BESTEMMINGSPLAN ERMERSTRAND - ONTWIKKELINGSLOCATIES

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESTEMMINGSPLAN ERMERSTRAND - ONTWIKKELINGSLOCATIES"

Transcriptie

1 BESTEMMINGSPLAN ERMERSTRAND - ONTWIKKELINGSLOCATIES

2 BESTEMMINGSPLAN ERMERSTRAND - ONTWIKKELINGSLOCATIES CODE

3 GEMEENTE COEVORDEN BESTEMMINGSPLAN ERMERSTRAND - ONTWIKKELINGSLOCATIES TOELICHTING INHOUDSOPGAVE blz 1. INLEIDING Aanleiding Planologische regeling Visie Document Ermerstrand Leeswijzer 2 2. BESCHRIJVING VAN HET PLAN Huidige situatie Gewenste ontwikkelingen Uitgangspunten 4 3. BELEID Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid 5 4. OMGEVINGSASPECTEN Ecologie Cultuurhistorie Archeologie Water Milieuzonering Bodem Geluid Luchtkwaliteit Externe veiligheid JURIDISCHE PLANOPZET Algemeen Toelichting op de bestemmingen UITVOERBAARHEID Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Grondexploitatie 17

4 BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Landschappelijk inpassingsplan Ecologisch onderzoek Archeologisch bureauonderzoek Aanvullend archeologisch onderzoek Waterparagraaf Brief wateradvies Akoestisch onderzoek

5 blz 1 1. INLEIDING Aanleiding Binnen de toekomstplannen van het recreatiepark Ermerstrand zijn diverse ontwikkelingen gewenst. De toekomstvisie van het recreatiepark is beschreven in het Visie Document Ermerstrand De gemeente heeft aangegeven dat zij een positieve grondhouding inneemt ten opzichte van de ontwikkelingen zoals deze staan beschreven in het Visie document Ermerstrand Met het opstellen van dit bestemmingsplan worden deze ontwikkelingen planologisch geregeld. Naast dit bestemmingsplan wordt momenteel ook een nieuw bestemmingsplan opgesteld waarmee voor de overige delen van het terrein de huidige bestemmingsplannen geactualiseerd. De ontwikkellocaties, waarop dit bestemmingsplan betrekking heeft, zijn weergegeven in figuur 1. Figuur 1. De ligging van het plangebied Planologische regeling Het geldende bestemmingsplan is het bestemmingsplan Recreatieterrein Ermerstrand 1999 (vastgesteld op 13 februari 2001). De gewenste ontwikkelingen verwoord in het Visiedocument zijn op basis van dit bestemmingsplan niet mogelijk. Daarom wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld waarmee de gewenste ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Dit bestemmingsplan biedt een juridisch-planologische regeling die hieraan recht doet. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld Rho Adviseurs B.V.

6 blz Visie Document Ermerstrand 2010 In 2006 is door Buro Vijn een visie opgesteld met betrekking tot de toekomstplannen van recreatiepark Ermerstrand. De visie bevat een inventarisatie en concretisering van de destijds bekende ontwikkelingen. In 2009 was een deel van de plannen gerealiseerd en aan een aantal andere ontwikkelingen was een andere richting gegeven. Er heeft toen een actualisatie van de toekomstplannen plaatsgevonden door Cruys Consultants. In 2010 moest opnieuw aan een aantal ontwikkelingen een andere richting worden gegeven. Dit heeft geleid tot het Visie Document Ermerstrand 2010 van HK interim advies. Het rapport van Cruys Consultants is uitgangspunt geweest voor de herziening. Ermerstrand heeft afgezien van een aantal eerder geprojecteerde ontwikkelingen om zo veel mogelijk planologische barrières te slechten. De onderdelen van de visie vormen één geheel en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Met dit bestemmingsplan worden echter uitsluitend drie ontwikkelingen geregeld. Het gaat hierbij om de Scandinavische chalets, de groepsaccommodaties en de drijvende verblijfsaccommodaties Leeswijzer Het bestemmingsplan is als volgt opgezet. In hoofdstuk 2 is een beschrijving gegeven van het plan. Hierbij wordt ingegaan op de ruimtelijke en functionele aspecten. Vervolgens is in hoofdstuk 3 een beschrijving gemaakt van het provinciaal en gemeentelijk beleid dat een relatie heeft met het plangebied en/of de ontwikkeling. In hoofdstuk 4 wordt op de diverse omgevingsaspecten ingegaan. De juridische beschrijving van het plan staat in hoofdstuk 5. In dit hoofdstuk wordt onder andere ingegaan op de diverse bestemmingen. Tenslotte gaat hoofdstuk 6 in op de uitvoerbaarheid van het plan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Ook wordt er in dit hoofdstuk ingegaan op het aspect grondexploitatie. Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld

7 blz 3 2. BESCHRIJVING VAN HET PLAN Huidige situatie Het Ermerstrand is een grootschalig recreatiepark met een oppervlakte van 60 hectare, waarvan 40 hectare water is. Het park is gelegen in een natuur- en recreatiegebied aan de rand van Erm, een klein typisch esdorp bij Emmen. Het recreatiepark is ontstaan rond een zandwinning, die het meer en de stranden heeft gevormd. Het park kent diverse vormen van zowel dag- als verblijfsrecreatie. Het park is opgebouwd uit diverse eenheden. Ten zuiden van de recreatieplas komt voornamelijk verblijfsrecreatie voor. Het gaat hier met name om chalets. Ten westen van het water ligt het voorzieningendeel en een kampeerterrein. Het grootste deel van het plangebied is in eigendom van de ondernemer van het Ermerstrand, Primo en Secundo zijn in particulier eigendom. Zoals aangegeven heeft dit bestemmingsplan uitsluitend betrekking op drie ontwikkelingen uit de visie. Deze ontwikkelingen worden in paragraaf 2.2 nader toegelicht. Voor zover relevant wordt daarbij ook de bestaande situatie toegelicht Gewenste ontwikkelingen In het plangebied zijn drie ontwikkelingen gewenst. Hieronder worden de gewenste ontwikkelingen nader toegelicht. Bij de verschillende elementen wordt tussen haakjes een code vermeld. Deze code verwijst naar de visiekaart, die is opgenomen in bijlage 1. Scandinavische chalets Ten zuidoosten van het water liggen de Scandinavische chalets (3.12). Momenteel zijn er 27 recreatiewoningen aanwezig. Van de 27 recreatiewoningen die nu aanwezig zijn krijgen er 17 een bestemming in dit nieuwe bestemmingsplan. De 10 recreatiewoningen die op de wal staan worden afgebroken. De recreatiewoningen hebben een beperktere omvang van maximaal 80 m². Daarom worden er 10 Scandinavische chalets afgebroken. Groepsaccommodatie Ten noorden van het speelveld ligt een bestaande groepsaccommodatie (3.5.B). Naast deze groepsaccommodatie ligt een bestaande instructieruimte (3.5.C). In de directe nabijheid van de bestaande groepsaccommodatie komt een nieuw groepsverblijf (3.5.A) Het gebouw is te splitsen in een tweetal afzonderlijk te verhuren delen voor kleinere groepen. Het toiletgebouw (3.5.D) naast de bestaande groepsaccommodatie is van slechte kwaliteit en heeft geen toegevoegde waarde meer. Dit gebouwtje wordt vervangen door, of verbouwd tot, een gebouw in relatie tot groepshuisvesting van 10 à 12 personen. Ook wordt de bestaande instructieruimte verbouwd naar een groepsaccommodatie (3.5.C). Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld Rho Adviseurs B.V.

8 blz Aan de kant van de Lootjesbergenbos is reeds een vergunning verstrekt voor de realisatie van een loods. Als de vraag naar groepsaccommodaties blijft groeien, zal deze loods worden gerealiseerd in de vorm van een kop-staart boerderij waarin opslag en groepsverblijf worden gecombineerd (3.5.E). Drijvende verblijfsrecreatie In het noordwesten van de recreatieplas worden 25 drijvende verblijfsaccommodaties (3.10) gerealiseerd. De drijvende accommodaties worden door middel van een steiger verbonden aan het vaste land Uitgangspunten Dit bestemmingsplan dient twee doelen: mogelijk maken van de ontwikkelingen; nieuwe regeling voor de huidige illegale situaties. Zoals aangegeven in paragraaf 2.1 en 2.2 bestaat het plangebied uit drie verschillende gebieden. De verschillende gebieden worden concreet bestemd. Dat betekent dat ieder gebied een op maat gesneden bestemming krijgt met een heldere regeling. Door de op maat gesneden bestemmingen is er geen sprake van onderlinge uitwisselbaarheid van functies. Er wordt per gebied aangegeven wat er is toegestaan. Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld

9 blz 5 3. BELEID Dit hoofdstuk behandelt het beleid dat betrekking heeft op dit bestemmingsplan. Gezien de schaal van de voorgestelde ontwikkeling, is het rijksbeleid hier niet van belang. Er zijn daarom ook geen rijksbelangen in het geding. Er wordt daarom alleen ingegaan op het provinciaal en gemeentelijk beleid dat een relatie heeft met de genoemde ontwikkeling en/of het plangebied Provinciaal beleid Omgevingsvisie Drenthe Provinciale Staten hebben op 2 juni 2010 de Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld. Deze visie is het strategisch kader voor de ruimtelijke economische ontwikkeling van Drenthe en bevat themagerichte beleidslijnen. De provincie geeft in de Omgevingsvisie Drenthe met betrekking tot dit plan een aantal beleidsregels. In het kader van een vitaal platteland biedt de Omgevingsvisie ruimte voor de ontwikkeling van toerisme en recreatie in het buitengebied. Ten aanzien van verblijfsrecreatie wordt ingezet op de versterking, uitbreiding en vernieuwing van de bestaande recreatiebedrijven in samenhang met de omgeving. De ontwikkeling vindt plaats in een gebied dat op de visiekaart de functie landbouw heeft. Hier worden ontwikkelingsmogelijkheden voor andere functies geboden, mits deze geen belemmering voor de landbouw opleveren. Conclusie provinciaal beleid De ontwikkelingen die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt vinden plaats binnen de huidige grenzen van het bestaande recreatieterrein en leiden niet tot belemmeringen voor de landbouw. De ontwikkelingen sluiten hiermee aan bij het provinciaal beleid zoals verwoord in de Omgevingsvisie Drenthe Gemeentelijk beleid Beleidsnota recreatie en toerisme Vanwege het grote belang van recreatie en toerisme in de gemeente Coevorden is de beleidsnota Recreatie en toerisme All Inclusive vastgesteld (2010). In de nota worden de beleidsuitgangspunten en de visie van de gemeente op het gebied van recreatie en toerisme verwoord. Rust, natuurbeleving en cultuurhistorie zijn de belangrijkste pijlers voor het toerisme. Verblijfsrecreatie is een belangrijke economische component. De gemeente wil meer bezoekers trekken, zowel in de dag- als in de verblijfs-recreatieve sector. Dat betekent dat het aanbod aan overnachtingsmogelijkheden voldoende en gevarieerd moet zijn. Er is sprake van een vraag naar meer luxe en comfort. Hierbij speelt de beleving een steeds grotere rol. De aanwezigheid van bos en heide, rust en de mogelijkheid tot het maken van dagtochten zijn de belangrijkste redenen om naar zuidoost Drenthe te gaan. Actieve recreatie, waaronder fietsen en paardrijden, wordt daarbij specifiek benoemd. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld Rho Adviseurs B.V.

10 blz Er is een groeiende vraag naar kwalitatieve accommodaties die zich richten op specifieke doelgroepen, waaronder overnachtingen met paardenstalling. Daarnaast vraagt de toerist om steeds meer luxe en kleinere, persoonlijke accommodaties. Door het vergroten van het aanbod aan kleinschalige accommodaties kan op deze vraag worden ingespeeld. De gemeente wil ondernemers hiervoor ruimte bieden. Welstand In de Welstandsnota 2012 is aangegeven aan welke criteria bouwplannen moeten voldoen. Het recreatiepark valt onder het welstandsgebied Recreatie gebieden (- parken). Voor deze gebieden gelden de volgende criteria: eventuele bebouwing dient zo min mogelijk in het landschap op te vallen. Dit kan door een speciale vormgeving, maar ook door het aanbrengen van afschermende beplanting; grote bouwmassa s moeten zoveel mogelijk geweerd worden, tenzij het oppervlak van het terrein grote massa s toestaat; de criteria zijn er op gericht om bij veranderingen van het gebied minimaal de oorspronkelijke architectonische kwaliteit van de bebouwing te handhaven. Conclusie De ontwikkelingen in het bestemmingsplan, zoals geschetst in het Visie Document Ermerstrand 2010 sluiten aan bij de bovenstaande criteria voor wat betreft de oppervlakte van de gebouwen en de architectonische kwaliteit. De landschappelijke inpassing wordt geregeld in het bestemmingsplan Ermerstrand, waarin de rest van het recreatiepark is opgenomen. In dat bestemmingsplan wordt de landschappelijke inpassing geregeld door de rand van het recreatiepark te bestemmen als Groen. Conclusie gemeentelijk beleid Bij de ontwikkeling van het Ermerstrand wordt mede ingespeeld op de vraag naar kwalitatieve, luxe en persoonlijke accommodaties. Middels dit bestemmingsplan komt daar een groepsaccommodatie en enkele drijvende verblijfsaccommodaties bij. Hierdoor ontstaat op het gehele park een divers aanbod aan verblijfsaccommodaties, zowel voor groepen als voor de individuele bezoeker. Visie Document Ermerstrand 2010 De visie van het Ermerstrand is in het Visie Document Ermerstrand 2010 weergegeven. Op het park zullen diverse kwalitatieve (kleinschalige) accommodaties worden gerealiseerd, nieuwe voorzieningen en bestaande delen worden verbeterd. Het college heeft ingestemd met de ontwikkelingen die in het Visie Document zijn beschreven. Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld

11 blz 7 4. OMGEVINGSASPECTEN Voor het plangebied en omgeving kunnen (wettelijke) belemmeringen en/of voorwaarden een rol spelen. Het uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat er een goede omgevingssituatie ontstaat. In de volgende paragrafen zijn de randvoorwaarden die voortvloeien uit de milieu- en omgevingsaspecten beschreven Ecologie Normstelling en beleid Bij elke ruimtelijke ontwikkeling moet, met het oog op beschermenswaardige natuurwaarden, rekening worden gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet. Als ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het beleid ten aanzien van de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS). Ten aanzien van ontwikkelingen binnen de EHS geldt het nee, tenzij-principe. Soortenbescherming Op grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijst-soorten zijn deze voorwaarden zeer streng. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Gebiedsbescherming Binnen een straal van ruim 10 kilometer liggen geen Natura 2000-gebieden. Er kan dan ook uitgesloten worden dat er significant negatieve effecten optreden voor deze gebieden. Ten westen van het plangebied liggen gebieden die deel uitmaken van de EHS. Deze gebieden liggen op een afstand van circa 400 meter vanaf het plangebied. Binnen de EHS geldt het nee, tenzij -beleid. Als het plangebied buiten de EHS ligt geldt dit beleid niet en zijn er geen knelpunten vanuit de EHS. Ten aanzien van het aspect gebiedsbescherming zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld Rho Adviseurs B.V.

12 blz Soortenbescherming In het plangebied is ecologisch onderzoek uitgevoerd 1). Het onderzoek is opgenomen in bijlage 2. Uit het onderzoek blijkt dat de nieuwe ontwikkelingen negatieve effecten hebben op de veldspitsmuis en vogels. De negatieve effecten op de mogelijk aanwezige veldspitsmuizen worden veroorzaakt door de bouw van recreatiewoningen aan de Steenbakkers-weg. Mitigatie van deze negatieve effecten kan worden gerealiseerd door de wal aan de Steenbakkersweg geschikt te maken als leefgebied voor de veldspitsmuis. Gedurende de ingrepen moet rekening worden gehouden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels moet te allen tijde worden voorkomen. Voor de in het plangebied te verwachten vogelsoorten kan hiermee rekening worden gehouden door werkzaamheden buiten de broedperiode uit te voeren. Om te voorkomen dat de vogels tot broeden komen binnen het plangebied kunnen voorbereidende maatregelen worden getroffen om het plangebied ongeschikt te maken. Door het nemen van de mitigerende maatregelen vindt er geen overtreding plaats van de Flora- en faunawet. Ten aanzien van het aspect soortenbescherming zijn er daarom geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan Cultuurhistorie Normstelling en beleid Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening moet in bestemmingsplannen aandacht worden besteed aan cultuurhistorie. Cultuurhistorisch waardevolle elementen moeten in het bestemmingsplan worden beschermd. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan In het plangebied komen geen cultuurhistorisch waardevolle elementen voor. Landschappelijk is het plangebied ingepast door afschermende beplanting Archeologie Normstelling en beleid Voor de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden is de Monumentenwet van toepassing. Het uitgangspunt van de Monumentenwet is dat, wanneer de bodem wordt verstoord, archeologische resten in de bodem intact moeten blijven (in situ). Wanneer dit niet mogelijk is, worden archeologische resten opgegraven en elders bewaard (ex situ). Op welke plaatsen archeologisch onderzoek aan de orde is, wordt op grond van gemeentelijk of provinciaal beleid bepaald. 1) Natuurwaardenonderzoek Ermerstrand, Quickscan en aanvullend onderzoek in het kader van de natuurwetgeving, EcoMilieu ecologisch onderzoek en advies, 26 januari Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld

13 blz 9 Voor archeologische terreinen, rijksmonumenten en beschermde dorps- en stadsgezichten die wettelijk zijn beschermd op grond van de Monumentenwet hoeft voor het bestemmingsplan geen aanvullende regeling te worden getroffen. De provincie Drenthe heeft een Archeologische Monumentenkaart (AMK) en Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) ontwikkeld. Op deze kaarten staan respectievelijk de bekende en te verwachten archeologische waarden. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Volgens de AMK is het plangebied geen bekend archeologisch terrein. Op de IKAW is de verwachtingswaarde van het plangebied onbekend. Omdat de verwachtingswaarde onbekend is, heeft Libau een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in de bijlage 3. Uit het onderzoek blijkt dat in het plangebied kans bestaat op het aantreffen van archeologische resten uit de steentijd, bronstijd, ijzertijd en middeleeuwen. Daarom adviseert Libau om archeologisch booronderzoek uit te voeren op de locaties waar ontwikkelingen plaats vinden, voor dit bestemmingsplan ter plaatse van de nieuwe groepsaccommodatie. Op de al ingerichte terreinen met vakantiewoningen is door de uitgevoerde bodemingrepen de kans op het aantreffen van intacte archeologische resten klein. Hier is geen verder archeologisch onderzoek noodzakelijk. De aanleg van smalle nutsleidingen ten behoeve van de kampeerterreinen kan zonder voorbehoud van archeologie plaatsvinden. Voor de groepsaccommodatie, die ten westen van de recreatieplas wordt ontwikkeld, is archeologisch onderzoek uitgevoerd (zie bijlage 4). Uit het onderzoek blijkt dat de kans op het aantreffen van vooral archeologische resten uit de steentijd, bronstijd, ijzertijd en de middeleeuwen zeer klein worden is. Daarom wordt voor het gebied geen vervolgonderzoek geadviseerd. Ten aanzien van het aspect archeologie zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. Daarbij wordt er van uitgegaan dat er voor de realisatie van de gewenste ontwikkelingen niet dieper zal worden gegraven dan 30 centimeter Water Normstelling en beleid Van groot belang voor de ruimtelijke ordeningspraktijk is de wettelijk verplichte watertoets. De watertoets wordt gezien als een procesinstrument dat moet waarborgen dat de gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding meer expliciet worden afgewogen. Belangrijk onderdeel van de watertoets is het vroegtijdig afstemmen van ontwikkelingen met de betrokken waterbeheerder. Het plangebied ligt in het beheersgebied van waterschap Velt en Vecht. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld Rho Adviseurs B.V.

14 blz Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan In het kader van de watertoets is er overleg gevoerd met het waterschap Velt en Vecht. Tijdens het overleg zijn de belangrijke waterhuishoudkundige thema s voor het Ermerstrand besproken. In deze watertoets wordt aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan de verschillende waterthema s. In bijlage 5 is de waterparagraaf, als resultaat van het overleg met het waterschap, opgenomen. Geconcludeerd wordt dat de gevolgen voor de waterhuishouding beperkt blijven. Het vissen wordt gereguleerd en er worden maatregelen getroffen om de hoeveelheid nutriënten in het Ermerzand te stabiliseren dan wel naar beneden te brengen. Ook de recreatiedruk op de plas wordt als gevolg van dit bestemmingsplan niet substantieel groter. Ten slotte wordt er gezorgd voor een goede oplossing voor regen- en afvalwaterafvoer. Het waterschap geeft aan dat de wateraspecten in de waterparagraaf voldoende zijn belicht. De brief met het wateradvies is opgenomen in bijlage 6. Er is met zorg gekeken naar de mogelijke gevolgen voor de waterkwaliteit. Het waterschap adviseert met nadruk dat er compenserende maatregelen worden genomen bij een dreigende verslechtering van de waterkwaliteit. Met toevoeging van voornoemde heeft het waterschap Velt en Vecht geen bezwaar Milieuzonering Normstelling en beleid In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (waaronder woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming kan gebruik worden gemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering (2009). Een richtafstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. In geval van een gemengd gebied kan worden gewerkt met een verkleinde richtafstand. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Hinder van de Inrichting Voor de milieuzonering zijn de volgende activiteiten op het gehele recreatiepark van belang: de recreatiewoningen, de recreatieplas met diverse (watersport)activiteiten en de evenementen. In het plangebied gaat het alleen om recreatiewoningen/groepsaccommodaties. Een vakantiecentrum met recreatiewoningen valt volgens de VNG-uitgave onder milieucategorie 3.1. De VNG adviseert hiervoor een afstand van 50 meter ten opzichte van milieugevoelige functies, zoals woningen. Binnen deze zone liggen geen milieugevoelige functies. Door de andere activiteiten gaat het geheel meer naar een recreatiecentrum. Dit valt onder milieucategorie 4.2, waar 300 meter voor aan gehouden moet worden. Vanwege deze grotere adviesafstand is er een akoestisch onderzoek uitgevoerd Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld

15 blz 11 voor het recreatiepark. Deze onderdelen vallen echter buiten het plangebied van dit bestemmingsplan. Echter in het akoestisch onderzoek zijn ook de ontwikkelingen meegenomen. Daarom worden de resultaten van het onderzoek in dit bestemmingsplan wel weergegeven. Het onderzoek zelf is als bijlage 7 opgenomen. De conclusies van dit onderzoek zijn: ten aanzien van recreatie en zandwinning wordt voldaan aan de gestelde richtwaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau tijdens de representatieve bedrijfssituatie conform de handreiking Industrielawaai van Vergunningverlening; het maximale (piek)geluidsniveau tijdens de representatieve bedrijfssituatie in de dag-, avond- en nachtperiode is op beoordelingspunten buiten de inrichting lager dan de ten hoogste te verlenen maximale geluidbelastingen; de equivalente geluidbelasting ten gevolge van indirecte hinder, vervoersbewegingen van en naar de inrichting voldoet aan de voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) (etmaalwaarde) uit de Circulaire beoordeling geluidhinder wegverkeer in verband met vergunningverlening Wet milieubeheer (1996); voor wat betreft de evenementen (trekkerslep, beachsportevenementen en overige (muziek)evenementen wordt voldaan aan de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting (75 db(a)) conform de evenementennota. De spraakverstaanbaarheid in de woning komt niet in het geding. Omdat het evenement tot 01:00 duurt, is er geen ontoelaatbare verstoring van de nachtrust. De geluidhinder van de activiteiten in het plangebied voldoen dus aan de gestelde richtwaarden. Verblijfsklimaat in de inrichting Verder gaat het er om of er voor de verblijfsrecreanten een goed verblijfsklimaat gegarandeerd kan worden op het terrein. Het gaat er daarbij om of er bedrijfsactiviteiten of voorzieningen in de omgeving liggen die hinder veroorzaken op het terrein. Aan de overzijde van de recreatieplas ligt ook een vakantiepark. Deze ligt echter op meer dan 50 meter vanaf de verblijfs-recreatieve functies in het plangebied. Verder ligt ten westen van het plangebied een agrarisch bedrijf. Dit bedrijf ligt op ruim 200 meter vanaf het plangebied. Ten aanzien van het aspect milieuzonering zijn er dan ook geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan Bodem Normstelling en beleid Met het oog op een goede ruimtelijke ordening, moet in geval van ruimtelijke ontwikkelingen worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functiegebruik. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging, moet ten minste verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. In geval van verontreinigingen is de Wet bodembescherming van toepassing. In de wet is geregeld dat indien ter plaatse van een plangebied ernstige verontreinigingen worden aangetroffen, er sprake is van een saneringsgeval. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld Rho Adviseurs B.V.

16 blz Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Het plangebied is in gebruik als recreatieterrein. Er zullen nieuwe recreatieve voorzieningen worden gerealiseerd, maar het gebruik op zich verandert niet. Gezien het recreatieve gebruik en dat de recreatieplas een zandwinlocatie is geweest, wordt er vanuit gegaan dat er geen verdachte locaties van bodemverontreiniging aanwezig zijn. Na onderzoek op de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart blijkt dat er geen verdachte locaties aanwezig zijn in het plangebied Geluid Normstelling en beleid Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken, een geluidzone. Bij de ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vastgelegd. Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, kan het bevoegd gezag, in de meeste gevallen de gemeente, hogere grenswaarden vaststellen. Hiervoor geldt een bepaald maximum, de uiterste grenswaarde genoemd. Bij de vaststelling van hogere grenswaarden moet worden afgewogen of bronmaatregelen of maatregelen in de overdrachtssfeer kunnen worden getroffen. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Recreatiewoningen zijn geen geluidgevoelige objecten. Daarom hoeft er vanuit de Wet geluidhinder geen aandacht aan besteed te worden. Ten aanzien van het aspect geluid zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan Luchtkwaliteit Normstelling en beleid In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden op het gebied van de luchtkwaliteit vastgelegd. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO 2 ) en fijn-stof (PM 10 ) van belang. Projecten die slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan de luchtverontreiniging, zijn op grond van het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) daarbij vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden. Op grond van de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) zijn (onder andere) de volgende projecten vrijgesteld van toetsing: woningbouwprojecten met minder dan woningen; kantoorlocaties met een vloeroppervlak van minder dan m 2 ; projecten die minder dan 3% van de (toekomstige) grenswaarde voor stikstofioxide of fijnstof bijdragen. Dit komt overeen met 1,2 µg/m 3. Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld

17 blz 13 Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Voor kleinere ruimtelijke en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft het ministerie van VROM in samenwerking met InfoMil een specifieke rekentool ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt aan luchtverontreiniging. Door het extra aantal voer-tuigbewegingen en het aandeel vrachtverkeer in te vullen, wordt een worst-case scenario berekend. Het extra aantal vervoersbewegingen is 140 (5 vervoerbewegingen per dag x het nieuwe aantal eenheden (3 groepsaccommodaties en 25 drijvende recreatiewoningen)). Het aandeel vrachtverkeer neemt niet toe ten opzichte van de huidige situatie. Dit is ingevuld in de NIBM-tool en leidt tot het feit dat de bijdrage van het extra verkeer niet in betekenende mate is. In onderstaand figuur is dit weergegeven. Figuur 2. Uitkomst worst-case berekening niet in betekenende mate Externe veiligheid Normstelling en beleid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico s die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over externe veiligheid om de burger niet onnodig aan te hoge risico s bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Er wordt getoetst aan twee verschillende normen: het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het plaatsgebonden risico (PR) is het risico dat op een plaats buiten een inrichting een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld Rho Adviseurs B.V.

18 blz waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is. Het PR wordt uitgedrukt als de kans per jaar. Ten aanzien van het plaatsgebonden risico geldt een kans van één op miljoen (10-6 ) als grenswaarde. Dit betekent dat binnen de zogenaamde PR contour geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden toegestaan. Voor ontwikkeling van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, geldt deze norm als streefwaarde. Het onderscheid tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten is vastgelegd in het Bevi. De definitie van het groepsrisico (GR) is de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan In de directe omgeving van het plangebied liggen geen hoofdgasleidingen. Ook worden er geen gevaarlijke stoffen in de omgeving vervoerd. Wel zijn in het plangebied twee propaantanks aanwezig. Het gaat om een propaan-tank van 40 m 3 en een van 3 m 3. De propaantank van 40 m 3 valt onder het Bevi. De tank van 3 m 3 valt niet onder het Bevi. Echter, op basis van het Activiteitenbesluit gelden er wel risicoafstanden. Het gaat om een risicoafstand van 25 meter. De propaantanks behoren tot de inrichting (het recreatiepark Ermerstrand). In het kader van externe veiligheid vindt geen onderlinge toetsing van risicobronnen en objecten die tot dezelfde inrichting behoren plaats. Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld

19 blz JURIDISCHE PLANOPZET Algemeen In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten en het beleid. In dit hoofdstuk worden de bestemmingen en de bijbehorende regels beschreven. Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op dezelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2012 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden, met inachtneming van de aanpassingen die voortvloeien uit de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) die op 1 oktober 2010 in werking is getreden. Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsbepalingen van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden. Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft echter geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld Toelichting op de bestemmingen In deze paragraaf wordt een korte toelichting gegeven op de inhoud van de bestemmingen in dit bestemmingsplan. Recreatie - Groepsaccommodatie De groepsaccommodaties zijn passend binnen deze bestemming. Er mogen maximaal drie vrijstaande gebouwen binnen deze bestemming worden gebouwd. Ieder gebouw mag maximaal 850 m 2 groot worden. De goot- en bouwhoogte mag maximaal 4,00 en 8,00 meter worden. Verder is er een bijgebouw van 50 m 2 toegestaan. Permanente bewoning is niet toegestaan. Recreatie - Verblijfsrecreatie 1 Deze bestemming heeft betrekking op het gebied ter hoogte van de toegangsweg, de Steenbakkersweg. Hier zijn recreatiewoningen toegestaan. Er mogen maximaal zeventien recreatiewoningen van 80 m 2 worden gebouwd. Een recreatiewoning Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld Rho Adviseurs B.V.

