Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost

Transcriptie

1 Datum 6 februari 2017 Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost Op 20 april 2017 vastgesteld door het algemeen bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Jacques van Alphen

2

3 Inhoud Inhoud 3 1 Procedure Procedure tot ter visie legging Ter visie legging Vaststelling en beroepsprocedure 5 2 Publicatie op GVOP 7 3 Zienswijzen Zienswijze Zienswijze 2. Een gezamenlijke reactie van 2 agrariërs Zienswijze Zienswijze Zienswijze 5. Een gezamenlijke zienswijze van 3 agrariërs Aanpassing Watergebiedsplan 11 5 Aanpassing Leggerwijzigingen 12 6 Aanpassing Besluit Algemene Regels Hoogwatervoorzieningen 12 7 Aanpassing peilbesluit 12 Bijlage 1: Ingediende zienswijzen Bijlage 2: Reactie van AGV op zienswijzen (concept brieven) 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 3/29

4

5 1 Procedure Het ontwerp-watergebiedsplan Aetsveldse Polder Oost heeft samen met het bijbehorende ontwerp-peilbesluit Aetsveldse Polder Oost, het ontwerp-besluit Algemene regels hoogwatervoorzieningen Aetsveldse Polder Oost en het ontwerp besluit leggerwijzigingen Aetsveldse Polder Oost de inspraakprocedure doorlopen. Er zijn vijf zienswijzen ontvangen, die in dit verslag van inspraak worden behandeld. 1.1 Procedure tot ter visie legging Op 23 augustus 2016 heeft het dagelijks bestuur besloten het concept ontwerp watergebiedsplan Aetsveldse Polder Oost, het concept ontwerp peilbesluit, het ontwerp besluit Algemene Regels Hoogwatervoorzieningen en het ontwerp besluit Leggerwijzigingen vast te stellen en te agenderen voor bespreking in de commissie voor advies en bijstand. Genoemde stukken zijn daarna op 21 september 2016 besproken in de commissie voor advies en bijstand. Op 4 oktober 2016 heeft het dagelijks bestuur het ontwerp watergebiedsplan en het ontwerp peilbesluit Aetsveldse Polder Oost vastgesteld en (samen met het ontwerp besluit Algemene Regels Hoogwatervoorzieningen en Leggerwijzigingen) vrijgegeven voor inspraak. 1.2 Ter visie legging Op 27 oktober 2016 is via de GVOP (gemeenschappelijke voorziening overheidspublicaties) gepubliceerd dat inspraak op het ontwerp watergebiedsplan Aetsveldse Polder Oost, het peilbesluit en de overige bovengenoemde besluiten mogelijk was voor een periode van zes weken (zie paragraaf 2). De stukken hebben ter inzage gelegen op: het hoofdkantoor van waterschap Amstel, Gooi en Vecht/Waternet, Korte Ouderkerkerdijk 7, 1096 AC Amsterdam het gemeentekantoor van Weesp, Nieuwstraat 70A, 1381 BD Weesp het gemeentekantoor van Stichtse Vecht, Endelhovenlaan 1, 3601 GR Maarssen Daarnaast zijn de stukken via internet te raadplegen geweest bij de officiële publicatie (website van de GVOP) en via de website van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Alle bewoners van het landelijk gebied van de polder zijn tegelijkertijd per brief op de hoogte gebracht van de inspraakperiode en uitgenodigd voor een inloopavond op maandag 14 november Ongeveer 30 belanghebbenden hebben op die avond gebruik gemaakt van de mogelijkheid om vragen te stellen over het plan. Het ontwerp-watergebiedsplan en genoemde ontwerp besluiten hebben van 27 oktober tot 9 december 2016 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode was er voor belanghebbenden de gelegenheid tot het indienen van zienswijzen. 1.3 Vaststelling en beroepsprocedure De ingediende zienswijzen zijn beantwoord met een ontvangstbevestiging. Vervolgens zijn de zienswijzen in behandeling genomen en is vastgesteld of deze voor AGV aanleiding zijn voor een wijziging van het watergebiedsplan. Op elke 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 5/29

6 zienswijze is een reactie voorbereid. Alle zienswijzen en de reacties daarop zijn verwerkt in dit Verslag van Inspraak. Wanneer een zienswijze daartoe aanleiding gaf is het watergebiedsplan daar op aangepast. Tevens zijn ambtshalve enkele correcties in het ontwerp-watergebiedsplan aangebracht. Het aangepaste watergebiedsplan Aetsveldse Polder Oost is samen met dit Verslag van inspraak ter vaststelling aangeboden aan het Algemeen Bestuur van AGV. Na vaststelling op 20 april 2017 ontvangt de indiener van de zienswijze een inhoudelijke reactie op de zienswijze met daarin tevens aangegeven de procedure voor het aantekenen van beroep. Tevens wordt de vaststelling van het watergebiedsplan, inclusief de beroepsmogelijkheden, bekend gemaakt via het elektronisch waterschapsblad van de Gemeenschappelijke Voorziening Overheidspublicaties. Na vaststelling ligt het definitieve watergebiedsplan 6 weken ter inzage op dezelfde locaties als waar het ontwerpplan ter inzage lag (zie 1.2). Gedurende deze periode kan beroep worden ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van het plan. Als de beroepstermijn is verlopen en er is geen beroep ingesteld, dan is het watergebiedsplan van rechtswege onherroepelijk. Beroep kan worden ingesteld bij de Rechtbank Amsterdam, adres: Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW, Amsterdam. Het plan bevat wijzigingen aan waterstaatswerken en bevat daarom projectplannen als bedoeld in artikel 5.4 Waterwet. Hierop is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Omdat afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing is, geldt voor het indienden van beroep tegen het vaststellen van de wijzigingen aan waterstaatswerken dat: de beroepsgronden in het beroepschrift worden opgenomen; het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend, en deze na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld. Het is ook mogelijk digitaal beroep in te stellen bij genoemde rechtbank via Daarvoor moet indiener wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Op de genoemde site staan de precieze voorwaarden vermeld. Het indienen van een beroepschrift schorst niet de werking van het besluit. Als beroep is ingesteld, kan in spoedeisende gevallen de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam worden gevraagd een voorlopige voorziening te treffen. Het is mogelijk digitaal een verzoek voor een voorlopige voorziening in te dienen bij genoemde rechtbank via Ook daarvoor moet indiener beschikken over een elektronische handtekening (DigiD) en staan de precieze voorwaarden op de genoemde website vermeld. 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 6/29

