Akkervogelmaatregelen in Waarbeke/Galmaarden in de winter resultaten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Akkervogelmaatregelen in Waarbeke/Galmaarden in de winter 2013-2014 resultaten"

Transcriptie

1 CINEREA-RAPPORT nr Akkervogelmaatregelen in Waarbeke/Galmaarden in de winter resultaten Datum: april 2014 Auteur: Wouter Faveyts Een rapport van Natuurpunt-Vogelwerkgroep Cinerea (Dendervallei) Uitgave in eigen beheer Foto. Overwinterende graanakker te Waarbeke. November 2013 (Wouter Faveyts) Samenvatting: Net zoals de vorige winters werden tijdens de winter opnieuw regelmatige tellingen uitgevoerd van akkervogels in het gebied tussen de dorpskernen van Galmaarden en Waarbeke. In totaal lagen tien akkervogelpercelen ter beschikking, waarvan de belangrijkste zes percelen (goed voor 75% van de totale oppervlakte) driewekelijks werden geteld. De focus lag vooral op het tellen van Geelgorzen, de belangrijkste nog voorkomende akkervogel in de regio. De aantallen akkervogels in het algemeen en Geelgorzen in het bijzonder waren laag. Het hoogste getelde dagmaximum bedroeg 75 exemplaren; het hoogste getelde aantal Geelgorzen op één akker bedroeg 44. Daarmee wordt de trend van de vorige winter doorgezet. Ten opzichte van de winters tot en met is de winterpopulatie opmerkelijk afgenomen. Niettemin mag er worden van uit gegaan dat een aanzienlijk deel van de lokale broedpopulatie Geelgorzen afhankelijk is van de akkervogelmaatregelen die worden getroffen. Daarom is het verder zetten van die maatregelen de volgende jaren onontbeerlijk als we de Geelgors als broedvogel in de streek willen behouden. Het gebied van Galmaarden/Waarbeke is één van de allerlaatste bastions van deze soort in heel westelijk Vlaanderen. Geelgorzen hebben een duidelijke voorkeur voor overwinterend graan. Akkers met wildmengsel worden niet gebruikt.

2 1. Inleiding Het is al langer bekend dat akkervogelsoorten het in Vlaanderen zeer slecht doen (Dochy & Hens 2005). Met geen enkele groep van vogelsoorten die verbonden zijn aan eenzelfde habitat gaat het zo slecht als met akkervogels. In de Vlaamse broedvogelatlas (Vermeersch et al. 2004) wordt duidelijk gemaakt hoe sterk vrijwel alle akkervogelsoorten de voorbije decennia zijn achteruitgegaan: >70% afname t.o.v. de jaren 70 voor Zomertortel, 95% afname t.o.v. de jaren 60 voor Veldleeuwerik, 70% afname t.o.v. de jaren 70 voor Graspieper, >50% afname t.o.v. de jaren 70 voor Kneu, 80% afname t.o.v. de jaren 60 voor Geelgors en 75% afname t.o.v. de jaren 70 voor Grauwe Gors. De periode van veldwerk voor deze broedvogelatlas, de jaren , ligt inmiddels alweer ruim tien jaar achter ons. Alles wijst er op dat de afname zich sindsdien duidelijk heeft voorgezet. Voor enkele van deze soorten (Zomertortel en Grauwe Gors) zelfs nog in versneld tempo. De vermelde percentages moeten tegenwoordig dus nóg hoger liggen! De achteruitgang van akkervogels wordt in grote delen van West-Europa vastgesteld, maar op weinig plaatsen lijkt de schaal van achteruitgang zo groot als in Vlaanderen. Dit maakt dat de term achteruitgang eigenlijk een eufemisme is: het gaat eigenlijk om een catastrofale crash! Als deze trend zich doorzet is de kans aanzienlijk dat diverse akkervogelsoorten binnen jaar uitgestorven zullen zijn als broedvogel in Vlaanderen of alleen nog zullen overleven in zeer lage aantallen in enkele kleine enclaves. Het gebied tussen Galmaarden en Waarbeke is voor bepaalde akkervogelsoorten nog steeds een vrij goed gebied. Dat geldt zeker voor de Geelgors: voor die soort lijkt het gebied één van de laatste echte bastions in westelijk Vlaanderen te zijn. Het kerngebied, dat de meeste broedende Geelgorzen in de streek huisvest, is 25 km² groot. Het situeert zich grofweg in het gebied van Bosberg en Congoberg. Op kaart 1 wordt de ligging van dit kerngebied weergegeven. Kaart 1. Kaartje met (ruwe) weergave van het kerngebied van de lokale broedpopulatie Geelgorzen (25km², berekend aan de hand van kilometerhokken).

3 2. Maatregelen om de achteruitgang te stoppen Sinds een aantal jaren worden her en der in Vlaanderen maatregelen genomen om deze akkervogels ter hulp te komen. De maatregelen beogen betere nest- en rustplaatsen, en voldoende zomer- en wintervoedsel. Omdat is gebleken dat de beschikbaarheid van voedsel in de winter één van de belangrijkste oorzaken is van de achteruitgang, hebben veel van die maatregelen betrekking op het ter beschikking stellen van wintervoedsel (granen en zaden). Ook in het gebied tussen Galmaarden en Waarbeke werden dergelijke maatregelen op poten gezet. De stuwende kracht hiervoor is het Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei. Sinds de winter worden in het gebied gericht maatregelen genomen om de winterse voedselvoorziening voor akkervogels te verbeteren. Elke winter worden daarvoor meerdere graanakkers ter beschikking gesteld. Het systeem is eenvoudig: boeren worden voor de oogst benaderd door het Regionaal Landschap met de vraag om een (deel van een) graanakker niet te oogsten maar te laten staan gedurende de komende winter. Daarvoor krijgen ze uiteraard een billijke vergoeding, met financiële steun van het Regionaal Landschap. Vanaf de winter wordt ook getracht om leden van de lokale wildbeheereenheid De Kitsen te stimuleren om voedselrijke akkertjes voor akkervogels mee ter beschikking te stellen, met financiële steun van het Agentschap Natuur en Bos. Enkele lokale vogelkijkers van Vogelwerkgroep Cinerea staan in voor het tellen van akkervogels op de percelen waar maatregelen worden genomen. 3. Maatregelen in de winter In de winter werden in het kerngebied in totaal tien percelen ter beschikking gesteld van akkervogels. Drie percelen (in totaal 1,19 hectare) waren graanakkers die door bemiddeling en financiering van het Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei ter beschikking werden gesteld (in afspraak met de landbouwers die de percelen bewerken). Eén perceel (50 are) werd ter beschikking gesteld door vzw De Mark / Natuurpunt. De zes resterende percelen (83 are) waren wildakkers ingericht door de lokale WBE De Kitsen. In totaal bedroeg de oppervlakte van percelen met akkervogelmaatregelen 3,02 hectare. Van dit totaal had 2,19 hectare (72,5%) betrekking op ongeoogst graan (de drie percelen bekomen via het Regionaal Landschap, het perceel van vzw De Mark / Natuurpunt en één groot perceel van de WBE). De rest van de oppervlakte (WBE-percelen) had betrekking op wildmengsels. De gemiddelde oppervlakte van de percelen bedroeg ca. 30 are (spreiding: 2 are 62 are). De drie percelen ter beschikking gesteld via het Regionaal Landschap (gemiddeld 40 are) en via vzw De Mark / Natuurpunt (één perceel van 50 are) waren gemiddeld groter dan de percelen van de WBE De Kitsen ( 22 are).

