De impact van de (geringe) peilverlaging op de dotterbloemen zal beperkt zijn. Waternet zal in overleg gaan met Natuurmonumenten om de omvang en de conditie van de huidige populatie op te nemen en om te kijken wat voor maatregelen er eventueel nodig zijn om de groei- en voortplantingscondities van deze populatie veilig te stellen. 3. AGV zet de status van de maatregel Verplaatsen van de inlaat van polder Westveen om van onderzoeksmaatregel naar uitvoeringsmaatregel. Voor de wijzigingen die in het watergebiedsplan zijn aangebracht naar aanleiding van deze zienswijze, zie 5.1 van deze nota. 4.7 Hoogheemraadschap van Rijnland Zienswijze: Het stopzetten van de inlaat vanuit de Nieuwkoopse Plassen naar de polder Noordse Buurt is een belangrijke KRW-maatregel van het HHS van Rijnland. HHS van Rijnland geeft aan dat er tot voor kort van kon worden uitgegaan dat het stoppen van deze inlaat voor 2021 gerealiseerd zou worden in samenhang met de sanering van de glastuinbouw in de Noordse Buurt. HHS van Rijnland wijst er op dat de gemeente Nieuwkoop zich nu bezint op deze aanpak, waardoor er geen zekerheid meer is dat de inlaat daadwerkelijk voor 2021 zal zijn gestopt. Het vraagt AGV daarom in het waterinrichtingsplan maatregelen toe te voegen die de waterinlaatbehoefte vanuit de Nieuwkoopse Plassen in de tussentijd al kunnen verminderen. Reactie AGV: AGV herkent de door HHS van Rijnland gesignaleerde ontwikkelingen en heeft deze benoemd in het watergebiedsplan. Echter, de gevraagde maatregelen zal AGV niet reeds in dit watergebiedsplan opnemen, maar in overleg met HHS van Rijnland vaststellen in het kader van de tweede ronde KRW. De overwegingen zijn als volgt: Het proces van vaststelling van dit watergebiedsplan (trekker: AGV) raakt aan het bestemmingsplan voor droogmakerij Noordse Buurt (trekker: gemeente Nieuwkoop, vast te stellen 2014) en aan de KRW-maatregelen voor de Nieuwkoopse Plassen (trekker: Hoogheemraadschap van Rijnland, 2 e ronde-maatregelen, vast te stellen 2015). 12/22

13 AGV stelt voor, mede gezien de planning van bovengenoemde processen, deze maatregelen vast te stellen in het kader van de tweede ronde KRW. Deze maatregelen wil AGV gezamenlijk met Rijnland uitwerken. Er is vooruitlopend hierop, verkennend gekeken naar andere inlaatmogelijkheden dan de huidige inlaat uit de Nieuwkoopse Plassen. De beste mogelijkheid lijkt aanvoer naar de glastuinbouw mogelijk te maken vanuit de Kromme Mijdrecht. Hiervoor zijn verschillende werken nodig, waaronder voorzieningen om de kwaliteit van het ingelaten water te bewaken. Een daarvan is de hoofdinlaat polder Westveen te automatiseren en een EGV-meter te plaatsen. Deze maatregel wordt vooruitlopend als geenspijtmaatregel opgenomen in het watergebiedsplan. Andere maatregelen die nodig zijn zal AGV in de aanloop naar besluitvorming KRW gezamenlijk met Rijnland uitwerken. Voor de wijzigingen die in het watergebiedsplan zijn aangebracht naar aanleiding van deze zienswijze: zie 5.1 van deze nota. 13/22

14 4.8 P. Verkaik Zienswijze Indiener geeft aan schade te hebben geleden doordat door een lange reeks van besluiten en ingrepen in het watersysteem of juist het niet doorvoeren van besluiten - er al enige tijd geen adequate hoogwatervoorziening meer te realiseren is rondom zijn woning en erf aan de Kousweg 6 in Zevenhoven. Hierdoor is naar zijn oordeel omvangrijke schade ontstaan aan zijn woning en andere opstallen. Hij geeft aan niet in te stemmen met het voorgestelde vaste peil van -5,95 m NAP in peilvak 41-8B voordat een deugdelijke hoogwatervoorziening is gerealiseerd en voordat tegemoet is gekomen in de kosten voor het herstellen van de verzakte woning, stallen en erf. Indiener maakt AGV er verder op attent dat er in de praktijk een peilgrenswijziging tussen