31. Vierhouten "Tongerense heide"
|
|
- Fanny Eilander
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Algemene informatie van het bosreservaat 31. Vierhouten "Tongerense heide" Werkdocument IKC Natuurbeheer nr W-151 A.J.G. Rots Wageningen 1997 Informatie- en Kenniscentrum Natuurbeheer Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
2 INHOUD INHOUD VOORWOORD 5 1. INLEIDING 7 2. LIGGING VAN HET RESERVAAT 9 3. SELECTIE VAN HET RESERVAAT BOSHISTORIE BEHEERSPLANNEN BODEMGESTELDHEID Geologie en geomorfologie Bodem Waterhuishouding FLORA EN FAUNA Flora Fauna KLIMAATGEGEVENS LITERATUUR 25 BIJLAGE 3
3 VOORWOORD in het kader van het Programma Bosreservaten wordt van alle aangewezen bosreservaten algemene informatie verzameld met betrekking tot de selectie van het reservaat, de huidige gesteldheid en de boshistorie. Deze gegevens dienen als achtergrondinformatie voor de betrokken onderzoekers en geven geïnteresseerden in het programma een algemene indruk van het reservaat. Dit rapport; Algemene informatie van het bosreservaat 31. Vierhouten "Tongerense Hei" is geschreven door ir. A.J.G. Rots (Bureau Landschap en Milieu) in opdracht van ir. E.J. Al (IKC Natuurbeheer). Er is gebruik gemaakt van diverse bronnen, waaronder beheersplannen en topografische kaarten. Hoofdstuk 1 geeft algemene informatie over het Programma Bosreservaten. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de ligging van het reservaat. Hoofdstuk 3 gaat in op de redenen van selectie van het reservaat. Hoofdstuk 4 behandelt vervolgens de boshistorie en in hoofdstuk 5 wordt nader ingegaan op de beheersplannen, waarbij een overzicht wordt gegeven van de opstandsgegevens. Hoofdstuk 6, 7 en 8 geven tenslotte een kort overzicht van respectievelijk de bodemgesteldheid, de flora en fauna en het klimaat. 5
4 1. INLEIDING In 1987 is door de Minister van Landbouw en Visserij officieel besloten tot de instelling van bosreservaten in de Nederlandse bossen. Bosreservaten zijn geselecteerde delen van bosgebieden, waar geen beheer plaatsvindt. Het totale aantal aan te wijzen reservaten in Nederland (circa 60) zal een representatieve weergave vormen van het Nederlandse bosareaal en de daarbinnen te onderscheiden groeiplaatsen. Zowel aangeplante als spontane bosopstanden vallen binnen het aanwijzingsbeleid. In het Meerjarenplan Bosbouw (Ministerie van Landbouw en Visserij, 1986) en het Bosbeleidsplan (Ministerie van Landbouw en Visserij, 1993) legt de overheid zich vast op het uitvoeren van monitoringonderzoek in deze reservaten, alsmede in een aantal referentiegebieden in binnen- en buitenland. Op basis hiervan dient het inzicht in de relatie beheers- en inrichtingsmaatregelen en de natuurlijke processen die daarbij een rol spelen, te worden verdiept. Met dat inzicht kunnen onder meer conclusies worden getrokken over de mogelijkheden van natuurontwikkeling in bossen op basis van spontaan optredende processen en over de mogelijkheden tot behoud van biologische diversiteit. Bosreservaten zijn strikte reservaten, wat wil zeggen dat op geen enkele wijze direct wordt ingegrepen in de spontane ontwikkelingen in het bos. Het enige beheer bestaat uit het weren van storende invloeden van buitenaf. Hiertoe wordt onder meer een bufferzone rondom het bosreservaat aangewezen, een strook van circa 50 m die qua ontsluiting en inrichting een overgang vormt tussen het bosreservaat en de boswachterij. In het algemeen blijven bosreservaten toegankelijk voor publiek. In de loop der tijd is een specifiek onderzoeksprogramma opgesteld voor de bosreservaten. Het onderzoek moet kennis verschaffen over de natuurlijke processen die zich in het reservaat afspelen. Er wordt aandacht geschonken aan de groeiplaats (bodemgesteldheid, grondwaterkarakteristieken, opbouw humusprofiel), boom- en struiklaag (structuur, samenstelling, demografie) en de vegetatie (botanische samenstelling hogere planten en mossen). In een aantal reservaten wordt ook aandacht geschonken aan de samenstelling van het humusprofiel, inclusief zijn chemische eigenschappen, de botanische samenstelling van de macro-fungi en de broedvogelgemeenschap. Doeleinden van het onderzoek zijn: het volgen van natuurlijke processen in het ecosysteem (inventarisatie); het verklaren van de processen (onderzoek); analyse van de betekenis van deze processen voor de dynamiek van het bosecosysteem (voorlichting voor het beheer en beleid). Voor het onderzoek wordt in het reservaat een ruitennet uitgezet van 50 x 50 m. De kruispunten van het ruitennet zijn in het veld ondergronds gemarkeerd met een element dat met een detector kan worden opgespoord. Eén op de vier punten is bovendien voorzien van een markeringspaal die ± 15 cm boven de grond uit steekt. Binnen het reservaat wordt een deel van de ruitennetpunten aangewezen als steekproefpunten, die het middelpunt vormen van steekproefcirkels. In deze cirkels worden verschillende metingen verricht ten behoeve van bodemgeografisch onderzoek, vegetatiekundig onderzoek en onderzoek naar de bosontwikkeling. In het reservaat is een kernvlakte aangegeven van circa 1 ha (70 x 140 m). Dit is dat deel van het reservaat voldoet zo goed mogelijk aan de selectiecriteria. Van deze kernvlakte worden in detail gegevens verzameld om inzicht te krijgen in de bosstructuur van de kernvlakte en om een beeld te verkrijgen van de vegetatie van de kernvlakte. Zie verder Broekmeyer & Hilgen (1991) en Broekmeyer (1995). 7
5 2. LIGGING VAN HET BOSRESERVAAT Het bosreservaat Tongerense Hei is een onderdeel van een circa vijf maal zo groot natuurgebied met de zelfde naam en is in eigendom van stichting Het Geldersch Landschap. De Tongerense Heide, behorend bij de gemeente Epe, ligt ongeveer halverwege tussen Epe en Vierhouten en tussen de buurtschappen Tongeren en Gortel (kaartblad 27C, x-coördinaat 189,5 en y- coördinaat 482,750) (zie figuur 1). Het reservaat is in 1995 aangewezen en heeft een omvang van 40 ha en omvat de afdelingen 10a, 10b en 10c. Ten noorden van de Tongerense Heide ligt het landgoed Weina en ten zuiden bevinden zich het Gortelsche Bosch onderdeel van het kroondomein. Oostelijk van de Tongerense heide bevindt zich op korte afstand het Wisselse Veen, waarvan inmiddels delen door Het Geldersch Landschap zijn aangekocht. De Tongerense Heide beslaat een oppervlakte van ruim 210 ha. In het bosreservaat Tongerense Hei zijn 177 ruitennetpunten uitgezet. Figuur 2 toont de omgrenzingen van het bosreservaat, de ligging van de steekproefcirkels en de ligging van de kemvlakte. g
6 Figuur 1. Ligging van bosreservaat "Tongerense Hei" Figuur 2. Omgrenzingen van bosreservaat "Tongerense Hei" en ligging van de kernvlakte 10