4 Op kaart 2 is de ligging van de percelen te zien. Kaart 2. Ligging van de percelen met akkervogelmaatrelen in de winter De codes bij elk perceel geven aan welke instantie instond voor het aanleggen ervan (RL: Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei; NP: vzw De Mark / Natuurpunt; WBE De Kitsen: wildbeheereenheid). 4. Telresultaten in de winter Er werden driewekelijkse tellingen uitgevoerd vanaf half november 2013 tot half maart 2014 (in totaal zes tellingen). Niet alle akkers werden daarbij geteld. Uit ervaring van vorige winters was geweten de wildakkertjes van de WBE geen echte akkervogels aantrokken, maar vooral vinkachtigen zoals Vink, Keep en Groenling. Bij kleine percelen laten zelfs die laatste vaak verstek gaan of komen ze slechts onregelmatig of in zeer kleine aantallen voor. De beschikbare voedselgewassen (o.a. zonnebloemen, bladrammenas en mosterd) en dan wellicht in het bijzonder het gebrekkig opgekomen graan maakten het ook weinig waarschijnlijk dat akkervogels en Geelgorzen in het bijzonder op deze plekken zouden afkomen. Daarom werden de telinspanningen geconcentreerd op zes locaties: de drie graanakker die het Regionaal Landschap had kunnen veiligstellen, de graanakker van vzw De Mark / Natuurpunt en twee vlak bij elkaar gelegen percelen van de WBE waarvan één perceel bestond uit een groot (50 are) perceel met ongeoogst graan. Deze zes percelen werden tijdens elk van de zes tellingen geteld. Van de overige vier percelen werden twee percelen 1-2 keer bezocht, maar deze bezoeken bevestigden de vermoede afwezigheid of de slechts geringe aanwezigheid van vogels. De zes percelen die bij elke telling werden geteld hadden een gezamenlijke oppervlakte van 2,28 hectare, ofwel 75% van de totale oppervlakte van de tien percelen. Op deze zes percelen kwam ook al het overwinterend graan voor, wat betekent dat alle voor Geelgors geschikte percelen regelmatig werden geteld. Bij elke telling werd het perceel in kwestie grondig doorkruist om de foeragerende vogels op te stoten. Op die manier worden wellicht slechts zeer weinig vogels gemist. Het opstoten mag overigens worden verondersteld geen negatief effect te hebben op de vogels zelf. Vaak wordt vastgesteld dat opgestoten vogels nog tijdens de telling alweer terug invallen elders in het perceel. Opgestoten vogels vlogen in de regel ook niet ver weg, maar zochten nabijgelegen bomen of struiken op. De tellingen gebeurden bovendien slechts eens in de drieweken.

5 De telresultaten zijn te vinden in de onderstaande zes tabellen. Voor de meest regelmatig voorkomende soorten zijn aparte tabellen gemaakt. Tenslotte is er een overzichtstabel (tabel 6) met daarin alle telresultaten. RL RL RL NP WBE WBE Tabel 1. Telresultaten Vink voor de zes regelmatig getelde percelen. RL RL RL NP WBE WBE Tabel 2. Telresultaten Groenling voor de zes regelmatig getelde percelen. RL RL RL NP WBE WBE Tabel 3. Telresultaten Kneu voor de zes regelmatig getelde percelen. RL RL RL NP WBE WBE Tabel 4. Telresultaten Geelgors voor de zes regelmatig getelde percelen. RL RL RL NP WBE WBE Tabel 5. Telresultaten Rietgors voor de zes regelmatig getelde percelen. Vogels Torenvalk Vink Keep Groenling Kneu

6 Geelgors Rietgors Totaal vogels Plukrest duif Zoogdieren Haas Tabel 6. Overzicht van alle telresultaten Het is belangrijk om voor ogen te houden dat tellingen slechts een momentopname zijn. Een telling van een perceel duurt ongeveer een half uur, en dat slechts eens in de drie weken. Het is goed mogelijk dat op andere tijdstippen meer vogels of meer soorten aanwezig zijn. Niettemin gaan we er van uit dat we op deze gestandaardiseerde wijze van tellen een goed beeld krijgen van de soorten en de aantallen vogels die op regelmatige basis van de akkervogelpercelen gebruik maken. Globaal valt op dat de aantal vogels in de winter aan de lage kant waren. De lage aantallen vogels en Geelgorzen in het bijzonder zijn mogelijk ten dele te verklaren door de erg zachte winter. Er was geen enkele periode met sneeuwval en ook vorst en ijs kwam amper voor. Mogelijk vonden de vogels nog voldoende voedsel in het landschap waardoor ze niet gedwongen waren om zich volledig op de akkervogelpercelen te concentreren. Dat laatste kon wel worden vastgesteld in de voorbije vier winters, toen sneeuwval vaak leidde tot hoge aantallen en sterke concentraties akkervogels op percelen waar maatregelen waren voorzien. Dat bijvoorbeeld Geelgorzen ook op andere plekken dan de akkervogelpercelen overwinterden bleek uit meerdere losse waarnemingen van enkelingen of kleine groepjes in het studiegebied op aanzienlijke afstand van de akkervogelpercelen. De erg zachte temperaturen in de late winter verklaren ook de zeer lage aantallen op de maarttelling. Wellicht waren noordelijke trekvogels inmiddels al begonnen met de terugkeer naar de broedgebieden. De lokale Geelgorzen waren op dat moment al bezig hun broedterritoria te vestigen. Hoe zacht de winter wel was, blijkt ook uit het feit dat al tijdens de telling half december zachtjes zingende Geelgorzen in de buurt van één van de akkers werden vastgesteld. De aantallen zijn ook enigszins geflateerd door de hoge aantallen Vinken en Groenlingen tijdens enkele tellingen, maar deze soorten zijn eigenlijk geen echte akkervogels. Zeker voor wat Groenling betreft is het ook zo dat deze soort wordt aangetrokken tot percelen met wildmengsels met zonnebloem. Die laatste waren talrijk aanwezig in één van de WBE-percelen, wat de hoge aantallen Groenlingen daar verklaart. Groenlingen komen niet voor in overwinterend graan. Vinken komen wel voor in overwinterend graan, maar ook in wildmengsels op WBE-akkers. De enige echte akkervogels die op de akkers afkwamen waren Kneu en vooral Geelgors. Bij Kneu ging het slechts om één (WBE-)akker waar zich zeer kleine aantallen ophielden, met een enkele uitschieter van 35 exemplaren. Geelgorzen waren op alle tellingen present. Het wintermaximum op één telling bedroeg wel amper 75 exemplaren. Het hoogste getelde aantal op één perceel bedroeg nauwelijks 44 ex. Dat zijn lagere aantallen dan de vorige winters. Wat enkele anders akkervogels betreft zijn de volgende vaststellingen te vermelden. Veldleeuweriken werden niet genoteerd op de akkervogelpercelen. Dat lag in de lijn van de verwachtingen aangezien de percelen allen vrij besloten liggen en vooral geselecteerd zijn om geschikt te zijn voor Geelgorzen. Op basis van losse waarnemingen tijdens de winter bleken er wel zeer kleine aantallen Veldleeuweriken te overwinteren in het studiegebied, vooral op maïsstoppels. Erg zorgwekkend is het ontbreken van Ringmussen in het telmateriaal. Ook buiten de gestandaardiseerde tellingen is het aantal losse waarnemingen van deze soort erg laag. Het heeft er alle schijn van dat deze soort op enkele jaren tijd zeer sterk in aantal is achteruitgegaan in het studiegebied. Hetzelfde geldt voor Patrijs. Die laatste soort deed het tot voor enkele jaren nog vrij behoorlijk in het gebied, maar lijkt recent in vrije val te zijn. De meeste van de zes regelmatig getelde akkers lieten op meerdere tellingen mooie aantallen vogels optekenen. Alleen voor één door het Regionaal Landschap voorziene akker was dat duidelijk niet het geval. Het betrof een akker op de top van de Congoberg (de meeste oostelijke stip op kaart 2). De akker was nochtans heel de winter goed voorzien van graan en ligt dichtbij meerdere gekende Geelgorsterritoria. De ligging vlak tegen een bosrand, langs de noordelijke (koude) helling

