Innovatief Actieprogramma Groningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Innovatief Actieprogramma Groningen 2010-2012"

Transcriptie

1 provincie groningen Innovatief Actieprogramma Groningen Innovatief Actieprogramma Groningen 3 09-PP-HB-001

2 Innovatief Actieprogramma Groningen juli 2010

3 Hoofdstuk 1 Inleiding Afronding van IAG Vervolg in de toekomst Aanpak en inhoud... 5 Hoofdstuk 2 Innovatiestrategie Algmeen Bedreigingen en kansen Extra middelen Gekozen methodiek en opzet thema's Output- en resultaatindicatoren Hoofdstuk 3 Thema's IAG Inleiding Life Sciences: focus op healthy ageing Algemeen Aanpak en doel Doelgroep Criteria voor de selectie van de projecten Verwachte resultaten Budget Biobased economy Algemeen Aanpak en doel Doelgroep Criteria voor de selectie van de projecten Verwachte resultaten Budget Creatieve industrie Algemeen Aanpak en doel Doelgroep Criteria voor de selectie van de projecten Verwachte resultaten Budget

4 3.5 Transsectorale Innovatie Algemeen Aanpak en doel Doelgroep Criteria voor de selectie van de projecten Verwachte resultaten Budget Hoofdstuk 4 Organisatiestructuur Inleiding Organisatiestructuur Organisatieprincipes Beheers- en betalingsautoriteit Stuurgroep Programmamanagement en -secretariaat Hoofdstuk 5 Organisatie projectprocedure Inleiding Organisatie projectprocedure Hoofdstuk 6 Toetsingskader Algemeen Selectie- en prioriteitscriteria Financiële criteria Hoofdstuk 7 Registratie en rapportage Hoofdstuk 8 Financiële administratie Algemeen Financieel administratief systeem Controlesysteem en functiescheiding

5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Afronding van IAG-1 In de periode is door de provincie Groningen uitvoering gegeven aan het Innovatief Actieprogramma Groningen (IAG-1). Voor IAG-1 is op basis van een programmadocument rechtstreeks subsidie gevraagd en gekregen vanuit de Europese Commissie. Met deze middelen kreeg de provincie Groningen samen met haar partners de mogelijkheid om op programmabasis projecten te stimuleren. Deze projecten hebben bijgedragen aan de innovatiekracht van de regio. De uitvoering van IAG-1 is succesvol afgerond en de eindafrekening is medio 2009 goedgekeurd door de Europese Commissie. De mogelijkheid om rechtstreeks bij de Europese Commissie middelen aan te vragen voor Innovatieve ActieProgramma's (IAP's) bestaat vanaf 2006 niet meer. De Europese Commissie kent hiervoor in de toekomst geen afzonderlijk initiatief. Desalniettemin zijn er met het IAG veel initiatieven in gang gezet die in de toekomst om follow-up vragen. Daarnaast biedt ook de werkwijze die het IAG kenmerkt voordelen die een vervolg verdienen. Het IAG heeft immers de mogelijkheid geboden om vanuit een op regionaal niveau geformuleerde innovatiestrategie, programmatisch projecten te selecteren en overheden, intermediaire organisaties en het bedrijfsleven op zowel programmaniveau als projectniveau met elkaar te verbinden. De afzonderlijke positie van het IAG brengt bovendien het voordeel van een kleine programmaorganisatie met zich mee en daarmee korte lijnen, betrokkenheid en slagvaardigheid. " Hoewel de werkelijke realisatie van de doelstellingen van de IAP s nog niet volledig in beeld kan worden gebracht, kan wel worden gesteld dat de IAP s een waardevolle bijdrage leveren aan de ontwikkeling van Noord-Nederland. Er wordt daadwerkelijk ruimte geboden voor vernieuwende projecten, waarbij goed wordt samengewerkt tussen private en publieke partijen. De IAP s leggen het accent op innovatie en ontwikkeling en benutting van kennis en richten zich met hun actielijnen en thema s op sleutelgebieden en speerpuntsectoren die ook centraal staan binnen het OP Noord-Nederland in de periode Dit maakt dat de IAP s zowel qua projecten als qua samenwerking een goede basis leggen voor de uitvoering van het OP. In het bijzonder projecten die tot stand komen binnen prioriteit 1 Innovatie, ondernemerschap en kenniseconomie kunnen voortbouwen op de initiatieven die binnen de IAP s reeds zijn ontplooid" (uit: Operationeel programma Noord-Nederland, ). 1.2 Vervolg in de toekomst Vanaf 2007 wordt gewerkt met het Operationeel Programma (OP) Noord-Nederland, het nieuwe Europese programma in het kader van Doelstelling 2 voor de periode Meer dan in het verleden ligt binnen dit programma het accent op stimulering van innovatie, ondernemerschap en concurrentievermogen. Meer dan de helft van de middelen wordt juist voor deze doelstellingen gereserveerd. De genoemde thema s sluiten naadloos aan bij het karakter van het IAG. Binnen het Operationeel Programma is nadrukkelijk aangegeven dat één van de doelstellingen is om voort te bouwen op de resultaten en initiatieven die binnen de IAP s in de periode tot en met 2006 in het Noorden tot stand zijn gekomen. De eerst voorkomende mogelijkheid is uiteraard om deze follow-up eenvoudigweg ad hoc op projectniveau te organiseren. In dat geval wordt gekeken naar de afzonderlijke projecten die binnen het IAG zijn gerealiseerd en kan per project een vervolgfase of vergelijkbaar initiatief worden georganiseerd. Wat bij deze aanpak echter deels verloren zou gaan is het organiserend vermogen op programma/regionaal niveau, de flexibiliteit in projectselectie en de laagdrempeligheid die het IAG kenmerken. 4

6 Vanuit deze gedachte dient zich ook een andere variant aan, die door middel van het IAG-2 in 2008 is opgepakt. Dat is de mogelijkheid om een IAG op te stellen en deze in zijn geheel als project binnen het OP Noord-Nederland in te dienen en uit te voeren. Het project IAG vormt daarmee een 'klein' programma binnen het grote programma OP Noord-Nederland. De Europese Commissie heeft aangegeven een dergelijke aanpak te zien zitten. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan meer ruimte voor innovatie en experimentele projecten (en geen grote focus op het directe resultaat) en mogelijk meer ruimte als het gaat om het subsidiepercentage. Andere voordelen van deze aanpak zijn: Op de eerste plaats bestaat wederom de mogelijkheid om op programmaniveau (dus integraal) sturing te geven aan de ontwikkeling en realisatie van een regionale innovatiestrategie. Ook de programmaorganisatie, en in het bijzonder het netwerk van overheden, intermediaire organisaties en bedrijfsleven, kan daarmee zijn sturende functie behouden. Een dergelijk programma zou wederom een periode van meerdere jaren kunnen beslaan en is niet meer gebonden aan de beperking die de Europese Commissie daarvoor in het verleden heeft opgelegd. Het biedt de mogelijkheid om kleinschalige innovatieve projecten rechtstreeks in behandeling te kunnen nemen en te kunnen monitoren, zonder dat deze opgaan in de uitgebreide programmaorganisatie en monitoring die van toepassing is op het OP van Noord-Nederland. Voor het (projecten)programma kan vooraf publieke cofinanciering worden vastgelegd. In dat geval hoeft dit niet meer ad hoc door initiatiefnemers van deelprojecten te worden georganiseerd. 1.3 Aanpak en inhoud Het IAG-2 is eind 2008 gestart, na één jaar uitvoering zijn al 95% van de middelen vastgelegd in projecten. Gezien het succes en enthousiasme dat de uitvoering van zowel IAG-1 als IAG- 2 hebben losgemaakt, is het een logische stap om het programma een vervolg te geven middels IAG-3. Het opstellen van een nieuw IAG is geen exclusieve verantwoordelijkheid van de provincie, er zijn ook andere overheden, intermediaire organisaties en het bedrijfsleven bij betrokken. Dit om kennis in te brengen en om draagvlak en draagkracht te garanderen. Bovendien is daarmee invulling gegeven aan de gedachte dat de uitvoering van een dergelijk IAG niet op zichzelf staat, maar ook een katalysator moet zijn voor andere ontwikkelingen in de regio. Juist daarvoor zijn die andere partijen nodig. Het IAG is als programma ontwikkeld en gepositioneerd om vervolgens als subsidieaanvraag/project binnen het OP Noord Nederland het beoordelingsproces te doorlopen. Op de eerste plaats gaat het om de uitwerking van een nieuw Innovatief Actieprogramma Groningen. Dit programma bevat de speerpunten binnen de regionale innovatiestrategie en andere onderdelen die nodig zijn om als projectvoorstel binnen het OP Noord-Nederland te worden ingediend. Het betreft de volgende onderdelen: Korte analyse gebiedsituatie (kansen, aanknopingspunten) alsmede ervaringen met de eerdere IAG-programma s welke processen zijn in gang gezet, welke effecten zijn bereikt. Toekomstvisie regionaal innovatief vermogen: wat zijn de specifieke doelstellingen die de provincie Groningen en haar partners gezamenlijk op dit gebied stellen. Deze doelstellingen en de selectie van thema's zijn in overleg met de regionale partners vastgesteld. Er is hierbij aansluiting gezocht bij de speerpuntsectoren, zoals die in het Noorden zijn geïdentificeerd. 5