20 blz heeft een maximale goothoogte van 4,00 meter en een maximale bouwhoogte van 6,00 meter. Permanente bewoning is niet toegestaan. Recreatie - Verblijfsrecreatie 5 In het noorden van de recreatieplas kunnen drijvende recreatiewoningen worden ontwikkeld. Dit deel van de recreatieplas met de drijvende recreatiewoningen valt onder deze bestemming. Binnen de bestemming zijn ook paden en wegen toegestaan om de drijvende recreatiewoningen te kunnen bereiken. Het gaat om maximaal 25 drijvende recreatiewoningen. De drijvende recreatiewoning mag maximaal 70 m 2 groot zijn. De goothoogte van een drijvende recreatiewoning is maximaal 3,50 meter en de bouwhoogte is maximaal 8,00 meter. Permanente bewoning is niet toegestaan. Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld

21 blz UITVOERBAARHEID Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Daarnaast wordt er in dit hoofdstuk ingegaan op grondexploitatie Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan doorloopt de in de Wro vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop burgers en belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken. Hieronder volgt een nadere toelichting. Ontwerpbestemmingsplan Het ontwerpbestemmingsplan wordt vervolgens zes weken ter inzage gelegd. In deze periode kan eenieder zijn zienswijze kenbaar maken. Vaststelling bestemmingsplan Indien noodzakelijk wordt het bestemmingsplan aangepast aan de zienswijzen. Vervolgens wordt het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vastgesteld. Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State Economische uitvoerbaarheid Het gaat om een particulier initiatief. De gemeente heeft hier geen financiële bemoeienis mee. De initiatiefnemer financiert de nieuwe ontwikkelingen uit de exploitatie van het terrein. Er is een planschaderisicoanalyse uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er geen planschade valt te verwachten Grondexploitatie Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor het bestemmingsplan. Daarnaast hebben gemeenten sturingsmogelijkheden, omdat in het geval van grondexploitatie door derden diverse eisen en regels gesteld kunnen worden. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van nieuwe recreatiewoningen en gebouwen. Dit valt onder de bouwplannen zoals bedoeld in artikel Bro. In de Wro is opgenomen dat voor dergelijke bouwplannen, in verband met het kostenverhaal van de gemeente, in beginsel een exploitatieplan vastgesteld moet worden. Van het opstellen van een exploitatieplan kan worden afgezien als voor- Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld Rho Adviseurs B.V.

22 blz noemde kosten anderszins verzekerd zijn. Dit kan bijvoorbeeld door overeenkomsten en als het stellen van eisen met betrekking tot kwaliteit en fasering niet noodzakelijk wordt geacht. In de Wro en het Bro is vanaf 1 november 2010 een regeling opgenomen, waardoor bij relatief beperkte bouwmogelijkheden kan worden afgeweken van de plicht om een exploitatieplan vast te stellen. In deze situatie is er sprake van beperkte bouwmogelijkheden, waarvoor er geen gemeentelijke kosten zijn. Daarom besluit de gemeenteraad om geen exploitatieplan vast te stellen. === Rho Adviseurs B.V. Bestemmingsplan Ermerstrand - Ontwikkelingslocaties Status: Vastgesteld

23 BIJLAGE 1

24

25 Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Steenbakkersweg 3 te Erm Rapport EM11151 / In opdracht van

26

27 COLOFON Titel: Landschappelijk Inpassingsplan Subtitel: Recreatiepark Ermerstrand Steenbakkersweg 3 te Erm Rapportnr: EM11151 Status: Definitief Datum: donderdag 26 januari 2012 Auteur: Ing. R. Gerritsen Opdrachtgever: Recreatiepark Ermerstrand te Erm, contactpersoon M. Schoemaker EcoMilieu ecologisch onderzoek en advies Bergweg 5A 7671 TA Vriezenveen T: I : E: info@ecomilieu.nl EcoMilieu ecologisch onderzoek en advies. EcoMilieu is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van EcoMilieu; opdrachtgever vrijwaart EcoMilieu voor aanspraken (van derden) in verband met deze toepassing. Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt mits onder bronvermelding.

28

29 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding en doel Methodiek PLANLOCATIE EN GEPLANDE ONTWIKKELINGEN Recreatiepark Ermerstrand Beschrijving huidige activiteiten en geplande ontwikkelingen Situatie na wijziging bestemming LANDSCHAPSGEOGRAFISCHE WAARDEN Locatiebezoek Gebiedskenmerken INPASSINGSPLAN Uitgangspunten voor de inpassing Inpassingsplan... 7 GERAADPLEEGDE BRONNEN BIJLAGE I: TOPOGRAFISCHE KAART ERMERSTRAND BIJLAGE II: FOTO-IMPRESSIE ERMERSTRAND BIJLAGE III: GEPLANDE ONTWIKKELINGEN ERMERSTRAND BIJLAGE IV: VISUALISATIEKAARTEN ERMERSTRAND... 29

30

31 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding en doel EcoMilieu heeft van Recreactiepark Ermerstrand te Erm (contactpersoon mevrouw M. Schoemaker) opdracht gekregen voor het opstellen van een landschappelijk inpassingsplan ten behoeve van toekomstige ontwikkelingen van het Recreatiepark Ermerstrand Steenbakkersweg 3 te Erm, gemeente Coevorden (zie fig. 1). Het landschappelijk inpassingsplan is opgesteld in het kader van een bestemmingsplanwijziging. Fig. 1: Recreatiepark Ermerstrand Steenbakkersweg 3 te Erm (kaartbron: Google). Doel van voorliggend plan is te komen tot een landschappelijke inpassing van de voorgenomen ontwikkelingen, opdat dezen voldoen aan het wettelijk kader en gemeentelijk beleid ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit bij functieverandering. 1.2 Methodiek De informatie over de onderzoekslocatie is gebaseerd op bij de gemeente Coevorden aanwezige informatie, informatie verkregen van de eigenaar van het recreatiepark en informatie verkregen uit de terreininspectie. Op deze wijze is inzicht verkregen omtrent de wensen en doelen ten aanzien van het beleid en de landschappelijke kwaliteiten van de locatie en de directe omgeving ervan. Middels een bureaustudie zijn de overige relevante gegevens verzameld, zoals het herleiden van het kader en streefbeeld. Verder zijn de groeiplaatsomstandigheden op de onderzoekslocatie ingeschat. Met behulp van de verzamelde informatie afkomstig uit het vooroverleg, het veldbezoek en de bureaustudie, is het inpassingsplan verder uitgewerkt. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 1

32 2 PLANLOCATIE EN GEPLANDE ONTWIKKELINGEN 2.1 Recreatiepark Ermerstrand De planlocatie Steenbakkersweg 3 te Erm is gelegen in Drenthe, gemeente Coevorden. Op de onderzoekslocatie (zie figuur 2 en topografische kaart bijlage I), is een recreatiepark gelegen. De percelen waar de onderzoekslocatie deel van uitmaakt zijn gelegen in kilometerhok en Het onderzoeksgebied betreft globaal de amersfoortcoördinaten: x= y= (zie figuur 2 en foto-impressie bijlage II). Fig. 2: Globale begrenzing planlocatie Recreatiepark Ermerstrand Steenbakkersweg 3 te Erm (kaartbron: Kadaster). 2.2 Beschrijving huidige activiteiten en geplande ontwikkelingen De planlocatie bestaat uit een voormalige zandafgraving. Rond de ontstane waterplas zijn twee recreatieparken gelegen, namelijk het Ermerzand en het Ermerstrand. Het plangebied wordt gevormd door terreinen voor dagrecreatie, water met voorzieningen, toeristische kampeerplaatsen, jaarplaatsen waaronder chalets en de bijbehorende centrale recreatieve voorzieningen en wegen met parkeerplaatsen. De stranden en de lig- en speelweiden worden op dit moment grotendeels gebruikt voor dagrecreatie. De waterplas wordt gebruikt als duik-, hengelsport-, zeil-, kano- en surfwater en in het diepe gedeelte van de waterplas is een kabelskibaan in gebruik. In het water liggen 3 eilanden waarvan 2 behoren bij het Ermerstrand. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 2

33 Voor het Recreatiepark Ermerstrand is het Visie Document Ermerstrand 2010 opgesteld. Het visiedocument behelst een beschrijving van de toekomstplannen voor het recreatiepark (zie bijlage III en IV). Dit visiedocument geeft input aan een nieuw bestemmingsplan voor Ermerstrand en bijgelegen recreatieterreinen. De planvorming heeft betrekking op het huidige park. 2.3 Situatie na wijziging bestemming De geplande ontwikkelingen worden gerealiseerd binnen de huidige begrenzing van het recreatiepark. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 3

34 3 LANDSCHAPSGEOGRAFISCHE WAARDEN Doelmatigheid en het verlangen naar een strikt mogelijke geometrie liggen aan de basis van alle streven naar menselijke ordening in de ruimte. Dat dit streven bijna nooit ten volle kan worden doorgevoerd, komt omdat de mens het ideaal van zijn wijze van ordening altijd tot op zekere hoogte in overeenstemming moet zien te brengen met de orde van de natuur die niet-geometrisch van aard is (Hendrikx 1999). 3.1 Locatiebezoek Op dinsdag 4 oktober 2011 is het recreatiepark aan de Steenbakkersweg 3 bezocht. Tijdens dit locatiebezoek is bekeken hoe de geplande ontwikkelingen en dan met name de geplande bebouwing in het huidige park op een goede manier landschappelijk kunnen worden ingepast. De huidige aanwezige groenstructuren vormen hiervoor de basis. Door het gehele park lopen diverse houtwallen bestaande uit zomereik, beuk, zwarte els, ratelpopulier en ruwe berk met ondergroei van grotendeels amerikaanse vogelkers, braam en brandnetel. Andere soorten in de struiklaag zijn lijsterbes, eenstijlige meidoorn, amerikaanse eik, hulst en amerikaans krentenboompje. De aanwezige hagen in het plangebied bestaan uit haagbeuk. 3.2 Gebiedskenmerken Het Recreatiepark Ermerstrand ligt ten zuidwesten van het dorp Erm. Het park maakt deel uit van het natuur- en recreatiegebied Ermerzand welke een oppervlakte heeft van ca. 80 hectare, waarvan ca. 40 hectare water. Het recreatiepark Ermerstrand en het natuur- en recreatiegebied Ermerzand zijn vernoemd naar het op korte afstand liggend esdorp Erm. Het recreatiepark is ontstaan rond een zandwinning. Door de zandwinning zijn de waterplas met stranden gevormd. Geomorfologie en bodem Ermerstrand wordt gerekend tot de relatief hooggelegen grondmorenen met een dekzandlaag. Het recreatiepark ligt tegen het esdorp Erm op de bovenflank van de Rolderrug die enkele kilometers ten westen van en parallel aan de Hondsrug loopt. De esdorpen Sleen en Erm liggen boven op de Rolderrug. Ten zuidwesten, noordwesten en noordoosten van Erm liggen beekdallaagten. De originele bodem in het park bestaat volgens de bodemkaart van Nederland, 1975 (schaal 1:50.000), grotendeels uit duinvaaggrond met leemarm en zwak lemig fijn zand. Direct rond het park is relatief weinig zichtbaar hoogteverschil aanwezig. De aangrenzende bosgebieden in het zuidoosten en noorden liggen op een recentere zandverstuiving. Cultuurhistorisch versus huidig gebruik Rond 1300 vestigden zich landbouwers op de hoger gelegen esgronden. Het gebied bestaat uit een esdorpenlandschap (provincie Drenthe, 2011) met rond 1954 nog redelijk intacte strokenverkavelingen zonder bewoning op de kavels (zie figuur 3). Momenteel bestaat het gebied rond het recreatiepark voor het overgrote deel uit modern rationele verkavelingsvormen (zie figuur 3 en bijlage I). Van het landschap van 1954 zijn direct rond het huidige recreatiepark (een deel van) de wegen, wegbeplanting (bomenrijen), bewoningskavels, het bosgebied Ermerzand (zie fig.3) en het noordelijke bosje overgebleven. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 4

35 Fig. 3: Topografische kaart planlocatie rond 1954 (kaartbron: Kadaster). Natuur De aanplant in de houtwallen rond het Ermerzand is gebaseerd op soorten uit het droog Berken-Zomereikenbos. Dat is het bostype die van nature voorkomt op duinvaaggronden. Beschermde soorten die in en rond het Ermerstrand (potentieel) voorkomen zijn o.a. kerkuil, eekhoorn, steenmarter, das en veldspitsmuis (EcoMilieu, 2011). Vanuit het oogpunt van ecologie is het belangrijk voor foerageer-, vlieg en migratieroutes van aanwezige (plant- en) diersoorten, dat bestaande groene lijn- en vlakelementen zoals bomenrijen, houtwallen en bosgebieden met elkaar verbonden blijven, dan wel worden ontsnippert. Ook is het van belang dat de aanwezige vegetaties zoveel als mogelijk aansluiten op de potentieel natuurlijk voorkomende vegetaties uit het Berken-Zomereikenbos. Het Ermerstrand ligt niet in of op korte afstand van een N2000 gebied. Het dichtstbijzijnde EHS gebied ligt op ca. 200 meter. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 5

36 Visueel ruimtelijk Visueel ruimtelijk valt het huidige recreatiepark Ermerstrand weinig op in het omliggende landschap. Het park is omgeven door houtwallen met aan de noord- en zuidzijde kleine bosgebieden. Aan de oostzijde ligt de N34. Vanaf deze weg zijn alleen de daken van de Scandinavische chalets achter de wal bij ingreep 3.12 B zichtbaar (zie bijlage III en IV). Aan de westkant ligt een grootschalig akkergebied. Vanuit dit akkergebied valt het recreatiepark niet op in het landschap en lijkt het meer een bosgebied. De ontsluiting van het park ligt aan de oostkant en loopt middels de Steenbakkersweg. Omgevingsfactoren Voor zover bekend zijn in de directe nabijheid van de locatie onlangs geen landschappelijke beplantingsplannen en/of landschappelijke inpassingplannen gerealiseerd. Het verder versterken van reeds aanwezige structuren is niet aan de orde. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 6

37 4 INPASSINGSPLAN Landschappelijke inpassing gaat in eerste instantie uit van bestaande en potentiële waarden van een gebied die bijvoorbeeld zijn afgeleid van de geomorfologie en de occupatie. Landschappelijke inpassing heeft betrekking op de wijze waarop een initiatief samenhangt met de (landschappelijke) kenmerken en waarden van de omgeving. Bij landschappelijke inpassing gaat het om het (integrale) geheel, zoals o.a. verkavelingsstructuren, voorkomende beplantingen, ontsluiting en bebouwing, geografische, cultuurhistorische en ecologische waarden. De samenhang in het landschap behoort verklaarbaar, vanzelfsprekend en herkenbaar te zijn. Tot slot kan worden gesteld dat landschap niet iets statisch is. Het is voortdurend in beweging, door de seizoenen en door de jaren heen. Hoewel landschapselementen tegenwoordig vooral invulling geven aan het visuele aspect, kunnen ook andere waarden worden versterkt of gecreëerd. Een voorbeeld hiervan is de aanplant van bepaalde beplantingen om zodoende een extra leefgebied te creëren voor aanwezige beschermde soorten. 4.1 Uitgangspunten voor de inpassing Beleid In het huidige bestemmingsplan staat als uitgangspunt voor ruimtelijke ontwikkelingen dat deze zo goed als mogelijk gecamoufleerd moeten worden in het landschap. Verder is het versterken van het aanwezige landschap en de natuur in en rondom recreatieparken een belangrijke doelstelling van het gemeentelijk recreatiebeleid. Natuur Uit onderzoek is gebleken dat in en rond het recreatiepark (potentieel) diverse beschermde diersoorten voorkomen. Bij de landschappelijke inpassing dient rekening te worden gehouden met deze soorten. Inpassingsmaatregelen dienen daarbij zoveel als mogelijk ontsnippering tegen te gaan van bestaande groenstructuurverbindingen. Ruimtelijk visueel De geplande ontwikkelingen worden gerealiseerd binnen de huidige begrenzing van het recreatiepark, waardoor ruimtelijk visueel geen zichtbare veranderingen plaatsvinden. De aanwezige eiken en beuken rond het recreatiepark zijn ruim 18 meter hoog. De geplande ontwikkelingen zoals het zwembad, hotel, glijbaan en andere gebouwen, blijven hier ruim onder. In de toekomstige situatie zijn geen elementen, anders dan de huidige wal bij ingreep 3.12 B. aan te wijzen, die gecamoufleerd zouden moeten worden door beplanting, zodat het totaalbeeld rustiger wordt. 4.2 Inpassingsplan Te behouden begroeiing De huidige houtwallen, bomenrijen en hagen binnen het plangebied blijven op enkele kleine ingrepen na (zie bijlage III), allen behouden en zijn allen van groot belang voor de (ecologische) inpassing /camouflage van het recreatiepark in het landschap en voor de beleving van het recreatiepark voor recreanten en gebruikers. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 7

38 Te verwijderen begroeiing Ten behoeve van de planrealisatie wordt in het plangebied een groepje, landschappelijk weinig toevoegende, jonge zomereiken gekapt bij ingreep 3.5 A. (zie bijlage I en III). Ter hoogte van ingreep 3.3 wordt een kleine ophoging met sierstruiken verwijderd (zie bijlage II en III) en de ingreep 3.14 B voorziet in het verharden van de huidige kampeerterreinen ten bate van realisatie van parkeerplaatsen. De aanwezige heggen die over dwars staan worden mogelijk verwijderd, de heg die evenwijdig met de weg loopt blijft behouden. Nieuwe begroeiing De realisatie van een houtwal op de huidige wal bij ingreep 3.12 B. (zie bijlage II en IV) is beoordeeld als een landschappelijke inpassing die ruimtelijk visueel zeer wenselijk is. Ontwerp Op basis van de abiotiek zijn er weinig beperkingen aangaande de keuze van het plantmateriaal. Omdat deze wal door het natuurwaardenonderzoek (EcoMilieu, 2011) is aangemerkt als mitigatie leefgebied voor de veldspitsmuis, zijn er vanuit de ecologie bepaalde voorwaarden verbonden aan de botanische inrichting van de wal. Het voorgestelde beplantingsschema (zie pagina 10) sluit daarom zoveel als mogelijk aan bij de potentieel natuurlijke vegetatie behorende bij de standplaats, maar is daarnaast aangevuld met voor de veldspitsmuis habitatspecifieke beplanting. Het inpassingsontwerp heeft de volgende doelstellingen: het camoufleren van het park en voor de omgeving zichtbare ontwikkelingen; het accentueren van de begrenzing van het recreatiepark (vanuit het park gezien) door houtwallen; het ontsnipperen van bestaande groenstructuren en creëren van nieuw potentieel leefgebied voor de aanwezige plant- en diersoorten, waaronder de veldspitsmuis; het nemen van geluidsdempende maatregelen tegen de geluidsbelasting veroorzaakt door de N34; het afvangen van fijnstof veroorzaakt door de N34. Bovenstaande doelstellingen zijn uitgewerkt in het inpassingsontwerp zie figuur 4. In het navolgende schema (zie pagina 10) is een overzicht gegeven van het toe te passen plantmateriaal en zijn aanplant- en beheerinstructies gegeven. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 8

39 . Fig. 4: Landschappelijk inpassingsontwerp ontwikkelingen Recreatiepark Ermerstrand. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 9

40 Beplantings- en beheerinstructies wal 3.12B Locatie : zie figuur en visiekaart 3.12 B. Plantafstand bomen: 1 per 20 vierkante meter. Plantafstand struiken: 3 per 20 per vierkante meter. Aantal bomen: 325 stuks bosplantsoen (afgerond op 25 stuks). Soorten bomen: 325 stuks, lft , Zomereik (Quercus robur), Aantal struiken: 975 stuks bosplantsoen (afgerond op 25 stuks). Soorten struiken: 650 stuks Brem (Cytisus scoparius); 325 stuks, lft , Amerikaans krentenboompje (Amelanchier lamarckii). Aanplant instructie: De samenstelling van de nieuwe houtwal zal plaatsvinden volgens de samenstelling zoals weergegeven in bovenstaande tabel. De beste tijd voor de aanplant is in de herfst! Hiermee dient met de sloop rekening gehouden te worden. Het bosplantsoen wordt onmiddellijk aangeplant na de sloop van de huisjes. Dit omdat op de locaties waar de huisjes hebben gestaan, na de sloop, potentieel geschikte leefgebieden voor veldspitsmuis ontstaan. Hierdoor wordt verstoring zoveel als mogelijk voorkomen. De aanplant wordt gedaan middels wildverband binnen de gestelde plantafstanden. Aanwezige bomen en struiken worden niet verwijderd. Bij de plantafstanden van de struiken dienen per 20 vierkante meter 2x brem en 1x amerikaans krentenboompje te worden aangeplant. Beheerinstructie: Na ongeveer 5 jaar zal de aanplant een meer gesloten karakter krijgen. Verwacht wordt dat na enkele jaren de aanwezige nutriënten uitspoelen, waardoor de huidige ruigtekruiden overgaan in een meer voedselarme geringere bodembedekking, mede door schaduwwerking van de bomen en struiken. Hierdoor wordt de wal in de toekomst potentieel geschikt voor de veldspitsmuis. Het beheer van de wal dient de eerste 30 jaar uiterst extensief te gebeuren, bijvoorbeeld eens in de 5 jaar. Daarna kan eens per jaar daar waar nodig onderhoud uitgevoerd worden aan de houtwal. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 10

41 GERAADPLEEGDE BRONNEN Arcadis, Landschapsplan omleiding Ommen N34/N36. Rijkswaterstaat Oost-Nederland /CE5/0J5/ Blerck, H.J.J.C.M. van, De verzorging van het landschap van Drenthe. Opvattingen en werk van H.W. de Vroome, Rapport nr. 501 Rijksinstituut voor onderzoek in de bos- en landschapsbouw De Dorschkamp, Wageningen. Brinkhuijssen, M. et al, Leidraad en Checklist Landschappelijke Inpassing Hoofdwegen. Ministerie van V&W, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Ministerie van LNV, Directie Natuurbeheer en Dienst Landelijk Gebied. Rapportnr. P-DWW EcoMilieu, Natuurwaardenonderzoek Ermerstrand. Quickscan en aanvullend onderzoek in het kader van de natuurwetgeving. Gemeente Coevorden, Kadernota Buitengewoon Platteland. Hendrikx, J. A., Cultuurhistorie van stad en land. Waardering en behoud. Ministerie van LNV, Wageningen. Visser, R. de, Het landschap van de landinrichting, een halve eeuw landschapsbouw, Wageningen. Weeda, E.J., R. Westra, Ch. Westra & T. Westra Nederlandse oecologische flora: wilde planten en hun relaties 1 t/m 5. KNNV Uitgeverij / IVN, Utrecht. Werf, S. van der, Bosgemeenschappen. Pudoc, Centrum voor Landbouwpublikaties en landbouwdocumentatie, Wageningen. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 11

42 Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 12

43 Bijlagen Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 13

44 BIJLAGE I: TOPOGRAFISCHE KAART ERMERSTRAND Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 14

45 BIJLAGE II: FOTO-IMPRESSIE ERMERSTRAND Aan te planten inpassingswal 3.12 B Planlocatie ter hoogte van ingreep 3.14 A Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 15

46 Planlocatie ter hoogte van ingreep 3.14 B (te behouden heg) Planlocatie ter hoogte van ingreep 3.3 Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 16

47 Te verwijderen beplantingswal t.b.v ingreep 3.3 en 3.14 B Planlocatie ter hoogte van ingreep 3.2 B Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 17

48 Planlocatie ter hoogte van ingreep en 3.7 A Te verwijderen zomereiken (middelste rij) t.b.v. ingreep 5.5 A Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 18

49 Planlocatie ter hoogte van ingreep 3.9 Planlocatie ter hoogte van ingreep 3.10 Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 19

50 BIJLAGE III: GEPLANDE ONTWIKKELINGEN ERMERSTRAND De nummers behorende bij onderstaande ontwikkelingen corresponderen met de nummers vermeld in de visualisatiekaarten visiedocument in bijlage IV. Plazagebouw en Hotel 3.2 Geplande ontwikkeling: Een groot gedeelte van de planvorming is al op juiste wijze bestemd door een partiële bestemmingsplanwijziging van 24 juni Dit betrof het plazagedeelte voor een nieuwe Beachclub, binnenspeelparadijs, themarestaurant en bruin café. Een hotel (A 3.2.B) met (gezins-)kamers en appartementen, welness- en fitnessruimten en enkele winkeltjes (boetiekjes) moeten nog bestemd worden. De welness- en fitnessruimte is slechts faciliterend voor de parkbezoekers en richt zich niet op doelgroepen buiten het park. Momenteel is op deze locatie een speeltuin gerealiseerd die zal worden verplaatst. De nieuwe locatie (A 3.16.B) is gesitueerd op het nieuwe campinggedeelte achter de bestaande waterglijbaan. De speeltuin blijft ook daar toegankelijk voor dagrecreanten en passanten. Op deze locatie staat ook een sanitairgebouw (A 3.2.C). Ingreep Enkele jaren geleden hebben op de huidige speeltuinlocatie diverse gebouwen gestaan. Bij deze ingreep (A3.2.B) wordt de huidige speeltuinlocatie met omliggende hekken verplaatst en bebouwd. Overdekt zwembad 3.3 Geplande ontwikkeling: Gezien de omvang en kwaliteit van het toekomstige Recreatiepark Ermerstrand vormt een overdekt zwembad een logisch onderdeel van het vernieuwde Ermerstrand, dat past binnen het beoogde kwaliteitsconcept. Het zwembad komt in het hart van het park (A 3.3) als onderdeel van de centrumvoorzieningen. Zo ontstaan geconcentreerde centrumvoorzieningen, hetgeen vanuit een bedrijfsmatig en ruimtelijk oogpunt een logische inrichting van het park is. Het ontwerp voor het zwembad moet nog nader worden ingevuld waarbij aandacht zal worden besteed aan de inpassing van een eventuele glijbaan. Dit in verband met de hoogte. De exacte inrichting en het voorzieningenniveau (kinderbad, sauna, glijbaan, etc.) worden ook in een later stadium vastgesteld. Ingreep: De huidige locatie van de ingreep is bestraat. De opgehoogde wal met sierbeplanting die zuidwestelijk langs de rand van deze planlocatie is gesitueerd wordt verwijderd om de doorgang naar het te realiseren parkeerterrein mogelijk te maken. De hoogte van de bomen bedraagt ruim 18 meter, het nieuwe zwembad met glijbaan blijft hier onder. Beachcamp (recreatiekampeerterrein 1) Geplande ontwikkeling: De grasvelden achter de waterglijbaan en achter de waterskiwinkel worden bestemd als camping. Hiermee wordt onder andere ingespeeld op de wens van een doelgroep die graag dichter bij het water en bij de activiteiten wil overnachten. In de fasering (bijlage B) van de uitvoering is pas in een later stadium voorzien in het aanleggen van vaste voorzieningen en faciliteiten op deze camping. Vooralsnog kan hier op eenvoudige wijze gekampeerd worden. Zolang het Trekkerslep evenement (zie 5.2) nog op Ermerstrand wordt georganiseerd, en/of de camping niet is ingericht, zal dit en het Beachvolleybaltoernooi op deze locatie plaatsvinden. In bijlage E is dit tijdelijk aan het voor evenementen te gebruiken gebied toegevoegd. Ingreep: Door de ingreep wordt de huidige ligweide op den duur in gebruik genomen als camping. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 20

51 Dagrecreatie Geplande ontwikkeling: De dagrecreatie is een belangrijk onderdeel van de exploitatie van Ermerstrand en belangrijk voor een goede relatie met de omgeving en een positief imago. Dus wordt hiervoor voldoende ruimte bestemd. (Zie A 3.4.2). De (binnen-) speeltuin, de stranden met de glijbanen,alle horecavoorzieningen, de waterskibaan en de outdooractiviteiten zijn toegankelijk voor dagrecreanten en passanten. De aangewezen gebieden (A 3.16 A en B) worden ook (zie 3.4.1) ingezet ten bate van de organisatie van evenementen tot dat dit gebied definitief is ingericht als campingterrein. Daar deze over het algemeen plaatsvinden buiten de periode waarin de dagrecreatie aantrekt, is dit goed te combineren. Ingreep: De bestemming blijft onveranderd. Er vindt dus geen ingreep plaats. Primo en Secundo recreatiewoningen Geplande ontwikkeling: Voor de onderdelen Primo en Secundo geldt de bestemming Recreatie recreatiewoningen. Deze woningen moeten voldoen aan de onder 2. Algemene uitgangspunten aangegeven Welstandsparagraaf voor het gehele park. Ingreep: Deze ingreep voorziet in een uitbreiding van de bestaande (recreatie)woningen naar 80 m². Outback/Duin (recreatiekampeerterrein 3 en deels 2) Geplande ontwikkeling: Voor dit op de tekening aangegeven gebied (A A) geldt de bestemming Recreatie kampeerterrein III. Ermerstrand wilde voor Outback dezelfde bestemming als voor Primo en Secundo namelijk Recreatie Recreatiewoningen. Ermerstrand heeft daar uiteindelijk vanaf gezien omdat anders geen algehele overeenstemming kon worden bereikt, tussen Ermerstrand en de gemeente Coevorden over de totale visie voor een nieuw bestemmingsplan. Voor het andere deel, aangemerkt als (A B) geldt de bestemming Recreatie kampeerterrein II Ingreep: De ingreep voor de nieuwe bestemming A voorziet in een uitbreiding naar chalets van maximaal 70m² B blijft onveranderd. Er vindt dus in B geen ingreep plaats. Groepsaccomodatie 3.5 Geplande ontwikkeling: De vraag naar onderscheidende groepsaccommodaties is groot. Zowel in de gemeente Coevorden als in de aangrenzende gemeente Emmen is er momenteel onvoldoende aanbod. Ermerstrand biedt accommodaties voor groepen die zich van andere accommodaties onderscheiden. Ze zijn voor grotere groepen, in tegenstelling tot wat vaak het geval is met grote accommodaties, hoogwaardig en hebben een bijzonder thematische invulling passend bij de uitstraling van Ermerstrand. De doelgroepen, groepen jonge mensen of grote families met jonge mensen en kinderen, vinden op het park voldoende vertier, ruimte en bij hen passende recreatiemogelijkheden.ermerstrand sluit op dit punt aan bij het gemeentelijk beleid zoals dat is weergegeven in All Inclusive en gaat voor kwalitatieve invulling van accommodaties voor grotere groepen. Met een unieke combinatie van voorzieningen als de waterglijbaan, waterski en tal van outdoor-activiteiten. Om op de bovengenoemde vraag in te kunnen spelen zal Ermerstrand een grote groepsaccommodatie (A 3.5.A), te splitsen in afzonderlijk te verhuren delen, realiseren. Dit nieuwe groepsverblijf komt in de directe nabijheid van de bestaande groepsaccommodatie. Het gebouw is te splitsen in een tweetal afzonderlijk te verhuren delen voor kleinere groepen. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 21

