De innovatiebox. Tijd van verandering

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De innovatiebox. Tijd van verandering"

Transcriptie

1 Universiteit van Amsterdam De innovatiebox. Tijd van verandering De wijzigingen van de innovatiebox en de effectiviteit van de regeling Naam: Opleiding: Begeleider: Definitieve versie: Elise Kemper Master Fiscale Economie dhr. prof. dr. J.L. van de Streek 14 augustus 2018

2 Verklaring eigen werk Hierbij verklaar ik, Elise Kemper, dat ik deze scriptie zelf geschreven heb en dat ik de volledige verantwoordelijkheid op me neem voor de inhoud ervan. Ik bevestig dat de tekst en het werk dat in deze scriptie gepresenteerd wordt origineel is en dat ik geen gebruik heb gemaakt van andere bronnen dan die welke in de tekst en in de referenties worden genoemd. De Faculteit Economie en Bedrijfskunde is alleen verantwoordelijk voor de begeleiding tot het inleveren van de scriptie, niet voor de inhoud. 1

3 Inhoudsopgave Lijst met afkortingen:... 3 HOOFDSTUK 1: Inleiding, probleemstelling en onderzoeksmethode Aanleiding en motief van het onderzoek Probleemstelling en opzet van het onderzoek Onderzoeksmethode en validatie... 6 HOOFDSTUK 2: De hoofdlijnen van de innovatiebox Achtergrond en doelstellingen van de Nederlandse innovatiebox Fiscale stimuleringsmaatregelen ter bevordering van innovatie Systematiek van de regeling De kwalificerende belastingplichtige Immaterieel vast activum Het voortbrengen van een immaterieel activum Kwalificerende immateriële activa Voortvloeiing- en oorzaakvereiste Toerekening en voordelen innovatiebox Europeesrechtelijke ontwikkelingen HOOFDSTUK 3: Wijzigingen uit het belastingplan Achtergrond wijzigingen innovatiebox en doelstellingen vanuit het BEPS-project Structuur van de vernieuwde regeling De implementatie van de nexusbenadering Het dubbele ticketvereiste Wijzigingen opgenomen in art. 12bc-12bg Wet VPB Het overgangsrecht Wetswijzigingen in Europees perspectief HOOFDSTUK 4: Effectiviteit innovatiebox en andere stimuleringsregelingen Evaluatie innovatiebox R&D Tax incentives: Evidence and impacts IMF Rapport Fiscal Monitor: Acting Now, Acting Together HOOFDSTUK 5: Conclusie en aanbevelingen Lijst van geraadpleegde literatuur Bijlage 1: Correspondentie met de Raad van de Europese Unie 2

4 LIJST MET AFKORTINGEN: BBP Bruto Binnenlands Product BEPS Base Erosion and Profit Shifting BW Burgerlijk Wetboek DGA Directeur-grootaandeelhouder EBIT Earnings Before Interest and Taxes Ecofin-raad De Raad Economische en Financiële zaken EG-Verdrag Verdrag tot de oprichting van de Europese Gemeenschap G7 De Groep van Zeven (G7) is een intergouvernementeel forum van zeven rijke industrielanden. IMF International Monetary Fund VNO-NCW Verbond van Nederlandse Ondernemingen Nederlands Christelijk Werkgeversverbond RVO Rijksdienst voor Ondernemend Nederland EU Europese Unie IAS International Accounting Standards IP Intellectual property MBB Maandblad Belasting Beschouwingen MKB Midden- en Kleinbedrijf OESO Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling OECD Organisation for Economic Co-operation and Development R&D Research en Development RDA Research en Development Aftrek RJ Raad voor de Jaarverslaggeving RVO ` Rijksdienst voor Ondernemend Nederland S&O Speur- en Ontwikkelingswerk Stb Staatsblad Stcrt Staatscourant VWEU Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie WBSO Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk Wet IB 2001 Wet inkomstenbelasting 2001 Wet LB 1964 Wet op de loonbelasting 1964 Wet VPB 1969 Vennootschapsbelasting WVA Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekering 3

5 HOOFDSTUK 1: INLEIDING, PROBLEEMSTELLING EN ONDERZOEKSMETHODE 1.1 Aanleiding en motief van het onderzoek Innovatie wordt gezien als een bron van welvaartsgroei en draagt bij aan de versterking van de Nederlandse economie. 1 De bevordering van innovatie is een Europees voornemen dat is ontstaan in 2000 en is vastgelegd in het Lissabon-akkoord. De Europese Unie had hierbij de doelstelling voor ogen zich te ontwikkelen tot de meest competitieve en dynamische kenniseconomie in Dit streven zou behaald moeten worden door ieder land individueel ten minste 3% van het BBP te laten besteden aan investeringen ten behoeve van onderzoek en ontwikkeling. Echter als gevolg van onder andere de economische crisis van 2008, werd deze doelstelling in 2010 door slechts twee lidstaten behaald. De resultaten van het onderzoek waar dit uit blijkt zijn afgebeeld in tabel 1 op de volgende pagina. Een tweede poging voor het behalen van dezelfde doelstelling, maar dan tien jaar later, is vastgelegd in de Europe 2020 strategy. 3 Nederland heeft hierbij de nationale doelstelling de bestedingen ten behoeve van innovatie te laten groeien naar 2.5% van het BBP in In het kader van deze doelstellingen heeft Nederland inmiddels een zeker aantal fiscale stimuleringsmaatregelen ontwikkeld. Enkele voorbeelden van gebruikte maatregelen zijn: De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen; de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk voor IB-ondernemers en de Research & Developmentaftrek. Sinds 2007 is de octrooibox toegevoegd aan de Wet VPB 1969 om stimulering van innovatie vanuit de exploitatiefase te bewerkstelligen. 5 De octrooibox is in 2010 omgevormd tot de innovatiebox, waarbij onder andere het effectieve VPB-tarief van 10% is verlaagd naar 5%. Het belastingvoordeel dat behaald wordt met de innovatiebox maakt het aantrekkelijk om innovatieve activiteiten te verrichten in Nederland en bevordert hoogwaardige werkgelegenheid. De innovatiebox is daarmee een belangrijk instrument voor het vestigingsklimaat en de concurrentiekracht van Nederland. 6 1 Kamerstukken II 2016/2017, , nr. 3, p Raad van de Europese Unie Europese Commissie Kamerstukken II 2010/11, 32637, nr. 15, p Gijlswijs, Gimes & de Vries 2012, p.5. 6 Kamerstukken II 2016/17, 34552, nr. 3, p

6 In de onderstaande tabel worden de gemaakte R&D-uitgaven en de doelstellingen naar aanleiding van de Europe 2020 strategy per land weergegeven. GEO\TIME TARGET EU p 3 EA p : BE e 2.45 p 3 BG p 1.5 CZ p 1 DK b e 3 DE ep 3 EE p 3 IE e 1.6 e 1.54 e 1.56 e 1.56 e 1.51 e : 2 EL 0.53 e e 0.58 e 0.66 be 0.63 e 0.6 e p 1.2 ES FR 2.09 b b p 3 HR IT e 1.33 p 1.53 CY p 0.5 LV p 1.5 LT p 1.9 LU e b p 2.3 HU 0.86 b MT 0.49 b p 2 NL b 1.94 b p 2.5 AT e e e e e 3.07 ep 3.76 PL PT 0.73 e e b p 2.7 RO b SI b b p 3 SK FI SE 3.39 e 3.39 b 3.5 e e e e 3.31 e 3.15 e 3.26 p 4 UK e 1.7 e 1.68 e 1.68 b 1.61 e e 1.7 ep : IS : : 2.49 be : 1.76 b : NO p : CH 2.68 : : : 2.73 : : : 2.97 : : : : ME : : : : : : : 0.31 : : : RS : : : : : : : TR : : RU : US 2.49 d 2.51 d 2.55 d 2.63 d 2.77 d 2.82 d 2.74 d 2.76 d 2.7 d 2.73 dp : : : JP b b 3.59 : : KR 2.53 d 2.63 d 2.83 d 3 b : : EU27 : : : : : : : : : : : : 3 :=not available e=estimated p=provisional b=break in time series d=definition differs (see metadata) Tabel 1: De bruto binnenlandse uitgaven voor R&D in percentage van het BBP in de periode Vanaf 1 januari 2017 is de innovatiebox ingrijpend gewijzigd in verband met de door de OESO gestelde vereisten, die zijn vastgelegd in Actierapport 5 van het BEPS-Project. 8 De wijzigingen voor de Nederlandse wetgeving zijn in mei 2016 allereerst gepresenteerd in een ambtelijk concept van de Wet aanpassing innovatiebox, waarbij gebruikt is gemaakt van een consultatieronde. Na enkele veranderingen ten opzichte van de consultatieversie zijn de wijzigingen in werking getreden middels het belastingplan Probleemstelling en opzet van het onderzoek De doelstelling van deze scriptie is het in kaart brengen van innovatiebox-regeling. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan de ingrijpende wijzigingen van deze regeling vanaf 1 januari Op basis van 7 Eurostat OECD Stb. 2016,

7 recent economisch onderzoek zal daarnaast de effectiviteit ten aanzien van de stimulerende werking van de innovatiebox worden geanalyseerd. De bovenstaande deelvragen monden uit in de volgende centrale probleemstelling: In hoeverre wordt de innovatiebox en de wijzigingen naar aanleiding van het belastingplan 2017 als effectief bevonden? In het eerstvolgende hoofdstuk wordt de basis van de innovatiebox-regeling uiteengezet. De doelstellingen, systematiek en de Europeesrechtelijke aspecten van de regeling worden besproken. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de wetswijzigingen van de innovatiebox uit het belastingplan De achterliggende motieven en doelstellingen van de vernieuwde regeling komen hierbij naar voren. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 onderzoek gedaan naar de effectiviteit ten aanzien van de stimulerende werking op innovatie. In het vijfde en tevens laatste hoofdstuk is de conclusie gevormd en de probleemstelling beantwoord. 1.3 Onderzoeksmethode en validatie Dit onderzoek heeft als doelstelling een duidelijk beeld te verschaffen van de innovatiebox-regeling en recente wijzigingen op deze regeling. De effectiviteit van de regeling zal hierbij centraal staan. Door middel van literatuuronderzoek en onderzoek in de parlementaire geschiedenis zal naar dit doel worden toegewerkt. De parlementaire geschiedenis een belangrijke bron bij het onderzoeken van de achtergrond en de doelstellingen van de innovatiebox-regeling. Verder worden de verschillende aspecten van de regeling toegelicht op basis van de fiscale vakliteratuur, waarbij voor het onderzoek naar de Europeesrechtelijke ontwikkelingen tevens contact is opgenomen bij de Raad van de EU. Op basis van het Actierapport 5 van het BEPS-project 10 en de parlementaire geschiedenis is onderzoek gedaan naar de achtergrond en doelstellingen van de wetswijzigingen die vanaf 1 januari 2017 van toepassing zijn. Daarnaast zijn de wijzigingen verder uiteengezet door bestudering van de wijzigingen van de innovatiebox-regeling uit het belastingplan Vervolgens is onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de innovatiebox-regeling en de recente wijzigingen hierop. Hierbij is gebruik gemaakt van het Evaluatierapport van de Nederlandse innovatiebox, 10 OECD Kamerstukken II 2016/17, 34552, nr