7 Waarbij ook is gekeken naar de resultaten van IAG-1 en IAG-2 en de vraag is gesteld: welke initiatieven en welke resultaten vragen nu om een follow-up, welke thema's hebben de potentie om innovatie in Groningen verder vooruit te kunnen helpen? Selectiecriteria: het vorige onderdeel is uitgewerkt in selectiecriteria en standaardvoorwaarden. Dit is van belang voor de beoordelaars die zich in het kader van het OP Noord-Nederland over de aanvraag buigen, de uitwerking moet borgen dat de activiteiten die binnen het IAG-3 worden gefinancierd ook passen binnen het OP Noord- Nederland. Dit betekent dat de voorwaarden die binnen het OP Noord-Nederland van kracht zijn moeten worden doorvertaald naar het IAG, waarbij waar mogelijk vereenvoudiging plaats moet vinden. Investeringsbegroting: de begroting van het IAG-3 is in grote lijnen uitgewerkt. Het gaat hier om verschillende kosten: enerzijds een budget dat moet worden gereserveerd voor subsidiëring van diverse projectinitiatieven, anderzijds een begroting voor de programmaorganisatie, communicatie e.d. Financieringsplan: naast de gevraagde bijdrage uit het Europese budget van het OP Noord- Nederland, zal de Provincie Groningen als co-financier optreden. Op projectbasis zal de overige financiering van regionale (project)partijen afkomstig zijn. Dit kan zowel publieke (gemeenten/rug/nom/umcg etc.) als private cofinanciering (MKB-bedrijven 1 ) zijn. De programma/projectorganisatie: de programmaorganisatie van het IAG-2 blijft gehandhaafd. Ook in de nieuwe situatie zullen projecten beoordeeld moeten worden, zal de voortgang gevolgd moeten worden en zal de afrekening moeten plaatsvinden. Dit vraagt wederom om de inzet van een programmamanagement en een Stuurgroep. Noordelijk karakter: Ook de provincies Friesland en Drenthe gaan door met een derde IAP waardoor een basis bestaat om samen te werken op het niveau van Noord-Nederland. De afspraak is gemaakt dat elk afzonderlijk IAP open wordt gesteld voor initiatieven vanuit heel Noord-Nederland. Elk programma kent echter z'n eigen thema's en doelstellingen, hierbij is in principe sprake van maatwerk op provinciaal niveau. Echter op het moment dat partijen van buiten de eigen provincie komen met een project dat aansluit bij de doelstellingen van het programma en past binnen een van de IAG-thema's, komt men in aanmerking voor een bijdrage. Verdere afstemming en samenwerking behoren tot de mogelijkheden, voorwaarde hiervoor is dat het bestaande organiserend vermogen en de relatieve kleinschaligheid niet worden gewijzigd. Denkbaar is bijvoorbeeld: Het stimuleren van provincieoverstijgende initiatieven; Samenwerking qua communicatie en profilering; Samenwerking en afstemming tijdens de totstandkoming en uitvoering van de programma s. Inhoud programma In dit programma worden met name de volgende onderwerpen nader uitgewerkt: Een beschrijving van de innovatiestrategie en de vier strategische thema's; 1 Conform de op 6 mei 2003 door de Europese Commissie vastgestelde definitie behoren tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO s), ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen of het jaarlijkse balanstotaal van 43 miljoen niet overschrijdt. Deze definitie wordt voor het IAG gehanteerd bij de aanduiding MKBbedrijven. De provincie conformeert zich in het IAG voor de definitie van MKB, aan aanbeveling 2003/361/EG van de Europese Commissie (gepubliceerd in L 124 van 20 mei 2003 p ). Deze tekst is verbindend. Indien deze aanbeveling wordt gewijzigd conformeert de provincie zich aan de gewijzigde aanbeveling. 6

8 Een organisatieschema, waarin de diverse taken en verantwoordelijkheden van de betrokken organisaties (Provincie, Stuurgroep, Programmamanagement en projectuitvoerders) zijn opgenomen; Een projectprocedure, waarin de te volgen stappen zijn beschreven; Een toetsingskader, aangevuld met gedetailleerde inhoudelijke en financiële projectcriteria, op basis waarvan projectvoorstellen die binnen het innovatieve actieprogramma moeten worden gefinancierd beoordeeld kunnen worden; Formats zoals preadviesformulieren, rapportageformulieren, model betaallijsten en dergelijke, die gebruikt kunnen worden door de projectindieners en uitvoerders teneinde gestandaardiseerde informatie over de projectvoorstellen en hun voortgang te verkrijgen van belang voor de registratie van het programma; Aanwijzingen voor projectbeheer, registratie, rapportage en de financiële administratie. 7

9 Hoofdstuk 2 Innovatiestrategie 2.1 Algemeen In de afgelopen periode is door Noord-Nederland sterk geïnvesteerd in de noordelijke economie. De strategie was erop gericht om de economische achterstand op de rest van Nederland te verkleinen, bijvoorbeeld in termen van Bruto Regionaal Product, werkloosheid en participatie alsmede het aandeel van de commerciële diensten in de sectorstructuur. Deze strategie heeft gewerkt. Het verschil met de rest van Nederland is kleiner geworden, hetgeen de toegenomen vitaliteit van de noordelijke economie illustreert. Zoals Noord-Nederland ook in haar Strategische Agenda heeft uitgesproken, ligt de nadruk in de periode op het voortbouwen op deze versterkte economische basis. Om in de toekomst de ingezette inhaalslag door te kunnen zetten en de potentiële bijdrage van Noord- Nederland aan de welvaart op regionaal, nationaal en Europees niveau ten volle te benutten, zijn gerichte investeringen noodzakelijk. Investeringen in het innovatievermogen, het opleidingsniveau en het stuwende karakter van de economie. Een sterkere internationale oriëntatie van bedrijven en kennisinstellingen is hiervoor een onderliggende doelstelling. Deze investeringen vormen de rechtstreekse voorwaarden voor de transitie van de noordelijke economie van oudsher gericht op meer traditionele maakindustrie naar een economie waarin kennis en kennisbenutting centraal staat. De prioriteit Innovatie, ondernemerschap en kenniseconomie uit het OP-EFRO is van kracht voor geheel Noord-Nederland en stimuleert juist deze investeringen. Vanzelfsprekend gaat het om investeringen waarvoor een publieke interventie noodzakelijk is om deze van de grond te krijgen. Dit omdat de markt het bijvoorbeeld niet zelfstandig of niet snel genoeg kan realiseren. Ook directe steun van (MKB-)bedrijven is mogelijk, voor zover het gaat om investeringen die voor de doelgroep niet haalbaar zijn of vanuit een focus op de korte termijn onvoldoende prioriteit krijgen. Juist deze activiteiten verdienen aanmoediging. Aansluiting wordt gezocht bij initiatieven die reeds eerder zijn ontplooid om het innovatief vermogen en ondernemerschap in het Noorden te versterken. Bijvoorbeeld binnen het EPD Noord- Nederland , maar zeker ook binnen de Innovative Actions Programmes (IAP s) die binnen alle drie noordelijke provincies zijn uitgevoerd. Met name deze IAP s bieden specifiek ruimte voor vernieuwende projecten op het gebied van innovatie, kennisoverdracht en netwerkvorming, onderwerpen die volledig aansluiten bij de eerste prioriteit van het OP- EFRO. Innovatieve acties In lijn met de voorgaande opmerking worden innovatieve en experimentele methodieken en activiteiten door Noord-Nederland beschouwd als een instrument om nieuwe ideeën in de praktijk te kunnen testen. Binnen het OP zal dan ook nadrukkelijk aandacht bestaan voor het experimenteren met nieuwe activiteiten (qua project en qua handelswijze). Doelstelling is om projecten en handelswijzen te kunnen testen en degenen die succesvol zijn te inventariseren om deze vervolgens in een meer uitgebreide vorm te kunnen implementeren binnen het OP. De outputs en resultaten van dergelijke projecten hoeven niet perse bij te dragen aan de (gekwantificeerde) doelstellingen van dit programma. Experimenteren is een werkwijze. Het begint met het verzamelen nieuwe ideeën in het kader van een regionale innovatiestrategie door middel van discussie met alle betrokken belanghebbenden. Vervolgens kunnen dergelijke nieuwe ideeën worden getest in de vorm van relatief kleine pilot projecten met een beperkte looptijd. De resultaten van de pilots kunnen 8

10 daarna worden geanalyseerd. Zodra bekend kunnen de succesvolle activiteiten verder worden ontwikkeld binnen het prioriteiten van het OP. Minder succesvolle activiteiten krijgen geen vervolg. Een analyse van de knelpunten die zijn ervaren verzekert echter dat waardevolle leereffecten worden gegenereerd ten behoeve van de regio. Doel van het IAG is een bijdrage te leveren aan de innovatiekracht van de provincie Groningen. De strategie daarbij is een impuls te geven aan speerpuntsectoren en thema s. Voornaamste selectiecriteria voor de aandachtsgebieden zijn potentie en witte vlekken in het reguliere beleid. Daarnaast is het belangrijk dat de aandachtsgebieden bijdragen aan de verbetering van het imago van Groningen als innovatieregio. Het Innovatieve Actieprogramma Groningen is een programma dat zich voornamelijk richt op de subsidiëring van kleinere, risicovolle projecten. Het Innovatieve Actieprogramma Groningen richt zich op drie voor Groningen strategisch belangrijke thema s, daarnaast is er gekozen voor een meer generiek thema: Life Sciences: focus op Healthy ageing; Biobased economy; Creatieve Industrie; Transsectorale Innovatie. Deze thema's worden in hoofdstuk 3 nader beschreven. 2.2 Bedreigingen en kansen Bedreigingen die Groningen wil tegengaan en kansen die Groningen wil benutten met het IAG: Toenemende vergrijzing betekent toenemende druk op voorzieningen; Wegtrekken van hooggeschoolden; Niet tijdig kunnen inspelen op groeimarkten in buitenland door een te enge oriëntatie op de binnenlandse markt. Kansen die Groningen wil benutten: Startende bedrijven (o.a. Life sciences en ICT) als spin off van kennisinstellingen; Potentieel grote groep hoog opgeleiden; Verder ontwikkelingen sleutelgebieden en speerpuntsectoren; Ontwikkeling kennis en innovatie door aanwezigheid kennisinstellingen; Clustering bedrijven rond kennisinstellingen; Verdere ontwikkeling creatieve sector m.n. in de stad Groningen; Aanwezigheid ICT-interconnectiepunt (GN-IX) in Groningen Daarnaast is internationalisering een belangrijke 'opportunity' voor de grensregio Groningen. De gunstige ligging ten opzichte van Duitsland en de Scandinavische landen biedt kansen, terwijl de relatief grote afstand tot de Randstad, het economisch hart van Nederland, de oriëntatie op het buitenland ook stimuleert. Netwerken en samenwerking over de grens bieden daarom kansen voor Groningse partijen om zich op internationaal niveau te profileren, kennis te vergaren en contacten te leggen op het gebied van innovatie. 2.3 Extra middelen Daarom moeten extra middelen gestoken worden in: Stimulering van netwerken en clusters binnen de provincie Groningen om de regio minder afhankelijk te maken van innovatiebesluiten buiten de regio; 9