7 van de Congoberg, is mogelijk verantwoordelijk voor de onaantrekkelijkheid van deze akker. In het verleden bleek nog al eens dat een akker in deze buurt amper aantrekkelijk was voor vogels in het algemeen en Geelgorzen in het bijzonder. Gelet op de nieuwe ervaring van deze winter is het dan ook afgeraden om hier de volgende jaren nog te investeren. De schaarse middelen kunnen beter worden ingezet op meer geschikte plaatsen meer westelijk in het studiegebied. 5. De winter in perspectief een vergelijking met de vier voorgaande winters voor Geelgors De vergelijking met de vorige winters wordt toegespitst op Geelgors. Deze soort mag worden beschouwd als de belangrijkste akkervogelsoort in het gebied, en er zijn goede gegevens bekend van zowel de winter- als de broedpopulatie. Kort samengevat was de situatie de vorige drie winters als volgt: in , en kon het Regionaal Landschap telkens drie graanakkers veilig stellen (resp. ca. 3 ha, ca. 3 ha en ca. 5 ha). In de winter ging het slechts om één akker van amper 50 are. 1) Vergelijking dagmaxima Geelgors tijdens tellingen in de vijf voorbije winters Het maximale aantal Geelgorzen dat op één dag werd geteld is voor elk van de vier laatste winters weergegeven in de volgende tabel, telkens met vermelding van de datum waarop dit maximum werd geteld: Winter Dagmaximum Datum /12/ /02/ /01/ /01/ /01/2014 Voor de periode van de drie eerste winters vertonen de dagmaxima een stijgende tendens. In de winter kwam hier abrupt een einde aan. Het dagmaximum in de laatste winter was met ruime voorsprong het laagste aantal van de voorbije vier winters. Ten opzichte van het dagmaximum van de vorige winter, , ging het om een daling met maar liefst 75%. Zelfs ten opzichte van de winter met het tweede laagste dagmaximum bedroeg de daling nog steeds bijna 40%. Het gemiddelde dagmaximum voor de vier voorbije winters bedroeg 162 Geelgorzen. In lag het dagmaximum 54% onder dit gemiddelde. In heeft de neerwaartse trend die is ingezet sinds de winter zich dus doorgezet. Een geteld dagmaximum van 75 exemplaren is het laagste aantal van de voorbije winters. Als nuancering moet hier wel worden bij vermeld dat de winter met voorsprong ook de zachtste winter van de vijf was. De herhaaldelijke en langdurige sneeuwval die in de voorbije winters soms grote aantallen Geelgorzen concentreerde op de akkers was nu in geen velden of wegen te bekennen. Terzijde blijkt overigens dat er ruime speling is op het moment van de winter waarop het dagmaximum werd bereikt: over slechts vier jaar varieert het moment van half december tot de tweede helft van februari. Hoewel er telkens vanaf november werd geteld, blijkt wel dat de winterpiek zich in vier van de vijf winters in januari februari bevindt. De evolutie van de dagmaxima in grafiekvorm geeft het onderstaande duidelijke beeld (1: winter enz.):

8 2) Vergelijking gemiddeld aantal getelde Geelgorzen per telling tijdens tellingen in de vijf voorbije winters Dagmaxima zoals besproken onder punt 1) hierboven kunnen een vertekend beeld geven: één enkele telling met een zeer groot aantal gorzen kan een uitzonderlijke uitschieter zijn in een winter met voor de rest lage aantallen. Om dit op te vangen is ook een vergelijking gemaakt van het aantal gorzen dat per telling (= teldatum) werd geteld in elk van de vier winters. Dat levert het volgende beeld op (met telkens vermelding van het aantal telplaatsen per winter en het aantal uitgevoerde simultane tellingen): Winter Aantal telplaatsen Aantal simultane Gemiddeld tellingen Geelgorzen telling aantal per De voorgaande tabel leert dat het beeld op basis van de dagmaxima duidelijk gehandhaafd blijft: een duidelijk stijgende lijn in de drie eerste winters, en dan een sterke daling vanaf Het gemiddeld aantal getelde Geelgorzen per telling voor de vijf voorbije winters bedroeg 87 exemplaren. In lag het aantal vogels per telling 43% onder dit gemiddelde. De evolutie van gemiddeld aantal getelde Geelgorzen per telling in grafiekvorm geeft een gelijkaardig beeld als de grafiek voor de evolutie van de dagmaxima:

9 6. Conclusies Eén conclusie is alvast duidelijk: het aantal overwinterende Geelgorzen dat in de winter voorkwam op de akkervogelpercelen was aan de lage kant, net als in de vorige winter Een mogelijke verklaring is het zeer zachte winterweer, waardoor de vogels niet gedwongen werden om zich te begeven naar een plek met een hoge voedselconcentratie. Hoewel dit niet nader is onderzocht, wordt verondersteld dat een groot deel van de overwinteraars in de regio lokale broedvogels en hun nakomelingen zijn. Hoewel dit evenmin is onderzocht bestaat de mogelijkheid dat de lokale Geelgorzen in 2013 geen al te best broedseizoen hebben gekend. Het voorjaar van 2013 was erg koud, en het is bekend dat dit een negatief effect heeft gehad op de broedresultaten van heel wat soorten. Ondanks de lagere aantallen de voorbije twee winters ligt het voor de hand dat akkervogelmaatregelen hard nodig zijn voor het behoud van met name de Geelgors in het studiegebied. De broedpopulatie in het studiegebied bedraagt naar schatting territoria (zie hieronder bij titel 7 voor meer informatie daarover). Inclusief een deel van de overlevende jongen van het voorbije jaar mag de winterpopulatie in het gebied zeer ruw op exemplaren worden geschat. Dat betekent dat wellicht een groot deel van de lokale broedpopulatie minstens een deel van de winter gebruik maakt van de akkervogelpercelen. Mogelijk betekent dit extraatje voor de lokale populatie het verschil tussen overleven of uitsterven. Bij gebrek aan gericht onderzoek naar trek en overleving van de lokale populatie (door middel van doorgedreven ringwerk) moeten de bovenstaande conclusies uiteraard onder een uitdrukkelijk voorbehoud worden geplaatst. Niettemin is het aannemelijk dat de situatie van de Geelgors in het studiegebied en de streek in het algemeen precair is: daarom is het alleen al vanuit het voorzorgsprincipe aangewezen om de zorg voor het voortbestaan van deze soort zeer ernstig te nemen. Nog een laatste aspect dat kort kan worden belicht is het gegeven dat plaatsen waar voedsel ter beschikking wordt gesteld van akkervogels vaak aanzienlijke aantallen zwarte kraaien, kauwen en houtduiven aantrekken. Dat bleek de voorbije winter niet het geval te zijn op geen enkel van de bezochte akkervogelpercelen.

