HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P"

Transcriptie

1 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN Hijsgereedschappen en hijswerktuigen worden veelvuldig gebruikt op bouwwerken, scheepswerven, in fabrieken en in de havens. Bij onoordeelkundig gebruik of bij technische gebreken kunnen zij aanleiding zijn tot ernstige ongevallen. Dit publikatieblad behandelt de wettelijke bepalingen met betrekking tot de constructie, sterkte, onderhoud en beproeving van hijsgereedschappen alsmede de wettelijke bepalingen die betrekking hebben op veilig hijsen met hijsgereedschappen en hijswerktuigen..inleiding 2.Wettelijke bepalingen met betrekking tot constructie, sterkte, beproeving en onderhoud van hijsgereedschappen 2.Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 938 (V.B.F.) 2.2Landbouwveiligheidsbesluit 2.3Veiligheidsbesluit Stuwadoorsarbeid 2.4Veiligheidsbesluit Binnenvaart 2.5Electrotechnisch Veiligheidsbesluit 3.Wettelijke bepalingen met betrekking tot veilig hijsen met hijsgereedschappen 3.Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen Ministerieel besluit ter uitvoering van artikel 4 V.B.F. 3.3Landbouwveiligheidsbesluit 3.4Veiligheidsbesluit Binnenvaart 3.5Veiligheidsbesluit Stuwadoorsarbeid 3.6Electrotechnisch Veiligheidsbesluit 3.7Arbeidsbesluit jeugdigen Publikaties In deze publikatie zijn de wettelijke bepalingen opgenomen die betrekking hebben op de constructie, de sterkte, het onderhoud en de beproeving van hijsgereedschappen alsmede de wettelijke bepalingen die betrekking hebben op veilig hijsen met hijsgereedschappen en hi jswerktuigen. De veiligheidsbesluiten, waarin deze wettelijke bepalingen zijn opgenomen, zijn:

2 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P het Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 938 (V.B.F.) bij arbeid in fabrieken of werkplaatsen (hieronder zijn begrepen bouwwerken); -het Landbouwveiligheidsbesluit (L.V.B.) bij arbeid in het agrarisch bedrijf; -het Veiligheidsbesluit Stuwadoorsarbeid (V.B.S.) bij stuwadoorsarbeid; -het Veiligheidsbesluit Binnenvaart (V.B.B.) bij het laden en lossen van binnenvaartschepen en het in verband daarmede verplaatsen, vervoeren en opslaan van goederen op laaden losterreinen en in zich aldaar bevindende opslagplaatsen en voertuigen; -het Electrotechnisch Veiligheidsbesluit is van toepassing op de elektrische installaties van hijsgereedschappen en hijswerktuigen; -het Arbeidsbesluit jeugdigen bij arbeid van jeugdige personen (beneden 8 jaar). Bij het toezicht op de naleving van deze, veelal in algemene termen gestelde wettelijke bepalingen zullen de Arbeidsinspectie en de Inspectie van de Havenarbeid zich richten naar de aanwijzingen, gesteld in de publikatiebladen van de Arbeidsinspectie: P 5-2 Hijsgereedschappen - Constructie, sterkte, beproeving, onderhoud en P 5-3 Hijsgereedschappen en hijswerktuigen-veilig hijsen. In de volgende hoofdstukken wordt een opsomming gegeven van de meest relevante soms ten dele verkorte - artikelen uit de genoemde wettelijke voorschriften. Voor de volledige tekst raadplege men de genoemde wetten en besluiten. De aandacht wordt erop gevestigd dat alleen de volledige tekst rechtskracht bezit. Waar bepalingen gedeeltelijk zijn opgenomen staat achter het betreffende artikel voor fabrieken of werkplaatsen 938 (V.B.F.) Artikel 23 Krachtwerktuigen, drijfwerken, werktuigen, toestellen, gereedschappen en leidingen moeten in zodanige staat van onderhoud verkeren, dat zij daardoor geen gevaar kunnen veroorzaken. Artikel 43, eerste lid Kabels, hijskettingen en stroppen mogen niet zwaarder worden belast dan een veilig gebruik toelaat.

3 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 Artikel 43, tweede lid Zo dikwijls zulks ter waarborging van een veilig gebruik nodig is, moeten hijskettingen en kettingstroppen worden uitgegloeid en met een voldoende trekkracht worden beproefd door een bevoegd deskundige. Van deze beproeving moet een bewijs in de door Onze Minister vastgestelde vorm worden overgelegd. Artikel 48 Tegen het gevaar te worden getroffen door wegvliegende, vallende, omvallende, wegschuivende of wegrollende voorwerpen moeten doelmatige voorzieningen getroffen zijn. Artikel 24 Krachtwerktuigen, drijfwerken, werktuigen, toestellen, gereedschappen en leidingen moeten in zodanige staat van onderhoud verkeren, dat zij daardoor geen gevaar kunnen veroorzaken. Artikel 43 Touwwerk, staaldraadkabels, hijskettingen en stroppen voor het ophijsen en vieren van lasten moeten in goede staat van onderhoud verkeren en mogen niet zwaarder worden belast dan een veilig gebruik toelaat. Artikel 48 Tegen het gevaar te worden getroffen door vallende of wegvliegende Voorwerpen moeten doeltreffende maatregelen zijn getroffen en beschuttingen zijn aangebracht. Stuwadoorsarbeid Artikel 76 De werkgever moet het districtshoofd tijdig op de hoogte stellen van zijn voornemen tot het uitvoeren of doen uitvoeren van beproevingen, warmtebehandelingen en onderzoekingen, als in dit besluit bedoeld, alsmede van het tijdstip waarop en de plaats waar vorengenoemde werkzaamheden zullen aanvangen. Artikel 7, eerste lid Laad- en losgerei en de onderdelen daarvan moeten zijn vervaardigd van of hersteld met materiaal, dat voor het vervaardigen of herstellen daarvan geschikt is. Artikel 7, tweede lid Het districtshoofd kan eisen, dat een nauwkeurige beproeving van het materiaal en zo nodig een analyse plaatsvinden; van deze beproeving en analyse moet blijken uit een rapport, opgemaakt

4 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 door een ingevolge artikel 23 aangewezen dienst, instelling of onderzoekingsbureau. Artikel 7, derde lid Laad- en losgerei en onderdelen daarvan, op welker materiaal een eis, als bedoeld in het tweede lid, betrekking heeft, mogen niet worden gebruikt dan na verkregen toestemming van het districtshoofd. Artikel 8, eerste lid Op elk Nederlands zeeschip moet een register voor het laad- en losgerei van het door Onze Minister vastgestelde model aanwezig zijn. Artikel 8, tweede lid Het register moet volledig zijn ingevuld en bijgehouden en een algemeen certificaat bevatten, houdende een verklaring van het districtshoofd, dat op de dag van afgifte van dit certificaat: ahet schip was uitgerust in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit; bde bewijsstukken betreffende de deugdelijkheid van het laad- en losgerei in hun geheel en in onderdelen in het register aanwezig waren. Artikel 9 Als bewijsstukken, bedoeld in artikel 8, tweede lid, gelden door het districtshoofd afgegeven of als deugdelijk erkende certificaten of gewaarmerkte afschriften van certificaten van door Onze Minister vastgesteld model: abetreffende de beproeving van het laad- en losgerei in zijn geheel; bbetreffende de beproeving van het kettingwerk; cbetreffende de beproeving van de spanschroeven en blokken; dbetreffende de vereiste warmtebehandeling van het kettingwerk; ebetreffende de deugdelijkheid van staaldraadkabel en van het touwwerk, vervaardigd van vezelstoffen, met dien verstande, dat een certificaat of gewaarmerkt afschrift van een certificaat, betrekking hebbende op een trekproef tot breuk van een gedeelte, voldoende wordt geacht voor de gehele staaldraadkabel of de kuil touwwerk; fbetreffende de deugdelijkheid van masten en laadbomen. Artikel 20, eerste lid Op elk niet Nederlands zeeschip moeten aanwezig zijn een register en certificaten, als bedoeld in de beide vorige artikelen, of bewijsstukken, die naar het oordeel van het districtshoofd hiermede gelijkwaardig zijn. Artikel 20, tweede lid De in het vorige lid bedoelde bescheiden moeten volledig zijn ingevuld en bijgehouden.

5 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 Artikel 2 In elk bedrijf of elke inrichting waarin stuwadoorsarbeid wordt verricht moet een register van het door Onze Minister vastgestelde model aanwezig zijn voor hefwerktuigen met bijbehorende onderdelen, welke voor het verrichten van stuwadoorsarbeid worden gebruikt en niet op zeeschepen zijn opgesteld. Dit register moet volledig zijn ingevuld en bijgehouden en moet de hieronder genoemde, door het districtshoofd afgegeven of als deugdelijk erkende certificaten of gewaarmerkte afschriften van certificaten van door Onze Ministervastgesteld model bevatten: abetreffende de beproeving der hefwerktuigen in hun geheel; bbetreffende de beproeving van het kettingwerk; cbetreffende de beproeving van de spanschroeven en blokken; dbetreffende de vereiste warmtebehandeling van het kettingwerk; ebetreffende de deugdelijkheid van staaldraadkabel en van het touwwerk, vervaardigd van vezelstoffen, met dien verstande, dat een certificaat of gewaarmerkt afschrift van een certificaat, betrekking hebbende op een trekproef tot breuk van een gedeelte, voldoende wordt geacht voor de gehele staaldraadkabel of de kuil touwwerk. Artikel 22 In elk bedrijf of elke inrichting waarin stuwadoorsarbeid wordt verricht moet een register van het door Onze Minister vastgestelde model aanwezig zijn voor kettingwerk, hetwelk voor het verrichten van stuwadoorsarbeid wordt gebruikt en niet behoort tot de uitrusting van een zeeschip of tot de onderdelen van een hefwerktuig. Dit register moet volledig zijn ingevuld en bijgehouden en moet de hieronder genoemde, door het districtshoofd afgegeven of als deugdelijk erkende certificaten of gewaarmerkte afschriften van certificaten van door Onze Minister vastgesteld model bevatten: abetreffende de beproeving van het kettingwerk; bbetreffende de vereiste warmtebehandeling van het kettingwerk. Artikel 23, eerste lid Onze Minister, of een door hem daartoe gemachtigd ambtenaar, kan diensten, instellingen of particuliere onderzoekingsbureaus aanwijzen, die, behalve ten aanzien van de in de artikelen 9, onder a, en 2, onder a, bedoelde beproevingen, bevoegd zijn de in dit besluit genoemde onderzoekingen en beproevingen te doen en de in dit besluit genoemde certificaten af te geven. Een zodanige aanwijzing, waaraan voorwaarden kunnen worden verbonden, kan steeds worden ingetrokken. Artikel 23, tweede lid Het districtshoofd kan beproevingsinrichtingen aanwijzen, die bevoegd zijn de in de artikelen 9, onder b, c, d, e en f, 2, onder b, c, d en e, en 22, bedoelde certificaten af te geven.