11 Stimulering van op technologie en innovatie gebaseerde starters en doorstarters om het groeipotentieel van de het bedrijfsleven binnen de regio te vergroten; Stimuleren van spin offs van kennisinstellingen; Stimulering van op technologie en innovatie georiënteerde (internationale) netwerken om de concurrentiekracht van de regio te vergroten; Vernieuwende initiatieven om de slagkracht van de creatieve sector te vergroten en het relatieve belang van de sector in de regionale economie te laten toenemen. Om de ambitie van Groningen als innovatieve regio te realiseren, is er een sterke en continue behoefte aan publieke en private interventie. Het Innovatieve Actieprogramma Groningen concentreert zich op het initiëren, stimuleren en het vervullen van de rol van makelaar. Grootschalige investeringen liggen in de lijn van het reguliere nationale beleid en de doelstellingsprogramma s. 2.4 Gekozen methodiek en opzet thema's De gekozen methodiek wordt gekenmerkt door: Clustering tussen bedrijven en tussen bedrijven en kennisinstellingen; Ondersteuning kleinschalige, risicovolle pilotprojecten; Ondersteuning projecten met een hoog ambitieniveau. Bij de beschrijving van de vier thema's in hoofdstuk 3 is gekozen voor de volgende opzet: algemene inleiding aanpak en doelstelling doelgroep selectiecriteria verwachten resultaten budget 2.5 Output- en resultaatindicatoren De onderstaande tabel bevat output- en resultaatindicatoren die zijn gekoppeld aan de thema's van het IAG. Projectindieners worden gevraagd om hun doelstellingen vooraf te kwantificeren met behulp van deze indicatoren, tussentijds en achteraf wordt de mate van realisatie gemeten. In de tabel zijn voor alle indicatoren streefwaarden opgenomen die gelden op programmaniveau en die via de projecten zullen moeten worden gerealiseerd. Het bepalen van de streefwaarden geschiedt uiteraard op basis van schatting aan de hand van specifieke uitgangspunten. De provincie Groningen heeft met name gekeken naar de ervaring bij de uitvoering van het IAG-1 en IAG-2 in de periode en de ervaringscijfers die op basis van die programmaperiodes kunnen worden geïdentificeerd. Deze cijfers vormen een belangrijke basis voor de raming van streefwaarden voor het IAG-3. Output- en resultaatindicatoren Streefwaarde 2014 Aantal R&D projecten 15 R&D investeringen privaat 1.0.mln. R&D investeringen publiek 0.5 mln. Aantal ondersteunde MKB-bedrijven 50 Aantal samenwerkingsverbanden tussen bedrijven en kennis-/research 15 instellingen Aantal bruto gecreëerde arbeidsplaatsen (in FTE) 35 10

12 Hoofdstuk 3 Thema's IAG 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn de vier IAG-thema's nader beschreven. Naast een algemene omschrijving is aangeven wat de doelgroep is, aan welke criteria de projecten moeten voldoen, de verwachte resultaten en het beschikbare budget. 3.2 Life sciences: focus op Healthy Ageing Algemeen Life sciences is een dynamisch wetenschaps- en technologiegebied dat levensprocessen analyseert en deze basale kennis gebruikt voor de ontwikkeling van betere producten en productieprocessen in veel toepassingsgebieden. Deze gebieden worden globaal onderscheiden in landbouw en verwerking van agrarische producten (groene life sciences), industrieel chemische toepassingen (witte life sciences) en producten en diensten in relatie tot gezondheid (rode life sciences). Het Noorden van het land bekleedt een belangrijke positie in de Life sciences sector in ons land, voor wat betreft aantal bedrijven, kenniswerkers en omzet van zogenaamde dedicated Life sciences (dit zijn kennisintensieve, gespecialiseerde bedrijven die actief zijn in R&D en die zowel aanwenden voor eigen gebruik als kennis verkopen ten behoeve van processen, producten en/of diensten aan externe opdrachtgevers). In totaal waren er eind 2007 ongeveer 100 van zulke dedicated Life sciences bedrijven. Ze bieden hoogwaardige werkgelegenheid aan 1500 mensen en een veelvoud hiervan aan gerelateerde en toeleverende bedrijven. Het gaat hierbij om tenminste 25% van de totale werkgelegenheid in de dedicated Life sciences bedrijven in Nederland. De grotere dedicated Life sciences bedrijven in Noord-Nederland hebben een sterke internationale oriëntatie. De dedicated Life sciences bedrijven zijn veelal spin-offs van de kennisinstellingen in Noord-Nederland en onderhouden daar in bijna alle gevallen nauwe relaties mee. De Life sciences sector (dedicated Life sciences bedrijven en kennisinstellingen) is sterk technologisch gericht en maakt in hoge mate gebruik van de ontwikkelingen die plaatsvinden in de kennisgebieden biotechnologie, farmacie, medische wetenschappen, chemie, levensmiddelentechnologie, materiaalkunde, informatica, nanotechnologie, scheidingstechnologie en milieukunde. Noord-Nederland heeft een aanzienlijke kennisbasis op het Life sciences terrein. De grote noordelijke kennisinstellingen zoals de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), de Hanzehogeschool met het Instituut voor Life Sciences, het Van Hall Instituut/Larenstein en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden hebben Life sciences als speerpunt. Alle noordelijke provincies bieden MBOopleidingen aan op terreinen als laboratorium-, voedingsmiddelen- en procestechnologie, waardoor ook op de uitvoerende niveaus een ruim arbeidsaanbod bestaat. In Noord-Nederland en speciaal bij het UMCG/RUG en de Hogescholen, zijn alle relevante technologiegebieden binnen de Life sciences te vinden. Met deze diversiteit onderscheidt Noord-Nederland zich van de andere Life sciences clusters in Nederland. Om deze diversiteit te kunnen benutten, kritische massa te kunnen verwerven en een duidelijke positionering van Noord-Nederland te bereiken, is echter wel een thematische focus nodig. Het is dus zaak vanuit de onderscheidende, brede, kennisbasis te komen tot een duidelijke positionering. 11

13 Deze nichepositie kan worden gevonden door vanuit de combinatie van de verschillende Life sciences kennisgebieden op zoek te gaan naar nieuwe product/marktcombinaties op de snijvlakgebieden van regionaal sterke clusters en op het gebied van gezond ouder worden, ofwel Healthy Ageing. Dit biedt de potentie om vanuit de brede kennisbasis vraaggestuurd te werken en - op korte termijn- stappen naar de markt te maken. De vraag van veeleisende, want zelf ook sterk in ontwikkeling zijnde kansrijke clusters, dwingt op zijn beurt het wetenschapsgebied tot blijvende proces- en productinnovaties. De gewenste integratie van kennisgebieden komt zowel binnen de kennisinstellingen als binnen de dedicated Life sciences bedrijven wel voor, maar tot nu toe in nog onvoldoende mate. Zeker wanneer het gaat om structurele samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen. De clusterstructuur is gezien de potentie van de Life sciences in de regio nog te weinig ontwikkeld. Om deze samenwerking en structuur te bereiken is het Healthy Ageing Network Noord-Nederland (HANNN) opgericht; een regionaal kennis- en ontwikkelingscluster op het gebied van gezond ouder worden, waarin kennisinstellingen, bedrijven en overheden in Noord-Nederland de krachten bundelen en inzetten op versterking van de concurrentiekracht en reductie van de nadelen van vergrijzing door het stimuleren van allerlei innovaties waardoor mensen langer gezond leven Aanpak en doel Van belang voor succesvolle uitbouw van de Life sciences sector in de regio is het ten volle benutten van de clusterorganisatie HANNN. Deze organisatie fungeert als paraplu: biedt losse initiatieven een overkoepelend perspectief, plaatst ze in een Noord-Nederlandse strategie, het stimuleert, versnelt en verbindt. Daarnaast biedt HANNNkansen om nieuwe product/marktcombinaties te ontwikkelen. Vanuit deze combinaties dient gefocust te worden op kansrijke marktvensters. Deze liggen enerzijds in het vraaggestuurd ontwikkelen van producten op de snijvlakken van de clusters die in Noord-Nederland kansrijk zijn. Het gaat hierbij om de verbinding met het agroindustriële complex (functionele voedingssupplementen), de chemie- en procesindustrie (productie van grondstoffen met toegevoegde waarde voor gezondheid) en sensortechnologie (nieuwe diagnostica in de medische technologie). Anderzijds dient door zinvolle combinaties ingezet te worden op het ontwikkelen van innovatieve producten die aansluiten bij de kennisbasis op het gebied van Healthy Ageing. Een aantal initiatieven op dit terrein is inmiddels in gang gezet: de projecten Life-lines en ERIBA bij het UMCG. Hiernaast spelen ook dedicated bedrijven in op dit thema en ontwikkelen diverse (nieuwe) gezondheidsproducten. De markten bevinden zich ondermeer in de farmaceutische zorg, toepassing van voedingssupplementen, de fabrikanten van medische hulpmiddelen en life style- en gezondheidszorgsectoren. Tenslotte dient te worden ingezet op regionale verankering en vermarkting via het genereren van spin-offs, waarbij deze spin-offs ondersteund moeten worden door een versterkt kennisnetwerk en onderzoekscluster op dit terrein. Doel is om met het IAG de bedrijvigheid binnen de Life sciences-sector te stimuleren, om daarmee het Life sciences-cluster te versterken. Dit doel kan verwezenlijkt worden door: Structuurversterkende activiteiten ten behoeve van de samenwerking tussen ondernemingen (MKB), onderzoekscentra en universiteiten, opleidingscentra, financiële kringen en gespecialiseerde consultants; Stimuleren en uitbouwen van (grensoverschrijdende) samenwerkingsprojecten; 12

14 Ondersteuning regionale en internationale consortiumvorming ter stimulering van kennis en productontwikkeling; Bevorderen spin-offs uit kennisinstellingen/bestaande Life sciences bedrijven; Gericht ontwikkelen van duurzame samenwerkingsprojecten waarin de verdere integratie van kennisvelden binnen de Life sciences leidt tot nieuwe product/marktcombinaties op de snijvlakken tussen de clusters en speerpunten die in Noord-Nederland kansrijk zijn; Het identificeren en ontwikkelen van nieuwe product/marktcombinaties voortbouwend op de bestaande noordelijke kennis rond het thema Healthy Ageing Doelgroep Publieke en private organisaties en kenniscentra als onderdeel van de regionale aanbodzijde ; Innoverende bedrijven en bedrijven met innovatiepotentieel in de (dedicated) Life sciences sector Criteria voor de selectie van de projecten De algemene selectiecriteria, die gehanteerd zullen worden bij het beoordelen van de projectvoorstellen zijn: Projecten moeten nieuw zijn voor de regio en experimenteel van karakter; Effecten van de projecten moeten zichtbaar zijn voor de noordelijke samenleving; De projectleider moet bereid zijn de resultaten met andere partijen te delen (demonstratie); Per project bedraagt de minimale bijdrage vanuit het IAG ,- en de maximale bijdrage ,-. Een project kan een bijdrage uit het IAG ontvangen van maximaal 67% van de totale subsidiabele kosten van het project. De bijdrage van de projectpartners bedraagt per project minimaal 33% van de totale subsidiabele kosten. Projecten waarbij de bijdrage van de projectpartners hoger is dan 33% van de totale subsidiabele kosten genieten de voorkeur. Projecten moeten gecofinancierd worden door private partijen (uitgangspunt is minimaal 10% van de totale subsidiabele kosten); Projecten moeten bijdragen aan het intensief gebruiken of het nieuw ontwikkelen van kennis; Projecten moeten duurzame resultaten opleveren; Projecten die zich richten op publiek-private netwerken hebben de voorkeur; Projecten met kennisinstituten uit Noord-Nederland hebben de voorkeur; Inbreng in het project van een bijdrage in 'cash' door de projectpartijen is een pré; Het aanhaken van buitenlandse partners bij het project wordt gezien als een pré; De effecten van projecten moeten overwegend neerslaan in de provincie Groningen. Naast de algemene criteria zijn de volgende voor dit thema specifieke criteria van toepassing. Projecten die de ontwikkeling van starters en doorstarters stimuleren hebben de voorkeur; Projecten die de werkgelegenheid binnen Noord-Nederland in deze sector (indirect) vergroten hebben de voorkeur Verwachte resultaten Bijdrage aan het ontstaan van nieuwe sleuteltechnologieën in de regio; Verbetering marktkansen voor het Life sciences-cluster; 13

