OPENBAAR. Den Haag, 30 juni 2005

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OPENBAAR. Den Haag, 30 juni 2005"

Transcriptie

1 OPENBAAR OORDEEL VAN HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT INZAKE DE UITVOERING DOOR TPG IN HET JAAR 2004 VAN HET POSTVESTIGINGENBELEID Den Haag, 30 juni Inleiding 1. TPG N.V. 1 (hierna: TPG) heeft voor de periode 2001 tot en met 2005 een postvestigingenplan opgesteld. 2 Hierin is TPG s plan inzake het vestigingennetwerk en bijbehorende assortimenten voor de periode opgenomen. TPG dient bij de uitvoering van haar postvestigingenplan te voldoen aan de wettelijke verplichtingen voortvloeiend uit het Besluit algemene richtlijnen post (hierna: Barp). Met ingang van 30 januari 2005 is een wijziging van het Barp 3 in werking getreden. Een deel van deze wijziging bevat vereisten die reeds gelden voor de postvestigingsrapportage over Een ander deel van de wijzigingen van het Barp heeft betrekking op de rapportage over latere jaren. Daarnaast zijn aanvullende afspraken van kracht die gemaakt zijn met de toenmalige staatssecretaris van Verkeer & Waterstaat (hierna: staatssecretaris). Naar aanleiding van de wijziging van het Barp heeft het college de rapportage-eisen, zoals die reeds eerder in oktober en december aan TPG kenbaar zijn gemaakt, deels herzien en aangevuld met rapportageprofielen. Bij brief van 25 februari 2005 heeft het college deze rapportage-eisen en rapportageprofielen aan TPG kenbaar gemaakt 6. TPG dient de jaarlijkse rapportage inzake de uitvoering van het postvestigingenplan op grond van onderdeel 2.10 lid 4 van het Barp conform deze rapportage-eisen en rapportageprofielen op te leveren. 2. Op grond van de bevoegdheid van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om toezicht te houden op de naleving van de bepalingen in het Barp, spreekt het college hierbij zijn oordeel uit over de uitvoering door TPG in het jaar 2004 van het postvestigingenbeleid Het oordeel is als volgt opgebouwd. In paragraaf 2.1 staat de gevolgde procedure beschreven. In paragraaf 2.2 is per verplichting opgenomen wat TPG over de uitvoering hiervan heeft gerapporteerd en wat de bevindingen zijn van het college op het betreffende punt. In paragraaf 2.3 staat de conclusie en het eindoordeel van het college. 1 Gedurende het rapportagejaar 2004 was de naam van de concessiehouder TPG N.V. Deze naam is medio april 2005 gewijzigd in TNT N.V. TNT N.V. is de rechtsopvolger van TPG N.V. en is als concessiehouder verplicht het postvervoer binnen Nederland en van of naar gebieden buiten Nederland te verrichten. 2 Brief van TPG d.d. 29 mei 2000 met kenmerk PA/00/U/38. 3 Zoals gepubliceerd in Staatscourant op 28 januari 2005, nr Brief met kenmerk OPTA/EGM/2001/ d.d. 5 oktober Brief met kenmerk OPTA/EGM/2001/ d.d. 18 december Brief met kenmerk OPTA/EGM/2005/ d.d. 25 februari

2 2. Oordeel over de rapportage TPG Gevolgde procedure 4. Op 11 januari 2005 hebben medewerkers van OPTA en medewerkers van TPG gesproken over de rapportage van het postvestigingenbeleid over 2004 in relatie tot de concepttekst van het te wijzigen Barp. Het gewijzigde Barp is op 30 januari 2005 van kracht geworden. 5. Op 17 februari 2005 hebben medewerkers van OPTA en medewerkers van TPG gesproken over de eisen uit het Barp, de afspraken met de staatssecretaris en de effecten hiervan op de rapportage-eisen van OPTA en de jaarlijkse rapportage van TPG. Het college heeft bij brief van 25 februari 2005 aan TPG herziene rapportage-eisen kenbaar gemaakt, aangevuld met rapportageprofielen De staatssecretaris heeft naast de wettelijke verplichtingen aanvullende afspraken met TPG gemaakt inzake het postvestigingenbeleid Deze afspraken zijn in diverse kamerstukken 8 vastgelegd. Een aantal van deze afspraken is in het gewijzigde Barp opgenomen in onderdelen 2.9, 2.10 en Een tweetal afspraken is niet opgenomen in het Barp. Deze zijn: Afspraak 1: Bij woonkernen van minder dan 5000 inwoners geldt als uitgangspunt dat in vrijwel alle gevallen er een vestiging met een volledig dan wel nagenoeg volledig assortiment beschikbaar is binnen een straal van 5 km. Afspraak 2: Verzorgingsniveau in bejaarden- en ziekenhuizen: a. Er worden geen wijzigingen in de dienstverlening aangebracht zonder dit met de directies van de zorgcentra te overleggen, waarbij als uitgangspunt van dit overleg het feitelijk afnamegedrag van de klanten ter plaatse wordt genomen. b. In de zorgcentra waar nu al postzegels worden aangeboden, zal dit in de toekomst ook het geval zijn. c. Voor de invulling van het uiteindelijke dienstenpakket dat op de zorgcentra wordt aangeboden, is ook bepalend of er ondernemers beschikbaar zijn die diensten willen aanbieden. Indien een ondernemer bereid is diensten aan te bieden, is dit in alle gevallen bespreekbaar. Bij brief van 11 maart heeft het college aan het ministerie van Economische Zaken gevraagd of de hierboven aangegeven afspraken met de staatssecretaris, die niet in het gewijzigde Barp zijn opgenomen, en het toezicht hierop door het college onverkort blijven gelden Bij brief van 18 maart 2005 heeft het ministerie van EZ aangegeven dat deze afspraken, hoewel ze niet in het Barp zijn opgenomen, onverminderd van kracht zijn en dat dit ook geldt voor het toezicht op de uitvoering van deze afspraken Brief van het college d.d. 25 februari 2005 met kenmerk OPTA/EGM/2005/ Kamerstukken II, , 21693, nr. 38; , en 26363, nr. 52; , 21693, nr. 54; , 27638/21693, nr Brief van het college d.d. 11 maart 2005 met kenmerk OPTA/EGM/2005/ Brief van het ministerie van EZ d.d. 18 maart 2005 met kenmerk TP/MO/

3 8. Bij brief van 7 maart 2005 heeft TPG aan het college gerapporteerd over de uitvoering van het postvestigingenplan over het jaar De rapportage bestaat uit twee onderdelen: Postvestigingenplan, overzicht van de uitvoering in 2004 (hierna: samenvatting) en Appendix, postvestigingenplan, overzicht van de uitvoering in 2004 (hierna: appendix). In de samenvatting geeft TPG een overzicht van de uitvoering in 2004 met betrekking tot de wettelijke normen uit het Barp en geeft TPG aanvullende informatie over de uitvoering van de afspraken met de staatssecretaris. In de appendix geeft TPG de kwantitatieve gegevens over postvestigingen en rapporteert hiermee over de wijze waarop TPG voldoet aan de verplichtingen van het Barp. Tevens is in deze appendix een accountantsverklaring opgenomen, die stelt dat de in de appendix opgenomen kwantitatieve gegevens op basis van de relevante grondslagen juist en volledig zijn en dat de inhoudelijke omschrijvingen van de betreffende hoofdstukken aansluiten op hetgeen volgens het Barp aan informatie verstrekt dient te worden. Daarnaast heeft TPG alle informatie uit de appendix ook digitaal aan het college ter beschikking gesteld. Bij brief van 31 maart heeft TPG haar reactie gegeven op de brief van het college van 25 februari Naar aanleiding van de rapportage van TPG heeft het college vragen per mail gestuurd naar TPG, die in een overleg op 21 april 2005 tussen medewerkers van OPTA en medewerkers van TPG zijn besproken en waarvan verslag is gemaakt. Het college heeft dit verslag op 25 april 2005 per mail naar TPG verstuurd om TPG in de gelegenheid te stellen hierop te reageren. TPG heeft bij mail van 26 april één opmerking geplaatst, die het college integraal heeft overgenomen. In de bespreking van 21 april 2005 heeft het college TPG om aanvullende informatie verzocht. Deze aanvullende informatie betrof de kwantitatieve gegevens ter toetsing van de rapportage van TPG over de afspraken met de staatssecretaris. TPG heeft deze aanvullende informatie naar het college g d op 26 april Naar aanleiding van deze aanvullende informatie heeft het college op 10 mei 2005 aan TPG verzocht een hierin toegepaste uitwerking van TPG over de verplichtingen van onderdeel 2.9 lid 1b van het Barp nader toe te lichten. TPG heeft de gevraagde nadere toelichting naar het college g d op 18 mei Bij van 23 juni 2005 heeft TPG de gelegenheid gekregen om een reactie te geven op het conceptoordeel van het college. TPG heeft bij van 24 juni 2005 twee opmerkingen gemaakt over de sluiting van een dienstverleningspunt en over een assortimentsafwijking. Beide opmerkingen heeft het college in haar definitieve oordeel verwerkt. 2.2 Bevindingen 11. Het college heeft de uitvoeringsrapportage van TPG getoetst aan de wettelijke eisen van het Barp en aan de afspraken met de staatssecretaris, zoals aangegeven in randnummer 6. Het college heeft de rapportage van TPG tevens getoetst aan de hand van de rapportage-eisen en rapportageprofielen van het college uit de brief van 25 februari Brief van TPG d.d. 7 maart 2005 met kenmerk PA/05/U/ Brief van TPG d.d. 31 maart 2005 met kenmerk PA/05/U/ Brief van het college d.d. 25 februari 2005 met kenmerk OPTA/EGM/2005/