de peilvakken 41-6A en 41-8B heeft plaatsgevonden door verplaatsing van een stuw, welke peilgrenswijziging wel is doorgevoerd op kaart 3, Actuele peilen van het watergebiedsplan, maar nog niet op de kaarten 6 en 6a, Nieuwe peilen. Volgens indiener heeft deze peilgrenswijziging de schade mede veroorzaakt. Reactie AGV De zienswijze komt voor het grootste deel neer op een aansprakelijkstelling voor geleden schade. AGV heeft dit opgevat als schadeclaim en ter beoordeling voorgelegd aan zijn verzekeringsmaatschappij. De afwikkeling hiervan vindt separaat van deze inspraakprocedure plaats. AGV beperkt zich in deze reactie tot het gedeelte van de zienswijze dat betrekking heeft op het ontwerp-watergebiedsplan: het deugdelijk functioneren van de hoogwatervoorziening van indiener, als voorwaarde voor zijn instemming met het peilbesluit. AGV concludeert daarbij dat de door AGV voorgestelde peilen en inrichtingsmaatregelen indiener in staat stellen op basis daarvan een deugdelijke hoogwatervoorziening in te richten en te handhaven. AGV ziet in de zienswijze daarom, behoudens een correctie in de kaarten 6 en 6a, geen aanleiding het watergebiedsplan te wijzigen. De overwegingen zijn als volgt: Algemeen: Een hoogwatervoorziening is een gebied met een hoger peil dan het vigerende peil in het peilvak, met het oog op particuliere belangen. De eigenaar is verantwoordelijk voor het aanleggen, het functioneren en het beheer van een hoogwatervoorziening, ook bij peilwijzigingen in het peilvak waarbinnen de hoogwatervoorziening valt. Slechts indien het waterschap dit peil zodanig wijzigt dat dit niet meer binnen het normaal maatschappelijk risico valt, kunnen deze aanpassingen via de Regeling Nadeelcompensatie voor rekening van het waterschap zijn. M.b.t. hoogwatervoorziening van indiener: Rond het perceel Kousweg 6 zijn de voorwaarden aanwezig voor het op peil houden van een hoogwatervoorziening. Uiteraard is het van belang dat de sloot waaruit de hoogwatervoorziening wordt gevoed goed is onderhouden en dus op diepte is. Indien dit niet het geval is kan bewoner de onderhoudsplichtigen hier rechtstreeks op aanspreken. Indiener kan in 14/22

15 voorkomende gevallen ook bij AGV een handhavingsverzoek indienen. AGV zal naar aanleiding van dit signaal in de zienswijze de situatie onderzoeken en daarop separaat van deze inspraakprocedure besluiten. Het waterschap is bereid met indiener mee te denken over maatregelen die indiener zelf zou kunnen treffen om zijn hoogwatervoorziening beter te laten functioneren. De feitelijke wijziging van de grenzen van peilvakken 41-6A en 41-8B die in 2010 heeft plaatsgevonden, heeft naar het oordeel van AGV niet zodanige gevolgen voor het functioneren van de hoogwatervoorziening, dat deze peilgrens zou moeten worden aangepast. De grenzen van de peilvakken kunnen in de praktijk blijven zoals ze nu zijn en worden met dit peilbesluit geformaliseerd, zodat duidelijk is dat het perceel van indiener ook formeel tot peilvak 41-6A behoort. Zie ook 5.1 van deze nota. 4.9 Maatschap L.J. en J.T. Zeestraten Zienswijze Indiener geeft aan dat voor de percelen bij Achterweg 12, Nieuwveen, de nieuw voorgestelde peilen gelijk zijn aan de peilen uit het niet-uitgevoerde peilbesluit van De voorgestelde verlaging van het peil is bezwaarlijk omdat het weiland van indiener nu al een grote drooglegging heeft. Het lagere peil zal problemen opleveren voor veedrenking, veekering en duikers die niet meer watervoerend zijn. Reactie AGV De zienswijze leidt niet tot wijzigingen in het watergebiedsplan. De overwegingen zijn als volgt: Peilbeheer door het waterschap heeft niet als doel veedrenking en veekering. Het waterschap streeft naar grotere peilvakken, onder meer in verband met de voortdurende bodemdaling en de