15 Meer Life sciences bedrijven betrokken in netwerken en clusters met betrekking tot bedrijfs-/marktontwikkeling; Meer bedrijven en kenniscentra die zich begeven in partnerschappen; Valorisatie van fundamentele kennis Budget De omvang van dit thema is ,-. Het budget is als volgt opgebouwd: Gevraagde bijdrage aan het SNN (EFRO): ,- Bijdrage van de provincie Groningen: ,- Bijdrage van projectpartners publiek/privaat: ,- 14

16 3.3 Biobased economy Algemeen. De transitie naar alternatieve en duurzaam energieoplossingen zal vanuit het oogpunt van energievoorziening en klimaatproblematiek steeds prominenter worden. Bestaande fossiele bronnen zullen komende decennia nog wel een belangrijke rol blijven vervullen, met als gevolg dat de daarbij behorende problematiek (klimaat, milieu, kosten) prioriteit verdient. Maar daarnaast moeten duurzame energiebronnen uit biomassa, geflankeerd door wind en water, een belangrijke rol gaan vervullen voor de middellange termijn. Belangrijk is na te gaan wat de invloed van de bovengenoemde nieuwe bronnen op de maatschappij van de toekomst zal zijn. Zon, water en wind zullen ieder voor zich nieuwe materialen en machines nodig hebben voor een succesvolle ontwikkeling en toepassing. Op zich leveren deze energiebronnen geen toegang tot nieuwe materialen. Voor biomassa geldt dit wel. De verwachting is dat biomassatoepassingen op het gebied van energie en grondstoffen alle sectoren van de maatschappij op mondiaal niveau zullen beïnvloeden. De inzet van biomassa is in principe zo oud als de mensheid zelf, aangezien we altijd afhankelijk zijn van grondstoffen die de natuur ons biedt. Fossiele brandstoffen zijn daarbinnen niet anders. Aardolie en -gas hebben immers ook een biologische oorsprong, waarbij door langdurig processen koolstoffen zijn vastgelegd. Ons huidige energiesysteem is sterk ingericht op de benutting van deze fossiele dragers. De extensieve benutting zorgt ervoor dat CO 2 die vele miljoenen jaren is vastgelegd nu in korte tijd en in grote hoeveelheden vrijkomt, met alle negatieve gevolgen van dien, en dat de eindige voorraad door het huidige verbruikstempo op afzienbare termijn dreigt op te raken. Dit vereist een systeemwijziging waarbij hernieuwbare grondstoffen op efficiënte en acceptabele wijze kunnen worden omgezet in chemicaliën, vezels en brandstof. In een dergelijke BioBased Economy (BBE) vormen hernieuwbare biomassa en biologische reststromen de basis voor grondstoffen- en energiebehoefte. Dit is CO 2 -neutraal en vermindert afhankelijkheid van eindige voorraden. BBE maakt biomassa tot belangrijke grondstof en inspiratiebron voor kennisontwikkeling in de huidige maatschappij. BioBased Economy is een containerbegrip, toepassingen voor biologische reststromen en hernieuwbare biomassa kan in een groot aantal sectoren van de economie plaatsvinden. In het IAG zullen we ons beperken tot die sectoren waarin de provincie Groningen sterk is en waar toepassinggen van biobased-kennis kansrijk zijn: de chemische sector en de energiesector. Biobased chemie In het geheel van de ontwikkelingen op het terrein van BBE, neemt chemie (als wetenschap) een bijzondere plaats in. Al in de vorige eeuw is hier namelijk het fundament gelegd voor de huidige bio-energie toepassingen en voor het moleculaire denken in de biologie. De resultaten hiervan zullen op hun beurt de chemie-industrie sterk van karakter doen veranderen. Voor alle toepassingen van de chemie (van materialen tot medicijnen, van coatings tot cosmetica, van voedseladditieven tot vezels) ontstaan nieuwe mogelijkheden. De regiegroep chemie opererend onder de vleugels van het Landelijk Innovatieplatform heeft ambitieuze doelstellingen geformuleerd voor de Nederlandse chemie. Zo streeft de regiegroep naar een verdubbeling in 10 jaar van het aandeel van de chemie in het Bruto Nationaal Product en acht de regiegroep een vergroening van 25% haalbaar. 15

17 Noord-Nederland en in het bijzonder Groningen heeft de ambitie een prominente rol te spelen in de vergroening van de chemie. Deze noordelijke ambitie is gestoeld op het feit dat een groot deel van de agrarische sector in Noord-Nederland aanwezig is en dat met name met betrekking tot reststromen, grote spelers als AVEBE en Suiker Unie locaties hebben waar deze stromen samenkomen. Dit gekoppeld aan het feit dat het chemisch cluster in Delfzijl de intentie heeft uitgesproken een bijdrage te willen leveren aan de vergroening van de chemie, geeft aan dat de voedingsbodem volop aanwezig is. De bio-cascadering, waarbij in verschillende stappen en chemische processen, toegevoegde waarde uit hernieuwbare grondstoffen kan worden gehaald is daarbij zeer interessant. Van groot belang is ook dat binnen de RUG prominente kennis aanwezig is op chemisch, biologisch en aanpalende gebieden van life-sciences, en dat er initiatieven in gang zijn gezet om deze kennis naar de markt te brengen. Daarnaast vormen Energy Valley en Eemsdelta Green, instrumenten om de vergroening van de chemie in de Eemsmond, maar ook in andere delen van de provincie, te bevorderen. Voorbeelden van vergroening van chemische grondstoffen uit biomassa zijn de productie van: 1. Biomethanol; 2. Bio-ethanol; 3. Hernieuwbare glycerol; 4. Waterstof uit biomassa; 5. Biogas. Biobased energie In de energiesector nemen hernieuwbare biomassa en biologische reststromen, als alternatieve duurzame brandstof, een prominente plaats in. Deze plaats zal komende jaren onder invloed van de klimaatdoelstellingen, de evenwichtige brandstofmix en de daarmee samenhangende voorzieningszekerheid verder aan belang winnen. Energie is één van de belangrijkste economische speerpunten van de provincie Groningen. De missie van Energy Valley: economische structuurversterking door het bevorderen van ontwikkeling in duurzame en conventionele energie, is daar de belangrijkste uiting van. Groningen is ook sterk op het terrein van energie. Dat geldt niet alleen voor de energiesector zelf, grootschalige en kleinschalige energieopwekking, maar ook voor de kennisinstellingen die in Groningen op dit terrein aanwezig zijn. Het gaat ondermeer om het Energy Delta Instituut, EDREC, Energie Kenniscentrum Hanzehogeschool en RENQI. Daarnaast vormen ook het Energie Convenant Groningen, het Energie Akkoord van het Noorden met het Rijk en Bio Energie Noord (beleids-)instrumenten om het gebruik van biomassa voor de opwekking van energie te bevorderen. Biomassa als bron voor energieopwekking is een zeer breed onderwerp. Een beperking van de scope is dan ook gewenst. In het IAG worden vormen van biomassa voor energie die concurreren met voedselvoorziening uitgesloten. Het gaat wel om het 'tot waarde brengen' van maatschappelijk verantwoorde biomassa en biologische reststromen: de zogenoemde tweede generatie duurzame energieopwekking. Verder heeft duurzame energieopwekking in de vorm van gas en/of elektriciteit voor het gebruik in bedrijven of huishoudingen de voorkeur. Voorbeelden van opwekking van duurzame energie uit biomassa zijn: 1. Vergistingsinstallaties en processen 2. Productie van syngas uit houtafval en andere biomassa 3. Torrefactie: verkoling van houtafval en andere biomassa 16

18 4. Omzetting van biogas naar groen gas dat in het net geïnjecteerd kan worden Aanpak en doel Zowel voor de biobased energie als voor de biobased chemie geldt dat er in hoog tempo nieuwe kennis wordt ontwikkeld. Dat geldt zowel voor kennisinstituten als bedrijven in het Noorden. In de eerste plaats zal voor de verdere ontwikkeling van de biobased energie en - chemie worden ingezet op de transfer van kennis van de kennisinstellingen naar de bedrijven in onze provincie: innovatie in de vorm van kennisvalorisatie. In de tweede plaats zal worden ingezet op regionale verankering en vermarkting via het genereren van spin-offs, waarbij deze ondersteund moeten worden door een versterkt kennisnetwerk en onderzoekscluster op het terrein van biobased energie en -chemie. Doel is om met het IAG de bedrijvigheid in de biobased energie en de biobased chemie te stimuleren, om daarmee het chemische- en energiecluster te versterken. Dit doel kan verwezenlijkt worden door: Structuurversterkende activiteiten ten behoeve van de samenwerking tussen ondernemingen (MKB) en kennisinstellingen; Ondersteuning regionale en internationale consortiumvorming ter stimulering van kennis- en productontwikkeling; Bevorderen van spin-offs uit kennisinstellingen en bestaande biobased energie- en chemie bedrijven; Bevorderen van innovatieve projecten die de kennistransfer tussen kennisinstellingen en de bedrijven in Groningen stimuleren Doelgroep Publieke en private organisaties en kenniscentra als onderdeel van het regionale aanbod van kennis Innoverende bedrijven en bedrijven met innovatiepotentieel in de biobased energie en chemie in Groningen Criteria voor de selectie van projecten. De algemene selectiecriteria, die gehanteerd zullen worden bij het beoordelen van de projectvoorstellen zijn: Projecten moeten nieuw zijn voor de regio en experimenteel van karakter; Effecten van de projecten moeten zichtbaar zijn voor de noordelijke samenleving; De projectleider moet bereid zijn de resultaten met andere partijen te delen (demonstratie); Per project bedraagt de minimale bijdrage vanuit het IAG ,- en de maximale bijdrage ,-. Een project kan een bijdrage uit het IAG ontvangen van maximaal 67% van de totale subsidiabele kosten van het project. De bijdrage van de projectpartners bedraagt per project minimaal 33% van de totale subsidiabele kosten. Projecten waarbij de bijdrage van de projectpartners hoger is dan 33% van de totale subsidiabele kosten genieten de voorkeur. Projecten moeten gecofinancierd worden door private partijen (uitgangspunt is minimaal 10% van de totale subsidiabele kosten); Projecten moeten bijdragen aan het intensief gebruiken of het nieuw ontwikkelen van kennis; Projecten moeten duurzame resultaten opleveren; Projecten die zich richten op publiek-private netwerken hebben de voorkeur; 17

