Windpark Spui Korendijk. PS 22 juni 2016, te Korendijk

Transcriptie

1 Windpark Spui Korendijk PS 22 juni 2016, te Korendijk

2 Inhoud presentatie Schets windpark Provinciaal beleid en voorgeschiedenis Participatieproces en procedure Zienswijzen in cijfers - inhoud Participatie en inhoud participatieplan Wel en niet verwerkte input uit proces Specifieke aandachtspunten Planning Vragenronde

3 Schets windpark Spui 5 WT in rechte lijn (min 15 MW en max 21 MW). Ashoogte tussen 100 en 140 m; rotordiameter min 112 m en max 136 m: tiphoogte min 156 m en max 208 m. Netaansluiting 25 KV, naar Station Geervliet Investering van Initiatiefnemer Klein Piershil BV = Dick de Bruijne + Yard Energy

4 Provinciaal Beleid PS vastgesteld plan jaar Status van de locatie Spui Streekplan Zuid-Holland Zuid 2000 Zoekgebied Nota Wervel 2003 Studielocatie Nota Wervel 2006 Gewenste locatie Streekplan herziening Zuid-Holland Zuid, Hoeksche Waard 2007 Gewenste locatie Nota Wervelender 2011 Gewenste locatie Provinciale Structuurvisie 2010 Locatie op kaart Verordening ruimte Herziening provinciale structuurvisie 2011 Plaatsingsvisie verwoord Visie Ruimte en Mobiliteit 2014 Locatie op kaart Verordening ruimte

5 Voorgeschiedenis Gebeurtenis Aanvraag van initiatiefnemer bij gemeente Bezwaar initiatiefnemer bij gemeente Overdracht bevoegdheden PZH PIP verzoek initiatiefnemer bij PZH ingediend Start Brede MER gemeente Besluit mbt PIP en PCR door PS Gemeenteraad Korendijk inzake Brede MER Jaar Bevinding 2008 Afgewezen: gemeente wil andere locaties gaan onderzoeken 2009 Geweigerd: Raad wil eerst vijf andere locaties onderzoeken B&W Korendijk: wil meewerken en verzoekt bevoegdheden te ontvangen, weigert dit vervolgens zomer Juni 2014 PZH neemt verzoek in behandeling 8 Juli 2014 Alternatief locatieonderzoek door Ecofys/Tauw locatie A (zuidrand), B, E, F (meest oostelijk deel ), G en I PS besluit dat er een PIP wordt opgesteld en dat toepassing wordt gegeven aan PCR 17 mrt 2015 Gemeenteraad: overwegende dat geen enkele locatie geschikt is, krijgt de wethouder opdracht te gaan praten met de gedeputeerde over het Brede MER

6 Participatieproces en procedure Gebeurtenis Jaar Bevinding Participatieproces Jan t/m dec 2015 Nov 2015 en verder Onder proces begeleider 9 keukentafelgesprekken, 6 klankbordgroepbijeenkomsten NLVOW (R. Rietveld) ondersteunt bewoners in gesprek met initiatiefnemer mbt participatieafspraken. Vervolg participatieproces Aanbod participatieplan aan provincie GS stellen ontwerpbesluiten vast en de anterieure overeenkomst Ter inzage legging ontwerp-pip/besluiten Advies Commissie voor de m.e.r. Horen indieners zienswijzen door PS Jan 2016 en verder Vanaf januari 2016 wordt in kleinere groepjes verder gesproken 22 febr 2016 Regeling en bedragen van het aanbod van initiatiefnemer zijn vastgelegd in een participatieplan. 8 mrt 2016 GS stellen ontwerp-pip/besluiten vast en sluiten met initiatiefnemer de anterieure overeenkomst, waarbij het participatieplan is bijgevoegd 17 mrt t/m 28 april zienswijzen worden ingediend, waarvan 115 ontvankelijk 2 juni 2016 Het MER bevat de essentiële informatie om het milieubelang volwaardig mee te wegen in de besluiten 22 juni 2016 PS horen indieners van zienswijzen nav concept Nota van Beantwoording (7 juni GS).

7 Zienswijzen in cijfers. Totaal 117, waarvan 115 ontvankelijk Korendijk Nieuw-Beijerland: 65 Piershil: 25 Goudswaard: 5 Voorne-Putten: Hekelingen: 7 Simonshaven: 6 Spijkenisse: 4 Overig Barendrecht: 1 Maasdam:1 Oud-Beijerland: 1 Onbekend: 2 93 unieke zienswijzen (soms mede namens anderen) 24 zienswijzen met grote inhoudelijke overeenkomsten.