mogelijkheden tot een efficiënter beheer. In die peilvakken moet een peil gevonden worden dat zoveel mogelijk tegemoet komt aan alle belangen die spelen in het betreffende peilvak. Het blijkt dat het niet altijd mogelijk is om binnen een peilvak het waterpeil voor ieder perceel te optimaliseren. Indiener heeft percelen die wat hoger liggen dan gemiddeld in het peilvak, dit brengt met zich mee dat indiener mogelijk wat aanpassingen zal moeten treffen voor zijn bedrijfsvoering, zoals eventueel het afrasteren van te steile slootkanten en het creëren van een veedrenkingsmogelijkheid. AGV rekent deze aanpassingen tot de normale bedrijfsvoering en kent daar niet een zodanig belang aan toe dat daarvoor het peil zou moeten worden aangepast. Het functioneren van tertiaire sloten en de daarin aanwezige duikers valt onder de verantwoordelijkheid van de perceelseigenaar. 5 Aanpassingen watergebiedsplan In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke wijzigingen in het watergebiedsplan zijn aangebracht ten opzichte van het ontwerp-watergebiedsplan. Het betreft: - wijzigingen als gevolg van de ingebrachte zienswijzen; 15/22

16 - ambtshalve aangebrachte aanpassingen; - ambtshalve aangebrachte wijzigingen als gevolg van recente ontwikkelingen in beleid en wetgeving 5.1 Aanpassingen ontwerpplan als gevolg van zienswijzen De ingebrachte zienswijzen leiden tot de volgende aanpassingen van het watergebiedsplan. N.a.v zienswijze T. Burggraaff Toegevoegd in paragraaf 6.6.1, onderaan de 8 e alinea onder de kop Polder Blokland: Tevens zal een extra peilmeetpunt worden aangebracht in de hoofdwatergang bij de laagstgelegen delen van de polder, zodat het peilverloop in deze gebieden goed gevolgd kan worden. Toegevoegd in par , Maatregelen ten behoeve van peilen: Maatregel 49-2: Plaatsen extra peilmeetpunt polder Blokland Knelpunt: het peil wordt gemeten bij het opvoergemaal Jonkermolen, echter in laaggelegen delen van de polder die ver van het gemaal verwijderd liggen kan het peil in perioden van harde zuiden- of westenwind opgestuwd worden, waardoor geen goed algeheel beeld wordt verkregen van het peil in de polder. Maatregel: plaatsen van een extra peilmeetpunt in de hoofdwatergang nabij de noordelijke, laaggelegen delen van de polder. Kaart 14, Maatregelen: Toegevoegd: maatregel 49-2, Plaatsen van extra peilmeetpunt polder Blokland N.a.v. zienswijze Hengelsportvereniging Wilnis Toegevoegd aan hoofdstuk 2.3, Huidige functies en gebruik, onder het hoofdje Recreatie: Ook de sportvisserij kent in het gebied veel beoefenaars. In paragraaf 8.2 is Fig 8.1, Baggerplanning Westelijke Venen, vervangen door een geactualiseerde versie. N.a.v. zienswijze P. Koot Op kaart 3, Actuele peilen, wordt het peil in het peilgebied grenzend aan de Hogedijk en de Molentocht duidelijker aangegeven. N.a.v. zienswijze Natuurmonumenten Paragraaf 5.3.2, 1 e alinea: Aan de zin: De actuele situatie is overeenkomstig de vigerende peilen is toegevoegd: behalve voor peilvak ( Het Vergeten Putje ), waar de inrichting van het gebied het niet toelaat om het vigerende peil te handhaven, zie ook Paragraaf 5.4.2, Ecologie, 2 e alinea: De zin: In deze plas wordt een flexibel peil gehanteerd van NAP -290/-3,30 m. is vervangen door: Volgens peilbesluit wordt in deze plas een flexibel peil gehanteerd van NAP -2,90 / -3,30 m. In de praktijk laat de inrichting dit niet toe en is het gebied gestuwd met jaarrond waterpeil van NAP -3,45 m. 16/22