6 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 Een zodanige aanwijzing, waaraan voorwaarden kunnen worden verbonden, kan steeds worden ingetrokken. Artikel 24 Indien ingevolge artikel 37 een beproeving plaats heeft gehad, moeten op vordering van het districtshoofd het betreffende register, zomede de betreffende certificaten, worden vernieuwd. Artikel 25 De in dit besluit bedoelde registers, zomede de in dit besluit bedoelde certificaten, moeten ten minste vijf jaren na de datum van de laatste inschrijving worden bewaard. Artikel 3 Bij de beproeving van het laad- en losgerei in zijn geheel, als in dit hoofdstuk bedoeld, moet het volgende in acht worden genomen: Artikel 3, eerste lid Bedraagt de werkbelasting 50 ton of minder, dan moet de beproeving worden uitgevoerd met een overbelasting van 25 procent, met dien verstande, dat de overbelasting niet meer mag bedragen dan 5ton. Artikel 3, tweede lid Bedraagt de werkbelasting meer dan 50 ton, dan moet de beproeving worden uitgevoerd met een overbelasting van 0 procent. Artikel 3, derde lid De laadbomen moeten worden gesteld onder een hoek van 5 graden met het horizontale vlak; deze hoek mag 30 graden bedragen, indien de opstelling van het laad- en losgerei een beproeving bij een kleinere hoek niet noodzakelijk maakt. De laadbomen van zwaar laadgerei moeten worden gesteld onder een hoek van 25 graden met het horizontale vlak. Is het bij bepaalde standen van de laadboom niet mogelijk de laadboom onder de hierboven genoemde hoeken te plaatsen, dan moet in die standen de beproeving worden uitgevoerd bij de kleinst mogelijke hoek, welke dan kan worden bereikt. Artikel 3, vierde lid Is het laad- en losgerei bestemd voor het werken met binnen- en buitentakel, dan moet de beproeving worden uitgevoerd met een overbelasting van 25 procent, waarbij het gerei zodanig moet worden gesteld, als het in hoofdzaak zal worden gebruikt. Artikel 3, vijfde lid De proeflast moet met behulp van de scheepslieren worden gehesen en de laadbomen moeten met de last zo ver mogeli jk van boord tot boord worden gezwaaid.

7 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 Artikel 3, zesde lid Gedurende de in het vijfde lid bedoelde verrichtingen moet de juiste werking van de reminrichting worden gecontroleerd. Artikel 3, zevende lid Bij hijskranen moeten gedurende de beproeving met de overbelasting alle bewegingen, welke in normaal bedrijf voorkomen, zoals hijsen, zwenken, toppen, in een langzaam tempo worden uitgevoerd. Artikel 3, achtste lid Hijskranen moeten bovendien beproefd worden met een belasting, gelijk aan de werkbelasting, waarbij dan alle bewegingen, welke in normaal bedrijf voorkomen, zoals hijsen, zwenken, toppen, met de maximum snelheid worden uitgevoerd. Artikel 32 Elk jaar moet een algemeen onderzoek van het laad- en losgerei plaats hebben. Hierbij moeten die onderdelen worden losgenomen of blootgelegd, waarvoor zulks noodzakelijk moet worden geacht. Artikel 33 Elke vier jaren moet ten overstaan van een ambtenaar van de Inspectie van de Havenarbeid aangewezen krachtens artikel 32, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet (Stb. 980, 664), of een ingevolge artikel 23 aangewezen particulier onderzoekingsbureau, een bijzonder onderzoek van het laad- en losgerei plaatsvinden, aan boord van zeeschepen zoveel mogelijk gelijktijdig met het vierjaarlijkse onderzoek van het zeeschip en de machines. Hierbij moeten die onderdelen worden losgenomen of blootgesteld, waarvoor zulks noodzakelijk moet worden geacht. Artikel 34, eerste lid De onderdelen van het laad- en losgerei moeten worden vernieuwd, indien een der afmetingen op enige plaats met 5 procent of meer is verminderd. Artikel 34, tweede lid Plaat- en vakwerkconstructies moeten worden vernieuwd of hersteld, indien een der afmetingen op enige plaats met 25 procent of meer is verminderd. Artikel 34, derde lid Wanneer blijkt, dat het onderdeel oorspronkelijk zwaarder was uitgevoerd dan volgens deze voorschriften vereist is, kan in bijzondere gevallen een grotere slijtage door het districtshoofd worden toegestaan. Artikel 37

8 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 Bij belangrijke veranderingen of vernieuwingen van het laad- en losgerei, zomede na een ongeval, moet een beproeving, als bedoeld in paragraaf 4 (= artikel 3 ) van dit hoofdstuk, plaatsvinden, indien het districtshoofd zulks noodzakelijk acht. Van deze beproeving moet aantekening worden gehouden in het betreffende register en daarvan geeft het districtshoofd, nadat aan de deswege te stellen eisen is voldaan, een certificaat, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, respectievelijk artikel 2, onder a, af. Artikel 39, eerste lid Kettingwerk mag niet als stuwadoorsgereedschap worden gebruikt, indien het uiterlijke gebreken vertoont, zoals diepe trekgroeven, overlappingen en sterke interingen. Artikel 39, tweede lid Kettingwerk mag, zonder dat het districtshoofd daartoe toestemming heeft gegeven, niet als stuwadoorsgereedschap gebruikt worden, indien: ahet is vervaardigd van of hersteld met ander materiaal dan vloeistaal of welijzer; bhet is vervaardigd met toepassing van een bijzondere fabricage methode, zoals gieten en walsen; chet aan een speciale warmtebehandeling is onderworpen, zoals veredelen of cementeren. Artikel 44 De werkbelasting van kettingwerk, uitgezonderd kort- en langschalmige kettingen als zodanig of als onderdeel van kettingwerk mag ten hoogste bedragen: aeen vijfde gedeelte van de belasting, waarbij breuk ontstaat of waarbij een zodanige vervorming is ontstaan, dat beproeving tot breuk niet mogelijk is en bde helft van die belasting, waarbij een blijvende vormverandering ontstaat. Artikel 45 Nieuw kettingwerk moet zijn beproefd door het te onderwerpen aan een proefbelasting op een trekbank, welke voldoet aan de door het districtshoofd te stellen eisen. Artikel 47, eerste lid Na de beproeving moet nieuw kettingwerk normaal gegloeid zijn in een oven, welke voldoet aan de door het districtshoofd te stellen eisen. Artikel 47, derde lid Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op gietstalen kettingen en kettingwerk, dat een bijzondere warmtebehandeling, zoals veredelen of cementeren, heeft ondergaan.

9 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 Artikel 48 Nieuw kettingwerk mag geen gebreken vertonen, zoals scheurtjes of lasfouten; van het resultaat van het hierop betrekking hebbende onderzoek door een bevoegd en deskundig persoon moet blijken door een aantekening op het certificaat. Artikel 49 Op het kettingwerk moeten het fabneksmerk, het nummer van het certificaat en de werkbelasting, zo mogelijk op een waarloze, aan het kettingwerk bevestigde schalm, duidelijk zijn ingeslagen. Indien het merken niet kan plaatshebben op een waarloze schalm, moeten de merktekens zijn aangebracht op plaatsen, waar de laagste spanningen zijn te verwachten of waar de slijtage het geringst is. Artikel 50 Ander dan door bekwame vaklieden hersteld kettingwerk mag niet worden gebruikt. Artikel 5 Het materiaal, dat is gebruikt voor het herstellen van kettingwerk, moet zoveel mogelijk van dezelfde samenstelling en hoedanigheid zijn als het te herstellen kettingwerk. Artikel 52 (ged.) Hersteld kettingwerk moet met inachtneming van het bepaalde in artikel 45 zijn beproefd. Artikel 48 vindt overeenkomstige toepassing. Artikel 53 (ged.) Na de beproeving moet hersteld kettingwerk, tenzij dit een bijzondere warmtebehandeling heeft ondergaan, normaalgegloeid zijn. Artikel 54 Het kettingwerk, dat een bijzondere warmtebehandeling heeft ondergaan, mag slechts door de fabrikant van dit kettingwerk of in een door het districtshoofd erkende onderneming hersteld zijn. V66r de beproeving, als bedoeld in artikel 52, moet dit kettingwerk aan de oorspronkelijke warmtebehandeling zijn onderworpen. Artikel 55 Voor het in gebruik nemen moet hersteld kettingwerk door een door het districtshoofd bevoegd verklaarde deskundige zijn onderzocht, waarbij dient te worden nagegaan, of het kettingwerk geen gebreken, zoals scheurtjes en lasfouten, vertoont, en of de in artikel 49 voorgeschreven merktekens duidelijk leesbaar zijn.