8 Inhoud zienswijzen A Proces en procedure Vermeende fouten en onzorgvuldigheden in eerdere fasen en in de huidige procedure en in PIP /MER, alsmede het gebrek aan draagvlak B Nut en noodzaak wind op land Betwisting van nut en noodzaak van windenergie op land of dat in dit geval ingezet moet worden op andere duurzame energie bronnen (zonneenergie) C Locatieafweging en keuze Locatie Spui mag niet worden gekozen omdat er betere alternatieven zijn D Inrichtingsalternatieven en VKA Niet eens met argumenten voor VKA en pleidooi voor variant van 4 x 4 grote windturbines E Participatie, schade en fin. haalbaarheid Onvrede over het verloop en het resultaat van het participatieproces en over de wettelijke planschaderegeling en betwisting financiele haalbaarheid F Woon- en leefmilieu Vrees voor onaanvaardbare gevolgen voor het woon- en leefmilieu (geluid, slagschaduw, veiligheid en gezondheid en vrees voor onvoldoende handhaving bij evt. overtredingen G Natuur Onaanvaardbare gevolgen voor de natuur (flora/fauna) en noodzaak monitoringsplan H Landschap Onaanvaardbare aantasting van het open landschap I Gevolgen aanlegfase Vrees voor de gevolgen van bouwverkeer /werkz.

9 Inhoud zienswijzen Top 5 thema s: C3 Alternatieve locaties A5 Onzorgvuldige voorbereiding F1 Geluidhinder en trillingen E2 Planschade en aansprakelijkheid A2 Proces en bevoegdheden provincie 84 x 73 x 71 x 63 x 60 x Conclusie: 115 ontvankelijk zienswijzen, waarvan er 2 (Z064/Z102) gedeeltelijk gegrond zijn, alsmede de 3 (Z034, Z060 en Z085) die naar Z064 verwijzen Geleid tot een Aanvulling op het MER en tot enkele aanpassingen in de toelichting op het ontwerpinpassingsplan

10 Participatie (1) Doel Gesprek tot stand brengen tussen omwonenden, belangengroepen, gemeenten, provincie en initiatiefnemers (in aanvulling op Wro) Ruimte geven voor gevoelens, vragen en zorgen In vroeg stadium betrokkenheid en inspraak organiseren Informele voorbereidingsfase voor en invloed op: de onderzoeken/mer en de inrichtingsvoorstellen financiële participatie uitvoering/beheer windpark

11 Participatie (2) Deelname is geheel vrijwillig Niet vrijblijvend voor initiatiefnemer of PZH Resultaat: Aanpassingen in het onderzoek, extra visualisaties Aanpassing van het voorkeursalternatief Aanpassing van het partipatieaanbod Maar ook weerstand: Het is te vroeg om te praten: besluit moet nog vallen Geen wensen (durven) uiten Collectieve doelen versus individueel belang

12 Regelingen participatieplan Regeling Bedrag Gebiedsfonds Projecten van maatschappelijk belang 1000 MW/ jaar *15 jaar Burenregeling Technische maatregelen aan woningen/ gronden omwonenden Obligatieregeling Met hogere rentevergoeding (tussen 3 en 6%) gedurende 5 jaar voor direct omwonenden Inrichtingsbudget Planschade Werk met werkregeling Exploitatie Maatregelen ter verbetering ruimtelijke kwaliteit Planschadevergoeding cf wettelijke regeling Wro Voor lokale ondernemers - Afspraken over exploitatie, beheer, monitoring en handhaving ,= (+ UPG) - -

13 Participatie en compensatie NWEA gedragscode: Participatie en compensatie vereisen altijd maatwerk Het participatieplan biedt ruimte voor uitwerking Niet op alles is overeenstemming bereikt: 1. Hoogte bedrag in relatie tot NWEA richtlijn 2. Planschade vooraf 3. Tijdelijke vergunning 4. Uitwisselbaarheid regelingen

14 1. Hoogte bedrag Richtlijn NWEA-gedragscode: 0,50 /MWh/jaar. Bij een jaarproductie ca MWh/jaar = per jaar. Over periode van 15 jaar: Aanbod Klein- Piershil B.V.: ,= Het participatieplan komt hiermee qua financieel aanbod hoger uit dan de NWEA gedragscode, uitgaande van een business case van 15 jaar en een inspanningsverplichting voor hernieuwd aanbod voor tweede ronde

15 Toelichting op het bedrag bij obligatieregeling * 5% van de totale investering komt beschikbaar voor obligaties in het windpark. Afhankelijk van de definitieve turbinekeuze komt dit op ca Omwonenden zullen een hoger rendement ontvangen dan andere obligatiehouders (1,5 tot 2,0%), wat neerkomt op per jaar extra voor omwonenden en ,- bij 15 jaar. Dit is exclusief het standaardrendement op alle obligaties ( tot per jaar op basis van 3 tot 6%) en de administratieve kosten van de regeling.