8 het rapport: R&D Tax incentives: Evidence and impacts van de OECD en het voortgangsrapport: Acting Now, Acting Together van het IMF. 7

9 HOOFDSTUK 2: DE HOOFDLIJNEN VAN DE INNOVATIEBOX 2.1 Achtergrond en doelstellingen van de Nederlandse innovatiebox In november 2003 werd in de Tweede Kamer voor het eerst gesproken over de invoering van een box in de vennootschapsbelasting waarbij onderscheid zou worden gemaakt tussen winst uit normale bedrijfsactiviteiten en winst uit R&D-activiteiten. 12 Het doel van een dergelijke regeling zou zijn om Nederland in de Europese voorhoede op het terrein van onderzoek en ontwikkeling te laten behoren naar aanleiding van het Lissabon-akkoord. De regering werd verzocht onderzoek te laten uitvoeren naar de wenselijkheid van een dergelijke box ten behoeve van onderzoek en ontwikkeling. Vanwege het verdwijnen van de concernfinancieringsregeling van art. 15b Wet VPB 1969 zouden bedrijven Nederland namelijk willen verlaten voor landen met gunstigere regelingen en tarieven. Het idee kwam om een box in te voeren voor het belasten van winsten van R&D-activiteiten en een andere box voor financieringsactiviteiten samen met een herziening van de Wet VPB Deze regelingen zouden bedrijven kunnen weerhouden Nederland te verlaten. 13 De innovatiebox heeft als doelstelling het vestigingsklimaat voor innovatieve bedrijven in Nederland te verbeteren om op deze manier meer hoogwaardige werkgelegenheid creëren. Een andere doelstelling van de innovatiebox is het bevorderen van onderzoeks- en ontwikkelingswerk binnen Nederland. Innovatie is namelijk van belang omdat het een duurzame economische groei oplevert en een belangrijke bijdrage levert aan de concurrentiepositie van Nederland ten opzichte van andere landen. Daarnaast kan innovatie tot een verhoging van de arbeidsproductiviteit leiden en kan innovatie een bijdrage leveren bij het vinden en maken van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen Fiscale stimuleringsmaatregelen ter bevordering van innovatie Nederland kent een groot aantal fiscale stimuleringsmaatregelen ten behoeve van innovatie. In deze paragraaf wordt een korte weergave gegeven van de verschillende maatregelen om een beeld te verschaffen welke stimuleringsmaatregelen ontwikkeld. Vanaf 2012 heeft Nederland de volgende fiscale stimuleringsinstrumenten ter bevordering van innovatie: de Wet vermindering afdracht loonbelasting en 12 Kamerstukken II 2003/04, 29210, nr.75, p Kamerstukken II 2003/04, 29210, nr.75, p Kamerstukken II 2015/16, 34302, nr. 111, p

10 premie voor de volksverzekering; aftrek van speur- en ontwikkelingswerk; afschrijvingen ineens; en natuurlijk de innovatiebox. Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekering. De Wet vermindering afdracht loonbelasting (WVA) is een voortzetting van de wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO). Dit is de reden dat veelal nog gebruik wordt gemaakt van de term WBSO. De WBSO heeft ten doel de werkgelegenheid te bevorderen en de arbeidsparticipatie te verruimen. 15 De stimulerende factor van de WBSO is vormgegeven als een vermindering van de af te dragen loonheffingen op basis van art. 3 lid 2 WVA. Op deze manier worden de loonkosten van kwalificerende S&O-projecten verlaagd. Deze faciliteit kan worden gebruikt door zowel IB- als VPB-ondernemers. Aftrek van speur- en ontwikkelingswerk In art Wet IB 2001 is een extra aftrek geregeld voor IB-ondernemers die aan het urencriterium voldoen. Wanneer zij in een kalenderjaar voor ten minste 500 uren besteden aan werk dat door RVO bij een S&O-verklaring is aangemerkt als speur- en ontwikkelingswerk, ontvangen zij bij het bepalen van de winst een extra aftrek van (2017). Indien de ondernemer in een of meer van de vijf voorgaande jaren geen ondernemer was en in deze periode niet meer dan twee keer de aftrek van speur- en ontwikkelingswerk is toegepast, wordt de aftrek verhoogd met Afschrijvingen ineens Art lid 3 Wet IB 2001 stelt dat voortbrengingskosten van immateriële activa ineens kunnen worden afgeschreven. Deze afschrijving geld voor IB-ondernemers en voor VPB-plichtige lichamen. Hierbij gaat het alleen om het tijdstip van afschrijvingen waarmee een rentevoordeel kan worden behaald. 16 De innovatiebox De innovatiebox verleent een vrijstelling voor een deel van de opbrengsten uit kwalificerende zelf voortgebrachte immateriële activa. Het effectieve vennootschapsbelastingtarief voor deze voordelen bedraagt 5%. De innovatiebox is de enige stimuleringsregeling die alleen geldt voor de vennootschapsbelasting. De wetgever heeft bewust gekozen voor een regeling die alleen geldt voor vpbplichtige lichamen. De Raad van State heeft hier echter een kritische houding tegenover gehad en wijst op het feit dat de ontwikkeling van immateriële activa ook door IB-ondernemers plaatsvindt. Daarom is geen objectieve en redelijke grond voor dit verschil aanwezig. Met het argument dat bij een succesvolle ontwikkeling een octrooi in de praktijk vaak vanuit de IB-onderneming wordt ingebracht in een vennootschap, is aan dit bezwaar geen gehoor gegeven. 17 Door middel van de faciliteit van art Wet IB 2001 kan dit namelijk doorgaans geruisloos geschieden. De vennootschap treedt hierbij in de plaats van de 15 Gijlswijk, Gimes & de Vries 2012, p Gijlswijk, Gimes & de Vries 2012, p Kamerstukken II 2005/06, 30572, nr.4, p

11 onderneming en deze wordt geacht het immateriële activum zelf te hebben voortgebracht. Vanwege de geringe betekenis en de complexiteit om de regeling ook in de inkomstenbelasting op te nemen is gekozen om de innovatiebox daarom alleen in de vennootschapsbelasting in te voeren. De meeste faciliteiten zijn alleen effectief wanneer voldoende fiscale winst is. 18 Ondernemingen, die minder winstgevend zijn, hebben daarom minder baat bij deze faciliteiten. Dit zijn voornamelijk kleine en startende ondernemingen. De meeste faciliteiten handhaven de S&O-verklaring als toegangsticket voor de faciliteit. In paragraaf 2.3 wordt de S&O-verklaring nader besproken. 2.3 Systematiek van de regeling De kwalificerende belastingplichtige De innovatiebox is opgenomen in artikel 12b tot en met 12bg van de Wet VPB. De regeling is daarmee voor zowel binnenlandsbelastingplichtige lichamen als buitenlandsbelastingplichtige lichamen met een vaste inrichting in Nederland toepasbaar. De wetgever heeft bewust gekozen voor een variant van de regeling waarbij ondernemers voor de inkomstenbelasting de regeling niet toe kunnen passen, zoals hiervoor in paragraaf 2.2 is besproken. Voor de kwalificatie van de innovatiebox is het belangrijk dat zowel de ontwikkeling als exploitatie van het immaterieel activum bij dezelfde belastingplichtige plaatsvinden. Indien de ontwikkeling en exploitatie zich voordoen bij dezelfde belastingplichtige is het logisch dat het kwalificerend immaterieel activum ook worden toegerekend aan diezelfde belastingplichtige. In gevallen waarbij de ontwikkeling niet is verricht bij de belastingplichtige of indien dit niet eenduidig is vast te stellen is het moeilijker te beoordelen of het toegangskaartje voor de innovatiebox aan de juiste belastingplichtige is afgegeven. Ten aanzien van een zelfstandig belastingplichtige moet gekeken worden naar de aanvraag van het octrooi en de exploitatie daarvan. De aanvrager is de kwalificerende belastingplichtige, hierbij is het minder van belang wie de uitvinder van het immaterieel activum is. 19 De uitvinder van het octrooi zal in de meeste gevallen een natuurlijk persoon of werknemer zijn. Indien de DGA zelf alle S&O-werkzaamheden uitvoert en in dienst is bij zijn eigen persoonlijke holding terwijl de inkomsten uit het immaterieel activum bij de werkmaatschappij worden ontvangen, leidt dit tot een mismatch. De werkmaatschappij voort namelijk zelf geen S&O-werkzaamheden uit waardoor heen gebruik kan worden gemaakt van de innovatiebox. 18 Gijlswijk, Gimes & de Vries 2012, p Gijlswijk, Gimes & de Vries 2012, p