10 Samengevat geeft dat de volgende bondige conclusies: 1) Sterke daling aantal overwinterende Geelgorzen sinds de winter en verdere licht daling in winter ; 2) Akkervogelmaatregelen blijven niettemin hard nodig voor het overleven van de lokale Geelgorspopulatie; 3) Akkers met overwinterend graan bieden met voorsprong het beste resultaat voor Geelgorzen. Percelen met wildmengsel trekken geen Geelgorzen aan. Met name als er veel zonnebloemen in voorkomen trekken dergelijke percelen wel veel vinkachtigen aan, vooral in het eerste deel van de winter; 4) Voederplaatsen trekken niet noodzakelijk veel kraaiachtigen en duiven aan. Dat blijkt geen akkervogels af te schrikken, maar het kan wel aanleiding geven tot een negatieve perceptie. 7. De Geelgors als broedvogel in het gebied Om het beeld te vervolledigen is het nuttig om kort in te gaan op de status van Geelgors als broedvogel in het gebied. In de omgeving van Waarbeke/Galmaarden wordt ook bijzondere aandacht besteed aan het voorkomen van de Geelgors als broedvogel. In het kader van het veldwerk voor de Vlaamse broedvogelatlas werden in de regio (gemeenten Bever, Geraardsbergen en Galmaarden) in de periode in totaal 70 territoria van Geelgors geteld; de totale populatie werd geschat op territoria (Faveyts & Favijts 2003). In 2010 vond opnieuw een grondige telling plaats. Die leverde in totaal 46 territoria op, waarvan 35 in een kerngebied dat overeenkomt met het gebied dat in dit rapport wordt behandeld (zie kaart 1). Dit kerngebied, dat de meeste broedende Geelgorzen in de streek huisvest is 25 km² groot. Het kerngebied situeert zich grofweg in het gebied van Bosberg en Congoberg. Buiten het kerngebied worden Geelgorzen in de regio vooral op het grondgebied van de gemeente Bever als broedvogel aangetroffen. Een vergelijking tussen de periode en 2010 wijst uit dat de populatie met ca. 35% was afgenomen. In 2011 werd niet zo veel aandacht besteed aan de soort: er werden 30 territoria gevonden, maar dit aantal mag niet als een volledige, vergelijkbare telling worden beschouwd. In 2012 vond opnieuw een volledige telling plaats. Daarbij werd vooral gefocust op het hierboven vermelde kerngebied. In totaal werden hier 46 territoria vastgesteld. Naast de 46 territoria in het kerngebied werden nog 7 andere territoria vastgesteld; 53 in totaal dus. In Bever bevindt zich nog steeds een belangrijke populatie, met zeven vastgestelde territoria (maar mogelijk onderteld). Het was verheugend dat in 2012 in het kerngebied kon worden vastgesteld dat een aantal historische broedplaatsen waar Geelgorzen recent met zekerheid als broedvogel was verdwenen waren, terug bezet waren. De gemiddelde dichtheid in het kerngebied in 2012 bedroeg 1,8 territoria/100 ha voor het hele gebied, maar binnen het gebied zijn er wel verschillen. Het beste kilometerhok telt 10 territoria, wat zicht vertaalt in een dichtheid van 10 territoria/100ha. Naar Vlaamse normen is dit anno 2012 een hoge dichtheid. Tussen 2010 en 2012 vond er dus in het kerngebied een reële stijging van het aantal broedparen plaats (van 35 naar 46 een stijging van ruim 30%), en dat na jaren van afname. In 2013 werd de broedpopulatie van Geelgors in het studiegebied goed onderzocht. Daaruit bleek dat broedpopulatie licht was achteruitgegaan ten opzichte van 2012: een daling van 46 territoria in 2012 naar 40 territoria in Mogelijk was deze daling het gevolg van de erg koude winter , in combinatie met het gegeven dat in die winter amper akkervogelmaatregelen geschikt voor Geelgors ter beschikking waren. 8. Toekomstperspectieven Als we de Geelgors in de regio willen behouden als broedvogel zullen er vrijwel zeker maatregelen moeten blijven genomen worden. De maatregelen in de winters , en waren erg hoopgevend, en zorgden voor een stijging van zowel het aantal overwinterende Geelgorzen als het aantal territoria. De winter , waarin veel minder maatregelen ter beschikking konden worden gesteld, gaf een sterke daling weer. De winter , met weliswaar opnieuw een stijging van het aantal genomen maatregelen, bevestigde de daling. De Geelgors is een soort die de voorbije decennia sterk is achteruit gegaan in Vlaanderen. In de jaren 70 werd de populatie in Vlaanderen nog op broedparen geschat. Bij het begin

11 van de éénentwintigste eeuw (periode ) was dat aantal gedaald tot paren (gegevens Vlaamse broedvogelatlas). Vroeger kwam de soort in heel Vlaanderen voor, maar tegenwoordig is de soort volledig verdwenen in meer dan de helft van het gewest. De afname is vooral duidelijk in het westelijk deel van Vlaanderen (ten westen van de lijn Antwerpen-Brussel): de soort is hier op veel plaatsen uitgestorven of zeldzaam geworden. Hier en daar komen nog enkele bastions voor, en die zijn allemaal geconcentreerd op plaatsen waar gerichte akkervogelmaatregelen worden genomen die geelgorzen ten goede komen. Het gebied in Waarbeke/Galmaarden waarover dit rapport gaat is onmiskenbaar één van die paar overgebleven bastions. Het behoud van deze populatie is dan ook van erg groot belang. Nu we nog een vrij stevige populatie Geelgorzen hebben kunnen we nog handelen. Het is nog niet te laat, maar de tijd dringt wel. Als we na een reeks soorten die we al kwijt zijn ook nog de Geelgors zouden verliezen zijn we niet alleen een mooi beestje met een prachtige zang kwijt. Dan verliezen we ook één van onze laatste akkervogels en komt het uitkomen van de voorspelling uit de jaren 70 van een Silent Spring akelig dichtbij. Om de Geelgors te behouden als broedvogel is de medewerking van elk van de volgende betrokkenen onontbeerlijk: Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei, Vogelwerkgroep Cinerea, de lokale natuurverenigingen Natuurpunt Boven-Dender en vzw De Mark, de lokale jagers, landbouwers en gemeentebesturen. In de toekomst hopen we ook op de Vlaamse Landmaatschappij en de landbouwverenigingen te kunnen rekenen. 9. Woordje van dank Een eerste woord van dank gaat in de eerste plaats naar de instanties en verenigingen die er hebben voor gezorgd dat er deze winter akkervogelmaatregelen ter beschikking waren: Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei, vzw De Mark / Natuurpunt en WBE De Kitsen. Zonder elk van hen waren er immers geen gebieden om te tellen! Daarnaast uiteraard een woord van dank aan allen die deze winter mee hielpen met tellen. 10. Bronnen Dochy O. & M. Hens Van de stakkers van de akkers naar de gelden van de velden. Beschermingsmaatregelen voor akkervogels. Rapport van het Instituut voor Natuurbehoud. IN.R Brussel. Faveyts W. & Favijts F., Vogels tussen Dender en Mark jaar observeren. Uitgave in eigen beheer Vermeersch G., A. Anselin, K. Devos, M. Herremans, J. Stevens, J. Gabriëls & B. Van Der Krieken Atlas van de Vlaamse broedvogels Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23. Brussel In samenwerking met