52 Het bouwwerk zal qua ontwerp aansluiten op het al bestaande gebouw (A 3.5.B) en bestaan uit twee bouwlagen. De huidige instructieruimte (A 3.5.C) wordt ook aangepast tot een kleinere groepsaccommodatie voor maximaal 26 personen. Als de vraag naar deze specifieke vorm van groepsverblijven op Ermerstrand, ook na de hierboven genoemde uitbreidingen, het aanbod blijft overstijgen dan zal Ermerstrand in de toekomst nog een additioneel verblijf toevoegen op een andere locatie. Aan de kant van het Lootjesbergenbos is reeds een vergunning verstrekt voor de realisatie van een loods. Als de vraag blijft groeien zal deze loods worden gerealiseerd in de vorm van een kop-staart boerderij waarin opslag en groepsverblijf worden gecombineerd (A 3.5.E), middels het aanvragen van een ontheffingsprocedure. Het toiletgebouw (A 3.5.D) naast de bestaande groepsaccommodatie is van slechte kwaliteit en niet meer van toegevoegde waarde. Bovendien zijn in de omgeving voldoende (nieuwe) sanitaire voorzieningen aanwezig. Dit gebouwtje wordt vervangen door, of verbouwd tot, een gebouw in relatie tot groepshuisvesting van 10 a 12 personen. Het betreft een extra faciliteit, te verhuren in combinatie met de grotere groepsgebouwen, bijvoorbeeld om de leiding in te huisvesten of om als centraal punt voor de desbetreffende groep te dienen. Ingreep:Voor de ingreep 3.5 A moeten op deze locatie een nader te bepalen aantal jonge aangeplante zomereiken van ca. 20 jaar oud, worden verwijderd om de nieuwbouw mogelijk te maken. 3.5 D voorziet in verbouwing van het bestaande gebouw of grotere nieuwbouw dan het huidige, waardoor de oppervlakte vergroot wordt. En 3.5 E voorziet in realisatie van een gebouw ten bate van opslag en groepsverblijf. Beachbar en Plankier 3.6 Geplande ontwikkeling: Het plankier vormt de verbinding tussen de Plaza en de in het water gelegen Beachbar. Het plankier loopt over/boven het strand en het water. De Beachbar is als eiland in het water gelegen (A 3.6) en heeft een doorsnee van circa 20 meter. De beoogde verbinding die Recreatiepark Ermerstrand tussen water en land wil leggen, is met de Beachbar en het bijbehorende plankier duidelijk zichtbaar. De Beachbar heeft een horecafunctie en dient mede als trouwlocatie. Ook zal hier de verhuur van waterfietsen, kano s etc. plaats vinden. Ingreep: De bestemming 3.6 blijft onveranderd. Er vindt dus geen ingreep plaats. Tweede waterglijbaan 3.7 Geplande ontwikkeling: Op hetzelfde strand waar nu de bestaande waterglijbaan (A3.7.A) staat, komt een tweede glijbaan (A 3.7.B), qua hoogte aansluitend aan de bestaande. Met deze tweede speelvoorziening ontstaat een samenhangend waterspeelparadijs rondom de Beachbar. De intensieve vormen van waterpret worden hier geconcentreerd. Rustzoekers kunnen op aangrenzende delen van het strand terecht. Ingreep: De ingreep bestaat uit het aanleggen van een tweede glijbaan. Hiervoor zal een deel strand in gebruik worden genomen. Eilanden 3.8 Geplande ontwikkeling:de huidige vorm van de eilanden blijft bijna geheel behouden. De koppeling van beide eilanden, middels een brug of vaste verbinding, vereist echter een kleine uitbreiding aan het Viseiland (A 3.8.1). Aan de andere kant van dit Viseiland wordt, middels een loopbrug, een koppeling met het parkcentrum c.q. centrale voorzieningen gemaakt. De eilanden worden bereikbaar vanaf een vaste verbinding of brug met Primo (A A). Een verbinding vanaf het gebied waarin de Scandinavische Chalets staan (A 3.12) zou te veel verkeer langs al deze chalets voeren. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 22

53 Omdat in dat geval de chalets op het Viseiland enkel bereikt kunnen worden via het Paintballeiland (A 3.8.2) zou daar verkeer dwars door het groen van het paintball- en outdoor-centre (A 3.8.2) moeten worden geleid, hetgeen niet wenselijk is. Een en ander is aangegeven in het verkeersplan (bijlage C). Middels de voor beide eilanden gekozen, en hieronder weergegeven, invulling blijft het groene eiland groen en het kale eiland krijgt een passende invulling die een rustig en natuurlijk beeld geeft. Ingreep: Door de geplande ingrepen worden de huidige eilanden middels twee bruggen en verharde wegen toegankelijk gemaakt voor auto s en wordt een nieuwe loopbrug richting het parkcentrum gesitueerd. Viseiland (recreatiekampeerterrein 2) Geplande ontwikkeling:voor het Viseiland geldt de bestemming Recreatie kampeerterrein II. Er worden maximaal 20 chalets gerealiseerd. Deze chalets zijn qua vormgeving conform de schets in bijlage E en de daarop aangegeven maten. De chalets hebben een oppervlakte van maximaal 40 m2 exclusief de oppervlakte van een dichte luifel met een maximale oppervlakte van 26,3 m2. Het betreft een luifel over de volle lengte van 10 meter en 2,63 meter breed (conform bijlage D ). Deze chalets kunnen op een natuurlijke wijze worden ingepast. Ingreep: Door de ingreep wordt een deel van het eiland bebouwd met chalets. Ten opzichte van de huidige bestemming worden minder chalets gerealiseerd waardoor het ruimtelijk visueel beter ingepast kan worden. Paintball-eiland Geplande ontwikkeling: Momenteel wordt op het zogenaamde Paintball-eiland de desbetreffende activiteit uitgeoefend. Ermerstrand voegt daar andere Outdooractiviteiten aan toe. Er zal geen sprake zijn van gemotoriseerde of mechanisch geluidproducerende activiteiten. Op het Paintball-eiland zal een goed ingepaste kleine houten blokhut worden gerealiseerd als verzamelplaats en omkleedruimte met sanitaire voorziening, met een oppervlakte van maximaal 40m2. Ingreep: Door de ingreep wordt een blokhut gerealiseerd op een deel van het eiland. Daarnaast zullen outdoor activiteiten gaan plaatsvinden op het eiland. Drijvend restaurant 3.9 Geplande ontwikkeling: Het huidige restaurant bij de waterskibaan en de zogeheten skihut worden samen-gevoegd. Vanaf het restaurant wordt via een steiger een verbinding gemaakt met een nieuw te plaatsen drijvend restaurant van twee bouwlagen (A 3.9). De bouwstijl is in aansluiting op de overige bouwwerken. De situering van deze drijvende horeca-voorziening, tussen de skibaan en de duikspot met uitzicht over het water, is uniek. Ingreep: Door de ingreep wordt een restaurant in het water geplaatst met een steigerverbinding. Drijvende verblijfsrecreatie 3.10 Geplande ontwikkeling: Hier realiseert Ermerstrand maximaal 25 drijvende recreatieobjecten van maximaal 70 m2. Een hele bijzonder vorm van verblijfsrecreatie die in de markt slechts heel weinig voorkomt en daar aan de uniciteit van het recreëren binnen de gemeente en de provincie bijdraagt. In de visie Cruys waren in totaal 40 eenheden gepland. In overleg met de gemeente en met het oog op de zichtlijnen vanaf het Ermerzand is de locatie bij de eilanden komen te vervallen en het aantal teruggebracht van 40 naar 25, op deze locatie. Het op de kaart aangegeven gebied (A 3.10), bevat naast water ook een strook van de oever. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 23

54 De drijvende objecten moeten immers wel vanaf de oever toegankelijk worden gemaakt en op voorzieningen worden aangesloten. Ter verduidelijking; dit betekent niet dat het water daar zal worden vergroot of land zal worden gewonnen. Ingreep: Door de ingreep wordt in het noordelijk deel van de waterplas 25 drijvende recreatiewoningen voorzien. Hierbij worden naast een deel van de waterplas, de huidige oevers in gebruik genomen, als ook de hele (oever)zone tot aan de aanwezige grensafscheiding/houtwal, ten bate van een verbindingsweg met parkeerplaatsen. Duikspot 3.11 Geplande ontwikkeling: Aan de noordzijde van de plas wordt een duikspot gecreëerd. De huidige diepte van de plas is te gering voor de duiksport. Door een vaste diepe plek, van circa 10 tot 15 meter, in te richten ontstaat een voor duikers interessante attractie. Hierbij kan worden gedacht aan het laten afzinken van een scheepswrak of iets dergelijks. Het te water laten van een dergelijk object en het inrichten en exploiteren van een duikspot, gebeurt binnen de wettelijke kaders. Het gebied is aangegeven op de kaart (A 3.11). Ingreep: Door de ingreep wordt een deel opslagterrein voorzien ten bate van de zandwinning. Scandinavische chalets (recreatie recreatiewoningen) 3.12 Geplande ontwikkeling: Van de 27 in aanbouw zijnde chalets zullen er door Ermerstrand 10 worden verwijderd. De resterende 17 (A 3.12.A) blijven in de huidige hoedanigheid staan, (hiermee bedoelt Ermerstrand het huidige bouwoppervlak zijnde 1 bouwlaag met puntdak) mits voor het overige voldaan wordt aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Dit deel van het plangebied krijgt de bestemming Recreatie Recreatiewoningen en de 17 resterende chalets hoeven derhalve niet te worden aangepast, mits voldaan wordt aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. De buitenrand zal worden gebruikt om het geheel landschappelijk in te passen middels groen en beplanting (A3.12.B). Dit zal in het landschapsplan worden opgenomen. Hierin zal ook handhaven van de bestaande wallen, vanuit landschappelijke overweging, worden onderbouwd. Van de opgebrachte grond, zowel wat betreft de binnenring (gedeeltelijk in het water) als de buitenring (wal) zal de kwaliteit worden vastgesteld. (Zie 3.19) Deze Scandinavische Chalets zullen na verkaveling verkocht worden aan derden en ingezet worden voor de verhuur, en niet voor permanente bewoning. De parkexploitatie is gebaat bij zoveel mogelijk wisselingen op jaarbasis. Dus derdenverhuur heeft de voorkeur, maar kan natuurlijk niet bij de nieuwe eigenaren worden afgedwongen. Ingreep: De bestemming 3.12 A blijft op het verharden van de weg na, onveranderd. Er vindt dus geen ingreep plaats. De ingreep 3.12 B voorziet in het verwijderen van 10 chalets waardoor delen van de buitenste randzone/wal vrijkomt. Voormalige locatie Lokeend 3.13 Geplande ontwikkeling: De bestemming voor de voormalige locatie Lokeend (A 3.13) sluit nu aan bij de bestemming van het deel Primo en Secundo (Zie 3.4.3). Ingreep: Deze ingreep voorziet in een uitbreiding van de bestaande (recreatie) woningen naar 80 m². Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 24

55 Tertio (recreatie kampeerterrein III) 3.14 Geplande ontwikkeling: De bestemming voor Tertio (A 3.14.A) is op 7 juli 2010 vastgesteld als Recreatie kampeerterrein III door een partiële bestemmingsplanwijziging; 45 eenheden. De gemeente laat, in een nieuw bestemmingsplan, deze eerder vastgestelde aantallen los. Ermerstrand heeft inmiddels voor Tertio een nieuwe schetsmatige indeling en twee types Chalets van maximaal 70 m2 aan de gemeente voorgelegd. Er is ook een deel (A 3.14.B) dat in de toekomst, als het hotel en zwembad zijn gerealiseerd, als parkeerterrein wordt ingericht. Tot die periode zal Ermerstrand het inzetten ten bate van het zogenaamde recreatief kamperen als onder Recreatie kampeerterrein II. Ingreep: De bestemming 3.14 A blijft op het verharden van de weg na onveranderd. De ingreep 3.14 B voorziet in het verharden van de huidige kampeerterreinen ten bate van realisatie van parkeerplaatsen. De aanwezige heggen die over dwars staan worden mogelijk verwijderd, de heg die evenwijdig met de weg loopt blijft behouden. Noordelijk van het geplande zwembad grenzend aan het milieuplein, staat tevens een groot gebied aangemerkt als parkeerplaats, waarvan deels een bestaand deel parkeerplaats is. In deze natuurtoets wordt er vanuit gegaan dat er geen ingrepen plaats vinden in de aanwezige houtwallen of bomenrijen! Dienstwoningen 3.15 Geplande ontwikkeling: De eerste van de twee dienstwoningen is gesitueerd aan de noordzijde van het park (A 3.15). Het bouwen van een tweede dienstwoning is in het geldende bestemmingsplan (1999) al toegestaan. Ermerstrand zal t.z.t. de noodzaak van de tweede woning en een nog te bepalen locatie daar voor onderbouwen. Mits voldoende onderbouwd met redelijke argumenten zal de gemeente daar mee instemmen. Ingreep: Door de geplande ingreep wordt aan de noordzijde oostelijk van de drijvende recreatiewoningen een dienstwoning voorzien op het terrein tussen de waterplas en de houtwal. Speeltuin en sportveld 3.16 Geplande ontwikkeling: Het oorspronkelijk op de uitbreiding geprojecteerde sportveld zal worden vervangen door een speelveld (A 3.16.A) nabij het strand en de nieuwe locatie van de speeltuin (A 3.16.B). Zowel 3.16.A als 3.16.B zijn in de tekening ingetekend op een voorlopige locatie. Beide zullen binnen het, als Recreatie kampeerterrein I bestemde, Beachcamp (A 3.4.1) worden gerealiseerd en toegankelijk zijn voor de dagrecreanten en passanten. Ingreep: De ingrepen 3.16 A en B voorzien in het realiseren van een speeltuin en sportveld op de huidige ligweide. Loods 3.17 Geplande ontwikkeling: De grond is middels een art. 19 procedure bestemd. Er ligt een bouwvergunning voor realisatie van de loods (A 3.17). Het deel groepsaccommodatie (Zie 3.5) is in de fasering pas later aan de orde. Ingreep: De bestemming 3.17 blijft onveranderd. Er vindt dus geen ingreep plaats. De ingreep 3.5 E voorziet in realisatie van een gebouw ten bate van opslag en groepsverblijf. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 25

56 Tokkelbaan 3.18 Geplande ontwikkeling: De in dit document geprojecteerde tokkelbaan wordt in het bestemmingsplan opgenomen. Ingreep: De tokkelbaan is gesitueerd over het water, waarbij het begin en eindpunt een klein deel van het terrein in beslag nemen. Wal 3.19 (zie 3.12 B) Geplande ontwikkeling: In de visie van Cruys is aangegeven dat op en om het terrein een wal wordt aangebracht teneinde een goede natuurlijke inpassing en een fysieke scheiding tussen de diverse terreingedeelten te realiseren. De wal zal bestaan uit inheemse beplanting en onderdeel uitmaken van het landschapsplan. Naast een landschappelijke functie heeft de wal ook een functie ten aanzien van de veiligheid. Door een optimale zonering worden de diverse functies gescheiden. Hierdoor ontstaat een veilige verkeerssituatie die vooral voor de doelgroep van gezinnen zeer belangrijk is. Tenslotte heeft de wal ook een functie als geluidsbarricade tussen Recreatiepark Ermerstrand en de omgeving. Aanleggen van een wal om het gehele terrein en deels op het terrein vindt de gemeente ruimtelijk niet gewenst. Of het handhaven van bestaande wallen landschappelijk wenselijk is, zal in het op te stellen landschapsplan worden opgenomen en onderbouwd. Ingreep: Door de ingreep worden de huidige woningen in 3.12 B in aanbouw afgebroken. Uit ecologisch onderzoek (EcoMilieu, 2011) is gebleken dat de huidige wal als mitigatie leefgebied voor de geplande ingrepen, geschikt moet worden gemaakt voor de veldspitsmuis door het aanplanten van bosplantsoen. Fasering 4 Geplande ontwikkeling: De fasering van de uitvoering van de plannen is door Ermerstrand overzichtelijk in kaart gebracht en biedt de gemeente voldoende inzicht in de planning van de uitvoering. In dit diagram is aangegeven welke onderdelen door het Recreatiepark Ermerstrand in welke periode, gedurende de komende 10 jaar, volgens de planning worden gerealiseerd. Dit betreft een indicatie. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 26

57 Strandrace 5.1 Geplande ontwikkeling: De Strandrace wordt met onmiddellijke ingang niet meer georganiseerd. Dit evenement zal al voor 2011 van de kalender worden gehaald. Trekkerslep 5.2 Geplande ontwikkeling: Dit evenement heeft regionale bekendheid en heeft na vijf edities,voor zover Ermerstrand bekend, geen bezwaren opgeleverd van omwonenden. Het evenement, dat onderwerp is van het reguliere vergunningtraject, staat niet alleen in het teken van Trekkerslep maar ook van muziek en andere activiteiten. Daardoor dient het ook als regionale ontmoetingsplek voor jong en oud. Het evenement vindt nu, en bij voorkeur ook in de toekomst, plaats tussen en uur. Dit is onderwerp van het reguliere vergunningentraject. Trekkerslep is van groot belang voor de financiële exploitatie van het Ermerstrand. Toch is Ermerstrand bereid om ook met Trekkerslep (op het recreatiepark Ermerstrand) te stoppen zoals onder 8. Overgangssituatie is omschreven. Als voorbeeld dient de problematiek, waar al overeenstemming over is bereikt, rond de werving en reeds gedane boeking voor het 4x4 rijden. Deze activiteit wordt niet in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen. Gezien de lopende boekingen zal deze activiteit in 2011 nog worden georganiseerd. Op het evenement Trekkerslep is de overgangssituatie van toepassing. Vanwege het belang voor de exploitatie wil Ermerstrand dit evenement verplaatsen naar een andere locatie. Het vinden van een goede locatie vergt echter tijd. Ermerstrand zoekt in overleg met de gemeente Coevorden naar een dergelijke alternatieve locatie waar Trekkerslep, onder auspiciën van Ermerstrand, georganiseerd kan worden. Als die nieuwe potentiële locatie binnen de gemeente Coevorden ligt, zal op basis van bestaande wet- regelgeving binnen het reguliere traject door de gemeente vergunning worden verleend. Binnen een termijn van 0-3 jaar, ingaande op het moment dat het nieuwe bestemmingsplan definitief en onherroepelijk is vastgesteld, moet Ermerstrand een locatie vinden waar de Trekkerslep mogelijk is. Men verplaatst dan het evenement naar die locatie. Ook als die mogelijkheid zich veel eerder voordoet dan de binnen de genoemde termijn. Als binnen de genoemde termijn geen alternatief gevonden is, zal het evenement in ieder geval niet meer plaats vinden op het Ermerstrand. Beachvolleybal 5.3 Geplande ontwikkeling: Het bestaande driedaagse Beachvolleybal evenement is succesvol en staat niet ter discussie. Het zal dan ook in de toekomst door het Ermerstrand worden georganiseerd. Ingreep: De bestemming 5.3 blijft onveranderd. Er vindt dus geen ingreep plaats. Nieuwe locatie evenementen 5.4 en 5.5 Geplande ontwikkeling: Ermerstrand zal om het gat in de exploitatie te dichten nieuwe, niet gemotoriseerde evenementen, opstarten. Het Ermerstrand zal, in de reguliere vergunningsprocedure, maximaal inzetten op de mogelijkheden van de Handreiking industrielawaai en de nota Evenementen met een luidruchtig karakter van de Inspectie Limburg. De locatie (s) voor de evenementen zijn aangegeven in bijlage E. Ook is hier tijdelijk de locatie voor het evenement Trekkerslep en Beachvolleytoernooi toegevoegd (3.4.1) totdat de camping definitief is ingericht. Ingreep: De locaties 5.4 en 5.5 waar in de toekomst evenementen worden gehouden worden in het nieuwe bestemmingsplan vastgelegd (zie bijlage IV). Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 27

58 Zandwinning 6 Geplande ontwikkeling: De zandwinning door Ermerstrand dient drie doelen die in het desbetreffende separate document ruimer zijn omschreven. Er is een commercieel doel en een onderhoudsaspect. Het derde doel is van direct belang voor deze ruimtelijke visie, namelijk het creëren van een duikspot. Dit laatste kan het beste geregeld worden door een tijdelijke ontheffing te verlenen van de bestemmingsplanvoorschrift en. Ingreep: Door de ingreep vinden veranderingen plaats in het water, zoals stroming en hoeveelheid meegevoerd zand met aanwezige stromingen. Verkeersplan 7 Geplande ontwikkeling: Zie verkeersplan visualisatiekaart bijlage III. Ingreep: De ingrepen die deze geplande ontwikkelingen voorzien zijn in de bovenstaande ontwikkelingen meegenomen. Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 28

59 BIJLAGE IV: VISUALISATIEKAARTEN ERMERSTRAND Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 29

60 Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 30

61 Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 31

62 Landschappelijk Inpassingsplan Recreatiepark Ermerstrand Pagina 32

63 BIJLAGE 2

64

65 Natuurwaardenonderzoek Ermerstrand Quickscan en aanvullend onderzoek in het kader van de natuurwetgeving Rapport EM11146 / In opdracht van

66

67 COLOFON Titel: Natuurwaardenonderzoek Ermerstrand Subtitel: Projectcode: EM11146 Quickscan en aanvullend onderzoek in het kader van de natuurwetgeving Status: Definitief Datum: 26 januari 2012 Auteur: Ing. R. Gerritsen Veldonderzoek: Ing. R. Gerritsen Extern adviseur: G. Snaak, veldspitsmuis deskundige Opdrachtgever: M. Schoemaker, Recreatiepark Ermerstrand te Erm EcoMilieu ecologisch onderzoek en advies Bergweg 5A 7671 TA Vriezenveen T: I : E: info@ecomilieu.nl EcoMilieu ecologisch onderzoek en advies. EcoMilieu is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van EcoMilieu; opdrachtgever vrijwaart EcoMilieu voor aanspraken (van derden) in verband met deze toepassing. Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt mits onder bronvermelding.

68

69 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding Onderzoeksontwerp Leeswijzer ONDERZOEKSMETHODIEK Algemene opzet en werkwijze PLANLOCATIE Recreatiepark Ermerstrand NATUURWAARDENONDERZOEK Methodiek Resultaten vooronderzoek Flora Amfibieën, Reptielen en Vissen Dagvlinders, libellen en overige ongewervelde Vogels Vleermuizen Grondgebonden Zoogdieren Aanvullend muizenonderzoek (Potentieel) voorkomende beschermde soorten VOORGENOMEN INGREPEN EFFECTEN GEBIEDSGERICHTE NATUURBELEID Ecologische Hoofdstructuur EFFECTENTOETSING FLORA- EN FAUNAWET Flora, amfibieën, vissen, dagvlinders, libellen en overige ongewervelde Licht beschermde muizen Kerkuil Huismus Eekhoorn Steenmarter Das Veldspitsmuis Vleermuizen... 28

70 8 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Veldspitsmuis (Broed)vogels Kerkuil, steenmarter en vleermuizen Das Zorgplicht GERAADPLEEGDE BRONNEN BIJLAGE I: WETTELIJK KADER BIJLAGE II: FOTO-IMPRESSIE ERMERSTRAND BIJLAGE III: VISUALISATIEKAARTEN INGREPEN BIJLAGE IV: MITIGATIEPLAN VELDSPITSMUIS... 53

71 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding In opdracht van mevr. M Schoemaker, Recreatiepark Ermerstrand te Erm gemeente Coevorden, heeft EcoMilieu ecologisch onderzoek en advies een natuurwaardenonderzoek uitgevoerd ten bate van een ruimtelijke onderbouwing voor een bestemmingsplanwijziging. Het Visie Document Ermerstrand 2010 is door en voor het Recreatiepark Ermerstrand is opgesteld. Het visiedocument betreft een concrete beschrijving van de toekomstplannen van het recreatiepark. Het visiedocument heeft als doel het opstarten van planologische procedures om te komen tot kwaliteitsverbetering van het recreatieaanbod Ermerstrand en het park te transformeren in een modern recreatiepark met een bovenregionale uitstraling. De Flora- en faunawet en het vigerende gebiedsgerichte natuurbeleid verplichten vooraf te toetsen of ruimtelijke ingrepen of activiteiten conflicteren met aanwezige beschermde plant-, en diersoorten en/of aangewezen gebiedskwaliteiten. In het voorliggende natuurwaardenonderzoek vindt toetsing plaats aan de Flora- en faunawet en vigerend gebiedsgericht natuurbeleid. 1.2 Onderzoeksontwerp In deze paragraaf wordt de doelstelling vertaald naar onderzoeksvragen. Het doel is middels ecologisch onderzoek na te gaan welke beschermde plant- en diersoorten (potentieel) voorkomen binnen de invloedsfeer van de ruimtelijke ontwikkelingen die in het Visie Document Ermerstrand 2010 zijn voorzien en het inzichtelijk krijgen van de mogelijke effecten van de geplande ontwikkelingen op eventueel aangetroffen, dan wel te verwachten, beschermde soorten en/of aangewezen gebiedskwaliteiten. Concreet komen uit de doelstelling de volgende onderzoeksvragen naar voren, die middels dit onderzoek worden beantwoordt: Welke beschermde soorten komen (potentieel) voor in het plangebied Recreatiepark Ermerstrand en welke beschermingsstatus hebben deze soorten? Welke effecten hebben de geplande ontwikkelingen in het plangebied op de beschermde soorten en kunnen (significant) negatieve effecten optreden ten aanzien van het vigerend gebiedsgerichte natuurbeleid? Zijn de mogelijk negatieve effecten van de plannen op deze soorten een overtreding van de Flora- en faunawet en op welke wijzen kunnen mogelijk negatieve effecten worden voorkomen middels compenserende en mitigerende maatregelen? 1.3 Leeswijzer In dit hoofdstuk is beschreven hoe dit onderzoek, het uitvoeren van een natuurwaardenonderzoek in het kader van de natuurwetgeving en -beleid, tot stand is gekomen en werd de doelstelling vertaald naar onderzoeksvragen. In hoofdstuk 2 wordt de onderzoeksmethodiek besproken. In hoofdstuk 3 volgt een algemene beschrijving van het plangebied. In hoofdstuk 4 wordt aan de hand van bronnenonderzoek, ecologisch onderzoek en expert judgement de (potentiële) aanen/of afwezigheid van beschermde soorten onderbouwd. In hoofdstuk 5 volgen de geplande ingrepen. In hoofdstuk 6 vindt toetsing plaats aan het vigerende gebiedsgerichte natuurbeleid. In hoofdstuk 7 volg de synthese en vindt toetsing plaats aan de Flora- en faunawet. In hoofdstuk 8 volgen de conclusies en aanbevelingen. Hierna volgen de geraadpleegde bronnen en bijlagen met onder andere het wettelijk kader, een foto impressie en mitigatieplan. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 1

72 2 ONDERZOEKSMETHODIEK 2.1 Algemene opzet en werkwijze Deze natuurtoets betreft een quickscan naar de (potentiële) aanwezigheid van en (mogelijke) nadelige effecten op beschermde soorten planten en dieren en beschermde gebiedskwaliteiten in en rond het plangebied door de voorgenomen ingrepen. Daarnaast is aanvullend onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke aanwezigheid en verspreiding van de veldspitsmuis. Na het raadplegen van diverse bronnen tijdens het vooronderzoek, zijn tijdens meerdere veldbezoeken doelgerichte veldinventarisaties uitgevoerd. In totaal zijn voor het onderzoek in de maand oktober 2011, 10 veldbezoeken uitgevoerd, zowel overdag als tijdens de ochtend- en avondschemering. Aan de hand van de veldbezoeken en de geraadpleegde bronnen is op basis van expert judgement een inschatting gemaakt van het (potentieel) voorkomen van beschermde flora en fauna en bijbehorende functies van het plangebied voor deze soorten. Op basis van beschreven ingrepen is een inschatting gemaakt van te verwachten negatieve effecten op de (potentieel) aanwezige soorten en functies. Vervolgens zijn de mogelijk negatieve effecten getoetst aan de Flora- en faunawet en aan het vigerend gebiedsgerichte natuurbeleid. Tot slot wordt geadviseerd over de noodzaak tot het nemen van mitigerende (verzachtende of inpassings-) en/of compenserende maatregelen, dan wel de noodzaak tot het aanvragen van een ontheffing. Het wettelijke kader is opgenomen in bijlage I. Bronnenonderzoek Het bronnenonderzoek gaat uit van bestaande en beschikbare gegevens. Voor een actueel overzicht van beschermde soorten die in de regio voorkomen is het Natuurloket ( geraadpleegd in combinatie met verspreidingsgegevens van internetmedia en zijn diverse verspreidingsatlassen en rapporten van relevante soortgroepen en (jaar)verslagen van Particuliere Gegevensbeherende Organisaties (PGO s) en particuliere onderzoekers geraadpleegd (zie geraadpleegde bronnen). Veldbezoek In het plangebied zijn 10 veldbezoeken uitgevoerd. Tijdens ieder veldbezoek is zoveel mogelijk concrete informatie verzameld met betrekking tot de aan- of afwezigheid van beschermde soorten, met nadruk op ontheffingsplichtige soorten (zicht- en geluidswaarnemingen, sporenonderzoek naar de aanwezigheid van pootafdrukken, nesten, holen, uitwerpselen, haren, etc.). Expert judgement Dit onderzoek betreft een quickscan met aanvullend onderzoek naar de veldspitsmuis. De quickscan betreft geen veldinventarisatie. Een veldinventarisatie omvat verscheidene opnamerondes die seizoensgebonden zijn en volgens standaardmethoden worden uitgevoerd. Daarom is expert judgement toegepast om op basis van terreinkenmerken de geschiktheid van het plangebied voor mogelijk voorkomende beschermde soorten te beoordelen. Gebruikte onderzoeksinstrumenten Bij dit onderzoek zijn de volgende instrumenten gebruikt: verrekijker; zaklamp; batdetector (Pettersson D240X); digitale fotocamera; lifetraps (Heslinga); schepnet (ravon); Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 2

73 Het ecologisch onderzoek om tot beantwoording te komen van de onderzoeksvragen is uitgevoerd middels volgend schematisch overzicht (zie figuur 1). Onderzoeksvragen Inventarisatiefase Bronnenonderzoek, veldbezoeken en expert judgement Analysefase Resultaten Synthesefase Conclusie en aanbevelingen Fig. 1: Schematische weergave onderzoeksmethodiek. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 3