7 2 Publicatie op GVOP 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 7/29

8 3 Zienswijzen Er zijn vijf schriftelijke zienswijzen ontvangen. De inhoud van deze zienswijzen is hieronder samengevat en anoniem weergegeven. Per zienswijze is beknopt de reactie van AGV opgenomen. De complete tekst van de zienswijzen en concept brieven voor beantwoording van de zienswijzen zijn opgenomen in de bijlagen. 3.1 Zienswijze 1. Inhoud zienswijze: 1. Door de aanleg van de blokbemaling Merwede (onderdeel van het vorige watergebiedsplan) zijn 3 watergangen ten zuiden van peilvak afgedamd. Het water in deze watergangen moet nu via één sloot (en een langere route) op peil gehouden worden. In de zomerperiode kan het water in deze lange watergangen richting de Klompweg moeilijk op peil gehouden worden. Voorgesteld wordt een stuw te plaatsen in één van de watergangen en water aan te voeren via een inlaat uit te Vecht (koppeling te maken met een bestaande hoogwaterzone). 2. Inlaten vanuit de Vecht zijn tijdens het traject voor de dijkverbetering vervangen door kleinere inlaten. Indiener van de zienswijze gebruikt zijn inlaat ook voor het drenken van vee. In de nieuwe situatie heeft de inlaat onvoldoende capaciteit om de sloot op peil te houden. Gevraagd wordt dit te bekijken en zonodig aan te passen. 3. Er wordt gewezen op een lekkende stuw te zuiden van Zwaanwyck en voorgesteld deze te (doen) vervangen. Reactie AGV: 1. De water aan- en afvoer doorloopt sinds het vorige watergebiedsplan een iets langere route, maar is nog steeds goed mogelijk. Het feit dat het probleem zich in de zomerperiode voordoet geeft aan dat dit veroorzaakt wordt door plantengroei. Indiener wordt aangeraden om de watergang in de zomer een keer extra te schonen. Daarnaast speelt mee dat de drooglegging van de percelen van indiener richting Vecht oploopt van circa 45 cm aan de noordkant (bij de blokbemaling) tot circa 90 cm op de percelen dichter bij de Vecht. Indiener stelt voor de hoogwaterzone langs de Vecht op een deel van zijn percelen uit te breiden. AGV staat welwillend tegenover de mogelijkheid om een hoogwatervoorziening aan te leggen, maar wijst er op dat dit een particuliere verantwoordelijkheid is. Om de aanleg mogelijk te maken wordt op de kaart behorende bij het besluit Algemene Regels Hoogwatervoorziening Aetsveldse polder Oost een nog aan te leggen hoogwatervoorziening opgenomen op de percelen van indiener. Dit biedt hem de mogelijkheid een hoogwatervoorziening te realiseren, die daarna onder de Algemene Regels valt. 2. AGV is bereid om het functioneren van de inlaat te onderzoeken. Als blijkt dat het probleem veroorzaakt wordt door de door ons aangepaste inlaat, dan zullen wij dit oplossen. 3. De betreffende stuw maakt onderdeel uit van een particuliere hoogwatervoorziening. AGV zal de lekkende stuw controleren en zonodig actie ondernemen om deze te (laten) repareren of vervangen. Net als bij het vorige punt past dit goed bij de al geplande vervolgactie op het besluit Algemene Regels Hoogwatervoorzieningen Aetsveldse Polder Oost. 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 8/29