7 3. SELECTIE VAN HET BOSRESERVAAT De selectie van het reservaat kwam tot stand door het gebruik van primaire selectiecriteria, deze betreffen de soortensamenstelling, de groeiplaats en de ontstaansgeschiedenis. Daarnaast zijn er criteria gebruikt voor een concrete plaatskeuze van het reservaat binnen het gebied (Broekmeyer en Hilgen, 1991). Het geselecteerde gebied Tongerense Hei ligt in groeigebied 7, Midden-Nederland (naar de indeling van Firet, (1985)). Het bosreservaat is een spontaan grove dennenbos dat zich ontwikkeld heeft uit heide. De ondergrond van het reservaat is een haarpodzolgrond en de potentieel natuurlijke vegetatie van het reservaat is het Droog Berken-Zomereikenbos (Betulo- Quercetum (Molinietosum)), PNV 6 (naar de indeling van Van der Werf (1991)). Binnen deze PNV zal uiteindelijk de zomereik domineren, daarnaast ruweberk en soms zachte berk. In arme pionierstadia kan de grove den spontaan optreden. Door de open structuur kan deze zich ook in ouder bos handhaven. In de struiklaag kan, zij het gering, wilde lijsterbes en sporkehout voorkomen. De indeling van Van den Wijngaard (1984) volgend, valt het bosreservaat de "Tongerense Hei" in bosklasse G, 20e-eeuwse droge heidebebossing. In het voorjaar va 1993 is er in het bosreservaat inleidend beheer uitgevoerd. Dit betrof het weghalen van Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik. Dikkere bomen zijn geringd, dunnere bomen zijn verwijderd. Er is opgelet dat de bodem zo min mogelijk beschadigd werd. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de selectiecriteria ten behoeve van de aanwijzing van het bosgebied tot bosreservaat. Tabel 2 geeft een overzicht van de te verwachten beheersproblemen binnen het bosreservaat door de aanwijzing tot reservaat. 11
8 Tabel 1. Overzicht van de selectiecriteria voor het bosreservaat "Tongerense Hei" ten behoeve van de aanwijzing CRITERIA PRIORITEITENSTELLING Bosgeschiedenis groeiplaats: Groeiplaats bodembewerking: bemestingen: Natuurlijkheidsgraad: RANDINVLOEDEN Landbouwgronden: Dagrecreatieterreinen: Verblijfsrecreatie: Openbare wegen: Waterlopen: Bufferzone mogelijk: Aard bufferzone: TOEGANKELIJKHEID Ontsluiting beheerswegen: toeristische wegen: wandelpaden: fietspaden: ruiterpaden: dag recreatieve accommodatie: dagrecreatief gebruik: ANDERE ASPECTEN Reservaatsgrenzen: Aanwezigheid Prunus: Vergelijkbare opstanden: OPMERKINGEN Goed bekend. Geheel spontane bebossing van heide. Hoofdzakelijk wandelpadden, langs oostzijde openbaar fietspad, pad 10 zal vrij worden gehouden van omgevallen boomstammen. Beperkt, er dient exoten bestrijding plaats te vinden. Grotendeels omringd door terreinen die niet in eigendom zijn van de stichting met Amerikaanse eik en vogelkers. Wel aanwezig. Langs zuid-oost rand. Alleen wandelaars. Niet overal door paden. Neen. Aanwezig, in de omgeving van Arnhem. 12
9 Tabel 2. Overzicht van de te verwachten beheersproblemen in het reservaat "Tongerense Hei" als gevolg van de aanwijzing tot reservaat TE VERWACHTEN BEHEERSPROBLEMEN IN HET BOSRESERVAAT Vitaliteit/Gezondheid: Geen redenen tot het nemen van maatregelen. Brandgevaar: In droge periode is brandgevaar potentieel aanwezig. Huidige inrichting: Extensief ontsloten en geen intensief recreatief gebruik (enkel wandelaars). Randinvloeden (landbouwgronden, campings, bio-industrie e.d.): Het reservaat ligt binnen een grotere geheel van bos en natuurterreinen. Planologische veiligstelling: Zodanig dat de veiligstelling ook op de lange termijn voldoende is te achten. Abiotische milieu-elementen (sloten e.d.): Samenstelling van de bufferzone: Ten noorden vormt een heide terrein de buffer, de rest van de buffer wordt gevormd door bos hierin bevinden zich Amerikaanse eik en vogelkers. 13
10 4. BOSHISTORIE Het bosreservaat maakt deel uit vari het object Torigerense Heide. De Tongerense Heide heeft waarschijnlijk deel uitgemaakt van een maatschap, waarvan de gronden later verdeeld zijn geraakt over verschillende eigenaren. In de dertiger jaren was de heide verdeeld in een groot aantal, dikwijls zeer smalle stroken grond. De gemeente Epe bezat daarvan 33 ha en schonk dit bezit in 1943 aan de stichting Het Geldersch Landschap, onder beding dat de stichting dit bezit binnen 20 jaar zou verdubbelen. Reeds vijf jaar later was aan deze eis voldaan. Sindsdien is het bezit van de stichting door koop en ruil gestaag gegroeid. Nog recentelijk zijn enkele enclaves van een snipperverkaveling aangekocht, zodat momenteel van de Tongerense Heide een gebied van ruim 210 ha bij de stichting in bezit is (Stichting Het Geldersch Landschap, 1997). De bosgeschiedenis van dit gebied gaat terug tot ongeveer Rond die tijd vormde er zich kleine groepjes naaldhout op de toenmalige heide (Roozen, 1984). De heide ontleent onder andere zijn bestaan aan de heide-potstalcultuur, die aan het eind van de Middeleeuwen werd toe gepast. Deze vorm van landbouw, die verdween toen de kunstmest eind 19 eeuw zijn intrede deed, bestond uit dat boeren voor de bemesting van hun akkerland gebruik maakten van een mengsel van heideplaggen en stalmest (Stichting Het Geldersch Landschap, 1997). In 1912 kwamen de groepjes van naaldhout regelmatig verspreid voor, terwijl sinds 1930 de omvang sterk is toegenomen (Roozen, 1984). Voorzover bekend zijn er op de Tongerense Heide geen archeologische vondsten gedaan, c.q. relicten in archeologische zin aanwezig. Het natuurgebied wordt volgens de cultuurhistorische relictenkaart van de Veluwe beschouwd als heiderelict (Stichting Het Geldersch Landschap, 1997). Het spoor dat in Noord-Zuid richting door de heide loopt is toe te schrijven aan een oude verbindingsweg (tussen de buurtschappen Tongeren en Gortel) die -voor zover nagegaan kan worden- ontstaan is tussen 1812 en 1871, en zeer waarschijnlijk pas na 1843 (Stichting Het Geldersch Landschap, 1997). Aan de hand van de kaarten weergegeven in figuur 3, is de ontwikkeling van het bosreservaat gedurende de afgelopen 150 jaar te volgen. 15
11 Uitgave ± 1848, netkaart van de Uitgave 19 Topografische en Militaire Kaart van het Koninkrijk der Nederlanden Uitgave 1933 Uitgave 1965 Figuur 3. Enkele fragmenten van de topografische kaart in diverse jaren uitgegeven op (of vergroot naar) schaal 1:25.0 Bron: Topografische Dienst Emmen 16