74 Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 4

75 3 PLANLOCATIE 3.1 Recreatiepark Ermerstrand De planlocatie Steenbakkersweg 3 te Erm is gelegen in Drenthe, gemeente Coevorden. Op de onderzoekslocatie (zie figuur 2 en 3), is een recreatiepark gelegen. De percelen waar de onderzoekslocatie deel van uitmaakt zijn gelegen in kilometerhok en Het onderzoeksgebied betreft globaal de amersfoortcoördinaten: x= y= (zie figuur 2, 3 en foto-impressie bijlage II). De onderzoekslocatie bestaat uit een voormalige zandafgraving. Rond de ontstane waterplas zijn twee recreatieparken gelegen, namelijk het Ermerzand en het Ermerstrand. Het plangebied wordt gevormd door terreinen voor dagrecreatie, water met voorzieningen, toeristische kampeerplaatsen, jaarplaatsen waaronder chalets en de bijbehorende centrale recreatieve voorzieningen en wegen met parkeerplaatsen. De stranden en de lig- en speelweiden worden op dit moment grotendeels gebruikt voor dagrecreatie. De waterplas wordt gebruikt als duik-, hengelsport-, zeil-, kano- en surfwater en in het diepe gedeelte van de waterplas is een kabelskibaan in gebruik. In het water liggen 3 eilanden waarvan 2 behoren bij het Ermerstrand. Door het gehele park lopen diverse houtwallen bestaande uit zomereik, beuk zwarte els, ratelpopulier en ruwe berk met ondergroei van grotendeels amerikaanse vogelkers, braam en brandnetel. Andere soorten in de struiklaag zijn lijsterbes, eenstijlige meidoorn, amerikaanse eik, hulst en amerikaans krentenboompje. De aanwezige hagen in het plangebied bestaan uit haagbeuk. Fig. 2: Onderzoekslocatie Recreatiepark Ermerstrand te Erm (kaartbron: Google). Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 5

76 Fig. 3: Globale begrenzing onderzoekslocatie Recreatiepark Ermerstrand te Erm (kaartbron: Kadaster). Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 6

77 4 NATUURWAARDENONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de onderzochte soortengroepen beschreven die in het onderzoeksgebied en de directe omgeving zijn aangetroffen en/of in potentie te verwachten zijn. De relevante soorten worden kort toegelicht. Een toelichting op de beschermingsstatus binnen het wettelijke kader is gegeven in bijlage I. 4.1 Methodiek Tijdens de terreinbezoeken is voor zover mogelijk een inventarisatie uitgevoerd van de beschermde soorten binnen de Flora- en faunawet (FF-wet), met name van de zwaardere beschermde soorten (de zogeheten tabel 2- en 3 soorten). Daarnaast is op basis van de terreingesteldheid, bekende verspreidingsgegevens (zie geraadpleegde bronnen ) en expert judgement, een uitspraak gedaan over potentieel aanwezige beschermde soorten en de huidige functie van het plangebied voor deze soorten. De relevante soorten worden kort toegelicht. In onderstaande tabel zijn de data, tijdstippen en de klimatologische omstandigheden van de uitgevoerde veldbezoeken weergegeven. Datum Tijd Activiteit Weersomstandigheden 4 oktober 16:00 t/m Natuurwaardenonderzoek Wind WZW (3Bft), bewolking 6/8, :00 buiig, 20 C 15 oktober oktober oktober oktober oktober oktober :00 t/m 18:00 Middag en avond Ochtend Uitzetten lifetraps t.b.v. prebaiting Pre-baiting Lifetraps scherp zetten / batdetectoronderzoek 1 ste controle moment lifetraps Nacht ->16 okt: Wind ZZO (2Bft), bewolking 2/8, droog, 1 C Nacht -> 17 okt: Wind W (2Bft), bewolking 6/8, droog, 4 C Nacht -> 18 okt: Wind W (3Bft), bewolking 8/8, droog, 8 C Avond 2 de controle moment lifetraps Dag: Wind W (3 -> 4Bft), bewolking 8/8 -> 4/8, regen tot voorin de middag, 12 C Ochtend 3 de controle moment lifetraps Nacht: Wind ZW (4Bft), bewolking 5/8, droog, 5 C Avond 4 de controle moment lifetraps Dag: Wind W (3 Bft), bewolking 7/8, buiig, 12 C Ochtend 5 de controle moment lifetraps Nacht: Wind WNW (2Bft), bewolking 6/8, droog, 2 C 21 oktober 2011 Avond 6 de controle moment lifetraps Dag: Wind W (3Bft), bewolking 4/8, droog, 11 C Ochtend 7 de controle moment / verzamelen lifetraps Nacht: Wind ZW (2Bft), bewolking 3/8, droog, 1 C Tabel 1: Veldonderzoeksdata, tijden en klimatologische omstandigheden. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 7

78 4.2 Resultaten vooronderzoek Als oriënterend vooronderzoek is naast het bronnenonderzoek de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) van het Natuurloket ( geraadpleegd. De NDFF geeft in het betreffende km-hok melding van een aantal beschermde soorten (zie tabel 2). Het km-hok beslaat het grootste deel van het plangebied en heeft de meeste potentie voor aanwezigheid van beschermde soorten. De dagvlinders zijn volgens het natuurloket goed onderzocht, de libellen redelijk en de amfibieën matig. De overige soortgroepen slecht/matig, slecht of niet. Het plangebied beslaat ongeveer 65% van het kilometerhok. Het overig deel beslaat bos (ca. 15%), akkers (ca.10%), weilanden (ca.8%) en wegen (ca. 2%). In het betreffende kilometerhok is 1 zwaar beschermde soort vaatplant waargenomen en 6 licht beschermde soorten. Van de zoogdieren zijn 3 zwaar beschermde soorten waargenomen. Gezien de karakteristieken van het betreffende km-hok en de verspreidingskaarten en atlassen van de Zoogdiervereniging betreft het hier potentieel eekhoorn, steenmarter, das en/of veldspitsmuis. Verder zijn van de zoogdieren 2 soorten van de Habitatrichtlijn bijlage IV waargenomen. Naar alle waarschijnlijkheid betreft het hier twee soorten vleermuizen. Van de amfibieën zijn 3 licht beschermde soorten waargenomen. Soort Rode lijst FFwet Tabel 1 FFwet Tabel 2+3 FFwet Vogels Hrl Bijlage II Hrl Bijlage IV Flora Zoogdieren Vogels Amfibieën Reptielen Vissen Dagvlinders Libellen Insecten overig Tabel 2: Waargenomen soorten km_hok (bron: Flora In het plangebied zijn geen beschermde vaatplanten aangetroffen. Het veldbezoek is uitgevoerd in oktober, waardoor de trefkans op beschermde vaatplanten zeer minimaal is. Hierom is gebruik gemaakt van expert judgement om de potentie van het plangebied voor beschermde soorten vaatplanten in te schatten. De aangeplante houtwallen bestaan grotendeels uit een menging van zomereik, beuk, ratelpopulier en ruwe berk. De onderbegroeiing in de houtwallen bestaan door beperking van licht op veel plaatsen uit algemene grassen en ruigtekruiden, zoals grote brandnetel en gewone braam. De grasbermen langs de wegen die leiden door het park worden meerdere malen per jaar gemaaid. De vegetatie in de oeverzone van de waterplas wordt voor het overgrote deel bepaald door pitrus en riet. Op grond van de aangetroffen vegetaties en terreinkenmerken worden in het plangebied geen beschermde soorten verwacht. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 8

79 4.4 Amfibieën, Reptielen en Vissen Tijdens het veldbezoek is met een Ravon schepnet in de oevers van de waterplas onderzoek uitgevoerd naar mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten amfibieën en vissen. Tijdens dit onderzoek zijn alleen licht beschermde amfibieënsoorten, waaronder bastaardkikker, bruine kikker en gewone pad aangetroffen. Vanwege de aanwezige biotopen in het onderzoeksgebied en geraadpleegde verspreidingsgegevens wordt daarnaast alleen de licht beschermde kleine watersalamander verwacht. Van de soortgroepen reptielen en vissen worden geen beschermde soorten verwacht door het ontbreken van geschikt habitat. 4.5 Dagvlinders, libellen en overige ongewervelde Vanwege het ontbreken van geschikt habitat worden geen beschermde soorten dagvlinders, libellen en overige ongewervelde verwacht. 4.6 Vogels Aangezien dit een quickscan betreft, is geen volledige broedvogelinventarisatie uitgevoerd. Op basis van de uitgevoerde veldbezoeken in combinatie met terreinkarakteristieken, bekende verspreidingsgegevens en expert judgement is echter wel een goede uitspraak te doen over de te verwachten broedvogelsoorten. Naar de aanof afwezigheid van jaarrond beschermde vogelsoorten is een volledige plangebied dekkende inventarisatie uitgevoerd. Tijdens het veldbezoek is in het plangebied een foeragerende jaarrond beschermde kerkuil aangetroffen. In het plangebied zijn geen vaste rust- en/of verblijfplaatsen aangetroffen van kerkuil. Wel zijn vaste rust- en/of verblijfplaatsen van huismus aangetroffen. In de bossen rond het plangebied is geschikt habitat aanwezig voor vaste rust- en/of verblijfplaatsen van sperwer en havik. Het onderzoek van Buro Bakker (Buro Bakker 2009) bevestigt deze verwachting. In het plangebied zijn tijdens de veldbezoeken in de maand oktober verder de volgende soorten waargenomen: grote bonte specht, huismus, boomkruiper, heggenmus, winterkoning, roodborst, zwartkop, pimpelmees, koolmees, merel, ekster en wilde eend. Omdat in het recreatiepark vooral in de maanden mei t/m augustus aanzienlijk veel dagrecreatie aanwezig is en de parkeerplaatsen langs de houtwallen volop worden gebruikt, zijn verspreid in het plangebied (nesten van) algemene weinig kritische broedvogelsoorten te verwachten uit o.a. de vink, winterkoning, zwartkop en kleine bonte specht groep. Daarnaast worden in de aanwezige houtwallen verspreid enkele vrij kritische soorten verwacht uit de grote bonte specht, boomklever en havik groep (Sierdsema, 1995). Geschikte biotopen voor broedvogels liggen in het plangebied hoofdzakelijk in de randen (houtwallen). 4.7 Vleermuizen Potentiële verblijfplaatsen Verblijfplaatsen bevinden zich in donkere en voor vleermuizen bereikbare ruimten in boomholten, huizen, kelders etc. Gedurende het veldonderzoek is specifiek gelet op dergelijke ruimten. Gezien de omvang van het plangebied kan worden verondersteld dat er potentieel geschikte vaste rust- en verblijfplaatsen voorkomen in de diverse recreatieve gebouwen als ook in alle recreatiechalets in het plangebied. In het plangebied komen diverse grote bonte spechten voor. Gezien de aanwezigheid van spechten worden tevens verspreid in het plangebied boomholten verwacht die potentieel geschikt kunnen zijn als vaste rust- en/of verblijfplaats voor vleermuizen. Op de locaties waar de geplande ontwikkelingen in de directe nabijheid van redelijk rustig gelegen houtwallen en/of bomenrijen zijn gesitueerd, zijn tijdens het onderzoek geen voor vleermuizen geschikte boomholten of spleten aangetroffen. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 9

80 Potentiële vliegroutes Van veel vleermuissoorten is bekend dat zij gedurende lange tijd gebruik kunnen maken van dezelfde ruimtelijke structuren voor oriëntatie en via deze verbindingselementen van hun verblijfplaats naar de foerageergebieden trekken en weer terug. Vanwege dit traditiegetrouwe gedrag van vleermuizen kunnen bepaalde lijnvormige structuren (bv. rijen woningen, watergangen, rijen bomen en singels) een belangrijk onderdeel van een vliegroute vormen. Omdat in het plangebied potentieel geschikte vaste rust- en/0f verblijfplaatsen aanwezig zijn, wordt aangenomen dat de diverse houtwallen die door het gebied lopen potentieel worden gebruikt als vliegroute. Potentieel foerageergebied Vleermuizen foerageren op locaties waar insecten aanwezig zijn, bijvoorbeeld langs randen van bossen en bomenrijen of boven water. Het plangebied is vanwege de aanwezigheid van lijnvormige elementen (houtwallen en bomenrijen) in combinatie met de grote waterplas, (potentieel) zeer geschikt als foerageergebied. In tabel 4 is weergegeven welke combinatie van soorten en gebruiksfuncties (potentieel) voorkomen in het plangebied. Tijdens het batdetectoronderzoek in oktober zijn alleen gewone dwergvleermuizen verspreid in het plangebied aangetroffen. 4.8 Grondgebonden Zoogdieren Het plangebied is onderzocht op de aanwezigheid van geschikte verblijfplaatsen van de potentieel voorkomende zwaar beschermde soorten eekhoorn, steenmarter en das. Tijdens de veldbezoeken zijn in het plangebied sporen aangetroffen van egel en eekhoorn. De eekhoorn gebruikt het plangebied (potentieel) als leef- en foerageergebied. Er zijn geen sporen aangetroffen zoals nesten, uitwerpselen, prenten en prooiresten die kunnen duiden op de aanwezigheid van de steenmarter of das binnen het plangebied. Uit onderzoek van Buro Bakker (Buro bakker 2009) blijkt dat de das in de directe omgeving (bossen) buiten het plangebied meerdere (vlucht)burchten heeft. Volgens de verspreidingsgegevens is de steenmarter meerdere malen waargenomen in het naastgelegen recreatiepark het Ermerzand, waardoor gebruiksfuncties als foerageergebied van de steenmarter en das binnen het plangebied niet uitgesloten kunnen worden. Verblijfplaatsen van de das zijn in het plangebied niet aangetroffen en worden vanwege de recreatiedruk ook niet verwacht. Verblijfplaats(en) van steenmarter zijn niet aangetroffen, maar kunnen potentieel wel voorkomen in het bouwmaterialen en materiaal opslagterrein ten zuidwesten van het plangebied (zie figuur 5) en leegstaande Scandinavische chalets ten zuidoosten van het plangebied. 4.9 Aanvullend muizenonderzoek In 1995 zijn tijdens braakbalonderzoek van kerkuil, op een afstand van circa 1 kilometer van het Ermerstrand, schedels aangetroffen van de veldspitsmuis (persoonlijke mededeling G. Snaak 2011). Tijdens muizenonderzoek van Buro Bakker (Buro Bakker 2009) zijn zuidelijk van het plangebied op een afstand van circa 100 meter van het plangebied ook twee veldspitsmuizen gevangen. Vanwege het voorkomen van de veldspitsmuis in de omgeving is aanvullend onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van de veldspitsmuis binnen het plangebied. De beste periode voor onderzoek naar muizen is in de maanden september en oktober. De populaties zijn dan over het algemeen op hun hoogtepunt waardoor er in potentie een goede kans is de aanwezigheid van een bepaalde soort aan te kunnen tonen in een gebied. Daarnaast is de zoogtijd grotendeels voorbij, waardoor de spitsmuizen minder stressgevoelig kunnen zijn en er minder kans op sterfte optreedt. Het onderzoek naar de veldspitsmuis en waterspitsmuis is volgens de gestandaardiseerde IBN-methode uitgevoerd in de periode van 15 tot en met 21 oktober (zie tabel 1). Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 10

81 Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van Heslinga lifetraps (type Longworth). Deze traps zijn speciaal ontwikkeld voor het levend vangen van muizen. Op 15 oktober zijn in totaal 120 traps, verdeeld over 8 raaien, uitgezet. Figuur 4 geeft een overzicht van de ligging van de uitgezette raaien. De resultaten zijn verwerkt in tabel 4. De veldspitsmuis lifetraps zijn geplaatst langs en in potentiële houtwallen en in ruige terreindelen met polvormige steppeachtige vegetaties. Daarnaast is in het noordelijk deel van het terrein een potentieel geschikt waterspitsmuizen gebied aanwezig. Ondanks dat waterspitsmuizen normaliter niet worden aangetroffen langs dergelijke gesitueerde stilstaande wateren, is voor alle zekerheid de waterspitsmuis meegenomen in het onderzoek. Hierdoor zijn 10 traps langs de oever op de waterscheiding geplaatst (zie raai nummer 2, figuur 4). Fig. 4: Locaties uitgezette raaien lifetraps (kaartbron: Google). Na een pre-baiting periode van twee nachten, zijn de traps op 17 oktober op scherp gezet. Vervolgens zijn de traps van 18 tot 21 oktober s ochtends en s avonds met een interval van 12 uur gecontroleerd. Op 21 oktober zijn de traps na de ochtendcontrole weggehaald. Voor de betrouwbaarheid van het onderzoek is, vanwege twee vrij koude nachten tijdens de pre-baiting en 1 vrij koude nacht tijdens het vangen, ervoor gekozen één effectief controlemoment aan het onderzoek toe te voegen. In het totaal zijn 7 controlemomenten uitgevoerd, waarvan 4 effectief (ochtendcontrole). Het betreft 840 potentiële vangstmomenten. De traps zijn gevuld met een mengsel van grof en fijn hooi om de isolerende werking van het hooi optimaal te benutten en daarmee mogelijke sterfte van gevangen spitsmuizen zoveel als mogelijk te beperken. Als lokvoer is gedurende het hele muizenonderzoek gebruik gemaakt van maden, kattenbrokken, maïs en druiven. Iedere controleronde zijn de voedselvoorraden in de traps waar nodig aangevuld. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 11

82 Resultaten Tijdens het onderzoek zijn veldspitsmuis en waterspitsmuis niet aangetroffen. Vastgestelde soorten zijn veldmuis, rosse woelmuis, bosmuis, bosspitsmuis spec. en huisspitsmuis (zie tabel 3). Deze muizensoorten zijn licht beschermd. Het niet vangen van veldspitsmuis in potentieel geschikt habitat wordt naar alle waarschijnlijkheid verklaard door de hoge aantallen van huisspitsmuis die zijn gevangen (persoonlijke mededeling G. Snaak, 2011). Huisspitsmuizen vormen voedselconcurrenten van veldspitsmuizen en kunnen daardoor de veldspitsmuis verdringen uit potentieel geschikt biotoop (Snaak, 2008). Gezien de omvang en potentie van het plangebied kan echter niet uitgesloten worden dat er verspreid in het plangebied enkele veldspitsmuispopulaties aanwezig zijn. Veldmuis Rosse woelmuis Bosmuis Bosspitsmuis spec. Huisspitsmuis Raai 1 (20 traps) Raai 2 (10 traps) Raai 3 (20 traps) Raai 4 (10 traps) Raai 5 (20 traps) Raai 6 (10 traps) Raai 7 (20 traps) Raai 8 (10 traps) Totaal Tabel 3: De in het plangebied vastgestelde muizensoorten en aantallen per raai. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 12

83 4.10 (Potentieel) voorkomende beschermde soorten In Tabel 4 is weergegeven welke combinatie van beschermde (met uitzondering van tabel 1) soorten en gebruiksfuncties (potentieel) voorkomen in het plangebied. In figuur 5 is weergegeven waar welke (sporen van) beschermde soorten zijn aangetroffen en waar mogelijke verblijfplaatsen van steenmarter worden verwacht. Zomerverblijfplaats / broedlocatie Kraamverblijfplaats Paarverblijfplaats Winterverblijfplaats Vliegroute Foerageerroute of -gebied Kerkuil X Huismus X X X Eekhoorn X X X Steenmarter X X Das X Veldspitsmuis X X X Watervleermuis X X X X Rosse vleermuis X X X X X Gewone dwergvleermuis X X X X X X Ruige dwergvleermuis X Laatvlieger X X X X X Gewone grootoorvleermuis X X X X X X Tabel 4: De (potentieel) voorkomende beschermde soorten en aanwezige functies in en direct grenzend aan het plangebied. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 13

84 Fig. 5: Aangetroffen (sporen van) beschermde soorten en potentiële gebruikslocaties steenmarter. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 14

85 5 VOORGENOMEN INGREPEN In dit hoofdstuk worden de ingrepen beschreven op basis van de voorgenomen bestemmingsplanwijziging en de ontwikkelingen die met het nieuwe bestemmingsplan wordt voorgestaan. De geplande ontwikkelingen zijn overgenomen uit het visiedocument Ermerstrand De nummers die per geplande ontwikkeling worden genoemd, corresponderen met de nummers en locaties uit de visie visualisatiekaarten (zie bijlage III). De geplande ontwikkelingen zijn letterlijk overgenomen uit het visiedocument, waardoor verwijzingen naar bijlagen niet langer correct zijn. Plazagebouw en Hotel 3.2 Geplande ontwikkeling: Een groot gedeelte van de planvorming is al op juiste wijze bestemd door een partiële bestemmingsplanwijziging van 24 juni Dit betrof het plazagedeelte voor een nieuwe Beachclub, binnenspeelparadijs, themarestaurant en bruin café. Een hotel (A 3.2.B) met (gezins-)kamers en appartementen, welness- en fitnessruimten en enkele winkeltjes (boetiekjes) moeten nog bestemd worden. De welness- en fitnessruimte is slechts faciliterend voor de parkbezoekers en richt zich niet op doelgroepen buiten het park. Momenteel is op deze locatie een speeltuin gerealiseerd die zal worden verplaatst. De nieuwe locatie (A 3.16.B) is gesitueerd op het nieuwe campinggedeelte achter de bestaande waterglijbaan. De speeltuin blijft ook daar toegankelijk voor dagrecreanten en passanten. Op deze locatie staat ook een sanitairgebouw (A 3.2.C). Ingreep Enkele jaren geleden hebben op de huidige speeltuinlocatie diverse gebouwen gestaan. Bij deze ingreep (A3.2.B) wordt de huidige speeltuinlocatie met omliggende hekken verplaatst en bebouwd. Overdekt zwembad 3.3 Geplande ontwikkeling: Gezien de omvang en kwaliteit van het toekomstige Recreatiepark Ermerstrand vormt een overdekt zwembad een logisch onderdeel van het vernieuwde Ermerstrand, dat past binnen het beoogde kwaliteitsconcept. Het zwembad komt in het hart van het park (A 3.3) als onderdeel van de centrumvoorzieningen. Zo ontstaan geconcentreerde centrumvoorzieningen, hetgeen vanuit een bedrijfsmatig en ruimtelijk oogpunt een logische inrichting van het park is. Het ontwerp voor het zwembad moet nog nader worden ingevuld waarbij aandacht zal worden besteed aan de inpassing van een eventuele glijbaan. Dit in verband met de hoogte. De exacte inrichting en het voorzieningenniveau (kinderbad, sauna, glijbaan, etc.) worden ook in een later stadium vastgesteld. Ingreep: De huidige locatie van de ingreep is bestraat. De opgehoogde wal met sierbeplanting die zuidwestelijk langs de rand van deze planlocatie is gesitueerd wordt verwijderd om de doorgang naar het te realiseren parkeerterrein mogelijk te maken. De hoogte van de bomen bedraagt ruim 18 meter, het nieuwe zwembad met glijbaan blijft hier onder. Beachcamp (recreatiekampeerterrein 1) Geplande ontwikkeling: De grasvelden achter de waterglijbaan en achter de waterskiwinkel worden bestemd als camping. Hiermee wordt onder andere ingespeeld op de wens van een doelgroep die graag dichter bij het water en bij de activiteiten wil overnachten. In de fasering (bijlage B) van de uitvoering is pas in een later stadium voorzien in het aanleggen van vaste voorzieningen en faciliteiten op deze camping. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 15

86 Vooralsnog kan hier op eenvoudige wijze gekampeerd worden. Zolang het Trekkerslep evenement (zie 5.2) nog op Ermerstrand wordt georganiseerd, en/of de camping niet is ingericht, zal dit en het Beachvolleybaltoernooi op deze locatie plaatsvinden. In bijlage E is dit tijdelijk aan het voor evenementen te gebruiken gebied toegevoegd. Ingreep: Door de ingreep wordt de huidige ligweide op den duur in gebruik genomen als camping. Dagrecreatie Geplande ontwikkeling: De dagrecreatie is een belangrijk onderdeel van de exploitatie van Ermerstrand en belangrijk voor een goede relatie met de omgeving en een positief imago. Dus wordt hiervoor voldoende ruimte bestemd. (Zie A 3.4.2). De (binnen-) speeltuin, de stranden met de glijbanen,alle horecavoorzieningen, de waterskibaan en de outdooractiviteiten zijn toegankelijk voor dagrecreanten en passanten. De aangewezen gebieden (A 3.16 A en B) worden ook (zie 3.4.1) ingezet ten bate van de organisatie van evenementen tot dat dit gebied definitief is ingericht als campingterrein. Daar deze over het algemeen plaatsvinden buiten de periode waarin de dagrecreatie aantrekt, is dit goed te combineren. Ingreep: De bestemming blijft onveranderd. Er vindt dus geen ingreep plaats. Primo en Secundo recreatiewoningen Geplande ontwikkeling: Voor de onderdelen Primo en Secundo geldt de bestemming Recreatie recreatiewoningen. Deze woningen moeten voldoen aan de onder 2. Algemene uitgangspunten aangegeven Welstandsparagraaf voor het gehele park. Ingreep: Deze ingreep voorziet in een uitbreiding van de bestaande (recreatie)woningen naar 80 m². Outback/Duin (recreatiekampeerterrein 3 en deels 2) Geplande ontwikkeling: Voor dit op de tekening aangegeven gebied (A A) geldt de bestemming Recreatie kampeerterrein III. Ermerstrand wilde voor Outback dezelfde bestemming als voor Primo en Secundo namelijk Recreatie Recreatiewoningen. Ermerstrand heeft daar uiteindelijk vanaf gezien omdat anders geen algehele overeenstemming kon worden bereikt, tussen Ermerstrand en de gemeente Coevorden over de totale visie voor een nieuw bestemmingsplan. Voor het andere deel, aangemerkt als (A B) geldt de bestemming Recreatie kampeerterrein II Ingreep: De ingreep voor de nieuwe bestemming A voorziet in een uitbreiding naar chalets van maximaal 70m² B blijft onveranderd. Er vindt dus in B geen ingreep plaats. Groepsaccomodatie 3.5 Geplande ontwikkeling: De vraag naar onderscheidende groepsaccommodaties is groot. Zowel in de gemeente Coevorden als in de aangrenzende gemeente Emmen is er momenteel onvoldoende aanbod. Ermerstrand biedt accommodaties voor groepen die zich van andere accommodaties onderscheiden. Ze zijn voor grotere groepen, in tegenstelling tot wat vaak het geval is met grote accommodaties, hoogwaardig en hebben een bijzonder thematische invulling passend bij de uitstraling van Ermerstrand. De doelgroepen, groepen jonge mensen of grote families met jonge mensen en kinderen, vinden op het park voldoende vertier, ruimte en bij hen passende recreatiemogelijkheden.ermerstrand sluit op dit punt aan bij het gemeentelijk beleid zoals dat is weergegeven in All Inclusive en gaat voor kwalitatieve invulling van accommodaties voor grotere groepen. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 16

87 Met een unieke combinatie van voorzieningen als de waterglijbaan, waterski en tal van outdoor-activiteiten. Om op de bovengenoemde vraag in te kunnen spelen zal Ermerstrand een grote groepsaccommodatie (A 3.5.A), te splitsen in afzonderlijk te verhuren delen, realiseren. Dit nieuwe groepsverblijf komt in de directe nabijheid van de bestaande groepsaccommodatie. Het gebouw is te splitsen in een tweetal afzonderlijk te verhuren delen voor kleinere groepen. Het bouwwerk zal qua ontwerp aansluiten op het al bestaande gebouw (A 3.5.B) en bestaan uit twee bouwlagen. De huidige instructieruimte (A 3.5.C) wordt ook aangepast tot een kleinere groepsaccommodatie voor maximaal 26 personen. Als de vraag naar deze specifieke vorm van groepsverblijven op Ermerstrand, ook na de hierboven genoemde uitbreidingen, het aanbod blijft overstijgen dan zal Ermerstrand in de toekomst nog een additioneel verblijf toevoegen op een andere locatie. Aan de kant van het Lootjesbergenbos is reeds een vergunning verstrekt voor de realisatie van een loods. Als de vraag blijft groeien zal deze loods worden gerealiseerd in de vorm van een kop-staart boerderij waarin opslag en groepsverblijf worden gecombineerd (A 3.5.E), middels het aanvragen van een ontheffingsprocedure. Het toiletgebouw (A 3.5.D) naast de bestaande groepsaccommodatie is van slechte kwaliteit en niet meer van toegevoegde waarde. Bovendien zijn in de omgeving voldoende (nieuwe) sanitaire voorzieningen aanwezig. Dit gebouwtje wordt vervangen door, of verbouwd tot, een gebouw in relatie tot groepshuisvesting van 10 a 12 personen. Het betreft een extra faciliteit, te verhuren in combinatie met de grotere groepsgebouwen, bijvoorbeeld om de leiding in te huisvesten of om als centraal punt voor de desbetreffende groep te dienen. Ingreep:Voor de ingreep 3.5 A moeten op deze locatie een nader te bepalen aantal jonge aangeplante zomereiken van ca. 20 jaar oud, worden verwijderd om de nieuwbouw mogelijk te maken. 3.5 D voorziet in verbouwing van het bestaande gebouw of grotere nieuwbouw dan het huidige, waardoor de oppervlakte vergroot wordt. En 3.5 E voorziet in realisatie van een gebouw ten bate van opslag en groepsverblijf. Beachbar en Plankier 3.6 Geplande ontwikkeling: Het plankier vormt de verbinding tussen de Plaza en de in het water gelegen Beachbar. Het plankier loopt over/boven het strand en het water. De Beachbar is als eiland in het water gelegen (A 3.6) en heeft een doorsnee van circa 20 meter. De beoogde verbinding die Recreatiepark Ermerstrand tussen water en land wil leggen, is met de Beachbar en het bijbehorende plankier duidelijk zichtbaar. De Beachbar heeft een horecafunctie en dient mede als trouwlocatie. Ook zal hier de verhuur van waterfietsen, kano s etc. plaats vinden. Ingreep: De bestemming 3.6 blijft onveranderd. Er vindt dus geen ingreep plaats. Tweede waterglijbaan 3.7 Geplande ontwikkeling: Op hetzelfde strand waar nu de bestaande waterglijbaan (A3.7.A) staat, komt een tweede glijbaan (A 3.7.B), qua hoogte aansluitend aan de bestaande. Met deze tweede speelvoorziening ontstaat een samenhangend waterspeelparadijs rondom de Beachbar. De intensieve vormen van waterpret worden hier geconcentreerd. Rustzoekers kunnen op aangrenzende delen van het strand terecht. Ingreep: De ingreep bestaat uit het aanleggen van een tweede glijbaan. Hiervoor zal een deel strand in gebruik worden genomen. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 17