19 Projecten met kennisinstituten uit Noord-Nederland hebben de voorkeur; Inbreng in het project van een bijdrage in 'cash' door de projectpartijen is een pré; Het aanhaken van buitenlandse partners bij het project wordt gezien als een pré; De effecten van projecten moeten overwegend neerslaan in de provincie Groningen. Naast de algemeen criteria zijn de volgende voor dit thema specifieke criteria van toepassing: Projecten die betrekking hebben op het stimuleren van het MKB hebben de voorkeur. Projecten die gericht zijn op de Eemsmond hebben de voorkeur. Projecten die zowel bijdragen aan de biobased energie als de biobased chemie hebben de voorkeur Verwachte resultaten Bijdrage aan het ontstaan van nieuwe sleuteltechnologieën in de regio; Verbetering marktkansen voor bedrijvigheid in de biobased energie en de biobased chemie; Meer (biobased) energie- en chemiebedrijven betrokken in netwerken en clusters met betrekking tot bedrijfs-/marktontwikkeling; Meer bedrijven en kenniscentra die zich begeven in partnerschappen; Budget De omvang van dit thema is ,-. Het budget is als volgt opgebouwd: Gevraagde bijdrage aan het SNN (EFRO): ,- Bijdrage van de provincie Groningen: ,- Bijdrage van projectpartners publiek/privaat: ,- 18

20 3.4 Creatieve Industrie Algemeen De begrippen creatieve industrie, creatieve klasse en creatieve stad zijn in Nederland geïntroduceerd door Richard Florida op een symposium in de Westergasfabriek eind Florida stelt dat de sleutel voor economische groei ligt bij innovatie en de sleutel tot innovatie bij getalenteerde, anders -out of the box- denkende mensen, de creatieve klasse. De drie cruciale t s uit de creativiteitsindex van Florida zijn: talent, tolerantie en technologie. De index geeft het vermogen van een land weer om creatief talent in te zetten voor innovatie, ondernemerschap en welvaart op de lange termijn. Creatief talent is dé nieuwe grondstof voor dynamiek en vooruitgang en werkt als zodanig stimulerend voor de economische ontwikkeling in een regio. Creatieve industrie is dus een relatief nieuw begrip in Nederland en heeft zijn oorsprong in het Engelse creative industries. Het is een heterogene groep bedrijven, personen en instellingen met als gemeenschappelijk kenmerk: creativiteit, dus creativiteit als core business. Het gaat daarbij onder andere om architectuur, reclame, multimedia, schrijven/uitgeven, vormgeving en de kunst in al zijn vormen. Ondanks het feit dat de discussie rondom de creatieve industrie iets weg heeft van een hype, is de belangstelling niet ongegrond. Uit het rapport 'Creatieve Pijlers onder de Noord- Nederlandse economie?!', dat door ETIN in opdracht van VNO-NCW Noord is uitgevoerd, passeren hiervoor de volgende argumenten de revue: De creatieve industrie is een belangrijke pijler (die steeds belangrijker wordt) onder de economie. Het gaat om activiteiten met een duidelijk vermogen om werkgelegenheid en toegevoegde waarde te genereren; De creatieve industrie kent een bovengemiddelde werkgelegenheidsgroei; Steden met veel creatieve industrie en die bovendien hoog scoren op de creativiteitsindex kennen een bovengemiddelde economische ontwikkeling; Door de ontwikkeling naar een kennis- en belevingseconomie wordt het belang van de creatieve industrie alleen maar groter (veel potentie); De creatieve industrie is tevens een belangrijk ingrediënt van het regionale woon-, leef- en vestigingsklimaat; De creatieve industrie kan als vliegwiel dienen voor allerhande innovatieve processen in andere bedrijfstakken. Er bestaat namelijk een duidelijke link tussen creativiteit en innovativiteit. De creatieve industrie kan daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan de versterking van de bedrijfsstructuur en het regionale innovatieklimaat. Rol van de overheid Om bovenstaande redenen heeft de overheid in alle geledingen de creatieve industrie omarmd. Begin 2004 heeft het Innovatie Platform de creatieve industrie als één van de vier sleutelgebieden voor de Nederlandse economie benoemd. Het toenmalige kabinet zag creativiteit als een logische ontwikkeling en essentieel element in de moderne kenniseconomie. Het huidige kabinet bouwt met de brief 'De waarde van creatie, Cultuur en Economie ' voort op het eerste beleidsprogramma voor de creatieve industrie uit 2005 'Ons Creatieve Vermogen'. Dit programma was bedoeld als impulsprogramma en had als belangrijkste doel het verbinden van cultuur en economie en het vergroten van de economische waarde van cultuur en creativiteit. De creatieve sectoren hebben zich sindsdien verder ontwikkeld. Tegen deze achtergrond kiest het kabinet voor een vervolgimpuls, waarmee het kabinet zich richt op de verdere versterking van de gelegde verbindingen tussen 19

21 cultuur en economie door het stimuleren van een bredere benutting van de producten en diensten van de creatieve industrie. Ook in Noord-Nederland is er ruimschoots belangstelling voor de creatieve sector. In het OP EFRO Noord-Nederland , wordt in de SWOT-analyse het verder ontwikkelen van de creatieve sector expliciet als kans benoemt, dit komt terug in ondermeer de volgende passages: "Belangrijk in de kenniseconomie zijn ondernemerschap en creativiteit. De creatieve industrie is in toenemende mate van belang voor de levendigheid en economische bloei van een regio. Creatieve industrie zorgt voor vernieuwing en onderscheidend vermogen van de economische producten" (uit 'Innovatievermogen en ondernemerschap'). "De steden in Noord-Nederland vormen plaatsen waar startend ondernemerschap zich concentreert. De actielijn draagt bijvoorbeeld direct bij aan de ontwikkeling van een actieve wijk- en buurteconomie in deze steden, als zijnde plekken waar innovatieve ondernemers zoals creatieve starters zich goed kunnen ontwikkelen" (uit maatregel 'Stimulering van ondernemerschap'). "Daarnaast beschikken de steden over een interessante culturele infrastructuur en cultuurhistorische schatten. Voor de verdere ontwikkeling van creatieve milieus ( creative cities ) milieus waarin het draait om creativiteit, kennis, vaardigheden en talenten is het van belang om de culturele infrastructuur te versterken. Zo denkt Groningen aan de ontwikkeling van een Creatieve Zone (Ebbingekwartier). Tevens is de verdere ontwikkeling van formele en informele netwerken van kunst, wetenschap en bedrijfsleven een belangrijke uitdaging binnen deze actielijn. Deze netwerken versterken de culturele infrastructuur en zorgen voor efficiency- en schaalvoordelen" (uit maatregel 'Opwaardering stedelijk voorzieningniveau'). Op regionaal niveau is de inzet tot nu toe vooral gericht op het Creatieve Stad-concept. De Gemeente Groningen heeft in 2008 ETIN Adviseurs de opdracht gegeven inzicht te geven in de omvang en (potentiële) ontwikkeling van de creatieve bedrijvigheid, de toegevoegde waarde van de creatieve bedrijvigheid en de vraag naar huisvesting(smilieus) vanuit de creatieve bedrijvigheid in de stad Groningen. Een van de belangrijkste conclusies van het onderzoek was dat, in de vergelijking met 15 andere Nederlandse steden, Groningen een 5e plaats scoort. Zowel als het gaat om het totaal aantal vestingen als wanneer het gaat om het aandeel van het aantal creatieve bedrijven in het totaal aantal vestigingen. Geconcludeerd kan worden dat, zeker als we de concurrentie bezien, dit een uitstekende score is. Het IAG wil echter niet in brede zin bijdrage aan de verdere ontwikkeling van het Creatieve Stad-concept, maar zal zich focussen op de vraag: hoe kunnen we de kracht van creatieve industrie inzetten voor economische ontwikkeling? Aanpak en doel Waar het accent voorheen lag op het inlopen van regionale achterstanden, gaat het de komende periode nu juist om het stimuleren van noordelijke kwaliteiten ten opzichte van andere regio s. Maar wat ís nu het unique selling point van het Noorden? Eindhoven kiest voor design, Rotterdam voor film en Arnhem voor mode als speerpunt van de creatieve industrie. Een dergelijk helder creatief profiel is echter slechts voor een beperkt aantal steden weggelegd. Uit het rapport van VNO-NCW 'Creativiteit als motor van Noordelijke Innovatie '(ETIN-adviseurs, januari 2005) komt geen onderscheidende creatieve sector (in de Noordelijke G4) naar voren maar eerder een overall, brede inzet op verschillende creatieve vakgebieden. Echter niet kiezen kan ons tot het verrassende inzicht brengen dat het in het Noorden meer resultaat oplevert wanneer juist aan spontane, creatieve ontwikkelingen kansen worden geboden. In algemene zin kan wel als speerpunt worden gezien dat het Noorden zich, door de aanwezigheid van veel jong talent en de aanwezige ruimtelijke kwaliteit, als 20

Subsidie voor innovatieve projecten. Informatie over het Innovatief Actieprogramma Groningen. provincie groningen

Subsidie voor innovatieve projecten. Informatie over het Innovatief Actieprogramma Groningen. provincie groningen Subsidie voor innovatieve projecten Informatie over het Innovatief Actieprogramma Groningen provincie groningen Subsidie voor innovatieve projecten INFORMATIE OVER HET INNOVATIEF ACTIEPROGRAMMA GRONINGEN

Nadere informatie

Innovatief Actieprogramma Groningen

Innovatief Actieprogramma Groningen Innovatief Actieprogramma Groningen 2008-2010 13 november 2007 Hoofdstuk 1 Inleiding... 4 1.1 Afronding van het huidige IAG... 4 1.2 Vervolg in de toekomst... 4 1.3 Aanpak en inhoud... 5 Hoofdstuk 2 Innovatiestrategie...