4 12. Het net van dienstverleningspunten Onderdeel 2.9 lid 1 van het Barp, aanhef 1. Onverminderd de onderdelen 2.11 en 2.12 omvat het net van dienstverleningspunten, dat de houder van de concessie gebruikt voor het aanbieden van postzendingen en voor het verrichten van andere met het postvervoer samenhangende handelingen, ten minste 2000 dienstverleningspunten, waarvan ten minste 902 met een volledig assortiment van diensten. 13. De rapportage-eis is: TPG neemt het volgende in haar jaarlijkse rapportage op: het adres en de plaats van de dienstverleningspunten in Nederland, waarbij per dienstverleningspunt aangegeven wordt welk assortiment geboden wordt. Indien het assortiment afwijkt van hetgeen conform onderdeel 2.9 lid 4 aangeboden zou moeten worden, wordt per betreffende vestiging vermeld welke delen van het assortiment afwijken. Tevens worden de aantallen vestigingen uitgesplitst naar soort, te weten assortimentstype, per kwartaal inzichtelijk gemaakt. Rapportage TPG: 14. In tabel van de appendix vermeldt TPG het aantal vestigingen per kwartaal uitgesplitst naar formuletype en assortiment. In tabel van de appendix vermeldt TPG de volledige lijst van dienstverleningspunten met indien van toepassing de assortimentsafwijkingen per vestiging. In de appendix worden in tabel 3.2 de additionele uitreikvestigingen weergegeven en in tabel 3.3 de vervangende uitreiklocaties. Van een additionele uitreikvestiging is sprake wanneer de uitreikfunctie voor pakketten in een dienstverleningspunt ontbreekt en TPG dit compenseert door deze functie onder te brengen bij een ander dienstverleningspunt in de buurt (postvestiging, bestelkantoor, postbuslocatie of Business Point). Van een vervangende uitreiklocatie is sprake wanneer de uitreikfunctie voor pakketten bij een vestiging, die in principe een volledig assortiment voert, ontbreekt en de klant voor deze diensten bij een andere, dichtbijgelegen vestiging terecht kan. 15. Op grond van onderdeel 2.10, lid 7, sub a, van het Barp dient TPG de aantallen dienstverleningspunten, uitgesplitst per soort, aan het eind van elk kwartaal te rapporteren. Over 2004 heeft TPG niet per kwartaal kunnen vaststellen wat het daadwerkelijke assortiment van postdiensten van elke vestiging was, omdat het niet mogelijk was met terugwerkende kracht de afwijkingen in het assortiment te bepalen. Voor de rapportage over 2004 zijn de aantallen per kwartaal derhalve gebaseerd op de contractueel overeengekomen assortimenten per postvestiging. Aangezien de nieuwe verplichtingen in het Barp pas na afloop van het rapportagejaar 2004 in werking traden, is het college van mening dat dit voor 2004 een acceptabele werkwijze is. 16. Het college stelt vast dat TPG in ieder kwartaal in 2004 minimaal 2000 dienstverleningspunten operationeel had, waarvan er tevens ieder kwartaal minimaal 902 een volledig assortiment van postdiensten voerden. Het college is derhalve van oordeel dat TPG voldoet aan de eis uit het Barp. 4

5 17. Voor de rapportage over 2005 en volgende jaren heeft TPG de volgende werkwijze aan het college voorgesteld. Het is voor TPG kostbaar en tijdrovend om de accountant per kwartaal een controle te laten uitvoeren of op alle vestigingen het desbetreffende assortiment daadwerkelijk is gevoerd. Volgens TPG is het mogelijk om op basis van de kantoorautomatisering die op de vestigingen gebruikt wordt, per kwartaal te bepalen welke onderdelen van het assortiment daadwerkelijk verkocht zijn. Hiermee kan per kwartaal worden vastgesteld hoeveel vestigingen afwijkingen in het assortiment hadden. Jaarlijks moeten de desbetreffende ondernemers met een afwijkend assortiment een verklaring afgeven of de geregistreerde afwijkingen in het assortiment daadwerkelijk niet waren afgenomen door klanten of niet waren gevoerd. De accountant controleert aan het einde van het jaar welk assortiment in de postvestigingen gevoerd zijn op basis van de geregistreerde afwijkingen in het assortiment over het vierde kwartaal en de verklaringen van de ondernemers. De accountant stelt dan vast welke cijfers met betrekking tot de postvestigingen over het vierde kwartaal gecorrigeerd moeten worden. TPG stelt voor om deze over het vierde kwartaal vastgestelde correctiefactor integraal als correctie toe te passen op de voorgaande kwartalen. In de brief van 25 februari 14 heeft het college aangegeven met bovenstaande voorgestelde werkwijze van TPG akkoord te zijn. 18. Spreiding van de dienstverleningspunten Onderdeel 2.9 lid 1a en 1b van het Barp TPG voldoet aan de volgende spreidingsmaatstaven: 1a. de spreiding over Nederland van dienstverleningspunten met een volledig assortiment van diensten resulteert in een beschikbaarheid van een volledig assortiment van diensten binnen een straal van vijf kilometer voor ten minste 95% van de inwoners; 1b. de spreiding van dienstverleningspunten met een volledig assortiment van diensten buiten woonkernen met meer dan 5000 inwoners resulteert in een beschikbaarheid van een volledig assortiment van diensten binnen een straal van vijf kilometer voor ten minste 85% van de betrokken inwoners. 19. De rapportage-eis is: TPG toont aan dat de spreiding over heel Nederland van dienstverleningspunten met een volledig assortiment van diensten resulteert in een beschikbaarheid van deze diensten binnen een straal van vijf kilometer voor ten minste 95% van de inwoners. Voor dat deel van Nederland buiten woonkernen met meer dan 5000 inwoners resulteert de spreiding in een beschikbaarheid van een volledig assortiment van diensten binnen een straal van vijf kilometer voor ten minste 85% van de betrokken inwoners. Rapportage TPG: 20. In tabel van de appendix vermeldt TPG de woonplaatsen met meer dan 5000 inwoners en het aantal inwoners dat binnen een straal van 5 kilometer van een vestiging met volledig assortiment valt. In tabel van de appendix vermeldt TPG de woonplaatsen met minder dan 5000 inwoners en het aantal inwoners dat binnen een straal van 5 kilometer van een vestiging met volledig assortiment valt. In tabel van de appendix wordt de afdekking grafisch weergegeven en geeft 14 Brief van het college d.d. 25 februari 2005 met kenmerk OPTA/EGM/2005/

6 TPG aan dat de afdekking door vestigingen met een volledig assortiment in heel Nederland 99,0% bedraagt en dat dit dekkingspercentage in dunbevolkte gebieden 94,3% is. 21. Het college stelt vast dat TPG met de gerapporteerde dekkingspercentages van 99,0% ruimschoots voldoet aan de norm van 95% uit onderdeel 2.9, lid 1, sub a, van het Barp. 22. Ten aanzien van de nakoming van onderdeel 2.9, lid 1, sub b, van het Barp stelt het college vast dat TPG een dekkingspercentage van 94,3% rapporteert. Hierbij plaatst het college de volgende opmerkingen. 23. TPG hanteert in haar rapportage het begrip woonplaatsen in plaats van woonkernen. TPG geeft aan dat het begrip woonplaats via de postcodesystematiek een algemeen erkende indeling van Nederland is, terwijl het begrip woonkern uit het Barp in bestuurlijke en statistische zin niet in gebruik is. Volgens de definitie van TPG kan een woonplaats uit meerdere woonkernen bestaan. Een woonkern is dan binnen een woonplaats dat gedeelte dat een aaneengesloten bebouwing betreft (bebouwde kom). 24. Gezien de praktische uitvoerbaarheid van het begrip woonkernen is het college van oordeel dat de hantering van het begrip woonplaatsen een acceptabel uitgangspunt is voor de vaststelling van de spreiding van dienstverleningspunten. Het begrip woonplaatsen komt echter niet overeen met het begrip woonkernen dat is opgenomen in de verplichting van onderdeel 2.9 lid 1b van het Barp. Onderdeel 2.9 lid 1b van het Barp vereist rapportage van de spreiding van dienstverleningspunten met een volledig assortiment van diensten buiten woonkernen met meer dan 5000 inwoners. TPG rapporteert de spreiding over woonplaatsen met minder dan 5000 inwoners. Hiermee worden inwoners buiten de woonkern van woonplaatsen met meer dan 5000 inwoners niet gedekt. Om te kunnen beoordelen of TPG met het door haar gerapporteerde dekkingspercentage voor dunbevolkte gebieden aan de 85%-norm uit het Barp voldoet, heeft het college bepaald wat het dekkingspercentage is als de verplichting uit het Barp wordt gevolgd. Dit dekkingspercentage wordt bepaald door in de berekening naast de inwoners van woonplaatsen met minder dan 5000 inwoners ook de inwoners van woonplaatsen met meer dan 5000 inwoners, die buiten een straal van 5 kilometer van een vestiging met volledig assortiment vallen, te betrekken. Op deze wijze wordt het inwonertal meegenomen dat in de rapportage van TPG niet is afgedekt. Wanneer op deze wijze het dekkingspercentage voor de spreiding berekend wordt, levert dit een dekking van 93,9% op. Dit dekkingspercentage ligt ruimschoots boven de norm van 85%. 25. Het college is van oordeel dat TPG met inachtneming van het vorenstaande voor de gerapporteerde dekkingspercentages voldoet aan de normen uit het Barp. 26. Sluiting van dienstverleningspunten Onderdeel 2.9 lid 2 en 3 van het Barp 2. Een dienstverleningspunt in een woonkern met minder dan 5000 inwoners zonder winkelgebied wordt niet door de houder van de concessie gesloten. 6