12 5. BEHEERSPLANNEN Sinds 1943 is het gebied in eigendom en beheer van de stichting het Geldersch Landschap. Er zijn twee beheersvisies voor de Tongerense Heide opgesteld een voor de periode van 1977 tot 1987 en een voor de periode van 1996 tot 2016, de laatste was nog niet beschikbaar. De beheersvisie dient als leidraad voor de vijfjaarlijkse beheersplannen (Roozen, 1984). De belangrijkste onderwerpen uit de lange termijn planning van het beheersplan uit de periode 1977 tot 1987 luiden (Roozen, 1984): In de toekomst wordt gestreefd naar een toestand waarbij de verschillende terreintypen op de meeste plaatsen geleidelijk in elkaar overgaan; plaatselijk blijft echter de scherpe grens tussen bos en heide bestaan. In het beheersplan staan een aantal gewenste verschuivingen in de hoofdterreintypen (extensief produktiebos, natuurlijk bos, half gesloten heide, open boomloze heide en heide met verspreide boomgroei). De huidige bossen (1977) worden omgevormd in een vijftal bostypen (eik en berk, grove den, beuk, natuurlijk loofbos en gemengd bos). Het beheer van het heideterrein zal voornamelijk gericht moeten zijn op het handhaven van de huidige toestand. De vennen in het gebied dienen beschermd te worden en kwalitatief te worden verbeterd. De belangrijkste beheersmaatregelen uit de periode van 1977 tot 1995 in de heideterreinnen van de Tongerense Heide, waaronder een deel het buffer rondom het bosreservaat, zijn in tabel 3 weergegeven (Roozen, 1984). Tien jaar na de aanwijzing van het gebied als bosreservaat kan er na overleg met de onderzoekers van het bosreservaat eventueel een éénmalige exoten bestrijding plaatsvinden. Het beheer ten aanzien van het bosreservaat heeft als doel; het behouden en ontwikkelen van een zo natuurlijk mogelijk zelfregulerende bosgemeenschap van het Droog Berken- Zomereikenbos. Op de leemrijkere plaatsen kan zich op lange termijn een Wintereiken- Beukenbos ontwikkelen. Doelsoorten voor het bosreservaat zijn; draaihals, gekraagde roodstaart, boomklever en boommarter (Roozen, 1984). 17
13 Tabel 3. Beheersmaatregelen in het heideterrein van de Tongerense Heide van 1997 tot en met Jaar: Bosopslag Maaien en Chopperen: Machinaal Diversen: verwijderen: afvoeren: plaggen: ha 20 ha ha ha ha ha ha ha 16 ha (kleinschalig op 16 locaties) ha ha 5 ha 1 ha 3,5 ha stormvlakte werd voor een deel geplagd en toegevoegd aan het heideterrein ha 10 ha In handkracht zijn diverse natte delen geplagd. De afzet van het heideplagsel stagneert doordat de gehaltes aan zware metalen in het plagsel te hoog zijn ha 0,1 ha ,3 ha 1 ha Am. Eik werd geveld en toegevoegd aan het heide terrein ha Am. eik en Am. vogelkers verwijderd rond en in bosres. 6 ha 1,2 ha Het gehele terrein werd in de periode 15 mei tot 15 oktober begraasd door 80 schapen inclusief lammeren, gehoed door een herder Het gehele terrein werd in de periode 16 mei tot 15 oktober begraasd door 124 schapen inclusief lammeren, gehoed door een herder Het gehele terrein wordt in de periode van 1 april tot 15 oktober begraasd door 2 schapen inclusief lammeren, gehoed door een herder. 18
14 6. BODEMGESTELDHEID 6.1 Geologie en morfologie In het bosreservaat komen binnen de 2, m onder het maaiveld verschillende afzettingen voor. In de periode voor het Saalien tot in het vroeg-saalien zijn door grote rivieren grote hoeveelheden grindhoudend, grof zand afgezet. In het bosreservaat zijn het vooral de 'witte' zanden afkomstig uit het gebied van de Elbe en de Weser die tot de Formatie van Harderwijk en Enschede gerekend worden. Deze *witte' zanden zijn mineralogisch armer dan de zgn. 'bruine' zanden die door de Rijn en de Maas afgezet zijn, die tot de Formatie van Urk gerekend worden. Op een aantal plaatsen binnen het bosreservaat komen ook deze.'bruine' zanden als afzetting aan de oppervlakte. Het bosreservaat ligt namelijk in een overgangsgebied waarin afwisselend "witte' en 'bruine' zanden dagzomen (Mekkink, 1996). In het bosreservaat komen een aantal kleine heuvels voor. Vermoedelijk zijn dit smeltwaterheuvels. Deze worden gerekend tot de Formatie van Drente. Eveneens tot de Formatie van Drente behoren fluvioglaciale kleilagen, bestaande uit gelaagde zware klei, die afgewisseld worden door zandlaagjes. Deze zijn ontstaan in smeltwatermeren. In het verleden is er binnen het bosreservaat vermoedelijk klei gewonnen (Mekkink, 1996). In het Weichselien volgden koude en warme klimaatfasen elkaar op. Tijdens een koude fase in het Vroeg en Midden Weichselien was de begroeiing schaars en viel er weinig neerslag. Het klimaat was zodanig, dat slechts de bovenlaag van de diep bevroren ondergrond ontdooide in de zomer. De met water verzadigde grondmassa gleed over de helling als een modderbrij naar beneden. In het bosreservaat ligt dit materiaal als een dun solifluctiedekje aan het oppervlak. Deze fluvioperiglaciale afzettingen behoren tot de Formatie van Twente. Het leemgehalte ervan is veelal hoger dan van de onderliggende gestuwde afzettingen (Mekkink, 1996). 6.2 Bodem Het bosreservaat "Tongerense Hei" bestaat vrijwel geheel uit zandgronden die tot de gestuwd preglaciale zanden en fluvioperiglaciale zanden behoren. In de zandgronden hebben zich podzolgronden ontwikkeld. De podzolgronden zijn onderverdeeld in moderpodzolgronden [Y] en humuspodzolgronden [H] (Mekkink, 1996). Moderpodzolgronden hebben in dit gebied een zwarte humeuze bovengrond (Ah), die geleidelijk overgaat in een minder humeuze, donker geelbruine Bws-horizont, waarin veel ijzer om de korrels voorkomt. De humus in de Bws-horizont bestaat uit moder. De Bw-horizont gaat geleidelijk in het onveranderde moedermateriaal (Cy-horizont) over. Een klein deel van de gronden in het bosreservaat bestaat uit holtpodzolgronden. Van de steekproefpunten P6 en Q9 zijn profielbeschrijvingen gemaakt (Mekkink, 1996). Bij P6 bestaat de bovengrond uit een verwerkt micropodzol waarin loodzand voorkomt. Het organische-stofgehalte van de Ah-horizont varieert van 2-7%. Onder het micropodzol bevindt zich een Bws-horizont die doorgaat tot cm onder het maaiveld. Deze bevat < 0,5% organische stof. In de ondergrond komen grote verschillen in textuur voor. Bij P6 bestaat de ondergrond uit leemarm en zwak lemig zeer grof zand. Bij Q9 bestaat de ondergrond uit zwak lemig matig fijn zand. De bewortelingsdiepte varieert van cm (Mekkink, 1996). Humuspodzolgronden hebben een duidelijke humuspodzol-b-horizont, waarin beneden 20 cm diepte een ophoping van ingespoelde organische stof voorkomt, of waarvan de bovenste 5 cm (of meer) amorfe humus bevat, die als disperse humus is verplaatst (inspoelingshorizont). Binnen de humuspodzolgronden zijn als gevolg van het ontbreken van hydromorfe kenmerken haarpodzolgronden [Hd] onderscheiden. Op een tweetal plaatsen, steekproefpunten F6 en K2 zijn door het voorkomen van hydromorfe kenmerken veldpodzolgronden [Hn] onderscheiden. Haarpodzolgronden komen voor in het grootste deel van het bosreservaat. Doordat veel gronden onverwerkt zijn, is op basis van bodemvorming (micropodzol) en organische-stofgehalte de Ah- 19