Nadere informatie

Noord-Nederland en OP EFRO

Noord-Nederland en OP EFRO N o o r d - N e d e r l a n d Noord-Nederland en OP EFRO versterking van de noordelijke economie O P E F R O De afgelopen jaren heeft Noord-Nederland hard gewerkt aan de versterking van haar sociaal economische

Nadere informatie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) stimuleert Europa de regionale

Nadere informatie

Toespraak van commissaris van de koningin en SNNvoorzitter Max van den Berg, feestelijke start CCC2- programma, Groningen, 25 maart 2011

Toespraak van commissaris van de koningin en SNNvoorzitter Max van den Berg, feestelijke start CCC2- programma, Groningen, 25 maart 2011 Toespraak van commissaris van de koningin en SNNvoorzitter Max van den Berg, feestelijke start CCC2- programma, Groningen, 25 maart 2011 Dames en heren, Degenen, die hier te lande na 1820 verbetering van

Nadere informatie

Bijlage 1 Programma- en actielijnen Pieken

Bijlage 1 Programma- en actielijnen Pieken Bijlage 1 Programma- en actielijnen Pieken Inhoud: A. Energie B. Water C. Sensortechnologie D. Agribusiness E. Life Science A. Energie Onder energie wordt verstaan: handel en distributie van aardgas, brandstoffen,

Nadere informatie

Inhoud presentatie Cohesiebeleid 2014-2020 Situatie 2007-2013 Uitdaging 2014-2020 EU2020

Inhoud presentatie Cohesiebeleid 2014-2020 Situatie 2007-2013 Uitdaging 2014-2020 EU2020 OP EFRO OOST-NEDERLAND 2014-2020PRESENTATIE KENNISPARK, 23 APRIL 2014 JOLANDA VROLIJK, PROGRAMMAMANAGER EFRO OP EFRO Oost-Nederland 2014-2020 Inhoud presentatie 1. Inleiding Europese Fondsen: cohesie beleid

Nadere informatie

Subsidies in de regio

Subsidies in de regio Subsidies in de regio Noord Nederland Subsidies in de regio -- Noord-Nederland Om bepaalde regio s binnen Nederland direct of indirect te versterken zijn er verschillende regionale, nationale en Europese

Nadere informatie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) stimuleert Europa de regionale

Nadere informatie

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK 4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK Resultaten praktijkgericht onderzoek Kennisvalorisatie Jaarverslag 2010 Hanzehogeschool Groningen, University of Applied Sciences 66 4 Praktijkgericht onderzoek De Hanzehogeschool

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren als een regio

Nadere informatie

Fryslân Fernijt. Een nieuw Fries programma voor innovatie

Fryslân Fernijt. Een nieuw Fries programma voor innovatie Een nieuw Fries programma voor innovatie Om innovatie in Fryslân een impuls te geven hebben de en de Europese Commissie het Regionaal Innovatie Programma Fryslân (RIPF) opgezet. Dit programma wil de in

Nadere informatie

Subsidiemogelijkheden EFRO 2007-2013 Oost-Nederland

Subsidiemogelijkheden EFRO 2007-2013 Oost-Nederland Subsidiemogelijkheden EFRO 2007-2013 Oost-Nederland 2 Europees stimuleringsprogramma versterkt positie Oost-Nederland Let s GO Gelderland en Overijssel toonaangevend in innovatie Oost-Nederland is een

Nadere informatie

Publiekssamenvatting Jaarverslag 2014 Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013. Finish in zicht

Publiekssamenvatting Jaarverslag 2014 Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013. Finish in zicht Publiekssamenvatting Jaarverslag 2014 Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013 Finish in zicht 1 Finish in zicht Noord-Nederland heeft voor de periode 2007-2013 ruim 169 miljoen uit het Europees

Nadere informatie

Publiekssamenvatting Jaarverslag 2012 Operationeel Programma Noord-Nederland Versnelling is nodig

Publiekssamenvatting Jaarverslag 2012 Operationeel Programma Noord-Nederland Versnelling is nodig Publiekssamenvatting Jaarverslag 2012 Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013 Versnelling is nodig Operationeel Programma Noord-Nederland 2012 Crisis zorgt voor tegenwind Noord-Nederland heeft

Nadere informatie

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST

PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST NOORD-NEDERLAND: PROEFTUIN VOOR HET EUROPESE ENERGIESYSTEEM VAN DE TOEKOMST PROEFTUIN ENERGIE- TRANSITIE REGIONALE PARTNER IN DE EUROPESE ENERGIE UNIE Noord-Nederland is een grensoverschrijdende proeftuin

Nadere informatie

Aan de Statenleden van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe. Groningen 30 juni 2015 Behandeld door bestuurszaken SNN Telefoonnummer 050 5224942

Aan de Statenleden van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe. Groningen 30 juni 2015 Behandeld door bestuurszaken SNN Telefoonnummer 050 5224942 Aan de Statenleden van de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe Groningen 30 juni 2015 Behandeld door bestuurszaken SNN Telefoonnummer 050 5224942 E-mail bestuur@snn.eu Briefnummer UP-15-15096 Bijlage

Nadere informatie

Besluitvorming. Plafond/streefbedrag 10.000.000. Minimumbedrag 0

Besluitvorming. Plafond/streefbedrag 10.000.000. Minimumbedrag 0 Criteria Naam en nummer Soort Instellingsdatum Besluitvorming Nut en noodzaak Functie Doel Ambtelijk beheerder Voeding Toelichting B0442003 Reserve Cofinancieringsfonds Kennis en innovatie Bestemmingsreserve

Nadere informatie

Innovatief Actieprogramma Groningen 2014-2017. programmadocument

Innovatief Actieprogramma Groningen 2014-2017. programmadocument Innovatief Actieprogramma Groningen 2014-2017 programmadocument 4 november 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Vervolg in IAG4... 4 Hoofdstuk 2 Inhoud programma... 5 2.1

Nadere informatie

hoe wij het best op die uitdagingen kunnen inspelen, wat daarvoor nodig is en hoe wij daar samen aan kunnen werken.

hoe wij het best op die uitdagingen kunnen inspelen, wat daarvoor nodig is en hoe wij daar samen aan kunnen werken. Toespraak van SNN-voorzitter Max van den Berg, bijeenkomst EFMI Business School (Academisch kennisinstituut voor de foodsector), Groningen op 18 november 2010 [Inleiding] Sommige mensen verdienen hun geld

Nadere informatie

BELEIDSREGEL DUURZAME STRUCTUURVERSTERKING LAND- EN TUINBOUW (VOLLEDIGE KETEN)

BELEIDSREGEL DUURZAME STRUCTUURVERSTERKING LAND- EN TUINBOUW (VOLLEDIGE KETEN) BELEIDSREGEL DUURZAME STRUCTUURVERSTERKING LAND- EN TUINBOUW (VOLLEDIGE KETEN) Behorende bij Budget 4, Kennis Werkt P-4.2 Landbouw, 440179 Landbouw structuurversterking 1, Inleiding De primaire agrarische

Nadere informatie

Van Idee naar Innovatie

Van Idee naar Innovatie Van Idee naar Innovatie Horizon 2020 maakt het mogelijk! In 10 minuten een helder verhaal over Horizon 2020 Horizon 2020 Europa is op zoek naar innovaties die internationaal succesvol kunnen zijn. Horizon

Nadere informatie

Topsectoren. Hoe & Waarom

Topsectoren. Hoe & Waarom Topsectoren Hoe & Waarom 1 Index Waarom de topsectorenaanpak? 3 Wat is het internationale belang? 4 Hoe werken de topsectoren samen? 5 Wat is de rol voor het MKB in de topsectoren? 6 Wat is de rol van

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Inzet op innovatie en een koolstofarme economie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Inzet op innovatie en een koolstofarme economie Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie oktober 2014 In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren

Nadere informatie

Subsidieprofiel vestigingsregeling. 1. Probleemanalyse. Welk probleem moet worden opgelost?

Subsidieprofiel vestigingsregeling. 1. Probleemanalyse. Welk probleem moet worden opgelost? Subsidieprofiel vestigingsregeling 1. Probleemanalyse Welk probleem moet worden opgelost? De Friese economie heeft de laatste jaren last gehad van de economische crisis. Ondanks een voorzichtig herstel

Nadere informatie

Format voor inhoudelijk eindverslag subsidieprojecten Koers Noord

Format voor inhoudelijk eindverslag subsidieprojecten Koers Noord Format voor inhoudelijk eindverslag subsidieprojecten Koers Noord U heeft onlangs een project afgerond dat financieel is ondersteund door het SNN. Voor het SNN is het van groot belang te weten wat de resultaten

Nadere informatie

Collegevoorstel - 1 - Gemeente Amersfoort

Collegevoorstel - 1 - Gemeente Amersfoort Collegevoorstel Sector : SOB Reg.nr. : 4540609 Opsteller : J.C. Engels Telefoon : (033) 469 42 99 User-id : ENGH Onderw erp Indiening Europese subsidieaanvraag FI-PPP Media in the City Voorstel: 1. De

Nadere informatie

Biomethanol. Resultaten en bevindingen van project. Datum September 2010 Status Definitief. BioMCN, e.a. in opdracht van Agentschap NL

Biomethanol. Resultaten en bevindingen van project. Datum September 2010 Status Definitief. BioMCN, e.a. in opdracht van Agentschap NL Resultaten en bevindingen van project Biomethanol Dit rapport is onderdeel van de projectencatalogus energie-innovatie. Tussen 2005 en 2011 kregen ruim 1000 innovatieve onderzoeks- en praktijkprojecten

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

Toespraak commissaris van de koningin Max van den Berg, Statenexcursie 17/18 november 2011 naar Hannover

Toespraak commissaris van de koningin Max van den Berg, Statenexcursie 17/18 november 2011 naar Hannover Toespraak commissaris van de koningin Max van den Berg, Statenexcursie 17/18 november 2011 naar Hannover Geachte aanwezigen, Noord-Nederland zet stevig in op sterke economische clusters rond agrofood,

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 - PS2008MME13-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 6 mei 2008 Nummer PS : PS2008MME13 Afdeling : ECV Commissie : MME Registratienummer : 2008int221948 Portefeuillehouder : Ekkers Titel

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en

Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en Beleidsregel MKB-Regeling Het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland zijnde Management Autoriteit Noord-Nederland; gelet op de Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Proposal evaluatie van de economische programma s IAG en FPM. Groningen, februari 2016

Proposal evaluatie van de economische programma s IAG en FPM. Groningen, februari 2016 Proposal evaluatie van de economische programma s IAG en FPM Groningen, februari 2016 De Young Advisory Group is een strategisch adviesbureau, gerund door studenten. OVER DE YAG OPDRACHTEN Typische opdrachten

Nadere informatie

Amsterdamse haven en innovatie

Amsterdamse haven en innovatie Amsterdamse haven en innovatie 26 september 2011, Hoge School van Amsterdam Haven Amsterdam is een bedrijf van de gemeente Amsterdam Oostelijke handelskade (huidige situatie) Oostelijke handelskade (oude