9 3.2 Zienswijze 2. Een gezamenlijke reactie van 2 agrariërs. Inhoud zienswijze: 1. De automatische zonne stuw stroomt bij hevige neerslag en stijgende waterpeilen te snel over en moet worden verhoogd om te voorkomen dat er wateroverlast optreedt in het lagere peilvak Hetzelfde probleem doet zich voor bij een keerschot bij het stoplicht kruising N236/Klompweg. 3. Voorstel om de nieuw gegraven sloot aan de zuidzijde van de N236 aan te merken als hoofdwatergang. Duikers in deze sloot onder de dammen moeten groot genoeg zijn voor waterafvoer naar gemaal Carspelhof. 4. Het waterpeil in peilvak moet NIET worden verhoogd. 5. De sloot aan de noordkant van de N236 zou vaker geschoond kunnen worden voor een betere waterafvoer vanuit de Horn. Reactie AGV: 1. Dit is bekend uit de inventarisatie voor het watergebiedsplan en betreft stuw KST De gewenste maatregel is al in het watergebiedsplan opgenomen (inrichtingsmaatregel 10). 2. Dit knelpunt is ook bekend uit de inventarisatie voor het watergebiedsplan. De gewenste verhoging van het keerschot wordt uitgevoerd als onderdeel van de wegverbreding N236. We zullen de maatregel ook in het watergebiedsplan benoemen, zodat duidelijk wordt dat dit knelpunt wordt opgelost. 3. De dimensies van de nieuwe sloot en dammen zijn voldoende voor een goede afvoer. Er is geen reden om er een hoofdwatergang van te maken. De hoofdwatergang door dit peilvak naar gemaal Carspelhof loopt vanaf de bij punt 1 genoemde stuw. De afwatering via deze route functioneert goed. Met de geplande aanpassing van de stuw kunnen we de afvoer via deze route ook beter beheren. 4. Er is geen peilverhoging in dit peilvak in het watergebiedsplan opgenomen. 5. De provincie Noord-Holland is als eigenaar verantwoordelijk voor het beheer van deze (berm)sloot. De sloot wordt twee keer per jaar geschoond. Als het in de praktijk nodig blijkt om in de zomer een keer extra te schonen, dan kan daarover contact worden opgenomen met de provincie of met het waterschap. 3.3 Zienswijze 3. Inhoud zienswijze: Er wordt ingestemd met de voorgestelde peilen die de huidige functie faciliteren en waarbij natschade beperkt blijft. Het waterschap wordt verzocht de peilen zodanig te blijven bepalen dat de drooglegging optimaal blijft voor de agrarische gebruiksfuncties en de waterhuishouding blijft bijdragen aan de economische kracht van het gebied. Reactie AGV: AGV volgt bij het vaststellen van de peilen het beleid uit de nota peilbeheer (2011). Het faciliteren van de huidige functie is daarin een belangrijk uitgangspunt, maar het waterschap zal daarnaast ook rekening houden met andere belangen, zoals de ecologische waterkwaliteit, weidevogels en het beperken van de bodemdaling. 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 9/29

10 3.4 Zienswijze 4 Inhoud zienswijze: Verzoek om de begrenzing van peilvak aan te passen, zodanig dat twee percelen die evenwijdig aan het fietspad lopen (ten noorden van Nigtevecht) een betere drooglegging krijgen. Reactie AGV: AGV heeft begrip voor het verzoek van de indiener, omdat deze percelen nu een kleinere drooglegging hebben dan de naastliggende percelen en hij (als nieuwe eigenaar) vanaf de laagste kant de percelen op komt, waar de graszode het langst drassig is. Verschuiving van de grens van het peilvak betekent dat het waterpeil in de sloot 35 cm zal dalen. Dit is een aanzienlijke peilverlaging, waarbij de sloot verdiept zal moeten worden. Voor de sloot die langs het fietspad loopt is dat niet toelaatbaar, omdat dit een risico vormt voor de stabiliteit van het fietspad. Wij hebben dit besproken met de eigenaar van het fietspad (gemeente Stichtse Vecht). De sloot aan de oostkant van de desbetreffende percelen ligt ook in het hogere peilvak. Voor de stabiliteit van het fietspad is dat niet van belang. AGV stelt daarom voor om de begrenzing van het peilvak zo aan te passen dat de oostelijke sloot wel een lager peil krijgt, maar dat de sloten aan weerszijden van het fietspad op het hogere peil worden gehouden. De eigenaar is zelf verantwoordelijk voor het uitdiepen van de oostelijke sloot. 3.5 Zienswijze 5. Een gezamenlijke zienswijze van 3 agrariërs. Inhoud zienswijze: 1. Voorstel om het nieuwe peilvak niet te koppelen aan de huidige blokbemaling Merwede, maar te voorzien van een eigen pomp. Dit is goedkoper en minder ingrijpend voor de betrokken agrariers. 2. Voorstel om in plaats van een nieuwe sloot een duiker aan te leggen in het nieuwe peilvak voor de waterafvoer. 3. Indieners van de zienswijze kunnen zich niet vinden in de tekst van het watergebiedsplan in hoofdstuk 3.1.6, op bladzijde 30 en 31, waarin het waterschap zich de vraag stelt of landbouwkundig gebruik in de lager gelegen gedeelten in de Aetsveldse polder op de lange termijn wel te handhaven is. Reactie AGV: 1. AGV is bereid dit voorstel over te nemen en het watergebiedsplan aan te passen. Wij zijn het met de indieners van de zienswijze eens dat de voordelen (lagere kosten en minder ingrijpende aanpassingen van het bestaande watersysteem) opwegen tegen het nadeel van een extra te beheren pomp. Daarin speelt mee dat de bemaling en inrichting van de polder in de toekomst waarschijnlijk nog een keer zal veranderen, zodat het nu verstandig is te kiezen voor de minst ingrijpende en goedkoopste oplossing. 2. AGV heeft geen specifieke voorkeur voor aanleg van een sloot of duiker. Waar het om gaat is dat de waterafvoer naar het gemaal mogelijk wordt. AGV is akkoord met het aanleggen van een duiker, mits deze niet langer is dan 30 meter. 3. De genoemde tekst is opgenomen om onder de aandacht te brengen dat er binnen de polder sprake is van een (ongelijke) bodemdaling, wat op de lange duur tot hogere kosten kan leiden en mogelijk gevolgen kan hebben voor het gebruik van de polder. Het waterschap bepaalt niet de bestemming van de 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 10/29