7 3. Van het tweede lid mag de houder van de concessie afwijken indien de sluiting het gevolg is van opzegging of bedrijfsbeëindiging door de ondernemer met wie de houder van de concessie een overeenkomst tot exploitatie van een dienstverleningspunt heeft gesloten, dan wel indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. er is voor de bewoners van de woonkern binnen een straal van vijf kilometer een ander dienstverleningspunt met een volledig of nagenoeg volledig assortiment van diensten, en b. de omzet in zegelwaarden van het te sluiten dienstverleningspunt bedraagt minder dan ,50 per jaar. 27. De rapportage-eis is: TPG neemt het volgende in haar jaarlijkse rapportage op: welke servicepunten (adres en plaats) in welke woonkernen (naam) met minder dan 5000 inwoners zijn gesloten, waarbij aangetoond wordt dat in geval van actieve sluitingen (op initiatief van TPG) aan de in onderdeel 2.9 lid 2 en 3 van het Barp genoemde cumulatieve condities is voldaan. In het geval van passieve sluitingen (niet op initiatief van TPG) wordt gerapporteerd op welke wijze is voorzien in een alternatief. Rapportage TPG: 28. Rapportage TPG: In tabel 3.7 van de appendix vermeldt TPG een lijst van de gesloten vestigingen en de naam van en afstand tot de dichtstbijzijnde vestiging. Het betreft 17 passieve sluitingen en 1 actieve sluiting. In de brief van 31 maart heeft TPG een aangepaste versie van tabel 3.7 aan het college gestuurd, met daarin tevens de omzet in zegelwaarden voor de actieve sluiting in Mariahoop. 29. Op grond van het Barp mag TPG alleen actief een vestiging sluiten als aan twee voorwaarden wordt voldaan. Het college stelt vast dat aan de eis dat de omzet in zegelwaarden van de betrokken vestiging minder bedraagt dan ,50 per jaar, is voldaan. Maar TPG heeft niet voldaan aan de voorwaarde voor vervangende dienstverlening binnen een straal van 5 kilometer, aangezien de afstand tot de dichtstbijzijnde vestiging 5,4 kilometer betrof. TPG heeft in de bijlage bij haar brief van 31 maart aangegeven dat in het betreffende gebied in de eerste helft van 2005 een nieuwe vestiging geopend wordt waardoor voor de inwoners van Mariahoop een vestiging binnen een straal van vijf kilometer beschikbaar is. 30. Bij van 24 juni 2005 heeft TPG haar reactie op dit punt van het conceptoordeel van het college gegeven. TPG stelt dat in Mariahoop geen sprake is van een actieve sluiting maar dat de ondernemer zelf de overeenkomst heeft verbroken door zijn verplichtingen niet na te komen. Tevens is TPG bezig om in dit gebied te komen tot een alternatieve oplossing. 31. Op grond van bovenstaande concludeert het college dat in Mariahoop vooralsnog geen dienstverleningspunt beschikbaar is binnen een staal van vijf kilometer. Of in Mariahoop sprake is van een actieve sluiting kan het college op grond van de huidige beschikbare informatie van TPG niet vaststellen, aangezien de informatie van 24 juni 2005 tegenstrijdig is met eerder door TPG 15 Brief van TPG d.d. 31 maart 2005 met kenmerk PA/05/U/ Brief van TPG d.d. 31 maart 2005 met kenmerk PA/05/U/022 7

8 aangeleverde informatie. Derhalve kan het college niet vaststellen of TPG voldoet aan het vereiste van onderdeel 2.9 lid 3 van het Barp. Het college zal aan TPG om aanvullende informatie vragen en dit punt meenemen in zijn oordeel van volgend jaar. 32. Het assortiment van diensten van de vestigingen Onderdeel 2.9 lid 4 van het Barp 4. Een volledig assortiment van diensten, respectievelijk een nagenoeg volledig assortiment van diensten, bevat de postale diensten en activiteiten die zijn opgenomen in bijlage 2 van het Barp. 33. De rapportage-eis is: TPG neemt het volgende in haar jaarlijkse rapportage op: het adres en de plaats van de dienstverleningspunten in Nederland, waarbij per dienstverleningspunt aangegeven wordt welk assortiment geboden wordt. Indien het assortiment afwijkt van hetgeen conform onderdeel 2.9 lid 4 aangeboden zou moeten worden, wordt per betreffende vestiging vermeld welke delen van het assortiment afwijken. Tevens worden de aantallen vestigingen uitgesplitst naar soort, te weten assortimentstype, per kwartaal inzichtelijk gemaakt. Brief minister van EZ: 34. Bij brief van 17 november heeft de minister van Economische Zaken over de uitvoering van TPG van het postvestigingenplan over het jaar 2003 met betrekking tot het assortimentsonderdeel internationale pakjes aangegeven dat hij erop vertrouwt dat TPG de dienstverlening op dit punt verder verbetert, zodat TPG in 2004 volledig voldoet aan de zichzelf opgelegde norm. Rapportage TPG: 35. In tabel van de appendix vermeldt TPG de volledige lijst van dienstverleningspunten met de afwijkingen per vestiging indien van toepassing. In de appendix worden in tabel 3.2 de additionele uitreikvestigingen weergegeven en in tabel 3.3 de vervangende uitreiklocaties. Om te kunnen beoordelen of de door TPG in de rapportage genoemde dienstverlening per assortimentstype overeenkomt met de vereisten uit het Barp, heeft het college TPG verzocht hiertoe aanvullende informatie op te leveren. Tijdens het gesprek tussen medewerkers van TPG en medewerkers van OPTA op 21 april 2005 heeft TPG aan OPTA een transponeringstabel ter beschikking gesteld met de gevoerde diensten per assortiment. 36. Het college stelt vast dat de diensten die per type assortiment geleverd worden overeenkomen met de bijlage uit het Barp. Het college constateert dat het in 2004 slechts in één vestiging niet mogelijk is om internationale pakjes te versturen, terwijl dit aantal in 2003 nog elf vestigingen betrof. TPG heeft reeds aan het college aangegeven dat zij op zoek is naar een andere ondernemer in dezelfde woonplaats, die het volledige assortiment voor die vestiging wel gaat voeren. Daarnaast constateert het college dat in 2004 het in 37 vestigingen niet mogelijk is pakketten uit te reiken ten opzichte van 59 vestigingen in Dit betreft, volgens TPG, veelal locaties waar opslag van 17 Brief van de minister van EZ van 17 november 2004 met kenmerk TP/MO/

9 pakketten niet mogelijk is. TPG heeft dit opgelost door gebruik te maken van vervangende uitreiklocaties voor het uitreiken van pakketten. Het college constateert dat het aantal assortimentsafwijkingen sterk is gedaald ten opzichte van vorig jaar. Het college heeft geconstateerd dat het aantal assortimentsafwijkingen en vervangende uitreiklocaties sterk is gedaald in 2004 en is van oordeel is dat dit een positieve ontwikkeling is. Het college merkt echter op dat in beginsel elke vestiging alle diensten aan dient te bieden die onder het assortiment van de desbetreffende vestiging horen. Daar waar dit niet mogelijk is, is de werkwijze van TPG door dit te ondervangen met een additionele of vervangende uitreiklocatie acceptabel, echter dit hoort tot een minimum beperkt te worden. 37. TPG heeft het college in haar reactie op het conceptoordeel bij van 24 juni 2005 aangegeven dat de mogelijkheid tot het versturen van internationale pakjes inmiddels gerealiseerd is op de ene vestiging waar dit in 2004 niet mogelijk was. Alle vestigingen voldoen hiermee aan hun verplichtingen met betrekking tot het versturen van internationale pakjes. 38. Minimale aantallen van het net van dienstverleningspunten Onderdeel 2.9 lid 5 en 6 van het Barp 5. In afwijking van het eerste lid omvat het net van dienstverleningspunten met ingang van 1 januari 2006 ten minste 902 dienstverleningspunten met een volledig assortiment van diensten, ten minste 1200 dienstverleningspunten met een nagenoeg volledig assortiment van diensten, en voldoende andere dienstverleningspunten waar uitsluitend veelverkochte producten worden aangeboden. 6. Indien met ingang van 1 januari 2006, als gevolg van onvoorziene opzeggingen of bedrijfsbeëindigingen door de, door de houder van de concessie gecontracteerde, ondernemers die dienstverleningspunten exploiteren, het totaal aantal dienstverleningspunten met een volledig assortiment van diensten en met een nagenoeg volledig assortiment van diensten daalt tot onder de som van de in het vijfde lid genoemde aantallen, zorgt de houder van de concessie ervoor dat in elk geval de som van de aantallen van die dienstverleningspunten niet onder 2000 daalt. 39. De rapportage-eis is: TPG neemt het volgende in haar jaarlijkse rapportage op:het adres en de plaats van de dienstverleningspunten in Nederland, waarbij per dienstverleningspunt aangegeven wordt welk assortiment geboden wordt. Indien het assortiment afwijkt van hetgeen conform onderdeel 2.9 lid 4 aangeboden zou moeten worden, wordt per betreffende vestiging vermeld welke delen van het assortiment afwijken. Tevens worden de aantallen vestigingen uitgesplitst naar soort, te weten assortimentstype, per kwartaal inzichtelijk gemaakt. TPG toont aan dat er naast de dienstverleningspunten met een volledig of een nagenoeg volledig assortiment van diensten voldoende andere dienstverleningspunten zijn waar uitsluitend veelverkochte producten worden aangeboden. Dit wordt ingevuld met een minimum van 1000 verkooppunten in Nederland, waar de meest voorkomende posthandelingen worden verricht. Rapportage TPG: 40. In tabel van de appendix vermeldt TPG het aantal vestigingen per kwartaal uitgesplitst naar formuletype en assortiment. Ultimo 2004 waren er 1133 vestigingen met een volledig assortiment 9