Nadere informatie

Uitvoeringskader Watertechnologie 2014-2020. Bijlage Succesvolle watertechnologieprojecten

Uitvoeringskader Watertechnologie 2014-2020. Bijlage Succesvolle watertechnologieprojecten Uitvoeringskader Watertechnologie 2014-2020 Bijlage Succesvolle watertechnologieprojecten Overzicht succesvolle waterprojecten Vanaf 2000 wordt in Fryslân gewerkt aan de ontwikkeling van het watertechnologiecluster

Nadere informatie

innovatiebevordering RIS3 MKB OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland overheden living labs koolstofarme economie cross-overs design

innovatiebevordering RIS3 MKB OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland overheden living labs koolstofarme economie cross-overs design OPZuid Europees Innovatieprogramma voor Zuid-Nederland BIObased logistiek maintenance hightech systems agrofood overheden RIS3 innovatiebevordering duurzaamheid schone energie welzijn samenwerking gezondheid

Nadere informatie

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB

Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB High Tech Systems & Materials Life Sciences & Health Agro-Food Logistiek BEDRIJVEN Water Topsectoren en de Samenwerkingsagenda EZ-provincies-MKB Creatieve Industrie Energie Meer geld en betere dienstverlening

Nadere informatie

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Publiek gefinancierd energieonderzoek 2016 In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Inleiding Jaarlijks brengt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in opdracht van het ministerie

Nadere informatie

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017 DE INDUSTRIE: Drie acties voor een nieuw Kabinet MOTOR VAN Manifest 2017 VERNIEUWING Nederlandse industriële bedrijven behoren tot de top van de wereld. We zijn wereldmarktleider in chipmachines en medische

Nadere informatie

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland SMART WATER INLEIDING In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland - nieuw te ontwikkelen) projecten en activiteiten aan worden verbonden en worden KRIMP voor de welvaart

Nadere informatie

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR 20 AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING KOERS NOORD: OP WEG NAAR

Nadere informatie

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland

Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland Samenvatting Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2014-2020 Inzet op innovatie en een koolstofarme economie oktober 2014 In het Europa van 2020 wil Noord-Nederland zich ontwikkelen en profileren

Nadere informatie

Doel Doel van het programma VvW:

Doel Doel van het programma VvW: Doel Doel van het programma VvW: Een strategie en bijbehorende actielijnen opleveren en (laten) uitvoeren ten behoeve van de gewenste economische structuurversterking van de Vierkant voor Werk regio. Dit

Nadere informatie

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie Verbinden van wetenschap en samenleving NWO-strategie 2019-2022 Verbinden van wetenschap en samenleving Dit strategisch plan beschrijft de koers van NWO voor de jaren 2019 tot en met 2022. NWO legt hierin

Nadere informatie

Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e

Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e Twente is een innovatieve regio die nationaal en internationaal sterk in opkomst is. Daarom is op initiatief van de provincie Overijssel

Nadere informatie

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie BLANCO gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6463 Inboeknummer 15bst01200 Beslisdatum B&W 8 september 2015 Dossiernummer 15.37.551 Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie 2015-2018 Inleiding

Nadere informatie

Programma Energie 2012-2015 Samenvatting Projectplan

Programma Energie 2012-2015 Samenvatting Projectplan Programma Energie 2012-2015 Samenvatting Projectplan Lokale Energie Lokale Energie - 4 Lokale energie-initiatieven - Een loket voor buurt- en dorpsinitiatieven Projectnaam : Lokale Energie Opdrachtgever

Nadere informatie

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Inleiding Jaarlijks brengt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in opdracht van het ministerie van

Nadere informatie

Symposium Groene chemie in de delta

Symposium Groene chemie in de delta DPI Value Centre als onderdeel van TKI SPM en het valorisatienetwerk 2.0 Symposium Groene chemie in de delta A. Brouwer, 12 November 2012 TKI Smart Polymeric Materials Topresearch in polymeren 5-10 jaar

Nadere informatie

F4: Investeren in trekkracht. Samenvatting. Verkenning economische samenwerking F4

F4: Investeren in trekkracht. Samenvatting. Verkenning economische samenwerking F4 Samenvatting Verkenning economische samenwerking F4 1 Samenvatting Aanleiding voor de verkenning De vier grootste gemeenten van Fryslân - Leeuwarden, Súdwest-Fryslân, Smallingerland en Heerenveen, kortweg

Nadere informatie

Economische scenario s West-Friesland

Economische scenario s West-Friesland Economische scenario s West-Friesland 24 april 2014 Opzet presentatie 1. Economische ontwikkeling West-Friesland 2. SWOT economie 3. Trends en ontwikkelingen 4. Prognose economische ontwikkeling 5. Scenario

Nadere informatie

Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen

Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen The Next Step: Coalition of the Willing Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen The Next Step: Coalition of the Willing Krachten bundelen, kennis delen en allianties vormen Een regio om trots

Nadere informatie

Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie 18-01-2016

Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie 18-01-2016 Toelichting criteria kleine projecten Brabant C versie 18-01-2016 Om in aanmerking te komen voor een subsidie tussen 25.000 en 65.000 euro moet een project aan de volgende criteria voldoen: 1. het project

Nadere informatie

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020

Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 EUROPESE COMMISSIE Samenvatting van de partnerschapsovereenkomst voor Nederland, 2014-2020 Algemene informatie De partnerschapsovereenkomst (PO) van Nederland is het overkoepelende strategische document

Nadere informatie

Samenstelling bestuur

Samenstelling bestuur Presentatie KvO 2.0 Samenstelling bestuur Krachtteam Peter Beckers : voorzitter Jan van Loon : initiatiefnemer Theo Vinken : initiatiefnemer Paul Jansen : aanvoerder werkorganisatie 2a Karel Jan van Kesteren

Nadere informatie

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR 1 JAARPLAN 2015 Voorwoord Het jaar 2014 is bijzonder succesvol geweest voor Present Rotterdam. Met succes zijn we op weg naar een stabiele organisatie met vaste partners, hebben we veel groepen vrijwilligers

Nadere informatie

SUBSIDIE VOOR DEMONSTRATIEPROJECT ENERGIE-INNOVATIE. die innoverende organisaties niet mogen missen.

SUBSIDIE VOOR DEMONSTRATIEPROJECT ENERGIE-INNOVATIE. die innoverende organisaties niet mogen missen. EI SUBSIDIE VOOR DEMONSTRATIEPROJECT ENERGIE-INNOVATIE die innoverende organisaties niet mogen missen. DE DEI IN HET KORT WAAROM DEI? DEI-SUBSIDIE IS BEDOELD OM: 1. Nederlandse energie-innovaties (internationaal)

Nadere informatie

Tuinbouw Veenstreek Greenport(s) 2040 Ewald van Vliet Burgemeester gemeente Lansingerland. Lid stuurgroep Greenports Nederland

Tuinbouw Veenstreek Greenport(s) 2040 Ewald van Vliet Burgemeester gemeente Lansingerland. Lid stuurgroep Greenports Nederland Tuinbouw Veenstreek Greenport(s) 2040 Ewald van Vliet Burgemeester gemeente Lansingerland Lid stuurgroep Greenports Nederland Wat is een Greenport cluster van teeltbedrijven, veilingen, handelsbedrijven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Datum : 26 oktober 2004 Nummer PS : PS2004IME11 Dienst/sector : MEC/ERT Commissie : IME Registratienummer : 2004MEC001993i Portefeuillehouder : G.

Datum : 26 oktober 2004 Nummer PS : PS2004IME11 Dienst/sector : MEC/ERT Commissie : IME Registratienummer : 2004MEC001993i Portefeuillehouder : G. S T A T E N V O O R S T E L Datum : 26 oktober 2004 Nummer PS : PS2004IME11 Dienst/sector : MEC/ERT Commissie : IME Registratienummer : 2004MEC001993i Portefeuillehouder : G. Mik Titel : Inzet middelen

Nadere informatie

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011; Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 15 maart 2016, nr. 773758/773770 tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie MKB innovatiestimulering topsectoren Noord-Holland 2016 Gedeputeerde

Nadere informatie

Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020. SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt

Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020. SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt Tussenstand OP EFRO Noord-Nederland 2014 2020 SNN PS bijeenkomst 25 juni Yvonne van Mastrigt Noordelijke specialisatie in beeld Samengestelde behoeften Samengestelde oplossingen Achtertuin als proeftuin/

Nadere informatie

Netwerkprogramma Samenwerken aan maatschappelijke educatieve Bibliotheken

Netwerkprogramma Samenwerken aan maatschappelijke educatieve Bibliotheken Netwerkprogramma 2017-2018 Samenwerken aan maatschappelijke educatieve Bibliotheken Verkorte versie november 2016 1 Inhoud Inleiding 3 Wat is het Gelders Bibliotheeknetwerk? 4 Waarom een netwerkprogrammma?

Nadere informatie

INTERREG V Deutschland Nederland. 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat

INTERREG V Deutschland Nederland. 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat INTERREG V Deutschland Nederland 2 oktober 2014 Peter Paul Knol Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat Kader Europa 2020 Strategie Slimme groei Duurzame groei Inclusieve groei Europese Verordeningen Structuurfondsen

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 65 Haarlem, 21 augustus 2001 Onderwerp: EU-programma innovatieve acties art. 4 EFRO Bijlage: ontwerpbesluit Inleiding Het EU-programma de regio s in de nieuwe

Nadere informatie

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) Kansen voor West (KvW) II

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) Kansen voor West (KvW) II Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) Kansen voor West (KvW) II Carolien Huisman Mmv Martijn Onderstal, Laura Vis 1 mei Kansen voor West II: Kaders Innovatie Valorisatie: Het stimuleren van

Nadere informatie

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013 Tilburg University 2020 Toekomstbeeld College van Bestuur, april 2013 Strategie in dialoog met stakeholders Open voor iedere inbreng die de strategie sterker maakt Proces met respect en waardering voor

Nadere informatie

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta BZW Bijeenkomst Middelburg, 4 april 2017 Inhoudsopgave 1. Campus Zeeland 2. Bèta College 3. Kennis & Innovatie Netwerken

Nadere informatie

Bijlage 5 situatieschets en knelpuntanalyse Noord-Nederland en de uitwerking daarvan in

Bijlage 5 situatieschets en knelpuntanalyse Noord-Nederland en de uitwerking daarvan in Bijlage 5 situatieschets en knelpuntanalyse Noord-Nederland en de uitwerking daarvan in ten aanzien van transitie in regionale speerpuntsector Toerisme Situatieschets en knelpuntenanalyse De keuzes in

Nadere informatie

EFRO 2014 2020. Ed Meijerink

EFRO 2014 2020. Ed Meijerink EFRO 2014 2020 Ed Meijerink EFRO 2014-2020: waar staan we? OP EFRO RIS3 Noord-Nederland (4 maatschappelijke opgaven, living lab, geïntegreerde projecten) Focus op inzet MKB Innovatie Koolstofarm Beschikbare

Nadere informatie

Samenvatting. economy.