15 horizont onder te verdelen in subhorizonten (Aem-horizont, AEu-horizont). De inspoelingshorizont bestaat uit een Bhs-horizont, die onderverdeeld kan zijn in een Bhs-1 en een Bhs2-horizont. De Bhs1-horizont bevat ingespoelde organische stof tot 15% en is zwart van kleur. De Bhs2-horizont is donkerbruin van kleur en loopt door tot cm, soms tot 120 cm diepte. Onder de Bhs-horizont komt op veel plaatsen een Bw-horizont voor (steekproefpunten E5, M9 en K12). Daaronder volgt de onveranderede Cu- of Cy-horizont (Mekkink, 1996). Binnen 2 cm diepte komt bij meer dan de helft van de steekproefpunten een Cg-horizont voor met roestvlekken. Op wisselende diepten komt grindbijmenging voor. Bij steekproefpunten G7 en E9 komt in een smalle strook een ondiepe begreppeling voor. De bewortelingsdiepte varieert van 60-2 cm. Op enkele plaatsen is de bovengrond ondiep bewerkt en bestaat uit een cm dikke homogene Ap-horizont. Steekproefpunt D4 is gelegen in een oude zand- en kleiput. De bodem bestaat ter plaatse uit gelaagd zandige leem en kleileem, afgewisseld met sterk en zeer sterk lemig zeer fijn zand (Mekkink, 1996). 6.3 Waterhuishouding In vrijwel het hele bosreservaat komt binnen 2, m onder het maaiveld geen grondwater voor. De aanwezige haarpodzolgronden en de holtpodzolgronden kennen grondwatertrap Vllld. Voor de vochtvoorziening is het bos geheel afhankelijk van het in de winter opgeslagen regenwater in de bodem. Door het lage leemgehalte van de gronden wordt er niet voldoende regenwater in het profiel opgeslagen om daarmee het bos in de zomer van voldoende vocht te voorzien. In droge zomers zal er sprake zijn van vochttekort (Mekkink, 1996). Door stagnatie op een leemlaag komt bij steekproefpunt F6 grondwatertrap Vlo voor. Het grondwater, in de vorm van een schijnwaterspiegel, heeft een gemiddeld hoogste stand van cm onder het maaiveld (Mekkink, 1996). Vllld : Vio : Gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) dieper dan 140 cm - mv. Gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) dieper dan 180 cm - mv. Gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) tussen 40 en 80 cm - mv. Gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) tussen 120 en 180 cm - mv. Zie voor een verdere verklaring van de bodemcodes; Mekkink, P., De bodemgesteldheid van bosreservaten in Nederland. Deel 19 Bosreservaat "Tongerense Hei". Wagenin gen: DLO-Staring Centrum. Rapport
16 7. FLORA EN FAUNA 7.1 Flora De vegetatie van de Tongerense Heide bestaat voornamelijk uit opgaand natuurlijk bos, opgaand aangeplant bos en heidevegetatie. Daarnaast zijn er nog landschappelijke elementen in de vorm van houtwallen en singels die bebost zijn. Volgens de vegetatie kaart van de Veluwe (1977) komen de volgende bostypen voor; bos van het dopheide-type, bos van het gaffeltandmos-type en bos van het bochtige smele-type. In grote lijnen kan gesteld worden dat het natuurlijk opgeslagen bos (zoals het bosreservaat en het overige bijzondere bos) gerekend kan worden tot het dopheide-type. Het overige aangeplante bos behoort tot het gaffeltandmos-type, waarin zeer lokaal sprake is van een vegetatie die duidt op bos van het bochtige smele type (Stichting Het Geldersch Landschap, 1997). Zoals gezegd behoort het bosreservaat tot het dopheide-type. Het aandeel van dopheide in dit bosdeel is gering. De vegetatie is dicht en bestaat overwegend uit blauwe bosbes, vossebes, plaatselijk met dopheide en kraaiheide, struikheide en pijpestrootje (Molinia). De laatste vegetatiesoort is aanwezig in langgerekte stroken die vrijwel corresponderen met stroken gestuwde preglaciale afzettingen. De structuur van het reservaat, dat bestaat uit spontaan gevormd grovedennenbos, is gevarieerd en vertoont plaatselijk horsten van jongere Grove den. Hier en daar staat jonge opslag van zomereik (Stichting Het Geldersch Landschap, 1997). De karakteristieke vliegdenvorm met brede, lage vertakkingen komt veel voor. Het aandeel liggend en staand dood hout is beperkt en bedraagt circa 5%. De leeftijd van het bos is jaar. De potentieel natuurlijke vegetatie van het bosreservaat is dan ook van het type Betulo- Quercetum (Molinietosum) (Van der Werf, 1984). 7.2 Fauna Hoewel van de Tongerense Heide geen complete fauna-inventarisatie beschikbaar is, hebben diverse onderzoeken veel faunistische gegevens opgeleverd. Er zijn diverse zoogdieren gesignaleerd ondermeer ree en edelhert, vos, wildzwijn, das en konijn. De edelherten zijn afkomstig van het aangrenzende landgoed Weina, en behoren tot de regelmatige bezoekers. Ten aanzien van de vogels kan er vermeld worden dat wulpen ieder jaar op de Tongerense Heide broeden, evenals veldleeuweriken. Naast de genoemde soorten kan men er ook de geelgors, kneu en boompieper aantreffen, met name in die gedeelten waar bomen en bosjes staan. In 1988 is een aanvang gemaakt met een broedvogelinventarisatie in het bosreservaat. Deze inventarisatie moest worden gestaakt door omstandigheden (ziekte van de inventarisator). Individuele waarnemingen vermelden verder nog het voorkomen van de roodborsttapuit, de klapekster, de boomleeuwerik en de nachtzwaluw (Stichting Het Geldersch Landschap, 1997). Omdat er binnen het gehele object Tongerense Heide o.a. 23 vennen liggen komen er verscheidene soorten reptielen voor. Zo geschat Lamberts/v.d. Rijst de populatie adders tussen de 12 en 65, waarschijnlijk nog meer. Ook de zandhagedis en de levendbarende hagedis zijn aan te treffen, alsmede de hazelworm. Alle voorkomende reptielen zijn beschermd. Ten aanzien van amfibieën kan vermeld worden dat er op de Tongerense Heide de heikikker, de groene kikker, de bruine kikker en de kleine watersalamander voorkomen (Stichting Het Geldersch Landschap, 1997). Binnen de groep van ongewervelden komen er naast het heidehaantje verschillende loopkevers voor. Echter twee andere insectensoorten verdienen speciale aandacht, nl. cicaden en dagvlinders. Op de Tongerense Heide komen 2 cicaden voor die uniek zijn in Nederland, nl. de Tyrphodelphax albocarinatus en de Cosmottetix Costalis. De laatste is een nieuw soort in Nederland. Van de dagvlinders blijken er het gentiaanblauwtje, het groentje, de heidevlinder en de rouwmantel voor te komen. Deze laatste soort is uniek, aangezien zij in Nederland als uitgestorven werd beschouwd (Stichting Het Geldersch Landschap, 1997). 21