10 en 916 vestigingen met een nagenoeg volledig assortiment operationeel. Het totaal aantal vestigingen bedraagt 2112 stuks ultimo In tabel van de appendix vermeldt TPG de volledige lijst van dienstverleningspunten met indien van toepassing de afwijkingen per vestiging. In de appendix worden in tabel 3.2 de additionele uitreikvestigingen weergegeven en in tabel 3.3 de vervangende uitreiklocaties. TPG rapporteert in de appendix niet over het aantal verkooppunten. In de samenvatting geeft TPG aan dat er in 2004 in totaal 1076 verkooppunten operationeel waren. 41. In de toelichting op het gewijzigde Barp van 30 januari 2005 is aangegeven dat de houder van de concessie tot 2006 de tijd heeft om het huidige vestigingenplan geleidelijk te realiseren. Bij de toetsing van onderdeel 2.9 lid 1 van het Barp zijn de aantallen vestigingen reeds getoetst zoals zij voor 2004 gelden (zie randnummers 15 en 16). In het kader van onderdeel 2.9 lid 5 en 6 van het Barp heeft het college bekeken of de aanloop naar de normaantallen voor 2006 op schema ligt. Het college stelt vast dat TPG met 1133 vestigingen met een volledig assortiment en 916 vestigingen met een nagenoeg volledig assortiment de normaantallen benadert van respectievelijk 902 en 1200 vestigingen die op grond van onderdeel 2.9 lid 5 van het Barp vanaf 1 januari 2006 gelden. Het college stelt vast dat met 1133 vestigingen met een volledig assortiment en totaal 2112 vestigingen ruimschoots wordt voldaan aan de vereiste normaantallen van respectievelijk 902 en 2000 vestigingen dat gedurende de looptijd van het postvestigingenplan gegarandeerd dient te worden. TPG rapporteert in de samenvatting over 1076 verkooppunten, hetgeen voldoet aan bovengenoemde rapportage-eis van het college van minimaal 1000 verkooppunten. Deze rapportage-eis is gebaseerd op grond van de afspraak die destijds met de staatssecretaris is gemaakt dat er minimaal 1000 verkooppunten aanwezig dienen te zijn 18. Hoewel de minister van EZ in zijn brief van 18 maart 2005 niet expliciet voor deze afspraak tussen TPG en de staatssecretaris heeft aangegeven dat deze onverminderd van kracht blijft, gaat het college ervan uit dat het standpunt van de minister op dit punt niet anders is dan voor de overige afspraken. Daarom hanteert het college deze afspraak met de staatssecretaris als invulling van het gedeelte in onderdeel 2.9, lid 5 van het Barp, waarin de verplichting is opgenomen dat met ingang van 1 januari 2006 het postvestigingen netwerk van TPG voldoende andere dienstverleningspunten waar uitsluitend veelverkochte producten worden aangeboden omvat. 42. Wel merkt het college op dat aan TPG aanvullende informatie over de verkooppunten is verzocht zodat het college het in de samenvatting gerapporteerde aantal zelf kon toetsen aangezien de gerapporteerde gegevens in de samenvatting niet onder de verklaring van de accountant vallen. TPG heeft het college deze aanvullende informatie op 26 april 2005 g d. Op basis hiervan heeft het college kunnen vaststellen dat het aantal gerapporteerde verkooppunten correct is. 18 Brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer, nummer , nummer

11 43. De indicatieve planning Onderdeel 2.10 lid 3 van het Barp 3. De houder van de concessie verstrekt ten minste één maand voor de aanvang van elk kalenderjaar aan het college de indicatieve planning van de in dat kalenderjaar voorziene mutaties in het net van dienstverleningspunten, uitgesplitst naar soort dienstverleningspunt. 44. De rapportage-eis is: TPG geeft uiterlijk in november van ieder kalenderjaar een overzicht van de in het daaropvolgende kalenderjaar te verwachten mutaties, waarbij wordt aangegeven welke mutaties verwacht worden en de reden van de mutaties. Indien de daadwerkelijke mutaties afwijken van de mutaties die in november van het voorgaande jaar gepland waren, wordt TPG verzocht om in de jaarlijkse rapportage aan te geven wat het verschil is tussen de geplande en gerealiseerde mutaties. 45. Deze verplichting geldt voor de indicatieve planning vanaf november Vanaf die periode dient TPG overeenkomstig de hierboven aangegeven rapportage-eis aan het college verslag te doen. 46. Straal- assortimentsvereisten dienstverleningspunten in woonkernen > 5000 inwoners Onderdeel 2.11 van het Barp Bij de in 2.10 genoemde aanpassing draagt de houder van de concessie er in ieder geval zorg voor dat in woonkernen met meer dan inwoners binnen een straal van 5 km een dienstverleningspunt met een volledig assortiment van diensten aanwezig is. Daarenboven zal, indien het inwonertal overschrijdt, per elke inwonertal een (extra) dienstverleningspunt met een volledig assortiment van diensten aanwezig moeten zijn. Onder woonkernen dient te worden verstaan een aaneengesloten bebouwing binnen één gemeente. 47. De rapportage-eis is: TPG neemt het volgende in haar jaarlijkse rapportage op: De namen van de woonkernen met meer dan 5000 inwoners waar een dienstverleningspunt met een volledig assortiment van diensten binnen een straal van 5 km beschikbaar is. Aangetoond wordt dat in woonkernen met meer dan 5000 inwoners in alle gevallen een dienstverleningspunt met een volledig assortiment van diensten aanwezig is binnen een straal van 5 km. Aangetoond wordt dat in woonkernen met meer dan inwoners per elk inwonertal een extra dienstverleningspunt met een volledig assortiment van diensten aanwezig is. De namen van de woonkernen, alsmede het aantal inwoners van de woonkernen. Rapportage TPG: 48. In tabel 3.6 van de appendix vermeldt TPG alle woonplaatsen met het aantal inwoners. In tabel van de appendix vermeldt TPG de woonplaatsen met meer dan 5000 inwoners en het aantal inwoners dat binnen een straal van 5 kilometer van een vestiging met volledig assortiment valt. Evenals in 2003 zijn er 15 woonplaatsen waarvoor geldt dat niet alle inwoners van de woonplaats binnen 5 kilometer een vestiging met volledig assortiment tot hun beschikking hebben. In tabel toont TPG grafisch op basis van kaartbeeld aan dat dit inwoners betreft, die niet binnen de woonkern wonen. Het gaat hierbij om niet-aaneengesloten bebouwing. In tabel 3.5 van de appendix geeft TPG voor de woonplaatsen met meer dan inwoners aan hoeveel 11

12 vestigingen met een volledig assortiment er volgens de norm uit het Barp moeten zijn en hoeveel er daadwerkelijk aanwezig zijn. 49. Het college stelt vast dat alle inwoners in de woonkernen van woonplaatsen met meer dan 5000 inwoners binnen een straal van 5 kilometer van een vestiging met volledig assortiment wonen. Voor de 15 woonplaatsen waarvoor geldt dat niet alle inwoners van de woonplaats binnen een straal van 5 kilometer een vestiging met volledig assortiment tot hun beschikking hebben, toont TPG genoegzaam aan dat dit inwoners betreft, die in niet-aaneengesloten bebouwing wonen en daarmee niet binnen de woonkern vallen. 50. Het college stelt vast dat in alle woonplaatsen met meer dan inwoners het aantal vestigingen met volledig assortiment groter of gelijk is aan het normaantal dat TPG weergeeft. Het college heeft TPG om een toelichting gevraagd van de bepaling van dit normaantal. TPG heeft tijdens de bespreking van 21 april 2005 toegelicht dat zij dit normaantal vaststelt door het aantal inwoners van de betreffende woonplaats te delen door en dit aantal naar boven af te ronden. Bij een woonplaats van inwoners levert dit bijvoorbeeld een normaantal van 2 vestigingen op. TPG heeft daarbij bovendien aangegeven dat met slechts één vestiging al een dermate grote oppervlakte met een straal van 5 kilometer wordt afgedekt, dat in Nederland met een relatief kleine oppervlakte van woonkernen in steden en een hoge bevolkingsdichtheid per vierkante kilometer dit normaantal er voor zorgt dat aan de eis uit het Barp wordt voldaan. Het college is van mening is dat deze werkwijze strikt genomen in een te laag normaantal zou kunnen resulteren, aangezien het zo zou kunnen zijn dat alle vestigingen van het normaantal reeds nodig zijn om alle inwoners in de oppervlakte van de woonkern af te dekken en er daarmee derhalve geen sprake is van een extra vestiging. Op basis van de toelichting van TPG is het college van oordeel dat de werkwijze van TPG acceptabel is. Het college is van oordeel dat TPG op dit punt aan de eis van het Barp voldoet. 51. Straal- en assortimentsvereisten dienstverleningspunten buiten woonkernen > 5000 inwoners Onderdeel 2.12 Buiten bovenvermelde woonkernen draagt de houder van de concessie bij de in 2.10 genoemde aanpassing zorg voor een zoveel mogelijk vergelijkbaar niveau van aanwezigheid van dienstverleningspunten. Indien een dergelijk niveau niet haalbaar is dient de houder van de concessie zorg te dragen voor een vervangende vorm van dienstverlening. 52. De rapportage-eis is: TPG neemt het volgende in haar jaarlijkse rapportage op: een nauwkeurige beschrijving van hoe buiten deze woonkernen een vergelijkbaar niveau van aanwezigheid van dienstverleningspunten is gerealiseerd en, indien dit redelijkerwijs niet haalbaar is, op welke wijze voor een vervangende vorm van dienstverlening is gezorgd, alsmede wat het adres en de plaats van de vervangende vorm van dienstverlening is. Ook wordt aangegeven waarom een vergelijkbaar niveau van aanwezigheid van dienstverlening redelijkerwijs niet haalbaar is. 12