10 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 Artikel 56 Van de aard en de omvang van de herstelling van het kettingwerk moet aantekening worden gehouden op het betreffende certificaat. Artikel 57 Kettingwerk, dat in gebruik is, moet goed bruikbaar zijn en in goede staat van onderhoud verkeren; de in artikel 49 voorgeschreven merktekens moeten duidelijk leesbaar zijn. Artikel 58 Kettingwerk, dat tijdens het gebruik ernstig is beschadigd, overbelast is of aan een te hoge temperatuur blootgesteld is geweest, moet onmiddellijk uit bedrijf worden genomen. Artikel 59, eerste lid (ged.) Kettingwerk, dat in gebruik is, moet: ageregeld aan een onderzoek worden onderworpen. Dit onderzoek moet geschieden door een deskundig persoon, die daarbij moet nagaan, of zich geen ontoelaatbare slijtage heeft voorgedaan, of geen scheurtjes of kraakjes zijn ontstaan en of de lassen nog betrouwbaar zijn te achten. Als ontoelaatbare slijtage wordt beschouwd een vermindering van de oppervlakte der vereiste doorsnede op enige plaats met 5 procent of meer; baan een periodieke gloeiing worden onderworpen in een oven, welke voldoet aan de krachtens artikel 47 door het districtshoofd te stellen eisen. Artikel 60, eerste lid Het periodiek gloeien, alsmede de periodieke bijzondere warmtebehandeling van kettingwerk, als bedoeld in artikel 59, moet binnen vaste termijnen ten minste eenmaal geschieden. Deze termijnen bedragen voor: akettingwerk van 2,5 mm of minder, dat regelmatig in gebruik is: zes maanden; bkettingwerk van meer dan 2,5 mm, dat regelmatig in gebruik is: twaalf maanden. Artikel 60, tweede lid Het districtshoofd kan de in het eerste lid genoemde termijnen verlengen, indien hij van oordeel is, dat dit veilig toelaatbaar is in verband met de afmetingen, de constructie, het materiaal of het geringe gebruik van het kettingwerk. Artikel 62, eerste lid Bij twijfel aan de deugdelijkheid van kettingwerk kan het districtshoofd eisen, dat een of meer exemplaren van het kettingwerk of een onderdeel daarvan tot breuk of uitbuiging worden belast, waarbij de belasting dan het vijfvoud van de werkbelasting moet hebben bedragen.

11 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 Artikel 62, tweede lid (ged.) Bovendien kan het districtshoofd eisen, dat enkele onderdelen aan een hamerproef worden onderworpen. Artikel 63 De werkgever is verplicht aan de eisen, bedoeld in de beide voorgaande artikelen, binnen de door het districtshoofd vast te stellen termijn gevolg te geven. Artikel 64 Blokken mogen niet in gebruik worden genomen, tenzij: ade constructie voldoet aan het bepaalde in artikel 65; bde blokken te voren zijn onderworpen aan een beproeving als bedoeld in de artikelen 66 en 67. Artikel 65, eerste lid De middellijn van de schijven van eenschijfshangerblokken, gemeten over de buitenomtrek van de schijf, moet ten minste viermaal, en die van laad- en leiblokken en van meerschijfblokken ten minste vijfmaal de omtrek van de te gebruiken staaldraadkabel bedragen. Artikel 65, tweede lid Laad-, hanger- en leiblokken moeten van een doelmatige smeerinrichting zijn voorzien. Artikel 65, derde lid Schijven en huizen van de in het tweede lid bedoelde blokken moeten zodanig zijn geconstrueerd, dat de draad niet tussen de schijf en de wanden van het blok beklemd kan geraken. Artikel 65, vierde lid Leiblokken moeten voorts van een inrichting zijn voorzien, welke voorkomt, dat zij bij het ontlasten van de laadgreep in belangrijke mate uit de werkstand geraken. Artikel 65, vijfde lid Houten leiblokken moeten van ijzeren binnenbeslag en van oogbouten zijn voorzien. Artikel 65, zesde lid De groeven in de schijven moeten zodanig zijn, dat de draad niet in de schijf bekneld kan geraken. Artikel 66 De proefbelasting moet bedragen: abij eenschijfblokken: het viervoud van de werkbelasting (dat wil zeggen het tweevoud van de oogbelasting); bbij meerschijfblokken met een werkbelasting tot en met 20 ton het tweevoud van de werkbelasting; cbij meerschijfblokken met een werkbelasting van meer dan 20ton, doch niet meer dan 40ton: de werkbelasting, vermeerderd met 20 ton;

12 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 dbij meerschijfblokken met een werkbelasting van meer dan 40ton: het anderhalfvoud van de werkbelasting. Artikel 67, eerste lid Bij de beproeving moeten alle parten van de reep, ook de halende part, evenwijdig zijn geschoren. Artikel 67, tweede lid Na de beproeving mogen de blokken geen gebreken vertonen noch in de constructie noch in het materiaal. Van het resultaat van het hierop betrekking hebbende onderzoek door een door het districtshoofd aangewezen deskundige moet blijken door een aantekening op het certificaat. Artikel 67, derde lid Op de blokken moet de werkbelasting in tonnen op duidelijke en duurzame wijze zijn ingehakt, ingeslagen of op andere duidelijke en duurzame wijze zijn aangebracht. Artikel 68 Staaldraadkabel en van vezelstof vervaardigd touwwerk moeten voor het gebruik, dat ervan wordt gemaakt, voldoende sterk zijn. Artikel 8, derde lid Gereedschappen of werktuigen, welke voor het doel waartoe zij worden gebezigd, ongeschikt zijn, mogen niet worden gebruikt. Artikel 36, eerste lid Het laad- en losgerei moet in goede staat van onderhoud verkeren. Artikel 36, tweede lid Het laad- en losgerei moet voldoende veiligheid bieden in verband met het gewicht der daarmede te verwerken lasten. Artikel 36, derde lid De onderdelen van het laad- en losgerei, waarbij dit praktisch uitvoerbaar is, moeten voor het gebruik worden gelnspecteerd en gedurende het gebruik onder controle worden gehouden. Artikel 37, eerste lid De vorm van een laadhaak moet zodanig zijn, dat deze noch bij het hijsen, noch bij het vieren achter uitstekende delen kan blijven haken. De laadhaak moet op een doelmatige wijze aan de laadreep zijn verbonden. Bij gebruik van een sluiting moet deze zijn voorzien van een verzonken kop. De laadrepen van walkranen moeten zijn voorzien van gesloten haken. Maatregelen moeten zijn genomen, dat voorlopen en kettinglengen niet kunnen uitlichten. Artikel 38, eerste lid

13 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 Splitsen in staaldraad moeten ten minste driemaal zijn doorgestoken met de gehele streng en tweemaal met de halve streng; een andere wijze van splitsen, mits even doeltreffend, is echter toegelaten. Binnenvaart Artikel 23, eerste lid De middellijn van de schijven van eenschijfshangerblokken, gemeten in de groef van de schijf, moet ten minste driemaal en die van andere staaldraadblokken ten minste vijfmaal de omtrek van de te gebruiken staalkabel bedragen. Artikel 23, tweede lid Laad-, hanger- en leiblokken moeten zo nodig van een doelmatige smeerinrichting zijn voorzien. Artikel 23, derde lid Blokken moeten zodanig zijn geconstrueerd, dat de draad niet tussen de schijf en de wanden van het blok beklemd kan geraken. Artikel 23, vierde lid Leiblokken van laadrepen moeten voorts van een inrichting zijn voorzien, welke voorkomt, dat zij bij onbelaste laadreep in belangrijke mate uit de werkstand geraken. Artikel 24, eerste lid De vorm van een laadhaak moet zodanig zijn, dat het blijven haken achter uitstekende delen bij het hijsen of vieren zoveel mogelijk is voorkomen. Artikel 24, tweede lid Een laadhaak moet op doelmatige wijze aan de laadreep zijn bevestigd; indien voor deze bevestiging een sluiting is gebruikt, moet deze zijn voorzien van een bout met een verzonken kop. Artikel 25, eerste lid Staalkabel en touwwerk moeten voldoen aan de eis van goed en veilig werk en in goede staat van onderhoud verkeren. Artikel 25, tweede lid Staalkabels, welke bij het laden en lossen worden gebruikt, moeten: aten minste 4 samenstellende draden tellen; been treksterkte hebben van ten minste 30 kg per mm2. Artikel 26, eerste lid Splitsen moeten doelmatig zijn gelegd. In staaldraadkabel moeten deze tenminste even veilig zijn als een splits, welke driemaal is doorgestoken met de hele streng en tweemaal met de halve streng.

14 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 Artikel 26, tweede lid Andere verbindingsmethoden dan splitsen zijn slechts toegestaan, voor zover deze tenminste even veilig zijn. Artikel 28, eerste lid Kettingwerk moet, voor zover het ir verband met de aard van het gebruik bij breuk of vervorming gevaar kan opleveren, voldoen aan de eis van goed en veilig werk en in goede staat van onderhoud verkeren. Artikel 28, tweede lid Op kettingwerk, dat bij het laden en lossen of bij de daarmede verband houdende werkzaamheden pleegt te worden gebruikt, moet de werkbelasting, zijnde de grootste veilig toelaatbare statische belasting, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar zijn aangegeven. Artikel 28, derde lid Zo dikwijls zulks ter waarborging van een veilig gebruik nodig is, moet kettingwerk, dat bij het laden en lossen en de daarmee verband houdende werkzaamheden wordt gebruikt, met een voldoende trekkracht worden beproefd en uitgegloeid. Van deze beproeving en gloeiing moet een door of namens Onze Minister erkend certificaat aanwezig zijn. Artikel 28, vierde lid Voor de toepassing van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde wordt onder 'kettingwerk' verstaan: kettingen, schalmen, sluitings, haken, ringen, wartels, oogbouten en dergelijke, afzonderlijk of als samenstel. Artikel 35, eerste lid Hijsinrichtingen, waarvan de in artikel 20 bedoelde werkbelasting meer dan een ton (000 kg) bedraagt, moeten ten overstaan van een ambtenaar, als bedoeld in artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet, aan een beproeving zijn onderworpen. Artikel 35, tweede lid Bij een beproeving, als bedoeld in het eerste lid, wordt het volgende in acht genomen: abedraagt de werkbelasting 50ton of minder, dan moet de beproeving worden uitgevoerd met een overbelasting van ten minste 25 procent met dien verstande, dat de overbelasting niet meer behoeft te bedragen dan 5 ton; bbedraagt de werkbelasting meer dan 50 ton, dan moet de beproeving worden uitgevoerd met een overbelasting van ten minste 0 procent;