11 polder, maar het is wel onze taak om te signaleren dat er ontwikkelingen zijn waar in de toekomst rekening mee moet worden gehouden. Het wordt ook benoemd, omdat in het watergebiedsplan een onderzoeksmaatregel is opgenomen, om samen met de gebruikers van de polder een plan uit te werken voor de gewenste inrichting van de polder op de lange termijn. AGV wil met dit watergebiedsplan niet op de zaken vooruit lopen, maar wel een onderwerp benoemen waarover we in de nabije toekomst met de gebruikers van de polder in gesprek willen gaan. 4 Aanpassing Watergebiedsplan De ingediende zienswijzen leiden tot de volgende aanpassingen van het watergebiedsplan: Zienswijze 2.2; Het knelpunt van de te lage stuw langs de N236 en de maatregelen om deze te vervangen zal worden benoemd. De maatregel wordt opgenomen in paragraaf 3.4 en aangeduid op kaart 14. De uitvoering lift mee met wegverbreding van de N236. Zienswijze 4; De aanpassing van de begrenzing van het peilvak zal worden benoemd in paragraaf 3.3. De bijbehorende maatregel wordt opgenomen in paragraaf 3.4, aangeduid op kaart 14, en opgenomen in de kostenraming. Zienswijze 5.1; Het peilvak wordt niet gekoppeld aan de blokbemaling Merwede, maar voor de bemaling voorzien van een eigen pomp. De consequenties hiervan voor het plan zijn: o Inrichtingsmaatregel I-1: Plaatsing van een pomp wordt opgenomen. Plaatsing van een stuw voor afvoer naar PV vervalt. o Inrichtingsmaatregel I-2: Het verbreden en verdiepen van watergangen wijzigt: Sloot : 30 cm verdiepen (ongewijzigd), Sloot : 10 cm verdiepen, verbreden niet nodig, Sloot : 20 cm verdiepen, 1,5 m verbreden, Sloot : 20 cm verdiepen, 1,5 m verbreden, Sloot : 10 cm verdiepen, verbreden niet nodig, Sloot : 10 cm verdiepen, verbreden niet nodig. o Inrichtingsmaatregel I-4: Verbreden en verdiepen van de (nieuwe) hoofdwatergang vervalt. o Inrichtingsmaatregel I-5 (aanleg duiker) vervalt. o Inrichtingsmaatregel I-6 (vergroten capaciteit gemaal Merwede) wordt gewijzigd in aanleg pomp voor bemaling Peilvak o Uitbreiding van het stelsel van hoofdwatergangen (voor aansluiting van de afvoer uit peilvak op de hoofdwatergangen in peilvak vervalt. (Hydrovakken en vervallen). Zienswijze 5.2; Inrichtingsmaatregel I-1: Het graven van een sloot wordt gewijzigd in graven sloot of aanleg duiker Bovengenoemde wijzigingen in het maatregelenpakket zijn verwerkt in de tekst en de maatregelentabel (kaart 14) Overige wijzigingen (initiatief Waternet) Inrichtingsmaatregel I-9 wordt geschrapt uit de tabel. In het ontwerp watergebiedsplan werd al vermeld dat deze maatregel was afgevallen. In de 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 11/29

12 tekst van paragraaf wordt het knelpunt benoemd, met de conclusie dat het graven van een extra watergang nauwelijks zal helpen. Aanwijzing hoofdwatergang vanaf Nigtevecht opnemen op maatregelen kaart (kaart 14), om te verduidelijken dat dit een wijziging is t.o.v. de bestaande situatie. In hoofdstuk 3.2 (schoon water) wordt aanvullend benoemd dat de Agrarische Natuurvereniging het voornemen heeft om een studiegroep/praktijknetwerk op te richten voor de Aetsveldse Polder Oost. Hierin werken boeren met andere partijen (waaronder het waterschap) in een polder samen om de opgaven van water- en bodemkwaliteit, ecologie en wateroverlast, integraal aan te pakken, met oog voor bedrijfszekerheid. 5 Aanpassing Leggerwijzigingen Door de in hoofdstuk 4 beschreven aanpassingen van het watergebiedsplan wordt ook het besluit Leggerwijzigingen Aetsveldse Polder Oost op enkele punten gewijzigd: De nieuwe hydrovakken en vervallen. Voor de hydrovakken , , , en zijn de afmetingen aangepast. 6 Aanpassing Besluit Algemene Regels Hoogwatervoorzieningen Naar aanleiding van de reactie van AGV op zienswijze 1.1 wordt de kaart behorende bij dit besluit uitgebreid met een nog te realiseren hoogwatervoorziening. 7 Aanpassing peilbesluit De waterverordening is gewijzigd. De tekst van het peilbesluit is hierop aangepast; De naam van de verordening wordt Waterverordening Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (2017). 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 12/29

13 BIJLAGEN Bijlage 1: Ingediende zienswijzen Bijlage 2: Reactie van AGV op zienswijzen (concept brieven) februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 13/29

14 Bijlage 1: ingediende zienswijzen Zienswijze 1 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 14/29

15 Zienswijze 2 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 15/29

16 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 16/29

17 Zienswijze 3 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 17/29

18 Zienswijze 4 Aan Waterschap Amstel Gooi en Vecht Korte ouderkerkerdijk GJ Amsterdam Afz. Mts D en CP Verweij Kanaaldijk ND Weesp Betreft; Zienswijze watergebiedsplan Aetsveldsepolder Oost Datum Beste meneer van Alphen Naar aanleiding van ons gesprek vanmorgen stuur ik u deze brief. Ik wil bij deze verzoeken om een verkleining van het afwijkende peil vak in Nigtevecht ( ), met 2 agrarische percelen die achter elkaar liggen. ( ten noorden van het dorp Nigtevecht) en evenwijdig aan het fietspad, deze percelen zijn naar onze mening te nat en zouden met een ontwatering op polderpeil, landbouwkundig vele malen beter te bewerken zijn. Hier vragen wij dan ook om. De kadastrale nummer van het betreffende perceel is Nigtevecht A Mocht u vragen of opmerkingen hebben dan horen wij het graag, wij treden hierover dan ook graag met u in gesprek. Met vriendelijke groet Mts D en CP Verweij 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 18/29

19 Zienswijze 5 Aan Waterschap Amstel gooi en vecht Korte ouderkerkerdijk GJ Amsterdam Afz. Mts D en CP Verweij Kanaaldijk ND Weesp Betreft: zienswijze, watergebiedsplan Datum: Beste meneer van Alphen Bij deze ontvangt u een zienswijze die gezamenlijk is opgesteld door M van Harten, P Hooijer en de maatschap D en CP Verweij. 1. Het lijkt ons beter om in plaats van het blokbemalingsvlak Merwede te vergroten met peilgebied Van dit gebied een eigen bemalingsgebied te maken. Met een eigen onderbemalingspomp. Dit scheelt een aantal verbredingen van sloten, het vervangen van de onderbemalingspomp, en zal dus ook kostentechnisch voor u efficiënter zijn. Ook zal het minder landbouwgrond kosten. 2. Het is naar ons inziens makkelijker, om in plaats van de sloot die gegraven zal moeten worden in peil vak (land van Van Harten). Een duiker neer te leggen, waar het water door kan stromen, hier moet u bij bedenken dat het betreffende perceel om en nabij 30 meter breed is, en de landbouwkundig optimale kavelstructuur niet verdwijnt. 3. Wij moeten U helaas melden dat wij ons niet kunnen vinden in de conclusies die getrokken worden in hoofdstuk op bladzijde 30 en 31 van het ontwerpwatergebiedsplan. Hierin stelt het waterschap zich de vraag of landbouwkundig gebruik van de lager gelegen gedeelten in de Aetsveldse polder op lange termijn wel te hand haven is als landbouw grond. Wij vinden de vraag stellen op zich al bijzonder vreemd, ten eerste omdat wij menen dat wij met de huidige snelheid van bodemdaling nog wel 200 jaar kunnen doorboeren, ten 2e omdat het waterschap op deze manier feitelijk de bestemming van de polder gaat bepalen, ten 3 e omdat wij menen dat wij met de waterschapsbelasting al betalen voor het drooghouden van de polder en dit gewoon gedaan zou moeten worden. Het doet ons als veehouders pijn dat er op deze manier over de lage gedeelte van de polder geschreven wordt in u rapport. Graag treden wij met u in verder gesprek, mochten er vragen zijn horen wij het graag. Hoogachtend P. Hooijer M. Van Harten D. Verweij CP Verwei 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 19/29

20 BIJLAGE 2: Beantwoording Zienswijzen Antwoordbrief zienswijze 1 (concept) Geachte heer xxxxxxxxxx, Op 5 april 2017 heeft het Algemeen Bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) het watergebiedsplan Aetsveldse Polder Oost vastgesteld. U heeft op 5 december 2016 een zienswijze ingediend op dit plan. Wij bedanken u voor de tijd en energie die u in dit plan heeft gestoken door een actieve bijdrage te leveren. In onderstaande reactie geven wij aan in hoeverre wij tegemoet kunnen komen aan de punten uit uw zienswijze. Korte samenvatting van uw zienswijze 1. Door de aanleg van de blokbemaling Merwede (onderdeel van het vorige watergebiedsplan) zijn 3 watergangen ten zuiden van peilvak afgedamd. Het water in deze watergangen moet nu via één sloot (en een langere route) op peil gehouden worden. In de zomerperiode kan het water in deze lange watergangen richting de Klompweg moeilijk op peil gehouden worden. U stelt voor een stuw te plaatsen in één van de watergangen en water aan te voeren via een inlaat uit te Vecht (koppeling te maken met een bestaande hoogwaterzone). 2. U merkt op dat inlaten vanuit de Vecht tijdens het traject voor de dijkverbetering zijn vervangen door kleinere inlaten. U gebruikt de inlaat naar uw hoogwatervoorziening ook voor het drenken van vee en stelt dat deze in de nieuwe situatie onvoldoende capaciteit heeft om de sloot op peil te houden. Gevraagd wordt dit te bekijken en zonodig aan te passen. 3. U wijst op een lekkende stuw te zuiden van Zwaanwyck en stelt voor deze te (doen) vervangen. Reactie van het waterschapsbestuur op uw zienswijze 1. Wij begrijpen het probleem dat u hier aankaart, omdat de drooglegging van de percelen richting Vecht geleidelijk oploopt van circa 45 cm aan de noordkant (bij de blokbemaling) tot circa 90 cm op de percelen dichter bij de Vecht. Ook ter plekke is de situatie al een keer samen met u besproken. De water aan- en afvoer doorloopt sinds het vorige peilbesluit inderdaad een iets langere route, maar is naar onze mening nog steeds goed mogelijk. Het feit dat het probleem zich in de zomerperiode voordoet geeft aan dat dit veroorzaakt wordt door plantengroei. U zou in de zomer een keer extra kunnen schonen. U stelt voor de hoogwaterzone langs de Vecht op een deel van uw percelen uit te breiden. Dit is een particuliere voorziening, zoals is beschreven en vastgelegd in het ontwerp besluit Algemene Regels Hoogwatervoorziening Aetsveldse polder Oost, dat tegelijk met het watergebiedsplan ter inzage lag. Om de aanleg van een hoogwatervoorziening op uw percelen mogelijk te maken nemen wij op de kaart behorende bij het besluit Algemene regels Hoogwatervoorzieningen Aetsveldse Polder oost een nog te realiseren hoogwatervoorziening op. Dit biedt u de mogelijkheid om, in overleg met de eigenaren van aangrenzende percelen, een hoogwatervoorziening aan te leggen. Een vergunning is dan niet nodig, omdat de voorziening dan onder de algemene regels valt. Wij willen graag met u meedenken over de manier waarop een hoogwatervoorziening kan worden gerealiseerd. 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 20/29

21 2. Wij zijn graag bereid om de situatie samen met u nader te bekijken. Als blijkt dat het probleem veroorzaakt wordt door de door ons aangepaste inlaat, dan zullen wij dit oplossen. Wij nemen contact met u op om een afspraak te maken. 3. De betreffende stuw maakt onderdeel uit van een particuliere hoogwatervoorziening. Wij zullen de lekkende stuw bekijken en zonodig actie ondernemen om deze te (laten) repareren of vervangen. Net als bij het vorige punt past dit goed bij de al door AGV geplande vervolgactie op het besluit Algemene Regels Hoogwatervoorzieningen Aetsveldse Polder Oost, waarvoor alle gebruikers van een hoogwatervoorziening zullen worden bezocht. Bekendmaking watergebiedsplan en vervolgprocedure De vaststelling van het watergebiedsplan wordt op xx april 2017 bekend gemaakt in het elektronische waterschapsblad; dit is te vinden via en op de website van het waterschap Gedurende zes weken na de bekendmaking van het vastgestelde plan kan beroep worden ingesteld bij de Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Meer informatie hierover vindt u in de bekendmaking. Het Algemeen Bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht hoopt uw zienswijze hiermee voldoende te hebben beantwoord. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met J.C.A. van Alphen. U kunt hem bereiken via het telefoonnummer en adres die bovenaan deze brief zijn vermeld. Hoogachtend, drs. H.J. Kelderman secretaris-directeur dr. ir. G.M. van den Top dijkgraaf 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 21/29

22 Antwoordbrief zienswijze 2 (concept) Geachte heer xxxxxx Op 5 april 2017 heeft het Algemeen Bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) het watergebiedsplan Aetsveldse Polder Oost vastgesteld. U heeft, samen met de heer Pronk op 7 december 2016 een zienswijze ingediend op dit plan. Wij bedanken u voor de tijd en energie die u in dit plan heeft gestoken door een actieve bijdrage te leveren. In onderstaande reactie geven wij aan in hoeverre wij tegemoet kunnen komen aan de punten uit uw zienswijze. Korte samenvatting van uw zienswijze 1. U merkt op dat de automatische zonne stuw bij hevige neerslag en stijgende waterpeilen te snel overstroomt en moet worden verhoogd, om te voorkomen dat er wateroverlast optreedt in het lagere peilvak U merkt op dat hetzelfde probleem zich voordoet bij een keerschot bij het stoplicht kruising N236/Klompweg. 3. U stelt voor om de nieuw gegraven sloot aan de zuidzijde van de N236 aan te merken als hoofdwatergang. Duikers in deze sloot onder de dammen moeten groot genoeg zijn voor waterafvoer naar gemaal Carspelhof. 4. U geeft aan dat u het waterpeil in peilvak niet verhoogd wil hebben. 5. U merkt op dat de sloot aan de noordkant van de N236 vaker geschoond zou kunnen worden, om een snellere doorstroming van water uit de Horn te waarborgen. Reactie van het waterschapsbestuur op uw zienswijze 1. U heeft ons ook tijdens de inventarisatie voor het watergebiedsplan op dit knelpunt gewezen. Wij zijn het met u eens dat het belangrijk is dat de stuw wordt verhoogd. De gewenste maatregel is al in het watergebiedsplan opgenomen (inrichtingsmaatregel 10). 2. Dit knelpunt is ook bekend uit de inventarisatie voor het watergebiedsplan. De gewenste verhoging van het keerschot wordt uitgevoerd als onderdeel van de wegverbreding N236. We zullen deze maatregel ook in het watergebiedsplan benoemen, zodat duidelijk wordt dat dit knelpunt wordt opgelost. 3. Er is voor het waterschap geen reden om van de nieuw gegraven sloot een hoofdwatergang van te maken. De bestaande hoofdwatergang door dit peilvak naar gemaal Carspelhof loopt vanaf de in uw eerst punt genoemde stuw. De afwatering via deze route functioneert goed. Met de geplande aanpassing van deze stuw kunnen we de afvoer via deze route ook beter beheren. Voor de aanleg van de nieuwe gegraven sloot is door het waterschap een vergunning verleend. Met de daarin voorgeschreven dimensies van de duikers is een goede waterafvoer mogelijk. 4. Het watergebiedsplan voldoet aan uw verzoek. Er is geen peilverhoging in dit peilvak in het watergebiedsplan opgenomen. 5. De provincie Noord-Holland is als eigenaar verantwoordelijk voor het beheer van deze (berm)sloot. De sloot wordt twee keer per jaar geschoond. Voor de doorstroming van water uit de Horn is een betere doorstroming van de bermsloot niet nodig, omdat dit water ook via de hoofdwatergangen kan doorstromen naar gemaal Carspelhof of gemaal Aetsveld. De bermsloot heeft wel een rol in de afwatering van uw eigen percelen naar gemaal Carspelhof. Als het in de praktijk nodig blijkt om de bermsloot in de zomer een keer extra te schonen, dan kan daarover contact worden opgenomen met het waterschap. 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 22/29