Buijtenland van Rhoon

Buijtenland van Rhoon Buijtenland van Rhoon Evaluatie winterseizoen 2018/2019 Het eerste winterseizoen na de oprichting van de gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon is achter de rug. Dit document bespreekt de wintervogeltellingen

Nadere informatie

Hof ten Berg. Tasseniersstraat Galmaarden 054/ (tussen 18:00 en 20:00 uur) André Prové

Hof ten Berg. Tasseniersstraat Galmaarden 054/ (tussen 18:00 en 20:00 uur) André Prové Hof ten Berg Tasseniersstraat 1 1570 Galmaarden 054/58 92 17 (tussen 18:00 en 20:00 uur) André Prové andreprove@hotmail.com Coxiestraat 11 2800 Mechelen Tel: 015-29 72 20 fax: 015-42 49 21 Info@natuurpunt.be

Nadere informatie

Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest

Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest Advies betreffende de jacht op houtduiven in het Vlaamse gewest Nummer: INBO.A.2010.197 Datum: 20/07/2010 Auteur(s): Contact: Frank Huysentruyt, Jim Casaer lon.lommaert@inbo.be Kenmerk aanvraag: e-mail

Nadere informatie

Natuurpunt vogelwerkgroep Cinerea - Denderstreek. Jaarrapport 2011. Een overzicht van de werking van vogelwerkgroep Cinerea. Cinerea-rapport 2012/1

Natuurpunt vogelwerkgroep Cinerea - Denderstreek. Jaarrapport 2011. Een overzicht van de werking van vogelwerkgroep Cinerea. Cinerea-rapport 2012/1 Natuurpunt vogelwerkgroep Cinerea - Denderstreek Jaarrapport 2011 Een overzicht van de werking van vogelwerkgroep Cinerea Cinerea-rapport 2012/1 Wouter Faveyts & Christophe Bert Januari 2012 Colofon Een

Nadere informatie

Op Europees niveau is de soort in de periode 1980-2011 met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%.

Op Europees niveau is de soort in de periode 1980-2011 met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%. 1 De spreeuwenstand gaat vanaf eind jaren zeventig achteruit. Over de periode 1984-2012 is de broedpopulatie in Nederland zelfs met gemiddeld 4% per jaar afgenomen. Daardoor resteert momenteel minder dan

Nadere informatie

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland 2013 is door Vogelbescherming Nederland en Sovon uitgeroepen tot het Jaar van de Patrijs. Deze fraaie vogel is de laatste decennia sterk afgenomen (-95%).Ten

Nadere informatie

2013 wordt het jaar van de Patrijs.

2013 wordt het jaar van de Patrijs. 2013 wordt het jaar van de Patrijs. 1 Waarom? De soort kwam vroeger in grote aantallen voor in NL; er werd zelfs op gejaagd (en in sommige landen nog steeds) Bijna iedereen heeft de vogel wel eens gezien

Nadere informatie

Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Capreolus Dilsen-Stokkem

Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Capreolus Dilsen-Stokkem Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Capreolus Dilsen-Stokkem Nummer: INBO.A.2012.39 Datum advisering: 28 februari 2012 Auteur(s): Contact: Marijke Thoonen Niko Boone

Nadere informatie

Een enthousiaste bedrijfsvoering

Een enthousiaste bedrijfsvoering Maatwerk voor akkervogels EEN INTEGRAAL VERHAAL Vandaag zijn er veel minder akkervogels dan vroeger. Daarom gaan we samen aan de slag. Iedereen draagt zijn steentje bij: landbouwers, jagers, de Vlaamse

Nadere informatie

Rapport Hamsterinventarisatie1998 Bertem en Hoegaarden Op een totaal van 52 bezochte kilometerhokken werd er in 22 kilometerhokken een of meerdere burchten aangetroffen In Hoegaarden werd er in 4 van de

Nadere informatie

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling AANTAL. Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling Sinds 1973 worden elke veertien dagen de vogels in de westelijke Eempolders geteld. Dat is nu dus al ruim 38 jaar. Wat rekenwerk levert op dat op

Nadere informatie

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2018 Walter Van Kerkhoven In het kader van de volledige broedvogelinventarisatie werd tijdens het broedseizoen

Nadere informatie

Verslag van de april - avondtellingen in 2016 vergeleken met de gegevens uit eerdere jaren.

Verslag van de april - avondtellingen in 2016 vergeleken met de gegevens uit eerdere jaren. 2016 Vereniging EASTERMAR S LANSDOUWE en de Fûgel- en natoerbeskermingswacht Eastermar. Voor: Faunabeheerders/(jagers) en Vogelwachters (tellers), t.a.v. de eigenaren/grondgebruikers, Verslag van de april

Nadere informatie

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld Landbouwkundige situatie vroeger en nu Weidevogelnieuws Het Zoelense en Rijswijkse Veld vind je in het meest westelijke deel van het werkgebied van onze VANL. De bodem bestaat er overwegend uit laaggelegen

Nadere informatie

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen

Nadere informatie

Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders

Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders Net zoals bij onze kerkuilen beleefden we vorig jaar ook bij de bruine kiekendieven een topjaar met een totaal van maar liefst 38 broedgevallen.

Nadere informatie

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN 2008-2010 André van Kleunen

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN 2008-2010 André van Kleunen BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN 2008-2010 André van Kleunen Sinds 2008 voer ik jaarlijks broedvogeltellingen uit in een telgebied op het Leersumse Veld en Ginkelduin volgens de richtlijnen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Een al bij al zeer moeilijk jaar voor landbouwers De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen ter zake de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische

Nadere informatie

Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud

Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud Periode 2008-2013 Céline Malengreaux, Jan Vercammen, Alain Licoppe, Frank Huysentruyt, Jim Casaer Dankwoord Het uitvoeren

Nadere informatie

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010 André van Kleunen en Gert Ottens Een paar jaar geleden hebben we in de Provinciale Nieuwsbrief van SOVON en in de Kruisbek aangekondigd

Nadere informatie

De kern ligt bij plasdras

De kern ligt bij plasdras 7-3-2014 Inleiding presentatie Weidevogelbeheer Vereniging Noardlike Fryske Wâlden Weidevogelaantallen 2009-2012 Plasdras voor meer weidevogels Netwerken voor vitale populaties De kern ligt bij plasdras

Nadere informatie

overvliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober.

overvliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober. overvliegende vogels gezien, wat wijst op aankomst van vogels van elders. Het hoogste aantal bedroeg 5 ex >zw op 30 oktober. Kleine Bonte Specht Dendrocopos minor Van 12 maart t/rn 7 april verbleef l'i'

Nadere informatie

Advies betreffende de inplanting van 10 windturbines in de haven van Antwerpen

Advies betreffende de inplanting van 10 windturbines in de haven van Antwerpen Advies betreffende de inplanting van 10 windturbines in de haven van Antwerpen Nummer: INBO.A.2014.24 Datum advisering: 26 februari 2014 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Joris Everaert Niko Boone

Nadere informatie

Methodehandleiding bij het project Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (ABV)

Methodehandleiding bij het project Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (ABV) Methodehandleiding bij het project Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (ABV) Glenn Vermeersch, Anny Anselin, Marc Herremans Een initiatief van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en

Nadere informatie

Aalscholvers in Vlaanderen

Aalscholvers in Vlaanderen Aalscholvers in Vlaanderen Telresultaten 28-29 Aalscholversslaapplaats - Yves Adams/Vilda De bewogen geschiedenis van de Aalscholver in Europa is inmiddels algemeen gekend. Tot over halfweg de twintigste

Nadere informatie

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval. 9.05 : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval. 9.05 : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex. Kleiputten 't Hoge 1983 2013 (2014) In deze kolom krijgen sommige soorten een andere kleur en dus een andere Broedende of waarschijnlijk broedende soorten broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval.