15 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 ctijdens de beproeving met de overbelasting worden alle bewegingen, welke in normaal bedrijf voorkomen, zoals hijsen, zwenken en toppen, uitgevoerd. Artikel 35, derde lid Van de in het eerste lid bedoelde beproeving moet een door of namens het districtshoofd afgegeven certificaat aanwezig zijn. Onze Minister stelt de vorm van het certificaat vast. Artikel 35, vierde lid Indien bij de beproeving gebreken blijken, wordt tot het afgeven van het in het derde lid bedoelde certificaat niet overgegaan, tenzij, nadat de gebleken gebreken zijn verholpen, het districtshoofd op grond van bijzondere omstandigheden herhaling der beproeving niet nodig oordeelt. Evenmin wordt tot afgifte van het in het derde lid bedoelde certificaat overgegaan, indien de in het eerste lid van artikel 37 bedoelde certificaten, alsmede -zo dit artikel van toepassing is- de in artikel 38 bedoelde certificaten niet tijdig zijn overgelegd. Artikel 35, vijfde lid Het in het eerste en tweede lid bepaalde vindt - behoudens indien het districtshoofd de beproeving met het oog op de veiligheid bij de arbeid dringend noodzakelijk oordeelt- gedurende een termijn van vier jaren, aanvangende op de datum, waarop dit besluit in werking treedt, geen toepassing ten aanzien van hijsinrichtingen, welke voor die datum reeds in gebruik waren. Artikel 37, eerste lid Indien de in artikel 20 bedoelde werkbelasting van een hijsinrichting meer dan een ton ( 000 kg) bedraagt, moeten voor het kettingwerk, de blokken, de spanschroeven, alsmede voor de staalkabels, welke van de inrichting deel uitmaken of bij de inrichting behoren, door of namens Onze Minister erkende certificaten of afschriften van certificaten aanwezig Artikel 37, tweede lid Ter zake van het herstellen, het controleren en het periodiek aan een warmtebehandeling onderwerpen van het in het eerste lid bedoelde kettingwerk vindt het te dien aanzien in het Veiligheidsbesluit Stuwadoorsarbeid bepaalde overeenkomstige toepassing. Artikel 37, derde lid Voor de toepassing van het in het eerste en tweede lid van dit artikel bepaalde wordt onder kettingwerkverstaan: kettingen, schalmen, sluitings, haken, ringen, wartels, oogbouten en dergelijke, afzonderlijk of als samenstel. Artikel 52, eerste lid

16 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 De voor het laden en lossen en de daarmee verband houdende werkzaamheden aan te wenden werktuigen, gereedschappen en andere hulpmiddelen moeten, voor zover dit praktisch uitvoerbaar is, v66r het gebruik worden geinspecteerd en gedurende het gebruik onder controle worden gehouden. Artikel 52, derde lid Hulpmiddelen, zoals stroppen, lengen en kettingwerk, moeten, voor zover zij niet in gebruik zijn, doelmatig zijn opgeborgen, waarbij de niet voor gebruik gereed zijnde of afgekeurde middelen op duidelijk kenbare wijze van de overige moeten zijn gescheiden. Artikel 52, vijfde lid Maatregelen moeten zijn genomen, dat voorlopen en kettinglengen niet kunnen uitlichten. Veiligheidsbesluit Dit besluit geldt onder meer voor die ondernemingen, waarop ook het Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen en het Landbouwveiligheidsbesluit van toepassing is. Het bevat een groot aantal bepalingen, onder andere met betrekking tot elektrische machines en toestellen, schakel- en verdeelinrichtingen, schakelaars, weerstanden, stopcontacten, leidingen en leidingaanleg en beveiligingen. Voor een nadere interpretatie van deze veelal algemeen gestelde wettelijke bepalingen, worden nationale en internationale normen gehanteerd. Het zou te ver voeren bedoelde bepalingen hier overte nemen. Voor nadere informatie kan men de Elektrotechnisch Adviseur bij de Arbeidsinspectie raadplegen. De verantwoordelijkheid voor de naleving van deze bepalingen berust bij de werkgever in wiens onderneming het hijsgereedschap of het hijswerktuig wordt gebruikt. Op de werknemers rust onder meer de wettelijke verplichting de voor hen bestemde beveiligingsmiddelen te gebruiken. In het navolgende zijn bedoelde wettelijke bepalingen weergegeven. voor fabrieken of werkplaatsen 938 Artikel 23 Krachtwerktuigen, drijfwerken, werktuigen, toestellen, gereedschappen en leidingen moeten in zodanige staat van onderhoud verkeren, dat zij daardoor geen gevaar kunnen veroorzaken.

17 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 Artikel 40, eerste lid Hijskranen, takels, lieren, hijsmasten en andere hijs- of hefwerktuigen, anders dan liften, moeten uit deugdelijk materiaal bestaan, van deugdelijke constructie zijn en in goede staat verkeren. De in de vorige volzin bedoelde werktuigen moeten voorts zodanig ingericht, opgesteld, verankerd en beschut zijn, dat zij zo min mogelijk gevaar opleveren. Artikel 40, tweede lid Indien er gevaar bestaat dat een hijs- of hefwerktuig onder de invloed van wind zich zal verplaatsen of zal omvallen, moet hetwerktuig zodanig zijn vastgezet, dat het zich niet kan verplaatsen onderscheidenlijk niet kan omvallen. Artikel 40, derde lid De ondersteuning van een hijs- of hefwerktuig moet zodanig zijn, dat de stabiliteit van het werktuig daardoor niet in gevaar wordt gebracht. Bestaat die ondersteuning uit een kraanbaan, dan moet deze bovendien zodanig ingericht zijn, dat het van de baan afraken van het werktuig zoveel mogelijk wordt voorkomen. Artikel 40, vierde lid Een hijs- of hefwerktuig moet voorzien zijn van een duidelijke aanduiding die de bedrijfslast vermeldt. Uit die aanduiding moet voor wat betreft: aeen hijswerktuig dat een veranderlijke vlucht heeft, op een zo gemakkelijk mogelijke wijze kunnen worden vastgesteld hoeveel bij elke gieklengte de bedrijfslast bedraagt; been hijswerktuig dat ingericht is om te werken zowel met een enkelvoudig ingeschoren reep als met een meervoudig ingeschoren reep, op een zo gemakkelijk mogelijke wijze kunnen worden vastgesteld hoeveel voor elk van die werkwijzen de bedrijfslast bedraagt. Artikel 40, vijfde lid Een aanduiding als bedoeld in het vierde lid moet onuitwisbaar op een of meer doelmatige plaatsen en in elk geval nabij de bedieningsplaats van het betrokken hijs- of hefwerktuig aangebracht zijn, alsmede vanaf de bedieningsplaats goed leesbaar zijn. Artikel 40, zesde lid Aan het districtshoofd moet, indien hi; zulks met betrekking tot een hijs- of hefwerktuig schriftelijk vordert, door overlegging van gegevens betreffende dat werktuig, zoals tekeningen, berekeningen en schema's, worden aangetoond dat de ingevolge het vierde lid op het werktuig aangeduide bedrijfslast onderscheidenlijk bedrijfslasten in overeenstemming is onder-

18 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 scheidenlijk zijn met de daarover krachtens het elfde lid gegeven voorschriften. Artikel 40, zevende lid Bij een hijs- of hefwerktuig moet een duidelijke instructie in de Nederlandse taal aanwezig zijn, die de nodige gegevens bevat betreffende het veilig gebruik en het deugdelijk onderhoud van het betrokken werktuig. De instructie moet tevens de nodige gegevens bevatten betreffende het op veilige wijze monteren of demonteren van het werktuig of van onderdelen daarvan, indien het monteren of demonteren meermalen moet geschieden bijvoorbeeld in verband met het op een andere plaats opstellen van het werktuig. Artikel 40, achtste lid Een met een hijs- of hefwerktuig te verplaatsen last mag niet zwaarder zijn dan de ingevolge het vierde lid op dat werktuig aangeduide bedrijfslast aangeeft voor de stand of de omstandigheid, waarbij onderscheidenlijk waaronder het werktuig wordt gebruikt, noch zwaarder dan een veilig gebruik toelaat. De vorige volzin geldt niet ten aanzien van een hijswerktuig als bedoeld in artikel 4, eerste lid, terwijl het een beproeving ondergaat, voorgeschreven in het tweede lid, onder a, dan wel in het derde of vierde lid van dat artikel. Artikel 40, negende lid Het verrichten van werkzaamheden met behulp van een hijs- of hefwerktuig moet zodanig geschieden, dat gevaren waaraan de werknemers bij het gebruik van het werktuig kunnen blootstaan, zoals het gevaar getroffen of gegrepen te worden door het werktuig, een onderdeel daarvan, dan wel door de last van het werktuig zoveel mogelijk worden voorkomen. Artikel 40, tiende lid Een hijs- of hefwerktuig mag slechts worden bediend door een persoon die met de bediening van het werktuig en met de aard van de daarmede te verrichten werkzaamheden vertrouwd is. Artikel 40, elfde lid Onze Minister kan met betrekking tot alle hijsof hefwerktuigen dan wel met betrekking tot hijs- of hefwerktuigen die behoren tot een door hem omschreven categorie nadere regelen stellen met betrekking tot het eerste tot en met het zevende lid en het negende lid en zo nodig bepalen in welke gevallen aan die nadere regelen niet of niet geheel behoeft te worden voldaan. Artikel 4, eerste lid Onverminderd artikel 40 moet met betrekking tot hijskranen met een bedrijfslast die gelijk is aan of hoger is dan een door Onze