16 2. Planschade vooraf Geen taxaties/behandeling planschadeclaims vooraf: Omdat provincie alle planschadegevallen (ook de zwijgers) op gelijkwaardige manier wil behandelen conform huidige wet- en regelgeving Geen vergoeding eigen risico : Geen uitzondering voor windenergie, want wetgever heeft nu eenmaal vastgelegd dat schade die binnen het normale maatschappelijk risico valt (dulden van beperkt nadeel in het algemeen belang), voor rekening van aanvrager dient te blijven ( eigen risico van elke burger)

17 2. Planschade vooraf Wel goede voorlichting: Toelichting en folder staan op de website Indien er planschadevergoedingen worden toegekend, wordt deze door provincie verhaald op initiatiefnemer Planschade is niet de enige optie: Maatregelen aan woningen/gronden worden vergoed om onvoorziene zaken op te lossen (bovenwettelijk, als goede buur de burenregeling)

18 3. Tijdelijke bestemming/vergunning In enkele zienswijzen wordt gevraagd om vergunning voor 15 jaar of voor de levensduur turbines met opruimplicht vanwege onzekerheid verloop energietransitie Geen medewerking aan dat verzoek: Vooralsnog geen reden om aan nut en noodzaak van wind op land op middellange termijn te twijfelen, dus ook geen reden voor strikt tijdelijke voorzieningen Wettelijke mogelijkheden beperkt: Wro: Voorlopige bestemmingen maximaal 5 jaar; Wabo: Een tijdelijke omgevingsvergunning (max. 15 jaar) is alleen mogelijk indien aangevraagd (hetgeen in casu niet het geval is). Wabo biedt voldoende instrumenten voor afbraak ter bescherming van gezondheid en veiligheid Overige ruimtelijke ontwikkelingen (bijvoorbeeld een rioolwaterzuivering, kolencentrale of olieopslag) kennen ook geen tijdelijke bestemming of vergunning en/of afbreekplicht van de fabriek

19 4. Uitwisselbaarheid regelingen Bij de regelingen genoemde bedragen zijn tbv de doelen van die regelingen; Schuiven tussen potten vertroebelt de transparantie en doelen Geld dat overblijft uit de burenregeling wordt na vijf jaar gestort in het gebiedsfonds (tbv projecten van breder maatschappelijke belang), waarvoor een stichting wordt opgericht die deze gelden beheren en verantwoorden Gelden vanuit UPG zijn voor realisatie van specifieke (groen-blauwe) beleidsdoelen, dat kan niet naar eigen inzicht en vrij worden besteed

20 Moet er op alle onderdelen consensus zijn? Antwoord: Nee. Het participatieplan is geen overeenkomst Het participatieplan is een aanbod (een eenzijdige privaatrechtelijke rechtshandeling) waarvan de exploitant de uitvoering als eigen verplichting op zich neemt Het participatieplan krijgt niet pas gelding als andere c.q. alle partijen dat goed vinden Het huidige participatieplan biedt voldoende mogelijkheden voor nadere invulling aan de afspraken over de uitvoering van regelingen en de besteding van gelden

21 Specifieke aandachtspunten (1) Toelichting op enkele specifieke punten: A. Discussie over VKA: zes vijf vier turbines B. Geluid (afstanden ipv normen) C. Beste of geschikte locatie / Willekeur/ Mededinging andere initiatiefnemers D. Strijdigheid met provinciaal beleid E. Medewerking gemeente/bevoegdheid gemeente F. Financiële haalbaarheid niet geborgd

22 A Voorkeursalternatief Boog en recht (6B versus 5R) 21

23 A Keuze voorkeursalternatief Verordening ruimte 2014 Artikel Lid 2, In het bestemmingsplan kan de begrenzing van de in het eerste lid bedoelde locaties in beperkte mate worden aangepast, rekening houdend met de lokale omstandigheden.

24 A Keuze voorkeursalternatief Initiatiefnemer: hoogste energieopbrengst (voorkeur voor 6). Provincie: locaties optimaal benutten voor windenergie Afweging belang windenergie en omwonenden Minimaal 15 MW (vanwege doelstelling voor HW) Geen voorkeur voor 4 windturbines omdat de kans groot is dat de 15 MW niet wordt gehaald en geluid- en slagschaduwbelasting is vergelijkbaar.