17 8. KLIMAAT Naast bodem en waterhuishouding is klimaat is één van de abiotische of onafhankelijke groeiplaatsfactoren die de vegetatie beïnvloed (Ecosysteemvisie Bos, 1995). Om de invloed van het klimaat in een land op de vegetatie beter te onderzoeken, wordt een land in groeigebieden opgedeeld. Deze groeigebieden zijn geografische eenheden, die één of meer landschappen met een homogeen regionaal klimaat en zo mogelijk dezelfde bosgeschiedenis omvatten. Met behulp van de klimaatsverschillen in Nederland, die toch nog aanzienlijk kunnen zijn, en de indeling van plantengeografische districten, worden in Nederland twaalf groeigebieden onderscheiden (Schütz en Van Tol, 1981). Het reservaat "Tongerense Hei" behoort tot het Veluws district. In onderstaand staatje worden de klimaatindexen van het Veluws district gegeven (Schütz en Van Tol, 1981): Jaartemperatuur 9,2 C Temperatuur in het vegetatieseizoen 15,4 c Neerslag in het vegetatieseizoen 370 mm Jaarlijkse neerslag 790 mm Verdamping volgens Penman 675 mm Neerslag overschot 275 mm Aantal zomerdagen 22 Aantal vorstdagen 70 De klimaatgegevens zijn betrokken van de weerstations Elspeet, Apeldoorn, Heerde, Deelen en De Bilt (zie tabel 4). De eerste drie stations bevinden zich zo dicht mogelijk bij het bosreservaat. De gegevens van Deelen en De Bilt vormen referentiewaarden, uitsluitend interessant in verband met vergelijking betreffende temperatuur en zonneschijn. De weergegeven relatieve vochtigheid en verdamping zijn de gemiddelden voor Nederland. Relatieve vochtigheid en verdamping zijn niet beschikbaar voor een station vlakbij het reservaat. Daarom is alleen een gemiddelde waarde voor Nederland weergegeven (Krijnen en Nellestijn, 1992). 23
18 fo «lïk r aaj. ce D. von. t k O. t pes. gua i l uj i nuj i e M l ir pa. tr M. r bef. naj s 1 y <o çn en g> w LZ O SO M to O) G>.9 31 SOI o> b> (O _k A (O 8 K 'SS o> g> tt> (O O Ö g b g K) eo Ö LZL N r* 6 os G) es 5. 2 so G> (O «8 K Ö> 6 si.3 4 ZZ me G S p. xa M. me G S P. xa M r uu «Jk ai r uu n r ood t eepsl E l epa e dr ee H d n lar ede N n le ee D e D t li B n el ee D e D t li B G ALSREEN ) m (m H m 2 "D m c 70 S <w> o S z m C0 O Z o s I s s- 3' û> Q> «ET <e (D S 3 <st <D 3 I (t> S: "S 3 Q> Q) 3 Q. (0 3 S û) 0) -» O s 8- "S ^3 O' 8- -a. «O o> «5 (O JO G> G> CD 0) N> O) & S u G) (O SE n G) «sj ro o> G> (O e veit id in g in d ) al e R madr ev eh igt hcov in p n lar ede N d n (% lar ede N ) m (m
19 9. LITERATUUR Al, E.J. et al, Ecosysteemvisie Bos; Natuur in bossen, Wageningen IKC Natuurbeheer rapport 14. Broekmeyer, M.E.A., Bosreservaten in Nederland. Wageningen: IBN-DLO. IBN-rapport 133. Broekmeyer, M.E.A. en P. Hilgen, Basisrapport Bosreservaten. Tweede druk. Wageningen: IKC-NBLF/IBN "De Dorschkamp". Bos- en Landschapsbouw, rapport nr Firet, J.F., Een groeiplaatstypologie en kartering van een gedeelte van de boswachterij Groesbeek. S.I.: Staatsbosbeheer. Krijnen, H.J. en J.W. Nellestijn, Klimatologische gegevens van Nederlandse stations. Normale en extreme waarden van de 15 hoofdstations van het tijdvak De Bilt: KNMI. Publicatie/KNMI, nr Mekkink, P., De bodemgesteldheid van bosreservaten in Nederland. Deel 19 Bosreservaat "Tongerense Hei". Wageningen: DLO-Staring Centrum. Rapport Ministerie van Landbouw en Visserij, Meerjarenplan Bosbouw. Regeringsbeslissing. 's-gravenhage: Staatsuitgeverij. Ministerie van Landbouw en Visserij, Bosbeleidsplan. Regeringsbeslissing. Den Haag: Staatsuitgeverij. Roozen, A.J.M., Bosreservaten bij de "Stichting het Geldersch Landschap", Beheer van bossen met accent natuurbehoud. Arnhem: "Stichting het Geldersch Landschap". Schütz, P.R. en G. van Tol, Aanleg en beheer van bos en beplantingen. Wageningen: Pudoc. Stichting Het Geldersch Landschap, Beheersvisie Tongerense Heide Deel 1: Inventarisatie, Striening, P.W., Deel 2, 3 en 4: Evaluatie beheer, Doelstelling en Visie, Jonkers, C.M.G Werf, S. van der, Bosgemeenschappen. Wageningen: Pudoc. Natuurbeheer in Nederland, dl 5. Wijngaard, J.K.R. van den, Een mogelijke typering van bossen in Nederland. Wageningen: De Dorschkamp. 25
20 BIJLAGE : LECENDA alccmccn f -4" 3 I I HCPUNT U C1 1 IC N U U U E R ] BOSRE S( RVAA1CRENS "it l' I ml BE I 0 N P A A L INCLUS I E f UARXERIMCSELEUEHI (ONDERGRONDS) I ITT] MARKERINGSEIEMENI (ONDERGRONDS) I U I C I J r f R - E H I [ I I t R * A N D U I D I N C IN D [ (ANIL I J N "> 1. 1 KERNVIAKIECRENS Uli HOEKIETTERS 1 1 [- F IS C t N1R AI[ LIJN VAN 1RANSECI 0 > S 1 E E K P R O E T C I R «[ I A! DAN NUI Ut' BMONPAAl C E M A R ( E E R D ONVERHARDE»EC I a ui I K I un >( I «: 1 4 H SNIJPUNT VAN H[ 1 V I ERKAN1 [NU[ 1 VAN DE! OPOCRA! I SCHE HAARI n.i 1 HOOGTEPUNT (IN MEIERS BOVEN NAP) 1 V A(HOE K E N EN -NUMMERS I (/) I A A M P I JL I NC * F 0 C l INCSCRENS EN -LEITERS ME! NUMMERS '64 I JAAR VAN A A N L EC I I BOSTCRRE I H AFKORTINGEN BOOMSOORTEN C R O V E D E N gi NATUURT[R R E I N H HEIDEIERREIN 'OE LI CHI I NC OE CCNOeuOC IERRC INKPEN. BOOU SOO «I E N, V A l - EN AfOEl INCSCRENHN Z I J M GEBASEERD OP EERDER VERSCHENEN OVERZICHTSKAARTEN 8 tir E T r E N D E HET OBJECT»AAR DIT BOSRESERVAAT M C H BEVINDT [ I N P Bosreservoot Vierhouten "Tongerense Heide" ^rowrv Begroeiingskoori 1 : 25 Bron: verkleind m e I e r s Opname: IKC-NBLF sectie Stalisliek Invenlarisatiemedewerker: G. Knoppersen Opnamedatum: 1993 Automatische gegevensverwerking en Kar tograf ie: IBN-DLO afdeling WO Plaatsbepaling: Topografisch kaar tb I ad 27C; coord: 189.3, 482.7
35. Boxtel "De Geelders"
Algemene informatie van het bosreservaat 35. Boxtel "De Geelders" Werkdocument IKC Natuurbeheer nr W-122 G. Bartelds Wageningen 1997 Informatie- en Kenniscentrum Natuurbeheer Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer
Nadere informatie34. Wassenaar "Kijfhoek"
Algemene informatie van het bosreservaat 34. Wassenaar "Kijfhoek" Werkdocument IKC Natuurbeheer nr W-154 A.J.G. Rots Wageningen 1997 Informatie- en Kenniscentrum Natuurbeheer Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer
Nadere informatieAlgemene informatie van het bosreservaat. 9. Speulderbos "Pijpebrandje"
Algemene informatie van het bosreservaat 9. Speulderbos "Pijpebrandje" Werkdocument IKC Natuurbeheer nr W-115 G. Knoppersen Wageningen 1997 Informatie en Kenniscentrum Natuurbeheer Ministerie van Landbouw,
Nadere informatieAlgemene informatie van het bosreservaat 4. CHAAM 'tussen de Goren'
Algemene informatie van het bosreservaat 4. CHAAM 'tussen de Goren' IKC NATUURBEHEER NR W-70 G. Bartelds Wageningen 1995 Informatie- en Kenniscentrum Natuurbeheer Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer
Nadere informatieBEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN
BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN 1. INLEIDING De heer G. Holthuis en Mevrouw E. Wynia willen een nieuw landgoed aanleggen aan de Markeweg in Steenbergen. Onderdeel daarvan is de aanleg van 5 ha
Nadere informatieRucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s):
Rucphen Achtmaalsebaan 22 Inrichtingsplan identificatie planstatus projectnummer: datum: 401144.20160583 03-02-2017 projectleider: ing. J.A. van Broekhoven opdrachtgever: PO Schijf v.o.f. auteur(s): ir.