13 Rapportage TPG: 53. In tabel 3.6 van de appendix vermeldt TPG alle woonplaatsen met het aantal inwoners. In tabel wordt van alle woonplaatsen met minder dan 5000 inwoners vermeld hoeveel inwoners binnen de straal van 5 kilometer van een vestiging met een volledig assortiment vallen, dit betreft 94,3% van de betreffende inwoners. 54. Onderdeel 2.12 van het huidige Barp is niet gewijzigd ten opzichte van onderdeel 2.12 van het oude Barp. In het oordeel van het college van 30 september is aangegeven dat dit onderdeel van het Barp nader is ingevuld in een afspraak tussen TPG en de staatssecretaris (zie afspraak 1 onder randnummer 55). In de brief van 18 maart 2005 (zie randnummer 7) van de minister van EZ is aangegeven dat deze afspraak van kracht blijft en dat dit ook geldt voor het toezicht op deze afspraak. Het oordeel van het college of hieraan voldaan is door TPG komt aan de orde in hiernavolgende randnummers 55 tot en met Straal- en assortimentsvereisten dienstverleningspunten woonkernen < 5000 inwoners Afspraak 1 Bij woonkernen van minder dan 5000 inwoners geldt als uitgangspunt dat in vrijwel alle gevallen er een vestiging met een volledig dan wel nagenoeg volledig assortiment beschikbaar is binnen een straal van 5 km. 56. De rapportage-eis is: TPG neemt het volgende in haar jaarlijkse rapportage op: de namen van de woonkernen met minder dan 5000 inwoners waar een vestiging met een volledig dan wel een nagenoeg volledig assortiment aanwezig is binnen een straal van 5 km. Per vestiging wordt het adres en de plaats alsmede het soort assortiment aangegeven. Aangetoond wordt dat aan de afspraak met de staatssecretaris, dat in vrijwel alle gevallen in woonkernen met minder dan 5000 inwoners een vestiging met een volledig dan wel een nagenoeg volledig assortiment aanwezig is binnen een straal van 5 km, voldaan is. Rapportage TPG: 57. TPG rapporteert in de appendix niet over de afspraak met de staatssecretaris. In de samenvatting geeft TPG aan dat 99,6% van de inwoners van woonplaatsen met minder dan 5000 inwoners een vestiging met een volledig of nagenoeg volledig assortiment binnen een straal van 5 kilometer beschikbaar heeft. Over de in de samenvatting opgenomen gegevens heeft de externe accountant geen verklaring verstrekt van volledigheid en juistheid. 58. Teneinde het door TPG gerapporteerde cijfer van 99,6% zelf te kunnen toetsen had het college onvoldoende aan de in appendix opgenomen gegevens. Weliswaar heeft TPG in tabel van de appendix gerapporteerd over de woonplaatsen met minder dan 5000 inwoners over het aantal inwoners dat binnen een straal van 5 kilometer een vestiging met volledig assortiment heeft. Maar de informatie voor deze woonplaatsen met vestigingen met een nagenoeg volledig assortiment ontbrak. Daarom heeft het college TPG tijdens de bespreking op 21 april 2005 om deze 19 Brief van 30 september 2003, oordeel inzake postvestigingenbeleid 2002, met kenmerk OPTA/EGM/2003/

14 aanvullende informatie verzocht. Bij van 26 april 2005 heeft TPG de aanvullende gegevens aan het college verstrekt. Op grond van de aanvullende informatie heeft het college kunnen vaststellen dat het door TPG gerapporteerde cijfer van 99,6% correct is. 59. Hiermee is het college van oordeel dat TPG voldoet aan de afspraak met de staatssecretaris. Het college concludeert daarbij dat TPG niet overeenkomstig onderdeel 2.10, lid 4 van het Barp over onderdeel 2.12 van het Barp heeft gerapporteerd door hierover geen verklaring van de externe accountant aan het college te verstrekken. 60. De afspraak met de staatssecretaris stelt: Afspraak 2 Verzorgingsniveau in bejaarden- en ziekenhuizen: Er worden geen wijzigingen in de dienstverlening aangebracht zonder dit met de directies van de zorgcentra te overleggen, waarbij als uitgangspunt van dit overleg het feitelijk afnamegedrag van de klanten ter plaatse wordt genomen. In de zorgcentra waar nu al postzegels worden aangeboden, zal dit in de toekomst ook het geval zijn. Voor de invulling van het uiteindelijke dienstenpakket dat op de zorgcentra wordt aangeboden, is ook bepalend of er ondernemers beschikbaar zijn die diensten willen aanbieden. Indien een ondernemer bereid is diensten aan te bieden, is dit in alle gevallen bespreekbaar. 61. De rapportage-eis is: TPG doet verslag van het verzorgingsniveau in bejaarden- en ziekenhuizen, waarbij de in de afspraken met de staatssecretaris genoemde punten aan de orde dienen te komen c.q. dat daaraan is voldaan. Rapportage TPG: 62. TPG heeft in de appendix geen verslag gedaan van het verzorgingsniveau in bejaarden- en ziekenhuizen. In de samenvatting meldt TPG dat er zich in 2004 geen wijzigingen op dit punt hebben voorgedaan. 63. Het college stelt vast dat TPG rapporteert dat er in 2004 geen wijzigingen in de dienstverlening van bejaarden- en ziekenhuizen zijn aangebracht. Het college stelt vast dat de samenvatting niet onder de accountantsverklaring valt, zodat de accountant niet heeft gecontroleerd of de rapportage van TPG op dit punt correct is. TPG heeft op verzoek van het college bij mail van 26 april toegezegd om, indien van toepassing, bij aanpassing van de dienstverlening in bejaarden- en ziekenhuizen gegevens hieromtrent aan het college te zullen leveren. Het college is van oordeel dat TPG in voldoende mate voldoet aan de afspraak met de staatssecretaris. 14

15 3.3 Oordeel Het college is van oordeel dat TPG met haar uitvoering van het postvestigingenplan over 2004 op vrijwel alle onderdelen voldoet aan de eisen van het Barp en aan de afspraken tussen TPG en de staatssecretaris. Slechts op één punt voldoet TPG naar het oordeel van het college niet aan het Barp. TPG heeft verzuimd om over de gegevens die de uitvoering van onderdeel 2.12 van het Barp betreffen en die nader uitgelegd zijn in de afspraak tussen TPG en de staatssecretaris (zie randnummer 54) een accountantsverklaring te verstrekken. Het college constateert dat TPG de uitvoering van het postvestigingenplan op de meeste punten verder heeft verbeterd ten opzichte van Voorts rest er nog een aantal aandachtspunten met betrekking tot de uitvoering. Al deze punten worden hieronder toegelicht. Verbeteringen Het college heeft de volgende verbeteringen geconstateerd: Het dekkingspercentage van inwoners binnen een straal van 5 kilometer van een vestiging met volledig assortiment voor woonplaatsen met meer dan 5000 inwoners is gestegen van 98,8% in 2003 tot 99,0% in Het dekkingspercentage van inwoners binnen een straal van 5 kilometer van een vestiging met volledig assortiment voor woonplaatsen met minder dan 5000 inwoners is gestegen van 92,8% in 2003 tot 94,3% in Het aantal assortimentsafwijkingen op de vestigingen is gedaald, zowel voor het aannemen van pakketten als voor het uitreiken van pakketten. Het aantal vervangende uitreiklocaties nodig ter aanvulling bij vestigingen met een volledig assortiment is gedaald. De aantallen vestigingen met een volledig dan wel nagenoeg volledig assortiment liggen op schema richting de normaantallen voor 1 januari Het college stelt vast dat TPG met 1133 vestigingen met een volledig assortiment en 916 vestigingen met een nagenoeg volledig assortiment de normaantallen benadert van respectievelijk 902 en 1200 vestigingen die op grond van onderdeel 2.9 lid 5 van het Barp vanaf 1 januari 2006 gelden. Nakoming van het Barp Het college is van oordeel dat TPG voldoet aan de eisen van de dienstverlening zoals gesteld onder onderdeel 2.12 van het Barp. Het college stelt echter vast dat TPG op dit punt niet voldoet aan onderdeel 2.10, lid 4 van het Barp dat bepaalt dat TPG aan het college gegevens dient te verstrekken over de uitvoering van onderdelen 2.9 tot en met 2.12 van het Barp en een verklaring geeft van de externe accountant over de juistheid en volledigheid van deze gegevens. TPG heeft verzuimd om over de gegevens die de uitvoering van onderdeel 2.12 van het Barp betreffen en die nader uitgelegd zijn in de afspraak tussen TPG en de staatssecretaris (zie randnummer 54) een accountantsverklaring te verstrekken. Aangezien TPG bereid was om op verzoek van het college aanvullende informatie te verstrekken, heeft het college kunnen vaststellen dat het door TPG gerapporteerde cijfer correct is. Desalniettemin geldt voor deze onderliggende gegevens dat deze niet door de externe accountant getoetst zijn op volledigheid en juistheid. 15

16 Het college is van oordeel dat TPG in de rapportage van volgend jaar conform onderdeel 2.10, lid 4 van het Barp over de uitvoering van onderdeel 2.12 van het Barp dient te rapporteren en over deze gegevens een accountantsverklaring aan het college dient te verstrekken. Aandachtspunten Verder rest er nog een aantal aandachtspunten over de uitvoering van het postvestigingenplan door TPG. Deze zijn: Het college heeft geconstateerd dat het aantal assortimentsafwijkingen en vervangende uitreiklocaties sterk is gedaald in 2004 en is van oordeel is dat dit een positieve ontwikkeling is. Het college merkt echter op dat in beginsel elke vestiging alle diensten aan dient te bieden die onder het assortiment van de desbetreffende vestiging horen. Daar waar dit niet mogelijk is, is de werkwijze van TPG door dit te ondervangen met een additionele of vervangende uitreiklocatie acceptabel, echter dit hoort tot een minimum beperkt te worden. Bij de actieve sluiting van één postvestiging bleek geen vervanging aanwezig binnen 5 kilometer. TPG heeft in eerste instantie aangegeven binnenkort een nieuwe vestiging in de betreffende woonplaats te openen. In haar reactie van 24 juni 2005 op het conceptoordeel heeft TPG echter aangegeven dat het geen actieve maar een passieve sluiting betreft. Deze informatie is tegenstrijdig met eerder door TPG aangeleverde informatie. Derhalve kan het college op grond van de huidige beschikbare informatie niet vaststellen of TPG op dit punt voldoet aan het Barp. Het college zal TPG om aanvullende informatie vragen en dit punt meenemen in zijn oordeel van volgend jaar. Het college merkt op dat TPG in een samenvattend document aanvullende gegevens heeft opgenomen, die niet in de uitvoeringsrapportage zijn opgenomen. Deze samenvatting valt, in tegenstelling tot de rapportage, niet onder de accountantsverklaring. Het college heeft op grond van nadere informatie van TPG de juistheid van de gerapporteerde gegevens kunnen vaststellen. Het college verwijst in dit verband ook naar zijn oordeel zoals weergegeven bij Nakoming van het Barp. HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college, prof.dr. J.C. Arnbak, voorzitter 16