88 Eilanden 3.8 Geplande ontwikkeling:de huidige vorm van de eilanden blijft bijna geheel behouden. De koppeling van beide eilanden, middels een brug of vaste verbinding, vereist echter een kleine uitbreiding aan het Viseiland (A 3.8.1). Aan de andere kant van dit Viseiland wordt, middels een loopbrug, een koppeling met het parkcentrum c.q. centrale voorzieningen gemaakt. De eilanden worden bereikbaar vanaf een vaste verbinding of brug met Primo (A A). Een verbinding vanaf het gebied waarin de Scandinavische Chalets staan (A 3.12) zou te veel verkeer langs al deze chalets voeren. Omdat in dat geval de chalets op het Viseiland enkel bereikt kunnen worden via het Paintballeiland (A 3.8.2) zou daar verkeer dwars door het groen van het paintball- en outdoor-centre (A 3.8.2) moeten worden geleid, hetgeen niet wenselijk is. Een en ander is aangegeven in het verkeersplan (bijlage C). Middels de voor beide eilanden gekozen, en hieronder weergegeven, invulling blijft het groene eiland groen en het kale eiland krijgt een passende invulling die een rustig en natuurlijk beeld geeft. Ingreep: Door de geplande ingrepen worden de huidige eilanden middels twee bruggen en verharde wegen toegankelijk gemaakt voor auto s en wordt een nieuwe loopbrug richting het parkcentrum gesitueerd. Viseiland (recreatiekampeerterrein 2) Geplande ontwikkeling:voor het Viseiland geldt de bestemming Recreatie kampeerterrein II. Er worden maximaal 20 chalets gerealiseerd. Deze chalets zijn qua vormgeving conform de schets in bijlage E en de daarop aangegeven maten. De chalets hebben een oppervlakte van maximaal 40 m2 exclusief de oppervlakte van een dichte luifel met een maximale oppervlakte van 26,3 m2. Het betreft een luifel over de volle lengte van 10 meter en 2,63 meter breed (conform bijlage D ). Deze chalets kunnen op een natuurlijke wijze worden ingepast. Ingreep: Door de ingreep wordt een deel van het eiland bebouwd met chalets. Ten opzichte van de huidige bestemming worden minder chalets gerealiseerd waardoor het ruimtelijk visueel beter ingepast kan worden. Paintball-eiland Geplande ontwikkeling: Momenteel wordt op het zogenaamde Paintball-eiland de desbetreffende activiteit uitgeoefend. Ermerstrand voegt daar andere Outdooractiviteiten aan toe. Er zal geen sprake zijn van gemotoriseerde of mechanisch geluidproducerende activiteiten. Op het Paintball-eiland zal een goed ingepaste kleine houten blokhut worden gerealiseerd als verzamelplaats en omkleedruimte met sanitaire voorziening, met een oppervlakte van maximaal 40m2. Ingreep: Door de ingreep wordt een blokhut gerealiseerd op een deel van het eiland. Daarnaast zullen outdoor activiteiten gaan plaatsvinden op het eiland. Drijvend restaurant 3.9 Geplande ontwikkeling: Het huidige restaurant bij de waterskibaan en de zogeheten skihut worden samen-gevoegd. Vanaf het restaurant wordt via een steiger een verbinding gemaakt met een nieuw te plaatsen drijvend restaurant van twee bouwlagen (A 3.9). De bouwstijl is in aansluiting op de overige bouwwerken. De situering van deze drijvende horeca-voorziening, tussen de skibaan en de duikspot met uitzicht over het water, is uniek. Ingreep: Door de ingreep wordt een restaurant in het water geplaatst met een steigerverbinding. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 18

89 Drijvende verblijfsrecreatie 3.10 Geplande ontwikkeling: Hier realiseert Ermerstrand maximaal 25 drijvende recreatieobjecten van maximaal 70 m2. Een hele bijzonder vorm van verblijfsrecreatie die in de markt slechts heel weinig voorkomt en daar aan de uniciteit van het recreëren binnen de gemeente en de provincie bijdraagt. In de visie Cruys waren in totaal 40 eenheden gepland. In overleg met de gemeente en met het oog op de zichtlijnen vanaf het Ermerzand is de locatie bij de eilanden komen te vervallen en het aantal teruggebracht van 40 naar 25, op deze locatie. Het op de kaart aangegeven gebied (A 3.10), bevat naast water ook een strook van de oever. De drijvende objecten moeten immers wel vanaf de oever toegankelijk worden gemaakt en op voorzieningen worden aangesloten. Ter verduidelijking; dit betekent niet dat het water daar zal worden vergroot of land zal worden gewonnen. Ingreep: Door de ingreep wordt in het noordelijk deel van de waterplas 25 drijvende recreatiewoningen voorzien. Hierbij worden naast een deel van de waterplas, de huidige oevers in gebruik genomen, als ook de hele (oever)zone tot aan de aanwezige grensafscheiding/houtwal, ten bate van een verbindingsweg met parkeerplaatsen. Duikspot 3.11 Geplande ontwikkeling: Aan de noordzijde van de plas wordt een duikspot gecreëerd. De huidige diepte van de plas is te gering voor de duiksport. Door een vaste diepe plek, van circa 10 tot 15 meter, in te richten ontstaat een voor duikers interessante attractie. Hierbij kan worden gedacht aan het laten afzinken van een scheepswrak of iets dergelijks. Het te water laten van een dergelijk object en het inrichten en exploiteren van een duikspot, gebeurt binnen de wettelijke kaders. Het gebied is aangegeven op de kaart (A 3.11). Ingreep: Door de ingreep wordt een deel opslagterrein voorzien ten bate van de zandwinning. Scandinavische chalets (recreatie recreatiewoningen) 3.12 Geplande ontwikkeling: Van de 27 in aanbouw zijnde chalets zullen er door Ermerstrand 10 worden verwijderd. De resterende 17 (A 3.12.A) blijven in de huidige hoedanigheid staan, (hiermee bedoelt Ermerstrand het huidige bouwoppervlak zijnde 1 bouwlaag met puntdak) mits voor het overige voldaan wordt aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Dit deel van het plangebied krijgt de bestemming Recreatie Recreatiewoningen en de 17 resterende chalets hoeven derhalve niet te worden aangepast, mits voldaan wordt aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. De buitenrand zal worden gebruikt om het geheel landschappelijk in te passen middels groen en beplanting (A3.12.B). Dit zal in het landschapsplan worden opgenomen. Hierin zal ook handhaven van de bestaande wallen, vanuit landschappelijke overweging, worden onderbouwd. Van de opgebrachte grond, zowel wat betreft de binnenring (gedeeltelijk in het water) als de buitenring (wal) zal de kwaliteit worden vastgesteld. (Zie 3.19) Deze Scandinavische Chalets zullen na verkaveling verkocht worden aan derden en ingezet worden voor de verhuur, en niet voor permanente bewoning. De parkexploitatie is gebaat bij zoveel mogelijk wisselingen op jaarbasis. Dus derdenverhuur heeft de voorkeur, maar kan natuurlijk niet bij de nieuwe eigenaren worden afgedwongen. Ingreep: De bestemming 3.12 A blijft op het verharden van de weg na, onveranderd. Er vindt dus geen ingreep plaats. De ingreep 3.12 B voorziet in het verwijderen van 10 chalets waardoor delen van de buitenste randzone/wal vrijkomt. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 19

90 Voormalige locatie Lokeend 3.13 Geplande ontwikkeling: De bestemming voor de voormalige locatie Lokeend (A 3.13) sluit nu aan bij de bestemming van het deel Primo en Secundo (Zie 3.4.3). Ingreep: Deze ingreep voorziet in een uitbreiding van de bestaande (recreatie) woningen naar 80 m². Tertio (recreatie kampeerterrein III) 3.14 Geplande ontwikkeling: De bestemming voor Tertio (A 3.14.A) is op 7 juli 2010 vastgesteld als Recreatie kampeerterrein III door een partiële bestemmingsplanwijziging; 45 eenheden. De gemeente laat, in een nieuw bestemmingsplan, deze eerder vastgestelde aantallen los. Ermerstrand heeft inmiddels voor Tertio een nieuwe schetsmatige indeling en twee types Chalets van maximaal 70 m2 aan de gemeente voorgelegd. Er is ook een deel (A 3.14.B) dat in de toekomst, als het hotel en zwembad zijn gerealiseerd, als parkeerterrein wordt ingericht. Tot die periode zal Ermerstrand het inzetten ten bate van het zogenaamde recreatief kamperen als onder Recreatie kampeerterrein II. Ingreep: De bestemming 3.14 A blijft op het verharden van de weg na onveranderd. De ingreep 3.14 B voorziet in het verharden van de huidige kampeerterreinen ten bate van realisatie van parkeerplaatsen. De aanwezige heggen die over dwars staan worden mogelijk verwijderd, de heg die evenwijdig met de weg loopt blijft behouden. Noordelijk van het geplande zwembad grenzend aan het milieuplein, staat tevens een groot gebied aangemerkt als parkeerplaats, waarvan deels een bestaand deel parkeerplaats is. In deze natuurtoets wordt er vanuit gegaan dat er geen ingrepen plaats vinden in de aanwezige houtwallen of bomenrijen! Dienstwoningen 3.15 Geplande ontwikkeling: De eerste van de twee dienstwoningen is gesitueerd aan de noordzijde van het park (A 3.15). Het bouwen van een tweede dienstwoning is in het geldende bestemmingsplan (1999) al toegestaan. Ermerstrand zal t.z.t. de noodzaak van de tweede woning en een nog te bepalen locatie daar voor onderbouwen. Mits voldoende onderbouwd met redelijke argumenten zal de gemeente daar mee instemmen. Ingreep: Door de geplande ingreep wordt aan de noordzijde oostelijk van de drijvende recreatiewoningen een dienstwoning voorzien op het terrein tussen de waterplas en de houtwal. Speeltuin en sportveld 3.16 Geplande ontwikkeling: Het oorspronkelijk op de uitbreiding geprojecteerde sportveld zal worden vervangen door een speelveld (A 3.16.A) nabij het strand en de nieuwe locatie van de speeltuin (A 3.16.B). Zowel 3.16.A als 3.16.B zijn in de tekening ingetekend op een voorlopige locatie. Beide zullen binnen het, als Recreatie kampeerterrein I bestemde, Beachcamp (A 3.4.1) worden gerealiseerd en toegankelijk zijn voor de dagrecreanten en passanten. Ingreep: De ingrepen 3.16 A en B voorzien in het realiseren van een speeltuin en sportveld op de huidige ligweide. Loods 3.17 Geplande ontwikkeling: De grond is middels een art. 19 procedure bestemd. Er ligt een bouwvergunning voor realisatie van de loods (A 3.17). Het deel groepsaccommodatie (Zie 3.5) is in de fasering pas later aan de orde. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 20

91 Ingreep: De bestemming 3.17 blijft onveranderd. Er vindt dus geen ingreep plaats. De ingreep 3.5 E voorziet in realisatie van een gebouw ten bate van opslag en groepsverblijf. Tokkelbaan 3.18 Geplande ontwikkeling: De in dit document geprojecteerde tokkelbaan wordt in het bestemmingsplan opgenomen. Ingreep: De tokkelbaan is gesitueerd over het water, waarbij het begin en eindpunt een klein deel van het terrein in beslag nemen. Wal 3.19 (zie 3.12 B) Geplande ontwikkeling: In de visie van Cruys is aangegeven dat op en om het terrein een wal wordt aangebracht teneinde een goede natuurlijke inpassing en een fysieke scheiding tussen de diverse terreingedeelten te realiseren. De wal zal bestaan uit inheemse beplanting en onderdeel uitmaken van het landschapsplan. Naast een landschappelijke functie heeft de wal ook een functie ten aanzien van de veiligheid. Door een optimale zonering worden de diverse functies gescheiden. Hierdoor ontstaat een veilige verkeerssituatie die vooral voor de doelgroep van gezinnen zeer belangrijk is. Tenslotte heeft de wal ook een functie als geluidsbarricade tussen Recreatiepark Ermerstrand en de omgeving. Aanleggen van een wal om het gehele terrein en deels op het terrein vindt de gemeente ruimtelijk niet gewenst. Of het handhaven van bestaande wallen landschappelijk wenselijk is, zal in het op te stellen landschapsplan worden opgenomen en onderbouwd. Ingreep: Door de ingreep worden de huidige woningen in 3.12 B in aanbouw afgebroken. Uit ecologisch onderzoek (EcoMilieu, 2011) is gebleken dat de huidige wal als mitigatie leefgebied voor de geplande ingrepen, geschikt moet worden gemaakt voor de veldspitsmuis door het aanplanten van bosplantsoen. Fasering 4 Geplande ontwikkeling: De fasering van de uitvoering van de plannen is door Ermerstrand overzichtelijk in kaart gebracht en biedt de gemeente voldoende inzicht in de planning van de uitvoering. In dit diagram is aangegeven welke onderdelen door het Recreatiepark Ermerstrand in welke periode, gedurende de komende 10 jaar, volgens de planning worden gerealiseerd. Dit betreft een indicatie. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 21

92 Strandrace 5.1 Geplande ontwikkeling: De Strandrace wordt met onmiddellijke ingang niet meer georganiseerd. Dit evenement zal al voor 2011 van de kalender worden gehaald. Trekkerslep 5.2 Geplande ontwikkeling: Dit evenement heeft regionale bekendheid en heeft na vijf edities,voor zover Ermerstrand bekend, geen bezwaren opgeleverd van omwonenden. Het evenement, dat onderwerp is van het reguliere vergunningtraject, staat niet alleen in het teken van Trekkerslep maar ook van muziek en andere activiteiten. Daardoor dient het ook als regionale ontmoetingsplek voor jong en oud. Het evenement vindt nu, en bij voorkeur ook in de toekomst, plaats tussen en uur. Dit is onderwerp van het reguliere vergunningentraject. Trekkerslep is van groot belang voor de financiële exploitatie van het Ermerstrand. Toch is Ermerstrand bereid om ook met Trekkerslep (op het recreatiepark Ermerstrand) te stoppen zoals onder 8. Overgangssituatie is omschreven. Als voorbeeld dient de problematiek, waar al overeenstemming over is bereikt, rond de werving en reeds gedane boeking voor het 4x4 rijden. Deze activiteit wordt niet in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen. Gezien de lopende boekingen zal deze activiteit in 2011 nog worden georganiseerd. Op het evenement Trekkerslep is de overgangssituatie van toepassing. Vanwege het belang voor de exploitatie wil Ermerstrand dit evenement verplaatsen naar een andere locatie. Het vinden van een goede locatie vergt echter tijd. Ermerstrand zoekt in overleg met de gemeente Coevorden naar een dergelijke alternatieve locatie waar Trekkerslep, onder auspiciën van Ermerstrand, georganiseerd kan worden. Als die nieuwe potentiële locatie binnen de gemeente Coevorden ligt, zal op basis van bestaande wet- regelgeving binnen het reguliere traject door de gemeente vergunning worden verleend. Binnen een termijn van 0-3 jaar, ingaande op het moment dat het nieuwe bestemmingsplan definitief en onherroepelijk is vastgesteld, moet Ermerstrand een locatie vinden waar de Trekkerslep mogelijk is. Men verplaatst dan het evenement naar die locatie. Ook als die mogelijkheid zich veel eerder voordoet dan de binnen de genoemde termijn. Als binnen de genoemde termijn geen alternatief gevonden is, zal het evenement in ieder geval niet meer plaats vinden op het Ermerstrand. Beachvolleybal 5.3 Geplande ontwikkeling: Het bestaande driedaagse Beachvolleybal evenement is succesvol en staat niet ter discussie. Het zal dan ook in de toekomst door het Ermerstrand worden georganiseerd. Ingreep: De bestemming 5.3 blijft onveranderd. Er vindt dus geen ingreep plaats. Nieuwe locatie evenementen 5.4 en 5.5 Geplande ontwikkeling: Ermerstrand zal om het gat in de exploitatie te dichten nieuwe, niet gemotoriseerde evenementen, opstarten. Het Ermerstrand zal, in de reguliere vergunningsprocedure, maximaal inzetten op de mogelijkheden van de Handreiking industrielawaai en de nota Evenementen met een luidruchtig karakter van de Inspectie Limburg. De locatie (s) voor de evenementen zijn aangegeven in bijlage E. Ook is hier tijdelijk de locatie voor het evenement Trekkerslep en Beachvolleytoernooi toegevoegd (3.4.1) totdat de camping definitief is ingericht. Ingreep: De locaties 5.4 en 5.5 waar in de toekomst evenementen worden gehouden worden in het nieuwe bestemmingsplan vastgelegd (zie bijlage IV). Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 22

93 Zandwinning 6 Geplande ontwikkeling: De zandwinning door Ermerstrand dient drie doelen die in het desbetreffende separate document ruimer zijn omschreven. Er is een commercieel doel en een onderhoudsaspect. Het derde doel is van direct belang voor deze ruimtelijke visie, namelijk het creëren van een duikspot. Dit laatste kan het beste geregeld worden door een tijdelijke ontheffing te verlenen van de bestemmingsplanvoorschrift en. Ingreep: Door de ingreep vinden veranderingen plaats in het water, zoals stroming en hoeveelheid meegevoerd zand met aanwezige stromingen. Verkeersplan 7 Geplande ontwikkeling: Zie verkeersplan visualisatiekaart bijlage III. Ingreep: De ingrepen die deze geplande ontwikkelingen voorzien zijn in de bovenstaande ontwikkelingen meegenomen. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 23

94 6 EFFECTEN GEBIEDSGERICHTE NATUURBELEID 6.1 Ecologische Hoofdstructuur De Nota Ruimte is één van de structuurschema s waarin de visie van het Rijk over natuur en landelijk gebied is vastgelegd. De Nota richt zich op het behoud, herstel en ontwikkeling van wezenlijke natuurlijke kenmerken en waarden. Vanuit deze doelstelling wordt de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) gerealiseerd en worden onder meer ganzenfoerageergebieden en weidevogelgebieden aangewezen. Het hoofddoel van het ruimtelijk beleid voor de EHS is het bijdragen aan een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen door bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige bijzondere ruimtelijke waarden en kenmerken. De begrenzing en ruimtelijke bescherming van de ecologische hoofdstructuur in Drenthe is geregeld in het provinciaal document Concretisering EHS Drenthe (provincie Drenthe, 2010). Het plangebied grensde voor de herijking/concretisering van de EHS in 2010 nog aan een stuk EHS bos. Door de concretisering heeft het huidige bosgebied direct grenzend aan het plangebied haar EHS status verloren. Het dichtstbijzijnde EHS gebied ligt nu op ca. 200 meter afstand ten opzichte van het plangebied. Indien de ruimtelijke ingreep niet in de EHS ligt, dan is het afwegingskader Ecologische Hoofdstructuur niet van toepassing. Op basis van het afwegingskader EHS is de ingreep aanvaardbaar. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 24

95 7 EFFECTENTOETSING FLORA- EN FAUNAWET Op basis van de onderzoeksresultaten uit het natuurwaardenonderzoek en mogelijke effecten van de ingrepen op de (potentieel) aanwezige beschermde soorten, is een toetsing aan de Flora- en faunawet uitgevoerd. Hierdoor is inzichtelijk gemaakt voor welke soorten mogelijk een negatief effect optreedt en of hiervoor aanvullend onderzoek, mitigerende dan wel compenserende maatregelen en/of een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. In onderstaande effectentoetsing wordt er vanuit gegaan dat geen ontwikkelingen plaats vinden in of aan de aanwezige houtwallen en bomenrijen in het plangebied, anders dan vermeld per ingreep in hoofdstuk 5. Omdat de ingrepen in hoofdstuk 5 op hoofdlijnen zijn neergezet, is op voorhand niet te voorspellen wat de effecten zijn door toename van lichtbronnen en geluidsbelasting. Bij de uiteindelijke concretisering van de plannen kunnen deze ingrepen tijdens de vergunningsaanvragen getoetst worden aan de Flora- en faunawet. Op basis van een dergelijke toetsing kunnen vervolgens uitspraken gedaan worden of het aanvragen van een ontheffing annex art. 75 Flora- en faunawet noodzakelijk is. 7.1 Flora, amfibieën, vissen, dagvlinders, libellen en overige ongewervelde Uit de resultaten van het natuurwaardenonderzoek blijkt dat het voorkomen van beschermde soorten, anders dan licht beschermde amfibieën, uit deze soortgroepen redelijkerwijs kan worden uitgesloten. Voor de licht beschermde soorten amfibieën geldt bij ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling van de Flora en faunawet. De ingreep zal voor deze soortgroepen naar alle waarschijnlijkheid dan ook geen overtreding van de Flora- en faunawet inhouden. Deze soortgroepen worden daarbij niet verder meegenomen in de effectentoetsing. 7.2 Licht beschermde muizen Tijdens het muizenonderzoek zijn enkele licht beschermde soorten muizen aangetoond in het plangebied. Voor deze soorten geldt bij ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling van de Flora en faunawet. De ingreep zal voor deze soorten dan ook geen overtreding van de Flora- en faunawet inhouden. Deze soorten worden daarbij niet verder meegenomen in de effectentoetsing. 7.3 Kerkuil Tijdens het onderzoek naar de jaarrond beschermde kerkuil zijn geen verblijfplaatsen aangetroffen in het plangebied, zoals in de leegstaande gebouwen bij ingreep 3.12 A/B. Op ca. 1 kilometer afstand is een vaste verblijfplaats aanwezig van kerkuilen in een schuur aan de Achterste Erm (Snaak, 2008). Gezien de waarnemingslocatie (zie fig. 5) kan het een foeragerende kerkuil van deze locatie betreffen, echter zijn andere kerkuilen uit de omgeving niet uitgesloten. Door de diverse ingrepen vindt een oppervlaktereductie plaats van geschikt foerageerbiotoop. Middels een omgevingscheck en expert judgement, is ingeschat dat binnen als ook buiten het plangebied voldoende alternatief foerageerbiotoop overblijft voor de aanwezige kerkuil(en). De gunstige staat van instandhouding van de soort op populatie als ook op individueel niveau komt niet in het gedrang. De geplande ingrepen zullen voor de kerkuil naar alle waarschijnlijkheid dan ook geen overtreding van de Flora- en faunawet inhouden. Omdat de quickscan een moment opname is dient in de leegstaande, te slopen en te renoveren gebouwen bij ingreep 3.12 A/B, enkele weken voorafgaand aan de uiteindelijke werkzaamheden nader onderzoek te worden verricht naar aanwezigheid van kerkuil. Op basis van een dergelijk onderzoek kunnen vervolgens uitspraken gedaan worden of het aanvragen van een ontheffing annex art. 75 Flora- en faunawet noodzakelijk is. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 25

96 7.4 Huismus In het plangebied zijn op diverse locaties huismussen aangetroffen. Vaste jaarrond beschermde nesten van de huismus worden verspreid door het plangebied nabij de diverse recreatiewoningen verwacht. Negatieve effecten op de (functionaliteit van de) vaste rust- of verblijfplaatsen en gebruiksfuncties van de omgeving van de huismus binnen het plangebied worden niet verwacht. De geplande ingrepen zullen voor de huismus naar alle waarschijnlijkheid dan ook geen overtreding van de Flora- en faunawet inhouden. 7.5 Eekhoorn Het is aannemelijk dat een populatie eekhoorns binnen het plangebied aanwezig is. Op 1 locatie (zie fig. 5) zijn tijdens het onderzoek vraatsporen aan kegels aangetroffen. Er zijn binnen het plangebied geen nesten van eekhoorns aangetroffen, maar worden wel verwacht in de houtwallen en/of bomenrijen. Door de geplande ontwikkelingen wordt, op enkele kleine ingrepen na, niet gewerkt aan of in de aanwezige houtwallen en/of bomenrijen. In de groenstructuren die verwijderd worden (zie hoofdstuk 5) zijn geen nesten aangetroffen en worden ook geen nesten verwacht. De functionaliteit van de vaste rust- of verblijfplaatsen komt niet in het gedrang en er blijft na planrealisatie voldoende alternatief foerageergebied over binnen als ook buiten het plangebied. Hierdoor zijn negatieve effecten van de geplande ingrepen op deze soort redelijkerwijs uit te sluiten. De geplande ingrepen zullen voor de eekhoorn naar alle waarschijnlijkheid dan ook geen overtreding van de Flora- en faunawet inhouden. 7.6 Steenmarter Er zijn bij de potentiële verblijfplaatslocaties (het opslaggebied en leegstaande/in aanbouw zijnde Scandinavische chalets 3.12 A/B), als ook in de rest van het plangebied geen sporen aangetroffen zoals nesten, uitwerpselen, prenten en prooiresten die kunnen duiden op de aanwezigheid van de steenmarter. Volgens de verspreidingsgegevens is de steenmarter meerdere malen waargenomen in het naastgelegen recreatiepark het Ermerzand, waardoor de gebruiksfunctie als foerageer- en leefgebied van de steenmarter binnen het plangebied niet uitgesloten kan worden. Door de geplande ontwikkelingen wordt, op enkele kleine ingrepen na, niet gewerkt aan of in de aanwezige houtwallen en/of bomenrijen. Negatieve effecten op de functionaliteit van het foerageerbiotoop worden vanwege de aard van de ingrepen en de leefwijze van de soort niet verwacht. Omdat de quickscan een moment opname is dient in de leegstaande, te slopen en te renoveren gebouwen bij ingreep 3.12 A/B, enkele weken voorafgaand aan de uiteindelijke werkzaamheden nader onderzoek te worden verricht naar aanwezigheid van vaste rust- en of verblijfplaatsen van steenmarter. Op basis van een dergelijk onderzoek kunnen vervolgens uitspraken gedaan worden of het aanvragen van een ontheffing annex art. 75 Flora- en faunawet noodzakelijk is. 7.7 Das Er zijn in het plangebied geen sporen aangetroffen zoals burchten, uitwerpselen, prenten en prooiresten die kunnen duiden op de aanwezigheid van de das. Uit onderzoek van Buro Bakker (Buro bakker, 2009) blijkt dat de das in de directe omgeving (bossen) buiten het plangebied meerdere (vlucht)burchten heeft (zie fig. 5). De hoofdburcht ligt in het (voormalige EHS)bosje ten zuiden van het plangebied. De omgeving van het plangebied, zoals de akker- en weilandranden ten zuiden van het plangebied als ook het beekdal van het Drostendiep zijn uitermate potentieel geschikt als foerageerbiotoop voor de das. Onder de N34 zijn ter hoogte van het bosje een tweetal dassentunnels aanwezig, waardoor de dieren ook in staat zijn aan de oostkant van de weg in het beekdal van het Holslootsdiep te foerageren. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 26

97 Gezien de schuwe ongestoorde leefwijze van de das en de huidige recreatiedruk in het plangebied, wordt verwacht dat de das maar incidenteel gebruik kan maken van het plangebied. Verwacht wordt dat er voldoende alternatief foerageergebied in de directe omgeving aanwezig is en blijft en dat de voorgenomen ingrepen geen negatieve invloed hebben op de kwaliteit van het primaire foerageerbiotoop van de das. De das is een nachtdier en zal overdag in zijn burcht(en) blijven. Verwacht wordt verder dat de geplande ingrepen door de dempende werking van het bos, weinig invloed hebben op de functionaliteit van de hoofdburcht en aanwezige vluchtburchten. Aanvullend onderzoek naar mogelijk optredende effecten op de functionaliteit van de aanwezige burchten wordt in eerste instantie niet noodzakelijk geacht. Bij verdere concretisering van de plannen bij ingreep 3.17 wordt geadviseerd voorafgaand aan de vergunningsprocedure, vervolgonderzoek plaats te laten vinden naar de mogelijk optredende effecten op de functionaliteit van de aanwezige burchten van de das. Op basis van een dergelijk onderzoek kunnen vervolgens uitspraken gedaan worden of het aanvragen van een ontheffing annex art. 75 Floraen faunawet noodzakelijk is. 7.8 Veldspitsmuis De veldspitsmuis is gevoelig voor versnippering van het leefgebied. Veldspitsmuizen zijn tijdens het muizenonderzoek niet aangetoond in het plangebied. Vanwege waarnemingen van de veldspitsmuis uit de directe omgeving d.m.v. braakbalonderzoek (Snaak, 2008), ecologisch onderzoek (Buro Bakker, 2009) en de aanwezigheid van potentieel geschikt habitat binnen het plangebied wordt aangenomen dat de veldspitsmuis verspreid in het onderzoeksgebied potentieel kan voorkomen. Het niet vangen van veldspitsmuis in potentieel geschikt habitat wordt naar alle waarschijnlijkheid verklaard door de hoge aantallen van huisspitsmuis die zijn gevangen (persoonlijke mededeling G. Snaak, 2011). Huisspitsmuizen zijn voedselconcurrenten van veldspitsmuizen en kunnen daardoor de veldspitsmuis verdringen uit potentieel geschikt biotoop (Snaak, 2008). Er zijn door Buro Bakker in 2009 twee veldspitsmuizen gevangen in het gebied ten zuidwesten van het plangebied, op een locatie waar recent daarvoor zand was gestort en waar sindsdien een door Buro bakker genoemde ruige vegetatie ontwikkeld was. Gezien de vele vangsten van huispitsmuis in het plangebied wordt het aannemelijk geacht dat de huisspitsmuis de veldspitsmuis verdringt uit potentieel geschikt habitat. De daardoor onmiddellijke migratie van de veldspitsmuis naar nieuw ontstaan geschikt habitat lijkt aannemelijk. De effecten van de ingrepen op de veldspitsmuizen zullen naar verwachting minimaal zijn omdat de soort weinig gevoelig is voor menselijke aanwezigheid (Royal Haskoning, 2008). Er zijn zelfs enkele waarnemingen bekend van veldspitsmuizen die s winters de warmte van de zolders van huizen opzoeken (persoonlijke mededeling G. Snaak). Op enkele kleine ingrepen na, vinden geen ingrepen plaats in of aan houtwallen of bomenrijen. De kleine ingrepen die in het plangebied in de groenstructuren worden voorzien, betreffen ingrepen in voor de veldspitsmuis ongeschikt leefgebied. Een mogelijk negatief effect na de planrealisatie is, dat door de aanwezigheid van meer recreatiewoningen en andere gebouwen de aanwezige houtwallen geschikter worden voor de huisspitsmuis. Dit vanwege meer potentiële overwinteringslocaties. Hierdoor kan de veldspitsmuis verder uit het plangebied verdrongen worden. Dit indirecte effect is te mitigeren door extra leefgebied te ontwikkelen in huidig ongeschikt leefgebied. De ingreep 3.12 B is daar potentieel zeer geschikt voor. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 27

98 7.9 Vleermuizen In het plangebied worden verspreid geschikte vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen verwacht in gebouwen en/of boomholten en/of -spleten. Hierdoor vormen de aanwezige groenstructuren potentiële vliegroutes en wordt het gehele plangebied potentieel gebruikt als foerageergebied door meerdere vleermuissoorten. Door de huidige recreatiedruk en terreinkarakteristieken en gebruik wordt aangenomen dat de potentieel aanwezige gebruiksfuncties van soorten in het plangebied beperkt zijn tot functies van soorten die weinig hinder ondervinden van het huidige recreatiepark. Daar waar ingrepen in of op korte afstand zijn gepland ten opzichte van aanwezige rustig gelegen houtwallen en bomenrijen (ingreep 3.5A, 3.10, 3.15 en 3.17), zijn deze houtwallen en bomenrijen intensief onderzocht op aanwezigheid van geschikte holten of spleten. Geschikte holten of spleten zijn hierbij niet aangetroffen. Verwacht wordt dat door de aard van de ingrepen en voldoende alternatief foerageergebied binnen als ook buiten het plangebied, geen negatieve effecten te verwachten zijn ten aanzien van gebruiksfuncties van vleermuizen. Op enkele kleine ingrepen na, vinden geen ingrepen plaats in of aan de aanwezige houtwallen of bomenrijen. Omdat er voldoende alternatief foerageergebied overblijft zijn negatieve effecten niet te verwachten. De geplande ingrepen zullen voor de aanwezige gebruiksfuncties (zie tabel 6) van vleermuizen naar alle waarschijnlijkheid geen overtreding van de Flora- en faunawet inhouden. Aanvullend onderzoek naar het voorkomen van strikt beschermde vleermuizen wordt in eerste instantie niet noodzakelijk geacht. Voorafgaand aan de uiteindelijke werkzaamheden dient vervolgonderzoek plaats te vinden naar de aanwezigheid van verblijfplaatsen van potentieel aanwezige vleermuizen (zie tabel 4) wanneer er sloopen/of renovatiewerkzaamheden plaats gaan vinden in het gebied. Op basis van een dergelijk onderzoek kunnen vervolgens uitspraken gedaan worden of het aanvragen van een ontheffing annex art. 75 Flora- en faunawet noodzakelijk is. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 28