Nadere informatieDe rol van de beuk in de bosontwikkeling
De rol van de beuk in de bosontwikkeling Patrick Hommel Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR Vegetatiekundige invalshoek: Bostypen zijn vaste combinaties van plantensoorten (struiklaag, kruidlaag, moslaag).
Nadere informatieDe geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).
De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige
Nadere informatieDouglas: niet alles goud dat er blinkt
Douglas: niet alles goud dat er blinkt P. R. Hilgen Landbouwuniversiteit Wageningen De laatste decennia is de douglas uitgegroeid tot een van de belangrijkste boomsoorten van de Nederlandse bosbouw. Volgens
Nadere informatiePlanten in bossen: beheer en biodiversiteit
Planten in bossen: beheer en biodiversiteit Arnout-Jan Rossenaar Foto s: Heukels CD-ROM Opzet lezing Bos in Nederland Bosplanten Bostypen Ontwikkeling bos voedselarme grond Beheer en biodiversiteit (Edese(
Nadere informatieStichting voor Bodemkartering ~ : 'AGsSNINGEN MBLIOTHBiK
r STICHTING VOOfc BODEMKARTEftlNG Stichting voor Bodemkartering WAGENINGEN ~ : 'AGsSNINGEN MBLIOTHBiK Directeur; Dr.Ir. F..G. Pijl: Rapport no. 543. RAPPORT BETREFFENDE DE BODEMGESTELDHEID VAM ENIGE PERCELEN
Nadere informatieHeidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009
Heidebeheer en fauna Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Inleiders: Jap Smits (Staatsbosbeheer) en prof. dr. Henk Siepel (Alterra-WUR) De Strabrechtse Heide is een
Nadere informatie3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen
3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen In dit bedrijfsnatuurplan wordt een hoofdzonering aangebracht tussen 'natuurlijk groen' en 'functioneel groen'. In het natuurlijke groen is de natuurwaarde
Nadere informatieAlgemene informatie van het bosreservaat 23. Leende "Leenderbos"
Algemene informatie van het bosreservaat 23. Leende "Leenderbos" Werkdocument IKC Natuurbeheer nr W-95 G. Bartelds Wagenirigeri 1995 Informatie- en Kenniscentrum Natuurbeheer Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer
Nadere informatie"Oranje Nassau's Oord" "De Dorschkamp" "De Oostereng" "Bennekomse Bos" KNBV Voorjaarsbijeenkomst KNBV Verslag van de excursie. C. P.
1 I e'. I!'.t'''I"",,'M 11. _ ' "' PI, t ",," "U IPN ". '" "P!I"'" '".. ",... '" M"!lM' '_-!N'" KNBV Voorjaarsbijeenkomst KNBV 1983 Verslag van de excursie C. P. van Goor Het thema van de excursie van
Nadere informatieEen Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.
Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). (Steekproef 2006-03/18, ISSN 1871-269X) Inleiding Voor De Lange, Bureau voor Stedebouw
Nadere informatieAanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010.
Aanvulling Dictaat Inleiding Bodem Voor versie 2009 Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010 Inhoud - Figuur 8.8.2.5-2 in Bijlage 8.8-1 Vaststelling gradatie vochtleverend
Nadere informatie2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van
Nadere informatieCompensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015
Compensatieplan natuurcompensatie parkeren De Heimolen juli 2015 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Omschrijving verlies aan ecologische waarde. 3. Ruimtelijke begrenzing bestaand en de fysieke compensatie
Nadere informatieAanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk
Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk Inleiding In 2008 heb ik een onderzoek uitgevoerd naar een groot aantal afwijkend gevormde depressies op de Appelse heide. 1 De conclusie van dit onderzoek
Nadere informatie1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap
1.2 landschap, natuur en recreatie Landschap Radio Kootwijk vormt een belangrijke schakel in een aaneengesloten open tot halfopen droog tot vochtig stuifzand- en heidegebied dat zich uitstrekt van het
Nadere informatieTOELICHTING OP DE raatwfc V- 1 -'
TOELICHTING OP DE raatwfc V- 1 -' ISEMWV. -:aio.- M E. ia ^^^ ^^-B^'nYt^T^-n.MET DE ZOHERGROND-.i.RSTANDEN TIJDENS DROGE I?E JAREN IN DE GEBIEDEN WAAR AL OF NIET VERANDERING IN DE PRODUKTIEWAARDE IS TE
Nadere informatieLandschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo
Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo Landschapsbeheer Drenthe Landschapsbeheer Drenthe maakt deel uit van een samenwerkingsverband van twaalf provinciale organisa
Nadere informatieBijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek
Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt
Nadere informatie4 Archeologisch onderzoek
4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten
Nadere informatieGeohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek
Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 2 februari 2006 Kenmerk N001-4425137TER-pla-V01-NL 1.1 Bodemopbouw De regionale bodemopbouw is afgeleid uit de Grondwaterkaart van Nederland 1 en boorgegevens
Nadere informatieDE BODEMGESTELDHEID VAN DE IN AANLEG ZIJNDE ZAADTUIN VOOR PINUS SILVESTRIS TE GRUBBENVORST
Stichting voor Bodemkartering Staringgebouw Wageningen Tel. 837-6333 Rapport nr. 78^ DE BDEMGESTELDHEID VAN DE IN AANLEG ZIJNDE ZAADTUIN VR PINUS SILVESTRIS TE GRUBBENVRST door J.G. Vrielink en H.J.M.
Nadere informatieHerbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg
Herbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg Opdrachtgever: Firma Van de Wijgert Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl
Nadere informatieACHTERGRONDDOCUMENT. Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen. Juni 2008
ACHTERGRONDDOCUMENT Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen Juni 2008 Inhoud deel I BASISGEGEVENS 1. Bodem, grondwater en hydrologie 2. Historie van
Nadere informatieBODEM- EN GRONDWATERTRAPPENKAART
Kaart 1 COMPARTIMENTKOOTWIJKERVEEN BODEM- EN GRONDWATERTRAPPENKAART Oppervlakte 74 ha PODZOLGRONDEN MOOERPODZOLGRONDEN Y] Holtpodzolgronden HUMUSPODZOLGRONDEN Haarpodzolgronden l L_iJr~ I zeer fijn (3)
Nadere informatieInspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda
*OMWB524761* Postbus 75 5000 AB Tilburg 013 206 01 00 info@omwb.nl http://www.omwb.nl Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda Vooronderzoek
Nadere informatieVegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem. Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR
Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR Onderwerpen voordracht bostypen in Nederland verschillen tussen rijke bossen en arme bossen de rol
Nadere informatieWerkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen
Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense d Werkstuk door een scholier 1890 woorden 30 oktober 2004 7 79 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde De Loonse en Drunense D A. Tot welk landschapstype behoort het
Nadere informatieGrasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4
Grasland en Heide Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Planning Grasland Voedselweb opdracht Heide Voedselweb opdracht Grasland Grasland is een gebied van enige omvang met een vegetatie die gedomineerd wordt door grassen
Nadere informatieProjectplan GOB. Datum: Oktober /16
Projectplan GOB Object: De Riggen Datum: Oktober 2015 1/16 Inleiding Aanvrager: Projectnaam: Voorgeschiedenis Stichting het Noordbrabants Landschap Perceel de Riggen - Pannenhoef Perceel was een oude boomkwekerij
Nadere informatieOnderzoeksopdracht. Bodem en grondstaal
Onderzoeksopdracht Bodem en grondstaal Gebruik grondboor 1. Duw en draai gelijktijdig, in wijzerzin, de schroefachtige punt (het boorlichaam) in de bodem. Deze schroef verzamelt en houdt de grond vast.