19 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 Minister vastgesteld minimum hetvolgende in acht worden genomen. Artikel 4, tweede lid Alvorens een hijskraan, na te zijn vervaardigd dan wel ingrijpend te zijn hersteld of gewijzigd, voor de eerste maal in gebruik wordt genomen, moeten worden onderzocht: ade hijskraan: op deugdelijkheid van materiaal, constructie, inrichting en stabiliteit, bij welk onderzoek de kraan doelmatig moet worden beproefd, en bde ondersteuning van de kraan, zoals een kraanbaan: op ligging en draagkracht, op deugdelijkheid van materiaal en constructie, alsmede op aanwezigheid en deugdelijkheid van beveiligingsmiddelen. Artikel 4, derde lid Een hijskraan en de ondersteuning van de kraan moeten worden onderzocht op goede staat, bij welk onderzoek de kraan doelmatig moet worden beproefd, een en ander: awanneer de kraan langdurig heeft stilgestaan of buiten gebruik is geweest; bzo dikwijls zulks ter waarborging van een veilig gebruik van de kraan redelijkerwijze noodzakelijk is en in elk geval tenminste eenmaal per jaar. In de gevallen, omschreven onder a en b, moeten de onderzoekingen en beproevingen zijn verricht, voordat de kraan in gebruik wordt genomen. Artikel 4, vierde lid Indien een hijskraan, na demontage voor opstelling elders, aanstonds opnieuw is opgesteld, moet de kraan, alvorens hij in gebruik wordt genomen, op veilige werking worden onderzocht en beproefd. Artikel 4, vijfde lid Onderzoekingen en beproevingen als bedoeld in het tweede, derde en vierde lid moeten worden verricht door een door het hoofd of de bestuurder aangewezen deskundige persoon, onderneming, dienst of instelling, voor zover Onze Minister met betrekking tot alle hijskranen dan wel met betrekking tot hijskranen die behoren tot een door hem omschreven categorie, niet heeft bepaald welke van de vorenbedoelde onderzoekingen en beproevingen moeten worden verricht door een daartoe door hem erkende persoon, onderneming, dienst of instelling. Tot de voorschriften die Onze Minister aan de erkenning kan verbinden, kunnen voorschriften behoren met betrekking tot het tarief dat de erkende persoon, onderneming, dienst of instelling in rekening mag brengen. Artikel 4, zesde lid

20 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 In de nabijheid van een hijskraan, behorende tot een door Onze Minister omschreven categorie, moet zich een geschrift (kraanboek) bevinden. Dit geschrift moet met betrekking tot die hijskraan gegevens bevatten als nader door hem geregeld ten aanzien van de tot die categorie behorende kranen. Tot vorenbedoelde gegevens behoren de bevindingen, verkregen uit onderzoekingen en beproevingen als bedoeld in het tweede, derde of vierde lid en neergelegd door degene die de vorenbedoelde onderzoekingen en beproevingen heeft verricht. Artikel 4, zevende lid Onze Minister stelt het model vast van een geschrift als bedoeld in het zesde lid. Artikel 4, achtste lid Het geschrift moet desgevraagd worden getoond. Artikel 4, negende lid Onze Minister kan met betrekking tot alle hijskranen dan wel met betrekking tot hijskranen die behoren tot een door hem omschreven categorie nadere regelen stellen met betrekking tot het tweede, derde en vierde lid alsmede zo nodig bepalen in welke gevallen aan die nadere regelen niet of niet geheel behoeft te worden voldaan. Artikel 42 De werknemers, die hijs- of hefwerktuigen bedienen, moeten ter plaatse, waar zij die werktuigen bedienen, alsmede op de toegangswegen tot die plaats, beveiligd zijn tegen ongevallen door gevaar veroorzakende delen van drijfwerk of werktuigen of door vallen. Artikel 42a Met een hijs- of hefwerktuig dat uitsluitend bestemd en ingericht is voor het vervoer van goederen, mogen in de plaats van of tezamen met goederen geen personen worden vervoerd. Artikel 43, eerste lid Kabels, hijskettingen en stroppen mogen niet zwaarder worden belast dan een veilig gebruik toelaat. Artikel 43, tweede lid Zo dikwijls zulks ter waarborging van een veilig gebruik nodig is, moeten hijskettingen en kettingstroppen worden uitgegloeid en met een voldoende trekkracht worden beproefd door een bevoegd deskundige. Van deze beproeving moet een bewijs in de door Onze Minister vastgestelde vorm worden overgelegd. Artikel 48

21 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 Tegen het gevaar te worden getroffen door wegvliegende, vallende, omvallende, wegschuivende of wegrollende voorwerpen moeten doelmatige voorzieningen getroffen zijn. Artikel 49, eerste lid Het opstapelen van voorwerpen of stoffen, het maken van groeven, geulen, kuilen, putten en het af- of ondergraven van grond moet plaatshebben, met inachtneming en toepassing van die voorzorgen, welke voldoende waarborgen geven tegen het gevaar van verzakken, omvallen, afkalven of instorten. Artikel 49, derde lid Gestapelde of opgehoopte voorwerpen of stoffen mogen geen gevaar opleveren van verzakken, omvallen, afkalven of instorten. Die voorwerpen of stoffen moeten met het oog op dat gevaar regelmatig worden gecontroleerd. Artikel 53, eerste lid De verpakking van een gevaarlijke stof die behoort tot een van de klassen a tot en met Vll, omschreven in artikel 2, eerste lid, onder a, van de Wet Gevaarlijke Stoffen moet deugdelijk zijn en tegen normale behandeling bestand. Artikel 53, tweede lid Op de verpakking van een gevaarlijke stof, die ingevolge de in het eerste lid genoemde wet gekenmerkt moet zijn, moet het kenmerk of moeten de kenmerken opvallend en goed afleesbaar aanwezig zijn. Artikel 53, derde lid Op de verpakking van een gevaarlijke stof als bedoeld in het eerste lid, die ingevolge de in dat lid genoemde wet niet gekenmerkt behoeft te zijn, moeten opvallend en goed afleesbaar vermeld zijn de naam van de gevaarlijke stof en een aanduiding van de aard van het gevaar of de gevaren, verbonden aan die gevaarlijke stof. Artikel 60, eerste lid Bij het vervaardigen, bewerken, verwerken, gebruiken, verpakken, opslaan of vernietigen van, dan wel bij het verrichten van andere handelingen met gevaarlijke stoffen die behoren tot een van de klassen a tot en met Vll, omschreven in artikel 2, eerste lid, onder a, van de Wet Gevaarlijke Stoffen, moeten zodanige voorzieningen getroffen zijn, dat de gevaren die aan de onderscheidene werkzaamheden verbonden kunnen zijn, worden vermeden. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing bij het reinigen, verwijderen of vernietigen van verpakkingen waarin zich een gevaarlijke stof als bedoeld in die volzin heeft bevonden of van zaken waarin zich een zodanige stof onverpakt heeft bevonden, tenzij zich in die verpakkingen of

22 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 zaken kennelijk geen restanten van de gevaarlijke stof bevinden. Artikel 60, tweede lid Voorts moeten zodanige voorzieningen getroffen zijn, dat ingeval zich met betrekking tot een gevaarlijke stof als bedoeld in het eerste lid een ongewilde gebeurtenis voordoet, de gevolgen daarvan zoveel mogelijk worden beperkt. Artikel 60, derde lid In ruimten waarin de werkzaamheden, bedoeld in de eerste volzin van het eerste lid, worden uitgevoerd, moet de grootst mogelijke zindelijkheid en ordelijkheid worden in acht genomen. Alsdan mogen in die ruimten de gevaarlijke stoffen in geen grotere hoeveelheden aanwezig zijn dan voor de bedrijfsvoering onvermijdelijk is. Evenmin mogen in die ruimten meer werknemers aanwezig zijn dan noodzakelijk is. Artikel 60, vierde lid De werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, mogen slechts worden verricht door personen die in een zodanige lichamelijke en geestelijke toestand verkeren en op het gebied van die werkzaamheden zodanig deskundig zijn, dat zij voldoende in staat zijn de daaraan verbonden gevaren te voorkomen. Artikel 60, vijfde lid Onze Minister kan ter uitvoering van de voorgaande leden nadere regelen stellen. Artikel 73a, eerste lid Indien een der hierna omschreven gevaren zich voordoet, hetzij in een geval waarop het bij of krachtens deze paragraaf bepaalde niet van toepassing is, hetzij in een geval waarin de naleving daarvan niet leidt tot vermijding van dat gevaar, moeten, onverminderd vorenbedoelde bepalingen, voor de werknemers die aan dat gevaar bloot staan, de daarbij aangegeven persoonlijke beschermingsmiddelen, in voldoend aantal, beschikbaar zijn en moet ervoor worden gezorgd dat die werknemers die middelen gebruiken: agevaar van verwonding door vallende, omvallende of wegvliegende voorwerpen of vallende stoffen dan wel door het stoten van het hoofd: doelmatige veiligheidshelmen; bgevaar van voet- of beenverwondingen door scherpe, vallende, omvallende of wegrollende voorwerpen of door knellen: doelmatig veiligheidsschoeisel; cgevaar van oogverwonding door spatten van bijtende, hete of zeer koude stoffen dan wel door vonken, splinters, schilfers of stof: doelmatige brillen of gelaatsschermen; cgevaar te worden gegrepen door bewegende delen van een werktuig, machine, apparaat of installatie dan wel door machinaal bewogen

23 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 werkstukken en dergelijke: doelmatige nauwsluitende kleding of hoofdbedekking; egevaar van ongevallen door bijtende, hete of zeer koude stoffen: beschermende kleding, handschoenen, hoofdbedekking of andere doelmatige middelen ter bescherming van het lichaam; fgevaar van verwonding bij het gebruik van verplaatsbaargereedschap: beschermende kleding of andere doelmatige middelen ter bescherming van het lichaam. Artikel 73a, tweede lid Persoonlijke beschermingsmiddelen, als bedoeld in het eerste lid, moeten in goede staat verkeren en zindelijk worden gehouden. Artikel 73b, eerste lid Voor zover dit nodig is voor een veilig verblijf van werknemers of voor het veilig verrichten van hun arbeid, moeten goed leesbare en in de Nederlandse taal luidende voorschriften, aanwijzingen, of waarschuwingen of algemeen gebruikelijke aanduidingen op doelmatige plaatsen en wijze aangebracht zijn. Artikel 73b, tweede lid Indien er werknemers zijn die de Nederlandse taal niet voldoende beheersen, moeten voor zoveel nodig de in het eerste lid bedoelde voorschriften, aanwijzingen of waarschuwingen zodanig luiden, dat ook die werknemers deze kunnen begrijpen. Artikel 22 bis, tweede lid Het vervoer en het plaatsen van materialen en onderdelen en van hulpconstructies moeten geschieden op zodanige wijze, dat de werknemers zoveel mogelijk beschermd zijn tegen de gevaren die daarbij kunnen optreden. Artikel 22, sexies, tweede lid De bediening van een torenkraan waarvan het maximaal toelaatbare bedrijfslastmoment 5 tm of meer bedraagt of de giek bevestigd is op een hoogte van 20 m of meer boven de ondersteuning van de kraan, zoals een kraanbaan, mag slechts worden verricht door een persoon die in een zodanige lichamelijke en geestelijke toestand verkeert en ten aanzien van de bediening van zodanige kranen alsmede ten aanzien van de aard van de daarmede te verrichten werkzaamheden zo deskundig is, dat hij voldoende in staat is de daaraan verbonden gevaren te voorkomen. Onze Minister bepaalt de gevallen waarin voor de bediening van een door hem aangewezen soort van torenkranen als vorenbedoeld. In verband met ervaring verkregen in de bediening van die soort kan worden volstaan met een daartoe beperkte deskundigheid. Artikel 22, sexies tweede lid Het eerste lid, voor zover regelende de deskundigheid welke voor de bediening van een torenkraan als in dat lid bedoeld is vereist,

24 HIJSGEREEDSCHAPPEN; WETTELIJKE BEPALINGEN P5-985 is niet van toepassing ten aanzien van een persoon die een zodanige kraan bedient: ain het kader van een bij of krachtens een wet geregelde beroepsopleiding tot torenkraanbestuurder, die door de betrokkene daadwerkelijk en in overeenstemming met de door het opleidingsinstituut gestelde regels wordt gevolgd, of bin het kader van een opleiding tot torenkraanbestuurder, georganiseerd door een door Onze Minister aangewezen instelling, die door de betrokkene daadwerkelijk en in overeenstemming met de door de instelling gestelde regels wordt gevolgd, mits tijdens die bediening een deskundig toezicht ter bescherming tegen gevaar voor het leven of de gezondheid in voldoende mate wordt uitgeoefend ingeval zulks redelijkerwijze noodzakelijk moet worden geacht. Artikel 22 sexies, derde lid Onze Minister bepaalt nader aan welke eisen van deskundigheid een persoon als bedoeld in het eerste lid moet voldoen. Hij kan voorts gevallen bepalen waarin tijdelijk niet of niet geheel aan die eisen behoeft te worden voldaan. Artikel 22, sexies, vierde lid Behoudens in door Onze Minister bepaalde gevallen, moet de bij en krachtens dit artikel voorgeschreven deskundigheid blijken uit het bezit van een schrifteli jk bewijs van een door Onze Minister vastgesteld model. Hij reikt dit bewijs uit, indien hem die deskundigheid volgens door hem te stellen regelen is aangetoond. De uitreiking geschiedt aan de betrokken persoon. Artikel 22 sexies, vijfde lid Het bewijs moet bij de bediening van een torenkraan als bedoeld in het eerste lid desgevraagd worden getoond. Artikel 22 sexies, zesde lid In het bij of krachtens dit artikel bepaalde wordt verstaan onder 'torenkraan': elektrisch aangedreven, torenvormig hijswerktuig dat bestemd is om lasten vertikaal of horizontaal te verplaatsen en daartoe met een giek uitgerust is, een zogenaamde klimkraan daaronder mede begrepen. Artikel 22 septies Een hijs- of hefwerktuig mag na gebruik niet worden achtergelaten in een zodanige toestand, dat onbevoegden het werktuig of mechanismen daarvan in werking kunnen stellen. Artikel 27 (ged.) Een werknemer die arbeid verricht waarop betrekking heeft: aeen voorschrift, vervat in de artikelen 40, achtste en negende lid, 42a, 73a, eerste lid, voor zover daarin het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen wordt voorgeschreven, 73a,

TAKELS, VIJZELS EN DOMMEKRACHTEN 1984 blz.1

TAKELS, VIJZELS EN DOMMEKRACHTEN 1984 blz.1 blz.1 1. INLEIDING Vrij regelmatig verzoeken fabrikanten, leveranciers en gebruikers van takels, vijzels en dommekrachten de Arbeidsinspectie, deze hefwerktuigen uit een oogpunt van veiligheid aan een

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE --- [Met de scheepvaartcontrole belaste dienst] REGISTER VAN LAAD- EN LOSGEREI

KONINKRIJK BELGIE --- [Met de scheepvaartcontrole belaste dienst] REGISTER VAN LAAD- EN LOSGEREI III. Certificaten en register voor laad- en losgerei 1. Register van laad- en losgerei (Omslagblad) MOD 1 Register nr...... Naam van het schip... Roepnaam... Thuishaven... Naam van de eigenaar... KONINKRIJK

Nadere informatie

1.1.2 Een handlier is een lier, die uitsluitend is bedoeld en uitgevoerd om met handkracht te worden aangedreven.

1.1.2 Een handlier is een lier, die uitsluitend is bedoeld en uitgevoerd om met handkracht te worden aangedreven. blz.1 1. ALGEMEEN 1.1 Definities 1.1.1 Een lier is een hefwerktuig, - dat is bedoeld om lasten te verplaatsen door middel van een flexibel trekorgaan, zoals een kabel, - dat voorts is uitgerust met een

Nadere informatie

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit 1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit Arbobesluit 7.1 Arbeidsmiddelen buiten gebruik Dit hoofdstuk is niet van toepassing op arbeidsmiddelen die op een zodanige manier zijn gedemonteerd of gesloopt,

Nadere informatie

kettingwerk : de kettingen en het soortgelijk gerei, zoals haken, ringen, sluitings en wartels;

kettingwerk : de kettingen en het soortgelijk gerei, zoals haken, ringen, sluitings en wartels; Bijlage XI - Voorschriften betreffende de beproeving en de keuring van hijstoestellen en vaste werktuigen gebruikt voor het laden en lossen van schepen HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen Artikel 1. Omschrijvingen.

Nadere informatie

COMMUNICATIE MET DE KRAANMACHINIST

COMMUNICATIE MET DE KRAANMACHINIST PORTOFOONCOMMUNICATIE Wordt er voor de communicatie gebruik gemaakt van portofoons, denk dan aan de volgende zaken: Noem de naam van de aan te spreken persoon altijd eerst, zodat die persoon weet dat hij

Nadere informatie

WERKEN MET HOUTBEWERKINGSMACHINES 1987 blz.1

WERKEN MET HOUTBEWERKINGSMACHINES 1987 blz.1 blz.1 1. INLEIDING In deze publikatie zijn de wettelijke bepalingen opgenomen die betrekking hebben op de constructie, het onderhoud en het veilig werken met houtbewerkingsmachines. Bij het werken met

Nadere informatie

Citeertitel: Landsbesluit elektrische leidingen en kabels ==================================================================== Artikel 1

Citeertitel: Landsbesluit elektrische leidingen en kabels ==================================================================== Artikel 1 Intitulé : Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van de artikelen 1, vierde lid, en 11, eerste lid, van de Landsverordening elektriciteitsconcessies Citeertitel: Landsbesluit elektrische

Nadere informatie

2015 no. 59 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2015 no. 59 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2015 no. 59 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA MINISTERIЁLE REGELING van 2 december 2015 ter uitvoering van artikel 2, tweede lid, van de Veiligheidsverordening (AB 1990 no. GT 31) (Regeling keuring liften) Uitgegeven,

Nadere informatie

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Met betrekking tot de vraag over valkeuringsmiddelen in de Vraagbaak is onderstaande wetgeving relevant: Artikel 7.4a. Keuringen 1.Een arbeidsmiddel waarvan de veiligheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1979-1980 14 497 Bepalingen in het belang van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn in verband met de arbeid (Arbeidsomstandighedenwet) Nr. 138 VIERDE NOTA

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1 blz.1 1. INLEIDING Naar de praktijk leert, gebeuren elk jaar, o.a. op bouwwerken, ernstige ongevallen doordat personen van een grote hoogte vallen. Artikel 127 van het "Veiligheidsbesluit voor fabrieken

Nadere informatie

HIJSGEREEDSCHAPPEN; P115-2 CONSTRUCTIE, STERKTE, BEPROEVING EN ONDERHOUD 1985

HIJSGEREEDSCHAPPEN; P115-2 CONSTRUCTIE, STERKTE, BEPROEVING EN ONDERHOUD 1985 HIJSGEREEDSCHAPPEN; P5-2 CONSTRUCTIE, STERKTE, BEPROEVING EN ONDERHOUD 985 HIJSGEREEDSCHAPPEN; CONSTRUCTIE, STERKTE, BEPROEVING EN ONDERHOUD.Inleiding 2.Algemeen 2.Toepassingsgebied 2.2Werklast 2.3Materiaal

Nadere informatie

VEILIG WERKEN OP DAKEN 1961 blz.1

VEILIG WERKEN OP DAKEN 1961 blz.1 blz.1 1. INLEIDING 1.1 Dat het werken op daken bijzondere gevaren met zich mee kan brengen, behoeft geen nadere toelichting. Op de middelen die dienen te worden aangewend ter voorkoming of beperking van

Nadere informatie

Bijlage IV ; Arbeid aan boord van schepen. 1. ; Werkingssfeer

Bijlage IV ; Arbeid aan boord van schepen. 1. ; Werkingssfeer Bijlage IV ; Arbeid aan boord van schepen 1. ; Werkingssfeer Art 1; Werkingssfeer Deze bijlage is niet van toepassing ten aanzien van bemanningsleden die niet onder gezag van een ander arbeid verrichten.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 155 Wijziging van de regeling van de overdracht van aandelen op naam in naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid.

Nadere informatie

BEVEILIGING VAN STEMPELS EN METAALPERSEN September 1981 Blz. 1

BEVEILIGING VAN STEMPELS EN METAALPERSEN September 1981 Blz. 1 Blz. 1 1. INLEIDING Bij het gebruik van metaalpersen kan het gevaar zich voordoen van knellen tussen stempeldelen of tussen stempels en andere machinedelen. In deze publikatie worden aanwijzingen gegeven

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999)

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing

Nadere informatie

SLOOPWERKZAAMHEDEN 1982 blz.1

SLOOPWERKZAAMHEDEN 1982 blz.1 blz.1 1. INLEIDING De in dit publikatieblad gegeven aanwijzingen zijn van toepassing op het afbreken, demonteren, omvertrekken of op andere wijze slopen van gebouwen, bouwwerken, installaties, waterbouwkundige

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

UITSTEEKSTEIGERS 1980 blz.1

UITSTEEKSTEIGERS 1980 blz.1 blz.1 1. INLEIDING Bij de betonskeletbouw bestaat het skelet uit een constructie van gewapend betonkolommen, -wanden, -balken en -vloeren. Het stellen van de bekisting, het aanbrengen van de wapening,

Nadere informatie

OPGELET, zie Art : voor sportduikers zijn uitsluitend de artikelen 6.14, en 6.15, eerste lid, onder a-b-d, van toepassing!!!

OPGELET, zie Art : voor sportduikers zijn uitsluitend de artikelen 6.14, en 6.15, eerste lid, onder a-b-d, van toepassing!!! (Tekst geldend op: 22-03-2010) OPGELET, zie Art.6.13.3: voor sportduikers zijn uitsluitend de artikelen 6.14, en 6.15, eerste lid, onder a-b-d, van toepassing!!! Arbeidsomstandighedenbesluit Hoofdstuk

Nadere informatie

Arbeidsomstandighedenregeling. Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen. Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen

Arbeidsomstandighedenregeling. Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen. Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen Arbeidsomstandighedenregeling Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen Artikel 4.1. Definities Voor de toepassing van deze paragraaf

Nadere informatie

2. De opdrachtgever zorgt er voor dat de aannemer kan beschikken over elektriciteit, gas en water.

2. De opdrachtgever zorgt er voor dat de aannemer kan beschikken over elektriciteit, gas en water. ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR VERBOUWINGEN Te gebruiken bij bouwbegeleiding door Landgut GmbH Artikel 1 Verplichtingen van de opdrachtgever 1. De opdrachtgever zorgt ervoor dat de aannemer tijdig kan beschikken

Nadere informatie

Cijfers en ongevallen

Cijfers en ongevallen Cijfers en ongevallen In 2016 waren er 70 bedrijfsongevallen met dodelijke afloop (14% meer dan in 2015) Dit is meer dan één dode per week Veel ongelukken gebeurden bij het hijsen, heffen en verplaatsen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 827 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 ter implementatie van richtlijn nr. 2003/59/EG (vakbekwaamheid

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 417 Wet van 26 oktober 2016 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES met betrekking tot

Nadere informatie

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden Concept ten behoeve van internetconsultatie juni 2016 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden Allen, die deze zullen zien of horen lezen,

Nadere informatie

Voorschriften betreffende het beheer van de archiefbewaarplaats en het beheer van de documenten (Besluit informatiebeheer RUD Zuid-Limburg).

Voorschriften betreffende het beheer van de archiefbewaarplaats en het beheer van de documenten (Besluit informatiebeheer RUD Zuid-Limburg). HET DAGELIJKS BESTUUR VAN DE RUD ZUID-LIMBURG Gelet op artikel 8 van de Archiefverordening RUD Zuid-Limburg BESLUIT: Vast te stellen de navolgende: Voorschriften betreffende het beheer van de archiefbewaarplaats

Nadere informatie

PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING

PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING HOOFDSTUK 1.16 PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING 1.16.1 Certificaat van Goedkeuring 1.16.1.1 Algemeen 1.16.1.1.1 Droge lading schepen die gevaarlijke goederen in grotere hoeveelheden

Nadere informatie

Reglement Tuchtcommissie

Reglement Tuchtcommissie Reglement Tuchtcommissie 1 mei 2016 Artikel 1 De in dit Reglement Tuchtcommissie voorkomende begrippen hebben de betekenis als daaraan toegekend in de Statuten en het Algemeen Reglement en voorts de navolgende:

Nadere informatie

In deze regeling wordt verstaan onder besluit: Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart.

In deze regeling wordt verstaan onder besluit: Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart. REGELING van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende regels met betrekking tot de vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (Regeling vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart) De Minister

Nadere informatie

Veilig Hijsen. Veilig Hijsen. dia 1. M.Abels / Veilig Hijsen / PTC Opleidingen

Veilig Hijsen. Veilig Hijsen. dia 1. M.Abels / Veilig Hijsen / PTC Opleidingen Veilig Hijsen dia 1 Veilig Hijsen Opleiding over het veilig Werken met de hijs(hal)kraan dia 2 Veilig Hijsen Arbowetgeving Arbowetgeving Inleiding Arbowetgeving Rechten en plichten Toezicht arbeidsinspectie

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard gelet op artikel 7 van de Archiefverordening 2006

Burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard gelet op artikel 7 van de Archiefverordening 2006 Besluit Informatiebeheer Valkenswaard 2011 Burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard gelet op artikel 7 van de Archiefverordening 2006 Besluiten vast te stellen de navolgende: Voorschriften

Nadere informatie

14 TIPS OM VEILIG TE HIJSEN EEN E-BOOK VAN HIJSWINKEL.NL

14 TIPS OM VEILIG TE HIJSEN EEN E-BOOK VAN HIJSWINKEL.NL 14 TIPS OM VEILIG TE HIJSEN EEN E-BOOK VAN HIJSWINKEL.NL In december 2007 viel een damwandplaat van de Noord-Zuidlijn tijdens het hijsen op een 33jarige automobilist. De werklieden gebruikten slechts één

Nadere informatie

Wijzigingen: AB 2000 no. 11; AB 2004 no. 47; AB 2010 no. 17; AB 2011 no. 41 ====================================================================

Wijzigingen: AB 2000 no. 11; AB 2004 no. 47; AB 2010 no. 17; AB 2011 no. 41 ==================================================================== Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van de artikelen 10, vierde lid, 16, derde lid, en 17 van de Landsverordening wegverkeer (AB 1997 no. 18) Citeertitel: Landsbesluit

Nadere informatie

Grondverzetmachines en hijsen

Grondverzetmachines en hijsen Grondverzetmachines en hijsen Inleiding Grondverzetmachines (graafmachines) kunnen naast graven ook andere werkzaamheden uitvoeren. Genoemd wordt heffen, hijsen en activiteiten met verwisselbare uitrustingstukken

Nadere informatie

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over het vervoer met spoorvoertuigen

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Wet arbeid Vreemdelingen

Wet arbeid Vreemdelingen Wav C22 C22 Wet arbeid Vreemdelingen Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen, Stb. 1994,959. Inwerkingtreding 1 september 1995. PARAGRAAF I Begripsbepalingen Artikel 1

Nadere informatie

Kraanboek. voor vast opgestelde kraan, op rails rijdende kraan of drijvende kraan

Kraanboek. voor vast opgestelde kraan, op rails rijdende kraan of drijvende kraan Kraanboek voor vast opgestelde kraan, op rails rijdende kraan of drijvende kraan 2005 Sdu Uitgevers - nadruk verboden 702018 Kraanboek voor vast opgestelde kraan, op rails rijdende kraan of drijvende

Nadere informatie

CONSTRUCTIE EN BEPROEVING VAN VEILIGHEIDSBRILLEN 1961 Blz. 1

CONSTRUCTIE EN BEPROEVING VAN VEILIGHEIDSBRILLEN 1961 Blz. 1 Blz. 1 1. INLEIDING Ingevolge artikel 121 van het Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1938 moeten personen, die bij het gebruik van werktuigen of gereedschappen gevaar lopen getroffen te

Nadere informatie

Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000

Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000 JU Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000 Regeling van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 24 februari 2006, nr. IND uit 06-858(AUB), houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Hoofdstuk II. Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening; besluiten:

Hoofdstuk I. Hoofdstuk II. Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening; besluiten: Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening; besluiten: vast te stellen de navolgende: Hoofdstuk I Algemene bepalingen VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE HET BEHEER

Nadere informatie

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN Tekst zoals deze geldt op 22 januari 2010 WET van 15 januari 1970, houdende regelen met betrekking tot medische hulpmiddelen WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 01-06-2011) Besluit van 16 januari 1998, houdende regels over de veiligheid en de deugdelijkheid van draagbare blustoestellen (Besluit draagbare blustoestellen 1997) Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016 VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016 De raad van de gemeente Gooise Meren; gelezen het voorstel van 4 januari 2016, nr. RV16.007 gelet op het bepaalde in titel Va van de Wet op de kansspelen,

Nadere informatie

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 27, vijfde lid, van de Landsverordening wegverkeer (AB 1997 no.

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 27, vijfde lid, van de Landsverordening wegverkeer (AB 1997 no. Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 27, vijfde lid, van de Landsverordening wegverkeer (AB 1997 no. 18) Citeertitel: Landsbesluit onderzoek alcoholgehalte

Nadere informatie

Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels

Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels Notitie Ontheffingen bevoegdheidsregels De wet op het voortgezet onderwijs (WVO) kent een aantal bepalingen waarbij limitatief is vastgelegd wanneer het onderwijs - gedurende een beperkte tijd en onder

Nadere informatie

Hefwerktuigen op werven: Wettelijke inspecties. Luc Vandereyt. Provincie Limburg Infodag: Keuringen in de bouwsector

Hefwerktuigen op werven: Wettelijke inspecties. Luc Vandereyt. Provincie Limburg Infodag: Keuringen in de bouwsector Provincie Limburg Infodag: Keuringen in de bouwsector 28/02/2019 Luc Vandereyt Hefwerktuigen op werven: Wettelijke inspecties Luc Vandereyt 28/02/2019 1 Agenda: - Sociale wetgeving ARAB art. 267-280 -

Nadere informatie

Datum ondertekening. Bron bekendmaking. P.B. 2007, no. 58

Datum ondertekening. Bron bekendmaking. P.B. 2007, no. 58 Zoek regelingen op overheinl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheinl! MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 9de juli 2007 ter uitvoering

Nadere informatie

BEVEILIGING VAN RUBBERWALSEN 1961 Blz. 1

BEVEILIGING VAN RUBBERWALSEN 1961 Blz. 1 Blz. 1 1. INLEIDING 1.1 Krachtens artikel 118 van het "Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1938" moeten rubberwalsen zodanig zijn opgesteld en ingericht, dat het gevaar dat deze machines

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 165 Voorstel van wet van het lid Bergkamp tot wijziging van de Opiumwet teneinde de teelt en verkoop van hennep en hasjiesj via een gesloten

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING KLEINE VEREN VAN KOOLSTOFSTAAL

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING KLEINE VEREN VAN KOOLSTOFSTAAL NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING D - 3 KLEINE VEREN VAN KOOLSTOFSTAAL Heruitgave Deze versie werd niet gewijzigd, enkel de lay-out is aangepast UITGAVE : 08/1965 Index