99 8 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Uit de effectentoetsing aan de Flora- en faunawet blijkt dat door het bestemmen van de ingrepen negatieve effecten te verwachten zijn op: veldspitsmuis; vogels. 8.1 Veldspitsmuis Op de potentieel aanwezige veldspitsmuizen kunnen indirecte negatieve effecten door de bouw van recreatiewoningen ontstaan. Mitigatie van deze negatieve effecten kan, zoals overlegd is met extern adviseur en veldspitsmuisdeskundige G. Snaak, gerealiseerd worden door de wal 3.12 B potentieel geschikt te maken als leefgebied voor de veldspitsmuis. In bijlage IV is in het mitigatieplan een beplantingsen beheerschema toegevoegd. Door het aanplanten en beheren van deze wal volgens de instructies uit het mitigatieplan, zijn negatieve effecten op de veldspitsmuizen redelijkerwijs uit te sluiten. De ingrepen zullen voor deze soort dan ook geen overtreding van de Flora- en faunawet inhouden. 8.2 (Broed)vogels Gedurende de ingrepen dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te allen tijde te worden voorkomen. Voor de in het plangebied te verwachten vogelsoorten kan hiermee rekening gehouden worden door werkzaamheden buiten de broedperiode uit te voeren. Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd in het kader van de Flora- en faunawet, globaal wordt de periode half maart tot medio juli aangehouden. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat veel vogels meerdere legsels per jaar kunnen hebben. Om te voorkomen dat de vogels tot broeden komen binnen het plangebied kunnen voorbereidende maatregelen worden getroffen om het plangebied ongeschikt te maken. 8.3 Kerkuil, steenmarter en vleermuizen Omdat de quickscan een moment opname is dient in te slopen en te renoveren gebouwen (enkele weken) voorafgaand aan de uiteindelijke werkzaamheden nader onderzoek te worden verricht naar aan- of afwezigheid van kerkuil, steenmarter en vleermuizen. Op basis van een dergelijk onderzoek kunnen vervolgens uitspraken gedaan worden of het aanvragen van een ontheffing annex art. 75 Flora- en faunawet noodzakelijk is. 8.4 Das Aanvullend onderzoek naar mogelijk optredende effecten op de functionaliteit van de aanwezige burchten wordt in eerste instantie niet noodzakelijk geacht. Bij verdere concretisering van de plannen bij ingreep 3.17 wordt geadviseerd, voorafgaand aan de vergunningsprocedure, aanvullend onderzoek plaats te laten vinden naar de effecten op de dassenburchten en de te nemen mitigerende maatregelen. Door het nemen van mitigerende geluidswerende maatregelen, zal de beoogde bestemmingsplanwijziging naar verwachting geen aantasting inhouden van de functionaliteit van de aanwezige dassenburchten. De ingrepen zullen voor deze soort dan ook geen overtreding van de Flora- en faunawet inhouden. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 29

100 8.5 Zorgplicht Voor alle soorten geldt de zorgplicht ex artikel 2 van de Flora- en faunawet, die van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dier en plantensoorten, ongeacht vrijstelling of ontheffing. Op grond hiervan dient een ieder voldoende zorg in acht te nemen voor de in het wild levende dieren en planten. Dit houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn/haar handelen of nalaten, nadelige gevolgen voor flora en/of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zulks in redelijkerwijs van hem/haar kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 30

101 GERAADPLEEGDE BRONNEN Buro Bakker, Onderzoek naar beschermde flora en fauna op het recreatieterrein Ermerstrand. Buro Bakker adviesburo voor ecologie B.V. te Assen, in opdracht van Grontmij Noord. Broekhuizen, S. et al, Atlas van de Nederlandse zoogdieren. Stichting Uitgeverij KNNV. Dietz, C., O. von Helversen, D. Nill, Vleermuizen, alle soorten vleermuizen van Europa en Noordwest-Afrika. Tirion Natuur i.s.m. Zoogdierverenining. Grontmij, Natuurtoets uitbreiding recreatiepark Ermerstrand. Effectbeschrijving op de bestaande natuurwaarden Kapteyn, K., Vleermuizen in het landschap; Over hun ecologie, gedrag en verspreiding. Schuyt & Co Uitgevers en Importeurs BV/ Provincie Noord- Holland, Haarlem. Kerth, G. & Melber, M., Species-specific barrier effects of a motorway on the habitat use of threatened forest-iiving bat species. Biological Conservation 142 Kleijn, D., Effect van geluid op wilde soorten. Implicaties voor soorten betrokken bij de aanwijzing van Natura 2000-gebieden. Alterra, Wageningen Krijgsveld, K.L., et al, Verstoringsgevoeligheid van vogels: Update literatuurstudie naar de reacties van vogels op recreatie. Vogelbescherming Nederland. Lange, R., P. Twisk, A. van Winden & A. van Diepenbeek, Zoogdieren van West- Europa. Stichting Uitgeverij van de KNNV en VZZ i.s.m. Vereniging Natuurmonumenten. Limpens, H., K. Mostert & W. Bongers (red.), Atlas van de Nederlandse vleermuizen, Stichting Uitgeverij van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Utrecht. Ministerie van LNV, Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit TRCJZ/2004/5727, houdende vaststelling van rode lijsten flora en fauna. Provincie Drenthe, Concretisering EHS Drenthe. Gebieden, doelen en spelregels. Provinciaal document november Royal Haskoning, Compensatieplan veldspitsmuis, Station Emmen-Zuid. Gemeente Emmen. Sierdsema, H., Broedvogels en beheer. Het gebruik van broedvogelgegevens in het beheer van bos- en natuurterreinen. SOVON-onderzoeksrapport 1995/04. Staatsbosbeheerrapport SOVON, Atlas van de Nederlandse broedvogels. Nederlands Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij en EIS-Nederland, Leiden. Snaak, G., Prooidieren kerkuil in Noordoost-Nederland en het graafschap Bentheim ). Verspreidingsonderzoek van 14 prooidieren en biometrische / morfologische verschillen tussen de processus zygomaticus van de gewone en de tweekleurige bosspitsmuis. Natuur- en Milieuvereniging Het Stroomdal Zuidoost-Drenthe, Schoonebeek. Sparreboom (red.), De amfibieën en reptielen van Nederland, België en Luxemburg. Twisk, P. et al, Veldgids Europese Zoogdieren. KNNV Uitgeverij en Zoogdiervereniging. Van Dijk, A.J. & Boele, A., Handleiding SOVON Broedvogelonderzoek. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. Weeda, E.J., R. Westra, Ch. Westra & T. Westra, Nederlandse oecologische flora: wilde planten en hun relaties 1 t/m 5. KNNV Uitgeverij / IVN, Utrecht. Natuurloket ( RAVON, Reptielen Amfibieën en Vissen Onderzoek Nederland. ( SOVON ( Zoogdiervereniging ( Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 31

102 Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 32

103 BIJLAGEN Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 33

104 Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 34

105 BIJLAGE I: WETTELIJK KADER Inleiding In deze bijlage worden in het kort het wettelijk kader en de toepassing op ruimtelijke ingrepen en beheer beschreven. Het geeft weer hoe de wettelijke toetsingskaders door EcoMilieu worden gehanteerd bij het opstellen van ecologische beoordelingen. De bescherming van natuur in Nederland is vastgelegd in Europese en nationale wet- en regelgeving, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen soortenbescherming en gebiedsbescherming. De soortenbescherming is in Nederland verankerd in de Flora- en faunawet, de gebiedsbescherming in de Natuurbeschermingswet Tevens wordt kort ingegaan op de betekenis van Rode lijsten en de Ecologische Hoofdstructuur bij ecologische toetsingen. In deze samenvatting zijn alleen de meest relevante onderdelen van de wetgeving vereenvoudigd weergegeven. Aan deze tekst kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Algemene Zorgplicht (artikel 2 FF-wet) In het kader van de Flora- en faunawetgeving geldt dat alle dieren en planten een zekere mate van bescherming genieten, omdat hun bestaan op zichzelf waardevol is. Dit wordt de intrinsieke waarde genoemd. Vanuit deze intrinsieke waarde is de algemene zorgplicht als vorm van basisbescherming opgenomen in artikel 2 van de Flora- en faunawet. Hierin staat dat iedereen voldoende zorg in acht dient te nemen voor de in het wild levende dieren en planten en hun leefomgeving. Ook mag men het welzijn van dieren niet onnodig aantasten en dieren niet onnodig laten lijden. De algemene zorgplicht geldt voor alle in het wild levende dier- en plantensoorten, ook voor de soorten die niet als beschermde soort aangewezen zijn onder de Flora- en faunawet. De zorgplicht is een aanvulling op de algemene verbodsbepalingen die uitsluitend betrekking hebben op beschermde soorten. Het artikel biedt de mogelijkheid om op te treden tegen ongewenste handelingen jegens beschermde dieren en planten, welke niet nadrukkelijk in één van de verbodsbepalingen zijn genoemd. Er bestaat geen wettelijke sanctie op overtreding. Wel kunnen activiteiten door de Algemene Inspectiedienst (AID) worden stilgelegd. Flora- en faunawet Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet van kracht. Onder de Flora- en faunawet zijn ongeveer 500 soorten in Nederland aangewezen als beschermde dier- of plantensoort. De doelstelling van de wet is de bescherming en het behoud van de gunstige staat van instandhouding van in het wild levende plant- en diersoorten. Het uitgangspunt van de wet is het `nee, tenzij` principe. Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten in principe verboden zijn. De Flora- en faunawet kent een groot aantal verbodsbepalingen die samenhangen met ruimtelijke ingrepen, plannen en projecten. Zo is het verboden beschermde inheemse planten te plukken of te beschadigen en geldt voor beschermde dieren een verbod op het doden, verwonden en opzettelijk verontrusten. Ook is het verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde inheemse dieren te beschadigen of te verstoren of eieren te rapen of te vernielen. De verbodsbepalingen betreffende planten op hun groeiplaats zijn opgenomen in artikel 8. De verbodsbepalingen betreffende dieren in hun natuurlijke leefomgeving zijn vermeld in artikel 9 tot en met 12. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 35

106 Artikel 8: Artikel 9: Artikel 10: Artikel 11: Artikel 12: Artikel 13: Verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet (verkort) Het plukken, verzamelen, afsnijden, vernielen, beschadigen, ontwortelen of op een andere manier van de groeiplaats verwijderen van beschermde planten. Het doden, verwonden, vangen of bemachtigen of met het oog daarop opsporen van beschermde dieren. Het opzettelijk verontrusten van beschermde dieren. Het beschadigen, vernielen, uithalen of verstoren van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde dieren. Het zoeken, beschadigen of uit het nest halen van eieren van beschermde dieren. Het vervoeren en onder zich hebben (in verband met verplaatsen) van beschermde planten en dieren. Van het verbod op schadelijke handelingen (`nee`) kan onder voorwaarden (`tenzij`) worden afgeweken, met een ontheffing of vrijstelling. Het verlenen hiervan is de bevoegdheid van de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) of, in geval van beheer en schadebestrijding, van gedeputeerde staten van de provincies. Beschermde dier- en plantensoorten Beschermde inheemse planten- en diersoorten zijn bij algemene maatregel van bestuur aangewezen. Het zijn soorten die van nature in Nederland voorkomen en die in hun voortbestaan worden bedreigd of het gevaar lopen in hun voortbestaan te worden bedreigd. Ook zijn soorten aangewezen die niet noodzakelijkerwijs in hun voortbestaan worden bedreigd, maar wel bescherming genieten ter voorkoming van overmatige benutting. De volgende diersoorten zijn beschermd volgens de Flora- en faunawet: Alle van nature in Nederland voorkomende soorten zoogdieren, met uitzondering van gedomesticeerde dieren en met uitzondering van de zwarte rat, de bruine rat en de huismuis; Alle van nature op het Europese grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie voorkomende soorten vogels met uitzondering van gedomesticeerde vogels; Alle van nature in Nederland voorkomende soorten amfibieën en reptielen; Alle van nature in Nederland voorkomende soorten vissen, met uitzondering van de soorten waarop de Visserijwet 1963 van toepassing is; Een aantal ongewervelden (o.a. insecten, libellen en kevers) die in hun voortbestaan bedreigd zijn of het gevaar lopen in hun voortbestaan te worden bedreigd. Er zijn drie beschermingsregimes van kracht (zie tabel Beschermde soorten FF-wet)), mede afhankelijk van de zeldzaamheid van de soort en de status in Europese richtlijnen. Van licht naar zwaar beschermd zijn de soorten opgenomen op Tabel 1, 2 of 3. Voor vogels gelden specifieke eisen, met name tijdens het broedseizoen. Bij ruimtelijke ingrepen geldt automatisch vrijstelling voor soorten van Tabel 1 waardoor de meeste aandacht gevraagd is voor soorten van Tabel 2/3 en voor vogels. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 36

107 Tabel Beschermde soorten FF-wet Categorie Bescherming Ontheffing of vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkelingen Tabel 1 Licht Algemene vrijstelling van de verboden 8 tot en met 12, wel zorgplicht, m.u.v. artikel 10 Tabel 2 Middelzwaar Vrijstelling mogelijk, mits gebruik wordt gemaakt van een door de minister goedgekeurde gedragscode; anders ontheffing noodzakelijk (toetsing aan gunstige staat van instandhouding en zorgvuldig handelen). Eventueel mitigatie en compensatieplicht. Ook kan door het ministerie een beschikking worden afgegeven waarin goedkeuring wordt gegeven voor maatregelen ter voorkoming van het overtreden van verbodsbepalingen. Deze goedkeuring heeft de vorm van een afwijzing van de ontheffingsaanvraag, m.u.v. artikel 10 Tabel 3 Tabel 3 Zwaar ( Soorten Bijlage II Europese Habitatrichtlij n) Zwaar (Soorten Bijlage IV Europese Habitatrichtlij n) Voor volgens art 75 lid 6 bij AMVB aangewezen soorten geldt een zwaar beschermingsregime. Voor deze soorten geldt, ook wanneer wordt gewerkt volgens een goedgekeurde gedragscode, geen vrijstelling voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Ontheffing voor het overtreden van verbodsbepalingen kan alleen verleend worden wanneer: Er geen andere bevredigende oplossing bestaat; Er sprake is van een bij AMvB bepaald belang. Voor deze groep is per AMvB bepaald dat een ontheffing verleend kan worden (met inachtneming van het voorgaande) bij: Dwingende reden van groot openbaar belang; Ruimtelijke ontwikkeling en inrichting (zolang er geen sprake is van benutting of gewin) van de beschermde soort; Enkele andere redenen die geen verband houden met ruimtelijke ontwikkeling, zoals volksgezondheid, openbare veiligheid, voorkomen van ernstige schade; Er geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort; Er zorgvuldig wordt gehandeld. Ook kan door het ministerie een beschikking worden afgegeven waarin goedkeuring wordt gegeven voor maatregelen ter voorkoming van het overtreden van verbodsbepalingen. Deze goedkeuring heeft de vorm van een afwijzing van de ontheffingsaanvraag. Voor volgens art 75 lid 6 aangewezen soorten die voorkomen op bijlage IV van de Habitatrichtlijn geldt een zwaar beschermingsregime. Voor deze soorten geldt, ook wanneer wordt gewerkt volgens een goedgekeurde gedragscode, geen vrijstelling voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Ontheffing voor het overtreden van verbodsbepalingen kan alleen verleend worden wanneer: Er geen andere bevredigende oplossing bestaat; Er sprake is van een bij AMvB bepaald belang. Voor deze groep is bij AMvB bepaald dat een ontheffing verleend kan worden (met inachtneming van het voorgaande) bij: Dwingende reden van groot openbaar belang Nb: voor deze groep kan er geen ontheffing worden verleend op basis van het belang ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Volgens de AMvB kan dit wel, echter recente uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) laten zien dat de AMvB op dit punt een onjuiste implementatie van de Europese Habitatrichtlijn is. Enkele andere redenen die geen verband houden met ruimtelijke ontwikkeling, zoals volksgezondheid, openbare veiligheid, voorkomen van ernstige schade; Er geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort; Er zorgvuldig wordt gehandeld. Ook kan door het ministerie een beschikking worden afgegeven waarin goedkeuring wordt gegeven voor maatregelen ter voorkoming van het overtreden van verbodsbepalingen (EL&I hanteert nu de term Positieve Afwijzing ). Deze goedkeuring heeft de vorm van een afwijzing van de ontheffingsaanvraag. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 37

108 Vogels Vanwege de bepalingen in de Europese Vogelrichtlijn, die overgenomen zijn in de Flora- en faunawet, geldt er voor vogels een afwijkend beschermingsregime. Uit recente uitspraken van de ABRvS blijkt dat de manier waarop in Nederland tot voor kort werd omgegaan met ontheffingen voor vogels in strijd is met de Europese Vogelrichtlijn. De Vogelrichtlijn staat een ontheffing alleen toe wanneer: 1. Er geen andere bevredigende oplossing is; 2. Er tevens sprake is van één van de volgende belangen: Bescherming van flora en fauna; Veiligheid van luchtverkeer; Volksgezondheid en openbare veiligheid. Dit betekent dat voor het verstoren van broedende vogels, hun eieren of jongen slechts in uitzonderlijke gevallen ontheffing kan worden verleend voor een ruimtelijke ingreep, namelijk als voldaan is aan het bovenstaande. In de praktijk betekent dit dat voor vogels gestreefd moet worden naar het voorkomen van het overtreden van verbodsbepalingen. In veel gevallen kan overtreding van verbodsbepalingen worden voorkomen door (verstorende) werkzaamheden buiten het broedseizoen (de perioden dat het nest in gebruik is voor het broeden of grootbrengen van jongen) aan te laten vangen. Binnen de groep van vogels zijn er soorten waarvan het nest wordt aangemerkt als een zogenaamde vaste rust- of verblijfsplaats. Dergelijke verblijfplaatsen zijn jaarrond beschermd onder artikel 11 van de algemene verbodsbepalingen, en vormen de meest zwaar beschermde groep. Vaste rust- en verblijfplaatsen van vogels zijn aangewezen in de aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten (Ministerie van EL&I/LNV, 2009) en bestaan uit de categorieën van vogelsoorten opgenomen in onderstaande tabel. Categorie Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3 Categorie 4 Categorie 5 Categorie Vaste rust- en verblijfplaatsen vogels Type verblijfplaatsen Vaste rust- en verblijfplaatsen; nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats. Nesten van koloniebroeders;, nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn, of afhankelijk van bebouwing of biotoop. Honkvaste broedvogels en vogels afhankelijk van bebouwing; nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn, of afhankelijk van bebouwing of biotoop. Vogels die zelf niet in staat zijn een nest te bouwen; vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen. Niet jaarrond beschermd, inventarisatie gewenst; nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. Of voor het (buiten het broedseizoen) wegnemen van jaarrond beschermde vaste rust- en verblijfplaatsen een ontheffing noodzakelijk is, dient te worden vastgesteld met behulp van een zogenaamde omgevingscheck. Daarnaast is de noodzaak tot een ontheffing mede afhankelijk van de mogelijkheid tot het mitigeren (inclusief het aanbieden van vervangende nestgelegenheid) van negatieve effecten. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 38

109 Wijze van toetsing Door uitspraken van de Raad van State in het voorjaar van 2009 is de beoordeling aangepast bij ontheffingsaanvragen voor ruimtelijke ingrepen. Sinds 26 augustus van dat jaar werken we daardoor volgens een nieuw stroomschema (zie volgende pagina). Gaat u een ruimtelijke ingreep uitvoeren en zijn beschermde soorten aanwezig, dan zijn er vaak twee opties: 1. Voorkom overtreding van de Flora- en faunawet. Het gaat dan om het behoud van de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats van de soort. Het betreft de functies van het leefgebied die ervoor zorgen dat de soort succesvol kan rusten of voortplanten, bijvoorbeeld nesten, migratieroutes en foerageergebied. Als u deze veilig stelt door vooraf mitigerende maatregelen te treffen, heeft u mogelijk geen ontheffing meer nodig. Om zeker te zijn dat uw maatregelen voldoende zijn, kunt u ze vooraf laten beoordelen door Dienst Regelingen. Als deze voldoende zijn krijgt u een beschikking met daarin de goedkeuring van uw maatregelen. De goedkeuring krijgt u in de vorm van een afwijzing van uw ontheffingsaanvraag. U heeft namelijk geen ontheffing nodig doordat u met uw maatregelen overtreding van de Flora- en faunawet voorkomt. 2. Kan de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats van de soort niet worden gegarandeerd door mitigerende maatregelen? Dan dient u een reguliere ontheffingsaanvraag in waarbij de onderstaande vragen gesteld worden: In welke mate wordt de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats aangetast? Is er een bij wet genoemd belang? (behalve bij Tabel 2-soorten) Is er een andere bevredigende oplossing? (behalve bij Tabel 2-soorten) Komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar? Beoordeling Dienst Regelingen Dienst Regelingen beoordeelt of het bij wet genoemd belang zwaarder weegt dan het overtreden van de verbodsbepaling(en). Voor Tabel 2-soorten gelden minder zware eisen en kan een door het ministerie goedgekeurde gedragscode ook uitkomst bieden. De gedragscode moet wel van toepassing zijn op uw activiteit en u moet middels een werkprotocol kunnen aantonen dat u precies zo werkt als in de gedragscode staat. Voor Bijlage 1 soorten uit Tabel 3 krijgt u alleen ontheffing wanneer sprake is van een bij wet genoemd belang. Bij een ruimtelijke ingreep betreft het meestal één van de onderstaande vier belangen: Bescherming van flora en fauna; Volksgezondheid of openbare veiligheid; Dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten; Uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 39

110 Stroomschema Flora- en faunawet (Bron: Dienst Regelingen Aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijk ingrepen Flora- en faunawet). Rode lijsten Los van de Flora- en faunawet heeft de Minister van EL&I (LNV) ter uitvoering van de bepalingen in artikelen 1 en 3 van het Verdrag van Bern een aantal Rode Lijsten voor bedreigde en kwetsbare soorten dieren en planten gepubliceerd. Rode lijsten zijn geen wettelijke instrumenten, maar zijn sturend voor beleid. Zij dienen om prioriteiten in middelen en maatregelen te kunnen bepalen. Bij het beoordelen van maatregelen en ingrepen kunnen de Rode lijsten echter wel een belangrijke rol spelen. Opname op de Rode Lijst zegt alleen iets over de zeldzaamheid en populatieontwikkelingen van de betreffende soorten. Voor soorten van de Rode Lijsten heeft de overheid zich verplicht onderzoek en werkzaamheden te bevorderen die nodig zijn voor bescherming en beheer. Een aantal provincies heeft aanvullende provinciale Rode lijsten opgesteld. Van soorten op de Rode lijst moet worden aangenomen dat negatieve effecten van ingrepen de gunstige staat van instandhouding relatief gemakkelijk in gevaar brengen. Waar het beschermde soorten betreft zal er dus extra aandacht aan mitigatie en compensatie moeten worden besteed. Bij niet-beschermde soorten of soortgroepen kunnen op grond van de zorgplicht extra maatregelen worden gevergd. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 40

111 Natuurbeschermingswet 1998 Op 1 oktober 2005 is de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 (kortweg: Nbwet) in werking getreden. Natura 2000 bestaat uit een netwerk van Europese natuurgebieden. Door verankering van een deel van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn in de nationale wetgeving, vormt het de basis van het Europese natuurbeleid in Nederland. Natura 2000 is gericht op de instandhouding en ontwikkeling van soorten en ecosystemen die voor Europa belangrijk zijn. De belangrijkste gebieden zijn de Natura 2000-gebieden (oftewel Vogel- en Habitatrichtlijngebieden oftewel Speciale Beschermingszones) en de beschermde natuurmonumenten. De aanwijzingsbesluiten van deze gebieden bevatten een kaart en een toelichting, waarin de instandhoudingsdoelstellingen staan verwoord (zie Voor Natura 2000-gebieden wordt een beheersplan te worden opgesteld. Daarin staat o.a. welke maatregelen nodig zijn om de natuurdoelen te halen en welk (bestaand en toekomstig) gebruik al dan niet vergunningplichtig is. Activiteiten en handelingen, die negatieve effecten op Natura 2000-gebieden kunnen hebben en die niet nodig zijn voor of verband houden met het beheer, zijn zonder vergunning verboden. Hiervoor kan door het bevoegd gezag (meestal Gedeputeerde Staten, soms de minister van EL&I) vergunning worden verleend op grond van artikel 19d. Voor plannen (bij voorbeeld bestemmingsplannen, streekplannen, waterhuishoudingsplannen) geldt dat goedkeuring van het bevoegd gezag op grond van artikel 19j nodig is. Ook activiteiten buiten het Natura gebied kunnen vergunningplichtig zijn als er negatieve effecten door externe werking kunnen optreden. De vergunning of goedkeuring kan pas worden afgegeven nadat een habitattoets het bevoegd gezag de zekerheid heeft gegeven dat het gebied niet wordt aangetast. Habitattoets In de oriëntatiefase voorheen ook wel voortoets genoemd wordt onderzocht of een plan, project of handeling (kortweg: activiteit ), gelet op de instandhoudingsdoelstellingen, mogelijk schadelijke gevolgen heeft voor een Natura 2000-gebied en zo ja of deze gevolgen significant kunnen zijn. De gevolgen moeten worden beoordeeld in samenhang met die van andere plannen en projecten ( cumulatieve effecten ). Als er geen effecten zijn, kan direct een vergunning aangevraagd worden. Als de effecten klein zijn, volgt een verslechterings- en verstoringstoets. Bij mogelijke significante effecten volgt een passende beoordeling. In de verslechterings- en verstoringstoets worden de effecten gespecificeerd. Daarbij hoeft dan niet meer naar cumulatieve effecten te worden gekeken. Het bevoegd gezag beoordeelt of de effecten aanvaardbaar zijn of niet. Aan de vergunning kunnen beperkende voorwaarden (mitigatie en compensatie, zie onder) worden verbonden. De passende beoordeling is veel uitgebreider. Op basis van de beste wetenschappelijke kennis dienen de effecten op de habitats en soorten te worden ingeschat, rekening houdende met cumulatieve effecten. Als de passende beoordeling uitwijst dat er slechts beperkte effecten zijn, dan dient vergunning te worden aangevraagd, die wordt verleend indien de effecten aanvaardbaar worden geacht. Als er significante effecten zijn, dan mag vergunning alleen worden verleend als er voldaan is aan alle drie onderstaande ADC-criteria: Er zijn geen geschikte Alternatieven; Er is sprake van Dwingende redenen van groot openbaar belang, waaronder redenen van sociale en economische aard; Er is voorzien in exacte en tijdige Compensatie. Als er sprake is van aantasting van een gebied dat is aangewezen ter bescherming van prioritair natuurlijk habitat of een prioritaire soort, dient eerst door de minister van EL&I (LNV) aan de Europese Commissie advies te worden gevraagd. Bovendien is het aantal redenen van groot openbaar belang beperkt. Het toetsingskader voor beschermde natuurmonumenten is zeer vergelijkbaar, echter de procedure en de speelruimte van het bevoegd gezag wijken op enkele ondergeschikte punten af. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 41

112 Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 42

113 BIJLAGE II: FOTO-IMPRESSIE ERMERSTRAND Planlocatie ingreep wal 3.12 B Planlocatie ter hoogte van ingreep 3.14 A Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 43

114 Planlocatie ter hoogte van ingreep 3.14 B (te behouden heg) Planlocatie ter hoogte van ingreep 3.3 Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 44

115 Te verwijderen beplantingswal t.b.v ingreep 3.3 Planlocatie ter hoogte van ingreep 3.2 B Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 45

116 Planlocatie ter hoogte van ingreep en 3.7 A Te verwijderen zomereiken (middelste rij) t.b.v. ingreep 5.5 A Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 46

117 Planlocatie ter hoogte van ingreep 3.9 Planlocatie ter hoogte van ingreep 3.10 Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 47

118 BIJLAGE III: VISUALISATIEKAARTEN INGREPEN Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 48

119 Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 49

120 Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 50

121 Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 51

122 Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 52

123 BIJLAGE IV: MITIGATIEPLAN VELDSPITSMUIS Beplantings- en beheerinstructies wal 3.12B Locatie : zie figuur en visiekaart 3.12 B. Plantafstand bomen: 1 per 20 vierkante meter. Plantafstand struiken: 3 per 20 per vierkante meter. Aantal bomen: 325 stuks bosplantsoen (afgerond op 25 stuks). Soorten bomen: 325 stuks, lft , Zomereik (Quercus robur), Aantal struiken: 975 stuks bosplantsoen (afgerond op 25 stuks). Soorten struiken: 650 stuks Brem (Cytisus scoparius); 325 stuks, lft , Amerikaans krentenboompje (Amelanchier lamarckii). Aanplant instructie: De samenstelling van de nieuwe houtwal zal plaatsvinden volgens de samenstelling zoals weergegeven in bovenstaande tabel. De beste tijd voor de aanplant is in de herfst! Hiermee dient met de sloop rekening gehouden te worden. Het bosplantsoen wordt onmiddellijk aangeplant na de sloop van de huisjes. Dit omdat op de locaties waar de huisjes hebben gestaan, na de sloop, potentieel geschikte leefgebieden voor veldspitsmuis ontstaan. Hierdoor wordt verstoring zoveel als mogelijk voorkomen. De aanplant wordt gedaan middels wildverband binnen de gestelde plantafstanden. Aanwezige bomen en struiken worden niet verwijderd. Bij de plantafstanden van de struiken dienen per 20 vierkante meter 2x brem en 1x amerikaans krentenboompje te worden aangeplant. Beheerinstructie: Na ongeveer 5 jaar zal de aanplant een meer gesloten karakter krijgen. Verwacht wordt dat na enkele jaren de aanwezige nutriënten uitspoelen, waardoor de huidige ruigtekruiden overgaan in een meer voedselarme geringere bodembedekking, mede door schaduwwerking van de bomen en struiken. Hierdoor wordt de wal in de toekomst potentieel geschikt voor de veldspitsmuis. Het beheer van de wal dient de eerste 30 jaar uiterst extensief te gebeuren, bijvoorbeeld eens in de 5 jaar. Daarna kan eens per jaar daar waar nodig onderhoud uitgevoerd worden aan de houtwal. Natuurwaardenonderzoek Recreatiepark Ermerstrand Pagina 53