23 Bekendmaking watergebiedsplan en vervolgprocedure De vaststelling van het watergebiedsplan wordt op xx april 2017 bekend gemaakt in het elektronische waterschapsblad; dit is te vinden via en op de website van het waterschap Gedurende zes weken na de bekendmaking van het vastgestelde plan kan beroep worden ingesteld bij de Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Meer informatie hierover vindt u in de bekendmaking. Het Algemeen Bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht hoopt uw zienswijze hiermee voldoende te hebben beantwoord. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met J.C.A. van Alphen. U kunt hem bereiken via het telefoonnummer en adres die bovenaan deze brief zijn vermeld. Hoogachtend, drs. H.J. Kelderman secretaris-directeur dr. ir. G.M. van den Top dijkgraaf 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 23/29

24 Antwoordbrief zienswijze 3 (concept) Geachte heer of mevrouw, Op 5 april 2017 heeft het Algemeen Bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) het watergebiedsplan Aetsveldse Polder Oost vastgesteld. U heeft op 8 december 2016 een zienswijze ingediend op dit plan. Wij bedanken u voor de tijd die u heeft genomen om het plan door te nemen en een reactie te geven. Hieronder treft u onze reactie aan op de inhoud van uw zienswijze. Korte samenvatting van uw zienswijze U geeft aan dat de in het ontwerp watergebiedsplan voorgestelde peilen de huidige agrarische functies faciliteren. U vraagt aandacht voor de diversiteit in maaiveldhoogtes binnen de polder waarbij de drooglegging op de laagste percelen zodanig klein is dat deze gevoelig zijn voor inundatie en natschade. U verzoekt het waterschap de peilen zodanig te blijven bepalen dat de drooglegging optimaal blijft voor de agrarische gebruiksfuncties, zodat de waterhuishouding blijft bijdragen aan de economische kracht van het gebied. Reactie van het waterschapsbestuur op uw zienswijze In een gebied met wisselende maaiveldhoogtes is het niet mogelijk om een peil in te stellen dat voor alle percelen optimaal is. Het doet ons daarom genoegen dat u constateert dat de voorgestelde peilen de huidige agrarische functies faciliteren en dat u met deze peilen instemt. Wij begrijpen uw verzoek om de peilen zodanig te blijven bepalen dat de drooglegging optimaal blijft voor de agrarische gebruiksfuncties. AGV volgt bij het vaststellen van de peilen het beleid uit de nota peilbeheer (2011). Het faciliteren van de gebruiksfunctie is daarin een belangrijk uitgangspunt, maar het waterschap houdt daarnaast ook rekening met andere belangen, zoals de ecologische waterkwaliteit, weidevogels en het beperken van de gevolgen van bodemdaling. Bekendmaking watergebiedsplan en vervolgprocedure De vaststelling van het watergebiedsplan wordt op xx april 2017 bekend gemaakt in het elektronische waterschapsblad; dit is te vinden via en op de website van het waterschap Gedurende zes weken na de bekendmaking van het vastgestelde plan kan beroep worden ingesteld bij de Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Meer informatie hierover vindt u in de bekendmaking. Het Algemeen Bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht hoopt uw zienswijze hiermee voldoende te hebben beantwoord. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met J.C.A. van Alphen. U kunt hem bereiken via het telefoonnummer en adres die bovenaan deze brief zijn vermeld. Hoogachtend, 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 24/29

25 drs. H.J. Kelderman secretaris-directeur dr. ir. G.M. van den Top dijkgraaf 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 25/29

26 Antwoordbrief zienswijze 4 (concept) Geachte heer xxxxx Op 5 april 2017 heeft het Algemeen Bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) het watergebiedsplan Aetsveldse Polder Oost vastgesteld. U heeft op 7 december 2016 een zienswijze ingediend op dit plan. Wij bedanken u voor de tijd en energie die u in dit plan heeft gestoken door een actieve bijdrage te leveren. In onderstaande reactie geven wij aan in hoeverre wij tegemoet kunnen komen aan de punten uit uw zienswijze. Korte samenvatting van uw zienswijze U verzoekt de begrenzing van peilvak aan te passen, zodanig dat twee percelen die evenwijdig aan het fietspad lopen (ten noorden van Nigtevecht) een betere drooglegging krijgen. Reactie van het waterschapsbestuur op uw zienswijze Wij begrijpen uw verzoek, omdat deze percelen nu een kleinere drooglegging hebben dan de naastliggende percelen. Daarbij heeft u mondeling toegelicht dat u voor beweiding en bewerking vanaf de laagste kant de percelen op komt, waar de graszode het langst drassig is. Verschuiving van de grens van het peilvak betekent dat het waterpeil in de sloot 35 cm zal dalen. Dit is een aanzienlijke peilverlaging, waarbij de sloot verdiept zal moeten worden. Voor de sloot die langs het fietspad loopt is dat niet toelaatbaar, omdat dit een risico vormt voor de stabiliteit van het fietspad. Wij hebben dit besproken met de eigenaar van het fietspad (gemeente Stichtse Vecht). De sloot aan de oostkant van de desbetreffende percelen ligt ook in het hogere peilvak. Voor de stabiliteit van het fietspad is dat niet van belang. AGV stelt daarom voor om de begrenzing van het peilvak zo aan te passen dat de oostelijke sloot wel een lager peil krijgt, maar dat de sloten aan weerszijden van het fietspad op het hogere peil worden gehouden. De drooglegging van uw percelen zal daardoor verbeteren. Wij nemen deze aanpassing van peilvak op in het watergebiedsplan. De oostelijk sloot zal nadat deze onderdeel is geworden van het hoofdpeilvak vrijwel droogvallen. U dient zelf te zorgen voor uitdiepen van deze sloot. Bekendmaking watergebiedsplan en vervolgprocedure De vaststelling van het watergebiedsplan wordt op xx april 2017 bekend gemaakt in het elektronische waterschapsblad; dit is te vinden via en op de website van het waterschap Gedurende zes weken na de bekendmaking van het vastgestelde plan kan beroep worden ingesteld bij de Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Meer informatie hierover vindt u in de bekendmaking. Het Algemeen Bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht hoopt uw zienswijze hiermee voldoende te hebben beantwoord. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met J.C.A. van Alphen. U kunt hem bereiken via het telefoonnummer en adres die bovenaan deze brief zijn vermeld. 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 26/29