Nadere informatieWorkshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017
Workshop bosbeheer Beheerteamdag 2017 Consulent bosbeheer Bosbeheer Elke boom heeft de functie om gekapt te worden Natuurwaarde bos? Wat bepaalt de natuurwaarde? Wat bepaalt de natuurwaarde van een bos?
Nadere informatieDe bodemgesteldheid van bosreservaten in Nederland
De bodemgesteldheid van bosreservaten in Nederland Deel 2 Bosreservaat Imboschberg P. Mekkink Alterra-rapport 60.2 Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte, Wageningen, 2001 REFERAAT P. Mekkink,
Nadere informatieBeschrijving plangebied bron: Koopman & Ingberg (2009)
NOTITIE Aan : Ministerie van Defensie, Dienst Vastgoed Defensie T.a.v. : De heer S. van der Meulen Van : Drs. R. Felix Datum : 19 september 2012 Ons kenmerk : 12-125 Uw kenmerk : 3001528 Onderwerp : QS
Nadere informatieNatuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000. Rienk-Jan Bijlsma
Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000 Rienk-Jan Bijlsma Onderwerpen Habitatkaart bossen Veluwe Kwaliteitsverbetering habitattypen bos Oppervlaktevergroting habitattypen bos Habitatkaart: typen en criteria
Nadere informatieBasisrapportages Bosreservaten
Basisrapportages Bosreservaten Algemene informatie bosreservaten Bartelds, G.,. Algemene informatie van het bosreservaat 4. Chaam "Tussen de Goren". IKC-Natuurbeheer nr W-70. IKC-N, Wageningen. Bartelds,
Nadere informatiepercelen cultuurgrond
percelen cultuurgrond gelegen aan de Cromvoirtsedijk te Cromvoirt, ter grootte van 4.77.90 ha Koopsom: Nader overeen te komen Inhoud Kadastrale informatie Omschrijving Bestemmingsplan Verordening Ruimte
Nadere informatieInfiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441
Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 25 oktober 2011 Kenmerk N001-4817394TER-mfv-V01-NL Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 1 Inleiding Autobedrijf Van den
Nadere informatieBODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN
Bijlage 2 bij de toelichting BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN i BODEMONDERZOEK GROEILOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN In opdracht van: Tuinbouw Ontikkelings Maatschappij
Nadere informatieHeidebeheer in de 21 e eeuw
Heidebeheer in de 21 e eeuw Henk Siebel Met OBN-faunaonderzoek van Joost Vogels, Arnold van den Burg, Eva Remke, Henk Siepel Stichting Bargerveen, Radboud Universiteit Nijmegen Herstel en beheer van droge
Nadere informatieBeplantingsplan percelen aan de Schouwenweg te Lierop 2017
Beplantingsplan percelen aan de Schouwenweg te Lierop 2017 Colofon Opdrachtgever: Dhr. N. van Bussel Titel: Beplantingsplan percelen aan de Schouwenweg te Lierop 2017 Status: Concept Datum: Juni 2017 Auteur(s)
Nadere informatieProjectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)
MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Beknopte watersysteemanalyse de Knoop, Doetinchem Arnhem, 29 juli 2015
Nadere informatieVan Bodemkaart tot. Ruilklassenkaart
Van Bodemkaart naar Van Bodemkaart tot Titel Ruilklassenkaart Ruilklassenkaart Gert Stoffelsen Bodemkartering of Bodemgeografisch onderzoek van de deelgebieden Scheerwolde en Oldemarkt De deelgebieden
Nadere informatieArcheologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)
Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie
Nadere informatieHEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota
HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND 2005 Beleidsnota Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Doelen...3 3 Uitgewerkte randvoorwaarden op juridisch en beleidsinhoudelijk vlak...4 3.1 Europees beleid...4
Nadere informatieKleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen
Resultaten Uitgangssituatie Algemeen Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen Projectnummer: 2010_009 Projectnaam: Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen PMJP: B2 Kwaliteitsverbetering
Nadere informatieToetsing en begrenzing Ecologische HoofdStructuur binnen het plangebied Zeven Geitjes en omgeving te Tilburg
Toetsing en begrenzing Ecologische HoofdStructuur binnen het plangebied Zeven Geitjes en omgeving te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Oktober 2011 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237
Nadere informatieWat gaan we doen? Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout. Oerboslandschap op zandgronden. Uitlogen bruine bosgrond
Wat gaan we doen? Oerboslandschap op zandgronden Biodiversiteit dankzij Kwaliteitshout Bij bosherstel op zandgrond 1. Bosherstel op zand 2. Maatregelen biodiversiteitsherstel 3. Duurzaam verdienmodel onder
Nadere informatieBureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode
Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van
Nadere informatieInventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014
Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...
Nadere informatieBijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden
Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding
Nadere informatieLife+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap
Life+ Together for Nature samen werken aan herstel van heidelandschap Life+ Together for Nature samen werken aan herstel van heidelandschap TOGETHER? TOGETHER staat voor TO GET HEath Restored: we zetten
Nadere informatieDe landbouwer als landschapsbouwer
9A. De bodem (theoretisch) 9A.1 Bodemvorming Door allerlei processen zoals humusvorming, inspoeling, uitspoeling en oxidatie ontwikkelt zich een bodem. Dit is een heel lang proces wat ook nooit stopt.
Nadere informatieBetreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).
Projectnummer 2013-11-002: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw Landgoed Huize Winfried Natuurbegraven Nederland T.a.v. de heer W. Peters Postbus 29 5201 AA s-hertogenbosch Betreft: Variatie in
Nadere informatieBODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN
BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN i BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN-EIND RESULTATEN VELDWERK EN INFILTRATIEBEREKENINGEN Uitgebracht aan:
Nadere informatieOoibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien.
Ooibossen Definitie Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooi is een oud woord voor nat terrein nabij een rivier Deze bossen worden voortdurend blootgesteld
Nadere informatieAverboodse Baan (N165), Laakdal
Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota
Nadere informatieAchtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011
Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden Juni 2011 Achtergrond van de lagen benadering De oorsprong van de lagenbenadering moet gezocht worden in de negentiende eeuw,
Nadere informatieVIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.
2 VIER MODELLEN In dit hoofdstuk beschrijven we vier verschillende inrichtingsmodellen: Kleinschalig landschap, Moeraszone, Nat kralensnoer en Droog kralensnoer. In extra informatiepagina s geven we aan
Nadere informatieKavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha
Kavelpaspoort Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk Pilot Natuurlijk Ondernemen 2,952 ha Geografie en ligging Het gebied van Son en Breugel ligt in het stroomgebied van De Dommel. Tussen de
Nadere informatieMarijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries,
Zijn effecten van begrazing te voorspellen? Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries, Ingo Jansen,
Nadere informatieWatertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld
Notitie Contactpersoon Inkie Goijer Datum 1 augustus 2008 Kenmerk N002-4579913IGO-evp-V03-NL 1.1 Inleiding De watertoets De watertoets is een instrument dat ruimtelijke plannen toetst op de mate waarin
Nadere informatiereijrink heijmans Landschappelijk inpassingsplan Lakei 7, Afferden Werkdocument: Bestemmingswijziging.
Landschappelijk inpassingsplan Lakei 7, Afferden Werkdocument: Bestemmingswijziging. Opdrachtgever: Elite Varkens BV, De heer P. van der Meijden, Lakei 7, 5851 EG Afferden. Datum: 02-09-2014 versie: concept
Nadere informatieNotitie tbv. werkgroep praktisch natuur beheer Beheer Staatsbosbeheer. Onderhoud van deze twee poelen door wg pn ivn nijmegen
Notitie tbv. werkgroep praktisch natuur beheer Beheer Staatsbosbeheer. Onderhoud van deze twee poelen door wg pn ivn nijmegen 1. Poel in Alverna praktisch natuurbeheer Bezoek #) aan de poel in het gebied
Nadere informatieNatuurontwikkelingsplan, Beerens BV. Pastoorsmast 3 en 5 te Nuenen. Rapportnummer
Natuurontwikkelingsplan, Beerens BV Pastoorsmast 3 en 5 te Nuenen Rapportnummer 14-0220 www.starobv.nl Natuurontwikkelingsplan, Beerens BV Pastoorsmast 3 en 5 te Nuenen juni 2015 Rapportnummer: 14-0220
Nadere informatieUitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in]
Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in] Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel Uitvoering herstelmaatregelen
Nadere informatieMonitoring Ecocorridor Zwaluwenberg
Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Nieuwsbrief Versie: oktober 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Zoogdieren 3. Herpetofauna 4. Vlinders 5. Overig 6. Colofon Wat dragen de ecoducten bij de Zwaluwenberg bij aan
Nadere informatieRob van der Burg 6 april 2017 Vochtige bossen Tussen verdrogen en nat gaan
Rob van der Burg 6 april 2017 Vochtige bossen Tussen verdrogen en nat gaan Opzet presentatie Brochure Toelichting op de brochure Wat zijn vochtige bossen Emiel: hydrologische herstel en achterliggende
Nadere informatieBodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen
Bodemkundig onderzoek Meierend, Retie (B) J. Wijnen 2017 1. Administratieve gegevens Laagland Archeologie VOF werd door LSG bvba aangesteld om een landschappelijk booronderzoek uit te voeren op een terrein
Nadere informatieNederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl
Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl 6 augustus 2018 Dit is een voorlopige versie. De methode kan nog verbeterd en de droogte van 2018 is nog niet ten einde. Commentaar
Nadere informatieLANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN ACCOMODATIE DE KASTANJES
LANDSCHAPPELIJK INPASSINGSPLAN ACCOMODATIE DE KASTANJES Opdracht Landschappelijke inpassing recreatief bouwblok Opdrachtgever Dhr. van J. vd Putten Diepertseweg 22 5424 TA Elsendorp SIEBERS TUINPROJECTEN
Nadere informatieAMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON
AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON juni 2007 In
Nadere informatie: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24
Logo MEMO Aan : Henrike Francken Van : Michiel Krutwagen Kopie : Dossier : BA1914-112-100 Project : SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Ons
Nadere informatieQuickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas
Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas Pagina 1 van 7 Projectnummer: P11155 Datum: 5 augustus 2011 Plan: bouwplan voor de uitbreiding van een varkensbedrijf op het
Nadere informatieA) 1) gevestigd te 2) B) 1) gevestigd te 2) C) 1) gevestigd te 2) verklaart (verklaren) zich door ondertekening dezes bereid de uitvoering van 3)
RAW83-00915 OT'n Z-Veluwe Bos- en Natuurbeheer 2013-2014, Bladnr. 1 van 2 Behoort bij: 3001300-P-010-70 I N S C H R I J V I N G S B I L J E T De hierna te noemen inschrijver(s): A) 1) gevestigd te 2) B)
Nadere informatieOnderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs
Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw
Nadere informatieEmmer Erfscheidenveen Meetnet 2015
Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015 Landschapsbeheer Drenthe Nijend 18a, 9465 TR, Anderen Inhoudsopgave Inventarisatiegebied Emmer-Erfscheidenveen... 3 Overzicht alle waarnemingen... 3 Type elementen...
Nadere informatieDe projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren
Nadere informatieBermenplan Assen. Definitief
Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595
Nadere informatieBIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/
BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: 110301.001725) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ Nijkerk Het betreft het plangebied voor het toekomstige
Nadere informatie14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007
14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van
Nadere informatieGrondwaterstanden juni 2016
Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand
Nadere informatieBODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR "HET PARKHUIS" TE DUBBELDAM
Stichting voor Bodemkartering St aringgebouw Wageningen Tel. O857O - 6573 Rapport nr. 900 BODEMKUNDIG ADVIES AANGAANDE TUINAANLEG EN DROOG LEGGING VAN HET BOUWTERREIN VOOR "HET PARKHUIS" TE DUBBELDAM door
Nadere informatieNatuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1
C U R S U S Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1 Martin Winnock, inverde 1 Bossen in Vlaanderen Het b o s in Eu ro pa 146.000 ha 2 Verschuiving bosareaal van west naar oost! BBB - Bosbeheer deel 1
Nadere informatieNadere informatie. Weersverwachting
Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 16 mei 2011 Nummer 2011-06 Droogtesituatie verandert weinig, ondanks regen De wateraanvoer van de Rijn
Nadere informatieRapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren
Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...
Nadere informatieKleine schorseneer aan het infuus voortgang herstelplan in Drenthe
Kleine schorseneer aan het infuus voortgang herstelplan in Drenthe WFD-dag, 28 februari 2015 Edwin Dijkhuis Dit project wordt uitgevoerd en mogelijk gemaakt door: Foto: Peter Meininger Portret: Kleine
Nadere informatieFiguur 2 ontwateringsituatie
Bijlage Achtergrondrapportage beleidsregel toepassen drainage in keurbeschermings- en attentiegebieden Achtergrond van de lagen benadering De oorsprong van de lagenbenadering moet gezocht worden in de
Nadere informatieAantal 2014 Opp. Luchtfoto 2014
Noordvoort - Monitoring ontwikkeling geomorfologie Verandering overstuivingszones 2014-2015 Ter verbetering van de dynamiek in de zeereep tussen Zandvoort en Noordwijk zijn een aantal stuifkuilen aangelegd.
Nadere informatieNotitie Ontwikkeling TBT en aanwezigheid van de das
Notitie Ontwikkeling TBT en aanwezigheid van de das Vliegveld Twente, Enschede Projectnummer: 6629 Datum: 21-2-2017 Opgesteld: Gerard Lubbers Inleiding De gebiedsregisseur Area Development Twente (ADT)
Nadere informatieLandschapsplan Kerkdijk 6 te Vragender
Landschapsplan Kerkdijk 6 te Vragender Plan voor de landschappelijke inpassing van nieuwe functies Zelhem, mei 2011 Rapportnummer 1170 Projectnummer 1626 opdrachtgever René Plaggenburg Kerkdijk 6 7134
Nadere informatieQuick-scan van enkele bosterreinen in de Gemeente Uden De waarde van begroeiingen met bomen en struiken
Quick-scan van enkele bosterreinen in de Gemeente Uden De waarde van begroeiingen met bomen en struiken N.C.M. (Bert) Maes Ecologisch Adviesbureau Maes Utrecht In opdracht van Bosgroep Zuid is op 15 juli
Nadere informatieDe bodemgesteldheid van bosreservaten in Nederland
De bodemgesteldheid van bosreservaten in Nederland Alterra-rapport 60.8 1 2 Alterra-rapport 60.8 De bodemgesteldheid van bosreservaten in Nederland Deel 8 Bosreservaat Liefstinghsbroek P. Mekkink Alterra-rapport
Nadere informatieLANDSCHAPPELIJKE INPASSING INRICHTINGSPLAN MTS BOINK ENSCHEDESESTRAAT CP HAAKSBERGEN
LANDSCHAPPELIJKE INPASSING INRICHTINGSPLAN MTS BOINK ENSCHEDESESTRAAT 221 7481 CP HAAKSBERGEN Gemaakt door: Stichting Uitvoering Projecten VAN Berkel en Slinge t Brendeke 10 7152 BT Eibergen 0545-477587
Nadere informatie