Nadere informatie

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen. Handleiding tellingen Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen. Als er onduidelijkheden zijn over

Nadere informatie

Fauna-akkers: een meerwaarde voor bijen

Fauna-akkers: een meerwaarde voor bijen 2 de West-Vlaamse bijensymposium 22/10/2011 Fauna-akkers: een meerwaarde voor bijen Dit initiatief kadert binnen een overkoepelend project Draagvlakverbreding Landbouw & Milieu van de Vlaamse Overheid.

Nadere informatie

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE KERKUILEN WERKGROEP TWENTE Broedseizoen kerkuil De start van het broedseizoen kerkuilen was zeer verrassend. Rond half maart werd er op een locatie in Oud-Ootmarsum een nestkast aangetroffen met daarin

Nadere informatie

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. Grote zilverreiger (Egretta alba) 9 A027 1. Status: Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: De grote

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2010 Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Inleiding Methode In maart 2010 heb ik besloten om in de omgeving van het complex Berkenoord de broedvogels

Nadere informatie

Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels. Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen

Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels. Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen Wat zijn akkervogels? volledig gebonden aan landbouwgebied = de echte weidevogels = de akker- en weidevogels

Nadere informatie

Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV)

Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV) Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV) Trends na de eerste cyclus in een Europees perspectief Gaai - Glenn Vermeersch Sinds de start van het ABV-project in 2007 zijn 5 telseizoenen verstreken. Nadat we

Nadere informatie

Waar chante le gele bruant nog?

Waar chante le gele bruant nog? Waar chante le gele bruant nog? Resultaten van een Frans-Belgische akkervogelinventarisatie in 2013 Akkervogels krijgen al langer aandacht in de Westhoek, met de Geelgors op kop. Heel wat soorten van landbouwgebied

Nadere informatie

Grote Zilverreigers en hun slaapplaatsen

Grote Zilverreigers en hun slaapplaatsen Grote Zilverreigers en hun slaapplaatsen Overwinterende Grote Zilverreigers in de Kempen en Peel Roel van den Heuvel en Robert Kastelijn Echt veel informatie is er nog niet te vinden over Grote Zilverreigers

Nadere informatie

Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde

Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde Nummer: INBO.A.2013.7 Datum advisering: 19 februari 2013

Nadere informatie

9.1 Meerkoet (Fulica atra)

9.1 Meerkoet (Fulica atra) 9.1 Meerkoet (Fulica atra) 1. Status Tot 1 maart 2017 was onder voorwaarden ontheffing verleend voor het doden van meerkoeten met het hagelgeweer op percelen waar schade dreigt of voorkomt, ter voorkoming

Nadere informatie

(nestkastproject) Koningshof

(nestkastproject) Koningshof (nestkastproject) Koningshof 8 Verslag van de nestkastencontroles op Koningshof in 2007 Jan Wouters Ook in 2007 hebben we de nestkasten op Koningshof weer bijgehouden. Het was dit jaar het dertigste jaar

Nadere informatie

Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten

Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten Onderzoek steltlopers op slaapplaatsen in Noord-Holland Eerste resultaten Het Kenniscentrum Weidevogels 1 heeft in 2008 het initiatief genomen in Noord-Holland het gehele weidevogelseizoen onderzoek te

Nadere informatie

Advies over de toestand van de fazant in Vlaanderen

Advies over de toestand van de fazant in Vlaanderen Advies over de toestand van de fazant in Vlaanderen Adviesnummer: INBO.A.3411 Datum advisering: 26 februari 2016 Auteur(s): Contact: Thomas Scheppers, Sander Devisscher, Koen Devos, Jim Casaer, Dirk Maes,

Nadere informatie

Bosuilen 34 jaar geteld in Noord-Kennemerland

Bosuilen 34 jaar geteld in Noord-Kennemerland Bosuilen 34 jaar geteld in Noord-Kennemerland Overdag rusten de bosuilen meestal goed verscholen op een tak, in een boomholte, nestkast of een ruimte waar geen mensen komen. Na zonsondergang worden ze

Nadere informatie

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra Atlasproject 2013-2015 aanleiding en ambities Opkomende wintervogel Hoe gaat het met? Veranderingen in de

Nadere informatie

Japanse haver goed voor bodem en vogel

Japanse haver goed voor bodem en vogel Japanse haver goed voor bodem en vogel Japanse haver (Avena strigosa) Avena strigosa, in het Nederlands Evene genoemd en in de volksmond vooral gekend als Japanse haver, is een graangewas afkomstig uit

Nadere informatie

Het provinciaal weidevogelmeetnet in 2007 Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

Het provinciaal weidevogelmeetnet in 2007 Uit het Jaarboek Weidevogels 2007 Het provinciaal weidevogelmeetnet in 7 Uit het Jaarboek Weidevogels 7 Al 21 jaar meetnetwerk Het weidevogelmeetnet Noord-Holland is één van de oudste in ons land. Vanaf 1987 zijn in 51 proefvlakken elk

Nadere informatie

AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER. Versie 24 maart 2015

AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER. Versie 24 maart 2015 AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSCOLLECTIEF MIDDEN-GRONINGEN BEHEERPAKKETTEN AKKERVOGELBEHEER Aangepast landelijk pakket 2 Kuikenvelden Veldleeuwerik Naam beheerpakket Kuikenvelden Veldleeuwerik op grasland

Nadere informatie

Weidevogelbescherming Spaarndam/Haarlemmerliede. Spaarndam/Haarlemmerliede in het voorjaar van 2010

Weidevogelbescherming Spaarndam/Haarlemmerliede. Spaarndam/Haarlemmerliede in het voorjaar van 2010 Weidevogelbescherming 2010 Spaarndam/Haarlemmerliede Martin Ikelaar In dit artikel gaan we in op de activiteiten van de vrijwilligers weidevogelbescherming Spaarndam/Haarlemmerliede in het voorjaar van

Nadere informatie

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen De halsbandparkiet (Psittacula krameri) komt van oorsprong voor in Afrika, in een gordel ten zuiden van de Sahara en op het Indisch

Nadere informatie

Gouwebos. midmaandwintertellingen van vogels trends samengesteld door Cok Scheewe. Foto (Huig Bouter)

Gouwebos. midmaandwintertellingen van vogels trends samengesteld door Cok Scheewe. Foto (Huig Bouter) Gouwebos midmaandwintertellingen van vogels trends 1994-2014 samengesteld door Cok Scheewe Foto (Huig Bouter) Inleiding Al meer dan 20 jaar worden in de winterperiode in het Gouwebos door de vogelwerkgroep

Nadere informatie

Verspreiding en beheer

Verspreiding en beheer 44 Brakona jaarboek 2011 Verspreiding en beheer Iwan Lewylle Lange tijd bleef de vraag hoe het met de Geelgors in Vlaams-Brabant was gesteld onbeantwoord. In de regio Tienen-Hoegaarden waren er sterke

Nadere informatie

Aantal gevonden legsels in 2008

Aantal gevonden legsels in 2008 10 1 Broedpaaraantallen 2. Reproductie Na terugkomst van weidevogels in hun broedgebied vormen zich paren en kiezen de vogels een plek om te gaan broeden: de vestiging. Daarna komen twee belangrijke reproductiefasen:

Nadere informatie

Methodehandleiding bij het project Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (ABV)

Methodehandleiding bij het project Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (ABV) Methodehandleiding bij het project Algemene Broedvogelmonitoring Vlaanderen (ABV) Glenn Vermeersch, Hannes Ledegen, Simon Feys 1. Inleiding Voor je ligt de herziene handleiding bij het project Algemene

Nadere informatie

Verslag Vogelwerkgroep IVN Vijlen-Vaals en Gemeente Vaals 2014

Verslag Vogelwerkgroep IVN Vijlen-Vaals en Gemeente Vaals 2014 Verslag Vogelwerkgroep IVN Vijlen-Vaals en Gemeente Vaals 2014 Door de zachte winter en het mooie voorjaar zag het er rooskleurig uit voor onze vogels. Door het milde weer waren de planten 3 weken eerder

Nadere informatie

akkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze

akkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze Samenvatting Intensivering van de landbouw heeft ertoe geleid dat populaties van boerenlandvogels sterk zijn afgenomen sinds de jaren 60. Ooit veelvoorkomende soorten als patrijs (Perdix perdix) veldleeuwerik

Nadere informatie

Bruine Kiekendief. Soort in de kijker

Bruine Kiekendief. Soort in de kijker Soort in de kijker Bruine Kiekendief Glenn Vermeersch De Bruine Kiekendief Circus aeruginosus komt als broedvogel wijdverspreid in Europa voor, met als zwaartepunt de laaggelegen gebieden van Oost- en

Nadere informatie

1-1. f e bruari INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR door. H.

1-1. f e bruari INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR door. H. BIBLIOTHEEK IJS~tl Mi: :l,.;(:,loehs...... W E R K D O C U M E N T INVENTARISATIE BROEDVOGELS OP DE GRASLANDKAVELS W 29, W 32. EN W 36 IN OOSTELIJK FLEVOLAND, VOORJAAR 1980 door H. van Elburg 198127 Abw

Nadere informatie

Nieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek. Februari 2014

Nieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek. Februari 2014 Nieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek Februari 2014 Het is begonnen. Misschien iets vroeger dan anders, maar de laatste zonnige dagen levert al baltsgedrag op van buizerds. Het is dan ook deze soort

Nadere informatie

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2017 Walter Van Kerkhoven Tijdens het broedseizoen van 2017 werd onderzoek gedaan naar het voorkomen, broedgedrag

Nadere informatie

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015 Roofvogelonderzoek Mahlerlaan Amsterdam Opdrachtgever: O.G.A Tussentijdsverslag : 2 september 2015 Onderzoek : drs. Lex van Groningen, dr. M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen Telefoon: 06-29523020

Nadere informatie

Berekening van het gemiddelde aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode 2013-2015

Berekening van het gemiddelde aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode 2013-2015 Berekening van het gemiddelde aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode 2013-2015 Adviesnummer: INBO.A.3469 Datum advisering: 22 juli 2016 Auteur(s): Contact:

Nadere informatie

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren De Zwarte Sterns hebben alweer jongen. Het is dan nu ook weer de juiste tijd om de nesten van deze stern te tellen. Maar hoe is het eigenlijk gesteld met de Zwarte Stern als broedvogel in het Sovon Grote

Nadere informatie

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Martin Heinen Vogelwerkgroep Oost-Veluwe, Apeldoorn 1 1. Inleiding De gemeente Apeldoorn heeft Vogelwerkgroep Oost-Veluwe gevraagd een inventarisatie

Nadere informatie

1. Patrijzenproject WBE West-Twente

1. Patrijzenproject WBE West-Twente 1. Patrijzenproject WBE West-Twente 1.1. Aanleiding Sinds de jaren zeventig is de patrijzenstand landelijk met ruim 95% afgenomen. Binnen het werkgebied van WBE West-Twente zal dat niet veel anders zijn.

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013 Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2013 Marc de Bont Nijmegen, juli 2013 Inhousopgave Inleiding Pagina 3 Methode Pagina 3 De telling Pagina 4 Het weer Pagina 4 De resultaten Pagina 4 Bijlage:

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold Tellers: D.Schoppers, A. Vanderspoel, J. de Vries, W. Woudman, M. Werkman, J. De Bruin, M.Wijnhold Inhoud: 1. Samenvatting 2. Methode: territoria

Nadere informatie

Vogelwerkgroep Cinerea Denderstreek

Vogelwerkgroep Cinerea Denderstreek Vogelwerkgroep Cinerea Denderstreek Onderwerp: Verslag heropstart-meeting, 2/04/2010 Auteur: Wouter Faveyts Inleiding Het is inmiddels al ruim tien jaar geleden dat in de Denderregio vogelwerkgroep Cinerea

Nadere informatie

BMP rapport Gat van Pinte 2013

BMP rapport Gat van Pinte 2013 BMP rapport Gat van Pinte 2013 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut November 2013 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2013 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 4. De looproute... 5

Nadere informatie

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus)

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus) 8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus) 1. Status De zilvermeeuw is een vogelsoort als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, Wnb, waarvoor een provinciale vrijstelling geldt. Deze vrijstelling betreft (op basis

Nadere informatie

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag

Nadere informatie

(nestkastenproject) Golfbaan Welschap

(nestkastenproject) Golfbaan Welschap (nestkastenproject) Golfbaan Welschap 4 Nestkastenverslag Golfbaan Welschap, 27 Wil de Veer In het voorjaar werd samen met diverse vrijwilligers begonnen met de noodzakelijke schoonmaak van de nestkasten.

Nadere informatie

KAVEL 2 EN 3 FLORA- EN FAUNADOSSIER. Opdrachtgever: O.G.A. periode : versie: : 16 mei Auteur : M. Kuiper

KAVEL 2 EN 3 FLORA- EN FAUNADOSSIER. Opdrachtgever: O.G.A. periode : versie: : 16 mei Auteur : M. Kuiper FLORA- EN FAUNADOSSIER KAVEL 2 EN 3 Opdrachtgever: O.G.A periode : 2011-2014 versie: : 16 mei 2014 Auteur : M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen Telefoon: 06-29523020 E-mail: info@natuurbeleven.nl

Nadere informatie

Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A. Oldenzaalsedijk PD Deurningen.

Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A. Oldenzaalsedijk PD Deurningen. Coöperatie Gebiedscollectief Noordoost-Twente U.A. Oldenzaalsedijk 14 7562 PD Deurningen info@gebiedscollectiefnot.nl www.gebiedscollectiefnot.nl Programma 19.45 uur Inloop met koffie 20.00 uur Opening

Nadere informatie

Milieuraad Roeselare. Advies Natuurpunt Mandelstreke. Inzaaiadviezen akkervogels en bijen

Milieuraad Roeselare. Advies Natuurpunt Mandelstreke. Inzaaiadviezen akkervogels en bijen Milieuraad Roeselare Advies Natuurpunt Mandelstreke Inzaaiadviezen akkervogels en bijen http://www.boerenlandvogels.nl/sites/default/files/akkerranden.jpg?142010975 6 INHOUD 1 motivatie 3 2 adviezen 4

Nadere informatie

10 jaar stadsvogelonderzoek in Terneuzen

10 jaar stadsvogelonderzoek in Terneuzen 10 jaar stadsvogelonderzoek in Terneuzen Katspolder en Zeldenrust 2008-2017 Natuurbeschermingsvereniging De Steltkluut Foto: Johnny du Burck Alex de Smet 25 februari 2018 Stadsvogels in Nederland het stedelijk