25 A Keuze voorkeursalternatief Afweging: Energieproductie, Landschap, Beleving omwonenden

26 A Keuze voorkeursalternatief 410 m. 400 m. 400 m. 560 m. 460 m. 680 m. 980 m. 680 m.

27 A Keuze voorkeursalternateif Verzoek om vier turbines VKA wordt in veel zienswijzen (waaronder beide gemeenten) betwist, vaak samen met expliciet verzoek om opstelling van vier grote/stillere turbines, die verder van dorpskern worden geplaatst Vier WT is niet realistisch irt uitvoerbaarheid project MW doelstelling komt in gevaar, want slechts drie types > 3,5 MW, geen van allen gecertificeerd, dus uitvoerbaarheid in het geding 2. Milieuwinst is niet of zeer beperkt, want grotere afstand tot dorpskern is zeer beperkt omdat vier grote turbines verder uit elkaar moeten staan om rendement te behouden 3. Ontwikkelaar is reeds van zes turbines naar vijf overgegaan 4. Specifiek wordt gevraagd om een 4,2 MW WT, Enercon E126 EP4 omdat deze heel stil is (bronsterkte 105 db), is fors duurder en ook (nog) niet gecertificeerd Middelvoorschriften zijn niet op te leggen Wel flexibiliteit in vergunning om op nieuwe ontwikkelingen in te kunnen spelen

28 B Geluid voorkeursalternatief Stille turbine: nauwelijks mitigatie nodig.

29 B Geluid voorkeursalternatief Luide turbine: forse mitigatie nodig.

30 B Geluid voorkeursalternatief Strenger dan wetgeving? 1. Geen sprake van bijzondere omstandigheden (bijv. bestaand windpark met reeds een geluidsbelasting) db Lden is gebaseerd op een acceptabele dosis-effect relatie en onafhankelijk van achtergrondniveau 3. Uitvoerbaarheid niet te waarborgen bij toepassing maatwerkvoorschriften. Conclusie: Geen maatwerkvoorschriften

31 C. Beste of geschikte locatie / Willekeur/ Mededinging andere initiatiefnemers Beste of geschikte locatie - vanuit goede RO beoordelen - andere locaties doen hier niets aan af (RvS) Willekeur/mededinging andere initiatiefnemers concurrentieverhoudingen geen rol bij planologische afweging Vergunning : er is geen sprake van een andere initiatiefnemer Aangewezen locaties zijn openbaar Verdrag van Aarhus genoemd (betreft toegang tot informatie, inspraak in besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, 25 juni 1998). inspraak is steeds geweest in alle stadia van besluitvorming. Conclusie: geen sprake van willekeur noch van overtreding van rechtsnormen in verband met de verdeling van zogenaamde schaarse vergunningen of ontzegging van informatie. Van strijd met verdrag Aarhus is geen sprake.

32 D. Strijdigheid met provinciaal beleid Bewering:Locatie Spui is strijdig, want niet op (grootschalige) scheidslijn land en water en niet op bedrijventerrein en niet langs grote infrastructuur. Provinciale randvoorwaarden zijn niet cumulatief Zie ook overige locaties PZH

33 E. Medewerking gemeente / bevoegdheid gemeente Van buitenspel zetten van burgers of ondemocratische besluitvorming is geen sprake: E-wet PS extra bevoegdheden gegeven PIP doorloopt normale bestemmingsplanprocedure. uitgebreid participatieproces. Conclusie: PIP juridisch houdbaar.

34 F Financiële haalbaarheid Financiële haalbaarheid niet geborgd Zeer aannemelijk dat windpark financieel haalbaar is Investering 30 miljoen 87% Turbines, funderingen, heipalen, contracting, enz. 11% Elektrische infrastructuur, netaansluiting, enz. 2 % Civiele werken (bouwvoorbereiding, kraanopstelplaatsen, ontsluiting, enz.) Participatie regelingen ,= Tijdelijk negatief vermogen is geen reden om haalbaarheid in twijfel te trekken.

35 Planning windpark Spui

36 Vragenronde Vragen?

37 Eneco-locatie Locatie F uit Brede MER gemeente: één na slechts Locatie Hitserse Kade in MER-onderzoek.

38 Swaneblake, zorg en recreatie Lokaal argument tegen windturbines Geen autonome ontwikkeling geen financiële onderbouwing Plan gehalveerd want gedeeltelijk op grond initiatiefnemer windpark. Recreatiewoning niet geluidgevoelig Zorginstellingen in stedelijk gebied.

39 Swaneblake Geen kwetsbare objecten Geen geluidsgevoelige objecten

40 Samenhang tussen besluitonderdelen windpark netaansluiting PIP tbv VKA Omgevingsvergunning + overige besluiten tbv VKA via PCR Omgevings- en watervergunning tbv VKA via PCR Combi-MER (plan- en project-mer) locatie en inrichtingsaspecten Arch. onderzoek Anterieure overeenkomst Participatieplan