Den Haag, 9 september 2004

Den Haag, 9 september 2004 OORDEEL VAN HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT INZAKE DE UITVOERING DOOR TPG IN HET JAAR 2003 VAN HET POSTVESTIGINGENBELEID 2001-2005 Den Haag, 9 september 2004 Paragraaf

Nadere informatie

Den Haag, 30 september 2003

Den Haag, 30 september 2003 OORDEEL VAN HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT INZAKE DE UITVOERING DOOR TPG IN HET JAAR 2002 VAN HET POSTVESTIGINGENBELEID 2001-2005 Den Haag, 30 september 2003 Paragraaf

Nadere informatie

Auteur Toestelnummer Classificatienummer. mr E. de Vries(mo) 7462 Datum Uiterste verzenddatum Verzendwijze

Auteur Toestelnummer Classificatienummer. mr E. de Vries(mo) 7462 Datum Uiterste verzenddatum Verzendwijze Minute Auteur Toestelnummer Classificatienummer mr E. de Vries(mo) 7462 Datum Uiterste verzenddatum Verzendwijze 2 september 2004 Aan Informatiekopie aan Medeafdoening van ons kenmerk de Staatscourant

Nadere informatie

Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. De heer drs J.W.M. Schuyt RA Postbus 90357 1006 BJ AMSTERDAM 1006BJ90357 Ons kenmerk: OPTA/AM/2009/201196 Zaaknummer: 09.0118.07 29 mei 2009 van het college van

Nadere informatie

- OPENBARE VERSIE - Artikelsgewijs commentaar uitvoeringstoets ontwerp Postbesluit. Datum 19 oktober 2007 Kenmerk : OPTA/IPB/2007/202196

- OPENBARE VERSIE - Artikelsgewijs commentaar uitvoeringstoets ontwerp Postbesluit. Datum 19 oktober 2007 Kenmerk : OPTA/IPB/2007/202196 Bijlage bij brief OPTA/IPB/2007/202094 Artikelsgewijs commentaar uitvoeringstoets ontwerp Postbesluit Datum 19 oktober 2007 Kenmerk : OPTA/IPB/2007/202196 Artikel 3 In artikel 3 van het ontwerp Postbesluit

Nadere informatie

Controle- en rapportageprotocol Tijdelijke stimuleringsregeling SUWI- Bedrijfsverzamelgebouw 2002

Controle- en rapportageprotocol Tijdelijke stimuleringsregeling SUWI- Bedrijfsverzamelgebouw 2002 Controle- en rapportageprotocol Tijdelijke stimuleringsregeling SUWI- Bedrijfsverzamelgebouw 2002 1 ALGEMEEN 1.1 Doel en reikwijdte van het controle- en rapportageprotocol Dit controle- en rapportageprotocol

Nadere informatie

Datum Onderwerp Bijlage(n) Aangiftebiljetten

Datum Onderwerp Bijlage(n) Aangiftebiljetten Dit is het gefinaliseerde standpunt van het college inzake de status van toezending van belastingaangiftebiljetten en oproepingskaarten voor de verkiezingen. Het college blijft, met inachtneming van de

Nadere informatie

Aanvullende informatie bij de post-concessierapportage 2001

Aanvullende informatie bij de post-concessierapportage 2001 a Aanvullende informatie bij de post-concessierapportage 2001 Overzicht 1a Het college stelt vast dat TPG niet voldoet aan het informatieprofiel van 7 augustus 2002 ter zake van overzicht 1, omdat TPG

Nadere informatie

Pagina. Besluit Openbaar. 1 Inleiding. 2 Handhavingsverzoek. 3 Verloop van de procedure

Pagina. Besluit Openbaar. 1 Inleiding. 2 Handhavingsverzoek. 3 Verloop van de procedure Ons kenmerk: ACM/DTVP/2017/202665_OV Zaaknummer: 17.0199.53 Datum: 1 mei 2017 1 Inleiding 1. Een aantal bewoners van het buurtschap De Paauwen in Overschild te Groningen (hierna: de Bewonersgroep) heeft

Nadere informatie

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk]

Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke passages zijn aangemerkt als [bedrijfsvertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2005/200255 [openbare versie] Zaaknummer: E04203085 Datum: 19 januari 2005 van het College van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van de overgangsrechtelijke

Nadere informatie

Besluit «Openbaar» 1 Verloop van de procedure

Besluit «Openbaar» 1 Verloop van de procedure Ons kenmerk: OPTA/AM/2009/202501 Zaaknummer: 09.0161.34 Datum: 29 september 2009 Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 48, eerste lid, van

Nadere informatie

Besluit. Openbaar bedrijfsvertrouwelijke informatie is weergegeven als [vertrouwelijk] 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Besluit. Openbaar bedrijfsvertrouwelijke informatie is weergegeven als [vertrouwelijk] 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Besluit Openbaar bedrijfsvertrouwelijke informatie is weergegeven als [vertrouwelijk] Ons kenmerk: OPTA/EGM/2004/202824 Zaaknummer: E04203048 Datum: 19 augustus 2004 Besluit van het college van de Onafhankelijke

Nadere informatie

Datum 18 maart Ons kenmerk JZ Pagina 1 van 5. Telefoon

Datum 18 maart Ons kenmerk JZ Pagina 1 van 5. Telefoon Bijlage Openbare versie beslissing op bezwaar Aangetekend met bericht van ontvangst Kristal Advies t.a.v. de heer ---------------- ------------------------------ --------------- UTRECHT Datum 18 maart

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3705 14 februari 2013 Beleidsregels artikel 5 Besluit Interoperabiliteit, Onafhankelijke Post en Telecommunicatieautoriteit

Nadere informatie

Pagina. Besluit Openbaar

Pagina. Besluit Openbaar Ons kenmerk: Zaaknummer: Datum: ACM/DTVP/2017/204844_OV 17.0179.52 15 augustus 2017 1 Inleiding en samenvatting 1. PostNL 1 is in Nederland aangewezen als aanbieder van de universele postdienst. Dit betekent

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C te D Zaak : Beëindiging, te late opzegging, compensatie Zaaknummer : 2009.00799 Zittingsdatum : 9 september 2009 1/6 Geschillencommissie Zorgverzekeringen

Nadere informatie

De zienswijze is op de OPTA website onder thema interconnectie te vinden.

De zienswijze is op de OPTA website  onder thema interconnectie te vinden. Inleiding Bij brief van 17 december 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/202957, heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) de markt op de hoogte gebracht

Nadere informatie

Controleprotocol jaarrekening gemeente Heerenveen

Controleprotocol jaarrekening gemeente Heerenveen gemeente Heerenveen Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Wettelijk kader... 3 1.2 Doel... 4 2 Accountantscontrole... 5 2.1 Controle getrouwheid en rechtmatigheid in het algemeen... 5 2.2 Controle rechtmatigheid

Nadere informatie

HOEBERT HULSHOF & ROEST

HOEBERT HULSHOF & ROEST Inleiding Artikel 1 Deze standaard voor aan assurance verwante opdrachten heeft ten doel grondslagen en werkzaamheden vast te stellen en aanwijzingen te geven omtrent de vaktechnische verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016

Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016 Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Standaard 4400N Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden (2 e ontwerp) 21 juli 2016 Consultatieperiode loopt

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen GEDRAGSCODE Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het College gerechtelijk deskundigen, met inachtneming van artikel 51k, eerste lid van de Wet deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 33; hierna de

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs Mevr. mr. A.S. Nijhuis (035)

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa ivs Mevr. mr. A.S. Nijhuis (035) AANTEKENEN SBS Broadcasting B.V./ TV 10 B.V. t.a.v. mevrouw S. Hoogenbosch Postbus 18179 1001 ZB AMSTERDAM Datum Onderwerp 23 mei 2007 Programmaquota 2005 beschikking Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_13-4 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

Beschikbaarheidsbijdrage cure op aanvraag

Beschikbaarheidsbijdrage cure op aanvraag Accountantsprotocol Beschikbaarheidsbijdrage cure op aanvraag Calamiteitenhospitaal 2015 COS 4400 Juni 2016 Inhoud 1. Uitgangspunten 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Procedures 4 1.4 Leeswijzer

Nadere informatie

Besluit algemene richtlijnen post

Besluit algemene richtlijnen post (Tekst geldend op: 14-11-2003) Besluit algemene richtlijnen post De minister van Verkeer en Waterstaat, Gelet op artikel 5 van de Postwet (Stb. 1988, 522); Besluit: voor TPG N.V. de volgende algemene richtlijnen

Nadere informatie

Aa n De minister van Financien van Curac;ao. Contactpersoon Telefoonnummer Telefoon ( + 172 1) 543033 1 Sylvia Bijl (Cft) +5999 461 9081

Aa n De minister van Financien van Curac;ao. Contactpersoon Telefoonnummer Telefoon ( + 172 1) 543033 1 Sylvia Bijl (Cft) +5999 461 9081 Aa n De minister van Financien van Curac;ao o en Sint Maarten Adres kantoor Curacao De Rouvilleweg 39 Willemstad, C ura ~ ao Tel efoon ( + 5999 ) 461908 1 Telefa x (+5999) 46 19088 Adres kantoor Sint Ma

Nadere informatie

Pagina. Besluit Openbaar

Pagina. Besluit Openbaar Ons kenmerk: ACM/DTVP/2013/201126 Zaaknummer: 12.0186.28 Datum: 26 april 2013 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 3, vijfde lid, van de Wet openbaarheid van bestuur inhoudende

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_19-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Bekendmaking Goedkeuring Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen

Bekendmaking Goedkeuring Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen Bekendmaking Goedkeuring Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft een aanvraag ontvangen tot het afgeven van een verklaring in

Nadere informatie

Controleprotocol Multidisciplinaire zorg 2016

Controleprotocol Multidisciplinaire zorg 2016 Controleprotocol Multidisciplinaire zorg 2016 1 Doelstelling In het kader van de NZa-beleidsregel BR/REG-17171 Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg heeft CZ voor de jaren 2015 en 2016 overeenkomsten