17 Tabel 5.3, peilvak : De regel: Natuur max. -2,90/ -3, max. -2,90/ -3,30 is vervangen door: Natuur max. -2,90/ -3, max. -3,45/ -3,75 Paragraaf 5.6.1, Nieuwe peilen: De laatste alinea: In Het Vergeten Putje is een flexibel peil ingesteld. De beheerder (natuurmonumenten) heeft aangegeven een grotere peilmarge wenselijk te vinden. Echter een verruiming van de peilmarge lijkt nadelig voor de stabiliteit vanwege de mogelijkheid van verweken van veen en verdroging. Bovendien ligt het gebied direct aan de boezemkering, hetgeen het de stabiliteit van deze veendijk kan aantasten. Dit verzoek zal daarom niet worden gehonoreerd. is vervangen door: Het Vergeten Putje heeft in de praktijk een vast jaarrond peil omdat de peilen uit het peilbesluit hoger zijn dan met de aanwezige stuw en maaiveldhoogte kan worden ingesteld. De beheerder (natuurmonumenten) heeft aangegeven een grotere peilmarge wenselijk te vinden. Het gebied ligt direct aan de boezemkering, er is onderzocht of een aanpassing van het peil de stabiliteit van deze veendijk niet aantast. Bij de voorgesteld peilen is een nieuw peilmarge opgenomen. Bij deze peilen is de stabiliteit van de waterkering gewaarborgd. Hiermee is het verzoek van de beheerder gehonoreerd. Tabel 5.4, Drooglegging nieuwe situatie: Peilgebied , Mediaan drooglegging: 10 cm vervangen door 55 cm Paragraaf 5.7 Maatregelen t.b.v. waterkwaliteit: De tekst: Onderzoeksmaatregel Inlaatpunt Westveen verplaatsen Knelpunt: slechte waterkwaliteit inlaatwater Maatregel: onderzoeken mogelijkheden en effecten verplaatsen inlaat. Door de inlaat voor de peilhandhaving zo dicht mogelijk bij de uitlaat via de Varkenskade te kiezen, is de waterkwaliteit in het achterliggende gebied meer onafhankelijk van de kwaliteit van het inlaatwater. Voorstel is deze maatregel onder te brengen binnen het kader van Natura is vervangen door: Verplaatsen Inlaatpunt Westveen Knelpunt: slechte waterkwaliteit inlaatwater Door de inlaat voor de peilhandhaving zo dicht mogelijk bij de uitlaat via de Varkenskade te kiezen, is de waterkwaliteit in het achterliggende gebied meer onafhankelijk van de kwaliteit van het inlaatwater. Paragraaf 8.3, Aandachtspunten beheer en onderhoud: Aan 3 e aandachtspunt onder Peilbeheer is toegevoegd: Dit verzoek is bij het peilvoorstel gehonoreerd. Bijlage 2, Ontwerp Peilbesluit bemalingsgebied gemaal Noordse Buurt: In de peilentabel is de regel m.b.t. peilvak : Afvoergebied/peilgebied Waterpeilen in cm t.o.v. NAP Droogmakerij Noordse Buurt en Polder Westveen FP -2,90/-3,30 17/22

18 vervangen door: FP -3,45/-3,75 N.a.v. zienswijze Hoogheemraadschap van Rijnland Par. 5.5, 1 e aandachtsstreepje: De tekst: Deze inlaat moet in verband met een KRW maatregel van het hoogheemraadschap van Rijnland in de planperiode worden opgeheven, als de nieuwe inrichting van het gebied een feit is. is vervangen door: Deze inlaat kan in verband met een KRW-maatregel van het hoogheemraadschap van Rijnland worden opgeheven als de nieuwe inrichting van het gebied voorzien kan worden van kwalitatief geschikt water voor de gebruiksfunctie Par 5.7.2, onder Maatregel 40-3 In verband met het opheffen door het Hoogheemraadschap van Rijnland van de waterinlaat vanuit de Nieuwkoopse plassen naar Noordse Buurt (KRW-maatregel) heeft Waternet contact met het Hoogheemraadschap over de noodzaak van een alternatieve wateraanvoer naar de glastuinbouw in de droogmakerij Noordse Buurt, zolang deze niet is verplaatst. De laatste toevoeging aan deze zin ( zolang deze niet is verplaatst ) is verwijderd. N.a.v. zienswijze P. Verkaik Op de kaarten 6 en 6a, Nieuwe peilen, is de peilgrenswijziging tussen de peilvakken 41 6A en 41-8B opgenomen zoals die reeds is doorgevoerd op kaart 3, Actuele peilen. 