12 Dit probleem kan worden opgelost door beide vennootschappen onder te brengen in de fiscale eenheid. 20 Binnen een fiscale eenheid kunnen de ontwikkeling en exploitatie van het immaterieel activum namelijk van elkaar worden gescheiden. Een overdracht tijdens de ontwikkelingsfase binnen de fiscale eenheid is ook geen hinder voor de innovatiebox. 21 Indien gebruik wordt gemaakt van een samenwerkingsverband dat voor de Wet VPB 1969 als transparant wordt gezien, kan het lastig zijn om te beoordelen of de achterliggende belastingplichtigen kunnen opteren voor de innovatiebox. De achterliggende vennootschappen in een samenwerkingsverband zijn zelf inhoudingsplichtig voor de loonheffingen, waardoor de S&O-werkzaamheden ook bij die achterliggende vennootschap plaatsvinden. Het samenwerkingsverband zou daarom geen gebruik kunnen maken van de innovatiebox. Gijlswijk, Gimes en de Vries vinden dit echter kort door de bocht 22. Zij vinden dat transparantie zorgt voor de toerekening van winsten uit het samenwerkingsverband, waarbij een vergelijking gemaakt kan worden met een lichaam in een fiscale eenheid. Terwijl voor de toepassing van de innovatiebox bij een fiscale eenheid het niet uitmaakt bij welk onderdeel van die fiscale eenheid de ontwikkeling plaatsvindt Immaterieel vast activum Voor toepassing van de innovatiebox dient de belastingplichtige in het bezit te zijn van een zelf voortgebracht kwalificerend immaterieel activum. In de Wet VPB 1969 is geen definitie van immaterieel activum gegeven. In art. 12ba lid 6 Wet VPB 1969 is echter wel aangegeven welke bedrijfsmiddelen juist uitgesloten zijn voor de innovatiebox. Door de belastingplichtige zelf voortgebrachte merken, logo s en daarmee vergelijkbare vermogensbestandsdelen komen op deze wijze niet in aanmerking voor de toepassing van de innovatiebox. In de parlementaire geschiedenis verwijst de staatssecretaris voor de definitie van het begrip immaterieel activum naar art. 33 Wet VPB Dit artikel geeft echter ook geen definitie van een immaterieel activum. In artikel 3.30 Wet IB 2001 wordt in lid 4 eveneens van het begrip gebruik gemaakt. Uit de wetsgeschiedenis van artikel 3.30 Wet IB 2001 wordt duidelijk dat de term immaterieel activum gelijk is aan immaterieel bedrijfsmiddel. Een nadere invulling van het begrip immaterieel activum is ook hier uitgebleven. De fiscale wetgeving ontbreekt kennelijk aan een duidelijk omlijning van dit begrip. Om deze reden is in de parlementaire toelichting op de innovatiebox een verdere verwijzing gemaakt naar het jaarrekeningrecht. 24 De Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving stellen dat immateriële activa wordt gerekend tot de vaste activa waarbij de volgende definitie wordt gegeven: 20 Van der Lande 2012, p Kamerstukken II 2005/06, 30572, nr. 8, p Gijlswijk, Gimes & de Vries 2012, p Kamerstukken II 2005/06, 30572, nr. 8, p Kamerstukken II 2005/06, 30572, nr.8, p

13 Een immaterieel vast actief is een identificeerbaar niet-monetair actief zonder fysieke gedaante dat wordt gebruikt voor productie, aflevering van goederen en diensten, voor verhuur aan derden of voor andere administratieve doeleinden. 25 Naast het jaarrekeningrecht wordt voor de definitie van een immaterieel activum ook gekeken naar het Burgerlijk Wetboek en naar de fiscale jurisprudentie. In het Burgerlijk Wetboek wordt in 2:364 BW een onderscheid gemaakt tussen vaste en vlottende activa. Immateriële activa wordt gerekend tot vaste activa, waarbij de activa wordt geacht de uitoefening van de werkzaamheden duurzaam te dienen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat duurzaamheid een kenmerk is voor immateriële activa. In art. 2:365 BW worden vervolgens verschillende categorieën van immateriële activa beschreven. Na bestudering van de verschillende literatuur kan worden gesteld dat sprake is van een immaterieel activum indien een belastingplichtige kennis of technologie heeft voortgebracht die in beginsel vrij verhandelbaar is en waarmee economische voordelen behaald worden die gedurende meerdere bedrijfsprocessen mee gaat. Hierbij is het niet verplicht dat de kosten van het immaterieel activum zijn geactiveerd Het voortbrengen van een immaterieel activum Het voordeel van de innovatiebox wordt alleen verleend aan de belastingplichtige die een immaterieel activum heeft voortgebracht. De term voorbrengen is overgenomen uit artikel 3.30 Wet IB In dit artikel wordt bepaalt dat het bedrag van de afschrijvingen op bedrijfsmiddelen wordt gesteld op het gedeelte van de nog niet afgeschreven aanschaffings- of voortbrengingskosten dat kan worden toegerekend aan dat kalenderjaar. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen aanschaffingskosten en voortbrengingskosten. Aanschaffingskosten zijn de kosten die verband houden met de aankoop van een bedrijfsmiddel van een derde. Van voortbrengingskosten is sprake indien het bedrijfsmiddel in de eigen onderneming is ontwikkeld. De term voortbrengen voor de innovatiebox verwijst op deze manier naar zelfontwikkelde immateriële activa. Indien na de aankoop van een bedrijfsmiddel sprake is van een doorontwikkeling zoals omschreven in artikel 12ba lid 5 Wet VPB 1969, is slechts sprake van het voortbrengen van een immaterieel activum zover de S&O-werkzaamheden hebben geleid tot een nieuw immaterieel activum. Voor 2017 was deze overgang van aangekochte activa naar zelfontwikkelde activa niet beschreven in de wet. Het was daarom nog lastiger om een grens te trekken tussen het moment dat een bedrijfsmiddel kwalificeert als aangekocht en 25 RJ 2017/ Gijlswijk, Gimes & de Vries 2012, p

14 wanneer dit bedrijfsmiddel is doorontwikkeld en dus zijn voortgebracht. 27 Het beoordelen of sprake is van een doorontwikkeling geschied op basis van feiten en omstandigheden. Een S&O-verklaring die ziet op de doorontwikkeling van een immaterieel activum is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Andere factoren die hierbij een rol spelen zijn bijvoorbeeld de mate waarin een nieuw project wordt opgestart, de kosten die worden gemaakt en de toegevoegde waarde van de resultaten van het project. 28 Indien sprake is van een doorontwikkeling uit het zesde lid kunnen alleen de voordelen die zien op deze doorontwikkeling in aanmerking worden genomen bij de berekening van de innovatiebox. Voor de berekening van de nexusbreuk worden ook slechts de uitgaven ten aanzien van het doorontwikkelde deel in de breuk genomen. 29 Als een immaterieel activum door een derde wordt ontwikkeld, maar voor rekening en risico van de belastingplichtige plaatsvindt is ook sprake van het voortbrengen van een immaterieel activum. Bij deze contractresearch, wordt de vergoeding voor het ontwikkelen van het activum geheel als voortbrengingskosten gezien Kwalificerende immateriële activa Indien een belastingplichtige over een zelf voortgebracht immaterieel activum beschikt is dit niet voldoende om te kwalificeren voor de innovatiebox. Vanaf 1 januari 2017 volgt uit artikel 12ba lid 1 dat dit immaterieel activum namelijk te zijn voortgevloeid uit speur- en ontwikkelingswerk waarvoor de belastingplichtige beschikt over een S&O verklaring. Daarnaast dienen belastingplichtige die als groot worden geclassificeerd over een aanvullend toegangsticket te beschikken. Voor de wetswijzigingen van 2017 kon een belastingplichtige ook kwalificeren voor de innovatiebox door middel van alleen een octrooi of kwekersrecht. Nu maken octrooi- en kwekersrechten deel uit van het pakket van aanvullende toegangsticket. In hoofdstuk 3.4 wordt het dubbele ticketvereiste en de nieuwe aanvullende rechten nader besproken. S&O-verklaring Zoals hierboven besproken is de S&O-verklaring dus het centrale toegangskaartje tot de innovatiebox. De S&O-verklaring wordt afgegeven door middel van de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) welke sinds 1996 is ondergebracht in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor volksverzekeringen (WVA). De beoordeling van de WBSO vindt plaats bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In Nederland kan iedere ondernemer, behalve publieke kennisinstellingen, een WBSOaanvraag indienen. Een belastingplichtige dient speur en ontwikkelingswerkzaamheden te verrichten zoals omschreven in art. 1 lid 1 onderdeel p WVA om te kwalificeren. Onder speur- en ontwikkelingswerk wordt 27 Gijlswijk, Gimes & de Vries 2012, p Stcrt. 2014, 25141, p Kamerstukken II, 2016/17, 34552, nr. 16, p

15 verstaan; de systematische georganiseerde en in een lidstaat van de EU verrichtte werkzaamheden die direct en uitsluitend zijn gericht op technisch-wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van technisch nieuwe fysieke producten, productieprocessen en programmatuur. Het belangrijkste beoordelingscriterium is dat het immaterieel activum dat ontwikkeld wordt, technisch nieuw is voor de aanvrager. De technische kennis van de aanvrager is dus de maatstaf van de beoordeling. Daarnaast dient een onderzoek zelfstandig te worden uitgevoerd waar technische onzekerheden of risico s aan zijn verbonden. 30 Het kan voorkomen dat verschillende belastingplichtigen onafhankelijk van elkaar een gelijksoortig onderzocht verrichten zonder dit van elkaar te weten, omdat de gegevens van de RVO niet openbaar worden gemaakt.. In de aanvraag moeten alle verschillende S&O-projecten binnen de onderneming worden beschreven. Hierbij dient aangeven te worden welke activiteiten voor de projecten worden uitgevoerd en hoeveel tijd zij in beslag nemen. Het is noodzakelijk dat de aanvraag nauwkeurig wordt gemaakt omdat niet meer compensatie wordt vergeven dan is aangevraagd. Het totaal aantal toegekende WBSO-aanvragen in 2015 was en werd door bedrijven toegepast. Het grootste gedeelte, namelijk 97% van de WBSO-ondernemingen behoort tot het MKB. 31 Het kan lastig om vast te stellen wanneer de belastingplichtige beschikt over een immaterieel activum. In het geval een onderneming vele jaren na elkaar aanspraak maakt op WBSO en hieruit nieuwe producten of processen zijn ontwikkeld, wordt aangenomen dat er sprake is van een immaterieel activum. 32 Octrooien Naast de S&O-verklaring is het octrooi een van de belangrijkste aanvullende tickets. Onder de oude regeling van voor 2017 was een octrooirecht namelijk alleen al voldoende voor de toepassing van de innovatiebox. Indien gebruik wordt gemaakt van het overgangsrecht, kan tot het boekjaar dat aanvangt op of na 1 juli 2021, gebruikt gemaakt worden van de innovatiebox zonder S&O-verklaring. Octrooirechten die zijn afgegeven voor immateriële activa dat is voortgebracht na 31 december 2006 kunnen in aanmerking komen voor de innovatiebox. Indien het betreffende activum in de periode voor het bestaan van de octrooi- en innovatiebox kunnen deze octrooien niet als toegangsticket dienen. 33 Indien gebruik gemaakt wordt van een octrooi voor de toepassing van de innovatiebox is het van belang dat het octrooi daadwerkelijk is vergeven aan de belastingplichtige of een ander lichaam binnen de fiscale eenheid. Dit kan een Nederlands, maar ook een internationaal octrooi zijn. Indien een octrooi is vergeven 30 RVO 2018, p RVO 2016, p Gijlswijk, Gimes & de Vries 2012, p Gijlswijk, Gimes & de Vries 2012, p