124

125 BIJLAGE 3

126

127 Ermerstrand te Erm (gemeente Coevorden) Een archeologisch bureauonderzoek Libau, 20 oktober 2011 rapport

128 Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever: Drenthe Coevorden Erm Ermerzand/Ermerstrand gemeente Coevorden gemeente Coevorden coördinaten: noord: / oost: / zuid: / west: / kaartblad: 17H onderzoeksmeldingsnummer: beheer documentatie: Libau, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, gemeente Coevorden en E- depot uitvoerder: auteur: autorisatie: Libau M. de Jong MA drs. J. Molema rapport: telefoon: fax: Libau, 20 oktober 2011 rapport

129 Ermerstrand te Erm (gemeente Coevorden) Een Archeologisch Bureauonderzoek Planvoornemen In opdracht van de gemeente Coevorden, vertegenwoordigd door dhr. M. Sportel, is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Ermerstrand te Erm in de gemeente Coevorden (zie figuur 1). Aanleiding voor het onderzoek is het uitbreiden van het recreatiepark met onder meer chalets, recreatiewoningen, drijvende accommodaties, groepsaccommodaties, een hotel, een overdekt zwembad en een bedrijfswoning. Ook vindt uitbreiding van kampeerterreinen en parkeergelegenheid plaats. In de toekomst wordt mogelijk nog een loods of een groepsaccommodatie gerealiseerd (deze locatie is in 2007 al archeologisch onderzocht). Een groot deel van de ingrepen is al gerealiseerd of in ontwikkeling (zie figuur 1). Figuur 1: Ermerstrand te Erm: links een recente luchtfoto van het plangebied (Bing Maps); rechts: het plangebied op een topografische kaart (bron: Archis). Het plangebied is globaal omlijnd. Informatie Het plangebied Ermerstrand omvat de noord, west en zuidzijde van de recreatieplas Ermerzand. De recreatieplas is in eerste instantie aangelegd ten behoeve van zandwinning. Ermerstrand ligt ten zuidwesten van het esdorp Erm. In de middeleeuwen bevond zich bij Erm een steenbakkerij. De klei werd in de nabije omgeving gewonnen. De straatnamen Kleikoelenweg en Steenbakkersweg verwijzen naar de steenovens waarvan in de 20 ste eeuw resten zijn aangetroffen (zie onder). Het plangebied is op de geomorfologische kaart geclassificeerd als lage storthopen met ijzerkuilen en/of grind-, zand- en kleigaten (code 3L22; zie bijlage: Geomorfologische kaart). De chalets ten oosten van het zandgat liggen op een vlakte ontstaan door afgraving of egalisatie (code 2M48). Deze eenheden zijn het gevolg van de ingrepen die in het plangebied hebben plaatsgevonden. In feite ligt het plangebied op de Rug van Sleen, een noord-zuid gerichte grondmorene rug en/of (hooggelegen) welvingen (code 3L2a). Ten oosten en ten westen van de grondmorene rug liggen beekdalen (o.a. code 2R5). Op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) zijn de rug en beekdalen duidelijk te herkennen (zie figuur 2). Op de bodemkaart is het plangebied niet gekarteerd vanwege de aanwezige bebouwing (zie bijlage: Kaart archeologie). Gelet op de omgeving zullen van west naar oost de volgende bodemsoorten aanwezig zijn: - moerige eerdgronden met een zanddek en een tussenlaag op zand (code zwz); Libau, 20 oktober 2011 rapport

130 - veldpodzolgronden bestaande uit lemig fijn zand (code Hn23); - veldpodzolgronden bestaande uit leemarm en zwak lemig fijn zand (code Hn21); - vlakvaaggronden bestaande uit leemarm en zwak lemig fijn zand (code Zn21), in het noorden overgaand naar duinvaaggronden bestaande uit leemarm zwak lemig fijn zand (code Zd21) en tenslotte in het oosten opnieuw veldpodzolgronden (Hn21). De aanwezigheid van podzolgronden duidt op een goede ontwatering van het dekzand. Dergelijke gronden waren in de prehistorie geschikt voor bewoning. Met name de hogere delen van het reliëf waren bij de mens in trek, vooral als water in de nabijheid beschikbaar was. Van de late steentijd tot vroege bronstijd vernatte het landschap door zeespiegelstijging en stagnerende afwatering. Er ontstond op grote schaal veengroei. Het veen begon aanvankelijk lokaal te groeien in dalen en depressies. Vanuit deze lager gelegen delen kroop het veen langzamerhand over het dekzandlandschap en bedekte zelfs dekzandkoppen en ruggen. Grote delen van het landschap werden daardoor ongeschikt voor bewoning. De Rug van Sleen bleef echter wel bewoonbaar. Figuur 2: Actueel Hoogtebestand Nederland (bron: Het plangebied is niet geregistreerd op de Archeologische Monumentenkaart (AMK). Wel is in het plangebied een archeologische waarneming gedaan (waarneming ). In 1925 werd hier een klein onderzoek uitgevoerd door dhr. H. Brunsting en in 1938 werd een opgraving uitgevoerd onder leiding van Van Giffen (zie bijlage: Uitgebreide rapportage waarnemingen). In het onderzochte gebied lagen leemkuilen en twee steenbakkersovens uit de late middeleeuwen. De stenen voor de kerk van Sleen zijn waarschijnlijk in deze ovens gebakken. Bovendien bleek tijdens de opgraving dat de ovens in een celtic field (vanwege de vorm ook raatakkercomplex genoemd) uit de ijzertijd lagen. Verder werden nederzettingsresten uit de ijzertijd en een crematiegraf uit de bronstijd aangetroffen. Deze opgravingslocatie is in de jaren 60 of 70 opgenomen in de recreatieplas Ermerzand. Het raatakkercomplex zal zich verder uitstrekken dan de toenmalige onderzoekslocatie maar de exacte omvang van het complex is onbekend. De AMK-terreinen in de omgeving van het plangebied betreffen terreinen met nederzettingsresten uit het neolithicum (AMK-terrein 14395); nederzettingsresten uit de ijzertijd (AMK-terrein 14379); de oude, middeleeuwse kern van Erm (AMK-terrein 14510); bewoningssporen uit de midden Romeinse tijd en een oude weg en voorde uit Libau, 20 oktober 2011 rapport

131 de middeleeuwen (AMK-terrein 14386) en een groot raatakkercomplex uit de ijzertijd met daarbinnen een grafheuvel uit de bronstijd, meerdere locaties met bewoningssporen uit de ijzertijd, bewoningsresten uit de Romeinse tijd en een urnenveld mogelijk ook daterend uit de Romeinse tijd (AMK-terrein 14384). Op het concept van de archeologische beleidskaart van de gemeente Coevorden (ADC, september 2011) is aangegeven dat in vrijwel het gehele plangebied kans op archeologische resten bestaat (oranje gekleurd). De ligging van het celtic field is globaal aangegeven (rood omlijnd). In het noordelijke strookje, waar onder meer de bedrijfswoning gepland is, en het zuidoostelijke strookje langs de recreatieplas, waar een aantal chalets gebouwd is, geldt een lage archeologische verwachting (wit aangegeven; zie figuur 3). In gebieden met een lage archeologische verwachting is geen archeologisch onderzoek nodig. Ook is in het zuiden van het plangebied, op de toekomstige locatie voor de loods of groepsaccommodate, in 2007 al een klein booronderzoek uitgevoerd door RAAP (Archis onderzoeksmelding 22240; in figuur 3 is de locatie aangegeven met een pijl). Ook op deze locatie is geen archeologisch vervolgonderzoek benodigd. Figuur 3: Ermerzand en Ermerstrand op de archeologische beleidskaart van de gemeente Coevorden (voorlopige eindversie september 2011). Het plangebied is zwart omlijnd. De al onderzochte locatie is aangegeven met een pijl. Zuidoost Drenthe, waaronder ook de omgeving van Erm, is opgenomen in de Hottinger-atlas die tussen 1788 en 1792 is gekarteerd. Het Ermerzand is dan nog niet ontgonnen, wel lopen enkele wegen door het gebied. De belangrijkste daarvan is de vroegere doorgaande weg van Dalen naar Sleen; de overige wegen zijn aftakkingen vanaf deze doorgaande weg naar Erm (zie figuur 4). In de atlas van Huguenin uit is de situatie in het plangebied niet veranderd ten opzichte van die in de Hottinger-atlas. De kadastrale minuut, gekarteerd tussen 1811 en 1832, dateert uit dezelfde periode als de atlas van Huguenin. Op de kadastrale minuut (gemeente Sleen, sectie G blad 1 & 2, sectie D blad 1 & 5) wordt het plangebied grotendeels tot het Zuidelijk Ermerveld gerekend. Ook is op de minuut een ongeveer oost-westlopende weg in het plangebied aangegeven, de weg naar de Keuteldijk. Deze weg is in het midden van de 19 de eeuw nog aanwezig, zo blijkt uit de topografische militaire kaarten van 1853 en 1864 (zie watwaswaar.nl & hisgis.nl; zie figuur 5). Op de laatstgenoemde kaart is het plangebied benoemd als Het Westereind, de naam Ermerzand geldt dan voor een stuifzandgebied ten zuidoosten van het plangebied (zie figuur 5). Hieruit blijkt dat in de loop der tijd enkele veranderingen en verschuivingen opgetreden zijn in de toponiemen in het plangebied en omgeving. Libau, 20 oktober 2011 rapport

132 Figuur 4: Erm en omgeving in de Hottinger-atlas, het plangebied is globaal omlijnd. De kaartuitsnede is gericht naar het noorden. Figuur 5: Erm en omgeving op de topografische militaire kaart van ongeveer 1864, het plangebied is globaal omlijnd. Libau, 20 oktober 2011 rapport

133 In het begin van de 20 ste eeuw is het plangebied nog in gebruik als heide (zie bijlage: Projectie van de huidige situatie op de Bonnekaart). In feite is de situatie dan nog vergelijkbaar aan die weergegeven in de eind 18 de - eeuwse Hottinger-atlas. Op de topografische kaart van 1927 zijn in het heideveld enkele kavels aangelegd en op de kaart van 1954 is het gehele plangebied ontgonnen (zie watwaswaar.nl). Op de topografische kaart van 1975 Ermerzand in de huidige vorm aanwezig en al benoemd als recreatieplas. Het gebied ten zuiden en westen van de plas was ingericht met bossages. Het gebied ten oosten van de plas is kort daarna ingericht met chalets (topografische kaart 1985 via watwaswaar.nl). Op de luchtfoto (zie figuur 1) is te zien dat ook het gebied ten zuiden van de recreatieplas inmiddels al grotendeels is ingericht. Door de inrichtingswerkzaamheden is de kans op intacte archeologische resten op deze plaatsen klein. Overweging en advies In het plangebied bestaat kans op het aantreffen van archeologische resten uit de steentijd, bronstijd, ijzertijd en middeleeuwen. Getuige eerdere vondsten is met name de kans op archeologische resten vanaf de bronstijd reëel. In het zuidwesten van Ermerstrand bestaat bovendien kans op het aantreffen van resten van het raatakkercomplex. Geadviseerd wordt om op de locatie van het hotel, de nieuwe groepsaccommodatie en het overdekte zwembad een archeologisch booronderzoek met oppervlaktekartering uit te laten voeren. Deze ingrepen zijn allen ten westen van de recreatieplas gepland. Per bouwlocatie dienen vier boringen te worden uitgevoerd. Het booronderzoek dient gericht te zijn op de gaafheid van de bodem en het voorkomen van archeologische resten. Relevante bodemlagen dienen te worden gezeefd. Indien de aanleg van sportveld en speeltuin gepaard gaat met grondverzet dieper dan 30 cm dient hier een archeologisch booronderzoek uit te worden gevoerd met een dichtheid van 6 boringen per hectare. Deze terreinen worden, evenals de bovengenoemde bouwlocaties, ten westen van de recreatieplas gerealiseerd. Op de al ingerichte terreinen met vakantiewoningen is door de uitgevoerde bodemingrepen de kans op het aantreffen van intacte archeologische resten klein. Hier is geen verder archeologisch onderzoek noodzakelijk. De aanleg van smalle nutsleidingen ten behoeve van de kampeerterreinen kan zonder voorbehoud van archeologie plaatsvinden. Bijlagen: - Geomorfologische kaart; - Kaart archeologie; - Uitgebreide rapportage waarnemingen; - Projectie van de huidige situatie op de Bonnekaart. Libau, 20 oktober 2011 rapport

134 Geraadpleegde literatuur, kaarten en bronnen Actueel Hoogtebestand Nederland ( Archeologische beleidsadvieskaart gemeente Coevorden (versie 27 september 2011). ADC. Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Encyclopedie Drenthe Online ( Historisch Geografisch Informatiesysteem ( Luchtfoto s Google Maps en Bing Maps Minuutplans, topografische militaire kaarten en topografische kaarten uit het begin van de negentiende eeuw ( Stiboka, Bodemkaart van Nederland, schaal 1: Stiboka, Wageningen (Toelichting gepubliceerd in 1986; kaartopname door A.E. Clingeborg et al.). Versfelt, H.J., De Hottinger-atlas van Noord- en Oost-Nederland Heveskes Uitgevers, Versfelt, H.J. & M. Schroor, De atlas van Huguenin. Militair-topografische kaarten van Noord-Nederland, Heveskes Uitgevers, Groningen/Veendam. Libau, 20 oktober 2011 rapport

135 Archeologische periodes paleolithicum paleolithicum vroeg paleolithicum midden paleolithicum laat paleolithicum laat A paleolithicum laat B mesolithicum mesolithicum vroeg mesolithicum midden mesolithicum laat neolithicum neolithicum vroeg neolithicum vroeg A neolithicum vroeg B neolithicum midden neolithicum midden A neolithicum midden B neolithicum laat neolithicum laat A neolithicum laat B bronstijd bronstijd vroeg bronstijd midden bronstijd midden A bronstijd midden B bronstijd laat ijzertijd ijzertijd vroeg ijzertijd midden ijzertijd laat Romeinse tijd Romeinse tijd vroeg Romeinse tijd vroeg A Romeinse tijd vroeg B Romeinse tijd midden Romeinse tijd midden A Romeinse tijd midden B Romeinse tijd laat Romeinse tijd laat A Romeinse tijd laat B middeleeuwen middeleeuwen vroeg middeleeuwen vroeg A middeleeuwen vroeg B middeleeuwen vroeg C middeleeuwen vroeg D middeleeuwen laat middeleeuwen laat A middeleeuwen laat B nieuwe tijd nieuwe tijd A nieuwe tijd B nieuwe tijd C tot 8800 v.chr. tot C C C v.chr C C v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr v.chr. 12 v.chr n.chr. 12 v.chr n.chr. 12 v.chr n.chr n.chr n.chr n.chr n.chr n.chr n.chr n.chr n.chr n.chr n.chr n.chr n.chr n.chr n.chr n.chr n.chr heden n.chr n.chr heden Libau, 20 oktober 2011 rapport

136 Geomorfologische kaart Ermerstrand te Erm (gemeente Coevorden) / Legenda HUIZEN 2M5 2R2 3L2a 4L8 B TOP10 ((c)tdn) GEOMORFOLOGIE ((c)alterra) Wanden Hoge heuvels en ruggen Terpen Hoge duinen Plateaus Terrassen Plateau-achtige vormen Waaiervormige glooiingen Niet-waaiervormige glooiingen Lage ruggen en heuvels 3K14 2R5 W 2M48 3L2a 2M48 Welvingen Vlakten Laagten Ondiepe dalen Matig diepe dalen Diepe dalen Water Bebouwing Overig (Dijken etc) 2R5 3L22 2M5 4L8 3L2a 3K14 3L2a m 3K14 N Archis2 3N5 3K /

137 Hn Hn21 Kaart archeologie Ermerstrand te Erm (gemeente Coevorden) Combinatiekaart van AMK, bodemkaart en Archis Hn vwz Hn21 Hn21 vwz pzg23 pzg23 pzg avc avc zwz pzg23 Hn21 Hn21 Hn Hn21 Hn21 Hn23 pzg23 Hn23 zwz avz Hn23 zwz Hn Hn Hn21 Hn21 g WATER h BEBOUW Hn21 zwz Hn23 Zn Zd21 Hn23 AS Hn21 chd21 chn23 pzg23 cy23 cy avz pzg23 vwz Hn chn23 zez21 cy chd21 Hn21 pzg23 avz / Hn21 Hn21 Hn21 chd pZg23 Hd vwz chd vwz pzg23 Legenda WAARNEMINGEN HUIZEN BODEM ((c)alterra) MONUMENTEN archeologische waarde hoge archeologische waarde zeer hoge archeologische waarde zeer hoge arch waarde, beschermd TOP10 ((c)tdn) bebouwd gebied doorgaande wegen bos bouwland weiland boomgaard/kwekerij heide zand begraafplaats water overig bodemgebruik pzg Hn avz avc avz Hn Hn pzg pzg23 Hn Hn23 Hd21 pzg23 Hn23 Hd21 Hn vwz vwz avz avz iwz 0 1 km N Archis /

138 Uitgebreide Rapportage Waarnemingen Waarnemingsnr: Objectcode: Coördinaten: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Vinder/datum: Invoerder/datum: Beschrijver/datum: Verwerving: Grondgebruik: Vondstmelding: HZ / Erm Coevorden Drenthe Biologisch Archeologisch Instituut / Biologisch Archeologisch Instituut / 9999 Giffen, van / Archeologisch: opgraving Geomorfologie: Heide NAP maaiveld: Extern nr: Onderzoeksmelding: Onbekend Beschrijving Aan de ene kant van de weg leemkuilen, aan de andere kant 2 heuveltjes: dezgn. steenbakkersovens. Hier zou men de stenen gebakken hebben voor de kerkvan Sleen en mogelijk ook voor de kerk van Zweeloo. Op heeft deheer H.Brunsting een klein onderzoek ingesteld. Ontginningen bedreigen deheuveltjes. In februari 1938 wordt in perceel 360, Sectie G, gem. Sleen,een opgraving verricht naar de kleinste heuvel; de andere was volgens v.giffeb toen al bijna geheel verdwenen."in een vrijwel vierkanten kuil heeft men aan 1 (O-)kant, aansluitend tegen3 (Nd., O. en Zd.) der kuilwanden, een rechthoekigen veldoven van rauwe,niet gebakken kloostermoppen opgetrokken... Die frontmuur met zijn 5stookmonden... In den oven lag een eensteens vloer van op de vlakken zijdegelegde steenen. Tegen de Nd.ovenmuur... bevond zich een schuur metafgeknot driehoekig grondplan en... afhellend waaiervormig, met halfcylindrische pannen, zgn. paters en nonnen, afgedekt dak. Gezien deafscheidingen in de betrekkelijke wanden, heeft men al heel spoedig devoormuur en de uiteinden van de zijwanden, daartegen verzwaard. Tegelijkwerd een nieuwe, nu tweesteens vloer van eveneens op de vlakke zijdengelegde steenen gemaakt. Deze was door een laag op de kant geplaatstesteenen van de onderste vloer gescheiden."op de "Duitse" kaart is dit nr. 244.Volgens van Giffen zijn de ovens waarschijnlijk gebruikt voor baksteenproductie voor de bouw van de kerk en toren te Sleen, De ovens bleken in een Celtic Field te liggen (zie ook Verslag 1938 nr.17)de locatie is nu geheel verdwenen in de recreatieplas Ermerzand. Vondsten Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Steen-/pannenbakkerij 1 Keramiek Muur(restant) Niet van toepassing Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Onbekend Middeleeuwen laat: nc Middeleeuwen laat: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Steen-/pannenbakkerij 9999 Keramiek Dakpan Niet van toepassing Paters en nonnetjes. Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Fragment Middeleeuwen laat: nc Middeleeuwen laat: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Steen-/pannenbakkerij 9999 Hout/houtskool Houtskool Niet van toepassing Kool en as van hout en turf. Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Fragment Middeleeuwen laat: nc Middeleeuwen laat: nc 1 van 3

139 Uitgebreide Rapportage Waarnemingen Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Steen-/pannenbakkerij 2 Keramiek Vloer Niet van toepassing Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Onbekend Middeleeuwen laat: nc Middeleeuwen laat: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Steen-/pannenbakkerij 8 Niet van toepassing Paalgat/paalkuil Niet van toepassing Wrs. om een dak te ondersteunen. Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Fragment Middeleeuwen laat: nc Middeleeuwen laat: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Celtic field/raatakker 9999 Niet van toepassing Grondspoor/grondverkleuring Niet van toepassing Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Onbekend IJzertijd: vc IJzertijd: vc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Nederzetting, onbepaald 9999 Niet van toepassing Paalgat/paalkuil Niet van toepassing Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Onbekend IJzertijd: vc IJzertijd: vc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Nederzetting, onbepaald 9999 Niet van toepassing Kuil Niet van toepassing Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Onbekend IJzertijd: vc IJzertijd: vc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Nederzetting, onbepaald 9999 Niet van toepassing Spieker/graanschuur (4/6/8/9 palig) Niet van toepassing Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Onbekend IJzertijd: vc IJzertijd: vc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Nederzetting, onbepaald 9999 Keramiek Onbekend Niet van toepassing Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Fragment IJzertijd: vc IJzertijd: vc 2 van 3

140 Uitgebreide Rapportage Waarnemingen Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Steen-/pannenbakkerij Cultuur: 9999 Toestand: Keramiek Baksteen Begindatering: kloostermop:volume ca cm Einddatering: O:soms geglazuurd. Steen-/pannenbakkerij Cultuur: 1 Toestand: Niet van toepassing Greppel/sloot Begindatering: standgreppel/standspoor Einddatering: Standgreppel waarin de fundamentmuren staan. Niet van toepassing Fragment Middeleeuwen laat A: nc Middeleeuwen laat A: nc Niet van toepassing Fragment Middeleeuwen laat A: nc Middeleeuwen laat A: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Crematiegraf 1 Keramiek Onbekend Niet van toepassing "urn" Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Onbekend Bronstijd: vc Middeleeuwen vroeg: nc Documentatie Type: Beheerder: Toelichting: Type: Beheerder: Toelichting: Type: Beheerder: Toelichting: Tekening Onbekend Veld: Ga 5, 13/1-5 (1938) Foto Onbekend Album 1938: no Verslag Onbekend met enkele brieven en lijst van steenformaten. Literatuur Van Giffen, A.E Een laat-middeleeuwse steenoven en oude nederzettingssporen bij Erm, gem. Sleen (p afb. 1-9), in: Niet van toepassing 3 van 3

141 Projectie van de huidige situatie op de Bonnekaart: plangebied Ermerstrand te Erm

142

143 BIJLAGE 4

144

145 Libau steunpunt ' ? 3 0,1 2 DEC 2011 Class or Gemeente Coevorden t.a.v. dhr. M. Sportel Postbus AA COEVORDEN hoge der a ac groningen telefoon (050) fax (050) molema@libau.nl ngen 7 december 2011 onderwerp beoordeling rapportage Ermerstrand te Erm Geachte heer Sportel, Naar aanleiding van uw verzoek stuur ik u de beoordeling van het rapport met betrekking tot het booronderzoek in een plangebiedje aan het Ermerstrand te Erm in de gemeente Coevorden: Inventariserend veldonderzoek, karterend booronderzoek. Ermerstrand te Erm, gemeente Coevorden (Synthegra Rapport S110254). Inleiding In opdracht van Recreatiepark Ermerstrand heeft Synthegra Archeologie een karterend booronderzoek uitgevoerd in verband met de voorgenomen bouw van een groepsaccommodatie. Onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd op 14 november Tijdens het onderzoek zijn vier boringen uitgevoerd met een edelmanboor met een diameter van 15 cm. De boringen werden tot op een diepte van 25 cm in de C- horizont uitgevoerd. De opgeboorde grond is gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 mm. In verband met de dichte begroeiing met gras, was het uitvoeren van een oppervlaktekartering niet mogelijk. Resultaten In het plangebied is een opgebracht pakket zand van circa 80 tot 95 cm dikte aanwezig. Daaronder ligt de oorspronkelijke bodem. Het betreft een podzolbodem die ter plaatse van de boringen 1 en 2 nog grotendeels intact is, hier zijn een A, E, B, BC en C-horizont aanwezig. Ter plaatse van boring 3 is de podzolbodem vermengd. Ter plaatse van boring 4 is de bodem verstoord tot op een diepte van 170 cm onder maaiveld. Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Aanbeveling van het onderzoeksbureau In het bureauonderzoek is geconcludeerd dat, gezien het ontbreken van archeologische indicatoren, de kans op het aantreffen van archeologische resten zeer klein is. Vervolgonderzoek wordt binnen het plangebied niet noodzakelijk geacht. Beoordeling rapportage Zowel het booronderzoek als de rapportage is goed en zorgvuldig uitgevoerd. Libau onderschrijft de aanbeveling van het onderzoeksbureau. Ik hoop u met bovenstaand advies voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke dehjke groet, Drs. J. Molema Archeoloog Libau steunpunt

146

147 BIJLAGE 5

148

149 NOTITIE WATERPARAGRAAF ERMERSTRAND

150

151 Notitie Waterparagraaf Ermerstrand Code /

152

153 GEMEENTE COEVORDEN / NOTITIE WATERPARAGRAAF ERMERSTRAND TOELICHTING INHOUDSOPGAVE blz 1. INLEIDING 1 2. WATERPARAGRAAF ERMERSTRAND Waterkwaliteit Recreatiedruk Regen- en afvalwaterafvoer 4 3. CONCLUSIE 5

154

155 blz 1 1. INLEIDING Voor het Ermerstrand is een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding. Het Ermerstrand is een recreatiebedrijf met zowel verblijfs- als dagrecreatie. Het bedrijf ligt aan het Ermerzand. Dit is een voormalige zandwinningsplas die nu dienst doet als recreatieplas. Op het Ermerstrand zijn diverse ontwikkelingen gewenst. Met het bestemmingsplan worden de diverse ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Daarnaast biedt het bestemmingsplan een goede regeling voor de bestaande functies in het gebied. De gewenste ontwikkelingen komen er in het kort op neer dat een deel van het zuidelijk terrein planologisch wordt omgevormd van een camping naar chalets. Meer naar het noorden wordt een terrein dat bestemd was voor dagrecreatie, bestemd ten behoeve van een camping. Voor een uitgebreide beschrijving van de ontwikkelingen op het Ermerstrand wordt verwezen naar het bestemmingsplan zelf. In het kader van de watertoets is er overleg gevoerd met het waterschap Velt en Vecht. In eerste instantie heeft er communicatie via de telefoon en per plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze communicatie heeft op 5 december 2012 een overleg plaatsgevonden met het waterschap. Tijdens het overleg zijn de belangrijke waterhuishoudkundige thema s voor het Ermerstrand besproken. In deze watertoets wordt aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan de verschillende waterthema s. Notitie Waterparagraaf Ermerstrand Status: Definitief / Buro Vijn B.V.

156 blz WATERPARAGRAAF ERMERSTRAND Tijdens het overleg met het waterschap zijn de belangrijke waterhuishoudkundige thema s besproken. Het waterschap heeft aangegeven dat de waterkwaliteit, voornamelijk in relatie tot het vissen, het belangrijkste waterthema is. Als gevolg van onder andere het vissen, kan de waterkwaliteit achteruit gaan. Het is van belang om in de waterparagraaf aan te geven hoe daarmee wordt omgegaan. Daarnaast zijn de thema s recreatiedruk en regen- en afvalwaterafvoer van belang. De verschillende waterthema s worden in onderstaande paragrafen besproken Waterkwaliteit Het Ermerzand is een geïsoleerd liggende recreatieplas. De recreatieplas wordt onder andere gebruikt voor zwemmen, waterskiën en vissen. Deze activiteiten zijn op basis van het geldende bestemmingsplan al mogelijk. Er is een aantal factoren dat de waterkwaliteit kan beïnvloeden. Het gaat daarbij vooral om het vissen. Enerzijds beïnvloeden de vissen zelf de waterkwaliteit. Anderzijds gaat het ook om het toevoegen van visvoer door vissers in de plas. Als gevolg van deze beide factoren neemt de hoeveelheid nutriënten in het water toe. Dit heeft een negatief effect op de waterkwaliteit. Volgens het waterschap hebben vooral karpers een negatief effect op de waterkwaliteit. Karpers zijn bodemwoelers, waardoor het water troebel wordt. Naast vissen, kunnen ook bladval in de plas en de aanwezigheid van aalscholvers zorgen voor extra nutriënten in de recreatieplas. Ten slotte is voor de waterkwaliteit van belang hoe er wordt omgegaan met regen- en afvalwater. Dit is beschreven in paragraaf 2.3. Reguleren vissen Om de negatieve effecten als gevolg van het vissen te beperken, wordt het vissen gereguleerd. Voorheen werd er gevist door een visclub. In de tijd van de visclub kon er overal aan het Ermerstrand worden gevist. De visclub is inmiddels opgeheven. Momenteel reguleert het Ermerstrand het vissen en zijn er de nodige regels opgesteld. Het Ermerstrand heeft een beperkt aantal visstekken aangewezen. De visstekken komen vooral voor op één van de eilanden in de plas en bij het recreatiepark Ermerzand dat ten noordoosten van de plas ligt. Zonder toestemming van het Ermerstrand mag er niet worden gevist en hierop wordt streng gecontroleerd. Het Ermerstrand heeft afspraken gemaakt met het Ermerzand over het vissen. Ook toestemming voor vissen op grondgebied van het Ermerzand wordt gereguleerd door het Ermerstrand. Er is een voerbeperking ingesteld in de plas. Het Ermerstrand voert controle uit op het voer dat wordt gebruikt. Dit doet zij ook op het grondgebied van het Ermerzand. Buro Vijn B.V. Notitie Waterparagraaf Ermerstrand Status: Definitief /

157 blz 3 In de plas geldt een visstop van november tot april. Dit is een perfecte manier om een biotoop z'n rust en balans te geven. Hierdoor herstelt het habitat voor dier en organismen. Dat de plas goed in balans is, is door de jaren monitoring goed te zien. Alles gedijt goed, vissen zijn gezond, bio-massa is goed in verhouding. Natuurlijk paaien de vissen, dit heeft echter nog nooit voor natuurlijke aanwas gezorgd. Daardoor wordt de visstand in de plas kunstmatig op peil gehouden door een balans op te maken en zo nodig vissen bij te zetten of vissen te verwijderen. Het is bijvoorbeeld bekend dat in de plas karpers zwemmen met een leeftijd van 40 jaar. Meten waterkwaliteit Door het vissen te reguleren wordt de huidige waterkwaliteit zoveel mogelijk in stand gehouden. De kwaliteit van het water wordt bijgehouden door een lid van de voormalige visvereniging. Hiervan zijn historische staatjes gemaakt. Ook de provincie meet de waterkwaliteit om de twee weken en concludeert eveneens dat de waterkwaliteit goed is. Het waterschap meet de nutriëntenwaarden enkele malen per jaar. Uit deze metingen blijkt dat de gehalten aan nutriënten niet uitzonderlijk zijn. Ook is er geen sprake van een toename in de loop der jaren. Een bloei van blauwalg is bij de huidige gehalten echter wel mogelijk. Maar ondanks een paar hittegolven is ongeveer 10 jaar geleden dat er een blauwalgmelding is geweest. Maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit De bedrijfsvoering van het Ermerstrand is afhankelijk van de recreatieplas. Het Ermerstrand streeft dan ook naar een goede waterkwaliteit. Naast het in stand houden van de huidige waterkwaliteit, worden er daarom maatregelen uitgevoerd ter verbetering van de waterkwaliteit. Zo wordt de plas uitgediept. Dit is primair nodig om voldoende waterdiepte te creëren voor het waterskiën. Tegelijkertijd heeft dit ook positieve gevolgen voor de waterkwaliteit. Bij het uitdiepen van de plas wordt namelijk ook het slib van de bodem verwijderd. In het slib zitten allerlei bladresten en nutriënten. Door het slib te verwijderen, worden de nutriënten uit de plas afgevoerd. Ook zal de watermassa groter worden waardoor een grotere buffer ontstaat. Ten noorden van de eilandjes groeien waterplanten en riet. In deze waterplanten en het riet zijn veel nutriënten opgeslagen. Het riet en de waterplanten worden vanaf nu periodiek gemaaid. Hierdoor worden de nutriënten afgevoerd. Ook deze maatregel zorgt voor een verlaging van de hoeveelheid nutriënten in de plas. Voorheen werd riet aangeplant ten oosten van de eilandjes. Echter ten oosten van de eilandjes groeide het riet niet goed en stierf af. Daardoor ontstond hier een sliblaag met rietresten die rijk is aan nutriënten. Het aanplanten van riet wordt daarom niet meer gedaan. Notitie Waterparagraaf Ermerstrand Status: Definitief / Buro Vijn B.V.

158 blz In de nieuwe situatie wordt er een glijbaan aangelegd in de plas. De glijbaan zorgt voor beweging van het water. Dit bevordert de opname van zuurstof in het water. Zuurstof heeft een positief effect op de waterkwaliteit Recreatiedruk Zoals in de inleiding al is aangegeven wordt op basis van het geldende bestemmingsplan het gehele gebied al recreatief gebruikt. In de huidige situatie liggen de bezoekersaantallen op een topdag (zondag bij mooi weer, meer dan 25 graden) op zo'n 2500 daggasten en hooguit nog eens 500 verblijfsgasten op de camping en chaletpark. Dit bestemmingsplan biedt de ontwikkelingsmogelijkheden voor de verblijfsrecreatie. Verblijfsrecreatieve eenheden en recreatievoorzieningen worden dan gecreëerd op plaatsen waar nu onder andere parkeerplaatsen zijn. Het aantal dagrecreanten wordt van nature beperkt door het aantal parkeerplaatsen. Als de ontwikkelmogelijkheden in het bestemmingsplan worden gebruikt blijft er minder ruimte over voor dagrecreanten. Al met zullen zal er in de nieuwe situatie ongeveer evenveel recreanten van de plas gebruik maken Regen- en afvalwaterafvoer Regenwater dat op de gebouwen valt, wordt hoofdzakelijk geïnfiltreerd in de bodem. Het betreft schoon regenwater omdat er geen uitlogende bouwmaterialen toegepast worden. Het grootste deel van de gebouwen en chalets is in de huidige situatie al aanwezig. Er is slechts beperkte ruimte voor nieuwbouw. Ook voor nieuwe bebouwing geldt dat regenwater wordt geïnfiltreerd in de bodem. Afvalwater van de gebouwen wordt afgevoerd naar de riolering. Hiervoor is op het terrein een rioolsysteem aanwezig. Op het terrein staat een rioolgemaal dat afvalwater weg pompt. Op het noordelijk deel van het terrein worden waterwoningen gerealiseerd. Deze woningen komen op het water te liggen. Water dat op de woningen valt komt in de plas terecht. In de huidige situatie komt het regenwater hier rechtstreeks in de plas terecht. De waterwoningen veroorzaken dus geen toename van waterafvoer naar de plas. Bij het bouwen van de waterwoningen wordt geen gebruik gemaakt van uitlogende materialen. Het schone regenwater dat op de waterwoningen valt, kan dan ook gewoon worden afgevoerd naar de plas. Afvalwater wordt via de riolering afgevoerd en wordt dus niet geloosd op het oppervlaktewater. Ook regenwater vanaf de parkeerplaatsen wordt geïnfiltreerd in de bodem. Bij de kolken zit een zandvang waar eventuele verontreinigingen van de parkeerterreinen zich concentreren. Buro Vijn B.V. Notitie Waterparagraaf Ermerstrand Status: Definitief /

159 blz 5 3. CONCLUSIE Geconcludeerd wordt dat de gevolgen voor de waterhuishouding beperkt blijven. Het vissen wordt gereguleerd en er worden maatregelen getroffen om de hoeveelheid nutriënten in het Ermerzand te stabiliseren dan wel naar beneden te brengen. Ook de recreatiedruk op de plas wordt als gevolg van dit bestemmingsplan niet substantieel groter. Ten slotte wordt er gezorgd voor een goede oplossing voor regen- en afvalwaterafvoer. Notitie Waterparagraaf Ermerstrand Status: Definitief / Buro Vijn B.V.

160

161 BIJLAGE 6

162

163

164

165 BIJLAGE 7

166

167 Rapport Aveco de Bondt Akoestisch onderzoek Ermerstrand te Erm bezoekadres postbus postcode telefoon telefax internet Reggesingel AE Rijssen (0) (0) rijssen@avecodebondt.nl projectnaam Akoestisch onderzoek Ermerstrand te Erm projectnummer referentie RdG/036/ opdrachtgever Recreatiepark Ermerstrand postadres Steenbakkersweg RM Erm contactpersoon dhr. R. van Olst status definitief versie 01 aantal pagina's datum 30 januari 2012 auteur R. de Graaf paraaf gecontroleerd datum 30 januari 2012 referentie RdG/036/ pagina 1 van 28

168 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3 2 SITUATIE 4 3 WETTELIJK KADER Richtwaarden Handreiking Indirecte hinder Evenementen nota 6 4 AKOESTISCHE BEDRIJFSSITUATIE EN GELUIDSVERMOGENNIVEAUS RBS 1: dagrecreatie RBS 2: zandwinning Incidentele bedrijfsstiaties Trekkerslep, IBS-I Beachsportevenementen, IBS-II Overige evenementen, IBS-III 11 5 BEST BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT) 12 6 BEOORDELINGSNIVEAUS Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, RBS Maximale geluidniveaus, RBS Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, IBS Indirecte hinder, verkeersaantrekkende werking 17 7 CONCLUSIE 18 Bijlagen Bijlage 1: Situatie Bijlage 2: Beoordelingspunten Bijlage 3: Geveluitstraling Plaza-restaurant Bijlage 4: Invoergegevens Bijlage 5: Resultaten langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, RBS Bijlage 6: Resultaten maximale geluidniveaus, RBS Bijlage 7: Resultaten langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, IBS-I Bijlage 8: Resultaten langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, IBS-II Bijlage 9: Resultaten langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, IBS-III Bijlage 10: Resultaten indirecte hinder datum 30 januari 2012 referentie RdG/036/ pagina 2 van 28

Bestemmingsplan Grootegast - Weegbree 1. Vastgesteld 26 februari 2013

Bestemmingsplan Grootegast - Weegbree 1. Vastgesteld 26 februari 2013 Bestemmingsplan Grootegast - Weegbree 1 Vastgesteld 26 februari 2013 BESTEMMINGSPLAN GROOTEGAST WEEGBREE 1 CODE 121402 / 26-02-13 GEMEENTE GROOTEGAST 121402 / 26-02-13 BESTEMMINGSPLAN GROOTEGAST - WEEGBREE

Nadere informatie

GEMEENTE EEMSMOND BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4

GEMEENTE EEMSMOND BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4 GEMEENTE EEMSMOND BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4 GEMEENTE EEMSMOND 1311601.01 / 18 12 2014 BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE blz 1. INLEIDING 1 1. 1.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN SCOUTING HEMMELAND ONTWERP

BESTEMMINGSPLAN SCOUTING HEMMELAND ONTWERP BESTEMMINGSPLAN SCOUTING HEMMELAND ONTWERP BESTEMMINGSPLAN SCOUTING HEMMELAND CODE 1112112 / 09-05-12 GEMEENTE WATERLAND 1112112 / 09-05-12 BESTEMMINGSPLAN SCOUTING HEMMELAND TOELICHTING INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Buitengebied Sanjesreed 8c Oentsjerk (dagbesteding Bûtenút) 1 Inleiding Werk- en dagbesteding Bûtenút is gevestigd op een deel van de voormalige PTC+ locatie

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak Het Zuid 34 te Drachten 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak

Nadere informatie

Buitengebied Efterwei 23, Rottevalle

Buitengebied Efterwei 23, Rottevalle Inhoudsopgave TOELICHTING Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Planologische regeling 1 1.3 Leeswijzer 2 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 3 Hoofdstuk 3 Beleidskader 4 3.1 Provinciaal beleid 4 3.2 Gemeentelijk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Bouw van een vrijstaande woning, Folgeralaan 1a te Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een vrijstaande woning, Folgeralaan 1a te Drachten 1 Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

Wijzigingsplan Winsum-Dorp Trekweg naar Onderdendam 2. Vastgesteld

Wijzigingsplan Winsum-Dorp Trekweg naar Onderdendam 2. Vastgesteld Wijzigingsplan Winsum-Dorp Trekweg naar Onderdendam 2 Vastgesteld Wijzigingsplan Winsum- Dorp, Trekweg naar Onderdendam 2 Code 12-77-03 / 09-04-13 GEMEENTE WINSUM 12-77-03 / 09-04-13 WIJZIGINGSPLAN WINSUM-DORP

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 2 10 COLOFON TITEL: Ruimtelijke Onderbouwing Schalkwijkseweg 22 STATUS: Definitief PROJECTNUMMER: NL.IMRO.0321.0012PBSCHLKWSWG22 DATUM: 11 februari 2010 AUTEUR:

Nadere informatie

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG 1 Algemeen De uitbreiding van het plangebied met de locatie Boomsweg omvat deels een nieuwe ontwikkelingslocatie, Boomsweg 12, en deels het overnemen van

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen. Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van bestemmingsplan ten behoeve van dagactiviteiten voor jong dementerenden op het perceel Griende Dyk 2 te Wirdum Zorggroep Noorderbreedte heeft een aanvraag

Nadere informatie

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Skuniadyk 14 te Bakhuizen 28 e Ontwerp-wijzigingsplan ex artikel 3.6 lid 1 onder a Wro van het Bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Gaasterlân-Sleat Skuniadyk 14 te Bakhuizen G E M E E N T E G A A S T E R L Â N - S L E

Nadere informatie

Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland

Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland Bodem Op 21 mei 2008 heeft er door Wareco Ingenieurs een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden. Bij het uitgevoerde bodemonderzoek

Nadere informatie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Oude Badweg 60 Eelderwolde Oude Badweg 60 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 Op het perceel is reeds een recreatiewoning met bijgebouwen aanwezig. De bestaande

Nadere informatie

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01)

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01) Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01) 1 1. Planbeschrijving 1.1 Beschrijving project Provincie

Nadere informatie

ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING RBOI - Rotterdam bv Delftseplein 27b Postbus 150 3000 AD Rotterdam telefoon (010) 201 85 55 E-mail: info@rboi.nl Zoetermeer Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE

Nadere informatie

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Ontwerp Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Inhoud Toelichting op wijzigingsplan 1. Beschrijving van het plan 2. Beleidskader 3. Omgevingsaspecten

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld GEMEENTE HOOGEVEEN Wijzigingsplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord Vastgesteld 18 Mei 2010 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

Nr Casenr Fazantlaan 4. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Fazantlaan 4

Nr Casenr Fazantlaan 4. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Fazantlaan 4 Nr. 14031673 Casenr. 2014-07033 Fazantlaan 4 Ruimtelijke onderbouwing pagina 2 van 5 Inleiding Initiatiefnemer wil de camping en het parkeerterrein van het recreatiepark De Haeghehorst uitbreiden. Deze

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, wijzigingsplan Alteveer 76 in Hoogeveen. Vastgesteld

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, wijzigingsplan Alteveer 76 in Hoogeveen. Vastgesteld GEMEENTE HOOGEVEEN BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, wijzigingsplan Alteveer 76 in Hoogeveen Vastgesteld 24 maart 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Bestaande situatie... 3

Nadere informatie

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP 1 INHOUDSOPGAVE Toelichting 3 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, wijziging Hagmolenweg 19 Bentelo. Gemeente Hof van Twente.

Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, wijziging Hagmolenweg 19 Bentelo. Gemeente Hof van Twente. 1 Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, wijziging Hagmolenweg 19 Bentelo. Gemeente Hof van Twente. 2 B&W besluit 16 april 2013 Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan

Nadere informatie

Wijzigingsplan miniwinkel Dorpsstraat 153 te Vlieland

Wijzigingsplan miniwinkel Dorpsstraat 153 te Vlieland Wijzigingsplan miniwinkel Dorpsstraat 153 te Vlieland Inleiding Op 17 oktober 2011 is het bestemmingsplan Vlieland bebouwde Kom door de raad van de gemeente Vlieland vastgesteld. In dit plan is een mogelijkheid

Nadere informatie

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing. 101502.17477.00 31-10-2012 definitief

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing. 101502.17477.00 31-10-2012 definitief Westvoorne Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte Ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 101502.17477.00 31-10-2012 definitief projectleider: opdrachtgever:

Nadere informatie

Toelichting. Leeuwarden Buitengebied - Omzetten intensieve naar reguliere veehouderij Brédyk 185 Wirdum

Toelichting. Leeuwarden Buitengebied - Omzetten intensieve naar reguliere veehouderij Brédyk 185 Wirdum 1 Toelichting 2 3 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Ligging en kadastrale begrenzing 4 1.3 Vigerend bestemmingsplan 5 HOOFDSTUK 2 HUIDIGE SITUATIE 6 2.1 Ruimtelijke structuur 6

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN VERWIJDEREN WINDTURBINE NABIJ VROUWENPAROCHIE

BESTEMMINGSPLAN VERWIJDEREN WINDTURBINE NABIJ VROUWENPAROCHIE BESTEMMINGSPLAN VERWIJDEREN WINDTURBINE NABIJ VROUWENPAROCHIE Vastgesteld op 15 december 2011 BESTEMMINGSPLAN VERWIJDEREN WINDTURBINE NABIJ VROUWENPAROCHIE CODE 110505 / 15-12-11 GEMEENTE HET BILDT 110505

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Datum: 7 april 2014 Projectgegevens: ROB01-0252620-01B TEK01-0252620-01A Identificatienummer:

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld GEMEENTE HOOGEVEEN WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld Vastgesteld 1 maart 2011 Voorschriften 3 e Zandwijkje 8 Hollandscheveld 1 maart 20111 Pagina

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor de omgevingsvergunning met afwijking

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan"

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan" 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor de omgevingsvergunning met afwijking Op

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NOORDWIJK - WESTERWEG 46 ONTWERP / 29 JUNI 2011

WIJZIGINGSPLAN NOORDWIJK - WESTERWEG 46 ONTWERP / 29 JUNI 2011 WIJZIGINGSPLAN NOORDWIJK - WESTERWEG 46 ONTWERP / 29 JUNI 2011 WIJZIGINGSPLAN NOORDWIJK - WESTERWEG 46 CODE 119999 / 29-06-11 GEMEENTE MARUM 119999 / 29-06-11 WIJZIGINGSPLAN NOORDWIJK - WESTERWEG 46

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord, deelplan Beilerstraat 21 en 23 2011, te Pesse.

GEMEENTE HOOGEVEEN. WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord, deelplan Beilerstraat 21 en 23 2011, te Pesse. Vo GEMEENTE HOOGEVEEN WIJZIGINGSPLAN Beilerstraat 21 en 23 2011, te Pesse. Onherroepelijk 31 augustus 2011 In Werking 31 augustus 2011 Vaststelling 12 juli 2011 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...3 2. Bestaande

Nadere informatie

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo Een goede ruimtelijke ordening Henry de Roo Afwijken bestemmingsplan (1) artikel 2.12, lid 1, a, sub 1 Wabo binnenplans afwijken artikel 2.12, lid 1, a, sub 2 Wabo de gevallen genoemd in artikel 4, Bijlage

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28 2/11 Inhoudsopgave RUIMTELIJKE ONDERBOUWING 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 Hoofdstuk 2 Aanvraag omgevingsvergunning 5 Hoofdstuk 3 Geldende planologische

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning Ruimtelijke onderbouwing voor gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning 1 Ruimtelijke

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O

Nadere informatie

memo Recreatiepark Mulligen, bureauonderzoek gebiedsbescherming

memo Recreatiepark Mulligen, bureauonderzoek gebiedsbescherming memo aan: van: Ons kenmerk: Gemeente Oldebroek SAB STOO/HOMV/150463 datum: 17 december 2015 betreft: Recreatiepark Mulligen, bureauonderzoek gebiedsbescherming AANLEIDING EN METHODE Aan de Mulligenweg

Nadere informatie

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen

Gasthuisbergweg 18 te Wijchen Ruimtelijke onderbouwing Auteur E.C. Philips-Jackson MSc Verificatie ing. M. Pleijsier Versie 2 Bestand Document1 Graafsebaan 67, 5248 JT Rosmalen Postbus 37, 5240 AA Rosmalen Nederland Telefoon +31 (0)73

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Gemeente Aa en Hunze BESTEMMINGSPLAN GROLLOO - ROLDERSTRAAT 5

Gemeente Aa en Hunze BESTEMMINGSPLAN GROLLOO - ROLDERSTRAAT 5 Gemeente Aa en Hunze BESTEMMINGSPLAN GROLLOO - ROLDERSTRAAT 5 Vastgesteld, 26 september 2012 BESTEMMINGSPLAN GROLLOO - ROLDERSTRAAT 5 CODE 110113 / 26-09-12 GEMEENTE AA EN HUNZE 110113 / 26-09-12 BESTEMMINGSPLAN

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Ermerstrand. toelichting. Gemeente Coevorden. Datum: 21 november 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0109.

Bestemmingsplan. Ermerstrand. toelichting. Gemeente Coevorden. Datum: 21 november 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0109. Bestemmingsplan Ermerstrand toelichting Gemeente Coevorden Datum: 21 november 2016 Projectnummer: 160164 ID: NL.IMRO.0109.300BP00020-0003 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Geldende bestemmingsplan

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak)

Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak) Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak) 2014 NL.IMRO.0737.16BPIWP03 Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008 Heechsân

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED- WEST-LYTSEWIERRUM-NYLÂNSDYK 1

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED- WEST-LYTSEWIERRUM-NYLÂNSDYK 1 BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED- WEST-LYTSEWIERRUM-NYLÂNSDYK 1 Bestemmingsplan Buitengebied-West- Lytsewierrum-Nylânsdyk 1 Code 099971 / 14-02-11 GEMEENTE LITTENSERADIEL 099971 / 14-02-11 BESTEMMINGSPLAN

Nadere informatie

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan Middelburg Loods Muidenweg Wijzigingsplan Wijzigingsplan Loods Muidenweg Middelburg identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0687.BPWBGMMUI ON01 23 02 2015 ontwerp projectnummer:

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Hondenschool Kommisjewei 7 te Opeinde Ruimtelijke onderbouwing voor oprichting hondenschool Kommisjewei 7 te Opeinde 1 Ruimtelijke onderbouwing voor oprichting hondenschool Kommisjewei

Nadere informatie

GEMEENTE VLIELAND VLIELAND ZONNEAKKER WIJZIGINGSPLAN

GEMEENTE VLIELAND VLIELAND ZONNEAKKER WIJZIGINGSPLAN GEMEENTE VLIELAND VLIELAND ZONNEAKKER WIJZIGINGSPLAN GEMEENTE VLIELAND 20150606 / 06 07 2015 WIJZIGINGSPLAN VLIELAND ZONNEAKKER TOELICHTING INHOUDSOPGAVE blz 1. INLEIDING 1 1. 1. Aanleiding 1 1. 2. Planologische

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

Toelichting. Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Sumar, Master de Vrieswei 22-22A (wijziging bestemming)

Toelichting. Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Sumar, Master de Vrieswei 22-22A (wijziging bestemming) Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Sumar, Master de Vrieswei 22-22A (wijziging bestemming) Hoofdstuk 1 Inleiding Het pand Master de Vrieswei 22-22A te Sumar is door de gemeente te koop aangeboden.

Nadere informatie

Blad 2. Beoordeling verzoek

Blad 2. Beoordeling verzoek Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk gemeente: Hendrik-Ido-Ambacht fase: vastgesteld bestemmingsplan datum: 11 mei 2015 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Bij het plan

Nadere informatie

Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland

Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Wijzigingsplan Ballumerweg 23 te Nes Ameland Inhoud Toelichting op wijzigingsplan 1. Beschrijving van het plan 2. Beleidskader 3. Omgevingsaspecten 4. Toelichting

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VOOR BOUW VAN EEN WONING AAN DE MASTER DE JONGWEI 37, DE TIKE.

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VOOR BOUW VAN EEN WONING AAN DE MASTER DE JONGWEI 37, DE TIKE. RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VOOR BOUW VAN EEN WONING AAN DE MASTER DE JONGWEI 37, DE TIKE. INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...3 1.1. Aanleiding...3 1.2. Huidige situatie...3 1.3. Toekomstige situatie...4 1.4. Leeswijzer...4

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN DELDEN - GREEKERINCKSKAMP 18 (BOUW WONING)

BESTEMMINGSPLAN DELDEN - GREEKERINCKSKAMP 18 (BOUW WONING) BESTEMMINGSPLAN DELDEN - GREEKERINCKSKAMP 18 (BOUW WONING) Bestemmingsplan Delden - Greekerinckskamp 18 (bouw woning) Code 0914505 / 15-12-09 GEMEENTE HOF VAN TWENTE 0914505 / 15-12-09 BESTEMMINGSPLAN

Nadere informatie

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea 2 Inhoudsopgave Ruimtelijke Onderbouwing 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1. Aanleiding en doel 1.2. Ligging plangebied 1.3. Geldend bestemmingsplan 1.4. Leeswijzer Hoofdstuk

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OMGEVINGSVERGUNNING OUDE RIJKSWEG 239A TE ROUVEEN

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OMGEVINGSVERGUNNING OUDE RIJKSWEG 239A TE ROUVEEN RUIMTELIJKE ONDERBOUWING OMGEVINGSVERGUNNING OUDE RIJKSWEG 239A TE ROUVEEN 20180690 blz 1 INLEIDING Op het perceel, kadastraal bekend als gemeente Staphorst, sectie AP, nummer 1429 is een open plek in

Nadere informatie

H.C. den Hartog Stokvisweg 1 4107 LK Culemborg

H.C. den Hartog Stokvisweg 1 4107 LK Culemborg Concept Onderbouwing bouw loods met kantoor/tijdelijke woning H.C. den Hartog Stokvisweg 1 4107 LK Culemborg 15 oktober 2013 Opgesteld door: Ir. F.C.A. van den Tempel Tempel ADVIES Westelijke Parallelweg

Nadere informatie

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert Nummer : 11-03.2015 Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert Korte inhoud : Er is een omgevingsvergunning aangevraagd om een opslagloods bij een agrarisch

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis 1 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis Opdrachtgever: A.C. Dingemans Heilleweg 21 4524 KL Sluis Opgesteld door: ZLTO Advies Cereshof 4 4463 XH

Nadere informatie

Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga. Ontwerp

Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga. Ontwerp Wijzigingsplan It Oast 2 Augustinusga Ontwerp Toelichting Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan/moederplan 3 1.4 Bestaande en toekomstige

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries Gemeente Tynaarlo November 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing voor de herbouw van een schuur ten behoeve van bouwbedrijf Been, Kommisjewei 28 te Opeinde. Bestaande situatie

Ruimtelijke Onderbouwing voor de herbouw van een schuur ten behoeve van bouwbedrijf Been, Kommisjewei 28 te Opeinde. Bestaande situatie Ruimtelijke Onderbouwing voor de herbouw van een schuur ten behoeve van bouwbedrijf Been, Kommisjewei 28 te Opeinde 28 26 Bestaande situatie 1. Aanleiding Directe aanleiding is het verzoek d.d. 18 november

Nadere informatie

bijlagen bij de Toelichting

bijlagen bij de Toelichting bijlagen bij de Toelichting 51 Bijlage 1 Hoge Duvekotsweg 8 Oostkapelle Rho adviseurs voor leefruimte 0717.20170873 52 Rho adviseurs voor leefruimte 0717.20170873 53 Bijlage 2 Wielemakersbaan

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING PROJECTBESLUIT WIJHE - SCHIPPERSHUIZEN 2

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING PROJECTBESLUIT WIJHE - SCHIPPERSHUIZEN 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING PROJECTBESLUIT WIJHE - SCHIPPERSHUIZEN 2 Ruimtelijke onderbouwing projectbesluit Wijhe - Schippershuizen 2 Code 1014909 / 14-06-10 GEMEENTE OLST-WIJHE 1014909 / 14-06-10 RUIMTELIJKE

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Milieu en Landschap

Hoofdstuk 5 Milieu en Landschap Hoofdstuk 5 Milieu en Landschap 5.1 Inleiding Voor het ontwikkelen en in stand houden van een leefbaar en duurzaam Breda dient bij ruimtelijke planvorming rekening gehouden te worden met de milieuhygiënische

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord Bestemmingsplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord Pagina 3 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 5 2. Bestaande situatie 5 2.1 Plangebied 5 2.2 Vigerende bestemmingsplan 5 2.3 bestaande situatie 6 3. Gewenste ontwikkeling

Nadere informatie

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam HOOFDSTUK 1 Inleiding De gemeente Werkendam heeft in december 2009 het ontwerpbestemmingsplan Zonering industrieterreinen in procedure

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Bestemmingsplan Buitengebied Noord, wijzigingsplan Siberië mei 2012 Gemeente Hoogeveen Pagina 2

INHOUDSOPGAVE. Bestemmingsplan Buitengebied Noord, wijzigingsplan Siberië mei 2012 Gemeente Hoogeveen Pagina 2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 7 6.

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Buitengebied Zuid, Herziening 2007, deelplan Coevorderstraatweg 109

Buitengebied Zuid, Herziening 2007, deelplan Coevorderstraatweg 109 Vo INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Dagbesteding, therapie, workshops en kleinschalige woonvorm aan 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Dagbesteding, therapie, workshops en kleinschalige woonvorm aan INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT HOGERE WAARDE VOOR DE TEN HOOGSTE TOELAATBARE GELUIDSBELASTING WET GELUIDHINDER

ONTWERPBESLUIT HOGERE WAARDE VOOR DE TEN HOOGSTE TOELAATBARE GELUIDSBELASTING WET GELUIDHINDER ONTWERPBESLUIT HOGERE WAARDE VOOR DE TEN HOOGSTE TOELAATBARE GELUIDSBELASTING WET GELUIDHINDER 1 Ambtshalve besluit Voor het plangebied Dorst-West (verder: plangebied) is gelijktijdig met dit ontwerpbesluit

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN CAMPING DE OLDEMEYER TE RHEEZE

BESTEMMINGSPLAN CAMPING DE OLDEMEYER TE RHEEZE BESTEMMINGSPLAN CAMPING DE OLDEMEYER TE RHEEZE Bestemmingsplan Camping de Oldemeyer te Rheeze Code 0999151 / 23-11-10 GEMEENTE HARDENBERG 0999151 / 23-11-10 BESTEMMINGSPLAN CAMPING DE OLDEMEYER TE RHEEZE

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep projectnummer 17008 Opdrachtgever: Gemeente Haarlemmermeer Versienummer:

Nadere informatie

GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9

GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9 GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9 INHOUDSOPGAVE TOELICHTING HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Planologische regeling 2 1.3 Leeswijzer 3 HOOFDSTUK 2 HUIDIGE

Nadere informatie

NOTITIE WATERPARAGRAAF ERMERSTRAND

NOTITIE WATERPARAGRAAF ERMERSTRAND NOTITIE WATERPARAGRAAF ERMERSTRAND Notitie Waterparagraaf Ermerstrand Code 114806 / 11-01-13 GEMEENTE COEVORDEN 114806 / 11-01-13 NOTITIE WATERPARAGRAAF ERMERSTRAND TOELICHTING INHOUDSOPGAVE blz 1. INLEIDING

Nadere informatie

Facetbestemmingsplan Recreatie. 20 juni 2013

Facetbestemmingsplan Recreatie. 20 juni 2013 Facetbestemmingsplan Recreatie 20 juni 2013 1. Inleiding Er zijn 2 aanleidingen voor het opstellen van het facetbestemmingsplan Recreatie. De eerste aanleiding is het opstellen van een nieuw Beleidsplan

Nadere informatie

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Wijzigingsplan Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Gemeente Gorinchem Datum: 10 april 2013 Projectnummer: 120675 ID: NL.IMRO.0512.BP2012133-4001 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Vervanging woning Miedweg 6 Stroobos Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Vervanging woning Miedweg 6 Stroobos Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Vervanging woning Miedweg 6 Stroobos Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Er is een aanvraag om bouwvergunning ingediend voor

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor het legaliseren van een dierenverblijf in het hertenkamp aan de Hagewyk te Drachten

Ruimtelijke onderbouwing voor het legaliseren van een dierenverblijf in het hertenkamp aan de Hagewyk te Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor het legaliseren van een dierenverblijf in het hertenkamp aan de Hagewyk te Drachten Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Locatiebeschrijving... 2 1.3.

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Risico-inventarisatie Boekels Ven Risico-inventarisatie Boekels Ven Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord Planstatus: Plan identificatie: ontwerp NL.IMRO.1931.BP1509DK003-ON01 Datum: 23 maart 2015 Contactpersoon Buro SRO: Kenmerk Buro

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Ruimtelijke motivering Molenstraat 1a te s-hertogenbosch Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Januari 2017 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Aan de Molenstraat 1a is nu op de begane grond

Nadere informatie