5.2 Ambtshalve aangebrachte aanpassingen van het ontwerpplan Ambtshalve geconstateerde onvolkomenheden in het ontwerp-watergebiedsplan Westelijke Venen hebben geleid tot de volgende aanpassingen: Managementsamenvatting, onder Kaderrichtlijn Water: De tekst: Op het plangebied is tevens van invloed een KRW-maatregel van het Hoogheemraadschap Amstel Gooi en Vecht is gewijzigd in: Op het plangebied is tevens van invloed een KRW-maatregel van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Par 2.1, onder Ad 3 en Ad 4: Enkele oppervlakten van polders Par , onder Grondwater: Tekst is gewijzigd in: De stijghoogte in het eerste watervoerend pakket wordt bepaald door de lage polderpeilen van de polders Zevenhoven en Nieuwkoop enerzijds en Groot Mijdrecht anderzijds. Dit houdt in dat er rond (een deel van) de oostgrens van het plangebied sprake is van een waterscheiding: ten oosten van de waterscheiding stroomt het grondwater richting Groot Mijdrecht, ten westen stroomt het naar het centrum van polder Zevenhoven. In het noorden en zuiden van het plangebied stroomt het grondwater richting het midden van de polder Zevenhoven. De stijghoogte varieert van ca. NAP -4.5 m in Blokland en ca. NAP -4 m in de Noordse Buurt tot NAP -5.2 m 18/22

19 nabij de plaats Zevenhoven. De freatische grondwaterstand wordt bepaald door het oppervlaktewaterpeil. In de Buiten-Westerpolder, Buitendijkse Oosterpolder, Blokland, Bovenlanden en Noordse Buurt is het polderpeil en daarmee de grondwaterstand hoger dan de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket. Hier is sprake van wegzijging. In polder Zevenhoven is over het algemeen sprake van kwel; de stijghoogte in het eerste watervoerend pakket is hoger dan het polderpeil. Par. 3.1, onder Europese Kaderrichtlijn Water: De tekst: Wel is het ecologisch oeverbeheer van hoofdwatergangen van toepassing als AGV-gebiedsbrede KRW-maatregel is gewijzigd in: Wel is het ecologisch oeverbeheer van natuurvriendelijke oevers van hoofdwatergangen van toepassing als AGV-gebiedsbrede KRW-maatregel. Par 4.1, onder Grondgebruik en gebiedsfuncties: Aangepast: De polders Zevenhoven I en II zijn gelegen in de Provincie Zuid-Holland en beslaan samen een oppervlakte van circa hectare Par 4.3.3, onder GGOR Verwijderd:... hetgeen samenhangt met het opheffen van onderbemalingen in het deelgebied Zevenhoven deel I. Tabel 4.3, Nieuwe peilen: Rij 41-14, 1 e kolom, toegevoegd achter 41-14: (oud) Direct daaronder nieuwe rij ingevoegd: (peilvak) (opp, ha) (peil) (drooglegging) (nieuw) 15-5,50 72 Peilvak 41 6A: oppervlakte 242 ha, mediane drooglegging 97 cm, is gewijzigd in: oppervlakte 247 ha, mediane drooglegging 98 cm. Peilvak 41-8B: oppervlakte 35 ha, mediane drooglegging 62 cm, is gewijzigd in: oppervlakte 30 ha, mediane drooglegging 65 cm. Paragraaf 4.6.1, 2 e alinea onder tabel: mediane drooglegging van peilvak 41 BB wordt 65 i.p.v. 62 cm Paragraaf 4.6.1, voorlaatste alinea: De tekst: Het natuurgebied Groene Jonker (41-4) is sinds het voorgaande watergebiedsplan aan de zuidzijde uitgebreid. is gewijzigd in: Het natuurgebied Groene Jonker (41-7) is sinds het voorgaande watergebiedsplan aan de zuidzijde uitgebreid. Par. 6.1, laatste regel: De tekst: Vanwege de veranderde beleidsdoelstelling van de provincies Zuid Holland geldt voor elk van de polders dat het geen zoekgebieden meer zijn voor natuur vanuit de EHS. is gewijzigd in: Vanwege de veranderde beleidsdoelstelling van de provincies Zuid Holland en Utrecht geldt voor elk van de polders dat het geen zoekgebieden meer zijn voor natuur vanuit de EHS. Par Gevolgen voor drooglegging en maaivelddaling: De tekst: Er is in de Polder Blokland en de Bovenlanden Noordse Buurt een historische maaivelddaling van 5 cm die sinds vorig peilbesluit bepaald. Daarnaast zal door peilverlaging een inklinking of extra zetting verwacht kunnen worden. 19/22

20 is gewijzigd in: De historische maaivelddaling is vastgesteld op 0.62 mm per jaar. Sinds het vorige peilbesluit heeft in de Polder Blokland en de Bovenlanden Noordse Buurt een maaivelddaling plaatsgevonden van 5 cm. Door de nieuwe peilverlaging wordt in het 1 e jaar een inklinking of extra zetting verwacht van maximaal 1 cm en in de komende 10 jaar in totaal 4 cm. De laatste zin van par 6.6.2: Behalve het verplaatsen van de stuw bij Beau Rivage I heeft het peilbesluit geen consequenties voor de huidige waterhuishoudkundige infrastructuur. is verwijderd. Par 6.6.3, Gevolgen voor waterkwaliteit en kwantiteit: Onder waterkwantiteit: Huidige situatie vervangen door vigerende situatie Par onder Landbouw: De tekst: De Buiten Westerpolder, Buitendijkse Oosterpolder en noordwestelijk deel van Polder Blokland (Blokland deel I) bestaan uit een mix van grasland, akkerbouw, glastuinbouw en stedelijk gebied. is gewijzigd in: De Buiten Westerpolder, Buitendijkse Oosterpolder en noordelijk deel van Polder Blokland (Blokland deel I) bestaan uit een mix van grasland, akkerbouw, glastuinbouw en stedelijk gebied. Par , onder Vigerende en praktijkpeilen, eerste regels: De tekst: Het vigerende peilbesluit voor de Buitenwesterpolder (75 hectare), de Buitendijkse Oosterpolder (117 hectare) en een deel van Polder Blokland (20 ha) is... (etc.) is gewijzigd in: Het vigerende peilbesluit voor de Buitenwesterpolder (70 hectare), de Buitendijkse Oosterpolder (105 hectare) en het noordelijk deel van Polder Blokland (62 ha) is... (etc.) Par Waterkwaliteit Verwijderd: Er wordt een kleine particuliere inlaat vermoed ten oosten van Vrouwenakker. Par , laatste zin: De tekst: De verdroging van de percelen wordt tegengegaan door de afname van wegzijging naar de diepe polders (Polder Zevenhoven en Droogmakerij Noordse Buurt). is gewijzigd in: De verdroging van de percelen wordt enigszins tegengegaan door de afname van wegzijging naar de diepe polders (Polder Zevenhoven en Droogmakerij Noordse Buurt). Par 7.7.2, Maatregelen wateraan- en afvoer, waterberging Onder Maatregel 46-1 Verbeteren aflaat, verwijderen vanaf:... en indien nodig te vervangen. Bijlage 1, Peilbesluit polder Zevenhoven, peilentabel: - Peil in peilvak (-5,50 m NAP) is gewijzigd in: -6,00 m NAP - Peilvakken 41-15A en 41-15B vormen samen één peilvak 41-15, met peil = -6,35 m NAP - Toegevoegd onder aan de tabel: Peilvak 41-17, peil: JP -6,55 m NAP Kaart 3, Actuele peilen: In peilvak , Het Vergeten Putje, is het peil van FPb 2,90/FPo -3,30 NAP vervangen door: VP -3,45 NAP 20/22

21 Kaart 7, Drooglegging voorgestelde peilen: - De drooglegging van peilvak 41-6A wordt 97 cm i.p.v. 98 cm. - De drooglegging van peilvak 41-8B wordt 65 cm i.p.v. 62 cm. - De peilgrenswijziging tussen de peilvakken 41 6A en 41-8B is aangepast conform de situatie op kaart 3, Actuele peilen. Kaart 14, Maatregelen: De peilgrenswijziging tussen de peilvakken 41 6A en 41-8B is aangepast conform de situatie op kaart 3, Actuele peilen. 5.3 Aanpassingen van ontwerpplan als gevolg van ontwikkelingen in wetgeving, beleid en planvorming Par 4.1, onder Grondgebruik en gebiedsfuncties: Toegevoegd: De gemeente onderzoekt met de glastuinbouwbranche mogelijkheden voor de ontwikkeling van een nieuwe duurzame glastuinbouwlocatie in het noorden van het plangebied. Een bestemmingsplan voor dit gebied (Nieuw Amstel-Oost) is in voorbereiding om deze nieuwe functie te kunnen faciliteren. Vanwege de onzekere economische situatie in deze jaren wordt bij deze ontwikkeling momenteel pas op de plaats gehouden. 21/22

22 Watergebiedsplan Westelijke Venen Bijlage Ingediende zienswijzen (integraal) en antwoordbrieven van AGV van/aan: T. Burggraaff, mede ondertekend door: D. Snel, J. van Smoorenburg, H. Bak, D. van der Horst, J. Mol, W. van der Veen, M. Rijlaarsdam, D. Bos Gemeente Nieuwkoop Hengelsportvereniging Wilnis P. Koot G. van Mastwijk, mede ondertekend door: P. Stokman, R. de Groot, J. van Tol J. Stokman Natuurmonumenten Hoogheemraadschap van Rijnland P. Verkaik L. en J. Zeestraten 22/22