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A

GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS, MODEL H-50A EN HE-50A. BELANGRIJK: Installeer, gebruik en onderhoud de takels op de juiste manier om persoonlijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 523 Bepalingen met betrekking tot de veilige vaart op de binnenwateren (Binnenvaartwet) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 7 november 2006 Het

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING SLUITINGEN

GEBRUIKSAANWIJZING SLUITINGEN GEBRUIKSAANWIJZING SLUITINGEN HANDELMAATSCHAPPIJ VLIERODAM B.V. NIJVERHEIDSWEG 21 POSTBUS 827 3160 AA RHOON 010-5018000 010 5013843 Gebruiksaanwijzing sluitingen: Sluitingen worden gebruikt bij hijswerkzaamheden

Nadere informatie

TOOLBOX VEILIG HIJSEN

TOOLBOX VEILIG HIJSEN TOOLBOX VEILIG HIJSEN LET OP! LEES EERST DE ONDERSTAANDE TEKST. Op enkele sheets staat in de rechterbovenhoek Een i van informatie. Deze sheets zijn toegevoegd om de leesbaarheid te vergroten. Deze sheets

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING WERKBAK

GEBRUIKSAANWIJZING WERKBAK GEBRUIKSAANWIJZING WERKBAK HANDELMAATSCHAPPIJ VLIERODAM B.V. NIJVERHEIDSWEG 21 POSTBUS 827 3160 AA RHOON 010-5018000 010 5013843 VOORSCHRIFTEN T.A.V. HET GEBRUIK VAN EEN WERKBAK HANGENDE AAN EEN MOBIELE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 14 Beschikking van de Minister van Justitie van 8 januari 1996, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit homeopatische

Nadere informatie

U bent hier: Home - Risico's - Arbeidsmiddelen Printvriendelijke versie

U bent hier: Home - Risico's - Arbeidsmiddelen Printvriendelijke versie U bent hier: Home - Risico's - Arbeidsmiddelen Printvriendelijke versie Arbeidsmiddelen Werken met draaiende arbeidsmiddelen kan gevaarlijk zijn; Door snijden, slijpen of zagen kunnen deeltjes wegvliegen.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 62 Wet van 6 februari 2003 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (verbetering van de handhaving en bepalingen inzake uitbreidingstoelatingen)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 693 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van begeleid rijden A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 26 september

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 686 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde

Nadere informatie

Veilig opslaan van glas op glasbokken en -karren, schuif- en rolstellingen

Veilig opslaan van glas op glasbokken en -karren, schuif- en rolstellingen Published on Arbocatalogus voor de vlakglasbranche (http://www.arbocatalogus-vlakglas.nl) Veilig opslaan van glas op glasbokken en -karren, schuif- en rolstellingen Oplossing status: Goedgekeurd door Inspectie

Nadere informatie

Arbobesluit over werken op hoogte.

Arbobesluit over werken op hoogte. Arbobesluit over werken op hoogte. Artikel 3.16. Voorkomen valgevaar 1. Bij het verrichten van arbeid waarbij valgevaar bestaat is zo mogelijk een veilige steiger, stelling, bordes of werkvloer aangebracht

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 13 1.1 Begrippen en definities 13 1.2 Tabel van keuringseisen 16

Inhoud. 1 Inleiding 13 1.1 Begrippen en definities 13 1.2 Tabel van keuringseisen 16 Inhoud 1 Inleiding 13 1.1 Begrippen en definities 13 1.2 Tabel van keuringseisen 16 2 Wetgeving 17 2.1 EG-Machinerichtlijn 17 2.2 EG-Richtlijn Arbeidsmiddelen 17 2.3 Arbeidsomstandighedenbesluit 18 2.4

Nadere informatie

Besluit van 30 juni 1992 houdende regelen betreffende de veiligheid van machines

Besluit van 30 juni 1992 houdende regelen betreffende de veiligheid van machines (Tekst geldend op: 16-03-2005) Besluit van 30 juni 1992 houdende regelen betreffende de veiligheid van machines Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 068 Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

Nadere informatie

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan:

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan: Artikel 446 1. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst waarbij een natuurlijke persoon of een rechtspersoon,

Nadere informatie

RISICOANALYSE SPREADERBEAMS VOLGENS METHODE FINE EN KINNEY

RISICOANALYSE SPREADERBEAMS VOLGENS METHODE FINE EN KINNEY RISICOANALYSE SPREADERBEAMS VOLGENS METHODE FINE EN KINNEY INHOUDSOPGAVE: Hoofdstuk Omschrijving Pagina 1 Inleiding 2 2 Risicoanalyse 2 3 Risicobeoordeling 4 4 Risicoreductie 7 1. INLEIDING: Het spreader

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]],);

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]],); Ontwerpbesluit van, houdende redactionele en beperkte beleidswijzigingen van het Arbeidsomstandighedenbesluit en enkele Warenwetbesluiten Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 (Tekst geldend op: 19 02 2015) Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 4. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling in deze

Nadere informatie

Burgelijk wetboek Boek 8. Verkeersmiddelen en vervoer

Burgelijk wetboek Boek 8. Verkeersmiddelen en vervoer Burgelijk wetboek Boek 8. Verkeersmiddelen en vervoer Titel 1. Algemene bepalingen Artikel 1 1. In dit wetboek worden onder schepen verstaan alle zaken, geen luchtvaartuig zijnde, die blijkens hun constructie

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening;

Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening; Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening; besluiten: vast te stellen de navolgende: VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE AANWIJZING VAN DE ARCHIEFBEWAARPLAATS,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 274 Wet van 18 juni 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

INFOBLAD 01. Toelichting op nieuw TCVT schema W3-11

INFOBLAD 01. Toelichting op nieuw TCVT schema W3-11 INFOBLAD 01 Toelichting op nieuw TCVT schema W3-11 INLEIDING 1.0 Algemeen De Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport (TCVT) beheert alle certificatieschema s in het kader van Verticaal Transport.

Nadere informatie

1 Algemene bepalingen

1 Algemene bepalingen MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 24ste september 1999 als bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de Warenlandsverordening (P.B. 1997, no. 334) ter uitvoering van artikel 14, eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 475 Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A

GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS MODEL H50-A EN HE50A GEBRUIKSAANWIJZING NITCHI HANDTAKELS, MODEL H-50A EN HE-50A. BELANGRIJK: Installeer, gebruik en onderhoud de takels op de juiste manier om persoonlijke

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden voor Verbouwingen

Algemene Voorwaarden voor Verbouwingen Algemene Voorwaarden voor Verbouwingen Artikel 1: Verplichtingen van de opdrachtgever 1. De opdrachtgever zorgt ervoor dat de aannemer tijdig kan beschikken over de gedeelten van de woning waaraan het

Nadere informatie

Bevestig de kraanhaak van het hefwerktuig in het hijsoog van de klem. Indien de kraanhaak te groot is voor het hijsoog gebruik dan een voorloper.

Bevestig de kraanhaak van het hefwerktuig in het hijsoog van de klem. Indien de kraanhaak te groot is voor het hijsoog gebruik dan een voorloper. DEZE GEBRUIKSAANWIJZING DIENT VOLLEDIG GELEZEN EN BEGREPEN TE ZIJN VOOR AANVANG VAN DE WERKZAAMHEDEN gebruiksaanwijzing voor BSV mechanische dakelementenklem type 253050A 1. GESCHIKT VOOR Het hijsen en

Nadere informatie

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen =====================================================================

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen ===================================================================== Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de bewaring van inbeslaggenomen voorwerpen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 29 874 (R 1777) Goedkeuring en uitvoering van de op 17 december 1991 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag

Nadere informatie

2. De opdrachtgever zorgt er voor dat de aannemer kan beschikken over elektriciteit, gas en water.

2. De opdrachtgever zorgt er voor dat de aannemer kan beschikken over elektriciteit, gas en water. Algemene Voorwaarden van H & A bouw- en onderhoudsbedrijf BV. Artikel 1: Verplichtingen van de opdrachtgever 1. De opdrachtgever zorgt ervoor dat de aannemer tijdig kan beschikken over de gedeelten van

Nadere informatie

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 17 van de IJkverordening

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 17 van de IJkverordening Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 17 van de IJkverordening Citeertitel: Lengtematenbesluit Vindplaats : AB 1988 no. 26 Wijzigingen: Geen = 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR HET VEILIG GEBRUIK EN HET ONDERHOUD VAN GEDEELDE VELGEN VOOR 1987

AANWIJZINGEN VOOR HET VEILIG GEBRUIK EN HET ONDERHOUD VAN GEDEELDE VELGEN VOOR 1987 blz.1 1. INLEIDING Vele ernstige ongevallen, waaronder zelfs dodelijke, werden in de loop van de tijd veroorzaakt door het loswerken en met grote kracht wegspringen van delen van velgen voor luchtbanden.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 693 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van begeleid rijden Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 99 Wet van 13 maart 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het aanmerken van het kentekenregister als basisregistratie

Nadere informatie

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Verlangend

Nadere informatie

GEBRUIKSHANDLEIDING PORTAALKRAAN

GEBRUIKSHANDLEIDING PORTAALKRAAN GEBRUIKSHANDLEIDING PORTAALKRAAN INHOUDSOPGAVE: Hoofdstuk Omschrijving Pagina 1 Aanwijzingen vooraf 2 2 Controles 2 3 Manier van aanslaan 3 4 Het hijsen van lasten 3 5 Opslag 4 6 Onderhoud 5 7 Reparatie

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Gelet op artikel 7 van de Verordening Informatiebeheer gemeente Groningen 1998;

Gelet op artikel 7 van de Verordening Informatiebeheer gemeente Groningen 1998; CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR44079_1 21 november 2017 BESLUIT INFORMATIEBEHEER GRONINGEN Gelet op artikel 7 van de Verordening Informatiebeheer gemeente Groningen 1998; BESLUITEN: vast

Nadere informatie

De Provinciewet en de Rekenkamer

De Provinciewet en de Rekenkamer De Provinciewet en de Rekenkamer HOOFDSTUK XIa. DE BEVOEGDHEID VAN DE REKENKAMER Artikel 183 1. De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het provinciebestuur

Nadere informatie