16 zal niet ter discussie staan of sprake is van een immaterieel activum. Bij het verlenen van een octrooi is namelijk per definitie sprake van een zelfstandige kennis die zelfstandig verhandelbaar is. Vanaf 2011 is het mogelijk om vanaf het moment van aanvraag van het octrooi het drempelbedrag in te halen, maar de winsten konden nog niet worden toegerekend aan de innovatiebox. Bij de wetswijzigingen van 1 januari 2017 kwalificeert een aangevraagd octrooi als aanvullend ticket en kunnen ook de winsten in de innovatiebox worden genomen. Dit is wenselijk in situaties waarin een belastingplichtige voor het afgeven van het octrooi al reeds winsten maakt met het immaterieel activum. Juist omdat vaak een lange tijd zit tussen het indienen en het ontvangen van het octrooi, kan dit anders tot ongewenste situaties leiden. Bijvoorbeeld in het geval dat een innovatief ontwerp snel op de markt gebracht dient te worden omdat anders de kans bestaat dat het wordt ingehaald door een beter ontwerp. Kwekersrechten Vanaf 2007 zijn kwekersrechten voor de toepassing van de innovatiebox gelijkgesteld met een octrooirecht. Uit artikel 12ba lid 1 sub b onder 1 en 2 Wet VPB 1969 volgt dat een kwekersrecht of de aanvraag van een kwekersrecht kwalificeert als aanvullend ticketvereiste. Net als een octrooi was het beschikken over een kwekersrecht onder de oude wetgeving voldoende voor toepassing van de innovatiebox. Op grond van de Rijksoctrooiwet worden aan plantenrassen geen octrooirechten verleend. Veredelingsprocessen van plantenrassen zijn echter langdurig en kostbaar. Om nieuw ontwikkelde rassen te beschermen bestaat daarom het kwekersrecht. 34 Op deze manier kan een derde niet ongevraagd een nieuw plantensoort vermeerderen zodat de investeringen die gemaakt zijn voor de ontwikkeling van het ras eerlijk kunnen worden terugverdiend. Een vereiste voor een octrooi is dat de uitvinding met zekerheid het gewenste resultaat behaald en een derde in staat moet kunnen zijn de uitvinding op dezelfde wijze te kunnen reproduceren door de beschrijving van het octrooi letterlijk te volgen. Een kwekersrecht is hiermee vergelijkbaar Voortvloeiing- en oorzaakvereiste In de wettekst van art. 12ba lid 1 Wet VPB 1969 staat beschreven dat een immaterieel activum moet zijn voortgevloeid uit speur- en ontwikkelingswerk waarvoor aan de belastingplichtige een S&O-verklaring is afgegeven. Dit voortvloeiingsvereiste is ontstaan uit de oorzaaktoets welke in de oude wetgeving van voor 2017 werd gebruikt als extra vereiste voor octrooi-activa om gebruik te kunnen maken van de regeling. In de huidige wettekst is deze oorzaaktoets niet meer opgenomen omdat een kwalificerend activum voortaan altijd voortvloeit uit S&O-werkzaamheden. 34 Gijlswijk, Gimes & de Vries 2012, p

17 De oorzaaktoets vloeide voort uit oud artikel 12b lid 2 Wet VPB 1969, hierin stond vermeld: Dit artikel is slechts van toepassing op immateriële activa waarvan de te verwachten voordelen in belangrijke mate hun oorzaak vinden in aan de belastingplichtige verleende octrooien alsmede op S&Oactiva. Slechts de voordelen die in belangrijke mate hun oorzaak vinden in het bijbehorende octrooi of vergelijkbaar recht, kwalificeerden voor de toepassing van de innovatiebox. Deze oorzaaktoets had als doel te voorkomen dat een immaterieel actief met een relatief onbelangrijk octrooi toegang kreeg tot de innovatiebox. 35 Onder belangrijke mate wordt verstaan ten minste 30%. 36 In misbruik situaties kon de belastingdienst de oorzaaktoets als middel gebruiken om de toepassing van de innovatiebox te beperken. De S&O-verklaring werd in de oude wettekst niet tekstueel gelinkt aan in belangrijke mate, maar dit betekent niet dat voor S&O-activa een lichtere toets geldt. In de wet staat namelijk dat een kwalificerend activum voortgevloeid moet zijn uit speur- en ontwikkelingswerk waar een S&O-verklaring voor is afgegeven. Uit de parlementaire geschiedenis kan opgemaakt worden dat deze activa grotendeels, voor meer dan 50%, moet voortvloeien uit S&O-werkzaamheden. 37 Daarnaast dient ook aannemelijk te worden gemaakt dat de S&O-werkzaamheden van groot belang zijn geweest voor de totstandkoming van het immaterieel activum. Vanaf 2017 geldt voor de toepassing van de innovatiebox nu het grotendeels criterium waardoor voor alle kwalificerende activa geldt dat zij voor meer dan 50% moeten voortvloeien uit S&O-werkzaamheden. 2.4 Toerekening en voordelen innovatiebox Indien de belastingplichtige aan alle gestelde voorwaarden van de innovatiebox voldoet dient de belastingplichtige op grond van art. 12b Wet VPB 1969 bij de aangifte over dat jaar te verzoeken om toepassing van de regeling. De voordelen die kunnen worden toegerekend aan het immaterieel activum worden verminderd met de drempel waarna de belastbare winst over deze voordelen worden verminderd. De werking van de innovatiebox is namelijk ingericht als een grondslagreductie. Op deze manier wordt de innovatiebox winst omgerekend naar een winst die belast is met het reguliere vennootschapsbelastingtarief van art. 22 Wet VPB De grondslagreductie kan als volgt worden benaderd: 35 Van der Lande 2012, p Kamerstukken II 2005/06, 30572, nr.3, p Kamerstukken II 2009/10, 32128, nr. 16 en nr

18 Innovatieboxwinst ( 7/ H * innovatiebox-winst)= de vermindering van de grondslag. H staat hierbij voor het hoogste tarief aan vennootschapsbelasting. Bij het huidige tarief van ten hoogste 25% vennootschapsbelasting behoort op deze manier slechts 28% van de toerekenbare voordelen tot de belastbare winst. Deze winst is vervolgens belast met het reguliere tarief, waardoor per saldo slechts 7% vennootschapsbelasting is verschuldigd over de innovatiebox-voordelen. Per 1 januari 2018 is het tarief voor het laatst gewijzigd. 38 Hiervoor was het effectieve tarief slechts 5%. Indien voordelen worden behaald met het immaterieel activum, dienen eerst deze voorbrengingskosten ingelopen te worden. Hierdoor worden de eerste opbrengsten ook belast tegen 25%. De drempel, die ingehaald moet worden, staat sinds 1 januari 2017 beschreven in art. 12bc Wet VPB In het geval de opbrengsten boven deze drempel komen deze in aanmerking voor de grondslagreductie van de innovatiebox. De voorbrengingskosten dienen specifiek in kaart te worden gebracht. De integrale kosten die zijn verbonden met het voortbrengen van het immaterieel activum, dienen echter wel verminderd te worden met de S&O-afdrachtvermindering. Naast de drempel van voortbrengingskosten komen negatieve exploitatiewinsten tevens niet in aanmerking voor toepassing van de innovatiebox. Verliezen zijn daardoor gewoon aftrekbaar tegen het reguliere tarief van 25% vennootschapsbelasting. Verliezen verhogen op deze manier de voortbrengingskosten en dus de drempel van de innovatiebox. Het tariefvoordeel van de innovatiebox geldt alleen voor resultaten die toerekenbaar zijn aan het immaterieel actief dat voldoet aan de vereisten van de innovatiebox. Vanaf 2017 worden de kwalificerende voordelen na toerekening van de voordelen aan het kwalificerend activum, vervolgens bepaald door middel van de nexus-breuk. De nexus-breuk wordt besproken hoofdstuk 3. In art. 12bb lid 2 Wet VPB 1969 staat dat de voordelen bepaald moeten worden op de meest passende wijze. Welke wijze dat is wordt echter niet genoemd. In de praktijk zijn inmiddels verschillende methoden van toerekening ontstaan. De toepassing van deze methoden is niet wettelijk vastgelegd waardoor de mogelijkheid blijft om een geheel eigen methode te hanteren als aannemelijk kan worden gemaakt dat de winst op deze manier juist is toegerekend. De belastingdienst kan zekerheid vergeven over het gebruik van de innovatiebox voor een bepaalde periode door middel van een vaststellingsovereenkomst. Bij de berekening van de winst die toerekenbaar is aan de innovatiebox wordt gebruik gemaakt van een verrekenprijsanalyse die veel gebruikt wordt bij transfer pricing. De verrekenprijsanalyse maakt op basis van verschillende factoren een berekening van de innovatiebox-winst. Vaak wordt hierbij de EBIT (earnings before intrest and taxes) vanuit het jaarrekeningrecht als uitgangspunt genomen. Dit is niet altijd gewenst, 38 Stb 2017,

19 bijvoorbeeld wanneer sprake is van verschillen tussen de commerciële jaarrekening en de fiscale aangifte die voortkomen uit de ontwikkelingswerkzaamheden. 39 In de praktijk zijn verschillende economische benaderingen ontwikkeld waarmee de voordelen zijn toe te rekenen aan de kwalificerende immateriële activa. De methoden die in de praktijk veel worden toegepast en de situaties waarin zij kunnen worden toegepast zijn toegelicht in een het besluit van 1 september Enkele methoden die worden gebruikt bij het toerekenen van winst aan de innovatiebox zijn hieronder beschreven. Het afpelmodel Een van de methoden die vaak wordt toegepast is het afpelmodel. Het commerciële EBIT van de onderneming wordt hier als basis genomen. Vervolgens wordt de EBIT als het ware afgepeld tot de winst die is behaald met de R&D-werkzaamheden. Deze methode kan behulpzaam zijn bij bedrijven waarbij de ontwikkelde innovatie in de gehele omzet zit en een wezenlijk onderdeel uitmaakt van de dagelijkse bedrijfsvoering. 41 Wanneer niet de gehele omzet afkomstig is van de innovatie kan het afpelmodel ook worden toegepast als de innovatieve omzet en kosten worden meegenomen voor de bepaling van de EBIT. Een voorwaarde hierbij is dat de R&D een kernfunctie dient te zijn van de organisatie. Dit wordt bepaald aan de hand van feiten zoals de werkzaamheden, het personeel, de producten, de branche en de toegevoegde waarde van R&D binnen de onderneming. De innovatieve EBIT wordt vervolgens verdeeld over routinematige- en kernfuncties. Wanneer functies kunnen worden uitbesteed aan derden en deze functies geen overwinst genereren zijn dit routinematige functies. De beloning voor deze functies wordt gesteld op een percentage van de gemaakte kosten en deze wordt in mindering van de EBIT genomen. Vervolgens wordt de overwinst verdeeld over de kernfuncties. De EBIT die toe te rekenen is aan innovatie komt hierbij naar voren. Dit percentage van het resultaat kan vervolgens in de innovatiebox worden betrokken. De kostengerelateerde methode Ondernemingen waarbij innovatieve werkzaamheden geen centrale rol spelen en meer bijkomstig of van ondersteunende aard zijn, kunnen baat hebben bij de kostengerelateerde methode. Het voordeel wat toerekenbaar is aan de innovatiebox wordt bepaald aan de hand van de integrale kosten die zijn gemaakt ten behoeve van de kwalificerende activa. Vervolgens wordt een winstopslag berekend op basis van wat een derde voor de activiteiten bereid zou zijn te betalen. Het percentage van de beloning varieert veelal 39 Gijlswijk, Gimes & de Vries 2012, p Stcrt. 2014, Stcrt. 2014, 25141, p.8. 18