Nadere informatie

Besluit. Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus GA 'S-GRAVENHAGE. 1 Samenvatting

Besluit. Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus GA 'S-GRAVENHAGE. 1 Samenvatting Koninklijke KPN N.V. De heer A.J. Scheepbouwer Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Ons kenmerk: Zaaknummer: OPTA/EGM/2003/204650 E03209097 van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Datum Onderwerp Bijlage(n)

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer. Datum Onderwerp Bijlage(n) Dit is het gefinaliseerde standpunt van het college inzake de status van toezending van oproepingskaarten voor de verkiezingen. Het college blijft, met inachtneming van de resultaten van de consultatie,

Nadere informatie

BEOORDELING VAN TPG S MEETSYSTEMATIEK VOOR DE OVERKOMSTDUUR VAN BRIEVEN

BEOORDELING VAN TPG S MEETSYSTEMATIEK VOOR DE OVERKOMSTDUUR VAN BRIEVEN OPTA BEOORDELING VAN TPG S MEETSYSTEMATIEK VOOR DE OVERKOMSTDUUR VAN BRIEVEN OPTA/EGM/2001/201381 31 mei 2001 1. Inleiding Met de inwerkingtreding van het nieuwe Besluit algemene richtlijnen post (hierna:

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Accountantsprotocol Beschikbaarheidbijdrage op aanvraag Calamiteitenhospitaal 2017

Accountantsprotocol Beschikbaarheidbijdrage op aanvraag Calamiteitenhospitaal 2017 Accountantsprotocol Beschikbaarheidbijdrage op aanvraag Calamiteitenhospitaal 2017 Versie 1 Dit document is gepubliceerd door NZa op het publicatie platform voor uitvoering (PUC). Dit document is een afdruk

Nadere informatie

Wijziging Uitvoeringsregeling milieuverslaglegging

Wijziging Uitvoeringsregeling milieuverslaglegging VROM, VW Wijziging Uitvoeringsregeling milieuverslaglegging Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 1 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden Vastgesteld

Nadere informatie

Gelet op artikel 6.5 van de Telecommunicatiewet en artikelen 1 en 5 van het Besluit Interoperabiliteit. 1

Gelet op artikel 6.5 van de Telecommunicatiewet en artikelen 1 en 5 van het Besluit Interoperabiliteit. 1 Beleidsregels artikel 5 Besluit Interoperabiliteit OPTA/AM/2013/200251, 7 februari 2013 De Onafhankelijke Post en Telecommunicatieautoriteit: Gelet op artikel 6.5 van de Telecommunicatiewet en artikelen

Nadere informatie

drs. T.S.F. Buijs OPTA/EGM/2003/ (070) Beleidsregels nummerportabiliteit 2

drs. T.S.F. Buijs OPTA/EGM/2003/ (070) Beleidsregels nummerportabiliteit 2 Aan geadresseerde Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer drs. T.S.F. Buijs OPTA/EGM/2003/201642 (070) 315 92 45 Datum Onderwerp Bijlage(n) Beleidsregels nummerportabiliteit 2 Geachte heer/mevrouw,

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER ENERGIEKAMER BESLUIT Nummer: 102556_1/8. Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid Elektriciteitswet

Nadere informatie

REGELING NR/CU-258. Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg

REGELING NR/CU-258. Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg REGELING Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg Gelet op artikel 36, derde lid en de artikelen 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 20 januari 2011 mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. A.M. Wigger en de heer mr. J.Th de Wit Samenvatting Bij dalende

Nadere informatie

Enerzijds, De besloten vennootschap Broadcast Newco Two B.V. gevestigd te Terneuzen, gemachtigde: mr A.J.H.W.M. Versteeg, advocaat te Amsterdam,

Enerzijds, De besloten vennootschap Broadcast Newco Two B.V. gevestigd te Terneuzen, gemachtigde: mr A.J.H.W.M. Versteeg, advocaat te Amsterdam, Besluit geschil Broadcast Newco Two - Nozema met betrekking tot het antenne-opstelpunt Rotterdam OPTA/G.6.00/2000/203055 Oordeel in de zin van artikel 3.11., vijfde en vierde lid, van de Telecommunicatiewet,

Nadere informatie

DISCUSSIEDOCUMENT TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFEL BIJEENKOMST MCTN+

DISCUSSIEDOCUMENT TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFEL BIJEENKOMST MCTN+ DISCUSSIEDOCUMENT TEN BEHOEVE VAN RONDE TAFEL BIJEENKOMST MCTN+ Deze tekst is opgesteld als uitgangspunt voor de bespreking tijdens de ronde tafel bijeenkomst over MCTN+ op 28 november 2003. Het hierin

Nadere informatie

Het controle- en rapportageprotocol heeft de volgende indeling:

Het controle- en rapportageprotocol heeft de volgende indeling: Bijlage, als bedoeld in artikel 1a van de Regeling verantwoording kosten Wvg-woonvoorzieningen. CONTROLE- EN RAPPORTAGEPROTOCOL 2002 Besluit rijksvergoeding Wvg-woonvoorzieningen voor de bij de gemeente

Nadere informatie

Controleprotocol provincie Utrecht

Controleprotocol provincie Utrecht Controleprotocol provincie Utrecht Controleprotocol voor de accountantscontrole bij door de provincie Utrecht gesubsidieerde instellingen Januari 2010 Controleprotocol provincie Utrecht 1 van 7 Controleprotocol

Nadere informatie

Circulaire nr. Betreft uitvoering krachtens de Datum CVZ 04/42 ZFW 28 juli 2004 CTZ 04/07. Kenmerk Afdeling/Behandelaar Doorkiesnummer

Circulaire nr. Betreft uitvoering krachtens de Datum CVZ 04/42 ZFW 28 juli 2004 CTZ 04/07. Kenmerk Afdeling/Behandelaar Doorkiesnummer Aan de uitvoeringsorganen Ziekenfondswet en/of AWBZ Circulaire nr. Betreft uitvoering krachtens de Datum CVZ 04/42 ZFW 28 juli 2004 CTZ 04/07 Onderwerp Getrouwheidsonderzoek hogekostenverevening 2003 Ingangsdatum

Nadere informatie

1. Algemeen. Gegevensbescherming

1. Algemeen. Gegevensbescherming 1. Algemeen De gerechtsdeurwaarder gebruikt bij de uitvoering van zijn opdracht altijd persoonsgegevens. Deze gegevens zijn geheel of gedeeltelijk afkomstig van de opdrachtgever. De verplichtingen van

Nadere informatie

Ontwerpbesluit, houdende de regeling van enkele onderwerpen van de Aanbestedingswet (Aanbestedingsbesluit), met nota van toelichting.

Ontwerpbesluit, houdende de regeling van enkele onderwerpen van de Aanbestedingswet (Aanbestedingsbesluit), met nota van toelichting. dit advies dit advies Adviezen Print E-mail ZAAKNUMMER W15.12.0455/IV DATUM VAN ADVIES donderdag 20 december 2012 SOORT Algemene maatregel van bestuur MINISTERIE Economische Zaken VINDPLAATS Ontwerpbesluit,

Nadere informatie

RECHTSOORDEEL. Vervoerkamer

RECHTSOORDEEL. Vervoerkamer Vervoerkamer RECHTSOORDEEL Nummer: 4.4.8/200014/9.B603 Betreft: Oordeel met betrekking tot naleving van het bepaalde in artikel 69, lid 5, Wp2000, boekjaar 2001 en 2002 Onderstaand treft u het oordeel

Nadere informatie

Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007

Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007 Datum Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007 2 van 11 1. Probleemstelling Ingevolge artikel 8.22 van de Wet luchtvaart schrijft de Inspecteur-Generaal Verkeer en Waterstaat (hierna:

Nadere informatie

Bijlage 1: Toelichting op bepaling tariefinkomsten 2011

Bijlage 1: Toelichting op bepaling tariefinkomsten 2011 Bijlage 1: Toelichting op bepaling tariefinkomsten 2011 Bijlage bij besluit 103627/ 56 1. In deze bijlage legt de Raad uit hoe de toegestane tariefinkomsten voor TenneT tot stand zijn gekomen. Het systeemdienstentarief

Nadere informatie

Pagina 1/7. Prikkel relatieve beschikbaarheid 2012. Besluit. Ons 104407/12 kenmerk: Zaaknummer: 104407 / NorNed bonus_malus 2012.

Pagina 1/7. Prikkel relatieve beschikbaarheid 2012. Besluit. Ons 104407/12 kenmerk: Zaaknummer: 104407 / NorNed bonus_malus 2012. Besluit Ons 104407/12 kenmerk: Zaaknummer: 104407 / NorNed bonus_malus 2012. Prikkel relatieve beschikbaarheid 2012 Pagina 1/7 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt ter vaststelling van de prikkel

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-057 d.d. 20 februari 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting Inboedelverzekering. Uitleg van verzekeringsvoorwaarden.

Nadere informatie

Copro 17015O. Accountantsprotocol. Beschikbaarheidbijdrage cure op aanvraag. Calamiteitenhospitaal 2016 COS 4400

Copro 17015O. Accountantsprotocol. Beschikbaarheidbijdrage cure op aanvraag. Calamiteitenhospitaal 2016 COS 4400 Accountantsprotocol Beschikbaarheidbijdrage cure op aanvraag Calamiteitenhospitaal 2016 COS 4400 Maart 2017 2 Inhoud 1. Uitgangspunten 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Procedures 4 1.4 Leeswijzer

Nadere informatie

BESLUIT. I. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft; 101698-12 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46204 22 december 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 december 2015, 2015-0000304113,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-264 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 juli 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Accountantsprotocol Beschikbaarheidbijdrage op aanvraag Coördinatie Traumazorg en Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) 2018

Accountantsprotocol Beschikbaarheidbijdrage op aanvraag Coördinatie Traumazorg en Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) 2018 Accountantsprotocol Beschikbaarheidbijdrage op aanvraag Coördinatie Traumazorg en Versie 1 Dit document is gepubliceerd door NZa op het publicatie platform voor uitvoering (PUC). Dit document is een afdruk

Nadere informatie

Een onderzoek naar de verwerking van een adreswijziging van een burger.