Samenvatting. economy. Samenvatting 6 SAMENVATTING Samenvatting Door toenemende technologische kennis en innovatie is het steeds beter mogelijk om de verschillende bestanddelen van planten, bomen, gewassen en dierlijke reststromen

Nadere informatie

C-153 Green Deal Groen Bouwen

C-153 Green Deal Groen Bouwen C-153 Green Deal Groen Bouwen Partijen 1. De Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J Kamp, en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw W.J. Mansveld, ieder handelende in haar of

Nadere informatie

F4-GEMEENTEN. Manifest voor de vorming van een nieuw provinciaal coalitieakkoord. Versterk Economie en Werkgelegenheid

F4-GEMEENTEN. Manifest voor de vorming van een nieuw provinciaal coalitieakkoord. Versterk Economie en Werkgelegenheid LEEUWARDEN SÚDWEST-FRYSLÂN SMALLINGERLAND HEERENVEEN Versterk Economie en Werkgelegenheid Manifest voor de vorming van een nieuw provinciaal coalitieakkoord SAMEN WERKEN AAN EEN SLAGVAARDIG FRYSLÂN 2 3

Nadere informatie

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta

Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta Campus Zeeland Investeren in economische structuurversterking in de Zuidwestelijke Delta Bijpraten Raadsleden Vlissingen, 10 april 2017 Agenda > Welkom: Harry van der Maas (voorzitter stuurgroep) > Stand

Nadere informatie

SMART SOCIETY IN NEDERLAND

SMART SOCIETY IN NEDERLAND SMART SOCIETY IN NEDERLAND Roxane Daniels Vereniging Nederlandse Gemeenten 23 april 2019 VVSG Brussel Paraplu-begrip Integrale aanpak van maatschappelijke opgaven Cross-sectoraal Publiek-privaat Bottom-up

Nadere informatie

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming 26-06-2018 Wouter Schouwenberg Lieuwe Leijstra DE HISTORIE VAN ENNATUURLIJK Essent Local Energy Solutions (ELES); Een business

Nadere informatie

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen

Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen Bijlage 1 Overzicht gespreksonderwerpen uit de afgelopen IP-vergaderingen Vergadering van 7 juli Sociale innovatie Gesproken over sociale innovatie. Er is een eerste gesprek geweest tussen leden van de

Nadere informatie

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad *P DORDRECHT Retouradres: Postbus 8 3300 AA DORDRECHT Aan de gemeenteraad Gemeentebestuur Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT T 14 078 F (078) 770 8080 www.dordrecht.nl Datum 4 december 2012 Begrotingsprogramma

Nadere informatie

BIJLAGE EXPO 2025 COMMITMENT

BIJLAGE EXPO 2025 COMMITMENT LETTER OF COMMITMENT BIJLAGE EXPO 2025 COMMITMENT Vrijdag 2 oktober 2015, 2 e concept Leeswijzer en de relatie van dit document tot andere documenten 1. De afzender van een Letter of Commitment wordt aangeduid

Nadere informatie

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10 1 INLEIDING SAMENWERKINGSPROJECT NOORD-NEDERLANDSE INNOVATIEMONITOR Dit rapport is opgesteld in het kader van de Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. De monitor is het resultaat van een strategische samenwerking

Nadere informatie

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland Profiel Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland 9 november 2016 Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Voor meer

Nadere informatie

Innovatie in Eersel. Eersel onderweg naar Niet alleen de bestemming, maar ook de reis. Raadsinformatieavond 6 september 2016

Innovatie in Eersel. Eersel onderweg naar Niet alleen de bestemming, maar ook de reis. Raadsinformatieavond 6 september 2016 Innovatie in Eersel Eersel onderweg naar 2030 Niet alleen de bestemming, maar ook de reis. Raadsinformatieavond 6 september 2016 Programma Het begrip Innovatie Eerselse innovatiestrategie Strategie in

Nadere informatie

PROGRAMMAINDICATOREN SD3B. Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

PROGRAMMAINDICATOREN SD3B. Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling PROGRAMMAINDICATOREN SD3B Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling INLEIDING Interreg Vlaanderen-Nederland meet de value for money van ingediende projecten of projecten in uitvoering onder andere af

Nadere informatie

v o o r d r a c h t 1 november 2016 Corr.nr , ECP Nummer 78/2016 Zaaknr

v o o r d r a c h t 1 november 2016 Corr.nr , ECP Nummer 78/2016 Zaaknr v o o r d r a c h t 1 november 2016 Corr.nr. 2016-61.431, ECP Nummer 78/2016 Zaaknr. 656745 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen in het kader van de consultatie van Provinciale

Nadere informatie

ECONOMISCHE STRATEGIE

ECONOMISCHE STRATEGIE ECONOMISCHE STRATEGIE S m a r t W a t e r Smart technologie: connected, interactief en intelligente systemen die door betere communicatie, toezicht en controle, gebruikers een significant verhoogde gebruikswaarde

Nadere informatie

3D-PROJECT HOOGEVEEN !!! Talentontwikkeling door wetenschap en techniek. Kansen zien is. De aanpak

3D-PROJECT HOOGEVEEN !!! Talentontwikkeling door wetenschap en techniek. Kansen zien is. De aanpak 3D-PROJECT HOOGEVEEN Rotaryclub Staphorst-Reestland Kansen zien is Er is een tekort aan technici en zonder goede technici is het lastig innoveren en zonder innovatie komen duurzame ontwikkelingen niet

Nadere informatie

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei Burgers, bedrijven, milieu-organisaties en overheden hebben vandaag op initiatief van minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en

Nadere informatie

SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND (SNN) IS EEN SAMENWERKING VAN DE DRIE NOORDELIJKE PROVINCIES FRYSLÂN, GRONINGEN EN DRENTHE. DEZE SAMENWERKING IS

SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND (SNN) IS EEN SAMENWERKING VAN DE DRIE NOORDELIJKE PROVINCIES FRYSLÂN, GRONINGEN EN DRENTHE. DEZE SAMENWERKING IS 14 SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND (SNN) IS EEN SAMENWERKING VAN DE DRIE NOORDELIJKE PROVINCIES FRYSLÂN, GRONINGEN EN DRENTHE. DEZE SAMENWERKING IS VASTGELEGD IN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING IN

Nadere informatie

Innovatiepotentieel. De index bedraagt 115 (Nederland = 100) Er is een kennisintensieve en innovatieve (diensten) economie MARKT

Innovatiepotentieel. De index bedraagt 115 (Nederland = 100) Er is een kennisintensieve en innovatieve (diensten) economie MARKT taat van 2014 nnovatiepotentieel at is de index van het innovatiepotentieel van de provincie? e index bedraagt 115 ( = 100) et innovatie creëren bedrijven en instellingen efficiëntie en onderscheidend

Nadere informatie

Aan: de voorzitter en leden van provinciale staten van Drenthe

Aan: de voorzitter en leden van provinciale staten van Drenthe Aan: de voorzitter en leden van provinciale staten van Drenthe Assen, 3 april 2008 Ons kenmerk 14/5.5/2008003933 Behandeld door mevrouw N.J. van Ameyde (0592) 36 53 39 en mevrouw J.I. Warners (0592) 36

Nadere informatie

Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering. Berry Roelofs Principal Consultant

Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering. Berry Roelofs Principal Consultant Naar meer scherpte in de Rijk-Regio agenda voor innovatiestimulering Berry Roelofs Principal Consultant Utrecht, 17 december 2015 Goede uitgangssituatie, maar Nederland doet het goed 16 e economie van

Nadere informatie

IBN ALS SOCIALE ONDERNEMING VOOR EEN BREDERE GROEP

IBN ALS SOCIALE ONDERNEMING VOOR EEN BREDERE GROEP IBN ALS SOCIALE ONDERNEMING VOOR EEN BREDERE GROEP UPDATE STRATEGISCHE KOERS JULI 2017 IBN ALS SOCIALE ONDERNEMING VOOR EEN BREDERE GROEP IBN biedt kansen aan mensen die het zonder onze steun niet redden

Nadere informatie

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 6 11/105

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 6 11/105 svoorstel Onderwerp: Dekking van de gemeentelijke subsidie van 250.000,-- voor het Kennisknooppunt Duurzame Kunststoffen van de Stenden Hogeschool te Emmen uit het Strategisch Innovatie en Ontwikkelingsfonds

Nadere informatie

Nederland: de Maritieme Wereldtop

Nederland: de Maritieme Wereldtop 1 Nederland: de Maritieme Wereldtop Veilig, duurzaam en economisch sterk Maritiem Cluster in de Topsector Water: Innovatiecontract en Topconsortium Kennis en Innovatie V2.0, Samenvatting, 23 december 2011

Nadere informatie

Europa wil slim, duurzaam en inclusief

Europa wil slim, duurzaam en inclusief Europa wil slim, duurzaam en inclusief Noord-Nederland bereidt zich intensief voor op de Europese programma s in de periode 2014 2020. Het SNN biedt u met dit bericht inzicht in voortgang en verwachtingen.

Nadere informatie

STRATEGISCH PLAN 20152020. Excellent onderwijs voor een innovatieve regio

STRATEGISCH PLAN 20152020. Excellent onderwijs voor een innovatieve regio STRATEGISCH PLAN 20152020 Excellent onderwijs voor een innovatieve regio introductie Met meer dan 10.000 studenten en ruim 800 medewerkers zijn we het grootste opleidingencentrum voor beroepsonderwijs

Nadere informatie

CVO Groningen. Annemieke Galema en Jan Sikkema 18 september 2012

CVO Groningen. Annemieke Galema en Jan Sikkema 18 september 2012 CVO Groningen Annemieke Galema en Jan Sikkema 18 september 2012 Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap Stimuleren van kennisintensief ondernemerschap Drijvende krachten Valorisatie en Ondernemerschap

Nadere informatie

Economische kracht van de maritieme sector in de Zuidvleugel (van tweede Maasvlakte tot Gorinchem) verder versterken door inzet op vier lijnen:

Economische kracht van de maritieme sector in de Zuidvleugel (van tweede Maasvlakte tot Gorinchem) verder versterken door inzet op vier lijnen: Bijlage 1B behorend bij Voortgangsrapportage vragen Economie door gemeenten MKB: overzicht initiatieven MKB-kennisinstellingen Naam project Maritime Delta Economische kracht van de maritieme sector in

Nadere informatie

Helmonds Energieconvenant

Helmonds Energieconvenant Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende

Nadere informatie