20 tussen de 8 en de 15%. 42 De kosten van de R&D en de winstopslag vormen samen het maximumbedrag aan voordeel wat in aanmerking komt voor de innovatiebox. De per-activum methode Een andere toerekeningsmethode die wordt gebruikt is de per-activum methode. Deze methode kan worden toegepast wanneer de voortbrengingskosten en voordelen van het immaterieel activum individueel kunnen worden bepaald. De voordelen die in aanmerking komen voor de innovatiebox worden daardoor per activum berekend. Deze methode wordt toegepast indien incidentele innovaties plaatsvinden in een bedrijf of de innovaties niet zijn verweven met het gehele bedrijfsproces. 43 Forfaitaire winsttoerekening Vanaf januari 2013 is een forfaitaire winsttoerekening in art. 7aa Uitv. Besl. VPB toegevoegd om uitvoeringstechnische bezwaren vanuit het MKB weg te nemen. Vanaf 2017 is deze regeling opgenomen in het nieuwe artikel 12bd Wet VPB 1969 waarbij de oorspronkelijke uitleg en toelichting van kracht blijven. In het besluit van 20 december 2012 heeft de staatssecretaris aangegeven dat de innovatiebox-regeling en het bepalen van het voordeel in de praktijk als complex wordt ervaren. 44 Belastingplichtigen hebben vaak een externe deskundige nodig om de innovatiebox toe te kunnen passen en in overleg te treden met de belastingdienst. Het voordeel van de innovatiebox weegt in die gevallen niet op tegen de relatief hoge administratieve kosten die het gebruik mee brengt. Naast de belastingplichtigen houdt ook de belastingdienst uitvoeringskosten over aan het overleg omtrent de toerekenbare winst. Door de mogelijkheid te bieden de voordelen op forfaitaire wijze te bepalen kunnen deze uitvoeringsbezwaren worden verminderd. De ondernemingen die kiezen voor de forfaitaire regeling, hoeven op grond van art. 12bd lid 1 en 3 Wet VPB 1969 de kwalificerende voordelen niet te worden bepaald volgens art. 12bb en 12bc Wet VPB De nexusbreuk en de drempel vinden daarom geen toepassing. De forfaitaire regeling bepaalt dat in het jaar waarin een kwalificerend activum is voortgebracht, of in één van de twee voorgaande jaren is voortgebracht, 25% van de winst wordt geacht te zijn behaald met alle immateriële activa waarop de innovatiebox toepassing vindt. De forfaitaire regeling mag alleen worden toegepast indien de winst in het jaar positief is en tot een maximum van op jaarbasis. Vanwege dit maximum is de regeling met name gericht op het MKB. De regeling is optioneel waardoor ieder jaar opnieuw de keuze kan worden gemaakt voor toepassing van de forfaitaire regeling. De reden dat gekozen is voor een regeling waarbij de voordelen in het jaar van 42 Stcrt. 2014, 25141, p Stcrt. 2014, 25141, p Stb. 2012,

21 voortbrengen en de twee jaar daarna in aanmerking komen is omdat de winst vanuit een kwalificerend activum meestal niet in één jaar wordt gematerialiseerd. 45 Hierbij is het zo dat de forfaitaire regeling geldt voor alle immateriële activum in de innovatiebox. Nadat de drie jaar voorbij zijn en geen nieuw activum is voortgebracht, kunnen de voordelen die voortvloeien uit de immateriële activa alsnog in de innovatiebox worden betrokken. De hoofdregel is in dit geval namelijk weer opnieuw van toepassing waardoor het werkelijk behaalde voordeel moet worden bepaald met inachtneming van de drempel. Indien de kwalificerende immateriële activa deel uitmaken van het vermogen van een samenwerkingsverband worden de forfaitaire voordelen bepaald naar rato van de winstgerechtigdheid op basis van art. 12bd lid 2 Wet VPB Als een belastingplichtige onderdeel is van meerdere samenwerkingsverbanden worden de percentages bij elkaar opgeteld tot ten hoogste 25%. 2.5 Europeesrechtelijke ontwikkelingen Vanaf het ontstaan van de innovatiebox is voortdurend de vraag opgekomen tot in hoeverre de regeling verenigbaar is met het Europese recht. Zo zijn twijfels denkbaar of de regeling in overeenstemming is met de vrijheid van vestiging en de innovatiebox zou mogelijk een vorm van staatssteun kunnen zijn die onder de Europese regelgeving niet is toegestaan. Tijdens de invoering van de regeling is de wetgever enigszins bedachtzaam geweest ten aanzien van de EU-aspecten van de regeling. De concernfinancieringsregeling uit het voormalig art. 15b Wet VPB 1969 werd namelijk op 11 juli 2001 door de Europese Commissie uitgeroepen tot verboden staatssteun, waardoor de regeling eerst werd bevroren en vervolgend op 1 december 2005 geheel werd ingetrokken. 46 De octrooibox is daarom in de periode voor invoering zorgvuldig afgestemd binnen de Europese Unie. 47 Gekozen werd voor de optie waarbij de regeling op een later tijdstip van kracht te laten worden zodat eerst overeenstemming met de Europese instanties bereikt kon worden. Destijds heeft afstemming plaatsgevonden bij zowel de Gedragscodegroep, als bij de Europese commissie. Europese vrijheid van vestiging De innovatiebox dient in overeenstemming te zijn met de Europese vrijheid van vestiging zoals staat omschreven in art. 49 VWEU. De regeling maakt om deze reden geen onderscheid naar de plaats waar de R&D-werkzaamheden plaatsvinden. Onderscheid naar de herkomst van R&D is volgens jurisprudentie van het HvJ EG namelijk strijdig met art. 49 VWEU. Dit is onder andere bepaald in het arrest Sociéte Baxter, waarbij Frankrijk de belastinggrondslag voor farmaceutische bedrijven verminderde met uitgaven voor 45 Stb. 2012, 694, p Kamerstukken II 2004/2005, 29997, nr.3, p Van der Lande 2012, p

22 wetenschappelijk en technisch onderzoek, maar alleen indien dit onderzoek werd verricht in Frankrijk. 48 Het Hof achtte deze beperking in strijd met de vrijheid van vestiging. De innovatiebox is indirect mogelijk strijdig met de Europese vrijheid van vestiging. 49 Een van de vereisten van de innovatiebox is namelijk de S&O-verklaring. Deze verklaring wordt afgegeven op basis van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor volksverzekeringen. Hierbij wordt de link gelegd naar de Wet op de loonbelasting. Indien op basis van art. 2 lid 4 Wet LB 1964 een werknemer niet als zodanig wordt gekwalificeerd omdat de dienstbetrekking nagenoeg geheel buiten Nederland wordt vervuld kan de S&O-afdrachtvermindering niet plaatsvinden. Dit heeft als gevolg dat geen S&O-verklaring wordt vergeven en geen gebruik kan worden gemaakt van de innovatiebox. Deze strijdigheid kan enigszins gerechtvaardigd worden met het feit dat het lidstaten is toegestaan maatregelen te implementeren die een duidelijke en nauwkeurige controle mogelijk maken van regelingen. Dit blijkt onder andere uit het arrest Futura Participations en Singer en eveneens uit het arrest Société Baxter van het Hof van Justitie. 50 De koppeling van de S&O-verklaring aan de innovatiebox is volgens de staatssecretaris louter op functionele redenen tot stand gekomen. 51 Het betreft een praktische oplossing waarbij gestreefd wordt naar een doeltreffende controle. Deze controle van de verrichtte S&O-werkzaamheden vindt plaats bij de RVO. De Belastingdienst wordt hierbij ontzien van deze controle en ondernemers hoeven niet tweemaal aan te tonen dat zij S&O-activiteiten verrichten. Het is echter niet geheel zeker of deze achtergrond van de regeling voldoende rechtvaardigingsgrond is om vast te kunnen stellen dat de innovatiebox niet strijdig is met de Europese vrijheid van vestiging. 52 Een oplossing om deze onzekerheid te verhelpen ligt misschien in een tegenbewijsregeling waarbij een belastingplichtige kan aantonen dat zij voldoet aan de overige criteria van de S&O-verklaring en daarmee toch toegang kan verkrijgen tot de innovatiebox. 53 Echter zou deze tegenbewijsregeling onwenselijke substance-gevolgen met zich kunnen brengen doordat de voordelen van de innovatiebox worden verkregen door middel van buitenlandse R&D-werkzaamheden. Hetgeen volgens de OESO juist voorkomen dient te worden. Deze problematiek wordt nader besproken in hoofdstuk 3. Gedragscode De Gedragscodegroep is aangesteld op december 1 december 1997 door de ECOFIN-Raad en heeft als doel belastingmaatregelen waarop de Gedragscode mogelijk van toepassing is, te onderzoeken en toezicht te 48 HvJ EU 8 juli 1999, C-254/97 (Société Baxter). 49 Van der Lande 2012, p HvJ EU 15 mei 1997, C-250/95 (Futura Participations SA, SInger) ; HvJ EG 8 Juli 1999,C-254/97 (Société Baxter). 51 Kamerstukken II 2009/10, 23128, nr.52, p Van der Lande 2012, p Kiekebeld & Nies MBB 2011/05-01, p

Innovatiebox. Doel van deze avond. Inhoud. Theoretisch kader Praktische toepasbaarheid Inzicht in de diverse methoden Aanpak innovatieboxtraject

Innovatiebox. Doel van deze avond. Inhoud. Theoretisch kader Praktische toepasbaarheid Inzicht in de diverse methoden Aanpak innovatieboxtraject Innovatiebox RB Studiekring Gelderland Overijssel 9 maart 2015 Hengelo 23 maart 2015 -Deventer Drs. Andre Kolner RA Doel van deze avond Theoretisch kader Praktische toepasbaarheid Inzicht in de diverse