Een onderzoek naar de verwerking van een adreswijziging van een burger. Rapport Ieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheid Een onderzoek naar de verwerking van een adreswijziging van een burger. Oordeel Op basis van het onderzoek is van oordeel dat de klacht over de minister

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit Aan RET T.a.v. de heer drs. R.J.A. Clayden Postbus 112 3000 AC ROTTERDAM Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) FIN/ RC/ lw/ 03/ 788 200013/ 1.B396 Onderwerp Oordeel

Nadere informatie

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels 1 Inleiding 1.1 Algemeen Het SER-besluit Fusiegedragsregels is op 15 mei 1970 door de Sociaal-Economische Raad ( SER ) vastgesteld (inwerkingtreding op 19 juni 1970). De fusiegedragsregels zijn laatstelijk

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_11-6 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d,

Nadere informatie

1 Kunt u aangeven op welke wijze Nieuwe Post N.V. stappen gaat zetten om de kwaliteit van de postvoorziening op Caribisch Nederland te verbeteren?

1 Kunt u aangeven op welke wijze Nieuwe Post N.V. stappen gaat zetten om de kwaliteit van de postvoorziening op Caribisch Nederland te verbeteren? > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

Ten behoeve van het Stimuleringsfonds voor de Pers

Ten behoeve van het Stimuleringsfonds voor de Pers Controleprotocol Ten behoeve van het Stimuleringsfonds voor de Pers April 2010 Dit rapport heeft 9 pagina s controleprotocol Inhoudsopgave 1 Algemeen 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Uitgangspunten 2 1.3 Doel en

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-239 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris) Klacht ontvangen op : 22 februari 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Pagina 1/5. Kennedy Van der Laan Advocaten Mevrouw A. van der Beek Postbus 58188 1040 HD AMSTERDAM. Den Haag,

Pagina 1/5. Kennedy Van der Laan Advocaten Mevrouw A. van der Beek Postbus 58188 1040 HD AMSTERDAM. Den Haag, Kennedy Van der Laan Advocaten Mevrouw A. van der Beek Postbus 58188 1040 HD AMSTERDAM Den Haag, Aantal bijlage(n): Uw kenmerk: 51281/ABE/1351744/0.1 Ons kenmerk: ACM/DM/2014/206814 Onderwerp: 14.1134.15

Nadere informatie

ANPR Rotterdam-Rijnmond

ANPR Rotterdam-Rijnmond ANPR Rotterdam-Rijnmond Onderzoek naar de verwerking van no-hits bij de inzet van Automatic Number Plate Recognition Regionaal politiekorps Rotterdam-Rijnmond Rapportage van Definitieve Bevindingen College

Nadere informatie

Administratieve Organisatie en Interne Controle AWBZ-zorgaanbieders 2011

Administratieve Organisatie en Interne Controle AWBZ-zorgaanbieders 2011 REGELING Administratieve Organisatie en Interne Controle AWBZ-zorgaanbieders 2011 Gelet op de artikelen 36, derde lid, 61 en 68, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar

: N.V. Schadeverzekering Metaal en Technische Bedrijfstakken, gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-323 (mr. P.A. Offers, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

rapportage over de stand van zaken integraal aanbod verzekeraars

rapportage over de stand van zaken integraal aanbod verzekeraars Ministerie van VWS Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Sparrenheuvel 16 Postbus 520 3700 AM ZEIST Telefoon (030) 698 89 11 Telefax (030) 698 83 33 E-mail info@zn.nl Contactpersoon Doorkiesnummer Ons kenmerk

Nadere informatie

RECHTSOORDEEL. Vervoerkamer

RECHTSOORDEEL. Vervoerkamer Vervoerkamer RECHTSOORDEEL Nummer: 4.4.4/200019/4.B603 Betreft: Oordeel met betrekking tot naleving van het bepaalde in artikel 69, lid 5, Wp2000, boekjaar 2001 Onderstaand treft u het oordeel aan van

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, in deze vertegenwoordigd door C te D vs. E te F Zaak : Geneeskundige zorg, plastische-chirurgie, labia correctie Zaaknummer : ANO06.33 Zittingsdatum : 27 september

Nadere informatie

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101758_6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 536 Besluit van 24 oktober 2011, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5a.11,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mevrouw mr. A.C.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mevrouw mr. A.C. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-464 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mevrouw mr. A.C. Bek, secretaris) Klacht ontvangen op : 30 november 2015 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Wijziging Stimuleringsregeling vacaturevervulling door. i.v.m. vaststelling nieuwe bijlagen 6 en 7

Wijziging Stimuleringsregeling vacaturevervulling door. i.v.m. vaststelling nieuwe bijlagen 6 en 7 SZW Wijziging Stimuleringsregeling vacaturevervulling door werklozen en met werkloosheid bedreigde werknemers i.v.m. vaststelling nieuwe bijlagen 6 en 7 3 mei 2002/nr. AAM/BR/2002/27950a Directie Algemeen

Nadere informatie

Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013

Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013 Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013 1 Doelstelling In het kader van de NZA beleidsregel BR/CU-7074 Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27276 1 oktober 2014 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 september 2014, kenmerk 656441-125129-CZ,

Nadere informatie

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. Juridisch kader Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: Betreft: 101759_5-8 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van gas aan kleinverbruikers op grond van artikel 45, eerste lid,

Nadere informatie

Controleprotocol. geriatrische revalidatiezorg (GRZ) 2013. - Nacalculatie DBC s GRZ. - Oude parameters. - vaststelling verrekenbedrag 2013

Controleprotocol. geriatrische revalidatiezorg (GRZ) 2013. - Nacalculatie DBC s GRZ. - Oude parameters. - vaststelling verrekenbedrag 2013 Controleprotocol geriatrische revalidatiezorg (GRZ) 2013 - Nacalculatie DBC s GRZ - Oude parameters - vaststelling verrekenbedrag 2013 Ten behoeve van de uit te voeren controle door externe accountant

Nadere informatie

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

SBS BROADCASTING B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN PROGRAMMA PARTICIPATIE 2015. Inhoudsopgave

SBS BROADCASTING B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN PROGRAMMA PARTICIPATIE 2015. Inhoudsopgave Kijk voor meer informatie op: WWW.ADVERTERENBIJSBS.NL SBS BROADCASTING B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN PROGRAMMA PARTICIPATIE 2015 Inhoudsopgave 1. Het Programma 2. Participatie aan het Programma 3. Productie

Nadere informatie

Convenant inzake samenwerking op het gebied van toezicht op accountantsorganisaties. tussen

Convenant inzake samenwerking op het gebied van toezicht op accountantsorganisaties. tussen Convenant inzake samenwerking op het gebied van toezicht op accountantsorganisaties tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten en het Nederlands Instituut van Registeraccountants alsmede tussen

Nadere informatie

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer KPN Corporate Legal & Regulatory De heer M.A. Prinsen Geerligs Postbus 30000 2500 GA 'S-GRAVENHAGE 2500GA30000 Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer mw. drs. M.E. Remijnse OPTA/ACNB/2008/200612

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13672 27 mei 2013 Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10073 14 april 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 april 2015, FenV/732728,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-630 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. Bek, secretaris) Klacht ontvangen op : 20 maart 2019 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) Aanvullende afspraken in het kader van de invoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming Op 25 mei 2018 treedt de Algemene Verordening Gegevensbescherming in werking in de EU. Deze verordening

Nadere informatie

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag,

Pagina. De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus EK 'S-GRAVENHAGE. Den Haag, De Minister van Economische Zaken De heer H.G.J. Kamp Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE Den Haag, Uw kenmerk: Ons kenmerk: ACM/DE/2017/205229 Contactpersoon: [vertouwelijk] Onderwerp: 17.0309.01 Advies

Nadere informatie

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER ENERGIEKAMER BESLUIT Nummer: 102557_1/6 Betreft: Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan kleinverbruikers op grond van artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop

Samenvatting. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-502 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. W.H.G.A. Filott mpf, leden en mr. A. Kanhai, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Datum 11 februari 2019 Ons kenmerk [kenmerk] Pagina 1 van 5 Telefoon [telefoonnummer] [ adres] Betreft

Datum 11 februari 2019 Ons kenmerk [kenmerk] Pagina 1 van 5 Telefoon [telefoonnummer]  [ adres] Betreft Openbare versie New Sources Energy N.V. het bestuur Postbus 9 3830 AA LEUSDEN NeeMielekampV.E.VValerie MielekampValerieBeslissing op bezwaar Datum 11 februari 2019 Pagina 1 van 5 Telefoon [telefoonnummer]

Nadere informatie

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT bij Stichting VU-VUmc (Dhr. L.M. Bouter) Plaats: Utrecht Bestuursnummer: 75792 Onderzoeksnummer: 276697 Datum onderzoek: najaar 2014 Datum vaststelling: 28 april

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 1. 2 Doelstelling 2 2.1 Relevante wetgeving 2

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 1. 2 Doelstelling 2 2.1 Relevante wetgeving 2 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Doelstelling 2 2.1 Relevante wetgeving 2 3 De Toezichtonderzoeken 4 3.1 Controle modaliteiten 4 3.2 Toezicht op naleving van het Besluit 4 3.3 Werkwijze 4

Nadere informatie

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2001

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2001 OCenW-Regelingen financiële verantwoording Bestemd voor: gemeenten, die inburgeringscursussen verzorgen. 2. Het model voor de verklaring omtrent de getrouwheid wordt vastgesteld volgens bijlage 3 bij deze

Nadere informatie

Accountantsprotocol voor de aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier

Accountantsprotocol voor de aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier Copro 18021D Accountantsprotocol voor de aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier Versie 3.0 Juli 2018 Inhoudsopgave 1. Algemeen Kader... 3 1.1 Bestuurlijke mededeling... 3 1.2 Rapportage

Nadere informatie