Nadere informatie

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214 Er is goed nieuws en er is slecht nieuws WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214: ER IS GOED NIEUWS EN ER IS SLECHT NIEUWS Sinds 211 telt DNatuur voor ANV Lopikerwaard hoeveel Grutto

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012 Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2012 Marc de Bont Nijmegen, juli 2012 Inleiding Methode In 2012 is voor het derde jaar op rij het gebied op broedvogels geteld. Het wordt begrensd wordt

Nadere informatie

Neonicotinoïden: opnieuw een dode lente op het boerenland? Frank Berendse Wageningen University

Neonicotinoïden: opnieuw een dode lente op het boerenland? Frank Berendse Wageningen University Neonicotinoïden: opnieuw een dode lente op het boerenland? Frank Berendse Wageningen University Veranderingen in de dichtheid van vogelsoorten van het boerenland in Eemland en Gelderse Vallei tussen

Nadere informatie

Aanvullend advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Aanvullend advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode Aanvullend advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode 2012-2014 Adviesnummer: INBO.A.3342 Datum advisering: 9 september 2015 Auteur(s):

Nadere informatie

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen Alle bij de NGF aangesloten clubs worden jaarlijks uitgenodigd deel te nemen aan een vogelteldag. De bedoeling is op dezelfde dag eind april

Nadere informatie

Onderzoek Vleermuizen en jaarrond beschermde nesten. Bos en voormalige tennisbaan. Mahlerlaan Amsterdam

Onderzoek Vleermuizen en jaarrond beschermde nesten. Bos en voormalige tennisbaan. Mahlerlaan Amsterdam Onderzoek Vleermuizen en jaarrond beschermde nesten Bos en voormalige tennisbaan Mahlerlaan Amsterdam Opdrachtgever: O.G.A Datum : oktober 2013 Auteur : M. Kuiper Oostermeerkade 6 1184 TV Amstelveen Telefoon:

Nadere informatie

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode 2012-2014 Adviesnummer: INBO.A.3330 Datum advisering: 10 augustus 2015 Auteur(s): Contact:

Nadere informatie

Notitie Weidevogels Noord-Holland, 20 mei 2010

Notitie Weidevogels Noord-Holland, 20 mei 2010 Notitie Weidevogels Noord-Holland, 20 mei 2010 Kees (C.) J.G. Scharringa, 19 mei 2010 Inleiding De notitie geeft beknopte informatie over de verspreiding, aantallen en trends van weidevogels in Noord-Holland

Nadere informatie

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Foto J. Schwiebbe - http://www.birdphoto.nl April 2009, Matthijs Broere (Waarneming.nl) & Fred Hustings (SOVON) 1. Inleiding Afgelopen winter

Nadere informatie

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater Rapportage van onderzoek In opdracht van Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland

Nadere informatie

Vogeltrektelling 30 oktober 2016

Vogeltrektelling 30 oktober 2016 Vogeltrektelling 30 oktober 0 Voorwoord De laatste vogeltrektelling van 0 vond plaats op zondag 30 oktober, op de nieuwe dit jaar gekozen locatie de Volthe es.de tel locatie ligt dicht tegen de zuid kant

Nadere informatie

Eerste kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Eerste kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg Eerste kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

7.2 Kauw (Corvus monedula)

7.2 Kauw (Corvus monedula) 7.2 Kauw (Corvus monedula) 1. Status De kauw is een landelijk vrijgestelde soort van de verboden bedoeld in artikel 3.1 van de Wet Natuurbescherming. Zoals in paragraaf 3.1 van de nota van toelichting

Nadere informatie

Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg

Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg Opdrachtgever: SDK Vastgoed B.V. September 2010 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina

Nadere informatie

Grote vos Nymphalis polychloros

Grote vos Nymphalis polychloros Nymphalis polychloros Jan Goedbloed Soortbeschrijving De is een grote bruinrode vlinder, behorend tot de familie van de schoenlappers Nymphalidae waar ook, Atalanta, Dagpauwoog, Gehakkelde aurelia en Distelvlinder

Nadere informatie

Projectplan. Maatregelen voor de Patrijs Versterking van het leefgebied, landsdeel Zuid

Projectplan. Maatregelen voor de Patrijs Versterking van het leefgebied, landsdeel Zuid Projectplan Maatregelen voor de Patrijs Versterking van het leefgebied, landsdeel Zuid A. Wieland & J. Sloothaak september 2012 Projectplan Project: Maatregelen voor de Patrijs Periode: 1 januari 2013

Nadere informatie

Vogels van weide/boerenland en plas-dras

Vogels van weide/boerenland en plas-dras Vogels van weide/boerenland en plas-dras Vogelherkenningscursus 2017 Bert Geelmuijden Waarnemen en kennis Kun je iets waarnemen dat je niet kent? (5 e symfonie van Beethoven als ezelsbrug voor zang van

Nadere informatie

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:

Nadere informatie

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2016 december Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@ @cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de tweede WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING CONFEDERATIE VAN IMMOBILIENBEROEPEN VLAANDEREN Kortrijksesteenweg 1005, 9000 Gent www.cibweb.be DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING De benchmark voor de evolutie

Nadere informatie

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord De meeste kolonies zijn inmiddels ingevoerd, tijd dus voor een overzicht van het afgelopen jaar in ons district. De gegevens die op 24 januari 2018 zijn ingevoerd,

Nadere informatie

In het hieronder staande overzicht worden de resultaten weergegeven, van 2013 en 2014. Jongen uitgevlogen totaal

In het hieronder staande overzicht worden de resultaten weergegeven, van 2013 en 2014. Jongen uitgevlogen totaal NESTKASTENVERSLAG 2014 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO Inleiding: Ook dit broedseizoen werden op verschillende locaties weer talrijke en op hun inhoud gecontroleerd. Door een combinatie van factoren

Nadere informatie

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

13.3 Meerkoet (Fulica atra) 13.3 Meerkoet (Fulica atra) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding Landelijk is het aantal broedvogels vanaf 199 niet significant veranderd, over de laatste 1 jaren is een significante afname van

Nadere informatie

Monitoring bij Natuurboeren. 31 maart 2015

Monitoring bij Natuurboeren. 31 maart 2015 Monitoring bij Natuurboeren 31 maart 2015 problematiek Afname Plant- en dieren leven in het buitengebied Intensivering grondgebruik, verdroging Monitoring bij natuurboeren 2 Monitoring bij natuurboeren

Nadere informatie

Vlaams patrijzenproject. Kathleen Vanhuyse Kenniscentrum HVV

Vlaams patrijzenproject. Kathleen Vanhuyse Kenniscentrum HVV Vlaams patrijzenproject Kathleen Vanhuyse Kenniscentrum HVV Inhoud 1. Het Vlaams Patrijzenproject: algemeen 2. Zot van patrijs 3. Realisaties Vlaams Patrijzenproject 4. Werking WBE rond akkervogels 5.

Nadere informatie

Het Meetnet Agrarisch Soorten van start in de Provincies Drenthe, Flevoland en Groningen.

Het Meetnet Agrarisch Soorten van start in de Provincies Drenthe, Flevoland en Groningen. Het Meetnet Agrarisch Soorten van start in de Provincies Drenthe, Flevoland en Groningen. Beste mensen, Het MAS+ toegelicht en een oproep tot deelname! De Lente begint - al knipperend - te ontwaken. Het

Nadere informatie