Nadere informatie

Uw innovatieve onderneming

Uw innovatieve onderneming Uw innovatieve onderneming Fiscale faciliteiten voor innovatieve activiteiten Innovatie - driepijlersysteem Pijler 1 Afdrachtsvermindering S&O Pijler 2 Research & Development-aftrek Innovatie pijlers Pijler

Nadere informatie

MEMO INNOVATIEBOX NA BELASTINGPLAN 2017 Belangrijkste wijzigingen

MEMO INNOVATIEBOX NA BELASTINGPLAN 2017 Belangrijkste wijzigingen MEMO INNOVATIEBOX NA BELASTINGPLAN 2017 Belangrijkste wijzigingen Achtergrond De innovatiebox heeft als doel om technische innovatie in Nederland te stimuleren. Dankzij de innovatiebox betalen innoverende

Nadere informatie

INNOVATIEBOX. Stefan van Vliet BDO Westland

INNOVATIEBOX. Stefan van Vliet BDO Westland INNOVATIEBOX Stefan van Vliet BDO Westland Fiscale stimulering van innovatie W B S O I n n o v a t i e b o x R D A vrijdag 1 februari 2013 Page 2 2010 BDO Octrooibox in vogelvlucht: 2007 Introductie octrooibox:

Nadere informatie

Reactie van het Register Belastingadviseurs (RB) op het ter consultatie gelegde concept Wet aanpassing innovatiebox

Reactie van het Register Belastingadviseurs (RB) op het ter consultatie gelegde concept Wet aanpassing innovatiebox Reactie van het Register Belastingadviseurs (RB) op het ter consultatie gelegde concept Wet aanpassing innovatiebox Het RB heeft met belangstelling kennisgenomen van het ter consultatie gelegde concept

Nadere informatie

Het nieuwe regime voor de innovatiebox

Het nieuwe regime voor de innovatiebox Het nieuwe regime voor de innovatiebox Nadat de OESO/G20 op 5 oktober 2015 hun Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) rapport met 15 actiepunten had gepubliceerd, welk rapport ten doel had om de belastingheffing

Nadere informatie

Innovatiebox. de verdiepingsslag.

Innovatiebox. de verdiepingsslag. Innovatiebox de verdiepingsslag Sales introductie Heeft SUBtracers namens jouw bedrijf een succesvolle WBSO-aanvraag gedaan? Ben je bezig met de ontwikkeling van nieuwe software, producten of een nieuw

Nadere informatie

Succesvol innoveren met fiscaal voordeel

Succesvol innoveren met fiscaal voordeel Succesvol innoveren met fiscaal voordeel Inhoudsopgave Pagina Inleiding stimuleringsregelingen in het kort 3 1 Afdrachtvermindering loonbelasting voor speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) 4 2 De Innovatiebox

Nadere informatie

Een evaluatie van de nieuwe innovatiebox

Een evaluatie van de nieuwe innovatiebox ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Masterscriptie Fiscale Economie Een evaluatie van de nieuwe innovatiebox Naam: Jim van Kleef BSc Studentnummer: 380900 Begeleider: L.C. van Hulten

Nadere informatie

belastingbesparing met de innovatiebox

belastingbesparing met de innovatiebox Innovatiebox belastingbesparing met de innovatiebox Wat innovatie is, hoeven we u niet uit te leggen. Als ondernemer doet u niet anders. Wel willen we u graag wijzen op de fiscale voordelen ervan. Met

Nadere informatie

Fiscale subsidies voor innovatie. Fiscale subsidies voor innovatie 21-11-2014. Introductie. Fiscale subsidies voor innovatie:

Fiscale subsidies voor innovatie. Fiscale subsidies voor innovatie 21-11-2014. Introductie. Fiscale subsidies voor innovatie: Introductie : WBSO RDA Innovatiebox Afschrijving ineens Innovatiekrediet WBSO RDA Innovatiebox Afschrijving ineens Innovatiekrediet Loonheffingen: korting 35% IB: extra aftrek IB/VPB: investeringsaftrek

Nadere informatie

Innovatiebox; een stand van zaken

Innovatiebox; een stand van zaken Innovatiebox; een stand van zaken Drs L.E.U. Jansen 1 1. Inleiding Sinds 1 januari 2007 kent de Wet op de Vennootschapsbelasting 1964 (hierna: Wet Vpb) met de octrooibox een faciliteit die de investeringsbereidheid

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vennootschapsbelasting. Innovatiebox; Artikelen 12b tot en met 12bg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vennootschapsbelasting. Innovatiebox; Artikelen 12b tot en met 12bg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68661 20 december 2018 Vennootschapsbelasting. Innovatiebox; Artikelen 12b tot en met 12bg Besluit van 6 december 2018,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) Nr. 111 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan

Nadere informatie

WBSO HANDLEIDING 2018

WBSO HANDLEIDING 2018 WBSO HANDLEIDING 2018 WELKE S&O-PROJECTEN KOMEN IN AANMERKING De WBSO ondersteunt ontwikkelingen die voor u technisch nieuw zijn. Het kan gaan om de ontwikkeling van technisch nieuwe (onderdelen van) producten,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 000 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 72 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Belastingregelingen voor innovatieve ondernemers

Belastingregelingen voor innovatieve ondernemers Belastingregelingen voor innovatieve ondernemers De overheid vindt het belangrijk om innovatieve ondernemers te ondersteunen. Daarom zijn er een aantal fiscale stimuleringsmaatregelen ontwikkelt. Wij bespreken

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Datum 19 februari 2016 Betreft Evaluatie van de innovatiebox

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Datum 19 februari 2016 Betreft Evaluatie van de innovatiebox > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Innovatiebox & WBSO 2018

Innovatiebox & WBSO 2018 Innovatiebox & WBSO 2018 1. Wat is innovatiebox? 3 2. Welke ondernemingen komen in aanmerking? 3 3. Hoe kan innovatiebox worden toegepast? 4 4. Hoe wordt winst uit innovatie bepaald? 4 5. Randvoorwaarden:

Nadere informatie

Advieswijzer. Verdien geld met innovatie. 26-01-2016 Denk ondernemend. Denk Bol.

Advieswijzer. Verdien geld met innovatie. 26-01-2016 Denk ondernemend. Denk Bol. Advieswijzer Verdien geld met innovatie 26-01-2016 Denk ondernemend. Denk Bol. Als ondernemer bent u op zoek naar mogelijkheden om de toegevoegde waarde van uw bedrijf te vergroten. U denkt na over hoe

Nadere informatie

De innovatiebox, ook toepasbaar voor het MKB?

De innovatiebox, ook toepasbaar voor het MKB? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Bachelorscriptie De innovatiebox, ook toepasbaar voor het MKB? Naam student: Onur Sahin Studentnummer: 343026 Scriptiebegeleider: Mark Nieuweboer

Nadere informatie

Verdien geld met innovatie. Welke mogelijkheden heeft u? whitepaper

Verdien geld met innovatie. Welke mogelijkheden heeft u? whitepaper 26.01.16 Verdien geld met innovatie Welke mogelijkheden heeft u? whitepaper In dit whitepaper: Als ondernemer bent u op zoek naar mogelijkheden om de toegevoegde waarde van uw bedrijf te vergroten. U denkt

Nadere informatie

Innovatiebox & Research en developmentaftrek

Innovatiebox & Research en developmentaftrek Innovatiebox & Research en developmentaftrek 2014 1. Wat is innovatiebox? 3 2. Welke ondernemingen komen in aanmerking? 3 3. Hoe kan innovatiebox worden toegepast? 4 4. Hoe wordt winst uit innovatie bepaald?

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 028 Invoering van een bronbelasting en afschaffing van de dividendbelasting alsmede wijziging van enige wetten in verband met enkele maatregelen

Nadere informatie

Het doel van de Research- en developmentaftrek (RDA) is het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling door het Nederlandse bedrijfsleven.

Het doel van de Research- en developmentaftrek (RDA) is het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling door het Nederlandse bedrijfsleven. Research- en developmentaftrek Het doel van de Research- en developmentaftrek (RDA) is het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling door het Nederlandse bedrijfsleven. Algemene informatie Aanvraagtermijn:

Nadere informatie

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen - S&O-afdrachtvermindering (WBSO):

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen - S&O-afdrachtvermindering (WBSO): Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen - S&O-afdrachtvermindering (WBSO): Het doel van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen

Nadere informatie

De innovatiebox: een extra stimulans om succesgericht te innoveren

De innovatiebox: een extra stimulans om succesgericht te innoveren De innovatiebox: een extra stimulans om succesgericht te innoveren De innovatiebox is een fiscale stimuleringsmaatregel. Enerzijds ter bevordering van de innovatiekracht van de Nederlandse economie en anderzijds

Nadere informatie

Het tij is gekeerd. Wat zijn de fiscale gevolgen van Prinsjesdag 2016 voor jou?

Het tij is gekeerd. Wat zijn de fiscale gevolgen van Prinsjesdag 2016 voor jou? Het tij is gekeerd Wat zijn de fiscale gevolgen van Prinsjesdag 2016 voor jou? De overheidsfinanciën zijn verbeterd en de economische groei zet naar verwachting door met 1,7 procent in 2017. Het consumentenvertrouwen

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nadere informatie

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Geldend op 24-07-2009 - Besluit van 27 maart 2001; CPP 2001/366M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris

Nadere informatie

In artikel 10a, vierde lid, wordt 10, 13 vervangen door 10, 12bb, 13 en wordt 33 en 33b vervangen door: 33, 33b en 34d.

In artikel 10a, vierde lid, wordt 10, 13 vervangen door 10, 12bb, 13 en wordt 33 en 33b vervangen door: 33, 33b en 34d. AMBTELIJK CONCEPT Artikel I De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 10a, vierde lid, wordt 10, 13 vervangen door 10, 12bb, 13 en wordt 33 en 33b vervangen door:

Nadere informatie

Innovatie: wat zijn de mogelijkheden?