27 Hoogachtend, drs. H.J. Kelderman secretaris-directeur dr. ir. G.M. van den Top dijkgraaf 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 27/29

28 Antwoordbrief zienswijze 5 (concept) Geachte heer xxxxx Op 5 april 2017 heeft het Algemeen Bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) het watergebiedsplan Aetsveldse Polder Oost vastgesteld. U heeft op 9 december 2016, samen met de heren Hooijer en Van Harten een zienswijze ingediend op dit plan. Wij bedanken u voor de tijd en energie die u in dit plan heeft gestoken door een actieve bijdrage te leveren. In onderstaande reactie geven wij aan in hoeverre wij tegemoet kunnen komen aan de punten uit uw zienswijze. Korte samenvatting van uw zienswijze 1. U stelt voor om het nieuwe peilvak niet te koppelen aan de huidige blokbemaling Merwede, maar te voorzien van een eigen pomp. De belangrijkste redenen zijn dat hiervoor minder aanpassingen aan het watersysteem nodig zijn, dat minder landbouwgrond nodig is en dat het goedkoper is. 2. Voor de water afvoer van het bovenste perceel in het nieuwe peilvak stelt u voor een duiker aan te leggen, in plaats van een nieuwe sloot te graven. 3. U geeft aan dat u zich niet kunt vinden in de tekst van het watergebiedsplan in hoofdstuk 3.1.6, op bladzijde 30 en 31, waarin het waterschap zich de vraag stelt of landbouwkundig gebruik in de lager gelegen gedeelten in de Aetsveldse polder op de lange termijn wel te handhaven is. Reactie van het waterschapsbestuur op uw zienswijze 1. Het waterschap is bereid dit voorstel over te nemen en het watergebiedsplan aan te passen. Wij zijn het eens met de door u genoemde voordelen (lagere kosten en minder ingrijpende aanpassingen van het bestaande watersysteem). Deze voordelen zijn groter dan het nadeel van een extra door AGV te beheren pomp. Daarin speelt mee dat de bemaling en inrichting van de polder in de toekomst waarschijnlijk nog een keer zal veranderen, zodat het nu verstandig is te kiezen voor de minst ingrijpende en goedkoopste oplossing. 2. AGV heeft geen specifieke voorkeur voor aanleg van een sloot of duiker. Waar het om gaat is dat de waterafvoer naar het gemaal mogelijk wordt. Een duiker kan aangelegd worden mits deze niet langer is dan 30 meter. Wij zijn bereid om in overleg met de eigenaar (de heer Van Harten) tijdens de uitvoering te bekijken hoe dit het beste kan worden opgelost. 3. Wij vinden het vervelend dat u door deze tekst pijnlijk bent geraakt. Wij hebben de genoemde tekst opgenomen om onder de aandacht te brengen dat er binnen de polder sprake is van een (ongelijke) bodemdaling, wat op de lange duur tot hogere kosten kan leiden en mogelijk gevolgen kan hebben voor het gebruik van de polder. Het waterschap bepaalt niet de bestemming van de polder, maar het is wel onze taak om te signaleren dat er ontwikkelingen zijn waar in de toekomst rekening mee moet worden gehouden. Het is niet onze bedoeling om met dit signaal in het watergebiedsplan op de zaken vooruit te lopen. Maar wij vinden het wel gewenst om dit onderwerp te benoemen, vooral omdat in het watergebiedsplan een onderzoeksmaatregel is opgenomen, om samen met de gebruikers van de polder een plan uit te werken voor de gewenste inrichting van de polder op de lange termijn. Dit is één van de onderwerpen waarover we dan met u in gesprek willen gaan. Bekendmaking watergebiedsplan en vervolgprocedure 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 28/29

29 De vaststelling van het watergebiedsplan wordt op xx april 2017 bekend gemaakt in het elektronische waterschapsblad; dit is te vinden via en op de website van het waterschap Gedurende zes weken na de bekendmaking van het vastgestelde plan kan beroep worden ingesteld bij de Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Meer informatie hierover vindt u in de bekendmaking. Het Algemeen Bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht hoopt uw zienswijze hiermee voldoende te hebben beantwoord. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met J.C.A. van Alphen. U kunt hem bereiken via het telefoonnummer en adres die bovenaan deze brief zijn vermeld. Hoogachtend, drs. H.J. Kelderman secretaris-directeur dr. ir. G.M. van den Top dijkgraaf 6 februari Verslag van Inspraak Watergebiedsplan Aetsveldse polder Oost 29/29