Innovatie: wat zijn de mogelijkheden? Kennisdocument Innovatie: wat zijn de mogelijkheden? Als ondernemer bent u op zoek naar mogelijkheden om de toegevoegde waarde van uw bedrijf te vergroten. U denkt na over hoe u producten, diensten en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 552 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017) B GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 17 november 2016 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Innovatiebox: stand van zaken in de praktijk

Innovatiebox: stand van zaken in de praktijk Innovatiebox: stand van zaken in de praktijk Zoals bij de lezers van Belastingmagazine bekend mag worden verondersteld kent Nederland diverse fiscale innovatiefaciliteiten. In de onderzoeks- en ontwikkelingsfase

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 552 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie

Nadere informatie

Innovatiebox De werking en de praktijk

Innovatiebox De werking en de praktijk Innovatiebox De werking en de praktijk Inhoudsopgave 1 Algemeen... 1 2 Inleiding... 2 3 Werking van de innovatiebox... 3 3.1 Toegang tot de innovatiebox... 3 3.2 De drempel en voortbrengingskosten... 4

Nadere informatie

Bijeenkomst VNO-NCW Valleiregio. Enkele fiscale actualiteiten 2011

Bijeenkomst VNO-NCW Valleiregio. Enkele fiscale actualiteiten 2011 Bijeenkomst VNO-NCW Valleiregio Enkele fiscale actualiteiten 2011 Lex van Noordenburg 17 januari 2011 Waar draait het fiscaal om in 2011? Regeerakkoord VVD-CDA Gedoogakkoord VVD-CDA-PVV Belastingplan 2011

Nadere informatie

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van t/m heden

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van t/m heden De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Geldend van 01-01-2017 t/m heden Hoofdstuk VIII. S&O-afdrachtvermindering

Nadere informatie

2.1 Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WBSO 2013)

2.1 Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WBSO 2013) 2. Innovatie 2.1 Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WBSO 2013) De WBSO regeling is bedoeld om ondernemingen te stimuleren op het gebied van technologische innovatie.

Nadere informatie

Subsidies en innovatie, drie stapelbare fiscale regelingen

Subsidies en innovatie, drie stapelbare fiscale regelingen Factsheet WBSO-Innovatiebox-RDA Van Frans van Iersel Datum 21 februari 2014 Betreft Subsidies en Innovatie 2014 Subsidies en innovatie, drie stapelbare fiscale regelingen Om innovatie in het bedrijfsleven

Nadere informatie

Op 19 juni 2012 deed het Hof uitspraak in zaak C-307/10 IP Translator en gaf daarbij de volgende antwoorden op de prejudiciële vragen:

Op 19 juni 2012 deed het Hof uitspraak in zaak C-307/10 IP Translator en gaf daarbij de volgende antwoorden op de prejudiciële vragen: Gemeenschappelijke mededeling over de tenuitvoerlegging van IP Translator v1.2, 20 februari 2014 1 Op 19 juni 2012 deed het Hof uitspraak in zaak C-307/10 IP Translator en gaf daarbij de volgende antwoorden

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Innovatiebox.

Vennootschapsbelasting. Innovatiebox. Vennootschapsbelasting. Innovatiebox. 1 Vennootschapsbelasting. Innovatiebox. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 1 september 2014, nr. BLKB2014/1054M. De Staatssecretaris van

Nadere informatie

Prinsjesdag 2016 Belastingplan 2017

Prinsjesdag 2016 Belastingplan 2017 Prinsjesdag 2016 Belastingplan 2017 Bram Faber 21 september 2016 Inhoud: Ontwikkelingen in 2016? Wat zijn de voorstellen uit het Belastingplan? De ontwikkelingen 3 De ontwikkelingen 4 De ontwikkelingen

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting. Innovatiebox

Vennootschapsbelasting. Innovatiebox Klaren Subsidieadvies B.V. Postbus 28023 3828 ZG AMERSFOORT Telefoon: 033-4530818 Vennootschapsbelasting. Innovatiebox 1 september 2014 nr. BLKB2014/1054M Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

Nadere informatie

WBSO EN INNOVATIEBOX. Harm Kolen De overheid als helpende hand 18-09-2013. WBSO en Innovatiebox

WBSO EN INNOVATIEBOX. Harm Kolen De overheid als helpende hand 18-09-2013. WBSO en Innovatiebox WBSO EN INNOVATIEBOX Harm Kolen De overheid als helpende hand 1 STIMULERING TECHNISCHE INNOVATIE Fiscaal voordeel WBSO: korting op afdracht loonheffingen / toegangsticket RDA & Innovatiebox RDA m.i.v.

Nadere informatie

De innovatiebox, ook geschikt voor verzekeraars?

De innovatiebox, ook geschikt voor verzekeraars? De innovatiebox, ook geschikt voor verzekeraars? Universiteit van Tilburg Master fiscaal recht Februari 2013 Examencommissie: Prof. dr. J.A.G. van der Geld Mr. H.P.M. van Bijnen W-J Koedijk 577131 Voorwoord

Nadere informatie

De innovatiebox in internationaal perspectief

De innovatiebox in internationaal perspectief ERASM US UNIVERSITEIT ROTTERDAM NADRUK VERBODEN Faculteit der Economische Wetenschappen Masterscriptie De innovatiebox in internationaal perspectief C.J. Maartense Studentnummer: 308786 Begeleider: De

Nadere informatie

De innovatiebox: Nijmegen, november Naam: M.J. Quijada ANR: Masterthesis fiscaal recht. Thesisbegeleider: Prof. mr.dr. R.

De innovatiebox: Nijmegen, november Naam: M.J. Quijada ANR: Masterthesis fiscaal recht. Thesisbegeleider: Prof. mr.dr. R. De innovatiebox: Is Nederland met de invoering van de innovatiebox een aantrekkelijke vestigingsplaats geworden voor S&O-hoofdkantoren van internationaal opererende groepen? Nijmegen, november 2016 Naam:

Nadere informatie

W /III. Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012)

W /III. Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) W06.11.0378/III Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 In artikel I wordt na onderdeel B een

Nadere informatie

Verruimingen maken innovatiebox pas echt succesvol

Verruimingen maken innovatiebox pas echt succesvol Verruimingen maken innovatiebox pas echt succesvol Drs L.E.U. Jansen 1 1. Inleiding Sinds 1 januari 2007 kent de Wet op de Vennootschapsbelasting 1964 (hierna: Wet Vpb) met de innovatiebox 2 een faciliteit

Nadere informatie

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving?

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? (verkorte versie ten behoeve van de internetconsultatie Enkele wijzigingen van specifieke renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

Met RJ-Uiting zijn de ontwerp-bepalingen van RJ-Uiting definitief gemaakt, met inachtneming van ontvangen commentaren.

Met RJ-Uiting zijn de ontwerp-bepalingen van RJ-Uiting definitief gemaakt, met inachtneming van ontvangen commentaren. RJ-Uiting 2013-1: Crisisheffing Algemeen Met RJ-Uiting 2013-1 zijn de ontwerp-bepalingen van RJ-Uiting 2012-5 definitief gemaakt, met inachtneming van ontvangen commentaren. De bepalingen van deze RJ-Uiting

Nadere informatie

Checklist. BusinessInnovator. WBSO en RDA Administratie. Subsidie Tip van uw zakelijke ideeënpartner. Subsidie Tip.

Checklist. BusinessInnovator. WBSO en RDA Administratie. Subsidie Tip van uw zakelijke ideeënpartner. Subsidie Tip. Checklist WBSO en RDA Administratie Uw zakelijke vernieuwer zoekt het Netto Ondernemers Geluk voor U! 1 CHECKLIST WBSO EN RDA ADMINISTRATIE Fiscale stimulering van R&D Met de WBSO (Wet Bevordering Speur-

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Begrippenlijst Hoofdstuk 1 Inleiding... 5

Begrippenlijst Hoofdstuk 1 Inleiding... 5 De Innovatiebox Jurriën Maarten de Groot jurrien.degroot@student.uva.nl 10594906 Begeleiding mr. drs. J.A. de Vries RA Eerste Ringdijkstraat 4, 1097 BC Amsterdam Eindversie 1 juli 2016 Inhoudsopgave Begrippenlijst...

Nadere informatie

De innovatiebox. getoetst aan de doelen van de wetgever. Tilburg University School of Economics and Management Master Fiscale Economie.

De innovatiebox. getoetst aan de doelen van de wetgever. Tilburg University School of Economics and Management Master Fiscale Economie. De innovatiebox getoetst aan de doelen van de wetgever Tilburg University School of Economics and Management Master Fiscale Economie 14 april 2014 Examencommissie: Prof. dr. P.J.H. Essers (begeleider)

Nadere informatie

10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel?

10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel? 10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel? Nadat u uw S&O-verklaring heeft ontvangen, kunt u uw financiële voordeel verrekenen. Er zijn twee mogelijkheden: U bent S&O-inhoudingsplichtige en ontvangt S&O-afdrachtvermindering;

Nadere informatie

10. Een WBSO-verklaring

10. Een WBSO-verklaring 10. Een WBSO-verklaring en dan Nadat u uw S&O-verklaring hebt ontvangen, kunt u uw financiële voordeel verrekenen. Er zijn twee mogelijkheden: S&O-afdrachtvermindering; aftrek S&O. In dit hoofdstuk wordt

Nadere informatie

Percentage meewerkaftrek van de winst ,25% ,00% ,00% ,00%

Percentage meewerkaftrek van de winst ,25% ,00% ,00% ,00% 6.2. Samen ondernemen Veel ondernemers ondernemen samen met hun partner. Beiden maken - vaak lange - dagen in het familiebedrijf. Ook bij de winstberekening en de berekening van de verschuldigde inkomstenbelasting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 505 Wet van 19 december 2018 tot wijziging van enige wetten in verband met enkele maatregelen voor het bedrijfsleven (Wet bedrijfsleven 2019)

Nadere informatie

Wet werken aan winst in Staatsblad

Wet werken aan winst in Staatsblad Wet werken aan winst in Staatsblad De Wet werken aan winst is op 12 december 2006 in het Staatsblad gepubliceerd. Dit betekent dat de meeste wijzigingen ingevolge deze wet op 1 januari 2007 in werking

Nadere informatie

10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel?

10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel? 10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel? Nadat u uw S&O-verklaring heeft ontvangen, kunt u uw financiële voordeel verrekenen. Er zijn twee mogelijkheden: U bent S&O-inhoudingsplichtige en ontvangt S&O-afdrachtvermindering;

Nadere informatie

NADRUK VERBODEN. Innovatie(box): de invoering van iets nieuws

NADRUK VERBODEN. Innovatie(box): de invoering van iets nieuws NADRUK VERBODEN Innovatie(box): de invoering van iets nieuws Door: M.F.J.H. van Buren LLM, Erasmus universiteit Rotterdam - Europese Fiscale Studies, Post-Master Directe Belastingen, 2016 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Een vergelijking van R&D-regimes in Europa. Maarten Hoelen (Baker & McKenzie) Migchel Migchelsen (Belastingdienst)

Een vergelijking van R&D-regimes in Europa. Maarten Hoelen (Baker & McKenzie) Migchel Migchelsen (Belastingdienst) Een vergelijking van R&D-regimes in Europa Maarten Hoelen (Baker & McKenzie) Migchel Migchelsen (Belastingdienst) Agenda 2012 Baker & McKenzie Amsterdam N.V. Introductie aanwezigen Vergelijking mechanisme

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van betreffende de vennootschapsbelasting op een aanmerkelijke digitale aanwezigheid

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van betreffende de vennootschapsbelasting op een aanmerkelijke digitale aanwezigheid EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 C(2018) 1650 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 21.3.2018 betreffende de vennootschapsbelasting op een aanmerkelijke digitale aanwezigheid NL NL AANBEVELING VAN

Nadere informatie

Inhoud WHITEPAPER. Ondernemend, net als u. Innovatieve ondernemers verdienen méér! WBSO (met geïntegreerde RDA) p. 2. Innovatiebox p.

Inhoud WHITEPAPER. Ondernemend, net als u. Innovatieve ondernemers verdienen méér! WBSO (met geïntegreerde RDA) p. 2. Innovatiebox p. 2016 WHITEPAPER Innovatieve ondernemers verdienen méér! Inhoud WBSO (met geïntegreerde RDA) p. 2 Innovatiebox p.2 Subsidies voor innovaties p.2 Overeenkomst met de belastingdienst (VSO) p.3 De forfaitaire

Nadere informatie

Nieuwsbrief september 2011

Nieuwsbrief september 2011 Nieuwsbrief september 2011 In dit nummer: Vast bedrag voor zelfstandigenaftrek vanaf 2012 Wetsvoorstel personenvennootschappen wordt ingetrokken Onroerende zaken en privégebruik na 2011 Afschaffing levensloopregeling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 505 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober

Nadere informatie

Accountantskantoor de Bot B.V.

Accountantskantoor de Bot B.V. Gebruikelijk loon voor de DGA, hoe te bepalen? Door de jaren heen zijn er diverse uitspraken door rechters geweest inzake de gebruikelijkloonregeling. Mede door aanpassingen en besluiten van de wetgever

Nadere informatie

Prinsjesdag 2010 Belastingplan 2011 Otto Brands

Prinsjesdag 2010 Belastingplan 2011 Otto Brands Prinsjesdag 2010 Belastingplan 2011 Otto Brands Bezemschoon opleveren Belastingplan 2011 Feest: landbouwvrijstelling Focus: Bestrijding constructies en fraude Ondernemers motor van de economie Woningmarkt

Nadere informatie

Prinsjesdag 2016: wijzigingen voor de loonheffingen, S&O-afdrachtvermindering en box 3-heffing buitenlandse belastingplichtigen

Prinsjesdag 2016: wijzigingen voor de loonheffingen, S&O-afdrachtvermindering en box 3-heffing buitenlandse belastingplichtigen Prinsjesdag 2016: wijzigingen voor de loonheffingen, S&O-afdrachtvermindering en box 3-heffing buitenlandse belastingplichtigen Op Prinsjesdag, 20 september 2016, heeft het kabinet het pakket voor het

Nadere informatie

juni 2015 De innovatiebox Sebastiaan Evertsen Bachelorscriptie fiscale economie

juni 2015 De innovatiebox Sebastiaan Evertsen Bachelorscriptie fiscale economie juni 2015 De innovatiebox Sebastiaan Evertsen 10335307 Bachelorscriptie fiscale economie Universiteit van Amsterdam Mr. Drs. N.G.H. Speet RA Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 1.1 Introductie... 4 1.2 Centrale

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 002 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015) Nr. 106 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan

Nadere informatie

Innovatiebox. Het doel heiligt de middelen. Bachelor thesis Student: mr. B.J.H.M. Nuijten ANR: Studierichting: Fiscale Economie

Innovatiebox. Het doel heiligt de middelen. Bachelor thesis Student: mr. B.J.H.M. Nuijten ANR: Studierichting: Fiscale Economie Innovatiebox Het doel heiligt de middelen Bachelor thesis Student: mr. B.J.H.M. Nuijten ANR: 903973 Studierichting: Fiscale Economie Datum: Juni 2011 Begeleider: drs. C.A.T. Peters Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

TIEN HANDVATTEN VOOR HET INDIENEN VAN EEN WBSO- AANVRAAG

TIEN HANDVATTEN VOOR HET INDIENEN VAN EEN WBSO- AANVRAAG TIEN HANDVATTEN VOOR HET INDIENEN VAN EEN WBSO- AANVRAAG André Bijker Teammanager WBSO U kunt gebruikmaken van de WBSO-subsidie voor het verlagen van uw loonkosten en overige kosten en uitgaven die betrekking

Nadere informatie

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT Presentatie door J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 9 December 2011 De context van het Euro Plus-pact 1 Europa 2020 Procedure macro-onevenwichtigheden

Nadere informatie

TIEN HANDVATTEN VOOR HET INDIENEN VAN EEN WBSO-AANVRAAG

TIEN HANDVATTEN VOOR HET INDIENEN VAN EEN WBSO-AANVRAAG TIEN HANDVATTEN VOOR HET INDIENEN VAN EEN WBSO-AANVRAAG TIEN HANDVATTEN VOOR HET INDIENEN VAN EEN WBSO-AANVRAAG U kunt gebruikmaken van de WBSO-subsidie voor het verlagen van uw loonkosten en overige kosten

Nadere informatie

DE GEEFWET (E.A.) VOOR CULTURELE INSTELLINGEN VANAF 2012

DE GEEFWET (E.A.) VOOR CULTURELE INSTELLINGEN VANAF 2012 DE GEEFWET (E.A.) VOOR CULTURELE INSTELLINGEN VANAF 2012 Per 1 januari 2012 zijn verschillende belastingregels voor culturele instellingen veranderd, sommige verbeterd, andere verslechterd. De meeste veranderingen

Nadere informatie

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning Hieronder wordt ingegaan op de fiscale consequenties van de aankoop en het bezit van een recreatiewoning die zodanig met de (onder)grond is verbonden

Nadere informatie

Hypothese. Voorbeeld. 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING

Hypothese. Voorbeeld. 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING Kijk op NLFiscaal voor online versie 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING Met enige regelmaat krijgt Sebastian Spauwen te horen dat iemand een makkelijke vraag

Nadere informatie

BASE EROSION AND PROFIT SHIFTING

BASE EROSION AND PROFIT SHIFTING De invloed van transfer pricing op tax incentives voor innovatie Marlies de Ruiter Head of Tax Treaty, Transfer Pricing, Financial transactions Div OECD Ewald Cratsborn Director Corporate Fiscal Affairs

Nadere informatie

Agentschap NL. Fiscaal innovatiepakket. EMC-Kennismarkt 12 juni 2012. Martin Otten T: 088-602 3185 E: martin.otten@agentschapnl.nl.

Agentschap NL. Fiscaal innovatiepakket. EMC-Kennismarkt 12 juni 2012. Martin Otten T: 088-602 3185 E: martin.otten@agentschapnl.nl. EMC-Kennismarkt 12 juni 2012 Agentschap NL Martin Otten T: 088-602 3185 E: martin.otten@agentschapnl.nl Fiscaal innovatiepakket Phases in innovation proces high Science Research Development Fundamental

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Bijlage FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR. Belangrijke informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Bijlage FISCALE JAARREKENING DECEMBER UUR. Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Bijlage FISCALE JAARREKENING DECEMBER 2015 11.00 13.30 UUR Belangrijke informatie SPD Bedrijfsadministratie Fiscale jaarrekening December 2015 B / 5 2015 NGO-ENS B / 5 Bij de

Nadere informatie

De innovatiebox van artikel 12b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969:

De innovatiebox van artikel 12b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969: De innovatiebox van artikel 12b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969: De behandeling van de innovatiebox: Een onderzoek naar de innovatiebox in rechtsvergelijkend perspectief. Naam: Rick Godding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 353 Besluit van 28 augustus 2008, houdende regels inzake toepassing van fiscale waarderingsgrondslagen in de jaarrekening van kleine rechtspersonen

Nadere informatie

Het ontwerp zal zo spoedig mogelijk na de commentaarperiode definitief worden gemaakt.

Het ontwerp zal zo spoedig mogelijk na de commentaarperiode definitief worden gemaakt. RJ-Uiting 2012-5: Ontwerp - Toepassing Richtlijn 252 / Richtlijn B10 Voorzieningen met betrekking tot de crisisheffing en wijziging Richtlijn 271.6 Personeelsbeloningen Bezoldigingen van bestuurders en

Nadere informatie

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Artikel XII Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inkomstenbelasting. Vennootschapsbelasting. Afschrijvingen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inkomstenbelasting. Vennootschapsbelasting. Afschrijvingen. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3992 16 maart 2010 Inkomstenbelasting. Vennootschapsbelasting. Afschrijvingen. 8 maart 2010 Nr. DGB2010/1188M Directoraat-Generaal

Nadere informatie

Innovatiebox. Toepassing en aandachtspunten. MFFA Belastingadvies Tax Advice

Innovatiebox. Toepassing en aandachtspunten. MFFA Belastingadvies Tax Advice Innovatiebox Toepassing en aandachtspunten Voor en nadelen 5% belastingheffing over winsten die toerekenbaar zijn aan technische IP is een belangrijk voordeel. Kosten in de voorfase kunnen gewoon tegen

Nadere informatie

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen 20.01.2006-20.02.2006 220 antwoorden. Geef aan op welk gebied uw hoofdactiviteit ligt D - Industrie 58 26,4% G - Groothandel en kleinhandel; reparatie

Nadere informatie

Special Eindejaarstips Tips voor de bv en de dga

Special Eindejaarstips Tips voor de bv en de dga Tips voor de bv en de dga 39. Stop opbouw pensioen in eigen beheer vanaf 2017 Een dga kan net als een gewone werknemer pensioen opbouwen. Een gewone werknemer moet dat doen bij een professioneel pensioenfonds

Nadere informatie

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking

Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering

Nadere informatie

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende: ARTIKEL I De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef van het vijfde lid wordt een belang heeft vervangen door: direct of indirect

Nadere informatie

SRE Investeringsregeling 2013 - Samenwerkingsverband Regio Eindhoven -

SRE Investeringsregeling 2013 - Samenwerkingsverband Regio Eindhoven - SRE Investeringsregeling 2013 - Samenwerkingsverband Regio Eindhoven - Het doel van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen - S&O-afdrachtvermindering (WBSO) is

Nadere informatie

Prinsjesdag 2017: wijzigingen voor de loonheffingen en de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen

Prinsjesdag 2017: wijzigingen voor de loonheffingen en de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Prinsjesdag 2017: wijzigingen voor de loonheffingen en de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen Op Prinsjesdag, 19 september 2017, heeft het demissionaire kabinet

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie